Thijs Franssen - Actualiteiten nadeelcompensatie- en planschaderecht
Transcript of Thijs Franssen - Actualiteiten nadeelcompensatie- en planschaderecht
Gemeentedagen, 12 en 16 maart 2015
mr. T.W. Franssen
Actualiteiten nadeelcompensatie- en planschaderecht
Agenda
1. Advisering
2. Reële prognose
3. ‘Voortgezet gebruik’
4. Normale maatschappelijke risico
Advisering aan bestuursorgaan door deskundigen
Tendens bij de ABRvS tot het strenger toetsen van de eisen aan deskundigen
• Onafhankelijkheid
• Onpartijdigheid
• Deskundigheid
ABRvS 17 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4570 (Helmond)
ABRvS 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4033 (Amersfoort)
3
Vergelijking - planschade
• Bouwmogelijkheden -> maximaal ingevuld, tenzij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten
• Gebruiksmogelijkheden. Wat is de maximale invulling van:
• het gebruik van een evenemententerrein?
• het gebruik van een weg?
• het gebruik van een schutterij?
ABRvS 24 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3480 (Peel en Maas):
” Daarentegen dient in het kader van het onderzoek naar hetgeen op grond van het planologische regime op de peildatum maximaal kan worden gerealiseerd, een reële prognose te worden gemaakt van het gebruik van de schutterij dat redelijkerwijs te verwachten is met de daaruit voortvloeiende geluidsbelasting.”
4
Beperking van schade – voortgezet gebruik
ABRvS 24 september 2014 ECLI:NL:RVS:2014:3472, ECLI:NL:RVS:2014:3473:
“8.1. Bij de berekening van de omvang van zowel de vermogensschade als de inkomensschade heeft het college mogen betrekken dat [appellant sub 1] en Britt hun ondernemingen ook na de peildatum nog geruime tijd hebben kunnen exploiteren en zich gedeeltelijk aan de nieuwe situatie hadden kunnen aanpassen. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 20 april 2011 in zaak nr. 201006536/1/H2. In deze periode hebben zij eenzelfde inkomen kunnen verdienen als zij hadden kunnen verdienen zonder de planologische besluitvorming ten behoeve van de aanleg van de Westerscheldetunnel. Voorafgaand aan de openstelling van deze tunnel en de opheffing van de veerdienst hebben zij derhalve geen inkomensschade geleden.”
5