Vak: TV Toegepaste chemie 1/1 lt/w Specifiek gedeeltepro.g-o.be/blog/documents/2009-037.pdf · -...

29
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: TV Toegepaste chemie Specifiek gedeelte 1/1 lt/w Studierichting: Schoonheidsverzorging Studiegebied: Lichaamsverzorging Onderwijsvorm: TSO Graad: derde graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2009/037 (vervangt 2007/079) Nummer inspectie: 2009 / 21 // 1 / O / SG / 1 / III / / D/ (vervangt 2007 / 25 // 1 / I / SG / 1 / III / / V/09) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

Transcript of Vak: TV Toegepaste chemie 1/1 lt/w Specifiek gedeeltepro.g-o.be/blog/documents/2009-037.pdf · -...

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Vak: TV Toegepaste chemie Specifiek gedeelte

1/1 lt/w

Studierichting: Schoonheidsverzorging

Studiegebied: Lichaamsverzorging

Onderwijsvorm: TSO

Graad: derde graad

Leerjaar: eerste en tweede leerjaar

Leerplannummer: 2009/037 (vervangt 2007/079)

Nummer inspectie: 2009 / 21 // 1 / O / SG / 1 / III / / D/ (vervangt 2007 / 25 // 1 / I / SG / 1 / III / / V/09)

Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de

Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20

1000 Brussel

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 1 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

INHOUD

Visie .......................................................................................................................................................... 2 Beginsituatie ............................................................................................................................................. 3 Algemene doelstellingen .......................................................................................................................... 4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden ........................................................................................................ 5 Pedagogisch-didactische wenken .......................................................................................................... 14 Minimale materiële vereisten .................................................................................................................. 23 Evaluatie ................................................................................................................................................. 24 Bibliografie .............................................................................................................................................. 27

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 2 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

VISIE Dit leerplan TV Toegepaste chemie heeft vooral als doel om een wetenschappelijke basis te leggen voor de technische en voor de praktische vakken.

Het verband tussen TV Toegepaste chemie en TV/PV Bio-esthetiek dient gelegd te worden. Ander-zijds moet in het vak cosmetologie het wetenschappelijke karakter in overweging genomen worden.

Dit impliceert dat dubbelzinnige folderpraat (merkgebonden) kritisch dient benaderd te worden.

De evolutie van de cosmetische werkstoffen wordt zoveel als mogelijk geïntegreerd in het leervak ‘cosmetologie’.

De leerlingen worden in staat gesteld om bij het later uitoefenen van hun beroep als schoonheidsspe-cialist(e), hun klanten deskundig te adviseren door de samenstelling en de fysico-chemische invloe-den van de cosmetica op de huid te kunnen verklaren, alsook afgewerkte producten op hun werkelijke waarde en doeltreffendheid te kunnen beoordelen.

Er zal een permanent overleg tussen de leraren PV/TV en de leraren wetenschappen nodig zijn. Op deze manier worden de leerinhouden op elkaar afgestemd, en waar nodig via theoretische en prakti-sche invulling, verduidelijkt, bijgestuurd en uitgediept.

Zo worden overlappingen vermeden en worden de wetenschapsvakken en de vakken PV/TV Bio-es-thetiek complementair aan elkaar.

Naast het verwerven van kennis en vaardigheden wordt gedurende de opleiding gewerkt aan vak-overschrijdende eindtermen.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 3 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

BEGINSITUATIE Dit leerplan is bestemd voor leerlingen die één lestijd TV Toegepaste chemie per week volgen in het 1e en het 2e leerjaar van de derde graad Schoonheidsverzorging.

Bijna alle leerlingen die de derde graad instappen hebben het vak Chemie in de tweede graad gekre-gen.

De leerlingen die in de tweede graad de richting Bio-esthetiek volgden, hadden in het eerste en het tweede jaar één uur/week AV Chemie.

In het 1e leerjaar van de tweede graad bestudeerden ze mengsels en zuivere stoffen, fysische en chemische verschijnselen, de verbranding, het begrip element, oxidatie en reductie, de corpusculaire structuur van de materie, chemische formules en reactievergelijkingen.

In het 2e leerjaar van de tweede graad kwamen atoombouw en periodiek systeem, de chemische bin-ding, oplossingen en concentratieberekeningen aan bod.

Het programma van de 2e graad vermeldt o.a. doel en historiek van de cosmetologie, de verschillende grondvormen van cosmetica (met bijzondere aandacht voor de cosmetische emulsie), een grondige studie van de huid en het haar en een beschrijvende studie van de meest gebruikte schoonheidspro-ducten.

Ten behoeve van de leerlingen die uit een ander studiegebied komen worden de belangrijkste punten uit de leerstof cosmetologie in de derde graad herhaald.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 4 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

ALGEMENE DOELSTELLINGEN In de studierichting Schoonheidsverzorging heeft het vak chemie vooral een ondersteunend en verkla-rend doel voor de technische vakken, in het bijzonder Cosmetologie.

Om overlappingen te vermijden zijn beide vakken geïntegreerd tot één enkele lessenreeks ‘Toege-paste Chemie’.

Op het einde van de derde graad TSO kunnen de leerlingen:

- basisbegrippen van de chemie toepassen op verschijnselen uit het dagelijkse leven en uit de cosmetologie;

- een probleem nauwkeurig verwoorden;

- de relevante factoren in een probleemsituatie herkennen;

- objectieve en subjectieve gegevens onderscheiden bij het beoordelen van een situatie;

- na kritisch afwegen van relevante factoren een beslissing nemen in een probleemsituatie;

- in een situatie oorzaak en gevolg onderscheiden;

- hypothesen formuleren;

- hypothesen na onderzoek bevestigen of verwerpen;

- experimenten doelgericht observeren;

- milieubewust handelen, o.a. door de vervuilende stoffen volgens de voorschriften te gebruiken en te verwijderen;

- de resultaten van een experiment formuleren en op overzichtelijke wijze noteren;

- eerlijk zijn bij het weergeven van waarnemingen;

- informatie zoals tabellen, grafieken, schematische voorstellingen gebruiken en interpreteren;

- informatie correct doorgeven;

- fouten opsporen;

- regels en wetmatigheden in nieuwe situaties toepassen;

- correcte besluiten trekken en deze formuleren;

- het verband zien tussen gebruikte modellen en de realiteit;

- het geschikte model hanteren als functie van een bepaald aspect van de realiteit dat onderzocht wordt;

- de beperking van de gebruikte modellen verwoorden;

- zonder verdere aansporing een opdracht tegen een vastgesteld tijdstip uitvoeren;

- geconcentreerd en met doorzetting werken;

- in groep werken en afspraken naleven;

- uitzonderingen als het gevolg van veralgemeningen kenschetsen.

De niet-verplichte leerplandoelstellingen zijn in het volgend overzicht met een U aangeduid, en cur-sief gezet.

De specifieke pedagogisch-didactische wenken bij de leerplandoelstellingen zijn te vinden vanaf pag. 17.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

5

LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN 1e leerjaar: algemene en organische chemie

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

1 chemische informatie in gedrukte bronnen en langs elektronische weg systematisch opzoeken, en met behulp van ICT weergeven in grafieken, diagrammen of tabellen.

1 Algemene principes

2 veilig en verantwoord omgaan met stoffen en chemisch afval, geva-rensymbolen interpreteren en R- en S-zinnen opzoeken.

3 de aanwezigheid van een stof vaststellen met behulp van een gege-ven identificatiemethode.

4 het belang van chemische kennis in verschillende opleidingen en be-roepen illustreren.

5 het belang van het element koolstof aangeven. 2 Inleiding tot de organische chemie

6 de verscheidenheid van de koolstofverbindingen verklaren.

7de structuur en naam van alkanen aangeven.

3 Koolwaterstoffen

3.1 Alkanen

U 8 keten- en ringstructuur van alkanen voorstellen.

9 het begrip ketenisomerie uitleggen en de naam vormen van eenvou-dige ketenisomeren.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

6

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

10 fysische en chemische eigenschappen en het biologisch effect van alkanen kenschetsen.

11 enkele toepassingen van de alkanen in de cosmetologie geven.

12 het gebruik van enkele halogeenkoolwaterstoffen toelichten.

13 de structuur van alkenen en alkynen voorstellen. 3.2 Alkenen en alkynen

14 chemische eigenschappen en toepassingen van onverzadigde kool-waterstoffen aangeven.

15 fysische en chemische eigenschappen van organische O-verbindin-gen in verband brengen met hun moleculestructuur.

4 Organische zuurstofverbindingen

4.1 Alcoholen

4.2 Ethers

4.3 Aldehyden en ketonen

4.4 Carbonzuren

4.5 Esters

4.6 Lipiden (vetten)

4.7 Zepen

16 enkele cosmetische toepassingen van organische O-verbindingen verwoorden.

17 de vorming en de hydrolyse van esters uitleggen.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

7

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

18 de algemene formule van triglyceriden verduidelijken.

19 hydrolyse en verzeping schematisch voorstellen.

20 het belang van vetten als basisgrondstof voor de bereiding van cos-metica met voorbeelden uitleggen.

21 fysische en chemische eigenschappen van organische N-verbindin-gen in verband brengen met hun molecuulstructuur.

5 Organische stikstofverbindingen

5.1 Aminozuren

5.2 Proteïnen

22 enkele cosmetische toepassingen van organische N-verbindingen

verwoorden.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

8

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen EL ERINHOUDEN

23 de samenstelling van producten voor algemene hygiëne verduidelij-ken aan de hand van enkele formules en Illustreren met een voor-beeld uit de praktijk.

6 Receptuur en diagnostiek van cosmetica ter bevordering van de hygiëne

6.1 Producten voor algemene hygiëne

6.2 Zepen en hun vervangmiddelen: toiletzeep, was- en douchegels, reinigingscrèmes

6.3 Hygiënische badpreparaten: badzout, badolie, badschuim

6.4 Producten voor mondhygiëne: tandpoeders, tandwaters, tandpasta

6.5 Zweet- en reukwerende middelen: het ontstaan van lichaamsgeur, deodorants, antitranspirants

24 met eenvoudig materiaal een wasemulsie bereiden. LEERLINGENPRACTICUM

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

9

2e leerjaar: cosmetologie

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN EN WENKEN

1 de basisbestanddelen van cosmetische preparaten benoemen en hun specifieke functie binnen een cosmetische formule omschrijven.

1 Indeling van de cosmetische grondstoffen vol-gens hun functie in cosmetische preparaten

1.1 Basisbestanddelen van een cosmetisch preparaat

2 de verschillende soorten excipiëntia bespreken: oplossingen, emul-sies, suspensies, gels en aërosolen.

1.2 Soorten excipiëntia homogene en colloïdaal-heterogene dispersies

3 de verschillende soorten tensiden bespreken en hun belang in de cosmetologie aangeven.

1.3 Tensiden

1.3.1 Oppervlaktespanning

1.3.2 Structuur van tensiden en hun gedrag in oplossing

1.3.3 Belang van tensiden in de cosmetologie

1.3.4 Soorten tensiden

- anionische tensiden - kationische tensiden - amfotere tensiden - niet-ionogene tensiden

4 specifieke toepassingen van belangrijke gelvormers geven.

1.4 Gelvormers

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

10

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN EN WENKEN

5 een overzicht geven van de meest gebruikte lipofiele huidverzach-ters.

1.5 Lipofiele huidverzachters

6 een overzicht geven van de meest gebruikte hydrofiele huidverzach-ters.

1.6 Hydrofiele huidverzachters

7 het belang van plantaardige en de dierlijke huidherstellende werk-stoffen die in cosmetica verwerkt worden uitleggen.

1.7 Actieve bestanddelen

8 de verschillende soorten conserveermiddelen benoemen.

1.8 Conserveermiddelen

9 de indeling en de functie van kleurstoffen en pigmenten beschrijven.

1.9 Kleurstoffen en pigmenten

10 de indeling van de reukstoffen volgens de gebruikte grondstoffen met enkele voorbeelden illustreren.

1.10 Reukstoffen

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

11

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen EL ERINHOUDEN EN WENKEN

11 de samenstelling van verzorgende cosmetica beschrijven en hun toepassingen aangeven.

2 Receptuur en diagnostiek van verzorgende cosme-tica

2.1 Cosmetische emulsies: emulsietypes, industriële bereiding van emulsies, breken van emulsies

2.2 Preparaten met een overwegend beschermende wer-king: dagcrèmes

2.3 Preparaten met een overwegend aanvullende werking: nachtcrèmes

2.4 Preparaten met een overwegend reinigende werking: reinigingscrèmes en -melken

2.5 Preparaten met een verfrissende en toniserende wer-king

12 Met eenvoudig materiaal een verzorgend cosmeticum bereiden. LEERLINGENPRACTICUM

13 de samenstelling en de functie van de voornaamste bestanddelen van enkele make-upproducten verwoorden.

3 Receptuur en diagnostiek van decoratieve cosme-tica

3.1 Basiscrèmes

3.2 Poeders: gelaatspoeder, rougepoeder, oogschaduw

3.3 Lippenstift en lipgloss

3.4 Kajalstiften

3.5 Mascara

3.6 Nagellak en dissolvant

14 de verschillende stappen in de bereiding van een make-upproduct verduidelijken.

15 juiste informatie geven in verband met verantwoord gebruik van make-upproducten.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

12

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN EN WENKEN

16 Met eenvoudige middelen een make-upproduct bereiden. LEERLINGENPRACTICUM

17 de werking van zonnefilters verklaren.

4 Antizonnebrandpreparaten en bronzerende midde-len

4.1 Actieve bestanddelen van antizonnebrandpreparaten: zonnefilters en reflectoren

4.2 De zonbeschermingsfactor

4.3 Huidtypes en zongevoeligheid

4.4 Indeling van de antizonnebrandproducten: oliën, lotions, crèmes

4.5 Bruinen zonder zon: DHA

4.6 Bruiningspillen

4.7 After-sunpreparaten

18 het verband aangeven tussen huidtypes en zongevoeligheid en de beschermingsfactor van zonnecosmetica.

19 de bouw en de chemische samenstelling van het haar beschrijven.

5 Ontharingsmiddelen

5.1 Epileerwas

5.3 Werking van thioglycolaat 20 met behulp van voorbeelden de samenstelling van ontharingspro-ducten (depilatoria) aangeven.

21 de werking van thioglycolaat uitleggen.

22 de belangrijkste preparaten met een verfraaiende werking aangeven.

6 Haarcosmetica

6.1 Preparaten met een verfraaiende werking: glans- en vormgevende middelen, producten voor een tijdelijke of blijvende haargolving, ontkleuren en kleuren van de haren

23 de belangrijkste haarreinigende en haarverzorgende middelen aan-geven.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

13

Decr. nr.

LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN EN WENKEN

24 de verschillende hoofdhuidafwijkingen herkennen en de oorzaak hiervan beschrijven.

6.2 Haarreinigende en haarverzorgende middelen: sham-poos, balsems, lotions, antischilferpreparaten

25 de belangrijkste tests van cosmetica kenschetsen. 7 Het testen van cosmetica

7.1 De microbiologische controle

7.2 Toxicologische tests

7.3 Doeltreffendheidtests

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 14 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1.1 ICT- integratie 1.1.1 Wat?

Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteu-ning van het realiseren van leerplandoelstellingen.

1.1.2 Waarom?

Maatschappelijke ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT-competenties. Jonge-ren moeten niet alleen in staat zijn om nieuwe media te gebruiken, zij moeten net zo goed kunnen in-schatten wanneer deze efficiënt en effectief kunnen worden ingezet. Het gebruik van nieuwe media sluit zeer goed aan bij de leefwereld van de jongeren en speelt in op hun vertrouwdheid met de beeldcultuur.

Er wordt meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, kritisch selecteren, het zelfstan-dig of in groep werken, het kunnen verwerven en verwerken van enorme hoeveelheden informatie.

Deze ontwikkelingen zijn ook merkbaar in het onderwijs. In de meeste vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen:

• het leerproces zelf in eigen handen nemen;

• zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;

• op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).

1.1.3 Hoe ICT integreren ter ondersteuning van het realiseren van de leerplandoelstellingen?

Zelfstandig oefenen in een leeromgeving

Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijk-heden krijgen om te oefenen bijv. d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndi-vidualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving

Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht op-treedt als coach van het leerproces (bijv. in een open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven

Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie

Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet.

Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.

De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.

Voorstellen van informatie aan anderen

Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning onder de vorm van tekst, beeld en/of geluid d.m.v. bijv. een presentatie, een website, een folder ...

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren

Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan o.a. via e-mail, internetfora, een ELO, chatten, blogging.

Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen

De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem keuzes te maken uit een scala van pro-gramma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 15 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren op de ge-bruikte middelen en de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschil-lende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …) en kunnen ze hun keuzes bijsturen.

1.2 VOET

1.2.1 Wat?

Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakge-bonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onder-wijsprojecten worden nagestreefd.

De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardig-heden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming.

De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting).

1.2.2 Waarom?

Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een ac-centverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd.

VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoend brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een be-langrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken.

De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belang-rijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maat-schappelijke vragen.

1.2.3 Hoe te realiseren?

Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op ver-schillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vak-ken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen).

Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van or-ganisaties en educatieve instellingen.

1.3 Begeleid zelfgestuurd leren

1.3.1 Wat?

Met begeleid zelfgestuurd leren (BZL) bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling.

Dit houdt onder meer in dat:

− de opdrachten meer open worden;

− er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;

− de leerlingen zelf keuzes leren maken en hun keuze verantwoorden;

− de leerlingen zelf leren plannen;

− er feedback wordt voorzien op proces en product;

− er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 16 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

De leraar is ook coach, begeleider.

De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter.

1.3.2 Waarom?

Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m.

− leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren ma-ken;

− leerlingen voorbereiden op levenslang leren;

− het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.

Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk.

Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerpro-ces in welke vorm dan ook.

Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als:

− keuzebekwaamheid;

− regulering van het leerproces;

− attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.

In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voort-durend aan belang.

1.3.3 Hoe te realiseren?

Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen:

− de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;

− de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;

− de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.

De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat

− doelen voorop stellen;

− strategieën kiezen en ontwikkelen;

− oplossingen voorstellen en uitwerken;

− stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;

− resultaten bespreken en beoordelen;

− reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;

− verantwoorde conclusies trekken;

− keuzes maken en verantwoorden

is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 17 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

2 SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 2.1 Overzicht van de leerinhouden

2.1.1 Eerste leerjaar: algemene en organische chemie

1 Principes van algemene chemie

2 Inleiding tot de organische chemie (ca. 2 lestijden)

3 Koolwaterstoffen (ca. 5 lestijden)

3.1 Alkanen

3.2 Alkenen en alkynen

4 Organische zuurstofverbindingen (ca. 10 lestijden)

4.1 Alcoholen

4.2 Ethers

4.3 Aldehyden en de ketonen

4.4 Carbonzuren

4.5 Esters

4.6 Lipiden

4.7 Zepen

5 Organische stikstofverbindingen (ca. 5 lestijden)

5.1 Aminen

5.2 Amiden: ureum

5.3 Aminoalcoholen

5.4 Aminozuren

5.5 Proteïnen

6 Organische zwavelverbindingen (ca. 1 lestijd)

6.1 Thioalcoholen

6.2 Thiocarbonzuren

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 18 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

2.1.2 Tweede leerjaar: cosmetologie

Indeling van de cosmetische grondstoffen volgens hun functie in cosmetische preparaten

− Basisbestanddelen van een cosmetisch preparaat

− Soorten excipiëntia

− Tensiden

− Gelvormers

− Lipofiele huidverzachters

− Hydrofiele huidverzachters

− Actieve bestanddelen

− Conserveermiddelen

− Kleurstoffen en pigmenten

− Reukstoffen

Receptuur en diagnostiek van cosmetica

− Producten voor algemene hygiëne

− Verzorgende cosmetica

− Decoratieve cosmetica

− Antizonnebrandpreparaten en bronzerende middelen

− Ontharingsmiddelen

− Haarcosmetica

− Het testen van cosmetica

2.2 Specifieke wenken eerste leerjaar: algemene en organische chemie

2.2.1 Algemene principes

Deze doelstellingen worden zo veel als mogelijk in de volgende hoofdstukken geïntegreerd.

Voor praktische tips rond ‘Veiligheid in de schoollaboratoria’ en nuttige weblinks: www.gevaarlijkestoffen.be en de CD Rom COS te bestellen bij het KVCV http://www.kvcv.be/

Voorbeeld: aantonen van reagentia en reactieproducten bij reacties, zoals bijv. I2 met zetmeel.

Informatie over studie- en beroepsmogelijkheden is te vinden op de website: http://www.jobschemie.be.

2.2.2 Inleiding tot de organische chemie

− De belangrijkste begrippen van de organische chemie uit de tweede graad worden, waar nodig, herhaald en uitgebreid.

− Het begrip ‘organische stof’ en de mythe van de levenskracht (‘vis vitalis’) worden in een histo-risch kader geplaatst.

− Door middel van eenvoudige proeven de aanwezigheid van koolstof en van waterstof in bijvoor-beeld vet, suiker … aantonen.

− Uit de atoomstructuur van het C-atoom de vierwaardigheid van het C-atoom verklaren en dit met voorbeelden van structuurformules van eenvoudige koolstofverbindingen illustreren.

− Dat een koolstofatoom bijna onbeperkt bindingen kan aangaan met andere koolstofatomen, is een van de oorzaken van het voorkomen van miljoenen organische stoffen.

Voor de naamvorming van de organische verbindingen gebruiken de leerlingen een determineertabel met minstens volgende stofklassen:

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 19 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

Stofklassen

Algemene Formule Naam

R-H Alkanen

R-CH=CH-R’ Alkenen

R-C≡C-R’ Alkynen

R-OH Alcoholen (Alkanolen)

R-X Halogeniden (Halogeenalka-nen)

R-NH2 Aminen (Alkaanaminen)

R-CHO Aldehyden (Alkanalen)

R-CO-R’ Ketonen (Alkanonen)

R-COOH Carbonzuren (Alkaanzuren)

R-COO-R’ Esters (Alkylalkanoaten)

R-CO-NH2 Amiden (Alkaanamiden)

R-O-R’ Ethers (Alkoxyalkanen)

2.2.3 Koolwaterstoffen

2.2.3.1 Alkanen

− Laat de leerlingen met bol- of staafmodellen moleculen van alkanen en cycloalkanen bouwen.

− Ketenisomerie wordt hier behandeld.

− Zowel alifatische als aromatische verbindingen komen in dit en de volgende hoofdstukken aan bod.

− Het gebruik van minerale vetten (bijv. vaseline) en oliën (bijv. paraffineolie) in de cosmetologie worden behandeld.

− Het gebruik van enkele halogeenalkanen toelichten, o.a. als oplosmiddelen en als koelvloeistof-fen.

2.2.3.2 Alkenen en alkynen

− De begrippen verzadigde en onverzadigde verbindingen worden verklaard.

− Het kraakproces al belangrijkste bron van onverzadigde koolwaterstoffen (‘olefinen’) wordt aangegeven.

− Etheen als belangrijke uitgangsstof voor het bereiden van ethanol, kunststoffen …

− Door additie van HCl aan ethyn ontstaat vinylchloride waaruit polyvinylchloride (PVC) wordt ge-maakt.

2.2.4 Organische O-verbindingen

− Bij elke behandelde stofklasse zal, aan de hand van voorbeelden, het verband tussen de eigen-schappen en de toepassingen gelegd worden.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 20 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

− Van volgende stoffen wordt de cosmetische toepassing aangegeven:

• ethanol, isopropylalcohol, vetalcoholen;

• formol, aceton en dihydroxyaceton;

• citroenzuur, melkzuur, wijnsteenzuur, palmitinezuur en stearinezuur;

• ethylacetaat, amylacetaat en isopropylmyristaat.

− De pH als maat voor de zuurtegraad wordt herhaald.

− De belangrijkste sachariden (koolhydraten) worden, waar nodig, in overleg met de collega biolo-gie, behandeld.

2.2.5 Organische N-verbindingen

− De basische eigenschappen van ammoniak en aminen worden vergeleken en verklaard.

− Cosmetische toepassingen van organische N-verbindingen worden met voorbeelden geïl-lustreerd.

− De 20 aminozuren die in proteïnen (eiwitten) voorkomen worden aangeven en de onbeperkte combinatie ervan vergeleken met combinaties van de letters van het alfabet.

2.2.6 Organische S-verbindingen

− Cosmetische toepassingen van thioalkanolen en van thiocarbonzuren worden met voorbeelden geïllustreerd.

2.3 Specifieke wenken tweede leerjaar: cosmetologie

2.3.1 Cosmetische grondstoffen

2.3.1.1 Basisbestanddelen

− De INCI-nomenclatuur (International Nomenclature of Cosmetic Ingredients), het internationale naamgevingsysteem voor ingrediënten die in cosmetica gebruikt worden, wordt aangehaald: http://www.dr-baumann.nl/doc/Keuringsdienst%20van%20Waren,%20infoblad%20010815_cosmetica.pdf

− Er kunnen voorbeelden gegeven worden uit de haar- en de verzorgende en de gezichtscosme-tica.

− Hierbij kan gewezen worden op het belang van het excipiëns dat de werkstoffen moet vrijgeven en dat op zich al werkzaam is. Een excipiëns (mv. excipiëntia) is een stof die aan een recept wordt toegevoegd met de bedoeling een geschikte vorm aan het cosmeticum te geven voor de toepassing ervan.

− Ook de basiskennis betreffende de wetgeving voor cosmetica wordt aangebracht.

2.3.1.2 Soorten excipiëntia

− De verschillende soorten excipiëntia worden besproken: oplossingen, emulsies, (nano- en micro-emulsies) suspensies, gels en aërosolen. Eventueel worden ook de massageproducten bespro-ken.

− Een Nederlandstalige website, met o.a. een overzicht van de productgroep, ingrediënten, etikettering, allergieën, veiligheid en zonnen is: www.ncv-cosmetica.nl/

2.3.1.3 Tensiden

− Het begrip oppervlaktespanning wordt hier eerst aangebracht.

− Het onderscheid wordt gemaakt tussen O/W- en W/O-emulgatoren.

− De betekenis van de hydrofiel-lipofielbalans (HLB) wordt weergegeven.

− De voornaamste anionische tensiden worden besproken: vetzure zepen, alkylsulfaten en alkylethersulfaten, vetzuureiwitcondensaten.

− Eigenschappen en algemene structuur van kationische tensiden; gebruik als conditioneermiddel.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 21 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

− Enkele voorbeelden van amfotere tensiden en hun toepassingen aanhalen.

− Enkele voorbeelden van niet-ionogene tensiden; gebruik als emulgator (O/W en W/O).

2.3.1.4 Gelvormers

− Definitie en voorbeelden van plantaardige, dierlijke, minerale en synthetische gelvormers worden gegeven.

− Specifieke toepassingen van o.a. guarmeel, Arabische gom, kiezelzuur, acrylpolymeren aange-ven.

2.3.1.5 Lipofiele huidverzachters

− Er wordt een overzicht gegeven van de meest gebruikte lipofiele huidverzachters:

• plantaardige en dierlijke oliën en vetten

• minerale oliën en vetten

• synthetische oliën

• plantaardige en dierlijke wassen

• vrije vetalcoholen en vetzuren.

2.3.1.6 Hydrofiele huidverzachters

− Een overzicht geven van de meest gebruikte hydrofiele huidverzachters, waaronder vooral de meerwaardige alcoholen.

− Ook de huideigen vochtvasthoudende stoffen worden aangegeven.

2.3.1.7 Actieve bestanddelen

− De plantaardige en de dierlijke huidherstellende werkstoffen worden uitgelegd:

• collageen en elastine

• D-panthenol en Vit E

• allantoïne, Aloë vera en bissabolol

2.3.1.8 Conserveermiddelen

− Oorzaken van bederf van cosmetica, o.a. het voorkomen van micro-organismen in cosmetica wordt behandeld.

− Een overzicht van de belangrijkste conserveermiddelen en hun gebruik worden gegeven. Voor de waterfase wijst men op de antimicrobiële werking en voor de vetfase op de antioxidatieve wer-king.

2.3.1.9 Kleurstoffen en pigmenten

− Het onderscheid tussen kleurstoffen (oplosbaar in water of in vet) en pigmenten (onoplosbaar) en hun verschillend gebruik wordt benadrukt.

− De indeling van de kleurstoffen en van de pigmenten en de eisen waaraan ze moeten voldoen komen aan bod.

− Voorbeelden en toepassingen van gewone pigmenten worden behandeld.

− Wijs op het verschil tussen kleurvorming door absorptie van licht en kleurvorming door interferen-tie.

2.3.1.10 Reukstoffen

− Men beschouwt natuurlijke en synthetische grondstoffen. Ook etherische oliën worden behan-deld.

− Het onderscheid tussen parfum, eau de parfum en eau de toilette naargelang van de samenstel-ling wordt hier aangegeven.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 22 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

2.3.2 Receptuur en diagnostiek van cosmetica

2.3.2.1 Producten voor algemene hygiëne

− Hiervoor brengen de leerlingen cosmetische producten mee waar ze dagelijks mee omgaan.

− Men kan de leerlingen de bereiding van een wasemulsie laten uitvoeren.

2.3.2.2 Verzorgende cosmetica

− De samenstelling, soorten en eigenschappen van verzorgingsproducten worden gegeven.

− Bij de emulsies bespreekt men de drie componenten (olie-, waterfase en het bindmiddel of emulgator).

− Men zal wijzen op het onderscheid tussen W/0 en O/W-types en zich hiertoe beperken.

− Men kan de leerlingen de bereiding van huidcrème of reinigingsmelk laten uitvoeren.

2.3.2.3 Decoratieve cosmetica

− De make-upartikelen van het gezicht, de ogen, de lippen en de nagels worden beschreven.

2.3.2.4 Antizonnebrandpreparaten en bronzerende middelen

− De samenstelling, soorten en eigenschappen ervan worden gegeven.

2.3.2.5 Ontharingsmiddelen

− De bouw van het haar wordt herhaald in overleg met de leraren TV/PV Bio-esthetiek.

− Bij de epileermiddelen wordt de werking van thioglycolaat uitgelegd.

2.3.2.6 Haarcosmetica

− Volgende preparaten met een verfraaiende werking worden besproken: glans- en vormgevende middelen, producten voor een tijdelijke of blijvende haargolving, ontkleuren en kleuren van de ha-ren.

− Volgende haarreinigende en haarverzorgende middelen worden behandeld: shampoos, balsems, lotions, antischilferpreparaten.

2.3.2.7 Het testen van cosmetica

− Een bezoek aan een bedrijf waar cosmetica vervaardigd worden is aangewezen.

− Een zeer uitgebreide ‘Online Atlas of Dermatology’ is te raadplegen op: www.atlas-dermato.org/

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 23 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 1 Vaklokaal

De lessen moeten steeds gegeven worden in het daartoe bestemde chemielokaal, voorzien van een goed uitgeruste leraarstafel, leerlingentafels met water, gas en elektriciteit, trekkast(en) en een wandplaat met het Periodiek Systeem van de elementen. Het lokaal moet demonstratie- en leerlingenproeven toe-laten. Het moet uitgerust zijn met een zuurkast en per twee leerlingen een werktafel voorzien van gas, water en elektriciteit.

2 Algemene uitrusting - In de voorraadkamer bevinden zich de nodige veiligheidskasten met de nodige chemicaliën. - Glaswerk (reageerbuizen, bekerglazen, erlenmeyers, maatcilinders, maatkolven, kristalliseer-

schalen, trechters, verbrandingsbuizen, kwartsbuisje, roerstaven ...) voor demonstratie- en leerlingenproeven.

- Balansen (digitaal), bunsenbranders, statieven, ringen, vuurvast gaas, klemmen, noten, verbran-dingslepels, stoppenassortiment, filters

- Thermostatisch waterbad, verwarmingsmantel, magnetische roerder - Destillatieapparatuur met geslepen glas (liebigkoeler, bolkoeler) (meerdere exemplaren) - Set meetspuiten, exsiccator, mortier met stamper, porseleinen kroesjes … - Buretten, zuigpipetten, reageerbuistangen, kroezentangen … (meerdere exemplaren voor leerlin-

genpracticum) - Molecuulmodellen (1 set per 2 leerlingen), roostermodellen. Naast de klassieke chemicaliën heeft men ook de nodige cosmetische grondstoffen en producten nodig.

3 Integratie van ICT Het lokaal is voorzien van ten minste een goed uitgeruste computer met printer, met mogelijkheden voor 'real-time'-metingen (meetpaneel, pH- en T-sensor) en eventueel internetaansluiting en is uitgerust voor projectie.

4 Veiligheid Om aan de nodige veiligheids- en milieuvoorschriften te voldoen dienen o.a. aanwezig te zijn: veilig-heidstekens, veiligheidskasten voor de opslag van gevaarlijke producten (voorzien van de overeenkom-stige gevarensymbolen), blustoestel, emmer met zand, branddeken, metalen papiermand, labojassen, veiligheidsbrillen, oogdouche of oogwasfles, handschoenen, EHBO-kit met brandzalf, wandplaat en/of lijst met R- en S-zinnen, containers of flessen voor selectief verzamelen van afvalstoffen.

1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex - ARAB - AREI - Vlarem.

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:

- de uitrusting en inrichting van de lokalen; - de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat:

- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; - de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 24 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

EVALUATIE 1 De evaluatie heeft een tweevoudig doel

- De evaluatie dient aan de leerling informatie te geven over de mate waarin hij of zij er in geslaagd is om zowel de kennis als de vaardigheden te beheersen die mogen verwacht worden na het leerproces.

- De evaluatie moet aan de leraar de feedback geven om vast te stellen of hij of zij de meest aangepaste methode hanteert om de gestelde doelen te bereiken.

- Een evaluatie is meer dan een getal om een rapportcijfer te berekenen. Het is een werkinstru-ment waarbij permanent en wederzijds (leerling-leraar) besluiten dienen getrokken te worden over het onderwijs- en leerproces.

- In het kader van het Schoolreglement en het Schoolwerkplan is het aangewezen om ouders en leerlingen tijdig over de wijze van evalueren in te lichten.

2 Eigenschappen van een goede evaluatie

- Door te evalueren wil men bij de leerlingen nagaan in hoeverre de doelstellingen die men met het leerproces wilde bereiken, bereikt zijn.

- De evaluatie moet daarom volgende kenmerken bezitten: ze moet valide, betrouwbaar en effi-ciënt zijn.

• Validiteit: mate waarin de toets of de eindproef overeenstemt met het gegeven onderwijs. Dit betekent o.a. dat er bij de evaluatie voldoende vragen rond de behandelde contexten moe-ten voorkomen.

• Betrouwbaarheid: het uitschakelen van toevalsinvloeden en het aanwenden van objectieve meetmethoden.

• Efficiëntie: de tijd nodig voor het voorbereiden en het afnemen van de toets moet in verhou-ding staan tot het bekomen van relevante informatie, liefst in een minimum van tijd.

- Onvoldoende resultaten bij individuele leerlingen of bij gedeelten van de klasgroep, zullen de le-raar ertoe aanzetten om remediërend in te grijpen. Indien nodig zal de leraar voor andere werk-vormen en leermiddelen kiezen.

- Een evaluatie kan een signaal geven om doelstellingen en /of leerinhouden bij te sturen. - Verder is de evaluatie een belangrijk gegeven bij de pedagogische begeleiding en bij de controle

door de inspectie. - Voor de leerling is het van belang, om door de evaluatie te weten te komen, hoe zijn evolutie is

binnen het leerproces. Een evaluatiecijfer voor dagelijks werk zal dus noodzakelijker wijze ge-steund zijn op veelvuldige evaluatiemomenten die zowel kennis, vaardigheden als attitudevor-ming omvatten.

3 Soorten evaluatie

3.1 Dagelijks werk (deelproeven)

Mondelinge beurten en korte toetsen hebben vooral als doel na te gaan of de leerlingen de genoemde doelstellingen in voldoende mate hebben bereikt. Leerlingen met achterstand zullen bijkomende op-drachten en taken krijgen om zo snel mogelijk bij te benen. Het is een belangrijke taak voor de leraar om de leerlingen individueel te begeleiden, en om de oorzaken van de achterstand te achterhalen en, mits aangepaste remediëring, deze leerlingen te helpen. ‘Leren leren’ krijgt zo een meer concrete betekenis. Via bepaalde technieken zoals beheersingsleren, geprogrammeerde instructie, hulp van medeleerlingen en eventueel van externe deskundigen (CLB) zullen deze leerlingen geholpen worden.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 25 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

Voor leerlingen die in de betreffende studierichting niet op hun plaats zitten, zal middels afspraken met collega’s, directie en/of CLB, op de begeleidende klassenraad zo snel mogelijk een oplossing gezocht worden. De hoofdbedoeling moet blijven, om zo veel als mogelijk leerlingen mee over de meet te krijgen. Verwacht meer en je zult meer krijgen. Hoge verwachtingen zijn voor iedereen belangrijk, zowel voor leerlingen die moeilijk meekunnen, voor zij die zich niet erg willen inspannen als voor goede, gemoti-veerde leerlingen.

Het rapportcijfer van het dagelijks werk steunt op een zo breed mogelijke permanente evaluatie van de afgelopen periode. Zowel cognitieve als affectieve en psychomotorische doelstellingen komen hierbij aan bod. De leraar houdt hiervoor een evaluatieschrift bij. Bij elk cijfergegeven moet summier terug te vinden zijn wat de bedoeling van de evaluatie was. Hiervoor kan de leraar beschikken over:

- notities over het leergedrag van de leerling in de klas; - klasgesprekken; - mondelinge overhoringen; - korte schriftelijke toetsen; - herhalingstoetsen (grotere leerstofgedeelten); - huis- en klastaken; - kwalitatieve beoordeling aangaande praktische oefeningen, laboratoriumwerk; - notities over de mate van het beheersen van de vaardigheden.

3.2 Examens (eindproeven)

- Examens houden een productevaluatie in. Na analyse van de resultaten wordt ook hier door de leraar een diagnose opgesteld, die aanleiding kan zijn tot bijsturing van het leerproces. Hieruit kunnen remediërende maatregelen voor individuele leerlingen voortvloeien.

- Zowel het gepast aanbieden van de leerstof en de evaluatie als het aanbieden van remediërende opdrachten zijn essentieel in het door ons beoogde totale leerproces.

- Via een grote variatie in vraagvormen (open en halfopen, invulvragen, juist- onjuist vragen, sorteervragen, rangschikkingvragen en meerkeuzevragen) zullen vooral de minimumdoelstellin-gen (eindtermen) getoetst worden. Uitsluitend theorievragen moeten vermeden worden.

- De duur van de schriftelijke examens komt ten hoogste overeen met het aantal wekelijkse lestij-den voor het vak met een minimum van twee lestijden.

- De examens worden afgenomen in aanwezigheid van de vakleraar. Hij deelt de leerlingen, bij aanvang van de proef, mee dat bijkomende vragen ter verduidelijking kunnen gesteld worden. Elke bijkomende toelichting wordt hardop gegeven, zodat alle leerlingen op een gelijke wijze wor-den behandeld.

- Een exemplaar van de gestelde vragen met aanduiding van de puntenverdeling wordt samen met de verbeterde examenkopijen in het archief bewaard. Dit exemplaar wordt tevens aangevuld met een niet-absolute modeloplossing (de leerling kan terecht een andere oplossingsmethode gebrui-ken) of met een opsomming van de aandachtspunten die aanwezig moeten zijn voor oplossingen op open vragen en taken.

- Na de proeven hebben de leerlingen het recht de modeloplossing in te zien. Ook hebben zij het recht, op hun vraag, om hun gecorrigeerd examen in te zien.

- Voor de examens worden met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt over het verloop ervan. De leraar zorgt ervoor dat minimum 75% van de examenvragen het bereiken van de minimum-doelstellingen (eindtermen en andere minimumdoelstellingen) toetst.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 26 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

4 Algemene richtlijnen

- De vragen/opdrachten met aanduiding van de cijferverdeling op de modeloplossing en de aanwijzingen voor de oplossing van de open vragen, worden opgesteld en vooraf aan de direc-teur overhandigd.

- Om achteraf discussies te vermijden zorgt men ervoor dat de leerlingen beschikken over:

• een duidelijk beeld van wat van hen verwacht wordt;

• de vragen en opdrachten die al zijn voorgekomen gedurende het didactisch proces;

• een schriftelijk overzicht van de voor het examen te kennen leerstof;

• een geschreven mededeling waarin staat welke informatiebronnen en welk materiaal ze mo-gen/moeten meebrengen op het examen;

• een blad met vragen om overschrijffouten te vermijden. - Indien in een klas leerlingen van verschillende opties of studierichtingen samen alle lessen of een

deel van de lessen volgen, dan is binnen deze klas differentiatie van vragen toegelaten. - Bij eventueel herexamen zal men voor de leerling de leerstof voor dat herexamen zeer nauwkeu-

rig schriftelijk bepalen.

5 Correctie

- Objectieve correctienormen zijn vanzelfsprekend een noodzaak. Wanneer een antwoord verschil-lende elementen inhoudt, is het aangewezen per essentieel element een puntenverdeling te ma-ken.

- De leraar die aan zelfevaluatie wil doen, zal in tabelvorm een overzicht van de behaalde resulta-ten per leerling en per vraag opstellen. Daarop aansluitend wordt dan verwacht dat de leraar zijn besluiten trekt in verband met de gebruikte onderwijsmethode. Tevens is dit een uitstekend hulpmiddel om gefundeerde remediërende maatregelen t.o.v. de leerlingen te treffen.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 27 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

BIBLIOGRAFIE

1 Pedagogisch-didactische naslagwerken

BLIECK, A. e.a., Instrumentarium voor leraren en schoolteams, Vakoverschrijdende thema's in het se-cundair onderwijs: gezondheidsopvoeding, milieueducatie en relationele vorming, Uitgeverij Garant, Leu-ven-Apeldoorn, 1994.

BOEKAERTS, M., SIMONS, P., Leren en instructie, Psychologie van de leerling en het leerproces, Van Gorcum, Assen, 1995.

STANDAERT R., Leren en onderwijzen; Inleiding tot de algemene didactiek, Uitgeverij Acco.

TIELEMANS, J., Psychodidactiek, Uitg. Garant, Leuven, 1993, ISBN 90-5350-151-7

VERGAUWEN G. & DESERRANO G., Attitudes evalueren’ Uitg. Garant, Antwerpen, 2005.

2 Naslagwerken organische chemie

BRUGGEMANS K., HERZOG Y., Organische chemie, (leerboek en naslagwerk voor SO), Uitgeverij De Boeck, Antwerpen.

DEWEGHE, L., MORTIER, J-M., Eten, meten en weten, KVCV, Leuven, ISBN 90-9007430-9 http://www.kvcv.be/leden/service/

VAN DER MEER, A., DIRKS, R., Organische chemie voor het MLO, Heron-reeks, eerste druk, Kluwer, Antwerpen, 1995, ISBN 90 313 1736 5

3 Leerboeken i.v.m. cosmetica

- Crèmes en milde zepen - Het zelf maken van cosmetica- natuurlijk en gezond - Opmaken, schminken en haarverzorging DE BACKER D, LAUWAERT W.,Chemie in de haartooi en in de schoonheidsverzorging, Story-Scientia.

DE BAECKER D., Verzorgende cosmetica, Aurelia Par+amedica, St-Martens-Latem.

HUDSON C., Schoonheid met natuurlijke cosmetica, Elmar, Rijswijk (NL)

KLAPHAAK L., Cosmetica en aanverwante producten, The Container, Oosterbeek.

LEENE H.R., Het Chemisch practicum, een laboratoriumhandboek, uitgeverij nib 1995, ISBN 90 034 14

Oosterbeek.

PIERANTONI H., Initiation à la cosmétologie, Les nouvelles esthétiques, Paris.

PÜTS J. en NIKLAS C., Schuyt en co, Haarlem (nl). RENAUD L., De weg naar de schoonheid, Art et Esthétique, Brussel.

VAN DER STRATEN W., Theorie voor beroepen in de uiterlijke verzorging, Natuurwetenschappen, Diana, Amsterdam.

VAN JOOST Th. en REYNDERS L., Milieu en huid, Boom, Meppel.

WANROOY-OGTEROP W., Kosmetika, samenstelling, toepassing en invloed, the container,

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Schoonheidsverzorging 28 TV Toegepaste chemie (1e jaar: 1 lestijd/week, 2e jaar: 1 lestijd/week)

4 Andere naslagwerken

ANGENON, A, Werken met grootheden en wettelijke eenheden, Die Keure, Brugge,1998, ISBN 9057510677

BROEK (VAN DE), J., Over sneeuwballen en glaasjes melk, (100 alledaagse onderwerpen chemisch ontmaskerd), Uitg. ten Hagen & Stam, Den Haag, 2000.

Chemische feitelijkheden. Actuele encyclopedie over chemie in relatie tot gezondheid, milieu en veilig-heid, ed. Commissie Voorlichting en Publiciteit van de Kon. Ned. Chemische Vereniging, Alphen a.d. Rijn, Losbladige uitgave met aanvullingen. http://www.chemischefeitelijkheden.nl/

STÖRIG, H. J., Geschiedenis van de Wetenschap, 3 delen, Prisma, Utrecht.

VOLLMER, G., FRANZ, M., Chemische Produkte im Alltag, München.

5 Brochures en repertoria

Gevaarlijke stoffen en preparaten (herken ze, bescherm u), een uitgave van het Commissariaat-generaal voor bevordering van de arbeid, 1040 Brussel.

Kunststoffen, e.a, Fedichem, Brussel http://www.fedichem.be/nl/publications/everyday_science

Wel thuis - het voorkomen van vergiftigingen en Wie ons wil bellen, verliest beter geen tijd gratis brochu-res, Antigifcentrum, p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1120 Brussel, tel (02) 264 96 36 - fax (02)264 96 46.

Chemiekaarten, Gegevens voor veilig werken met chemicaliën, Sdu Uitgevers, http://www.sdu.nl/catalogus/Vervoer/CHKBOEK.jsp

6 Tijdschriften

EOS-Magazine, Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij, Uitg. Cascade, www.eos.be MENS (Milieu-Educatie, Natuur & Samenleving), driemaandelijks tijdschrift, Groeneborgerlaan 171, 2020 Antwerpen, www.2mens.com

Mens en Molecule (MeMo), maandelijkse uitgave van de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging, Heverlee: http://www.kvcv.be/

Natuurwetenschap & Techniek, NL -1000 BM Amsterdam: http://www.natutech.nl/

7 Cd-rom’s

ChemDAT, The Merck Chemical Database, met o.a. Material Safety Data Sheets’, ruim 5000 (gratis) vei-ligheidskaarten met R- en S-zinnen, VWR, Leuven, www.vwr.com

Chemie en Samenleving, Van kleurstof tot kunstmest, De Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek - Na-tuurwetenschap & Techniek 1999, Amsterdam.

Chemielexicon, KVCV, sectie Onderwijs & Opleidingen: http://onderwijs-opleiding.kvcv.be/

Chemistry for Windows, XinMicro Corporation, 1996.

Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft.

Nederlandstalige Encyclopedie, SoftKey, Amsterdam, ISBN: 90-5432-168-7