Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

7
Pagina 1 Van Wezel nieuwsbrief januari 2016 Inhoudsopgave 1. VAR definitief ten einde! ......................................................................................... 1 2. Auto en fiscus 2016 ................................................................................................ 2 3. Verlaging maximale duur WW ................................................................................ 4 4. Overheid subsidieert energiebesparing .................................................................. 4 5. Welk btw-tarief geldt voor bezorgkosten? ............................................................... 6 6. Werkkostenregeling: bereid u voor op de afrekening in februari 2016 .................... 6 1. VAR definitief ten einde! Na enkele malen uitstel is het er dan toch van gekomen. Op dinsdag 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de afschaffing van de VAR en de invoering van een nieuw stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten. Per 1 mei 2016 komt de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) definitief te vervallen. Voortaan kan er gewerkt worden met vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde model- en voorbeeldovereenkomsten. Wordt daadwerkelijk gewerkt volgens een dergelijke overeenkomst, dan heeft de opdrachtgever vooraf de zekerheid dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Tip: De Belastingdienst heeft inmiddels diverse algemene modelovereenkomsten en individuele overeenkomsten op de site geplaatst. De komende tijd komen daar regelmatig nieuwe overeenkomsten bij. Men mag ook werken met een eigen niet door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst. Een opdrachtgever heeft dan alleen geen vrijwaring. Hij zal zelf moeten bepalen of er geen dienstbetrekking in het spel is, anders moeten er loonheffingen worden inhouden en afgedragen over de werkzaamheden van de opdrachtnemer. Gewenningsperiode Van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt een gewenningsperiode. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen een jaar de tijd om hun werkwijze aan te passen aan de werkwijze zoals opgenomen in een model- of voorbeeldovereenkomst. Tot 1 mei 2017 hebben beiden een inspanningsverplichting om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Let op! Huurt u een zzp-er in, dan biedt de VAR vanaf 1 mei 2016 geen vrijwaring meer. De komende periode zult u zich dan ook moet bezinnen op het gebruik van een modelovereenkomst. Niet elke willekeurige overeenkomst zal passen bij uw onderneming en de wijze waarop uw onderneming haar werkzaamheden uitvoert. Wees secuur bij de keuze voor een overeenkomst. Werkt u namelijk niet volgens de overeenkomst dan heeft u geen vrijwaring.

Transcript of Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Page 1: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 1

Van Wezel nieuwsbrief januari 2016

Inhoudsopgave

1. VAR definitief ten einde! ......................................................................................... 1

2. Auto en fiscus 2016 ................................................................................................ 2

3. Verlaging maximale duur WW ................................................................................ 4

4. Overheid subsidieert energiebesparing .................................................................. 4

5. Welk btw-tarief geldt voor bezorgkosten? ............................................................... 6

6. Werkkostenregeling: bereid u voor op de afrekening in februari 2016 .................... 6

1. VAR definitief ten einde! Na enkele malen uitstel is het er dan toch van gekomen. Op dinsdag 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de afschaffing van de VAR en de invoering van een nieuw stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten. Per 1 mei 2016 komt de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) definitief te vervallen. Voortaan kan er gewerkt worden met vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde model- en voorbeeldovereenkomsten. Wordt daadwerkelijk gewerkt volgens een dergelijke overeenkomst, dan heeft de opdrachtgever vooraf de zekerheid dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Tip: De Belastingdienst heeft inmiddels diverse algemene modelovereenkomsten en individuele overeenkomsten op de site geplaatst. De komende tijd komen daar regelmatig nieuwe overeenkomsten bij. Men mag ook werken met een eigen niet door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst. Een opdrachtgever heeft dan alleen geen vrijwaring. Hij zal zelf moeten bepalen of er geen dienstbetrekking in het spel is, anders moeten er loonheffingen worden inhouden en afgedragen over de werkzaamheden van de opdrachtnemer. Gewenningsperiode Van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt een gewenningsperiode. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen een jaar de tijd om hun werkwijze aan te passen aan de werkwijze zoals opgenomen in een model- of voorbeeldovereenkomst. Tot 1 mei 2017 hebben beiden een inspanningsverplichting om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Let op! Huurt u een zzp-er in, dan biedt de VAR vanaf 1 mei 2016 geen vrijwaring meer. De komende periode zult u zich dan ook moet bezinnen op het gebruik van een modelovereenkomst. Niet elke willekeurige overeenkomst zal passen bij uw onderneming en de wijze waarop uw onderneming haar werkzaamheden uitvoert. Wees secuur bij de keuze voor een overeenkomst. Werkt u namelijk niet volgens de overeenkomst dan heeft u geen vrijwaring.

Page 2: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 2

2. Auto en fiscus 2016 Fiscaal vriendelijk rijden. Is dat nog mogelijk nu wederom de autobelastingen voor 2016 zijn aangescherpt? Het kan nog steeds, maar de voordelen worden wel steeds minder. Een blik op de fiscale toekomst van de auto. Bijtelling privégebruik auto Voor de meeste auto's van de zaak waar ook privé mee wordt gereden, geldt een standaardbijtelling van 25% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Voor zuinige auto's gelden echter lagere bijtellingspercentages. Daarbij geldt dat hoe zuiniger de auto is (hoe minder CO2-uitstoot), des te lager de bijtelling wordt. Ook in 2016 zijn de CO2-grenzen weer verder aangescherpt. In 2017 worden weer wijzigingen verwacht. De wijzigingen in de autobelastingen voor de periode 2017 tot en met 2020 zijn opgenomen in een wetsvoorstel. Het aanscherpen van de CO2-grenzen heeft niet tot gevolg dat u elk jaar met een nieuw bijtellingspercentage wordt geconfronteerd. Een vastgesteld percentage blijft gedurende 60 maanden geldig. Pas na deze periode wordt het percentage opnieuw vastgesteld. Let op! Op dit moment geldt na de periode van 60 maanden weer een nieuwe periode van 60 maanden tegen het nieuw vastgestelde bijtellingspercentage. In het wetsvoorstel is opgenomen om vanaf 2017 nog maar 1 keer termijn van 60 maanden toe te passen. Daarna zal de bijtelling aan de hand van de dan geldende percentages worden vastgesteld. Wordt de auto in 2016 voor het eerst op kenteken gezet, dan gelden de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot alle brandstofsoorten

Nulemissie 4% 0

Vrijwel nulemissie 15% 1 t/m 50

Zuinig 21% 51/m 106

Overig 25% Vanaf 107

Uit het wetsvoorstel komt naar voren dat de plannen zijn om vanaf 2017 de standaardbijtelling vast te stellen op 22%. Voor auto's zonder CO2-uitstoot is dan een bijtelling van 4% gepland. Auto's met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 gr/km worden geconfronteerd met een stapsgewijze verhoging van de bijtelling van 17% in 2017 en 19% in 2018 tot 22% vanaf 2019. Voor een nieuwe auto gelden in 2017, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot alle brandstofsoorten

Nulemissie 4% 0

Vrijwel nulemissie 17% 1 t/m 50

Overig 22% Vanaf 51

Tip: Het is minder aantrekkelijk om in 2016 een nieuwe auto van de zaak aan te schaffen met een CO2-uitstoot vanaf 107 gr/km. Bij aanschaf van een dergelijke auto in 2016, krijgt u te maken met een bijtelling van 25%. Schaft u dezelfde auto nieuw aan in 2017 dan bedraagt de bijtelling volgens het wetsvoorstel 22%.

Page 3: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 3

De plannen vanaf 2019 zijn om de standaardbijtelling op 22% te handhaven. Alleen auto's zonder CO2-uitstoot krijgen dan volgens de plannen nog een lagere bijtelling. Deze bedraagt vanaf 2019 dan 4% tot een catalogusprijs van € 50.000 en 22% voor zover de catalogusprijs hoger is. Voor waterstofpersonenauto's geldt volgens de plannen een bijtelling van 4% ongeacht de catalogusprijs van de auto. Een bijtelling kan overigens helemaal achterwege blijven indien u kunt aantonen dat u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto heeft gereden. Woon-werkkilometers worden daarbij gezien als zakelijk, ook als u thuis gaat lunchen. Let op! Is uw auto ouder dan 15 jaar? Dan bedraagt de standaardbijtelling niet 25% van de cataloguswaarde, maar 35% van de waarde in het economisch verkeer! Bij een lage CO2-uitstoot van de auto kan dit percentage mogelijk verlaagd worden. Uw auto moet dan voldoen aan de CO2-uitstoot zoals die ook geldt voor auto's jonger dan 15 jaar. Milieu-investeringsaftrek Ook vanaf 2016 zijn de fiscale investeringsvoordelen weer verder ingeperkt. Er bestaat tevens in 2016 geen recht op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Voor de waterstofpersonenauto is echter wel weer recht op 75% willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL) over een bedrag van maximaal € 50.000. In 2016 geldt de milieu-investeringsaftrek (MIA) voor de waterstofpersonenauto met een CO2-uitstoot van 0 gr/km, voor de elektrische auto's met een CO2-uitstoot van 0 gr/km en voor de plugin-hybride met een CO2-uitstoot van maximaal 30 gr/km (niet zijnde een dieselauto). Hierbij gelden verschillende aftrekpercentages en zijn er maxima gesteld aan de in aanmerking te nemen investeringsbedragen.

Soort auto MIA% Maximaal in aanmerking te nemen investeringsbedrag

Waterstofpersonenauto (CO2-uitstoot = 0)

36% € 50.000

Elektrische auto (CO2-uitstoot = 0)

36% € 50.000

Plug-in hybride (CO2-uitstoot maximaal 30

27% € 35.000

Ook voor de oplaadpaal van uw auto geldt in 2016 nog de MIA. Het aftrekpercentage voor de oplaadpaal bedraagt 36%. Daarnaast mag u op deze laadpaal voor 75% willekeurig afschrijven. Motorrijtuigenbelasting De hoogte van de motorrijtuigenbelasting (MRB) is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de CO2-uitstoot van uw auto. Voor personenauto's met een CO2-uitstoot van 0 gr/km geldt in 2016 een vrijstelling. Voor personenauto's met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gr/km gold in 2015 nog een vrijstelling MRB. Vanaf 2016 betaalt u voor deze auto's echter een halftarief (dat wil zeggen de helft van het tarief dat voor een gewone personenauto geldt). BPM Als uw auto op kenteken wordt gezet, wordt BPM geheven. Deze BPM zorgt er mede voor dat auto's in Nederland duur zijn. De hoogte van de BPM is voor personenauto’s gebaseerd op de CO2-uitstoot. In 2016 geldt alleen nog een vrijstelling BPM voor auto's met een CO2-uitstoot van 0 gr/km. Deze vrijstelling geldt ook nog in 2017. Voor personenauto's waarvoor geen vrijstelling geldt, is de BPM hoger naarmate de CO2-uitstoot groter is. Ondernemers kunnen voor een bestelauto een beroep doen op een vrijstelling BPM. De belangrijkste voorwaarde is dat meer dan 10% van de jaarlijks gereden kilometers zakelijke kilometers zijn.

Page 4: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 4

3. Verlaging maximale duur WW

Vanaf 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de publieke WW-uitkering stapsgewijs verlaagd. Dit gebeurt met één maand per kwartaal, te rekenen vanaf 1 januari 2016. Vanaf april 2019 is de maximale WW-uitkering dan nog maximaal 24 maanden in plaats van 38 maanden. De hoogte van de WW-uitkering blijft gekoppeld aan het laatstverdiende loon. Let op! Alleen mensen die op of na 1 januari 2016 instromen in de WW krijgen met deze maatregel te maken. Ook de opbouw van WW-rechten wordt vanaf 1 januari 2016 beperkt. Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun loopbaan één maand WW-recht op per gewerkt jaar. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand WW op. WW-rechten die werknemers al hebben opgebouwd voor 1 januari 2016 blijven tellen voor één maand. Let op! De bekorting van de WW-duur werkt een-op-een door in de bekorting van de duur van de WGA-loongerelateerde uitkering. Dit is gunstig voor u als werkgever, of u nu eigenrisicodrager voor de WGA bent of in het publieke bestel zit, omdat de relatief dure WGA-loongerelateerde uitkering maar gedurende een kortere periode aan u wordt toegerekend.

4. Overheid subsidieert energiebesparing De overheid subsidieert het komende jaar massaal allerlei energiebesparende maatregelen voor zowel particulieren, ondernemers en sportclubs. Een overzicht van de mogelijkheden in 2016. € 70 miljoen voor duurzame verwarming particulieren en bedrijven Vanaf 4 januari 2016 kunnen particulieren en bedrijven een tegemoetkoming aanvragen voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen of pellet kachels. De subsidie is minimaal € 500. Het precieze bedrag hangt af van het soort en de specificaties van het apparaat. De nieuwe subsidiemaatregel is in het leven geroepen om het gebruik van duurzame energie en het verminderen van de CO2-uitstoot te bevorderen. Het gaat om een meerjarige subsidieregeling die tot 31 december 2020 zal lopen. Jaarlijks wordt het budget voor het daarop volgende jaar bekend gemaakt. Voor 2016 is er € 70 miljoen beschikbaar. De regels voor het ontvangen van een tegemoetkoming zijn voor particulieren anders dan voor bedrijven. Een particulier kan subsidie krijgen als hij in 2016 een apparaat koopt waarop subsidie mogelijk is en het daarna binnen drie maanden laat installeren, in gebruik neemt en de subsidie aanvraagt. Let op! Als particulier kunt u de subsidie dus pas aanvragen als het apparaat niet alleen gekocht maar ook al in gebruik genomen is. Wel iets om op te letten want drie maanden na de aankoop vervalt het recht om een subsidieaanvraag in te dienen. Voor bedrijven zijn de regels precies omgekeerd. Zij kunnen alleen een subsidie krijgen als zij de subsidie aanvragen voordat ze het apparaat kopen. Na goedkeuring van de subsidie heeft men vervolgens een jaar om het apparaat te kopen en in gebruik te nemen.

Page 5: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 5

€ 6 miljoen voor energiezuinige en duurzame sportclubs Sportverenigingen en –stichtingen kunnen vanaf 4 januari 2016 subsidie aanvragen voor investeringen in energiebesparende maatregelen of toepassingen van duurzame energie ten behoeve van hun sportaccommodaties. Subsidie is mogelijk voor overeenkomsten die zijn afgesloten vanaf 1 september 2015. De subsidie geldt onder meer voor zonnepanelen maar ook voor energiezuinige veldverlichting, buiten- en binnenverlichting, energiezuinige warmte- en watervoorzieningen en energiezuinige bouwkundige aanpassingen. De subsidie bedraagt 15% voor sportstichtingen en 30% voor sportverenigingen met een maximum van € 125.000 subsidie per jaar. Let op! Alleen nieuwe apparatuur en installaties komen in aanmerking voor subsidie. Voor investeringen in gebruikte energiebesparende apparatuur en installatie wordt dus geen subsidie verleend. De subsidie wordt verleend voor de kosten van aanschaf. Voor arbeidskosten wordt geen subsidie verleend. Komt uw sportclub voor subsidie in aanmerking, wacht dan niet te lang met aanvragen. De subsidie moet binnen negen maanden na het afsluiten van de overeenkomst tot aanschaf van de maatregelen worden aangevraagd. Bovendien bedraagt het beschikbare budget voor 2016 6 miljoen euro. Na subsidieverlening moet de investering binnen één jaar gerealiseerd en geplaatst zijn. Tip: U kunt een bonussubsidie krijgen als een maatregel waarvoor u subsidie aanvraagt genoemd is in een energieadvies. De bonus bedraagt € 500 en wordt per uitgebracht energieadvies eenmaal verleend. € 80 miljoen voor energiezuinige koopwoning Het kabinet stelt € 80 miljoen beschikbaar voor subsidies aan huiseigenaren. De exacte voorwaarden voor de subsidie zijn nog niet bekend maar de bedoeling is dat particulieren en verenigingen van eigenaren (VvE’s) met de subsidie hun koopwoningen energiezuiniger kunnen maken. De subsidie wordt alleen gegeven als er meerdere energiebesparende maatregelen of een combinatie van energiebesparende maatregelen worden genomen. Voor een enkelvoudige maatregel geldt dus geen subsidie, omdat men ervan uitgaat dat mensen één energiebesparende maatregel ook wel zonder subsidie zullen nemen. Let op! De subsidie is uitdrukkelijk bedoeld voor energiebesparende maatregelen. Zij kan dus niet worden gebruikt voor duurzame opwekking van energie zoals zonnepanelen. De subsidie zal een deel van de kosten van de genomen energiebesparende maatregelen dekken. Voor de overige kosten kan de huiseigenaar een lening krijgen tegen aantrekkelijke voorwaarden van het NEF (Nationaal Energiebespaar Fonds). Voor het verlagen van de rente die het NEF voor zijn leningen in rekening brengt, heeft het kabinet een additionele € 10 miljoen beschikbaar gesteld. € 161 miljoen voor de energie-investeringsaftrek Via de Energie Investeringsaftrek (EIA) kunt u in 2016 58% van de investeringskosten in energiezuinige technieken en duurzame energie aftrekken van de fiscale winst. Alle Nederlandse ondernemers die inkomsten- of vennootschapsbelasting betalen, kunnen gebruik maken van de EIA. De investeringen waarvoor u EIA kunt aanvragen staan op een energielijst die u kunt vinden op de website van RVO (www.rvo.nl). Let op! U moet de EIA aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) binnen drie maanden nadat u de verplichting bent aangegaan tot aanschaf. Voor 2016 is 161 miljoen euro beschikbaar voor EIA.

Page 6: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 6

5. Welk btw-tarief geldt voor bezorgkosten? PostNL en andere vergelijkbare ondernemingen rekenen geen btw over verzendkosten. Voor universele postdiensten verricht door postvervoersbedrijven geldt namelijk een btw-vrijstelling. Dit betekent echter niet dat u deze bezorgkosten zonder btw kunt doorberekenen aan uw afnemers. Het btw-tarief is daarbij afhankelijk van de goederen die u levert. Bezorgkosten Voor universele postdiensten verricht door postvervoersbedrijven die aan de voorwaarden voldoen geldt een btw-vrijstelling. Een omschrijving van universele postdiensten en de voorwaarden vindt u in de Postwet. PostNL voldoet aan de voorwaarden en kan daarom vrijgesteld haar postdiensten verlenen. Als u gebruikt maakt van PostNL voor de levering van uw goederen aan uw afnemers, zult u over het algemeen niet voldoen aan de voorwaarden in de Postwet. Indien u met uw afnemer heeft afgesproken om de afgenomen goederen bij hem te bezorgen, vormt die bezorging een bijkomende prestatie die onderdeel uitmaakt van de vergoeding die u aan uw afnemer berekent. U moet hierover btw berekenen. Het btw-tarief is hierbij gelijk aan het btw-tarief dat voor uw goederen geldt. Goederen tegen verschillende btw-tarieven Levert u in één levering goederen tegen verschillende tarieven, dan worden de bezorgkosten naar verhouding van de vergoedingen (exclusief de bezorgkosten) aan deze goederen toegerekend. Het btw-tarief van de bezorgkosten volgt daarbij nog steeds de goederen. Voorbeeld U verkoopt voedingsmiddelen tegen € 40 exclusief btw en alcoholische dranken tegen € 60 exclusief btw. Het geheel wordt in één pakket door PostNL bezorgd. PostNL berekent daarvoor € 6,95 aan u. PostNL berekent terecht geen btw over deze verzendkosten. U berekent de verzendkosten door aan uw afnemer. De factuur dient er dan als volgt uit te zien: Verkoop voedingsmiddelen € 40,00 Verkoop alcoholische dranken € 60,00 Verzendkosten € 6,95 Totale vergoeding €106,95 Btw 6% over € 42,78 (€ 40 + 4/10 van € 6,95) € 2,57 Btw 21% over € 64,17 (€ 60 + 6/10 van € 6,95) € 13,48 Totale vergoeding inclusief btw € 123,00

6. Werkkostenregeling: bereid u voor op de afrekening in februari 2016 De werkkostenregeling is vanaf 1 januari 2015 door alle werkgevers toegepast. Inmiddels zijn we een jaar verder en volgt het eerste afrekenmoment bij de aangifte loonheffingen januari 2016. Om goed voorbereid te zijn op dit afrekenmoment hebben wij de regels rondom de afrekening en de mogelijkheden voor een gezamenlijke concernafrekening nog eens kort voor u op een rij gezet. Afrekening 2015 bij de aangifte januari 2016 Bij overschrijding van de vrije ruimte (1,2% van de totale fiscale loonsom) vindt een eindheffing plaats van 80%. Deze eindheffing moet worden afgedragen bij de aangifte januari 2016, welke uiterlijk eind februari 2016 moet worden ingediend en afgedragen. Om de afrekening te kunnen doen, moet duidelijk zijn welke vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikkingstellingen zijn aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Wanneer en hoe dit aanwijzen uiterlijk moet plaatsvinden, is niet helemaal duidelijk. De staatssecretaris geeft in een besluit aan dat de Belastingdienst gedurende het kalenderjaar uitgaat van aanwijzing als eindheffingsbestanddeel op het moment dat niet individueel verloond wordt. De Belastingdienst gaat ook na afloop van het

Page 7: Van Wezel Accountants - Nieuwsbrief januari 2016

Pagina 7

kalenderjaar nog steeds uit van deze aanname als aan het einde van het kalenderjaar de aanwijzing in de administratie is verwerkt. Deze verwerking is verder vormvrij en kan geschieden in de financiële administratie, maar ook in bijvoorbeeld een Excelbestand. Tip: Zorg dat uw administratie op orde is en dat de eindheffingsbestanddelen zijn aangewezen. Hiermee voorkomt u dat de Belastingdienst bepaalde vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen later alsnog individueel bij uw werknemers belast. Concernregeling Uiterlijk bij het indienen van de aangifte januari 2016 kunt u kiezen voor toepassing van de concernregeling. De concernregeling kan door een inhoudingsplichtige samen met een andere inhoudingsplichtige worden toegepast als gedurende het gehele kalenderjaar:

de inhoudingsplichtige een belang van minimaal 95% heeft in die andere inhoudingsplichtige, of

die andere inhoudingsplichtige een belang van minimaal 95% heeft in de inhoudingsplichtige, of

een ander een belang van minimaal 95% heeft in de inhoudingsplichtige terwijl deze ander ook een belang heeft van minimaal 95% in die andere inhoudingsplichtige.

Bij belang gaat het om een belang in het aandelenkapitaal. Als gekozen wordt voor de concernregeling geldt deze voor alle concernonderdelen die het gehele kalenderjaar hebben voldaan aan de eigendomseis van minimaal 95%. Het is dus niet mogelijk om bepaalde concernonderdelen uit te sluiten. Tip: De concernregeling kan ook worden toegepast als sprake is van een tussenholding zonder werknemers. Van belang is dat sprake is van een (middellijk) belang van minimaal 95%. In het geval van een moedermaatschappij met een 100%-belang in een tussenholding zonder personeel en daaronder 100% dochtervennootschappen, kan de concernregeling dus worden toegepast tussen de moeder en de dochters. Door de concernregeling ontstaat een collectieve ruimte van alle tot het concern behorende inhoudingsplichtigen. De inhoudingsplichtige met de grootste totale fiscale loonsom geeft de eindheffing als gevolg van de overschrijding van de gezamenlijke vrije ruimte aan en draagt deze af. Let op! Alle tot het concern behorende inhoudingsplichtigen zijn wel aansprakelijk voor de verschuldigde eindheffing. Alle inhoudingsplichtigen van het concern zijn verplicht om in hun administratie een aantal vastleggingen te doen zoals de totale fiscale loonsom, een overzicht van de eindheffingsbestanddelen, gegevens van de andere inhoudingsplichtigen en de gezamenlijk verschuldigde belasting.

Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de nieuwsbrief, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen. Verschijningsdatum: 4 februari 2016.