Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

22
7/18/2019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014) http://slidepdf.com/reader/full/biologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 1/22 VWO biologie voor jou

description

Het officiele zakboek van BVJ voor VWO 3. Ik heb dit lett. upload voor download

Transcript of Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

Page 1: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122

VWO

biologie voor jou

983162983137983147983138983151983141983147

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 222

biologie voor de bovenbouw

vwo

auteurs

arteunis bos

marianne gommers

onno kalverdagerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

vijfde drukmalmberg rsquos-hertogenbosch

wwwbiologievoorjounl

biologie voor jou

983162983137983147983138983151983141983147

VWO

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 3222

thema 2 Cellen

Voorwoord

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223

thema 2 Cellen

Inleiding

Leerjaar 4

1 Inleiding in de biologie

Samenvatting Examentrainer 6

2 Cellen

Samenvatting 15 Examentrainer

3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer

4 Genetica

Samenvatting Examentrainer

5 Evolutie Samenvatting Examentrainer

6 Ecologie

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 51 Stofwisseling

Samenvatting Examentrainer

2 DNA

Samenvatting Examentrainer

3 Mens en milieu

Samenvatting Examentrainer

4 Planten

Samenvatting

Examentrainer5 Regeling

Samenvatting Examentrainer

6 Beweging en gedrag

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 6

1 Voeding

Samenvatting Examentrainer

2 Gaswisseling en uitscheiding

Samenvatting Examentrainer

3 Transport

Samenvatting Examentrainer

4 Bescherming

Samenvatting Examentrainer

5 Evenwicht

Samenvatting Examentrainer

INHOUD

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522

Cellen983090THEMA

5

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1

Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid

bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een

celmembraan cytoplasma en organellen

bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu

ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld

ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand

bull Cytoplasma is de inhoud van de cel

ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen

bull Organellen zijn compartimenten van een cel

ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole

ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2

Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt

en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt

bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat

ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken

ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer

ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het

oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief

bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel

ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten

ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door

het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een

lichtmicroscoop

ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het

preparaat af en ontstaat een beeld met diepte

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3

Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten

bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen

ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma

bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen

ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma

bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht

ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en

andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 2: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 222

biologie voor de bovenbouw

vwo

auteurs

arteunis bos

marianne gommers

onno kalverdagerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

vijfde drukmalmberg rsquos-hertogenbosch

wwwbiologievoorjounl

biologie voor jou

983162983137983147983138983151983141983147

VWO

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 3222

thema 2 Cellen

Voorwoord

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223

thema 2 Cellen

Inleiding

Leerjaar 4

1 Inleiding in de biologie

Samenvatting Examentrainer 6

2 Cellen

Samenvatting 15 Examentrainer

3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer

4 Genetica

Samenvatting Examentrainer

5 Evolutie Samenvatting Examentrainer

6 Ecologie

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 51 Stofwisseling

Samenvatting Examentrainer

2 DNA

Samenvatting Examentrainer

3 Mens en milieu

Samenvatting Examentrainer

4 Planten

Samenvatting

Examentrainer5 Regeling

Samenvatting Examentrainer

6 Beweging en gedrag

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 6

1 Voeding

Samenvatting Examentrainer

2 Gaswisseling en uitscheiding

Samenvatting Examentrainer

3 Transport

Samenvatting Examentrainer

4 Bescherming

Samenvatting Examentrainer

5 Evenwicht

Samenvatting Examentrainer

INHOUD

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522

Cellen983090THEMA

5

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1

Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid

bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een

celmembraan cytoplasma en organellen

bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu

ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld

ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand

bull Cytoplasma is de inhoud van de cel

ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen

bull Organellen zijn compartimenten van een cel

ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole

ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2

Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt

en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt

bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat

ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken

ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer

ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het

oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief

bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel

ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten

ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door

het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een

lichtmicroscoop

ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het

preparaat af en ontstaat een beeld met diepte

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3

Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten

bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen

ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma

bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen

ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma

bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht

ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en

andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 3: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 3222

thema 2 Cellen

Voorwoord

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223

thema 2 Cellen

Inleiding

Leerjaar 4

1 Inleiding in de biologie

Samenvatting Examentrainer 6

2 Cellen

Samenvatting 15 Examentrainer

3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer

4 Genetica

Samenvatting Examentrainer

5 Evolutie Samenvatting Examentrainer

6 Ecologie

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 51 Stofwisseling

Samenvatting Examentrainer

2 DNA

Samenvatting Examentrainer

3 Mens en milieu

Samenvatting Examentrainer

4 Planten

Samenvatting

Examentrainer5 Regeling

Samenvatting Examentrainer

6 Beweging en gedrag

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 6

1 Voeding

Samenvatting Examentrainer

2 Gaswisseling en uitscheiding

Samenvatting Examentrainer

3 Transport

Samenvatting Examentrainer

4 Bescherming

Samenvatting Examentrainer

5 Evenwicht

Samenvatting Examentrainer

INHOUD

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522

Cellen983090THEMA

5

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1

Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid

bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een

celmembraan cytoplasma en organellen

bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu

ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld

ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand

bull Cytoplasma is de inhoud van de cel

ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen

bull Organellen zijn compartimenten van een cel

ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole

ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2

Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt

en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt

bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat

ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken

ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer

ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het

oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief

bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel

ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten

ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door

het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een

lichtmicroscoop

ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het

preparaat af en ontstaat een beeld met diepte

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3

Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten

bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen

ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma

bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen

ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma

bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht

ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en

andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 4: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223

thema 2 Cellen

Inleiding

Leerjaar 4

1 Inleiding in de biologie

Samenvatting Examentrainer 6

2 Cellen

Samenvatting 15 Examentrainer

3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer

4 Genetica

Samenvatting Examentrainer

5 Evolutie Samenvatting Examentrainer

6 Ecologie

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 51 Stofwisseling

Samenvatting Examentrainer

2 DNA

Samenvatting Examentrainer

3 Mens en milieu

Samenvatting Examentrainer

4 Planten

Samenvatting

Examentrainer5 Regeling

Samenvatting Examentrainer

6 Beweging en gedrag

Samenvatting Examentrainer

Leerjaar 6

1 Voeding

Samenvatting Examentrainer

2 Gaswisseling en uitscheiding

Samenvatting Examentrainer

3 Transport

Samenvatting Examentrainer

4 Bescherming

Samenvatting Examentrainer

5 Evenwicht

Samenvatting Examentrainer

INHOUD

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522

Cellen983090THEMA

5

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1

Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid

bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een

celmembraan cytoplasma en organellen

bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu

ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld

ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand

bull Cytoplasma is de inhoud van de cel

ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen

bull Organellen zijn compartimenten van een cel

ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole

ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2

Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt

en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt

bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat

ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken

ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer

ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het

oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief

bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel

ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten

ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door

het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een

lichtmicroscoop

ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het

preparaat af en ontstaat een beeld met diepte

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3

Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten

bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen

ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma

bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen

ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma

bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht

ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en

andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 5: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522

Cellen983090THEMA

5

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1

Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid

bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een

celmembraan cytoplasma en organellen

bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu

ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld

ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand

bull Cytoplasma is de inhoud van de cel

ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen

bull Organellen zijn compartimenten van een cel

ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole

ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2

Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt

en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt

bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat

ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken

ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer

ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het

oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief

bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel

ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten

ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door

het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een

lichtmicroscoop

ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het

preparaat af en ontstaat een beeld met diepte

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3

Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten

bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen

ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma

bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen

ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma

bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht

ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en

andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 6: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1

Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid

bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een

celmembraan cytoplasma en organellen

bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu

ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld

ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand

bull Cytoplasma is de inhoud van de cel

ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen

bull Organellen zijn compartimenten van een cel

ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole

ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2

Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt

en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt

bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat

ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken

ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer

ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het

oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief

bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel

ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten

ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door

het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een

lichtmicroscoop

ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het

preparaat af en ontstaat een beeld met diepte

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3

Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten

bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen

ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma

bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen

ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma

bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht

ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en

andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 7: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227

thema 2 Cellen

ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan

bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten

ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)

ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)

ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen

ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof

ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht

bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke

cellen heen ligt geen celwand

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4

Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en

organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede

van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen

bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)

ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie

ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor

bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen

ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek

celtype

ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien

ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich

bevinden

bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies

ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels

ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)

intercellulaire ruimte

kernmembraan

kern

plastide (chloroplast)

vacuolemembraan

vacuole

celmembraan

celwand

cytoplasma

Afb 1 Een eukaryote cel

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 8: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228

thema 2 Cellen

bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte

ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart

ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm

nieren

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5

Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een

elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen

bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel

ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de

kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen

bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar

aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan

ndash Functie transport van stoffen

bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch

reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen

ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-

moleculen uit de kern

bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan

ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel

(secretie) en productie van lysosomen

bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de

werking van het verteringsenzym

bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het

binnenste membraan sterk is geplooid

ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)

ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen

bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel

membraan

ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn

gestapeld

ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden

bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen

ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens

ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van

het cytoplasma

ndash Celmembranen zijn selectief permeabel

bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van

organellen (zie afbeelding 2)

ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden

eukaryote eencelligen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 9: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229

thema 2 Cellen

ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot

mitochondrieumln

ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-

plasten

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6

Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten

planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor

ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand

bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden

ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig

bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen

ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma

ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen

endoplasmatisch reticulum

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7

Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen

toepassen

bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan

ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )

of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm

bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een

plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)

ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen

ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium

waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur

bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan

Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)

DNA-molecuul

ce mem raan ce ern met DNA

kernmembraan mitochondrium

endoplasmatischreticulum

c orop astcyano acter e

celmembraan

aeumlrobe

bacterie

mitochondrium

endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)

kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo

nstu p ng van et

1 instulping van het

celmembraan

2 vorming van het

kernmembraan met

kernporieumln

3 insluiting van een

aerobe bacterie

4 insluiting van een

cyanobacterie

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 10: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210

thema 2 Cellen

ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste

stof

ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-

sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde

ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8

Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen

toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)

membranen

bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu

bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme

ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-

den

ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant

bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu

ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel

ndash Het celmembraan is selectief permeabel

bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door

diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)

ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie

nodig is

ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee

ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en

transport via bepaalde transporteiwitten

bull Transport van water vindt plaats door osmose

ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen

kunnen de snelheid van osmose vergroten

bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is

(zie afbeelding 3)

ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in

ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt

geleverd

bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het

celmembraan (zie afbeelding 4)

ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan

ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom

samensmelt

bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten

ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen

ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 11: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211

thema 2 Cellen

ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet

horen

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9

Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen

toelichten

bull Celwanden zijn permeabel

ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze

stoffen in de vloeistof buiten de cel

ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het

verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma

bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger

dan die van het vocht in de celwanden

Afb 3 Actief transport

1 de opgeloste stof bindt

met het transporteiwit

2 ATP wordt omgezet

in ADP en P de vrij-

komende fosfaatgroep

bindt met het

transporteiwit

3 het eiwit verandert van

vorm de opgeloste stof

verlaat aan de andere

kant van het membraan

het transporteiwit

4 de fosfaatgroep laat los

van het transporteiwit

opgeloste stof

ATP ADPP P P

hoge concentratie

lage concentratie

Afb 4 Fagocytosecelmembraan

cytoplasma

lysosoom

f a g o

c y t

o s e

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 12: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212

thema 2 Cellen

ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde

is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is

ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit

ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig

bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op

ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde

van het vacuolevocht stijgt

ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand

ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest

983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10

Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten

kunnen toepassen

bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-

len

ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei

bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats

ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt

bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten

ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan

elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer

bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)

ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G

2-fase

ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar

bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)

ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats

S-fase (DNA-synthese)

G2-fase

G1-fase

interfase

celdeling

M-fasemitose

Afb 5 De celcyclus (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 13: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213

thema 2 Cellen

ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort

bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt

bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose

bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling

ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd

ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom

bestaat op dat moment uit twee chromatiden

ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan

verdwijnt

kernplasma

met

chromo-

somen

centrosoom

kern-

membraan

spoelfiguur

chromo-somen

resten vanhet kern-membraan

insnoering

nieuw

kernmembraan

ontstaat

Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)

Tijdens de interfase zijn geen aparte

chromosomen zichtbaar Tijdens de

interfase vindt verdubbeling van de

chromosomen plaats

Het centrosoom is verdubbeld en ieder

centrosoom beweegt zich naar een

kant van de cel In de celkern worden

de chromosomen zichtbaar Te zien

is dat ieder chromosoom uit twee

chromatiden bestaat

De centrosomen hebben een

spoelfiguur van microtubuli gevormd

Het kernmembraan verdwijnt

Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)

De chromosomen bevinden zich in een

vlak tussen beide centrosomen De

microtubuli van de spoelfiguur hechten

zich aan de centromeren van de

chromosomen

De chromatiden worden van elkaar

getrokken Van ieder chromosoom

wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant

van de cel getrokken

Om de chromatiden ontstaat een

nieuwe kernmembraan

De cel snoert zich tussen beide kernen

in

Afb 6 Mitose (schematisch)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 14: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214

thema 2 Cellen

ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen

ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom

uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool

ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen

ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan

ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de

dochtercellen

bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke

eigenschappen als de moedercel

983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten

bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken

bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-

sneden

bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met

een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-

nenmicroscoop

bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen

bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks

Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-

tische toets

Je hebt in een of meer contexten

bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels

bull geoefend in het werken met informatiebronnen

bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek

bull geoefend in het maken van een verslag

bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet

bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 15: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215

thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN

Examentrainer

VragenBacterieumln in drinkwater

Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater

Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van

bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten

Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een

bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat

drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van

het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-

dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in

totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed

Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt

het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen

hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de

tabel

Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal

Onverdund 12 8 9 11 7

Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0

Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0

Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0

2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-

ning

1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-

nie

Gist

De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het

vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken

2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld

Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-

paalt

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 16: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216

thema 2 Cellen

Vorm en functie

In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te

maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)

organismen met een vergelijkbare functie

2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare

vorm en functie zijn terug te vinden

De trek van de zilverzalm

Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm

De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge

visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar

volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door

een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet

water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam

een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom

waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit

is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken

enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-

Boogbrug met miniduikboot

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 17: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217

thema 2 Cellen

menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de

lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen

zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-

nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen

werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen

teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra

uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra

5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-

zoek

a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat

b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven

c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven

in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats

terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo

d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven

e Formuleer de conclusie van dit onderzoek

Nonnetjes

Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand

Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee

kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor

schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in

zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel

tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is

feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de

schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma

balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-

beelding)

Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze

hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om

er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-

mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren

Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-

uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens

in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een

lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-

ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 18: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218

thema 2 Cellen

krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp

open en eten dan de zachte delen op

Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar

de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes

Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die

in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-

zoeksplekken

Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-

denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is

van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten

populatie te rekenen

1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie

teonderscheiden

HPV-vaccinatie

Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie

In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de

vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het

Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden

380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 19: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219

thema 2 Cellen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-

ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor

haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-

gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven

Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar

huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-

zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is

1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de

kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is

De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-

moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na

haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze

gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-

atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-

tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan

onderzocht moeten worden

5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-

vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden

Samenstelling van Cervarixreg

Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg

bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg

bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 20: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220

thema 2 Cellen

Antwoorden en uitleg

Bacterieumln in drinkwater

1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +

11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-

rieumln toestaat (1 punt)

Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 5

2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln

Het antwoord is dus reproductie

THEMA 1 BASISSTOF 3

Gist

3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)

De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn

dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 4

Vorm en functie

4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1

punt)

Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 3

De trek van de zilverzalm

5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun

geboortestroom terugvinden (1 punt)

Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen

b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-

tenrsquo (1 punt)

c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-

stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst

(1 punt)

d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-

centrarsquo (1 punt)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 21: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221

thema 2 Cellen

e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt

reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de

reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de

geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende

reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5

Nonnetjes

6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is

Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied

kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die

afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-

latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-

gen plaats (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is

Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een

aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-

meenschappen en dus twee populaties (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 2

HPV-vaccinatie

8 Voorbeelden van een juist onderzoek

bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin

bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn

THEMA 1 BASISSTOF 6

9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten

bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)

bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en

van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)

bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)

In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-

schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-

stof maar dan zonder het vaccin erin

bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)

bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in

menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)

THEMA 1 BASISSTOF 6

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra

Page 22: Biologie Voor Jou VWO Zakboek, VWO3 (2014)

7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)

httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222

auteurs

arteunis bos

marianne gommersonno kalverda

gerard muhlenbaumer

ruud passier

theo de rouw

gerard smits

ben waas

reneacute westra