TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten...

24
1 maart 2009 - TWEEDE PAASDAG Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als konden zij de werkelijkheid bezweren, vrouwen natuurlijk, trouw doorheen de dood. 'Uw Heilige zal het bederf niet zien': haar credo, volgehouden tegen alles in. 'Zijn leven blijft in 't dodenrijk niet waren, zijn God doet wonderen, ik zal Hem zien.' Maar Hij was dood en reddeloos verloren en heel zijn evangelie was voor niets. Zij dachten: 'Hij zal Israël verlossen', mannen natuurlijk, in hun droom gestoord. Want dood is immers: uit en afgelopen en over geesten zeur maar liever niet. We zullen zonder Jezus verder moeten, het harde leven nam ons weer terug. 'Maria' hoort ze... ze herkent Hem, de klank, de stem, het is voor haar genoeg. 'Hij leeft, Hij leeft' en ieder moet het horen, haar evangelie heeft aan één woord al genoeg. 'Moest onze Heer dit allemaal niet lijden?' Een vreemdeling sprak droeve mannen aan. In woord en brood heeft hij hen overwonnen: 'De Heer is waarlijk voor ons opgestaan'. Gerard Beckers Inhoud B. Beckers Tweede Paasdag. Dood en Verrijzenis 1 H. Brouwers Na het bos de duinen 2 Van de redactie Ruimte en grenzen in de liturgie 4 R. Lantman Gloria enim Dei est vivens homo. Gesprek met prof. dr. A. Blijlevens C.Ss.R. 5 W. Meertens Jacobsladder 8 A. Reijnen C.Ss.R. Ruimte en grenzen in de liturgie. Een praktijkverhaal. 10 M. Spoelstra Veelkleurige liturgie 12 M. Muller De Ontzuiling: 'Blasfemie' 15 T. Quartier Ritualiseren in de geestelijke verzorging. 16 E. Verbraak Liturgievieren op de Bies. Woorden schieten tekort 19 R. Foppen Liturgie in de bajes 20 M. Krutzen Exodushuis Heerlen zoekt vrijwilligers die stevig in hun schoenen staan 22 Jaargang 30, no. 1, maart 2009

Transcript of TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten...

Page 1: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

1 maart 2009 -

TWEEDE PAASDAG

Dood en Verrijzenis

Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven.Haar dwaze liefde loochende de dood,

als konden zij de werkelijkheid bezweren,vrouwen natuurlijk, trouw doorheen de dood.

'Uw Heilige zal het bederf niet zien':haar credo, volgehouden tegen alles in.

'Zijn leven blijft in 't dodenrijk niet waren,zijn God doet wonderen, ik zal Hem zien.'

Maar Hij was dood en reddeloos verlorenen heel zijn evangelie was voor niets.Zij dachten: 'Hij zal Israël verlossen',

mannen natuurlijk, in hun droom gestoord.Want dood is immers: uit en afgelopenen over geesten zeur maar liever niet.

We zullen zonder Jezus verder moeten,het harde leven nam ons weer terug.

'Maria' hoort ze... ze herkent Hem,de klank, de stem, het is voor haar genoeg.'Hij leeft, Hij leeft' en ieder moet het horen,

haar evangelie heeft aan één woord al genoeg.'Moest onze Heer dit allemaal niet lijden?'

Een vreemdeling sprak droeve mannen aan.In woord en brood heeft hij hen overwonnen:

'De Heer is waarlijk voor ons opgestaan'.

Gerard Beckers

InhoudB. BeckersTweede Paasdag. Dood en Verrijzenis 1

H. BrouwersNa het bos de duinen 2

Van de redactieRuimte en grenzen in de liturgie 4

R. LantmanGloria enim Dei est vivens homo. Gesprek met prof. dr. A. BlijlevensC.Ss.R. 5

W. MeertensJacobsladder 8

A. Reijnen C.Ss.R.Ruimte en grenzen in de liturgie. Een praktijkverhaal. 10

M. SpoelstraVeelkleurige liturgie 12

M. MullerDe Ontzuiling: 'Blasfemie' 15

T. QuartierRitualiseren in de geestelijke verzorging. 16

E. VerbraakLiturgievieren op de Bies. Woorden schieten tekort 19

R. FoppenLiturgie in de bajes 20

M. KrutzenExodushuis Heerlen zoekt vrijwilligers die stevig in hun schoenen staan 22

Jaargang 30, no. 1, maart 2009

Page 2: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 2

Zo begint het, maar al gauw komen de grote ver-halen erbij. Over God die mededogen voelde toen Hij de klacht van zijn volk had gehoord, over gelovigen die zingend de dood trotseren. Pasen is het verhaal van de nieuwe mens, geschapen uit het stof van de aarde en de adem van God. Met Pasen is het altaar een tuin met narcissen en een grote tak vol bloesems. Om een kale boom naast het kruis, tussen goede vrijdag en de paas-nacht, aan het bloeien te krijgen, stookte deken Pierre Jochems in de Pancratiuskerk desnoods 36 uur de verwarming hoog. Een wonder mag wat kosten!

Ik voel de lente in de liturgie en ik vier met Jezus bevrijdingsdag. Het Exodusverhaal! Ik herin-ner me een sympathieke missionaris uit Brazilië. Hij bevond zich in het gezelschap waarmee ik Israël bezocht. Het leek wel alsof hij zich schuldig voelde tegenover zijn parochianen, die de reis voor hem betaald hadden. 'Maar', zo vertelde hij, 'de hele parochie leeft met me mee, en ik moet vooral foto's en souvenirs verzamelen van het Exodusverhaal.' Pasen was de hoop op bevrij-ding.

Mijn mooiste paasverhaal stamt uit de chassidi-sche traditie. Toen Mozes veilig door de zee was getrokken met zijn volk en de overmacht van

de Farao van zich had afgeschud, hief hij een lofzang aan. Zijn gezang klonk zo ontroerend mooi dat heel de schepping de adem inhield en ook in de hemel werd het stil. De engelen luis-terden aandachtig en eentje begon mee te neu-riën. Er sloten zich nog enkelen bij hem aan. Steeds meer engelen gingen de lofzang meezin-gen en niet veel later klonk Mozes' lied met heel het engelenkoor door de hemel. Plotseling don-derde de stem van God door het al: 'Wat doen jullie nou? Zie je niet dat duizenden soldaten van Egypte zijn omgekomen en honderden paar-den..., en jullie zingen?!' Beteuterd verontschul-digde een engel zich: 'Ja, maar Mozes zingt en met hem het volk Israël...' 'Het volk Israël', zei God beslist, 'heeft alle reden om te zingen, dat is van-daag aan de dood ontsnapt! Maar jullie moeten treuren!' Met dat mededogen zing ik een gloria-lied terwijl de klokken er doorheen luiden en ik even contact leg met mijn kinderjaren.

Ik zal treuren. Na het lezen van Littell's 'De weer-lozen' meer dan ooit met het volk Israël dit jaar. Ik zal me plaatsvervangend schamen vanwege de pauselijke rehabilitatie van antisemitische bis-schoppen. En ik zal vurig bidden voor de Pales-tijnen. Pasen is voor mij een daad van solidariteit met mensen die op bevrijding wachten.

NA HET BOS DE DUINEN!

H A r r I E BrOU w Er S

Pasen begint onschuldig, met het plezier om een tapijt krokussen en een aangename ochtendzon. Je krijgt

zin om een bloesemtocht te maken en je wordt ontroerd bij het zien van zoveel tinten groen. Zo begon

ik de paaspreek afgelopen jaar. Ik realiseer me dat ik het van mijn moeder heb. Ze werd eufoor van prille

bloesems op een knoestige stam. Ze verraste ons ooit door pardoes over prikkeldraad te klimmen ergens

nabij Gronsveld en in een wei gesnoeide appelbloesems mee te nemen. 'Mag dat?' Ze deed het. Pasen

begint met nieuwe aardappeltjes 'van sint-Pieter' en de belofte van asperges, want ze kwam uit Noord-

Limburg. Terwijl kerstmis zich tooit met motieven uit het donkere woud, siert Pasen zich met taferelen uit

de duinen. Je ziet overal lammeren en narcissen.

Page 3: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

3 maart 2009 -

Een paar jaar geleden stonden een vader met zijn echte zoon van twaalf op het altaar. 'Pappa, waarom is deze nacht zo bijzonder?' vroeg Sander. Zijn vader begon te vertellen over Egypte..., en Duitsland.... Pasen is voor mij het feest van de schepping. Dat het hogere uit het lagere ontstaat. Dat het stof van de aarde een zucht van God ademt. Dat ik het leven niet heb ontworpen, niet heb verdiend of uitgevonden, maar dat ik erin ontwaakt ben, dat het groter is dan ik, dat het heilig is. Ik had ver-leden jaar meegewerkt aan een boek voor jonge ouders die bestookt worden met moeilijke vragen (Daarom, Suzanne Rethans). Kinderen willen weten wat er vóór het heelal was, en of de hemel ook echt bestaat. In het boek staan antwoorden van pastoors, rabbi's, biologen en fysici. Ik kreeg de drukproef toegestuurd. 'Stammen mensen van de apen af?' Het is de vraag die communicantjes elk jaar stellen. Zij kennen het verschil nog niet tussen 'scheppen' en 'maken'. Ineens viel mijn oog op de tekst van de bioloog. Ook aan Midas Dekkers was gevraagd of de mensen van de apen stammen. Zijn antwoord verblufte me. 'Nee', zei Midas. 'Nee, de mens stamt niet van de apen af..., hij ís een aap.'

Als wij erover nadenken wie we zijn, dan komt het eerst bij ons op, wat ons van dieren en dingen onderscheidt. We denken makkelijk in termen van 'ik tegenover al het andere'. Maar ons wezen ligt eerder in wat ons met alles verbindt. Ons wezen is dat we stof van de aarde zijn en tegelijk adem van God; dat we een levend wezen zijn; dat we er zijn! Ons diepste wezen grenst aan de eeuwig-heid. Daar ontmoeten we God. We hebben er een mooi woord voor: ziel.

We vieren de schepping. Niet dat God de wereld heeft gemaakt, maar dat hij hem geschapen heeft. In een Wake met kinderen hebben we dat eens uitgebeeld door zes kinderen binnen te laten komen, ieder met een grote doos. Om de doos zat een strik. Het was een cadeau! Een voor een werden de dozen opengemaakt. Er zat licht in, water, bloemen, knuffels... symbolen van de schepping. Niet dat God het gemaakt heeft vieren we, maar dat wij het gekregen hebben!

Het mooiste in de paasnacht is de doop van een kind. Aansluitend maken we een stoet. Tijdens het zingen van de geloofsbelijdenis bespren-kel ik de aanwezigen met het nieuw gewijde water, het water van de bevrijding. Ik word voor-afgegaan door de trotse ouders met hun dope-ling en hun peten. Ik ben zeer kwistig met water en iedereen is vrolijk. Ik herinner me de mid-deleeuwse gewoonte van predikanten om de paaspreek te beginnen met een mop. Een dave-rende lach omdat de dood was overwonnen! De moppen werden zo schuin op den duur dat ze verboden werden. Ik heb het eens geprobeerd met een verhaal van John Schreurs die zich uit zijn Maastrichtse kapelaanstijd een vrouw herin-nerde. In haar huis in de oude Stokstraat waakte zij al enige dagen bij haar sterven man. Toen die ineens fluisterend vroeg om 'e drupke', beet ze hem toe: 'Hei weurd neet gedroonke, hei weurd gestorreve!'

Als Jezus zijn macht had ontplooid, een sluw complot met naburige machthebbers had gesmeed en een leger Romeinen had versla-gen, dan had hij de halve wereld veroverd, maar hij zou veel geweld hebben opgeroepen en zijn beweging zou tenslotte vernietigd zijn. Maar Jezus zocht de veldslag niet. Integendeel, hij deed iets goddelijks, hij koesterde de gekwetste mensen, zocht de zieken op en prees de armen van Geest. Hij verbond zijn eigen lot met dat van de machtelozen en zo had hij deel aan de eeu-wigheid. Met Pasen vieren we onze stoute hoop dat onschuld, barmhartigheid en mededogen toekomst hebben omdat ze niet zichzelf zoeken, maar het grote mysterie van de schepping. Pasen is de hoop dat God het kermen van zijn volk heeft gehoord, en het besef dat ik zijn oor ben! Het Emmausverhaal vind ik het mooiste paasverhaal. Het doet het mysterie recht.

Tijdens de Paasmis worden er rond de kerk eieren verstopt voor de kinderen.

Als er een kuiken uit een ei kan komen, wat kan er dan nog allemaal van ons worden?

Page 4: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 4

ruimte en grenzen in de liturgie

vA N DE r EDAcT I E

Na de themanummers van afgelopen jaar over geloofsopvoeding, diaconie, geestelijke verzorging en oecumene open we deze nieuwe, alweer de dertigste, jaargang met een themanummer over liturgie. Een thema dat volop in de belangstelling staat, getuige de aandacht die ook de verschillende univer-siteiten daaraan besteden. Had LUCE in 2006 een symposium over 'Wilde rituelen', de Theologische Faculteit van de Radboud Universiteit plaatst haar jaarlijkse faculteitsdag dit jaar in het teken van 'Ritu-ele creativiteit' (zie ook het artikel van Thomas Quartier). Liturgie vieren is breder dan de Eucharistievie-ren, al wordt dit door menigeen met elkaar vereenzelvigd. Even belangrijk is dat er praktisch gesproken een grote behoefte is aan 'rituele vieringen', zowel binnen als buiten de kerk, zowel met als zonder priester als voorganger. De vraag is hoe men met deze behoefte kan omgaan? Daarover gaat het in dit nummer.Met deze vraag worden priesters, diakens, pastoraal werk(st)ers, geestelijk verzorgers en andere gevormde leken voortdurend in de praktijk geconfronteerd. Moet men na jarenlang - of moet men zeggen eeuwenlang? - de voorschriften centraal te hebben gesteld nu alle ruimte geven aan de behoef-ten en de eigen inbreng van de mensen voor en met wie het ritueel gevierd wordt, opdat zij daadwer-kelijk actief kunnen deelnemen (participatio actuosa)? Of zijn er ook grenzen aan de eigen creativiteit en inbreng? Ton Reijnen belicht vanuit zijn pastorale praktijk in verschillende dorpsparochies in het Lim-burgse heuvelland dit probleem.Bovendien hoe creatief moet een voorganger zijn met een specifiek publiek? Margreet Spoelstra en Egon Verbraak geven ons een kijk in de keuken van de geestelijke verzorging bij mensen met een ver-standelijke beperking.Op weer een andere wijze wordt de voorganger uitgedaagd als hij moet werken met een zeer gemê-leerd publiek zoals in de gevangenis. Hier zijn duidelijk andere grenzen dan buiten de muren en moet er een heel eigen ruimte geschapen worden. Ruud Foppen geeft een schets van hetgeen hij zoal tegen-komt in de bajes en hoe hij daar toch liturgie kan vieren.We openen het thema met een beschouwend gesprek met prof.dr. A. Blijlevens die zich zijn leven lang wetenschappelijk en praktisch met dit thema heeft bezig gehouden.

De redactie wenst u veel leesgenot en inspiratie.

Oproep

Petitie 'Voor een onvoorwaardelijke erkenning van de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie'.

Zie: http://www.petition-vaticanum2.org/pageID_7328315.html

Page 5: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

5 maart 2009 -

GLOrIA ENIM DEI EST vIvENS HOMO(Sint Irenaeus)

Gesprek met prof. dr. Ad Blijlevens, redemptorist emeritus hoogleraar liturgiewetenschap en sacramententheologie UTP en KUN

r . L A N T M A N

Een halve eeuw liturgieNa 1964 – het jaar, dat de Nederlandstalige liturgie in de (rooms-)katholieke kerk werd ingevoerd – is het

aanschijn van het liturgische landschap grondig veranderd. Wat voor de een vooral winst was vanwege de

verstaanbaarheid, de nieuwe mogelijkheden in tekst, liederen en ritueel, werd voor de ander het begin van

een afbraakproces van de 'ene' liturgie.

Prof. Blijlevens heeft de ontwikkelingen mee-gemaakt, in de actieve zin van het woord, en heeft door woord en geschrift zijn geheel eigen aandeel in de reflectie op de inhoud en de vormgeving van de liturgie geleverd. Vanaf zijn benoeming in 1967 tot aan zijn emeritaat in 1993 zijn meerdere generaties studenten op de HTP, later UTP, en op de HBO-opleiding in Sittard, door hem gevormd. In het gesprek met hem zul je geen juichtonen horen, maar ook geen bitter-heid ten aanzien van verval of afbraak. Het zijn vooral de grote lijnen, vastgesteld door Vatica-num II, die hem blijven boeien en die hij belang-rijk vindt, zowel in reflectie als in de praktijk. Uiteraard passen daarbij altijd kritische kantte-keningen. Liturgie is mensenwerk. En als er één refrein is dat tijdens ons gesprek steeds terug-keert, dan is het de zorg om de concrete mens. Geen liturgie over de hoofden heen, maar aan-sluiten bij de actuele gemeenschap, die viert. Daarbij past – zo realiseer ik me later – het oude adagium van Irenaeus, dat ik hem tijdens zijn werkzaamheden aan de UTP, als docent maar ook als rector, vaak heb horen aanhalen: 'Gloria enim Dei est vivens homo'. - Gods eer is de mens die tot zijn recht komt. Dit zou zijn wapenspreuk kunnen zijn, boven de veelzijdigheid waarmee hij

het vak heeft beoefend. Vanuit stevige theologi-sche fundamenten, maar met oog en oor voor het realiteitsgehalte van liturgie in een proces van opbouw van de gemeenschap. Inzet voor plurali-teit, maar zonder de eenheid uit het oog te verlie-zen.

Voor Blijlevens zijn het vooral de grote lijnen die 'ruimte' en 'grens' van de liturgie bepalen. Lijnen, die in zijn werkzaamheid als docent, wetenschap-per en praktische beoefenaar van de liturgie altijd een centrale rol hebben gespeeld.De eerste is die van de lokale gemeenschap, temidden van andere lokale gemeenschappen, verbonden met de universele kerk. Het is de lokale gemeente die liturgie viert en de univer-sele kerk realiseert; de voorganger representeert de gemeente, gaat voor en is een tegenover. Het accent op de gemeenschap is een grote verwor-venheid van de huidige liturgie die moet worden vastgehouden. Blijlevens kijkt dan ook met enige zorg naar ontwikkelingen vanuit het centrale kerkelijk gezag dat bij voorbeeld de post-triden-tijnse mis weer in ere lijkt te willen herstellen. Niet alleen historisch, maar ook theologisch zijn hier kanttekeningen bij te plaatsen.

Page 6: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 6

Eenheid of uniformiteitHet na Trente verplicht gestelde Missale Roma-num bracht veel uniformiteit, te weinig een-heid. De teksten uit het Romeinse missaal zijn veelal abstract en algemeen, de rituele voltrek-king is gedacht vanuit de privé-mis van de paus; ze vraagt om een grote 'massa' toehoorders, wil deze algemeenheid tot haar recht komen. Blijle-vens wil daartegen een zekere pluriformiteit ten gunste van de lokale gemeente verdedigen. Die is er immers al geweest vanaf de eerste chris-tengemeente, en naspeurbaar in de praktijken van 'ontlening' van de eerste christengemeenten; wat zij als bruikbaar, goed en waardevol vonden, namen ze op in hun eigen vieringen. En - laat hij fijnzinnig merken - vergeet niet, dat wij nu een westerse liturgie hebben, terwijl daarnaast de oosterse ritussen hun eigen sporen getrokken hebben. Voor miljoenen mensen overigens, die daar hun geestelijk thuis in vinden. Een oosterse liturgie, die ons weer kan herinneren aan de hei-lige ruimte die we in de liturgie betreden en daarin ons geloof in God belijden. Het oosten kan ons weer voeden met de smaak voor, en het beleven van dat geheim dat aan ons geschiedt.

Maar ook theologisch lijkt dit streven naar unifor-miteit, zo kenmerkend voor de post tridentijnse liturgie, niet houdbaar. Al vóór Vaticanum II wordt door de liturgische beweging de nadruk gelegd op de gemeenschap die viert. Die nadruk op de vierende gemeenschap is karakteristiek uitge-drukt in de voor het Concilie zo centrale gestelde gemeenschap van christen - gelovigen als 'Volk Gods' en het 'Lichaam van Christus'.Liturgie is wezenlijk een ritueel, een symbolisch handelen, waarin tekst en symbolisch gebaar samen de 'actio' vormen. Ze vormen een eenheid. Terecht heeft her en der de liturgische muziek, met name de zang, een opwaardering gekregen, al moet er in dit opzicht nog heel wat gebeuren. De zang is niet een 'opluistering' van de litur-gie, maar is zelf liturgie: een symbolisch han-delen, waarin tekst en ritualisering samengaan en zelfs een eigen diepte kunnen geven aan de liturgische 'actio'. Het zingen in allerlei vormen en toonaarden heeft – als verhevigd, intens spre-ken – (opnieuw) een plaats gekregen op centrale plaatsen in de eredienst, ook in het eucharistisch

gebed. Het gaat dan niet om 'liedjes', maar om lie-deren, gezangen die qua vorm en inhoud passen in het betreffende deel en in het geheel van de viering. 'Ik ben blij', zegt Blijlevens, 'dat ik bijvoor-beeld via de Nederlandse Sint Gregorius ver-eniging wat kon en kan doen voor een gezonde vernieuwing, maar vrees tegelijk dat in ons land van bovenaf creativiteit wordt tegengewerkt en naar uniformering wordt gestreefd.'

De prediking is in de vernieuwde liturgie geher-waardeerd, maar staat voor niet geringe opgaven. Ze moet ruimte bieden voor een meervoudig ver-staan. Dat is, gegeven de grote pluriformiteit van christen gelovigen, niet gemakkelijk. In het ritueel is B als gevolg van de vernieuwing van Vaticanum II – terecht gesnoeid, maar Ad pleit wel voor een waardering van gebaren in de liturgie, en het op een juiste manier werken met symbolen. Eenzij-dig werken met teksten maakt de liturgie cere-braal, er is niets aan te beleven. Als voorbeeld noemt hij het ondersteunen van de voorbede met wierook en het leggen van accenten op bepaalde feestdagen, zodat het feestelijke karakter onder-streept wordt. Als pastoraaltheoloog heeft hij deze hernieuwde praxis niet alleen in tal van publicaties doordacht, maar ook naar creatieve wegen gezocht tot ver-nieuwing. Temidden van alle controversen en uiteenlopende meningen heeft hij het handwerk beoefend en voorbeelden uitgewerkt, zoals in de diverse UTP-publicaties voor de pastorale prak-tijk, waarvan hij samen met Ernest Henau een van de drijvende krachten was.

voorgangers opleidenDe vormentaal van de liturgie moet ook begre-pen worden, en kan ook worden geleerd. Wat dat betreft is Blijlevens nogal somber over de scho-ling van jonge voorgangers – een nieuwe lichting ritualisten? - en medewerkers in de parochie, die bovendien veel moeten doen waarbij degelijke ondersteuning ontbreekt. Zelf legde hij in liturgie-practica het accent op de bewustwording van de vormentaal van de liturgie; een gebed is anders dan een mededeling, het voorlezen van een tekst vraagt weer andere vaardigheden dan het je bewegen in de kerkruimte. Weten wat je doet, en weten van de geschiedenis van wat aan de orde

Page 7: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

7 maart 2009 -

is, en daarmee creatief omgaan. Dat heeft, het zij toegegeven, soms iets van koorddansen, wat kan wel, wat niet. In ieder geval is (zelf)onderzoek van voorgangers – aan de hand van criteria - een vruchtbaarder optie dan het klakkeloos volgen van de voorgeschreven rubrieken. Het voorbe-reiden van en voorgaan in liturgieën van verschil-lende snit hoort bij hun optreden.

Aandacht voor de 'voltrekking' van de liturgie brengt ons vanzelf bij het belang van rituelen. Zij vormen de antropologische grondstructuur van waaruit liturgie wordt opgebouwd en ver-staan. Blijlevens toont zich hier verwant aan zijn Tilburgse collega Gerard Lukken, die hierover heeft gepubliceerd. Menig student is dan ook over Geen leven zonder rituelen getentamineerd. Ook de ontwikkeling van 'ritual studies' kan op zijn belangstelling rekenen. Voor hem is het van-zelfsprekend dat in de bestudering van het ritu-

eel de verbinding met christelijke symbolen wordt gelegd. Blijlevens is – hij zegt het met enige spijt – niet meer in dit onderzoek betrokken en kan de ontwikkeling alleen van een afstand volgen.

Liturgie mag echter niet alleen maar een 'mooi' en doordacht ritueel zijn. Hoezeer dat ook zijn aandacht heeft – tijdens zijn professoraat heeft hij in onderzoek en publicaties actief de verbin-ding tussen liturgie en artes gezocht – er is geen schoonheid omwille van zichzelf. Als de ver-binding er met de concrete gemeenschap niet is, dan mist liturgie een belangrijk element. Als voorbeeld noemt hij de voorganger die de uit-vaart zeer 'mooi' doet, maar – hoewel het hem gevraagd is – in de laatste levensfase nooit aan-dacht heeft besteed aan de overledene. Verbin-dingen tussen kerk en maatschappij ziet hij in TV-uitzendingen van eucharistievieringen, met als voorbeeld de vieringen vanuit Onze Lieve Vrouw van Goede Raad uit Brussel. Tijdens de bege-leiding van scripties en stages heeft hij altijd het oog gehouden voor de verbinding van liturgie en andere vormen van pastorale betrokkenheid. Hij heeft nooit louter liturgen willen opleiden, maar mannen en vrouwen, die vanuit hun kennis en kunde van de pastorale praktijk in veelvormigheid op een goede manier kunnen voorgaan. En – dat zij er meteen aan toegevoegd – hij is er trots op, dat er vele studenten zijn die dit ambacht nu op verschillende posten in verschillende landstreken waarmaken.

In 1993 heeft hij afscheid genomen van de UTP, daarbij ook een rijk spoor aan publicaties achter-latend. In de hem aangeboden afscheidsbundel heeft de pastoraaltheoloog Ernest Henau hem getypeerd als veelzijdig wetenschapper, met oog voor een groot aantal thema's uit het vakgebied; spiritualiteit en kerkopbouw staan daarin voorop, maar ook de verbanden tussen liturgie en volks-religiositeit, scharniermomenten en artes – vooral muziek – hebben zijn aandacht getrokken en vastgehouden. In al deze veelzijdigheid van inhoud en vormgeving heeft hij spanningsvelden benoemd en positie gekozen, zonder in extremen te vervallen. Vanuit de genoemde theologische grondstructuur dienstbaar aan praktijk en con-crete mens.

Page 8: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 8

Page 9: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

9 maart 2009 -

Terugkijkend op zijn talrijke publicaties heeft Henau bij deze gelegenheid de wens uitgespro-ken dat Blijlevens zou terugkeren naar het thema van zijn proefschrift: "Het gebed als lofprijzing." De aandacht voor spiritualiteit in de UTP-tijd heeft geleid tot een jarenlange samenwerking met het Titus Brandsma Instituut. Opnieuw terugkijkend na 15-jaar ziet hij een parallel tussen de ontwikke-ling van spiritualiteit en liturgie. Beide keren terug naar hun oorsprong, van een opgelegde alge-meenheid en vroomheid naar de levende mens.

Nog immer actiefAd neemt in zijn emeritaat, ondanks een wat ach-teruit lopende gezondheid, nog van harte aan het vieren van en voorgaan in de lokale gemeen-schap deel. Al vanaf 1985 assisteert hij maande-lijks in de parochie van Kunrade en is met deze gemeenschap vertrouwd geraakt. Al meer dan dertig jaar gaat hij regelmatig voor bij de Zus-ters onder de Bogen in Maastricht, heeft met hen ook een liturgische vormgeving bevorderd die past bij deze communauteit en hij gaat daarmee door. Ook is hij voorganger bij Samen Onderweg in Heerlen en publiceert daar op verzoek in het nieuwsblad over met name liturgische onderwer-pen. Daarnaast wordt hij nogal eens gevraagd voor de begeleiding van ernstige zieken, het toe-dienen van de ziekenzalving en het leiden van de uitvaart, begrafenis of crematie. In deze plu-riforme praktijken onderkent hij de spanning tussen de algemene liturgie en de gerechtvaar-digde verlangens van mensen. Zoals dat ook het geval is bij doop- en huwelijksvieringen.

In deze veeleisende praktijk kan hij ook zelf hoofd, hart en handen blijven oefenen, zoals hij zijn talloze studenten heeft voorgehouden. Maar ook nu is hij nog steeds groepen van dienst in cursussen, trainingen en voordrachten. In dit jaar hoopt hij in het vormingsinstituut van Zenderen bezinningsdagen te verzorgen onder de titel "litur-gie en spiritualiteit, hier en elders, vandaag en morgen".

Gloria enim Dei...

Page 10: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 10

Een week voor de viering van Carnaval dit jaar was er in de Agathakerk van Eys een eucharis-tieviering in het Eyser dialect op verzoek van de Carnavalsvereniging 'de Öss'. Die zaterdagavond zat de kerk vol. Onder de aanwezigen de carna-valsprins en zijn secondanten, de jeugdprins en jeugdprinses van de Össkes, de raden van elf en tal van andere parochianen. De teksten waren die van de 6e zondag door het jaar in het Eyser dia-lect. De carnavalsvereniging had er voor gezorgd dat iedereen een tekstboekje had. Liederen waren gedeeltelijk volkszang, gedeeltelijk werden ze verzorgd door een groep zangers, verbonden met 'de Öss'. De Sjpass kapel zorgde voor een instrumentale bijdrage. De voorzitter van de ver-eniging hield een welkomstwoord waarin hij wees op het hoe en waarom van deze viering. Een van de Schriftlezingen en de voorbede werd verzorgd door leden aan de carnavalsvereniging. Aan de altaartafel dienden leden van de Raad van Elf.

In de kerk heerste een wonderlijk devote en aandachtige atmosfeer. Die werd vermoede-lijk mede in de hand gewerkt doordat het lezen van teksten in het dialect voor de meesten geen dagelijks werk is. Men moest zijn aandacht erbij houden waardoor men zich eerder realiseerde wat men las en bad. Kortom, het was een litur-gie van allen in verschillende 'rollen' die met aan-dacht werd gevierd. Ik vond het een exempel van ruimte binnen de grenzen van de katholieke liturgie: we gebruikten de (officiële) teksten van de 6e zondag door het jaar (B). Ze werden van tevoren met betrokkenen 'doorgepraat' om te zien of ze geschikt waren voor deze viering in de con-text van Carnaval. Met het oog daarop werd de Pauluslezing genomen (1 Korintiërs 10, 31 - 11,1) Ze waren goed vertaald in het Eyser dialect. De voorbede werd door mensen die verbonden waren met de carnavalsvereniging geformuleerd. Ze hadden betrekking op de saamhorigheid in

onze dorpsgemeenschap, op de godsdienstige dimensie van ons leven, op sociale thema's waar-bij ook aan mensen, 'die minder hebben dan wij' aandacht werd besteed. Zieken en overledenen werden niet vergeten.

Van belang bleken herkenbaarheid en de moge-lijkheid om betrokken te zijn. Het eerste werd gewaarborgd door de keuze voor de teksten en vormgeving van de eucharistie. Al degenen die naar de liturgie kwamen, kenden, ook bij een afne-mend kerkbezoek, nog minstens de structuur en vormgeving van de eucharistieviering. De betrok-kenheid van de aanwezigen uitte zich in het door velen vervullen van de diverse 'rollen' tijdens de viering. Alle aanwezigen namen goed beschouwd op diverse manieren deel aan deze liturgie.Eenzelfde verhaal kan verteld worden van regel-matig plaatsvindende gezinsvieringen in de diverse parochies, voorbereid door telkens kleine groepen ouders, die weer deel kunnen uitma-ken van een grotere werkgroep. In dezelfde trant kan melding worden gemaakt van vieringen die gestalte krijgen samen met een vocaal ensemble waarvan vooral jongeren deel uitmaken. Betrok-kenheid brengt mensen samen en engageert hen. Herkenbaarheid van structuur en vormge-ving bevestigt hun identiteit. Een heldere structuur en vormgeving blijken ook nodig voor gebedsdiensten en meditatieve, thematische vieringen. De kleine groepen die deze samenstellen hebben de nodige vrijheid bij het zoeken van teksten, het zoeken van liede-ren, instrumentale muziek en andere vormen van expressie. Ze dienen er weliswaar voor te zorgen dat naar de inhoud de teksten, liederen, en andere expressievormen herkenbaar zijn. De groepen die deze diensten voorbereiden hebben de beschik-king over allerlei publicaties op dit terrein, maar gaan ook te rade op internet. Waar nodig vraagt

ruimte en grenzen in de liturgieEen praktijkverhaal

A . r EI j N EN c . SS . r .

Page 11: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

11 maart 2009 -

men om advies. Mijn rol is een begeleidende, ondersteunende, informerende, adviserende. Men zou het een vorm van coöperatieve pastoraal kunnen noemen waarin een variatie van capacitei-ten wordt erkend en ondersteund. Voorgangers in deze laatste vieringen zijn parochianen.

Het woord 'liturgie' betekent 'dienst' en wordt vooral gebruikt om vormen van 'eredienst' aan te duiden, eredienst die zich afspeelt in samenkomsten van christenen. Met name in de katholieke kerk is in de liturgie de rijkdom aan uitdrukkingsvormen belangrijk. Zij cirkelt niet alleen rond het woord, maar rond een diversiteit van symbolen. Men mag er, denk ik, van uitgaan dat in de eredienst telkens de relatie tussen mens en God wordt gevierd: beleefd, gezocht, verlangd en uitgedrukt. Boven-dien is een van de kenmerken van liturgie dat ze in gemeenschapsverband plaatsvindt. Gelovigen vieren samen dat God zich over mensen ontfermt in Jezus Christus en dat zij zich aan God kunnen toevertrouwen. Dat betekent ook dat de aanwezi-gen van dat moment door mee te doen in de litur-gie, nader tot gemeenschap gevormd worden. Sámen zijn ze immers bezig met het vieren van hun geloof. Samen worden ze uitgenodigd dat-gene wat zij gevierd hebben uit te dragen in de samenleving. Voorwaarde is - het blijkt uit de prak-tijk dat de aanwezigen zich in de eredienst moeten kunnen herkennen: 'wat hier gevierd wordt is de eredienst van ónze gelovige gemeenschap'. Die gemeenschap maakt verder ook nog deel uit van de grote gemeenschap van Christusgelovigen, van de 'Kyriakè', eigendom van de Heer.

In het bovenstaande zijn ruimte en grenzen al aangeduid. Inhoud en vormgeving van de liturgie moeten zodanig zijn dat gelovigen, voor de ere-dienst bijeen, zich in de viering van hun 'eigen-dom van Christus' zijn kunnen herkennen. Dat zal over het algemeen gebeuren in een bepaalde tra-ditie, in mijn geval van de rooms katholieke tradi-tie. Daarin is het geloof van de vaderen aanwezig. Uit de geschiedenis blijkt dat die traditie niet sta-tisch is maar zich ontwikkelt in relatie tot de zich ontwikkelende cultuur en het daarbij behorende levensgevoel. Dat laatste vraagt om creativiteit. Daarbij past een regelgeving die de structure-ring en toetsing aan 'het geloof van de vaderen'

ondersteunt. Regelgeving verkeert daarbij in een zekere spanning tussen starheid en een mentali-teit van 'alles moet kunnen'. Het is een kunst om de juiste ruimte te bieden aan de geloofsexpres-sie van de gemeenschap zonder de inhoud van de geloofstraditie verloren te laten gaan. De gelo-vige gemeenschap heeft enerzijds ruimte nodig om de liturgie in de omstandigheden van de tijd als de hare te herkennen, van de andere kant is er sturing nodig om het 'geloof van de vaderen' in de liturgische expressie terug te blijven vinden. In de balans tussen ruimte en trouw aan de geloofstra-ditie door de eeuwen heen komt de herkenning tot stand van de geloofsgemeenschap in haar nu gevierde liturgie. Het belang van de mogelijkheid tot 'volledig, actief en bewust deelnemen' aan de liturgie wordt onderstreept door de Constitu-tie over de heilige liturgie (Sacrosanctum Conci-lium) van het Tweede Vaticaans Concilie uit 1963, n. 14. Dat vraagt om ruimte, maar ook om erken-ning van grenzen. Dat het zoeken van ruimte en de inkadering door grenzen met elkaar kunnen botsen zal duidelijk zijn. Het vraagt wijsheid om daarmee goed om te gaan.

In het geestesklimaat waarin ons deel van de wereld momenteel leeft, is er een grote gevoelig-heid voor dát het individu in de gemeenschap aan bod komt. De behoefte aan en bereidheid tot betrokkenheid bij het vitale gedeelte van de paro-chianen is groot, ook op het terrein van de litur-gie, dat in het verleden gedomineerd werd door de clerus. Men vergeet overigens wel eens dat die clerus daarbij weinig eigen zeggenschap had, maar te voldoen had aan allerlei voorschriften die al jaren vastlagen. G. Lukken citeert A. Bug-nini, secretaris van de Congregatie van de Ere-dienst, wanneer hij de tiende verjaardag van de boven geciteerde Constitutie in 1973 herdenkt: De liturgie.....'kan niet anders dan de weg volgen van het leven. Zonder vooruitgang zou zij aan bloedar-moede gaan lijden. Wanneer zij zich niet vernieuwt, zou dat haar dood betekenen'. (De onvervangbare weg van de liturgie. Hilversum 1980, 125).

De behoefte aan ruimte betekent in de praktijk nog niet de behoefte aan 'grenzenloosheid'. Er is immers te midden van het zoeken naar ruimte óók behoefte aan sturing en daarin het tonen van grenzen.

Page 12: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 12

In de tweede helft van de jaren tachtig studeerde ik, met mijn protestantse achtergrond, theologie aan de KTU in Utrecht. En ik had er colleges van Herman Wegman.Ergens in mijn bewaarde aantekeningen staat:'Zullen we niet naar een grotere eenvoud, minder theologische perfectie moeten streven, en vooral naar een meer narratieve ordening van de lezin-gen uit de Schriften, waarin niet alleen de jaarcy-clus maar ook de levenscyclus van de mensen en de thema's die hen bezighouden én hun diep-ste vroomheid en spiritualiteit aan bod komen en worden gevoed?'Ik herinner mij hoe hij, met zijn grote liefde voor de liturgie, ons aanspoorde om, met kennis van zaken, toch vooral vrijmoedig te zijn.Na mijn studie werd ik pastor in de Jonge Kerk in Roermond. Oecumene in de praktijk. Katholieken, protestanten, en soms ook mensen zonder kerke-lijke achtergrond die samenkomen om te leren, te vieren en te dienen, de drie pijlers van de Jonge Kerk. Het was en is een plek om vrijmoedig en creatief met liturgie om te gaan. Wekelijks wordt er brood en wijn gedeeld.

Ik herinner me een dienst, ik meen in 1996, die ik voorbereidde met jongeren die op het punt stonden de basisschool te verlaten. Twee van de jongeren waren toen ze nog heel klein waren geadopteerd, een in Sri Lanka en een in Colom-bia. Toen we spraken over het brood dat we in die dienst zouden delen, stelde een van de (Neder-landse) jongeren voor om deze keer in plaats van voor brood voor kroepoek te kiezen. Uiteindelijk hebben we kroepoek en matses gedeeld. Het ontroert me nog steeds als ik eraan terugdenk – dat één van die jongeren zo zocht naar ook iets 'eigens' voor die twee ver weg geadopteerde kin-deren. Er waren toen uiteraard mensen die er vragen bij hadden, maar het motief was zó sterk - we hebben het gelukkig gedaan.

Na de Jonge Kerk volgden jaren als pastor in een ziekenhuis in Tilburg, in verpleeghuizen in Bakel en Deurne en nu werk ik sinds bijna twee jaar bij de Stichting Kempenhaeghe in Heeze/Sterk-sel. Met name met mensen met een verstande-lijke beperking. En overal wordt liturgie gevierd en overal anders: omdat de mensen anders zijn; omdat hun context een andere is.

Vanuit die verschillende settings schreef ik een aantal korte schetsen. Ter illustratie.

voorgangerZondagmorgen.De dienst is in de ruimte van de fysiotherapie.De brug staat aan de kant en over een van de behandeltafels ligt een wit kleed.Iemand heeft bloemen neergezet en een Maria-beeld met brandende kaarsjes ervoor.Iemand van de technische dienst installeert de microfoon.Een voor een komen ze binnen, de meeste mensen in rolstoel, een enkeling lopend aan de arm van een verzorgende of van een familielid.Hij is er weer als eerste en terwijl ik van alles loop te regelen, kijkt hij rustig om zich heen.Als ik een cd opzet om het niet zo stil te laten zijn, straalt hij en vraagt of hij al mag zingen.Natuurlijk mag dat. "Zolang er mensen zijn op aarde... "Ik ga even naast hem zitten. Hij onderbreekt het lied en begint te vertellen. Hetzelfde wat hij vorige week vertelde, en de week daarvoor. Hij vertelt dat hij niet weet waar zijn kinderen zijn, maar dat zijn vrouw misschien in Indonesië is. Dat hij daar ook eerst was. Of was zijn zoon nou gisteren hier geweest?"Ik weet het niet meer", zegt hij, "Mooi liedje hè?"

Alle mensen zijn binnen, een paar slapen alweer

veelkleurige liturgie

M A rGr EET SpOELST r A

Page 13: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

13 maart 2009 -

een beetje en de viering begint.Mijn 'goedemorgen allemaal' wordt van alle kanten beantwoord.Het eerste lied "Vrede voor jou, hierheen geko-men", kennen de meeste aanwezigen niet. De melodie wél, hij ook. Met het liturgieblaadje vlak voor zijn ogen zingt hij mee, probeert de tenorstem. Het wordt een wonderlijk lied.Vol aandacht volgt hij alles.Ik vertel een verhaal en zo nu en dan hoor ik hem zeggen: "Dat weet ik niet meer". Soms staan er even tranen in zijn ogen. Maar als we weer gaan zingen, straalt hij en ik zie anderen van hem genieten.Tijdens het communiegebed staat hij op. Hij komt naast me staan, bidt langzaam en nadrukkelijk het Onze Vader mee.Daarna lijkt hij opeens verdwaald. Ik breng hem terug naar zijn stoel. Als hij even later de communie krijgt, is hij ont-roerd. Dan lacht hij weer.Tot slot zingen we een Marialied, "Wees gegroet o Sterre".Hij staat opnieuw op, uitbundig, zingt alle stem-men tegelijk.Ik spreek de zegen uit.Hij was mijn voorganger vanmorgen.

Onze vader

Ze woonde al jaren in het verpleeghuis.Ze lag al erg lang alleen nog maar op bed.Ze was wat knorrig en vaak moeilijk benaderbaar.Haar man kwam ook niet meer zo vaak – hij kon het niet meer opbrengen om bij haar te zitten en na een uur weer verdrietig alleen naar huis te gaan. De kinderen woonden allemaal ver weg.Ik liep zo nu en dan even bij haar binnen, praatte wat tegen haar, zong een Marialiedje, maar van communicatie was eigenlijk geen sprake.Ze was niet in de war, maar het leek of niets haar nog kon boeien. En ze ging niet voor- en niet ach-teruit.

We besloten in een teamoverleg haar voor te stel-len haar man, kinderen en kleinkinderen uit te nodigen om in een ziekenrite kracht te vragen

voor de weg die ze ging.Tot onze verbazing stemde ze onmiddellijk toe.

Het was een vreemde sfeer in die ziekenkamer die vroege avond. Ook in het voorbereidings-gesprek had ik steeds het gevoel de familie niet echt te kunnen bereiken en wat ik ook vroeg, ze konden over moeder en oma eigenlijk niets ver-tellen.

Haar man stond bij het raam, leek wel zo ver mogelijk bij haar bed vandaan te willen zijn. De kinderen stonden onwennig rond het bed, vijf kleinkinderen keken stilletjes rond, maar eentje viel me op, Bart, een jongetje van een jaar of zes met een vrijmoedige nieuwsgierigheid in zijn ogen.

Ik vertelde iets over de ziekenrite, over het hoe en waarom en gaf iedereen een boekje waar een deel van de teksten in stond zodat we die heel misschien samen zouden kunnen zeggen.

Ik sprak woorden van welkom, een gebed om nabijheid, een korte lezing uit de brief van Jaco-bus over het zegenen en zalven van zieken. Kleine Bart stond in het boekje te bladeren en zei midden in de lezing: "Hé, het Onze Vader, dat ken ik van school." En hij begon het hardop te bidden. Halverwege het gebed gingen familieleden voor-zichtig meedoen. Er ontstond enige verwarring in deze katholieke familie toen hij de protestantse versie bleek te kennen, maar dat gaf niet.Na het gebed vertelde zijn moeder, een schoon-dochter van de oude mevrouw, dat zij protes-tants was en dat de kinderen op een protestantse school zaten.Het ijs was gebroken en de hele kring kwam dich-ter naar het bed. Behalve vader, die bleef op een afstand.Ik zegende en zalfde moeder en oma en daar was Bart weer: "Mag ik dat ook?"Hij klom op het bed en ging op z'n knieën naast zijn oma zitten. Ik gaf hem het schaaltje met olie.Heel voorzichtig doopte hij zijn duim erin en maakte een kruisje op oma's voorhoofd en zei: "Oma, ik zegen jou in de naam van de Vader en de Zoon en... - hij keek vragend naar mij – o ja, de Heilige Geest." en gaf me het schaaltje terug.

Page 14: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 14

Op dat moment werd ik op mijn schouder getikt, vader, die de olie van mij overnam. Hij zalfde zijn vrouw en daarna ging de olie de kring rond. De oude mevrouw deed haar ogen open. "Dit is goed" zei ze en strekte haar hand uit naar de olie.Zij zalfde toen haar man, haar kinderen en klein-kinderen.

Ze heeft nog drie maanden geleefd.Alles was anders.

Elke zaterdagavond is er in onze instelling voor mensen met epilepsie en een verstandelijke beperking een kerkdienst in de Kapel die vroe-ger onderdeel was van het klooster op het terrein. Eens in de zoveel weken is er een Eucharistievie-ring, de andere weken verzorgen mijn collega of ik een Woord- en Communieviering.

Er zijn bewoners aanwezig, personeelsleden, vrij-willigers en een organist en de dirigente, die het bewonerskoor dirigeert.De vieringen zijn eenvoudig van opzet, maar altijd wordt er gezongen, gebeden, een verhaal verteld en brood gedeeld.Het is niet altijd een heel rustige dienst. Bewo-ners lopen rond, komen iets vertellen of vragen iets, roepen weleens en genieten soms ook van de galm die het roepen in de ruimte van de kerk geeft. Dat vraagt flexibiliteit van de voorganger, maar is ook vaak heel verrassend en ontwape-nend.

Het verloren geitjeEen zaterdagavond in oktober.Het is vrij rustig in de kerk en het koor staat en zit (er is een aantal 'rolstoelers' bij) stralend te zingen. "Waar liefde mensen samenvoegt, worden stenen een paleis."Een van de mensen houdt de liedbundel onder-steboven en zingt gewoon uit volle borst mee. Een ander zingt alleen klinkers. Weer een ander is steeds net iets eerder klaar met een regel. Een veelstemmig lied.

Een meervoudig gehandicapte bewoner geeft in zijn stukgelezen en elke week trouw meege-brachte kinderbijbel met viltstift de plaatjes weer een nieuwe kleur.Iemand krijgt een lichte epilepsie-aanval, maar gelukkig is er meteen een verzorgende bij en de dienst kan verder gaan.Een van de bewoners loopt wat onrustig rond en wijst naar alles wat beweegt. Als het koor zingt, staat hij achter de dirigente en dirigeert mee. Daarna loopt hij voorzichtig terug naar zijn plaats en aait even over de wang van zijn begeleidster.Ik vertel het verhaal over het verloren schaap. Hoe verdrietig de herder is en hoe hij zoekt en zoekt en zoekt; op de bergen en in de dalen, achter de struiken en bij de rivier. En hoe hij, na uren zoeken, eindelijk, eindelijk heel zachtjes hoort: "mèèèh, meèèh..."Verwachtingsvol kijk ik de kerk in: de mensen zullen ook wel blij zijn dat het schaap eindelijk terecht is. Maar Joop, een van de oudere koor-leden, zegt onmiddellijk: "Dat is het schaap niet, dat is een geit".En of de herder nu wil of niet, hij moet verder zoeken. Hij gaat uiteindelijk terug naar de schaapskooi met over zijn ene schouder een geit en over de andere schouder een schaap. Geluk-kig, ze zijn allemaal weer veilig thuis.Dan bidden we voor verdwaalde schapen, voor verdwaalde geiten en voor verdwaalde mensen. We zingen: "Dag en nacht Heer, waakt Gij als een herder over mij".

Even later geven de beide misdienaren me met een eerbiedige buiging het brood aan. Een van hen heeft ook de bel al in zijn hand en luistert zorgvuldig naar de tekst van het Tafelgebed om de bel op het juiste moment te kunnen laten klin-ken. We zingen het Onze Vader en delen het brood.

Na de zegen wordt het "Lang zullen ze leven" ingezet voor de bewoners die deze week hun verjaardag vieren. Het zijn er twee deze keer en, staande bij het altaar, zingen en klappen ze van harte mee.Dan gaan de deuren weer open. Op de afdelin-gen staat de koffie klaar.

Page 15: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

15 maart 2009 -

DE ONTZUILING DE ONTZUILING DE ONTZUILING DE ONTZUILING DE ONTZUILING DE ONTZUILING

Blasfemie

M EI N DErT M U LLEr

“Christus is verrezen!Dus laat ons vrolijk wezen.Hiep-hiep-hiep hoera!Wie doet het hem na?”

In ver vervlogen tijden, toen het dagblad nog Rooms-Katholiek was en zich derhalve aan de voor-avond van kerkelijke hoogtijdagen diende te tooien met een passend (Paas-/Pinkster-/Kerst-/Maria-)gedicht van een te goeder naam en faam bekend staand katholiek auteur, circuleerde tijdens een Goede Week bovenstaand gedicht door de bure-len van De Volkskrant. Het versje - hoewel toch niet geheel van diepgang en kernachtigheid ontbloot - kwam mijn oom Frans, de auteur, op een fikse repri-mande van de hoofdredacteur te staan. Ontslag volgde pas, toen hij enige tijd later zijn typemachine door een raam naar buiten kieperde; dit bracht hem de verlangde vrijheid en een levenslange uitkering wegens arbeidsongeschiktheid. Andere gedichten die hij naliet, blijven indringend getuigen van zijn Jacob-achtige worsteling met God.Zou de hoofdredactionele berisping, zo denk ik nu, voldoende kunnen zijn om mijn oom Frans uit te roepen tot martelaar van de vrijheid van menings-uiting avant la lettre? Destijds werd zijn gespot als godslasterlijk beschouwd én streng berispt. Maar blasfemie is tegenwoordig geheel comme il faut en onder de spraakmakende intelligentsia een wel-daad van vrije meningsuiting, evenals schoffering en discriminatie. En ik zou oom Frans niet graag onder dat gezelschap zien vertoeven; hoe venijnig hij ook uit de hoek kon komen, daar was hij toch te beschaafd, te intelligent en te zachtmoedig voor.Mensen lijken niet zonder het houvast van het abso-lute te kunnen. Het lukte oom Frans niet om God van zich af te schudden, hoe hij daar ook zijn best

voor heeft gedaan. Maar ook de spraakmakende elite van Nederland die dat wél voorbeeldig gelukt is en die daar welbespraakt van getuigt, heeft het ene absolute ingeruild voor het andere: God voor de Vrijheid Van Meningsuiting. De Vrijheid Van Meningsuiting verdraagt geen enkele beperking, aarzeling, kanttekening of relativering. De Vrijheid Van Meningsuiting is het hoogste goed. Daarvan moeten wij getuigen en daarvoor moeten wij ons leven veil hebben. Het bloed der martelaren...God inruilen voor de Vrijheid Van Meningsuiting, op zich nog niet zo’n gekke ruil. Voor minder is God ingeruild: voor Geld, voor Macht. De Vrijheid Van Meningsuiting met de dood bekopen: er zijn min-dere idealen om voor te sterven. Het gevaar zit zoals altijd in het verabsoluteren van idealen; het is de erf-zonde van alle religies. Niets of niemand bestaat op zich en kan alleen vanuit en in zichzelf beoordeeld worden. Geen God zonder mensen. Geen ik zonder de ander. Geen vrijheid zonder verantwoordelijk-heid. Wie of wat zich onttrekt aan het verband, het evenwicht, ofwel het almaar zoeken daarnaar, krijgt de stralenkrans van een oververhitte kernreactor en vormt een dodelijk gevaar.Ik vind mijn oom Frans een heel wat authentieker en acceptabeler heilige van de religie van de Vrije Meningsuiting dan een Geert Wilders. Maar mijn oom wilde zeker geen heilige zijn, en helemaal geen held, veel te bang om zelfs maar een koutje te vatten. Geert wel, niets liever. Met Fitna onder de arm reist hij de wereld rond, alle knevelaars van het Vrije Woord met superieure minachting trotserend. Met zijn martelaarschap wil het nog niet echt vlot-ten; de meest reële mogelijkheid daartoe lijkt voor-alsnog, dat hij door de fundamentalisten van het Vrije Woord wordt doodgeknuffeld.

Page 16: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 16

Er was een tijd waarin de conclusie die ritueel-wetenschappers uit dit soort onzekerheden trok-ken neerkwam op een pessimistische diagnose: het ritueel zou verdampen omdat het zijn van-zelfsprekendheid en daarmee zijn bestaans-recht zou hebben verloren. Maar vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw komen we ook een ander geluid tegen: in plaats van een pessimis-tische inschatting zien wetenschappers rituelen overal bloeien en groeien. Als de ziekenzalving haar vanzelfsprekendheid heeft verloren, komt er wel iets nieuws voor in de plaats. Beide diagno-ses – het pessimisme en het bloeien en groeien – kloppen voor een deel. Tegelijk zijn beide mijns inziens eenzijdig. Het is een feit dat er tegenwoor-dig veel traditionele rituelen wegvallen omdat mensen ze simpelweg niet meer willen of niet meer kennen. Maar dat betekent nog niet dat zij in de praktijk van de huidige geestelijke verzor-ging geen rol meer kúnnen spelen. Tevens is het voor iedereen zichtbaar dat tegenwoordig nieuwe rituelen ontstaan, bijvoorbeeld de eigen invulling van overgangsriten. Dat houdt echter niet in dat traditie en stabiliteit geen rol meer zouden spelen binnen het rituele handelen.

Geestelijk verzorgers staan vandaag voor de uit-daging in geen van de valkuilen te trappen die

hier op de loer liggen: niet vies zijn van traditio-nele vormen alsof die geen bestaansrecht meer zouden hebben. Niet dwars liggen als mensen hun eigen ideeën voor het rituele handelen willen inbrengen. Tegelijk wel recht doen aan de behoeften van mensen, ook al gebruikt men een traditionele vorm. En ook recht doen aan de tra-ditie, ook al laat men alle ruimte voor de eigen inbreng van mensen.

ritualiseren Ritueel handelen is tegenwoordig een hele opgave, maar ook een uitdaging. Wat moet de geestelijk verzorger concreet doen? Het hangt er maar van af wat de achtergrond is van de cliënt en de mensen om hem of haar heen. Dan kan de ene valkuil of de andere opengaan. Het is moge-lijk dat opa ernstig ziek is en graag het sacrament der zieken wil ontvangen. De geestelijk verzorger moet dan duidelijk aangeven wat hij kan en wat niet. Tevens moet hij of zij rekening houden met de andere mensen die aan het ritueel deelnemen, bijvoorbeeld de kinderen of de kleinkinderen. Ten slotte moet hij of zij proberen een weg te vinden binnen de spanningsverhouding tussen verschil-lende verwachtingen en verplichtingen. Hoe kan een gezond evenwicht worden gevonden? Het

ritualiseren in de Geestelijke verzorging

T HOM AS QUA rT I Er

Iedereen kent de discussie als in een ziekenhuis iemand gaat overlijden: wat moet en kan dan gedaan

worden om dat moment ritueel te kunnen markeren? In veel gevallen is het vanzelfsprekend dat de zieken-

zalving toegediend wordt aan de stervende. Geestelijk verzorgers geven hier invulling aan. Maar tegelijk

beginnen daar al de vragen: Wat doen als de patiënt geen katholiek (meer) is? En als de geestelijk verzor-

ger geen priester is? Dan zijn er meer vragen dan antwoorden. Aan de ene kant is er de vraag hoe het ritu-

ele handelen bij het overlijden van iemand aan kan sluiten bij de belevingswereld van die concrete patiënt

en zijn of haar dierbaren. Aan de andere kant dient de vraag gesteld te worden hoe men recht kan doen

aan een bepaalde traditie waarin een ritueel staat, in dit geval de katholieke traditie.

Page 17: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

17 maart 2009 -

gaat er telkens om te ritualiseren, zoals de Cana-dese rituoloog Ronald Grimes het noemt.1 Hij bedoelt daarmee het vinden van een rituele weg tussen het oude en het nieuwe, het individuele en het collectieve, het particuliere en het universele in. Daarbij ontstaan nieuwe vormen, maar ook die zijn vaak niet uit de lucht gevallen. Een 'heront-dekking' (re-invention) is wat er dan in de rituele praktijk gebeurt. Om het concept ritualiseren in de context van de huidige geestelijke verzorging beter te kunnen begrijpen, zijn mijns inziens drie begrippen van belang: rollen, repertoires en sym-bolen.

rollenDe traditionele geestelijk verzorger voert het ritu-eel van de ziekenzalving in de meeste gevallen uit. Ritueel gesproken heeft hij dan de rol van voorganger. Hij is degene die handelt. Zoals aan het begin al gezegd, is deze rol bij de ziekenzal-ving vaak problematisch geworden doordat veel geestelijk verzorgers geen priester meer zijn en daardoor vanuit de traditie geen gelegitimeerde voorganger kunnen zijn binnen dit ritueel. Ik wil hier niet ingaan op de discussie over 'tussenop-lossingen' zoals een ziekenzegen. Ik wil eerder een vraag stellen die daaraan vooraf gaat: is de rol van voorganger op ritueel vlak wel de enige rol die de geestelijke verzorger in de huidige praktijk kan en moet spelen? Mijns inziens gaan er tegen-woordig een aantal stappen aan het concrete rituele handelen vooraf die een andere rol van de geestelijk verzorger vragen: de rol van ritueel begeleider.2

Welke achtergrond cliënten in de huidige con-text van de geestelijke verzorging ook hebben, het is nooit vanzelfsprekend welk ritueel op welke wijze geschikt voor hen is. Vandaar dat de gees-telijk verzorger in eerste instantie samen met cli-enten moet verkennen, welke elementen in hun eigen biografie zitten die belangrijk zijn voor het ritualiseren. Voor veel mensen zal dat een religi-euze praktijk of opvoeding zijn, bijvoorbeeld in de rooms-katholieke traditie, maar voor anderen wel-licht niet. Wellicht voelen ze zich met een andere religieuze traditie verbonden, of ze zijn niet religi-eus. De taak van een begeleider houdt dan in dat

aan cliënten de mogelijkheid getoond wordt om het moment van afscheid ritueel te markeren. Dan kan in de tradities en bronnen die ter beschik-king staan worden gezocht naar goede vormen. Pas daarna kan de vraag worden gesteld wie nu concreet wat kan doen. Wat doen de mensen om een stervende heen zelf? Wat kan de gees-telijk verzorger doen? En in welke gevallen is het wellicht nodig dat een gelegitimeerde voorgan-ger ingeschakeld wordt, zoals een priester in het geval van het sacrament van de ziekenzalving? De rollen van begeleider en voorganger kunnen dan samenvallen, maar dat hoeft niet het geval te zijn.

repertoiresNaast de vraag wie welke rol speelt, is het in het ritualiseren tevens belangrijk om geschikte reper-toires te vinden: een van de cruciale taken van de rituele begeleider. Maar waar kunnen deze repertoires vandaan komen? Zoals gezegd: soms zijn het traditionele riten die passen bij de rituele behoefte van mensen. Maar soms is dat niet het geval. Dan is het belangrijk zich af te vragen wat een ritueel op het moment van crisis zou moeten doen. Het belangrijkste bij een ritueel is dat het voor structuur en betekenis zorgt.3 Met struc-tuur bedoel ik dat het repertoire in de situatie van crisis houvast kan bieden aan mensen. Het is niet zomaar een handeling, maar een handeling waarop mensen terug kunnen vallen. Men hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Tegelijk mag de structuur echter ook weer geen keurslijf zijn. Wat de betekenis betreft geldt hetzelfde: in de handeling ligt een betekenis bevat die het louter rationele overstijgt en die zingevend voor mensen werkt. Deze mag echter ook weer niet zo ver van hun gewone denken verwijderd zijn dat ze hem niet meer kunnen begrijpen. Met betrekking tot repertoires bestaat vandaag de dag een heel palet. Soms zijn deze traditio-neel en collectief, soms eerder individueel en persoonlijk. Bij overgangsriten is dit duidelijk te merken: sommige mensen kiezen bewust voor een traditionele religieuze vorm, denk maar aan de requiemmis bij de uitvaart. Anderen stellen het op prijs zo veel mogelijk zelf te kunnen invul-

Page 18: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 18

len, zoals uit veel niet-kerkelijke uitvaarten blijkt. Het is van belang je te realiseren dat een ritueel altijd tussen het traditionele – hetgeen je niet zelf hebt verzonnen – en het individuele – hetgeen bij jezelf past – in zit. Hier komen de valkuilen terug waar ik eerder over gesproken heb: een ritueel mag niet aan de behoeften van de mensen voor-bij gaan. Maar het mag daar ook niet toe gere-duceerd worden. 'Repertoire' is daarom ook geen vastgelegd begrip: het laat ruimte voor een vrije omgang en voor tussenvormen.

SymbolenEen manier om valkuilen uit de weg te gaan en goed met de spanning tussen het individuele en collectieve om te gaan is het werken met symbo-len. Symbolen zijn objecten, maar soms ook lie-deren, teksten of gebaren, die meer betekenen dan op het eerste gezicht lijkt. Denk maar aan religieuze symbolen zoals de zalf bij de ziekenzal-ving. Hij verwijst naar de steun van God tijdens ernstige ziekte, maar het gaat zelfs nog verder: hij ís in zekere zin een steun. Meer individueel kan aan het horloge worden gedacht dat in een familie van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven. Dat horloge is niet alleen maar een teken voor de familie en haar traditie, maar het ís een stuk van die traditie.4

Het is kenmerkend voor symbolen dat ze brug-gen kunnen slaan. De brug tussen het hier en nu en het transcendente, maar ook tussen het tradi-tionele en het persoonlijke. Uit onderzoek weten we dat juist de combinatie van een rituele traditie waarop men terug kan vallen en een eigen invul-ling van bijvoorbeeld het afscheid van een dier-bare voor grote groepen mensen zeer belangrijk is. Het hoort dan ook bij de rol van ritueel bege-leider om samen met cliënten naar mogelijke symbolen te zoeken die een ritueel repertoire toe-gankelijk en betekenisvol kunnen maken. Veel zal daarbij van de mensen zelf afkomstig zijn. Het horloge, maar wellicht ook een bepaalde bloem die voor oma altijd veel heeft betekent. De gees-telijk verzorger kan vanuit zijn of haar eigen des-kundigheid echter ook iets aanreiken dat tot werkzaam symbool kan worden. Daarbij vertrekt hij of zij vanuit religieuze tradities, soms de eigen

traditie, maar soms wellicht ook andere bronnen waar symbolen in te vinden zijn. Bij het ensce-neren van die symbolen is dan wellicht weer de voorganger nodig als een traditioneel religieus ritueel uitgevoerd wordt. Als het ritueel eerder individueel van aard is, zijn mensen echter wel-licht ook hun eigen voorganger.

rituele creativiteitEn daarmee zijn we in zekere zin weer terug bij het begin: het is een hele opgave om tegenwoor-dig binnen de geestelijke verzorging adequaat te kunnen ritualiseren. Er is een creatieve houding voor nodig die ook de eigen creativiteit van cli-enten weet te stimuleren. Wij hebben binnen het Thanatologisch Centrum in Nijmegen hiervoor het begrip 'rituele creativiteit' ontwikkeld.5 Wel-licht is in deze korte schets duidelijk geworden dat creativiteit niet per se vrijblijvendheid inhoudt: ze beweegt zich in zekere zin tussen tradities, cli-enten en geestelijk verzorger in. Ritueel is een communicatief gebeuren, en dat is tegenwoordig soms anders dan in het verleden waar de com-municatie altijd op een gemeenschappelijke ritu-ele taal terug kon vallen. Creativiteit vergt een houding waarop men telkens weer moet reflecte-ren. Wellicht kunnen de begrippen rollen, reper-toires en symbolen daar een kleine leidraad voor zijn – voor geestelijk verzorgers, maar ook voor anderen die in de ene of andere rol ritualiseren.

Dr. Thomas Quartier (1972) is docent voor Rituele en Liturgi-

sche Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Tevens

is hij onderzoeker aan het Thanatologisch Centrum aan

dezelfde universiteit. Email: [email protected]

1 Ronald L. Grimes, Deeply into the bone. Re-inventing rites of passage. Berkeley: University of California Press 2000.

2 Thomas Quartier, 'Voorganger of begeleider? Rituelen rond sterven en dood in de moderne geestelijke verzorging.' In: Tijdschrift voor Geeste-lijke Verzorging 11 (2008)74, p. 15-25.

3 Thomas Quartier, Ritual Studies: een antropologische bezinning op de liturgie. In: Tijdschrift voor liturgie 91, p. 218-229, 2008.

4 Thomas Quartier, 'Personal Symbols in Roman Catholic Funerals in the Netherlands. In: Mortality 2009.

5 Eric Venbrux, Meike Heessels & Sophie Bolt, Rituele Creativiteit. Actu-ele veranderingen in de uitvaart- en rouwcultuur in Nederland. Zoeter-meer: Meinema 2008.

Page 19: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

19 maart 2009 -

Hier is voor mij een wereld opengegaan. Niet alleen omdat de wereld van verstande-lijk gehandicapten ver van me af stond. Maar ook omdat ik nu – anders dan in vorige banen – voor moest gaan in liturgievieringen. En hoewel ik dat in het begin best moeilijk vond, heb ik deze vieringen ervaren als heel speciale momenten om met bewoners samen te zijn.

We vieren de liturgie op verschillende momen-ten, soms in grotere, soms in kleine groe-pen. Steeds staan bewoners centraal, maar medewerk(st)ers en familie zijn uitdrukkelijk welkom. Het gaat om vieringen rond grote ker-kelijke feestdagen, om themavieringen en om vieringen rond het overlijden van bewoners.

Onze vaste liturgische ruimte is de kapel in de hoofd-locatie van Op de Bies. Hierin is voor ongeveer 30 personen plaats, inclusief mensen met een rolstoel. Bij grotere groepen (dat is het geval bij de grote vie-ringen en bij uitvaartplechtigheden) wijken we uit naar de Grote Zaal. In sommige gevallen vinden de vieringen plaats in de huiskamer van een woon-groep of in een ruimte van een activiteitencentrum. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij groepen die zover van de hoofdlocatie afliggen dat de reis naar de kapel te lastig is. Het gebeurt ook wanneer bewoners moei-lijk buiten de vaste structuur kunnen die hun woongroep biedt, zoals het geval is bij een groep dementerende ouderen met Down.

We proberen bewoners zo veel mogelijk een actieve rol te geven binnen de viering. Dit doen we onder andere door ze als misdienaar taken te geven binnen de viering, door een gesprekje aan te gaan rond het thema, door in te gaan op spontane

opmerkingen die ze tijdens de viering maken, door thema’s te kiezen die op dat moment binnen hun leefwereld van belang zijn (zoals een aanstaande verhuizing). Ook het samen versieren van de paaskaars in de ouderensoos bevordert de betrokkenheid.

De kracht van onze vieringen zit voor een groot gedeelte in de herhaling. Deze maakt dat mensen weten wat er komt. Een vast onder-deel in onze vieringen waar men op wacht, is het aansteken van kaarsjes in onze wereld-bol. Dit is een kandelaar voor acht kaarsjes in de vorm van een wereldbol. We gebruiken de wereldbol bij de voorbede. Onder het uitspre-ken van een persoonlijke intentie mogen enkele

bewoners een kaarsje aansteken. Meestal wordt een kaarsje aangestoken voor familie (vaak pap of mam) of een overleden medebewo(o)n(st)er. Dit geheel van licht aansteken, herdenken en de daarmee gepaard gaande emoties is erg indrukwekkend.

De vieringen geven de bewoners de mogelijkheid om emoties een plek te geven. Door ze te uiten en ze op te laten gaan in een ritueel. Tijdens vieringen gebeurt het vaak dat mensen hun verdriet uiten, meestal naar aanleiding van een mooi stuk muziek, zoals gregoriaanse muziek of een Ave Maria.

De viering bewerkstelligt ook rust. Het aansteken van de kaarsjes van de wereldbol, afgesloten met het Onze Vader is hierin een belangrijk moment. Ook muziek speelt hierbij een rol. En hoe spontaan men soms ook reageert, het is wonderlijk hoe stil het bijvoorbeeld kan zijn onder het tafelgebed tijdens een woord- en communieviering.

Liturgie vieren in Op de Bies

woorden schieten tekort

EG ON v Er Br A A k

Bijna twee jaar geleden ben ik als pastor/geestelijk verzorger gaan werken in Op de Bies, een voorziening

voor mensen met een verstandelijke beperking. De hoofdlocatie van Op de Bies ligt in Landgraaf; daar-

naast zijn er vestigingen in o.a. Kerkrade, Simpelveld en Heerlen.

Page 20: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 20

Het meezingen met bekende liederen brengt veel vreugde. Liedjes die ze van vroeger kennen, zoals ‘O sterre der zee’, ‘Geef mij kracht’ of ‘Wij zijn samen onderweg’, worden door iedereen met een stralend gezicht en uit volle borst meegezongen. Laatst zelfs nog op straat, onderweg van de kapel terug naar de woongroep.

Communicatie vormt een wezenlijk onderdeel in onze vieringen. Daarbij proberen we een beroep te doen op zoveel mogelijk zintuigen: horen, voelen, zien, ruiken. Het is de kunst om het thema van een viering op verschillende manieren te ontsluiten.

De manier van communiceren varieert afhankelijk van de groepen die vieren. Sommige bewoners rea-geren heel spontaan op alles wat gezegd wordt, door wendingen in het verhaal te beamen of door er eigen ervaringen bij te noemen. Anderen worden vooral geraakt door (dia-) beelden die bij een tekst getoond worden, door de toon waarop er voorgelezen wordt, door allerlei effecten als het blazen van zeepbellen of het gebruik van een klankschaal...

Wat goed werkt, is het aanbieden van concreet mate-riaal: rondvliegende herfstbladeren als het over de herfst gaat, waterspetters als het over storm op zee gaat, dozen waarin bijvoorbeeld het altaarkruis is neergelegd als het gaat over het thema 'inpakken en verhuizen'. Door mensen het materiaal niet alleen te laten zien, maar ook aan te laten raken geven we hen zo veel mogelijk de kans om de viering te ervaren.

We benaderen bewoners heel persoonlijk. Dit doen we met woorden maar ook (en vaak tegelijkertijd) door even via aanraking contact met hen maken. Een bijzondere manier is het oliën van de handen met rozenolie. Wij symboliseren hiermee de zorg en bescherming die we elkaar toewensen en die we nodig hebben op onze levensweg. In het bijzonder krijgt dit ritueel een plaats wanneer we bewoners bij hun sterven begeleiden.

Liturgie vieren in Op de Bies maakt indruk door de betrokkenheid van bewoners. Een hele uitdaging, maar het is prachtig om daarin een rol te mogen spelen.

"Hebt u een bijbel voor me?", vraagt een gedetineer-

de. "Niet zo'n dikke, want hij moet onder m'n kus-

sen; dat helpt tegen het kwaad". In de wereld van

de gevangenis wordt veel geleden en geloofd. Ik val

meestal stil bij de bijna benijdenswaardige stellig-

heid waarmee voor mij wonderlijke geloofswaarhe-

den worden verkondigd.

Het neemt soms ook erg grillige vormen aan die kunnen samenhangen met vroege herinneringen aan een godsdienstig leven thuis of met opvattingen ont-leent aan stripverhalen of songteksten van popidolen. Populair is vaak het laatste bijbelboek De Openbaring van Johannes. En dan spreek ik nog niet eens over de wereld van geesten en andere duistere krachten die mensen uit verre streken met zich dragen. Niet voor niets is er in ons "Liturgisch Werkboek voor Jus-titiepastores" een hoofdstuk over "de celreiniging". Een vroegere collega, met vele ervaringsjaren in de Afrikaanse missie, was uitermate bedreven in het ritu-

eel dat moest voorkomen dat kwade krachten die in een cel onheil hadden gesticht, opnieuw bij de vol-gende bewoner zouden toeslaan. Religie, geloof, vooroudergeloof, geloof in goede en kwade gees-ten, magie, bijgeloof; het loopt allemaal door elkaar in het leven achter de tralies en in de wereld van de detentie. Daarom is het goed om elke zondagmorgen in de bajes onze liturgie te kunnen vieren; om via de "godsdienstoefeningen" een liturgische structuur aan te bieden en om elkaar zo te helpen de geesten te onderscheiden.

Liturgie in de bajes

rU U D FOppEN

Foto: Kurt Hansen

Page 21: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

21 maart 2009 -

In onze kleine kerkruimte kunnen hooguit veertig mensen bij elkaar komen, inclusief enkele vrijwilligers en toeziend personeel. In het kader van de "Oecume-nische Strategische Alliantie" van het protestantse en rooms-katholieke justitiepastoraat werken mijn collega (r.k.) en ik nauw samen, maar er blijven eigen accen-ten. Om de beurt doen wij 's zondags dienst en dan twee kerkdiensten na elkaar, vanwege de aantallen en de verschillende gevangenisregimes. Met ons gedeti-neerdenkoor oefenen we elke week een uur met het oog op de zondag. In onze kerkruimte is de gevan-genissfeer wat weggedrongen door zachte kleuren, lichtdempende gordijnen en speciaal aangebrachte verlichting. Er is een eenvoudig liturgisch centrum, met een tafel of altaar, waarover de antependia in de liturgi-sche kleuren. Daarnaast staat de paaskaars, die vorig jaar zo groot uitviel dat de vlam bijna het verlaagde plafond raakte. Er moest een kleine noodkandelaar komen. Een kaarsentafel en een piano completeren het geheel. Daartegenover staan de veertig stoelen in halve cirkels. En ondanks dit alles blijft het toch nog steeds teveel een voormalig kantoor. Een ruimte waar je als vanzelf stil wordt en je je opgenomen weet in een andere werkelijkheid vraagt kennelijk om een heel eigen bouwkundige dynamiek. Maar als protestant geloof ik wel dat de liturgie als "dienst aan God" ook de meest ongastvrije ruimte kan overwinnen.

EssentieOnze kerkgangers zijn zeer divers. Wie passeert er zoal op de zondagmorgen in de gevangeniskerk? Frans- of Engelssprekende Afrikanen met een evan-gelicale inslag, Oosters orthodoxen uit Roemenië of Servië met een dringende wens om de "echte" litur-gie te vieren, muzikale Antillianen en Surinamers die graag zingen, zeer traditioneel katholieke Italianen, hoogliturgische Anglicanen, Pinkstermensen die de steun van de eigen groep missen, zigeuners die het Onze Vader in het Sinti bidden, orthodoxe protes-tanten die psalmen willen zingen, een verdwaalde priester, maar vooral veel mensen die niet zo veel op hebben met de kerk maar die gewoon even stil willen zijn en een kaarsje komen opsteken. Hoe kan liturgie in zo'n heterogeen gezelschap dan samenbindend zijn? Toen ik dertien jaar geleden begon bedacht ik me: door de liturgie terug te brengen tot essentiële onderdelen, ook vanwege de beperkte tijd. Als ik het simpel zeggen mag komen de volgende onderdelen steeds weer terug: de "voorbereiding" met het kyrie en gloria, de "dienst van het Woord" met Bijbellezing en preek en de "dienst van de tafel" met het avondmaal (eucharistie) en gebeden. Het klinkt traditioneel, maar dat betreft vooral de ópbouw

van de liturgie. De teksten zijn in een zoveel mogelijk gewone verstaanbare taal, de melodie van de liede-ren zijn vaak ontleend aan de wereld van de popu-laire muziek en de preek is kort en sluit aan op het leven van alledag – ook in de bajes. Het aansteken van het licht speelt een belangrijke rol, evenals het samen stil worden en het voor Gods aangezicht bren-gen van de namen en gezichten die we met ons mee-dragen. Ik vind het belangrijk dat te benadrukken: dat leven alleen bestaat uit samenleven, dat we zonder de ander nergens zijn, dat de band met onze vader of moeder of kinderen en andere familie onverbreke-lijk is, hoe moeilijk en lastig soms de relatie met hen is. Dat ook de namen en gezichten van de slachtof-fers present mogen zijn, in de stilte, in de voorbeden, in het licht dat we ontsteken.

Liturgie en structuurWaarom is het belangrijk ook in de kerk van de gevan-genis de liturgie te vieren? Ik wil die vraag vooral van-wege pragmatische redenen beantwoorden, minder uit esthetische of hoogliturgische overwegingen. In de eerste plaats kenmerkt onze tijd zich door individuali-sering. De kerkelijke terugloop is daarvan een helder voorbeeld. Gemeenschappelijke waarden, normen of vormen worden schaarser. De gevangenispopula-tie is wat deze ontwikkeling betreft niet anders dan de wereld buiten. Daar komt wel een tweede accent bij. Onze kerkgangers leiden vaak een zeer ingewikkeld leven, of hebben een zeer complexe achtergrond. Het heeft te maken met opvoeding, criminele omge-ving, drugsgebruik. Velen zijn al van zeer jongs af aan ernstig beschadigd en missen vertrouwen, de basis voor een gezond leven. Er wordt soms koortsach-tig gezocht naar houvast, zekerheid in een leven en een wereld die dat steeds weer lijkt af te pakken. Het vermogen om structuur te vinden, richting of goede toekomst, is slechts een enkeling gegeven. Hulp is daarbij nodig. Natuurlijk komt dit alles in het individu-ele pastoraat aan de orde. Liturgie in de gevangenis heeft in mijn besef onder meer tot taak de gedetineer-den structuur te bieden in een wereld vol verwarring, bijgeloof en religieus verlangen. Juist de heterogene samenstelling van ons kerkvolk vraagt die structuur. Maar ook de zwalkende levenslijn, de ervaringen in een wereld van geesten en angstwekkende spirituele ervaringen vragen om een heldere liturgie, met ruimte voor schuld en vergeving, lofzang en gebed, tafelge-meenschap en zegening. De Bijbelse verhalen bieden kansen om het leven zelf te spiegelen. Wie zijn wij in dit verhaal? Liturgie in de bajes sluit aan bij de kerk der eeuwen en is daarom in alle eenvoud een baken van rust en bezinning.

Page 22: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 22

Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke verbetering der Gevangenen

Landgenooten!‘Gezegend is het land dat wij bewonen: want waar toont men ons, op de wereldkaart, eene plek gronds van zoo kleine uitgebreidheid, alwaar zoo vele welda-dige instellingen bestaan, ten nutte van minvermogen-den, minbeschaafden, hoogbejaarden, gebrekkigen en ongelukkigen, als in Nederland?Zoo ergens, dan vindt men op onzen geboortegrond de onbaatzuchtigste proeven van alles omvattende men-schenmin, en het zoude allesins de moeite waardig zijn, dat men, in korte doch juiste trekken een tafereel ophinge van al hetgene, in deze dagen, in Nederland wordt ondernomen en bewerkstelligd ten nutte van hulp-behoevenden.Onder de menigvuldige menschlievende instellingen missen wij er echter eene, welke men in andere landen, althans in Frankrijk en Engeland, aantreft, en die ook hier kan en behoort tot stand gebragt te worden. Wij bedoelen een Genootschap ter zedelijke verbetering der Gevangenen. Dat zoodanige Genootschap, wel ingerigt zijnde, hoogst weldadig kan wezen, zal wel geen betoog behoeven. Immers, bij den nadenkende menschen-vriend is dikwijls met weemoed opgemerkt, hoe jam-merlijk het gesteld is met den zedelijken toestand dier ongelukkigen, welke, wegens gepleegde misdrijven, tot eene gevangenisstraf van een of meerdere jaren zijn veroordeeld. In stede van, bij derzelver loslating, beter te zijn, en het kwade te hebben afgeleerd, verlaten zij niet zelden het gevangenhuis slechter dan zij hetzelfde betraden; verlaten zij het, om er spoedig weder in terug te keeren.

Gewend aan het kwade, omringt door slechte voor-beelden, zijn de laatste vonken van zedelijkheid menig-werf geheel uitgedoofd; en, terwijl het pijnlijk gevoel van ondervondene straf nog niet ganschelijk is onderdrukt, wijdt men zich andermaal der ondeugd, en haalt zich nieuwe straffen op den hals.En indien al geene booscheid des harten, geene heb-belijkheid en gehechtheid aan het kwade tot misdrijven vervoeren, dan zijn het verlegenheid, broodsgebrek, versmading, en wat niet al. Wat toch zal de in vrijheid gestelde aanvangen, al bezit hij ook nog eenig gevoel van eer, al weegt het goede bij hem over? De maat-schappij veracht, versmaadt hem, beschouwt hem als een onbruikbaar lid, en de ongelukkige wordt aan zich zelven overgelaten. Kan het wel anders of hij moet wre-velig en onverschillig worden omtrent de menschheid, en een vergrijp aan dezelve moet hem, hoe langer zo gemakkelijker vallen?Zijn intusschen niet alle mensen zonder onderscheid onze broeders? Mag een enkele derzelven van onze bemoeijing en liefde worden uitgesloten? Is het geen pligt zijnde hulp te wijden aan de meest beklagenswaar-digen? En wie zijn beklagenswaardiger dan zij, die door eigene schuld, ongelukkig zijn geworden? (...)De overweging van dit, en van zoo veel, hetwelk, hier ter plaatse, niet kan worden aangewezen, zonder in uit-voerigheid te vallen, heeft de ondergetekenden doen besluiten, eene poging aan te wenden tot oprigting van het Genootschap hierboven genoemd (...)’

Leiden, Maart 1823W.H. Suringar, te LeeuwardenJ.L. Nierstrasz, junior, te RotterdamW.H. Warnsinck, Bz., te Amsterdam

Exodushuis Heerlen zoekt vrijwilligers die stevig in hun schoenen staan!

‘Zijn intusschen niet alle menschen zonder onderscheid onze broeders?’

M A rcEL k rU TZEN

Criminaliteit is een sociaal verschijnsel. Mensen die zich misdragen hebben, moeten gestraft worden.

Verkeerd gedrag valt nooit goed te praten. Echter, evenals andere mensen hebben ook afgestraften recht

op nieuwe kansen om hun gedrag ten positieve te veranderen. Daarbij hebben zij onze hulp en steun

nodig. Niet alleen het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen had deze

overtuiging. Ook Stichting Exodus Nederland is deze mening toegedaan.

Page 23: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

23 maart 2009 -

Bovenstaand citaat is afkomstig uit het ‘Ontwerp tot oprigting van een Nederlandsch Genootschap ter Zedelijke Verbetering der Gevangenen’. Het duurt nog tot oktober 1823 alvorens koning Willem I ‘zijne goedkeuring verleent aan het bestaan van het op te rigten Genootschap (...)’. Vervolgens gaat de eerste reclasseringsorganisatie in ons land van start. Tij-dens haar langdurige bestaan (1823-1975) verlenen honderden vrijwilligers morele steun en praktische hulp aan duizenden (ex-)gedetineerde mensen. Wat de heren Suringar, Nierstrasz en Warnsinck - drie christelijk geïnspireerde en sociaal bewogen kooplie-den - in voornoemd basisdocument schrijven, heeft vrijwel niets aan actualiteitswaarde ingeboet. Anno 2009 telt ons land tal van welzijnsinstellingen, ook reclasseringsorganisaties, bijvoorbeeld Reclassering Nederland.Binnen ons rechtssysteem, gevangenisstelsel en reclasseringswezen hebben vele veranderingen en ontwikkelingen plaatsgevonden. De kritiek echter op de maatschappelijke herintegratie of resocialisatie van (ex-)gedetineerden is nooit verstomd. De afgelo-pen jaren hebben verschillende politieke partijen zelfs de noodklok geluid. Veel vrijgelaten gevangenen blij-ken tussen wal en schip te vallen. Aan hun terugkeer in de vrije samenleving wordt te weinig aandacht geschonken. De nazorg schiet tekort. Justitie is tot de slotsom gekomen, dat ‘sobere gevangenisregimes’ veel meer kwaad dan goed doen. Gevangenisstraf alléén helpt niet! Ofschoon soms hoogstnoodzake-lijk, blijkt het geen probaat middel om recidivegevaar te voorkomen. Daarvoor is méér nodig. Zonder prak-tische hulp of morele steun van medemensen, instel-lingen of instanties raken veel (ex-)gevangenen in tal van problemen. Deze moeilijkheden beïnvloeden niet alleen hun welzijn en gezondheid, maar vergro-ten ook de kans op overlast en recidive. Kortom, veel mensen moeten opgevangen en begeleid worden om een delictvrije toekomst op te bouwen. Nazorg is dus van wezenlijk belang om nieuwe criminaliteit te voorkomen.

Stichting Exodus Nederland, ontstaan in 1997, is een non-profit organisatie met een duidelijke chris-telijke identiteit c.q. herkenbaar diaconaal profiel. Binnen Exodus zijn zowel beroepskrachten alsook vrijwilligers actief. Exodus heeft tot hoofddoel (ex-) gedetineerde mensen te helpen een nieuw bestaan zonder criminaliteit op te bouwen. Momenteel telt ons land tien Exodushuizen, vooral in grote steden, verdeeld over het hele land. Nieuwe huizen zijn in oprichting. Exodushuizen bieden deskundige opvang en begeleiding aan streng geselecteerde kandida-

ten. Exodusbewoners zijn vooral delinquenten die voorwaardelijk in vrijheid zijn gesteld. Houden bewo-ners zich niet aan de gestelde voorwaarden, dan kunnen ze weer in detentie geraken. Tijdens hun verblijf in een Exodushuis worden bewo-ners voorbereid op hun terugkeer in de vrije samen-leving. Daartoe volgen zij een resocialisatietraject. Dit traject betreft vier sleutelgebieden: wonen, werken, relaties en zingeving. Zodra bewoners een Exodus-huis verlaten moeten zij zelfstandige woonruimte hebben, (vrijwilligers)werk verrichten, over een niet-crimineel sociaal netwerk beschikken, en een ‘stevige motivatie bezitten om op het rechte pad te blijven’. Wetenschappelijk onderzoek van hoogleraar straf-leer Martin Moerings toont aan dat de werkwijze van Exodus succesvol is. Veel delinquenten die het Exo-dustraject gevolgd hebben vallen niet meer terug in crimineel gedrag. Politici, justitiebeambten, politie-agenten, justitiepastores en reclasseringswerkers spreken lof over werkwijzen en resultaten van Exodus.

Stichting Exodus Zuid-Limburg (SEZL)Jaarlijks keren ongeveer 250 mensen uit strafin-richtingen terug naar Heerlen, vaak zonder bege-leiding. Dikwijls is niet bekend in welke woonwijken deze mensen zich vestigen. Evenals in 1823 worden zij met vele vooroordelen en teleurstellingen gecon-fronteerd. Veel ex-gedetineerden vervallen opnieuw in crimineel gedrag omdat ze niet de hulp en steun krijgen die ze nodig hebben om een nieuw leven te starten. Jarenlang timmert SEZL aan de weg. Onlangs is een doorbraak geboekt. Na vele discussies en debat-ten - vaak doorspekt met hevige emoties - heeft een ruime meerderheid van de gemeenteraad van Heer-len ingestemd met vestiging van een Exodushuis in het voormalige klooster van de paters franciscanen aan de Beersdalweg te Heerlen. ‘De vestiging van een Exodushuis in Heerlen legt geen extra druk op de sociale infrastructuur van de stad. Om die reden wordt een eventueel verzoek om ontheffing van het bestemmingsplan op de locatie Beersdalweg (...) niet afgewezen’, luidt het besluit. Een burgerinitiatief, inge-diend om de vestiging van het Exodushuis op deze plaats tegen te gaan, is door de raad afgewezen. Ver-reweg de meeste raadsleden zijn ervan overtuigd dat vestiging van een Exodushuis de veiligheid van Park-stad Heerlen ten goede komt. Binnenkort zal SEZL bij de gemeente Heerlen een formele aanvraag indienen tot vestiging van een Exodushuis aan de Beersdalweg. SEZL beseft heel goed dat er onder Heerlenaren nog vele bezwaren leven tegen de komst van een Exodushuis. Het ver-

Page 24: TWEEDE PAASDAG Inhoud Dood en Verrijzenis toch... · 2017. 9. 27. · Dood en Verrijzenis Ze zaten bij het graf alsof Hij niet kon sterven. Haar dwaze liefde loochende de dood, als

- maart 2009 24

strekken van objectieve informatie is en blijft wenselijk en noodzakelijk. Binnenkort zal er een speciale voorlichtingsbijeenkomst plaatsvinden voor buurtbewoners en wijkcomités. Voordat het Exodushuis in De Vrank geopend zal worden, zal er een contract of convenant met de gemeente Heerlen afgesloten worden. Enkele hoofdpunten uit deze overeenkomst zijn: • Het Exodushuis Heerlen wordt ketenpartner van het Veiligheidhuis in Heerlen; een samenwerkingsverband tussen gemeente, politie, justitie, gevangeniswezen, reclasseringsinstellingen en andere instanties. • Het Exodushuis Heerlen zal tenminste 10 bewoners uit Heerlen 'opne-men'. Deze bewoners worden voorgedragen door het Veiligheidshuis.• Het Exodushuis Heerlen zal - op uitdrukkelijk verzoek van de bewoners van de wijk Beersdal en omgeving - geen pedoseksuelen en andere zedendelinquenten opnemen.• Het Exodushuis Heerlen zal nauw samenwerken met buurtbewoners en wijkcomités.

Vrijwilligers gevraagdEvenals het Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen roept SEZL mensen op om een steentje bij te dragen aan het tot stand komen van een veiliger Parkstad Heerlen. Als vrijwilliger kunnen zij Exodusbewoners ondersteunen bij hun terugkeer in de Heerlense samenleving.

Als Exodusvrijwilliger moet u wat in uw mars hebben:- Goede communicatieve en sociale vaardigheden.- Inlevingsvermogen en flexibele inzet. - Een verantwoorde balans tussen medemenselijke betrokkenheid en kriti-

sche afstandelijkheid.- Het vermogen om met mensen uit allerlei sociale milieus en van allerlei

culturen en levensbeschouwingen om te gaan.- Een Verklaring omtrent het gedrag (VOG).

U mag onder meer rekenen op:1. Ondersteuning, begeleiding en deskundigheidsbevordering.2. De mogelijkheid zinvol werk te verrichten voor mens en samenleving.3. Samenwerking met soortgelijke vrijwilligersorganisaties in Zuid-Limburg.

Mocht u interesse hebben, meldt u dan aan via [email protected]. Meer informatie: www.stichtingexodus.nl.

Marcel Krutzen is bestuurslid Stichting Exodus Zuid-Limburg

Geraadpleegde bronnenDr. J.M. van Bemmelen, Van zedelijke verbetering tot reclasseering. Geschiedenis van het Nederlandsch Ge-nootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen (1823-1923). Martinus Nijhoff, Den Haag 1923. M. Moerings, S.G.C. van Wingerden, P.J. Vijfhuize, Exodus, op de goede weg? Eindrapportage van het eva-luatieonderzoek naar Exodus. Onderzoekschool Maat-schappelijke Veiligheid (OMV). Boom Juridische uitge-vers (BJu), Den Haag 2006.Website: www.stichtingexodus.nl. Website van de gemeente Heerlen, persberichten, 1ste kwartaal 2009: www.heerlen.nl.

cOLOFON

Het Tijdschrift EN TOCH... werd in 1979 in het leven geroepen door een groep van 12 Lim burgse priesters die van mening wa ren dat het goed zou zijn om van tijd tot tijd zo wel kritische geluiden alsook positief nieuws uit Kerk en Samen leving te laten ho ren. Vanuit het Limburgse blijft de redactie van EN TOCH... ook in de toekomst de gebeurtenissen op de voet volgen en zal daar op reageren in de mate en op de wijze die haar goed dunkt.

EN TOCH... verschijnt vier maal per jaar (maart, juni, september, decem-ber). De abonnementsprijs bedraagt minimaal € 10.

ISSN: 1872-6518

De redactie wordt gevormd door: Esther de Boer, Ruud Fop pen, Paul Van Gerven, Frans Jespers, Ren Lantman, Meindert Muller, Ton Reij nen.Medewerkers: Peter van de Winkel.Redactiesecretariaat:Paul Van Gerven. Correspon den tie-adres: Jurastraat 20, 6412 EW Heerlen, tel. 045-5725016 E-mail: [email protected] Financiële administratieen ledenadministratie:Marco Linssen, Swier 17,6363 CK Wijnandsrade, tel. 045 - 522 34 49.E-mail: [email protected]: 56 31 229 t.n.v. EN TOCH-groep, Heerlen. Grafische verzorgingen drukwerk:Drukkerij Pasklaar, Overhoven 71, 6136 EB Sittard.

Zoek je een Kerk die bij jou past?

IN KERKEN MET STIP

WORDEN EX-GEDETINEERDEN

HARTELIJK ONTVANGEN

Secretariaat Kerken met Stip: Driebergsestraatweg 50A, 3941 ZX Doorn. Telefoon 0343 518.075 E-mail: [email protected] B.g.g. 06.303.944.17. Dit is een project van het justitiepastoraat van de kerken.

www.kerkenmetstip.nl

Hier mag je zijn wie je bent en willen we zuinig zijn op elkaar want God is zuinig op ons

worden ex-gedetineerdenhartelijk ontvangen

Secretariaat: Driebergsestraatweg 50 A, 3941 ZX DoornTel: 0343 518075 www.kerkenmetstip.nl