Therapie bij angst: pillen of praten? Ouderen kiezen in ruime meerderheid voor psychotherapie

2
Recente onderzoeksliteratuur Therapie bij angst: pillen of praten? Ouderen kiezen in ruime meerderheid voor psychotherapie Mohlman, J. A community based survey of older adultspreferences for treatment of anxiety. Psychology and Aging, 2012; 27, 11821190. Conclusie van het artikel Oudere volwassenen die zich voorstelden te lijden aan een angststoornis, kozen in ruime meerderheid voor een psychologische interventie, en veel minder vaak voor medicatie of een gecombineerde behandeling. Bespreking van de studie Deelnemers, woonachtig in de Amerikaanse staat New Jersey, kregen een beschrijving te lezen van een angststoornis, serieus genoeg om het dagelijks functioneren te belemmeren (grote nervositeit, vrees voor de toekomst, u slaapt slecht, bent prikkelbaar, kunt zich niet goed concentreren, uw spieren voelen gespannen aan, uw maag speelt op en u bent steeds aan het piekeren. Uw angstsymptomen zijn ook uw naasten en vrienden al opgevallen, uw huisarts dringt erop aan dat u specialistische hulp zoekt. Dat wilt u nu ook). Vervolgens konden de deelnemers hun voorkeur kenbaar maken voor drie nader omschreven interventies: medicamenteus, psychologisch of een combinatie van beide. Deelnemers die een voorkeur uitspraken voor een psychologische interventie, al dan niet in combinatie met medicatie, konden vervolgens aangeven welke van zes vormen van psychotherapie hen het meest aansprak: ondersteunend, cognitief-gedragstherapeutisch, gericht op stress management, psychoanalytisch, mindfulness/acceptance and commitment therapy, en pastorale/religieuze begeleiding. Ook werd gevraagd naar een eventuele voorkeur voor individuele behandeling of groepstherapie. Potentiële deelnemers werden gerekruteerd door advertenties in huis-aan-huisbladen, openbare bibliotheken, wijkcentra en via folders die werden uitgereikt door medewerkers van tafeltje-dekje. Vanwege mogelijke verschillen tussen generaties in kennis en opvattingen over geestelijke gezondheidszorg en psychotherapie maakte de onderzoeker onderscheid tussen drie leeftijdsgroepen: 6574 (n 0 177), 7584 (n 0 152) en 85+ (n 0 54). Vrouwen waren in de oudste groep oververtegenwoordigd (83% tegenover 57% in de groep tot 74 jaar). Resultaten Van de 383 deelnemers gaf 76% de voorkeur aan een psychologische behandeling, zou 13% kiezen voor een medicamenteuze behandeling en 11% voor de combinatie pillen en praten. Tegen de verwachting in, hing leeftijd nauwelijks samen met deze voorkeur. Ook bij de alleroudste deelnemers zouden de meesten (twee van de drie) voor een psychologische behandeling kiezen. Kijkend naar verschillen in opleiding zagen de onderzoekers dat hoger opgeleide deelnemers vaker zouden kiezen voor een psychologische behandeling dan lager opgeleide deelnemers. Met elk jaar extra scholing verdubbelde de voorkeur voor een psychologische behandeling. De veronderstelling dat mannen misschien vaker voor medicatie zouden kiezen, en vrouwen voor psychotherapie, vond geen steun in de uitkomsten van dit onderzoek. Van de 333 deelnemers die de voorkeur gaven aan een psychologische interventie, al dan niet in combinatie met medicijnen, kozen de meesten (29%) voor cognitieve gedragstherapie. Voor de relatief jonge ouderen had deze behandeling de hoogste prioriteit (47%), vergeleken met 15% bij volwassenen van 7584, en 10% bij de nog oudere deelnemers. Twee andere vaak gekozen vormen van psychotherapie waren ondersteunende therapie (27%) en behandeling gericht op hantering van stress (19%). Op grond van eerder verricht onderzoek werd verondersteld dat leden van de jongeregeneraties overwegend voor individuele therapie zouden kiezen, en oudere deelnemers, met een kleiner sociaal netwerk, eerder voor groepstherapie. Deze verwachting werd bevestigd: 42% koos voor groepstherapie, en onder hen waren de oudste deelnemers sterker vertegenwoordigd dan de jongere. Commentaar Mothers little helpers lijken hun voorkeurspositie te moeten prijsgeven wanneer moeder op leeftijd gekomen is. De uitgesproken voorkeur voor Published Online: 9 August 2013 Tijdschr Gerontol Geriatr 2013; 44

Transcript of Therapie bij angst: pillen of praten? Ouderen kiezen in ruime meerderheid voor psychotherapie

Page 1: Therapie bij angst: pillen of praten? Ouderen kiezen in ruime meerderheid voor psychotherapie

Recenteonderzoeksliteratuur

Therapie bij angst: pillen of praten? Ouderenkiezen in ruime meerderheid voorpsychotherapie

Mohlman, J. A community based survey of older adults’preferences for treatment of anxiety. Psychology andAging, 2012; 27, 1182–1190.

Conclusie van het artikel

Oudere volwassenen die zich voorstelden telijden aan een angststoornis, kozen in ruimemeerderheid voor een psychologischeinterventie, en veel minder vaak voor medicatieof een gecombineerde behandeling.

Bespreking van de studie

Deelnemers, woonachtig in de Amerikaanse staatNew Jersey, kregen een beschrijving te lezen vaneen angststoornis, serieus genoeg om hetdagelijks functioneren te belemmeren (‘grotenervositeit, vrees voor de toekomst, u slaaptslecht, bent prikkelbaar, kunt zich niet goedconcentreren, uw spieren voelen gespannen aan,uw maag speelt op en u bent steeds aan hetpiekeren. Uw angstsymptomen zijn ook uwnaasten en vrienden al opgevallen, uw huisartsdringt erop aan dat u specialistische hulp zoekt.Dat wilt u nu ook’). Vervolgens konden dedeelnemers hun voorkeur kenbaar maken voordrie nader omschreven interventies:medicamenteus, psychologisch of een combinatievan beide. Deelnemers die een voorkeuruitspraken voor een psychologische interventie,al dan niet in combinatie met medicatie, kondenvervolgens aangeven welke van zes vormen vanpsychotherapie hen het meest aansprak:ondersteunend, cognitief-gedragstherapeutisch,gericht op stress management, psychoanalytisch,mindfulness/acceptance and commitmenttherapy, en pastorale/religieuze begeleiding. Ookwerd gevraagd naar een eventuele voorkeur voorindividuele behandeling of groepstherapie.Potentiële deelnemers werden gerekruteerd dooradvertenties in huis-aan-huisbladen, openbarebibliotheken, wijkcentra en via folders diewerden uitgereikt door medewerkers vantafeltje-dekje. Vanwege mogelijke verschillen

tussen generaties in kennis en opvattingen overgeestelijke gezondheidszorg en psychotherapiemaakte de onderzoeker onderscheid tussen drieleeftijdsgroepen: 65–74 (n0177), 75–84 (n0152) en85+ (n054). Vrouwen waren in de oudste groepoververtegenwoordigd (83% tegenover 57% in degroep tot 74 jaar).

Resultaten

Van de 383 deelnemers gaf 76% de voorkeur aaneen psychologische behandeling, zou 13% kiezenvoor een medicamenteuze behandeling en 11%voor de combinatie ‘pillen en praten’. Tegen deverwachting in, hing leeftijd nauwelijks samenmet deze voorkeur. Ook bij de alleroudstedeelnemers zouden de meesten (twee van de drie)voor een psychologische behandeling kiezen.Kijkend naar verschillen in opleiding zagen deonderzoekers dat hoger opgeleide deelnemersvaker zouden kiezen voor een psychologischebehandeling dan lager opgeleide deelnemers.Met elk jaar extra scholing verdubbelde devoorkeur voor een psychologische behandeling.De veronderstelling dat mannen misschien vakervoor medicatie zouden kiezen, en vrouwen voorpsychotherapie, vond geen steun in deuitkomsten van dit onderzoek. Van de 333deelnemers die de voorkeur gaven aan eenpsychologische interventie, al dan niet incombinatie met medicijnen, kozen de meesten(29%) voor cognitieve gedragstherapie. Voor derelatief jonge ouderen had deze behandeling dehoogste prioriteit (47%), vergeleken met 15% bijvolwassenen van 75–84, en 10% bij de nog ouderedeelnemers. Twee andere vaak gekozen vormenvan psychotherapie waren ondersteunendetherapie (27%) en behandeling gericht ophantering van stress (19%). Op grond vaneerder verricht onderzoek werd veronderstelddat leden van de ‘jongere’ generatiesoverwegend voor individuele therapie zoudenkiezen, en oudere deelnemers, met een kleinersociaal netwerk, eerder voor groepstherapie.Deze verwachting werd bevestigd: 42% koosvoor groepstherapie, en onder hen waren deoudste deelnemers sterker vertegenwoordigddan de jongere.

Commentaar

Mother’s little helpers lijken hun voorkeurspositiete moeten prijsgeven wanneer moeder op leeftijdgekomen is. De uitgesproken voorkeur voor

Published Online: 9 August 2013

Tijdschr Gerontol Geriatr 2013; 44

Page 2: Therapie bij angst: pillen of praten? Ouderen kiezen in ruime meerderheid voor psychotherapie

psychologische interventies bij angst is iets waarbehandelaars rekening mee moeten houden. Alser al bij voorbaat een sterke motivatie is voor eenbepaalde vorm van behandeling, zal dat detherapietrouw bevorderen. Behandelaars doen ergoed aan om niet alleen hun kennis over de

werkzaamheid van een behandeling in deafweging te betrekken maar ook de kennis envoorkeur van de patiënt.

Han Diesfeldt

Recente onderzoeksliteratuur 229