Verslag workshop motiverend leren -...

4
Verslag workshop motiverend leren auteurs: Immy Hazelaar en Caya Dijkgraaf Op 5 oktober 2018 werd het LOF-festival gehouden op het ROC Midden Nederland in Amersfoort om het pionierschap van leraren te vieren op de Dag van de Leraar. Het LerarenOntwikkelFonds (LOF) ondersteunt en verbindt al tien jaar leraren met goede initiatieven om het onderwijs te verbeteren. Tijdens het LOF-festival lieten de onderzoekers zien wat de afgelopen tien jaar LOF de school of het onderwijs heeft opgeleverd. Wij zijn aangesloten bij de workshop “Motiverend lesgeven, hoe doe je dat?” en deze werd gegeven door Aarnoud van Nieuwenhuizen en Sam Moeke. Zij noemden zichzelf ook wel de motivatiemeesters, omdat ze zich in hun onderzoek vooral richten op het verhogen van de motivatie van de leerlingen. De motivatietheorie die in deze workshop besproken wordt is onder andere gebaseerd op de Self- Determination Theory van Ryan en Deci (2000) en de theorie over willen, moeten en structuur in de klas van Vansteenkiste, Sierens, Soenens en Lens (2007). Figuur 1. De niveaus van motivatie Er zijn drie overkoepelende niveaus van motivatie: geen motivatie, extrinsieke motivatie en intrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie wordt door de omgeving aangestuurd en wordt, zoals in de figuur 1 te zien is, in vier niveaus verdeeld. Onder extrinsieke autonome motivatie vallen identificatie en integratie. Bij identificatie snapt de lerende waarom hij leert wat hij leert. Bij integratie kan de lerende zijn eigen waarden en normen koppelen aan wat er geleerd moet worden, het geleerde past bij jouw eigen doelen. Deze extrinsieke autonome motivatie is, volgens deze motivatietheorie, het meest effectief (in het onderwijs). Er zijn drie bewezen effecten van autonome motivatie. Het eerste effect betreft de duurzaamheid en de transfer van de stof; bij autonome motivatie onthoud de lerende de geleerde stof langer en kan de lerende deze stof goed toepassen in andere situaties. Het tweede effect betreft het diepgaande leren; het blijkt dat de lerende bij autonome motivatie kritischer is ten opzicht van de leerstof. Het derde effect betreft het psychologisch bewust zijn van de lerende; de lerende vindt het prettig om te

Transcript of Verslag workshop motiverend leren -...

Page 1: Verslag workshop motiverend leren - LOF-festivalloffestival.lerarenontwikkelfonds.nl/wp-content/uploads/...1. Ik straal vertrouwen uit naar de leerlingen. 2. Ik ga uit van het positieve

Verslag workshop motiverend leren auteurs: Immy Hazelaar en Caya Dijkgraaf

Op 5 oktober 2018 werd het LOF-festival gehouden op het ROC Midden Nederland in Amersfoort om

het pionierschap van leraren te vieren op de Dag van de Leraar. Het LerarenOntwikkelFonds (LOF)

ondersteunt en verbindt al tien jaar leraren met goede initiatieven om het onderwijs te verbeteren.

Tijdens het LOF-festival lieten de onderzoekers zien wat de afgelopen tien jaar LOF de school of het

onderwijs heeft opgeleverd.

Wij zijn aangesloten bij de workshop “Motiverend lesgeven, hoe doe je dat?” en deze werd gegeven

door Aarnoud van Nieuwenhuizen en Sam Moeke. Zij noemden zichzelf ook wel de

motivatiemeesters, omdat ze zich in hun onderzoek vooral richten op het verhogen van de motivatie

van de leerlingen.

De motivatietheorie die in deze workshop besproken wordt is onder andere gebaseerd op de Self-

Determination Theory van Ryan en Deci (2000) en de theorie over willen, moeten en structuur in de

klas van Vansteenkiste, Sierens, Soenens en Lens (2007).

Figuur 1. De niveaus van motivatie

Er zijn drie overkoepelende niveaus van motivatie: geen motivatie, extrinsieke motivatie en

intrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie wordt door de omgeving aangestuurd en wordt, zoals in

de figuur 1 te zien is, in vier niveaus verdeeld. Onder extrinsieke autonome motivatie vallen

identificatie en integratie. Bij identificatie snapt de lerende waarom hij leert wat hij leert. Bij

integratie kan de lerende zijn eigen waarden en normen koppelen aan wat er geleerd moet worden,

het geleerde past bij jouw eigen doelen. Deze extrinsieke autonome motivatie is, volgens deze

motivatietheorie, het meest effectief (in het onderwijs).

Er zijn drie bewezen effecten van autonome motivatie. Het eerste effect betreft de duurzaamheid en

de transfer van de stof; bij autonome motivatie onthoud de lerende de geleerde stof langer en kan

de lerende deze stof goed toepassen in andere situaties. Het tweede effect betreft het diepgaande

leren; het blijkt dat de lerende bij autonome motivatie kritischer is ten opzicht van de leerstof. Het

derde effect betreft het psychologisch bewust zijn van de lerende; de lerende vindt het prettig om te

Page 2: Verslag workshop motiverend leren - LOF-festivalloffestival.lerarenontwikkelfonds.nl/wp-content/uploads/...1. Ik straal vertrouwen uit naar de leerlingen. 2. Ik ga uit van het positieve

leren op de toegepaste manier, wat zijn psychologisch bewustzijn - en daardoor zijn leren - ten goede

komt.

Om deze autonome motivatie tot stand te laten komen bij de lerende, is het van belang om de

autonomie van de lerende te ondersteunen en structuur aan te bieden. Wanneer er sprake is van

beide componenten, ontstaat er een autonome omgeving. Er zijn vijftien stellingen geformuleerd om

aan beide componenten te voldoen, wanneer deze stellingen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden,

wordt er voldaan aan de drie basisbehoeften van de lerenden: relatie, competentie en autonomie

(bron). De vijftien stellingen zijn als volgt:

1. Ik straal vertrouwen uit naar de leerlingen.

2. Ik ga uit van het positieve bij iedere leerling.

3. Ik leg uit waarom een bepaalde aanpak zinvol is.

4. Ik beoordeel prestaties tijdens mijn les op basis van inzet.

5. Ik ben consequent in het navolgen van de regels tijdens mij les.

6. Ik gebruik toetsen als middel om ontwikkeling zichtbaar te maken.

7. Tijdens mijn les kunnen leerlingen kiezen uit vooraf bepaalde opties.

8. Ik maak tijdens de les mijn verwachtingen duidelijk aan de leerlingen.

9. Ik ben begripvol tijdens mijn lessen en verplaats mij in mijn leerlingen.

10. Ik laat mijn les aansluiten bij de leefwereld/interesses van de leerlingen.

11. Ik verdiep mij in de achtergronden en beweegredenen van mijn leerlingen.

12. Ik leg de relevantie van de opdrachten tijdens mijn les uit aan mijn leerlingen.

13. Ik bied leerlingen de keuze of ze een bepaalde opdracht willen maken tijdens mijn les.

14. Ik organiseer mijn les zo dat er op verschillende manieren aan het lesdoel gewerkt kan worden.

15. Ik zorg ervoor dat mijn lessen niet te makkelijk en niet te moeilijk zijn voor alle leerlingen.

Nu mogen de deelnemers van de workshop zelf aan de slag. De opdracht is om de vijftien stellingen

te clusteren, bijvoorbeeld in vijf clusters van drie stellingen. Het is de bedoeling om de clusters

samen te voegen op een bepaald onderwerp dat de stellingen gemeen hebben. Dit mag individueel

gedaan worden, maar ook in groepjes of in een combinatie van die twee. Tijdens deze opdracht

wordt er hevig overlegd en komen veel mensen tot nieuwe inzichten.

Nadat de deelnemers zelf aan de slag zijn gegaan met het clusteren van de stellingen, wat erg lastig

blijkt te zijn, laten de verzorgers van de workshop zien hoe zij de stellingen hebben geclusterd tot

hun 5 principes:

Figuur 2. De vijf principes van de motivatiemeesters. Onder de principes staan de nummers van de stellingen die binnen deze

clusters vallen.

Page 3: Verslag workshop motiverend leren - LOF-festivalloffestival.lerarenontwikkelfonds.nl/wp-content/uploads/...1. Ik straal vertrouwen uit naar de leerlingen. 2. Ik ga uit van het positieve

De eerste cluster is interactie genoemd, de interactie is het beginpunt van het leren en komt terug in

het hele leerproces. Daarna volgt de cluster kenmerken/context, in dit cluster wordt de context van

de taak duidelijk gemaakt voor de lerende. Daarna volgt de cluster uitdaging, waar de lerende

uitdaging aangeboden krijgt. Dan volgt de cluster keuzes, hier krijgt de lerende verschillende keuzes

en mogelijkheden aangeboden waar hij een eigen keuze mag maken. Er kan onderscheid gemaakt

worden tussen optiekeuzes en actiekeuzes. Bij een optiekeuze zijn er verschillende opdrachten en

mag de lerende kiezen welke opdracht hij uit wil voeren. Bij een actiekeuze zijn er binnen de

opdracht verschillende mogelijkheden in de manier waarop de opdracht uitgevoerd kan worden. De

actiekeuzes blijken effectiever te zijn in het vergroten van de motivatie dan optiekeuzes. Tot slot is

het belangrijk dat er een duidelijke structuur is, deze structuur komt terug in het hele leerproces.

Als tweede opdracht worden de deelnemers verzocht om langs grote papieren te lopen waar de

principes op staan. De deelnemers worden verzocht om op deze papieren hun ervaringen,

nieuwsgierigheden of iets anders dat te maken heeft met het betreffende principe op te schrijven.

Figuur 3. De aangevulde papieren.

Page 4: Verslag workshop motiverend leren - LOF-festivalloffestival.lerarenontwikkelfonds.nl/wp-content/uploads/...1. Ik straal vertrouwen uit naar de leerlingen. 2. Ik ga uit van het positieve

Er is veel ruimte binnen deze opdracht om met de andere deelnemers in dialoog te gaan over deze

principes. In alle hoeken van de ruimte ontstaan mooie gesprekken en soms ook felle discussies. In

figuur 3 is te zien wat er op de papieren is geschreven.

Als laatst bespreken de workshopgevers en de deelnemers wat er op de papieren is gezet en hun

eigen bevindingen. Daarna vatten de workshopgevers de theorie nog kort samen en wordt er

gereflecteerd op de workshop.

Iedereen is wel met een nieuw inzicht of met een concreet nieuw idee naar huis gegaan!

BRONNEN

Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new

directions. Contemporary educational psychology, 25(1), 54-67

Vansteenkiste, M., Sierens, E., Soenens, B., & Lens, W. (2007). Willen, moeten en structuur in de klas:

over het stimuleren van een optimaal leerproces. Begeleid zelfstandig leren, 16(2), 37-58