Wetenschaps Onderwijs Nederland Vwo3 Geschiedenis Frans Levensbeschouwing.
mevrouwstals.files.wordpress.com · Web viewD-TOETS Economie vwo3 januari ’18 Budgetlijn...
Transcript of mevrouwstals.files.wordpress.com · Web viewD-TOETS Economie vwo3 januari ’18 Budgetlijn...
D-TOETS Economie vwo3 januari ’18 Budgetlijn Procenten Vraag- en aanbodlijn Marktevenwicht Overschot tekenen en aflezen Financiële feiten Balans Solvabiliteit
ANTWOORDEN
Opgave 1 (2p)Teken de budgetlijn (van een maand). Plaats de basisgoederen op de X-as.
Opgave 2 Vraag en aanbodlijn (9p)Gegeven is de volgende informatie:
Qv = - 2p + 20
Qa = 2p – 4
Q is in 1.000 stuks P = in € per stuk
Pagina 1 van 7
B
L
1
3
5
7
9
2 4 6 8 10 12 14 160
Berekening moet erbij!:
4000 / 250 = 16 basisgoederen
4000 / 500 = 8 luxe goederen
1. Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid. (3p)Qv = Qa
-2p + 20 = 2p -4
-4p + 20 = -4
-4p = -24
p = -24 / -4
p = 6
Qv = -2p + 20
-2 * 6 + 20 = 8
Qa = 2p – 4
2 * 6 – 4 = 8
Evenwichtsprijs is 8 euro. En de evenwichtshoeveelheid is 8.000 stuks.
2. Teken de vraag- en aanbodlijn in een grafiek.
Maak stappen van 2 en geef alles zo duidelijk mogelijk aan. (4p)
Stel p = 0Qv = 20Stel Qv = 0 0 = - 2 p + 202 p = 20P = 10
Qa = 00 = 2 p – 4-2p = -4P = 2Stel p = 102 x 10 – 4 = 16
Pagina 2 van 7
- 1 punt aftrek wanneer:o Benaming assen vergeten (P, Q, € en x 1000)o Foute stappen zijn gezet (dus niet per 2)o Benaming lijnen vergeten (Qa en Qv)o 0 / oorsprong vergeten iso Lijn fout getekend is.
Men wil het product aan gaan bieden voor € 4,00.
3. Bepaal met behulp van de grafiek (teken dit in de figuur op je uitwerkblad) of
deze prijs leidt tot een vraagoverschot of een aanbodoverschot.
En bereken ook de grootte van het overschot. (2p)
Tekening = roze (horizontale) lijn.
Vraagoverschot. (1p)
Pagina 3 van 7
Qv = - 2p + 20
-2 * 4 + 20 = 12 (vraag x 1000)
Qa = 2p – 4
2 * 4 – 4 = 4 (aanbod x 1000)
12 – 4 = 8. 8 x 1000 = 8000 stuks meer vraag dan aanbod. (1p)
Opgave 3a. (2p)(65-64) / 64 * 100% = 1.6%(65-64) = 1p, rest berekening ook 1p
b. (2p)64/1.085 = 58,986…. ->59 cent59 / 1.0255 = 47,011… -> 47 cent
Opgave 4 De balans
Debet 2 januari CreditBankrekening ABN - €2.000 Crediteuren - €2.000
Debet 5 januari CreditBankrekening ABN + € 10.000 Eigen vermogen + € 17.000Kas + € 7.000Debiteuren + € 3.000Voorraad - € 3.000
Debet 8 januari CreditDebiteuren - € 900Bank ABN + € 900
Debet 10 januari CreditVoorraad + € 4.000 Bankrek. ING + € 4.000
Pagina 4 van 7
Debet 13 januari CreditKas - € 10.000 Bankrek. ING - € 10.000
Debet 20 januari CreditABN bankrek. - € 2.000 Hyp. Lening – € 2.000
Debet 23 januari CreditGebouw - € 1.000 Eigen vermogen - € 1.500Inventaris - € 500
Debet 25 januari CreditBank ABN - € 25.000 Eigen vermogen - € 25.000
Debet 30 januari CreditBank ABN - € 300 Eigen vermogen - € 300
Opgave 5 eindbalans (geheugensteuntje)Debet 1 – 1 - 2015 CreditBankrekening ABN € 40.000
-2000
+10000
+900
-2000
Bankrekening ING € 30.000
+4000
-10000
Pagina 5 van 7
-25000
-300
Voorraad € 6.000
-3000
+4000
Hypothecaire lening € 70.000
-2000
Inventaris € 25.000
-500
Crediteuren € 8.500
-2000
Debiteuren € 2.500
+3000
-900
Eigen vermogen € 200.000
+17000
-1500
-25000
-300
Gebouwen € 220.000
-1000
Kas € 15.000
+7000
-10000
Totaal € 308.500 Totaal € 308.500
Dus de eindbalans = (LET OP VOLGORDE! EN DATUM!)Debet 1 – FEBRUARI - 2015 CreditGebouwen € 219.000 Eigen vermogen € 190.200
Inventaris € 24.500 Hypothecaire lening € 68.000
Voorraad € 7.000 Bankrekening ING € 24.000
Debiteuren € 4.600 Crediteuren € 6.500
Kas € 12.000
Bankrekening ABN € 21.600
Totaal € 288.700 Totaal € 288.700
Pagina 6 van 7