Verslag BZB-congres in De Verzekeringswereld
Click here to load reader
-
Upload
annelien-liessens -
Category
Documents
-
view
176 -
download
1
Transcript of Verslag BZB-congres in De Verzekeringswereld
Verzekeringen Inside
12 november 2013
BZB-congres
Vernieuwing in het
fi nanciële landschap
Sprak de titel ‘Vernieuwing in het
fi nanciële landschap. Troeven
van de fi nanciële tussenper-
soon’, zo sterk tot de verbeelding? Of
waren de 800 inschrijvingen te danken
aan het feit dat de Beroepsvereniging
voor Zelfstandige Bank- en verzeke-
ringsagenten haar 15-jarig bestaan
vierde en aan de 10de editie van haar
congres toe was?
Voor de titel van zijn inleidende presen-
tatie ‘Lof der Belgische Zotheid’ had Ni-
colaes de mosterd gehaald bij het 500
jaar oude, haast gelijknamige meester-
werk van Erasmus. Het zat de BZB-voor-
zitter inderdaad hoog dat de voorstellen
over de ‘Twin Peaks II’-hervorming die de
FOD Economie en de controle-instantie
FSMA in de voorbije zomer uitbrachten,
zowel inhoudelijk als wat betreft de
snelheid waarmee men ze wil realiseren,
danig verrasten. Temeer daar geen sec-
torale consultatieronde werd georgani-
seerd. Waarop hij ook nog waarschuw-
de voor regelgeving die haar doel
voorbijschiet en voor overdreven betut-
teling van de consument.
BZB heeft in de voorbije maanden inten-
sief gelobbyd bij alle politieke partijen
om gehoor te krijgen voor haar grieven.
Met succes, zij het gedeeltelijk. Zo raak-
te na het congres bekend dat de nieuwe
regelgeving niet in voege treedt op 1 ja-
nuari 2014, een datum die BZB als onre-
alistisch beoordeelde, maar op 30 april
van volgend jaar.
Inzake de transparantie van commissie-
lonen pleit BZB ervoor de consument
een accuraat zicht op het bedrag van
zijn netto-investering te bezorgen, door
GULDEN REGEL
Aan het eind van de dag werd de Gul-
den regel uitgereikt aan de maatschap-
pij met het meest makelaarsvriendelijk e
initiatief. De deelnemende maatschap-
pijen werden eerst beoordeeld op basis
van 10 criteria. We overlopen alle initia-
tieven waarop gestemd kon worden:
AXA voor de ondersteuning bij de over-
stap naar de makelarij
AXA heeft in 2011 beslist om haar net-
werk van exclusieve agenten om te vor-
men tot onafhankelijke makelaars. 90%
van de AXA-raadgevers zijn intussen
makelaar geworden.
Fidea voor de themawerking
Bedrijven met een veiligheid- of kwali-
teitslabel krijgen betere voorwaarden en
een aantrekkelijk tarief voor de formules
Gastronomie, Mode&Wellness en
Design&Interieur.
Vivium voor de ondersteuning in de
tweede pijler voor makelaars
Omwille van de complexe 80% optimali-
satie zorgt Vivium via V-Connect voor de
actualisatie van lopende contracten, on-
middellijke berekening én aanvraag van
meerdere offertevoorstellen.
Baloise Insurance voor de campagne vei-
lige wereld
‘Uw veiligheid, onze zorg’, zo introdu-
ceerde Baloise Insurance zichzelf begin
2013. Ze biedt toegevoegde waarde
met: het Safety Pack in het Gezinsplan;
de veiligheidscheck na Brand; de mai-
lingactie over de nieuwe naam; de zo-
meractie Diefstal.
WebDIV
Marnix Scheerlinck van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer maakte
van de Dag van de Makelaar gebruik om de tussenpersonen kort te informeren
over: de taken van de directie inschrijvingen en homologaties voertuigen, het
dubbel kentekenbewijs dat sinds 1 september 2013 werd ingevoerd, de diensten
die al via WebDIV worden verleend en welke verplicht zullen zijn vanaf 1 januari
2014, de schrappingen via Bpost, de brommobielen en de G-kentekenplaat (vrij-
gestelde gasolie).
AG Insurance voor de ondersteuning in
de digitale wereld
AG Insurance ondersteunt de makelaar
met online direct marketing campagnes,
online commerciële acties en continu
evoluerende inside-informatie.
Allianz voor ProLink KMO (winnaar)
Allianz lanceerde met ProLink KMO een
unieke e-shop. In enkele muisklikken
krijgt de makelaar een tarief en offerte
en kan een kmo-zaak doorgestuurd
worden voor opmaak.
november 2013 13
de totale kostenratio transparant te ma-
ken. De politici hebben dit voorstel vrij-
wel geheel afgewimpeld. De controle-
instantie FSMA zal in een reglement
opleggen hoe aan de transparantieplicht
moet worden voldaan. Hierbij zou wel
input van de sector mogelijk zijn.
Verder bleek dat BZB zich vragen stelt
over de vereiste productkennis. Zo is het
nog onduidelijk hoe de tussenpersonen
daarvan het bewijs moeten leveren.
Anderzijds toonde Nicolaes zich tevre-
den dat de FSMA in de week vóór het
congres vragende partij was om ‘Twin
Peaks II’ toch in samenspraak met de
sector te implementeren. Naast het re-
glement over transparante commissielo-
nen zal overlegd worden over een secto-
rale sensibiliseringscampagne en over
gestandaardiseerde vragenlijsten. Daar-
bij zal nagegaan worden of de beleg-
gersprofi elfi che die bankagenten nu al
invullen voor bancaire producten, even-
eens voor beleggingsverzekeringen ge-
bruikt mag worden.
KREDIETBEMIDDELING
De BZB-voorzitter lichtte ook kort het
wetsvoorontwerp over de nieuwe regels
voor kredietbemiddeling toe. Het han-
delt vooral over de koppelverkoop bij
hypothecaire leningen en over strengere
regels voor reclame en promotie, en zal
nog verder bestudeerd worden. Ook
hier wees hij op het gevaar van regelge-
ving die haar doel voorbijschiet en van
overdreven betutteling: “De eerste ver-
antwoordelijkheid ligt bij de gezinnen
zelf. En het is aan de banken om erover
te waken dat ze enkel krediet verlenen
aan wie kredietwaardig is.”
Afronden deed Nicolaes met het geken-
de citaat van Charles Darwin: ‘Het zijn
niet de sterksten die overleven en ook
niet de slimsten, maar zij die zich het
best aanpassen aan veranderingen’.
Waarna hij zei ervan overtuigd te zijn
dat de meeste BZB-leden daarmee geen
probleem zullen hebben.
Darwin bleek ook een inspiratiebron te
zijn voor Wouter De Ploey en Erwin
Daems, respectie-
velijk Director Busi-
ness Technology
Offi ce en Junior
Partner van het
consultancybureau
McKinsey & Com-
pany. Hun betoog
‘Evolutie of Onder-
gang. Darwinisme
in de fi nanciële Dis-
tributie’, viel duide-
lijk in de smaak.
Net zoals ‘Een ban-
kunie ripple ef-
fect?’ – de uiteen-
zetting van Karel
Lannoo, Directeur
van de Europese
denktank CEPS – en
‘7 vitaminen in uit-
dagende tijden’, de
presentatie van
Koen Van den
Brandt, Grow How-
coach bij Atlas. We
beperken ons in dit
artikel evenwel tot
de informatie die
BZB meedeelde tijdens het congres, en
tot een verslag van de toelichting over
‘Twin Peaks II’.
ACTIEPLAN
Luc Colebunders besprak het actieplan
voor de toekomst: nationaal en Euro-
pees lobbyen, onder andere via FECIF
(Fédération Européenne des Conseils et
Intermédiaires Financiers, n.v.d.r.), voor
‘Twin Peaks II’ en andere fi nanciële re-
gelgeving; actief betrokken partij zijn bij
het overleg over kredietbemiddeling en
het statuut van fi nanciële planner; gere-
geld bijscholing in productkennis inrich-
ten; de BZB-leden individueel en collec-
tief adviseren; brainstormen over de
toekomst met vertegenwoordigers van
diverse fi nanciële instellingen; sociale
media inzetten om de interactie met de
leden te vergroten; de BZB-website her-
werken om in te spelen op de nieuwe
noden; en extra ledenvoordelen bieden
zoals kortingen op groepspolissen en
andere aan het beroep gerelateerde
aankopen via BZB.
TWIN PEAKS II
Tom Van Dijck, partner bij het advoca-
tenkantoor Liedekerke, belichtte drie as-
pecten van ‘Twin Peaks II’: op wie heeft
het impact, wat houden de nieuwe re-
gels in, en hoe kan de fi nanciële tussen-
persoon voorkomen dat het misgaat.
In zijn Memorie van Toelichting van 7
juni 2013 over ‘Twin Peaks II’ verduide-
lijkt de wetgever dat een strenger toe-
zicht en de vergroting van de transver-
sale coherentie binnen het fi nancieel
recht wordt beoogd. In mensentaal: dat
de MIFID-gedragsregels worden ver-
sterkt en uitgebreid naar de verzeke-
ringssector. Maar op dit ogenblik wordt
op Europees niveau zowel MIFID II als
IMD II, de nieuwe richtlijn over verzeke-
ringsbemiddeling, opnieuw geëvalu-
eerd. Inzake MIFID II gaat het debat over
de vraag of het ook op de verzekerings-
sector van toepassing moet zijn. Het Eu-
ropese parlement stuurde daarop aan,
maar is teruggefl oten door de Europese
Raad. Van Dyck wees in dat verband ook
op een formele brief van de voorzitter
Daniel Nicolaes
Verzekeringen Inside
14 november 2013
van EIOPA, het organisme dat alle verze-
keringsautoriteiten superviseert. Deze
laatste drukt daarin zijn bezorgdheid uit
over het mogelijke gebrek aan samen-
hang in de regelgeving en het nadelige
effect ervan op de bescherming van de
consument, als de MIFID-gedragsregels
worden toegepast op de verzekerings-
sector. “Ik stel me bijgevolg de vraag
hoe de FSMA ‘Twin Peaks II’ kan aanja-
gen terwijl EIOPA voor het omgekeerde
pleit”, zei Van Dyck. Hij verwacht dan
ook dat MIFID II fi naal de verzekerings-
sector niet zal viseren. Met als gevolg
dat we allicht afstevenen op ‘Twin Peaks
III’.
MIFID
Daarop besprak hij de MIFID-gedragsre-
gels, die hij opdeelde in drie categorieën
naargelang hun impact voor de fi nanci-
ele tussenpersoon. Drie regels kregen
een rood label, om aan te geven dat ze
de hoogste aandacht vereisen: de ver-
plichting om de geschiktheid te beoor-
delen, de verplichting om de passend-
heid te beoordelen, en de productkennis.
De verplichting om de geschiktheid te
beoordelen, houdt in dat de tussenper-
soon met een vragenlijst zal moeten na-
gaan of de klant de nodige kennis over
en ervaring met het gewenste product
heeft, hoe zijn fi nanciële situatie er uit-
ziet, en welke zijn doelstellingen zijn.
Net zoals nu al het geval is voor bancaire
producten. Van Dyck benadrukte dat het
van het primordiaal belang is de vragen-
lijst te laten ondertekenen: “Anders kan
de klant zich erop beroepen dat hij niet
of onvoldoende op de hoogte werd ge-
bracht, als later wat misgaat.”
Wie geen gepersonaliseerd advies geeft
aan de klant, hoeft geen geschiktheids-
test maar wel een passendheidstest uit
te voeren. Daarin moet enkel gepeild
worden naar de kennis en ervaring van
de klant, niet naar zijn fi nanciële situatie
en doelstellingen. Toch kreeg ook deze
gedragsregel een rood label: “Elk ge-
sprek met een klant is een advies, net
zoals elke e-mail. Daarom: speel op vei-
lig. Vergeet de passendheidstest, ga
meteen voor de geschiktheidstest.”
De derde ‘rode’ ge-
dragsregel, ‘Ken uw
product’, staat niet
in de MIFID I-regels.
Tu s s e n p e r s o n e n
moeten de essentië-
le productkarakte-
ristieken kennen en
ze kunnen uitleggen
aan de klant. De ver-
plichting geldt voor
alle eventuele werk-
nemers van de
tussenpersoon. De
Memorie van Toe-
lichting van 7 juni
2013 stelt daarover:
‘Aspecten zoals de al
dan niet vaststaan-
de opbrengst, het
risico op verlies van
de inleg maar ook
de juridische aard
van het product (die
belangrijk kan zijn
voor onder meer
een beoordeling van
het tegenpartijrisi-
co) zijn daarbij van
belang. Omgekeerd betekent dit niet
dat de contactpersoon van de cliënt alle
details van een prospectus zou moeten
kennen en kunnen weergeven.’
Aan drie andere gedragsregels gaf Van
Dyck een geel label, door hun minder
grote impact: de verplichtingen om be-
langenconfl icten te voorkomen; om cor-
recte, duidelijke en niet-misleidende in-
formatie te geven; en om passende
informatie te verstrekken.
De MIFID-verplichting om belangencon-
fl icten te voorkomen, staat niet in Twin
Peaks II. Er wordt enkel machtiging ge-
geven aan de koning om daarover een
regeling te treffen met een koninklijk
besluit. Allicht wordt dat er een zoals
voor de banksector al bestaat. “Dat is
ietwat dubbel. Enerzijds zal de tussen-
persoon een beleid en procedures ter
zake moeten uittekenen en de klant
moeten informeren over mogelijke con-
fl icten. Anderzijds heeft deze MIFID-re-
gel na 7 jaar nog niet tot betwistingen
en rechtszaken en evenmin tot andere
organisatiemodellen in de banksector
geleid”, aldus Van Dyck. Waarna hij sig-
naleerde dat de vergoedingen die de
tussenpersoon krijgt, en die eveneens
een belangenconfl ict kunnen inhouden,
het onderwerp van een andere discussie
vormen: “Ook op Europees vlak is men
er nog niet uit, en stellen we zeer diver-
gerende oplossingen van land tot land
vast”.
In de verplichting om correcte, duidelijke
en niet-misleidende informatie te geven
– schriftelijk dan wel mondeling – zag
Van Dyck een mooie aanleiding voor de
tussenpersoon om te zorgen voor cor-
recte en adequate procedures, docu-
menten en personeelstrainingen. Bij
wijze van voorbeeld raadde hij aan de
term kapitaalgarantie nooit te bezigen.
“In een recente circulaire over de fond-
senreglementering vraagt de controle-
instantie FSMA zelfs om het woord ‘vei-
lig’ niet meer te gebruiken”, voegde hij
daaraan toe. Ook adviseerde hij om in-
formatie van derden niet klakkeloos over
te nemen: “Door op die informatie het
Luc Colebunder
Verzekeringen Inside
16 november 2013
eigen logo te plaatsen, maakt je jezelf
verantwoordelijk voor de inhoud ervan.”
De verplichting om passende informatie
te verstrekken houdt in dat de tussen-
persoon inlichtingen moet geven over
de essentiële productkarakteristieken, de
risico’s, de beleggingsstrategieën, de
kosten, enzovoort. Het KB dat momen-
teel wordt genegotieerd, zal waarschijn-
lijk lijsten bevatten van inlichtingen die
de tussenpersoon in elk geval aan de
klant zal moeten verstrekken. Van Dyck
zag daarbij een nieuw level playing fi eld
ontstaan tussen de onafhankelijke ma-
kelaar en de bankagent: “Deze laatste
zal kunnen gebruikmaken van de ge-
standaardiseerde documenten waarover
zijn principaal vast beschikt. Voor de
zelfstandige makelaar is dat moeilijker.
Al beantwoordt de informatie die verze-
keraars ter beschikking stellen, groten-
deels aan de MIFID-vereisten.”
De overige drie gedragsregels gaf Van
Dyck een groen label omdat ze naar zijn
mening geen nieuwe, revolutionaire im-
pact hebben: de loyauteitsplicht, de
dossierplicht en de rapporteringsplicht.
Van Dyck hield het dan ook bij summiere
commentaar: “De loyauteitsplicht was al
wettelijk verankerd: elke beslissing en
elke actie van de tussenpersoon moet in
het beste belang van de klant zijn. Aan
de dossierplicht voldoe je normaal al;
maar het kan nooit kwaad na te gaan of
de klantfi les volledig zijn. Evengoed rap-
porteer je in principe nu al zoals het
hoort en zoals de klant het wil. Mis-
schien nog dit: MIFID eist dat je de klant
op z’n minst elke zes maanden een reke-
ninguittreksel bezorgt en hem na iedere
transactie een bevestiging stuurt.”
TIJDBOMMEN
Voordat hij inging op maatregelen die
helpen te beletten dat er wat misgaat,
wees Van Dyck op drie stimulansen die
de klant ertoe kunnen aanzetten actie te
ondernemen tegen zijn tussenpersoon.
Drie tikkende tijdbommen, noemde hij
ze gevat.
Ten eerste: de mys-
tery shopping. De
controle-instantie
FSMA kan derden of
eigen medewerkers
die zich uitgeven
voor klant, afsturen
op zowel verzeke-
ringsondernemin-
gen als hun tussen-
personen, om na te
gaan of alle regels
correct nageleefd
worden.
Ten tweede: het
nieuwe artikel 30ter
in de wet van 2 au-
gustus 2002 over
het toezicht op de
fi nanciële sector. Uit
een inbreuk op de
gedragsregels tij-
dens een fi nanciële
verrichting volgt
voortaan het weer-
legbaar vermoeden
dat de schade die de
klant eventueel lijdt door deze verrich-
ting, beschouwd wordt als het gevolg
van die inbreuk. De klant zal dus veel
makkelijker kunnen aantonen dat de
fout van een tussenpersoon hem of haar
schade heeft berokkend. Zoals Van Dyck
na zijn toespraak aangaf, gaat België
met ‘Twin Peaks II’ verder dan de meeste
buurlanden, maar hinkt het achterop in
consumentenopvoeding: “In Nederland
staat de regelgeving helder uitgelegd op
de website van de AFM (Autoriteit Fi-
nanciële Markten, n.v.d.r). In ons land
zijn alle gelijkaardige pogingen tot nu
toe mislukt. Terwijl het toch niet de be-
doeling kan zijn dat de tussenpersoon
zijn klant moet opvoeden tot- en-met,
om het risico op een rechtszaak te ontlo-
pen.”
Ten derde, belangrijkst van al: de rechts-
vordering tot collectief herstel. Wie fou-
tieve informatie geeft aan meerdere
klanten, kan door hen gezamenlijk voor
de rechter worden gedaagd. Ingeval
deze laatste hen gelijk geeft, zal de scha-
de op basis van bovenvermeld artikel
30ter worden vergoed.
BESCHERMINGSMAATREGELEN
“Zich terdege beschermen begint bij
correct advies verlenen en een goede re-
latie met de klant opbouwen”, zei Van
Dyck. Waarna hij drie maatregelen op-
somde waarmee de tussenpersoon zich
kan beschermen: goede documenten,
juiste procedures en gedegen know-
how.
Goede documenten defi nieerde hij als:
kort en duidelijk. En ondertekend door
de klant. Plus, niet te vergeten, de al eer-
der aangehaalde vragenlijst. “Hem in-
vullen kost wat extra moeite, maar biedt
ook zekerheid en veiligheid.”
Voor de juiste procedures raadde hij
aan: “Hou ook die kort en duidelijk.
Train werknemers opdat ze de produc-
ten grondig kennen. En zorg voor on-
dertekende bewijzen op papier, zodat je
zelfs na jaren kunt aantonen welk advies
je hebt gegeven en waarom.”
Jan De Raeymaecker Tom Van Dyck