Vangnet Openbare Geestelijke Gezondheidszorg 208 173 · 2018. 3. 23. · de doelgroep te bereiken...
Transcript of Vangnet Openbare Geestelijke Gezondheidszorg 208 173 · 2018. 3. 23. · de doelgroep te bereiken...
OGGZ in het kort
De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) richt zich in zijn algemeenheid op de meest kwetsbare groep mensen in de samenleving. De aandacht gaat uit naar mensen met complexe problemen op meerdere levensgebieden, die zelf geen hulpvraag stellen. De zelfredzaamheid schiet te kort, waardoor ze vaak niet in eigen bestaansvoorwaarden kunnen voorzien. Kenmerkend voor de doelgroep is dat mensen niet (meer) participeren in de samenleving. Vaak leiden zij een sociaal geïsoleerd leven en ontbreekt een steunend netwerk. Geestelijke en lichamelijke gezondheidsproblemen en/ofmiddelengebruik kunnen een rol spelen. Het aanbod van de reguliere zorg- en hulpverlening bereikt de doelgroep onvoldoende waardoor mensen steeds verder afglijden.
Vangnet OGGZ: meldpunt en vraagbaak
Voor de gemeenten in de regio’s Westelijke Mijnstreek en Zuidelijk Zuid-Limburg vervult GGD Zuid Limburg een aantal taken binnen de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Vangnet OGGZ fungeert als meldpunt waar zowel burgers als instanties mensen kunnen aanmelden. In 2017 hebben 391 melders (grafiek 1) contact met Vangnet OGGZ opgenomen om een zorgelijke situatie van een persoon aan te melden. Daarnaast was Vangnet OGGZ nog betrokken bij 174 meldingen uit voorgaandejaren(grafiek2).Daarmeewarenin2017intotaal 565 personen in beeld met OGGZ-problematiek. In de meeste gevallen wordt gevraagd om de gemelde persoon te gaan opzoeken in zijn leefomgeving en met hem of haar in contact te komen: 78% is een zorgmelding. Het doel is om de situatie in te schatten, de persoon te motiveren voor hulp en hem of haar toe te leiden naar passende zorg- en dienstverlening. Daarnaast worden er consultatievragen gesteld: op dit moment 17% van het aantal meldingen. Bij consultatievragen wordt met melders meegedacht vanuit de OGGZ-visie op hulpverlening en kennis over de sociale kaart. In verband met deze adviesfunctie neemt Vangnet OGGZ ook deel aan sam enwerkingsverbanden in beide regio’s, op casusniveau of ten behoeve van bredere afstemming.Het meldpunt heeft geen crisisdienst maar is wel snel inzetbaar. In 10% van de meldingen werd beoordeeld dat onze inzet nog dezelfde dag noodzakelijk was.
Vangnet Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Jaarverslag 2017OGGZ in regio Westelijke Mijnstreek en Zuidelijk Zuid-Limburg
openstaande meldingen
in 2017
565in totaal
10%direct
opgepakt
van de meldingen werd als urgent ingeschat en op de dag van aanmelding opgepakt
1
Grafiek3
78%
17%zorgmeldingenconsultatievragenmeldingen moeilijk plaatsbaren en herkans/laatste kansoverig
Soort meldingen:
78%
17%zorgmeldingenconsultatievragenmeldingen moeilijk plaatsbaren en herkans/laatste kansoverig
Soort meldingen:
Soorten meldingen
Grafiek1
nieuwe meldingen
in 2017
391
391
173208
10
TotaalWestelijke MijnstreekZuidelijk Zuid Limburg Buiten regionaal
Nieuwe meldingen in 2017per regio
Nieuwe meldingen, per regio
391
173208
10
TotaalWestelijke MijnstreekZuidelijk Zuid Limburg Buiten regionaal
Nieuwe meldingen in 2017per regio
Totaal aantal openstaande dossiers in 2017Waarvan: Aantal nieuwe meldingen in 2017Openstaande meldingen uit 2016Openstaande meldingen uit 2015 en eerder
565
391
158
16
Totaal aantal openstaande dossiers in 2017Waarvan: Aantal nieuwe meldingen in 2017Openstaande meldingen uit 2016Openstaande meldingen uit 2015 en eerder
565
391
158
16
Grafiek2
Openstaande meldingen, per regio
Maasvallei Servatius Woningbeheer Born-Grevenbicht Wonen Limburg ZOwonen Woonpunt Wonen Zuid Woningstichting Gulpen Woningstichting Vaals Woningstichting Wittem Woonpunt Westelijke Mijnstreek Maaskant Wonen Particuliere huur
17461
106540226223
60256
Aantal meldingen van personen met een huurwoning
Tabel 2
Aantal meldingen door woningcorporaties
MaasvalleiServatiusWoningbeheer Born-GrevenbichtWonen LimburgZOwonenWoonpunt
61319
281269
Niet genoemde corporaties hebben geen rechtstreekse meldingen gedaan
Tabel 1
Cijfers regionaal en per gemeente
Dat zowel burgers als instanties Vangnet OGGZ wetentevinden,komtnaarvoreningrafiek4.Familieleden, maar ook buren en bezorgde burgers vinden het meldpunt vaak via internet of op verwijzing van huisartsen en instanties. Woningcorporaties staan al jaren in de top 3 van instanties die regelmatig meldingen doen. Zie tabel 1 en 2 met het aantal meldingen door corporaties en het aantal meldingen van mensen met een huurwoning.
We zien in 2017 in beide regio’s een lichte afname van het aantal meldingen door corporaties. Mogelijk hangt dit samen met de introductie van meerdere samenwerkingsverbanden in beide regio’s. Daardoor kunnen meldingen van huurders van corporaties via andere kanalen bij Vangnet OGGZ terecht komen of is er inzet vanuit andere ketenpartners.
De afgelopen jaren zien we een lichte schommeling in het aantal nieuwe meldingen, met een zekere piek in 2016. Deze piek had te maken met een toename van meldingen uit Zuidelijk Zuid Limburg. Het percentage meldingen uit Zuidelijk Zuid Limburg ligt hoger dan het percentage uit de Westelijke Mijnstreek (grafiek5en6). Inhetkaartjeopdevolgende pagina staat het aantal openstaande meldingen in 2017 per gemeente weergegeven. Kijken we naar voorgaande jaren dan zien we bij een aantal gemeenten schommelingen. Eenduidige oorzaken zijn hiervoor niet te geven.
Doorlooptijden van onze OGGZ-trajecten zijn niet meer dan globaal aan te duiden. Dat heeft er mee te maken dat de focus niet ligt op snel afsluiten, maar veel meer op goed overdragen. Contact krijgen en opbouwen met de doelgroep van de OGGZ vergt tijd. In enkele gevallen is contact leggen geruime tijd niet mogelijk en wordt gewacht op een ingang. Meldingen blijven daarnaast soms langer open om ‘vinger aan de pols’-contact te houden of om terugkoppeling vanuit ketenpartners te registreren. Grafiek7laatondermeerziendattweederdevande meldingen binnen 26 weken wordt afgerond.Ingrafiek2staan16meldingen,dieopenstaansinds2015 of eerder. Bij deze personen is beoordeeld dat langdurige bemoeizorg noodzakelijk is omdat zij tot op heden niet toe te leiden zijn naar reguliere zorg maar de kwetsbaarheid groot is. Contacten zijn doorgaans laagfrequent en laagdrempelig.
19% 15%
12%
11%
10%7%8%
5%
4%
4%
3% 2%
familiewoningcorporatiesgemeentenhuisartsenburen/bezorgde burgersveiligheidshuizenmaatschappelijk werkGGZ-instellingpolitiezelf meldersmaatschappelijke opvangoverig
Meldingen worden gedaan door: Grafiek4
19% 15%
12%
11%
10%7%8%
5%
4%
4%
3% 2%
familiewoningcorporatiesgemeentenhuisartsenburen/bezorgde burgersveiligheidshuizenmaatschappelijk werkGGZ-instellingpolitiezelf meldersmaatschappelijke opvangoverig
35%van de meldingen betreft een huurder van een woningcorporatie
2
Sittard-Geleen
Stein
Beek
Schinnen
Onderbanken
Brunssum
Landgraaf
Heerlen
Kerkrade
NuthMeerssen
Maastricht
Valkenburga/d Geul
Voerendaal
Vaals
Simpelveld
Eijsden-MargratenGulpen-Wittem
226
18339
18
15
16
12
16
17
8BeekSchinnenSittard-GeleenStein
Eijsden-MargratenGulpen-WittemMaastrichtMeerssenVaalsValkenburg a/d Geulbuiten regionaalniet bekend
158
18339
1816
226121617123
565
2017 2016 2015 2014
814
17727
3222
230111111
543
165
18229
2413
195131312
4506
227
20113
1315
26711261313
601
Aantal openstaande meldingen per gemeenten
Tabel 3
aantal nieuwe meldingen, per regio
2014 2015 2016 2017
381
173208
TotaalWestelijke MijnstreekZuidelijk Zuid Limburg
418
163
255
373
167206
378
151
218
Nieuwe meldingen per jaar, per regioGrafiek5
3
Zuidelijk Zuid LimburgWestelijke MijnstreekBuiten regionaalOnbekend
54%
3%
43%
Verdeling naar regio
Grafiek6
Percentage meldingen naar regio, 2017
Doorlooptijden van meldingen die in 2017 werden afgesloten Grafiek7
doorlooptijden
zorgmeldingen
consultatievragen
moeilijk plaatsbarenherkans/laatste kans
overig
< 26 weken26-52 weken> 52 weken
68% 22% 10%
99% 1%
50% 50%
100%
23
5
24
5
gemiddeldaantal weken
Bemoeizorg
Bemoeizorg wordt door Vangnet OGGZ als belangrijkste methodiek ingezet om de doelgroep te bereiken en toe te leiden naar zorg. Bemoeizorg betekent dat hulpverlening niet stopt als de persoon die in zorgwekkende omstandigheden verkeert, geen hulpvraag heeft. Of als diegene geen hulp wil. Het gaat om ongevraagd hulp bieden en ook om het toepassen van drang en dwang als de problematiek daarom vraagt. Bemoeizorg is een outreachende werkwijze, waarbij 7 stappen in het proces te onderscheiden zijn. In de casus op pagina 6 worden deze stappen in een notendop in beeld gebracht.
Kenmerken van de doelgroep
De OGGZ-doelgroep is divers. De OGGZ-cliënt bestaat niet. Over het algemeen zien we meer mannen dan vrouwen, vooral in de leeftijd tussen 25 en 65 jaar. Het merendeel van de cliënten woont alleen, heeft een uitkering om in levensonderhoud te kunnen voorzien, werkt niet en participeert niet.De scores op de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) laten daarnaast nog zien dat het cliënten in veel gevallen ontbreekt aan een steunend sociaal netwerk. Het organiseren en uitvoeren van het huishouden, administratie en andere complexe taken vormt bij veel mensen in deze doelgroep vaak een (terugkerend) probleem.
36%
64%
Man-vrouwEr worden meer mannen dan vrouwen aangemeld. De verhouding man-vrouw is de afgelopen jaren nagenoeg hetzelfde gebleven.
<18 jaar18-24 jaar25-44 jaar45-64 jaar>65 jaar
9% 35% 36% 20%
11% 29% 40% 19%
7% 39% 33% 21%
<18 jaar18-24 jaar25-44 jaar45-64 jaar>65 jaar
9% 35% 36% 20%
11% 29% 40% 19%
7% 39% 33% 21%LeeftijdMeer dan tweederde van het aantal gemelde personen is tussen 25 en 64 jaar oud. Er is in 2017 één persoon gemeld die jonger was dan 18 jaar. De afgelopen jaren is de verdeling naar leeftijd nagenoeg hetzelfde gebleven.
Bij 30meldingen
had de gemelde persoon verantwoordelijkheid voor kinderen
Bij 4meldingen
was de gemelde persoon zwanger
1 persoonshuishouden2 persoonshuishouden3 persoonshuishouden of meer
65%17%
18%
HuishoudenHet merendeel van de gemelde personen woont alleen.
4
financiëndagbesteding
huisvestinghuiselijke relaties
geestelijke gezondheidlichamelijke gezondheid
verslavingactiviteiten dagelijks leven
sociaal netwerkmaatschappelijke participatie
justitie
volledig zelfredzaamvoldoende zelfredzaambeperkt zelfredzaamniet zelfredzaamacute problematiek
0 20 40 60 80 100 %
Grafiek8
ZRM-scores bij intake, totale doelgroep
financiëndagbesteding
huisvestinghuiselijke relaties
geestelijke gezondheidlichamelijke gezondheid
verslavingactiviteiten dagelijks leven
sociaal netwerkmaatschappelijke participatie
justitie
volledig zelfredzaamvoldoende zelfredzaambeperkt zelfredzaamniet zelfredzaamacute problematiek
0 20 40 60 80 100 %
5
We willen er een aantal resultaten uitlichten.Kijkenwenaargrafiek8danzienwedateengrootdeel van de cliënten geen dagbesteding heeft. Een acuut probleem op dit domein betekent niet alleen dat een cliënt geen werk heeft en geen opleiding volgt, maar ook dat diegene overlast veroorzaakt.Ook de balk bij maatschappelijke participatie kleurt vrijwel volledig rood: cliënten nemen niet deel aan georganiseerde activiteiten en zijn geen lid van een vereniging of (sport)club. Het aantal cliënten dat in eigen levensonderhoud kan voorzien zonder uitkering en waarbij geen sprake is van schulden is slechts 10% (de blauw gekleurdevlakjesbijdomeinfinanciën).In 80% van de meldingen constateren we dat er sprake is van geestelijke gezondheidsproblemen. De helft van het aantal cliënten heeft last van geestelijke gezondheidsproblemen zonder dat ze daarvoor behandeld wordt. Bij 8% van de cliënten (donkerrode vlakje) is sprake is van suïcidedreiging, gevaar voor anderen of ernstige moeilijkheden in het dagelijks leven. Bij de groep in het lichtroze vlak van domein geestelijke gezondheid kan er sprake zijn van behandeling maar is de behandeltrouw minimaal. Middelengebruik speelt een rol bij iets meer dan 40% van de cliënten. Bij 25% van de cliënten (lichtroze vlak domein verslaving) is er sprake van gebruik maar belemmert dit niet het uitvoeren van belangrijke activiteiten van het dagelijks leven. Dat is bij cliënten in de rode vlakken wel het geval. Acute problematiek betekent dat de situatie zo ernstig is dat opname noodzakelijk is.
Elke cliëntsituatie is anders. We signaleren wel een aantalprofielenbinnendedoelgroep:
Zo is er een subgroep jonge mannen, die door hun ouders worden gemeld uit grote bezorgdheid. Zie casus op de volgende pagina. Een groep hardnekkig dakloos en marginaal levende mannen, waar verslavingsproblemen en/of geestelijke gezondheidsproblemen op de voorgrond staat.En als laatste, een subgroep mannen of vrouwen van 65 jaar en ouder, alleenwonend en op stille wijze zorgmijdend. Zelfverwaarlozing, woning-vervuiling en geestelijke gezondheidsproblemen worden nogal eens zichtbaar bij een medische noodsituatie. Bijvoorbeeld als mensen door de ambulancedienst naar een ziekenhuis worden gebracht, maar weer snel met ontslag kunnen.
In 2018 willen we meer zicht krijgen op deze subgroepen.
huurwoninginwonendkoopwoningdakloosverblijf in instelling
62%13%
13%
9%
3%
Grafiek9
Woonsituatie
Bij 16% van de meldingen was sprake van dreigende uithuiszetting
Bij 30% van de meldingen was sprake van woningvervuiling
•
•
•
Bij 20% van de meldingen was sprake van overlast door cliënt
Zelfredzaamheid is het vermogen om te komen tot een zo adequaat mogelijk functioneren op de belangrijkste gebieden van het dagelijks leven. En op het moment dat je het niet zelf kunt, door (tijdig) de juiste hulp te organiseren. Met de Zelfredzaamheid- Matrix (ZRM) kan de mate van zelfredzaam-heid van cliënten worden beoordeeld op elf belangrijke domeinen. Deze domeinen staanvermeldingrafiek8.Perdomeinkaneen score worden gegeven van 1 tot en met 5. Dit gebeurt aan de hand van indicatoren die in de matrix staan beschreven. Dit maakt een objectieve en telbare beoordeling van cliëntsituaties mogelijk. Voor meer informatie: www.zelfredzaamheidmatrix.nl
De interpretatie van scores en resultaten gemeten met de ZRM vereist kennis over het instrument. We vragen u om geen eigen conclusies te trekken uit de cijfers, zonder deze met ons te bespreken. Wij geven u graag een toelichting.
6
MeldingOuders maken zich zorgen om hun 26-jarige zoon Patrick. Zijn uitkering is gestopt, hij betaalt zijn rekeningen niet meer en zijn appartement is een grote chaos. Patrick is wantrouwend en heeft behalve met zijn ouders met niemand contact. Ouders zijn bang dat Patrick uit zijn woning wordt gezet. Patrick is een jaar geleden uit huis gegaan, omdat het thuis niet meer ging. De huisarts gaf ouders het advies om hem bij Vangnet OGGZ aan te melden.
Aanpak volgens het zeven-stappen model voor bemoeizorg
Contact zoeken De Vangnetmedewerker gaat samen met ouders op huisbezoek. Patrick ligt op bed en roept dat hij met niemand wil praten. Ouders zijn bang om het contact met Patrick kwijt te raken als ze verder aandringen. De Vangnetmedewerker stelt voor dat ze de volgende dag terug komt. Patrick doet niet open. De Vangnetmedewerker laat een briefje achter met de mededeling dat ze hem misschien kan helpen, bijvoorbeeld met zijn probleem met de Sociale Dienst. Dit bericht stuurt ze ook naar zijn mobiele telefoon.
Contact maken Twee dagen later krijgt ze een reactie van Patrick via sms, waarin hij schrijft dat hij geen hulp wil. Toch stuurt hij die week nog enkele keren een berichtje en in één daarvan geeft hij een opening. Patrick wil niet dat de Vangnetmedewerker bij hem thuis komt, maar wil wel naar de GGD komen. Het eerste gesprek is kort. Patrick is erg onrustig en wantrouwend. De Vangnetmedewerker bouwt het contact geleidelijk op.
Oplossen van een probleem/toewerken naar een hulpvraag Patrick stemt er mee in dat de Vangnetmedewerker voor hem naar de Sociale Dienst belt. Hij wil in zijn woning blijven en daarom heeft hij een uitkering nodig. Patrick en de Vangnetmedewerker gaan samen naar de Sociale Dienst. Het aanleveren van de informatie die nodig is om een uitkering aan te vragen gaat moeizaam. Als de uitkering wordt toegekend heeft Patrick vijf maanden betalingsachterstand. De consulent van de woningbouwvereniging dringt aan op een huisbezoek. Er zijn klachten gemeld over vuilnis en geluidsoverlast. Buren horen Patrick ‘s nachts: hij is onrustig, slaat met deuren en praat hard in zichzelf. Patrick vraagt de Vangnetmedewerker om bij het gesprek te zijn. De woonconsultent geeft Patrick dringend advies om mee te werken aan een hulpverleningstraject, om uithuiszetting te voorkomen.
Realiseren van contacttrouw De keren dat de Vangnetmedewerker voor de gesloten deur staat of Patrick niet op afspraken verschijnt, worden minder. Patrick stuurt nu meestal een berichtje als hij een afspraak wil afzeggen.
Planmatig werken De Vangnetmedewerker inventariseert de situatie van Patrick aan de hand van de domeinen van de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM). Ze probeert samen met Patrick te bespreken, wat hij belangrijk vindt. Er komt aandacht voor het bespreken van zijn schulden, zijn chaotische huishouden, zijn matige zelfzorg, psychische problemen en cannabisgebruik. Patrick laat meer los over zijn angsten en achterdochtige gedachten. Duidelijk wordt dat deze hem in de weg staan om zijn leven weer op de rails te krijgen. Er zijn korte lijnen met de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ-)instelling. Patrick gaat akkoord met een gesprek met een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV’er).
Werkrelatie evalueren Er volgt een periode waarin de SPV’er en Vangnetmedewerker Patrick blijven motiveren voor behandeling. Patrick stemt na enige tijd in met medicatie en inschrijving bij de GGZ-instelling. De Vangnetmedewerker plant een gesprek met Patrick, zijn ouders, behandelaar en woningbouwvereniging. Patrick gaat akkoord met het plan van aanpak. Daarin worden afspraken gemaakt over behandeling, schuldhulp en woonbegeleiding. Bij het WMO-loket (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) van de gemeente wordt een aanvraag gedaan voor woonbegeleiding.
Werkrelatie beëindigen De vangnetmedewerker blijft betrokken totdat de woonbegeleiding start, draagt warm over en sluit dan af.
Casus
1
2
3
4
5
6
7
7
Met deze casus willen we illustreren dat er fasen te onderscheiden zijn in het bemoeizorgtraject. Het zeven-stappen-model biedt een handvat en is onderdeel van een planmatige aanpak voor hulp aan zorgmijders. De stappen zijn in de praktijk soms niet goed van elkaar te onderscheiden. Met het oplossen van een praktisch probleem wordt gewerkt aan het vergroten van het vertrouwen van de cliënt in het komen tot oplossingen en verbetering van de situatie. De Vangnetmedewerker kan door op te treden als bemiddelaar tussen cliënt en andere instanties, de verstandhouding tussen beiden verbeteren. Gezocht wordt naar manieren waarop de cliënt zelf problemen kan aanpakken. Als het mogelijk is met mensen uit zijn of haar sociale netwerk. Niet in alle gevallen verloopt het traject zo voorspoedig als hier beschreven. Er is soms een langere adem nodig voordat contact tot stand komt. Het komt ook voor dat het niet lukt om cliënt over te dragen aan reguliere zorg, ondanks dat er grote zorgen zijn. In sommige gevallen biedt de wet- en regelgeving onvoldoende mogelijkheden om in te grijpen. Dan kan laagdrempelig contact waardevol zijn om toch nog zicht te kunnen houden op de cliënt.
Resultaten
Grafiek10brengtheteffectvanonzeinzetinbeeldaan de hand van de gemiddelde totaalscores op de Zelfredzaamheid-Matrix. De zelfredzaamheid van cliënten verbetert met name tussen de eerste en de tweede meting. In deze fase worden de meest acute problemen opgelost. Tussen de tweede en derde meting ligt de focus meer op het vasthouden van wat bereikt is en de overdracht naar reguliere zorg en dienstverlening. Ingrafiek11isperdomeinhetverschilweergegeventussen de score bij intake (eerste meting) en bij af-sluiting (derde meting). Bij de meeste leefgebieden zien we een verbetering optreden. Deze verbetering is het grootst op het domein geestelijke gezond-heid. De ernst van de problematiek van cliënten met geestelijke gezondheidsproblemen verminderde. Bij de eerste meting bijvoorbeeld had 52% van de cliënten score 1 of 2 op de ZRM. Bij de derde meting was dit percentage verminderd naar 27%. In grafiek 11 wordt nagenoeg geen verandering zichtbaar op domein verslaving, terwijl ook daar resultaten werden geboekt. Het percentage cliënten met ernstige verslavingsproblemen (scores 1 en 2 op de ZRM) verminderde bijvoorbeeld van 17% naar 7%.
intake tussentijdse evaluatie
afsluiting30
35
40
Totale doelgroep
intake afsluiting
2
3
4financiëndagbestedinghuisvestinghuiselijke relatiesgeestelijke gezondheidlichamelijke gezondheidverslavingactiviteiten dagelijks levensociaal netwerkmaatschappelijke participatiejustitie
Grafiek10
Gemiddelde totaal scores ZRM,totale doelgroep, drie meetmomenten
Grafiek11
Verschillen tussen ZRM-scores bij intake en afsluiting, per domeintotale doelgroep
intake afsluiting
2
3
4financiëndagbestedinghuisvestinghuiselijke relatiesgeestelijke gezondheidlichamelijke gezondheidverslavingactiviteiten dagelijks levensociaal netwerkmaatschappelijke participatiejustitie
8
GGD Zuid Limburg
Afdeling Gezondheid en Maatschappelijke Participatie, unit Vangnet OGGZ
Postbus 33, 6400 AA HeerlenT 088 - 880 50 00 www.ggdzl.nl
Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot Michel Limpens, afdelingshoofd Gezondheid en Maatschappelijke Participatie
Vangnet OGGZHet team maakt deel uit van de afdeling Gezondheid en Maatschappelijke Participatie van GGD Zuid Limburg. Er werken acht medewerkers, met in totaal 6,2 fte (2,9 fte in de Westelijke Mijnstreek, 2,8 fte in Zuidelijk Zuid-Limburg en 0,5 fte coördinatie). De medewerkers hebben naast hun vooropleiding in de zorg de Post-HBO opleiding bemoeizorg van de RINO groep gevolgd.
Contact Vangnet OGGZ
088 - 880 50 [email protected]
op werkdagen bereikbaar
Met de casus hebben we een kijkje willen bieden in onze keuken. Wij zien bemoeizorg als een ambacht, waarbij de meest kwetsbare personen in de samenleving actief en outreachend worden opgespoord en benaderd. De volgende stap in het proces is het aanbod dat zal moeten aansluiten bij de behoefte van een doelgroep, die zelf geen hulpvraag stelt. Om een passend aanbod te kunnen realiseren is een keten nodig van uiteenlopende instanties, die goed met elkaar samenwerkt. In beide regio’s Zuidelijk Zuid-Limburg en Westelijke Mijnstreek zijn ontwikkelingen ingezet om hiaten op te vullen en samenwerking te versterken. Deze samenwerkingsverbanden krijgen in 2018 verder vorm, ook in het kader van de aanpak van mensen met verward gedrag. Wie weet gaan we daarvan iets terug zien in onze cijfers over 2018.
Conclusie
Vangnet OGGZ kijkt met tevredenheid terug op het jaar 2017. De piek in het aantal meldingen, zoals we dat in 2016 zagen, lijkt niet door te zetten. Het aantal meldingen ligt meer op het niveau van de jaren daarvoor. Als we verder inzoomen zien we hier en daar wat schommelingen, zoals in het aantal meldingen per gemeente en binnen de groep melders. Maar de verschillen met voorgaande jaren zijn niet groot. De cijfers laten verder zien dat ook kenmerken van de doelgroep niet verschillen met voorgaande jaren. Het meest belangrijke is dat er een verbetering optreedt in de situatie van de doelgroep, als deze in beeld is bij Vangnet OGGZ. In samenwerking met ketenpartners slagen we er dus in om acute problemen op te lossen en om een basis te leggen voor stabilisering. Een deel van de OGGZ-cliënten zal hoe dan ook langdurig aangewezen zijn op zorg, om terugval te voorko-men.
Vooruitblik
Vangnet OGGZ wil meer inzetten op signalering en vroeginterventie. Daarvoor is het nodig om snel te kunnen handelen, korte lijnen te hebben met bijvoorbeeld wijkagenten en medewerkers van woningbouwverenigingen en gemakkelijk bereikbaar te zijn voor burgers. Vangnet OGGZ begeeft zich op het grensvlak van zorg en veiligheid. Door vroegtijdig op signalen af te gaan, kan erger worden voorkomen.
Meer informatie?
Op onze website www.ggdzl.nl kunt u ons vinden onder tabblad ‘professionals’ bij het onderdeel Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Daar zijn ook onze jaarverslagen van vorige jaren te downloaden.