Theateratelier 2015-2

2
Theateratelier 2015-2016 Richtlijnen Regieconcept Een regieconcept dient als hulpmiddel dat je als maker leert om je gedachten – die in eerste instantie alle kanten op kunnen waaieren - te ordenen. En tevens is het een oefening in het onder woorden brengen van zaken die je bezig houden en die soms zo ongrijpbaar in je hoofd kunnen ronddwalen. Dus het werken aan je regieconcept is niet bedoeld als invuloefening die dan fijn klaar is als je huiswerk af is, maar als leidraad waarlangs je je gedachten ordent en die ruimte geeft aan beelden, ideeën en muziek. 1. Het thema / Fascinatie Wat is het onderwerp van je theateratelier? Waar wil je zo graag iets over maken? Welke gedachten en overwegingen heb je? Waarom moet je dit doen? Waar komt je belangstelling uit voort? 2. Persoonlijke motivatie Wat raakt je persoonlijk hierin? En waarin kan dat voor meer mensen gelden, universeel zijn? 3. Het verhaal Waar gaat je vertelling over? Wat is je premisse? Wie is de hoofdpersoon? Wat is de hoofdhandeling? De 5 W’s? De ontwikkeling? De omslagmomenten? 4. Structuur Wat is de opbouw van je vertelling? Waar zit het omslagpunt? Hoe geef je de afwisseling van muziek, beeld en tekst vorm? 5.Vormgeving Beschrijf je ideeën over het toneelbeeld, het decor, kostuum en licht. En denk na over de plaatsing van je publiek. Bewaar voorbeelden,webpagina’s enz. en teken ook de mise-en-scene.

description

ja

Transcript of Theateratelier 2015-2

Page 1: Theateratelier 2015-2

Theateratelier 2015-2016

Richtlijnen Regieconcept

Een regieconcept dient als hulpmiddel dat je als maker leert om je gedachten – die in eerste instantie alle kanten op kunnen waaieren - te ordenen. En tevens is het een oefening in het onder woorden brengen van zaken die je bezig houden en die soms zo ongrijpbaar in je hoofd kunnen ronddwalen.

Dus het werken aan je regieconcept is niet bedoeld als invuloefening die dan fijn klaar is als je huiswerk af is, maar als leidraad waarlangs je je gedachten ordent en die ruimte geeft aan beelden, ideeën en muziek.

1. Het thema / Fascinatie

Wat is het onderwerp van je theateratelier? Waar wil je zo graag iets over maken? Welke gedachten en overwegingen heb je? Waarom moet je dit doen? Waar komt je belangstelling uit voort?

2. Persoonlijke motivatie

Wat raakt je persoonlijk hierin? En waarin kan dat voor meer mensen gelden, universeel zijn?

3. Het verhaal

Waar gaat je vertelling over? Wat is je premisse? Wie is de hoofdpersoon? Wat is de hoofdhandeling? De 5 W’s? De ontwikkeling? De omslagmomenten?

4. Structuur

Wat is de opbouw van je vertelling? Waar zit het omslagpunt? Hoe geef je de afwisseling van muziek, beeld en tekst vorm?

5. Vormgeving

Beschrijf je ideeën over het toneelbeeld, het decor, kostuum en licht. En denk na over de plaatsing van je publiek. Bewaar voorbeelden,webpagina’s enz. en teken ook de mise-en-scene.

6. Muziek en tekst

Maak een lijst met daarin de stukken tekst, de schrijvers en de muziekstukken met de componisten. Zodat je alles goed terug kunt vinden.

7. Script

Voeg je script erbij; alle tekst, muziek, regieaanwijzingen, enz. Zodat een vreemde groep je vertelling zou kunnen spelen.

Page 2: Theateratelier 2015-2