· Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie...

104
Inhoud map 2 Voorwoord 1. DEMENTIE 3 Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6 Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers en mentoren) 12 Belevingsgerichte omgang met bewoners (training Zorgstroom) 25 Communicatie tips 27 Nog meer tips 32 ‘Vergeten’ - anoniem gedichtje 2. REMINISCENTIE 33 In mijn koffer op zolder - informatie over reminiscentie 35 Uit: “Verboden af te blijven! Het herinneringsmuseum, spiegel van Humanitas’ zorgfilosofie” 37 Gedicht van Annie M.G. Schmidt 3. IN DE TIJD PLAATSEN 38 Sociale geschiedenis van de 20 ste eeuw 43 Geschiedenis van de 20 e eeuw 46 Ben je geboren voor 1978? Verder lezen! 47 ‘ Het Schortje’ – gedichtje 48 ‘Toen…’ 4. HET PROJECT / DE KOFFERS 49 Geschiedenis van het project 50 Op stap met de koffer 51 Op stap met de koffer: ervaringen en tips 53 De koffers 55 Andere reminiscentiekoffers in Zeeland 34 Tips voor de bijeenkomst 59 Op stap met de schoolkoffer (verhaal van een vrijwilliger) 61 Herinneringskoffer van de Tweede Wereldoorlog (verslag van een bijeenkomst) 63 Checklijst te gebruiken bij evaluatie van een bijeenkomst 5. PRAKTISCHE ZAKEN 1

Transcript of  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie...

Page 1:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Inhoud map

2 Voorwoord

1. DEMENTIE3 Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding)6 Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers en mentoren)12 Belevingsgerichte omgang met bewoners (training Zorgstroom)25 Communicatie tips27 Nog meer tips32 ‘Vergeten’ - anoniem gedichtje

2. REMINISCENTIE33 In mijn koffer op zolder - informatie over reminiscentie35 Uit: “Verboden af te blijven! Het herinneringsmuseum, spiegel van Humanitas’ zorgfilosofie”37 Gedicht van Annie M.G. Schmidt

3. IN DE TIJD PLAATSEN38 Sociale geschiedenis van de 20ste eeuw43 Geschiedenis van de 20e eeuw46 Ben je geboren voor 1978? Verder lezen!47 ‘ Het Schortje’ – gedichtje48 ‘Toen…’

4. HET PROJECT / DE KOFFERS49 Geschiedenis van het project50 Op stap met de koffer51 Op stap met de koffer: ervaringen en tips 53 De koffers55 Andere reminiscentiekoffers in Zeeland34 Tips voor de bijeenkomst59 Op stap met de schoolkoffer (verhaal van een vrijwilliger)61 Herinneringskoffer van de Tweede Wereldoorlog (verslag van een bijeenkomst)63 Checklijst te gebruiken bij evaluatie van een bijeenkomst

5. PRAKTISCHE ZAKEN62 Rechten en plichten, website en facebook63 Huishoudelijk reglement65 Vrijwilligersovereenkomst69 Boekenlijst70 Gedichtje ter afsluiting

1

Page 2:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Voorwoord

In een wereld waar we steeds ouder worden vormt dementie een grote bedreiging: op 80-jarige leeftijd lijdt 20% van de mensen aan dementie: 1 op 5!!!!!! Naarmate we ouder worden stijgt het percentage…

Tot 20 – 25 jaar geleden werden demente mensen nog vastgebonden. Ze kregen uitsluitend lichamelijke verzorging. Dat eindeloos praten over vroeger had te maken met seniel worden!

De afgelopen jaren is gelukkig steeds meer aandacht voor het welzijn van alle mensen. Niet alleen moet je een dementerende oudere wassen en voeden, je wilt graag dat hij/zij op een zo prettig mogelijke manier oud wordt.

Dit betekent dat je het ziektebeeld herkent en erop inspeelt. Je bent voorbereid op ongewone reacties, je weet waar je rekening mee moet houden en probeert gebruik te maken van reacties om mensen een goed gevoel te geven.

Reminiscentie – het ophalen van positieve ervaringen uit het verleden – kan hierbij een krachtig middel zijn. Niet alleen bezorgen wij met onze koffers mensen een heerlijke dag. Voor de activiteitenbegeleidster die dagelijks met deze mensen werkt, kunnen er dingen uit het verleden naar voren komen die zij niet wist en waar ze verder op kan inspelen.

In andere woorden, wat jullie gaan doen is niet alleen maar ‘leuk voor de mensen’ maar kan een waardevolle bijdrage leveren in hun leven. En denk maar zo: één op de vijf… misschien ben ik later blij als twee enthousiaste mensen met een ‘koffer vol verhalen’ bij mij op bezoek komen!

Sylvia van Dam Merrett, projectleiderJanuari 2015

2

Page 3:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

1. DEMENTIEWeten van vergeten

Informatie over dementie - inleidingCarolien de Koeijer

DefinitieHet woord dementie komt uit het Latijn en betekent: ontgeesting. Verwoesting van de hersencellen, ‘Herfst in het hoofd’. Het is een ziekte die versluiert. Er vindt verandering plaats in iemands doen, denken, voelen en willen. Op 80-jarige leeftijd lijdt één op vijf mensen aan dementie! Naarmate men ouder wordt (en dat worden we!) loopt het percentage op.

Verschillende vormen van dementieDementie is een verzamelbegrip:- Alzheimer (50-60%) begint heel sluipend- Vasculaire dementie (20%) gaat niet sluipend, maar stapsgewijs achteruit. Soms zijn er

ook wel tijdelijke verbeteringen met heldere momenten. Men is agressiever, emotioneel labieler en meer prikkelbaar. Deze vorm van dementie heeft vaak met hart- en vaatproblemen te maken. Oorzaken kunnen zijn: Parkinson, herseninfarct, aids, ouderdom.

VerschijnselenAchteruitgang in geestelijke functioneren uit zich in geheugenverlies.- dezelfde verhalen vertellen/ dezelfde vragen worden gesteld- herkenningspunten worden niet meer herkend, men verdwaalt- hak op de tak vertellen. Bij een verhaal raakt men de draad kwijt, gaat ineens over iets

anders praten- niet meer op een woord kunnen komen: ‘Waar ligt dat ding?’- ’s nachts gaan spoken: je gaat naar het toilet en weet niet meer dat je in bed lag- de tijd niet meer weten. Kenmerkt van de tijd is dat het steeds verandert- spullen kwijt raken- afspraken vergeten- emotionele labiliteit. Fatsoensregels vallen weg, klein kindergedrag. Niet meer weten hoe

men moet eten en dan komt het zuigreflex weer terug- problemen met aankleden. Niet alleen de volgorde maar ook juist combinaties worden niet

meer gemaakt.Dit kunnen we ook af en toe wel eens hebben, maar bij dementerenden is het steeds!

Verschillende fasesMensen met dementie doorlopen in hun ziekte verschillende fasen. Hoe een dementie begint en zich ontwikkelt, hangt af van de vorm van dementie. Maar ook van het karakter, de ervaringen en de levensgeschiedenis van de persoon.Dementie is progressief en onomkeerbaar. Dementie kent 4 stadia, die we hier heel kort behandelen.

1. Voorstadium (het ‘bedreigde ik’ of het ‘niet-pluis gevoel) Duurt ongeveer 2 tot 3 jaar. Symptomen: zorgen over geheugen door vergeten van namen of woorden, vermogen tot plannen neemt af, verminderd initiatief en interesses. In deze fase weet men nog goed te verbloemen wanneer iets mis gaat.

3

Page 4:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

2. Beginstadium (het ‘verdwaalde ik’)Duur ongeveer 2 jaar. Symptomen: organiseren en plannen lukt niet meer, geheugen gaat verder achteruit, gedrag en karakter kunnen -veranderen en het vermogen tot beoordelen/inschatten neemt af.In deze fase laat men steeds meer steken vallen en probeert ze ook op te pakken.

3. Midden stadium - matige tot ernstige dementie (het ‘Verborgen ik’)Duur ongeveer 4 jaar. Symptomen: hulp nodig bij dagelijkse handelingen, problemen met geldzaken, belangrijke actuele gebeurtenissen kunnen niet meer worden benoemd, mogelijk verstoring slaap-waakpatroon, aankleden gaat moeizaam of lukt niet meer, incontinentie en zelfverwaarlozing.In deze fase wordt men steeds passiever en neemt minder initiatieven.

4. Laatste stadium - zeer ernstige dementie (het ‘verzonken ik’)Duurt tussen de 6 en 9 jaar. Symptomen: spraakvermogen verslechterd, problemen met zelfstandig lopen en zitten en verandering in reflexen (grijp en zuigreflex).In deze fase wordt communiceren steeds moeilijker en leeft men steeds meer in een eigen wereld.

Wat gebeurt er met de persoon die dementeert?- wordt depressief/ verdrietig- wanhopig- woede/ agressief. Dit heeft te maken met de vraag: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat moet ik

ermee?- Wantrouwig: “ik heb dat ding niet weggegeld, dat heeft een ander gedaan”- Gaat zich terugtrekken: schaamt zich- Gaat hamsteren. Het is oorlog in het hoofd en men wil zekerheden verzamelen om zich

aan vast te kunnen houden- IJsberen/ onrustig/ afhankelijk opstellen. Bij de vertrouwde persoon willen blijven, omdat

men zich veilig voelt. Men is het eigen kompas kwijt. De partner is de gids geworden- Verlies van initiatief- Overmatig eten en drinken.

Als je uitgaat van het gewone geheugen, dan heb je een klein gedeelte kort geheugen (3 tellen) en een groot gedeelte lange termijn geheugen.Via de zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen en zien), komen signalen van het korte geheugen via een brug naar het lange termijn geheugen.Waaruit bestaat die brug? Hoe kun je iets onthouden?- door op te schrijven: dan gebruik je meer zintuigen- door concentratie.Wanneer kost concentratie je bijna geen moeite? Als je iets interessant vindt, als je er iets voor voelt.Wat kan je hierbij helpen?- ezelsbruggetjes- herhaling- ordenen, structuur aanbrengen, één ding te gelijk doen.Als mensen dement worden, gaat de brug ontbreken.

4

Page 5:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Het oprollende geheugenHet lange termijn geheugen is als een bibliotheek met boeken op een rij.De periode van de jeugd zit in de eerste boeken. Deze blijven het langst overeind staan.De laatste boeken zijn de dichtstbijzijnde periode. Die vallen het eerst om.Er kunnen uitzonderingen zijn:- dingen die men moeilijk vindt, verdwijnen eerder uit het geheugen- dingen die men makkelijk vindt of waar de interesse ligt, blijven langer mogelijk.Structuur en herhaling werken wel eens. Bijvoorbeeld: een vaste indeling van dag en week.Voorbeeld: iemand is voor de tweede keer getrouwd. Bij dementie komt de eerste vrouw in zijn beleving weer terug, of de dochter wordt voor vrouw aangezien. Afstandsbediening kan hij/zij niet meer bedienen.

Op stap met de kofferWanneer we op stap gaan met de museumkoffer zullen we voornamelijk mensen ontmoeten in de eerste fase van dementie (het bedreigde ik), hoewel in woon-zorgcomplexen de groepen steeds vaker gemengd zijn*. Het is goed om met volgende kenmerken rekening te houden:- het voelt niet veilig als mensen dichtbij komen- men weet goed te verbloemen als iets fout gaat, zodat het niemand opvalt- men kiest het zekere voor het onzekere. Daarom steeds het zelfde, want dan gaat het- er is behoefte aan waardering en erkenning- men wordt graag serieus genomen.

In iets mindere mate zullen we mensen ontmoeten in de tweede fase (het verdwaalde ik).Het is goed om dan rekening te houden met het feit dat men niet meer alles snapt, maar wanneer men voorwerpen ziet, aanraakt, ruikt, weet men hier veelal over te vertellen. Dit geldt ook voor mensen in fase 1.Het is wel belangrijk de verhalen serieus te nemen, ook al geeft het de indruk dat het niet helemaal klopt.

Een paar tips om te communiceren:- groet iemand met aandacht, kijk hem/haar aan en noem zijn/haar naam- wees er gewoon, schenk aandacht en heb geen haast- ga geen moeilijke vragen stellen, dat maakt onzeker en onrustig- maak gebruik van keuzevragen (“Wat hebt u gegeten: bloemkool of spruitjes?”) of

gesloten vragen (=Vragen die alleen met ja of nee kunnen worden beantwoord)- stel mensen op hun gemak, gebruik korte en eenvoudige zinnen- blijf bij het moment (bv. bij de bloemen op tafel)- bekijk samen een foto of afbeelding- neem iets mee om over te praten: waar je over praat moet waarneembaar zijn.

Spreektaal is belangrijk, maar als deze wegvalt is het goed om naar iemands eigen taal te luisteren. Probeer oog te krijgen voor angst, verdriet, blijdschap, maar ook voor lichaamstaal.- ga niet alleen praten maar ga ok iets doen- regelmatig komen geeft soms enige herkenning- stel geen hoge verwachtingen aan het herkennen- meepraten: je stelt mensen gerust door in hun beleving mee te gaan: het is hun ‘waar’- zeg wat je gaat doen- LAAT JE VERRASSEN EN HEB OOG VOOR HUMOR!

5

Page 6:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Extra informatie over psychogeriatrische stoornis

1. Ouder worden en vergeetachtigheid versus dementie

Dementie wordt vaak in één adem genoemd met en geaccepteerd als behorend bij het ouder worden. Vaak wordt gedacht ‘met de ouderdom komen de gebreken’, zowel lichamelijk als geestelijk. En dat laatste, de langzaam voortschrijdende geestelijke aftakeling vormt misschien wel het grootste schrikbeeld voor de ouder wordende mens: dementie. Maar zeker niet iedereen die oud wordt, wordt dement.

Ouder worden zorgt wel voor veranderingen: lichamelijke reserves worden minder waardoor men kwetsbaarder wordt voor ziekten; veel lichamelijke en geestelijke functies ondergaan een vertraging. Ook in sociaal opzicht kan er veel veranderen: verlies van werk en andere bezigheden, het overlijden van familieleden, vrienden en bekenden, een gedwongen verhuizing. Sommige ouderen komen hierdoor in een “wankel evenwicht”. De meeste ouderen echter weten deze veranderingen goed te verwerken. Zo’n 90% van de mensen boven de 65 jaar woont zelfstandig en de meeste daarvan zijn niet hulpbehoevend, noch geestelijk, noch lichamelijk.

Omdat de mensen nu wel ouder worden dan vroeger en omdat het overlijden aan acute ziekten veel minder vaak voorkomt, zullen er meer mensen komen die leiden aan chronische aandoeningen. Dementie is zo’n chronische aandoening die zich voornamelijk bij ouderen voordoet. Naarmate het aantal ouderen toeneemt, zal dementie vaker voorkomen. Men schat dat van alle mensen boven de 60 jaar zes procent aan dementie lijdt. Dit percentage loopt op naarmate de leeftijd vordert. Voor de groep mensen vanaf 80 jaar bijvoorbeeld is dat iets boven de twintig procent. Dat lijkt veel, aan de andere kant betekent dit dat het grootste deel van de ouderen nooit dement zal worden.

Oudere mensen vinden vaak dat hun geheugen achteruitgaat. Bij sommigen roept dit de angst op aan dementie te lijden. Eén van de klachten die ouderen het meest noemen is het vergeten van voorgenomen handelingen. Bijvoorbeeld iets uit de keuken halen en, daar aangekomen, niet meer weten waarom je nu ook alweer naar de keuken ging of wat het was wat je wilde halen. Niet op namen of woorden kunnen komen of weten waar je een voorwerp hebt neergelegd worden vaak opgemerkt.1

Een aantal verschillen tussen normale vergeetachtigheid en de geheugenstoornissen zoals die zich voordoen bij dementie:

Vergeetachtigheid slaat alleen op het geheugen. Bij dementie zijn er meer problemen, bijvoorbeeld bij dagelijkse handelingen als aankleden of koken, of men raakt de weg kwijt. Ook kunnen er problemen zijn met het beoordelen van alledaagse situaties waardoor bijvoorbeeld iemand in zijn pyjama boodschappen gaat doen. Bij dementie beperken de problemen zich dus niet alleen tot het geheugen.

Geheugenklachten bij vergeetachtigheid zijn minder ernstig. Bij dementie gaat het niet alleen om niet op een naam komen, maar de dementerende vergeet ook dat de persoon op bezoek is geweest. De dementerende vergeet de hele situatie. Veel later kan hij ook gaan

1 Alzheimer Nederland; Brochures: “duidelijkheid over dementie” en “vergeetachtig of dementie”.

6

Page 7:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

vergeten wat hij ooit wel wist, bijvoorbeeld de namen van de kinderen, maar ook hoe je een boterham moet smeren.

Vergeetachtigheid verstoort het dagelijkse leven niet. Iemand die vergeetachtig is, kan het eigen huishouden doen, de financiën regelen of ergens naar toe reizen. Bij dementie zal dit al snel moeilijk blijken.

Bij vergeetachtigheid worden details niet goed herinnerd. Bij dementie weet iemand niet alleen de naam van degene die zich net heeft voorgesteld, maar vergeet ook dat hij vergeet.

Bij vergeetachtigheid weet men het wel, maar men kan er niet op komen. Als het gaat om een naam kan die later weer te binnen schieten en men herkent de naam feilloos als iemand anders het noemt. Dat betekent dat de naam wel in het geheugen was opgeslagen, maar dat het moeilijk kon worden teruggevonden. De herkenning is dus normaal. Bij dementie is het alsof de informatie helemaal uit het geheugen is verdwenen, waardoor herkenning onmogelijk is.

Bij vergeetachtigheid kan nieuwe informatie worden aangeleerd. Dat betekent dat mensen nog kunnen leren, al gaat dat misschien wat langzamer en moeten ze er meer moeite voor doen dan vroeger. Bij dementie is het zo dat er weinig of geen nieuws meer in het geheugen komt. Een dementerende heeft namelijk weinig tot geen leervermogen meer.

2. Omschrijving van Dementie

Dementie is geen ziekte op zichzelf. Het is een syndroom, dat wil zeggen dat het gaat om een aantal met elkaar samenhangende verschijnselen die zich tegelijk voordoen. Het begrip "dementie" zegt dus niets over de ziekte of aandoening die de dementie veroorzaakt. Vergelijkbaar bijvoorbeeld met koorts: een verhoging van de lichaamstemperatuur is op zichzelf geen ziekte, maar wordt wel veroorzaakt door inspanning of ziekte. Van dementie zijn er wel meer dan 60 verschillende oorzaken bekend. De meest voorkomende worden hieronder toegelicht. In het algemeen spreken we van dementie als iemand een sterke achteruitgang vertoont in het verstandelijk functioneren, gepaard gaande met geheugenstoornissen. Alleen geheugenstoornissen maken iemand dus nog niet dement. Er moet meer aan de hand zijn. Bovendien mogen we pas van dementie spreken als de verschijnselen zo ernstig zijn dat het sociale functioneren van de persoon verstoord wordt.Wanneer iemand wordt onderzocht op dementie is het belangrijk te achterhalen wat de oorzaak daarvan is. Soms worden de dementieverschijnselen namelijk veroorzaakt door aandoeningen die heel goed te behandelen zijn. Wanneer deze behandeld worden kunnen de dementieverschijnselen verdwijnen of verminderen.

Belangrijkste oorzaken van dementie

Ziekte van AlzheimerDe meest voorkomende oorzaak is de ziekte van Alzheimer. Naar schatting lijdt 60 tot 70 % van de dementerenden aan deze vorm van dementie. De ziekte kent veelal een langzaam sluipend begin. Tijdige herkenning van de klachten laten hierdoor soms lang op zich wachten en zorgen vaak voor veel verwarring bij de beginnend dementerende en zijn omgeving In de hersenen van de dementerenden met de ziekte van Alzheimer zijn onder andere typische

7

Page 8:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

eiwitophopingen te vinden, naast een verschrompeling van de hersenschors. De oorzaak hiervan is vooralsnog onbekend. Erfelijkheid speelt soms een rol, vooral in de gevallen waarin de ziekte van Alzheimer zich op relatief jonge leeftijd voordoet bij (meerdere) eerstegraads verwanten. Maar zelfs dan is de kans de ziekte niet te krijgen meestal groter dan de kans wel getroffen te worden.

Vasculaire dementieEen tweede belangrijke oorzaak van dementie die uit de hersenen voortkomt is vasculaire dementie, vooral de vroeger zo genoemde multi-infarctdementie. Dit komt voor bij 10-15% van de gevallen van dementie. Deze vorm van dementie begint vaak vroeger dan de ziekte van Alzheimer: meestal tussen 60-70 jaar. Er is hier sprake van een aandoening van de kleine bloedvaatjes in de hersenen. Als zo’n bloedvaatje stukgaat of verstopt raakt, sterft een beetje hersenweefsel af. Doordat zich dit meermaals herhaalt, kan dementie ontstaan. Mensen die hieraan lijden hebben meestal ook andere klachten van hart en bloedvaten De symptomen beginnen vaak abrupter dan bij de ziekte van Alzheimer en ze zijn afhankelijk van de plaats waar het bloedvaatje zich bevindt. Naast de verschijnselen die men ook bij de ziekte van Alzheimer ziet, kan er een verlamming optreden, een plotseling spraak- of slikprobleem.

In zo’n 10 tot 15% van de dementie gevallen gaat het om een combinatie van de ziekte van Alzheimer en een vorm van vasculaire dementie. Er zijn nog andere oorzaken van dementie die in de hersenen beginnen. Deze vormen zijn gelukkig zeldzaam. Bijvoorbeeld de ziekte van Pick, de ziekte van Creutzfeld-Jakob, Lewy-body en dementie die voorkomt bij de ziekte van Huntington of de ziekte van Parkinson.

Aandoeningen die dementie verschijnselen kunnen veroorzakenLichamelijke aandoeningen kunnen verschijnselen van dementie veroorzaken. Bekend zijn hart- nier- en leveraandoeningen. Ook een schildklier die te snel of te langzaam werkt kan verschijnselen van dementie veroorzaken.Tekorten aan bepaalde vitaminen kunnen symptomen van dementie geven (vooral vitamine B1, B12 en foliumzuur). Dit gevaar bestaat men name bij alleenwonende ouderen die eenzijdig eten.Vergiftigingen vormen weer een andere oorzaak. Te denken valt bijvoorbeeld aan koolmonoxide en lood (schildersziekte), maar ook aan alcohol en bepaalde (combinaties) van geneesmiddelen.Depressie: een depressie kan bij ouderen heel goed verschijnselen geven, die lijken op dementie. Men is dan vaak vergeetachtig en initiatiefloos. Soms is het zelfs moeilijk uit te maken of het nu gaat om de ziekte van Alzheimer of depressie; zo sterk kunnen ze op elkaar lijken. Ook komt een combinatie voor; veelal in het beginstadium van dementie waarbij de dementerende soms nog het besef heeft wat er aan de hand is. Vaak hebben mensen die lijden aan de depressie echter ook andere klachten zoals: slaapproblemen en verminderde eetlust. Ook klagen zij eerder zelf over hun geheugen dan mensen met de ziekte van Alzheimer (deze ontkennen geheugenproblemen juist eerder). Gedegen onderzoek kan uitkomst bieden in het onderscheiden van dementie en depressie. Behandeling met antidepressiva kan de depressie doen opklaren. Als gevolg daarvan verdwijnen dan ook de geheugenklachten. Ook wanneer er toch een dementeringsproces gaande is, kan antidepressiva voor verlichting van klachten zorgen.

Verschijnselen bij dementie

8

Page 9:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

De patiënt wordt steeds afhankelijker van zijn omgeving naarmate de dementie vordert:

Problemen op met het denken en het beoordelen van situaties: Men beseft niet goed meer wat gepast is (bijvoorbeeld in gezelschap zich uitkleden) of men kan de situatie niet meer juist beoordelen. Men is bijvoorbeeld bang voor de televisie omdat de beelden als werkelijkheid worden beleefd. Een groot probleem is dat de patiënt meestal zelf niet in ziet dat hij ziek is.

Snelle stemmingswisselingen: Iemand kan snel kwaad worden, maar het volgende moment weer goede zin hebben. Bijvoorbeeld omdat men de aanleiding vergeten is. In het algemeen lijkt men de emoties niet meer goed in de hand te hebben. Veel patiënten vertonen onrust, waarbij de nachtelijke onrust het meest voorkomt.

Concentratieproblemen: televisie of een gesprek volgen, plannen maken, dingen op een rijtje zetten, problemen oplossen en beslissingen nemen.

Inprentingproblemen: Het leren van nieuwe informatie, het onthouden van wat je net gezien of gehoord hebt, wordt moeilijker.

Karakterveranderingen: Soms geleidelijk en minder opvallend: iemand is steeds meer met zichzelf bezig; het sociale gedrag neemt af. Soms opvallender: bijvoorbeeld als apathie, achterdocht of agressie optreedt bij mensen die eerder dit gedrag niet of minder vaak vertoonden.

Oriëntatiestoornissen. Vaak eerst in de tijd: niet goed meer weten welke dag, maand of jaar het is. Veelal later in plaats en persoon: niet beseffen waar men is, niet weten wie de mensen om je heen zijn (en die je zou moeten kennen) en wie jezelf bent en tot aan hoe je leven zich heeft voltrokken.

Stoornissen in het langdurige geheugen.: Werden eerder al weinig nieuwe dingen meer geleerd, nu verdwijnt ook de kennis die al jaren in het geheugen waren opgenomen.De patiënt wordt steeds afhankelijker van zijn omgeving naarmate dementie vordert:

Afasie problemen met het gebruik van de taal; het gebruik of het begrijpen van taal.

Agnosie problemen met het herkennen van voorwerpen en geluiden om je heen en waar ze voor dienen,

Apraxie: problemen met het uitvoeren van handelingen die men eerder wel kon uitvoeren; meestal de volgorde; bijvoorbeeld aankleden of bedienen van apparaten.

3. Bejegening van een persoon met dementie

De dementerende mens is een volwassen mens, met een heel eigen geschiedenis die, in toene-mende mate aanvullende hulp nodig heeft. Benader hem of haar met respect en niet "als een kind".

Het is goed dat de dementerende actief is en bezig blijft. Neem niets uit handen wat hij of zij nog kan, ook wanneer het een beetje fout loopt. Doe ook activiteiten samen (afwas, boodschappen), zoek daarna samen uit hoeveel de boodschappen gekost hebben, zodat de

9

Page 10:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

dementerende met geld blijft omgaan. Het is belangrijk om bezig te blijven met de mogelijkheden die iemand nog heeft, niet met de onmogelijkheden.

Bij dementie kan het gebruik van taal allerlei problemen op gaan leveren, vooral “woord vindt problemen”. Ook al lukt het praten niet zo goed meer, het begripsvermogen is vaak beter dan men denkt. Richt bij het voeren van een gesprek de aandacht op u zelf. Begin bijvoorbeeld met "Luister eens ......" of de naam van de ander te noemen. Zorg dan dat de ander u kan zien en spreek duidelijk en langzaam. Gebruik korte zinnen zonder moeilijke en ingewikkelde woorden. Indien mogelijk, wijs dan dingen aan waar u het over heeft. Foto's kunnen handig zijn als u praat over familieleden of kennissen. Ze dienen als geheugensteuntje. Meestal blijft deze herinnering voor gezichten langer intact dan de herinnering voor namen. Muziek of liedjes van vroeger kunnen ook de herinnering stimuleren.

Vaak is het moeilijk te accepteren dat er minder contact mogelijk is, dat de ander niet goed meer begrijpt wat u zegt of geen aandacht meer heeft voor u. Het enige wat blijft is: het contact maken wat mogelijk is. Demente mensen zijn vaak gevoelig voor lichaamstaal: houding, gezichtsuitdrukking, gebaren, de toon van onze stem etc. Wanneer u met hem praat, betekent geregeld aankijken, dat u zijn aandacht getrokken heeft en dat hij luistert. Juist wanneer de dementie verder gaat en de demente persoon mensen niet meer herkent en de woorden niet meer begrijpt, dan is het belangrijk om het contact via het lichaam te maken. Men heeft ontdekt dat vooral het “gevoelsgeheugen” zoals men dat wel eens noemt het langst intact blijft. Een arm om iemand heen, een hand, een streling, een zoen, dat is de taal die iemand nog lang begrijpt. Aanraken stelt gerust. Vergeet ook de humor niet. Lachen en vro-lijkheid wordt bijna altijd begrepen. Moeilijke situaties worden gemakkelijker als men er om kan lachen. Ook de dementerende vindt het prettig als hij of zij vrolijkheid om zich heen ziet, zolang hij of zij niet het idee heeft uitgelachen te worden.

Overvraag hem of haar niet: Blijf niet doorvragen als hij of zij het niet meer weet. Blijf niet iets stimuleren wat niet kan. Stel niet meer dan één vraag tegelijk. Twee vragen of meer onthouden lukt niet meer. Geef niet meer dan één advies of taak tegelijk. Voeg meteen de daad bij het woord (bijvoorbeeld Als u zegt: "ik zou het fijn vinden als je me met afwassen helpt", dit ook meteen gaan doen). Als er tijd zit tussen woord en daad, dan is het snel vergeten.

De dementerende mens is sneller vermoeid en sneller overbelast. Het is allemaal sneller teveel. Vermijd daarom teveel drukte in huis (weekend), teveel vreemde gezichten, teveel tv.

Vaste structuren zijn belangrijk. Het helpt bij de oriëntatie als de dagelijkse leefwereld zoveel mogelijk onveranderd blijft. Alles op zijn vaste plaats (meubels) en herkenbaar (kleuren). Hanteer zoveel mogelijk een vaste dagindeling. Doe dingen zoveel mogelijk in dezelfde volgorde en op hetzelfde tijdstip. Breng de dementerende niet te vaak in nieuwe, andere situaties, bijvoorbeeld om de beurt bij één van de kinderen. Verander routinehandelingen alleen als ze niet meer werken, als ze geen zin meer hebben.

Help hem of haar met de tijdsoriëntatie door regelmatig op te merken: Het is nu half elf en koffietijd. Het is vandaag woensdag en ik ga naar.......... en straks komt mevrouw........ om te helpen. Het is mooi weer vandaag, dat mag ook wel want het is alweer mei.

10

Page 11:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Vermijd testsituaties: maak een dementerend persoon niet nog onzekerder door vragen te stellen als: Wie is die meneer / mevrouw? Waar wonen de kinderen? Wanneer zijn ze jarig? Hoe oud ben je ook al weer?

Ga niet over tot welles/ nietes discussies. Het resultaat is meestal spanningen, onrust en irritaties. Terechtwijzen of corrigeren is wat anders. U kunt soms zelfs beter meepraten met iemand dan iemand confronteren met het niet-weten.

Neem gevoelens van een dement persoon serieus. Als hij of zij verdrietig is over zijn of haar (overleden) moeder, die alsmaar niet thuiskomt, is dit echt verdriet. Poets dat verdriet niet weg. Probeer er samen achter te komen dat moeder overleden is (fotoboek) of leidt na enige tijd de aandacht naar iets anders, of als iemand iets kwijt is, ga dan samen zoeken en leidt de aandacht af. Wees aanwezig door bijvoorbeeld de hand vast te houden of samen te gaan lopen.

Voorkom dat de persoon in een isolement komt. Soms heeft hij of zij de neiging zich terug te trekken omdat hij/ zij zich onzeker voelt.

Besef het verdriet, de onmacht en soms de ontkenning van familieleden en andere mensen die geen kennis hebben van dementie. Neem voor deze mensen de tijd om ze iets te vertellen over dementie en raad ze aan om wat literatuur te lezen.

Wanneer het besef van wat hoort en wat niet hoort, van wat netjes en niet netjes is een beetje verloren gaat, bereikt u meer door maar een oogje dicht te knijpen en onopgemerkt de helpende hand te bieden dan door de persoon hier “negatief” op aan te spreken.

Tip: leg andere mensen die regelmatig komen uit wat de reden is voor dit gedrag, zodat u zich er niet voor hoeft te schamen. De interesse in uiterlijk en kleding kan verdwijnen; men kamt de haren niet, scheert zich niet, de kleding is niet in orde of past niet bij elkaar. Deze interesse is gewoon verdwenen; men kan de dementerende wel proberen te stimuleren deze dingen wel te doen, door stapje voor stapje aanwijzingen te geven. Frunniken aan kleding, aan de broeksluiting of blouse kan de omgeving soms ook verlegen maken; men denkt dat het met seksualiteit te maken heeft maar meestal komt het omdat de persoon onrustig is, of moet plassen, of omdat de kleren niet lekker zitten. Probeer de oorzaak van aanstootgevend gedrag te achterhalen en daar iets aan te doen. Lukt dit niet of is er geen oorzaak voor het aanstootgevend gedrag, wordt dan niet boos, probeer er zelf zo min mogelijk aanstoot aan te nemen. Wanneer het erg storend of hinderlijk is, probeer dan de persoon af te leiden of geef hem iets anders te doen. Schaamt U zich niet in de plaats van de ander. Als dingen niet meer op de vertrouwde manier kunnen, zoek dan een andere weg, maar stel daarbij de vraag of het wel moet gebeuren, is het noodzakelijk, bijvoorbeeld als iemand niet meer met mes en vork kan omgaan, maar bijvoorbeeld wel met de lepel, laat dat zo en ga niet steeds corrigeren. Als iemand persé met zijn hoed op in bed wil slapen, laat dat zo, accepteer dat.

11

Page 12:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Belevingsgericht omgaan met ouderen in een zorginstellingInformatie voor vrijwilligers

samengesteld door Joke Corbijn, trainer/coach belevingsgerichte zorg voor de intramurale divisie van Zorgstroom

Wat betekent belevingsgericht omgaan met bewoners?Belevingsgerichte omgang wil zeggen dat je vraagt en luistert naar de wens van de bewoner. Je probeert jouw vrijwilligerswerk op zo een manier te doen, dat de bewoner zich begrepen en vertrouwd voelt. Je houdt rekening met de gevoelens en behoeften van de bewoner en hoe deze bewoner nu is en altijd is geweest.Zo krijg je een relatie met meer betrokkenheid van beide kanten. Bewoners (vooral zij met dementie), voelen vaak goed aan of jij oprechte interesse of aandacht hebt of dat je alleen voor de vorm iets zegt

Op welke manier maak je contact? Wat valt je op? Welke manier van reageren kies je? Belevingsgerichte omgang betekent niet dat je altijd meegaat in wat de bewoner wil of vraagt, soms bied je tegenwicht, bijvoorbeeld als een bewoner de gevolgen van een keus niet overziet en jij weet dat hij (of een ander) er mogelijk schade van ondervindt. De andere keer ga je juist wel mee in de vraag of beleving van de bewoner, soms doe je een beroep op iemand en de andere keer ondersteun je.

Hoe kijken we aan tegen:Mens zijn: Je ziet de bewoner als geheel, alle gebieden waaruit je mens zijn bestaat, hangen met elkaar samen. Dat betekent dat je niet alleen de bewoner ziet als iemand die dementie of een lichamelijke ziekte heeft, maar dat je ook kijkt naar wie de bewoner is: zijn karakter, welk werk deed hij vroeger, wat voor soort mens is hij, wat vindt hij belangrijk met betrekking tot zijn achtergrond, religie, omgangsvormen of inrichting van zijn kamer. Voorbeeld: met iemand die kunstenaar was, zal je over andere dingen praten dan met een bewoner die een boerderij had of die advocaat was. Zij hebben een andere achtergrond waarbij andere gebruiken horen en soms andere omgangsvormen. Iemand die altijd haantje de voorste was, zal meer moeite hebben om afhankelijk te zijn, dan een meer volgzame persoon. Een moslim heeft andere gebruiken en eet andere dingen dan iemand die het christelijk geloof aanhangt. Iemand die erg netjes is, stelt er prijs op dat jij alles netjes achterlaat en een andere bewoner zal zeggen: ‘laat dat maar liggen, kom liever even bij me zitten om te praten’.Ziek zijn: Bij veel van onze bewoners is geen sprake meer van genezing. We kijken vooral wat voor de bewoner nog meerwaarde heeft. Begeleiding en omgang: We zien de bewoner als volwassen persoon met een heel leven achter zich waarvan wij (meestal) niets, of heel weinig weten. Hij krijgt hulp/begeleiding die aansluit bij zijn beleving, behoeften en wensen. Als een bewoner dat niet meer zelf kan bepalen, wordt er goed gekeken wat nodig of wenselijk is. Daarbij worden de grenzen die de bewoner aangeeft, gerespecteerd.(Woon) omgeving en omgevingsfactoren: Bewoners wonen waar wij (mogen) werken in plaats van wij werken waar bewoners wonen. Respecteer de privacy van bewoners, klop aan voor je een kamer binnengaat, wacht op toestemming dat je binnen mag komen. Zorg voor een huiselijke sfeer en probeer alles wat een verpleeg- of ziekenhuissfeer oproept te vermijden. Deel bijvoorbeeld geen eten of koffie vanaf een karretje, maar vanaf een dienblad of geef het gewoon van uit je hand. Dek de tafel met dekschalen.

12

Page 13:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Zorg voor rust tijdens de maaltijden, het koffiedrinken of een andere activiteit; vermijd onnodig heen en weer lopen, druk overleggen of met veel gerommel de vaatwasser uitruimen. Probeer met je lichaam rust uit te stralen, te laten zien/voelen dat je tijd hebt. Voorbeeld: ga tegen de rugleuning zitten in plaats van op het puntje van de stoel.

DementieBij dementie speelt zich in de hersenen een ziekteproces af waarbij hersencellen in omvang en functie afnemen. Ook worden de verbindingen in de hersenen aangetast die signalen overbrengen. Het geheugen van mensen lijkt op een dik prentenboek, waar ons hele leven in opgeslagen is. Iedere dag komen er weer nieuwe plaatjes bij, omdat we steeds weer nieuwe dingen meemaken. Ons geheugen is nooit vol, er kan altijd weer iets nieuws bij. Behalve als we teveel informatie of nieuwe dingen in een heel korte tijd erbij krijgen. Dingen die wij in ons leven intens beleven, blijven beter in ons geheugen zitten dan dingen die alledaags zijn of ons nauwelijks raken. Beginnende dementie is niet zozeer vergeten, maar geen nieuwe informatie meer op kunnen slaan. Bovendien gaan bestaande plaatjes vervagen en verloren. Eerst de plaatjes van de afgelopen 10 jaar, dan van de laatste 20 jaar, dan die van de laatste 30 jaar, 40 jaar, 50 jaar. Steeds oudere plaatjes blijven nog bestaan, maar gaan uiteindelijk ook verloren.  Iemand met dementie van 90 jaar kan dus een heel andere plaatje van een radio hebben dan zoals een radio er nu uitziet. Hierdoor is het soms onmogelijk om een moderne radio, een koffiezetapparaat of bijvoorbeeld een theezakje te herkennen.Ook betekent het dat hoe meer plaatjes er weg zijn, hoe jonger iemand zichzelf beleeft, hij is 90 maar denkt dat hij nog een jonge man van 18 is en praat ook zo over zichzelf. Hij zal daarom zijn eigen kinderen en partner niet als zodanig herkennen maar misschien denken dat het broers of zussen of andere (on)bekenden zijn.Soms herkent hij ook zichzelf niet meer in de spiegel.De huiskamer op een afdeling wordt niet herkend als een woonkamer van vroeger. We kunnen dan wel zeggen: ‘U woont nu hier, dit is uw huis’. Maar als deze plaatjes niet met elkaar overeenkomen, dan kan een bewoner angstig worden omdat hij denkt dat hij niet in zijn eigen huis zit, maar in een vreemd huis.

Voor mensen met dementie is taal vaak moeilijk. Om een woord te snappen, zal je er een beeld/plaatje bij moeten krijgen. Bij gezonde mensen is dit geen probleem, wij kunnen in een snel tempo steeds nieuwe plaatjes tijdens een verhaal van een ander oproepen. Bijvoorbeeld: u praat over asperges met ham en kaas en ziet alle drie de ingrediënten voor u, zonder er moeite voor te doen. Voor iemand met dementie is dit onmogelijk. Dat betekent dat het gesprek verder gaat zonder dat de bewoner nog weet waar het eigenlijk over gaat. In de omgang moeten wij daarom niet teveel woorden gebruiken. Dit is alleen maar verwarrend.  Ook bij vragen zoals: ‘Bent u moe, wilt u gaan slapen?’ zal bij sommige bewoners eerst een passend plaatje opgeroepen moeten worden, anders begrijpen ze de vraag niet. Je kunt bijvoorbeeld een gaapgebaar maken of een slaap gebaar. Ook kan het opwekken van een bepaalde sfeer door geuren/rituelen, zoals koffie zetten of tafeldekken, de bijhorende plaatjes oproepen en daarmee het begrip van de bewoner vergroten voor wat gaat komen.

Mensen met dementie voelen zich vaak falen. Dit falen wordt soms veroorzaakt door mensen om hen heen die denken dat iemand die dementie heeft, bij de tijd moet blijven. Bijvoorbeeld door te testen (‘wat heb je tussen de middag gegeten?’) of te verbeteren (‘dat heb je net ook al

13

Page 14:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

verteld’). Het resultaat is dat de bewoner zich voelt falen en boos wordt of niets meer zegt.

Wat is wel prettig voor iemand met dementie en hoe kun je op een positieve manier met een bewoner in gesprek komen/blijven?Een voorbeeld van hoe een welzijnsmedewerker een situatie zo neerzet, dat de bewoner de gelegenheid heeft om zelf op het ‘goede’ antwoord te komen:Laatst liet ik een klomp zien aan een mevrouw en zei, ‘en de groeten van Hannes` waarop die mevrouw na even stilte zei: ‘O ja, daar is een versje van he?’ Of doe een spreekwoordenspelletje waarbij een bewoner een deel van het spreekwoord aan kan vullen.

Bij dementie wordt (afhankelijk van welke vorm) vaak vooral het bovenste gedeelte van de hersenen (dat ervoor zorgt dat we kunnen plannen, onze emoties in bedwang houden, ons gedrag sociaal aanpassen) aangetast. Mensen met dementie handelen dus vooral gevoelsmatig en impulsief, zijn snel bang/boos/bedroefd of blij. Het heeft dan ook geen zin om iemand aan te spreken op ongepast gedrag als het gedeelte van de hersenen wat daar voor zorgt, het niet meer (goed) doet.

Omdat bewoners die dementie hebben zich dingen niet meer herinneren of niet (altijd) zelf kunnen vertellen wat hun behoeften zijn of wat ze gewend zijn in bijvoorbeeld begeleiding/zorg of dagindeling, kunnen de naasten of familie van de bewoners hierbij vaak helpen en informatie geven hoe je beter bij de bewoner aan kunt sluiten. Je kunt ook aan medewerkers vragen wat een bewoner gewend is/ prettig vindt.

Wat is belangrijk in de omgang met bewoners met (elke vorm van) dementie: Veiligheid: geborgenheid, prettige sfeer, niet teveel mensen die heen en weer lopen,

niet teveel geluiden. Noem de bewoner bij de naam, meneer of mevrouw … of ( als dit afgesproken is met

bewoner en/of belangenbehartiger) bij de voornaam. Laat merken dat je iemand ziet door bijvoorbeeld een knipoog, knikje, schouderklopje.

Afstemmen van je benadering: voordat je met je vraag, opdracht of handeling begint, kijk je eerst iemand aan, waar kijkt hij naar, staan zijn ogen rustig of onrustig? Eerst contact maken, iemand toelachen, aanraken, als je goed contact hebt, lukt alles beter. Ga naast iemand zitten als je wat wil vragen of vertellen. Vertel kort wat je komt doen.

Houd het simpel, doe 1 ding tegelijk, praat over 1 onderwerp, stel maar 1 vraag. Voorbeeld: als je de aandacht op het kopje koffie wil richten, geen vragen stellen over dingen in de huiskamer, of de bewoner met dementie attent maken op dingen die buiten te zien zijn.

Praat niet te snel, sluit met je tempo aan bij de bewoner. ‘Verleiden’: als iemand iets niet wil, kunnen wij hem soms verleiden door de manier

waarop je iets vraagt of aanbiedt. Woorden worden niet altijd meer begrepen, ondersteun je woorden met gebaren, doe het voor.Kopje koffie? maak drinkgebaar, jas aan? maak de beweging alsof jij je jas aandoet, opstaan uit een stoel, ga voor iemand staan en steek uitnodigend je hand uit. Iemand onder de arm pakken en gaan trekken werkt vaak averechts.

Laat zien in je houding dat je alle tijd hebt, wees niet gehaast. Zeg bijvoorbeeld niet ‘ik kom maar even hoor, ik moet ook nog naar…’.

Jij kunt voor de bewoner ‘gunstig’ of ‘ongunstig’ aanvoelen, als je gehaast, moe, gespannen of geprikkeld bent, voelt een bewoner, zeker ook een bewoner met dementie, dat vaak haarfijn aan en reageert ook angstig of boos. Als je ‘gunstig’

14

Page 15:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

aanvoelt, krijg je bijvoorbeeld spontaan een arm of iemand vraagt ‘ben je mijn moeder/vader?’ Hij/zij voelt zich dan veilig bij jou.

Geen dwang of overmacht: dwingen tot bepaalde dingen roept weerstand op. Dat gebeurt ook als de bewoner zich ondergeschikt, gecommandeerd of overvraagd voelt. Niet te veel eisen aan de bewoner stellen en uittesten wat hij wel of niet meer weet.

Stel niet te veel vragen, maar vertel iets. Geef de bewoner een compliment voor wat goed gaat, doe dit respectvol en gemeend,

zo dat een bewoner zich als volwassene voelt aangesproken. Vermijd onverwachte gebeurtenissen, dit voorkomt soms impulsief gedrag. Neem de bewoner serieus, ga in op zijn verhaal en probeer er achter te komen wat hij

bedoelt. Toon belangstelling, ook al heb je het verhaal wat iemand vertelt al vaak gehoord, vraag bijvoorbeeld hoe iemand het heeft beleefd en wat hij ervan vond. Negeer verdriet of boosheid niet, zeg bijvoorbeeld niet ‘ik vergeet ook wel eens wat’, maar erken dat het erg is om zoveel dingen te vergeten.

Omdat de verschillende vormen van dementie ook verschillende verschijnselen met zich meebrengen, worden aan het einde van dit naslagwerk de meest voorkomende vormen van dementie benoemd.

Fasen van dementie:Naast de vorm van dementie, is ook de fase van dementie waarin de bewoner zit, bepalend voor zijn/haar gedrag.In de eerste (bedreigde) fase zien we dat iemand zijn vergeetachtigheid probeert te verbergen en net probeert te doen of er niets aan de hand is. De bewoner voelt zich vaak letterlijk bedreigd en heeft vooral behoefte aan mensen die hem helpen zonder hem te kleineren of te corrigeren.In de tweede (verdwaalde) fase neemt de vergeetachtigheid toe, raken woorden en begrippen kwijt, wordt het vermogen tot denken minder en lopen mensen soms rond zonder doel. Ze beleven hun gevoelens vaak heftig. Belangrijk om in deze fase de levensgeschiedenis van de bewoner te kennen, waar komt hij/zij vandaan, wat deed hij/zij voor werk, heeft hij/zij kinderen?Bewoners in deze eerste twee fasen kunnen ineens boos uitvallen en je van dingen beschuldigen zoals ‘jij hebt mijn portemonnee gestolen’ of ‘jij hebt dit of dat kwijt gemaakt’. Het heeft vaak geen zin om te ontkennen of jezelf te verdedigen, beter kun je samen naar een oplossing zoeken: ‘Wat vervelend, zullen we samen naar uw portemonnee zoeken?’ of de bewoner afleiden door een gesprekje over een foto van de kleinkinderen of de mooie plantjes in de vensterbank o.i.d. Bij de derde (verborgen) fase trekt een bewoner zich terug in een innerlijke wereld, is in zichzelf verzonken en loopt doelloos rond. Soms herhalen handelingen zich: iets oprollen, stampen met de voeten, ritme slaan. Het is belangrijk om deze bewoners geborgenheid te bieden, te zorgen dat ze het gevoel krijgen er te mogen zijn en dat zij zich kunnen uitspreken (ook al begrijp je hen niet).Ze hebben veel aan een vriendelijke begroeting, een knikje als je hen tegenkomt. Als ze een verward verhaal vertellen, helpt het vaak als je luistert en reageert met algemene termen als ‘ Nou, dat is ook wat’ of te vragen ‘wat vindt u daar nou van’.In de vierde (verzonken) fase krijg je amper reactie van de bewoner, contact is nauwelijks meer mogelijk. De bewoner heeft de ogen vaak gesloten. Belangrijk om de bewoner de kans te geven op prettige ervaringen door bijvoorbeeld iemands hand vast te pakken, rustige muziek op te zetten, zacht voor iemand te zingen, handen in te smeren met handcrème, arm of

15

Page 16:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

wang te strelen. Probeer harde geluiden en onverwachtse dingen te vermijden zoals stoten tegen bed of rolstoel.

Bewoners die een psychiatrisch ziektebeeld of een psychiatrische stoornis hebben:Ook hier bepaalt de vorm van het ziektebeeld of de stoornis welke klachten/ verschijnselen iemand heeft. Het voert te ver om op alle verschillende vormen in te gaan, wel is er een duidelijk verschil tussen een bewoner met een psychiatrisch ziektebeeld en een bewoner met dementie. Ook al is de bewoner in de war, het geheugen werkt meestal nog goed. Je kunt, in tegenstelling tot veel bewoners met dementie, vaak afspraken met hem maken. Deze bewoners hebben in de omgang andere dingen nodig dan bewoners met dementie. Misschien vind je dat medewerkers streng overkomen in hun omgang met deze bewoners. Dat heeft alles te maken met de grenzen die bewoners soms nodig hebben en de duidelijkheid waarmee je dit onder hun aandacht wil brengen. Het heeft dus niets te maken met straf. Er zijn bewoners die als ze te veel aandacht, keus of ruimte krijgen, hier niet goed mee om kunnen gaan. Ze verdrinken als het ware in die ruimte/aandacht en dat zorgt ervoor dat hun klachten/ ziekteverschijnselen toenemen.Een voorbeeld: een bewoner vraagt steeds de aandacht door aan iedereen die langskomt dezelfde vraag te stellen. Hij krijgt dan misschien wel 5 verschillende antwoorden, weet steeds minder wat te doen en gaat steeds meer aandacht vragen, wordt steeds meer onzeker en bang.Als één medewerker (Marian) met deze bewoner afspreekt: ‘Ik kom om 11 uur bij u en dan praten we over wat u dwars zit’, kan iedereen hiernaar verwijzen door te zeggen: ‘Marian komt om 11 uur bij u en zal er dan met u over praten’. Deze bewoner zal dan minder behoefte voelen om mensen aan te blijven klampen.De bedoeling is niet om de bewoner helemaal te negeren, groet of knik als u hem ziet, maar blijf als hij u weer dezelfde vraag stelt, wel op neutrale toon aan de afspraak herinneren. Het is belangrijk dat iedereen dat doet. Stel dat een andere medewerker of u als vrijwilliger denkt: ‘Wat zonde voor die meneer het is nog maar 10 uur, dan ga ik maar met hem praten want anders moet hij zolang wachten’, dan help je deze bewoner niet echt, maar zorg je er juist voor dat de onzekerheid en onrust blijft. Want de bewoner weet nu weer niet waar hij aan toe is, Marian zou om 11 uur komen en nu is daar ineens Piet of Paula die om 10 uur al met hem komt praten. Ook zijn er bewoners waarbij het van groot belang is dat ze die dingen die ze zelf nog kunnen, ook zelf doen. Het lijkt dan misschien hard om aan een bewoner die erg zenuwachtig of verdrietig overkomt, te vragen het eerst zelf te proberen, maar dat doe je omdat die bewoner anders steeds afhankelijker van jou wordt. Dit kan ook weer tot verergering van zijn klachten leiden.

Als er bewoners zijn die u als vrijwilliger begeleidt en die speciale afspraken hebben wat betreft de omgang, dan is het de bedoeling dat medewerkers u hiervan op de hoogte brengen. Als u twijfelt of u wel op de goede manier met een bewoner omgaat, dan kunt u ook zelf navraag doen bij een medewerker welzijn of medewerker zorg van de betreffende afdeling (uiteraard op een moment waarbij de bewoner niet aanwezig is).

Belevingswereld van chronisch ziekenWanneer iemand aan een chronische ziekte lijdt, heeft dat vaak grote gevolgen voor de manier waarop hij naar zichzelf kijkt, de levensdoelen die hij zich stelt en de verwachtingen die hij van het leven heeft. Hij ontkomt er niet aan dat hij meer egocentrisch wordt, meer gericht op

16

Page 17:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

de ziekte en op pogingen om zo normaal mogelijk door te leven. Mensen die chronisch ziek zijn, beleven soms gevoelens van ontkenning, boosheid en verdriet. Soms hebben ze hun ziekte aanvaard en een nieuw evenwicht gevonden maar kunnen plotseling toch weer geweldig boos zijn of in een depressie raken. Dat ligt aan de dingen die in hun leven gebeuren en aan de mate waarin zij zich binnen de gegeven situatie ‘goed’ voelen of juist niet.

Als je steeds afhankelijker wordt, is het moeilijker om jezelf te blijven beleven als waardevol mens. Het is belangrijk dat wij de bewoner het gevoel geven dat hij meetelt als mens, dat hij voor anderen iets betekent en dat zijn leven zin heeft.

Alle mensen beleven zichzelf als uniek persoon, met een eigen identiteit. Dit komt tot uitdrukking in je kleding, je speciale gewoonten, de muziek of het eten waar je van houdt, hoe je huis is ingericht, van welke club, kerk of politieke partij je lid bent. In het verpleeghuis vallen veel van deze zaken weg.

Bovendien hebben veel bewoners in een zorginstelling last van één of meer van de onderstaande stressfactoren:- gevoel van onveiligheid, niet serieus genomen voelen - gebrek aan zelfsturing, gevoel van onmacht - te weinig gestructureerde afwisseling in het leven, dus vaste momenten in de week (uit/thuis, alleen/gezamenlijk, rust/inspanning, vrije tijd/verplichtingen) - te weinig aandacht, sociale contacten, het gevoel erbij te horen - te weinig tijdsbesteding, te weinig zingeving.

Veel bewoners hebben een (onbewust) gevoel van onmacht en zien geen of weinig mogelijkheden om hun eigen leven te bepalen/te leiden. Dit wordt soms bevorderd door de huisregels of dagstructuur van de instelling waar ze wonen en de afhankelijke positie. Men heeft vaak weinig contacten, weinig te doen en veel te weinig afwisseling in het leven. Deze factoren samen leiden tot onderbelasting. En onderbelasting geeft evenveel stress als overbelasting! Daarom is het aanbieden van een kansrijke omgeving waar men contacten en bezigheden vindt zo belangrijk. Het zorgen hiervoor zou je levenskunst kunnen noemen. Veel mensen zijn zelf in staat tot deze levenskunst. Maar er kan in ieders leven een moment komen dat je dat zelf niet meer kan. Door depressie bijvoorbeeld, door ziekte of gewoon door de grote stress van het nietsdoen, zoals in zorginstellingen voorkomt. Daarom is het gaan naar een activiteit, vereniging of club zo belangrijk. Je komt één of twee keer per week gezellig samen voor een bezigheid of hobby. Hierdoor ontstaat de broodnodige afwisseling in het weekprogramma, de contacten en de tijdsbesteding.

Het is soms erg moeilijk om bewoners te motiveren om mee te gaan naar activiteiten.Probeer dit zo snel mogelijk te doen nadat een bewoner is opgenomen, hoe langer iemand gewend is om op de eigen kamer of afdeling te blijven, hoe moeilijker het wordt om te motiveren voor activiteiten buiten de afdeling.

Nodig de bewoner uit op een manier die bij de bewoner past (hierbij kun je ook tips vragen aan de welzijnsmedewerker), bij de 1 misschien een grapje gebruiken, de ander uitnodigen in gezelschap van een medebewoner die ook gaat en waarmee de bewoner het goed kan vinden. Iets wat de bewoner positief vindt benadrukken ‘het is hier gezellig met de mannen onder elkaar, u kunt bij de leesclub met gelijkgestemden praten of ze hebben altijd iets lekkers bij de koffie’ en bij weer een andere bewoner een rondje door het huis voorstellen waarbij je ‘toevallig’ langs de zangclub loopt en dan zeg je ‘zullen we hier eens even gaan luisteren’. Uiteraard de grenzen die een

17

Page 18:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

bewoner aangeeft respecteren en niet iemand tegen zijn zin naar een activiteit brengen. Als iemand snel ergens tegen op ziet, kun je de drempel verlagen door bijvoorbeeld te

zeggen ‘we gaan alleen eens even kijken, als u het niks vindt, kan ik u altijd weer terug brengen naar uw kamer’. Of ‘ik blijf er ook bij en ik kom naast u zitten’.

Ook een goede uitleg van te voren over wat er gaat gebeuren of wat er van de bewoner wordt verwacht helpt vaak wel. Stel: iemand gaat voor de eerste keer naar bloemschikken en denkt dat er een artistiek resultaat van hem wordt verwacht, terwijl hij/zij er helemaal niet zo goed in is of zoiets nog nooit heeft gedaan. Je kunt ook voorstellen dat iemand de eerste keer alleen meegaat om te kijken of om kleuradvies te geven, zo kun je een bewoner soms beetje bij beetje over de drempel helpen.

Bij belevingsgerichte omgang met de (somatische) verpleeghuisbewoner gaat het er om te begrijpen hoe mensen met een chronische aandoening, die ook nog eens in een verpleeghuis wonen, zichzelf ervaren en hoe ze hun leven ervaren. Wat verwachten ze van anderen, kun je als vrijwilliger iets voor hen betekenen en zo ja wat?

Onze bejegening is van groot belang.

Wat vooral niet doen: Een autoritaire houding aannemen. Niet ingaan op wat bewoners zeggen en zouden willen. Vooral bezig zijn met het ‘eigen programma’ en weinig oog hebben voor hoe de

bewoner het maakt. Onderling praten ‘over het hoofd van de bewoner heen’.

Veel van de tips die bij omgang met bewoners met dementie staan, zijn voor alle bewoners belangrijk. We hebben te maken met mensen die door ouderdom en/of beperkingen minder kunnen en vaak kwetsbaar zijn.Wat kun je wel doen/wat is belangrijk:

Veiligheid: geborgenheid, prettige sfeer, niet teveel mensen die heen en weer lopen, niet teveel geluiden.

Noem de bewoner bij de naam, meneer of mevrouw … of ( als hij/zij hiervoor toestemming geeft) bij de voornaam. Laat merken dat je iemand ziet door bijvoorbeeld een knipoog, knikje, schouderklopje.

Afstemmen van je benadering: voordat je met je vraag, opdracht of handeling begint, kijk je eerst iemand aan. Als je goed contact hebt, lukt alles beter. Ga naast iemand zitten als je wat wil vragen of vertellen. Vertel kort wat je komt doen.

Praat niet te snel, sluit met je tempo aan bij de bewoner. Laat zien in je houding dat je alle tijd hebt, wees niet gehaast. Zeg bijvoorbeeld niet

‘ik kom maar even hoor ik moet ook nog naar…’. Geen dwang of overmacht: dwingen tot bepaalde dingen roept weerstand op. Niet te

veel eisen aan de bewoner stellen. Geef de bewoner een compliment voor wat goed gaat. Doe dit respectvol en gemeend,

niet zo dat een bewoner zich een klein kind voelt. Neem de bewoner serieus, ga in op zijn verhaal, toon belangstelling. Negeer verdriet

of boosheid niet, zeg bijvoorbeeld niet ‘ik kan ook niet alles meer’, maar erken dat het je moeilijk lijkt om afhankelijk te zijn.

Tips om samen met een bewoner te ondernemen: Samen een boodschap halen in het winkeltje of de winkel in de buurt. Helpen met kapsel/nagels verzorgen/opmaken/handen insmeren/geurtjes uitproberen.

18

Page 19:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Samen nalopen van de kleding/nachtkastje/schoenen poetsen/ kleine verstel-werkjes aan kleding doen.

Helpen met eten geven/koffie schenken. Planten verzorgen/afwassen/koper poetsen (en regelmatig aanwijzingen of

commentaar daarbij vragen aan de bewoner). Kind of dier meenemen (samen met kind spelen/dier verzorgen). Luisteren naar muziek, tijdschriften/prentenboeken/fotoboeken doorkijken (eventueel

op eigen kamer, thee/koffie meenemen). Samen kaarten schrijven voor familie/vrienden en de bewoner hierbij betrekken. Maak gebruik van de duo fiets voor locatie(s) waar dit van toepassing is. Kopje koffie/thee drinken in het/een restaurant, andere omgeving biedt soms ook

andere gespreksstof. Neem een paar stukjes fruit mee en schil samen een appeltje o.i.d. Samen met de auto erop uit, terwijl u rijdt hoeft er niet zoveel gepraat te worden en

soms komt de gespreksstof vanzelf: ‘Hé kijk daar, die boer loopt met zijn koe over de weg’. Samen autorijden gaat prima maar misschien is het voor beiden fijn de eerste keer een begeleider mee te vragen.

Wandelen, onderweg mooie takjes/ bloemen meenemen. Samen een spelletje doen (er zijn op de afdeling vaak wel spelletjes aanwezig, maar

neem er ook eens één van jezelf mee). Voorlezen (krant/gedicht of een ander klein stukje of lees een brief/kaart die de

bewoner gekregen heeft voor). Samen naar activiteiten gaan die in het huis worden georganiseerd. Praatje maken; praat over de dingen van vroeger die men nog weet, als dat niet zoveel

meer is kun je soms ook zelf wat vertellen en bekende namen of termen voor de bewoner gebruiken.

Bij een bewoner die niet veel uit zichzelf vertelt of zegt kun je een praatje aanknopen met andere bezoekers/bewoners/personeel en de bewoner hierbij terloops betrekken.

Samen een kerkdienst, concert of toneeloptreden bezoeken.

Discretie en zwijgplicht:Als vrijwilliger kom je soms veel te weten, van de bewoner zelf of van zijn omgeving.Ga hier altijd discreet mee om. In de eerste plaats in het contact met de bewoner, misschien vertelt hij/zij je iets in een moment van zwakte of verdriet, waar de bewoner niet op terug wil komen. Begin hier zelf ook niet meer over. Bedenk hoe je het zelf zou vinden als anderen persoonlijke dingen over je zouden weten en hier met jou over zouden beginnen terwijl je dat niet wilt, of dat zij dit door zouden vertellen.Bij het aangaan van het vrijwilligerscontract zijn bindende afspraken gemaakt over het niets verder vertellen over wat je ziet of hoort. Dit geldt ook voor binnen de zorginstelling zelf. Voorbeeld: een bewoner lucht bij jou zijn hart over de kattige zuster die hem vanmorgen hielp, of over zijn zoon die zo weinig op bezoek komt. Met deze informatie mag je niets doen, tenzij de bewoner je hierom vraagt of je hier toestemming voor geeft.

19

Page 20:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Bijlage met de meest voorkomende vormen van dementie:

Ziekte van Alzheimer Bij de ziekte van Alzheimer zie je een geleidelijke achteruitgang. Het begint vaak met kleine veranderingen zoals wat concentratieproblemen of vergeetachtigheid, vage angstklachten, achterdocht of lichamelijke klachten waarvoor geen oorzaak te vinden is.In het begin vaak te vergelijken met ‘normale’ ouderdomsverschijnselen, na 1 à 2 jaar zie je dat de ziekte zich duidelijker openbaart.

De volgende verschijnselen horen bij Alzheimer: Inprenting- en geheugenstoornissen, niet meer weten hoe laat het is, waar je bent of

wie de persoon tegenover je is ( desoriëntatie in tijd, plaats en persoon). Afasie (vermindering of verlies van spreken of schrijven). Apraxie (handelingen niet of niet meer goed uit kunnen voeren). Agnosie (het niet herkennen van voorwerpen of waar het voor dient). Sterke achteruitgang van het sociaal functioneren (gesprekken voeren, op de juiste

manier reageren).

Vasculaire dementie: Hieronder vallen alle vormen van dementie die veroorzaakt worden door bloedvatproblemen en doorbloedingsstoornissen in de hersenen, ook wel aderverkalking, arteriosclerose, Multi-infarct dementie genoemd.Verschijnselen:

Het schoksgewijze ziekteverloop, soms kunnen mensen dagen of uren goed functioneren en dan ineens weer veel slechter. Dit komt door afsluiting van de bloedtoevoer die zich ineens voordoet, waardoor een groter of kleiner deel van de hersenen ineens uitvalt. Welke functies uitvallen is afhankelijk van waar de afsluiting zich voor doet. Uitval van motorische functies (aansturing van spierkracht en functie).

Eénzijdig krachtsverlies of verlammingen, éénzijdige uitval gezichtsvermogen. Aantasting van spraak, stoornis zintuigen ( zien, voelen, horen en ruiken). Wisselende stemmingen. Mensen hebben vaak zelf nog goed door dat bepaalde functies zijn uitgevallen, ook

het geheugen blijft bij deze vorm langer in tact, wat vaak extra pijnlijk is voor mensen met deze vorm van dementie.

Ook zijn mensen veel trager in hun denken en doen. Waar hou je rekening mee in de omgang?

Mensen met deze vorm van dementie hebben vaak nog goed door dat ze ziek zijn en achteruit gaan.

Pas je tempo aan, hou er rekening mee houden dat het even duurt voor ‘het kwartje valt’.

Iemand houdt jou dus niet voor de gek als hij eerst wel iets weet en even later geen idee heeft waar jij het over hebt, dat hoort bij dit ziektebeeld.

Lewy-body dementie Een directe collega van dr. Alzheimer, dr. Friedrich H. Lewy, ontdekte in de hersenen van sommige overleden dementerenden de aanwezigheid van zogenoemde Lewy-bodies. Deze microscopische lichaampjes bestaan uit eiwitdeeltjes en ze komen bij Lewy-body dementie verspreid in de hersenen voor.  

20

Page 21:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Verschijnselen van Lewy-Body dementie (ook wel dementie met Lewy lichaampjes (DLB) genoemd):

Snel verloop: binnen een jaar kan de patiënt sterk achteruitgaan. Cognitieve vermogens (vermogen om iets te leren of te begrijpen) kunnen per dag

verschillen, periodes van redelijk functioneren worden afgewisseld door periodes van sterke verwardheid. Ook hier is dus geen sprake van opzet als iemand het ene moment wel iets kan of weet en het andere moment niet.

Geheugenproblemen. Concentratieproblemen. Spierproblemen, vooral stijve spieren. Visuele hallucinaties (dingen zien die er niet zijn). Visuele illusie (iets voor iets anders aanzien). Neiging tot vallen, flauwvallen en waanideeën. Nachtelijke onrust.

Waar hou je rekening mee in de omgang?

Omdat deze mensen vaak overgevoelig zijn voor prikkels, is het belangrijk de omgeving prikkelarm te maken. Dus niet meerdere dingen tegelijk, geen activiteit of gesprek voeren met op de achtergrond radio of TV.

Het besef van ziekte en achteruitgang blijft vaak langer. Iemand houdt jou dus niet voor de gek als hij eerst wel iets weet en even later geen

idee heeft waar jij het over hebt, dat hoort bij dit ziektebeeld.

Fronto-temporale dementieën Bij deze vormen van dementie (frontaalkwabdementie, ziekte van Pick) zijn de frontaal- of voorhoofdskwab en de temporaal- of slaapkwab aangetast. Deze gebieden spelen een grote rol in het reguleren van ons gedrag. De eerste verschijnselen doen zich voor op middelbare leeftijd (tussen 40 tot 60 jaar). Gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen komen bij deze vorm het eerst op de voorgrond. De tijdswaarneming, het weten op welke plaats men is en het geheugen blijven vaak lang in tact. Het uitvoeren van ingewikkelde handelingen wordt wel een groot probleem. Het verloop kan zowel langzaam als progressief zijn, ziekteduur kan variëren van 2 tot 15 à 20 jaar.

Belangrijkste verschijnselen: Ontremming, in de vorm van ongepast gedrag naar omgeving (bijvoorbeeld schelden),

maar ook in eten of op seksueel gebied. De houding verandert vaak zonder aanleiding in negatieve zin (vijandig,

wantrouwend). Verlies van initiatief en onverschilligheid of juist overdreven uitgelaten, claimend en

opdringerig. Emotionele onverschilligheid, reacties die niet passen bij bepaalde emoties of gebeurtenissen. Inzicht in eigen situatie ontbreekt.

Ongedurigheid of rusteloosheid zoals voortdurend heen en weer lopen (zwerfgedrag). Obsessief-compulsief gedrag (dwanggedachten en/of dwanghandelingen),

krampachtig vasthouden aan tijden (maaltijden, koffie e.d.), bepaalde activiteiten en patronen (tellen van dingen, verzamelen van voorwerpen, tikken of kloppen).

De spraak wordt minder, minder deelnemen aan gesprekken, korte antwoorden op vragen geven, net niet op bepaalde woorden kunnen komen (geschreven taal is vaak geen probleem).

De zelfzorg gaat sterk achteruit.

21

Page 22:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Impulsief, stuurloos gedrag, de bewoner is niet in staat zichzelf te remmen. Hallucinaties (iets horen, zien of voelen wat er in werkelijkheid niet is) en wanen

(overtuigd zijn van bepaalde ideeën die niet op waarheid berusten, bijvoorbeeld ik ben bestolen), dit komt vooral in eerste fase van de ziekte voor.

Waar hou je rekening mee in de omgang?

Structuur aanbrengen in het gedrag van de bewoner door vaste afspraken en een vaste dagindeling. Orde en regelmaat geven een gevoel van veiligheid en compenseren het gevoel van controleverlies. Afwijken van vast ritme kan onzekerheid en angst oproepen.

Maak gebruik van oude gewoontes van de bewoner, leg dingen op de juiste volgorde, verander de volgorde niet.

Deel activiteiten in kleine stapjes, geef korte, duidelijke instructie, ‘pak uw kopje maar, roer de suiker, drink de koffie maar op, pak de bal, gooi hem naar mij…’.

Zorg voor een rustige omgeving waarin de bewoner niet te veel wordt afgeleid of overprikkeld, vermijd lawaai waar hij boos op reageert of een (open) snoeppot of koektrommel die hij leeg eet.

Breng zelf de begrenzing (rem) aan die de bewoner niet meer heeft door heel kort en duidelijk aan hem te vertellen wat je van hem verwacht en wat wel en wat niet kan, ga niet in discussie, dwing hem niet tot dingen, bied alternatieven voor ongewenst gedrag of probeer de bewoner af te leiden. Maak zo nodig afspraken over roken/alcohol en geef afgemeten porties eten ( geen voorraad snoep of mand vol brood/schaaltje vol met beleg), vermijd uitlokkende factoren bij seksuele ontremming.

Probeer dwangmatige handelingen die de bewoner steeds herhaalt en die niet storend zijn, niet te veranderen; dit voorkomt zinloze ruzies.

Parkinson dementieDeze vorm kan optreden in een vergevorderd stadium van de ziekte van Parkinson.Verschijnselen:

Vertraging in denken en handelen. Initiatief verlies, niet tot actie kunnen komen. Problemen met plannen en overzicht houden. Het oriëntatie vermogen (hoe laat is het, waar ben ik, wie is de ander) en het geheugen

blijven meestal vrijwel in tactWaar hou je rekening mee in de omgang?

Structuur aanbrengen, vaste tijden/gewoonten. Uitleggen wat ze van jou kunnen verwachten en wat jij van hen verwacht. De tijd nemen, rustig praten, wachten tot het ‘kwartje valt’.

Dementie op jonge leeftijdOmdat mensen vanwege hun leeftijd vaak nog volop meedraaien in de maatschappij, heb je met heel andere zaken te maken dan wanneer iemand ouder is.Mensen zijn vaak lichamelijk fitter waardoor ze zichzelf beter inschatten dan ze zijn. Daardoor willen ze vaak de regie niet snel uit handen geven en soms dingen blijven doen die eigenlijk niet meer kunnen, denk bijvoorbeeld aan regelen van geldzaken of auto rijden. Het besef dat ze ziek zijn is er wel, de frustraties en gevoelens van machteloosheid zijn vaak heftig. De verschijnselen van dementie op jonge leeftijd zijn vaak dezelfde als op latere leeftijd. Opvallend is dat de geheugenproblemen niet het meest in het oog springend zijn maar wel:

22

Page 23:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Moeilijk opnemen en verwerken van nieuwe informatie. Wisselende stemmingen of juist onverschilligheid. Overzicht verliezen in drukke/complexe situaties. Gedragverandering zoals ontremming of apathie (initiatief verlies). Vermindering van woordenschat en woordvindproblemen. Karakterverandering. Behandeling van klachten heeft geen effect. Het geheugen kan vaak nog redelijk goed zijn. De verschijnselen bij jongen mensen met dementie zijn vaak ernstiger, ook verloopt de

ziekte sneller en progressiever.Waar hou je rekening mee in de omgang?

Juist omdat iemand zichzelf beter inschat, is de manier waarop je eventuele hulp of begeleiding biedt erg belangrijk. Laat de bewoner zoveel mogelijk zelf doen en biedt hulp terloops aan, leg er niet de nadruk op.

Dementie bij verstandelijk beperkten:Het is bij deze groep bewoners vaak lastig om te achterhalen of er sprake is van dementie, of kunnen ze minder door ouderdom, of komt de terugval door veranderingen (verlies ouders, verhuizing).Eerste verschijnselen dementie:

Geheugenproblemen. Minder actief, sneller vermoeid. Traagheid in denken en doen.

Na verloop van tijd: Minder interesse in allerlei zaken. Sufheid overdag. Verminderde zelfredzaamheid. Minder verstaanbaar spreken. Oriëntatieproblemen, niet weten waar je bent, hoe laat het is. Inprentingstoornissen. Onzekere motoriek.

Waar hou je rekening mee in de omgang? Deze bewoners hebben vooral veel structuur nodig, weten waar ze aan toe zijn is

belangrijk. Het begrip is in ieder geval al minder vanwege hun verstandelijke beperking.

KorsakovOorzaak is een tekort aan vitamine B1 door een combinatie van langdurig overmatig alcoholgebruik in combinatie met een slechte voedingstoestand.Eigenlijk is Korsakov geen vorm van dementie omdat, als men met alcohol stopt, ook het proces van achteruitgang stopt. Bij alle vormen van dementie is er sprake van een onomkeerbaar, voorschrijdend proces.Verschijnselen:

Geheugenverlies (m.n. korte termijngeheugen). Er kan maar weinig nieuwe informatie voor langere tijd worden opgeslagen, soms kan

iemand dit 5 à 10 minuten onthouden. Confabuleren (gaten in geheugen opvullen met verhalen/verzinsels en soms ook

kloppende verhalen, dit gebeurt ONBEWUST). Desoriëntatie in tijd en ruimte (niet weten hoe laat het is of waar men is). Loop- en evenwichtsstoornissen.

23

Page 24:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Karakterveranderingen (initiatief verlies). Achterdochtig, agressief en depressief gedrag. Zelfverwaarlozing. Weinig tot geen ziekte besef/ziekte inzicht. Intellectuele vermogens blijven vaak gespaard. Er kunnen nieuwe dingen worden aangeleerd

Waar hou je rekening mee in de omgang? Niet altijd meegaan in de beleving (bijvoorbeeld bewoner wil in bed blijven of wil niet

mee naar activiteit), maar structuur bieden (om zo en zo laat opstaan, die of die activiteit gaan we om zo laat doen).

Beperkte keuze bieden, uit twee opties laten kiezen of eerst doen wat bewoner wil, daarna wat moet gebeuren, of als bewoner wil dat omruilen.

Proberen om te motiveren door in te spelen op behoefte of belang van de bewoner (bijvoorbeeld: ‘als u meegaat een rondje lopen, kunt u meteen een sigaret roken’).

Als iemand de gaten in zijn geheugen opvult met nietkloppende verhalen, dit de bewoner niet kwalijk nemen en je er niet persoonlijk door geraakt voelen

Gebruikte bronnen:De basis cursus belevingsgerichte zorg IMOZDe wondere wereld van dementie door Bob Verbraeck en Anneke van der PlaatsHersenniveaus, omgevingszorg Breincollectief, Anneke van der Plaats sociaal geriaterAanvulling op omgangstips dementie Academische Werkplaats DementieVoorbeelden bij omgangstips en tips om samen met de bewoner te doen Lianne de Nooijer, welzijnsmedewerker Zorgstroom

24

Page 25:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Communicatie tips(Agatha van der Geld)

Dementie kent enkele fasen en daarbij hoort voor de omgang met deze mensen een bepaalde werkwijze. Eerst volgt hier een korte uitleg over de 3 fasen en daarna tips voor de communicatie.

Kenmerken per fase:1) Begeleidingsbehoeftige fase in dit geval woont de persoon meestal nog zelfstandig,

maar verliest de grip op het heden = licht beginnend dement Stelt vaak dezelfde vragen, Raakt de draad van het gesprek kwijt en vindt die niet meer terug, Vertrouwde taken ( zoals koken) lukt niet meer, Tijd en plaats zijn kwijt waar liggen mijn sleutels?? Korte termijngeheugen werkt niet meer, Plotselinge omslag van stemming en probleem met concentratie.

2) Matige dementie in deze fase kan men niet meer zelfstandig wonen, is zorgbehoeftig, leeft meer en meer in het verleden (steeds verder terug in de tijd en pijnlijke ervaringen komen weer boven). Vergeet medicijnen in te nemen en apparaten uit te zetten (strijkijzer, fornuis), Problemen met: rekeningen betalen, boodschappen doen, veters strikken, knopen

dichtdoen (fijne motoriek), spreken maar ook lezen en schrijven, Stemmingswisseling agressie, woede, of juist in zichzelf gekeerd, onaangepast

gedrag, Dag en nacht omkeren, verdwalen in tijd en ruimte.

3) Ernstige vorm van dementie, laatste levensfase, verpleegbehoeftig, langzaam maar zeker terug naar zuigelingentijd. Weinig of geen geheugen meer, probleem met spreken + begrijpen, Weinig of geen emotie tonen en weinig of geen herkenning van zichzelf(bijv. in de

spiegel) en anderen, Hulp nodig bij verzorging, lichamelijke achteruitgang ( vaak bedlegerig), Problemen met kauwen en slikken ( krijgt zo te weinig voedsel binnen en valt sterk

af).

Communicatie tips.

Begeleiding bij contact bijv. bij bijeenkomst met een kleine groep : benader de persoon/personen niet van achter. blijf binnen het gezichtsveld en houd oogcontact. zorg ervoor dat je de aandacht van de dementerende vasthoudt. neem, als het enigszins kan, de ooghoogte aan van de persoon. neem even de tijd voor je met een handeling begint, maak een praatje, kijk elkaar aan,

lach even, raak evt. hem/haar even aan. Dit heet “ afstemmen”. praat niet harder dan nodig is en niet op het niveau van een “kleuter”, praat langzaam,

gebruik korte, duidelijke zinnen, concrete taal en sluit aan bij de taal van de dementerende (een mooi woord daarvoorpapagaaien)

Vragen stellen:

25

Page 26:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

bij beginnend dementerenden open vragen, dit nodigt uit (1e fase). naarmate het proces vordert, zijn gesloten vragen vaak beter. kiezen wordt alsmaar moeilijker, dus geen keuzevragen meer, geen of/of- vragen

( start hiermee in de 2e fase).

Niet overvragen: gebruik niet teveel woorden gebruik geen samengestelde zinnen gebruik geen onbekende woorden als bijv. Tillift, want daar de dementerende vaak

geen plaatje” bij help ze met oproepen van “plaatjes”+ de sfeer die erbij past die ze vroeger hadden

bij allerlei situaties de inhoud van de koffers van ons project.

Veilige en rustige omgeving: deze mensen houden van “traag”, veel haastig gedoe en geroep ( door personeel of

medebewoners) geeft gevoelens van angst en onrust dwang roept weerstand op. Pas op voor commanderen en overvragen herkenbare omgeving inrichting/voorwerpen die herinneringen oproepen niet teveel prikkels, maar ook niet te weinig

Valkuilen: tips test niet, verbeter niet, stel geen moeilijke vragen, overhoor niet, spreek ze niet

tegen, geef geen standjes, confronteer niet. tips op het gebied van belevingswereld van de dementerende confronteer niet,

commandeer niet, redeneer de persoon niet omver, bekritiseer niet, negeer de gevoelens niet, niet omkopen, nooit liegen.

Maar…. In beginnende fase:Praat over prettige herinneringen, stimuleer ze in de dingen, die ze nog kunnen, stimuleer het genieten van de fijne dingen (herinneringen, gewoonten, interesses, genotsmiddelen) en vermijd situaties, die de persoon niet aankan.In middenfase:Zorg voor bekende vormen en voorwerpen, zorg voor een zo herkenbaar mogelijkdagelijks leven routines, wijs ze op de gewone dingen (het water komt uit de kraan), maak situaties overzichtelijk, zorg voor bekende rituelen.In eindfase:Raak de persoon aan, laat je nabijheid voelen, laat de bewoner niet schrikken, zorg voor een kleine eigen ruimte met prettige muziek en/of licht.

Info uit: De wondere wereld van Dementie , B.Verbraeck, A.v.d.Plaats.Leven met Dementie, Frans Hoogeveen.De heldere eenvoud van dementie, Huub Buijssen.

26

Page 27:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Nog meer tipsTips van Joke Corbijn en aanvullingen n.a.v. van de vrijwilligersbijeenkomst van 28 mei 2015

Hoe spreek je de deelnemers aan?

Geef iedereen een hand, stel je voor. Vraag hun naam en hoe ze willen dat je ze aanspreekt. Dit is al een activiteit op zich! Sommige mensen waren niet gewend ooit met ‘Meneer, mevrouw’ te worden

aangesproken. Tussenweg: ‘Mevrouw Annie’ en ‘U’.

Vrijwilligers komen met de koffer , ze hebben veel inhoudelijke kennis en vertellen hier veel over ("doceren"). Als ze bij een groep komen waar ook mensen bij zijn met een verder gevorderde dementie is veel vertellen geen goede optie, deze mensen kunnen dat niet volgen. Mensen haken af door onbegrip of worden boos, zeggen “ je vertelt me niks nieuws” of “ je verhaal klopt niet”. Hoe kun je ervoor zorgen dat de bijeenkomst toch een positieve ervaring wordt?

Doel is om mensen te laten praten: niet zelf vertellen! AB-ers stellen de museummedewerkers vaak verkeerd voor: “Deze dames komen ons vertellen…”: dat is verkeerd! Als je begint te vertellen, maai je het gras onder de voeten van de deelnemers!

Soms even een kapstok aanreiken, je voelt je ongemakkelijk omdat er niets komt om de stilte te vullen.

Gesprek leiden door middel van vragen stellen, niet te lang achter elkaar vertellen. Zet bewust in op positieve ervaringen. Deelnemers ruimte geven om te vertellen en ook om met elkaar in gesprek te gaan. Door

verhalen te vertellen kunnen ouderen duidelijk maken wie en wat ze zijn: wat ze beleefd en gepresteerd hebben, wat hen heeft gevormd. De beste herinneringen zijn vaak die in de vroegste jeugd tot en met de adolescentie.

Niet in discussie gaan met de deelnemer. Alles is goed, een fout antwoord bestaat niet. Ga mensen niet corrigeren als ze bijv. van een voorwerp zeggen dat het voor iets bedoeld is wat “niet klopt”, je kunt hooguit zeggen “ oh ik heb ook weleens gehoord dat ze het voor dit of dat gebruikten” en dan de reactie afwachten.

Kies bewust de positie van “ underdog”, bijv. door te zeggen: “ Ik weet er wel iets van, maar u kunt me daar (als ervaringsdeskundige) vast veel meer over vertellen.” “Ik heb spullen waarvan ik niet precies weet wat het is en hoop dat jullie me kunnen helpen”. Of houdt je helemaal van “ de domme” en laat mensen maar aan jou vertellen hoe het zit. (Na een bijeenkomst constateerde een deelnemer dat de museummedewerkers wel erg weinig wisten!!! Doel bereikt!).

Maak naast horen en zien zo mogelijk gebruik van andere zintuigen, laat mensen de voorwerpen vasthouden, is er een geur die bij het thema past, die je kunt laten ruiken?

Zing tussen door een liedje met elkaar of laat een stukje muziek horen. Het gesprek komt moeilijk op gang: liedje zingen, ABC zingen (schoolkoffer). De

deelnemers kennen het liedje waarschijnlijk niet meer helemaal maar helpen elkaar: het wordt door een andere deelnemer over genomen.

Soms helpt het om handelingen bij een voorwerp voor te doen.

27

Page 28:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Je kunt ook vragen aan deelnemers van een groep een vertelde situatie uit te beelden. Zij kunnen dan zichzelf spelen, maar ook bijvoorbeeld hun ouders. ( “Hoe keek uw vader/ de juffrouw dan, of wat zei ze, kunt u dat eens voordoen?”. Dat geeft meestal aanleiding tot veel hilariteit en al doende komen er nieuwe herinneringen naar boven. Ook kun je deelnemers vragen om iets van vroeger te tekenen. Hun woning, een omgeving of een voorwerp.

Heb het niet over feiten maar over gevoelens: deelnemers raken in de stress als ze het antwoord op een vraag niet weten. Zeg dan vooral niet “Maar dat weten jullie toch wel”.

Bij mensen die i.v.m. dementie nog wel een gesprek kunnen voeren, maar geen feitelijke dingen meer kunnen vertellen, kun je vragen naar meer gevoelsmatige ervaringen: “Had u een lieve moeder?” “Wat vond u het lekkerste eten?” “Wat vond u het meest vervelend op school of wat juist het leukste?”

Bij iemand die geen inbreng meer kan geven, wel contact maken door vriendelijk te knikken, even ernaast gaan zitten en een hand op iemands arm leggen, zo voelt deze deelnemer zich toch gezien en onderdeel van de groep.

Bij ongelijke groepen zou een oplossing kunnen zijn om de groep te splitsen in twee kleine groepen (twee ruimtes). Hierdoor kun je meer persoonlijke aandacht geven.

Hoe ga je om met een "dominante" deelnemer? Hoe zorg je dat alle deelnemers aan bod komen? Dominante deelnemers: een speciale omgang, inventief handelen nodig! Familieleden

kunnen soms ook onhandig reageren, vaak omdat ze dementie bij hun ouders niet accepteren.

De dominante persoon wil (net als iedereen) gezien worden. Zijn/haar dominante gedrag is het gevolg van zijn gevoel van gebrek aan erkenning/aandacht, onzekerheid als gevolg van zijn/haar ziekte of de wil om te “ winnen”/de beste, de slimste te zijn. Ze zoeken bevestiging. Vraag hem/haar kort naar hoe hij/zij e.e.a. heeft beleefd of aangepakt. Geef hem/haar een compliment voor de kennis omtrent het onderwerp of de manier waarop hij/zij de situatie heeft aangepakt. Zeg bijv. “Bedankt voor uw bijdrage, het is fijn dat u dit met ons wilde delen.” Het effect hiervan is dat de noodzaak om erkenning te krijgen/te winnen tijdelijk minder op de voorgrond staat en vervolgens kan jij met je eigen verhaal/mening komen.

Nodig mensen persoonlijk uit om op een verhaal of vraag te reageren, “Wat vindt u ervan mw. X”, in plaats van de vraag aan de hele groep te stellen, want dan zal de dominante deelnemer steeds als eerste en misschien als enige antwoorden.

Als de dominante deelnemer er tussendoor komt, kun je dit kort afbakenen door te zeggen: “Dat was een prachtig verhaal. Ik wil nu graag horen/ben nu benieuwd wat meneer Y ervan vindt”.

Belangrijk om de juiste toon te vinden, anders wordt de dominante persoon boos. Soms kan het helpen om tussen door wat de dominante deelnemer heeft gezegd nog eens

even aan te halen als extra bevestiging,: “Zoals mevrouw Z eerder zei : ‘…”, en dan vervolgens een vraag te stellen aan een deelnemer die je nog niet zoveel hebt gehoord: “Heeft u dat ook zo ervaren, of wat is uw ervaring daarmee…?”.

Bedanken en complimenteren moet je neutraal doen. Niet op een overdreven manier, want als de dominante deelnemer denkt dat je hem niet serieus neemt, verergert dat zijn dominantie alleen maar.

Even aanraken kan helpen, er naast gaan zitten. ‘Het hulpje van de juf’: vraag of de dominante persoon je wil helpen.

28

Page 29:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Realiseer je ook dat sommige deelnemers, ondanks pogingen van jouw kant om ook hen te betrekken, geen of weinig inbreng hebben, spontaan, nóch op uitnodiging. Dit moet je accepteren en respecteren. De interactie in de groep bestaat uit het naar elkaar luisteren en n.a.v. het verhaal van de ander het eventueel inbrengen van de eigen herinnering. Soms komt dan een echt groepsgesprek op gang, zij het van korte duur. Voor de groep lijkt het groepsgesprek niet van doorslaggevende betekenis te zijn voor het beleven van momenten van levensvreugde en gevoelens van eigenwaarde. Het bij elkaar zitten in een sfeervolle ambiance en refereren aan positieve aspecten uit het persoonlijk verleden doet voornamelijk de deelnemers opleven.

indien nodig AB-er laten ingrijpen: overige deelnemers moeten verder kunnen gaan Afleiding: koffiepauze inlassen! Soms lijkt iemand dominant omdat hij/zij een harde stem heeft. Dit kan een gevolg zijn

van doofheid. Laat je assistent ernaast zitten. Zorg voor RUST zodat ze je goed kunnen horen (signaleren: werkt het gehoorapparaat misschien niet goed?)

Komt iedereen voldoende aan bod? De een reageert snel, de ander langzaam. De een reageert enthousiast, de ander blijft afzijdig.

Probeer vooraf bijzonderheden van de deelnemers door te spreken: kondig je bezoek op tijd aan!

Wat doe je als een deelnemer niet uit de woorden kan komen? Welke mogelijkheden zijn er om hem erbij te betrekken? Als een persoon (met dementie) moeilijk uit zijn woorden komt: Kan dit komen door afasie, of omdat ze geen gebit hebben; Geef hem/haar voldoende tijd om zelf op het woord te komen; Laat hem/haar iets aanwijzen of omschrijven; Noem het woord zelf, maar vraag altijd na of het klopt; Verduidelijk of vul aan op een vriendelijke manier. Doe dit niet als de persoon hierdoor

boos wordt; Leid hem af als hij woorden of zinnen blijft herhalen.

Als een persoon (met dementie) zijn gevoelens of voorkeuren slecht kan uiten: Laat merken dat u luistert, neem zijn gevoelens serieus en ga erop in. Zeg niet “Het valt

best mee” of “Daar heeft iedereen last van”; Probeer uzelf in te leven; Als u hem niet begrijpt, doe dan niet alsof; Geef met een lach of een aanraking aan dat alles in orde is; Let op gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal of stemhoogte. Ook op die van uzelf; Geef niet te veel keuzemogelijkheden. Dat is erg verwarrend; Geen confronterende vragen stellen (“Hoe oud bent u? ”). Wanneer iemand geschokt

reageert (omdat ze het niet weten):”Bent u de moeder van X?”, “Dan heb ik me zeker vergist”.

Als een persoon met dementie u of anderen moeilijk begrijpt: Houd de aandacht van de persoon vast met oogcontact of door dicht bij hem te blijven; Vraag de aandacht van de persoon, bijvoorbeeld door zijn naam te noemen; Zorg voor zo min mogelijk drukte of afleiding in de omgeving, zet bijvoorbeeld het geluid

van de televisie of de radio uit, controleer of het hoorapparaat goed zit; Loop niet te veel rond. Beweeg langzaam en rustig; Geef niet te veel informatie tegelijk en praat langzaam, rustig en met korte zinnen; Herhaal wat u hebt gezegd of gebruik andere woorden of gebaren;

29

Page 30:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Vraag geen dingen die hij niet kan; Verwacht geen begrip voor uw situatie. Mensen met dementie kunnen zich niet in een

ander inleven; Wees geduldig en geef de tijd om u te begrijpen; Gebruik lichaamstaal (een arm om de schouder of een lachend gezicht) als ander contact

niet meer mogelijk is.

Een deelnemer kan boos worden, hoeft niet te maken te hebben met de vrijwilliger of begeleider.You Tube film https://youtu.be/jWAH3YNe8-o van Anneke van der Plaats geeft daar al voorbeelden van, o.a. ongunstige omgeving, aanslaan angstkern. Neem de boosheid niet persoonlijk op, zie het als een gevolg van de ziekte of de

achteruitgang van de ander. Als een deelnemer loopt te schelden of niets wil, zoveel mogelijk negeren als afleiden niet

lukt. Humor kan ook helpen! De agressie is vaak verkeerd gericht of een reactie op overvraagd zijn. Het is niet altijd op

jou gericht. Blijf kalm want boos reageren kan de angst en onrust nog groter maken. Probeer de persoon af te leiden door bijvoorbeeld over een ander onderwerp te beginnen.

De betrokkene vergeet deze episode na een tijdje. Zorg er wel voor dat je je eigen emoties en boosheid met iemand anders kunt bespreken. Als je beschuldigd wordt, zie dit dan als een uiting vanwege de algehele verwarring die

met de dementie samenhangt. Probeer het te zien als iets dat niet persoonlijk tegen jou gericht is en ga niet in discussie om het te weerleggen.

Hoe ga je om met gecombineerde groepen, b.v. mensen met dementie en hun mantelzorger?

Voor alle deelnemers en in alle situaties kun je de presentie benadering gebruiken.De presentiebenadering gaat over het simpelweg er zijn voor de ander, zodat een vertrouwensrelatie wordt opgebouwd, de ander zich gezien en gehoord voelt en zich volwaardig mens voelt. Alleen al doordat er iemand is die je ziet als volwaardig mens, kan er beweging in de goede richting ontstaan. In de presentiebenadering wordt die beweging niet afgedwongen, de ander hoeft niet te veranderen. Zie ook http://www.presentie.nl/video/presentie-toegelicht/item/4-presentie-in-10-minuten De gedachte is dat wanneer je (beginnend) dementerende mensen aanspreekt op hun

langetermijngeheugen en op basis daarvan een gesprek voert, de communicatie (met mantelzorger) nu eens een keer gelijkwaardig kan zijn. Een mantelzorger die aan een reminiscentieactiviteit deelnam samen met zijn vrouw, gaf het voorbeeld dat een kennis een verhaal over boten had verteld en dat hij daardoor op het idee was gekomen met zijn vrouw over hun eerste kanotochtje te praten: hoe verliefd ze waren en hoe ze met hun kano het riet in waren gevaren. Hij vertelde ons dat dit de eerste keer was in jaren dat hij met zijn vrouw een gesprek had gehad op een min of meer gelijk niveau.

De bijeenkomsten kunnen dan als doel hebben om de dementerende en zijn/haar mantelzorger samen aan een activiteit te doen deelnemen in een gelijkwaardig gesprek. Er ontstaat een fijn moment in hun relatie die als kapstok kan dienen voor een gesprek thuis

30

Page 31:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Geef in een groep van mantelzorgers en zorgvragers eerst de mantelzorgers kort de tijd om hun ervaringen te vertellen en spreek dan af dat daarna hun partners/familieleden aan de beurt zijn.

Bezoek aanspreken op te veel inmenging. Families moeten beter worden geïnformeerd over de activiteit door de zorginstelling,

zodat ze weten, als ze op bezoek komen, dat er een bijeenkomst plaats vindt! Het zou goed zijn om mantelzorgers ook op te leiden in reminisceren (Stichting

Mantelzorg) Geef ook mensen die niet meer goed kunnen formuleren of ruim de tijd nodig hebben die

tijd: als er een sfeer van acceptatie en ontspanning is, komen mensen soms toch nog verassend uit de hoek.

Soms kunnen mensen die het niet goed meer kunnen verwoorden, nog wel voordoen hoe je met een bepaald gebruiksvoorwerp om moet gaan, je kunt hen uitnodigen door te vragen: “wilt u eens voordoen hoe dat gaat/hoe je dat vast moet houden enz.” Ook kunnen mensen soms wel meezingen met een liedje of dansen op muziek en zo hun bijdrage leveren. Hun mantelzorgers kunnen hen daarbij dan mogelijk subtiel ondersteunen/op weg helpen.

Vooraf aan de bijeenkomst zouden mantelzorgers, als zij het thema weten, hier voorwerpen bij kunnen zoeken die de herinneringen van hun familielid/naaste kunnen stimuleren ( bijv. foto’s of muziek die bij het onderwerp past en die naar de bijeenkomst meenemen.

In de hoek van de kamer ligt iemand in bed: Vraag van tevoren wat de bedoeling is. Misschien geniet deze persoon gewoon van het geroezemoes om hem heen. Tijdens de pauze kun je eventueel even individueel aandacht geven

Wat doe je als iemand in slaap valt? Afhankelijk van hoe ver ze zijn in het dementie proces: de doelgroep beginnend

dementerenden is steeds meer aangevuld met mensen die verder zijn in het dementie proces. Deze mensen kunnen er stil bij zitten en dan plotseling erg actief worden

Stille mensen zitten er soms bij om praktische redenen Het is soms onmogelijk om iemand erbij te betrekken Raad vragen aan de verzorger Indien mogelijk één op één behandeling

Rol van de vrijwilligers van de organisatie Als een vrijwilliger steeds aan het woord is, vriendelijk doch duidelijk aangeven dat de

middag niet voor hen is bedoeld. Een vrijwilliger kan wel optreden als verlengstuk van de doelgroep, bij voorbeeld als

iemand iets wil zeggen maar niet kan praten (bv. afasie)

31

Page 32:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Onderstaand gedichtje geeft een beetje weer waar we mee te maken kunnen krijgen als we gaan vergeten:

VERGETEN

Waarom heb ik mijn magnetronEn mijn tv geruild,Vraagt ze me ieder uur,Omdat haar weten anders isEn slechts van korte duur.

Ze zoekt vertwijfeld naar de woordenDie ze niet meer vindt,Terwijl ze boert en winden laatEn uitvluchten verzint.

Haar dure mantel maakt dat zijNooit meer zal zijnDan schijn.

Maar als ik wegga uren laterEn ze zwaait achter het glasIs ze even weer mijn moeder.Ik vergat haast hoe ze was.

(uit: Schouder aan schouder, Theo Raats, geboren 1947 te ’s Gravenzande)

32

Page 33:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

2. REMINISCENTIE

In mijn koffer op zolderInformatie over reminiscentie

Carolien de Koeijer

Wat is reminiscentie?In het boek ‘Reminiscentie’ van Huub Buijssen wordt als definitie gegeven:

Reminiscentie is het proces van het terughalen van positieve herinneringen aan bijvoorbeeld voor jezelf gedenkwaardige gebeurtenissen of ervaringen uit het verleden.

Denken en praten over vroeger, dat doen we allemaal.Op familiefeestjes en reünies worden graag herinneringen opgehaald en hoe vaak gebeurt het niet, dat wij bij het horen van bepaalde muziek of het ruiken van een bepaalde geur opeens aan een gebeurtenis of ervaring uit het verleden moeten denken?Zowel het denken als het praten daarover valt onder het begrip reminiscentie.

De Ierse gerontoloog Faith Gibson schrijft: “Het delen van ons levensverhaal met anderen, is een manier om een positieve indruk te maken. Het is een manier om ons zelf interessanter te maken voor anderen.”

Als het lange termijn geheugen nog redelijk intact is, kunnen mensen met dementie profiteren van reminiscentie. In dat stadium van dementie doet reminiscentie dus een beroep op wat dedementerende nog wél kan. Voor mensen die voortdurend geconfronteerd worden metafnemende capaciteiten is dit een verademing. Mensen met dementie hebben veel hulp nodig, raken afhankelijk van anderen die hen helpen en begeleiden. Maar met reminisceren zijn derollen omgedraaid: de oudere heeft iets te vertellen wat de begeleider niet weet.Het kan ook zorgen voor meer 'grip' op het leven, al is het maar grip op het 'proces van zich herinneren'.

Voor de deelnemers aan de reminiscentie activiteit is het vaak een verrassende (her)ontdekking van hun identiteit. Dit is belangrijk omdat het wonen in een instelling en hun geestelijke achteruitgang een zware aanslag op die identiteit doen.Ouderen praten graag over vroeger: over spelletjes op straat, hun schoolklas, de kleding die moeder steeds maar weer repareerde of hun eerste baan.

DoelVroeger keek men er naar als geestelijke achteruitgang:” Hij praat veel over vroeger!”Nu kijkt men er naar als een noodzakelijk gebeuren om succesvol ouder te worden: het helpt om de balans in het leven op te maken.Door reminiscentie hebben ouderen de mogelijkheid kennis en levenservaring over te dragen aan een jongere generatie. Dat geeft voldoening en versterkt het gevoel van eigenwaarde.Met reminisceren zijn de rollen omgedraaid: de oudere heeft iets te vertellen, wat de begeleider niet weet.Voor ouderen en begeleiders die we tijdens het project zullen ontmoeten, kan het een wederzijdse ontdekking zijn van gezamenlijke herinneringen.Op deze manier wordt het een ‘Feest van herkenning’!

33

Page 34:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Reminiscentie bestaat dus uit het bewust ophalen van herinneringen. Door middel van bijvoorbeeld verschillende materialen, muziek en foto's worden herinneringen gestimuleerd bij betrokkenen en kunnen zij hierover vertellen. Door verhalen over zijn leven te vertellen, wordt de betrokkene met dementie zich weer bewust van wie hij is, van zijn ervaringen en zijn prestaties. Dit kan heel goed zijn voor het zelfvertrouwen en de eigenwaarde. Daarnaast kan het hele prettige herinneringen oproepen en daardoor een prettig gevoel. Het doet een beroep op wat ze wel nog weten en kunnen en op hun identiteit, dit doet ze meestal erg goed. De oriëntatie in het verleden kan ook houvast geven in het heden. Het kan in groepen plaatsvinden maar ook individueel. In groepen werkt het beste als betrokkenen nog niet in een heel ver stadium van de dementie zitten. Mensen vullen elkaar aan, stellen vragen, reageren op elkaar en versterken elkaars herinnering. Een familielid, medewerker of vrijwilliger kan er ook voor kiezen om met iemand individueel aan de slag te gaan. Het kan een heel positief effect hebben op de betrokkene en geeft aansprekende gespreksstof. Het is ook een heel goede manier voor zorgverleners om de betrokkene beter te leren kennen en om er achter te komen welke momenten belangrijk voor iemand zijn geweest, wat iemand prettig vond om te doen, welke dingen prettig zijn en welke pijnlijk. Het kan de onderlinge band en het vertrouwen versterken en de medewerkers kunnen dan beter aansluiten op de behoeften en wensen van de betrokkene en deze beter ondersteunen. Reminiscentie wordt nu vaak nog als specifieke activiteit ingepland; het is natuurlijker voor betrokkenen als gedurende de dag allerlei activiteiten gericht zijn op het prikkelen van de herinnering en bijvoorbeeld het stellen van op herinnering gerichte vragen.

Plaatsen in de tijdTijdens het ophalen van onze goede herinneringen maken we als het ware ook een reis door de tijd. We hebben het wel over: “Ik ben nog van voor de oorlog” of “Ik ben van na de Ramp”.Wanneer we op stap gaan met de koffer kunnen we mensen ontmoeten, die misschien beide wereldoorlogen hebben meegemaakt en vier troonswisselingen. Op school hebben ze leren schrijven met een griffel en ze hebben alleen de lagere school doorlopen.Allemaal aspecten om rekening mee te houden in onze ontmoeting.In het volgende hoofdstuk gaan we hier verder op in. De uitgave van 250 jaar PZC kan hierbij een aardig hulpmiddel zijn.

34

Page 35:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Uit: “Verboden af te blijven!Het herinneringsmuseum, spiegel van Humanitas’ zorgfilosofie”

Prof. H.M. Becker, uitgeverij Eburon, 2008

Alle schrijvers die de effecten van reminiscentie beschreven hebben, wijzen erop dat er een waaier van positieve bijeffecten te bespeuren is 2:

- Isolement van ouderen doorbreken- Relatie met personeel verbetert- Conversatie met een spontaan karakter- Contactmiddel tussen ouderen en anderen- Vergroot de responsiviteit

Sommigen3 gaan nog verder en constateren een aantal bijwerkingen zoals::- bevorderen van spontane conversatie- hergebruik van oude vaardigheden- uitdiepen van het diagnostisch proces- verbeteren van begrip voor een cliënt van het personeel.

Reminiscentie is dus een perfect instrument om het ontstaan van nieuwe seniorengroepen en nieuw sociaal netwerk te bevorderen.

Grote problemen bij ouderen in zorginstellingen zijn eenzaamheid en depressie. Een belangrijk onderdeel bij het bereiken van geluk blijkt het bestrijden van eenzaamheid en isolement. Het met elkaar ergens mee bezig zijn, erover te denken en te praten is een subliem middel om de handicaps van de oude dag te vergeten.Het gezamenlijk herinneren wordt ook gebruikt om het eigen verleden te herinterpreteren, zodat men met een zekere tevredenheid terug kan kijken en onopgeloste zaken en conflicten alsnog verwerkt.Wat in ieder geval gebeurt is dat het leven vrolijker en levendiger gemaakt wordt. En dat is met het oog op verdrijven van eenzaamheid en depressiviteit een eerste vereiste.Het accent ligt op plezier en communicatie.De positieve emotie die teweeg is gebracht, kan grote invloed hebben op het gevoel mee te tellen, de eigenwaarde en het daaruit voortvloeiende menselijk geluk.

Een belangrijk punt is dat de vrijwilligers, die vaak zelf de voorwerpen hebben aangedragen, en die via alle verhalen die zij horen specialisten zijn geworden ervoor moeten waken dat zij vooral als toehoorder en verhalen oproepende fungeren. Zij doen het werk ook duidelijk voor hun eigen geluk/plezier. :‘Elaboratieve toehoorders – dat wil zeggen actieve toehoorders die de reminiscentie faciliteren – geven de reminisceerder de kans verder in te gaan op een herinnering. Zij bevestigen de herinnering en bouwen bepaalde details verder uit door relevante vragen te stellen.’4

Door te luisteren en open vragen te stellen kunnen de cliënten geactiveerd worden om herinneringen op te halen en deze te vertellen. De vrijwilliger moet er dus op getraind worden vooral aandacht te geven door te luisteren en open vragen te stellen. Heeft dit geen effect, is

2 Kemp, M. Reminiscence aids, London 19793 Bender, Bauckham & Norris, The therapeutic purposes of reminiscence, Safe Publications, London4 Joris van Puyenbroeck, Reminiscnece in ageing people with intellectual disabilities, Katholieke Universiteit leuven, 2006

35

Page 36:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

het natuurlijk ook goed als de vrijwilliger zelf een verhaal doet. Zeker bij grote groepen kan dit een begin zijn om mensen aan te sporen zelf met verhalen te komen.Andere vaardigheden van de vrijwilliger zijn geduld en het zich verdiepen in en aanvoelen van de (vroegere) leefstijl van de cliënten. Per individu bekijken wat onder de interessesfeer, van onder andere demente cliënten, zou kunnen vallen. Het laten voelen en vasthouden van voorwerpen is dan belangrijk. Ook het reactie uitlokken met geluiden. Voorwerpen en geluiden moeten wel echt zijn en in verbinding met elkaar, als totaal, gebracht worden.

Veelal vallen de museumvrijwilligers onder wat ik in mijn vrijwilligersindeling de categorie ‘sociaal netwerk/bezigheid zoeken’ noem, waarbij de tijdverdrijfvrijwilliger die gewoon zijn tijd op een nuttige en aangename manier wil besteden de boventoon voert. Maar welke achtergrond en agenda de vrijwilligers ook hebben, ze genieten als team van dit leuke en inspirerende werk en al genietend zorgen zij voor veel levensgeluk van kwetsbare ouderen in de laatste fase van hun leven.

De voorbeelden tonen, dat de ervaringen van de mensen onwillekeurig vaak dieper gaan dan alleen maar plezier en ontspanning. Toch is het bezoek er in principe een van vrolijke vrijblijvendheid. Hoewel het museum soms duidelijk therapeutisch werkt, is het immers niet in eerste instantie bedoeld als therapiemiddel. De reacties worden in vrijheid geuit en worden zeker niet ongevraagd therapeutisch gebruikt. De reacties die zich voordoen, zijn ook spontaan en niet uit therapeutische overwegingen uitgelokt. Zij bieden overigens wel een goede mogelijkheid om naar aanknopingspunten te zoeken in de communicatie met oudere mensen waarbij dat een probleem is. Als een demente alleen maar blijkt te reageren op oude liedjes, kunnen medewerkers hier rekening mee houden en hiervan gebruik maken.

De gereconstrueerde herinneringen en de mogelijkheid om de eigen ervaringen in het verhaal van anderen te herkennen, creëren een bijzondere sfeer van vertrouwen tussen de deelnemers. Ze steken elkaar ermee aan. Bijna ieder bezoek groeit uit tot een positief emotioneel geladen belevenis, waarvan na afloop van het bezoek vaal zal worden gedacht en over gesproken. Deze communicatie leidt weer tot nieuw sociaal netwerk en vermindering van eenzaamheid. Zo wordt nieuwe levenskracht gecreëerd, daarmee de positieve effecten continuerend.

De reminiscentie koffer blijkt dus verschillende sensoriele stimuli te bieden. Deze stimuli hebben uiteenlopende werkingskracht, afhankelijk van de individuele vermogens en ervaringen. Geuren, geluiden en samen aanraken zijn, blijkens de respons van de mensen meer nog dan het zien, de meest succesvolle stimuli. De sterke kant van het geheel ligt niet alleen in de individuele herkenning, maar in het interactieve karakter ervan. Bij luisteren naar fragmenten van ouderwetse radioprogramma’s gaan de mensen mee zingen, bewegen ritmisch op de muziek en beginnen zelfs aan het uitvoeren van opdrachten van de ochtendgymnastiek van vijftig jaar geleden. De reacties op het aan mottenballen of levertraan ruiken zijn overweldigend: eerst het herkennen, daarna opmerkingen maken over de onaangename geur of smaak en vervolgens verhalen onderling uitwisselen en toetsen. De bezoekers die een Buismanbusje herkennen, hebben de neiging om het busje te openen. Wanneer dit busje dan nog vol blijkt en de bekende geur afgeeft, brengt dit weer een golf ver herinneringen mee.

36

Page 37:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Hoe reminisceren kan werken is mooi te horen in een gedichtje van Annie M.G. Schmidt:

Toen ze een meisje was van zeventienMoest ze een hele middag erwtjes doppenOp het balkon. Ze wou de teil omschoppen.Ze was heel woest. Ze kon geen erwt meer zien.

Toen ging ze maar wat dromen, van geluk,En dat geluk had niets van doen met erwtenMaar met de Liefde en de Grote Verte.Dat dromen hielp. Het scheelde heus een stuk.

En dat is meer dan vijftig jaar terug.Ze is nu zeventig en heel erg fitEn altijd als ze ’s middags even zit,Mijmert ze, met een kussen in de rugOver geluk en zo… een beetje warrigMaar het heeft niets te maken met de VerteEn met de Liefde ook niet. Wel met erwten,Die komen altijd weer terug, halsstarrig.Ach ja, zegt ze, ik kan mezelf nog zien,Daar in mijn moeders huis op het balkon,Bezig met erwtjes doppen in de zon.Dat was geluk. Toen was ik zeventien.

In het leven hier en nu, krijgt een ervaring van tóen een interpretatie. En het opvallende is dat de kijk als 70-jarige anders is dan die van de 17-jarige. En als ze dit doortrekt dan helpt het misschien om in het heden te kunnen genieten van het lekker rustig zitten op het balkon. Je hebt – achteraf – ontdekt hoe heerlijk dat kan zijn.

37

Page 38:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

3. IN DE TIJD PLAATSEN

Sociale geschiedenis van de 20ste eeuw

Inleiding

Oudere mensen hebben vaak een lang en roerig leven achter de rug met veel ontwikkelingen die zich in een hoog tempo afspelen. Mensen ook die veel leed hebben meegemaakt, misschien heel direct in hun persoonlijke leven, misschien in hun sociale omgeving. Over het algemeen zijn het mensen die beide wereldoorlogen meegemaakt hebben, die een economische crisis meegemaakt hebben en die daarnaast ook de Koude Oorlog hebben gekend. Naast al deze zaken zagen zij allerlei technische ontwikkelingen op zich af komen. De radio, de televisie, de eerste mens op de maan.

Over het algemeen is het kennen van de geschiedenis van de 20e eeuw een hulpmiddel in de omgang met oudere mensen. Het gaat daarbij niet zo zeer om feiten, maar veel meer om hun persoonlijke beleving van vroegere gebeurtenissen. Het is de kunst om een verbinding te leggen tussen enerzijds die feitelijke gebeurtenissen en anderzijds de wijze waarop deze feiten zijn beleefd. Een voorbeeld, een man die in de crisistijd werkloos was en zijn gezin niet te eten kon geven, zal daaronder geleden hebben juist omdat de heersende norm was, dat mannen hun gezin moesten onderhouden.

Het is de bedoeling een verband te leggen tussen persoonlijke feiten, maatschappelijke 20e-eeuwse normen en waarden en de beleving van de feiten door de personen in kwestie.

1. Welvaart en levenspeilDe 20e eeuw is een tijdperk van zeer veel en snelle veranderingen. Door de industrialisatie en de snelle groei van de steden is er in korte tijd veel veranderd. Mensen verhuisden van het platteland naar de stad om te gaan werken in fabrieken. Tevens ontwikkelden zich nieuwe beroepen (fabrieken, kantoor, gezondheidszorg en sociale hulpverlening).De levensstandaard nam snel toe. Er werd meer verdiend dus meer uitgegeven. Zodoende ontstond een toenemende vraag naar materiële goederen zoals kleding en huishoudelijke apparatuur. Door de stijgende welvaart veranderden ook de minimumeisen: een televisie is tegenwoordig heel gewoon, sterker nog, we hebben tegenwoordig toch allemaal een ‘mobieltje’.

2. Sociale mobiliteit en standsbewustzijnMet ‘sociale mobiliteit’ wordt de mogelijkheid bedoeld om je vrij door de maatschappij heen te bewegen, te gaan wonen waar je wilt en het vak te kiezen wat je voorkeur heeft. Met ‘standsbewustzijn’ wordt de ‘gelaagdheid’ van de maatschappij bedoeld in rangen en standen. Onderaan stonden de werklozen en bedelaars, daarboven de boerenknechts en ambachtsgezellen, dan boeren en gildemeesters, handelaars, fabrikanten en bovenaan de burgemeester en andere gezagsdragers en de adel. Tot ver in de 19e eeuw gold ‘als je voor een dubbeltje geboren wordt dan wordt je nooit een kwartje’. Was je boerenzoon dan werd je boer.In de 20e eeuw kwam hier verandering in. Het werd makkelijker om op te klimmen op de maatschappelijke ladder. Nu werd het mogelijk om een ander beroep te kiezen en een gerichte opleiding te gaan volgen. Mondjesmaat, omdat in het begin alleen de gegoede burgerij de opleidingen kon betalen.

38

Page 39:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Voor de meeste mensen die nu oud zijn is standsbewustzijn nog heel belangrijk. Zij zijn er mee opgevoed, en al naar gelang hun afkomst, hebben zij het gekoesterd of zich ertegen verzet.

3. De hoeksteen van de samenlevingEen vader die werkt, een moeder die thuis de huishouding doet en voor man en kinderen zorgt, het ideale gezin, de hoeksteen van de samenleving. Dit gezin is een typisch 20e-eeuws verschijnsel. In de 19e eeuw konden alleen de rijke mensen zich permitteren te leven van het geld dat de man verdiende. In verreweg de meeste gevallen moesten vrouwen, kinderen en oudere mensen zoveel mogelijk meewerken. Maar toen de welvaart toenam werd het gezin met de vader als kostwinner en de moeder als huisvrouw ook voor de middenstand en de arbeidersklassen een bereikbaar ideaal.Van de vrouwen die nu oud zijn hebben er dus zeer veel hun hele leven al hun creativiteit, intelligentie en energie in het huishouden gestopt en aan hun gezin besteed. Omgekeerd hebben de mannen die nu oud zijn dikwijls hun hele leven hard ‘buitenshuis’ moeten werken. Zij hebben vaak niet veel tijd en geld gehad om hobby’s te ontwikkelen.Veranderingen in de 20e eeuw gingen gepaard met het ontstaan van nieuwe ideeën over huwelijk, moederschap en opvoeding. Een belangrijk gevolg was bijvoorbeeld dat vrouwen stopten met werken meteen na hun trouwen of anders na de geboorte van het eerste kind. Meisjes hadden dus geen reden om diploma’s te halen.

Rond 1900 waren veel mensen slecht gehuisvest. Men woonde met veel mensen in een ruimte en aan de eerste vereisten van licht, lucht en hygiëne werd niet voldaan. Tegelijk echter met de ontwikkeling van de ideeën over het ideale gezin werden in de eerste helft van de 20ste eeuw veel nieuwe woningen gebouwd. De Woningwet van 1902 was een grote stimulans om de huisvesting te verbeteren.

De mensen van de generatie die nu oud is hebben weinig mogelijkheden gehad om af te wijken van ‘het ideale gezin’. Het is dan ook geen wonder dat zij het moeilijk hebben met de vrijere moraal en de grotere keuzevrijheid vandaag de dag. Het begin van de nieuwe ontwikkelingen is te dateren rond 1960 en de volgende factoren speelden hierbij een rol:

De toenemende welvaart waardoor er meer recreatieve mogelijkheden buitenshuis ontstonden;

Meer seksuele vrijheid door de komst van de pil; Een toename van het aantal studenten (ook vrouwen) en door krapte op de

arbeidsmarkt meer vrouwen die carrière maakten; Een tweede feministische golf die het ideale gezin ter discussie stelde.

4. De verzuilingIn de loop van de 20e eeuw ontstond in Nederland een nieuwe indeling van de mensen, niet in rangen en standen maar nu in zuilen, levensbeschouwelijke stromingen. Katholieken, gereformeerden, hervormden, sociaaldemocraten, communisten en neutralen. Mensen gingen alleen om met mensen uit hun eigen zuil. Voor oudere mensen is het onvoorstelbaar dat er mensen zijn die niet weten wat verzuiling is. Want de verzuiling heeft de Nederlandse maatschappij diep verdeeld.Vanaf ca. 1870 waren in ons land grote veranderingen opgetreden: industrialisatie, trek naar de stad, groeiende welvaart. In die tijd ontstonden de eerste vakbonden. Want die toenemende welvaart ging gepaard met een toenemend besef van de grote verschillen tussen arm en rijk. En naast deze vakbonden ontstonden ook nieuwe politieke partijen, waarin de deling tussen

39

Page 40:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

wel of niet confessioneel (gelovig) en voor of tegen klassenstrijd terug te vinden was. De verzuiling was ook zichtbaar in de nieuw ontstane ziekenhuizen, kruisverenigingen en onderwijsinstellingen. En alle nieuwe organisaties die vervolgens in de eerste tientallen jaren van de 20ste eeuw ontstonden waren meteen verzuild: de zangvereniging, de jeugdvereniging, de sportvereniging. Elke richting had z’n eigen dag-, week- of maandblad. Een verloofde zocht je niet buiten je eigen milieu. Elke zuil had de overtuiging het enig juiste inzicht te hebben.

Samengevat kenden we de volgende zuilen: De confessionele zuil: de rooms-katholieken

de protestanten: - de hervormden- de gereformeerden

De neutrale zuil: de liberalende socialisten

5. De crisistijdIn de eerste dertig jaar van de 20e eeuw heerste er in Nederland een sfeer van vooruitgang, opbouw en ontwikkeling. De Eerste Wereldoorlog (1924-1918) betekende een onderbreking, maar doordat Nederland buiten de oorlog bleef kon het in de jaren twintig verder gaan met de opbouw van de geïndustrialiseerde samenleving. Aan deze periode van optimisme werd aan het eind van de jaren twintig abrupt een halt toegeroepen door het uitbreken van een internationale economische crisis.Op een gegeven moment was het zo erg dat in een kwart van alle gezinnen wel iemand werkloos was. Kinderen van werklozen moesten op hun twaalfde jaar uit werken gaan om geld te verdienen. De vrouwen waren verplicht zich op de Arbeidsbeurs te melden.Wanneer iemand lid was van een vakbond, dan had hij gedurende twaalf weken recht op een uitkering uit de werklozenkas. Ze zogenaamde ongeorganiseerde werklozen vielen rechtstreeks onder de Armenwet van 1912 en waren dus ‘arm-lastig’. Hun steun was aanzienlijk lager. Zij werden vaak met de nek aangekeken omdat zij in de tijd dat ze wel werk hadden niet gespaard hadden voor slechtere tijden (door lid te zijn van een vakbond en zo de werklozenkas te vullen). Was je in die tijd niet georganiseerd en behoorde je niet tot een zuil, dan was je een soort maatschappelijke verschoppeling.De crisistijd is voor veel mensen erg moeilijk geweest.

6. Politieke en economische ontwikkelingenIn deze paragraaf komen de ontwikkelingen van de 20e eeuw nogmaals aan de orde. Ditmaal gaat het om de invloed van deze veranderingen op het denken van mensen.

Urbanisatie. Mensen verhuisden naar de stad en raakten hun sociale omgeving kwijt. Urbanisatie werkte dus individualisering in de hand. De verloren veiligheid ging men zoeken in het eigen gezin binnen een levensbeschouwelijke zuil.Stijgend levenspeil. Het behoeftepatroon van mensen veranderde door de toenemende welvaart. Een nieuwe winterjas, een auto, een vakantie in het buitenland. Dat vroeg ook om een maatschappij die zo georganiseerd was dat iedereen daarvoor voldoende verdiende.Sociale mobiliteit en scholing. Al naargelang meer mensen ‘doorleerden’ of studeerden dachten ook meer mensen na over politiek en economie. Deze ontwikkeling werd nog gestimuleerd door de Leerplichtwet (1901). Tevens verschenen er steeds meer kranten, week- en maandbladen en ook de radio droeg bij aan deze ontwikkeling.

40

Page 41:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Algemeen kiesrecht. In 1917 werd het algemeen kiesrecht voor mannen en in 1919 voor vrouwen ingevoerd. Ook dit droeg bij tot een politiek bewustzijn, verder gestimuleerd door de verzuiling.Al met al gingen veel mensen op een bewustere manier nadenken over hoe de wereld in elkaar stak, over hoe er werd geregeerd, over de verdeling van rijkdom en armoede en over de maatschappelijke oorzaken van armoede en ellende.Industrialisatie heeft als consequentie dat er afzetgebieden nodig zijn waar producten kunnen worden verkocht en dat er gebieden nodig zijn waar grondstoffen kunnen worden gehaald. Er ontstond een sterke internationale concurrentie die zich onder meer uitte in een strijd om de koloniën. Kenmerkend voor dit opkomend imperialisme is de overheersing en de uitbuiting van volkeren. Nederland telde internationaal aardig mee. Uit de 17e eeuw hadden we nog Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen overgehouden. Nederland had de textielindustrie, Philips, de scheepsbouw en de mijnbouw en twee belangrijke havens, Rotterdam en Amsterdam.

Nieuwe inzichten ontwikkelden zich ook binnen de wetenschap. Door Darwins evolutietheorie (‘survival of the fittest’) werd de gedachte van het blanke ras dat superieur is ten opzichte van andere rassen ‘wetenschappelijk’ onderbouwd. Zo werd de politieke ontwikkeling (imperialisme) die voortvloeiende uit de economische ontwikkeling (industriële revolutie) gerechtvaardigd.

Fascisme en communisme. In de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog waren dit de twee maatschappijvisies die het sterkst tegenover elkaar stonden. Geen van beiden hadden in ons land veel aanhang want men bleef liever in de eigen zuil. Maar de ideeën van het communisme en fascisme hadden wel een grote invloed op de politieke meningsvorming.Het communisme baseert zich op het uitgangspunt dat alle mensen, ongeacht afkomst, geslacht en huidskleur, evenveel recht hebben op scholing, huisvesting en verzorging. Het fascisme gaat uit van het bestaan van superieure en inferieure rassen. Superieure rassen hebben het recht de eigen superioriteit te vergroten door ‘rasverdeling’ en ‘rasvernietiging’.

7. Wereldoorlog en koude oorlogDe politieke situatie werd door de economische crisis van de jaren dertig opnieuw zeer gespannen. In Italië en Duitsland kreeg het fascisme steeds meer aanhang en in 1933 kwam Hitler aan de macht. Daarna werd de situatie in Europa steeds grimmiger en in 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit.

In het eerste oorlogsjaar ging het leven nog voor een groot deel gewoon door. Kinderen gingen naar school, mensen gingen uit, je kon nog met de tram en niemand leed honger. Ook de Joden werden nog met rust gelaten.In 1940 kwamen allerlei levensmiddelen op de bon. De voedselvoorziening werd in de loop der jaren steeds slechter, schoenen en textiel waren steeds moeilijker te krijgen en hetzelfde gold voor brandstof. De herfst van 1944 en de winter van 1945 zijn bekend geworden als ‘de hongerwinter’. Mensen aten tulpenbollen en suikerbieten en hadden voortdurend honger. Stadsbewoners trokken de polders in om bij de boeren hun bezittingen te ruilen voor eten.

Vanaf oktober 1940 kwamen er steeds meer anti-Joodse maatregelen. Er verschenen overal in de steden bordjes met ‘Voor joden verboden’. In 1941 vond in Amsterdam de eerste razzia plaats in de joden buurt. Dit leidde tot een eerste georganiseerde massale daad van verzet, de

41

Page 42:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Februaristaking. De actie verspreidde zich over het hele land. Zes miljoen joden hebben de oorlog uiteindelijk niet overleefd.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er internationaal nieuwe grote spanningen, als gevolg van het feit dat Rusland mede-overwinnaar was van het fascisme en om die reden een deel van Europa onder zijn invloedssfeer had gebracht. 1947 wordt beschouwd als het begin van de Koude Oorlog: de tegenstelling tussen het democratische en kapitalistische Westen (Amerika) en het communistische Oosten (Rusland). Het einde van de Koude Oorlog kwam in het najaar van 1989 door spectaculaire revolutionaire veranderingen in Oost-Duitsland, Tsjecho-Slowakije en Roemenië. Uiteindelijk viel op 10 november de Berlijnse muur.

8. Wederopbouw en welvaartDe periode van 1945 tot ca. 1960 werd gekenmerkt door een terugkeer naar de normen en waarden van de jaren voor de oorlog. De mensen waren bang voor een nieuwe oorlog en de verzuilde maatschappij gaf hun een gevoel van zekerheid. Als je wist bij welke zuil je hoorde, was als het ware je hele leven geregeld. De mensen waren in de jaren vijftig ook druk bezig in hun eigen leven meer luxe te krijgen en wat minder financiële zorgen.Door televisie, de provobeweging, de anticonceptiepil en de groeiende welvaart begonnen de zuilen in de jaren zestig hun greep op het sociale leven te verliezen en veranderde de maatschappij met een geweldige vaart.Door de opkomst van de televisie vanaf 1955 kwamen de verzuilde Nederlanders in aanraking met denkbeelden van andersdenkende mensen. Er ontstond een hele nieuwe jeugdcultuur, de provobeweging met de nozems die de aanzet gaf tot de studentenrevolutie in 1968. De gewenste democratisering ging verder dan de universiteit, de hele maatschappij moest omgevormd worden: gelijke kansen voor iedereen een rechtvaardige inkomensverdeling. Verder wilde men een veilige wereld zonder atoomwapens en wetgeving tegen milieuvervuiling. Seksualiteit was, gedurende de jaren vijftig in Nederland niet bespreekbaar. De komst van de pil in 1964 bracht de seksuele revolutie in een stroomversnelling. Steeds meer jonge mensen gingen samenwonen en ‘huisje, boompje, beestje’ was ouderwets.

In de periode 1950 – 1973 vond een snelle economische expansie plaats. Er was op een gegeven moment zelfs krapte op de arbeidsmarkt hetgeen leidde tot het aantrekken van arbeiders uit Zuid-Europese landen. De Nederlander werd welvarend en we gingen massaal met vakantie naar het buitenland. De woningnood van de jaren vijftig werd aangepakt door snelle bouw van woonwijken.Mensen verhuisden naar een buitenwijk en het werd heel gewoon een uur reizen van het werk te wonen. Het werd ook gewoon ver bij familie vandaan te wonen. Al deze veranderingen leidden tot de zogenaamde ‘individualisering’ van de samenleving met de nadruk op individuele ontplooiing, zowel in het werk als in de vrije tijd. Veel mensen hebben nu een druk programma en de huiselijkheid van de jaren vijftig is vervangen door een ‘agendacultuur’ waarbij de auto, de telefoon en televisie niet meer zijn weg te denken.

42

Page 43:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Geschiedenis van de 20e eeuw1910 – 1940

Geen winkels maar venters en bezorgersGrote gezinnenHand en trap naaimachineTaboe op seksualiteit en blootGeen wasmachine maar tobbe en de bleekGeen koelkast maar keldersGeen slagerijen maar slacht1914-1918: Eerste Wereldoorlog, Belgische vluchtelingenVeel kinderen gaan na de lagere school werkenDoorleren is voor rijke mensenVakantie: - 4 – 6 dagen per jaar voor fabrieksarbeiders- 14 dagen per jaar voor kantoorbedienden- 2 dagen per jaar voor mijnwerkers1931: eerste radio en film

Crisisjaren ’30: werkeloosheidVeel echtparen trouwen in die jaren in een jurk van stof op de bon: blauw, zwart, bruinGrote schaarste, armoede, diaconie van de kerkenOpkomst van de autoAutowegen, afsluitdijk, ponten worden vervangen door bruggenHitler aan de macht.

1940 – 1955

Begin Tweede WereldoorlogDood prins Hendrik en koningin EmmaGeboorte prinses Beatrix en IreneMussolini en Franco aan de machtMobilisatie, concentratiekampen en JappenkampenBevrijding, de Canadezen, Amerikanen en Polen

Mensen emigreren, Molukkers komen naar ons landGeboorte prinses Margriet en Marijke (Christina)1948: troonswisseling Wilhelmina – JulianaWoningnood

1953: de RampEerste televisie in gezinnenHoorspelen op de radioVrije tijd, tochtjes op de fiets, naar het strandVerzuilingBegin elektriciteit, water en riolering voor iedereenLeerplicht en kinderbijslagPensioenregelingRock en roll

43

Page 44:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

1955 – 1970

Wasmachines, stofzuigers, radio, aardgas, filmEerste mens op de maan, emancipatieDe pil, abortusklinieken, NVSHAOWProvo en flowerpowerBlowen, vrije opvoedingBeatrix en Claus trouwenSongfestivalSwiebertje, Snip en Snap, Stiefbeen en ZoonKoude oorlogKennedy, Martin Luther King vermoord.

1970 – 1985

Cassettebandjes, cola, chipsDonorcodicilKernwapens en kapingen

Oliecrisis en de autoloze zondagSuriname onafhankelijk: Surinamers naar NederlandMinder invloed van de kerken1980: troonwisseling Juliana – Beatrixwerkende vrouwen, Moedermavohonger in wereld, Biafra.

1985 – 2000

Veel medische mogelijkheden: reageerbuisbaby’s (IVF), orgaandonatie, euthanasieVergrijzingDeeltijdbanen, ATV, VUTIk maatschappij, uitzendbureausMobiele telefoon, e-mailZinloos geweld

2000 – 2010

invoering van de EUROmobiele telefoon, e-mail worden steeds meer een middel om met elkaar te communicerenzinloos geweld11 september 2001overlijden prins Claus, Koningin Juliana, prins Bernhardhuwelijk prins Willem Alexander en Maximageboorte prinses Amalia, Alexia en Ariana2003 Westerscheldetunnel in gebruik, autoveren verdwijnen

44

Page 45:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Samen op Weg wordt Protestantse Kerk in Nederland (PKN)2005: Nieuwe Bijbelvertalingmoord Pim Fortuin, Theo van GoghHomohuwelijk wordt herkendCd’s en dvd’s, grammofoonplaat is uit beeldPolitieke onrust, opkomst Partij voor de VrijheidTweedeling in maatschappij en samenleving neemt toe2008: kredietcrisisnatuurrampen, wateroverlast (tsunami, Japan)deelname oorlog AfghanistanObama eerste zwarte president in Amerika

2010 – heden

Wikileaksaffaire – overheidsinformatie wordt wereldwijd openbaarDecember 2010: sinds 50 jaar dik pak sneeuw2012: voor de 5e keer naar de stembus in 10 jaar tijd30 april 2013: troonwisseling Beatrix – Willem Alexander

2014eerste Koningsdagvliegtuig ramp MH 17

45

Page 46:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Ben je geboren voor 1978?Verder lezen!!!

Na 1978 geboren: OPHOEPELEN, DIT BEGRIJP JE NIET!Hoe is het mogelijk dat wij als geboren in de 50-er/ 60-er/ 70-er jaren, nog leven?!?Volgens de theorieën anno 2004 – 2005 zouden we toch allang dood moeten zijn?Waarom? Lezen maar!

- Wij zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag

- Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium

- Boven aan de trap was geen hekje; wie te ver ging kukelde naar beneden

- Als je wakker werd in bed hoorde niemand dat, en als er echt iets was moest je hard schreeuwen voordat je ouders het merkten

- Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekflessen konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen

- Poorten en deuren gingen gewoon dicht en als je met je vingers er tussen zat waren ze weg

- Op de fiets zat je achterop met je bips op de bagagedrager en probeerde je je vast te houden aan de schroefveren van het zadel voor je

- Een helm hadden ze nog niet eens op een bromfiets, laat staan op een fiets

- Water dronken we uit de kraan, niet uit een fles.

46

Page 47:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Ik geloof niet dat onze kinderen weten wat een schortje is.Het voornaamste gebruik van Oma's schortje was,

om haar jurk te beschermen, omdat ze er maar een paar had.Maar ook omdat het makkelijker was, om een schortje te wassen in plaats

van een jurk.Ze gebruikte het schortje ook als pannenlappen,

om de pannen van de kachel of uit de oven te halen…Het diende ook om de tranen en vuile neus van de kinderen af te vegen…

En als ze de eieren uit het kippenhok ging halen,was het schortje ook heel handig om de eieren te dragen.

Als er visite kwam konden haar verlegen kinderen onder haar schortje schuilen.

En als het koud was kon ze haar armen er indraaien en opwarmen.Het was ook heel geschikt om de menige zweetdruppeltjes af te vegen,

als ze gebukt stond over de kachel, met koken.Hout voor de kachel werd ook in het schortje binnen gebracht.Uit de tuin droeg ze allerhande soorten groente naar binnen,

En als de erwten gedopt waren gingen de schillen in het schortje.In de herfst werd het schortje gebruikt om de appels op te rapen, die

onder de bomen lagen.Als oma onverwachts visite aan zag komen, je stond er van te kijken,hoeveel meubeltjes dat ouwe schortje nog kon stoffen, in een paar

seconden.Als het eten klaar was, ging ze naar buiten en zwaaide met haar schortje,

dan wist iedereen dat het tijd was om binnen te komen.Het zal nog lang duren, voordat iemand uitgevonden heeft,

wat voor zoveel doelen gebruikt kan worden, zoals het schortje!

In deze tijd, zouden wij er gek van worden,te weten hoeveel bacteriën er in dat schortje zaten.

Toch heb ik er nooit wat aan overgehouden ...of toch ?

 Liefde

Toen…

De keuken uit mijn kindertijd was altijd vol met mensen.Er stond een warme kachel in: wat had je meer te wensen?

47

Page 48:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

De was hing er te drogen en de worst aan een spijker.De koffie stond te pruttelen: waar was het leven rijker?We zaten in ons keukentje met negen man te etenMet soep vooraf en pudding toe, ik zal het nooit vergeten.De was was het ergste niet: dan stonden we te zingen.Een grote zinken teil, dat was ons bad: er waren ergere dingen.De keukenmat werd opgerold, want vader kwam van de markt.Ik zie hem nog zweten!!!De armen vol met groenten, we hadden weer te eten.Brood was er altijd op de plank en een varken in de kelder.Was het vuil, dan ging de dweil erdoor en alles was weer helder.

En nu…De keuken van onze kinderen staat vol met apparaten, het nieuwste van het nieuwste, maar je kunt er niet mee praten.De was zit in de droger, in de vriezer zit het etenHet is ongekende luxe, als ik niet beter had geweten.Ze eten in het keukentje, ja, met wie dat toch verzon?Een twee-minutenmaaltijd zo uit de magnetron.De afwas, die gaat in ’t machine: daar zitten ze niet mee.En zingen, dat hoeft ook al niet meer: ze draaien een cd.Geen teil meer, maar een bubbelbad, een auto voor de deur.Wie nou niet tevreden is, dat is een ouwe zeur.Wij hadden al die dingen niet, maar toch wel ietsje meer.Een kostbaarheid in het leven: gezelligheid en sfeer.

48

Page 49:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

4. HET PROJECT

Geschiedenis van het project

Collecties van musea In 2012 vond een cursus plaats voor alle Zeeuwse musea. Doel van de cursus was om reminiscentiekoffers samen te stellen vanuit de collecties van musea. Reminiscentiekoffers zijn niets nieuws: ze worden veelal door bibliotheken aangeboden (zie verder in de map het aanbod van de Zeeuwse bibliotheek). Voor musea is het wel een ander gebruik van hun collecties, vaak voorwerpen die in depots verkeren en bijna nooit worden geëxposeerd. Dit kan te maken hebben met het verhaal dat het museum wil vertellen. Zo heeft het Stadhuismuseum (Zierikzee) de inhoud gekregen van de winkel/atelier van de laatste kleermaker barbier van Zierikzee. Voor het museum nergens te gebruiken maar voor het reminiscentieproject uitermate geschikt!Ook belangrijk is dat de voorwerpen die worden uitgeleend ‘gebruikt’ gaan worden, en niet met witte handschoentjes!

Museum De Schotse HuizenVan de 7 aanwezige musea hebben er 2 het project opgepakt: Goemanszorg (Dreischor) en Museum De Schotse Huizen (Veere). Er wordt contact gelegd met de activiteitenbegeleidster van het lokale verzorgingstehuis die enthousiast reageert. Een vrijwilliger van de Schotse Huizen met veel ervaring in het ouderen werk biedt aan om met de koffer (“Walcherse dracht en leven op de boerderij”) op stap te gaan en hierin ligt de kracht en het unieke van het project: de vrijwilliger kent de koffer en ontlast de activiteitenbegeleidster die meestal geen tijd heeft om zich in de koffer te verdiepen!

VITOKOp een bijeenkomst komen vrijwilligers aan de praat met een vertegenwoordiger van Fonds Sluyterman van Loo die hen attendeert op de mogelijk van het project ‘Vitaliteit Ontmoet kwetsbaarheid’ (VITOK) waarbij vitale senioren zich inzetten voor kwetsbare senioren.Museum De Schotse Huizen besluit om de mogelijkheid aan te pakken en ontvangt € 38.000. Hiermee kan het project worden uitgebreid tot heel Zeeland.

Alle Zeeuwse musea worden benaderd. Niet alle collecties zijn geschikt. Zo moet het onderwerp positieve herinneringen opwekken waardoor het Watersnoodmuseum en Bevrijdingsmuseum afvallen…Vanuit de musea komen verrassende onderwerpen zoals ‘De varkensslacht’ (Goemanszorg), ‘Vlasverwerking’ (Museum De Vier Ambachten, Hulst) of ‘Oranje’ (Oranjekamer, St. Maartensdijk). Vrijwilligers worden gezocht en opgeleid. Alle zorginstellingen worden aangeschreven (folder).

Dankzij de sponsoring kunnen we het project tot eind 2014 gratis aanbieden. Toch kost het nog veel moeite om activiteitenbegeleidsters te bereiken omdat de folders bij coördinatoren terecht komen, maar als we een keer zijn geweest, willen ze het liefst dat we maandelijks terugkomen!Medio 2014 leiden een veertigtal vrijwilligers in tweetallen (behalve in Zeeuws-Vlaanderen) ca. 35 bijeenkomsten per maand. Een onverwacht succes.

49

Page 50:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Stichting Feest van herkenning – Museumverhalen voor ouderenDaar de sponsoring eind 2014 afloopt en Museum de Schotse Huizen andere prioriteiten heeft, is besloten een stichting op te richten om het project te laten doorgaan ( om sponsoren te kunnen benaderen is een rechtspersoon noodzakelijk).Het alleen bezig zijn met het project blijkt veel voordelen te hebben. Ook het feit dat het geen project van de Schotse Huizen (tegenwoordig Museum Veere) is heeft voordelen omdat het project niet meer met Walcheren wordt geassocieerd.

Nieuwe ontwikkelingenIndien het onderwerp in het curriculum van een basisschool past, kunnen dementerende ouderen een functie krijgen door hun herinneringen aan kinderen te vertellen.

Feest van muziekThans zijn we bezig een nieuwe lijn op te zetten met de muziekschool, waarbij we vrijwilligers gaan zoeken die in dezelfde huiskamerbijeenkomsten met dementerende mensen willen zingen. Wanneer iemand niet meer in staat is om te praten, blijkt het horen van bekende liedjes zo sterk te zijn dat ze met volle borst mee kunnen zingen!

50

Page 51:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Op stap met de koffer

Vooraf aan de bijeenkomstAlle zorginstellingen in Zeeland hebben medio 2013 een folder ontvangen met een begeleidende brief en aanvraagformulier. Nu dat het project draait, worden de afspraken rechtstreeks door onze organisatie gemaakt.Zeeland is verdeeld in 5 regio’s:- Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland- Tholen- Walcheren (onderverdeeld in Middelburg/Vlissingen en gemeente Veere)- Zeeuws-Vlaanderen- Zuid-Beveland.Iedere regio heeft een regio coördinator die de afspraken maakt met de zorginstellingen en met de museummedewerkers. Dit is dus de rechtstreekse contactpersoon voor de museumedewerker.

In iedere regio is de procedure een beetje anders. Dit heeft te maken met het aantal en beschikbaarheid van de museummedewerkers en het aantal zorginstellingen.

Over het algemeen maken de regio coördinatoren de afspraak met de zorginstellingen. Nu dat we een tijd bezig zijn kennen ze de meeste activiteitenbegeleidsters en komen we minder vaak voor verrassingen te staan.Belangrijk is dat de activiteitenbegeleidster weet wie er komt met een telefoonnummer en e-mail adres. Een bijeenkomst kan worden afgezegd omdat er iets in de groep is gebeurd, bv. iemand is overleden.

Procedure voor het bezoek aan een instelling:

1. De regiocoördinator heeft doorgaans contact met de (nieuwe) zorginstellingen. Er wordt dan geprobeerd om enkele afspraken te maken voor een bepaalde periode voor zover dat binnen het intern overleg van de activiteitenbegeleidsters mogelijk is!

2. Daarna wordt er in onderling overleg gekeken, wie van de museummedewerkers waar naar toe kan.

3. De regiocoördinator of de betrokken museummedewerker zoekt contact op met de activiteitenbegeleidster van de zorginstelling om het één en ander af te spreken. Hiervoor wordt een checklijst gebruikt (bijlage).

4. Ruim een week van te voren wordt de brief ter bevestiging aan de activiteitenbegeleidster verstuurd om het bezoek nog even aan te kondigen (bijlage).

5. Mocht er behoefte zijn aan een vervolgafspraak, dan kun je voorkeur voor bepaalde data noteren maar de regio coördinator maakt altijd zelf de afspraken.

51

Page 52:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Op stap met de koffer: Ervaringen en tipsJan Louwerse

1. De regiocoördinator maakt de afspraken. Bijzonderheden worden aan de museummedewerkers door gegeven.

2. Wees ruim op tijd aanwezig en bespreek het ochtend- of middagbezoek nog even met de activiteitenbegeleider. Misschien kun je met koffie beginnen. Een goed moment om jezelf ongedwongen voor te stellen. Een voorstellingsrondje van de aanwezigen is ook heel nuttig. (Noteer de namen op een vel papier of zet een bordje voor iedere deelnemer.) Wie zijn ze en waar komen ze vandaan. Er zitten tegenwoordig ook heel wat mensen van buiten Zeeland in de zorginstellingen. Je moet dan wel eens improviseren, maar je kunt dan ook vragen waarvoor en hoe het voorwerp in hun omgeving werd gebruikt.

3. Begin met de koffer gesloten neer te zetten op de tafel of op een ander plekje, waarbij iedereen hem goed kan zien. Koffers met deksel beter niet op tafel, omdat je dan zou moeten staan. Activiteitenbegeleider en museumvrijwilliger zitten en maken deel uit van de groep.

4. Bij een eerste bezoek begin ik vaak met de gesloten koffer (als je de spullen in een koffer meebrengt). De verhalen komen meestal al los. Op deze manier beginnen is geen verplichting. Ieder heeft zijn eigen ideeën

5. Begin met een voorwerp uit de verzameling. Laat het zien en vraag wat het is. Pas als niemand het weet, zelf vertellen. Geef de voorwerpen - als het mogelijk is - door aan iedereen: laat ze voelen, ruiken en kijken! Er kan zeer verschillend op gereageerd worden. Prima. Probeer de mensen zoveel mogelijk zelf iets te laten zeggen, dat is de bedoeling van ons reminiscentiewerk. Weet je zelf nog wat aanvullingen, kom daar ook zeker mee voor de dag. Kan weer nieuwe herinneringen opleveren en het gesprek verlevendigen.

6. Ga de deelnemers niet verbeteren: elke associatie is goed. Dwing ze niet om mee te doen, het moet spontaan gaan: dwang leidt tot faalangst en tot een gevoel van bedreiging.

7. Wees er van overtuigd, dat alle voorwerpen beslist niet in een bijeenkomst kunnen worden getoond of besproken. Veel hangt af van de belangstelling van de aanwezigen en van hun toestand. Soms lukt het wel en dat is ook best. Je leert veel door de ervaring.

8. Hoewel zingen van liedjes niet het doel van ons project vormt, is het goed om te weten wat muziek doet met mensen met dementie en hoe je dit – als het uitkomt – kunt gebruiken in een bijeenkomst (denk bijvoorbeeld aan kinderliedjes bij de schoolkoffer, het Wilhelmus bij de Oranje koffer, ‘Hannes loopt op klompen’ als je klompen laten zien …) Je zou kunnen zeggen "muziek opent wegen" in de hersenen waardoor "wegversperringen" kunnen worden ontweken met "muzikale wegomleggingen".

9. Spreek vooraf met de activiteitenbegeleider af, hoe laat je moet stoppen en vraag ook of zij /hij aan het eind een soort evaluatierondje wil houden. ‘Hoe vonden jullie dit…, vond je het leuk…, moet men nog eens terugkomen?’ Voor jezelf en voor de

52

Page 53:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

activiteitenbegeleider erg leerzaam.

10. Als iedereen weg is, en de AB-er heeft tijd, is het goed om met elkaar de ochtend/middag te bespreken. Ieder kan er dan zijn oordeel over geven, aanwijzingen en ideeën naar voren brengen en op die manier steeds meer betekenen voor deze groepen mensen.

11. Noteer na afloop zo snel mogelijk (voor dat je ze vergeet) in het logboek (schrift) dat in de koffer zit de verhalen en het aantal deelnemers, en mail een kort verslagje, een bijzonder incident (indien mogelijk met foto) aan Sylvia voor de Facebook pagina.

12. Noteer ook, voor dat je het vergeet, de gegevens (kilometers!) op je declaratieformulier (downloaden op de website).

13. Dingen waar je tegenaan loopt kun je melden aan de regio coördinator (of bewaar ze voor de volgende intervisie bijeenkomst).

53

Page 54:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

De koffers

Inhoud kofferIn de koffer zitten minimaal 15 voorwerpen. De koffer zelf heeft meestal een relatie tot het onderwerp. Soms zitten er ook gelamineerde vertelplaten in de koffer.In iedere koffer zitten ook een infomap en een logboek.

Lotto spelHet lottospel bestaat uit 10 kaarten met telkens 4 plaatjes, 40 losse plaatjes en een kleuren dobbelsteen. Per koffer zijn meestal 5 exemplaren van het lottospel. Het lottospel is vooral bedoeld om in de zorginstelling achter te laten tussen twee bijeenkomsten maar kan ook aanvullend op de koffer worden gebruikt.Geef alleen een lottospel als de activiteitenbegeleidsters van plan is om het te gebruiken.Noteer in het logboek waar je een lottospel achterlaat, bij wie (naam, e-mail en telefoonnummer), want de lottospelen raken kwijt!!!Je kunt ook het lottospel gebruiken ter aanvulling (er staan grote of kostbare voorwerpen op de plaatjes, mensen aan het werk, etc.) of als je een beetje door de voorwerpen heen bent.Je kunt het lottospel ook gebruiken om het gesprek te beïnvloeden: je kunt bij voorbeeld iemand een beurt geven die nooit aan het woord is door het juiste kaartje (kleur) te kiezen.In de doos staan nog meer spelsuggesties.

Aanvullen koffers:Je bent vrij om, in overleg met de regio coördinator uit jou regio, de koffers aan te vullen. Er zullen ook voorwerpen in de koffer zitten die helemaal geen herinneringen oproepen. Let op: de meeste voorwerpen zijn afkomstig uit een museum. We zullen ze na beëindiging van het project terug moeten geven! Daarom is het belangrijk dat we van ieder voorwerp de eigenaar weten.

54

Page 55:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Andere reminiscentiekoffers in ZeelandOosterscheldekofferHet MEC heeft in samenwerking met Het nationaal Park Oosterschelde een koffer gemaakt voor de Bevelanden, Tholen en Schouwen-Duiveland. De inhoud heeft enige overlap met de strandkist en is vooral gericht op natuur.Het IVN heeft vier koffers gericht op de seizoenen. Deze koffers worden ook uitgeleend via het MEC. De koffers zijn eigendom van IVN Zeeuwse Delta (De Bevelanden, Schouwen, Tholen en Zeeuws-Vlaanderen). Aan te vragen via: MEC De Bevelanden / Astrid Meijer, 0113-252628 of [email protected]: NME centrum zit bij Terra Maris (Nicole Vermorken).

Themacollecties BEZIG Zeeuwse Bibliotheek 2014Zorginstellingen die een abonnement hebben bij de BEZIG dienstverlening van de Zeuwse Bibliotheek kunnen een aantal producten huren zoals grootletterboeken, DVD’s en ook themakoffers. De themacollecties worden ‘op maat’ en zo multimediaal mogelijk samengesteld.

Bloemen en planten, tuinenBoerenbedrijf Baby’s/ KinderenDe oude schoolDieren Feestdagen (Sint, Kerst, etc) Groenten en fruit Gereedschappen en oude ambachten HerfstKoninklijk huisKunst (oude-, moderne-) architectuurLanden, algemeen en specifiek (o.a. Afrika,Egypte, Frankrijk, Engeland, Griekenland, Indonesië, Italie)Lente/ schoonmaakMode vroeger en nuPoppen/ verzamelenSchilders/ BeeldhouwersVervoerVroeger en nu WinterZeelandZomer

Voor meer informatie:http://www.zeeuwsebibliotheek.nl/pagina/31191.ouderenzorg.html

Hanneke LuxembourgTel. 0118 654425 / 0118 654309 (maandag t/m donderdag)

55

Page 56:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Leden BEZIG 2014 Naam tehuis/ instelling Adres Postcode PlaatsWALCHERENStichting Werkt voor Ouderenlocaties:

Postbus 360 4380 AJ Vlissingen

Scheldehof Stadhuisplein 22 4382 LJ VlissingenWoonzorgcentrum Theo van Doesburg Doctor Ottestraat 1/95 4385 LV VlissingenTer Reede Vredehoflaan 370 4382 CJ VlissingenLocatie Koudekerkseweg Vredehoflaan 370 4382 CJ VlissingenLocatie Vondellaan Vredehoflaan 370 4382 CJ VlissingenLocatie Picassoplein Pablo Picassoplein 87 4382 KB VlissingenLocatie Weyevliet Weyevlietplein 5 4385 CH VlissingenDe Zoute Viever Dongestraat 1 4388 VJ Oost-SouburgDe Gouwe Tuyn Gouwestraat 129 4388 RB Oost-SouburgSt. Willibrord Bachtensteene 1 4331 AB MiddelburgStichting Majoraat Van Hogendorpweg 58a 4384 HA VlissingenStichting SVRZ WalcherenLocaties:

Postbus 100 4330 AC Middelburg

Simnia Simniapad 1 4357 HJ Domburg‘t Gasthuis Noordpoortplein 2 4331 RN MiddelburgZorgstroomLocaties:

Postbus 323 4330 AH Middelburg

Rustenburg Vrijlandstraat 28 4337 EE MiddelburgNieuw Sandenburgh Sandenburghlaan 2 4351 RL VeereHof Klarenbeek Gerbrandylaan 4F 4331 BJ MiddelburgSt. Arduin,t.a.v. Informatiewinkel

Seissingel 4 4333 GV Middelburg

OOSTERSCHELDE REGIOStichting Allévo, algemeen:locaties:

Postbus 79 4460 AB Goes

Duinoord Kloosterweg 18 4328 GB Burgh-HaamstedeCornelia Emil Sandstromweg 2 4301 NW ZierikzeeBorrendamme Scheldestraat 2 4301 VC ZierikzeeZorggroep Ter Weel: voor facturen etc. t.a.v. Econ. Admin. Dienst (EAD)locaties:

Kievitlaan 64 4461 RB Goes

Randhof ‘s Heer Elsdorpweg 18 4461 WL GoesHet Gasthuis Kievitlaan 64 4461 RB GoesZorgcentrum Moerzicht (voormalig Vredelust) Moerplein 73 4401 HZ YersekeEmergis Postbus 253 4460 AR GoesZorgcentrum De Schutse F.M. Boogaardweg 10 4697 GM St. AnnalandStichting SVRZ afdeling Oosterscheldelocaties:

Postbus 100 4330 AC Middelburg

Erasmuspark, zorggedeelte Troelstralaan 162 4463 XZ Goesde Koriander Koriander 13 4451 TA HeinkenszandZorgcentrum De Kraaijert Deltastraat 2 4456 BB LewedorpZorgcentrum Poelwijck Slotstraat 15 4458 BK s-Heer ArendskerkeLocatie Theresiahof Theresiaplein 4 en 6 4453 BV ‘s-HeerenhoekLocatie de Zwake Egelantierstraat 54 4331 EP ‘s-GravenpolderLocatie NieuwSande Mr.Dr. Messtraat 4 4441 AW OvezandeStichting Ouderenzorg Noord-BevelandLocatie Cleijenborch

Dokter Maasstraat 4 4486 BW Colijnsplaat

Stichting eilandzorg Schouwen-DuivelandLocatie De Wieken

Hoge Molenstraat 13 4301 KB Zierikzee

ZEEUWS- VLAANDERENStichting Ouderenzorg KanaalzoneDe Redoute

Alb. Thijmstraat 1 4532 CZ Terneuzen/Sas van Gent

ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen:WZC Emmaus

Handboogstraat 6 4515 CW IJzendijke

Stichting CuramusWZC Antonius

Pastoor Versterplein 1 4587 CW Kloosterzande

De Blaauwe Hoeve Truffinoweg 2 4561 NT HulstTer Schorre Bachlaan 90 4536 GD Terneuzen

56

Page 57:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Op stap met … de SCHOOLKOFFERErvaring van een museummedewerker

Ria in de Weij

Naar aanleiding van het presenteren van verschillende koffers heb ik aantekeningen gemaakt die gebruikt kunnen worden bij de verschillende onderwerpen.

Men kan op verschillende manieren beginnen met de presentatie: aansluiting zoeken na informele kennismaking, over het beroep dat men in het verleden heeft gehad, of de woonplaats (dit kan ook buiten Zeeland zijn. In dat geval vragen hoe men het beroep in een andere provincie beoefende).

Als kennismakingsrondje kan men dus beginnen met de vraag: “Waar hebt u op school gezeten? Vonden jullie het leuk op school? Hebben jullie ook op de kleuterschool gezeten?” Zo ja dan de vormpjes laten zien die geplakt werden op een papiertje om spelenderwijs vormen te leren. De meeste bewoners gingen pas met 6 of 7 jaar naar school en vervolgens leerde men lezen. Meestal via een leesplankje. Men kan dan testen wie dat zich nog weet te herinneren. Vervolgens het doosje met letters erbij pakken en die op het leesplankje zetten. Daarna kan de griffeldoos erbij gehaald worden plus het leitje en vragen waar het sponzendoosje voor diende. Het sponsje was om het leitje schoon te maken en het zeempje om het leitje te drogen. Soms deed men er een erwtje in zodat het ging kiemen en dan kwam er een plantje uit. Later schreef men met pen en inkt. Een schriftje met de pen en het inktpotje rond laten gaan om te kijken of ze er nog mee kunnen schrijven en hoe ze dit vroeger ervaren hebben. Hiervoor is het handig om met z’n tweeën te zijn: het ‘hulpje’ gaat de kring rond en de leider kan het gesprek gaande houden. Een inktlap van oude lapjes met een knoop erop rond gaat de kring rond: weet men nog waar het voor gebruikt werd? Er kan ook nog een verhaal rond gaan over waar het inktpotje in zat: in het schoolbankje. Het schoolkind dat achter het andere schoolkind zat, haalde dan wel eens kattenkwaad uit door bijvoorbeeld een vlecht ( of de strik op de Walcherse staartmuts) in de inktpot te stoppen. Dan werd de meester erg boos en werd er geslagen met een liniaal. Hilariteit in de groep is dan verzekerd. De puntenslijper werd later gebruikt en bij de meester stond dan een molentje op zijn lessenaar, waar je als kind je potlood kon laten slijpen. Een gum laten zien, waarvan een kant gebruikt werd om potlood uit te gummen en de andere kant om pen uit te gummen. Ook kan de vraag gesteld worden met welke hand men moest schrijven. Als men linkshandig was, dan moest je als kind leren rechts te schrijven, want links schrijven mocht men niet. Meestal zat er in de eerste klas een juffrouw. En in de hogere klassen kreeg je een meester.

Hoe heeft men leren lezen? Dan kan het ‘Aap – noot – Mies’ leesplankje rond gaan. Vervolgens worden de letters op het leesplankje gezet. Niet iedereen heeft vroeger zo leren lezen.

Aardrijkskunde: laat een atlas zien of een grote schoolkaart die van tevoren is opgehangen en vraag welke plaatsen de deelnemers kennen. Je kunt de Oost - en Westerschelde aanwijzen, de eilanden, enz. Handwerken: een dankbaar onderwerp als er hoofdzakelijk vrouwen zijn! Hoe heette de handwerkjuffrouw? En als de meisjes handwerken kregen wat deden de jongens dan? Het antwoord: “Rekenen”, en dat vonden de jongens niet leuk.

57

Page 58:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Verschillende merklappen gaan de kring rond: vooral het smokwerk wordt bewonderd. De kous wekt frustraties op: als men een kous had gebreid, knipte de juffrouw er een gat in zodat men kon leren hoe men het kon stoppen.

Vaderlandse geschiedenis werd in die tijd weinig gegeven.

Speelkwartier is een dankbaar onderwerp. Hadden jullie speelkwartier en zo ja wat deden jullie dan? Touwtje springen (fysiek voordoen is ook altijd een succes), “In spring de bocht gaat in, uit spuit de bocht gaat uit”, bok springen, tollen, knikkeren en dan doorvragen over wat voor soort knikkers er waren (glas en kalk) en hoe men de knikkers in verschillende streektalen noemt. De knikkerzak laten zien en tonen wat bikkels zijn en waar ze van gemaakt zijn (bikkels zijn de kniegewrichten van schapen of geiten en werden gehaald bij de slager. Vervolgens hinkelen laten zien.

Daarna kan men het hebben over de temperatuur op school. Was het er warm en zo nee hoe werd er dan verwarmd? Met ouderwetse kolen die in de kolenkit zaten en gehaald werden uit het kolenhok.

Wat deed men na schooltijd? Lopen naar het dorp, buiten spelen rond het huis of helpen met aardappelen schillen? In Arnemuiden gingen ze zwemmen in het kanaal en garnalen pellen of schaatsen in paren of bramen plukken. Ieder heeft weer een verschillend verhaal. Vragen naar vriendinnen en wat ze samen deden.

Dan de ratel laten zien en vragen waar dat voor diende. De meester gebruikte de ratel om de kinderen binnen te roepen. Sommigen hadden een bel in het voorlokaal. Bij de ene school moest men netjes in de rij staan voordat men de klas in ging en bij een andere school ging iedereen zonder structuur naar binnen.

Evaluerend kan men zeggen dat er met elk onderwerp/product wat men kan tonen weer andere verhalen los komen. Jan begon de schoolkaart te laten zien, die in het water had gelegen. Men kan dan de vraag stellen, hebben jullie ook in het water gezeten in de oorlog? Dan komen er vanzelf weer andere verhalen. Je kan van het ene in het andere onderwerp terecht komen. De kracht is om wel steeds terug te keren bij datgene waar men mee bezig is, maar wel de ruimte geven om hun verhaal te doen, want dat zorgt er in ieder geval voor dat men positieve prikkels krijgt.

58

Page 59:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Herinneringskoffer van de Tweede Wereldoorlog(verslag bijeenkomst Archipelschool de Leeuwenburch, Middelburg)

In ontmoetingscentrum ‘Het Palet’ zit een dagopvang voor dementerenden. In hetzelfde complex zijn twee woon/zorg units en twee basisscholen. Een deel van de tuin wordt door kinderen + ouderen onderhouden en rond 4/5 mei bestaat al enige tijd een samenwerkingsverband waarbij de dementerende mensen naar school gaan.Toen we een gift ontvingen bestaande uit voorwerpen van het dagelijks leven tijdens de oorlog, vroeg de AB-er of dit materiaal gebruikt kon worden in een bijeenkomst op school.Een mooi voorbeeld van een situatie waar de dementerenden weer een functie krijgen.

Kinderen krijgen de gelegenheid om verhalen uit de oorlog te horen van eerste hand. Van senioren die ongeveer de zelfde leeftijd hadden als de kinderen van groep 8 nu.

Mensen met beginnende dementie hebben na het horen van diagnose het gevoel dat ze nergens meer toe doen en niets meer kunnen.Door deel te nemen aan deze activiteiten wordt er een beroep op hen gedaan, waardoor hun eigenwaarde enorm versterkt wordt en dit een grote invloed heeft op hun stemming en functioneren.

Er is ook vraag naar andere koffers, bv. ‘Hoe was de school vroeger?’, echter ontbreekt het ook aan tijd bij de scholen om dit in te passen.Hieronder een verslag van het bezoek. Op vrijdag 20 maart hebben we bezoek gehad van een aantal senioren (oude mensen) die deel uitmaken van de groep van SVRZ die bijeenkomen in het Palet en ook op andere momenten deelnemen aan activiteiten bij ons op school. Deze mensen hebben als kind de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en kunnen daar van alles over vertellen.

Meneer Jan Louwerse, vrijwilliger bij de Schotse Huizen in Veere, was ook aanwezig en die had een koffer vol met spullen uit die tijd: een knijpkat, verpakkingen van producten, foto’s, flesje koffiesurrogaat, bonkaarten, stamkaarten, sigarettendoosjes en briefkaarten. Ook meneer Jan wist heel veel te vertellen over deze spullen en de bezetting.

Juf Henriëtta, de begeleidster van de groep, begon met het stellen van een vraag: "Hoe oud was u toen de oorlog uitbrak en wat weet u er nog van?" Prachtige verhalen kwamen toen los, over het bombardement van Middelburg, eerst was het spannend en angstig, een dag later ging je spelen in de puinhopen, een ontmoeting met een Nederlandse soldaat die twee schotwonden in zijn rug had: “Je zag de kogelgaten in zijn jas”. Over het verlaten van de stad: “We waren gewaarschuwd, we moesten de stad uit, tweeëntwintig mensen zijn gebleven en die zijn allemaal omgekomen”. De kinderen luisterden aandachtig en begonnen toen ook vragen te stellen.

Aangrijpend was het verhaal van meneer Jacques, hij woonde in Dordrecht en heeft honger geleden, heeft tulpenbollen en suikerbieten gegeten en heeft allebei zijn ouders in de hongerwinter verloren. Hij was toen 4 jaar oud. De mensen uit Zeeland hebben in de oorlog geen honger geleden, wel moesten ze vluchten voor de bommen die op de dijken werden gegooid zodat Walcheren onder water kwam te staan.

Meneer Karel bracht ’s nachts met paard en wagen, hij was toen 15 jaar, puin naar de Sloedam, naast hem zat een Duitse soldaat, daar aangekomen sprong hij in het donker van de

59

Page 60:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

bok bovenop een dode soldaat. “Dat ben ik nooit vergeten”. Ook nam hij deel aan de eerste voedseltransporten naar Amsterdam, na de oorlog. Zittend op de bumper van het vrachtwagentje nam hij een boterham, die werd plots uit zijn hand gerukt door een Amsterdams kind, hij had nog een paar boterhammen, maar verderop zag hij nog een hongerend kind en toen heeft hij die zijn brood gegeven. “Dat kind moest huilen”.

Meneer Han woonde in Assen, zijn vader was directeur van een ziekenhuis en heeft een keer het zoontje van de Duitse kampcommandant van Westerbork moeten verplegen. In dat kamp aangekomen zag hij allemaal joodse kinderen, hij heeft er toen een aantal mee naar het ziekenhuis kunnen nemen omdat hij zei dat ze een besmettelijke ziekte hadden. Zo zijn die kinderen gered. Meneer Jan liet nog wat verpakkingen zien o.a. van melkpoeder, dit moest je vermengen met water en dan kreeg je taptemelk. “Water met een wit kleurtje”. “Heel erg dun”. Ook kwamen er een groot aantal bonkaarten op tafel, de kinderen mochten allemaal een bonkaart uitkiezen.

Om half elf kwam de groep binnen en gingen tussen de kinderen in de kring zitten, het was de bedoeling dat ze tot ongeveer kwart over elf zouden blijven, maar de verhalen en de spullen waren zo bijzonder en de leerlingen stelden zoveel vragen dat we bijna tot twaalf uur door zijn gegaan!

Groep 8 wil dan ook de mensen hartelijk bedanken voor hun bijdrage!

60

Page 61:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Checklijst te gebruiken bij evaluatie van een bijeenkomst

Onderstaand lijstje hoeft niet letterlijk te worden gebruikt maar het geeft in ieder geval wel voor jezelf punten waaraan je moet denken tijdens de bijeenkomst.

1. Was het duidelijk voor de deelnemers en de begeleiding, wie de leiding had?

2. Namen alle deelnemers/ begeleiders actief deel? Zo niet, waarom?

3. Vulden de begeleiders elkaar aan, doorkruisten zij elkaars aanpak of hinderden zij elkaar?

4. Werden er voldoende middelen gebruikt om de deelnemers te stimuleren?

5. Stelden de begeleiders voldoende vragen? Waren dit open-gesloten of suggestieve vragen?

6. Vertelden de begeleiders zelf ook verhalen?Zo ja, met welk doel?

7. Werden alle deelnemers op gelijke wijze betrokken bij deze bijeenkomst? Zo niet, wat was hiervan de reden?

61

Page 62:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

5. PRAKTISCHE ZAKEN

Rechten en plichten van de vrijwilligersVrijwilligerswerk is niet vrijblijvend. Daarom is een aantal afspraken vastgelegd in het huishoudelijk reglement.Vrijwilligers ook rechten. De kracht van onze organisatie is dat we allemaal vrijwilligers zijn (wat trouwens ook de kwetsbaarheid van de organisatie vormt…). Wij zijn van mening dat alle vrijwilligers recht hebben op een vrijwilligersvergoeding (in plaats van de goedbedoelde cadeautjes). Mocht je geen gebruik willen maken van deze regeling, dan kun je het bedrag terugstorten in het project, waarmee je een aantal bijeenkomsten financieel mogelijk maakt.

VerzekeringDe Zeeuwse gemeentes hebben een verzekering afgesloten voor hun vrijwilligers. De verzekering biedt een secundaire dekking. Dit houdt in dat de verzekering alleen van kracht is voor zover de schade niet gedekt is door een andere verzekering. De vrijwilliger moet de schade dus eerst melden bij de eigen verzekering.

Website (www.feestvanherkenning.info)De website vormt het statische gedeelte van de informatie. - onder ‘leerprogramma’ is een hele reeks van zeer informatieve filmpjes te vinden- onder ‘werkwijze’ staan alle geplande bijeenkomsten

FacebookOp onze facebook pagina staan verslagen van bijeenkomsten en andere vermeldingen.We hopen hiermee in de toekomst gezinnen van dementerenden te bereiken zodat zij op de hoogte zijn van wanneer we een bezoek aan hun ouder hebben gebracht…Mocht je niet zelf op facebook willen, stuur een verslagje (liefst met foto) aan Sylvia ([email protected]

62

Page 63:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Huishoudelijk reglement

Museummedewerkers

Vrijwilligers die bijeenkomsten met de themakoffers leiden worden ‘museummedewerkers’ genoemd.De museummedewerkers leggen zich in principe vast om gedurende een jaar minimaal één bijeenkomst per maand te leiden, alleen of samen met een andere museummedewerker.Wanneer museummedewerkers in tweetal een bijeenkomst leiden, spreken ze met elkaar af wie die dag de leiding heeft. De tweede museummedewerkers verricht dan ondersteunende werkzaamheden.Museummedewerkers zijn bereid om nieuwe collega’s in te werken, door samen bijeenkomsten te leiden.De museummedewerker kent de inhoud van de koffers en heeft een basistraining gevolgd waarbij ook aandacht aan de doelgroep is besteed.De museummedewerker is bereid om één à twee keer per jaar een intervisie bijeenkomst bij te wonen.

De museummedewerker heeft recht op een vrijwilligersvergoeding van € 10,- per bijeenkomst en een kilometervergoeding van € 0,19. Voor het ophalen, terugbrengen of doorgeven van de koffers en voor andere bijeenkomsten wordt uitsluitend de kilometervergoeding in rekening gebracht.

Indien de museummedewerker geen gebruik wil maken van de vergoedingen kan hij dit bedrag als gift teruggeven aan het project met als doel het bekostigen van een X aantal bijeenkomsten.

De museummedewerker houdt zelf het aantal bijeenkomsten en de gereden kilometers bij op het hiervoor bestemde formulier. Het formulier wordt eind november bij de regio coördinator ingeleverd.

Invullen van het formulier:- Naam instelling invullen in eerste kolom- Kolom 2: uitsluitend ‘1’ invullen. De formule berekent dan vanzelf € 10,-.- Kilometers: aantal kilometer invullen. De formule berekent alles vanzelf.- Verder NIETS veranderen, niet in een ander bestand opslaan!!!

Afspraken maken

Afspraken met zorginstellingen worden uitsluitend door de regio-coördinatoren gemaakt. Als een activiteitenbegeleider/zorgmedewerker na afloop van een bijeenkomst meteen een vervolg afspraak wil maken, geef dit door aan de regio-coördinator die de afspraak bevestigt en museummedewerkers zoekt.

63

Page 64:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

De koffers

De koffers worden in eerste instantie samengesteld door musea binnen de regio.De koffers kunnen worden aangevuld door de museummedewerkers doch altijd in overleg met de regio-coördinator.Belangrijk hierbij is het bijhouden van het eigendom van de voorwerpen, in verband met teruggave van de voorwerpen na afloop van het project of omdat de voorwerpen geen herinneringen (meer) oproepen.

Voorwerpen kunnen worden geschonken aan een museum waarvan het voorwerp in de collectie past. Dit kan meteen gebeuren bij ontvangst van een voorwerp, of na afloop van het project. Een schenker vind het meestal prettig om te weten dat het geschonken voorwerp uiteindelijk in een collectie terecht zal komen. Het museum stelt dan een schenkingsacte op en leent het voorwerp vervolgens uit aan het project.

Ophalen en doorgeven van de koffers:

De koffers worden op een handige locatie bewaard. Dit kan zijn in één van de deelnemende musea of bij een museummedewerker thuis. Iedere museummedewerker schrijft in het logboek, wáár en wélk lottospel er door hem/haar is achtergelaten.

64

Page 65:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

VRIJWILLIGERSOVEREENKOMST

De ondergetekenden

1. de Stichting Feest van Herkenning – Museumverhalen voor ouderen te Veere, hierbij vertegenwoordigd door één van haar bestuurders hierna te noemen:

de organisatie en

2. Naam: Adres:

Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: Geboren op: IBAN rekening nummer: hierna te noemen: de museummedewerker

komen als volgt overeen:

1. Aanvang en duur van de overeenkomstDe museummedewerker zal met ingang van 1 januari 2015 werkzaamheden verrichten ten behoeve van de organisatie. De museummedewerker legt zich vast voor het kalenderjaar waarop hij de overeenkomst aangaat en kan jaarlijks beslissen om weer een jaar door te gaan.

2. Taakomschrijving en werktijdenDe museummedewerker zal in principe één keer per maand met een themakoffer op bezoek gaan naar een zorginstelling in de regio waarvoor hij is aangenomen. De vrijwilliger heeft hiervoor een verplichte training gevolgd en zal in de loop van het project verschillende terugkomdagen bijwonen.

3. FunctioneringDe museummedewerker is bereid om een bijeenkomst te leiden of om een collega te assisteren. Ter bevordering van de kwaliteit van het project wordt na afloop van iedere bijeenkomst een kleine enquête gehouden bij de zorginstelling. Indien beoordelingen herhaaldelijk negatief zijn, zal het bestuur een gesprek aangaan met de museummedewerker of, indien nodig, de overeenkomst afbreken.

4. Verhindering

65

Page 66:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

In geval van verhindering wegens ziekte, vakantie of anderszins zal de museummedewerker zelf voor vervanging zorgen en de regio-coördinator daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen. In geval van verhindering bij andere taken (vergaderingen, bijeenkomsten e.d.), informeert de museummedewerker de secretaris van het bestuur.

5. OnkostenvergoedingDe museummedewerker heeft recht op een bedrag van € 10,- per keer voor verrichte werkzaamheden zijnde een zogenaamde vrijwilligersvergoeding.De museummedewerker ontvangt een reiskostenvergoeding (kilometervergoeding à € 0,19) en andere onkosten zoals Westerscheldetunnel na overlegging van een betalingsbewijs.Hij houdt zelf de gemaakte kosten bij. De onkosten worden aan het eind van het jaar uitgekeerd.

6. Ongevallen en WA-verzekeringAlle gemeentes hebben een VNG vrijwilligerspolis bij Centraal Beheer Achmea afgesloten (zie bijlage).

7. Einde van de overeenkomstDeze overeenkomst wordt aangegaan voor het lopende kalenderjaar met een stilzwijgende verlenging van telkens 1 jaar.Opzegging van de overeenkomst door de vrijwilliger of door de Organisatie dient te geschieden voor 1 oktober van het lopende kalenderjaar, waarna de opzegging ingaat bij het volgende kalenderjaarDe organisatie kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen als de vrijwilliger:

- 3 keer of meer niet of te laat op een geplande bijeenkomst is geweest;- 3 keer of meer een negatieve beoordeling/evaluatie heeft plaatsgehad;- andere dwingende redenen ontstaan voor beëindiging.

Organisatie en museummedewerker kunnen de overeenkomst in onderling overleg beëindigen.

Deze overeenkomst is in tweevoud opgemaakt teDe vrijwilliger heeft van deze overeenkomst een ondertekend exemplaar ontvangen.

Namens de Stichting Feest van herkenning De museummedewerker,Museumverhalen voor ouderen

Sylvia van Dam Merrett – van Lyndensecretaris

66

Page 67:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

VRIJWILLIGERSOVEREENKOMST

De ondergetekenden

3. de Stichting Feest van Herkenning – Museumverhalen voor ouderen te Veere, hierbij vertegenwoordigd door één van haar bestuurders hierna te noemen:

de organisatie en

4. Naam: Adres:

Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: Geboren op: IBAN rekening nummer: hierna te noemen: de museummedewerker

komen als volgt overeen:

8. Aanvang en duur van de overeenkomstDe museummedewerker zal met ingang van 1 januari 2015 werkzaamheden verrichten ten behoeve van de organisatie. De museummedewerker legt zich vast voor het kalenderjaar waarop hij de overeenkomst aangaat en kan jaarlijks beslissen om weer een jaar door te gaan.

9. Taakomschrijving en werktijdenDe museummedewerker zal in principe één keer per maand met een themakoffer op bezoek gaan naar een zorginstelling in de regio waarvoor hij is aangenomen. De vrijwilliger heeft hiervoor een verplichte training gevolgd en zal in de loop van het project verschillende terugkomdagen bijwonen.

10.FunctioneringDe museummedewerker is bereid om een bijeenkomst te leiden of om een collega te assisteren. Ter bevordering van de kwaliteit van het project wordt na afloop van iedere bijeenkomst een kleine enquête gehouden bij de zorginstelling. Indien beoordelingen herhaaldelijk negatief zijn, zal het bestuur een gesprek aangaan met de museummedewerker of, indien nodig, de overeenkomst afbreken.

11.Verhindering

67

Page 68:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

In geval van verhindering wegens ziekte, vakantie of anderszins zal de museummedewerker zelf voor vervanging zorgen en de regio-coördinator daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen. In geval van verhindering bij andere taken (vergaderingen, bijeenkomsten e.d.), informeert de museummedewerker de secretaris van het bestuur.

12.OnkostenvergoedingDe museummedewerker heeft recht op een bedrag van € 10,- per keer voor verrichte werkzaamheden zijnde een zogenaamde vrijwilligersvergoeding.De museummedewerker ontvangt een reiskostenvergoeding (kilometervergoeding à € 0,19) en andere onkosten zoals Westerscheldetunnel na overlegging van een betalingsbewijs.Hij houdt zelf de gemaakte kosten bij. De onkosten worden aan het eind van het jaar uitgekeerd.

13.Ongevallen en WA-verzekeringAlle gemeentes hebben een VNG vrijwilligerspolis bij Centraal Beheer Achmea afgesloten (zie bijlage).

14.Einde van de overeenkomstDeze overeenkomst wordt aangegaan voor het lopende kalenderjaar met een stilzwijgende verlenging van telkens 1 jaar.Opzegging van de overeenkomst door de vrijwilliger of door de Organisatie dient te geschieden voor 1 oktober van het lopende kalenderjaar, waarna de opzegging ingaat bij het volgende kalenderjaarDe organisatie kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen als de vrijwilliger:

- 3 keer of meer niet of te laat op een geplande bijeenkomst is geweest;- 3 keer of meer een negatieve beoordeling/evaluatie heeft plaatsgehad;- andere dwingende redenen ontstaan voor beëindiging.

Organisatie en museummedewerker kunnen de overeenkomst in onderling overleg beëindigen.

Deze overeenkomst is in tweevoud opgemaakt teDe vrijwilliger heeft van deze overeenkomst een ondertekend exemplaar ontvangen.

Namens de Stichting Feest van herkenning De museummedewerker,Museumverhalen voor ouderen

Sylvia van Dam Merrett – van Lyndensecretaris

68

Page 69:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

BoekenlijstIngrid Barentsen en Wil Boonstra, Terug naar ToenB. Verbraeck, A. v. d. Plaats, De wondere wereld van Dementie Gerke de Boer & Anneke van der Plaats, Het demente brein, 2014 (€ 14,95)Huub Buijssen, De heldere eenvoud van dementiaFrans Hoogeveen, Leven met DementieJudith Koelemeijer, Het zwijgen van Maria ZacheaJ. Bernleff, HersenschimmenInez van Dullemen, Vroeger is doodBraam, Ik heb AlzheimerMarijke Howeler, Voor de streepMarjan van den Berg, Ze is de vioolmuziek vergetenTine Slosse/ Johan van Oers, Het sneeuwt in mijn hoofdMarinus van den Berg, Mijn moeder weet mijn naam niet meerSamantha Harvey, De woestenijAnne Tyler, Het kompas van NoachDouwe Draaisma, VergeetboekDik Swaab, Wij zijn ons breinDouwe Draaisma, Waarom het leven sneller gaat. De geheimen van het geheugenProf.dr. H.M. Becker, Verboden af te blijven! Het herinneringsmuseum, spiegel van Humanitas’ zorgfilosofieCees Slager, Zeven Zeeuwse vrouwen, (1995) - ISBN 907213849XCees Slager, … en mijn zuster die heet Kee…, 2012, uitgeverij den Boer/de RuiterTruus Groen, 100x100, Een reis langs honderd gezichten van honderdjarigen,Geert Mak, De eeuw van mijn vader, R. Kok, C. De Mooij, Het jaren 50 boek, Uitgeverij W Books B.V. (ook: Het jaren 60 boek en Het jaren 70 boek)PZC, jubileumuitgave PZC 250 jaarTROUW: op maandag artikel over ‘moeder doen’www.reminiscentie.nl

FilmsIris, over het leven van de schrijfster Iris Murdoch. Zij werd getroffen door een vorm van dementie.Away from her, over een vrouw die getroffen wordt door Alzheimer. Verplichte opname in een verpleeghuis leidt tot een ongewilde verwijdering tussen haar en haar liefhebbende echtgenoot.Amour, de nieuwe film (2012) van Michael Haneke. Ontroerende film over de liefde van een echtpaar dat vecht tegen de genadeloze klappen die de ouderdom uitdeelt.Ook is er nog een film met Mia Ferrow waarin ze de rol spelt van een jonge vrouw die getroffen wordt door Alzheimer. Ook de radeloosheid van de mensen om haar heen komt goed tot uiting.

Op de website www.feestvanherkenning.info vind je veel informatieve films!

69

Page 70:  · Web viewInhoud map 2Voorwoord 1. D EMENTIE 3Weten van vergeten - informatie over dementie (inleiding) 6Extra informatie over psychogeriatrische stoornis (informatie voor mantelzorgers

Ieder mens is een verhaal,altijd de moeite waard

Fragment (bron onbekend)

Lees mijn fragmenten allemaalBewaar, beween, bemin hun taalLees ieder brokstuk hard als steenLees mijn fragmenten een voor een

Bewaak elk waardeloos fragmentUiteengescheurd en ongekendZoals ik ben, verstrooid, verwardBewaar mijn woorden in het hart

Beween de breuken en de pijnDe tranen van verbrokkeld zijnTreur om de zin van elke traanBeween ze dat ze niet vergaan

Bemin de stemmen die ik benKoester de rollen die ik kenDe hoop, de eenzaamheid, de griefBemin mijn leven, heb mij lief

Lees mijn fragmenten zonder talWat was, wat is, wat komen zalGen zinsverband en geen verhaalLees mijn fragmenten, allemaal

70