training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

15
training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Transcript of training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Page 1: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

training:

Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Page 2: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

> Over deze training 3 > Observeren kun je leren 7 > Observatiemethodieken 10 > Interpreteren van het groepsproces 12 > Kinderen met opvallend gedrag 17 > Rapportagemethodieken 21 > Theoriebron 1: Observeren en observatiemethodieken 23 > Theoriebron 2: Interpreteren 26 > Theoriebron 3: Interpreteren van het groepsproces 30 > Theoriebron 4: Het sociogram 32 > Theoriebron 5: Kinderen met opvallend gedrag 33 > Theoriebron 6: Rapportagemethodieken 35 > Werkmodel: Observatieplan 37 > Werkmodel: Observatieschema 38 > Beoordeling 39 

>Inhoud

Colofon Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: [email protected] Internet: www.edu-actief.nl

Auteurs Greke Heida, Lidy Sibon en ROC Mondriaan Titel Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA Vormgeving Binnenwerk DBD design/Ruurd de Boer, Omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast

ISBN 978 90 3720 636 4 Copyright © 2012 Uitgeverij Edu’Actief b.v.

Eerste druk/tweede oplage

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

Page 3: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 3

Kijken wordt observeren wanneer het kijken naar de ander bewust, doelgericht en systematisch gebeurt. Je kijkt bewust met een bepaald doel voor ogen. Je hebt specifiek gedrag gekozen waarover je nadere informatie wilt verzamelen. Groepsgedrag kan veel informatie geven over het gedrag van het individu in de groep. Je kunt een groep ook goed gebruiken om gerichte observaties uit te voeren. Het kan je helpen om opvallend gedrag waar te nemen en ook om te zien hoe opvallend gedrag tot stand kan komen. Wanneer je belangrijke informatie hebt opgedaan uit observaties, is het van belang die goed te interpreteren en te rapporteren. Een rapportage geldt als duidelijk communicatiemiddel richting ouders en je collega's.

Je toekomstige collega

>Over deze training

Doelstellingen• Je kunt objectief observeren. • Je kunt verschillende observatieformulieren en -methodieken inzetten. • Je kunt het sociogram inzetten. • Je kunt gegevens analyseren. • Je kunt groepsgedrag analyseren en interpreteren. • Je kunt conclusies trekken en aanbevelingen doen aan de hand van een observatie. • Je kunt een rapportage schrijven. • Je kunt opvallend gedrag van kinderen interpreteren.

Naam: Quincy van de Akker

Leeftijd: 28

Werkzaam als: Pedagogisch medewerker jeugdzorg

Medewerkers: Ik werk in een multidisciplinair team met een gedragswetenschapper en een leidinggevende.

Soort werkzaamheden: Groepsleiding, activiteiten ondernemen met de jongeren, motiveren van jongeren om zich te ontwikkelen en wat van hun leven te maken.

Belangrijkste tool in haar werk:

Passie voor mijn werk.

Uitdaging in haar werk: Jongeren motiveren om wat van hun leven te maken en lastige dingen om te zetten in iets positiefs voor hun ontwikkeling.

Grootste moeilijkheid: Ik moet me aan regels en vaste protocollen houden, ik interpreteer snel vanuit mijn eigen ideeën.

Wat er moet veranderen:

Mijn enthousiasme voor het begeleiden van jongeren gebruiken om meer uit hen te laten komen in plaats van dingen voor hen in te vullen.

Grootste blunder: Ik was zo betrokken bij een jongere die ik niet kon bereiken. Ik ben toen uit mijn slof geschoten. Ik was te veel op mijn gevoel aan het werk.

Waaraan je wilt werken: Ik moet leren om methodieken te gebruiken en om minder snel van mijn eigen interpretatie uit te gaan.

Page 4: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 4

Beoordeling Je oefent tijdens de training veel. In welke mate je vooruit bent gegaan en hoe je meer inzicht hebt verworven in de theorie en de praktijk, wordt als volgt beoordeeld: 1. je actieve deelname tijdens de lessen 2. een persoonlijk verslag:

– het trainingslogboek – een reflectie van de training volgens de STARR-methode.

3. een demonstratie van je communicatievaardigheden. Maak een planning voor deze training.

Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag inleveren voor:

In het persoonlijk verslag houd je bij wat je hebt gedaan en geleerd. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek en een reflectie volgens de STARR-methode. • Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of snelhechter waarin je notities bewaart.

Voor elke opdracht of oefening noteer je de antwoorden op de vragen. Na elke oefening leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je netjes uit.

• De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, enkele voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van een STARR.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat

hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

Demonstratie: Presentatie observatieverslag en rapportage Deze demonstratie doe je op:

1. Casus Kies een groepssituatie waarin je een kind/jongere (overeenkomend met je doelgroep) kunt gaan observeren. Je mag een situatie op je werk of stage kiezen, maar het mag ook iemand uit de familie zijn, bijvoorbeeld een neefje of nichtje.

2. Bijzonderheden

De observatie moet aan een aantal eisen voldoen: • Je observeert iemand in een groepssituatie. • Je kunt iemand minimaal twintig minuten observeren. • Je kunt voldoende observatiegegevens verkrijgen om een rapportage over te

schrijven. 3. Voorbereiding

Kies een geschikt moment om iemand in een groep te observeren en licht eventueel andere aanwezige personen daarover in.

Werkmodel: studieplanning op www.factor-e.nl

Page 5: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Zorg everkrijieman

Je ber Je kieinterv Je bergedrawaaro Aan dhierbibijvoo Let bijWees

4. Uitvo

ObserLet bijGebruobserv RappoSchrijfwelkeaanbe PresenBrengje in dtrainin

Je prepresen• de• we• wa• wa• we

tra• ho

hie• ho• we• wa

5. Beoo

De puboek

ervoor dat de jgen en daaro

nd in een groe

reidt de obser

st van tevorenvalsysteem.

reidt deze meagingen op paom je voor de

de hand van joj ook waarom

orbeeld voor e

j het schrijvenzo objectief m

oering

rvatie j de observatiuik tijdens de vatiemethode

ortage f een rapporta

e invloed de gevelingen. Mo

ntatie g duidelijk naade presentatieng hebt gelee

esenteert jouwntatie komen e voorbereidinelke observatiat de observatat je hebt geoelk groepsgedaining) oe je bent omerbij de theoroe je rapportaelke rapportagat je hebt gele

rdeling unten waarop vinden in het

observatiesituover een rappoepssituatie ob

rvatie voor aan

n een observa

thode voor. Bapier. Deze meze observatiem

ouw observatim je voor dezeeen observatie

n van de rappomogelijk. Eind

e goed op de observatie ee

e hebt gekoze

age over dezeroepssituatie

otiveer waarom

ar voren welkee ook op de grrd over groep

w observatie ein elk geval n

ng van de obseiemethode je tiesituatie wa

observeerd drag je hebt g

gegaan met hie uit de trainge eruitziet gemethode jeeerd van deze

je wordt beohoofdstuk ‘B

uatie geschiktortage te schrserveert.

n de hand van

tiemethode, b

Bij het turfsysteethode vul je tmethode hebt

iegegevens sce rapportagemeverslag of beo

ortage op hoedig je rapporta

punten die jen observatiem

en.

e observatie. Lhad op de pem je voor deze

e keuzes je heroepssituatie e

psgedrag.

en rapportage naar voren: ervatie aan dehebt gebruikts

eobserveerd (

het interpretering)

e hebt gebruike training en w

oordeeld tijdeneoordeling’.

t is om voldoerijven. Houd e

n het observat

bijvoorbeeld h

eem zet je bijvtijdens de obst gekozen.

chrijf je een ramethode hebt

oordelingssch

e je de observaage met concl

e geleerd hebtmethode en ge

Laat in deze rarsoon die je he rapportagem

ebt gemaakt een laat naar v

aan de groep

e hand van het en waarom

(gebruik hierb

ren van de ob

kt en waaromwat je het mee

ns je demonst

ende observatier ook rekenin

tiestappenplan

het turfsysteem

voorbeeld verservatie in. Je

pportage. Je bgekozen. Wa

haal?

atiegegevens usies en/of aa

t over objectieeef aan waaro

apportage naahebt geobservmethode hebt

en leg jouw keoren komen w

p en de docen

et observatiest

bij de theorie u

bservatiegegev

est leerzaam v

ratie, kun je a

© Uitgeverij

iegegevens teg mee dat je

n.

m of

rschillende beschrijft ook

beschrijft arom kies je

interpreteert.anbevelingen.

ef observerenom je voor dez

ar voren komeeerd en doe t gekozen.

euzes uit. Richwat je in deze

nt. In de

tappenplan

uit deze

vens (gebruik

vond.

achter in dit

Edu’Actief b.v.

e

k

. ze

en

ht e

WerkmodObservat

. 5

del: ieplan

Page 6: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 6

Taalopdracht Bij het schrijven van een rapportage is het belangrijk dat je weet hoe een net werkstuk, verslag of rapportage eruitziet. Besteed zorg aan je eindopdracht, de rapportage, zodat je het begrijpelijk en aantrekkelijk maakt voor de lezer. Bij een werkstuk, verslag of rapportage is sprake van een inwendige structuur (de opbouw van de informatie) en een uitwendige structuur: de vormgeving of lay-out. Inwendige structuur: • volgorde van de hoofdstukken • indeling van de hoofdstukken • uitwerking van de gestelde doelen • volgorde van de alinea's • zinsbouw. Uitwendige structuur: • titelblad • titel en subtitels • pagina-indeling • inhoudsopgave • tabellen en/of grafieken • illustraties • paginanummering. Zorg dat de eindopdracht, de rapportage, die je inlevert, voldoet aan de volgende eisen. Denk aan een verzorgde lay-out. Maak een titelblad en vermeld daarop: • de titel van de rapportage • je naam, je groep, je opleiding • de datum • de naam van de docent. Maak een overzichtelijke inhoudsopgave en vermeld daarin: • de titel ‘Inhoud’ • de titels van de verschillende hoofdstukken • de bijbehorende paginanummers achter de hoofdstuktitels. Zorg voor een aantrekkelijke lay-out. Een aantrekkelijke vormgeving nodigt de lezer uit tot het lezen van je werkstuk, verslag of rapportage. • Maak verschillende alinea's. • Maak gebruik van korte zinnen. • Maak voor opsommingen gebruik van bullets of een tabel zodat het er overzichtelijk

uitziet. • Gebruik eventueel illustraties, maar doe dit alleen als deze de tekst ondersteunen.

Taal Taal Taal Taal

• Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. • Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. • Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training voeg je toe aan

de woordenlijst. • Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio.

Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl

Page 7: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 7

Om antwoord te krijgen op een specifieke vraag, is het nodig om systematisch te werk te gaan. De informatie die je door een observatie verkrijgt, zul je moeten vastleggen; je wilt daarmee iets kunnen doen. Je hebt in de eerdere training over observeren al het een en ander geleerd over observeren en de verschillende methodieken die daarvoor gebruikt worden. In dit hoofdstuk gaan we hier verder op in.

Er wordt veel gebruikgemaakt van observaties bij het werken met mensen. • Schrijf voor jezelf op waarom observeren belangrijk is in je werk. • Leg uit hoe observeren je kan helpen in het uitoefenen van je werk. • Wat zijn de belangrijkste zaken waarmee je rekening moet houden bij observeren? • Bespreek in de groep met elkaar welke antwoorden zijn opgeschreven. • Schrijf de goede ideeën die je van anderen hebt gehoord ook op bij jouw antwoorden.

Voorbereiding • Maak groepjes van vier. • De docent deelt de casus uit. • Twee groepsleden nemen de casus door en bereiden zich voor op het uitspelen ervan. • Twee groepsleden observeren. Zij zorgen voor pen en papier om hun aantekeningen

op te schrijven.

>Observeren kun je leren

Doelstellingen• Je kunt objectief observeren.

1. Opdracht: Waarom observeren?

2. Oefening: In de groep observeren

Page 8: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

8

Uitvoerin• De ca Controle• Is het • Is het • Kwam• Is er o• Wat d Reflectie• Waren• Wat m De groepdie geobs Beschrijf

Voorber• Zoek

filmpj Uitvoerin• Bekijk• Schrijf• Bekijk Controle• Wat h• Wat w Reflectie• Ben je• Hoe z Beschrijf

Voordat jMaak dez• Stel je

zich p• Maak• Verge• Bespr• Notee

3. Oe

4. Op

Observeren, r

ng sus wordt uitg

e gelukt om deobserveren g

m er genoeg inobjectief of sudenk je dat str

e n er verschillemaak je daaru

psleden wisseleserveerd heeft

het proces en

eiding een rustige ple: ‘Supernann

ng k het filmpje ef je observatie

k het filmpje m

e heb je over dewas er volgens

e e tevreden ovezou jij na deze

het proces en

je een observaze opdracht ine voor dat je eprettig voelt ink voor deze sitelijk jouw vrageek in de groe

er alle informa

efening:

pdracht:

rapporteren, in

gespeeld en g

e casus te speoed gelukt? nformatie uit bjectief geobsraks zal gaan

n tussen wat uit op?

en van taak (zt) en herhalen

n jouw ervaring

lek met toegany the Orm Fa

en observeer degegevens opmeermalen wa

e situatie in hes jou aan de h

er wat je hebte observatie ve

n jouw ervaring

atie gaat doenn tweetallen. een klasgenoon de groep. tuatie observagen met die vaep waaraan oatie die uit obs

Filmpje

Maak ob

terpreteren vo

geobserveerd.

len?

de observatieserveerd? gebeuren (als

de twee obse

zodat elk groen deze opdrac

gen in het tra

ang tot interneamily 6/7’,

de situatie die . anneer dit nod

et filmpje opgehand?

t opgeschreveerder handele

gen in het tra

n, bereid je je

ot gaat observ

tievragen. an een klasgeobservatievragservatievragen

observe

bservatie

oor OA

s?

s de casus ver

ervatoren is op

epslid een keecht.

ainingslogboek

et en zoek op

je te zien krij

dig is.

eschreven?

en over de situn in deze situ

ainingslogboek

voor door ob

veren omdat je

noot. en moeten von naar voren i

ren

evragen

rder uitgespee

pgevallen?

er de casus he

k.

YouTube het

gt.

uatie? atie?

k.

bservatievrage

e erachter wilt

oldoen. s gekomen in

eld zou worde

eft gespeeld e

t volgende

n te maken.

t komen of hi

n je map.

en)?

en

ij

Zie voor informatwww.fac

TheoriebObserverobservatimethodie

Tip Je wilt mobserveriemand bdat je eebetrouwuitslag kTijdens eobservatdus van bdat je zomogelijkobservee

meer ie:

ctor-e.nl

ron 1: ren en ie-eken

met het ren van bereiken

en wbare

rijgt. een tie is het belang

o objectief k ert.

Page 9: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Voorber• Maak Uitvoerin• Bespr• Bespr• Maak

moge• Presen Controle• Wiste• Is het Reflectie• Waren

ideeën• Waren

lijstenversch

• Wat vjouw van d

Houd dezde hand egedurendtrainingsl

Beschrijf

Voorafgade eindop • Maak

eindo Neem voomee van j

5. Oe

6. Op

eiding k groepjes van

ng eek in je groeeek in je groe

k met je groepelijk objectief tnteer jullie lijst

e n jullie nog gogelukt om ee

e n er veel verscn in je groepjen er veel versc

n gekomen uithillende groepvond je van degroepje en vae andere groe

ze lijst de heleen vul de lijst de de training ogboek).

het proces en

aand aan de dpdracht nog e

k een start mepdracht.

or de volgendje stage of zo

efening:

pdracht:

vier.

epje wat objecepje hoe je kupje een lijst mete observerent aan de rest v

oed wat objecen lijst met pu

chillende e? chillende t de pen? e lijst van an de lijsten epen?

e training bij aan (in je

n jouw ervaring

emonstratie geens goed doo

t het observat

de bijeenkomsoek er zo veel

Objectie

Start me

ctief observerent zorgen datet punten om . van de klas.

ctief observerenten te make

gen in het tra

ga je zelf een or.

tieplan ter voo

st observatiemmogelijk op in

ef observ

et de ein

en inhoudt. t je zo objectierekening mee

en inhoudt?en en die te pr

ainingslogboek

observatie do

orbereiding op

methodieken enternet.

veren

ndopdrac

ef mogelijk obe te houden o

resenteren?

k.

oen. Lees de in

p de observat

en rapportage

cht

© Uitgeverij

bserveert. om zo goed

nformatie ove

ie van de

emethodieken

Edu’Actief b.v.

r WerkmodObservat

. 9

del: ieplan

Page 10: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 23

Om gerichte observaties te kunnen doen en daarover inhoudelijke rapportages te kunnen schrijven, bestaan er voor verschillende doelgroepen verschillende methodieken. Er zijn algemene observatielijsten en er zijn lijsten die gebruikt worden om specifiek meer op een bepaald onderdeel van gedrag te letten. Daarnaast kun je zelf betrokken zijn bij de situatie waarin je iemand observeert of kun je wat afstand nemen om te observeren. We bespreken enkele verschillende mogelijkheden: • Participerende observatie: de observator neemt zelf deel aan de handelingen van de

persoon die geobserveerd wordt. • Niet-participerende observatie: de observator neemt zelf niet deel aan de handelingen

van de persoon die geobserveerd wordt. • Gestructureerde observatie: er worden vooraf strenge regels gesteld. De

observatiecategorieën staan van tevoren vast en worden in de vorm van een observatielijst of observatieschema uitgewerkt.

• Ongestructureerde observatie: er zijn geen strenge regels opgesteld en geen vaste afspraken gemaakt over de beschrijving van de observatie. Er wordt niet gewerkt met van tevoren vastgestelde categorieën of schema's.

Er zijn verschillende manieren waarop je kunt observeren. Er zijn drie manieren van observeren aan te geven: • iemand continu observeren • iemand op bepaalde momenten observeren • iemand in een bepaalde situatie observeren. Je wilt met het observeren van iemand bereiken dat je een betrouwbare uitslag krijgt met betrekking tot het doel dat je je voor de observatie had gesteld. Je zult in veel situaties ook willen kiezen voor een methode waarmee je een zo objectief mogelijk resultaat krijgt. Je zult de observatiemethode, het registreren van de observatiegegevens, dus weloverwogen gaan kiezen voor een zo goed mogelijk inhoudelijk resultaat. Verschillende manieren van registreren tijdens de observatie: Ongestructureerde registratiemethode • alles wat je waarneemt letterlijk opschrijven • trefwoordensysteem. Wanneer je voor een ongestructureerde observatie kiest, schrijf je op wat je op dat moment waarneemt. Je hebt niet van tevoren categorieën vastgesteld waarover je iets invult. Je schrijft voor je vraagstelling alles op of noteert trefwoorden voor wat je waarneemt. Gestructureerde registratiemethode • observatie met als doel een totaalbeeld van het gedrag van de persoon te krijgen • toegespitste observatie van bepaalde aspecten van het gedrag van de persoon. Bij een gestructureerde observatie heb je van tevoren nagedacht over de categorieën waarover je iets wilt invullen tijdens de observatie. De methoden die je hiervoor kunt gebruiken, geven dus ook meer richting aan de observatie en de observatiegegevens die daaruit naar voren zullen komen.

>Theoriebron 1: Observeren en observatiemethodieken

Page 11: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 24

We richten ons hier verder op de verschillende gestructureerde observatiemethodieken. Je kunt voor een observatie vaak gebruikmaken van bestaande observatielijsten of -schema's. Op je werk zullen ze zeker enkele hebben liggen die je kunt gebruiken. Je kunt er ook voor kiezen om zelf een observatieschema te maken. Je hebt je observatiedoel duidelijk voor ogen en kiest daarbij de meest geschikte manier van registreren, bijvoorbeeld het intervalsysteem of het turfsysteem. Soms zijn in een instelling bestaande observatieschema's aanwezig. Deze zijn gemaakt door deskundigen. Wanneer zo'n observatieschema goed aansluit op wat jouw doelen zijn, kun je het prima gebruiken. Wanneer het erg afwijkt van waarvoor jij het wilt gebruiken, kun je beter zelf een observatieschema maken. Om te zorgen voor een zo objectief mogelijke observatie zijn de onderstaande punten een hulpmiddel: • Zorg voor een duidelijke formulering van het observatiedoel en de daaruit

voortvloeiende vraagstelling. • Bepaal van tevoren op welk specifiek gedrag je gaat letten en formuleer duidelijke

categorieën. • Probeer niet-participerend te observeren. • Werk met een observatielijst of een observatieschema. • Formuleer geldige en betrouwbare conclusies. De vragen die centraal staan bij de voorbereiding en de beeldvorming van de observatie, zijn: Observatievragen/voorbereiding: • Wie ga je observeren? • Wat is de onderzoeksvraag? • Op welk gedrag ga je letten? • Hoe ga je observeren (methode)? Wanneer je de observatie uitgebreid gaat voorbereiden (zoals voor de eindopdracht van deze training), kun je het observatiestappenplan invullen. Wanneer je het stappenplan volledig hebt ingevuld, ben je goed voorbereid om de observatie te gaan uitvoeren. Stap 1: Geef de aanleiding voor de observatie aan. • Wat is de aanleiding voor de observatie? • Ben je ongerust over de ontwikkeling van een kind? • Ben je nieuwsgierig hoe een nieuw groepslid contacten aangaat? • Kies je zelf voor de observatie? • Heb je de opdracht gekregen? Stap 2: Stel het observatiedoel vast en formuleer de vraagstelling. Met iedere observatie die je uitvoert, heb je een doel. Je zoekt informatie over een bepaald aspect van het gedrag van de persoon die je observeert. Het is heel belangrijk dat je van tevoren precies weet wat je met de observatie beoogt. Beschrijf dus zo duidelijk mogelijk wat je doel is.

Page 12: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 25

Stap 3: Inventariseer het concrete gedrag. Zorg dat je een beeld hebt van het gedrag waarop je precies moet gaan letten. Dit wordt het concrete gedrag genoemd. Stel jezelf de vraag: hoe kan ik het gedrag precies waarnemen? Voorbeeld: met gedrag aandacht vragen. Dit kun je waarnemen door bijvoorbeeld het roepen, huilen, lachen, schreeuwen, duwen of op schoot kruipen van de geobserveerde persoon. Dit noemt men het concrete gedrag.

Stap 4: Bepaal de observatiecategorieën. Om te voorkomen dat je een enorme lijst met concrete gedragingen hebt wanneer je gaat observeren, is het goed om te bekijken of verschillende gedragingen binnen één categorie vallen. Met de vraagstelling als uitgangspunt maak je categorieën waarin de concrete gedragingen vallen. Dit werkt overzichtelijk bij de uitvoering van de observatie. Stap 5: Kies een observatiemethode en beschrijf de werkwijze. Kies de methode die het best past bij de vraagstelling. Je kunt kiezen voor een bestaande methode van je werk of stage. Of voor een observatieschema dat je zelf maakt, waarbij je bijvoorbeeld gebruikmaakt van het intervalsysteem of turfsysteem. Stap 6: Bepaal plaats, situaties, data, tijdstippen. Meestal observeer je meermalen om er zeker van te zijn dat je voldoende informatie hebt om je vragen te beantwoorden. Zet daarom de volgende zaken voor jezelf op papier: • de ruimte waarin geobserveerd wordt • de data waarop geobserveerd wordt • de tijdstippen waarop geobserveerd wordt • de personen die meewerken aan de observatie. Stap 7: Beschrijf de algemene gegevens. Je noteert alle gegevens die je hebt van de te observeren persoon. De volgende punten zijn altijd goed om te vermelden: • persoonsgegevens (naam, leeftijd, geslacht) • gegevens over de gezinssituatie, cultuur, samenstelling van het gezin • gegevens over de gezondheid van de persoon (wanneer dat van belang is voor de

observatie) • jouw persoonlijke indruk van de persoon.

Page 13: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 37

Als je gaat observeren, begin je niet lukraak te schrijven. Je stelt eerst een observatieplan op. In dit observatieplan staan onder andere de volgende zaken beschreven:

Een voorbeeld naar aanleiding van een casus: Rob, een jongen van 6, gaat drie dagen per week na schooltijd naar de bso. Het valt de activiteitenbegeleider op dat Rob niet lang met hetzelfde speelgoed kan spelen. Ook bij andere activiteiten is zijn aandacht snel weg. Rob heeft een normale intelligentie. Hij heeft niet zo veel andere kinderen bij wie hij aansluiting vindt. De activiteitenbegeleider wil graag van jou weten of Rob inderdaad een korte spanningsboog heeft of dat hij zich dat inbeeldt.

>Werkmodel: Observatieplan

De beginsituatie: Wat is de aanleiding van deze observatie? Wat is het probleem?

Achtergrondgegevens: Wat weet je allemaal van de geobserveerde persoon?

Observatiedoel en de doelgroep: Waar wil je uiteindelijk een antwoord op geven? Welk type cliënt is het?

Observatievragen: Waar ga je allemaal op letten?

Manier van observeren: Kwalitatief? Kwantitatief? Continu? Participerend?

Het observatiemoment: Wanneer ga je observeren? Op welke datum? Hoe laat?

Observatiehulpmiddelen: Wat heb je nodig? Welke observatiehulpmiddelen zet je in?

Manier van rapporteren: Mondeling? Schriftelijk? Open-observatieverslag? Voorgedrukt formulier? Checklist?

Observatieplan Cliënt R

Beginsituatie: R. is snel afgeleid.

Achtergrondgegevens: jongen, 6 jaar, 3 dagen per week bso, normale intelligentie, weinig aansluiting bij andere kinderen

Observatiedoel: erachter komen of cliënt R. een korte spanningsboog heeft

Doelgroep: jongen op de bso

Observatievragen: - Hoelang speelt hij met hetzelfde speelgoed?

- Hoelang doet hij mee met dezelfde activiteit?

Manier van observeren: kwantitatief, niet-participerend

Observatiemoment: tijdens activiteiten, tijdens het spelen

Observatiehulpmiddelen: stopwatch, pen en papier

Manier van rapporteren: schriftelijk

Observatievoorbereiding Wie ga je observeren? Wat is de onderzoeksvraag? Welk gedrag ga je observeren? Hoe ga je observeren (methode)?

Page 14: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 39

>Beoordeling

Naam deelnemer:

Namen groepsgenoten:

Groep:

Docent:

Blok/periode:

Onderwerp:

Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende

Actieve deelname

• De student was voldoende aanwezig. • De student leverde een positieve bijdrage in

zijn groepje. • De student leverde een actieve bijdrage in

de les.

Persoonlijk verslag

Compleet • Het persoonlijk verslag bevat alle gevraagde

onderdelen. • Het persoonlijk verslag voldoet aan de

punten die zijn genoemd bij de taalopdracht.

Trainingslogboek • Het trainingslogboek is goed bijgehouden. • Het trainingslogboek is netjes en verzorgd. • Het trainingslogboek voldoet aan de punten

die zijn genoemd bij de taalopdracht. STARR • Er is van zes opdrachten een reflectie

volgens de STARR-methode gemaakt. • De reflectie volgens de STARR-methode

bevat de onderdelen situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.

• De reflectie volgens de STARR-methode geeft aanleiding tot verbeterpunten.

Demonstratie • Rapportage voldoet aan de afgesproken punten.

• Presentatie voldoet aan de afgesproken punten.

Page 15: training: Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA

Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 40

Datum: ......................................... Paraaf docent: Paraaf deelnemer: ……………………………… ………………………………

Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende

Demonstratie • De student geeft blijk van voldoende theoretische achtergrond.

Taalgebruik Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik • De schriftelijke producten zijn in correct

Nederlands geschreven.

Overig

Eindbeoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed >