Web viewDeze leervragen en antwoorden zijn GEEN volledige samenvatting van dit thema ! ... –...

3
Leervragen en antwoorden thema 6 Gaswisseling en ademhaling. Het tentamen bestaat uit een aantal leervragen (zie hieronder) en een aantal inzichtsvragen. Deze leervragen en antwoorden zijn GEEN volledige samenvatting van dit thema ! Zie ook binas 83 A t/m E bs 1 In de neusholte wordt lucht gereinigd, gekeurd, verwarmd en vochtig gemaakt. Slijmvlies in neusholte,en luchtpijp en bronchiën bevat slijmproducerende cellen en trilhaarcellen. Aan het slijm blijven verontreinigingen en ziekteverwekkers kleven. Door de beweging van trilharen wordt het slijm naar de keelholte verplaatst. De luchtpijp en bronchiën bezitten hoefijzervormige kraakbeenringen in de wand waardoor de luchtpijp altijd open staan. In de longblaasjes vindt uitwisseling van O2 en CO2 plaats: O2moleculen gebonden aan hemoglobine in rode bloedcellen Hemoglobine (Hb) + O2 → oxyhemoglobine (HbO2) CO2 vanuit de weefsels wordt afgeven aan de longblaasjes (uit rode bloedcellen en plasma) Factoren die de uitwisselingssnelheid (diffusie) vergroten: – (gaswisselings) oppervlak: (door de vele longblaasjes is dit) groot. – (kleine diffusie) afstand: dunne wand (van longblaasjes en longhaarvaten) – concentratie (groot verschil in zuurstof en koolstofdioxidespanning) bs 2 Ademhalingsbewegingen: long/ribademhaling en buik/middenrifademhaling Long/ribademhaling: IN UIT 1. De (buitenste) tussenribspier trekken samen Door zwaartekracht

Transcript of Web viewDeze leervragen en antwoorden zijn GEEN volledige samenvatting van dit thema ! ... –...

Page 1: Web viewDeze leervragen en antwoorden zijn GEEN volledige samenvatting van dit thema ! ... – concentratie (groot verschil in zuurstof­ en koolstofdioxidespanning) bs. 2

Leervragen en antwoorden thema 6 Gaswisseling en ademhaling.

Het tentamen bestaat uit een aantal leervragen (zie hieronder) en een aantal inzichtsvragen.Deze leervragen en antwoorden zijn GEEN volledige samenvatting van dit thema !

Zie ook binas 83 A t/m Ebs 1 In de neusholte wordt lucht gereinigd, gekeurd, verwarmd en vochtig gemaakt.

Slijmvlies in neusholte,en luchtpijp en bronchiën bevat slijmproducerende cellen en trilhaarcellen.Aan het slijm blijven verontreinigingen en ziekteverwekkers kleven.Door de beweging van trilharen wordt het slijm naar de keelholte verplaatst.

De luchtpijp en bronchiën bezitten hoefijzervormige kraakbeenringen in de wand waardoor de luchtpijp altijd open staan.

In de longblaasjes vindt uitwisseling van O2 en CO2 plaats:O2moleculen gebonden aan hemoglobine in rode bloedcellen Hemoglobine (Hb) + O2 → oxyhemoglobine (HbO2)CO2 vanuit de weefsels wordt afgeven aan de longblaasjes (uit rode bloedcellen en plasma)

Factoren die de uitwisselingssnelheid (diffusie) vergroten: – (gaswisselings) oppervlak: (door de vele longblaasjes is dit) groot. – (kleine diffusie) afstand: dunne wand (van longblaasjes en longhaarvaten) – concentratie (groot verschil in zuurstof en koolstofdioxidespanning)

bs 2 Ademhalingsbewegingen: long/ribademhaling en buik/middenrifademhaling

Long/ribademhaling: IN UIT1. De (buitenste)

tussenribspieren trekken samen Door zwaartekracht

en veerkracht zakt de borstkas terug.

2. Daardoor borstkas groter (omhoog/naar voren) kleiner

3. De borstholte groter kleiner

4. de longen groter (volume). kleiner

5. lucht wordt aangezogen. uitgeperst.

Middenrif of buikademhaling IN UITMiddenrifspieren spannen; middenrif wordt plat

BUIKSPIEREN trekken buik(organen) in

Longvolume wordt groter Middenrif wordt koepelvormig

Je zuigt lucht aan Longvolume wordt kleiner

Buik (organen) naar voren Je perst lucht uit

Page 2: Web viewDeze leervragen en antwoorden zijn GEEN volledige samenvatting van dit thema ! ... – concentratie (groot verschil in zuurstof­ en koolstofdioxidespanning) bs. 2

Bs 3

Vitale Long Capaciteit (binas 83 B Respirogram)

Longvolume(alles)

3,1 Liter

Complementaire / Aanvullings Lucht = Extra inademen na een normale inademing

½ Liter

Ademvolume = De hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- en uitgeademd

1,2 Liter

Reservelucht = Extra uitademen na een normale uitademing

1,2Liter

Residu / Rest Lucht = Blijft altijd achter in de longen

VLC = Vitale Long capaciteit Dit is de hoeveelheid lucht die je maximaal kunt uitademen na een maximale inademing. Dus aanvullingslucht + ademvolume + reservelucht Longvolume = VLC + Restlucht Dode ruimte: lucht in keel- en neusholte wat niet wordt ververst.

De ademhaling wordt geregeld door het ademcentrum in de hersenstam.Chemoreceptoren in halsslagaders en aorta nemen de CO2 hoeveelheid waar.

Hyperventilatie: te lage CO2 concentratie in het bloed

Astma: verkramping van de spiertjes rondom de longblaasjes