ABV Prestatie 1

In gesprek met de leerling

Tim van DalenApril 2011Hogeschool van AmsterdamDocent A. Idrissi Azami

Tim van Dalen

Inleiding..................................................................................................................................................3

Voorgeschiedenis...................................................................................................................................3

Doel van het gesprek..............................................................................................................................3

Youtube link van de video......................................................................................................................4

Ruimte verdeling....................................................................................................................................4

Interventies............................................................................................................................................4

Egoposities.............................................................................................................................................6

Gespreksniveaus....................................................................................................................................6

Cruciaal moment....................................................................................................................................7

Reflectie.................................................................................................................................................8

Het gesprek uitgeschreven.....................................................................................................................9

Literatuur en verantwoording..............................................................................................................15

2 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Inleiding

Het voeren van een gesprek met een leerling is een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de huidige docent/begeleider. Leerlingen brengen allerhande problemen met zich mee, en als docent/begeleider ben je vaak een aanspreekpunt. Om dit soort (niet altijd makkelijke) gesprekken goed te kunnen laten verlopen, is het goed om bewust te zijn van dat er bepaalde gespreksvaardigheden zijn die kunnen worden ingezet. Deze gespreksvaardigheden staan beschreven in het boekje “In Gesprek met de Leerling” van André Konig (Konig, 1995). In deze prestatie ga ik daarom een gesprek dat ik met een leerling had analyseren en bespreken om zodoende meer te weten te komen over verschillende gespreksvaardigheden. Het betreft in dit gesprek geen leerling van mijn stageschool, omdat ik stageloop op een school voor volwassenenonderwijs. Echter, in het bakkersbedrijf waar ik werkzaam ben hebben wij enkele stagiaires van het ROC van Amsterdam, en ik ben in dit bedrijf de stagebegeleider. Omdat er zich een mooi gesprek voordeed, heb ik dus hiervoor gekozen.

Voorgeschiedenis

De stagiair kwam een week voor dit gesprek plaatsvond bij mij omdat hij een probleem had. Hij had examen moeten doen en door een fout van de school had dit niet door kunnen gaan. Om dit filmpje in het juiste perspectief te kunnen plaatsen licht ik hier het een en ander toe.

Leerlingen van alle MBO bakkersscholen in Nederland moeten hun examens doen in het landelijk examencentrum te Wageningen (NBC, Nederlands Bakkerij Centrum). Doel van dit examencentrum is alle leerlingen op een gelijkwaardige manier onder dezelfde omstandigheden een examen te laten afleggen, om zo een bepaald niveau te waarborgen. Tot voor kort maakte school een afspraak voor de leerling, toog de leerling naar Wageningen en kreeg daar zijn examen voorgeschoteld dat hij moest gaan afleggen. Sinds de invoering van het competentie gericht onderwijs ligt dit iets anders: de leerling moet nu zelf vooraf bedenken wat voor producten hij wil gaan maken tijdens zijn examen en moet doormiddel van een zogenaamde examentool zijn eigen examen plannen. Dat wil zeggen, grondstoffen bestellen, recepturen maken en dergelijke. De school blijft echter verantwoordelijk voor het controleren en opsturen van deze examentool naar het examencentrum.

Bij Gino, de leerling in mijn filmpje, is de examentool wel ingevuld maar vervolgens niet opgestuurd. Ondanks dat is Gino wel uitgenodigd voor een examen, maar bij aankomst in Wageningen bleek zijn examentool niet ontvangen en kon er dus geen examen plaatsvinden. Hij was dus voor niks naar Wageningen gereisd en had daarvoor ook een dag vrij genomen van zijn werk. Nadat hij die dag voor niks in Wageningen was geweest was hij naar mij toe gekomen en had advies gevraagd over hoe nu het beste te handelen. Ik heb hem toen geadviseerd om contact met school op te nemen door te bellen of erheen te gaan, en daarbij vooral zijn rust te bewaren omdat hij nogal boos was omtrent de hele situatie. Ik heb hem daarbij gevraagd of hij zou willen laten weten hoe het gegaan was. Enkele dagen later liet hij mij weten hoe het was verlopen. Dit gesprek hebben we opgenomen.

Doel van het gesprek

Het gesprek dient vooral zodat de leerling zijn verhaal kwijt kan, en dat ik een idee krijg van hoe hij er nu voor staat met betrekking tot zijn examen en zijn kijk op de school na dit incident. Kijken we naar de punten die genoemd worden in het boek, dan is het gesprek een combinatie van een oriënterend-, helpend- en een adviesgesprek; de leerling wil zijn hart luchten en was, is of komt een probleem dat we samen proberen op te lossen.

3 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Youtube link van de video

Ik heb mijn gesprek op Youtube gezet. Je kunt hem vinden door op de volgende link te klikken:http://youtu.be/y8TOoENC8zE

Ruimte verdeling

Een gesprek is als het ware een verdeling van ruimte tussen twee personen in hun communicatie. Als je ruimte neemt, dan ben je veel aan het woord en laat je de ander niet uitspreken. Als je ruimte geeft, dan luister je aandachtig en help je de gesprekspartner met het vinden van de juiste bewoording en vat je zijn verhaal kort samen, zodat je laat weten of je het goed begrepen hebt.Afhankelijk van wat soort gesprek je voert, is de ruimteverdeling anders. In een gesprek waarbij de leerling wordt gedicteerd, zal de docent veel ruimte nemen. Als je iemand wilt leren kennen, dan zal juist de leerling veel ruimte krijgen.

Ruimte geven

In het gesprek dat ik met de leerling had geef ik vooral veel ruimte. Ik laat de leerling zijn verhaal doen en vul hem hier en daar aan. Soms vat ik zijn verhaal samen. Gelijk in het begin van het gesprek wordt deze ruimte gegeven. Ik vraag de leerling: Hoe gaat het? Hiermee geef ik aan dat leerling mag vertellen hoe hij zich voelt. De leerling met wie ik het gesprek heb, vindt het zoals te zien niet zo’n probleem om over zijn gevoelens te praten.

Ruimte delenSoms delen we ruimte. Bijvoorbeeld op 5 min 14 sec, waarin ik stel dat hij door het zien van verschillende werkwijzen misschien zijn eigen werkwijze kan vormen. Ook bij 13 min 20 sec delen we ruimte. Ik probeer hem te helpen door te zeggen wat hij zou kunnen doen mocht het misgaan op zijn examen.

Ruimte nemenIn het gesprek is er nergens echt een punt waar ik zelf ruimte neem. Dit was in dit gesprek ook niet nodig. Ik wilde nergens de leerling mijn zin opdrijven.

Interventies

Interventies zijn tussenkomsten in een gesprek. Doormiddel van een interventie kun je het gesprek leiden. Bepaalde kanten opsturen, ruimte geven, of juist niet.Volgens het boekje In gesprek met de leerling (Konig, 1995) blijken er twaalf soorten interventies te bestaan, of althans deze worden het meest gebruikt tijdens gesprekken met leerlingen.

De volgende interventies vinden we:

1. Zich open stellen 7. Stimuleren2. Luisteren 8. Vragend toevoegen3. Terugkoppelen 9. Informatie geven4. Verhelderen 10. Adviseren5. Vragend aansluiten 11. Oordelen6. Sturen 12. Opleggen

4 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Een aantal van de hierboven staande interventies komen in mijn gesprek aan de orde. Hieronder in de tabel (1.1) staat weergeven welke interventie waar te zien is. Ik heb de wat mij betreft meest sprekende voorbeelden gekozen om in de tabel te plaatsen.

Nr. Interventie Tijd Voorbeelden1 Zich open stellen 00:12 Hoe gaat het?2 Luisteren 00:15 Gaat rustig zitten en laat de leerling zijn verhaal doen.3 Terugkoppelen 02:22 Je bent al twee keer voor het examen….4 Verhelderen 01:14

07:3008:35

Dat die docent ook iets over jouw probeert te zeggen…Maar zij zorgen dan dat het klaarligt als je daar op examen…Dan heb je dat interne [examen]...?

5 Vragend aansluiten 00:5205:5307:06

Toen het gebeurd was….?Hoe gaan ze dat doen?Moet je dan ook je eigen spullen bestellen, je eigen grondstoffen…

6 Sturen 09:40 Is het dan niet zo, dat je op examen en recept krijgt waarop staat…7 Stimuleren 02:42

11:30Hier op stage gaat het harstikke goed… Ik zie geen reden waarom…Het is lastig…

8 Vragend toevoegen 01:1508:5013:00

Hoezo was je daar niet bij…?Hoe voel je je ten opzichte van het examen, denk je dat je goed….Dan heb je een leraar erbij die je nu eventueel ook hebt…

9 Informatie geven - -10 Adviseren 05:18

10:4313:1513:25

Dat ligt er natuurlijk een beetje aan, je kunt dan voor jezelf beslissen…Of je nu 800 gram kleine koekjes heb of 800 gram grote koekjes…Maar als ze dan die Washingtons van jou afkeuren dan…Ja, of probeer die leraar erbij te halen en zet hem voor het blok…

11 Oordelen 01:55 Jij bent ook geen lieverdje natuurlijk…12 Opleggen 14:12 Laat even weten of het gelukt is als je….Tabel 1.1

Links, midden of rechts op het continuüm

De interventies van 1 tot 12 zijn niet zomaar op het bovenstaande rijtje gezet. De volgorde is bewust gekozen. Dit wordt verduidelijkt met een figuur waarin bij interventie 1 de inbreng van de begeleider op 0 staat. Immers, de leraar stelt zich open en zegt zelf verder niks. De inbreng van de leerling staat daar op 10; deze mag zijn verhaal doen. Bij interventie 12 is het precies omgekeerd, daar zegt de docent wat de leerling moet doen en mag of kan de leerling zelf verder niks meer zeggen; de leerling staat op 0.

In dit gesprek zit ik als begeleider vooral links op het continuüm; ik geef de leerling alle ruimte om zijn verhaal te doen en stel hier en daar wat verhelderende vragen. Op sommige momenten verschuif ik iets naar het midden. Ik probeer dan advies te geven over wat de leerling eventueel zou kunnen doen. Helemaal uiterst rechts zit ik alleen als ik de leerling zeg dat hij mij moet laten weten hoe zijn examen verlopen is.

5 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Egoposities

Als we het over egoposities (Oomkens, 1995) hebben, dan hebben we het eigenlijk over Zijnswijzen. Volgens Eric Berne zijn dit persoonlijkheden die we onszelf kunnen aanmeten. Dit schakelen tussen persoonlijkheden kunnen we doen tijdens een gesprek. We schakelen dan tussen de persoonlijkheden Ouder, Volwassene en Kind.

- Het kind is onder meer spontaan, nieuwsgierig, lief, aanhankelijk, onverantwoordelijk, eigenwijs, tegendraads, snel gekwetst, onderdanig en egoïstisch. Kind-gedrag is wat je nog doet, dat je als kind al deed. Het kind heeft twee kanten: het vrije (spontane) kind en het rebelse kind.

- De volwassene redeneert, verzamelt of geeft informatie, oordeelt niet en laat weinig emotie zien.

- De ouder zegt en doet dingen die hij/zij de eigen ouders heeft zien doen. De ouder heeft ook twee kanten: de voedende ouder (verzorgt, beschermt, voedt op, geeft complimenten) en de kritische ouder (bestraft, is dominant, trots en verwijtend, vraagt gehoorzaamheid en is overdreven kritisch).

In mijn gesprek is zijn de egoposities steeds min of meer gelijkwaardig. Er is eigenlijk constant sprake van een Volwassene – Volwassene situatie. Dit is de situatie waarin er vaak het beste en effectiefst een gesprek kan worden gevoerd, zonder dat er onenigheid ontstaat tussen de beide gesprekspartners. Soms neem ik de rol in van Ouder, bijvoorbeeld in de scène waar ik de leerling zeg dat hij het van een andere kant moet bekijken (05:15). Maar de echte Ouder – Kind- of Ouder – Volwassene situatie komt eigenlijk nergens voor.

Gespreksniveaus

In elk gesprek kunnen vier niveaus gezien worden. De belangrijkste of de duidelijkste is de inhoud; dat is immers het onderwerp waar het gesprek over gaat. Maar er zijn nog drie niveaus die ook belangrijk zijn voor het goed verlopen van het gesprek. Hieronder staan ze alle vier op een rijtje:

- De inhoud;- De procedure;- De interactie;- De gevoelens;

Hieronder licht ik de niveaus toe en verbind ze aan het gesprek dat ik met de leerling had.

De inhoud van het gesprek is verbonden aan het doel van het gesprek. In mijn gesprek is het onderwerp het praktijkexamen van de leerling. De leerling wil graag vertellen over hoe het hem op school is vergaan nadat hij verhaal is gaan halen over zijn examen en wat het probleem daarbij was en daarnaast ook nog over het herkansingsmoment dat hij binnenkort heeft. De problemen zijn goed aan bod gekomen. De leerling heeft alles verteld wat hij wilde en hij gaat ondanks de eventuele problemen met een goed gevoel naar het volgende examen.

6 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

De procedure van het gesprek is eigenlijk de voorbereiding van de docent en de plek waar het zich afspeelt: alle voorwaarden die horen bij het gesprek. In dit gesprek was deze niet overal even ideaal.Het gesprek ging wel zoals ik had bedacht, het was de bedoeling dat de leerling zijn verhaal kon doen en hem enigszins gerust te stellen voor het aankomende examen. Maar de setting was niet zo goed gekozen. We zaten tussen de vriezers in die een hoop lawaai maakten en tot twee keer toe werden we gestoord in ons gesprek. Hoewel dit geen invloed leek te hebben op hoe de leerling zich gedroeg of voelde is het wel iets om rekening mee te houden. Zeker als het een meer gevoelig onderwerp zou betreffen.

Bij de interactie tussen de begeleider en de leerling kun je zien hoe hun onderlinge verhouding is, of althans, hoe zij deze ervaren. In mijn gesprek kunnen we stellen dat de beleving aansluitend is. Er is dan ook nergens echt sprake van dat het gesprek niet loopt. Kijkend naar de roos van Leary dan kunnen we stellen dat we vooral samen-boven en samen-onder zitten. De leerling begrijpt dat ik hem wil helpen en heeft geen reden om op tegen te gaan zitten.

Gevoelens spelen in dit gesprek geen duidelijke rol. Hoogstens heb ik sympathie voor de leerling, omdat hij voor niks naar Wageningen is gereisd en al twee keer voor zijn examen gezakt is en daar op zijn school slecht mee wordt omgegaan. De gevoelens van de leerling kunnen worden omschreven als lichtelijk geïrriteerd en onzeker. Bij 13 minuten bijvoorbeeld zegt de leerling dat hij onzeker wordt van als hij niet precies weet wat hij moet doen. Ik zeg hem: maar je hebt toch goed geoefend. Hiermee probeer ik zijn onzekerheid een beetje weg te nemen, maar eigenlijk snijdt dit niet zoveel hout, want de leerling heeft dan wel goed geoefend, maar hij weet eigenlijk nog steeds niet hoe hij dat koekje moet opspuiten. Lichtelijk geïrriteerd is hij nog steeds over de hele situatie en over school. Maar er spelen geen gevoelens omtrent mij of de omstandigheden van dit gesprek waardoor hij niet durft te praten en voor mij ook niet naar hem toe.

Cruciaal moment

Het beschrijven van een cruciaal moment tijdens het gesprek vind ik moeilijk. Er zit in het gesprek niet echt een punt waarop het gesprek ineens een andere wending krijgt of waarbij er een knoop wordt doorgehakt. Een belangrijk leerpunt voor mij is direct in de eerste minuut te zien. De leerling vertelt dat zijn vader had gezegd dat hij de school zou binnenrijden met een vrachtwagen omdat hij zo boos was wegens de hele situatie. Omdat ik niet weet hoe hierop te reageren, schiet ik in de lach. De leerling zegt daarna; “Klinkt grappig maar dat heeft hij echt gezegd.” Een vader die dat soort dingen roept, dat is natuurlijk heel erg vreemd en mijn reactie waarmee ik het probeer weg te lachen is natuurlijk geen goede. Alhoewel de leerling en het gesprek er niet door lijken te worden beïnvloedt is dit iets waar ik in de toekomst rekening moet houden.

7 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Reflectie

Het doel van dit gesprek, de leerling zijn hart laten luchten over zijn examen en voor mij als begeleider weten hoe hij ervoor staat, is zeker bereikt. Mijn advies aan de leerling de week ervoor, om contact met school op te nemen en het probleem voor te leggen, heeft hij aangenomen en uitgevoerd. Bijna alle twaalf de interventies komen in zekere mate voor in mijn gesprek, het noemen van twee andere interventies die ik had kunnen toepassen is dus niet echt aan de orde. Wel had ik interventie 6 (sturen) en interventie 7 (stimuleren) meer kunnen toepassen om het gesprek meer richting te geven en de leerling een beter gevoel te geven over zijn aankomende examen.

Dat de leerling zonder al te veel problemen aan mij vertelt wat hem dwars zit lijkt er op te duiden dat hij mij als een serieuze gesprekspartner ziet en ook aan lichaamshouding kunnen we zien dat hij zich bij mij veilig voelt. Hoewel misschien wat onwennig voor de camera, zit hij er ontspannen bij en kijkt mij doorgaans aan. Als ik naar mijzelf kijk in dit gesprek, dan valt daar wel wat op aan te merken. Ook ik zit wat onwennig op mijn stoel te draaien en met mijn glas water te rommelen. Verder ben ik in het gesprek weinig sturend. De meeste interventies zijn onbewust gekozen. Vooral de leerling is aan het woord en ik verhelder soms dingen of geef advies. Of dit advies bij hem duidelijk overkomt is de vraag. Want het lijkt erop dat hij voor zichzelf al heeft besloten hoe hij het gaat aanpakken. Wat ik verder zeg, doet er niet meer zo toe.

Ook had ik wat doortastender kunnen zijn in het oplossen van zijn probleem, dat hij niet goed weet hoe dat koekje eruit moet komen te zien. Ik zou hem kunnen voorstellen om bijvoorbeeld samen te zoeken naar de juiste maat of het samen nog eens te oefenen in het bedrijf.

Hoewel ik met een betere voorbereiding waarschijnlijk meer uit dit gesprek had kunnen halen, denk ik dat ik tevreden kan terugkijken op dit gesprek, en het feit dat de leerling twee dagen later inderdaad zijn examen haalde, lijkt daar ook het bewijs van.

8 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Het gesprek uitgeschreven

Hieronder is het gesprek dat ik met de leerling had uitgeschreven. Mijn tekst is in het rood weergegeven, die van de leerling in het zwart met daarvoor de afkorting lln (=leerling). Het uitgeschreven gesprek heb ik in hele minuten opgedeeld om zodoende enig overzicht te houden.

Start

Hee Gino (lln) Hé Hoe gaat het? (lln) Ja goed, ik ben naar school toe geweest Ja (lln) Ennuh nou wat blijkt het was inderdaad hun schuld. En ze gaan nu voor me regelen dat

ik m’n reiskosten vergoed krijgt. Uh uh (lln) Over de werkdag wordt nog gepraat. Ze hebben gezorgd dat ik met het interne examen

mee mag doen Ja (lln) Dus dat is zegmaar euh, op school, normaal alleen voor speciale mensen, gehandicapte

of wat dan ook. Ennuh, maar omdat dit hun schuld is bieden ze dit aan als excuus. Euh, ja m’n vader is nog steeds wel een beetje boos want dat was hij toen ook al toen het gebeurd was. Ja, toen had hij zoiets van ik stop nu met werken en ik kom nu naar je school toe en rijdt er met een vrachtwagen naar binnen

(Lacht) (lln) Ja, nee klinkt grappig maar dat heeft hij echt gezegd.

1 minuut

Uh uh (lln) Ennuh, maar die is nog steeds een beetje boos Maar dat heeft hij niet gedaan gelukkig (lln) Heeft hij niet gedaan gelukkig, anders had je het wel in de krant gezien Maar, ha ……. (knip in de film omdat iemand ons stoort) (lln) We hebben nu dus dat 10 minuten gesprek gehad. Ja (lln) Nou ja m’n ouders want ik was er zelf niet bij Hoezo was je er niet bij? (lln) Nou, eeuh, dat wouden m’n ouders liever alleen met school doen ik weet niet precies

waarom maar dat kreeg toevallig ik vandaag te horen. Ja (lln) Maar euh ik weet niet Maar het kwam niet vanuit school dat je dat euh (lln) Nee niet precies ofzo. Maar ja, misschien omdat het ouders zelf zelf een meer autoritair

niveau hebben dan… Ja (lln) Dat als het kind erbij is, dus euh Ja, dat die docent dan misschien ook iets over jou probeert, durft te zeggen

9 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

(lln) Ja, de natuurlijk dat ze ook beide kant en van het verhaal ook horen. Want euh ik snap natuurlijk wel dat het niet altijd aan de school kan liggen of aan de leraren, al denk ik dat natuurlijk wel

Je bent zelf ook geen lieverdje natuurlijk (lln) Nouja, dat wel (lacht)

2 minuten

(lln) Nee maar euh, het ging op zich wel goed want m’n ouders kwamen er wel met het idee van vuist op tafel ennuh tenminste m’n ouders, m’n vader misschien. En de vuist op tafel en dit gaan we regelen en wat gaat er fout en waarom gaat het fout. En ook omdat ik ook al twee keer gezakt ben voor hetzelfde examen.

Oh, je bent altijd twee keer voor het examen … (lln) Ja precies hetzelfde examen met dezelfde producten. En ze willen weten hoe dat kan en

ik wil ook weten waarom ik toen ben gezakt in Wageningen. Ja, want hier op stage gaat het harstikke goed ik zie ook geen reden waarom je zou... (lln) Nee precies. Ja m’n ouders wilden dat weten en euh ook vooral omdat ze zeg maar voor

die examens ik kon vragen aan leraren van bijvoorbeeld , hè, ik moest een Washington maken, een koekje

Ja

3 minuten

(lln) En euhm daar werd dus om gevraagd dus ik zeg ja, hoe moet dat er ongeveer uit zien, en hoe spuit ik dat op en hoe maak ik een roerdeeg? Dat dan niet maar ik moest wel weten hoe het eruit ziet, wat het eindproduct moet worden en als dan op zo’n moment vier of vijf verschillende leraren het mij laten zien want er zijn meer mensen die het weten en je wilt toch weten of het klopt

Uh uh (lln) En als je dan allemaal verschillende uitleggen krijgt, zoals bijvoorbeeld op een ander

moment bloem erin gooien, of op een andere manier opspuiten want de ene spuit ze zo en de andere spuit ze zo. En krijg ik vijf verschillende uitleggen en dan raak ik in de war want ik weet niet meer wat de bedoeling is

Nee (lln) Wat ze op Wageningen van mij verwachten Ja (lln) En op z’n moment krijg ik dan ook te horen. Op het moment dat ik dus euh die

examentool had gemaakt, dus zeg maar de recepten en alles en de werkwijze en dat de leraar naast mij zit en dat hij heeft mij dit en dit laten zien zegt als je dit en dit in het recept doet dan wordt het mooi en dan wordt het lekker. En dan kom je bij de volgende leraar en dan waarom heb je dit zo gedaan want dit is niet goed,

4 minuten

Dit hoort niet (lln) Dit hoort niet. En dan hoor ik dan van vier of vijf verschillende leraren en daar word ik

dan eerlijk gezegd een beetje gek van. Ja ja, die leraren weten eigenlijk zelf niet hoe het euh (lln) Nee die leraren weten eigenlijk, lijkt erop en het lijkt me sterk dat het kan maar dat de

leraren weinig ervaring hebben , weinig vakkennis

10 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Niet weten hoe het moet (lln) Het zou mij raar lijken dat een school iemand met weinig vakkennis aanneemt Ja dat euh… (lln) Ja het is natuurlijk in de bakkerij wel zo, er is variatie dat iedereen doet het wel wat

anders. Ja maar dat is wel wat anders maar… Uh uh, Ja maar dat is wel, er zijn wel de basis dingen (lln) Richtlijnen Sorry (tikt been aan met voet) Zijn ook wel de basis dingen, koekjes… (lln) Kijk op zich zijn het ook wel de basis dingen die ik eigenlijk al zou moeten weten. Ja (lln) Maar als niemand mij dit leert, in eerste instantie,

5 minuten

Dan... (lln) Ja, dan kom ik niet verder Nee en je zit daar niet op school omdat je alles al weet (lln) Om te ontspannen ofzo, he. Nee ik kom daar om wat te leren, en als iedereen mij wat

verschillends leert, dan heb ik nog niks geleerd. Nou ja, het ligt er een beetje aan natuurlijk, je kunt wel voor jezelf dan proberen, te

beslissen van nouja oke zo vind ik hem wel goed en zo vind ik hem niet goed. Maar als je aan exameneisen moet voldoen heb je daar niet zoveel aan.

(lln) Nee, en als je niet weet wat die exameneisen zijn. Nee dan heb je daar geen zak aan. Dus daar zouden ze met de leraren over praten en daar niks van gehoord. Nouja, dat is er een beetje besproken met die 10 minuten gesprekken ze hebben beloofd dat ze de fout gaan rechtzetten

Ja, en wat hebben ze, hoe gaan ze dat doen? (lln) Tenminste niet de fouten rechtzetten bedoel ik, maar dat het niet meer zou voorkomen Oh, voor de volgende (lln) Voor de volgende keer. Ja, dan krijg je van die smoezen dat ze in zo’n nieuwe pilot zitten.

Ik weet niet of ik je dat al verteld had?

6 minuten

Ja dat met dat competentiegerichte… (lln) Ja dat is zegmaar eh, in het eerste bij het ROC hadden ze het eerste bij het bakkersleren

gedoe. Eerst had je speciale product groepen, en daar moest je voor leren korstdeeg, zanddeeg, gistdeeg en dan moet je voor elk onderdeel examen doen. En nou hebben ze het zegmaar zo gezet, niveau 2 heeft basis, en daar heb je alles in, en dan heb je basis, euh, heb je meteen zanddeeg, korstdeeg en gistdeeg, dat heb je in één examen.

Oh, allemaal tegelijk in één examen (lln) Tegelijk. En wat verschillend is, bij die vorige product groepen kreeg je dáár je recepten

en moest je het daar volgens die recepten en volgens hun planning moest je het doen?En nou moet je zegmaar zelf je planning maken

Ja. (lln) En je recept opzoeken en met behulp van leraren dan en met behulp van boeken en wij

hebben dat internetprogramma Flexbase

7 minuten

11 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

(lln) Ja Flexbase. En dan moet je het zelf invullen hoe je examen gaat verlopen. En Moet je dan ook euh je eigen spullen bestellen of euh je eigen grondstoffen (lln) Ja, tenminste grondstoffen. Euh, in namen van ja. Je schrijft dus allemaal in je recepten

vul je in en hun gaan kijken wat er voor nodig is en die hebben en die hebben, je moet het nog wel afwegen natuurlijk. Maar euh die hebben genoeg

Maar zij zorgen dat het dan daar klaarligt op het moment dat je op examen (lln) Ja dat het klaar ligt. Ja en dat is zeg maar de nieuwe, en wij zijn de eerste klas dat die

daarmee pilot… Dus daar geven ze een beetje de schuld aan dat ze het niet precies weten. Wat want nog erger is als ik zo meteen naar niveau drie ga. Ze hebben ze nog geen idee

Hoe ze het moeten gaan doen (lln) Hoe ze het moeten gaan doen. Ze weten, en dat geven ze ook eerlijk toe, dat kunnen ze

wel eerlijk toegeven, maar daar koop ik alsnog geen brood voor weetje, daar heb ik niks aan

8 minuten

Nee, daar heb je niets aan. (lln) Dan kun je wel eerlijk zijn, maar daar heb je niet zoveel aan. Ja daar heb je niet zoveel aan, je zit daar op school en je verwacht, het moet gewoon goed

zijn. (lln) Ja, het moet gewoon goed zijn, tuurlijk ik snap ook, een nieuw programma moeten ze

nog weten, maar dan moet je wel gaan bedenken wat je er mee wil van te voren en niet maar een beetje improviseren en we kijken wel wat het wordt. Dus ja, daar geef ik ze wel de schuld van. Dan heb ik over twee dagen examen en terwijl ik nog steeds niet weet waar ik aan toe ben.

Dan heb je dat interne examen? (lln) Het is wel jammer dat ik nog steeds niet weet waar ik op gezakt ben vorige keer. Ergens zoek geraakt. (lln) Ja dat is weg ofzo, dat is nog steeds zoekende. Dat is jammer. En hoe voel je jezelf ten opzichte van het examen denk je dat je goed voorbereidt bent, gaat

het lukken? (lln) Ja je zou toch denken dat na 2 keer… ja, maar als je dus niet weet waarom het niet goed gegaan is dan…

9 minuten

(lln) Ja, daarom ben ik onzeker... ik ga het gewoon maken, ik heb dit product wel op school gemaakt. ..

je hebt goed geoefend…. (lln) Ze zeggen het ziet er goed uit de leraren, maar op het examen komt er iemand van

buitenaf en ik weet niet of die dezelfde eisen heeft als.. De leraar op school die zegt misschien ik vind het er niet goed uit zien.. (lln) Precies die vindt de grootte van het koekje niet goed. Maar heb je dan ook niet op school of examen dat je een soort van je krijgt een recept en

daarop staat dan gelijk hoeveel je er moet maken… (lln) het is voor mij zeg maar zo, eeh, er wordt, je krijgt een blaadje, daar staat op : dit is je

recept, het moet voldoen aan.. of aan de voorgeschreven .. of aan korstdeeg en noem maar wat weetje, eeh, je hebt een bepaald kolommen heb je dan, dan kan je ook mixen met elkaar een beetje. Als het maar een aantal sterretjes heeft.

10 minuten

12 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Oh de sterrensysteem, daar heb je wel eens over gehad. (lln) Als het dan aan de sterretjes voldoet, dan mag je het optellen, en de richtlijnen zijn voor

korstdeeg koeken moet je er 25 maken, voor andere zanddeeg en dat soort spul moet je 800 gram minimaal. Dat is je richtlijn.

Jaja, dat is je richtlijn. dus dan zou je daaraan, aan de hand wel een beetje kunnen inschatten hoeveel je moet..

(lln) Jawel, maar het lastige eraan is dat .. Hoewel 800 koek is, of het nou grote of kleine koekjes zijn, 800 gram kleine of grote koekjes,

dat maakt natuurlijk niet zoveel uit want het is 800 gram.. (lln) Jawel, maar ja, het moet ja, een Washington is een Washington... Je moet dus zeg

maar.. zo groot zijn ofzo.

11 minuten

Kun je dat ook nergens terugvinden ofzo? Je kunt er wel naar Washington googlen, maar dan weet je wel wat je krijgt, geen koekje. En

dan kijk ik op dat flexbase en daar staat ook geen foto bij. Geen naam ook, of maat? (lln) Nee er staat geen maat bij en als ik het vraag aan een leraar, wat ik daarnet ook al zei, hij

spuit het zo, maar die vorige leraar spuit zo of zo. Groter. Dat is wel lastig. Dat is wel lastig. (lln) Ja, en ik kan gewoon misschien wel net iets anders spuiten denk ik, wat nou gewoon ga

doen wat ik zelf mooi vindt. Wat je zelf het beste vindt. Heb je ze wel eens hier op je stagebedrijf gemaakt? Daar maken jullie, daar maken we dat

soort dingen niet?

12 minuten

(lln) Dus ja, ik leer wel op m’n stage, dat is het niet, snel werken, efficiënt werken en opgeruimd werken, dat soort dingen. Maar niet specifieke producten… die specifieke producten, het is gewoon zo, er zit wel een nadeel aan m’n stage bedrijf maken we vooral Franse producten en ik zit op een Hollandse school. Het is kijk, een heel goed leerbedrijf, maar voor de dingen die ik moet aftoetsen eigenlijk niet. Is het niet perfect. Eigenlijk niet.

Zeker niet als je dan Washingtons moet maken. Maar goed, in hoeveel bakkerijen zullen ze dat ook nog maken? Bijna geen.

(lln) Bijna geen. Nee, dusse maarja dat een beetje. Dat is het een beetje. Over 2 dagen dan ..

13 minuten

Ja ja, dan wordt het spannend. Dan heb je dus iemand dan heb je eigenlijk een leraar die gaat beoordelen die je nu ook eventueel les van hebt.

(lln) Er is een leraar bij, daar heb ik geen les van maar ik ken hem wel persoonlijk en er komt iemand van buiten ook zeg maar, uit het werkleven ofzo.

Stel dat ze dan die Washingtons van je afkeuren dan kun je altijd zeggen… (lln) …tegen die leraar van heb een beetje begrip want jij weet dat het me zo geleerd is, of kijk of je die leraar erbij kan halen als ze er commentaar op geven en dat je zegt van ja

maar deze meneer zegt dat ze zo moeten (lln) Precies een beetje back up… Nou ja, dan zeg je het tegen die leraar en zet je hem een beetje voor het blok. Ja meneer, u

zegt dat het zo moet, maar hij zegt... ga jij maar met hem praten. (lln) Ga jij maar met hem praten.

13 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Ja. Dus. Goed. Heel veel succes ermee.

14 minuten

(lln) Dankjewel, ik hoop dat het lukt, ik ga het gewoon doen hoe ik het mooi vind. Probeer je gewoon aan het recept te houden en dan moet het wel goed gaan komen denk ik.

(lln) Denk het ook. Hee bedankt. Laat even weten of het gelukt is als je... (lln) Ik kom gewoon langs. Goed. Als ik op tijd klaar ben. Het duurt de hele dag. (lln) Naja, ik begin om kwart over 8 en dan duurt het tot een uurtje of vier, dan begint het

om 8.45 tot 12.45 uur. Tijd zat. Tijd genoeg. Daar kan het niet aan liggen denk ik. (lln) Nee, de vorige keer heb ik het afgekregen ook met een half uur over duss, het moet

goed komen. Bedankt ook dat we het mogen filmen. Bedankt. Super. Thanks.

Einde

14 ABV Prestatie 1

Tim van Dalen

Literatuur en verantwoording

- Konig, A. (1995). In Gesprek met de Leerling. Houten: EPN.- Foto voorblad: Peter Kwekkeboom Bakery Institute: “Informele gesprekken tijdens het

schuren van houten mallen voor roggebrood”. - Van der Wal, J.(2011). Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding: Uitgeverij Coutihno- BSCW. ROLPATRONEN_ OUDER, VOLWASSENE EN KIND — Samenvatting uit Frank R.

Oomkes, Training als beroep, deel 2, oefeningen in sociale vaardigheid, Boom Amsterdam 1995.

15 ABV Prestatie 1