Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De...

28
Pagina 1 Jaargang 9, no. 12 – december 2015 Jaargang 11, no. 12 – december 2017 Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg

Transcript of Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De...

Page 1: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 1

Jaargang 9, no. 12 – december 2015

Jaargang 11, no. 12 – december 2017

Nieuwsbrief

Geregeld in de Zorg

Page 2: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 2

Geregeld in de Zorg december 2017

Voorwoord

Deze uitgave van “Geregeld in de zorg” is alweer de laatste van 2017. Er is het afgelopen jaar veel gepasseerd binnen de zorgsector. En zelfs de traditioneel wat rustiger december-maand leverde weer een aanzienlijk aantal nieuwsfeiten op.

Wat in de berichtgeving opvalt, is dat meermaals inspanningen worden benoemd om te komen tot vermindering van de administratieve lasten. Dit biedt hoop voor 2018 en verder. Maar de zorg zou de zorg niet zijn wanneer er ook niet weer nieuwe uitdagingen op de sector afkomen die om oplossingen en regelgeving vragen.

Verstegen accountants en adviseurs wenst u dan ook voor 2018 veel wijsheid, maar bovenal gezondheid, toe.

In dit nummer: Voorwoord 2

Uitgelicht 3

Actuele ontwikkelingen in de zorg 5

Vastgoed en financiering 8

Bekostiging en beleidsregels V&V-sector en extramurale zorg 11

Bekostiging en beleidsregels GHZ-sector 14

Bekostiging en beleidsregels GGZ-sector 18

Arbeidsaangelegenheden 20

Overige berichtgeving 23

Juridische zaken 26

Vragen over of naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u stellen via: [email protected]

Redactie: L.G.J. (Bert) Mostert RA [email protected] Drs. F. (Frans) van der Plaat RA [email protected] Ing. J.L. (John) Wisse RA [email protected]

Juridische bijdragen van: Ten Holter/Noordam advocaten [email protected]

Bij het samenstellen van deze uitgave is uiterste zorgvuldigheid in acht genomen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijk onjuiste of onvolledige informatie of voor schade die als gevolg hiervan ontstaat. Gezien het algemene karakter van de uitgave kunnen wij niet instaan voor toepassingsmogelijk-heden in specifieke situaties.

Alle rechten voorbehouden

Page 3: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 3

Geregeld in de Zorg december 2017

Uitgelicht

1. Pact voor de ouderenzorg – Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg

Eerder berichtten wij u over de extra middelen en verantwoording in het licht van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. In de afgelopen maand zijn hierover enkele signalen vanuit het kabinet verzonden, die wij graag met u delen.

Allereerst gaf de brief van minister De Jonge over het ‘Pact voor de ouderenzorg’, die reeds op 7 december 2017 aan de Tweede Kamer is gezonden, aan dat het kabinet de ouderenzorg serieus onder de aandacht heeft. Met het pact - dat in het eerste kwartaal 2018 gereed zal zijn - wil de minister onder andere bewerkstelligen dat de extra investeringen vanwege het Kwaliteitskader ook daadwerkelijk ervaren worden door de ouderen in verpleeghuizen. Naast begrip is hierop in den lande ook kritiek hoorbaar: het gaat immers niet alleen om ouderen in verpleeghuizen, maar ook om ouderen die zorg nodig hebben maar niet in een verpleeghuis woonachtig zijn. En dit betreft een veel groter aantal ouderen.

In de kamerbrief van 8 december jongstleden gaat minister De Jonge vervolgens specifiek in op de verpleeghuiszorg. Ook hierin komt nadrukkelijk aan de orde dat de cliënten de extra middelen moeten kunnen ‘ervaren’. Zorgverleners moeten volgens de minister meer tijd hebben om persoonlijk aandacht aan de cliënt te kunnen geven en daardoor te zorgen voor een plezierige dag met voldoende dagactiviteiten. Het is de bedoeling van de minister dat zorgorganisaties aan de hand van een kwaliteitsbenchmark beoordeeld zullen gaan worden bij de zorginkoop door zorgkantoren, bij de kwaliteitsbewaking door toezichthoudende instanties en door cliënten bij de keuze voor hun zorgafname.

De extra middelen moeten doelmatig worden besteed aan kwaliteitsverbetering en dus niet worden ingezet aan overhead. De beschikbaarheid van voldoende goed opgeleide zorgprofessionals is hierbij een randvoorwaarde. De minister heeft in een interview met de Volkskrant zelfs aangegeven dat wanneer de extra gelden niet worden ingezet voor extra personeel, deze teruggevorderd moeten kunnen worden. De zorginkoop contracten (vanaf 2018!) moeten dusdanig worden aangepast dat terugvorderen mogelijk wordt gemaakt.

Bovenstaande laat zien dat naar verwachting verantwoording door zorgorganisaties over de inzet van de extra middelen noodzakelijk zal zijn. Over de wijze waarop de extra middelen worden ingezet – aan extra personeel óf (ook) andere zaken die kwaliteits-bevordering veroorzaken – en de vraag of de extra gelden (gedeeltelijk) teruggevorderd zouden moeten kunnen worden, zal het laatste woord nog niet zijn gesproken.

2. Jaarverantwoording

Vereenvoudiging publicatie jaarverantwoording

In het kader van de jaarverantwoording is op te merken dat enkele vereenvoudigingen zijn doorgevoerd. Zo is voor kleine zorgorganisaties de zogenaamde “vereenvoudigde verantwoording” ingevoerd. De mogelijkheid tot “beperkt verantwoorden” (zoals dit tot en met boekjaar 2016 gold) is echter vervallen. De zorgorganisaties die voorheen beperkt verantwoordden, moeten daarom of vereenvoudigd verantwoorden (wanneer zij een kleine zorgorganisatie is) of volledig.

Page 4: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 4

Geregeld in de Zorg december 2017

De reden voor deze aanpassing is dat de beperkte verantwoording onvoldoende invulling gaf aan de behoefte aan transparantie rond de besteding van publieke middelen.

Een tweede wijziging betreft de WNT-verantwoording die in het vervolg niet meer in een afzonderlijk portal binnen DigiMV zal worden uitgevraagd. In plaats daarvan wordt middels het deponeren van de jaarrekening aan de publicatieplicht voldaan. Tot slot is het aantal vragen in DigiMV sterk verlaagd en zijn verbeteringen in de vraagstelling doorgevoerd. Meer hierover is te vinden op jaarverslagenzorg.nl.

Digitaal deponeren jaarrekening middels Standard Business Reporting (SBR)

Eén van de volgende (ingrijpende) stappen in de jaarverantwoording zal de invoering van SBR zijn. Hiermee worden jaarrekeningen digitaal bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible Business Reporting Language). De Kamer van Koophandel heeft hierover aan diverse zorgorganisaties (afhankelijk van omvang) een brief geschreven.

Onze indruk is dat digitaal deponeren van de jaarrekening middels SBR/XBRL in veel gevallen binnen de zorgsector nog niet direct noodzakelijk zal zijn. Of de noodzaak bestaat hangt af van de rechtsvorm en de grootte van de zorgorganisatie, alsook het verslag-gevingsregime.

Zorgorganisaties die hun jaarrekening op (moeten) stellen in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, hoeven vooralsnog niet digitaal te deponeren. Ook niet als zij qua rechtsvorm en grootte voldoen aan de vereisten voor digitaal deponeren. Deze zorgorganisaties kwalificeren voor wat betreft de inhoud en vorm van hun jaaverslaglegging namelijk als grote rechtspersoon, omdat ze via de Regeling verslaggeving WTZi geen aanspraak kunnen maken op de (meeste) vrijstellingen voor middelgrote en kleine (of micro) rechtspersonen, zoals die in het Burgerlijk Wetboek 2, Titel 9 zijn opgenomen. Het voornemen bestaat om voor grote rechtspersonen/ deze zorgorganisaties digitaal deponeren vanaf boekjaar 2019 in te laten gaan.

Advertentiepagina

Page 5: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 5

Geregeld in de Zorg december 2017

Actuele ontwikkelingen in de zorg

Nieuw wetsvoorstel zorgt voor minder papier en meer zorg (Bron: VWS - nieuwsbericht 22 december 2017)

Minister Hugo de Jonge (VWS) wil dat gemeenten en instellingen gebruik maken van dezelfde standaarden voor het verwerken van facturen en het afsluiten van contracten. Aanbieders van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gaan daardoor minder administratieve druk ervaren. Ook wil de minister gemeenten zo nodig kunnen dwingen om regionaal samen te werken. Dit staat in een wetsvoorstel dat hij vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Het verminderen van de administratiedruk in de zorg is een belangrijk speerpunt van het kabinet. Minister De Jonge: ‘Het zijn mensen die in de zorg het verschil maken. Zorg is mensenwerk. En dus hebben we het ons aan te trekken als de mensen in de zorg tegen een steeds grotere papierberg aanlopen’.

Zorgaanbieders die met verschillende gemeenten te maken hebben ervaren de laatste jaren een toenemende administratiedruk. Sommige aanbieders hebben extra mensen moeten aannemen om deze administratie af te handelen. Samen met gemeenten en zorgaanbieders heeft de minister afspraken gemaakt over gegevensuitwisseling en het standaardiseren van berichtenverkeer. Zorgaanbieders krijgen hierdoor meer financiële ruimte en meer tijd voor zorg.

Regionale samenwerking

Hetzelfde wetsvoorstel regelt dat de minister van VWS regionale samenwerking tussen gemeenten af kan dwingen als gemeenten onderling niet tot goede samenwerkings-afspraken komen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als gemeenten geen goede afspraken maken over het inkopen van specialistische jeugdhulp.

Veranderingen in Wlz-regeling per 2018 op een rij (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 20 december 2017)

Er gelden in de Wet langdurige zorg (Wlz) vanaf 1 januari 2018 een drietal wijzigingen in de verantwoordelijkheden en bekostiging: trombosezorg, palliatief terminale zorg en de aanspraak verpleging Wlz/msvt. De veranderingen zijn eerder al op de site beschreven en staan in dit artikel op een rij.

Drie wijzigingen

De veranderingen rondom trombosezorg, palliatief terminale zorg (ptz) en de aanspraak verpleging Wlz/msvt in de Wlz zijn eerder al beschreven, maar er was ook sprake van voortschrijdend beleid. Inmiddels is de Regeling Langdurige zorg (Rlz) in de Staatscourant verschenen, waarmee nu ook de beoogde wijzigingen rond ptz en de aanspraak verpleging Wlz definitief zijn. De wijziging bij trombosezorg was al bepaald.

Trombosezorg

Trombosezorg voor cliënten die verblijf en behandeling binnen dezelfde instelling ontvangen valt vanaf 1 januari 2018 onder de Wlz en niet langer onder de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Page 6: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 6

Geregeld in de Zorg december 2017

De VV zzp-tarieven incl. behandeling waren eerst opgehoogd met € 0,03 per verblijfsdag. Nadien is geconstateerd dat het tarief ontoereikend was en heeft de NZa aanvullend onderzoek gedaan. De component voor trombosezorg is inmiddels, afhankelijk van het zzp, vastgesteld op € 0,06 tot € 0,27 per verblijfsdag. De correctie is door de NZa verwerkt in de beleidsregel.

Voor cliënten zonder verblijf en behandeling vanuit de zelfde instelling (dus op plaatsen zonder behandeling en bij VPT, mpt of pgb) blijft trombosezorg onder de Zvw vallen.

Palliatief terminale zorg/ZZP 10

De indicatiestelling door het CIZ van zorgprofiel ZZP VV 10 vervalt met ingang van 1 januari 2018. Als de cliënt aan voorwaarden voldoet, zoals die nu ook gelden voor ZZP VV 10, kan de zorgaanbieder de intensieve palliatief terminale zorg declareren. Dit betekent dat palliatief terminale zorg sneller en eenvoudiger kan worden ingezet. In alle situaties geldt dat een terminaliteitsverklaring van de arts wordt opgenomen in de administratie van de zorgaanbieder.

In het Voorschrift Zorgtoewijzing 2018 staat nog een onduidelijkheid. In tegenstelling tot het beoogde beleid, zoals verwoord in de Rlz, volgt uit het Voorschrift dat de aanvullende voorwaarden voor ptz bij intramuraal-verblijf ook gelden voor een VPT. ActiZ heeft ZN om een aanpassing gevraagd. ZN heeft aan ActiZ toegezegd het Voorschrift aan te passen en in lijn te brengen met de Rlz.

Verandering aanspraak verpleging in Wlz/msvt

Alle verpleging die binnen de Wlz wordt geboden, valt met ingang van 1 januari 2018 onder de Wlz.

Alleen in situaties waarbij de medisch-specialist de medisch specialistische verpleeg-kundige zorg thuis (msvt) direct aanstuurt, kan de verpleging voor de Wlz-cliënten ten laste van de Zvw komen. De NZa laat de beleidsregel msvt met ingang van 1 januari 2018 vervallen en met ingang van die datum is deze verpleging ondergebracht bij de reguliere en specialistische verpleging onder de Zvw. Om de verpleging te kunnen bieden in de Wlz heeft de NZa de tarieven voor ZZP VV met € 0,03 opgehoogd.

ActiZ en andere partijen hebben een factsheet opgesteld die inzicht geeft in de verschillende leveringsvormen en de bekostiging van deze verpleging. Er volgt op zeer korte termijn, voor de kerst 2017, een update van de factsheet gezien een nu afgeronde discussie tussen het Zorginstituut en de NZa.

Het ministerie van VWS geeft ook op haar site informatie over langdurige zorg en ondersteuning.

Voorschrift Zorgtoewijzing 2018 beschikbaar en tweede versie (Bron: ActiZ – nieuwsbericht 5 december 2017)

ZN/Zorgkantoren hebben onlangs het Voorschrift Zorgtoewijzing 2018 gepubliceerd. Het protocol Crisiszorg en protocol Meerzorg zijn geïntegreerd in het Voorschrift. Het verschenen Voorschrift Zorgtoewijzing 2018 is een addendum bij de overeenkomst 2018 zorgkantoor – zorgaanbieder Wlz.

Page 7: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 7

Geregeld in de Zorg december 2017

Belangrijkste wijzigingen

Het Voorschrift Zorgtoewijzing volgt de processtappen die de cliënt in de Wlz doorloopt. Wijzigingen naar aanleiding van de NZa-beleidsregels zijn daarin verwerkt en ZN heeft een stap gezet om de administratieve lasten te beteugelen. Het Voorschrift Zorgtoewijzing 2018 is vindbaar op de site van ZN en die van de zorgkantoren. De belangrijkste wijzigingen zijn als volgt:

- De indicatiestelling voor het zorgprofiel VV 10 komt te vervallen vanaf 1 januari 2018. Het Voorschrift beschrijft de gevolgen voor mensen die palliatief terminale zorg nodig hebben en die zijn opgenomen of thuis wonen.

- Medisch specialistische verpleging thuis (msvt) valt voor mensen met een Wlz-indicatie vanaf 1 januari 2018 niet langer onder de Zorgverzekeringswet (Zvw), maar onder de Wlz. Alleen verpleegkundige zorg onder directe aansturing van een specialist wordt nog betaald vanuit de Zvw, ook voor Wlz-geïndiceerden.

- De toestemmingsverklaring voor tijdelijke behandeling naast een ZZP of VPT is aan de voorkant losgelaten. De verantwoordelijkheid voor het inzetten van noodzakelijke behandeling ligt bij de zorgaanbieder, in afstemming met de cliënt. Zorgkantoren richten een achteraf controle in.

- Het protocol Crisiszorg en protocol Meerzorg zijn opgenomen in het Voorschrift.

- Het Meerzorgprotocol is fors herschreven:

1. Het document is teruggebracht naar een algemeen deel en de processtappen voor de drie onderdelen: intramuraal regulier, intramuraal proeftuin en thuiswonend.

2. De proeftuinen zijn verbreed naar alle sectoren, dus ook de VV, en verlengd voor één jaar (tot en met 2018).

3. Alle aanvraagsjablonen zijn digitaal geworden.

Tweede versie

Vanaf 1 april 2018 zijn alle wijzigingen iWlz 2.0 van kracht. Dat heeft een forse impact voor zorgorganisaties en betekent een forse aanpassing van het Voorschrift Zorgtoewijzing 2018. Om die reden volgt een tweede versie van het Voorschrift Zorgtoewijzing 2018. ZN streeft ernaar deze aprilversie in februari 2018 te publiceren.

NZa: Rechtmatigheid pgb-uitgaven onduidelijk (Bron: NZa – nieuwsbericht 4 december 2017)

De zorgkantoren hebben onvoldoende mogelijkheden om de uitgaven aan het persoonsgebonden budget (pgb) in de langdurige zorg te controleren. Net als voor 2015 kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) daarom in haar Samenvattend rapport over de Wlz ook voor 2016 niet vaststellen of de uitgaven die in totaal € 1,6 miljard bedragen, rechtmatig zijn.

Page 8: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 8

Geregeld in de Zorg december 2017

Deze situatie is ontstaan om uitbetaling mogelijk te maken nadat in 2015 problemen met de uitbetaling ontstonden bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De controles aan de voorkant, door de SVB, zijn daarom destijds opgeschort. Eind 2016 is de SVB alsnog gestart met de controles.

De zorgkantoren benoemen een aantal concrete problemen bij het achteraf controleren van de pgb's. Ze beschikken niet over onderliggende documentatie van de declaratie-gegevens van budgethouders. Zij kunnen daarom niet vaststellen of de betalingen gedaan door de SVB namens de budgethouder rechtmatig zijn. Vanwege het ontbreken van facturen hebben de zorgkantoren onvoldoende basis om te controleren of die zorg door hen daadwerkelijk is geleverd. Door het ontbreken van controles voor- en achteraf kunnen de accountants nu ook geen goedkeurende verklaring afgeven over de verantwoording van de zorguitgaven van de zorgkantoren.

De onzekerheid over de rechtmatigheid van de pgb-uitgaven is naar verwachting in 2017 nog niet opgelost. Maar het aantal fouten en onzekerheden in de pgb-uitgaven neemt wel af. Wij spreken zorgkantoren er actief op aan dat zij werken aan een oplossing. Dit betekent dat zij er voor moeten zorgen dat ze de informatie krijgen die zij nodig hebben voor de controles. Ook moeten zij bij mensen die gebruik maken van een pgb controleren of de zorg ook echt geleverd wordt. Wij zijn in gesprek met alle betrokken partijen over de uitvoering van en de controle op de uitbetalingen van pgb's in de Wet langdurige zorg.

CAK

De NZa meldt in haar Samenvattend rapport jaarlijks hoe de zorgkantoren en het CAK de Wet langdurige zorg uitvoeren. Naast de zorgen die we uitspreken over de pgb's, constateren we in het onderzoek over 2016 dat het CAK onvoldoende in control is als het gaat om de uitvoering van interne processen en de (financiële) verantwoording hierover. De geautomatiseerde gegevensverwerking en de interne controle is niet voldoende op orde. Het CAK is een aantal trajecten gestart om haar werkwijze te verbeteren. De NZa dringt er bij het CAK op aan om deze snel uit te voeren en blijft het verbetertraject kritisch volgen.

Bijlage:

Samenvattend rapport 2016/2017 Uitvoering Wet langdurige zorg door zorgkantoren en het CAK

Vastgoed en financiering

Bijeenkomst over (on)mogelijkheden schadeverhaal wegvallen regeling zorginfrastructuur (Bron: ActiZ – verslag 22 december 2017)

Lenard Markus (beleidsadviseur ActiZ) vertelde over welke acties ActiZ heeft ondernomen om het wegvallen van de subsidiegelden politiek ter discussie te stellen. Het onderwerp staat in elk geval geagendeerd voor een nog in te plannen algemeen overleg ouderenzorg tussen de nieuwe minister en de Tweede Kamer. (…)

Het nieuwe Regeerakkoord vindt dat zelfstandig wonen met zorg nabij, met aandacht voor eenzaamheidsvraagstukken van groot belang. Dat geeft een extra gewicht voor onze lobby voor een regeling, omdat juist de subsidieregeling zorginfrastructuur voorziet in zaken die ouderen in staat stellen zo lang mogelijk thuis te wonen.

Page 9: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 9

Geregeld in de Zorg december 2017

De gelden van de subsidieregeling zijn voor een deel overgeheveld naar de gemeenten (toegevoegd aan de Wmo-middelen). Verschillende deelnemers aan de bijeenkomst melden dat de bekendheid van de regeling bij gemeenten zeer beperkt is en, dat voor zover de regeling bekend is, de bereidheid bij gemeenten om bij te dragen aan de zorginfrastructuur vooralsnog nihil is. De VNG heeft een overzicht gemaakt van hoeveel geld er in 2017 is omgegaan per zorgkantoorregio. Uit dit overzicht blijkt zonneklaar dat de middelen die nu zijn toegevoegd aan de Wmo - € 28,9 miljoen - volstrekt ontoereikend zijn om de gesubsidieerde zorginfrastructuur - voor 2017 is voor € 104 miljoen aangevraagd - voort te zetten.

Tessa van den Ende van Nysingh Advocaten vertelde over de mogelijkheden en de onmogelijkheden om schade die de zorgorganisatie lijdt al gevolg van het wegvallen van subsidies te verhalen bij de Rijksoverheid. Het intrekken van de subsidieregeling is volgens haar “zorgvuldig genoeg” tot stand gekomen. Er zijn weinig aanknopingspunten om het intrekken van de regeling zelf met enige kans op succes juridisch aan te vechten.

In individuele gevallen kunnen zorgorganisaties echter schade ondervinden als gevolg van het intrekken van de regeling. Zij zijn bijvoorbeeld langdurige huurverplichtingen aangegaan, of zij hebben geïnvesteerd in infrastructuur die nog (lang) niet is afgeschreven. Die schade dragen de zorgorganisaties in beginsel helemaal zelf. Dat wordt anders als de overheid ten tijde van het aangaan van de investering of gedurende de exploitatie, bij de organisatie het vertrouwen heeft gewekt dat er vanuit de overheid – ook voor de toekomst – voldoende financiële dekking voor de investering wordt gegeven. Op basis van “gerechtvaardigd vertrouwen” kan de zorgorganisatie de overheid aanspreken op nakoming van de afspraken. En als nakoming uitblijft kan de zorgorganisatie schade-vergoeding vragen.

Het aantonen van “gerechtvaardigd vertrouwen” is daarbij cruciaal. De bewijslast ligt hierbij bij de zorgorganisatie. Voor het bewijs zal de zorgorganisatie moeten putten uit de dossiers uit het nabije en het verre (tot aan 1995) verleden. Het kan gaan om adviezen van het voormalige Bouwcollege, adviezen van de provincie (uit het WBO-tijdperk (Wet BejaardenOorden)), en uit brief- en mailverkeer met bestuursorganen (ministeries van VWS (WVC), provincie, Bouwcollege et cetera). Ook verslagen van gesprekken en notulen van vergaderingen kunnen relevant zijn. Met een samenstel van documenten kan mogelijk worden aangetoond dat er vanuit de overheid rekening is gehouden met een zorginfrastructuur met lange afschrijftermijnen en hierbij passende financiering.

Tegelijk heeft de zorgorganisatie de opdracht de eigen schade te beperken. Het blijft dus zaak om – naast een mogelijk onderzoek naar de haalbaarheid van een claim – om werk te maken van financiering door gemeente of zorgverzekeraar. Meldt u daarom bij de gemeente en zorgverzekeraar en verzoek hen om alternatieve financiering van uw zorginfrastructuur. Een afwijzend besluit van gemeente en/of zorgverzekeraar kan ondersteunend werken bij de haalbaarheid van een claim.

ActiZ zal begin januari 2018 een korte vragenlijst beschikbaar stellen waarbij u zelf met een onderzoek van uw eigen documenten uw casuïstiek in kaart kunt brengen. Deze “self assessment” kunt u delen met Nysingh Advocaten die tegen een fixed fee een advies kunnen geven over de haalbaarheid van een claim. Het is daarbij van belang dat de onderbouwing (vaak) per project moet plaatsvinden, omdat deze per project verschilt.

Page 10: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 10

Geregeld in de Zorg december 2017

Kamer vraagt om ouderenwoonakkoord (Bron: KCWZ - nieuwsbericht 20 december 2017)

De Tweede Kamer heeft ingestemd met de motie van Kamerlid Carla Dik-Faber (CU) om een ouderenwoonakkoord te sluiten. De motie vraagt aandacht voor ouderen die zelfstandig willen wonen en ook zorg nodig hebben. Een 'ouderenwoonakkoord' moet ervoor zorgen dat ouderen zelfstandig kunnen wonen, maar met anderen in de buurt en zorg bij de hand.

Nieuwe wooninitiatieven tussen thuis en verpleeghuis nodig

De motie vraagt aandacht voor nieuwe wooninitiatieven die het gat vullen tussen geheel zelfstandig wonen en verblijf in een verpleeghuis. Steeds meer ouderen geven aan dat er behoefte is aan nieuwe woonvariaties die meer veiligheid bieden en ontmoeting bevorderen. De Kamer vraagt de regering om belemmeringen in de regelgeving weg te nemen en met gemeenten, woningcorporaties, ontwikkelaars, ouderenbonden en andere relevante partijen een ouderenwoonakkoord te sluiten.

Lokaal kunnen kiezen voor woonvariatie

Het Kenniscentrum Wonen-Zorg pleit al langer voor meer variatie in wonen en zorg. Op het landelijk congres Expeditie Begonia laten we zien dat er al veel initiatieven genomen worden door woningcorporaties, zorgorganisaties en andere partijen. Maar als ouderen zoeken naar nieuwe wooninitiatieven in hun eigen omgeving valt er vaak nog niet zoveel te kiezen. De opgave voor de komende jaren waarin het aantal ouderen fors toeneemt, is om ook het volume aan woonvormen in het ‘tussengebied’ te laten toenemen. Daarvoor is een gemeenschappelijke lokale inspanning noodzakelijk waarbij de landelijke overheid een faciliterende rol kan vervullen.

Ouderenwoonakkoord biedt kansen

Aedes en ActiZ zijn blij met de kansen die het ouderenwoonakkoord kan bieden. Samen met andere betrokken partijen zoals de ouderenbond KBO-PCOB willen ze bijdragen aan het landelijk akkoord om het lokaal makkelijker te maken om ouderen meer keuze in woonvormen en ondersteuning te bieden. Het Pleidooi voor een ouderenvriendelijke samenleving dat door meer dan 20 organisaties is onderschreven, kan hierbij leidend zijn.

Heffingen bij zorginstellingen: handreiking (Bron: VNG - nieuwsbericht 19 december 2017)

Hoe kunnen gemeenten en zorginstellingen omgaan met (gecombineerde) aanslagen gemeentelijke en waterschapsbelastingen bij zelfstandige appartementen binnen zorg-gebouwen? Gemeenten, waterschappen, belastingsamenwerkingsverbanden en zorg-instellingen zijn gebaat bij een heldere, eenduidige handelwijze.

Het gaat specifiek om rioolheffing, afvalstoffenheffing, watersysteemheffing ingezetenen, wegenheffing ingezetenen en zuiveringsheffing woonruimte.

De VNG komt daarom in samenspraak met ActiZ, Waterschappen en belasting-samenwerkingsverbanden met de handreiking 'Heffing bij zorginstellingen'.

Page 11: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 11

Geregeld in de Zorg december 2017

Bekostiging en beleidsregels V&V-sector en extramurale zorg

NZa wijzigt beleidsregels Eerstelijns Verblijf 2018 voor inzet psychologen (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 22 december 2017)

ActiZ en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) hebben in het afgelopen jaar bij de NZa de onduidelijkheid over de positionering van de psycholoog binnen het eerstelijnsverblijf (ELV) gesignaleerd. In de NZa-prestatiebeschrijvingen van het ELV wordt de psycholoog niet genoemd. In de praktijk wordt de psycholoog echter wel veel ingezet voor met name diagnostiek in het ELV. Met ingang van 1 januari 2018 voert de NZa een wijziging door in de beleidsregels die de inzet van de psycholoog binnen het eerstelijns verblijf mogelijk maakt.

Met ingang van 2018 past de NZa haar beleidsregels hier op aan. Deze zijn, met bijbehorende circulaire te vinden in dit bericht. Dit betekent dat de psychologen op dit moment uit de tarieven ELV bekostigd worden.

Geen ophoging tarief voor 2018

ActiZ heeft er het afgelopen jaar steeds voor gepleit om de psycholoog toe te voegen aan de ELV-prestaties, gecombineerd met tariefverhogingen voor de integrale prestaties. Hiertoe zijn onder zorgorganisaties verschillende uitvragen gedaan om meer inzicht te krijgen in de inzet van de psycholoog binnen het ELV, deze zijn gedeeld met de NZa. De NZa heeft echter besloten de tarieven op dit moment niet aan te passen. Door de wijziging in de beleidsregel is er nu wel duidelijkheid dat dit de prestaties zijn, van waaruit de psychologische zorg bekostigd moet worden door de verzekeraar.

Inzet ActiZ in kostprijsonderzoek ELV t.b.v. 2019

In 2017 is, parallel aan het kostprijsonderzoek Wlz ook een kostprijsonderzoek ELV uitgevoerd ten behoeve van herijking tarieven en bekostigingsstructuur vanaf 2019. Daarnaast voert ActiZ samen met Qconsult een onderzoek uit onder 33 zorgorganisaties, naar onder andere de werkelijke inzet van de behandelaren in het ELV. De insteek van het ActiZ-onderzoek is om de werkelijke inzet van behandelaren inzichtelijk te krijgen en daarmee de huidige ‘normtijden’ van de inzet per behandelaar aangepast te krijgen in de tarieven. De NZa is nauw betrokken bij de uitvoering van dit onderzoek.

Bijlagen:

- Beleidsregels eerstelijns verblijf 2018

- Circulaire bij beleidsregels eerstelijns verblijf 2018

PTZ regelen bij Wlz-indicatie wordt eenvoudiger (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 14 december 2017)

Eerder is al aangekondigd dat per 1-1-2018 het niet meer nodig is om een nieuwe CIZ-indicatiestelling te regelen voor Wlz-cliënten met een (zwaardere) palliatief-terminale zorgvraag.

Op de site ‘informatielangdurige zorg’ wordt nu de strekking van de ministeriële regeling toegelicht. De (wijzigings)regeling zelf kunt u hier vinden. Een en ander is op een informatiekaart voor professionals samengevat. Hiermee wordt nu een zeer gewenste versnelling en vereenvoudiging in de start van de palliatief terminale zorg in de Wlz gerealiseerd.

Page 12: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 12

Geregeld in de Zorg december 2017

Kort gezegd verandert het volgende: de indicatie door het CIZ voor zorgprofiel VV-10 vervalt. Daarvoor in de plaats volstaat een terminaliteitsverklaring. Daarin verklaart de behandelend arts dat die de verwachte levensduur op (zeer waarschijnlijk) korter dan drie maanden inschat. De verklaring is vormvrij, maar moet voor de materiële controle-achteraf wel in de administratie van de zorgaanbieder aanwezig zijn.

De voorwaarden blijven gelijk aan hoe ze in 2017 voor de indicatiestelling golden. Dus alleen voor PTZ bij cliënten die blijvend in een instelling verblijven gelden naast de terminaliteitsverklaring nog drie aanvullende voorwaarden, waarvoor dan ook een arts-verklaring aanwezig moet zijn:

- er is een noodzaak tot zeer intensieve 24-uurszorg, die op grond van het hem geïndiceerde zorgprofiel niet mogelijk is;

- er is een noodzaak tot bestrijding van zware pijn, verwardheid, benauwdheid of onrust;

- er is sprake van complexe zorg en inzet van verschillende disciplines en noodzaak van continue nabijheid van zorg.

De verwarring die leek te ontstaan over de voorwaarden bij het VPT is nu wat de regeling betreft uit de wereld: hier is bij het VPT alleen de terminaliteitsverklaring nodig, niet de drie aanvullende voorwaarden. ActiZ vindt dit ook passend bij (de T van) VPT.

Er blijft echter nog een kink in de kabel waar ActiZ bij ZN duidelijkheid over probeert te krijgen: in het Voorschrift Zorgtoewijzing dat meeloopt in de Wlz-contractering voor 2018 staat dat de extra voorwaarden ook bij het VPT van toepassing zijn. Zodra we hier meer duidelijkheid over krijgen van ZN volgt nader bericht.

Toegang tot GRZ alleen uitgesloten bij verblijf met behandeling (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 14 december 2017)

Toegang tot geriatrische revalidatiezorg ten laste van de Zorgverzekeringswet (Zvw) is alleen uitgesloten als sprake is van Wlz-verblijf met behandeling. Onlangs publiceerden we een bericht met andere inhoud. Hierover zijn veel vragen gekomen. Het Zorginstituut heeft de berichtgeving inmiddels aangepast.

De conclusie van het Zorginstituut (ZiNL) is dat de geriatrische revalidatiezorg (zoals geregeld in art. 2.5c van het Besluit Zorgverzekeringswet) ten laste komt van de Zvw, tenzij er sprake is van een verzekerde die Wlz-zorg ontvangt, waarbij sprake is van verblijf met behandeling. In alle andere gevallen van Wlz-zorg (verblijf waarbij geen behandeling wordt geboden of Wlz-zorg thuis in de vorm van VPT, mpt, pgb of een combinatie van mpt met pgb) valt de geriatrische revalidatiezorg onder de Zvw. Hetzelfde geldt voor de situatie waarin een Wlz-indicatie nog niet verzilverd is.

Naar aanleiding van de recente berichtgeving ontvangt ActiZ veel vragen rondom de toegang tot GRZ voor mensen met een Wlz-indicatie. In reactie hierop is ActiZ opnieuw in gesprek gegaan met het ZiNL. Hieruit is de conclusie gekomen dat toegang tot GRZ alleen uitgesloten is als sprake is van Wlz-verblijf met behandeling. Het Zorginstituut heeft ook Zorgverzekeraars Nederland op de hoogte gesteld van deze zienswijze, met het verzoek dit aan hun achterban te communiceren.

Page 13: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 13

Geregeld in de Zorg december 2017

Als sprake is van behandeling met verblijf kent de Wlz de mogelijkheid van herstelgerichte behandeling (ZZP VV 9b). Meer informatie hierover vindt u in de Beleidsregels indicatiestelling Wlz van het CIZ.

NZa onderzoek naar personenalarmering (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 13 december 2017)

Naar aanleiding van een bericht in het Algemeen Dagblad over het in rekening brengen van kosten bij het (veelvuldig) gebruik van personenalarmering, heeft minister De Jonge op 11 december jl. hierover een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Op verzoek van de minister heeft de NZa onder 20 grote thuiszorgorganisaties (>3.000 cliënten) een steekproef uitgevoerd om te toetsen of er meerdere thuiszorgorganisaties zijn die ten onrechte bepalingen hebben opgenomen in hun voorwaarden om rekeningen te sturen na een alarmering. Uit het onderzoek blijkt dat negen van de 20 onderzochte thuiszorg-organisaties voorwaarden hanteren met een bijbetaalclausule. Zeven van de negen instellingen hebben in gesprek met de NZa aangegeven dat zij de toeslag ook daadwerkelijk in rekening hebben gebracht. De brief van de minister aan de Tweede Kamer en het rapport van de NZa vindt u onderaan dit bericht.

Op 20 november hebben we u reeds geïnformeerd over de steekproef van de NZa. De minister heeft aan ActiZ gevraagd om haar leden te informeren over drie actiepunten naar aanleiding van de bevindingen van NZa. In het kort zijn de actiepunten:

1. Herstel van onterechte betalingen

2. Hanteren van de duiding van het Zorginstituut

3. Transparantie creëren voor cliënten

We vragen u om naar aanleiding van de inhoud van het rapport van NZa en de brief van de minister waar nodig aanpassingen te doen en wederom te kijken naar uw informatie-voorziening. De Tweede Kamerfracties kunnen nog kamervragen stellen over de brief van de minister en het rapport van de NZa.

In ons contact met VWS, NZa en ZIN hebben we ook gesproken over de financiering van de beschikbaarheid van verpleegkundigen en verzorgenden om de alarmopvolging 24/7 te kunnen doen. Wij gaan met VWS, NZa en ZN het knelpunt van de reële bekostiging van de beschikbaarheid voor de alarmopvolging nog nader bespreken.

Bijlagen: Notitie NZa over personenalarmering aan VWS

NZa adviseert maatwerk voor zorg thuis aan groep chronische patiënten (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 12 december 2017)

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert om de zorg thuis voor chronische patiënten, zoals ouderen met complexe chronische aandoeningen, mensen met progressieve chronische aandoeningen of niet-aangeboren hersenletsel, vanaf 2019 via de Zorgverzekeringswet (Zvw) te bekostigen. Dit bevordert de noodzakelijke samenwerking tussen specialisten, zoals de specialist ouderengeneeskunde of de arts voor verstandelijk gehandicapten, en huisartsen of wijkverpleegkundigen. ActiZ is positief over deze integrale benadering voor de zorg aan deze kwetsbare groep.

Page 14: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 14

Geregeld in de Zorg december 2017

Extramurale behandeling is een vorm van zorg die nadrukkelijk plaatsvindt in de keten: de veronderstelling is, dat wanneer er in de thuissituatie, goede integrale multidisciplinaire behandelzorg geleverd wordt, dit de cliënt in staat stelt langer thuis te blijven wonen. Zorg wordt naast elkaar, vaak gelijktijdig ingezet. Hierdoor kunnen opnames in het ziekenhuis, het eerstelijns verblijf of het verpleeghuis worden voorkomen dan wel uitgesteld.

ActiZ is van mening dat cliënten in staat gesteld moeten worden, om desgewenst zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. Zorg en ondersteuningen moeten in de nabijheid kunnen worden geleverd. We zijn van mening dat succes verzekerd is wanneer alle relevante expertise efficiënt en effectief extramuraal wordt ingezet en de specialist ouderengeneeskunde complementair aan de huisarts kan werken en daarin een eigen –autonome – verantwoordelijkheid neemt.

De extramurale behandeling is niet de eerste vorm van zorg die door onze sector wordt geleverd en die wordt overgeheveld naar de Zvw: de wijkverpleging, het eerstelijns verblijf en de geriatrisch revalidatie (GRZ) bevinden zich op dit moment al in de Zvw. Hierdoor kan vanuit de VVT de hele keten van kwetsbare ouderen thuis (ook zonder Wlz-indicatie) worden bediend. ActiZ gaat ervan uit dat deze overheveling niet zal leiden tot een verhoging van administratieve lasten en dat deze zorg aan gaat sluiten bij de inkoop en bekostiging van deze andere zorgvormen.

Het gaat om een bijzondere groep van 35.000 patiënten, die chronische zorg thuis krijgen. Voor 2015 kregen zij zorg op basis van de AWBZ.

Bekostiging en beleidsregels GHZ-sector

Oproep ZonMw: Integrale aanpak voor mensen met een LVB (Bron: VGN - nieuwsbericht 20 december 2017)

Gemeenten kunnen samen met (lokale) zorg-/welzijnsaanbieders, justitiële organisaties, kennis-/onderwijsinstellingen en cliëntvertegenwoordigers/naasten voor kleinschalige projecten gericht op het ontwikkelen van domeinoverstijgende aanpakken om hulp aan en ondersteuning van mensen met een licht verstandelijke beperking, al dan niet in combinatie met verward gedrag, te verbeteren.

Doel subsidieoproep

Mensen met een licht verstandelijke beperking komen relatief vaak met het veiligheidsdomein in aanraking. Ze hebben vaak levenslang en op meerdere domeinen hulp en ondersteuning nodig. Om hen die hulp en ondersteuning te kunnen bieden, moeten professionals uit het veiligheids, sociale en zorg domein de verstandelijke beperking tijdig herkennen en de juiste benadering kiezen: niveau en taalgebruik aanpassen, rustig praten en regelmatig vragen of alles begrepen is. Dit levert minder verward gedrag en geweld op. Het doel van deze subsidieoproep is om overdraagbare (lokale) domeinoverstijgende aanpakken te ontwikkelen voor ondersteuning van mensen met een licht verstandelijke beperking.

Page 15: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 15

Geregeld in de Zorg december 2017

Wat kan worden aangevraagd?

In deze subsidieronde kunnen aanvragen worden ingediend voor kleinschalige projecten gericht op het ontwikkelen van aanpakken om de verbinding tussen veiligheid-zorg-sociaal domein te bevorderen voor mensen met een licht verstandelijke beperking, al dan niet in combinatie met verward gedrag.

Het gaat om kortdurende, praktijkgerichte aanpakken (binnen de scope van het gemeentelijk veiligheidsbeleid) die bijdragen aan:

- het voorkomen en terugdringen van overlast en criminaliteit door mensen met een licht verstandelijke beperking;

- het voorkomen van slachtofferschap onder mensen met een licht verstandelijke beperking;

- het re-integreren van mensen met een licht verstandelijke beperking nadat ze met justitie in aanraking zijn geweest.

Eindresultaat van projecten is een concreet beschreven aanpak die kan worden gedeeld met andere gemeenten.

Wie kan aanvragen?

- Binnen het project wordt samengewerkt door (twee of meer van) de volgende partijen: gemeente, (lokale) aanbieder van zorg en/of welzijn, justitiële organisatie, kennis/onderwijsinstelling, vertegenwoordigers van cliënten/naasten.

- De gemeente is een verplichte partner binnen de projectgroep.

In het project dient te worden samengewerkt met de doelgroep zelf. U dient aan te geven op welke wijze de doelgroep betrokken wordt bij het project. De mate van betrokkenheid kan verschillen, maar betreft minimaal het uitgebreid consulteren en aansluiten bij de behoefte van de doelgroep.

Budget

De subsidie bedraagt maximaal € 50.000 per project met een maximale looptijd van 6 maanden. De subsidie kan gebruikt worden ter dekking van personele kosten (ook te besteden aan inhuur van externe menskracht). Cofinanciering is verplicht en dient inzichtelijk gemaakt te worden. Het samenwerkingsverband dient ten minste 15% aan het totale projectbudget bij te dragen.

Aanvraag indienen

U kunt uw subsidieaanvraag tot 30 januari 2018, 14.00 uur indienen via ProjectNet.

Bijlage:

Subsidieoproep Integrale domeinoverstijgende aanpak voor mensen met een licht verstandelijke beperking

Page 16: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 16

Geregeld in de Zorg december 2017

Internetconsultatie Wetsvoorstel woonplaatsbeginsel Jeugdwet (Bron: VNG - nieuwsbericht 21 december 2017)

Er komt een wijziging van de Jeugdwet in verband met de aanpassing van het woonplaatsbeginsel. U kunt reageren tot 23 januari. De doelgroepen die door de regeling worden geraakt zijn gemeenten en jeugdhulpaanbieders.

Het wetsvoorstel voor het nieuwe woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet is verschenen. In het nieuwe woonplaatsbeginsel hoeft de gezaghebber van het kind niet meer te worden uitgezocht. Voor het woonadres wordt aangesloten bij de Basisregistratie Personen van de jeugdige.

Verwachte effecten

De verwachte effecten van de wetswijziging zijn:

- Het doel van het nieuwe woonplaatsbeginsel is lagere administratieve lasten voor aanbieders en gemeenten.

- Daarnaast wordt de financiële prikkel gelegd bij de gemeente waar de jeugdige woont of oorspronkelijk met zijn ouders woonde. Gemeenten worden hierdoor uitgedaagd om meer aan preventie en jeugdhulp dichtbij huis te doen.

Het woonplaatsbeginsel bepaalt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor het inzetten van jeugdhulp. Omdat de huidige definitie van het woonplaatsbeginsel in de praktijk leidt tot veel discussie, wordt dit aangepast in het nieuwe wetsvoorstel.

NZa adviseert spoedige overheveling van extramurale behandeling naar Zvw (Bron: VGN - nieuwsbericht 11 december 2017)

De NZa heeft haar advies over de bekostiging van extramurale behandeling in de Zvw uitgebracht aan VWS. De NZa adviseert een overgangsmodel met 10 prestaties. De VGN heeft de NZa voorgesteld om voor het interdisciplinaire behandelprogramma NAH alvast per 2019 een integrale bekostiging (als voorloper van het eindmodel) in te voeren. De NZa heeft dat niet overgenomen.

In november 2016 informeerden we u over het advies dat het Zorginstituut aan de staatssecretaris uitbracht over de overheveling van de extramurale behandeling naar de Zorgverzekeringswet. De kern van het advies: de zorg die de SO en de AVG leveren, kan onder zorg ‘zoals huisartsen die plegen te bieden’ worden gevat. Daarmee kan deze zorg in de Zvw worden ondergebracht. Vooraf moet deze zorg wel in multi-/interdisciplinaire zorgprogramma’s (evidence-based behandelprogramma’s) worden omschreven. Ten eerste voor de zorgverlener uit oogpunt van kwaliteit van de zorgverlening, ten tweede voor de verzekeraars uit oogpunt van een adequate inkoop en ten derde voor de NZa uit oogpunt van het opstellen van prestatiebeschrijvingen in verband met de tariefstelling. De VGN reageerde: we kunnen ons vinden in deze overheveling, maar hechten aan een goede afbakening met de Jeugdwet, aan aparte aanspraken in de Zvw voor deze behandeling en aan adequate behandelprogramma’s.

In februari 2017 reageerde het ministerie positief te staan tegenover dit advies, maar de staatssecretaris concludeerde tevens dat er eerst nog veel zorgprogramma’s moeten worden gemaakt en dat de NZa nog een advies moet geven over de bekostiging.

Page 17: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 17

Geregeld in de Zorg december 2017

Omdat alle voorbereidingen niet per 2018 klaar zijn, besloot de staatssecretaris dat de ‘Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling’ (TSR) nog een jaar van kracht zal blijven, dus gedurende 2018.

Advies van de NZa

In november 2017 heeft nu de NZa haar advies aan het departement aangeboden. Kern: de NZa spreekt verder over ‘aanvullende geneeskundige zorg voor specifieke doelgroepen in de eerste lijn’. De bekostiging via de Zvw kan voor de korte termijn op basis van 10 prestaties, gebaseerd op de Tijdelijke Subsidieregeling die 19 prestaties kent. Dit kunnen we zien als een overgangsmodel. Voor de langere termijn kan door de NZa met partijen in een doorontwikkeltraject worden verkend waar mogelijkheden liggen om de bekostiging multidisciplinair en integraal vorm te geven (het eindmodel). De VGN is bij de voorbereiding van dit advies betrokken geweest. Onze reactie: we kunnen ons vinden in dit overgangsvoorstel, leden kunnen met deze 10 prestaties in dit overgangsregime goed uit de voeten, maar we hebben wel een punt van kritiek: het behandelprogramma voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel dat een aantal leden van de VGN (verenigd in Hersenz) heeft geschreven, kan per 2019 reeds dienen als een experiment voor het toekomstige eindmodel van de bekostiging: een integrale bekostiging met één prestatie voor dit multi-/interdisciplinaire behandelprogramma. Dat bespaart veel administratie en registratie en alle partijen kunnen veel van zo’n experiment leren. Hersenz is bereid hierop te investeren. En verder werkt de VGN graag mee aan de verdere uitwerking van multidisciplinaire zorgprogramma’s.

Betekenis van dit advies voor de praktijk

In 2018 blijft de TSR van kracht. Kenmerk: een subsidieregeling met vaste tarieven en ingekocht via de zorgkantoren. Voor 2019 hanteert VWS als uitgangspunt dat het overgangsmodel in de Zvw komt. Het is de vraag of dat lukt, gezien de vele voorbereidingen die nog nodig zijn. De implicatie voor aanbieders: geen vaste, maar max-tarieven, onderhandelbaar met de zorgverzekeraars. Dit biedt kansen voor nieuwe aanbieders en dus ook meer concurrentie. In 2020 of 2021 zou dan het eindmodel met een integrale bekostiging van interdisciplinaire behandelprogramma’s kunnen ingaan. De precieze planning is in dit stadium onmogelijk, omdat de meeste programma’s nog gemaakt moeten worden.

Rol VGN richting eindmodel

Voor het eindmodel moeten zorgprogramma’s worden geschreven. Er zijn allerlei voorbeelden van programma’s die in instellingen zijn en worden gemaakt. Daar wordt in het kader van kwaliteit door onze instellingen hard aan gewerkt. Voor de NZa zijn min of meer uniforme beschrijvingen nodig, om er in de toekomst prestaties van te kunnen maken met een bijpassend tarief. In onze sector lijkt het (in voorlopige zeer grofmazige lijnen) te gaan om programma’s voor NAH/LG, SGLVG, LVB-complexen VG/EMB/EVG. Bij de verdere uitwerking heeft de VGN een meer regisserende rol en komt de inhoud vanuit de instellingen. In de zomer van 2017 heeft de VGN een uitvraag onder de leden gedaan naar de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van extramurale behandeling.

Kwantitatief: globaal gaat het in de sector om pakweg € 20 miljoen. Kwalitatief: wat hebben instellingen zelf al aan voorbeelden van programma’s. De voorbeelden zijn veelal opgestuurd. Bij een programma gaat het globaal om de volgende punten: de zorgvraag, de interventies, de behandeldisciplines en de in- en exclusiecriteria (wanneer kom je in aanmerking voor een behandeling en een behandeling moet per definitie eindig zijn).

Page 18: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 18

Geregeld in de Zorg december 2017

Voor de VGN speelt daarbij een aantal specifieke vragen een rol:

- Beschrijf je een programma vanuit de zorgvraag (bijvoorbeeld epilepsie) of vanuit een doelgroep. Dat is soms wel duidelijk (bijvoorbeeld NAH of SGLVG), maar soms ook niet (bijvoorbeeld VG).

- Hoe verhouden zich behandeling in de Zvw en in de Wlz en in de Jeugdwet tot elkaar. Over behandeling in de Wlz hebben we u recent geïnformeerd. Nadere uitwerking hiervan is noodzakelijk. Ook zullen de behandelprogramma’s nader beschreven moeten worden. Dit brengt nog allerlei vragen met zich mee, want inhoudelijk is er overlap tussen extramurale en intramurale programma’s. De verschillende financieringsvormen stellen echter verschillende eisen aan de beschrijving van de behandeling.

- Leitmotiv bij de verdere uitwerking door de VGN is: kwaliteit op basis van het kwaliteitskader, integraliteit, interdisciplinariteit en mogelijkheden van op- en afschalen binnen de behandeling/begeleiding.

Bekostiging en beleidsregels GGZ-sector

NZa: versnel aanpak wachttijden GGZ (Bron: NZa - nieuwsbericht 22 december 2017)

In de aanpak van de wachttijden in de ggz hebben zorgaanbieders en zorgverzekeraars de afgelopen maanden belangrijke eerste stappen gezet. Alle betrokken partijen voelen de urgentie en zoeken meer samenwerking. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) rapporteert de voortgang van de gemaakte afspraken. Om de doelstellingen te behalen moeten alle zeilen worden bijgezet. Daarom pleiten wij in onze voortgangsrapportage voor intensivering, versnelling en uitbreiding van de maatregelen om de wachttijden in de ggz terug te dringen.

Eerste stappen zijn gezet

Zorgaanbieders, zorgverzekeraars en het ministerie van VWS hebben afgelopen zomer afspraken gemaakt om de wachttijden in de ggz terug te dringen. Zo zijn er acht regionale taskforces gestart die met concrete oplossingen voor een regio moeten komen. In drie andere regio’s maakt een onderzoeksbureau een analyse aan de hand van concrete praktijkervaringen. Dit biedt inzicht in concrete wachttijden. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de doelgroepen waar de langste wachttijden gelden, bijvoorbeeld mensen met autisme of een persoonlijkheidsstoornis. De opleidingscapaciteit is uitgebreid, maar de effecten hiervan zijn pas op langere termijn zichtbaar.

In de voortgang zien we een aantal aandachtspunten. Zo zijn er geen concrete maatregelen genomen die er voor zorgen dat zorgaanbieders zich melden bij zorgverzekeraars en gemeenten wanneer hun wachttijden te hoog oplopen. Er wordt nog te weinig actie ondernomen om de overgang van cliënten jonger dan achttien naar de ggz voor volwassenen te versoepelen. Ook is niet duidelijk of ggz-patiënten altijd de juiste integrale zorg krijgen. Wij zullen in onze vervolgrapportage medio 2018 specifiek monitoren of deze afspraken tot voldoende resultaten leiden.

Page 19: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 19

Geregeld in de Zorg december 2017

Inzet NZa

Om goed inzicht te krijgen in de wachttijden verplichten wij ggz-aanbieders vanaf 1 januari om hun wachttijdgegevens centraal aan te leveren. Zo ontstaat er een actueel overzicht. Dat ontbreekt nu nog. Uit de plannen van aanpak van de zorgverzekeraars maken wij op dat zij de urgentie delen. Tegelijkertijd zien we dat niet elke zorgverzekeraar alle mogelijkheden benut om de wachttijden te verkorten. Wij vinden de aanpak van de wachttijden een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarom roepen wij alle zorgverzekeraars en ook alle zorgaanbieders op om extra stappen te zetten en meer initiatief te nemen om de wachttijden binnen de normen te krijgen, zodat mensen de zorg die zij nodig hebben op tijd krijgen.

Rechtmatige jeugd-ggz in periode zonder berichtenverkeer (Bron: VNG - nieuwsbericht 4 december 2017)

Gemeenten en aanbieders sluiten dbc's voor jeugd-ggz af per 31 december 2017. Zij stappen over op een van de drie uitvoeringsvarianten voor Wmo en Jeugdwet. Als een gemeente of regio nog niet kan overstappen per 1 januari 2018, dan geldt een terugvalscenario met een overbruggingsperiode.

In deze periode is het uitwisselen van gegevens over zorg tussen gemeenten en aanbieders via het berichtenverkeer iJw voor de jeugd-ggz niet mogelijk. Dit berichtenverkeer wordt pas per april of juli 2018 weer opgestart. Aanbieders krijgen in de tussenliggende periode geen toewijzingsberichten van gemeenten. Dit betreft alleen de regio’s die later instappen. En voor deze regio’s heeft het alleen betrekking op het berichtenverkeer over zorg die in 2018 wordt geleverd. De 321 en 322 over zorg in 2017 kan wel gewoon doorgaan.

Rechtmatigheid geleverde zorg

In deze tussenliggende periode moet de te leveren zorg wel rechtmatig zijn. De Jeugdwet bepaalt de waarborgen voor de rechtmatigheid van geleverde zorg en de betaling ervan. Deze waarborgen gelden ook wanneer er nog geen berichtenverkeer iJw voor de jeugd-ggz plaatsvindt.

Wettige verwijzer

Een wettige verwijzer verwijst een cliënt naar jeugd-ggz op grond van de Jeugdwet naar hulp die door de gemeente gecontracteerd is. Wettige verwijzers zijn bijvoorbeeld een huisarts, medisch specialist, jeugdarts of daaraan gelijk gestelde behandelaar. Doordat deze verwijzing er is, is de geleverde hulp rechtmatig.

Verwijzing via gemeentelijke toegang tot zorg

De gemeentelijke toegang tot zorg, bijvoorbeeld een wijkteam, kan ook een cliënt verwijzen naar jeugd-ggz. Dit is een opdrachtverstrekking door de gemeente. Als de aanbieder zorg gaat leveren, is deze zorg rechtmatig.

Page 20: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 20

Geregeld in de Zorg december 2017

Formaliseren van de verwijzing

De verwijzing wordt geformaliseerd door het toesturen van een toewijzingsbericht door de gemeente aan de zorgaanbieder. Dit geldt voor een verwijzing van een wettelijke verwijzer en een verwijzing van de gemeentelijke toegang tot zorg.

Als een gemeente of aanbieder pas ná het eerste kwartaal van 2018 overstapt op een uitvoeringsvariant en instapt in het berichtenverkeer iJw voor de jeugd-ggz, wordt dit toewijzingsbericht pas in april 2018 verstuurd aan de aanbieder. Dit toewijzingsbericht bevestigt de rechtmatigheid van de geleverde zorg bij de jaarafsluiting van 2018.

Sturing van de hoeveelheid te leveren zorg: oproep VNG

In sommige regio’s staat in het administratief protocol dat in de toewijzing is bepaald hoeveel zorg geleverd mag worden in een bepaalde periode. Als de grens van deze toewijzing wordt bereikt, moet een nieuwe toewijzing worden aangevraagd.

In een periode zonder berichtenverkeer en waar software nog moet worden ingericht op deze beperkingen, kan deze monitoring en afstemming niet digitaal.

Om administratieve lasten te voorkomen, roept de VNG gemeenten op om hierbij coulant te handelen en proportionaliteit in acht te nemen bij de afhandeling en het administratief protocol na te leven na herstarten van het berichtenverkeer.

Arbeidsaangelegenheden

Loondoorbetalingsverplichting na 2 jaar ziekte bij hernieuwde uitval? (Bron: VGN - nieuwsbericht 13 december 2017)

Op grond van de wet heeft een zieke werknemer recht op twee jaar loondoorbetaling. Uitgangspunt daarbij is dat de arbeidsovereenkomst gedurende deze twee jaar onverkort in stand blijft. Na de loondoorbetalingsverplichting in verband met ziekte kan de arbeidsovereenkomst worden beëindigd of gewijzigd.

Een wijziging van de arbeidsovereenkomst ligt voor de hand wanneer er bij de werkgever andere passende werkzaamheden voor handen zijn. Deze wijziging van de arbeids-overeenkomst kan expliciet worden afgesproken. Maar ook uit de omstandigheden kan worden geconcludeerd dat de arbeidsovereenkomst, meer in het bijzonder de functie, is gewijzigd. Of de functie (de wet spreekt van ‘bedongen arbeid’) is gewijzigd is relevant voor de vraag of de werknemer wanneer hij opnieuw ziek wordt weer aanspraak maakt op loondoorbetaling en het opzegverbod tijdens ziekte weer gaat gelden.

Wanneer partijen expliciet de arbeidsovereenkomst hebben gewijzigd, zal er geen discussie zijn. Uit de praktijk blijkt echter dat vaak onduidelijk is of de bedongen arbeid is gewijzigd en of er als gevolg daarvan weer een nieuwe loondoorbetalingsperiode is ontstaan. In dit weblog zullen enkele handvatten worden besproken om te kunnen beoordelen of de bedongen arbeid stilzwijgend is gewijzigd, mede naar aanleiding van een recent arrest van het Gerechtshof te Den Haag van 21 november jl.

Page 21: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 21

Geregeld in de Zorg december 2017

Relevante omstandigheden

Kernvraag is of de werknemer er gerechtvaardigd op mocht hebben vertrouwd dat zijn functie was gewijzigd. Gerechtvaardigd vertrouwen kan worden gewekt door zowel verklaringen als gedragingen. Of sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen, is afhankelijk van de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze aan de gedragingen en verklaringen over en weer mochten geven. Welke ‘gegeven omstandigheden’ bij toepassing van deze maatstaf relevant zijn, worden hierna besproken.

Allereerst is relevant of er fluctuaties zijn in de aard en de omvang van het passend werk. Wanneer de inhoud van de werkzaamheden en de omvang ervan nog onvoldoende duidelijk zijn, zal eerder worden aangenomen dat de bedongen arbeid niet is gewijzigd. Ten tweede is van belang of er kans is dat de werknemer herstelt voor de (oorspronkelijke) bedongen arbeid. In dat geval zal niet snel worden aangenomen dat de bedongen arbeid (al) is gewijzigd. Een derde omstandigheid die van belang is, is hoe lang de werknemer de passende arbeid verricht. Hoe langer de werknemer de passende arbeid verricht, hoe sneller zal worden geoordeeld dat de functie is gewijzigd. Ten vierde spelen eventuele uitlatingen door werkgever en/of werknemer een rol. Indien bijvoorbeeld de werknemer een opleiding is aangeboden om extern werk te kunnen vinden is dat een indicatie dat de functie niet is gewijzigd. Uit de uitspraak die hierna zal worden behandeld, blijkt dat een vijfde gegeven omstandigheid gewicht in de schaal legt. Namelijk of de beloning en de arbeidsduur gelijk zijn gebleven. Is dit het geval, dan zou kunnen worden geconcludeerd dat de bedongen arbeid niet is gewijzigd en dat er bij een nieuwe uitval geen loondoorbetalingsverplichting van de werkgever meer is.

Uitspraak Gerechtshof Den Haag 21 november 2017

In de uitspraak van het Gerechtshof te Den Haag van 21 november jl. stond de vraag centraal of de werkneemster recht had op loondoorbetaling bij ziekte, omdat haar loon reeds bij eerdere arbeidsongeschiktheid 104 weken was doorbetaald. Volgens de werkneemster was er sprake van gewijzigde bedongen arbeid. De werkgever stelde dat het nog altijd re-integratiearbeid betrof.

Werkneemster was aanvankelijk bij de werkgever in dienst getreden als wetenschappelijk onderzoeker senior. In die functie viel werkneemster uit. Werkgever heeft het loon gedurende 104 weken doorbetaald en werkneemster heeft op enig moment haar werkzaamheden gedeeltelijk hervat. Vervolgens is de functie van werkneemster komen te vervallen als gevolg van een reorganisatie, waarna werkneemster per 1 november 2009 de functie van senior projectleider is gaan vervullen. Op 29 juli 2010 is werkneemster voor deze werkzaamheden uitgevallen vanwege dezelfde klachten als bij haar vorige uitval. Werkgever heeft daarop het loon doorbetaald. Uiteindelijk is de arbeidsovereenkomst na toestemming van het UWV door de werkgever opgezegd. De werkgever heeft zich op het standpunt gesteld dat hij teveel loon heeft doorbetaald, omdat hij daartoe niet meer was gehouden. De kantonrechter heeft werkneemster veroordeeld tot terugbetaling.

Werkneemster heeft hoger beroep ingesteld

Ook het Gerechtshof Den Haag stelt de werkneemster in het ongelijk. De gedeeltelijke hervatting van de werkneemster tijdens haar eerste uitval ziet het Hof als een re-integratie in het eigen werk. Aan die werkzaamheden is een einde gekomen toen de functie van wetenschappelijk medewerker senior als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen.

Page 22: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 22

Geregeld in de Zorg december 2017

De vraag is volgens het Hof of de werkzaamheden die werkneemster als senior projectleider is gaan verrichten, moeten worden gezien als nieuw bedongen arbeid waarvoor werkneemster is uitgevallen dan wel als voortgezette re-integratiearbeid.

Het Hof oordeelt dat hier sprake is van voortgezette re-integratiearbeid. Hoewel er een document ‘wijziging op de arbeidsovereenkomst’ was waarin de functie van werkneemster werd geduid als senior projectleider en die partijen hebben ondertekend, is naar de mening van het hof geen nieuwe arbeidsovereenkomst ontstaan. De ‘wijziging op de arbeidsovereenkomst’ laat zien dat enkel de werkzaamheden en functie zijn gewijzigd, maar dat alles binnen het kader van het arbeidscontract dat partijen per 1 november 1994 zijn aangegaan.

Elementen zoals beloning en arbeidsduur zijn onveranderd gebleven. Wil werkneemster voor wat betreft de periode van 26 augustus 2010 tot 1 januari 2012 aanspraak kunnen maken op loonbetaling bij ziekte, dan moet er in een zaak als deze of sprake zijn van een nieuwe arbeidsovereenkomst dan wel een gewijzigde arbeidsovereenkomst waarbij de re-integratiearbeid de nieuwe bedongen arbeid is geworden. Niet gebleken is dat zich een dergelijke situatie voor heeft gedaan, hetgeen betekent dat werkneemster op de gedane betalingen geen recht had en die betalingen onverschuldigd zijn gedaan aldus het Hof. Uit deze uitspraak zou kunnen worden geconcludeerd dat wanneer de beloning en de arbeidsduur gelijk blijven, dat een sterke aanwijzing is dat de bedongen arbeid niet is gewijzigd en er geen loondoorbetalingsverplichting meer is bij een hernieuwde uitval in verband met ziekte.

Aanbevelingen voor de praktijk

Op grond van het goed werkgeverschap heeft een werkgever informatieplicht over de status van de passende arbeid. Die informatieplicht heeft als doel het creëren van duidelijkheid voor de werknemer: indien de werkgever van mening is dat de bedongen arbeid niet wijzigt dan wel zal wijzigen, dient hij de werknemer daarover te informeren dan wel anderszins actie te ondernemen om duidelijkheid te scheppen in de situatie.

Om aan de informatieplicht te voldoen, is het voor de werkgever van belang dat hij duidelijk aan de werknemer communiceert wat volgens hem de status van de passende arbeid is. Indien de werkgever de bedongen arbeid wil wijzigen, doet hij er verstandig aan dit schriftelijk vast te leggen. Wil de werkgever de bedongen arbeid niet wijzigen dan is van belang dat blijkt dat de passende werkzaamheden die de werknemer verricht werkzaamheden in het kader van de re-integratie zijn. Daarbij zal dan van belang zijn dat daadwerkelijk wordt gewerkt aan de re-integratie. De re-integratie zal dan regelmatig moeten worden geëvalueerd en eventuele aanpassingen in de aard en/of omvang van de werkzaamheden moeten met de werknemer worden gecommuniceerd.

Bijlage: Uitspraak Hof Den Haag van 21 november 2017

Page 23: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 23

Geregeld in de Zorg december 2017

Overige berichtgeving

Zorgbrede verwerkersovereenkomst (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 20 december 2017)

De zorgbrede modelverwerkersovereenkomst is in het kader van de nieuwe privacy-wetgeving gemaakt. De modelverwerkersovereenkomst werkt als standaard voor de hele zorgsector.

Zorgorganisaties kunnen het model binnen de grenzen van de Wbp en de AVG aanpassen. Om goede zorg te kunnen verlenen, worden in de zorg dossiers van cliënten of patiënten aangelegd, die zeer gevoelige gegevens bevatten. Het recht op privacy en de daarop gebaseerde wetgeving brengt mee dat degenen die deze persoonsgegevens verwerken, daar heel zorgvuldig mee omgaan. Daarom is het essentieel om goede afspraken te maken met partijen die in opdracht van zorginstellingen met deze bijzondere persoonsgegevens te maken krijgen, zodat die gegevens te allen tijde veilig en verantwoord worden verwerkt.

Met een zogeheten verwerkersovereenkomst kunnen (en moeten) daarover met de opdrachtnemer afspraken worden gemaakt. Het sluiten van een verwerkersovereenkomst is wettelijk verplicht als een zorgaanbieder een derde partij inschakelt die persoonsgegevens verwerkt namens de zorgaanbieder, bijvoorbeeld de leverancier van het cliënten/patiëntendossier. Deze verplichting vloeit tot 25 mei 2018 voort uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en vanaf 25 mei 2018 uit de AVG. De Wbp spreekt over bewerkersovereenkomst, de AVG spreekt over verwerkersovereenkomst, de betekenis hiervan verschilt echter niet.

De overeenkomst is gemaakt door ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN (tezamen verenigd in de Brancheorganisaties Zorg (BoZ)). Het model is ontwikkeld in nauwe samenwerking met zorgorganisaties, softwareleveranciers en deskundigen.

Functionaris voor de gegevensbescherming vanaf 1 januari 2018 verplicht (Bron: VGN - nieuwsbericht 13 december 2017)

Het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders treedt op 1 januari 2018 in werking (hierna: het Besluit). Dit betekent dat instellingen die onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (hierna: Wkkgz) vallen én op grote schaal gegevens verwerken, op 1 januari 2018 een functionaris voor de gegevensbescherming verplicht moeten aanstellen.

Afgelopen zomer informeerden wij u al over het conceptbesluit en de te verwachten inwerkingtreding op 1 januari 2018. In het conceptbesluit werd de verplichting tot het aanstellen van een functionaris voor de gegevensbescherming beperkt tot instellingen (die onder de Wkkgz vallen) die zijn aangesloten op een elektronisch uitwisselingsysteem. Dit is nu veranderd.

In relatie tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming

De verplichting tot het aanstellen van een functionaris voor de gegevensbescherming geldt vanaf 25 mei 2018 op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor zorgaanbieders die op grote schaal gezondheidsgegevens verwerken.

Page 24: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 24

Geregeld in de Zorg december 2017

De Governancecode Zorg en BV-constructies (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 20 december 2017)

De afgelopen periode is er regelmatig aandacht geweest voor BV-constructies waarmee het beloningsplafond (WNT) en winstverbod in de zorgsector omzeild wordt. Hierbij gaat het vaak over constructies waarbij de zorgorganisatie de rechtsvorm heeft van een stichting en waarbij deze stichting de zorgverlenging uitbesteedt aan een BV. De stichting is toegelaten in het kader van de WTZi en kan lid zijn van een van de brancheorganisaties. In BOZ-verband, waar ActiZ, VGN, NVZ, GGZ nl en NFU in participeren, is gekeken wat hierover in de Governancecode Zorg is geregeld. In de bijlage treft u een uitwerking van het BOZ aan de hand van een drietal vragen aan.

Boete voor niet melden fusie (Bron: NZa - nieuwsbericht 14 december 2017)

De Nederlandse Zorgautoriteit legt een zorgaanbieder een boete van € 70.000 op omdat deze een fusie niet op tijd gemeld heeft. Zorgaanbieders moeten aan ons melden als zij willen fuseren of direct betrokken zijn bij een overname. Zij mogen deze pas uitvoeren als de NZa oordeelt dat de procedure voor deze fusie correct is doorlopen.

Met de boete wil de NZa zorgaanbieders waarschuwen dat zij hun fusieplannen tijdig moeten melden. Tegelijkertijd is de boete proportioneel en natuurlijk niet zo hoog dat de zorgverlening van de aanbieder in gevaar komt. Ook weegt de NZa mee dat de aanbieder de overtreding zelf alsnog gemeld heeft en volledig meegewerkt heeft met het onderzoek van de NZa.

De NZa voert bij fusies in de zorg een procedurele toets uit. Wij beoordelen of de zorgaanbieders de plannen zorgvuldig hebben afgestemd met de betrokken stakeholders, zoals medewerkers en cliënten.

Belangrijke wijzigingen in de jaarverantwoording (Bron: VGN - nieuwsbericht 4 december 2017)

Er is een aantal belangrijke wijzigingen binnen de Jaarverantwoording Zorg voor verslagjaar 2017. Het gaat om de volgende wijzigingen:

- Vereenvoudigde verantwoording beschikbaar voor kleine zorgaanbieders.

- De beperkte verantwoording vervalt.

- Het apart aanleveren van de WNT-gegevens in DigiMV vervalt.

- Het maatschappelijk verslag (bestuursverslag) voor jeugdhulpverleners vervalt.

- Het totaal aantal vragen in de jaarverantwoording is verminderd en de vraagstelling is verbeterd.

Page 25: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 25

Geregeld in de Zorg december 2017

Vereenvoudigde verantwoording beschikbaar voor kleine zorgaanbieders

Deze vorm van verantwoorden komt nu ook beschikbaar voor kleine WTZi-zorgaanbieders (micro-entiteiten). U bent een kleine zorgaanbieder als u op twee achtereenvolgende balansdata aan vastgestelde criteria voldoet. Controleer op deze website of u een kleine zorgaanbieder bent.

Om vereenvoudigd te verantwoorden vult u in DigiMV uw gegevens in de basisvragenlijst in. DigiMV controleert aan de hand van deze gegevens of uw organisatie aan de criteria voldoet. Is dit het geval, dan komt u vanzelf in de vereenvoudigde verantwoording terecht. U hoeft hier zelf niets voor te doen. Alle vragen en informatie over de vereenvoudigde jaarverantwoording vindt u in het document Vereenvoudigde verantwoording Zorg en Jeugdhulp 2017. Voor jeugdhulpaanbieders is de vereenvoudigde verantwoording al eerder ingevoerd.

De beperkte verantwoording vervalt

Zorginstellingen en jeugdhulpverleners die beperkt mochten verantwoorden, moeten vanaf verslagjaar 2017 net als andere zorgaanbieders jaarlijks de gewone (vereenvoudigde) verantwoording afleggen. Via de beperkte verantwoording wordt slechts een minimum aan gegevens opgevraagd, dit geeft onvoldoende invulling aan de doelen van de jaarverantwoording: verantwoording afleggen over de besteding van publiek geld en het waarborgen van kwaliteit in de zorg.

Vervalt voor u de beperkte verantwoording, dan betekent dat voor de meeste van u dat u vereenvoudigde verantwoording gaat afleggen. Een aantal aanbieders moeten volledige verantwoording afleggen. Lees op de website ook de vragen en antwoorden over het vervallen van deze verantwoordingsvorm.

Geen WNT-gegevens meer apart aanleveren in DigiMV

U hoeft geen WNT-gegevens meer apart via het aanleverportaal DigiMV aan te leveren. U moet deze gegevens nog wel opnemen in de jaarrekening die u elk jaar in DigiMV deponeert. Deze wijziging komt voort uit de evaluatiewet WNT en geldt voor alle zorgorganisaties die onder de WNT vallen.

Geen bestuursverslag (maatschappelijk verslag) meer voor jeugdhulpverleners

De informatie die jeugdhulpverleners gevraagd werd in dit verslag op te nemen, is voldoende verwerkt in het Jaardocument. Dit betekent dat u geen bestuursverslag/-maatschappelijk verslag meer hoeft te deponeren in DigiMV. Voor zorgverleners is dit verslag al enige jaren geleden vervallen.

Totaal aantal vragen jaardocument verminderd en vraagstelling verbeterd

In diverse onderdelen is het aantal vragen flink teruggebracht. Binnen het onderdeel Governance is het aantal vragen iets vergroot. Daarnaast is er op diverse plekken naar de vraagstelling gekeken en is deze waar mogelijk verbeterd.

Page 26: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 26

Geregeld in de Zorg december 2017

Juridische zaken In het hoofdstuk Juridische Zaken informeert Ten Holter/Noordam advocaten u over de belangrijkste juridische ontwikkelingen voor de zorgsector. Dit keer wordt u van een ‘blog’ bijgepraat over de WNT.

Ontwikkelingen WNT-3

De Wet Normering Topinkomens (WNT) bestaat al weer sinds 1 januari 2013. Doel van de WNT was en is het tegengaan van bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. De maximale bezoldiging voor topfunctionarissen was in 2017 vastgesteld op € 181.000 en is per 1 januari 2018 verhoogd naar € 187.000. De uitkering wegens beëindiging van het dienstverband is vastgesteld op € 75.000 en blijft ongewijzigd, ondanks dat de maximale transitievergoeding voor ‘gewone’ werknemers per 1 januari 2018 verhoogd is naar € 79.000.

Topfunctionaris

De WNT is alleen van toepassing op een topfunctionaris. Een topfunctionaris is de persoon die behoort tot de groep van hoogste leidinggevenden binnen een rechtspersoon of instelling, die leiding geeft aan de gehele rechtspersoon of instelling.

Dit is bijvoorbeeld een directeur P&0 die onderdeel uitmaakt van het managementteam (en verantwoordelijk kan worden gehouden voor het beleid van de instelling), een bestuurder of een toezichthouder. Een ‘gewone’ werknemer valt dus niet onder de WNT. Dit betekent dat met deze werknemer een beloning overeengekomen mag worden die hoger is dan het maximum op grond van de WNT. Ook is een in onderling overleg overeen te komen ontslagvergoeding niet begrensd.

Wetsvoorstel Uitbreiding personele reikwijdte WNT (WNT-3)

In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-II ‘Bruggen bouwen’ is besloten om de reikwijdte van de WNT uit te breiden naar andere werknemers dan alleen top-functionarissen. Het wetsvoorstel WNT-3 regelde dat.

Voor alle werknemers in de publieke en semipublieke sector zouden hierdoor dezelfde bezoldigingsvoorschriften gaan gelden, zoals die nu al voor topfunctionarissen gelden. Verder voorzag het wetsvoorstel in de mogelijkheid om afwijkende normen vast te stellen voor individuele werknemers of groepen (functies) van werknemers. Hiermee zou worden voorkomen dat ‘gewone’ werknemers meer zouden kunnen verdienen dan € 187.000, terwijl het salaris van een topfunctionaris is begrensd.

Advies Raad van State

De Raad van State heeft echter recent geadviseerd dat het wetsvoorstel WNT-3 prematuur is. Er is beter inzicht nodig in de effecten van de huidige WNT en er moet onderzoek worden gedaan naar de mogelijke effecten van de voorgestelde uitbreiding. De Raad van State maakt deze opmerkingen tegen de achtergrond van de totstandkoming van de huidige norm in de WNT.

Page 27: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 27

Geregeld in de Zorg december 2017

Aan de invoering en ontwikkeling van de WNT ligt een aantal rapporten van de Commissie Dijkstal ten grondslag. Deze commissie adviseerde de ministersalarissen substantieel te verhogen en vervolgens bij dit salaris aan te sluiten voor de normering van de topinkomens. In verband met de financiële crisis besloot het kabinet om af te zien van de voorgenomen verhoging van het ministersalaris en voor de WNT een norm te gebruiken van 130% van het ministersalaris.

Bij de totstandkoming van de WNT-2 werd zonder enig onderzoek deze norm verlaagd naar 100% van het ministersalaris. De Raad van State heeft bij deze verlaging aandacht gevraagd voor de effecten hiervan op de inrichting van het loongebouw, de arbeidsmobiliteit en de kwaliteit van bestuurders. Er moet rekening worden gehouden met arbeidsmarkteffecten, omdat de publieke en semipublieke sector enerzijds en de private sector anderzijds geen gescheiden arbeidsmarkten zijn. Daarbij heeft de Raad van State nog benoemd dat een aantrekkende arbeidsmarkt tot verschraling van het arbeidsaanbod voor de publieke en semipublieke sector kan leiden en daarmee dus een gebrek aan kwalitatief goede mensen.

Dit is dus niet alleen kritiek op WNT-3 maar ook op WNT-1 en WNT-2. Verder blijkt dat in een beperkt aantal gevallen ‘gewone’ werknemers meer verdienen dan op grond van het bezoldigingsmaximum is toegestaan. In de gevallen waarin meer wordt verdiend is daar vaak ook een redelijke verklaring voor. Het wetsvoorstel WNT-3 bood voor die gevallen ook de mogelijkheid om bij wet af te wijken. De Raad van State concludeert op grond daarvan dat onduidelijk is welk probleem het Wetsvoorstel WNT-3 wil oplossen en dat het nut en de noodzaak van het wetsvoorstel ontbreekt.

Kabinet-Rutte III

De Raad van State heeft geadviseerd het wetsvoorstel niet aan de Tweede Kamer te zenden. Het Kabinet heeft dit advies opgevolgd en besloten om het wetsvoorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen. Dit past bij de uitgangspunten in het regeerakkoord van kabinet-Rutte III waarin is benoemd dat het onwenselijk is dat het beloningsbeleid bij de overheid niet gericht is op hoogwaardige en schaarse specialisten.

Op 27 oktober 2017 heeft Tweede Kamerlid Öztürk (DENK) een initiatiefwetsvoorstel WNT-3 ingediend. Gezien het advies van de Raad van State lijkt dat weinig kans van slagen te hebben.

Het lijkt er op dat de WNT-3 (voorlopig) aan de wilgen is gehangen.

Mr. Dymphy Schuurman Arbeidsrechtadvocaat 088-2344529 [email protected]

Page 28: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg - Verstegen accountants · 2018-01-16 · gedeponeerd. De gegevensuitwisseling zal plaats gaan vinden middels de zogenaamde XBRL-standaard (eXtensible

Pagina 28

Geregeld in de Zorg december 2017

VERSTEGEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS

Contactgegevens Postadres

T. (078) 648 15 55 Verstegen accountants en adviseurs F. (078) 648 15 59 Postbus 574 [email protected] 3300 AN Dordrecht

Hoofdvestiging Vestiging Assen Vestiging Hoofddorp Bezoekadres Bezoekadres Bezoekadres

Noordendijk 207 Zwedenlaan 22 Siriusdreef 17-27 3311 RN Dordrecht 9403 DE Assen 2132 WT Hoofddorp