Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER...

49
LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 e-mail verkeersdienst.politie@bilzen.be 1 Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?

Transcript of Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER...

Page 1: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

1

Voertuigen in de land- en tuinbouw:

bent u veilig op (de) weg?

Page 2: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

2

I NHOUDSTABEL

1. Inleiding 2. Goedkeuring van landbouwvoertuigen en gelijkvormigheidsattesten 3. Inschrijving van landbouwvoertuigen 4. Keuring van landbouwvoertuigen 5. Verzekeringen 6. Afmetingen van de voertuigen 7. Brandstof 8. Reminrichting van voertuigen 9. Verlichting 10. Lading 11. Uitrusting van een landbouwtrekker 12. Uitrusting van landbouwaanhangwagens 13. Bijzondere uitrustingen

Gevarendriehoek

Blustoestel

Voertuigdocumenten 14. Besturen van een landbouwvoertuig – leeftijd/rijbewijs/getuigschrift 15. Met uw tractor of landbouwmachine op de openbare weg

Preventief en anticiperend gedrag in een notendop

Opvallend beter o Afslaan o Spiegels o Gezien worden o Uitstekende delen o Oversteken en de weg oprijden o Goed zicht o Een schone weg o Kinderen op het erf

16. Begrippenlijst 17. Afvinklijst: is mijn bedrijfsmaterieel veilig en in orde? 18. Nuttige websites 19. Overzicht relevante wetgeving

Page 3: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

3

1. Inleiding

Land- en tuinbouwvoertuigen: hoe komt u er veilig mee op de openbare weg? Preventie is geen modewoord. Het krijgt een concrete invulling: wij willen ongevallen voorkomen. En geven u daarom graag gefundeerd advies. Kiezen voor veilig materiaal is, zoals u zult lezen, een van onze tips. Maar is dat voldoende om ongevallen te voorkomen? Natuurlijk niet. Anticiperend rijden is net zo belangrijk. Voor uw veiligheid en die van anderen. U leest er meer over in deze brochure.

In deze brochure komt u allerlei technische begrippen tegen. Hoewel u de meeste daarvan vast kent, vindt u ze achteraan nader verklaard (zie begrippenlijst – rubriek 16).

Page 4: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

4

2. Goedkeuring van landbouwvoertuigen en gelijkvormigheidsattesten

Elk voertuig dat u in het verkeer brengt, moet door de overheid zijn goedgekeurd. Daarom moet in de regel ook voor landbouwvoertuigen een zogenoemd gelijkvormigheidsattest wor-den uitgereikt. Met dat attest verklaart de constructeur dat het voertuig identiek is aan het prototype waarop de goedkeuringstests werden uitgevoerd.

Een gelijkvormigheidsattest is evenwel niet nodig voor de volgende voertuigen:

- aanhangwagens met een Maximale Toegelaten Massa (MTM) van ten hoogste 750 kg en zogenoemde landbouwmotoren;

- voertuigen van speciale constructie. Zij moeten wel door de Minister van Verkeerswezen of zijn gemachtigde als zodanig worden erkend. Om deze erkenning te krijgen, moet de constructeur of zijn ver-tegenwoordiger bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer de nodige documenten indienen, waarna een document wordt uitgereikt dat de aard van het voertuig attesteert.

Zelfbouw van een landbouwaanhangwagen

U mag ook zelf een landbouwaanhangwagen bouwen. Er zijn wel enkele beperkingen:

- de constructie mag slechts eenmalig zijn; - de aanhangwagen mag niet in de handel worden gebracht; - de MTM is 8 ton en de ledige massa (tarra) is maxi-maal 6 ton; - de maximumsnelheid bedraagt 30 km/uur.

De FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Residentie Palace, Wetstraat 155, 1040 Brussel, geeft u alle informatie over hoe u uw zelfgebouwd voertuig wettig in het verkeer kunt brengen. U krijgt er ook het formulier ‘Goedkeuringsaanvraag voor landbouwaanhang-wagens’. Aan de hand van een technisch dossier gaat de FOD na of een zelfgebouwde aanhangwagen aan alle veiligheidsnormen en wettelijke voorschriften voldoet.

Page 5: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

5

3. Inschrijving van landbouwvoertuigen

Elk voertuig dat op de openbare weg komt, moet ingeschreven zijn en een nummerplaat dragen. Dat geldt dus ook voor land- en bosbouwtrekkers, opleggers, voertuigen van speciale constructie en landbouwmotoren.

Ook hierop zijn er uitzonderingen: - aanhangwagens met een toegestane maximum-massa van 750 kg moeten niet worden ingeschre-

ven; - landbouw- en bosbouwaanhangwagens moeten even-min worden ingeschreven, behalve als ze

worden gebruikt voor het vervoer voor rekening van derden.

Opgelet Die aanhangwagens moeten wel een reproductie dragen van de nummerplaat van het trekkende voertuig. Die reproductie moet een reflecterende achtergrond hebben. Het inschrijvingsbewijs of kentekenbewijs is een document dat de bestuurder altijd moet kunnen tonen.

Opmerking Bij een aanrijding met een geleend voertuig moet de nummerplaat van het trekkende voertuig op het aanrijdingsformulier worden vermeld. Dus niet de nummerplaat van de aanhangwagen of de oplegger.

4. Keuring van landbouwvoertuigen

In principe zijn alle voertuigen en aanhangwagens onderworpen aan de verplichte keuring.

Toch gelden er bepaalde vrijstellingen voor bepaalde voertuigcategorieën:

Zijn vrijgesteld van alle keuringen: - voertuigen van speciale constructie en aanhangwagens van speciale constructie die niet voorzien

zijn van een ophanging; - landbouwmotoren en hun aanhangwagens; - aanhangwagens met een MTM van ten hoogste 750 kg.

Zijn vrijgesteld van de periodieke keuring: - voertuigen voor traag vervoer.

Zijn vrijgesteld van de volledige keuring vóór de inschrijving: - gebruikte voertuigen, andere dan personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen en

lijkwagens.

Page 6: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

6

Zijn vrijgesteld van de administratieve keuring vóór de inschrijving: - alle gebruikte voertuigen die een volledige keuring vóór de inschrijving hebben ondergaan; - bepaalde gebruikte bedrijfsvoertuigen, bv. maaimachines.

De verschillende soorten keuringen

De volledige keuring bestaat in het onderzoek van: - de identificatie van het voertuig, waarbij het chassisnummer, het inschrijvingsbewijs en het

gelijkvormigheidsattest of het Europees gelijkvormigheidsbewijs van het voertuig worden gecontroleerd;

- de technische staat van het voertuig, waarbij men nagaat of het voertuig voldoet aan de van kracht zijnde veiligheids- en milieunormen.

De volledige keuringen worden onderverdeeld in:

periodieke keuringen;

niet-periodieke keuringen, die plaatsvinden onder welbepaalde omstandigheden, o.a.

- vóór de datum van het opnieuw in het verkeer brengen van een voertuig dat: - een wijziging of verbouwing heeft ondergaan die betrekking heeft op het chassis, het koetswerk

of op de uitrusting, met een wijziging van de technische kenmerken van het voertuig tot gevolg; - als gevolg van een ongeval beschadigingen aan het chassis, de stuurinrichting, de ophanging of

de reminrichting vertoont of dat onherstelbaar vernield (total loss) werd verklaard;

- vóór de datum van de eerste inverkeerstelling of de datum van het opnieuw in het verkeer brengen van voertuigen voor traag vervoer.

Daarnaast zijn er ook de gedeeltelijke keuringen, die worden onderverdeeld in:

- administratieve keuringen, die alleen betrekking hebben op de controle van het inschrijvingsbewijs en het gelijkvormigheidsattest of het Europees gelijkvormigsheidsbewijs met het oog op de geldigverklaring van een inschrijvingsaanvraag voor een gebruikt voertuig;

- administratieve herkeuringen, die alleen betrekking hebben op de controle van het chassisnummer, van de identificatieplaat en van de documenten of, zonder dat het voertuig hierbij opnieuw wordt aangeboden, op de controle van de documenten;

- technische herkeuringen, d.w.z. alle andere gedeeltelijke keuringen.

Page 7: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

7

Page 8: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

8

5. Verzekeringen

Voor alle motorvoertuigen die u gebruikt op de openbare weg of op plaatsen die voor het publiek of zelfs voor een beperkt aantal mensen toegankelijk zijn, moet u een motorrijtuigenverzekering hebben. Let wel, die verzekering vergoedt alleen als er een oorzakelijk verband bestaat tussen de schade en enig gebruik van het motorrijtuig in het verkeer.

Dat laatste is heel belangrijk, want zelfbewegende werktuigen zijn zowel motorrijtuigen als werktuigen. Veroorzaakt een dergelijk werktuig schade, dan wordt nagegaan in hoeverre het schadegeval onder de dekking van de motorrijtuigenverzekering valt. En dat hangt dan weer af van de hoedanigheid die het werktuig bezat op het ogenblik dat het ongeval zich voordeed. Werd het als ‘voertuig in het verkeer’ gebruikt (verkeersrisico), dan zal normaal gesproken de motorrijtuigenverzekeraar het schadegeval ten laste moeten nemen. Werd het daarentegen gebruikt als werktuig (exploitatierisico), dan is er geen sprake van een verkeersongeval en zal de motorrijtuigenverzekeraar dus ook niet vergoeden.

Page 9: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

9

Voor zelfbewegende werktuigen en het zelfbewegend landbouwmaterieel kunt u daarom het best, naast een motorrijtuigenverzekering, ook nog een wettelijke-aansprakelijkheidspolis afsluiten om het exploitatie-risico te dekken. Doet u dat niet, dan loopt u het risico dat u de schade die het werktuig tijdens werkzaam-heden veroorzaakt, zelf moet betalen. Om praktische redenen kunt u beide risico’s het best bij dezelfde verzekeraar laten verzekeren.

Opmerking Als u een motorrijtuigenverzekering voor uw trekker(s) sluit, laat uw verzekeraar dan weten of u van plan bent nog andere activiteiten (lees risicoverzwarende activiteiten) met deze trekker(s) uit te oefenen. Zo niet kan de verzekeraar de vergoeding die hij aan het slachtoffer betaalde op u verhalen, mocht achter-af blijken dat het ongeval niets met uw landbouwuitbating te maken heeft. Voorbeelden:

u stelt uw trekker ter beschikking om een praalwagen in een of andere optocht te trekken;

u doet meer dagen aan loonwerk dan het aantal dat is vermeld in het contract.

Page 10: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

10

6. Afmetingen van de voertuigen

Een voertuig, dus ook een landbouwtrekker, land-bouwmaterieel, enz., moet aan een aantal voorwaarden voldoen om op de openbare weg te mogen rijden.

Hoogte De lading meegerekend, is de maximale hoogte van de voertuigen 4 m.

Breedte Voor landbouwtrekkers geldt in principe een maximumbreedte van 2,55 m. Landbouwvoertuigen mogen echter 3 m breed zijn, op voorwaarde dat zij zich alleen van de hoeve naar het veld en omgekeerd verplaatsen, niet sneller dan 30 km/uur rijden en de beweegbare of gemakkelijk af-neembare buitenste delen opgevouwen of verwijderd zijn om de breedte tijdens de verplaatsing op de openbare weg te verminderen. Voertuigen van speciale constructie mogen eveneens 3 m breed zijn, mits zij niet sneller dan 30 km/uur rijden en de beweegbare of gemakkelijk afneembare buitenste delen opgevouwen of verwijderd zijn om de breedte tijdens de verplaatsing op de openbare weg te verminderen. Voor bepaalde landbouwvoertuigen (maaidorsers, rooi-machines, enz.) die door hun constructie méér dan 3 m breed zijn, geldt een uitzondering. Zij mogen echter niet zomaar op de openbare weg worden gebruikt en moeten hiervoor in principe de toestemming krijgen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer. Deze toestemming kan overigens bepaalde beperkingen aan het gebruik opleggen (bv. niet tijdens het weekend of op feestdagen, uitsluitend op een bepaald traject).

Kooiwielen en dubbele banden Het gebruik van kooiwielen en dubbele banden mag dus niet tot gevolg hebben dat de maximaal toegestane breedte wordt overschreden. Als de tractor door het monteren van dubbele banden sneller kan rijden dan 30 of 40 km/uur, verliest hij bovendien de kwalificatie van voertuig voor traag vervoer en vervalt de vrijstelling van periodieke keuring of de toestemming tot het besturen van de trekker zonder rijbewijs. Een en ander heeft ook zijn invloed op de verlichting van het voertuig. In principe mag de verlichting immers niet meer dan 40 cm verwijderd zijn van de zijkant van het voertuig. Zodra er dubbele wielen worden gemonteerd, bestaat de kans dat deze afstand wordt overschreden. In dat geval moeten omtreklichten worden aangebracht op het voertuig. De regels inzake het kruisen of inhalen blijven onverkort gelden.

Samenstelling en lengte van de sleep Een motorvoertuig mag slechts één enkel voertuig trekken en de totale lengte van de sleep mag niet meer dan 18 m bedragen. Er is één uitzondering: voor slepen van landbouwtractoren met een maximale snelheid van 25 km/uur en binnen een straal van 25 km van de hoeve, mag de totale lengte van de sleep 25 m bedragen (één of meer aanhangwagens inbegrepen).

Page 11: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

11

7. Brandstof

De algemene regel is dat roodgekleurde dieselolie niet als motorbrandstof voor motorvoertui-gen mag worden gebruikt.

Hierop is er één uitzondering: het gebruik van rood-gekleurde dieselolie is wel toegestaan voor land- en bosbouwtrekkers die niet op de openbare weg rijden.

8. Reminrichting van voertuigen

Algemeen De landbouwtractor, zijn aangekoppelde aanhang-wagens en zelfrijdende machines moeten voorzien zijn van zowel een bedrijfsrem als een parkeerrem. Beide remsystemen mogen door hetzelfde bedieningsorgaan worden bediend. Wanneer men de openbare weg gebruikt, moeten de onafhankelijke remmen van de beide achterwielen van de landbouwtractor aan elkaar worden gekoppeld. Dat is pas mogelijk door het koppelstuk neer te klappen.

Uitzondering: eenassige aanhangwagens met een MTM van ten hoogste 750 kg moeten niet voorzien zijn van een reminrichting.

Bedrijfsrem Met de bedrijfsrem moet de bestuurder de bewegingen van het voertuig kunnen controleren en het voer-tuig op een veilige, snelle en doeltreffende manier tot stilstand kunnen brengen, ongeacht de snelheid, de graad van belasting en de helling waarop het voertuig zich bevindt. De inrichting moet steeds bedienbaar zijn vanaf de zitplaats van de bestuurder, zonder dat de bestuurder het stuur moet loslaten. De remvertragers voor de voertuigen met een snelheid hoger dan 30 km/uur moeten krachtiger kunnen remmen. De remvertraging moet meer dan 20 % beter zijn. De vereiste kracht om te remmen moet kleiner zijn dan 70 kg.

Parkeerrem

Page 12: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

12

De parkeerrem moet in staat zijn het landbouwvoertuig in beladen toestand op een helling van 18 % in beide richtingen staande te houden. De noodrem wordt bediend door de parkeerrem te gebruiken. Hiermee moet men 50 % van de remvertraging van de bedrijfsrem kunnen teweegbrengen.

Bediening van de rem van aanhangwagens De rem van aanhangwagens met Maximale Toegelaten Massa (MTM) van meer dan 3 500 kg moet recht-streeks bediend worden met het bedieningsorgaan van de bedrijfsrem van het trekkende voertuig. Voor landbouwvoertuigen mag de bedrijfsrem van de aanhangwagen met een MTM van ten hoogste 8 000 kg ook door een ander bedieningsorgaan worden be-diend. Een voorwaarde is wel dat dit extra bedieningsorgaan zich niet achter de zitplaats van de bestuurder van de tractor bevindt. Bovendien moet de bestuurder dit bedieningsorgaan tijdens het rijden kunnen bedienen zonder het stuurwiel los te laten.

Losbreekrem Als de aanhangwagen losraakt of de koppeling breekt, moet de bedrijfsrem van de aanhangwagen automatisch in werking treden. Dit noemt men de losbreekrem. De losbreekrem is verplicht voor aan-hangwagens met een MTM van meer dan 750 kg. Ook hier zijn er uitzonderingen:

als de MTM kleiner is dan 1 500 kg en de aanhangwagen één as heeft, dan is een losbreekrem niet verplicht op voorwaarde dat deze wagen voorzien is van een hulpkoppeling die belet dat de dissel de grond raakt bij een breuk;

bij aanhangwagens die alleen worden afgeremd door een oplooprem, mag het automatisch rem-men gebeuren door middel van de parkeerrem of door het neerhalen van de dissel.

Page 13: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

13

9. Verlichting

Er bestaat een uitgebreide reglementering over de verlichting (kenmerken en plaats op het voertuig). Een overzicht vindt u in de illustraties en hun begeleidende tekst.

10. Lading

Schikking, bevestiging en afdekking van de lading

De lading van een voertuig moet zodanig worden geschikt - en zo nodig vastgemaakt en overdekt met een dekzeil of met een net - dat ze:

- het zicht van de bestuurder niet kan hinderen; - geen gevaar kan vormen voor de bestuurder, de vervoerde personen en de andere weggebruikers; - geen schade kan veroorzaken aan de openbare weg, aan de aanhorigheden, aan bruggen en

tunnels, en aan de openbare en particuliere eigendommen; - niet op de openbare weg kan vallen of slepen; - de stabiliteit van het voertuig niet in het gedrang kan brengen; - de lichten, de reflectoren en de nummerplaat niet onzichtbaar kan maken.

De lading van graangewassen, vlas, stro, paarden- of veevoer in bulk of in balen moet worden overdekt met een dekzeil of met een net. Deze bepaling geldt echter niet voor vervoer binnen een straal van 25 km van de plaats van de lading, voorzover dit vervoer niet langs de autosnelweg gebeurt. Bestaat de lading uit lange stukken, dan moeten die zowel onderling als aan het voertuig zo stevig worden vastgemaakt dat ze bij het schommelen niet buiten de grootste zijomtrek van het voertuig komen. Al wat dient om de lading vast te maken of te beschutten, zoals kettingen, dekzeilen, netten, enz., moet de lading nauw omsluiten. De bestuurder van het voertuig moet de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat de lading, en ook al wat dient om de lading vast te maken of te beschutten, door lawaai de bestuurder zou hinderen, het publiek ongemak zou bezorgen of dieren zou doen schrikken.

Wanneer zij- of achterdeuren bij uitzondering moeten open blijven, moeten zij zodanig worden vastgezet dat zij niet uitsteken buiten de grootste zijomtrek van het voertuig.

Afmetingen van de lading

Een beladen voertuig (een auto, bespannen voertuig of hun aanhangwagens) mag, alle uitstekende delen inbegrepen, niet breder zijn dan 2,50 m of 2,60 m wanneer het voertuig een breedte heeft van 2,60 m. Er zijn twee uitzonderingen:

1. als de lading bestaat uit graangewassen, vlas, stro, paarden- of veevoeder in bulk (behalve geperste balen) mag het geladen voertuig 2,75 m breed zijn;

2. als de hierboven beschreven lading wordt vervoerd binnen een straal van 25 km van de plaats van lading of binnen een zone van 25 km van de Belgische grens, mag het geladen voertuig 3 m breed zijn.

Page 14: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

14

In geen geval mag de lading voor het voertuig uitsteken. De lading mag niet verder dan 1 m achter het voertuig uitsteken. Het uitsteeksel mag echter 3 m bedragen, wanneer het voertuig met lange ondeelbare stukken beladen is.

Signalisatie van de lading

Bij een voertuig dat niet verlicht moet zijn, wordt aan een lading die meer dan 1 m achter het voertuig uit-steekt een vierkant bord bevestigd. Het bord wordt zodanig aan het langste uitsteeksel vastgemaakt, dat het permanent loodrecht op de rijrichting staat. Het moet dus altijd optimaal zichtbaar zijn. Dit bord heeft een zijde van 0,50 m en is in afwisselende rode en witte strepen van ongeveer 75 mm breed geschilderd. Een diagonaallijn van het vierkant is rood. De rode strepen moeten zijn voorzien van reflecterende producten. Ook op voertuigen die wel verlicht moeten zijn, wordt de lading die meer dan 1 m achter het voertuig uit-steekt, voorzien van eenzelfde bord. Daarbij komen nog een naar achteren gericht rood licht, én een oran-je reflector aan elke zijkant. Het hoogste punt van het lichtdoorlatende of weerkaatsende gedeelte van de voor het signaleren van het achtereinde van de lading gebruikte middelen mag zich op niet meer dan 1,60 m boven de grond bevin-den. Het laagste punt ervan mag zich op niet minder dan 0,40 m boven de grond bevinden.

Bovendien: - bij een voertuig dat zijreflectoren moet hebben, moeten één of meer supplementaire oranje

zijreflectoren op de lading worden aangebracht wanneer de afstand tussen de buitenrand van de reflector die het grootste uitsteeksel van de lading signaleert en de buitenrand van de achterste reflector van het voertuig groter is dan 3 m;

- bij een voertuig dat geen zijreflectoren moet hebben, mogen één of meer oranje zijreflectoren op de lading worden aangebracht.

Wanneer het voertuig verlicht moet zijn, moet de lading die aan de zijkant uitsteekt en zich op meer dan 0,40 m van de buitenrand van het lichtdoorlatende gedeelte van het standlicht bevindt, door omtreklichten en reflectoren worden gesignaleerd. De lichten en reflectoren aan de voorkant moeten wit zijn, die aan de achterkant rood. Het lichtdoorlatende of het lichtweerkaatsende gedeelte van deze lichten moet zich op minder dan 0,40 m van het grootste uitsteeksel bevinden.

Overlading

U overtreedt het verkeersreglement als u op de openbare weg een motorvoertuig bestuurt waarvan het geladen gewicht hoger is dan de Maximale Toegelaten Massa of de Maximale Toegelaten Massa van de Sleep. Gevolgen van overladen: proces-verbaal en afladen; in geval van een afwijking van meer dan een bepaald percentage of gewicht: proces-verbaal, afladen en intrekking keuringsbewijs.

Page 15: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

15

11. Uitrusting van een landbouwtrekker

1. Werklichten (niet verplicht): werklichten of projectoren mogen alleen op het veld of op de hoeve worden gebruikt.

2. Ruitenwisser: elke tractor met een voorruit moet van één of meer goed werkende ruitenwissers zijn voorzien. Voertuigen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur moeten over een voorruitontdooiingsinstallatie en een ruitensproeier beschikken zodat de bestuurder altijd een perfect uitzicht heeft.

3. Richtingaanwijzers (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): de richtingaanwijzers van een sleep of een voertuig langer dan 6 meter moeten op de zijkanten zijn geplaatst. Eventueel kan een gecombineerde richtingaanwijzer worden geplaatst. Ze moeten vanaf minstens 150 m zichtbaar zijn. In volle zonlicht zijn ze vanaf minstens 20 m zichtbaar.

4. Stadslichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): de afstand ten opzichte van de zijkant van het voertuig mag maximaal 40 cm bedragen.

Page 16: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

16

5. Koplampen (plaatsing: minimale hoogte 50-120 cm, maximale hoogte 145 cm, wegens constructie van de speciale voertuigen): twee symmetrisch aan de voorzijde aangebrachte koplampen. Ze bevatten elk een dimlicht en een grootlicht. De grootlichten zijn niet verplicht voor de voertuigen voor traag vervoer met een maximumsnelheid lager dan 30 km/uur.

6. Nummerplaat (kentekenplaat) : centraal of links. Het gaat om een reproductie op reflecterende achtergrond (retroflecterende nummerplaat).

7. Achteruitkijkspiegels: een tractor moet voorzien zijn van minstens één achteruitkijkspiegel, die aan de linkerkant van het voertuig zodanig is opgesteld dat de bestuurder vanaf zijn zitplaats de openbare weg achter en links van het voertuig kan gadeslaan en een ander voertuig dat begonnen is links in te halen, kan waarnemen. De aanwezigheid van een goed afgestelde rechterbuitenspiegel is vanzelfsprekend.

8. Zwaailicht: de bestuurders van landbouwtractoren zijn verplicht één of twee oranje-gele zwaailichten te gebruiken (zichtbaar in alle richtingen) tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het zicht beperkt is tot 200 m, op alle openbare wegen. Zwaailichten worden altijd gebruikt op alle openbare wegen met meer dan twee rijstroken. Deze lichten mogen steeds worden gebruikt, in alle verkeersomstandigheden. Op voertuigen breder dan 3 m moeten ze verplicht worden gebruikt.

9. Instrumentenbord: voertuigen voor traag vervoer met een maximumsnelheid van 40 km/uur moeten zijn uitgerust met een snelheidsmeter die de snelheid in kilometer per uur aangeeft en met een teller die de afgelegde afstand in kilometer opgeeft.

Page 17: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

17

1. Werklichten (niet verplicht): deze lichten mogen in geen geval de andere bestuurders hinderen, ze kunnen dus nooit worden gebruikt in het verkeer.

2. Originele nummerplaat: zichtbaar en leesbaar, centraal of links aangebracht, én verlicht door een wit lichtje.

3. Snelheidsplaat 30 km/uur of 40 km/uur: met een lichtweerkaatsende rode rand en aangebracht op het rechterachtervlak.

4. Achterreflectoren (plaatsing: 90 tot 210 cm tot bovenrand reflector): twee rode achterreflectoren van een goedgekeurd type (mogen niet driehoekig zijn). De afstand ten opzichte van de zijkant van het voertuig mag maximaal 40 cm bedragen.

5. Bord ‘traag rijdende voertuigen’: aangebracht in het midden of links. Verplicht op alle voertuigen voor traag vervoer met uitzondering van landbouwvoertuigen.

6. Mistachterlichten (plaatsing: minimale hoogte 25 cm, maximale hoogte 190 cm): als ze gemonteerd zijn, moeten deze lichten bij mist of sneeuwval (zicht minder dan 100 m) en bij felle regen worden gebruikt. Als er maar één mistlicht is aangebracht, moet dat zich bevinden links van

Page 18: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

18

of op de verticale as door de lengteas van het voertuig. De rand van het lichtdoorlatende gedeelte van het mistlicht moet zich bevinden op ten minste 10 cm van de rand van het lichtdoorlatende gedeelte van het stoplicht.

7. Stoplichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): de stoplichten zijn niet verplicht voor voertuigen voor traag vervoer met een maximumsnelheid lager dan 30 km/uur.

8. Rode achterlichten en parkeerlichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): de afstand tot de zijkant van het voertuig is maximaal 40 cm.

9. Richtingaanwijzers (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): rood of oranje.

10. Zijreflectoren (plaatsing: minimale hoogte 35-120 cm, maximale hoogte 145 cm, om constructieredenen): voertuigen die langer dan 6 m zijn, moeten aan elke zijkant ten minste één zijreflector hebben. Voor plaatsing en aantal zie ‘zijaanzicht aanhangwagen’.

11. Omtreklichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte niet bepaald): omtreklichten dienen om de buitenomtrek van het voertuig aan te geven. Ze moeten dan ook zo dicht mogelijk bij de uiterste zijkant worden geplaatst, én zo hoog mogelijk. Ze zijn verplicht voor alle voertuigen bre-der dan 2,50 m.

Page 19: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

19

12. Uitrusting van landbouwaanhangwagens

1. Twee witte reflectoren of twee witte stadslichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 225 cm): de stadslichten moeten naar voren en zijwaarts licht uitstralen. Ze mogen worden vervangen door witte reflectoren. Deze reflectoren staan op maximaal 15 cm van de zijkant.

2. Omtreklichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte niet bepaald): als de aanhangwagen breder is dan 2,50 m, moeten omtreklichten aan de zijkant van de totale breedte worden aangebracht. Die omtreklichten komen zo dicht mogelijk bij de zijkant, zowel aan de voorzijde (witte) als aan de achterzijde (rode).

Page 20: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

20

1. Oranje zijreflectoren (plaatsing: minimale hoogte 35-120 cm, maximale hoogte 145 cm, wegens constructieredenen): aanhangwagens waarvan de totale lengte, dissel inbegrepen, meer dan 3 m bedraagt, moeten aan elke zijkant ten minste één oranje reflector hebben.

2. Tussenafstand zijreflectoren: de afstand tussen het meest vooraan gelegen punt van de aanhangwagen, dissel niet inbegrepen, en de zijreflector mag niet groter zijn dan 3 m. Bovendien mag de afstand tussen het meest naar achteren stekende punt van de aanhangwagen en de zijreflector niet groter zijn dan 1 m. De onderlinge afstand tussen twee zijreflectoren mag niet meer dan 3 m bedragen.

Page 21: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

21

1. Mistachterlicht(en) (plaatsing: minimale hoogte 25 cm, maximale hoogte 120 cm, niet verplicht): als zij gemonteerd zijn, moeten deze lichten bij mist of sneeuwval (zicht minder dan 100 m) en bij felle regen worden gebruikt.

2. Bord ‘traag rijdende voertuigen’ (niet verplicht): het is wel aangeraden het bord achteraan op de landbouwaanhangwagens aan te brengen om het voertuig beter zichtbaar en herkenbaar te maken.

3. Rode achterlichten en parkeerlichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): maximaal 40 cm van de zijkant van het voertuig.

4. Stoplichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): de stoplichten zijn niet verplicht voor de voertuigen voor traag vervoer met een maximumsnelheid lager dan 30 km/uur.

5. Snelheidsplaat 30 km/uur of 40 km/uur: met lichtweerkaatsende rode rand, aangebracht aan de rechterkant van de aanhangwagen.

Page 22: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

22

6. Nummerplaat: leesbare en goed zichtbare reproductie van de originele nummerplaat, centraal of links geplaatst. Deze reproductie moet een reflecterende achtergrond hebben (retroflecterende nummerplaat).

7. Driehoekige reflectoren (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): twee driehoekige goedgekeurde achterreflectoren. Deze reflectoren mogen zich maximaal 40 cm van de zijkant van het voertuig bevinden.

8. Richtingaanwijzers (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm): de afstand tussen de richtingaanwijzers moet minstens 60 cm bedragen.

13. Bijzondere uitrustingen

Gevarendriehoek Elk motorvoertuig, behalve een landbouwmotor, moet voorzien zijn van een gevarendriehoek. Elke zijde van de driehoek is 50 cm lang en 5 cm breed. De buitenzijde is over 2,50 cm reflecterend rood, de binnenzijde over 2,50 cm fluorescerend rood.

Waar moet de gevarendriehoek geplaatst worden? Deze rode reflecterende driehoek moet worden gebruikt om een defect voertuig of een op de openbare weg gevallen lading te signaleren. De gevarendriehoek moet worden geplaatst op ongeveer 30 m afstand van het obstakel en wel zo dat hij voor de naderende bestuurders vanaf ongeveer 50 m zichtbaar is. Binnen de bebouwde kom, waar die afstand niet kan worden nageleefd, mag men de driehoek op een kleinere afstand en zelfs op het voertuig zetten.

Blustoestel Er moet een blustoestel aanwezig zijn in alle auto’s, met uitzondering van onder andere de landbouwmo-tor. Voertuigen voor traag vervoer moeten slechts één blustoestel hebben, voorzien van het merkteken ‘Benor V’. Deze blustoestellen zijn slechts geldig tot de uiterste datum die wordt vermeld op de romp van het toestel. Het toestel moet zijn verzegeld met een metalen draad met loodje. Het blustoestel moet op een steun zijn gemonteerd en zich op een zichtbare en gemakkelijk te bereiken plaats bevinden, zodat het binnen tien seconden kan worden afgenomen. Daarnaast moet het blustoestel een capaciteit bezitten die afhankelijk is van de Maximale Toegelaten Massa (MTM) van de tractor. Onderstaande tabel is daarbij van toepassing.

Page 23: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

23

Verbandkistje Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.) en de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk maken een verbandkistje of -etui tot een verplichte uitrusting zodra er een werknemer of gelijkgestelde met het voertuig rijdt (alleen dienstboden en huispersoneel vallen daar niet onder). De inhoud moet in deze gevallen overeenstemmen met de wettelijke voorschriften.

Voertuigdocumenten In een voertuig moeten allerlei documenten aanwezig zijn die bij een controle kunnen worden opgevraagd. Het is altijd handig een kopie van deze documenten thuis te bewaren. Maak er een gewoonte van om deze documenten jaarlijks na te kijken en eventueel te vervangen. Andere documenten zijn niet verplicht, maar wel aanbevolen.

Verplicht: - het inschrijvingsbewijs van het voertuig; - het verzekeringsbewijs; - alleen voor het Waals Gewest: het betalingsbewijs van de autoradiobelasting; - het keuringsbewijs van het voertuig; - het gelijkvormigheidsattest van het voertuig; - het keuringsbewijs of het regularisatieattest van de aangekoppelde aanhangwagen.

Aanbevolen: • het Europees Aanrijdingsformulier.

Page 24: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

24

14. Besturen van een landbouwvoertuig

Page 25: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

25

WAARVOOR HEB JE RIJBEWIJS G NODIG?

- Het rijbewijs G is van toepassing op alle landbouwvoertuigen.

. landbouw- en bosbouwtrekker;

. hun aanhangwagen;

. voertuigen die ingeschreven zijn als landbouwmaterieel;

. voertuigen die ingeschreven zijn als landbouwmotor;

. voertuigen die ingeschreven zijn als maaimachine.

ANDERE RIJBEWIJZEN: Houders van het rijbewijs B of B+E, mogen vanaf 1 september 2007, voertuigen besturen van categorie G, op voorwaarde dat de massa van deze voertuigen de maximaal toegelaten massa voor categorieën B en B+E niet overschrijdt. (Deze mogelijkheid bestond voordien reeds voor houders van het rijbewijs C en subcategorieën).

- Deze voertuigen worden beschouwd als 'traag vervoer' en kunnen maximaal 40 km/uur rijden (+/- 10%).

Page 26: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

26

VOOR WIE?

1. Geboren voor 1 oktober 1982.

- In dit geval heb je geen rijbewijs nodig om met deze voertuigen te rijden. - Deze vrijstelling wordt niet beperkt in tijd (blijft geldig).

2. Geboren vanaf 1 oktober 1982.

a. Vanaf 16 jaar (tot 18 jaar): . Rijbewijs G verplicht (overgangsperiode tot 31/12/2008)

.. Geen beperking 'hoeve - veld' transport .. Maximale MTM: 20 ton.

b. Vanaf 18 jaar: . Rijbewijs G verplicht (overgangsperiode tot 31/12/2008)

.. Geen beperking 'hoeve - veld' transport .. Maximale MTM: 44 ton.

Page 27: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

27

HOE EEN RIJBEWIJS G BEKOMEN?

THEORETISCH EXAMEN

- Je mag (is niet verplicht) theorielessen volgen in een rijschool (minimaal 6 uur) - Je kan ook studeren via zelfstudie. - Je kan het theoretische examen afleggen vanaf 15 jaar en 9 maanden. - Je kan dit afleggen in een examencentrum naar keuze. - Het theoretisch examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen over:

. de wegcode . technisch reglement voor landbouwvoertuigen

PRAKTISCH EXAMEN

1 . Kandidaten die geen opleiding volgen in een rijschool of landbouwschool:

- Sinds 1 september 2007 zijn kandidaten voor het rijbewijs voor landbouwtractoren (categorie G) niet meer verplicht een praktijkopleiding te volgen in een erkende rijschool of landbouwschool. - Maar voor het praktisch examen kunnen kandidaten die geen praktijkles volgen, enkel oefenen op een privé-terrein. - Op het ogenblik dat een kandidaat voor het rijbewijs categorie G zich aanbiedt voor het afleggen van het praktisch examen, dient hij dus niet een getuigschrift van praktisch onderricht, afgegeven door een rijschool, een door een landbouwschool of een landbouwopleidingscentrum voor te leggen. - De kandidaat moet wel vergezeld zijn van iemand die in het bezit is van het rijbewijs G.

2 . Kandidaten die wel praktijkopleiding volgen:

- De kandidaten die wel een opleiding volgen in een erkende rijschool of landbouwschool, mogen zich tijdens hun opleiding wel op de openbare weg begeven om te oefenen. - Zij genieten tijdens het praktisch examen van dezelfde vrijstelling van rijbewijs, - Wanneer zij zich naar het examencentrum begeven, zijn zij vergezeld van iemand van de rijschool of opleidingsinstelling waar ze scholing volgden.

3 . Het examen

- Je moet minstens 16 jaar geworden zijn om praktijkexamen af te leggen. - Het praktijkexamen moet afgelegd worden in een erkend centrum. - Het praktijkexamen kan afgelegd worden met om het even welk voertuig categorie G, mits het op de achterzijde en op een duidelijk zichtbare plaats uitgerust is met het teken « L ».

Page 28: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

28

Eerste deel van het examen:

. proef op een terrein buiten het verkeer (privé-terrein). . ben je geslaagd voor dit eerste deel, dan blijft dit één jaar geldig.

Proef op een terrein buiten het verkeer

Manoeuvres

1. Voorafgaande controles :

a) verstellen van de zitplaats van de bestuurder voor een juiste zithouding; b) afstellen van de achteruitkijkspiegels; c) zorgen dat de portieren gesloten zijn; d) banden, remmen, stuurinrichting, lichten, reflectoren, richtingaanwijzers en geluidstoestel worden steekproefsgewijze gecontroleerd; e) controle van de stuurinrichting, controle van de staat van de banden, wielmoeren, spatborden, voorruit, ruiten en ruitenwissers, vloeistoffen; controle en gebruik van het dashboard in verband met het rijden; f) de nodige voorzorgsmaatregelen nemen bij het verlaten van het voertuig, zoals op de openbare

weg; g) controle van het koppelmechanisme en de elektrische en remverbindingen;

2. In rechte lijn achteruitrijden.

Page 29: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

29

3. Draaien in achteruit in een garage.

Page 30: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

30

4. Koppelen en loskoppelen van de aanhangwagen : dit manoeuvre moet beginnen met het voertuig en zijn aanhangwagen naast elkaar.

Page 31: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

31

Tweede deel van het examen:

. dit kan je pas doen nadat je voor de eerste proef binnen een jaar geslaagd bent; . tocht van ongeveer 40 minuten op de openbare weg.

De proef op de openbare weg gaat over de volgende punten

1. Wegrijden na een stop in het verkeer, verlaten van een oprit; 2. Rijden op rechte wegen, tegenliggers kruisen, ook bij wegversmallingen; 3. Rijden door bochten; 4. Inhalen en voorbijrijden : inhalen van andere voertuigen, obstakels voorbijrijden, ingehaald worden; 5. Speciale verkeerselementen, waaronder : rotondes, overwegen, tram- of bushaltes, voetgangersoversteekplaatsen, stijgende of dalende weg over een lange afstand; 6. Beheersing van het voertuig : correct gebruik van de achteruitkijkspiegels en de lichten; correct gebruik van de koppeling, versnellingsbak, gaspedaal, reminrichting; 7. Zuinig en milieuvriendelijk rijden, lettend op het motorregime en het schakelen, remmen en versnellen; 8. Goed kijken : rondom kijken, correct gebruik van de achteruitkijkspiegels; dichtbij, verder weg en van kijken; 9. Voorrang en voorrang verlenen op kruispunten en overwegen, bij het veranderen van richting of rijstrook en bij manoeuvres; naderen en oversteken van kruispunten; 10. Juiste positie op de weg, de rijstroken, de rotondes en door bochten, volgens het type en de eigenschappen van het voertuig; voorsorteren; 11. Veilige afstand : voldoende afstand bewaren voor en naast het voertuig; voldoende afstand bewaren ten opzichte van de andere weggebruikers; 12. Snelheidsbeperkingen; 13. Verkeerstekens en instructies van verkeersagenten; 14. Het geven van signalen : nodige signalen geven op de juiste momenten; correct reageren op signalen van andere weggebruikers; 15. Remmen en stoppen : tijdig gas minderen, afremmen of stoppen, waarbij rekening moet worden gehouden met de omstandigheden; anticipatievermogen.

Page 32: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

32

NIEUWSBRIEF BELGISCH INSTITUUT VERKEERSVEILIGHEID - 31 AUGUSTUS 2007

K.B. VAN: 24 AUGUSTUS 2007 - IN WERKING: 1 SEPTEMBER 2007 RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWTRACTOREN

Voor het rijbewijs voor landbouwtractoren (categorie G) zijn vanaf 1 september 2007 kandidaten niet verplicht een opleiding te volgen in een erkende rijschool of landbouwschool. Voor het praktisch examen kunnen kandidaten enkel oefenen op een privé-terrein. Ze genieten tijdens het praktisch van een vrijstelling van rijbewijs, deze geldt niet wanneer ze zich naar het examencentrum begeven. Dan moeten ze vergezeld zijn van iemand in het bezit van het rijbewijs G.

De kandidaten die wel een opleiding volgen in een erkende rijschool mogen zich tijdens hun opleiding op de openbare weg begeven. Zij genieten tijdens het praktisch examen van dezelfde vrijstelling van rijbewijs, wanneer zij zich naar het examencentrum begeven zijn zij vergezeld van iemand van de rijschool of opleidingsinstelling waar ze scholing volgden.

Daarnaast kunnen houders van het rijbewijs B of B+E, ook vanaf 1 september 2007, voertuigen besturen van categorie G, op voorwaarde dat de massa van deze voertuigen de maximaal toegelaten massa voor categorieën B en B+E niet overschrijdt. Deze mogelijkheid bestond voordien reeds voor houders van het rijbewijs C (en subcategorieën).

Page 33: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

33

15. Met uw tractor of landbouwmachine op de openbare weg

Preventief en anticiperend rijgedrag in een notendop

Zelfs als uw voertuig aan alle reglementen en eisen voldoet, blijft het in het huidige verkeer een uitzonderlijk voertuig door zijn lage snelheid, de lengte van de sleep en de breedte van de aangekoppelde werktuigen of machines. Toch moet u geregeld gebruikmaken van de openbare weg. U kunt de risico’s al beperken door aandacht te besteden aan de volgende punten.

1. Geef duidelijk en tijdig de richting aan waarin u gaat afslaan De achteropkomende voertuigen hebben meestal een grotere snelheid en dus ook een grotere remafstand. Laat daarom tijdig weten dat u gaat afslaan. En zorg ervoor dat de richtingaanwijzers altijd goed zichtbaar zijn. Als er een ongeval gebeurt met een voertuig dat links inhaalt, dan krijgt de bestuurder die links afdraait meestal de schuld. Zelfs als hij alle nodige voorzorgsmaatregelen heeft genomen.

2. Sla alleen linksaf wanneer u voldoende tijd hebt Tegenliggers hebben immers voorrang (dus ook bromfietsers, fietsers en voetgangers). Wees dubbel voor-zichtig als er een afzonderlijk fietspad is aan de linkerkant van de weg. Als u op het laatste moment moet stoppen om een fietser door te laten, dan blokkeert u met uw trekker de helft van de weg. Hangt er achter de trekker nog een werktuig, dan is de andere weghelft ook versperd!

3. Rechtsaf slaan Zet de rechterrichtingaanwijzer aan. Om rechts af te slaan mag u eerst naar links of het midden van de rij-baan uitwijken, om gemakkelijker in te slaan. Daarbij laat u alle andere weggebruikers voorgaan. Houd ook rekening met het achteropkomend verkeer. Kijk links en vooral rechts in uw spiegels, kijk ook zo vlug mogelijk naar rechts op het rijvak terwijl het voertuig al lichtjes afdraait. Voer dit manoeuvre traag uit!

4. Gebruik uw spiegels Een goed zicht op de weg achter u is minstens even belangrijk als uw zicht naar voor. Bij het rechts afslaan is het goed oppassen geblazen voor rechts inhalend verkeer. Vooral fietsers en bromfietsers bevinden zich soms onverwacht snel op uw hoogte. Grote spiegels, perfect ingesteld, kunnen dan het verschil maken.

5. Houd bij het oversteken van een weg en bij het kruisen van andere weggebruikers rekening met de snelheid van het andere verkeer Het normale wegverkeer heeft een grotere snelheid. Omdat de tractor een voertuig is voor traag vervoer, heeft hij ook meer tijd nodig dan een personenwagen om bijvoorbeeld de weg over te steken.

6. Denk aan de lengte van uw combinatie Voer bij het oversteken van een weg uw manoeuvre in één keer uit!

Page 34: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

34

7. Zorg dat u tijdig wordt gezien Gebruik uw zwaailicht. Reinig uw lichten en reflectoren vóór u op de openbare weg komt en herstel defec-te lichten onmiddellijk. Heel wat kop-staartbotsingen gebeuren doordat de bestuurder van een achterlig-gend voertuig te laat opmerkt dat het voertuig voor hem traag rijdt. De ongelijke snelheid verrast de ver-strooide chauffeur, met als gevolg een plots uitwijken, plots remmen en een ongeval.

8. Blijf zoveel mogelijk rechts op de rijbaan Let evenwel op mogelijke obstakels zoals bomen, paaltjes, enz. Let op fietsers en houd rekening met hun snelheid bij het inhalen.

9. Neem de tijd om het grootste vuil van uw ruiten en spiegels te verwijderen Een goed zicht is de eerste vereiste om veilig te rijden. Het is handig om een natte spons en zeemvel in een plastic zak mee te hebben. Zo kunt u steeds spiegels, ruiten, reflectoren en lichten schoonmaken.

10. Verwijder de grootste modderresten van uw wielen en uw machine vóór u de weg opgaat Enkele minuten werk kunnen modder op de weg en een eventueel dodelijke slippartij vermijden.

11. Pas uw snelheid aan aan de staat van de weg, de weersomstandigheden, de totale lading van uw sleep Hoe hoger uw snelheid, hoe langer de remafstand. Totale remafstand voor een voertuig met sleep dat met 40 km/uur over natte straatstenen rijdt en plots remt = 50 m!

Opvallend beter…

Afslaan

Links afslaan is een van de meest voorkomende ongevalsoorzaken in het landbouwverkeer.

Geef tijdig en duidelijk richting aan

Als u linksaf wilt, is dat meestal op plaatsen waar andere weggebruikers dat niet verwachten. Dus niet op die overzichtelijke kruising met verkeerslichten, maar wel op een smalle inrit naar het erf of een perceel. Het achteropkomende verkeer heeft meestal een veel hogere snelheid dan uw trekker en dat vergt een lange remafstand. ‘Knipperen op het nippertje’ betekent dat een achteropkomende auto hard zal moeten remmen of nog op het laatste moment probeert te passeren.

Page 35: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

35

Geef dus tijdig richting aan en ga, indien mogelijk, ruim van te voren tegen de as van de weg rijden en rem rustig. Zorg er vooral voor dat men de richtingaanwijzer en de remlichten van de trekker goed kan zien. Controleer daarom regelmatig de werking ervan en houd ze vrij van modder en roest. Zorg ook dat er geen hooi, stro, loof of andere obstakels vóór bungelen. En dit alles geldt ook voor de lichten van een aangekoppeld werktuig of een aanhangwagen. Verzeker u ervan dat die lichten mééwerken. Breng zonodig een speciale verlichtingsbalk aan.

Tegenliggers gaan vóór

Bij het links afslaan heeft het tegemoetkomende verkeer voorrang. Dus ook bromfietsers, fietsers en zelfs voetgangers. Geef ze de ruimte. Bedenk ook dat tegemoetkomende auto’s veel sneller bij u zijn dan u denkt. Ook bij het rechts afslaan dient u rechtdoorgaand verkeer voorrang te verlenen. Wees daarom extra alert op fietsers en bromfietsers die zich naast u op de weg of het fietspad bevinden. Is er een afzonderlijk fietspad aan de linkerkant, wees dan dubbel voorzichtig. Als u op het laatste moment moet stoppen om bijvoorbeeld een brommer doorgang te verlenen, dan blokkeert u met de trekker de helft van de weg. En als er achter de trekker nog een werktuig of wagen hangt, dan is de andere weghelft ook versperd.

Sla alleen linksaf als u zeker weet dat er tijd genoeg voor is!

Goed zicht

Een goed overzicht over de weg achter u is zeker zo belangrijk als uw uitzicht naar voren. Zorg er dus altijd voor dat uw spiegels schoon zijn en ver genoeg uitsteken om langs het aangekoppelde werktuig of de lading te kunnen kijken. En gebruik ze!

Rijd altijd met ‘een half oog’ op de spiegels gericht

Spiegels

Motorrijtuigen met beperkte snelheid en landbouwtrekkers moeten zijn voorzien van een linkerbuitenspiegel. De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd en het spiegelglas mag geen verschijnselen van breuk vertonen en mag niet in ernstige mate zijn verweerd. In sommige gevallen is bij motorrijtuigen met beperkte snelheid en landbouwtrekkers een rechterbuitenspiegel vereist. Als het gezichtsveld beperkt wordt door lading aan de achterzijde of een door het voertuig voortbewogen aanhangwagen, met inbegrip van de lading, moet het voertuig niet alleen een linker- maar ook een rechterbuitenspiegel hebben.

Page 36: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

36

Hoe denkt de rechter erover?

Het is wellicht interessant om te weten hoe een rechter oordeelt als er een ongeluk gebeurd is als de spiegels niet goed functioneren of zelfs ontbreken. Een trekker met aanhangwagen slaat linksaf, terwijl hij wordt ingehaald door een veel te hard rijdende auto. De bestuurder van de trekker had onvoldoende zicht naar achter omdat de aanhangwagen te breed was en/of de spiegels slecht waren afgesteld. De rechtbank vond dit zo zwaar wegen dat de bestuurder van de trekker voor 75 procent aansprakelijk werd geacht voor de schade. De rechter overwoog daarbij dat de aanrijding voorkomen had kunnen worden als de bestuurder gebruik had kunnen maken van zijn spiegels. U ziet dat er zwaar aan wordt getild. De schade bedroeg ca. € 25.000,–.

Gezien worden

Licht is van levensbelang

Omdat u zich met een landbouwvoertuig langzamer over de weg voortbeweegt dan het overige verkeer, moet men u vooral goed kunnen zien. Zeker in het najaar en in de winter, als het vroeg donker is, is goede verlichting een eerste vereiste. Bij deelname aan het verkeer moet u wel de witte werklichten uitzetten.

Zorg voor goed licht

Dat wil zeggen, controleer regelmatig of alle lichtpunten werken én of ze zichtbaar zijn. Maak bemodderde lichten schoon voordat u op pad gaat. Vervang geroeste reflectoren tijdig. En let op of uw lading het zicht op uw lichten niet belemmert. Heeft het aangekoppelde werktuig onvoldoende - of zelfs helemaal geen - licht, bevestig dan een aparte verlichtingsbalk aan de achterzijde. En controleer de werking daarvan! ‘Zien en gezien worden’. Als u zorgt dat u voldoende opvalt, dan is ‘de ander’ beter op zijn hoede. Zorg dat u goed zichtbaar parkeert.

Page 37: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

37

Goed licht is verplicht

Goede verlichting is niet alleen bij duisternis van belang. Juist als het schemert, bij mist of zware regenval is goed licht onmisbaar. Het kost bijna niets om, al is het overdag, met licht op te rijden. En u kunt er veel ellende mee voorkomen. Zorg er daarom voor, dat uw verlichting piekfijn in orde is. Dus: koplampen goed afgesteld en schoon, achterlichten helder en compleet. Vervang kapotte gloeilampen onmiddellijk en blijf niet rondrijden met defecte - of zelfs geheel verdwenen- rode lichtkapjes. Niets is zo verwarrend en gevaarlijk als een voertuig met een wit achterlicht! Let ook op reflectoren aan uitstekende delen.

Hoe denkt de rechter erover?

Ook op het gebied van verlichting hebben de rechters al dikwijls een uitspraak gedaan. We constateren enerzijds dat de rechter in voorkomende gevallen best begrip heeft voor de specifieke situatie van de boer. Anderzijds verwacht de rechter wel dat diezelfde boer zich bewust is van de aparte risico’s van het landbouwvoertuig in het verkeer. Het voeren van de juiste verlichting, aanwezigheid van reflectoren, een zwaailicht, het schoonmaken van (vooral) de achterlichten, het markeren van uitstekende delen zijn voorbeelden van maatregelen die geëist mogen worden. Zo liet de rechter in een bepaalde zaak sterk meespelen dat de boer de aanhangwagens niet van zijreflectoren had voorzien. Dit was van belang omdat de zwaar beladen combinatie veel tijd nodig had om van een uitrit de provinciale weg op te draaien. Reflectoren hadden het verkeer wat op die weg naderde kunnen waarschuwen. In een andere zaak oordeelde de rechter dat de trekkerbestuurder erop bedacht had moeten zijn dat de dicht bij elkaar staande koplampen van zijn trekker de aandacht van de tegenliggers zouden afleiden van de veel bredere aangekoppelde machine. Anderzijds verweet de rechter een automobilist dat hij met onverminderde snelheid doorreed toen hij een trekker met zwaailicht naderde.

Page 38: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

38

Uitstekende delen

Landbouwvoertuigen beschikken meestal óók over afwijkende afmetingen, zowel in de lengte als in de breedte. Vooral die breedte brengt extra problemen met zich mee. Als u zich met een zaaimachine, een frees of een soortgelijk werktuig op de weg begeeft, haalt u al gauw de dubbele breedte van een personenauto. Zeker op de vaak wat krap bemeten plattelandswegen vraagt zo’n ruim bemeten combinatie nogal wat aandacht van de bestuurder.

Minder ongevallen door op te vallen

Als u de weg opgaat met een breed werktuig achter de trekker, dan is het om te beginnen belangrijk dat die combinatie opvalt. Zorg ervoor dat het overige verkeer tijdig ziet dat daar ‘iets

bijzonders’ rijdt. Dat kunt u doen door uw zwaailicht te gebruiken, maar ook door een speciaal markeringsbord. En bij duisternis of schemering natuurlijk door een goede verlichting; eventueel met behulp van een aparte verlichtingsbalk. Dus ons advies is: Zorg dat u tijdig gezien wordt!

Lading

Het voertuigreglement verstaat onder lading: alle personen, dieren, goederen en lastdragers. Ook verstaan we onder lading van het voertuig los te nemen laad- en losinrichtingen (zonder gebruik van gereedschap) en voertuiguitrustingen. Tevens heeft een arrest uitgewezen dat ‘alles wat in de hefinrichting hangt’ onder de definitie van lading valt.

Neem de ruimte

Omdat een breed werktuig achter de trekker zowel naar links als naar rechts uitsteekt, zult u -letterlijk- voor de gulden middenweg moeten kiezen. Natuurlijk houdt u zoveel mogelijk rechts, maar blijf wel attent op obstakels. Bomen, paaltjes e.d. waar u normaal gemakkelijk langs kunt, moet u bewust ontwijken. Denk vooral ook aan fietsers die u passeert. Moet u ver naar rechts, bijvoorbeeld vanwege een tegenligger, kijk dan goed of er voldoende ruimte aan die rechterkant is. Zo niet, stop dan even waar het nog kan. En bedenk dan maar: liever drie minuten later thuis, dan een fietser in het ziekenhuis!

Page 39: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

39

Scherp uitstekende delen

Landbouwvoertuigen mogen geen scherpe delen hebben die een gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers kunnen opleveren. Op-/inklapbare delen tijdens rit op openbare weg altijd inklappen en vergrendelen. Uitstekende delen die in geval van een botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten, moeten zijn afgeschermd. Deze eisen gelden niet voor voertuigdelen die zich minstens 2.00m boven het wegdek bevinden. Aan de buitenzijde van de voertuigen mogen geen delen zodanig zijn bevestigd, beschadigd, versleten of door corrosie aangetast, dat er gevaar is voor losraken. Landbouwvoertuigen moeten dus goed worden onderhouden.

Hoe denkt de rechter erover?

Uit de vele uitspraken op dit gebied valt af te leiden dat de rechter er zwaar aan tilt wanneer de lading, en dan met name de uitstekende delen, niet aan de eisen voldoet. Zo vond de rechtbank de trekkerbestuurder volledig aansprakelijk voor een schade die ontstond door een botsing met een bromfietser, terwijl achter de trekker een werktuig werd vervoerd waarvan de zijkanten uit gelaste puntvormige ijzeren staven bestonden.

Extra belastend vond de rechter het feit dat het werktuig geen aparte verlichting voerde of anderszins bebakend was, terwijl ook geen zwaailicht werd gevoerd (het ongeval vond plaats bij duisternis). In een soortgelijke zaak die overdag plaatsvond en waarbij de bromfietser midden op de weg reed, vond de rechter de trekkerbestuurder voor 75 procent aansprakelijk. De schade bedroeg € 180.000,-.

Page 40: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

40

Oversteken

Hebt u er weleens bij stilgestaan hoe vaak u met uw trekkercombinatie een drukke weg oversteekt? Naast links afslaan behoort ook oversteken tot de situaties waarbij veel ongevallen gebeuren. Dat is heel verklaarbaar. Samen met de aanhanger - en soms zelfs twee aanhangers - is uw combinatie al gauw een stuk langer dan de weg breed is. Bovendien behoort u tot de langzame verkeersdeelnemers, zeker als de aanhangwagens ook nog eens zwaar beladen zijn.

Voldoende afstand

De belangrijkste regel bij het oversteken is dan ook: Rijd pas de weg op als deze over voldoende afstand vrij is. Bedenk steeds dat auto’s veel sneller bij u zijn dan u denkt, terwijl u zelf veel meer tijd nodig hebt dan u op het eerste gezicht misschien verwacht. Twijfelt u of u het haalt, neem dan geen risico. Beter onnodig gewacht dan onzeker opgetrokken!

Denk aan de lengte van uw combinatie!

Bij het oversteken let u natuurlijk goed op. Komt er geen verkeer van links, dan hebt u misschien de neiging om alvast op te rijden naar het midden van de kruising. Maar als u daar moet wachten op verkeer van rechts, dan sluit uw combinatie wel de andere weghelft af. Bij een lange, rechte weg is dat misschien nog acceptabel, maar met een bocht in de buurt allerminst. Om nog maar te zwijgen over het gevaar van deze stilstand bij duisternis, schemering of slecht weer. Een andere vuistregel bij het oversteken luidt dan ook: Houd rekening met de totale lengte en breedte van uw combinatie en steek in een keer over.

Page 41: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

41

Goed zicht

Glashelder is wel zo veilig

Niet zelden zijn voor- en zijruiten, na de werkzaamheden op het land, bevuild met modder, gehakselde maïs of drijfmest. Dat geldt ook voor de spiegels. Dit belemmert het zicht voor de bestuurder aanzienlijk. De combinatie van vuile ruiten en spiegels met mist of duisternis is helemaal gevaarlijk. Neem daarom altijd even de moeite om het ergste vuil van de ruiten en spiegels te verwijderen. Maak dan ook meteen een rondje langs de verlichting. Een natte spons in een plastic zak is daarbij een eenvoudig hulpmiddel. Menig ongeval kan op deze simpele wijze worden voorkomen.

Gehinderd door lading

De bestuurder mag bij het besturen van het voertuig niet door passagiers (bijvoorbeeld kinderen die meerijden), lading of op andere wijze worden gehinderd. Denk daarbij maar eens aan besmeurde- en/of beslagen ramen of een frees/spitmachine vol aarde. Voertuigen moeten zodanig zijn beladen dat de bestuurder voldoende uitzicht naar voren en opzij heeft en met de voorgeschreven spiegels voldoende uitzicht heeft op het naast en achter hem gelegen weggedeelte.

Modder op de weg - Let op uw sporen

De oogsttijd betekent niet alleen een periode van hard werken voor de landbouwers. Het is ook een periode van toegenomen verkeersonveiligheid op de wegen van en naar de landbouwbedrijven en velden.

Vooral als de oogst via de openbare weg wordt vervoerd en het weer slechter wordt, treedt er een bekend probleem op: modder op de weg! De plotseling spiegelgladde wegen te wijten aan modder, veroorzaken jaarlijks verkeersongevallen, waarvan sommige met ernstige afloop. Het is dus van het grootste belang dat de modder zo grondig en zo snel mogelijk van de weg wordt verwijderd.

Page 42: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

42

Natuurlijk is het tijdens het vervoer van de oogst onvermijdelijk dat modder en aardappelen, bieten, maïs etc. op de weg belanden. Daarom is het belangrijk dat zowel de landbouwers en de loonwerkers die de oogstwerken uitvoeren als de andere weggebruikers die de bevuilde wegen gebruiken, hun voorzorgen nemen.

Wat zegt het verkeersreglement?

A: Art. 7.3: “Het is verboden het verkeer te hinderen of onveilig te maken door voorwerpen, zwerfvuil of stoffen op de openbare weg te werpen, te plaatsen, achter te laten of te laten vallen, (…).” “Door te overwegen (…) dat de staat van de rijbaan een niet te voorziene hindernis vormde voor een autobestuurder omwille van de modder die erop lag en stoffen die van de boerderij kwamen waardoor ze “bijzonder glad” was, hebben de rechters in beroep hun besluit regelmatig gestaafd volgens hetwelk de uitbaters van de boerderij (…) volledig aansprakelijk moeten worden gesteld voor het ongeval (Cass 02.11.94, De Verz 1995 p. 285).”

B: Art. 10.1.1°: “Elke bestuurder moet zijn snelheid regelen zoals vereist wegens de aanwezigheid van andere weggebruikers, in ’t bijzonder de meest kwetsbaren, de weersomstandigheden, de plaatsgesteldheid, haar belemmering, de verkeersdichtheid, het zicht, de staat van de weg, de staat en de lading van zijn voertuig; zijn snelheid mag geen oorzaak zijn van ongevallen, noch het verkeer hinderen.” “De bestuurder die zijn snelheid niet heeft aangepast aan de vettige staat van de weg (bedekt met een dunne laag modder en bietenafval) moet 1/4 van de verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van een ongeval met een voertuig dat zijn parkeerplaats verlaat (MONS 07.03.91, Verkeersr nr 92/140).”

C: Art. 78.1.2: “De verkeerstekens moeten weggenomen worden door diegene die de werken uitvoert zodra deze beëindigd zijn.”

D: Art. 78.2: “De verkeersbelemmeringen moeten worden gesignaleerd: hetzij door de overheid die het beheer van de openbare weg heeft, wanneer het een belemmering betreft die niet te wijten is aan de daad van een derde, hetzij door hem die de belemmering in het leven geroepen heeft. (…)” “De landbouwer die het terrein uitbaat vanwaar de modder afkomstig is (…) draagt 4/5 van de aansprakelijkheid voor het ongeval overkomen aan een voertuig dat slipt op die modder, die over de gehele rijbaan verspreid lag. De gemeente draagt 1/5 van de aansprakelijkheid voor dit ongeval, aangezien zij de abnormale aanwezigheid van modder kon en moest vaststellen en er over moest waken dat de landbouwer onmiddellijk de nodige maatregelen nam om de rijbaan te reinigen, en de nodige signalisatie aan te brengen (…)” (Bergen, 19 december 1995, Verkeersrecht 1996, nr. 96/79, blz. 180.).”

Tips voor de landbouwer, loonwerker, transporteur:

• Waarschuwen:

Indien er slipgevaar is, moet u het verkeer hierop attent maken. Dit kan door de borden te gebruiken die speciaal voor de actie “Modder op de weg” werden ontworpen. Gaat het om een drukke weg of een ernstige bevuiling, verwittig dan de politie. Zij zullen het gevaar signaleren en het verkeer eventueel

Page 43: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

43

omleiden. Let wel, dit ontslaat u niet van uw plicht tot reinigen van het wegdek en van uw aansprakelijkheid bij een eventueel ongeval! Het is tevens zeer belangrijk dat de waarschuwingsborden worden weggehaald zodra de weg is schoongemaakt. Anders dreigt het effect ervan snel verloren te gaan.

• Reinigen:

Een bevuild wegdek moet zo snel mogelijk worden schoongemaakt. Soms is het daarbij nodig om de weg schoon te spuiten. Voor uw veiligheid is het aangewezen om een veiligheidsvest met retro-reflecterende delen te dragen tijdens het schoonmaken van het wegdek, zeker bij donker en slecht weer. Worden de werken in West-Vlaanderen of Vlaams-Brabant uitgevoerd? Vergeet dan niet de oogsten te melden via de contactgegevens die u in de spelregels bij de bordenset vindt. Deze bekendmaking geeft landbouwers en loonwerkers het recht om de speciale borden tijdens de oogstwerkzaamheden te plaatsen. Tegelijk wordt de politie zo alvast van eventueel slipgevaar op de hoogte gebracht.

Tips voor de andere weggebruikers:

• In september, oktober en november rijden er meer landbouwvoertuigen op de openbare weg dan anders. Breng begrip op voor de landbouwers die hun oogst moeten binnenhalen en hou rekening met het extra verkeer dat hierdoor ontstaat. Een beetje hoffelijkheid kan wonderen doen. • Wees voorbereid op eventueel bevuilde wegen in gebiedenmet veel landbouwbedrijven en/of velden. Pas uw snelheid aan! • Kijk uit voor landbouwers die zich op de rijweg kunnen bevinden om deze schoon te maken. Matig uw snelheid bij het voorbijrijden van de werkzaamheden.

• Sla waarschuwingen betreffende slipgevaar niet in de wind, maar pas uw rijstijl aan.

U bent aansprakelijk

Het is niet alleen een kwestie van verantwoordelijkheid richting de overige weggebruikers, het is ook een wettelijke verplichting om de weg schoon te houden. De wet stelt u als vervuiler van de weg (de modder komt van uw landbouwvoertuig) aansprakelijk wanneer er een ongeval ontstaat door de modder op de weg. Het plaatsten van waarschuwingsborden ontheft u niet van uw verantwoordelijkheid om de weg schoon en veilig te houden.

Page 44: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

44

Kinderen op het erf - Veiligheid op en rondom het erf

Kinderen spelen graag buiten. Het erf rondom het bedrijf is voor de meeste kinderen een ideale speelplaats. Echter, kinderen zijn zich vaak niet bewust van de gevaren die het spelen met zich meebrengt. Daar ligt voor u de verantwoordelijkheid. Relan Arbo geeft u tips om de veiligheid van uw en andere kinderen te waarborgen.

De ligging van gebouwen op het erf kan gevaarlijke verkeerssituaties veroorzaken. Een bolle spiegel bij een onoverzichtelijk hoekpunt is een eenvoudige oplossing.

Voorzie kinderfietsen en driewielers van een oranje signaalvlag.

Een achteruitrij-alarm op de trekkercombinatie voorkomt dat uw kinderen verrast worden door een plotseling achteruitrijdende trekker.

Als u de trekker of andere voertuigen niet gebruikt of u stapt even uit, haal dan de sleutel uit het contact.

Maak er een gewoonte van de trekker op de handrem te zetten, óók als u even uitstapt.

Veel kinderen rijden graag mee op de trekker. Toch is het verstandig om dit niet toe te staan. Ieder jaar opnieuw vallen er kinderen van de trekker af die onder de zware wielen van de trekker of aanhangwagen komen.

Laat jongeren (16- en 17-jarigen) niet zonder trekkerrijbewijs

op de trekker rijden. Als zij het voertuig niet onder controle hebben, kan dit levensgevaarlijke situaties opleveren, zowel voor uw kind als ook voor anderen.

Geef kinderen een opvallend veiligheidsvest ter verhoging van de zichtbaarheid.

Praat met uw kinderen over de gevaren op het erf.

Page 45: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

45

16. Begrippenlijst

In deze brochure gebruiken we regelmatig allerlei technische begrippen. Enkele daarvan worden hieronder verklaard. De definities zijn ook terug te vinden in het verkeersreglement (straatcode en technisch regle-ment).

Eigen massa = leeggewicht = tarra De eigen massa is het gewicht van het voertuig - inclusief uitrusting, toebehoren, brandstof, water en smeerolie - maar zonder de vervoerde personen of goederen.

Laadvermogen Het Iaadvermogen is de op het voertuig toegestane lading. Het is afhankelijk van de ‘Maximale Toegelaten Massa’, de eigen massa op de grond onder elk van de assen of, voor sommige aanhangwagens, op het steunpunt, en eventueel van de minimale massa op de grond onder de vooras.

Landbouw- of bosbouwtrekker Een landbouw- of bosbouwtrekker is elk motorvoertuig op wielen of rupsbanden, met ten minste twee assen, dat voornamelijk bestemd is voor tractiedoeleinden. Hij is vooral ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde werktuigen, machines of aanhangwagens in de land- of bosbouw. De trekker mag ingericht zijn voor het vervoer van een lading en van bijrijders. De nominale maximumsnelheid van deze voertuigen wordt door de constructie bepaald en ligt tussen 6 en 30 km/uur. Voor trekkers rijdend op luchtbanden en met twee assen wordt de maximale nominale snelheid bepaald door de datum van de eerste inschrijving: • vóór 1 juli 1995:

- 25 + 5 km/uur; - 30 + 3 km/uur met een aanvraag voor goedkeuring na 31 december 1984;

• vanaf 1 juli 1995: 40 + 4 km/uur.

Landbouwmotor Een landbouwmotor wordt ook motorploeg of gemeenzaam ‘motoculteur’ genoemd. Een landbouwmotor bezit slechts één as. Hij wordt bestuurd door middel van armen door iemand die achter de landbouwmotor loopt of op de aanhangwagen of het landbouwwerktuig zelf zit.

Landbouwaanhangwagen Een aanhangwagen is elk voertuig dat door een ander voertuig wordt voortgetrokken. Een landbouwaan-hangwagen is elke aanhangwagen die uitsluitend door een landbouwtractor wordt voortgetrokken.

Landbouwmaterieel Met landbouwmaterieel en tuinbouwmaterieel wordt het zelfbewegend materieel bedoeld dat gebruikt wordt voor de landbouw, met uitzondering van landbouwtrekkers, landbouwmotoren en maaimachines. Wegens hun constructie of definitieve verbouwing, zijn ze voornamelijk bestemd tot werktuig.

Page 46: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

46

Voorbeelden zijn: • spuitmachines, machines voor mechanische onkruidbestrijding, enz.; • maaimachines zoals maaidorsers, zwadmaaiers, bietenrooiers, enz. Het laadvermogen is gelijk aan nul ten opzichte van zijn eigen massa.

Ook in de tuinbouw wordt gebruikgemaakt van bedrijfsmaterieel. Dit beperkt zich meestal tot de vol-legrondsector. De gebruikte machines, zoals trekkers, spuitmachines, aanhangwagens en getrokken machi-nes moeten op de openbare weg voldoen aan dezelfde eisen als machines die onder de noemer ‘landbouw’ vallen.

Voertuig Een voertuig is elk middel van vervoer te land, alsmede alle verrijdbaar landbouw- of bedrijfsmaterieel.

Massa in Beladen Toestand De ‘Massa in Beladen Toestand’ is het geheel van de eigen massa van het voertuig en van de massa van zijn lading, van de bestuurder en van elke andere vervoerde persoon.

Maximale Toegelaten Massa (MTM) De Maximale Toegelaten Massa (MTM) is het hoogste gewicht dat een voertuig in beladen toestand mag hebben. Het is dus de optelsom van het eigen gewicht van het voertuig en van zijn maximale laadvermogen. De MTM van een voertuig vindt men terug op het identificatieplaatje of op het keuringsbewijs. De MTM van een sleep verkrijgt men door de eigen massa van de tractor te vermeerderen met de MTM van de getrokken aanhangwagen(s). Deze MTM van de sleep (MTMS) staat vermeld op het bewijs van technische keuring van het trekkende voertuig en mag alleen bij uitzondering worden overschreden, om een defect voertuig te slepen.

Maximale Toegelaten Sleepbare Massa (MTSM) De term ‘Maximale Toegelaten Sleepbare Massa’ (MTSM) duidt op de maximale massa (van een aanhangwagen) die technisch door een motorvoertuig mag worden getrokken. Deze MTSM wordt door de constructeur vastgesteld en vindt men in het proces-verbaal van goedkeuring (PVG). De MTSM is dus niet hetzelfde als de MTM van de aanhangwagen. De bepaling van de Maximale Toegelaten Sleepbare Massa van een motorvoertuig, al of niet een specifieke trekker, bestemd om een aanhangwagen te trekken, gebeurt als volgt: De Maximale Toegelaten Sleepbare Massa wordt op het ogenblik van de inschrijving of de indienststelling van een motorvoertuig vastgesteld als de laagste van de volgende waarden:

voor alle voertuigen: de technisch toelaatbare sleepbare massa, die afhankelijk is van de constructie en de prestaties van het voertuig en/of de capaciteit van de koppelinrichting;

voor voertuigen die uitsluitend bestemd zijn om aanhangwagens zonder bedrijfsrem te slepen: de helft van de massa van het voertuig in rijklare toestand, met een maximum van 0,75 ton;

voor voertuigen waarvan de maximale massa 3,50 ton niet overschrijdt en die uitsluitend bestemd zijn voor het slepen van aanhangwagens met een bedrijfsrem: de maximale toegelaten massa van het voertuig of, voor terreinvoertuigen, anderhalve maal deze massa, met een maximum van 3,50 ton;

Page 47: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

47

voor voertuigen met een maximale massa van meer dan 3,50 ton die uitsluitend bestemd zijn voor het slepen van aanhangwagens met een oploopreminrichting: 3,50 ton;

voor voertuigen die bestemd zijn voor het slepen van aanhangwagens met een continureminrichting:

anderhalve maal de maximale toegelaten massa van het voertuig. Een lagere dan de aldus bepaalde massa kan worden aanvaard op verzoek van de fabrikant.

Sleep Een sleep is elke groep van voertuigen die aan elkaar zijn gekoppeld met het doel door een en dezelfde kracht te worden voortbewogen.

Traject hoeve-veld-hoeve Het traject hoeve-veld-hoeve moet strikt geïnterpreteerd worden! Het is het traject van de eigen hoeve naar het eigen veld. Het eigen veld is het veld dat wordt gebruikt voor de eigen landbouwexploitatie. De gronden die voor de eigen exploitatie worden gebruikt, kunnen in eigendom, in huur of in pacht zijn. Alle andere situaties (bv. naar veiling, naar hoeve of veld van een andere landbouwer) vallen daar niet onder.

Voertuigen van speciale constructie Een voertuig van speciale constructie is elk vervoermiddel dat, vanwege zijn constructie of definitieve ver-bouwing, voornamelijk bestemd is om als werktuig gebezigd te worden, met een laadvermogen dat bijna nul bedraagt t.o.v. zijn eigen massa. Deze categorie omvat landbouwvoertuigen en bedrijfsvoertuigen en is onderverdeeld in twee snelheidscategorieën:

een categorie beneden 30 km/uur nominaal;

een categorie boven 30 km/uur nominaal. Voorbeelden van voertuigen van speciale constructie zijn met name: het zelfrijdend bedrijfsmaterieel, het zelfrijdend landbouwmaterieel, de maaimachines en de werktuigaanhangwagens. Landbouw- en bosbouw-trekkers en landbouwmotors vallen er dus niet onder.

Voertuigen voor traag vervoer Als voertuig voor traag vervoer wordt beschouwd:

elk voertuig dat door zijn bouw en doel een nominale maximumsnelheid van ten hoogste 40 km/uur kan bereiken. Elke verbouwing die tot gevolg heeft dat deze maximumsnelheid kan worden overschreden, ontneemt aan een dergelijk voertuig zijn hoedanigheid van voertuig voor traag vervoer. Dit betekent onder andere dat de vrijstelling voor periodieke keuring vervalt, en dat voor de minimale leeftijd van de bestuurder en het rijbewijs dezelfde regels gelden als voor het vrachtvervoer;

elke landbouw- of bosbouwtrekker;

elke aanhangwagen die uitsluitend wordt getrokken door de in de vorige twee punten genoemde voertuigen. Deze voertuigen moeten zijn voorzien van de snelheidsplaat ‘30 km’. Voertuigen en aanhangwagens voor het vervoer van zaken met een massa van meer dan 3 500 kg moeten zijn voorzien van het bord ‘traag rijdende voertuigen’ (de oranje-, roodomrande driehoek). Landbouwvoertuigen moeten niet zijn uitgerust met dit bord, maar met het oog op de veiligheid wordt dat wel ten stelligste aanbevolen.

Page 48: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

48

17. Afvinklijst: Is mijn bedrijfsmaterieel veilig en in orde?

Page 49: Voertuigen in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg? · LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008 Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305

LANDBOUWVERKEER…OPVALLEND BETER IN 2008 1 januari 2008

Raymond Collings – Verkeercoördinator Info: telnr 089/519305 – e-mail [email protected]

49

18. Nuttige websites

www.mobilit.fgov.be

www.fedpol.be

www.wegcode.be

19. Overzicht relevante wetgeving

1. Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, Belgisch Staatsblad, 28 maart 1968.

2. Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Belgisch Staatsblad, 27 maart 1968.

3. Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, Belgisch Staatsblad, 9 december 1975.

4. Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, Belgisch Staatsblad, 30 april 1998. 5. Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, Belgisch Staatsblad, 8

augustus 2001