Tuinonderhoudsadvies

8
Onderhouds- advies voor uw beplanting Uw groen in goede handen

description

Beknopte informatie over tuinonderhoud

Transcript of Tuinonderhoudsadvies

Onderhouds-advies

voor uw beplanting

Uw groen ingoede handen

Bomen

Snoeien van bomen is enkel nodig bij probleemtakken zoals kruisende takken, een dubbele top, zuigers en elleboogtakken. Nooit meer dan 20% van de kroon in één keer verwijderen. De juiste verhouding is 1/3 stam en 2/3 kroon. Dood hout altijd verwijderen. Bij een takkenkrans slechts 1 tak per jaar verwijderen.

Bloedende bomen - Acer (esdoorn) , Betula berk), Morus (moerbei) en Juglans (walnoot) mogen niet na half december gesnoeid worden i.v.m. bloeden, snoeien van deze soorten gebeurt in de regel in de zomermaanden.

Acer Betula Morus Juglans

Leibomen - Alle zijscheuten van de hoofdtakken verwijderen, de hoofdtakken behouden en horizontaal aanbinden, het bindmateriaal mag de tak niet afklemmen of beschadigen. Eventueel in zomer nieuwe takken inkorten. Beste snoeiperiode is van eind november tot begin maart. Geschoren leibomen als hagen (op stam) behandelen, zie hagen.

Dakbomen Dakplataan – een plataan moet jaarlijks flink gesnoeid worden. De eerste

jaren moet er een takkenstelsel ontstaan, bind hiervoor de gesteltakkenhorizontaal aan. Knip alle zijtakken van de gesteltakken weg. De dakplataan zal weer volop nieuwe scheuten ontwikkelen. Wordt dit teveel dan kunnen deze in de zomer weer teruggeknipt worden. Beste snoeiperiode is van eind november tot begin maart.

Dakmoerbei – De dakmoerbei groeit aanzienlijk minder snel dan een dakplataan. Van belang is de scheuten horizontaal aan te binden. In de zomer kunnen de takken die teveel omhoog groeien verwijderd worden.

Bolbomen - De takken jaarlijks of om de paar jaar terugsnoeien tot op 10-15 cm van de knot. Beste snoeiperiode is van eind november tot begin maart.

Leilinde Dakmoerbei Bolcatalpa Dakmoerbei

Heesters

Voorjaarsbloeiende heesters (bijv. Syringa, Forsythia) - Heesters na de bloeiuitdunnen indien er sprake is van te veel oude bloemtakken waardoor er een zeer dichte struik is ontstaan. Dit komt de bloei niet ten goede. Knip de oudste takken tot op de grond terug. Verwijder tevens dood hout, verkeerd staande en schurende takken tot op de grond.

Op éénjarig hout zomerbloeiende heesters (bijv. Caryopteris, Buddleja) - In het voorjaar alle takken flink terugknippen. Lavendel-soorten niet tot in het kale hout terugknippen.

Buddleja voor de snoei

Buddleja na de snoei Hydrangea ‘Annabelle’

Lavendel ( zomersnoei /

fatsoeneren van de plant)

Op meerjarig hout zomerbloeiende heesters (bijv. Deutzia, Philadelphus) -Heesters in het voorjaar uitdunnen indien er sprake is van te veel oude bloemtakkenwaardoor er een zeer dichte struik is ontstaan. Dit komt de bloei niet ten goede. Knip de oudste takken tot op de grond terug. Verwijder tevens dood hout, verkeerd staande en schurende takken tot op de grond.

Hydrangea macrophylla

Philadelphus Deutzia Spiraea

Bladhoudend (bijv. Viburnum tinus, Hedera helix arborescens) - De heesters snoeien na de bloei indien er sprake is van verkeerd staande of schurende takken of om de vorm aan te passen.

Bosplantsoen (bijv. Cornus, Sambucus) - Bosplantsoen heesters worden na enkele jaren gedund, de oudste takken worden geheel teruggesnoeid.

Hagen

2 keer per jaar scheren omstreeks juni en september-oktober. De haag bovenaan recht en de zijkanten licht piramidaal scheren, hierdoor vangt de onderzijde van de haag ook nog voldoende licht en zal de haag mooi vol blijven.Grootbladige haagplanten snoeien met een snoeischaar i.p.v. een heggenschaar. Hiermee voorkom je halfdoorgeknipte bladeren met bruine snoeiranden.

Let op!Buxus- Taxus en beukhagen alleen scheren bij gedekt weer i.v.m. bladverbranding.

Taxushaag Haagbeuk (Carpinus) Beuk (Fagus) Buxus

Rozen

Struik- en grootbloemige rozen - Deze rozen worden in het vroege voorjaar gesnoeid. Verwijder altijd eerst dood hout en dunne takjes en kruisende en verkeerd staande takken. Verwijder de oudste bloemtakken en behoud 5-7 hoofdtakken. Knip de hoofdtakken terug tot op 3-5 ogen, dit is ca 10-15 cm. Knip het liefst terug tot op een oog dat naar buiten wijst, dit zorgt voor meer licht en lucht in de struik. Wildescheuten (afkomstig van de onderstam), verwijderen tot op de wortel. Deze scheuten zijn duidelijk herkenbaar aan het afwijkend blad. Tijdens de bloeiperiode wekelijks de uitgebloeide bloemen terugknippen tot op een vijf-blad, dit stimuleert de vorming van nieuwe bloemknoppen.

Struikroos na snoei Dood hout verwijderen

Stamroos na snoei Leiroos na snoei

Heesterrozen - In het voorjaar uitdunnen; verwijder enkele oude takken tot op de grond en fatsoeneer de struik.

Leirozen Éénmaal bloeiende leirozen (vroege zomer bloeiend) - Deze rozen worden

na de bloei gesnoeid. Verwijder enkele oude takken, waardoor nieuwe bloemtakken gevormd kunnen worden. Vaak vormen deze rozen bottels, dus de uitgebloeide bloemen niet weghalen. Bind de hoofdtakken goed aan, het bindmateriaal mag de scheuten niet afklemmen of beschadigen.

Doorbloeiende leirozen (zomerbloeiend) - Deze rozen worden in het vroege voorjaar gesnoeid. Verwijder altijd eerst dood hout en dunne takjes en kruisende en verkeerd staande takken. Verwijder, indien genoeg hoofdtakken aanwezig, 1 of 2 oude bloemtakken tot op de grond. Knip daarna alle zijtakken terug tot op 5-10 cm. Bind de hoofdtakken goed aan, het bindmateriaal mag de scheuten niet afklemmen of beschadigen. Tijdens de bloeiperiode wekelijks de uitgebloeide bloemen terugknippen tot op een vijf-blad, dit zorgt voor de vorming van nieuwe bloemknoppen.

Stamrozen – Stamrozen zijn struik-grootbloemige of heesterrozen op stam. Treurrozen zijn leirozen op stam. Zie de snoeiregels bij de betreffende soort.

Vaste planten

Bladverliezend - Vaste planten ontwikkelen in één seizoen blad, bloemen en zaad en sterven daarna bovengronds weer af. In het voorjaar alle afgestorven bladeren en bloemstengels verwijderen. In het najaar kunnen de planten worden gefatsoeneerd; slordige planten worden dan deels teruggeknipt. Vaste planten met een mooi winterbeeld bijv. Sedum in het najaar niet terugknippen.

Groenblijvend - Groenblijvende vaste planten terugknippen bij te ver doorgroeien over de bestrating. Vroegbloeiende wintergroene vaste planten na de bloei terugknippen, de uitgebloeide stengels verwijderen.

Siergrassen - De meeste siergrassen hebben in de winter een grote sierwaarde, de soorten die in de winter afsterven daarom in het voorjaar pas afknippen. Bij de wintergroene soorten wordt in het voorjaar alleen het lelijk geworden blad verwijderd.

Helenium Sedum met een laagje rijp

Wintergroene Waldsteinia

Pennisetum in de winter

Klimplanten

Niet-bloeiend (of onopvallende bloemen) - Deze klimplanten terugknippen als de plant te ver is uitgegroeid, te lange scheuten inkorten.

Voorjaarsbloeiend - Voorjaarsbloeiende klimplanten, indien nodig, na de bloei terugknippen en fatsoeneren. Uitgebloeide bloemen en de oudste scheuten geheel verwijderen zodat er ruimte komt voor nieuwe groeischeuten. Tijdens het gehele groeiseizoen de nieuwe scheuten tijdig aanbinden, het bindmateriaal mag de scheuten niet afklemmen of beschadigen.Wisteria kan na de bloei gesnoeid worden, wel wordt de hoofdtak behouden, alle zijtakken kunnen ingekort worden.

Zomerbloeiend - Zomerbloeiende klimplanten snoeien in het voorjaar. De planten flink terugsnoeien indien zij bloeien op het nieuwe hout zoals een aantal Clematis-soorten. Soorten die op het oude hout bloeien alleen uitdunnen en fatsoeneren. Tijdens het gehele groeiseizoen de nieuwe scheuten tijdig aanbinden, het bindmateriaal mag de scheuten niet afklemmen of beschadigen.

Hedera (onopvallende

bloeiwijze)

Clematis montana(voorjaarsbloeiend)

Lonicera Hall’s Prolific

(zomerbloeiend)

Clematis( zomerbloeiend)

Fruit

Druif – Snoei alle zijtakken van de hoofdtakken en bind de hoofdtakken goed aan. Het bindmateriaal mag de scheuten niet afklemmen of beschadigen. Snoei tot eind december, hierna kan de plant gaan bloeden bij snoei.

Appel / peer – Snoei bij verkeerd staande takken, dubbele top e.d. Krachtig groeiende zijscheuten worden tot 1/3 teruggesnoeid. Snoei het jaar erop deze scheut nog verder terug. Aan deze korte takjes zal de bloesem ( en dus de vruchten ) zich ontwikkelen. Beste snoeiperiode is van eind november tot begin maart.

Pruim / kers – Deze fruitbomen zo min mogelijk snoeien, de boom reageert op snoei door nog meer scheuten te vormen en dat gaat ten koste van de vruchten.

Braam / framboos – In het voorjaar worden oude scheuten geheel afgeknipt en de sterke, nieuwe scheuten aangebonden. Zwakke scheuten ook afknippen.

Vijg – In de zomer worden de jonge scheuten ingekort om vertakking te bevorderen en meer licht in de plant ( en op de vruchten ) te krijgen. Bij snoei in het voorjaar zal de vijg gaan bloeden.

Waterplanten:

Het hele jaar het water vrij houden van ingewaaid blad. Knip in het najaar evt. een deel van de planten die aan het afsterven zijn af. Verwijder in het voorjaar alle afgestorven plantenresten. Te groot geworden vijverplanten kunnen dan ook gescheurd en opnieuw geplant worden. Verwijder onkruid tussen de moerasplanten. Door de opwarming van het water in het voorjaar kan er zweefalg ontstaan. Deze algen regelmatig verwijderen.

Gazon:

Het gazon moet over het algemeen wekelijks worden gemaaid in de periode april tot oktober.Maai in droge perioden in een wat hogere stand dan in normale en natte tijden. Maaihoogte normaal ca. 5 cm, bij droog weer 6-7 cm. Bemesten van het gazon kunt u het beste doen met een organische meststof. Organisch materiaal activeert het bodemleven, waardoor het gras beter groeit. Om de dichte grasmat van het gazon in stand te houden, moet er in ieder geval omstreeks maart-april en juli-augustus worden bemest met gazonmest. Om te voorkomen dat in de wintermaanden het gazon te veel schade oploopt, is een extra bemesting mogelijk met zogenaamde najaarsmest. Deze kaliumrijke meststof bevordert de wortelontwikkeling. In het voorjaar kan het gazon, indien nodig, goed worden schoon geharkt. Dit heet verticuteren: afgestorven gras- en maairesten worden uit het gazon verwijderd. Haal om mosvorming te voorkomen in het najaar en winter zoveel mogelijk afgevallen bladeren van het gazon.

Ruimte voor eigen opmerkingen:

[email protected]

www.allemekinders.nl

Allemekinders- Bevelandgroenprojecten

Oude Rijksweg 974458 AK ‘s-Heer

Arendskerke

tel: 0113 563798fax: 0113 567576