Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat...

148
02564990 ’01-2-A3-11N Handleiding Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van een Roland Drum System TD-6K. Alvorens dit elektronisch drumstel te gebruiken moet u “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) en “Belangrijke opmerkingen” (blz. 3) lezen. Daar komt u namelijk te weten wat u wel en niet mag doen en hoe u het drumstel op de juiste manier gebruikt. Verder verdient het aanbeveling om de handleiding in z’n geheel te lezen om alle functies te leren kennen. Bewaar de handleiding op een veilige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt. Copyright © 2001 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden gekopieerd, ver- veelvoudigd of op andere manieren openbaar worden gemaakt zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.

Transcript of Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat...

Page 1: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

02564990 ’01-2-A3-11N

HandleidingBedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van een Roland Drum System

TD-6K.

Alvorens dit elektronisch drumstel te gebruiken moet u “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) en “Belangrijke opmerkingen” (blz. 3) lezen. Daar komt u namelijk te weten wat u wel en niet mag doen en hoe u het drumstel op de juiste manier gebruikt. Verder verdient het aanbeveling om de handleiding in z’n geheel te lezen om alle functies te leren kennen. Bewaar de handleiding op een veilige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.

Copyright © 2001 ROLAND CORPORATIONAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden gekopieerd, ver-veelvoudigd of op andere manieren openbaar worden gemaakt zonder de schriftelijketoestemming van ROLAND CORPORATION.

Page 2: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

2

Veilig gebruik van dit apparaat

001• Lees eerst de volgende punten door en

gebruik dan pas uw TD-6K. Zo bent u er zeker van dat u hem op de juiste manier gebruikt.

................................................................................................002c• Probeer nooit zelf dit apparaat of de adapter

te herstellen.................................................................................................003• Probeer nooit de TD-6K zelf te herstellen

(tenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische dienst.

................................................................................................004• Zet de TD-6K nooit op plaatsen die de vol-

gende kenmerken vertonen:

• Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke temperatuurschommelingen (bv. in het directe zonlicht), in een gesloten auto waar de zon op staat, in de buurt van een radiator of een airco-kanaal, op een warmtebron (stoof e.d.).

• Op vochtige plaatsen (badkamer, was-ruimte, op de natte grond, in de regen e.d.)

• Op bijzonder stoffige plaatsen.

• Op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke trillingen.

................................................................................................007• Plaats het apparaat op een stabiel en niet-hel-

lend oppervlak. Zorg dat het tijdens het gebruik niet kan verschuiven.

................................................................................................

011• Zorg dat er geen kleine voorwerpen (uit

metaal, brandbare stoffen, muntstukken, naalden e.d.) in het inwendige van de TD-6K terechtkomen. Plaats nooit glazen, koppen e.d. op de behuizing.

................................................................................................013• In gezinnen met kleine kinderen dient een

volwassene toezicht te houden tot de kinde-ren in staat zijn om dit apparaat in overeen-stemming met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken.

................................................................................................

• Om ongevallen te voorkomen laat u kleine kinderen het best nooit in de buurt van het drumstel spelen.

................................................................................................014• Bescherm de TD-6K tegen overdreven schok-

ken. (Laat hem nooit vallen!)................................................................................................

Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materiëleschade.

* "Materiële" schade heeft betrekking op het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.

Wijst de gebruiker op het risico op dodelijke ongevallen of zware ver-wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.

Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.

VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT

INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN

HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN

Over de en labels Over de symbolen

VOORZICHTIG

VOORZICHTIG LET OP

LET OP!

VOORZICHTIG VOORZICHTIG

Page 3: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

3

Belangrijke opmerkingen291aLees naast “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) ook de volgende punten even door:

Opstelling• Laat de TD-6K nooit in de regen staan en vermijd

plaatsen die onderhevig zijn aan overdreven warmte (in de buurt van een stoof of radiator, in een gesloten auto waar de zon op staat enz.) Boven-dien moet u extreme temperaturen (zowel warm als koud) vermijden. Overdreven warmte kan voor een verkleuring van de TD-6K zorgen.

355• Gebruik de TD-6K niet op plaatsen die blootgesteld

zijn aan de regen, of in een andere vochtige omge-ving.

Onderhoud• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een

zachte droge doek of een lichtjes met water bevoch-tigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg de TD-6K nadien goed af met een zachte droge doek.

402• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk

welk oplosmiddel om verkleuring of vervorming te voorkomen.

Bijkomendevoorzorgsmaatregelen• Ga voorzichtig te werk, wanneer u de knoppen,

regelaars en andere bedieningsorganen of aanslui-tingen van de TD-6K gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.

558a• Om uw buren niet te storen houdt u het volume

best op een redelijk niveau. U zou ook een hoofdte-lefoon op de versterker e.d. kunnen aansluiten, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral in de late uren).

• De TD-6K is ontworpen om zo weinig mogelijk her-rie te maken tijdens het spelen. Sommige trillingen kunnen echter niet worden voorkomen (bv. het intrappen van een pedaal). Daarom kiest u het best een plaats of onderlaag die dergelijke trillingen afdempt. Denk er bovendien aan dat het werken met een hoofdtelefoon niet kan voorkomen dat u meezingt of zodanig te keer gaat dat de buren er last van hebben.

104• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren

verstrikt geraken. Houd alle kabels en snoe-ren buiten het bereik van kinderen.

................................................................................................106• Ga nooit op het apparaat staan en plaats er

geen zware voorwerpen op.................................................................................................

118• Als u moeren, ringen, schroeven enz. los-

draait, moet u ze altijd buiten handbereik van kleine kinderen leggen om te voorkomen dat deze laatste ze kunnen inslikken e.d.

LET OP LET OP

Page 4: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

4

Controle van de bijgeleverde accessoires❑ TD-6 (Percussion Sound Module) x 1

❑ KD-7 (Kick Trigger Unit) x 1

❑ FD-6 (HiHat Control Pedal) x 1

❑ PD-6 (Pad) x 5

❑ CY-6 (Cymbal Pad) x 2

❑ Accessoireset x 1

❑ Mono-aansluitkabel (1 meter) x 3 (voor HiHat, Snare, Tom 1: PD-6 x 3)

❑ Mono-aansluitkabel (2 meters) x 4(voor Kick: KD-7/Tom 2, 3: PD-6 x 2/HiHat Control Pedal: FD-6)

❑ Stereo-aansluitkabel (2 meter) x 2(voor Crash, Ride: CY-6 x 2)

■ TD-6K handleiding x 1

• Het basdrumpedaal wordt niet bijgeleverd. Dat moet er dus apart bijkopen.

• De handleiding van de TD-6 bevindt zich in de doos van die module.

OPGELET

Wijzigingen van de specificaties en het uiterlijk met het oog op productverbeteringen zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.

MDS-6 (Drum Stand)

Begin met het opstellen van de drumstand.

Meer details over het assembleren van de drumstand (MDS-6) vindt u in diens handleiding.

TD-6 (Percussion Sound Module)

Schroef de standhouder (die bij de MDS-6 wordt geleverd) zoals hierna getoond aan de onderkant van de TD-6 vast.

OPGELET

• Gebruik uitsluitend de 8mm-schroeven (M5 x 8), die bij de TD-6 worden geleverd. Het gebruik van andere schroeven zou er namelijk toe kunnen leiden dat u de TD-6 beschadigt.

• Aangezien u de module tijdens het monteren van de standhouder ondersteboven moet leggen, verdient het aanbeveling om er een dik deken of een stapel kranten e.d. onder te leggen om te voorkomen dat u de bedie-ningsorganen beschadigt.

• Zolang de module ondersteboven is gekeerd moet u er bijzonder voorzicht mee omspringen om hem niet te laten vallen.

KD-7 (Kick Trigger Unit)

Polariteitsschakelaar instellenSchuif de polariteitsschakelaar in de “(–Roland)” positie.

❑ Stemsleutel x 1

❑ Klopper (voor een KD-7) x 1

❑ Pinbout (voor de FD-6) x 2

❑ Pinboutveer (voor de FD-6) x 2

❑ Vleugelmoer (voor CY-6) x 2

❑ Viltringen (voor CY-6) x 2

❑ Stopper (voor CY-6) x 2

Smalle kant

Brede kant

Pad-kant

AnkermoerBolt

Voetplaat

Signaaluitgang

Mix In-connector

Polariteitsschakelaar

Regelaar voor het uitgangs-niveau.

HoogLaag

Page 5: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

5

Mix In-connector gebruikenDoor de uitgang van een tweede KD-7 op de Mix In-connector aan te sluiten kunt u ook met een dubbel baspedaal werken.

Instellen van het uitgangsniveauAls het volume/niveau van een tweede KD-7, die u op de Mix In-connector aangesloten hebt, niet overeenkomt met dat van de andere KD-7, kunt u met de kleine regelaar het uitgangsni-veau van de KD-7 regelen. Hiervoor hebt u een schroeven-draaier nodig.Als u maar één KD-7 gebruikt, moet u de niveauregelaar op de maximumwaarde zetten.

Klopper op een basdrumpedaal installerenDe TD-6K wordt niet met een basdrumpedaal geleverd. De klopper wordt echter wel bijgeleverd en moet dan ook op een in de handel verkrijgbaar basdrumpedaal geïnstalleerd wor-den.

OPGELET

• Wees voorzichtig dat u zich niet de vingers kneust.• Het uiteinde van de pinbouten is betrekkelijk scherp.

Wees dus voorzichtig.• Als u de KD-7 gewoon op een houten vloer e.d. zet, zou u

deze laatste kunnen beschadigen. Draai de pinbouten dan weer naar binnen.

• Zet het basdrumpedaal goed vast aan de KD-7.

SpecificatiesKD-7: Kick Trigger UnitTrigger: 1Afmetingen: 172 (B) x 112 (D) x 100 (H) mmgewicht: 1,3kg (met klopper)

FD-6 (HiHat Control Pedal)

OPGELET

• Het uiteinde van de pinbouten is betrekkelijk scherp. Wees dus voorzichtig.

• Als u de FD-6 gewoon op een houten vloer e.d. zet, zou u deze laatste kunnen beschadigen. Draai de pinbouten er dan weer uit.

• Als u de FD-6 langere tijd niet wenst te gebruiken, moet u de arm in de “los”-stand schuiven en weer vastdraaien.

• Om onnodige schade te voorkomen moet u ervoor zor-gen dat het pedaal van de FD-6 nooit lange tijd ingedrukt blijft.

In de Engelstalige handleiding van de TD-6 wordt ervan uitgegaan dat u met een FD-7 HiHat Control Pedal werkt. Uiteindelijk blijkt het echter om een “FD-6” te gaan, wanneer u de TD-6K gekocht hebt. Dat gaan we in het Nederlands meteen rechtzetten.

SpecificatiesFD-6: HiHat Control PedalAfmetingen: 160 (B) x 395 (D) x 120 (H) mmGewicht: 1,4kg (met pinbouten)

Basdrumpedaal

Bij gebruik van een tapijt Als u geen tapijt gebruikt

Klopper

Instellen van de pinbout

Instellen van de pedaalweg

Draai de schroef met de bijgeleverdestemsleutel los en verschuif de arm.

Arm verschuiven

los

strak

Uitgang

Pedaalplaat

Pinbouten installeren(bij gebruik van een tapijt)

Pinbout

Veer voor de pinbout

Page 6: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

6

PD-6 (Pad)

PD-6 Pads aan de stand bevestigenSchuif de pen door de buis binnenin de houder.

OPGELET

Let er tijdens het bevestigen van de PD-6 Pads aan de pennen op de bevestigingsmoeren goed vast te draaien om te voorko-men dat een Pad los komt te zitten.

SpecificatiesPD-6: PadDiameter: 8,5 duimTrigger: 1 (slagvlak)Afmetingen: 221 (B) x 274 (D) x 64 (H) mmGewicht: 1,2kg

CY-6 (Cymbal Pad)

CY-6 aan een cimbaalstand bevestigen1. Draai de stopperbout met de bijgeleverde

stemsleutel vast.De stopper voorkomt dat de cimbaalpad in het wilde begint te draaien en er op die manier voor zorgt dat de kabels verstrikt geraken.

2. Bevestig de CY-6 zoals in de tekening hierna getoond.

3. Draai de vleugelmoer zo vast of zo los tot de cimbaalpad op de gewenste manier beweegt.Gebruik de bijgeleverde viltring en de vleugelmoer.

SpecificatiesCY-6: Cymbal PadDiameter: 12 duimTriggers: 2 (Slagvlak, rand)Afmetingen: 290 (B) x 295 (D) x 45 (H) mmGewicht: 0,6kg

Bevestigingsmoer

Bevestigingsmoer

Slagvlak

Uitgang

Houder

Houder

Vastdraaien

Losdraaien

Pen

RandgedeeltePad-oppervlak

Uitgang

Belgedeelte

Stopper(de goede kant

uit draaien)

Deze bout met de bijgeleverdestemsleutel vast-draaien.

Vleugelmoer

Viltring

Page 7: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

7

Assemblage en aansluiten van de “TD-6K”

OPGELET

Om schade aan de luidsprekers en de overige apparaten te voorkomen moet u altijd het volume op de minimumwaarde zetten en alle betrokken apparaten uitschakelen alvorens iets aan te sluiten of de aansluitingen te verbreken.

Eens u alles naar behoren hebt aangesloten, moet u de TD-6 instellen (zie verderop).De TD-6 module bevat al optimale instellingen voor de TD-6K. U kunt dus meteen aan de slag.

Mono(1 meter)

Mono(2 meter)

Stereo(2 meter)

Mono

E n signaal

Stereo

Twee signalen

Gebruik de bijgeleverde kabels voor het aansluiten van de Pads, de cimbaalpads, de HiHat-eenheid en de basdrumeenheid. Kijk goed naar de nummers in de afbeeldingen en sluit de Pads e.d. op de juiste TRIGGER INPUT-connectors achterop de TD-6 aan.Stereokabel (2 meter) x 2

Crash 1 (CY-6)Ride (CY-6)

Monokabel (1 meter) x 3Snare (PD-6)Hi-Hat (PD-6)Tom 1 (PD-6)

Monokabel (2 meter) x 4Tom 2 (PD-6)Tom 3 (PD-6)Kick (KD-7)HiHat Control Pedal (FD-6)

TD-6

Crash 1CY-6

RideCY-6

Tom 2PD-6

Tom 1PD-6

KickKD-7

HiHat Control PedalFD-6

SnarePD-6

Hi-HatPD-6

Tom 3PD-6

Page 8: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

8

Page 9: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

* Alle in deze handleiding vermelde productnamen zijn eigendom van de betref-fende bedrijven of rechtspersonen.

Copyright © 2001 ROLAND CORPORATIONAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden gekopieerd, ver-veelvoudigd of op andere manieren openbaar worden gemaakt zonder de schriftelijketoestemming van ROLAND CORPORATION.

HandleidingDank u voor en gefeliciteerd met uw aankoop van de TD-6 Percussion Sound

Module van Roland.

Alvorens de TD-6 te gebruiken moet u “Belangrijke opmerkingen” (blz. 12) lezen. Daar komt u namelijk te weten wat u wel en niet mag doen en hoe u de TD-6 op de juiste manier gebruikt. Verder verdient het aanbe-veling om de handleiding in z’n geheel te lezen om alle functies te leren kennen. Bewaar de handleiding op een veilige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.

Page 10: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

10

Veilig gebruik van de TD-6

Veilig gebruik van de TD-6

001

• Lees eerst de volgende punten door en gebruik dan pas uw TD-6. Zo bent u er zeker van dat u hem op de juiste manier gebruikt.

................................................................................................002c

• Probeer nooit zelf dit apparaat of de adapter te herstellen.

................................................................................................003

• Probeer nooit de TD-6 zelf te herstellen (tenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische dienst.

................................................................................................004

• Zet de TD-6 nooit op plaatsen die de volgende kenmerken vertonen:• Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke tem-

peratuurschommelingen (bv. in het directe zonlicht), in een gesloten auto waar de zon op staat, in de buurt van een radiator of een airco-kanaal, op een warmtebron (stoof e.d.).

• Op vochtige plaatsen (badkamer, wasruimte, op de natte grond, in de regen e.d.)

• Op bijzonder stoffige plaatsen.• Op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke

trillingen.

................................................................................................

005

• Plaats deze module enkel in een rack of op een stand die door Roland uitdrukkelijk wordt aan-bevolen.

................................................................................................006

• Als u de TD-6 in een rack schroeft of op een stand monteert, moet u deze laatste op een vlak en stabiel oppervlak plaatsen. Het rack en de stand mogen tijdens het normale gebruik niet verschuiven. De keuze van een veilige opstel-lingsplaats geldt overigens ook voor situaties waarin u de TD-6 niet gebruikt.

................................................................................................008c

• Gebruik enkel de bij de TD-6 geleverde adapter en sluit hem uitsluitend aan op een stopcontact dat beantwoordt aan de gegevens op het merk-plaatje van de adapter. Andere adapters hebben een andere polariteit of een ander vermogen. Als u ze op een verkeerd stopcontact aansluit, werkt de TD-6 niet of brandt de adapter door.

................................................................................................009

• Beschadig nooit de stroomkabel. Plooi hem niet te veel, trap er niet op, plaats er geen zware voorwerpen op enz. Een beschadigde kabel kan brand of elektrocutie veroorzaken. Gebruik nooit een kabel die al beschadigd is.

................................................................................................

Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materiëleschade.

* "Materiële" schade heeft betrekking op het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.

Wijst de gebruiker op het risico op dodelijke ongevallen of zware ver-wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.

Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.

VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT

INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN

HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN

Over de en labels Over de symbolen

VOORZICHTIG

VOORZICHTIG LET OP

LET OP!

VOORZICHTIG VOORZICHTIG

Page 11: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

11

Veilig gebruik van de TD-6

010

• Dit apparaat kan hetzij van zich uit, hetzij in combinatie met een externe versterker, voor een volume zorgen dat uw gehoor kan aantasten. Werk dus nooit lange tijd op een pittig volume of op een volume dat net aan de pijngrens ligt. Zodra u ook maar de indruk hebt dat uw gehoor begint te verzwakken, moet u onmiddellijk een oorarts raadplegen.

................................................................................................011

• Zorg dat er geen kleine voorwerpen (uit metaal, brandbare stoffen, muntstukken, naalden e.d.) in het inwendige van de TD-6 terechtkomen. Plaats nooit glazen, koppen e.d. op de behuizing.

................................................................................................012c

• Verbreek, in de volgende situaties, onmiddellijk de aansluiting op het lichtnet en neem contact op met een erkende herstellingsdienst of uw Rol-and-dealer:• Als de adapter of het netsnoer zichtbaar

beschadigd is.• Als er een voorwerp of vloeistof in het

inwendige van de TD-6 terecht is gekomen.• Als de TD-6 in de regen heeft gestaan (of op

een andere manier nat is geworden).• Als de TD-6 niet naar behoren lijkt te werken

of het helemaal niet meer doet.................................................................................................

013

• In gezinnen met kleine kinderen dient een vol-wassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om dit toestel in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken.

................................................................................................014

• Bescherm de TD-6 tegen overdreven schokken. (Laat hem nooit vallen!)

................................................................................................015

• Sluit de adapter van dit apparaat niet samen met een overdreven aantal andere toestellen aan op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met ver-lengsnoeren – het totale vermogen van alle toe-stellen aangesloten op het verlengsnoer mag nooit het nominale vermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een over-dreven belasting kan de isolatie van het snoer doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.

................................................................................................016

• Alvorens de TD-6 in het buitenland te gebrui-ken, neemt u het best contact op met uw Roland-dealer om te weten te komen welk voltage er in het betreffende land wordt gehanteerd en of u al dan niet voor een geschikte stroomvoorziening moet zorgen.

................................................................................................

101b

• Plaats de TD-6 en de bijbehorende adapter altijd zo dat de verluchting van beide niet in het gedrang wordt gebracht.

................................................................................................102d

• Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker vast wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.

................................................................................................103b

• Als u de TD-6 langere tijd niet wenst te gebrui-ken, verbreekt u het best de aansluiting van de adapter op het lichtnet.

................................................................................................104

• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren ver-strikt geraken. Houd alle kabels en snoeren bui-ten het bereik van kinderen.

................................................................................................106

• Ga nooit op de TD-6 staan en plaats er geen zware voorwerpen op.

................................................................................................107d

• Neem de adapterkabel of de stekkers nooit vast met natte handen wanneer u ze in een stopcon-tact of in de TD-6 steekt, of wanneer u ze uittrekt.

................................................................................................108b

• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten af alvorens het toestel te ver-plaatsen.

................................................................................................109b

• Zet de TD-6 uit en trek de stroomkabel uit, alvo-rens hem schoon te maken (blz. 31).

................................................................................................110b

• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen vermoedt.

................................................................................................118

• Leg de schroeven op een veilige plaats als u ze moet verwijderen. Enkel zo bent u er zeker van dat kleine kinderen ze niet kunnen inslikken.

................................................................................................

VOORZICHTIG LET OP

Page 12: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

12

Belangrijke opmerkingen

Lees eerst “Veilig gebruik van de TD-6” (blz. 10) en daarna de volgende punten door om er zeker van te zijn dat u de TD-6 op de juiste manier gebruikt.

Voeding• Sluit de TD-6 niet samen met apparaten, die ruis ver-

oorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem), op eenzelfde stroomkring aan.

302

• De adapter wordt na verloop van tijd warm. Dit is nor-maal.

307

• Alvorens de TD-6 op andere toestellen aan te sluiten schakelt u best alle apparaten uit. Zo voorkomt u defec-ten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.

Opstelling• Als u de TD-6 gebruikt nabij een vermogensversterker

(of een ander apparaat met grote transformators), kan er brom ontstaan. Oriënteer de TD-6 dan anders of ver-wijder hem van de interferentiebron.

352

• De TD-6 kan de radio- of TV-ontvangst verstoren. Gebruik hem niet in de nabijheid van dergelijke ont-vangers.

354a

• Plaats de TD-6 nooit in het directe zonlicht en laat hem vooral niet in een gesloten auto liggen waar de zon op staat. Dat kan namelijk zorgen voor het smelten of het verkleuren van de behuizing.

355

• Gebruik de TD-6 niet op een plaats die blootgesteld is aan de regen, of in een andere vochtige omgeving.

Onderhoud• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte

droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg de TD-6 nadien goed af met een zachte droge doek.

402

• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk oplosmiddel om verkleuring of vervorming te voorko-men.

Herstellingen en uw data• Houd er rekening mee dat alle gegevens in het geheu-

gen van de TD-6 verloren kunnen gaan, wanneer hij wordt hersteld. Maak van belangrijke data steeds een Backup via MIDI (door de instellingen met de Bulk Dump-functie te zenden naar een sequencer), of schrijf ze neer op papier (indien mogelijk). Tijdens de herstel-ling wordt er grote zorg besteed aan het voorkomen van dataverlies. In sommige gevallen (bv. wanneer de geheugencircuits zelf defect zijn) is het helaas niet mogelijk om de data te recupereren. Roland is niet aan-sprakelijk voor dusdanig dataverlies.

Voeding van het geheugen• De TD-6 bevat een batterij die de geheugencircuits

voedt wanneer u hem uitschakelt. Wanneer deze batte-rij te zwak wordt, verschijnt de onderstaande melding in het display. Laat dan zo snel mogelijk de batterij ver-vangen, om te voorkomen dat u alle data in het geheu-gen verliest. Voor het vervangen van de batterij raad-pleegt u best uw dealer, de Roland-herstellings of een erkende Roland-distributeur (zie de “Informatie”-pagina).

Page 13: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

13

Belangrijke opmerkingen

Bijkomende voorzorgen• Gelieve er rekening mee te houden dat de inhoud van

het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan ten gevolge van een defect of het onjuist bedienen van de TD-6. Daarom raden we aan om van belangrijke data regelmatig een Backup te maken via MIDI.

552

• Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data in het geheugen van de TD-6 niet meer kunnen worden her-steld wanneer ze eenmaal gewist zijn. Roland Corpora-tion is niet aansprakelijk voor dergelijk dataverlies.

553

• Ga voorzichtig te werk wanneer u de knoppen, rege-laars en andere bedieningsorganen, en de aansluitingen van de TD-6 gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.

554

• Sla of druk nooit op het display.556

• Neem bij het aan- en afkoppelen van de kabels steeds de connector zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen en schade aan de aders.

558a

• Houd, om uw buren niet te storen, het volume op een redelijk niveau. U kunt ook een hoofdtelefoon gebrui-ken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral in de late uren).

558c

• De TD-6K is ontworpen om zo weinig mogelijk herrie te maken tijdens het spelen. Sommige trillingen kunnen echter niet worden voorkomen (bv. het intrappen van een pedaal). Daarom kiest u het best een plaats of onderlaag die dergelijke trillingen afdempt. Denk er bovendien aan dat het werken met een hoofdtelefoon niet kan voorkomen dat u meezingt of zodanig te keer gaat dat de buren er last van hebben.

559a

• Om de TD-6 te transporteren gebruikt u best de oor-spronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.

562

• Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, let dan op het volgende:• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden.

Sluit op de TD-6 geen kabels aan die weerstanden bevatten. Als u zulke kabels gebruikt, is het moge-lijk dat het geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor meer informatie over de kabels wendt u zich het best tot de fabrikant van de betreffende kabel.

Page 14: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

14

Inhoud

Veilig gebruik van dit apparaat ...............................................................2Controle van de bijgeleverde accessoires...............................................................................4MDS-6 (Drum Stand)...............................................................................................................4TD-6 (Percussion Sound Module) ...........................................................................................4KD-7 (Kick Trigger Unit) ..........................................................................................................4FD-6 (HiHat Control Pedal) .....................................................................................................5PD-6 (Pad) ..............................................................................................................................6CY-6 (Cymbal Pad) .................................................................................................................6Assemblage en aansluiten van de “TD-6K”.............................................................................7

Veilig gebruik van de TD-6 ....................................................................10

Belangrijke opmerkingen.......................................................................12

Belangrijke functies ................................................................................19

Gebruik van deze handleiding................................................................21Structuur van de handleiding.................................................................................................21Afspraken voor deze handleiding ..........................................................................................21

Instellingen .................................................... 23

Beschrijving van de panelen..................................................................24Frontpaneel ...........................................................................................................................24Achterpaneel .........................................................................................................................26

Aansluiten en instellen ...........................................................................27TD-6 op de stand monteren ..................................................................................................27Pads en pedalen aansluiten ..................................................................................................28

Over de polariteitsschakelaar .............................................................................................. 29Twee pads aansluiten op “5/6” en “7/8” .......................................................................... 29Werken met twee basdrumeenheden................................................................................. 30

Hoofdtelefoon, versterking e.d. aansluiten ............................................................................31

TD-6 in-/uitschakelen ..............................................................................32Uitschakelen..........................................................................................................................33

Fabrieksinstellingen laden .....................................................................34

Demosongs beluisteren..........................................................................36

Instellen welke pads u gebruikt .............................................................38

Sensitivity: pad-gevoeligheid.................................................................40

Page 15: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

15

Inhoud

Over de pads............................................................................................42Trigger Inputs en geschikte pads ..........................................................................................42

Trigger Input-functies ........................................................................................................... 42Combinaties van pads en Trigger-types ............................................................................ 43Aanbevolen parameterinstellingen..................................................................................... 44

Bespelen van de pads...........................................................................................................45Normale slagen op de pads en Rim Shots ......................................................................... 45Cross Stick............................................................................................................................... 45Cimbalen: Bow (boog)/Edge (rand)/Bell .......................................................................... 46Afdempen (Chokes) .............................................................................................................. 47

HiHat-controlepedaal.............................................................................................................47

Eerste kennismaking ...................................... 49

Drum Kits kiezen .....................................................................................50

Metronoom gebruiken (Click).................................................................51Metronoom in-/uitschakelen ..................................................................................................51Volume van de metronoom (Click Level) ..............................................................................52Metronoomtempo instellen ....................................................................................................53

Meespelen met een Song........................................................................54Kiezen van de af te spelen Song...........................................................................................54

Song kiezen............................................................................................................................. 54Song-weergave starten.......................................................................................................... 55

Song-volume instellen ...........................................................................................................56Volume van de begeleiding instellen ................................................................................. 56Volume van het percussiespoor .......................................................................................... 56

Song-tempo tijdelijk veranderen............................................................................................57Drumpartij van een Song uitschakelen..................................................................................58

Song-weergave via de pads ...................................................................60

Meespelen met een CD (MIX IN) .............................................................61

TD-6 als GM-module gebruiken..............................................................62

Parameters .................................................... 63

1. Zelf Drum Kits programmeren............................................................64Een woordje over de Drum Kits en de Drum Kit-pagina........................................................64

Over de Drum Kits ................................................................................................................ 64Over de Drum Kit-pagina .................................................................................................... 65

Drum Kit kiezen .....................................................................................................................65Pad kiezen voor het editen....................................................................................................65Afkortingen in het display ......................................................................................................66

Page 16: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

16

Inhoud

Handige functies voor het editen...........................................................................................66Instrumenten tijdens de keuze beluisteren (Preview)...................................................... 66Note Chase: vergrendelen van het display........................................................................ 67

Instrumenten aan de pads toewijzen.....................................................................................67Wat zijn ‘instrumenten?........................................................................................................ 67Instrumenten via de groepen kiezen .................................................................................. 67Instrument kiezen.................................................................................................................. 68

INST-parameters ...................................................................................................................68Level: instrumentvolume ..................................................................................................... 68Pan: stereopositie van het instrument ................................................................................ 69Pitch: toonhoogte/stemming............................................................................................... 69Decay: duur van het geluid.................................................................................................. 69

Effectinstellingen (Ambience) ................................................................................................69Ambience Sw: effect aan/uit................................................................................................ 70Amb Send Level: effectaandeel voor de instrumenten .................................................... 70Studio Type: ruimte kiezen .................................................................................................. 70Wall Type: helderheid van de galm.................................................................................... 70Room Size: grootte van de ruimte....................................................................................... 70Amb Level: volume van de galm ........................................................................................ 70

Equalizer: toonregeling..........................................................................................................71Master EQ Switch .................................................................................................................. 71High Gain, Low Gain ............................................................................................................ 71

Control: instellingen voor de pads .........................................................................................72Pad Pattern: Songs starten door op een pad te slaan ....................................................... 72Pad Pattern Velo .................................................................................................................... 73Pitch Ctrl ................................................................................................................................. 73Note No.: MIDI-nootnummers van de pads ..................................................................... 73Gate Time: duur van de MIDI-signalen ............................................................................. 74

Common: algemene Drum Kit-parameters............................................................................75Master Volume....................................................................................................................... 75Pedal HH Vol ......................................................................................................................... 75Pch Ctrl Range........................................................................................................................ 75Kit Name................................................................................................................................. 76

Copy: kopiëren, initialiseren van Drum Kits...........................................................................76Fabrieksinstellingen voor de geselecteerde Drum Kit laden .......................................... 77

Exchange ..............................................................................................................................77

2. Pad- en Trigger-instellingen...............................................................78Over het display ....................................................................................................................78

Afkortingen in het display ................................................................................................... 78Weergave van het ingangsniveau van de pads................................................................. 78

Aangeven welke pads u gebruikt (Trigger Type)...................................................................78TRIG Basic: de belangrijkste pad-parameters ......................................................................79

Sensitivity: gevoeligheid van de pads instellen ................................................................ 79Threshold ................................................................................................................................ 79Trigger Curve ......................................................................................................................... 79Xtalk Cancel: overspraak van andere pads indijken ........................................................ 80

Geavanceerde Trigger-parameters (ADVNCD).....................................................................81Scan Time................................................................................................................................ 81Retrigger Cancel..................................................................................................................... 81

Page 17: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

17

Inhoud

Mask Time: dubbele Triggers voorkomen......................................................................... 82Rim Sens (voor PD-120/PD-80R) ........................................................................................ 82

TD-6 met akoestische drumtriggers gebruiken......................................................................83

3. Algemene instellingen (Setup) ...........................................................84Utility: algemene instellingen van de TD-6 ............................................................................84

LCD Contrast.......................................................................................................................... 84PercPrtLevel: volume van de percussiepartij .................................................................... 84Backing Level: volume van de begeleiding ....................................................................... 84Mute: keuze van het “Part Mute”-spoor ............................................................................ 85Master Tune: stemming van de TD-6 ................................................................................. 85Preview Velo .......................................................................................................................... 85Avail Memory ........................................................................................................................ 85

4. Metronoom (Click) instellen ...............................................................86Metronoom in-/uitschakelen ..................................................................................................86Tempo van de metronoom ....................................................................................................86Instellingen i.v.m. het metronoomsignaal ..............................................................................86

Click Level: volume van de metronoom ............................................................................ 86Time Sig: maatsoort van de metronoom ............................................................................ 87Interval: aantal tikken ........................................................................................................... 87Inst: metronoomklank........................................................................................................... 87Pan: stereopositie van de metronoom ................................................................................ 87Play Count In, Rec Count In: aftel....................................................................................... 87

5. Werken met de sequencer..................................................................88Een woordje over de Songs ..................................................................................................88

Over de Songs ........................................................................................................................ 88Over de Song-pagina............................................................................................................. 89

Songs opnemen ....................................................................................................................90Voorbereidingen voor de opname ...................................................................................... 90Opname (REC STBY)............................................................................................................. 91

Song weergeven ...................................................................................................................93Song selecteren....................................................................................................................... 93Weergave ................................................................................................................................ 93

Songs wijzigen (editen) .........................................................................................................94Level: Song-volume............................................................................................................... 94Part Mute: Song-spoor uitschakelen ................................................................................... 95Common: algemene Song-instellingen............................................................................... 95Part-parameters...................................................................................................................... 97Amb Send Level..................................................................................................................... 98

Beheer van uw Songs ...........................................................................................................99Copy: Songs kopiëren ........................................................................................................... 99Delete: Song wissen............................................................................................................. 100Erase: muziekdata verwijderen ......................................................................................... 100

6. MIDI-parameters van de TD-6...........................................................102Over MIDI ............................................................................................................................102MIDI-parameters (Common)................................................................................................103

Note Chase) .......................................................................................................................... 104

Page 18: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

18

Inhoud

Local Control ........................................................................................................................ 104Sync Mode: MIDI-synchronisatie...................................................................................... 104CH10Priorty: wie neemt op/geeft weer?......................................................................... 105Pedal Data Thin.................................................................................................................... 106GM Mode (General MIDI).................................................................................................. 106Rx GM ON ............................................................................................................................ 107Soft Thru: MIDI-data “mixen”........................................................................................... 107Device ID............................................................................................................................... 107Tx PC Sw: voorkomen dat de TD-6 programmakeuze-commando’s zendt ............... 108Rx PC Sw............................................................................................................................... 108

MIDI Part-parameters ..........................................................................................................109Rx Sw in de GM-mode ........................................................................................................109Bulk Dump (SysEx-data) .....................................................................................................110

Bulk-data weer naar de TD-6 doorseinen ........................................................................ 110

7. Voorbeelden en tips ..........................................................................112Programmakeuze-commando’s verzenden/ontvangen.......................................................112TD-6 als “MIDI Master” gebruiken .......................................................................................112Werken met een externe sequencer ...................................................................................112

Externe sequence-data intern opnemen ........................................................................... 112Opname van uw spel met een externe sequencer........................................................... 113

TD-6 als module gebruiken .................................................................................................114

Appendix..................................................... 115

1. Verhelpen van storingen...................................................................116

2. Boodschappen & foutmeldingen .....................................................120

3. Overzicht van de Drum Kits..............................................................122

4. Drum-instrumenten ...........................................................................124

5. Percussion Sets ................................................................................128

6. Backing-instrumenten.......................................................................130

7. Preset Songs .....................................................................................132

8. Parameteroverzicht ...........................................................................134

9. MIDI Implementation .........................................................................139

10. Blokschema .....................................................................................142

11. Specificaties ....................................................................................143

Index ......................................................................................................144

Page 19: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

19

Belangrijke functies

Groot aantal interne klanken voor alle toepassingen (van oefenen tot live-spel)

■ 99 verschillende Drum KitsDoor gewoon een “Drum Kit” te kiezen kunt u met enkele handelingen de benodigde geluiden oproepen. Of u de TD-6 nu gebruikt om thuis te spelen of voor optredens: u hebt altijd de passende klanken binnen handbereik.

■ 1042 druminstrumentenIndien nodig, kunt u ook zelf Drum Kits samenstellen door gewoon de gewenste klanken (“druminstrumenten”) bij elkaar te voegen en aan de benodigde pads toe te wijzen.

■ 150 voorgeprogrammeerde SongsAls u niet graag in het wilde weg zit te meppen, kiest u één van de 150 voorgeprogrammeerde Songs om over een muzikale achtergrond te beschikken. Alles wat u dan nog hoeft te doen is het uitschakelen van de eveneens in de Song aanwezige drumpartij om die zelf te kunnen spelen.Bovendien zijn er 100 geheugens waarin u uw eigen Songs kunt opslaan (dat zijn de “User-geheugens”).

■ 262 begeleidingsinstrumenten (“Backing”)Aangezien ook het aantal begeleidingsinstrumenten indrukwekkend te noemen is, klinken de Songs van de TD-6 net zo overtuigend als de druminstrumenten.

Bijzonder expressieve geluiden

■ De “Cross Stick”-techniek wordt ondersteund (blz. 45)

■ Rim Shots (blz. 45), randslagen op de cimbalen (blz. 46) en het afdempen van de cimbalen (blz. 47) worden eveneens ondersteund.

■ Het HiHat-controlepedaal kan ook voor het beïnvloeden van de toonhoogte worden gebruikt (blz. 73).Met name bij het werken met paukenklanken kunt u handig gebruik maken van het HiHat-controlepedaal voor het beïnvloeden van de druminstrumenten die u via de pads aanstuurt.

Page 20: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

20

Belangrijke functies

Functies en parameters perfect afgestemd op het live-gebruik

■ Dankzij het vlakke bedieningspaneel kunt u alle instellingen goed aflezen en bovendien uw medemuzikanten nog zien.

■ Oplichtende knoppen voor een doeltreffende bediening.

■ Grote [INC/+]- en [DEC/–]-knop die u zelfs met drumstokken kunt indrukken.

Handige functies voor het oefenen

■ De TD-6 bevat een ingebouwde metronoom (blz. 86).

■ Part Mute-functie voor het uitschakelen van bepaalde partijen tijdens het meespelen met de voorgeprogrammeerde Songs (blz. 58, 85).

Uitbreidbaar/compatibel

■ De TD-6 laat het gebruik van de volgende opties toe:Pads (PD-5, PD-6, PD-7, PD-9, PD-80, PD-80R, PD-100, PD-120)Cimbaalpads (CY-6, CY-12H, CY-14C, CY-15R)Kick Trigger Units (KD-5, KD-7, KD-80, KD-120)HiHat-controlepedalen (FD-7, FD-6; de FD-6 maakt deel uit van het TD-6K-pakket)

■ Gebruik van de TD-6 als module tijdens het werken met een sequencer (blz. 112).

■ Ondersteunt het General MIDI-formaat (blz. 62, 106)De TD-6 biedt een General MIDI-mode die u kunt gebruiken om GM-compatibele sequences af te spelen. In deze mode beschikt u over een functie waarmee u één bepaalde partij kunt uitschakelen om ze zelf te spelen (“Minus One”).

General MIDI ( ) SystemGeneral MIDI is een geheel van aanbevelingen waarmee de beperkingen van de oorspronkelijke MIDI-specificaties omzeild worden door duidelijk te stellen welke functies, klanken e.d. een module moet hebben. Sequences en instrumenten, die aan deze vereisten voldoen, zijn voorzien van het General MIDI-logo ( ). Sequences met dit logo klinken op eender welk General MIDI-instrument nagenoeg hetzelfde, zodat de weergave voorspelbaar wordt – in tegenstelling tot wat bij de eerste MIDI-compatibele instrumenten het geval was.

Page 21: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

21

Gebruik van deze handleiding

Structuur van de handleidingDeze handleiding is als volgt ingedeeld:

Instellingen (blz. 23)Dit deel moet u lezen alvorens de TD-6 voor het eerst te gebruiken. Hier komt u te weten welke voorbereidingen u moet treffen, hoe de stand op te stellen, de pads aan te sluiten en de TD-6 in te schakelen.Bovendien vindt u hier informatie over het toevoegen van bijkomende pads e.d. om de mogelijkheden van de TD-6 ten volle te benutten.

Eerste kennismaking (blz. 49)Hier wordt in het kort uitgelegd hoe u klanken en Drum Kits van de TD-6 kiest en gebruik maakt van de voorge-programmeerde Songs.

Parameters (blz. 63)De TD-6 laat toe om uw eigen Drum Kits te programme-ren, als u onder de Presets geen enkele set vindt die pre-cies bij uw behoeften aansluit. In dit deel worden alle functies van de TD-6 één voor één voorgesteld.

• 1. Zelf Drum Kits programmeren (blz. 64): Met de hier beschreven functies kunt u uw eigen Kits samenstellen.

• 2. Pad- en Trigger-instellingen (blz. 78): hier komt u te weten hoe u de juiste instellingen voor de TD-6 zelf en de pads kiest.

• 3. Algemene instellingen (Setup) (blz. 84): In dit deel vindt u parameters zoals het display-contrast, het Song-volume en andere instellingen die voor de TD-6 in z’ngeheel gelden.

• Hoofdstukken 4~5: Sequencer en bijbehorende functies (blz. 86): Hier vindt u parameters zoals het metronoom-volume (Click) evenals alles wat met het opnemen, edi-ten en weergeven van sequences te maken heeft.

• Hoofdstuk 6: MIDI-instellingen en voorbeelden van het gebruik van MIDI (blz. 102): Hier komt u te weten hoe de MIDI-functies te gebruiken voor het archiveren van uw instellingen met een extern apparaat; tevens worden hier de toepassingsmogelijkheden voor het gebruik van de TD-6 als General MIDI-module uit de doeken gedaan.

Appendix (blz. 115)Als de TD-6 niet werkt zoals verwacht, kijk dan eerst in “Verhelpen van storingen” om te zien of u het probleem zelf kunt verhelpen. Onder “Boodschappen & foutmel-dingen” komt u te weten wat de verschillende bood-schappen in het display van de TD-6 betekenen. Ten-slotte vindt u daar ook de MIDI Implementation Charts.

Afspraken voor deze handleiding

• De namen van de knoppen worden met behulp van [≈≈]aangeduid. Voorbeeld: [KIT].

• (blz. **) verwijst naar een pagina waar u bijkomende gegevens vindt.

• Bepaalde handelingen worden afgekort:[KIT] ➝ [EDIT]

1. Druk op [KIT].

2. Druk op [EDIT].[SHIFT] + [KIT]

1. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [KIT]drukt.

• Bepaalde knoppen hebben twee functies (bv. [EDIT≈(SETUP)]. De tweede functie (tussen haakjes) kunt u selecteren door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op de betreffende knop drukt.

• De symbolen die u hier en daar tegenkomt hebben de volgende betekenis:

Duidt belangrijke opmerkingen aan die u zeker moet lezen en behartigen.

Verwijst naar nuttige dingen en functies die u niet noodzakelijk hoeft te lezen, maar die wel handig zijn.

Verwijst naar tips die een nog efficiënter gebruik van de TD-6 toelaten.

Is een verwijzing naar een ander hoofdstuk of een andere pagina waar u bijkomende gegevens vindt.

Slaat op een verklaring van een term of begrip dat op de betreffende pagina gehanteerd wordt.

* Hier en daar worden er in deze handleiding ook afbeeldingen van het display gegeven. Die hebben enkel een voorbeeldfunctie en beantwoorden dus niet altijd aan wat u op uw TD-6 ziet. Dat kan verband houden met het feit dat uw TD-6 een nieuwere systeem-versie bevat.

OPGELET

Page 22: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

22

Gebruik van deze handleiding

Page 23: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

23

Instellingen

Page 24: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

24

Beschrijving van de panelen

Frontpaneel

DisplayHier worden de namen van de Drum Kits, de Songs, de instellingen enz. afgebeeld.

VOLUME-regelaarHiermee stelt u het algemene volume van de TD-6 in (blz. 33). Onthoud goed dat de geluids-weergave van de TD-6 niet wordt uitgeschakeld, wanneer u een hoofdtelefoon aansluit.

Sequencer-sectie• CLICK (TEMPO)-knop

Hiermee schakelt u de metronoom in en uit (blz. 51).Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [CLICK≈(TEMPO)] drukt, roept u de display-pagina op waar u het tempo kunt instellen (blz. 53, 57).

• REC knopHiermee roept u de pagina op waar u de opnameparameters kunt instellen (blz. 91).

• STOP knopHiermee kunt u de Song-weergave stoppen (blz. 55). Als u deze knop indrukt, terwijl de weergave al gestopt is, keert u hiermee naar het begin van de Song terug.

• PLAY knopHiermee start u de Song-weergave (blz. 55). Als de TD-6 klaar is om op te nemen (blz. 91), start u hiermee de opname.

• PART MUTE-knopHiermee kunt u de gekozen Parts uitschake-len (blz. 58).

SONG-knopHiermee roept u de pagina op die alle belangrijke Song-instellingen bevat (blz. 89).

KIT-knopHiermee roept u de basispagina op voor het instellen van Drum Kits (blz. 65).

Page 25: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

25

Beschrijving van de panelen

SHIFT-knopDeze knop moet u samen met andere knoppen gebruiken:

Edit-sectie• EXIT-knop

Hiermee keert u terug naar de vorige display-pagina. Door deze knop verschillende keren in te drukken komt u uit bij de Drum Kit- of Song-pagina.

• [√], [®]Wanneer er in het display een “ ” of “ ” ver-schijnt, dienen deze knoppen voor het sprin-gen naar een andere display-pagina. Door [SHIFT] ingedrukt te houden, kunt u met [√] en [®] de benodigde Trigger-ingang kiezen (blz. 66). Op de SONG-pagina kunt u hiermee in stappen van één maat voor- en terugspoe-len (blz. 55).

• EDIT (SETUP)-knopHiermee roept u de pagina met de Drum Kit- en Song-instellingen op. Houd [SHIFT] inge-drukt, terwijl u op [EDIT≈(SETUP)] drukt om toe-gang te hebben tot de algemene instellingen van de TD-6.

• ENTER knopHiermee kunt u naar een andere display-pagina gaan, wanneer er in het display een “ ” staat.

INC/+ (waardeverhoging), DEC/- (waardevermindering)Hiermee selecteert u Drum Kits en Song en wijzigt u parameterwaarden.• Met [INC/+] stelt u een grotere waarde in; met

[DEC/–] kiest u een kleinere waarde.• Gaat het op een parameter die u kunt in- en

uitschakelen, dan dient [INC/+] voor het inschakelen en [DEC/–] voor het uitschakelen.

• Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [INC/+] of [DEC/–] drukt, wijzigt u de waarde in grotere stappen.

• Door [INC/+] ingedrukt te houden, terwijl u op [DEC/–] drukt, wijzigt u de waarde continu in positieve richting. Met [DEC/–] + [INC/+] (eerst [DEC/–] en vervolgens [INC/+] erbij) keert u dit om.

Combinatie Functie

[SHIFT] + [KIT] Dient voor het afspelen van de klank die aan de momenteel geselecteerde pad toegewezen is (“Preview”, blz. 66).

[SHIFT] + [√], [®]

• Dient voor het kiezen van de Trigger-ingang (blz. 66).

• Laat toe om een teken te wissen of in te voegen tij-dens het benoemen van Drum Kits en Songs (blz. 76, 97).

[SHIFT] + [CLICK≈(TEMPO)]

Dient voor het oproepen van de pagina waar u het tempo kunt instellen (blz. 53, 57).

[SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)]

Hiermee roept u de parameters op die voor de TD-6 in z’ngeheel gelden (Setup, blz. 78, 84, 88).

[SHIFT] + [SONG] Hiermee roept u de pagina op waar u het volume van de begeleidingsinstrumentenkunt instellen (melodische en andere klanken, blz. 56).

[SHIFT] + [PLAY®] Tijdens de Song-weergave lich-ten de knoppen van alle pads op die aan druminstrumenten zijn toegewezen, die op dat moment worden afgespeeld (blz. 55).

[SHIFT] + [STOPª] Hiermee roept u een Song-geheugen op dat nog geen data bevat (New User, blz. 90).

[SHIFT] + [PART≈MUTE] Hiermee roept u de pagina op waar u de niet benodigde par-tijen kunt uitschakelen (blz. 85).

[SHIFT] + [INC/+],[DEC/–]

• Laat toe om een parameter-waarde in grote stappen te veranderen.

• Dient voor het kiezen van een andere instrument-groep of Song-categorie (blz. 67, 93).

• Laat het kiezen van hoofd- en kleine letters toe tijdens het schrijven van Drum Kit- en Song-namen (blz. 76, 97).

Page 26: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

26

Beschrijving van de panelen

Achterpaneel

POWER-schakelaarHiermee schakelt u de TD-6 in en uit (blz. 32).

KabelhaakHiermee zet u de adapterkabel vast.

DC IN-aansluitingSluit hier de bijgeleverde adapter aan (blz. 31).

OUTPUT (L (MONO), R)Dit zijn de audio-uitgangen die u met uw ver-sterker e.d. moet verbinden. Als uw versterker mono is, mag u enkel de L/MONO-connector gebruiken (blz. 31).

MIX IN-connectorHierop kunt u de uitgang van uw CD-, MD-, cas-settespeler e.d. aansluiten (blz. 61).Het geluid van de hierop aangesloten signaal-bron wordt naar de OUTPUT- en PHONES-con-nectors uitgestuurd.

PHONES-connectorOp deze connector kunt u een stereo-hoofdtele-foon aansluiten (blz. 31). Door dat te doen scha-kelt u de geluidsweergave via de audio-uitgan-gen echter niet uit.

MIDI-connectors (IN, OUT/THRU)Deze aansluitingen hebt u nodig, wanneer u de klanken van de TD-6 via een MIDI-klavier of sequencer wilt aansturen, wanneer u via de pads van de TD-6 andere MIDI-instrumenten wilt aansturen of om de instellingen van de TD-6 extern te archiveren.

HH CTRL-aansluitingSluit hier een HiHat-controlepedaal aan (FD-7 of de bij de TD-6K geleverde FD-6; zie blz. 28).

TRIGGER INPUTSOp deze ingangen moet u de optionele pads, cimbalen en andere Triggers (blz. 28) aansluiten.Meer details over de aansluitingen vindt u onder “Trigger Inputs en geschikte pads” (blz. 42).

MicroSaver-antidiefstalslot ( )MicroSaver en Kensington zijn geregistreerde handelsmerken van Kensington Microware Limited.

© 1997 Kensington Microware LimitedKensington Microware Limited2855 Campus DriveSan Mateo, CA 94403 U.S.A.Web:www.kensington.com

Page 27: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

27

Aansluiten en instellen

TD-6 op de stand monteren

1Schroef de standhouder (wordt bij de TD-6K of de optionele drumstand geleverd) aan de onderkant van de TD-6 vast.

Gebruik uitsluitend de 8mm-schroeven (M5 x 8) die bij de TD-6 worden gele-verd. Met andere schroeven kunt u de TD-6 namelijk beschadigen.

2Bevestig de TD-6 en de standhouder aan de drumstand (bv. een optio-nele MDS-6, MDS-7U, MDS-8 of MDS-10).Meer details over het assembleren van de drumstand vindt u in diens hand-leiding.

OPGELET

• Zie blz. 4 voor meer details.

• Wees voorzichtig bij het aanbrengen van de standhouder. Laat de TD-6 niet vallen.

Smalle kant

Brede kant

Voor het bevestigen van de TD-6 aan een cimbaal-stand e.d. maakt u het best gebruik van de optionele APC-33 “All Purpose Clamp”. Dit kunt u aan buizen met een ø 10,5~30mm vastmaken.

Page 28: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

28

Aansluiten en instellen

Pads en pedalen aansluitenGebruik de bijgeleverde kabels voor het aansluiten van de pads, cimbalen, het HiHat-controlepedaal en de basdrumeenheid (Kick Trigger). Kijk even naar de nummers in onderstaande afbeelding en zorg dat u de pads e.d. op de juiste TRIGGER INPUT aansluit.

Voorbeeld

OPGELET

Alvorens pads met een gaas (PD-80, PD-80R, PD-100, PD-120, KD-80 of KD-120) te gebruiken, moet u de spanning van het gaas optimaal instellen. Als het gaas te slap is, kunt u bij het meppen op een dergelijke pad namelijk de sensor beschadigen. Zie ook de handleiding van de betreffende pad.

Het beste resultaat bereikt u door met pads van Roland te werken (PD-5, PD-6, PD-7, PD-9, PD-80, PD-80R, PD-100 en PD-120). Bovendien zijn er bij Roland cimbalen (CY-6, CY-12H, CY-14C en CY-15R) en basdrumeen-heden (KD-7, KD-80 en KD-120) beschikbaar.

TRIGGER INPUT-aansluitingen

Page 29: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

29

Aansluiten en instellen

■ Over de polariteitsschakelaarAls u een PD-7, PD-9 of KD-7 pad /Kick Trigger op de TD-6 aansluit, moet u diens polariteitsschakelaar in de “– (Roland)” stand zetten. Meer details over de polariteit vindt u in de handleiding bij de PD-7, PD-9 of KD-7.

■ Twee pads aansluiten op “5/6” en “7/8”Door gebruik te maken van een optionele kabel (PCS-31) c.q. een standaard “insertiekabel” (ook wel “Y-kabel” genaamd) kunt u twee pads op de TRIG-GER INPUTs 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4) aansluiten.

POLARITY+ - (Roland)

OPGELET

Deze ingangen kunnen geen Rim-signalen verwer-ken.

Achterpaneel van de TD-6

PD-6

Page 30: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

30

Aansluiten en instellen

■ Werken met twee basdrumeenhedenAls u graag met beide voeten basdrum speelt, kunt u twee KD-7 Kick Trig-gers gebruiken. Hiervoor dient u de uitgang van de ene basdrumeenheid aan te sluiten op de MIX IN-connector van de andere Kick Trigger en die dan aan te sluiten op de TD-6. Het gebruik van de MIX IN-aansluiting zorgt echter voor een iets stiller uitgangssignaal van de Kick Trigger die op de TD-6 aan-gesloten is. Verhoog in dat geval de gevoeligheid van de 1 KICK-ingang op de TD-6 (zie blz. 79).

OPGELET

Beide KD-7s sturen altijd dezelfde klank aan. Bij gebruik van de MIX IN-aansluiting kunt u dus geen twee verschillende klanken aan de twee bas-drumeenheden toewijzen.

Kick Trigger Units (KD-7)+

Pedalen

Output

Uitgang

Mix In

Achterkant van de TD-6

Page 31: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

31

Aansluiten en instellen

Hoofdtelefoon, versterking e.d. aansluiten

1Schakel alle betrokken apparaten uit alvorens ze op elkaar aan te sluiten.

Bovendien verdient het aanbeveling om het volume van de versterker en de TD-6 op “0” te zetten alvorens ze uit of in te schakelen.

2Sluit de bijgeleverde adapter aan op de DC IN-connector.

3Verbind de OUTPUT L(MONO) en R connector van de TD-6 met de ingangen van een versterker, actieve luidspreker, keyboardversterker (van de KC-serie) e.d. Om met een hoofdtelefoon te werken moet u die op de PHONES-connector aansluiten.

4Sluit de adapter aan op een geschikt stopcontact.

L

R

Stereo mini-jack

CD/MD-speler, cassettedeck enz.

OPGELET

Om te voorkomen dat u plots niets meer hoort ver-dient het aanbeveling om de kabel van de adapter rond de kabelhaak te draaien. Zo kan de stroom-verzorging tenminste al niet meer uitvallen.

Op de MIX IN-connector van de TD-6 kunt u een CD-speler e.d. aansluiten, wat bv. te gek is voor het oefenen (zie blz. 61).

Page 32: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

32

TD-6 in-/uitschakelen

Eens u alle apparaten naar behoren hebt aangesloten (blz. 31) kunt u ze in de verderop vermelde volgorde inschakelen. Verander nooit de vermelde volg-orde om te voorkomen dat u de versterker, boxen e.d. beschadigt.

1Draai de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links om het volume op “0” te zetten.

2Zet het volume van de versterker/actieve luidspreker op “0”.

3Druk op [POWER] om de TD-6 in te schakelen.

1, 5 3

5

OPGELET

De TD-6 is voorzien van een veiligheidscircuit. Na het inschakelen duurt het dus even voordat hij geluid weergeeft.

Als u het HiHat-controle-pedaal (optionele FD-7 of FD-6, die enkel bij de TD-6K wordt geleverd) ingetrapt houdt, terwijl u de TD-6 inschakelt, werkt hij waarschijnlijk niet meer betrouwbaar. Tevens mag u tijdens de opstartfase op geen enkele pad kloppen. Anders laat diens respons eveneens te wensen over.

Opgelet bij het inschakelen

Tijdens het inschakelen verschijnt de naam van een Drum Kit in het display (zie afbeelding). Sla pas op een pad c.q. trap pas een pedaal in wanneer de [KIT] oplicht – nooit eerder.

Page 33: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

33

TD-6 in-/uitschakelen

4Schakel de versterker, de actieve luidspreker e.d. in.

5Houd [SHIFT] + [KIT] ingedrukt of sla op een pad en stel geleidelijk aan het gewenste volume in.Uiteraard moet u ook op de versterker e.d. een geschikt volume instellen.

Uitschakelen

1Zet het volume van de TD-6 en de versterker e.d. weer op de minimumwaarde.

2Schakel de versterker e.d. uit.

3Druk op de [POWER]-knop van de TD-6 om hem uit te schakelen.

OPGELET

Opgelet met het volumeAls u eerst op de pads e.d. speelt en vervolgens een demosong of Song/patroon afspeelt, kan dat wel eens voor een oorver-dovend volume zorgen. Het verdient dan ook aan-beveling om de [VOLUME]-regelaar op een kleinere waarde te zetten alvorens de sequencer van de TD-6 (op welke manier dan ook) te gebruiken.

Als u bij het drukken op [SHIFT] + [KIT] niets hoort

Ga even de volgende dingen na:

Als u een versterker, actieve luidspreker e.d. gebruikt• Hebt u een geschikt volume op de versterker e.d. ingesteld?• Hebt u de TD-6 op de juiste manier op de versterker aangesloten?• Is misschien één van de audiokabels defect?• Hebt u op de versterker e.d. de juiste signaalbron (ingangen)

gekozen?

Als u met een hoofdtelefoon werkt:• Hebt u die op de PHONES-connector aangesloten?

Page 34: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

34

Fabrieksinstellingen laden

Laten we nu kijken hoe je kunt zorgen dat de TD-6 weer precies dezelfde instellingen bevat als bij levering.

1Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [EDIT≈(SETUP)] drukt.

Deze laatste licht nu op.

2Druk zo vaak op [®] tot “FactoryReset” in het display verschijnt.

3Druk op [ENTER] .Nu verschijnt de “Factory Reset”-pagina.

OPGELET

Tijdens het laden van de fabrieksinstellingen gaan uw eigen instellingen weer verloren. Als u die later nog eens nodig hebt, moet u ze met een Bulk Dump-operatie extern activeren (zie blz. 110).

21

4 3, 5, 6

Als u [SHIFT] en [EDIT≈(SETUP)]ingedrukt houdt, terwijl u de TD-6 inschakelt, springt het display meteen naar de “Factory Reset”-pagina. In dat geval kunt u meteen vervolgen met stap (4).

Page 35: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

35

Fabrieksinstellingen laden

4Kies met [INC/+] of [DEC/–] de parametergroep waarvoor u weer de fabrieksinstellingen wilt oproepen.

Hier gaan we gewoon kiezen voor “ALL” om alle parameters te initialiseren. Ziehier wat de verschillende opties betekenen:

5Druk op [ENTER] .Het display vraagt u nu of u de instellingen echt wilt initialiseren.

Druk op [EXIT] als dat niet het geval is.

6Druk op [ENTER] om de gekozen Factory Reset-functie uit te voeren.Zodra de instellingen geïnitialiseerd zijn, verschijnt de volgende boodschap in het display:

ALL: Alle parameters worden geïnitialiseerd.

THIS DRUM KIT: Enkel de parameters van de momenteel geselecteerde Drum Kit worden geïnitialiseerd.

ALL DRUM KITS: Alle Drum Kits worden geïnitialiseerd.

ALL SONGS: De Song-geheugens 151~250 worden geïnitialiseerd.

Page 36: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

36

Demosongs beluisteren

De TD-6 bevat vier demosongs die de mogelijkheden van deze module op indrukwekkende manier demonstreren.De drumpartijen zijn in Realtime ingespeeld (dus zonder correcties).

1Houd [KIT] ingedrukt, terwijl u op [SONG] drukt.

Het display springt nu naar de “DEMONSTRATION”-pagina.

534 1

2

OPGELET

• Alle rechten voorbehou-den. Het ongeoorloofde gebruik van de demo-songs voor andere doel-einden dan het privége-bruik is verboden.

• De data van de demo-songs worden niet naar de MIDI OUT/THRU-connector gestuurd.

Page 37: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

37

Demosongs beluisteren

2Kies met [INC/+]/[DEC/–] of [ENTER]/[INC/+] de demosong die u wilt beluisteren.

1. CREOLET1Copyright © 2001, Roland CorporationDrum Kit: #72 “RoseWood”

2. CREOLET2Copyright © 2001, Roland CorporationDrum Kit: #20 “Natural”

3. TC R&BCopyright © 2001, Roland CorporationDrum Kit: #1 “AcuStick’

4. SNAG LTNCopyright © 2001, Roland CorporationDrum Kit: #3 “Groove”

5Druk op [PLAY®].De weergave begint en de vier demosongs worden continu na elkaar afge-speeld.

6Druk op [STOPª] om de weergave te stoppen.

7Om daarna iets anders met de TD-6 kunnen doen moet u op [KIT], [SONG]of [EXIT] drukken.

OPGELET

Opgelet met het volumeAls u, na al op de pads gespeeld te hebben, de demosongs afspeelt, kan het gebeuren dat het volume oorverdovend is en dat de luidsprekers worden opgeblazen. Daarom verdient het aan-beveling om de [VOLUME]-op een kleinere waarde te zetten alvorens de demo-songweergave te starten.

Page 38: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

38

Instellen welke pads u gebruikt

Met de Trig Typ-parameter moet u aangeven welke pads u op de TD-6 aan-gesloten hebt. Dat is van groot belang om voor een optimale respons te zor-gen.Deze instelling moet u voor elke TRIGGER INPUT apart maken.Volgens de fabrieksinstellingen is de TD-6 afgeregeld op de pads en Triggers van de TD-6K.

1Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [EDIT≈(SETUP)] drukt.

De indicator van deze laatste licht op.

2Kies met [®] “TRIG BASIC”.

3Druk op [ENTER] .

Telkens wanneer u een ander “Trig Typ” kiest, worden voor de volgende parameters automatisch de meest geschikte waarden ingesteld:Basic-parameters (blz. 79)• Sensitivity• Threshold• TrigCurve

ADVNCD-parameters(blz. 81)• Scan Time• Retrig Cancel• Mask Time• Rim Sens

De meest geschikte instel-lingen voor elk Trigger-type vindt u op blz. 44.

OPGELET

In bepaalde gevallen bereikt u met de automati-sche instellingen niet pre-cies het gewenste resultaat. In voorkomend geval moet u de waarde handmatig aanpassen.

8 1

236

Page 39: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

39

Instellen welke pads u gebruikt

4Sla op de pad die u bij de TD-6 wilt “aanmelden”.Het display beeldt nu de naam van de ingang af waarop die pad is aangeslo-ten.

5Kies de optie die overeenkomt met de pad of Trigger die u op de gese-lecteerde TRIGGER INPUT hebt aangesloten:

6Stel met [INC/+] en [DEC/–] het geschikte type in.

7Herhaal de stappen (4)~(6) om ook de overige pads/Triggers te identifi-ceren.

8Druk op [KIT]. Deze knop licht op en het display springt naar de vol-gende pagina:

9Speel op de pads en controleer de volgende dingen:• Stuurt elke pad/Trigger een klank aan?• Stuurt elke pad/Trigger de verwachte klank aan?Als u bij het spelen een onverwachte klank hoort, overloop dan nog eens de instellingen en zie bovendien “Verhelpen van storingen” (blz. 116).

Pad TrigTyp Pad TrigTyp

PD-5 PD7/9 CY-6 CY6PD-6 PD6 CY-12H CY TypePD-7 PD7/9 CY-14C CY TypePD-9 PD7/9 CY-15R CY TypePD-80 PD80/100 KD-5 KD7PD-80R PD80R KD-7 KD7PD-100 PD80/100 KD-80 KD TypePD-120 PD120 KD-120 KD Type

Als u wilt, kunt u de pad ook kiezen door op [SHIFT]+ [√] of [SHIFT] + [®] te drukken.

Deze instellingen gelden zowel voor het slagvlak als de rand.

Page 40: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

40

Sensitivity: pad-gevoeligheid

In bepaalde gevallen bent u waarschijnlijk niet helemaal tevreden met de res-pons van de ene of andere pad/Trigger. In de regel volstaat het dan om de gevoeligheid ervan aan te passen om de gewenste overeenkomst tussen uw slagkracht en het daarmee bereikte volume te verkrijgen. Daarvoor dient de “Sensitivity”-parameter. Die wordt bij het kiezen van een “TrigTyp” automa-tisch ingesteld – maar niet altijd volgens uw verwachtingen.

1Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [EDIT≈(SETUP)] drukt.

Deze laatste licht nu op.

2Kies met [®] “TRIG BASIC”.

3Druk op [ENTER] .

8 1

2, 436

Page 41: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

41

Sensitivity: pad-gevoeligheid

4Kies met [®] “Sensitivity”.

5Sla op de pad wiens gevoeligheid u wilt aanpassen.Het display beeldt nu de naam van de ingang af waarop die pad is aangeslo-ten.

6Stel met [INC/+] en [DEC/–] de gevoeligheid van de pad in.Het instelbereik luidt 1~16. Hoe groter de waarde, hoe gevoeliger de pad-res-pons wordt, zodat u zelfs bij een betrekkelijk lichte aanslag al een redelijk hoog volume hoort.Met een kleine waarde zorgt u dat het volume zelfs bij een harde mep betrek-kelijk laag blijft.Optimale instelling:Stel de Sensitivity-parameter op een waarde die ervoor zorgt dat u bij een harde klap de maximale dynamiek bereikt. Zodra u de maximale waarde bereikt, krijgt u een wimpel te zien ( ).

7Herhaal de stappen (5) en (6) om ook de gevoeligheid van de overige pads/Triggers in te stellen.

8Druk op [KIT]. Deze knop licht op en het display springt naar de Drum Kit-pagina.

Als u wilt, kunt u de pad ook kiezen door op [SHIFT]+ [√] of [SHIFT] + [®] te drukken.

Deze instellingen gelden zowel voor het slagvlak als de rand.

Indicator

Indicator (maximum)Maximale waarde

Een cruciaal aspect bij het instellen van deze parame-ter is het weergavevolume van de TD-6/de verster-ker. Immers: als het volume betrekkelijk laag is, hebt u de indruk dat er qua dynamiek maar wei-nig gebeurt, zodat u mis-schien de foute Sensitivity-waarde instelt. Het ver-dient dan ook aanbeveling om het volume voor het instellen van Sensitivity even open te draaien.

Page 42: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

42

Over de pads

Trigger Inputs en geschikte padsU kunt niet eender welke pad op eender welke TRIGGER INPUT aansluiten. Tenminste: dat kan wel, maar dan bereikt u niet het gewenste resultaat. Daarom willen we hier even de mogelijkheden en beperkingen overlopen.

■ Trigger Input-functiesZiehier de beschikbare Trigger Input-functies:

*1: Door gebruik te maken van een optionele PCS-31 kabel (of een insertie-kabel/Y-kabel) kunt u ook twee pads op eenzelfde ingang aansluiten. Meer bepaald hebben we het hier over de aansluitingen “Trigger Input 5 (TOM2)” en “Trigger Input 7 (TOM 3)”. Meer details over de aanslui-tingen vindt u op blz. 29.

3HI-HAT

Rim 3

Head 3

2SNARE

Rim 2

Head 2

1KICK

Head 1

10CRASH2

Head 10

Rim 10

11RIDE

Head 11

Rim 11

9CRASH1

Head 9

Rim 9

8TOM4

Head 8

7TOM3

Head 7

5TOM2

Head 5

6AUX

Head 6

4TOM1

Rim 4

Head 4

*1 *1

OPGELET

Gebruik enkel de bij de pad geleverde kabel voor het aansluiten ervan op de TD-6. Bij gebruik van een monokabel is de Rim-func-tie (rand) niet beschikbaar. Zoals u links ziet, onder-steunen echter niet alle ingangen de Rim-functie.

Page 43: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

43

Over de pads

■ Combinaties van pads en Trigger-typesOm de beschikbare functies ten volle te kunnen benutten zou u even de vol-gende tabel moeten bestuderen:

O: Beschikbaar.X: Niet beschikbaar./: Deze ingangen bieden geen Rim-functie.*1: De Choking-functie (afdempen) van de CY-15R kan zowel voor de rand als de bel

worden gebruikt.*2: TRIGGER INPUT 6 (AUX) en 8 (TOM) zijn enkel beschikbaar, wanneer u een opti-

onele PCS-31 of insertiekabel voor het aansluiten van twee pads gebruikt. Zie ook de tekening onder “Trigger Input-functies”.

Trigger Input-connectors

Kic

k Tr

igge

rsP

ads

Cim

bal

en

KD-7

KD-5

KD-80

KD-120

PD-5

PD-6

PD-7

PD-9

PD-80

PD-80R

PD-100

PD-120

CY-6

CY-12H

CY-14C

CY-15R

1(KIK)

2(SNR)

3(HH)

4(T1)

5(T2)

6(AUX)

7(T3)

8(T4)

9(CR1)

10(CR2)

11(RD)

Head

Head

Head

Head

Head

Head

Head

Rim, Choke

Rim

Rim

Rim (Edge),Choke

Rim (Edge),Choke

Rim (Edge),Choke

Rim (Edge/Bow),Choke

Head

Head

Head

Head

Head

Head (Bow)

Head (Bow)

Head (Bow)

Head (Bow)

Rim, Choke

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O X X X X X

O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O X X X X X

O O O O O O O O O O O

O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O

O O O O O O O O O O O

O O O O O O*1

*2

Page 44: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

44

Over de pads

■ Aanbevolen parameterinstellingenDe pad-parameters krijgen bij het kiezen van een ander “TrigTyp” (zie blz. 38) automatisch passende waarden toebedeeld (enige uitzondering: “Xtalk Cancel”).Aangezien die waarden niet in alle situaties het gewenste resultaat opleve-ren, moet u ze hier en daar wat bijschaven. Zie hiervoor blz. 79 en 81.

“Xtalk Cancel” verandert niet wanneer u een ander Trigger-type kiest. Het valt namelijk moeilijk te voorspellen wanneer er in uw geval sprake is van overspraak. Meer details over deze parameter vindt u op blz. 80.

• Zie blz. 78 voor meer details over “Other 1” en “Other 2”.• Kies de “AcDrTrig”-instelling wanneer u zgn. “drumtriggers” op uw akoestisch

drumstel installeert en die wilt gebruiken voor het aansturen van de TD-6. Meer details hierover vindt u onder “TD-6 met akoestische drumtriggers gebruiken”(blz. 83).

Kic

k Tr

igge

rs

KD-7

KD-5

KD-80

KD-120

PD-5

PD-6

PD-7

PD-9

PD-80

PD-80R

PD-100

PD-120

CY-6

CY-12H

CY-14C

CY-15R

TrigTypPad

KD7

KD7

KD Type

KD Type

PD7/9

PD6

PD7/9

PD7/9

PD80/100

PD80R

PD80/100

PD120

CY6

CY Type

CY Type

CY Type

Pad

Cim

bal

en

BASIC-parameters ADVNCD-parameters

Sensitivity Threshold TrigCurve Xtalk Cancel Scan Time Retrig Cancel Mask Time Rim Sens

8 5 LINEAR 20 2.0 5 8

8 5 LINEAR 20 2.0 5 8

10 4 LINEAR 20 2.0 5 4

10 4 LINEAR 20 2.0 5 4

8 3 LINEAR 40 0.5 3 4

7 3 LINEAR 40 1.0 3 4

8 3 LINEAR 40 0.5 3 4

8 3 LINEAR 40 0.5 3 4

8 3 LINEAR 40 1.0 3 4

8 1 LINEAR 40 1.0 3 4 11

8 3 LINEAR 40 1.0 3 4

9 1 LINEAR 20 1.6 3 4 7

10 3 LINEAR 30 2.0 3 8

10 3 LINEAR 30 0.5 3 8

10 3 LINEAR 30 0.5 3 8

10 3 LINEAR 30 0.5 3 8

Other 1

Other 2

AcDrTrig

8 3 LINEAR 40 1.5 3 4

8 3 LINEAR 40 3.0 3 8

12 5 LINEAR 40 3.0 3 12

Andere

Page 45: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

45

Over de pads

Bespelen van de pads

■ Normale slagen op de pads en Rim ShotsDoor op het slagvlak van een pad te kloppen stuurt u de “Head”-klank aan. Slaat u op de rand, dan hoort u een andere klank (namelijk meestal het over-eenkomstige Rim-geluid).Om een overtuigende Rim Shot ten gehore te brengen, moet u tegelijkertijdop het slagvlak en de rand kloppen.

PD-7, PD-9, PD-80R, PD-120:Laten het spelen van “Head Shots” (slagvlak) en Rim Shots toe.

PD-5, PD-6, PD-80, PD-100:Zenden enkel “Head Shot”-signalen.

■ Cross StickDoor een “Cross Stick” te spelen stuurt u enkel het Rim-geluid aan.Bij gebruik van een PD-80R of PD-120 “werkt” de Cross Stick-techniek enkel, wanneer u alleen de rand (buitenkant van de pad) raakt. Als uw hand echter het slagvel raakt, wordt de Cross Stick niet herkend.

De PD-80R en PD-120 ondersteunen de Rim-functie enkel, wanneer u ze aansluit op TRIGGERINPUT 2 (SNARE).

Head Shot Rim Shot

SlagvlakSlagvlak

Rand

Slagvlak Slagvlak

RandDe PD-80R en PD-120 ondersteunen de Rim-functie enkel, wanneer u ze aansluit op TRIGGERINPUT 2 (SNARE).Een “Cross Stick” wordt ook wel “Closed Rim Shot” genoemd

Als u een instrument met “XS” achter de naam kiest, hoort u bij het spelen van een Rim Shot het Rim- en bij een Cross Stick het Cross Stick-geluid.

Rand

Rand

Page 46: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

46

Over de pads

■ Cimbalen: Bow (boog)/Edge (rand)/BellDoor op de boog van een cimbaal te slaan stuurt u de “Head”-klank aan. Door de rand of de bel te raken stuurt u het Rim-geluid aan. Ook hier is de plaats waar u de pad raakt dus bepalend voor het instrument dat u hoort (om hetzelfde resultaat te verkrijgen als op een akoestisch cimbaal).

CY-6, CY-12H, CY-14C:Herkennen boog- en randsignalen.

CY-15R:Naast boog- en randsignalen ondersteunt deze pad ook belsignalen.Deze laatste verkrijgt u door de bel met de rand van de stok te raken.

Om randsignalen (EDGE) te kunnen zenden moet u de BOW/EDGE-uitgang van de CY-15R gebruiken; voor belsignalen moet u de BOW/BELL-uitganggebruiken.

Bel

CY-15R

Boog (Bow) Rand (Edge)

Page 47: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

47

Over de pads

■ Afdempen (Chokes)Door op een pad te kloppen en meteen daarna de rand vast te pakken kunt u de aangestuurde klank meteen weer dempen. Deze techniek wordt Chokinggenoemd.

HiHat-controlepedaalDoor een HiHat-controlepedaal (een optionele FD-7 of de bij de TD-6K geleverde FD-6) aan te sluiten beschikt u over dezelfde mogelijkheden als bij gebruik van een “echte” HiHat.

Open HiHat:Sla op de als HiHat fungerende pad zonder het pedaal (FD) in te trappen.

Gesloten HiHat:Trap het pedaal in en sla op de HiHat-pad.

Voet open:Trap het pedaal volledig in.

Voet gesloten:Trap het pedaal in en laat het meteen weer los.

FD-7

Page 48: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

48

Over de pads

Page 49: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

49

Eerste kennismaking

Page 50: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

50

Drum Kits kiezen

De TD-6 bevat 99 Drum Kits (d.w.z. toewijzingen van instrumenten aan de pads en Triggers). Die wilt u waarschijnlijk meteen eens uitproberen.

1Druk op [KIT]. De bijbehorende indicator licht op en het display ziet er als volgt uit:

2Kies met [INC/+] en [DEC/–] een andere Drum Kit.

Onder “Overzicht van de Drum Kits” (blz. 122) vindt u een overzicht van de beschikbare Drum Kits.

Een Drum Kit is een verza-meling van instellingen die bepalen welke pads welke klanken aansturen en hoe gevoelig de TD-6 op de pad-signalen reageert. Zie ook blz. 64.

Preset Song #1 “DRUMS”bevat een drumsolo. Door tijdens de weergave ervan een andere Drum Kit te kiezen kunt u het karakter van de solo al dramatisch veranderen (blz. 54).

1

2

Onder “Overzicht van de Drum Kits” (blz. 122) komt u te weten voor welke Drum Kits de Pad Pattern-functie actief is.

Als u tijdens het spelen plots een patroon hoortEén van de Drum Kit-parameters laat toe om een Song aan een pad toe te wij-zen de weergave ervan te starten door gewoon op die pad te meppen (blz. 72).

• Om een dergelijke Song weer te stoppen:Druk op [STOPª] (de [PLAY®]-indicator dooft).

• Om te voorkomen dat de weergave zo meteen opnieuw begint:Schakel de Pad Pattern-functie uit (blz. 72).

Page 51: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

51

Metronoom gebruiken (Click)

Metronoom in-/uitschakelenDe metronoom kunt u in- en uitschakelen door op [CLICK] te drukken.De indicator van deze knop licht op als deze functie ingeschakeld is.

fig.Q-004a

1Druk op [CLICK].

De knop licht op en u hoort de metronoom.

U kunt zelf een klank voor de metronoom kiezen en de maatsoort instellen. Zie blz. 86.

Metronoom aan Metronoom uit

Licht op Indicator uit

1

Page 52: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

52

Metronoom gebruiken (Click)

Volume van de metronoom (Click Level)

1Kijk even of de [EDIT] uit is.

Als deze knop oplicht, moet u op [KIT] of [SONG] drukken.

2Druk op [CLICK]. De knop licht op en u hoort de metronoom.

3Druk op [EDIT].De indicator van deze knop licht op en het display ziet er als volgt uit:

4Stel met [INC/+] of [DEC/–] het gewenste volume in.

5Druk op [EXIT] om deze pagina weer te verlaten.

52

1, 34

Page 53: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

53

Metronoom gebruiken (Click)

Metronoomtempo instellen

1Druk op [CLICK]. De knop licht op en u hoort de metronoom.

2Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [CLICK≈(TEMPO)] drukt. Het display ziet er nu als volgt uit:

3Kies met [DEC/–] of [INC/+] het benodigde tempo.

4Druk op [EXIT] om iets anders te kunnen doen.

421

3

Page 54: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

54

Meespelen met een Song

Kiezen van de af te spelen SongDe TD-6 bevat een sequencer waarmee u begeleidingen en drumpartijen kunt opnemen en afspelen. 150 Songs zijn al voorgeprogrammeerd.

fig.Q-010

■ Song kiezen

1Druk op [SONG]. De knop licht op en het display ziet er als volgt uit:

2Kies de gewenste Song met [INC/+] of [DEC/–] (zie blz. 132 voor een over-zicht van de beschikbare Songs).

Op blz. 88 komt u te weten hoe u zelf Songs kunt opnemen.

OPGELET

Als de weergave bij het slaan op een pad plots stopt:Dat wijst erop dat de Pad Pattern-functie actief is. Sommige “Songs” zijn betrekkelijk kort (bv. maar één maat) en doen dus eigenlijk dienst als “patroon”. Door op een bepaalde pad te meppen kiest u in bepaalde geval-len een andere Song. Op blz. 72 en 118 komt u daar meer over te weten.

134

2

Page 55: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

55

Meespelen met een Song

■ Song-weergave starten

3Druk op [PLAY®] (licht op) om de weergave te starten.

4Druk op [STOPª] ([PLAY®] dooft) om de weergave weer te stoppen.

Eens u de weergave gestopt hebt, kunt u de volgende dingen doen:• Door nog een keer op [STOPª] te drukken stopt u de Song-weergave.• Druk op [®] om naar de volgende maat te gaan.• Druk op [√] om naar de vorige maat te gaan.

Zie ook blz. 93.

OPGELET

Deze functie is niet beschikbaar voor Songs waar de drumpartij zich op het Drum Kit-spoor bevindt. (In Song #1 “DRUMS” bevindt de drumpartij zich bv. op het Drum Kit-spoor.)

Wie speelt wat en wanneer?Tijdens de weergave van een Preset Song lichten de knoppen op om duidelijk te maken welke druminstrumenten u op dat moment hoort.De knoppen kunnen zelfs oplichten, wanneer u de drumpartij uitgeschakeld hebt, wat handig kan zijn voor het oefenen.1. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [PLAY®] drukt.

De Song-weergave begint en de knoppen van de toegewezen klanken lichten op.

2. Druk op [STOPª] om de weergave weer te stoppen.

Kick CymbalenSnare

HiHatHigh Tom Low Tom

Mid Tom

Page 56: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

56

Meespelen met een Song

Song-volume instellenNatuurlijk is er ook een functie waarmee u de balans tussen de begeleidings-instrumenten en de Drum Kit kunt instellen om te zorgen dat u beter hoort wat u speelt.Meer bepaald kunt u de volgende twee parameters instellen:Backing Level: Hiermee verandert u het volume van de melodische instrumen-

ten (d.w.z. alles behalve percussie).PercPrtLevel: Hiermee regelt u het volume van de percussiepartijen.

■ Volume van de begeleiding instellen

1Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [SONG] drukt.

2Stel met [INC/+] of [DEC/–] het gewenste volume in.

■ Volume van het percussiespoor

3Druk op [√].

OPGELET

Deze instellingen gelden voor alle Songs.

35 1

2, 4

• U kunt ook de onder-linge balans van de Parts instellen (zie blz. 98).

• Hier bepaalt u de alge-mene balans tussen de melodische instrumen-ten en de drumpartij op het percussiespoor. Wat u zelf op de pads speelt wordt echter op het Drum Kit-spoor opgeno-men. Het volume daar-van stelt u in met de “MasterVolume”-para-meter (zie blz. 75).

Page 57: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

57

Meespelen met een Song

4Stel met [INC/+] of [DEC/–] het gewenste volume in.

5Druk op [SONG] als u alles naar wens hebt ingesteld.

Song-tempo tijdelijk veranderenIndien nodig, kunt u het tempo tijdens de weergave veranderen. Hierbij gaat het echter om een tijdelijke verandering die teniet wordt gedaan zodra u een andere Song kiest.

1Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [CLICK≈(TEMPO)] drukt.

2Stel met [INC/+] of [DEC/–] het gewenste tempo in.

3Druk op [EXIT] om iets anders te kunnen doen.

31

2

Page 58: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

58

Meespelen met een Song

Drumpartij van een Song uitschakelenU kunt de drumpartij van een opgenomen Song ook uitschakelen om ze zelf te spelen. Dat gaan we hier proberen met de Song #8, “URBAN”.

1Druk op [SONG]. De bijbehorende indicator licht op en het display ziet er als volgt uit:

2Kies met [INC/+] of [DEC/–] Song #8.

3Start de weergave door op [PLAY®] te drukken (deze knop licht op).

Deze instelling geldt voor alle Songs en moet dus handmatig weer veran-derd worden.

OPGELET

De nootnummers voor de uitgeschakelde drumklan-ken zijn voorgeprogram-meerd. Daar kunt u niets aan veranderen.

Op blz. 129 vindt u een overzicht van de nootnum-mers die uitgeschakeld kunnen worden.

3 1

24, 5

Page 59: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

59

Meespelen met een Song

4Druk op [PART≈MUTE]. Deze knop licht op en de drumpartij wordt niet meer afgespeeld.

5Om de drumpartij weer te horen moet u [PART≈MUTE] nog een keer indrukken.

Als u de fabrieksinstelling hanteert (Factory), scha-kelt u met [PART≈MUTE]enkel de percussie- en drumklanken uit.

Door op [SHIFT] + [PART≈MUTE] te drukken kunt u een andere partij kiezen en die in-/uitschakelen (zie blz. 85).

Page 60: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

60

Song-weergave via de pads

De TD-6 biedt een instelling waarmee u kunt zorgen dat u de Song-weergave kunt starten door op een pad te slaan (Pad Pattern).Dit is uiteraard enkel mogelijk op een elektronisch drumstel zoals de TD-6. De Drum Kit #14, “1ManBand” bevat een interessante toepassing hiervan. Laten we die dus even van dichtbij bekijken.

1Druk op [KIT]. Deze knop licht op en het display ziet er als volgt uit:

2Kies met [INC/+] of [DEC/–] Drum Kit #14.

3Met de volgende Trigger/pad start u de weergave van een Song (alias patroon):1 KICK: Trap het basdrumpedaal verschillende keren in om achtereenvol-gens alle noten van de baspartij –samen met de basdrumnoten– te spelen.9 CRASH1 Rim: Door herhaaldelijk op deze cimbaalpad te slaan kiest u ver-schillende akkoorden.

1

2

• Om de Pad Pattern-functie zelf te activeren moet u de volgende instellingen maken:“Pad Ptn (Pad Pattern)”(zie blz. 72) “Pad Ptn Velo” (blz. 73).

• Ziehier nog een aantal bijkomende functies voor het gebruik van Songs waarvoor de Tap Playback- of One Shot-functie actief is: “QuickPlay” (blz. 96), “ResetTime” (blz. 96), “TapExc Sw” (blz. 96).

Voor de volgende Drum Kits is de Pad Pattern-functie bij levering actief:• #13 “Syn&Bass”• #18 “DrumSolo”• #97 “Tabla”

Page 61: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

61

Meespelen met een CD (MIX IN)

Op de MIX IN-connector van de TD-6 kunt u externe signaalbronnen (CD-/MD-speler, cassettedeck e.d.) aansluiten en als begeleiding gebruiken.

1Sluit de CD-speler e.d. als volgt aan:

2Het signaal van de CD-speler wordt eveneens naar de OUTPUT-con-nectors en de PHONES-aansluiting van de TD-6 gestuurd.

OPGELET

Om de luidsprekers niet onnodig te beschadigen moet u het volume van zowel de versterker als de TD-6 op “0” zetten alvo-rens op deze laatste iets aan te sluiten.

TD-6

Hoofdtelefoonof versterker, actieve

luidsprekers e.d.

CD-/MD-speler,cassettespeler e.d.

MIX IN

Uitgangen

Stereo mini-jack

Gebruik een geschiktekabel (annex verloopstuk).

Om de juiste balans tussen de CD e.d. en de TD-6 te bekomen moet u het uitgangsvolume van de speler naar wens instellen.

Page 62: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

62

TD-6 als GM-module gebruiken

De TD-6 is GM-compatibel en kan dus ook als module worden gebruikt voor de weergave van General MIDI-sequences. Indien nodig, kunt u ook de drumpartij van dergelijke GM-sequences uitschakelen om ze zelf te spelen. Meer details over dit alles vindt u op blz. 106 en 109.

Bovendien kunt u de TD-6 ook buiten de GM-mode als module gebruiken (blz. 114).

Als u de TD-6 als GM-module gebruikt (blz. 106)• De TD-6 is 16-Parts multitimbraal en kan dus evenveel verschillende

klanken tegelijk weergeven.• In de GM-mode is de interne sequencer niet beschikbaar.• De Drum Kit-Part kan niet via MIDI worden aangestuurd. Dat moet

u in Realtime (via de pads enz.) doen.

Page 63: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

63

Parameters

Page 64: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

64

1. Zelf Drum Kits programmeren

Parameters van de Kit Edit-mode

Een woordje over de Drum Kits en de Drum Kit-pagina

Over de Drum KitsEen Drum Kit is een verzameling van instellingen die bepalen welke klanken de pads aansturen, hoe het effect wordt gebruikt, welke functie het HiHat-contro-lepedaal heeft enz.

• In het totaal zijn er 99 Drum Kits.• Als u wilt, kunt u bestaande Drum Kits verande-

ren, wat sneller gaat dan alles zelf te doen.• De wijzigingen worden automatisch opgeslagen.

Indien nodig, kunt u ook weer de fabrieksinstellingen laden en uw eigen Drum Kits overschrijven. Zie hiervoor blz. 77.

KIT

Inst

Level

Pan

Pitch

Decay

Ambience Switch

Studio Type

Wall Type

Room Size

Ambience Level

Ambience Send Level

Master Equalizer Switch

Low Gain

High Gain

Pad Pattern

Pad Pattern Velocity

Pitch Control Assign

Note Number

Gate Time

Master Volume

Pedal Hi-Hat Volume

Pitch Control Range

Drum Kit Name

INST (zie blz. 68)

AMBIENCE (zie blz. 69)

EQUALIZER (zie blz. 71)

CONTROL (zie blz. 72)

COMMON (zie blz. 75)

COPY (zie blz. 76)

EXCHANGE (zie blz. 77)

Pad-instellingen

CRASH2

Head10

Rim10

RIDE

Head11

Rim11

CRASH1

Head9

Rim9

TOM4

Head8

TOM3

Head7

TOM2

Head5

AUX

Head6

TOM1

Rim4

Head4

HI-HAT

Rim3

Head3

SNARE

Rim2

Head2

KICK

Head1

Instrument-parameters

Andere dingen

Inst, Level, Pan, Pitch, Decay

Functies van de Pads, Beïnvloeding van de toonhoogte, MIDI-nootnummers,MIDI Gate Time

Ambience-instellingen (effect)

Aan/uit, Performance Space, Wall Surface, Room Size, Ambience-volume

Aan/uit, High Gain, Low Gain

Equalizer-instellingen

Algemene Drum Kit-parametersDrum Kit-volume, Drum Kit-naam,HiHat-controlepedaal

Drum Kit #1

Drum Kit #99

Page 65: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

65

Zelf Drum Kits programmeren

Over de Drum Kit-paginaDe pagina, die u oproept door op [KIT] te drukken, noe-men we voortaan gewoon de “Drum Kit-pagina”.

1 Drum Kit-nummerHier verschijnt het nummer van de momenteel geselec-teerde Drum Kit.

2 Drum Kit-naamDe naam van de geselecteerde Drum Kit.

3 Laatst bespeelde padHier ziet u welke TRIGGER INPUT het laatste signaal ontvangen heeft. “ ” slaat op het slagvlak (Head) en “ ” op de rand.

Meer details over het maken van de pad-instellingen vindt u op blz. 65.

4 GM-mode aan/uitWanneer de TD-6 zich in de GM-mode bevindt, wordt de boodschap “ ” in het display afgebeeld. Is deze mode niet actief, dan verschijnt op deze plaats hele-maal niets. Meer details over de GM-mode vindt u op blz. 106.

Onmiddellijk na het inschakelen is de GM-mode nooit actief.

Drum Kit kiezenDoor gewoon een andere Drum Kit te kiezen kunt u de toewijzingen van de klanken aan de pads, de functies van de pads, de effectinstellingen enz. veranderen.

Onder “Overzicht van de Drum Kits” (blz. 122) vindt u de beschikbare Drum Kits.

1. Druk op [KIT].

Deze knop licht op en het display beeldt de vol-gende pagina af:

2. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de benodigde Drum Kit (1~99).

Pad kiezen voor het editenOm de instellingen voor een pad te kunnen veranderen moet u de betreffende pad eerst selecteren. Daar bestaan twee manieren voor:

Pad kiezen door erop te slaan

1. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Deze twee knoppen lichten nu op.

2. Druk op [ENTER] .

3. Sla op de pad die u wilt instellen.

Het display toont nu een aantal instellingen voor deze pad.

4

31 2

TRIGGER INPUT-connector van de gekozen Pad

Page 66: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

66

Zelf Drum Kits programmeren

Indien nodig, kunt u voorkomen dat het display telkens de instellingen van de laatst bespeelde pad afbeeldt. Als u dat doet, verschijnt het TRIGGER INPUT-nummer telkens tussen haakjes ([]). Zie blz. 67 voor meer details over het “vergrende-len” van de display-functie.

‘Bewuste’ pad-keuze

1. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

2. Druk op [ENTER] .

Het display beeldt nu de pagina voor het kiezen van een instrument af.

3. Houd [SHIFT] in gedrukt, terwijl u met [√] of [®] het TRIGGER INPUT-nummer van de benodigde pad kiest.

Het aansluitingsnummer voor de betreffende pad verschijnt rechtsboven in het display. De volgorde voor het kiezen van de pads/TRIGGER INPUTs luidt als volgt: H01 ➝ H02 ➝ R02 ➝ H03 ➝ R03 ➝ H04 ➝ R04 ➝H05 ➝ H06 ➝ H07 ➝ H08 ➝ H09 ➝ R09 ➝ H10 ➝R10 ➝ H11 ➝ R11

OPGELET

• Het display beeldt ook de gegevens af voor TRIGGER INPUT-connectors waarop geen pad is aangesloten c.q. een Rim-functie van een bepaalde ingang die door de gebruikte pad niet wordt ondersteund.

• De Trigger-ingangen 6 (AUX) en 8 (TOM4) zijn enkel beschikbaar wanneer u twee pads op TRIGGER INPUT Trigger Input 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4) aan-sluit (blz. 29).

Afkortingen in het displayHet display hanteert afkortingen voor het aangeven welke TRIGGER INPUT er momenteel gekozen is en welke functie die eigenlijk heeft:

Handige functies voor het editen

Instrumenten tijdens de keuze beluisteren (Preview)Zelfs wanneer u helemaal geen pad op de TD-6 aange-sloten hebt, kunt u een TRIGGER INPUT kiezen (zie links) en daar een klank (INST of instrument) aan toe-wijzen. Tijdens die toewijzing kunt u de gekozen klank zelfs voorbeluisteren.

De aanslagwaarde voor het aansturen van de klank stelt u in met “Preview Velo” (blz. 85).

1. Houdt [SHIFT] ingedrukt, terwijl u met [√] en [®] de benodigde TRIGGER INPUT kiest.

Het nummer van die aansluiting verschijnt rechts-boven in het display.

2. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [KIT] drukt.

Nu hoort u het laatst gekozen instrument.

Keuze van de TRIGGER INPUT/Pad

Display Naam Display Naam

KIK KICK T3 TOM3

SNR SNARE T4 TOM4

HH HI-HAT CR1 CRASH1

T1 TOM1 CR2 CRASH2

T2 TOM2 RD RIDE

AUX AUX

Page 67: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

67

Zelf Drum Kits programmeren

Note Chase: vergrendelen van het displayNote Chase is een functie die ervoor zorgt dat het dis-play telkens de instellingen van de laatst gekozen pad (door erop te spelen of het betreffende MIDI-nootnum-mer te zenden) afbeeldt. In bepaalde gevallen is dat echter niet zo handig (bv. wanneer u het volume van een tom met dat van de ove-rige toms wilt vergelijken). Dan schakelt u de Note Chase-functie het best uit.

Om na het uitschakelen van de Note Chase-functie andere pads te kunnen selecteren moet u [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u op [√] of [®] drukt.

1. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [EDIT≈(SETUP)]drukt.

De [EDIT]-knop licht op.

2. Kies met [®] “MIDI COMMON”.

3. Druk op [ENTER] .

4. Druk op [DEC/–] om “OFF” te kiezen.

Nu verandert het display niet meer, wanneer u op een andere pad slaat.

5. Druk op [KIT] om deze pagina en functie weer te verlaten.

Aangezien de Note Chase-functie nu uitgeschakeld is, verschijnt het TRIGGER INPUT-nummer tussen haakjes ([ ]).

Instrumenten aan de pads toewijzen

Wat zijn ‘instrumenten?De TD-6 bevat 1024 verschillende klanken die in 13 groepen onderverdeeld zijn, waaronder KICK, SNARE en TOM.Die klanken moet u aan een pad toewijzen om ze te kunnen bespelen. Vervolgens kunt u er dan nog het volume, de stereopositie (Pan), de toonhoogte (Pitch) en de lengte/duur (Decay) van instellen.

Instrumenten via de groepen kiezenDe meest “logische” aanpak voor het kiezen van nieuwe instrumenten is waarschijnlijk door ze via de groep te kiezen waartoe ze behoren.

Onder “Drum-instrumenten” (blz. 124) komt u te weten welke groepen er zijn en welke instrumenten ze bevatten.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Als dat wel het geval is, moet u op deze knop drukken.

2. Druk op [KIT] en daarna op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Druk op [ENTER] .

4. Sla op de pad wiens instellingen u wilt wijzigen (als Note Chase tenminste niet uit is).

Nu ziet u de instellingen voor de betreffende TRIGGER INPUT.

5. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u met [INC/+] of [DEC/–] de benodigde instrumentgroep kiest.

KICK, SNARE, TOM, HI-HAT, CRASH, RIDE, PERC, SPECIAL, MELODIC, VOICES, REVERSE, FIXED HI-HAT, OFF

TRIGGER INPUT- nummer

Instrumentgroep

Instrumentnummer Instrumentnaam

Page 68: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

68

Zelf Drum Kits programmeren

Instrument kiezenOm een instrument te kiezen (na de groep opgeroepen te hebben) moet u als volgt te werk gaan.

Onder “Drum-instrumenten” (blz. 124) vindt u een overzicht van de beschikbare instrumenten.

OPGELET

Als een bepaalde pad geen geluid mag voortbrengen, moet u daarvoor 1024 OFF” kiezen.

• Na een instrument van de “HI-HAT”-groep aan een pad toegewezen te hebben kunt u met een HiHat-controlepe-daal (optionele FD-7 of de bij de TD-6K geleverde FD-6) de open, gesloten en pedaalklank instellen/bespelen.

• Als u een HiHat-klank aan TRIGGER INPUT 3 (HI-HAT) toewijst, zorgt de TD-6 zelf voor de selectie van de bijbe-horende klanken (open/gesloten/pedaal). Kiest u echter een andere klank (bv. een Tom), dan speelt u met het HiHat-pedaal de betreffende Tom (eventueel op een ander volume, maar zonder enige andere wijziging van het geluid).

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Druk op [ENTER] .

4. Sla op de pad die u wilt instellen.

5. Kies met [INC/+] of [DEC/–] het benodigde instru-ment (1~1024).

Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [INC/+] of [DEC/–] drukt, kiest u een andere groep (blz. 67).

INST-parametersVoor elk instrument zijn er vier parameters die u kunt instellen om precies het gewenste geluid te bekomen.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de in te stellen parameter.

5. Sla op de pad wiens instrumentparameter u wilt wijzigen.

6. Stel met [DEC/–] of [INC/+] de gewenste waarde in.

7. Druk op [KIT] als u alles naar wens hebt inge-steld.

Level: instrumentvolumeHiermee bepaalt u het volume (0~127) van het aan de geselecteerde pad toegewezen instrument. Hoe groter de waarde, hoe luider het instrument wordt. De waarde “0” betekent dat u het betreffende instrument niet hoort, wanneer u op de toegewezen pad slaat.

Het pedaalvolume van de HiHat stelt u in met “Pedal HH Vol” (blz. 75).

TRIGGER INPUT- nummer

Instrumentgroep

Instrumentnummer Instrumentnaam

Parameter

Waarde

Page 69: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

69

Zelf Drum Kits programmeren

Pan: stereopositie van het instrumentHiermee bepaalt u waar het instrument zich in het ste-reo-geluidsbeeld moet bevinden. Een uitgekiende “panning” van de verschillende instrumenten zorgt voor een indrukwekkender geluid.

OPGELET

• De Pan-instellingen gelden altijd voor het slagvlak (H) en de rand (R) samen. Als u dus één van beide verandert, dan geldt dat ook automatisch voor de andere.

• Deze instelling hoort u maar, wanneer u de TD-6 in ste-reo op uw versterker aansluit.

Pitch: toonhoogte/stemmingMet de Pitch-parameter kunt u de toonhoogte van het instrument veranderen (–480~+480) om het geluid iets meer “buik” of “vinnigheid” te geven. Kies “0” om de originele toonhoogte van het instrument te hanteren.

OPGELET

Bij bepaalde instrumenten verandert de toonhoogte vanaf een bepaalde waarde niet meer. Maar op dat moment is er van een natuurlijke klank al lang geen sprake meer.

Decay: duur van het geluid Hiermee bepaalt u hoe snel het instrument na het slaan op een pad uitsterft. Hoe groter de waarde (–31~+31),hoe langer het geluid blijft nazinderen. Kies “0” als u het met de gesampelde duur eens bent.

OPGELET

Ook hier geldt dat de duur vanaf een bepaalde waarde soms niet meer verandert.

Effectinstellingen (Ambience)De Ambience-parameters houden verband met het effect dat u voor elke Drum Kit (dus niet voor elk instrument apart) kunt programmeren. Aangezien het iets anders gestructureerd is dan een galmeffect (met parameters, zoals de plaats waar het drumstel zich bevindt, het materiaal van de muren e.d.), heet het effect “Ambience” i.p.v. “Reverb”.

1. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

2. Kies met [®] “AMBIENCE”.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] en [®] de parameter die u wilt editen.

5. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de waarde van die para-meter in.

6. Druk op [KIT] als u alles naar wens hebt inge-steld.

L15: Het geluid bevindt zich helemaal links.CENTER: Het geluid bevindt zich in het midden.R15: Het geluid bevindt zich helemaal rechts.RANDOM: De stereopositie verandert telkens wanneer u op

de toegewezen pad slaat.ALTERNATE: Het geluid springt bij elke mep afwisselend van

links naar rechts en terug.

Volume

Tijd-31 0

Decay+31

Parameter

Page 70: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

70

Zelf Drum Kits programmeren

Ambience Sw: effect aan/uitHiermee kunt u het Ambience-effect in- en uitschake-len.

Amb Send Level: effectaandeel voor de instrumentenZoals gezegd zijn de effectinstellingen voor alle instru-menten van een Drum Kit dezelfde. U kunt echter voor elke instrument apart instellen hoe sterk het door het effect moet worden bewerkt (0~127). Dat zorgt voor meer “diepte” in uw drumgeluid. Kies “0” voor instru-menten (bv. de Kick) die niet van effect moeten worden voorzien. Alvorens het effectaandeel voor een instru-ment in te stellen moet u het kiezen door op de betref-fende pad te slaan (als Note Chase ingeschakeld is, blz. 67).

Na het instellen van de Send Level-waarden vindt u misschien dat de Drum Kit in z’n geheel teveel of te weinig effect bevat. Dat kunt u dan met Amb Level (zie verderop) veranderen.

Studio Type: ruimte kiezenDe TD-6 bevat negen verschillende Ambience-types die bepaalde ruimten simuleren. Die noemen we voor het gemak gewoon “Studio Types”, omdat ze de akoestiek van een studio (of andere ruimte) simuleren. Hier kiest u dus de benodigde “akoestiek”.

Studio:LIVING (woonkamer), BATHROOM (badkamer), STUDIO (studio), GARAGE, LOCKER (kleedkamer), THEATER, CAVE (hol), GYM (sportzaal), STADIUM (overdekt stadion, hal)

Wall Type: helderheid van de galmHiermee kiest u het materiaal van de muren in de gese-lecteerde (denkbeeldige) ruimte. Dat bepaalt hoe sterk het geluid weerkaatst wordt.

Room Size: grootte van de ruimteHiermee bepaalt u de grootte van de ruimte – en dus de lengte van de galm.

Room Size: SMALL, MEDIUM, LARGE

Amb Level: volume van de galmHiermee stelt u in hoe luid de galm ten opzichte van de niet bewerkte Drum Kit moet zijn (0~127). Hoe groter de waarde, hoe luider het Ambience-effect wordt. Als u hier “0” kiest, hoort u zelfs dan geen galm, wanneer u de Send Level-parameter van minstens één instrument op “127” hebt gezet.

WOOD: Simuleert een ruimte met veel hout. Dat zorgt voor een warm geluid.

PLASTER: Simuleert een ruimte met geplaasterde muren. Dit zorgt voor een uitgesproken “natuurlijke”galm.

GLASS: Een ruimte met veel glas. De galm (en sound) is dan ook betrekkelijk fel.

Page 71: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

71

Zelf Drum Kits programmeren

Equalizer: toonregelingHet algemene geluid van de Drum Kit kunt u nog een beetje “bijkleuren” door bv. de bas iets op te halen en de hoge tonen wat af te zwakken.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Kies met [®] “EQUALIZER”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [√] en [®] de parameter die u wilt editen.

6. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

7. Druk op [KIT] als u alles naar behoren hebt inge-steld.

Master EQ SwitchHiermee schakelt u de Equalizer in of uit. Dit geldt tel-kens voor alle instrumenten van de Drum Kit.

High Gain, Low Gain(–12dB~+12dB) Met “High Gain” bepaalt u het volume van de hoge tonen (en dus hoe helder/dof het geluid is). Low Gain daarentegen laat toe om de bas op te halen of af te zwakken. Kies “0” voor High of Low Gain als u de betreffende frequenties ongemoeid wilt laten.

Parameter

Waarde

Drum Kit

Head x 11

Rim x 6

Part

Part1–4

Percussion

x 17

Level

x 17

x 17

AmbienceSend Level

Pan

MasterVolume

StudioWall TypeRoom SizeAmb Level

High GainLow Gain

x 4

Level

Level

x 4

AmbienceSend Level

AmbienceSend Level

Ambience

Equalizer

x 4

Pan

Page 72: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

72

Zelf Drum Kits programmeren

Control: instellingen voor de padsIn deze parametergroep vindt u verschillende dingen die bv. toelaten een (korte) Song te starten door op een bepaalde pad te slaan (Pad Pattern) of de toonhoogte van de instrumenten te veranderen via het HiHat-con-trolepedaal (Pitch Ctrl, blz. 73). Bovendien vindt u hier parameters waarmee u het MIDI-nootnummer van de pads en de MIDI-lengte van de meppen kunt instellen.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Kies met [®] “CONTROL”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [√] en [®] de parameter die u wilt instel-len.

6. Sla op de pad die u wilt instellen.

7. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de benodigde waarde.

8. Druk op [KIT] als u alles naar wens hebt inge-steld.

Pad Pattern: Songs starten door op een pad te slaanDe Pad Pattern-functie laat toe om de weergave van de gekozen Song te starten door op een bepaalde pad te slaan. Dat is handig voor het oefenen en laat bovendien toe om bepaalde riedeltjes in uw drumsolo te integre-ren. Eén en ander doen we zo meteen uit de doeken. Eerst willen we het echter nog over het volgende heb-ben:Een belangrijk aspect voor het gebruik van de Pad Pat-tern-functie is de weergavemethode (“Play Type”,blz. 96) van de toegewezen Song.

OPGELET

• Er kan telkens maar één “LOOP”- of “ONE SHOT”-Songtegelijk worden afgespeeld. Als u dus aan twee of meer pads Songs met één van deze “Play Types” toewijst, stopt de eerst gestarte Song, zodra u op een tweede pad slaat waaraan eveneens een “LOOP”- of “ONE SHOT”-Songtoegewezen is.

• Songs, die het “TAP”-principe hanteren, kunnen samen met een “LOOP”- of “ONE SHOT”-Song worden. Zo kunt u dus een akkoordbegeleiding (Loop/One-Shot) voorzien van een “getapte” baspartij.

• Sommige Songs zijn uiterst kort: ze bevatten maar enkele noten of zelfs maar één akkoord. Dat kan nare gevolgen opleveren.

• Niet alle Songs hanteren dezelfde instrumentinstellin-gen. Dat kan ertoe leiden dat het soms even duurt alvo-rens de weergave van de volgende Song op dreef komt.

• In de GM-mode is Pad Pattern niet beschikbaar.• De noten van de via de Pad Pattern-functie gestarte

Songs kunnen niet met een sequencer worden opgeno-men.

• Naast “Play Type” biedt de TD-6 nog bijkomende instel-lingen voor “ONE SHOT”- en “TAP”-Songs. Zie hiervoor “Quick Play”, “Reset Time” en “Tap Exc Sw” (blz. 96).

Parameter

Waarde

LOOP Aan het einde van de gestarte Song keert de se-quencer terug naar het begin en speelt hij de Song opnieuw af – en dit zo vaak tot u de weer-gave weer stopt.

ONE SHOT Een via een pad gestarte Song wordt maar éénkeer afgespeeld. Telkens wanneer u op een pad slaat begint de weergave vanaf het begin.

Tap De Song wordt “ontrafeld”. Dat betekent dat u met elke mep op de toegewezen pad telkens de volgende noot van die Song ten gehore brengt. De meest voor de hand liggende toepassing hier-van is dat u met de Kick Trigger niet alleen de basdrumpartij speelt, maar via de Pad Pattern-functie zorgt dat tegelijk ook een baspartij wordt weergegeven. Voordeel: uw “ritmesectie” is su-per-“tight”.

Page 73: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

73

Zelf Drum Kits programmeren

(OFF, 1~250) Met de Pad Ptn-functie kunt u aan de benodigde pads Songs toewijzen en die dan starten door op die pads te slaan. Teneinde de Song-keuze zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, kunt u gebruik maken van de volgende functies:

• Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [DEC/–] of [INC/+] drukt kunt u Song-categorieën kie-zen. Dat versnelt de zoektocht naar het benodigde riedeltje.

• Tijdens de keuze van de geschikte Song kunt u hem met [SHIFT] + [KIT] afspelen (Preview). Zo weet u wat u aan een pad toewijst.

• Als u een pad enkel voor het starten van een Song wilt gebruiken (en dus niet voor het aansturen van een instrument), moet u de Level-parameter van de betreffende pad op “0” zetten (zie blz. 68).

Pad Pattern VeloIndien nodig, kunt u het volume van de met de Pad Pattern-functie gestarte Song(s) via de aanslag (kracht waarmee u slaat) beïnvloeden. Als u hier “OFF” kiest, heeft de kracht waarmee u op de toegewezen pad slaat geen invloed op het weergavevolume van de Song.

OPGELET

• In de GM-mode is deze parameter niet beschikbaar.• Als u een pad kiest waarvoor u “Pad Ptn” op “OFF” hebt

gezet, beeldt het display “ ” af om duidelijk te maken dat de Velo-parameter niet kan worden ingesteld.

Pitch CtrlZiehier een functie waarmee u voor elke TRIGGER INPUT en “H” en “R” kunt instellen of de toonhoogte van het aan het betreffende slagvlak/rand toegewezen instrument al dan niet moet veranderen, wanneer u het HiHat-controlepedaal intrapt. De meest voor de hand liggende toepassing hiervan is dat u deze functie acti-veert voor pads waarmee u paukenklanken e.d. aan-stuurt. Ook “Talking Drums”-effecten kunt u dankzij deze functie moeiteloos verkrijgen. Zolang u het HiHat-pedaal niet intrapt, hanteert het aangestuurde instrument de ingestelde/voorgeprogrammeerde toon-hoogte. Kies “OFF” voor alle pads die niet op dit Pitch-effect mogen reageren.

Met “PchCtrlRange” (blz. 75) kunt u het bereik instellen waar-binnen de toonhoogte met het HiHat-controlepedaal kan wor-den ingesteld.

• Als het HiHat-pedaal enkel voor het bepalen van de toonhoogte mag dienen (en dus geen open- of dichtklap-pend HiHat-geluid mag aansturen), moet u “Pedal HH Vol” op “0” zetten (blz. 75).

• Als u duidelijke trappen in de veranderingen van de toonhoogte opmerkt, moet u “PdlDataThin” op “1” of zelfs “OFF” zetten (zie blz. 106).

Note No.: MIDI-nootnummers van de padsIndien nodig, kunt u aan alle ondersteunde Triggers van een Drum Kit (“H” en “R” voor de verschillende TRIGGER INPUTs) de gewenste MIDI-nootnummers toewijzen. Echt slim is dat niet, maar het kan wel om bv. te zorgen dat een externe sequencer telkens de juiste instrumenten van de TD-6 aanstuurt.

OPGELET

In de GM-mode is deze parameter niet beschikbaar.

In het geval van de HiHat (die verschillende nootnum-mers omhelst wegens open/gesloten, pedaal op/neer) verandert u het best enkel het nootnummer van de “Open Hi-Hat” (aanvankelijke instelling: 46 (A#2)). De overige HiHat-nootnummers (“Closed HiHat”, 42 (F#2)

Play Type Song-nummer

Song-naam

Page 74: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

74

Zelf Drum Kits programmeren

en “Pedal HiHat”, 44 (G#2)) veranderen dan namelijk automatisch mee. Zo bespaart u heel wat tijd.

Als u het nootnummer voor van de open HiHat bv. op “60(C4)” zet, krijgt de gesloten HiHat automatisch het nummer “56 (G#3)” toebedeeld, terwijl de Pedal HiHat op “58 (A#3)”wordt gezet.

Meer details over de voorgeprogrammeerde nootnummers vindt u onder “Drum Kit- nootnummers” (blz. 129).

Note No. (nootnummer): 0 (C -)~127 (G 9)

Externe MIDI-instrumenten aansturenAls u de op de TD-6 aangesloten pads voor het aanstu-ren van externe MIDI-instrumenten wilt gebruiken, moet u met Note No. zorgen dat de pads de juiste noot-nummers zenden. Enkel dan bent u er namelijk zeker van dat u bij het slaan op de pads ook de juiste klank/toonhoogte van de externe module, sampler, e.d. hoort.

TD-6 via MIDI aansturen (gebruik als module)Zolang de TD-6 zich niet in de GM-mode bevindt, rea-geert hij uitsluitend op de nootnummers die u aan de pads toegewezen hebt. U moet dan ook zorgen dat de sequencer e.d. precies die nootnummers zendt.

De TD-6 laat toe om voor de Drum Kit-Part en de Percussion-Part MIDI-kanaal “10” te kiezen. Dat is het kanaal dat in de regel voor de drum- en percussiepartijen wordt gebruikt.Als u voor twee of meer Parts hetzelfde MIDI-kanaal kiest, moet u met “CH10Priority” instellen of de Drum Kit-Part, dan wel de Percussion-Part op via MIDI ontvangen nootcom-mando’s moet reageren (zie blz. 105). U kunt namelijk nooit twee Parts via hetzelfde MIDI-kanaal aansturen.

Als u aan twee of pads hetzelfde nootnummer toewijstIn dat geval zouden er bij ontvangst van het betref-fende nootnummer verschillende instrumenten (van de betreffende pads) samen moeten klinken. Dat kan ech-ter niet. Daarom hoort u enkel het instrument van de pad met het kleinste INPUT TRIGGER-nummer.Als u aan het slagvlak (H) en de rand (R) hetzelfde nootnummer toewijst, hoort u bij ontvangst van het betreffende MIDI-nootnummer enkel de H-klank.

OPGELET

Als u aan twee of meer pads hetzelfde nootnummer toegewezen hebt, beeldt het display achter dat adres een “*”af om duidelijk te maken dat u het betreffende instrument bij ontvangst van dat MIDI-nootnummer niet zal horen.

Laten we even een concreet voorbeeld bekijken: wanneer u het nootnummer “38 (D2)” aan H02, R02) (slagvlak en rand van de op TRIGGER INPUT 2 aangesloten pad) en H04 (slagvlak van TRIGGER INPUT 4) toewijst, ziet het display er als volgt uit:

In dit geval hoort u dus enkel het instrument van het slagvlak van de op TRIGGER INPUT 2 (SNARE) aan-gesloten pad. De verklaring hiervoor vindt u hierbo-ven.

Gate Time: duur van de MIDI-signalenVoor elke pad kunt u apart instellen hoe lang het sig-naal is dat naar de MIDI OUT-connector van de TD-6 wordt gestuurd, wanneer u op de betreffende pad slaat.

(0.1~8.0 sec, in 0,1-seconden-stappen) Net zoals de meeste percussiemodules heeft de TD-6 namelijk vol-doende aan een noot-aan-commando. Die noot moet echter ook weer uitgeschakeld worden, omdat ze anders blijft doorklinken. Zolang u enkel met de TD-6 werkt, is dit van weinig belang. Eens u echter externe modules, samplers enz. begint aan te sturen, moet u

Trigger Input 2 (SNARE) slagvlak [kleinste nummer]

Trigger Input 2 (SNARE) rand [conflict met "H"]

Trigger Input 4 (TOM1) slagvlak

Page 75: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

75

Zelf Drum Kits programmeren

zorgen dat elke noot maar een bepaalde duur heeft. En die duur stelt u met deze parameter in. Bij levering –en na laden van de fabrieksinstellingen–staat Gate Time op de kleinste waarde ingesteld, omdat deze parameter voor de TD-6 van geen belang is. Voor sommige externe samplers kan dit echter te kort zijn. En dan moet u hier een grotere waarde instellen.

OPGELET

In de GM-mode is deze parameter niet beschikbaar.

Common: algemene Drum Kit-parametersNaast de effect- en EQ-instellingen biedt de TD-6 nog een aantal andere algemene Drum Kit-parameters.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Kies met [®] “COMMON”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [√] of [®] de parameter die u wilt instel-len.

6. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

7. Druk op [KIT] als u alles naar behoren hebt inge-steld.

Master Volume(0~127) Met deze parameter stelt u het algemene volume van de gekozen Drum Kits (dus alle toegewe-

zen instrumenten) in. Hoe groter de waarde, hoe hoger het volume. Als u “0” kiest, hoort u de betreffende Drum Kit niet meer.

Met de Level-parameter (zie blz. 68) kunt u het volume van de instrumenten individueel instellen.

Pedal HH VolDe Pedal HiHat-klank hoort u, wanneer u het aangeslo-ten HiHat-controlepedaal intrapt. Deze klank staat los van de pads. Met deze parameter bepaalt u het volume van de pedaalklank (0~15). Als u “0” kiest, hoort u de pedaalklank niet meer, wanneer u het pedaal intrapt. Maar het pedaal kan dan nog steeds worden gebruikt voor het sturen van de toonhoogte. Zie daarvoor “PitchCtrl” (blz. 73).

Het volume van de aan de pads toegewezen instrumenten bepaalt u met de Level-parameter (zie blz. 68).

Pch Ctrl Range(–24~+24) We hadden het daarnet al over de mogelijk-heid om het HiHat-controlepedaal te gebruiken voor het beïnvloeden van de toonhoogte van de toegewezen pads (zie blz. 73).

Hiermee bepaalt u het interval voor dergelijke buigin-gen. De hier ingestelde waarde wordt gehanteerd, wan-neer u het pedaal volledig intrapt. Zodra u het pedaal weer loslaat, keert de toonhoogte terug naar de oor-spronkelijke waarde.Het instelbereik slaat op halve tonen. Eén octaaf beslaat 12 halve tonen. Dat betekent dan ook dat de toon-hoogte maximaal twee octaven naar omhoog (+24) of omlaag (–24) kan worden verschoven. “0” betekent dat de toonhoogte niet verandert.

De instelling van deze parameter wordt enkel gehanteerd,

Parameter

Waarde

Page 76: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

76

Zelf Drum Kits programmeren

wanneer u “Pitch Ctrl” voor minstens één parameter op “ON”zet. Zie ook blz. 73.

• Om te voorkomen dat u tijdens het beïnvloeden van de toonhoogte ook de gesloten HiHat hoort, moet u “PedalHH Vol” op “0” zetten (zie blz. 75).

• Om traploze toonhoogteveranderen te verkrijgen moet u “PdlDataThin” op “1” of “OFF” zetten (zie blz. 106).

Kit NameAan elke zelf geprogrammeerde of gewijzigde Drum Kit kunt u een naam van maximal 8 tekens geven. Breng de cursor met [√] of [®] naar de positie waarvoor u een ander teken wilt programmeren en kies met [INC/+] en [DEC/–] het benodigde teken.

De volgende tekens staan ter beschikking:

• Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [INC/+]drukt, kunt u heel snel naar de volgende tekens springen: hoofdletters ➝ kleine letters ➝ 0 ➝ ! ➝ spatie. Met [SHIFT]+ [DEC/–] doorloopt u deze stadia in omgekeerde volg-orde.

• Met [SHIFT] + [√] wist u het door de cursor aangeduide teken en maakt u de naam korter (er blijft dus geen spatie over op de betreffende plaats).

• Met [SHIFT] + [®] kunt u op de plaats van de cursor een spa-tie invoegen en de navolgende tekens één positie verder naar rechts verschuiven.

Copy: kopiëren, initialiseren van Drum KitsIndien nodig, kunt u alle instellingen van een Drum Kit (effect, instrumenten, EQ enz.) naar een ander Drum Kit-geheugen kopiëren en als basis gebruiken voor een nieuwe Kit.Tijdens het kopiëren wordt de Drum Kit in het geheu-gen van bestemming overschreven. Controleer dus eerst of u die daadwerkelijk niet meet nodig hebt.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Kies met [®] “COPY”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de te kopiëren Drum Kit.

Src (te kopiëren Drum Kit):P01~P99 (voorgeprogrammeerde Drum Kits), U01~U99 (User-geheugens voor uw eigen Kits)

Om weer de fabrieksinstellingen voor een Drum Kit te laden, moet u een Drum Kit met een “P” (P01~P99) selecteren.

6. Druk op [®].

Nu verschijnt de pagina waar u het Drum Kit-geheugen van bestemming kunt kiezen.

7. Kies met [INC/+] of [DEC/–] het Drum Kit-geheugen dat de kopie moet bevatten.

Dst (bestemming): U01~U99 (User-geheugens)

8. Druk op [ENTER] .

spatie

Naam van de Drum KitNummer van de Drum Kit

Page 77: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

77

Zelf Drum Kits programmeren

Als u de Drum Kit toch niet wilt kopiëren, moet u nu op [EXIT] drukken.

9. Druk nog een keer op [ENTER] om de data te kopieren.

Zodra dat gebeurd is, beeldt het display de vol-gende boodschap af:

10.Druk op [KIT] als u geen bijkomende Drum Kits meer wilt kopiëren.

Fabrieksinstellingen voor de geselecteerde Drum Kit ladenEr bestaan twee methoden voor het laden van een voorgeprogrammeerde Drum Kit:

• U kunt eender welke Preset Drum Kit naar het gewenste Dst-geheugen kopiëren (kies een Drum Kit met een “P”).

• Of u kunt gebruik maken van de Factory Reset-functie (zie blz. 34) en daar “THIS DRUM KIT” kie-zen.

ExchangeIndien nodig, kunt u twee Drum Kits van plaats doen ruilen, wat live een goede zet kan zijn om de Drum Kits in de volgorde van de te spelen nummers op te kunnen roepen.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk op [KIT] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten nu op.

3. Kies met [®] “EXCHANGE”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [INC/+] en [DEC/–] de eerste van de twee Drum Kits die van plaats moeten veranderen.

Exchange (XCHG) werkt enkel voor User Drum Kits.

6. Druk op [®].

7. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de tweede Drum Kit die naar het geheugen van de eerder gekozen Drum Kit verhuizen.

8. Druk op [ENTER] .

Druk op [EXIT] als u de uitwisseling toch niet wilt laten doorgaan.

9. Dit moet u even bevestigen door nog een keer

op [ENTER] te drukken.

Zodra de omruiling voltooid is, verschijnt de vol-gende boodschap in het display:

10.Druk op [KIT] als u alle omruiloperaties uitge-voerd hebt.

Drum Kit-naamDrum Kit-nummer

Page 78: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

78

2. Pad- en Trigger-instellingen

Beschikbare SET-UP/TRIG-parameters

Over het display

Afkortingen in het displayHet display hanteert afkortingen voor het aangeven welke TRIGGER INPUT er momenteel gekozen is en welke functie die eigenlijk heeft:

Weergave van het ingangsniveau van de padsHet display hanteert de volgende icoontjes voor het aanduiden van het pad-niveau. Hier wordt er dus gebruik gemaakt van het vlaggensysteem ( ) dat al elders aan bod is gekomen.

Aangeven welke pads u gebruikt (Trigger Type)Om te zorgen dat de TD-6 accuraat op uw spel reageert moet u aangeven met welke pads u werkt. Het meren-deel daarvan hebben we al op blz. 38 uit de doeken gedaan. Hier gaan we dus enkel de nieuwe aspecten vermelden. Interessant is in dit verband dat u ook met de “Mesh Head” pads (gaas) PD-80R en PD-120 kunt werken en zelfs de rand ervan kunt gebruiken.Wanneer u een pad-type instelt, kiest de TD-6 automa-tisch een aantal instellingen die daar vermoedelijk het beste bij passen. Dat is echter niet altijd het geval. Daarom moet u bepaalde parameters daarna nog hand-matig editen. BASIC-parameters (zie blz. 79):

• Sensitivity• Threshold• TrigCurve

ADVNCD-parameters (zie blz. 81):• Scan Time• Retrig Cancel• Mask Time• Rim Sens

Op blz. 44 vindt u een overzicht van de meest geschikte para-meters. Zie blz. 38 voor de basiswerkwijze.

• Als u een pad van een ander merk op de TD-6 wilt aan-sluiten, kiest u het best de instelling “PD7/9” (voor een andere basdrumeenheid begint u het best met “KDType”). Als dat niet het gewenste resultaat oplevert, moet u “P1” kiezen. “P2” levert een nog gelijkvormigere res-pons op, maar zorgt wel voor een langere “Scan Time”(blz. 81); dat betekent dan weer dat de afstand tussen twee aanslagen ±0,003 seconden langer wordt, wat soms voor een vreemd resultaat zorgt. “Other 1" en “Other 2" zijn vooral bedoeld voor pads met een iets minder “directe” Trigger-golfvorm.

OPGELET

Voor bepaalde pads van andere merken vindt u misschien nooit geschikte instellingen. Daarom raden we aan om uitsluitend met pads van Roland te werken.

Display Naam Display Naam

KIK KICK T3 TOM3

SNR SNARE T4 TOM4

HH HI-HAT CR1 CRASH1

T1 TOM1 CR2 CRASH2

T2 TOM2 RD RIDE

AUX AUX

SETUP

Trigger Type

Crosstalk Cancel

Threshold

Trigger Curve

Rim Sensitivity

Sensitivity

Scan Time

Mask Time

Retrigger Cancel

TRIG BASIC-parameters (zie blz. 79)

TRIG ADVNCD-parameters (zie blz. 81)

Indicator (maximum)Maximale waarde

Page 79: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

79

Pad- en Trigger-instellingen

TRIG Basic: de belangrijkste pad-parametersDe hierna beschreven parameters (met uitzondering van “Xtalk Cancel”) worden tijdens het kiezen van een Trigger-type automatisch ingesteld. Maar niets belet u natuurlijk om die instellingen hier en daar nog wat bij te sturen.

1. Druk op [SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)]. Deze laatste licht op.

2. Kies met [®] “TRIG BASIC”.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de parameter die u wilt editen.

5. Sla op de pad die u wilt instellen.

De instellingen voor die pad verschijnen nu in het display.

6. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

7. Druk op [KIT] of [SONG] als u alles naar behoren hebt ingesteld.

Sensitivity: gevoeligheid van de pads instellenMet de Sensitivity-parameter bepaalt u de gevoeligheid van de pad (1~16). Hoe groter de waarde, hoe luider het aangestuurde instrument zelfs bij een zachte aan-slag zal klinken. Stel deze waarde zo in dat de indicator (en het vlaggetje) enkel bij de hardste meppen het maximale niveau aanduidt.

ThresholdMet deze parameter bepaalt u hoe sterk een door de TD-6 ontvangen Trigger-signaal moet zijn om als dus-danig herkend te worden. Stel deze waarde voor elke TRIGGER INPUT zo in dat de TD-6 zelfs op lichte sla-gen reageert, maar geen rekening houdt met signalen van naburige pads. In het volgende voorbeeld zal enkel signaal B het toegewezen instrument aansturen. A en C liggen beneden de drempel en worden dan ook gene-geerd.

Hoe groter de waarde, hoe moeilijker het wordt om zelfs met lichte slagen (bij roffels of “Ghost Notes”) nog het toegewezen instrument aan te sturen.

(0~15) Om de optimale waarde in te stellen verdient het aanbeveling om bij elke verandering telkens een paar noten te spelen. Vooral roffels zou u moeten uitprobe-ren.

Trigger CurveMet deze parameter bepaalt u hoe en hoe snel het volume verandert onder invloed van de kracht waar-mee u aanslaat. Kies hier de curve waarmee u de natuurlijkste respons voor uw manier van spelen ver-krijgt.

LINEAR: Dit is de normale instelling die waarschijnlijk de meest natuurlijke respons oplevert.

Parameter

Waarde

Threshold

CBA

Volume

SlagkrachtLINEAR

Page 80: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

80

Pad- en Trigger-instellingen

EXP1, EXP2: In vergelijking met LINEAR moet u hier al betrekkelijk hard slaan om echte verschillen in volume te horen.

LOG1, LOG2: In vergelijking met LINEAR zorgen hier vooral kleine aanslagwaarden voor duidelijke volume-verschillen.

SPLINE: Deze curve zorgt voor de meest markante volumeverschillen naarmate u harder of zachter aan-slaat.

LOUD1, LOUD2: Hier is er maar beperkt sprake van “dynamiek”. Het voordeel van deze curven is evenwel dat u zelfs bij een betrekkelijk lichte aanslag al een redelijk hoog volume bereikt. Kies één van deze curven wanneer u met drumtriggers (een soort contactmicro-foon) werkt.

Xtalk Cancel: overspraak van andere pads indijkenAls u twee pads aan dezelfde stand vastschroeft, kun-nen de trillingen bij het slaan op één van beide zo hard zijn dat de andere pad eveneens een Trigger-signaal zendt. Naar gelang de Sensitivity-, Threshold-, en Trig Curve-instellingen kan het dan gebeuren dat het instru-ment van de tweede pad eveneens wordt aangestuurd, zodat u telkens twee klanken hoort. Dit fenomeen noem je “overspraak” (of “Crosstalk” in het Engels).Met Xtalk Cancel kunt u dat voorkomen. Wees echter voorzichtig: als u een te grote waarde instelt, kan het gebeuren dat de pad ook niet meer op wél bedoelde lichte slagen reageert. Kies “OFF” als er bij uw setup geen sprake is van overspraak.

In sommige gevallen kunt u overspraak al voorkomen door de pads gewoon iets verder uit elkaar te hangen.

Voorbeeld: u hoort telkens de HiHat, wanneer u op de Snare-pad slaatSla een aantal keren op de Snare-pad en stel tegelijk de “Xtalk Cancel”-waarde van de HiHat-pad in (op een waarde tussen 20 en 25). Hiervoor verdient het aanbe-veling om de Note Chase-functie uit te schakelen (zie blz. 67). Instelbereik: OFF, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80

Volume Volume

SlagkrachtEXP2EXP1

Volume Volume

SlagkrachtLOG2LOG1

Volume

SlagkrachtSPLINE

Volume Volume

SlagkrachtLOUD2LOUD1

Page 81: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

81

Pad- en Trigger-instellingen

Geavanceerde Trigger-parameters (ADVNCD)De hier beschreven parameters worden bij het kiezen van het Trigger-type (zie blz. 38) automatisch ingesteld. Toch levert dat niet altijd het verwachte resultaat op. U kunt de waarden dus zelf nog veranderen. Onthoud echter wel dat dit een beetje tijd vergt, omdat we hier al te maken hebben met betrekkelijk “gespecialiseerde”parameters.

1. Druk op [SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)].

De [EDIT]-knop licht op.

2. Kies met [®] “TRIG ADVNCD”.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de parameter die u wilt editen.

5. Sla op de pad wiens ADVNCD-instellingen u wilt wijzigen.

Het display beeldt nu de waarde voor de gekozen pad af.

6. Stel met [DEC/–] of [INC/+] de nieuwe waarde in.

7. Druk op [KIT] of [SONG] als u alles naar tevreden-heid hebt ingesteld.

Scan TimeDe TD-6 is een elektronische drummodule, en de pads zijn eveneens elektronisch. Niet alle pads zenden het-zelfde soort signaal (“Trigger”): het ene signaal komt al wat sneller op dan het andere. Met Scan Time bepaalt u hoe lang de TD-6 naar een Trigger-signaal van een pad “kijkt en luistert” alvorens te beslissen dat u wel dege-lijk op de pad geslagen hebt. Dat zorgt ervoor dat de kracht, waarmee u de pads aanslaat, nauwkeuriger wordt herkend.

Er schuilt echter ook een addertje onder het gras: hoe groter de Scan Time-waarde, hoe langer het duurt alvo-rens de gespeelde noten hoorbaar worden.

Sla herhaaldelijk op de in te stellen pad, terwijl u de Scan Time-waarde (0~4,0 msec) in kleine stappen zo ver verhoogt tot u geen volumeverschillen meer hoort bij een gelijkblijvende aanslag. Probeer tevens harde en zachte slagen uit om te kijken of de TD-6 accuraat rea-geert.

Retrigger CancelBepaalde pads en bijna alle drumtriggers zenden nooit precies dezelfde Trigger-golfvormen. Soms is er al bijna sprake van heuse vervorming, waarmee hier bedoelt wordt dat het niveau van de golfvorm naar het einde toe plots nog eens drastisch toeneemt. Met Retrigger Cancel zorgt u ervoor dat er geen ongewenste dubbel-slagen e.d. kunnen optreden. In het volgende voor-beeld zou piek “A” er bv. toe leiden dat het betreffende instrument nog eens wordt aangestuurd.

Parameter

Waarde

Tijd

Scan Time

Tijd

A

Page 82: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

82

Pad- en Trigger-instellingen

(1~16) Ook hier moet u echter voorzichtig te werk gaan, omdat een grote Retrigger Cancel-waarde ook wel bedoelde (lichte) slagen zou kunnen onderdruk-ken.

Dubbele Triggers zou u ook met de Mast Time-parameter (zie verderop) kunnen voorkomen. Die parameter zorgt er echter enkel voor dat er binnen de ingesteld tijdsspanne geen nieuwe Triggers meer worden aanvaard. Retrigger Cancel gaat iets subtieler te werk en probeert te achterhalen wat u bedoeld had en wat niet.

Sla herhaaldelijk op de pad, terwijl u de Retrigger Can-cel-waarde instelt waarbij er geen dubbele Triggers meer optreden.

Mask Time: dubbele Triggers voorkomenEen Kick Trigger-eenheid (van de KD-serie) zendt voor elke klop twee signalen: het eerste slaat op de bedoelde noot, terwijl het tweede eigenlijk maar het signaal van de klopper is die weer op de pad terechtkomt. Aan dat tweede signaal hebt u uiteraard geen boodschap. Met Mask Time kunt u instellen, hoe lang de TD-6 na ont-vangst van een Trigger-signaal moet wachten tot hij weer een signaal doorlaat. Deze “pauze” kan tussen 0 en 64 milliseconden lang zijn.

Hoe groter de waarde, hoe waarschijnlijker het wordt dat de TD-6 de een of andere basdrumnoot “inslikt”.Kies dus altijd de kleinstmogelijke waarde waarmee dubbele triggers worden voorkomen.

Als u telkens twee noten hoort, terwijl u er maar één speelt, moet u dat met “Retrigger Cancel” verhelpen – niet met Mask Time.

Tip voor het instellen van Mask TimeTrap het basdrumpedaal verschillende keren in, terwijl u de “Mask Time”-waarde instelt. Zodra u geen dub-bele noten meer hoort, terwijl er ook geen noten weg-vallen, is de instelling perfect.

Rim Sens (voor PD-120/PD-80R)Als u op TRIGGER INPUT 2 (SNARE) een PD-120 of PD-80R pad aansluit, kunt u met deze parameter de gevoeligheid van de rand optimeren.

(OFF, 1~15) Hoe groter deze waarde (1~15), hoe mak-kelijker het wordt om het aan de rand toegewezen instrument aan te sturen. Als u hier “OFF” kiest, hoort u bij het spelen van een Rim Shot het aan het vel (“H”)toegewezen instrument. Als u daarentegen een te grote waarde instelt, hoort u bij harde meppen op het vel eventueel ook het aan de rand toegewezen instrument.

OPGELET

• Deze parameter is enkel beschikbaar wanneer u voor TRIGGER INPUT 2 het type “PD80R” of “PD120” geko-zen hebt (zie blz. 38). Bovendien moet u natuurlijk een dergelijke pad op die ingang aansluiten.

• Kiest u een ander Trigger-type dan “PD80R” of “PD120”c.q. als u een andere ingang dan TRIGGER INPUT 2 kiest, beeldt het display ( ) af en hoort u helemaal niets.

• Voor de PD-7 of PD-9 kunt u deze parameter niet instel-len, omdat het slagvlak en de rand telkens dezelfde waarde hanteren.

Tijd

Mask Time

Deze noot wordt niet weergegeven

Page 83: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

83

Pad- en Trigger-instellingen

TD-6 met akoestische drumtriggers gebruikenBreng de trigger(s) eerst op uw Toms e.d. aan. Zie de handleiding bij de drumtriggers. Daarna moet u de vol-gende instellingen maken:

1. Kies als Trigger-type “AcDrTrig” (blz. 38).

2. Zet “Threshold” eerst op “0” (blz. 79).

Later kunt u eventueel een andere waarde kiezen.

3. Zet “TrigCurve” op “LINEAR” (blz. 79).

Deze waarden vormen een goed vertrekpunt en moeten eventueel later nog worden aangepast.

4. Stel een geschikte “Sensitivity”-waarde in (blz. 79).

5. Stel een geschikte “Scan Time”-waarde in (zie blz. 81).

Sla verschillende keren met dezelfde kracht op de de Tom en stelt deze parameter zo in tot het volume niet meer overdreven varieert.

6. Stel de “Retrig Cancel”-parameter in (zie blz. 81).

Hiermee voorkomt u dat u voor elke slag meer dan één noot hoort (deze parameter is vooral voor de Snare en de Toms bedoeld, “Mask Time” daarente-gen voor de basdrum).

7. Stel een geschikte “Mask Time”-waarde in (zie blz. 82).

Hiermee voorkomt u dat de terugkaatsende klop-per eveneens een basdrum van de TD-6 uitlokt.

8. Stel “Xtalk Cancel” in (zie blz. 80).

Hiermee zorgt u dat naburige Toms (die eveneens met een drumtrigger uitgerust zijn) geen signalen naar de TD-6 kunnen zenden als dat niet de bedoe-ling is. Als u echter een te grote waarde instelt, kan het gebeuren dat een Tom bij zachte slagen niet meer klinkt, hoewel u dat eigenlijk wilt.

9. Pas de “Threshold”-waarde eventueel aan (zie blz. 79).

Als u ook na instellen van een geschikte “XtalkXancel”-waarde nog ongewenste noten hoort, moet u de “Threshold”-waarde aanpassen. Maar kies geen te grote waarde, omdat roffels e.d. anders vreemd beginnen de klinken. Kies altijd de kleinst-mogelijke waarde.

10.Kies een geschikte “TrigCurve” (zie blz. 79).

Als u vindt dat de TD-6 uw dynamiek (variatie tus-sen harde en zachte slagen) niet op de juiste manier weergeeft, moet u een andere aanslagcurve kiezen.

Page 84: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

84

3. Algemene instellingen (Setup)

Beschikbare Setup-parameters

Utility: algemene instellingen van de TD-6De Utility-groep bevat parameters die telkens voor de TD-6 in z’n geheel (en dus voor alle Drum Kits e.d. samen) gelden.

1. Druk op [SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)].

De [EDIT]-knop licht op.

2. Druk op [ENTER] .

3. Kies met [√] en [®] de parameter die u wilt editen.

4. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

5. Druk op [KIT] of [SONG] om iets anders te kunnen doen.

LCD ContrastIn sommige gevallen kan het gebeuren dat het display maar moeilijk af te lezen is. Met name wanneer u pre-cies onder een lamp of spot zit kan dit wel eens proble-men geven. Pas in dat geval het display-contrast aan (1~16).

PercPrtLevel: volume van de percussiepartijMet deze parameter kunt u het volume van het percus-siespoor naar wens instellen (0~127) als het te hard/zacht staat t.o.v. uw eigen live gespeelde drumpartij. De waarde “0” betekent dat u het percussiespoor niet meer hoort.

OPGELET

• Deze parameter is in de GM-mode (blz. 106) niet beschik-baar.

• De hier gekozen instelling geldt voor alle Songs en veran-dert dus niet, wanneer u een andere Song kiest.

Het volume van de Drum Kits kunt u met “MasterVolume”veranderen (zie blz. 75).

Backing Level: volume van de begeleiding(0~127) Hiermee kunt u het volume van de “Backing”-partijen (spoor 1~4) van een Song instellen. Hoe groter de waarde, hoe luider de begeleiding.

OPGELET

• Deze parameter is in de GM-mode (blz. 106) niet beschik-baar.

LCD Contrast

Percussion Part Level

Mute

Master Tune

Preview Velocity

Available Memory

Backing Level

SETUP

UTILITY (algemene parameters) (zie blz. 84)

Fabrieksinstellingen (zie blz. 34)

Parameter

Waarde

Page 85: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

85

Algemene instellingen (Setup)

• De hier gekozen instelling geldt voor alle Songs en veran-dert dus niet, wanneer u een andere Song kiest.

• Het volume van de Drum Kits kunt u met “MasterVo-lume” veranderen (zie blz. 75).

• Er bestaat ook een “Level”-parameter waarmee u het volume van de Song-sporen individueel kunt instellen (zie blz. 98). Die pagina bereikt u door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [SONG] drukt.

Mute: keuze van het “Part Mute”-spoorMet de Mute-parameter kiest u het Song-spoor dat u met [PART≈MUTE] in en uit kunt schakelen. Als de [PART≈MUTE]-knop oplicht, is de Mute-functie actief.

OPGELET

Deze parameter is in de GM-mode (blz. 106) niet beschikbaar.

Deze pagina kunt u ook selecteren door op [SHIFT] + [PART≈MUTE] te drukken.

• De hier gekozen instelling geldt voor alle Songs en veran-dert dus niet, wanneer u een andere Song kiest.

• Het volledige slagwerk van de Preset Songs (met uitzon-dering van Song #1 “DRUMS”) bevindt zich telkens op het percussiespoor.

• De nootnummers die via de Part Mute-functie kunnen worden in- en uitgeschakeld zijn voorgeprogrammeerd en daar kunt u niets aan veranderen. Zie “PercussionSets” (blz. 128).

• Uw spel op de TD-6 enz. wordt altijd op het Drum Kit-spoor opgenomen.

Master Tune: stemming van de TD-6Deze parameter heeft enkel betrekking op de melodi-sche Song-sporen 1~4. Die stemming hoeft u enkel te veranderen, wanneer de TD-6 vals klinkt t.o.v. een extern instrument (bv. wanneer u samen met een pia-nist speelt). De voorgeprogrammeerde waarde luidt “440.0” Hz (voor de A4).

(415.3~466.2 (Hz) in stappen van 0.1 Hz)

De stemming van de drum- en percussieklanken verandert niet. Zie “Pitch: toonhoogte/stemming” (blz. 69) als u die anders wilt stemmen.

Preview Velo(0~127) Met deze parameter stelt u de MIDI-aanslag-waarde in die voor het afspelen van de instrumenten via [SHIFT] + [KIT] wordt gehanteerd (“Preview”). Als u “0” kiest, lijkt de Preview-functie niet te werken.

Avail MemoryMet deze parameter kunt u controleren hoeveel geheu-gencapaciteit er nog over is voor het opnemen van nieuwe Songs of partijen.

SongDrum: Enkel de drums van de Song worden uitge-schakeld. De percussie blijft echter klinken. Zo kunt u zelf drummen zonder de “groove” van de percussie te missen.

SongDrm/Prc:

De gehele slagwerksectie (drums + percus-sie) wordt uitgeschakeld.

UserDrmPart: De drums op het Drum Kit-spoor worden uitgeschakeld. Zo kunt u ook live bij een Song drummen die u zelf hebt opgenomen.

Part1, Part2, Part3, Part4:

Het gekozen melodische spoor wordt uitge-schakeld.

Part1-4: Alle vier de melodische sporen (1~4) wor-den uitgeschakeld.

Page 86: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

86

4. Metronoom (Click) instellen

Beschikbare Click-parameters

Metronoom in-/uitschakelen

Met [CLICK] kunt u de metronoom in- en uitschakelen. Als u hem inschakelt, licht de [CLICK]-knop op.

OPGELET

In de GM-mode (blz. 106) is de Click-functie niet beschikbaar.

Tempo van de metronoom

Telkens als u een Song kiest, verandert het metronoom-tempo in functie van het Song-tempo. U kunt echter ook een andere waarde (20~260) instellen:

1. Druk op [CLICK].

Deze knop licht op en de metronoom begint te spe-len.

2. Houdt [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [CLICK≈(TEMPO)] drukt.

Nu verschijnt de “TEMPO”-pagina.

3. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste tempo-waarde.

4. Druk op [EXIT] om deze pagina weer te verlaten.

Instellingen i.v.m. het metronoomsignaalOnder “CLICK” vindt u parameters waarmee u het metronoomvolume, de klank ervan, de maatsoort enz. kunt instellen.

1. Zorg dat [EDIT] niet oplicht.

Druk op [KIT] of [SONG] als dat wel het geval is.

2. Druk op [CLICK].

Deze knop licht op en de metronoom begint te spe-len.

3. Druk op [EDIT].

4. Kies met [√] of [®] de benodigde parameter.

5. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de benodigde waarde in.

6. Druk op [KIT] of [SONG] als u alles naar behoren hebt ingesteld.

Click Level: volume van de metronoomHiermee stelt u het volume van de metronoom in (0~127). De waarde “0” betekent dat u de metronoom niet meer hoort.

CLICK

Click Level

Interval

Inst

Pan

Play Count In

Rec Count In

Time Signature

Metroonoom aan Metronoom uit

Licht op Is uit

Parameter

Waarde

Page 87: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

87

Metronoom (Click) instellen

Time Sig: maatsoort van de metronoomHiermee stelt u de maatsoort van de metronoom in. Als u voor de noemer (vóór de “/”) “0” kiest, wordt de eer-ste tel van de maat niet meer geaccentueerd, zodat alle tellen even hard klinken.

Time Sig: 0~13/2, 0~13/4, 0~13/8, 0~13/16

OPGELET

Tijdens de Song-weergave kunt u de maatsoort van de metronoom niet veranderen: in dat geval hanteert de metronoom namelijk de maatsoort van de Song.

Interval: aantal tikkenHiermee bepaalt u hoe vaak de metronoom voor elke maat telt. De normale instelling is “1/4” (kwartnoten), maar voor bijzonder complexe ritmes vindt u een andere resolutie misschien handiger.

1/2 (halve noot), 3/8 (gepunte kwartnoot), 1/4 (kwartnoot), 1/8 (achtste noot), 1/12 (achtste triool), 1/16 (zestiende noot)

Inst: metronoomklankOok voor de metronoom bestaan er verschillende klan-ken, zodat u de voorgeprogrammeerde klank niet hoeft te gebruiken als u dat niet wilt. Zo is “VOICE” bv. leuk om een menselijke stem te horen tellen (zo denk je met een diepe zucht terug aan je drumleraar…).

Beschikbare klanken: VOICE, CLICK, BEEP, METRONOME, CLAVES, WOOD BLOCK, STICKS, CROSS STICK, TRIANGLE, COWBELL, CONGA, TALKING DRM, MARACAS, CABASA, CUICA, AGOGO, TAMBOURINE, SNAPS, 909 SNARE, 808 COWBELL

Pan: stereopositie van de metronoomIndien nodig, kunt u de metronoom op een plaats naar keuze in het stereo-geluidsbeeld zetten als het signaal bv. door een ander drumgeluid wordt gemaskeerd, of om te controleren of uw meppen daadwerkelijk op het goede moment gespeeld worden.

OPGELET

Deze stereoplaatsing hoort u enkel, wanneer u de TD-6 in stereo op de versterker aansluit.

Play Count In, Rec Count In: aftelIndien nodig, kunt u er met deze parameter voor zor-gen dat de metronoom vóór de weergave (Play) en/of opname (REC) één of twee maten aftelt.

L15: Het metronoomsignaal bevindt zich helemaal links.CENTER: De metronoom bevindt zich in het midden.R15: De metronoom bevindt zich helemaal rechts.

OFF De weergave/opname begint zonder aftel.1MEAS De weergave/opname begint na een aftel van 1 maat.2MEAS De weergave/opname begint na een aftel van 2

maten.

Page 88: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

88

5. Werken met de sequencer

Een woordje over de Songs

Over de SongsDe sequencer van de TD-6 laat het opnemen van 6 par-tijen toe. Wat u op de pads speelt wordt altijd op het Drum Kit-spoor opgenomen. De sporen Part 1~4 die-nen voor de opname van een melodische begeleiding (piano, bas, kopers e.d.). Tenslotte is er ook een percus-siespoor dat soms enkel percussie en in andere gevallen de volledige slagwerkpartij bevat. Een dergelijke groep van zes sporen gaan we hier een Song noemen.

OPGELET

In de GM-mode (blz. 106) is de sequencer niet beschikbaar.

Preset Songs (1~150)Dit zijn geheugens die bij levering al materiaal bevat-ten. Die Songs kunt u trouwens noch overschrijven, noch wissen. De bedoeling van de Preset Songs is vooral u een ruggesteuntje te geven tijdens het instude-ren van nieuwe ritmische figuren, omdat het spelen met begeleiding nu eenmaal veel leuker is. U kunt de Preset Songs echter ook als bestanddelen voor uw optredens en solo’s gebruiken.

De drumpartijen van alle Songs met uitzondering van #1 “DRUMS” bevinden zich op het percussiespoor (PERC).

Werken met de Preset SongsDe Preset Songs kunt u weergeven. Tijdens de weer-gave kunt u bepaalde instellingen ervan veranderen. Die wijzigingen gelden echter maar tijdelijk, omdat u geen nieuwe data in een Preset-geheugen kunt opslaan. Bovendien kunt u bijkomende partijen enkel aan een Preset Song toevoegen, als u hem eerst naar een User-geheugen kopieert (blz. 99).

• Als u de instellingen van een Preset Song wijzigt, verschijnt de volgende boodschap om duidelijk te maken dat dit maar tijdelijk gebruikt wordt. Druk op [EXIT] om deze boodschap te wissen.

• Als u, na een Preset Song gekozen te hebben, op [REC∏] drukt, verschijnt de volgende boodschap. Die betekent dat de TD-6 automatisch het eerste vrije User Song-geheugen gekozen heeft.

Om een Preset Song te kunnen editen (wijzigen) moet u hem eerst naar een User-geheugen kopiëren (blz. 99). Werkt u daarentegen met een User Song, dan worden instellingen automatisch opgeslagen. Voordeel: u hoeft verder niets te doen. (Nadeel: u moet een eventu-eel uitgevoerde wijzing handmatig weer “terug-draaien”.)

User Songs (Songs 151~250)Dit zijn Song-geheugens die u voor uw eigen opnamen kunt gebruiken (blz. 88). Wijzigingen, die u in een User Song aanbrengt, worden meteen overgenomen. U hoeft ze dus niet op te slaan.

Copyright van de Preset SongsDe geluiden van de TD-6 evenals de partijen van de sequencer zijn onderworpen aan het auteursrecht. U als gebruiker krijgt bij deze de toestemming om de geluiden de gebruiken voor het opnemen en spelen van originele muziek. U mag de klanken echter niet sampelen of –onder welke vorm dan ook– voor commerciële doelein-den (aanmaak van sample CDs e.d.) gebruiken, noch ze via het Internet verdelen of zelfs maar aanbieden.De Preset Songs bevatten uitsluitend origineel materiaal dat eigendom is van Roland. Desondanks wijst Roland elke aansprakelijkheid af voor geschillen waarbij blijkt, of zou kunnen blijken, dat het materiaal al bestond en eigen-dom is van iemand anders. U als gebruiker kunt eventu-ele schade niet verhalen op Roland Corporation, zelfs al hebt u het materiaal in een gecommercialiseerde produc-tie gebruikt en zelfs al wordt u omwille van dit feit ver-volgd.

Page 89: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

89

Werken met de sequencer

Het Drum Kit-spoor bevat na de opname enkel wat u op de pads enz. van de TD-6 gespeeld hebt. Tijdens de weergave hanteert de TD-6 telkens de instellingen van de op dat moment gekozen Drum Kit.

Over de Song-paginaDe display-pagina die na het drukken op [SONG] ver-schijnt, noemen we hier en daar de “Song-pagina”.

1 Song-categorieHier ziet u tot welke categorie de momenteel gekozen Song behoort.

2 Song-nummerHier verschijnt het geheugennummer van de momen-teel gekozen Song.

3 Song-naam…en zo heet de gekozen Song.

4 Beat (maatsoort)

5 Weergavemethode (blz. 96)Dit icoontje maakt duidelijk hoe de geselecteerde Song zal worden afgespeeld.

6 MaatnummerSlaat op de maat die de sequencer momenteel bereikt heeft. Als u op [PLAY®] drukt, begint de weergave vanaf het begin van deze maat.

7 BeatSlaat op de tel binnen de bereikte maat.

8 BeveiligingHet “ ” symbool betekent dat u het betreffende Song-geheugen beveiligd hebt (blz. 96).

9 Nieuwe User-Song“*” betekent dat u (of de TD-6) een User Song gekozen hebt die nog geen data bevat.

Song #1

Song #250

Algemene instellingen

Tempo, Play Type, Song Lock, Song Name

Part-instellingen (voor de sporen)

Drum Kit

Percussion (PERC)

Begeleidingssporen

Part1

Part2

Part3

Part4

Muziekdata (wat u opneemt)

Drum Kit

Percussion

Part1

Part2

Part3

Part4

Pad

ExternMIDI-

instrument

Part-parametersInst, Level, Pan*, Ambience Send Level, Bend Range*

*: Niet beschikbaar voor het PERC-spoor.

4 5

21 3 6 7

8

9

Page 90: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

90

Werken met de sequencer

Songs opnemenParameters die u hier kunt instellen

Uw spel op de aangesloten pads en de via MIDI IN ont-vangen nootcommando’s kunnen met de sequencer van de TD-6 worden opgenomen (Realtime, d.w.z. zoals u/iemand anders het speelt). Ook de stand van het HiHat-pedaal voor de beïnvloeding van andere aspecten wordt opgenomen.

OPGELET

• In de GM-mode (blz. 106) is de sequencer niet beschik-baar.

• De geheugencapaciteit van de interne sequencer is niet onbeperkt. Het is dan ook best mogelijk dat het geheugen al uitgeput is, terwijl u nog lang geen 100 Songs hebt ingespeeld. De capaciteit wordt namelijk over alle Songs verdeeld, zodat langere/complexere Songs meer geheu-genruimte krijgen toebedeeld.

• Met name de bewegingen van het HiHat-pedaal zorgen voor massa’s data die u misschien niet allemaal nodig hebt. U zou de HiHat-pedaaldata dan ook zonder hoor-baar verlies kunnen uitdunnen (zie “PdlDataThin,blz. 106).

• Met “AvailMemory” kunt u vóór het starten van een nieuwe opname kijken hoeveel plaats er nog is (blz. 85).

Voorbereidingen voor de opnameAlvorens de opname te starten moet u de MIDI-, spoor- en andere betrokken parameters naar behoren instellen.Het Drum Kit-spoor bevat na de opname enkel wat u op de pads enz. van de TD-6 gespeeld hebt. Tijdens de weergave hanteert de TD-6 telkens de instellingen van de op dat moment gekozen Drum Kit.

1. Kies het Song-geheugen dat de nieuwe partijen moet bevatten (blz. 93).

Om een Song-geheugen te kiezen dat nog geen data bevat moet u op de Song-pagina op [SHIFT] + [STOPª] drukken. Een nieuwe Song herkent u aan het “*” symbool.

Als er geen User Song-geheugen meer vrij is, kunt u een niet meer benodigde Song wissen (blz. 100).

2. Neem de gewenste partijen op. Zie hiervoor “Opname (REC STBY)” (blz. 91).

Externe MIDI-instrumenten voor de opname gebruiken1. Zorg dat het externe instrument telkens op het

MIDI-kanaal zendt dat aan het gewenste TD-6-spoor is toegewezen.

De MIDI-kanalen van de sporen kunt u zelf instel-len (blz. 109)

2. Kies MIDI-kanaal 10 om de drums en/of de per-cussiepartij op te nemen.

Als u de percussiepartij van een extern instrument (bv. een sequencer) laat komen, moet u met “CH10Priority” (blz. 105) kiezen of de data van het Drum Kit- of percussiespoor voorrang krijgen.

3. Kies het User Song-geheugen voor de opname (blz. 93).

Om een Song-geheugen te kiezen dat nog geen data bevat moet u op de Song-pagina op [SHIFT] + [STOPª] drukken. Een nieuwe Song herkent u aan het “*” symbool.

Als er geen User Song-geheugen meer vrij is, kunt u een niet meer benodigde Song wissen (blz. 100).

4. Wijs aan het op te nemen spoor een instrument of percussieset toe:

• Zorg dat [CLICK] niet oplicht.• Druk op [SONG] + [EDIT].• Kies met [√] of [®] “PERC” of “PART1”~”PART4”.• Druk op [ENTER] .

REC STBY

Time Sig

Tempo

Quantize

Rec Mode

Hit Pad Start

Length

Spoor Oorspr. MIDI-kanaal

Drum Kit-spoor Kanaal 10Percussiespoor Kanaal 10Part 1 Kanaal 1Part 2 Kanaal 2Part 3 Kanaal 3Part 4 Kanaal 4

Page 91: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

91

Werken met de sequencer

• Kies met [√] of [®] “Set”.

• Wijs met [INC/+] of [DEC/–] de benodigde klank aan het geselecteerde spoor toe.

• Druk op [SONG] om te vervolgen.Zie ook blz. 98 voor een uitvoerigere beschrijving.

OPGELET

De sequencer van de TD-6 ontvangt geen programma- of bankkeuze-commando’s. Klanken en Drum Kits moet u op de TD-6 zelf kiezen.

5. Stel de parameters voor het op te nemen spoor naar wens in (blz. 97).

6. Zie “Opname (REC STBY)” voor het vervolg.

Opname (REC STBY)1. Tref alle voor de opname benodigde voorberei-

dingen (zie blz. 90).

2. Druk op [SONG] ➝ [REC∏].

[PLAY®] knippert, terwijl [SONG], [REC∏] en [CLICK]oplichten.

• Als u op [REC∏] drukt, terwijl er momenteel een Preset Song geselecteerd is, kiest de TD-6 automatisch de eerste vrije User Song voor de opname. Songs wier geheugen u hebt beveiligd (blz. 96) kunnen niet worden geselecteerd.

• Als er geen leeg User Song-geheugen meer over is, moet u een niet meer benodigde Song wissen (blz. 100).

• Wilt u toch niet opnemen, dan moet u nu op [STOPª] of [EXIT] drukken.

3. Kies met [√] of [®] de parameter(s) die u vóór de opname wilt instellen.

4. Stel met [INC/+] en [DEC/–] de gewenste waarde in.

Zie “Time Sig: maatsoort van de Song” en vol-gende voor de beschikbare parameters.

Stop de weergave en druk op [√] of [®] om de maat te kie-zen waar de opname moet beginnen.

5. Druk op [PLAY®] om de opname te starten.

De [PLAY®]-knop licht nu op en de opname wordt gestart. Linksboven in het display ziet u bovendien de volgende boodschap:

Als u vóór de opname een aftel wilt horen, moet u voor “RecCountIn” de instelling “1MEAS” of “2MEAS” kiezen (blz. 87).

6. Speel op de pads of op het externe MIDI-instru-ment om uw partij op te nemen.

7. Stop de opname door op [STOPª] te drukken.

[PLAY®] en [REC∏] doven nu weer.

Time Sig: maatsoort van de SongHiermee bepaalt u de maatsoort van de op te nemen Song.

Time Sig: 1~13/2, 1~13/4, 2~13/8, 4~13/16

OPGELET

De maatsoort kan enkel voor Songs worden ingesteld die nog geen data bevatten (dus voor Songs met een “*”).

Parameter

Parameter

Waarde

Page 92: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

92

Werken met de sequencer

Length: aantal maten van de SongMet deze parameter stelt u in hoe lang uw Song moet worden. Dit is enkel nodig als u voor “Rec Mode” niet de instelling (blz. 92) kiest. Doet u dat wél dan krijgt de Song automatisch de lengte van het aantal opgenomen maten.

(Length: 1~999)

Tempo: opnameMet deze parameter stelt u het tempo van de nieuwe Song in. Dit tempo wordt zowel tijdens de opname als de weergave gehanteerd, tenzij u het later weer veran-dert (zie blz. 95).

(Tempo: 20~260)

Quantize: Timing corrigeren“Quantize” is een functie die ervoor zorgt dat iets te vroeg of te laat gespeelde noten toch op de wiskundig juiste plaats terechtkomen.Niemand is perfect, wat dus betekent dat het bijna onmogelijk is om alle noten precies op de juiste plaats te spelen. Op zich is dat ook helemaal niet erg. Als u echter denkt dat u te ver vóór of achter de tijd speelt, kunt u deze automatische correctie activeren. Ziehier hoe Quantize precies werkt:

Om een voorspelbaar (en vooral bruikbaar) resultaat te bereiken moet u voor Quantize telkens de waarde van de kortste noot instellen die u gaat spelen. U kunt ech-ter ook “OFF” kiezen als u de automatische correctie niet nodig hebt.

Quantize: (achtste noot), (achtste triool), (zestiende noot), (zestiende triool), (1/32e noot), (1/32e triool), (1/64e noot), OFF

Quantize is vooral handig wanneer u achteraf de “Tap”-weer-gave (het stap voor stap doorlopen van een Song) wilt gebrui-ken. Anders levert de “Tap”-functie namelijk niet precies het gewenste resultaat op.

Rec Mode: hoe had u graag opgenomen?Met deze parameter bepaalt u wat er met de eventueel al opgenomen data gebeurt en of de opname al dan niet in een lus wordt geplaatst.

Hit Pad StartAls u deze functie activeert, hoeft u niet meer op [PLAY®] te drukken om de opname te starten. Ze begint dan namelijk zodra u op een pad slaat of een aangeslo-ten pedaal intrapt.

Als u hier “ON” kiest, houdt de TD-6 geen rekening met de “RecCountIn”-instelling (blz. 87).

Zo speelt u het…

…en zo wordt het gecorrigeerd

Eerste tel Tweede tel

REPLACE: De sequencer houdt geen rekening met de “Length”-instelling (zie blz. 92) en loopt zo lang door tot u op [STOPª] drukt. Alle eerder opgeno-men noten/data worden overschreven.

LOOP ALL: Aan het einde van de Song (zie “Length”) keert de sequencer terug naar het begin en zet hij de opname verder. In deze mode kunt u dus naar hartelust noten toevoegen.

LOOP1: Enkel de maat waar u de opname start wordt herhaald. Alles wat u speelt wordt bij elkaar ge-voegd.

LOOP2: Enkel de maat waar u de opname start en de daarop volgende maat worden continu herhaald.

Page 93: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

93

Werken met de sequencer

Song weergeven

Song selecterenTijdens het kiezen van een andere Song veranderen ook de Part-instellingen (ander klanken, andere volume-waarden enz.).

Onder “Preset Songs” (blz. 132) komt u te weten welke voor-geprogrammeerde Songs de TD-6 bevat.

Songs via een categorie kiezenOm de zoektocht naar de benodigde Song te bespoedi-gen kunt u gebruik maken van de categorieën.

1. Druk op [SONG].

Deze knop licht op en het display beeldt de vol-gende pagina af.

2. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u met [INC/+] en [DEC/–] de benodigde categorie kiest.

Song-categorieën:DRUMS, ROCK, METAL, BALLAD, R&B, BLUES, POPS, R&R, COUNTRY, JAZZ, FUSION, DANCE, REGGAE, LATIN, BRAZIL, BASICPTN, LOOP, 1SHOT, TAP, USER

Song oproepenOm daarna een Song te selecteren (of dit los van de categorieën te doen), moet u als volgt te werk gaan:

1. Druk op [SONG].

Deze knop licht op en het display beeldt de vol-gende pagina af.

2. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de benodigde Song.

SONG: 1~250

Weergave1. Kies de Song die u wilt afspelen (zie links).

2. Druk op [PLAY®].

Deze knop licht op en de weergave van die Song begint.

3. Druk op [STOPª] om de weergave weer te stop-pen.

De [PLAY®]-knop dooft weer en de sequencer keert terug naar het begin van de maat die hij heeft bereikt.

Voor-/terugspoelenZolang de weergave gestopt is, kunt u de volgende din-gen doen:

• Druk op [STOPª] om terug te keren naar het begin van de Song (maat 1).

• Met [®] kunt u “voorspoelen” (telkens de volgende maat oproepen).

• Met [√] kunt u “terugspoelen”. Als u na het voor- of terugspoelen op [PLAY®] drukt, begint de weergave vanaf die maat. Deze functie kunt u ook gebruiken om de opname in een maat naar keuzen te starten.

• Om het weergavetempo van de sequencer tijdelijk te wij-zigen, moet u op [SHIFT] + [CLICK] drukken (blz. 95).

• Om te zorgen dat de weergave met een aftel begint, moet u voor “PlyCountIn” de instelling “1MEAS” of “2MEAS”kiezen.

Handige functies voor de weergaveTijdens de weergave kan de TD-6 met behulp van de knoppen tonen welke drumklanken er op dat moment worden weergegeven. Dat is handig als u zelf mee wilt spelen, omdat de knoppen ook oplichten, wanneer u de Part Mute-functie (blz. 95) voor de Preset-Songs gebruikt.

Druminstrument Oplichtendeknop

Nootnummers

Kick [PART≈MUTE] 35, 36Snare [PLAY®] 37, 38, 39, 40Low Tom [KIT] 41, 43HiHat [REC∏] 42, 44, 46Mid Tom [SONG] 45, 47Hi Tom [CLICK] 48, 50Cimbalen [EDIT] 49, 51, 52, 53, 55, 57, 59

Page 94: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

94

Werken met de sequencer

OPGELET

• De toewijzing van de nootnummers aan de knoppen is vast ingesteld en kan niet worden gewijzigd.

• Deze functie is niet beschikbaar voor Songs waar de drumpartij zich op het Drum Kit-spoor bevindt.

1. Kies de Song die u wilt afspelen (blz. 93).

2. Druk op [SHIFT] + [PLAY®].

De Song-weergave begint en de aan de gebruikte instrumenten toegewezen knoppen lichten op.

3. Stop de weergave door op [STOPª] te drukken.

Songs wijzigen (editen)Parameters die u hier kunt instellen

Level: Song-volumeDe TD-6 laat ook toe om het volume van Part 1~4 (“Backing”) en het percussiespoor apart in te stellen en op die manier voor de gewenste balans te zorgen. Ook hier betekent de waarde “0” weer dat u de betreffende sectie (Backing of PercPrt) niet meer hoort.

OPGELET

De hier ingestelde Level-waarden worden door alle Songs gehanteerd.

1. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [SONG] drukt.

Het display beeldt nu de hierboven getoonde pagina af.

2. Stel met [INC/+] of [DEC/–] het gewenste volume in.

3. Druk op [√] om de volgende pagina op te roe-pen:

4. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

Kick CymbalenSnare

HiHatHigh Tom Low Tom

Mid Tom

SONG

COMMON (Overall Settings) (p. 86)

Tempo

Play Type

Song Lock

Song Name

Quick Play

Reset Time

Tap Exclusive Switch

Percussion Set/Inst

Pan

Ambience Send Level

Bend Range

Level

COMMON (algemene Song-parameters) (blz. 95)

PART (instellingen voor de sporen) (blz. 97)

COPY (blz. 99)

DELETE (Song wissen) (blz. 100)

ERASE (verwijderen van de noten) (blz. 100)

Page 95: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

95

Werken met de sequencer

• Bij alle Preset Songs (met uitzondering van #1) bevindt de drumpartij zich op het percussiespoor, wat dus toelaat om er het volume van in te stellen (via “PercPrtLevel”).Als u echter zelf een drumpartij opneemt, belandt die op het Drum Kit-spoor. Het volume daarvan stelt u in met “MasterVolume” (blz. 75).

• De BackingLevel-parameter slaat op alle vier de begelei-dingssporen (Part 1~4). U kunt de onderlinge mix van die sporen echter eveneens instellen. Zie daarvoor blz. 98.

Part Mute: Song-spoor uitschakelenTelkens als u op [PART≈MUTE] drukt, wordt het gekozen spoor (“Part”) afwisselend in- en uitgeschakeld. De [PART≈MUTE]-knop licht op, wanneer deze functie actief (en het spoor uit) is. Bij levering schakelt u met deze knop de percussiepartij uit.

Welke partij er precies wordt uitgeschakeld, kunt u met “Mute” bepalen (blz. 85): die pagina bereikt u door [SHIFT]ingedrukt te houden, terwijl u op [PART≈MUTE] drukt.

OPGELET

De Part Mute-instelling geldt telkens voor alle Songs.

Common: algemene Song-instellingenZiehier een aantal parameters die telkens betrekking hebben op de geselecteerde Song, maar niet voor de overige Songs gelden.

OPGELET

• Alvorens de instellingen van een Preset Song (definitief) te kunnen wijzigen, moet u hem naar een User-geheugen kopiëren (blz. 99). Anders worden de volgende wijzigin-gen namelijk maar tijdelijk gehanteerd.

• De instellingen van beveiligde Songs (“Song Lock”,blz. 96) kunt u niet veranderen.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Als dat wel het geval is, moet u op deze knop drukken.

2. Druk eerst op [SONG] en daarna op [EDIT].

Beide knoppen lichten op.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de parameter die u wilt instel-len.

5. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

6. Druk op [SONG] eens u alle parameters naar wens hebt ingesteld.

Tempo: weergaveHet weergavetempo (20~260) van elke Song kunt u ook na de opname nog programmeren. Bij het kiezen van die Song wordt die tempowaarde dan automatisch ingesteld. Het tempo van een Preset Song verandert echter maar tijdelijk.

Partij uit Partij aan

Licht op Uit

Parameter

Waarde

Tijdelijk wijzigen van het weergavetempoAls u wilt, kunt u het weergavetempo van een Song ook wijzigen zonder die waarde meteen op te slaan (met de parameter hierboven). Die tempowij-ziging geldt dan maar tot u een andere Song kiest.

1. Druk op [SHIFT] + [CLICK].

2. Stel met [INC/+] of [DEC/–] het tijdelijk beno-digde tempo in.

Page 96: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

96

Werken met de sequencer

Play Type: weergavemethodeMet deze parameter stelt u in hoe de gekozen Song uit-eindelijk weergegeven wordt. De keuze van de weerga-vemode is tevens bepalend voor de manier waarop de de Song wordt weergegeven, wanneer u op de [PLAY®]-knop drukt of de Pad Pattern-functie (blz. 72) gebruikt.

OPGELET

• Zoals eerder gezegd, neemt u Songs, die u met “Tap” wilt afspelen het best met een betrekkelijk strakke timing op. Hiervoor zou u dan ook de “Quantize”-functie moeten inschakelen (blz. 92).

• Voor een leeg Song-geheugen kunt u “Tap” nog niet kie-zen. Neem dus eerst iets op.

Quick Play: weergavestart vanaf de eerste nootAls u hierboven “LOOP” of “1SHOT” gekozen hebt, kunt u, door Quick Play op “ON” te zetten, zorgen dat de weergave vanaf de eerste noot begint. Dat is niet altijd hetzelfde als het starten vanaf het begin van de Song, omdat het begin een aantal rusten zou kunnen bevatten, zodat de Song telkens met “niets” begint. Dat kan bovendien voor een nieuwe ritmische “feel” zor-gen.

OPGELET

Als “Quick Play” ingeschakeld is, keert de Song telkens terug naar het begin, wanneer u de weergave stopt.

Als u tijdens de weergave in de Loop-mode naar het begin van de Song terugspringt, worden ook de rusten “afge-speeld”.

Reset TimeAls u de “Tap”-weergavemode kiest, kunt u met deze parameter instellen hoe lang de sequencer op de vol-gende tap mag wachten alvorens te besluiten dat er geen tap meer zal volgen. Dan spoelt hij de Song name-lijk weer terug naar het begin.Dat is dus bijzonder handig voor een creatief gebruik van een Song (“patroon”) dat u via de Pad Pattern-functie aanstuurt. Kies “OFF” als u deze automatisch detectiefunctie niet nodig hebt.

(OFF, 0.1~8.0s in stappen van 0,1 seconden)

Tap Exc SwZiehier een tweede parameter voor de “Tap”-weerga-vemode. Hiermee bepaalt u hoe de noten van de Song worden afgespeeld: als u bv. met een eerste tap een lange noot start, die tijdens de tweede tap nog klinkt, kunt u, door hier “ON” te kiezen, zorgen dat de eerste noot wordt uitgeschakeld zodra de tweede begint. Kies “OFF”, wanneer de vorige noot gewoon mag blijven doorklinken.

Song Lock: beveiligen van een SongMet deze functie kunt u belangrijke User Songs beveili-gen tegen ongeoorloofde wijzigingen of tegen onge-wenste wisoperaties. Als u een beveiligde Song pro-beert te editen, verschijnt er een foutmelding.

Tijdens de opname en na een nieuwe Song geselecteerd te hebben ([SHIFT]+[STOPª]) is deze parameter echter tij-delijk niet beschikbaar. Tussen haakjes: een Song moet niet per se noten bevatten: u kunt ook gewoon de gewenste klanken aan de verschillende sporen toewij-zen, wat handig kan zijn voor het gebruik van de TD-6

LOOP ( ) De Song (het patroon) wordt herhaaldelijk in z’n geheel afgespeeld. Om de weergave te stoppen moet u op [STOPª] drukken.

1SHOT ( ) Aan het einde van de Song stopt de weergave automatisch. Als u de Pad Pattern-functie (blz. 72) activeert, kunt u de weergave starten door op een pad te slaan.

TAP ( ) De noten van de Song worden stap voor stap weergegeven. Hiervoor moet u verschillende keren op [PLAY®] drukken of op de toegewezen pad slaan (als Pad Pattern actief is).

OFF: Eerder gestarte noten blijven bij de volgende tap ge-woon klinken. De nieuwe noot wordt dus bij de oude gevoegd.

ON: Zodra de volgende noot begint, stoppen de eerder ge-starte noten, zelfs al staat dat in de betreffende Song niet zo geprogrammeerd.

Page 97: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

97

Werken met de sequencer

als module: door gewoon de betreffende Song op te roepen kiest u meteen de geschikte instellingen. En die zou u eveneens kunnen beveiligen.Een beveiligde User Song herkent u aan het symbool:

OPGELET

Deze parameter wordt niet afgebeeld, zolang er een Preset Song geselecteerd is.

Song NameVia deze parameter kunt u een naam van maximaal acht tekens aan de geselecteerde User Song geven. Breng de cursor met [√] of [®] naar de benodigde positie en wijs er met [INC/+] en [DEC/–] een teken aan toe.

OPGELET

Deze pagina wordt niet afgebeeld, als er momenteel een Preset Song geselecteerd is.

• Zie ook blz. 76 voor een aantal handige functies i.v.m. het invoeren van namen.

Voor het benoemen van uw Songs kunt u een beroep doen op de volgende tekens:

Part-parametersDe Part-parameters omvatten een aantal handige (en broodnodige) instellingen voor de volgende Song-spo-ren: Parts 1~4 en Perc.

OPGELET

• Ook hier geldt weer dat wijzigingen van een Preset Song maar tijdelijk gelden. Om ze niet te verliezen, moet u de betreffende Preset Song eerst naar een User-geheugen kopiëren (blz. 99) en pas daarna editen.

• De Part-parameters van een beveiligde Song (blz. 96) kunt u niet editen.

De parameters van de Drum Kit vindt u op blz. 68 en vol-gende.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk eerst op [SONG] en daarna op [EDIT].

Beide knoppen lichten op.

3. Kies met [√] en [®] de Part (het spoor) dat u wilt editen.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [√] of [®] de parameter die u wilt instel-len.

6. Stel met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste waarde in.

7. Druk op [SONG] als u alles naar wens hebt inge-steld.

spatie

Part/spoor

Parameter

Waarde

Page 98: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

98

Werken met de sequencer

Percussieset of instrument kiezen (PERC Set, Inst)Hiermee kunt u aan het percussiespoor een “Set” of aan een Part (1~4) een instrument toewijzen.

Percussion PartDe TD-6 bevat 10 voorgeprogrammeerde percussiesets waarvan u er telkens één kunt kiezen.

OPGELET

De percussiesets kunnen niet worden geëdit.

Onder “Percussion Sets” (blz. 128) komt u te weten welke klanken de percussiesets bevatten.

Percussion Set: Een verzameling van verschillende percussieklanken die aan aparte nootnummers zijn toegewezen, zodat via één spoor/één MIDI-kanaal verschillende klanken tegelijk kunnen worden gespeeld (bv. bongo’s, drums, triangel enz.).

Part 1~4Aan deze sporen kunt u één van de beschikbare “Tones” toewijzen, waaronder de variaties. Met [SHIFT]+ [INC/+] of [SHIFT] + [DEC/–] kunt u telkens van de ene groep naar de andere gaan om sneller bij de benodigde klank uit te komen.

Onder “Backing-instrumenten” (blz. 130) vindt u een lijst van de beschikbare instrumenten, variaties en groepen.

De instrumentnummers komen overeen met de MIDI-pro-grammanummers 1~128.

Variation-klanken: Dit zijn klanken die op de één of andere manier verband houden met de “Capital”-klank. Deze laatste wordt als belangrijkste variant beschouwd, terwijl de Variations daar andere versies van zijn (bv. een Honky Tonk-piano, waarbij de vleugel dan als “Capital” geldt).

Level: volume van de Parts/sporenHiermee kunt u het volume van de Song-sporen (alias de “Parts”) instellen (0~127). Op die manier zorgt u voor de geschikte balans.

Pan: stereopositie van de Parts/sporenHiermee stelt u in waar de Parts zich in het stereobeeld moeten bevinden. Dat hoort u enkel als u de TD-6 in stereo op een versterker aansluit.

De Pan-parameter van het percussiespoor kunt u niet zelf instellen (omdat dat spoor al Pan-instellingen voor de gehan-teerde klanken bevat).

Amb Send LevelMet deze parameter stelt u het volume van het signaal in dat het geselecteerde Part naar het Ambience-effect stuurt. Hoe groter de waarde, hoe sterker de betref-fende Part van galm wordt voorzien.

OPGELET

Hoe het Ambience-effect klinkt bepaalt u via de instellingen van de gehanteerde Drum Kit. U moet dan ook een Drum Kit kiezen wiens “Ambience Sw”-parameter op “ON” staat (blz. 70).

Nummer van de percussieset

Naam van de set

Betekent dat u eenvariatie gekozen hebt

Instrumenten

Instrument Name

“Capital”-klanken

“Variation”-klanken

L15: Het geluid bevindt zich helemaal links.CENTER: Het geluid bevindt zich in het midden.R15: Het geluid bevindt zich helemaal rechts.

Page 99: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

99

Werken met de sequencer

Bend Range(0~24) Met deze parameter stelt u in hoe sterk de toon-hoogte stijgt/daalt wanneer het betreffende spoor/de Part Pitch Bend-commando’s via MIDI ontvangt. “0”betekent dat Pitch Bend-commando’s zonder gevolg blijven, terwijl de toonhoogte bij keuze van “24” maxi-maal twee octaven kan stijgen of dalen.

Pitch Bend (en dus Bend Range) zijn niet beschikbaar voor het percussiespoor.

Beheer van uw Songs

Copy: Songs kopiërenHiermee kunt u Preset (of User) Songs naar een User Song-geheugen kopiëren, wat o.a. betekent dat de Part-instellingen (zie blz. 97) worden overgenomen.Tijdens het kopiëren wordt de inhoud van het geheu-gen van bestemming overschreven. Controleer dus eerst of u die instellingen daadwerkelijk niet meer nodig hebt.

1. Zorgt dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk eerst op [SONG] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten op.

3. Kies met [®] “COPY”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [√] en [®] de te kopiëren Song (Src; 1~250).

6. Druk op [®].

Het display toont nu de volgende pagina:

7. Kies met [INC/+] of [DEC/–] het Song-geheugen van bestemming (Dst; 151~250).

Door op [SHIFT]+[STOPª] te drukken kunt u een User Song-geheugen kiezen dat nog geen data bevat. Vóór het num-mer van dat geheugen verschijnt dan een “*”.

8. Druk op [ENTER] .

Druk op [EXIT] als u de Src-Song toch niet wilt kopiëren.

9. Bevestig de vraag door op [ENTER] te druk-ken.

Zodra de data gekopieerd zijn, verschijnt de vol-gende boodschap in het display:

10.Als u geen andere Songs meer wilt kopiëren,drukt u op [SONG].

Deze Song wordt gekopieerd

Song-geheugen van bestemming

Page 100: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

100

Werken met de sequencer

Delete: Song wissenMet deze functie wist u het gekozen User Song-geheu-gen. Dit geheugen staat dan weer ter beschikking als “nieuw” geheugen (met een *) als u het selecteert.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk eerst op [SONG] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten op.

3. Kies met [®] “DELETE”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de te wissen Song (151~250).

6. Druk op [ENTER] .

Druk op [EXIT] als u de Song toch niet wilt wissen.

7. Druk op [ENTER] om het commando uit te voe-ren.

8. Druk op [SONG] om iets anders te kunnen doen.

Erase: muziekdata verwijderenMet dit commando wist u enkel de muziekdata (d.w.z. de noten) van de gekozen User Song. De maatsoort, lengte evenals de Part- en Song-instellingen blijven ech-ter behouden. Indien nodig, kunt u ook maar de noten van een bepaald spoor/Part wissen.

1. Zorg dat [CLICK] niet oplicht.

Druk op deze knop als dat wel het geval is.

2. Druk eerst op [SONG] en vervolgens op [EDIT].

Beide knoppen lichten op.

3. Kies met [®] “ERASE”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de Song waaruit u muziekdata wilt wissen (151~250).

6. Druk op [®].

7. Kies met [INC/+] of [DEC/–] het spoor wiens data u wilt verwijderen.

8. Druk op [ENTER] .

Druk op [EXIT] als u toch niets wilt wissen.

Deze Song wordt gewist

ALL: De data van alle sporen.KIT: De data van de drumpartij.PERC: De data van de percussiepartij.PART1: De data van spoor 1.PART2: De data van spoor 2.PART3: De data van spoor 3.PART4: De data van spoor 4.

De data van deze Song worden gewist

Part/spoor

Page 101: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

101

Werken met de sequencer

9. Bevestig het commando door nog eens op

[ENTER] te drukken.

10.Druk op [SONG] om iets anders te kunnen doen.

Page 102: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

102

6. MIDI-parameters van de TD-6

Beschikbare MIDI-parameters

Over MIDIMIDI (Musical Instrument Digital Interface) in een stan-daard voor de overdracht van muziekdata tussen elek-tronische muziekinstrumenten en computers. Via éénkabel, waarmee u twee MIDI-instrumenten met elkaar verbindt, kunt u zorgen dat een tweede instrument klinkt, wanneer u op het eerste speelt (dit kunt u ook uitbreiden door verschillende instrumenten op elkaar aan te sluiten). Bovendien laat MIDI toe om vanop afstand te zorgen dat instrument B een ander klank- of instellingsgeheugen kiest wanneer u dat op instrument A doet.Als u de TD-6 enkel via de pads bespeelt, hoeft u niet te weten hoe MIDI werkt. Maar door kennis te nemen van de MIDI-functies kunt u de mogelijkheden van de TD-6 nog uitbreiden.

MIDI-aansluitingenDe TD-6 is voorzien van de volgende MIDI-connectors:

MIDI IN: Via deze aansluiting ontvangt de TD-6 MIDI-commando’s van externe instrumenten, een sequencer of een computer.

MIDI OUT/THRU: Deze connector kan op twee manie-ren worden gebruikt. Als u voor de “OUT”-functiekiest, zendt de TD-6 MIDI-data naar externe instru-menten. Meer bepaald gaat het om de noten die u op de pads speelt en de sequencer-weergave. Bovendien kan de TD-6 echter zijn instellingen naar externe apparaten zenden en laat hij dus toe ze te archiveren (blz. 110).De functie van de MIDI OUT/THRU-connector kiest u met de “Soft Thru”-parameter (blz. 107). Zet u die para-meter op “ON”, dan doet hij dienst als “OUT” voor het verzenden van MIDI-data. Tegelijkertijd zendt deze connector dan echter de via MIDI IN ontvangen data door naar andere instrumenten.

Bij levering is de Soft Thru-functie uitgeschakeld.

MIDI-kanalen en multitimbrale modulesMIDI laten het verzenden van 16 verschillende data-stromen via eenzelfde kabel toe, omdat er met 16 MIDI-kanalen wordt gewerkt. In wezen kun je stellen dat de MIDI-kanalen hetzelfde zijn als TV-kanalen, omdat elk instrument (net zoals elke antenne/receiver) altijd alle MIDI-data ontvangt, maar enkel de data van het geko-zen MIDI-kanaal uitvoert. U moet m.a.w. “afstemmen”op een bepaald MIDI-kanaal. De data van de overige kanalen komen weliswaar ook binnen, maar daar doet de betreffende Part verder niets mee.

Voorbeeld: als de TD-6 op MIDI-kanaal 1 en 2 zendt (dit is maar een voorbeeld), terwijl een externe module A op kanaal 1 en een externe module B op kanaal 2 ont-vangt, dan speelt module A de gitaarpartij en module B de baspartij (terwijl u ook Part 1 & 2 van de TD-6 hoort).

Note Chase

Sync Mode

Channel 10 Priority

Pedal Data Thin

GM Mode

Local Control

Soft Thru

Device ID

Tx PC Switch

Rx PC Switch

Rx GM ON

SETUP

MIDI PART (MIDI Channel Settings for a Part) (p. 102)

MIDI Common (zie blz. 103)

MIDI Part (zie blz. 109)

GM Part (zie blz. 109)(bepalen of een Part MIDI-data ontvangt) Bulk Dump (zie blz. 110)(externe opslag van de instellingen)

De antenne ontvangt de signalen vanalle stations.

Op uw televisie kiest u echter éénbepaald station waar u naar kijkt.

Station A

Station B

Station C

Page 103: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

103

MIDI-parameters van de TD-6

In de GM-mode kan de TD-6 zelfs op alle 16 MIDI-kanalen ontvangen en de partijen van deze kanalen met verschillende klanken weergeven. Een instrument dat daartoe in staat is noem je “multitimbraal”.

Werkwijze van de interne sequencerEen sequencer is een elektronisch apparaat waarmee muziek kan worden opgenomen en afgespeeld. De TD-6 bevat een sequencer met 150 opgenomen stukken of fragmenten (Preset Songs), die u voor het oefenen of als bestanddeel van een drumsolo e.d. kunt gebruiken. Bovendien kunt u uw eigen Songs opnemen.

Tijdens de weergave worden de data (dus geen audio) van de sequencer naar de interne klankbron gestuurd. Deze laatste zorgt er dan voor dat u de muziek hoort. De data van de interne sequencer sturen verschillende Parts aan (d.w.z. verschillende klanken). Voor de opname van nieuwe Songs kunt u enerzijds de op de TD-6 aangesloten pads en anderzijds externe MIDI-instrumenten (bv. een synthesizer) gebruiken.Wees wel voorzichtig met het gelijktijdig opnemen op het Drum Kit- en het percussiespoor: beide hanteren aanvankelijk namelijk MIDI-kanaal 10, zodat u met “CH10Priorty” moet bepalen welk van deze twee spo-ren de data opneemt (blz. 105).

OPGELET

Wanneer u de GM-mode van de TD-6 activeert, is de sequencer niet meer beschikbaar.

MIDI-parameters (Common)Ziehier wat u moet doen om de MIDI-parameters in te stellen:

1. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [EDIT≈(SETUP)]drukt.

[EDIT] licht op.

2. Kies met [®] “MIDI COMMON”.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de te editen parameter.

5. Stel met [INC/+] en [DEC/–] de gewenste waarde in.

6. Druk op [KIT] of [SONG] om iets anders te kunnen doen.

MIDI OUT

MIDI INMIDI THRU

MIDI IN

Ontvangt op kanaal 1

Ontvangt op kanaal 2

Module A

Module B

Zendt op 2 kanalen: 1, 2

Synthe-sizer

MIDI-klavier

Interne sequencer

Drum Kit

Percussion-spoor

Part 4

Part 3

Part 2

Part 1

Interneklankbron

TD-6

Externe module

Pad

Parameter

Waarde

Page 104: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

104

MIDI-parameters van de TD-6

Note Chase)De Note Chase-functie zorgt ervoor dat het display tel-kens de instellingen van de pad e.d. afbeeldt waar u het laatste op hebt gemept c.q. wiens nootnummer de TD-6 het laatst via MIDI heeft ontvangen. Met name bij snelle solo’s of tijdens het “editen tussendoor” kan dat flink lastig zijn, omdat u vaak –zonder het te weten– de verkeerde pad kiest/laat kiezen.

Zet deze parameter dus op “OFF” om te voorkomen dat het display automatisch verspringt (in dat geval wordt het TRIGGER INPUT-nummer waar nodig tus-sen “[ ]” afgebeeld.Na “OFF” gekozen te hebben kunt u de parameters van de benodigde pad oproepen door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [√] of [®] drukt.

Local ControlDeze functie hebt u enkel nodig, wanneer u de pads e.d. van de TD-6 wilt gebruiken voor het aansturen van een extern MIDI-instrument zonder tegelijk de over-eenkomstige geluiden van de TD-6 te horen. De enige “echte” toepassing hiervoor zou zijn dat een externe sequencer van de TD-6 de interne klankbron aan-spreekt (bv. tijdens de opname met een externe sequen-cer), terwijl de pads als “Triggers” voor externe MIDI-instrumenten dienen.

“Local” mag u dus letterlijk opvatten: Kiest u “ON”,dan werken de pads “ter plaatse” (en sturen ze de interne TD-6-klankbron aan). Kiest u “OFF”, dan wer-ken de pads e.d. “op verplaatsing” (ze zenden enkel nog MIDI-commando’s).

OPGELET

• In de GM-mode is deze parameter niet beschikbaar.• Als u de TD-6 zoals hierboven getoond op de TD-6 aan-

sluit, maar Local Control niet op “OFF” zet, hoort u elke noot dubbel.

Sync Mode: MIDI-synchronisatieHet tempo van de TD-6-sequencer kan hetzij door de TD-6, hetzij door een extern MIDI-instrument (sequen-cer, computer enz.) worden bepaald. Dit laatste is noodzakelijk, wanneer de TD-6 niet het enige apparaat in uw setup is dat met tempogegevens werkt. Anders lopen de TD-6-sequencer en de externe drumcomputer, sequencer, computer enz. namelijk nooit perfect syn-chroon.

OFF: De pads en de interne sequencer zijn niet meer met de interne klankbron verbonden, maar zenden wel nog MIDI-data.

ON: De pads en de interne sequencer zijn met de TD-6-klankbron verbonden en zenden tevens MIDI-da-ta.

Pad

Interne klankbron

TD-6

OUT/THRU

Trigger Input

OUT

IN

IN

Internesequencer

Trigger MIDIConverter

Externe MIDI-sequencer

LocalControl:OFF

Page 105: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

105

MIDI-parameters van de TD-6

OPGELET

In de GM-mode is deze parameter niet beschikbaar.

CH10Priorty: wie neemt op/geeft weer?Deze parameter hebt u enkel nodig, wanneer u voor het Drum Kit- en percussiespoor hetzelfde MIDI-kanaal (waarschijnlijk “10”) gebruikt.Maar ook dan is dat enkel noodzakelijk als u aan de pads MIDI-nootnummers toewijst die eigenlijk aan de PERC-Part “toebehoren (18 (F#0)~96 (C7)). Dat is echter vrijwel altijd het geval. Beide (Drum Kit- en PERC-noten) tegelijk ontvangen of verzenden kan niet; dus moet u hier bepalen, welke van beide voorrang krijgt.

Tijdens de opname met behulp van een extern MIDI-instru-ment (blz. 90) of het zenden van externe Songs naar de TD-6-sequencer (blz. 112) bepaalt deze parameter op welk spoor (Drum Kit of PERC) de drum- en percussiedata terechtkomen.

OPGELET

Deze parameter is in de GM-mode niet beschikbaar.

INT De TD-6 hanteert zijn eigen tempo. Indien nodig, moet u de externe sequencer e.d. met de TD-6 syn-chroniseren.

EXT De sequencer van de TD-6 volgt het tempo van een op MIDI IN aangesloten apparaat.

REMOTE De sequencer van de TD-6 kan met via MIDI ont-vangen Start/Stop/Continue-commando’s gestart en gestopt worden, maar hanteert zijn eigen tempo.

KIT (Drum Kit): Nootnummers die én aan de Drum Kit énaan de PERC-Part zijn toegewezen worden enkel door de pad-instrumenten (Drum Kit) uitgevoerd.

PERC(percussie):

De instrumenten van de Percussion-Part hebben voorrang.

CH10

Drum Kit-spoor

PERC-spoor

5152

53

55

57

59

54

56

58

48

5049

6364

60

6261

C3

C4

Nootnr.

Pop RdChina18”Pop Rdb

Splsh12”

Quik16Cr

Pop Rde

Tambrn 1

Cowbell1

VibraSlp

Std 1 T2

Std 1 T1Med16 Cr

Conga SlConga Op

R8Bng Hi

Conga MtR8Bng Lo

5152

53

55

57

59

54

56

58

48

5049

6364

60

6261

C3

C4

Nootnr.

Pop RdChina18”Pop Rdb

Splsh12”

Quik16Cr

Pop Rde

Tambrn 1

Cowbell1

VibraSlp

Std 1 T2

Std 1 T1Med16 Cr

Conga SlConga Op

R8Bng Hi

Conga MtR8Bng Lo

VibraSlpPop Rde

Tambrn 1

Cowbell1

Conga SlConga Op

R8Bng H

Conga MtR8Bng Lo

CH10 Priority

PERC KIT

11/RIDE10/CRASH2 Rim11/RIDE Rim

9/CRASH1 Rim

10/CRASH2

4/TOM1

4/TOM1 Rim9/CRASH1

11/RIDE10/CRASH2 Rim11/RIDE Rim

9/CRASH1 Rim

10/CRASH2

4/TOM1

4/TOM1 Rim9/CRASH1

Page 106: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

106

MIDI-parameters van de TD-6

Pedal Data ThinMet deze functie kunt u de door het HiHat-controlepe-daal gegenereerde data uitdunnen om te voorkomen dat teveel onnodige informatie door de interne of een externe sequencer (via MIDI OUT/THRU) wordt uitge-stuurd.

Kies “1” of “OFF” als u (na keuze van “2”) duidelijke trappen in de toonhoogte- of modulatieveranderingen hoort.

OPGELET

Deze parameter is in de GM-mode niet beschikbaar.

GM Mode (General MIDI)De TD-6 kan ook als 16-Parts multitimbrale module worden gebruikt en is dan GM-compatibel, zodat GM-sequences zonder verrassingen worden afgespeeld.

Zodra u hier “ON” kiest, wordt de klankbron van de TD-6 volgens de GM-voorschriften geïnitialiseerd. Dat betekent dat alle Parts (met uitzondering van Part 10) de “Piano 1”-klank hanteren, terwijl Part 10 de Drum Set “Standard Set” aanspreekt. Uiteraard kunt u die toewijzingen via MIDI veranderen.Ook in de volgende gevallen kiest de TD-6 de GM-mode:

• Zodra hij van een extern instrument een “GMSystem On”-commando ontvangt.

• Wanneer hij (via MIDI) sequence-data ontvangt die dit commando bevatten.

U kunt eender welke GM-Part ook uitschakelen (voorkomen dat hij meespeelt). Zie hiervoor Part Rx Sw (blz. 109).

OPGELET

• Via het frontpaneel van de TD-6 kunt u de Part-instellin-gen niet veranderen. Om dus aan een Part een andere klank (of Drum Set) toe te wijzen moet u gebruik maken van bankkeuze- (CC00, CC32) en programmakeuze-com-mando’s.

• Onmiddellijk na inschakelen van de TD-6 staat de “GMMode”-parameter normaliter op “OFF”.

• De Drum Kit-Part kan niet via MIDI worden aange-stuurd. Daarvoor moet u de pads e.d. gebruiken.

• De sequencer van de TD-6 is in de GM-mode niet beschikbaar. Daarom werken de knoppen [SONG], [PLAY®],[STOPª], [REC∏], [CLICK] en [PART≈MUTE] dan niet. Bovendien is de combinatie [SHIFT] + [CLICK≈(TEMPO)] niet beschikbaar.

• Bepaalde TD-6-parameters zijn in de GM-mode niet beschikbaar. Meer details hierover vindt u onder “Para-meteroverzicht” (blz. 134).

• De toewijzingen van de MIDI-programmanummers aan de klanken en Drum Sets zijn voorgeprogrammeerd. Die kunt u dus niet veranderen. Zie blz. 128 en 130 voor een overzicht van de toewijzingen.

• De Pan-instellingen (stereopositie) van de Drum Sets berusten op de veronderstelling dat de luisteraar achter de drums zit. Voor een “juiste” GM-programmering moet u dit echter omkeren.

OFF: De data van het controlepedaal (voor modulatie, toon-hoogteveranderingen e.d.) worden niet uitgedund.

1: De data van het controlepedaal worden gedeeltelijk uit-gedund. Dit is de voorgeprogrammeerde instelling.

2: De data van het controlepedaal worden nog sterker uit-gedund (zodat er hier en daar duidelijke trappen hoor-baar zouden kunnen zijn.

Page 107: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

107

MIDI-parameters van de TD-6

De boodschap “ ” wijst u erop dat de GM-mode gekozen is.

Rx GM ONDoor deze parameter op “OFF” te zetten kunt u voor-komen dat de TD-6 via MIDI (te weten een “GMSystem ON”-commando) in de GM-mode kan worden gezet. Dat kan bv. handig zijn, wanneer u een GM-sequence met een externe sequencer afspeelt, maar niet wilt dat de TD-6 ook meteen de GM-mode selecteert.

Soft Thru: MIDI-data “mixen”Met deze parameter zorgt u dat alle via MIDI IN ont-vangen data (met uitzondering van SysEx-com-mando’s) naar de MIDI OUT/THRU-connector wor-den gestuurd, terwijl ook de door het spelen op de pads enz. gegenereerde data worden uitgestuurd. Zo verkrijgt u dus een mix.

Aangezien de MIDI-processor van de TD-6 dan meer moet rekenen, raden we aan om enkel “ON” te kiezen als u van deze “Merge”-functie (zo de officiële benaming) ook echt gebruik wilt maken.

Device ID(1~32) Deze parameter hebt u enkel nodig, wanneer u met minsten twee TD-6’en werkt en telkens maar naar één bepaalde module SysEx-data (instellingen) wilt stu-ren. In alle andere gevallen vergeet u het best dat deze parameter bestaat.

Bij levering staat deze parameter op “17” ingesteld.

OFF De TD-6 negeert via MIDI ontvangen “GM System ON”-commando’s. De GM-mode kan dus enkel met de “GMMode”-parameter worden opgeroepen.

ON De TD-6 voert “GM System ON”-commando’s uit en zou dus plots heel anders kunnen klinken dan u verwacht.

GM System OnDit is een MIDI-commando dat zorgt dat een GM-compa-tibel instrument volgens de General MIDI-bepalingen wordt geïnitialiseerd. Dat hoeft u dan niet meer handma-tig te doen.Als u “RX GM ON” op “OFF” zet, negeert de TD-6 dit commando.

OFF: De TD-6 zendt enkel de pad- en controller-data uit naar de MIDI OUT/THRU-connector.

ON: De via MIDI IN ontvangen data worden bij de “pad-da-ta” gevoegd en samen naar MIDI OUT/THRU uitge-stuurd.

Externe MIDI-sequencerTD-6

Pad

Soft Thru: ON

MIDI-compatibele Pad

OUT/THRU OUTINTriggerInput

Page 108: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

108

MIDI-parameters van de TD-6

Voorbeeld:Als u de Bulk Dump-functie (blz. 110) gebruikt, terwijl Device ID op “17” staat, deze parameter daarna op een andere waarde zet en de data weer naar de TD-6 stuurt… dan gebeurt er niets. De data bevatten name-lijk het Device ID-nummer “17”, terwijl de TD-6 nu een ander nummer heeft. Daar kunt u gebruik van maken, wanneer u met twee TD-6’en werkt.

OPGELET

Als u het “Device ID”-nummer van de TD-6 verandert, noteer dit dan op een veilige plaats. (En doe dit tevens voor de “BulkDumps”.) Anders bent u namelijk enkele uurtjes zoet met het uitproberen van alle nummers, wanneer een bepaald SysEx-datablok wordt genegeerd.

Tx PC Sw: voorkomen dat de TD-6 programmakeuze-commando’s zendtMet deze parameter (net zoals de vorige trouwens) hebben we de GM-mode dus al weer gelaten voor wat hij is. Normaliter zendt de TD-6 telkens een MIDI-pro-grammanummer, wanneer u op de module zelf een Drum Kit kiest. Dat kan het nare gevolg hebben dat een via MIDI aangesloten instrument plots een andere klank hanteert. Daarom kunt u deze parameter op “OFF” zetten.

In het geval van de TD-6 stemt het programmanummer van de Drum Kits overeen met het geheugennummer. Deze instel-lingen kunt u niet veranderen.

OPGELET

Deze parameter is in de GM-mode niet beschikbaar.

Rx PC SwZiehier de tegenhanger van de parameter hierboven. Door hier “OFF” te kiezen zorgt u dat de TD-6 geen andere Drum Kit kiest, wanneer hij op het betreffende MIDI-kanaal een programmakeuze-commando ont-vangt.

In het geval van de TD-6 stemt het programmanummer van de Drum Kits overeen met het geheugennummer. Deze instel-lingen kunt u niet veranderen.

OPGELET

Deze parameter is in de GM-mode niet beschikbaar.

TD-6Device ID: 17

Ontvangt de data niet

MIDI IN MIDI OUT

Zendt de SysEx-data (Device ID:17)

TD-6Device ID: 16

MIDI IN

Externe MIDI-sequencer

OFF: De TD-6 zendt geen programmakeuze-commando, wanneer u een andere Drum Kit kiest.

ON: De TD-6 zendt wel een programmakeuze-commando, wanneer u een andere Drum Kit kiest.

Page 109: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

109

MIDI-parameters van de TD-6

MIDI Part-parametersU kunt aan elke Part van de TD-6 een MIDI-kanaal naar keuze toewijzen, als u het met de voorgeprogram-meerde instellingen niet eens bent, of als een extern sequencerspoor op een ander MIDI-kanaal zendt dan hetgene dat u aan de gewenste Part hebt toegewezen.Naast een kanaalnummer (1~16) kunt u hier echter ook “OFF” kiezen om te voorkomen dat de betreffende Part MIDI-data zendt.

Aan de Drum Kit- en PERC-Part kunt u hetzelfde MIDI-kanaal (CH 10) toewijzen. Maar omdat er maar één van beide op binnenkomende MIDI-data kan reageren, moet u met “CH10Priorty” instellen welke Part dat moet zijn (blz. 105).

OPGELET

In de GM-mode (blz. 106) komt het Part-nummer altijd over-een met het MIDI-kanaalnummer en kan dus niet worden ver-anderd.

1. Druk op [SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)].

[EDIT] licht op.

2. Kies met [®] “MIDI PART”.

OPGELET

Als u de “GM Mode”-parameter op “ON” zet, heet deze parameter (op het eerste zicht) “GM PART”. In dat geval kunt u het MIDI-kanaal van de Parts niet veranderen.

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de Part waar u een ander MIDI-kanaal aan wilt toewijzen.

5. Kies met [INC/+] of [DEC/–] de gewenste instelling.

6. Druk op [KIT] of [SONG] om iets anders te kunnen doen.

Rx Sw in de GM-modeNa de GM-mode gekozen te hebben (“GM MODE”=“ON”) kunt u met deze parameter alle Parts uitschake-len (“OFF”) die niet op de binnenkomende MIDI-com-mando’s mogen reageren. Waarom zou u dat doen? Omdat u misschien nog een andere MIDI-module hebt en niet wilt dat de TD-6 op alle 16 MIDI-kanalen rea-geert.

1. Druk op [SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)].

[EDIT] licht op.

2. Kies met [®] “GM PART” (enkel mogelijk als u eerst “GM MODE” op “ON” zet).

3. Druk op [ENTER] .

4. Kies met [√] of [®] de Part wiens MIDI-ontvangst u wilt in-/uitschakelen.

5. Stel met [INC/+] of [DEC/–] “ON” c.q. “OFF” in.

6. Druk op [KIT] of [SONG] om iets anders te kunnen doen.

Part kiezen

Part kiezen

Page 110: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

110

MIDI-parameters van de TD-6

Bulk Dump (SysEx-data)De instellingen van de Drum Kits en de TD-6 in z’ngeheel evenals de User-Songs kunt u via MIDI naar een sequencer e.d. zenden en daar dan opslaan (“archive-ren”). Aangezien de data als blokken worden verzon-den, hebben we het in dit verband over “Bulks”.

OPGELET

Bulk-data zijn SysEx-data. Niet elke sequencer neemt die zomaar op. Zie dus de handleiding bij de externe sequencer. Bovendien verdient het aanbeveling om niet met het Device ID-nummer te rommelen (zie blz. 107) of om elke wijziging op z’n minst te noteren.

1. Verbind de MIDI OUT-connector van de TD-6 met de MIDI IN-aansluiting van de externe sequencer.

2. Druk op [SHIFT] + [EDIT≈(SETUP)].

[EDIT] licht op.

3. Kies met [®] “BULK DUMP”.

4. Druk op [ENTER] .

5. Stel met [INC/+] of [DEC/–] in welke data er moeten worden opgeslagen.

6. Start de opname van de externe sequencer.

Eventueel moet u eerst het filter deactiveren dat SysEx-data zou kunnen tegenhouden.

7. Druk op [ENTER] .

Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt verzenden.

8. Start de datatransmissie door nog eens op

[ENTER] te drukken.

Zodra alle data verzonden zijn, verschijnt de volgende boodschap in het display:

9. Stop de opname van de externe sequencer en sla de “Song” op diskette, harde schijf e.d. op.

Bulk-data weer naar de TD-6 doorseinenOm de gearchiveerde instellingen op een later tijdstip weer naar de TD-6 over te hevelen moet u als volgt te werk gaan.

OPGELET

Door dit te doen overschrijft u de instellingen in het interne geheugen. Kijk dus eerst of u die niet meer nodig hebt en sla ze eventueel met “Bulk Dump” extern op.

Eventueel moet u weer het Device ID-nummer kiezen dat u tij-dens het archiveren van deze data had gebruikt (blz. 107). Maar u hebt het waarschijnlijk –zoals aanbevolen– ergens genoteerd, nietwaar…?

1. Verbind de MIDI IN-connector van de TD-6 met de MIDI OUT-aansluiting van de externe sequencer of computer.

ALL Alle instellingen (zie de volgende opties) worden verzonden.

SETUP Alle “SETUP”-data worden verzonden.ALL SONGS De data van de User Songs (151~250).ALL KITS Alle Drum Kits (1~99) worden verzonden.KIT 01~99 Enkel de instellingen van de geselecteerde

Drum Kit worden verzonden.

TD-6

MIDI OUT MIDI IN

Externe MIDI-sequencer

Deze data worden opgeslagen

Page 111: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

111

MIDI-parameters van de TD-6

2. Laad de “Bulk Dump-Song” in uw sequencer en start de weergave.

De data worden nu naar de TD-6 verzonden.

MIDI OUT MIDI IN

TD-6Externe MIDI-sequencer

Page 112: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

112

7. Voorbeelden en tips

Programmakeuze-commando’sverzenden/ontvangen

Drum KitHet Drum Kit-nummer stemt altijd overeen met het MIDI-programmanummer (en vice versa). Er zijn ech-ter “maar” 99 Drum Kits, terwijl er wel 128 program-manummers zijn.

Percussion SetDe MIDI-programmanummers van de Percussion Sets zijn voorgeprogrammeerd. Zie daarvoor “PercussionSets” (blz. 128).

Instrumenten voor Part 1~4Instrumenten kiest u door eerst een banknummer (CC00 en CC32) en daarna een programmanummer door te seinen. Zie “Backing-instrumenten” (blz. 130) voor de adressen.

OPGELET

De klankkeuze voor de TD-6 kan ook via MIDI gebeuren. De interne sequencer neemt echter nooit bank- of programma-nummers op.

TD-6 als “MIDI Master” gebruikenZiehier wat u moet doen om te zorgen dat een externe module (mee)speelt, wanneer u op de pads slaat en de op de TD-6 aangesloten pedalen gebruikt.

1. Verbind de MIDI OUT/THRU-connector van de TD-6 met de MIDI IN-aansluiting van de module, synthesizer e.d.

2. Zorg dat de TD-6 op het MIDI-kanaal zendt waarop de externe module ontvangt (blz. 109) –of vice versa.

3. Wijs aan de pads de nootnummers toe waarmee u de externe klanken (of toonhoogtes) kunt aan-sturen (blz. 73).

4. Stel een geschikte Gate Time-waarde in (blz. 74).

De nootnummers en Gate Time-waarden van de pads kunnen voor elke pad verschillend zijn.

Werken met een externe sequencer

Externe sequence-data intern opnemenIndien nodig, kunt u ook een op een externe sequencer (of computer) aangemaakte Song met de sequencer van de TD-6 opnemen en dus intern opslaan. Dit doet u door gewoon de weergave van de externe sequencer te starten. Indien nodig, kunnen alle partijen (Parts 1~4, PERC-Part) zelfs gelijktijdig worden opgenomen, ter-wijl u meedrumt en uw partij op het Drum Kit-spoor opneemt.

OPGELET

Programma- en bankkeuze-commando’s worden niet opgeno-men. Om moet dus tijdens de opname met de hand andere klanken kiezen (als dat echt nodig is).

Als er iets niet duidelijk is i.v.m. de sequencer, zie dan diens handleiding.

1. Verbind de MIDI OUT-connector van de TD-6 met de MIDI IN-aansluiting van de sequencer.

TD-6

MIDI OUT MIDI IN

Externe MIDI-module,sampler enz.

Page 113: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

113

Voorbeelden en tips

2. Zorg dat de sporen van de TD-6 op de juiste MIDI-kanalen ontvangen (blz. 109).

3. Stel “CH10Priorty” naar wens in (blz. 105).

4. Kies als “Sync Mode” de instelling “EXT” om de TD-6 met de externe sequencer synchroon te laten lopen.

5. Kies een nog vrije User Song van de TD-6 (blz. 93).

Dit doet u door, op de Song-pagina, op [SHIFT] + [STOPª] te drukken.

Nieuwe User Songs herkent u aan het “*” symbool.

6. Stel de Parts van de TD-6 naar wens in (blz. 97).

Wijs de gewenste klanken toe, stel het volume, het panorama in enz.

7. Druk op [REC∏] en stel de opnameparameters in (blz. 91).

8. Start de weergave van het externe MIDI-appa-raat.

De opname van de TD-6 begint nu automatisch.

9. Stop de weergave aan het einde van de externe Song.

De TD-6 stopt nu automatisch.

Opname van uw spel met een externe sequencerZiehier waar u op moet letten om uw spel op de pads e.d. met een externe sequencer te kunnen opnemen.

1. Sluit de TD-6 en de sequencer als volgt op elkaar aan. Hiervoor hebt u MIDI-kabels nodig.

2. Zet “Local Control” op “OFF” (blz. 104).

3. Zorg dat de pads en controllers op de juiste MIDI-kanalen zenden (blz. 109).

4. Start de opname van de externe sequencer.

5. Speel de drumpartij die u wilt opnemen.

6. Stop de opname van de externe sequencer, zodra de Song afgelopen is.

7. Spoel de externe sequencer terug en start de weergave.

Als het goed is, bent u nu danig onder de indruk van uw drumkunsten.

Time Sig: Kies dezelfde maatsoort als die van de Song die u zo meteen gaat opnemen.

Rec Mode: Kies “REPLACE”.

MIDI OUT MIDI IN

TD-6External MIDI Sequencer

TD-6

OUT OUT ININ

Externe MIDI-sequencer

Page 114: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

114

Voorbeelden en tips

TD-6 als module gebruikenZiehier hoe u de TD-6 in een studio kunt gebruiken voor de weergave van een met een externe sequencer opgenomen drumpartij.

1. Verbind de MIDI IN-connector van de TD-6 met de MIDI OUT-aansluiting van de externe sequencer of computer.

2. Zorg dat de sequencer/het externe instrument op het aan de TD-6 toegewezen MIDI-kanaal zendt (blz. 109).

3. Stel de “CH10Priorty” zo in dat de TD-6 de juiste drum-/percussiepartijen weergeeft (blz. 105).

4. Kies een nog vrije User Song van de TD-6 (blz. 93).

Dit doet u door, op de Song-pagina, op [SHIFT] + [STOPª] te drukken.

Nieuwe User Songs herkent u aan het “*” symbool.

5. Stel de Parts van de TD-6 naar wens in (blz. 97).

Wijs de gewenste klanken toe, stel het volume, het panorama in enz.

U kunt de Song-geheugens van de TD-6 ook “misbrui-ken” voor de opslag van de Part-instellingen (zonder nootdata). Door dan een schijnbaar leeg Song-geheugen op te roepen zorgt u automatisch voor de gepaste instel-lingen. Indien nodig, kunt u dergelijke “Song-instellin-gen” zelfs beveiligen (blz. 96).

6. Start de weergave van de externe sequencer of speel op het externe instrument om te zorgen dat de TD-6 de betreffende geluiden weergeeft.

MIDI OUT MIDI IN

TD-6

MIDI-klavier, MIDI-Pads e.d.

Page 115: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

115

Appendix

Page 116: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

116

1. Verhelpen van storingen

Ziehier een aantal hints die u kunnen helpen bij het opsporen van vermeende problemen (vaak zie je een detail over het hoofd – en daar ligt dan net de fout).

U hoort nietsU hoort helemaal nietsHebt u de [VOLUME]-regelaar op de minimumwaarde gezet?➝ Draai er even aan om dit na te gaan.

Hebt u Local Control op “OFF” gezet (blz. 104)?➝ Die parameter moet in de regel op “ON” staan.

De Drum Kit klinkt nietMisschien hebt u het volume van de gehele Kit te laag ingesteld (blz. 75).➝ Stel een grotere waarde in.

Bepaalde pads “doen niets”Misschien hebt u het volume van het aangestuurde instrument te laag ingesteld (blz. 68).➝ Sla op de pad (of selecteer hem met de hand) en stel

met [INC/+] of [DEC/–] een hoger volume in.

Weet u zeker dat u de pad naar behoren aangesloten hebt (blz. 28, 42)?➝ Ga dit even na en kijk tevens of de pad wel op de

juiste ingang aangesloten is.➝ Gebruik enkel de bij de pads geleverde kabels voor

deze aansluitingen.

Misschien hebt u als instrument “#1024 (OFF)” gekozen (blz. 68).➝ In dat geval is het inderdaad normaal dat u niets

hoort. Kies een ander instrument (1~1023).

Rim Shots werken niet/Rim-klank doet het nietWeet u zeker dat u een pad gebruikt die Rim-signalen kan zenden (blz. 42) en dat u die op de juiste ingang aangesloten hebt?➝ Als u met een PD-80R of PD-120 werkt, moet u die

op Trigger Input 2 (SNARE) aansluiten.➝ Gebruikt u één van de volgende pads/cimbalen,

dan moet u die op Trigger Input 2 (SNARE), 3 (HI-HAT), 4 (TOM1), 9 (CRASH1), 10 (CRASH2) of 11 (RIDE) aansluiten: PD-7, PD-9, CY-6, CY-12H, CY-14C of CY-15R om met het slagvlak/de rand verschillende klanken aan te sturen.

➝ De PD-5, PD-6, PD-80 en PD-100 hebben geen Rim-functie.

Hebt u Rim Sens op “0” gezet (blz. 82)?➝ Stel een grotere waarde in.

Deze instelling is enkel nodig voor een PD-80R of PD-120.

Cross Sticks werken nietHebt u het juiste type pad aangesloten op een Trigger Input die dit soort signalen kan verwerken (blz. 42)?➝ Gebruik hiervoor een PD-80R of PD-120 en sluit hem

aan op Trigger Input 2 (SNARE).

Hebt u een instrument geselecteerd dat voor Cross Sticks geschikt is (blz. 68, 124)?➝ Kies een met “XS” gemarkeerde klank.

Past u de juiste techniek toe (blz. 45)?➝ De stok of uw hand mogen het slagvlak op geen

enkel moment raken.

U hoort niets wanneer u een pad zacht aanslaatMisschien hebt u de betreffende pad (of Controller/Kick Trigger) meteen na het inschakelen en vóór ver-schijnen van de Drum Kit-naam aangeraakt.➝ Schakel de TD-6 opnieuw in (blz. 32) en raak dit-

maal geen enkele pad/Controller/Kick Trigger aan zolang de Drum Kit-naam niet in het display ver-schijnt.

OPGELET

Opgelet tijdens het inschakelen:Tijdens de opstartfase controleert de TD-6 welke pads enz. er aangesloten zijn. Als u op dat moment al begint te spelen, kan die controle niet naar behoren worden uitgevoerd.

Bij het drukken op [SHIFT]+[KIT] (Preview) hoort u nietsMisschien hebt u Preview Velo op “0” gezet (blz. 85).➝ Kies een grotere waarde.

De metronoom klinkt nietLicht [CLICK] op (blz. 86)?➝ Druk op deze knop om te zorgen dat dit het geval is.

Hebt u Click Level op “0” gezet (blz. 86)?➝ Kies een grotere waarde.

Page 117: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

117

Verhelpen van storingen

De Song-weergave werkt nietHebt u de GM-mode ingeschakeld (blz. 106)?➝ Zet de GM MODE-parameter op “OFF”. In de GM-

mode is de sequencer namelijk niet beschikbaar.

Speelt u een lege User Song af?➝ Kies een Song die wel data bevat.

Lege User Songs herkent u aan het “*” symbool.

Hebt u het volume van Part 1~4 en de PERC-Part op “0” gezet (blz. 84)? ➝ Kies voor “PercPartLevel” en “Backing Level” een

grotere waarde.

Met [SHIFT] + [SONG] roept u de volumepagina van de begelei-dingspartijen op.

Een bepaalde Song-partij klinkt nietLicht [PART≈MUTE] op (blz. 95)?➝ Druk op [PART≈MUTE] om deze functie uit te schake-

len.

Misschien hebt u het volume (Level) van de Parts op de minimumwaarde gezet (blz. 98). ➝ Stel een grotere waarde in.

De TD-6 reageert niet op MIDI-data van externe instrumentenHebt u de juiste MIDI-kanalen (en vooral niet “OFF”)aan de Parts toegewezen (blz. 109)?➝ Controleer en corrigeer dat even.

Weet u zeker dat de Level-parameter van de Parts niet op “0” staat (blz. 98)? ➝ Stel een grotere waarde in.

Uw spel op de pads wordt door de externe sequencer niet opgenomenHebt u de juiste MIDI-kanalen (en vooral niet “OFF”)aan de Parts toegewezen (blz. 109)?➝ Controleer en corrigeer dat even.

Eén bepaalde partij ontbreekt in de GM-modeMisschien ontvangt de betreffende Part geen MIDI-commando’s (blz. 109).➝ Zet “Rx Sw” op “ON”.

Het volume van de op MIX IN aangesloten signaalbron is te zachtMisschien gebruikt u een kabel met een weerstand.➝ Gebruik uitsluitend signaalkabels zonder weer-

stand.

Hebt u het volume van het aangesloten apparaat op een te lage waarde gezet?➝ Stel een hoger volume in.

Problemen met de Drum KitsWanneer u op [SHIFT]+[KIT] (Preview) drukt, begint de Song-weergave.Misschien hebt u aan de op dat moment geselecteerde pad de “Pad Pattern”-functie toegewezen (blz. 72).➝ Zet die parameter op “OFF”.

Druk op [STOPª] om de weergave te stoppen.

Het Ambience-effect werkt nietHebt u het Ambience-effect op “OFF” gezet (blz. 70)?➝ Kies een andere instelling.

Hebt u “Amb Level” op “0” gezet (blz. 70)?➝ Kies een grotere waarde.

Staat het effectaandeel van de individuele instrumen-ten (AmbSendLevel, blz. 70) te laag ingesteld?➝ Sla op de pad van het instrument dat te weinig effect

heeft (of selecteer de pad manueel) en stel een gro-tere waarde in.

De Equalizer werkt nietHebt u hem misschien uitgeschakeld (Master EQ Sw, blz. 71)?➝ Schakel hem dan nu in.

Hebt u de betreffende Gain-parameter op “0” gezet (blz. 71)?➝ Kies een grotere waarde.

Page 118: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

118

Verhelpen van storingen

Een pad stuurt niet de verwachte klank aanDe respons van de pad laat te wensen overHebt u het juiste Trigger-type ingesteld (blz. 78)?➝ Ga dit even na.

Hebt u de gevoeligheid van de pad naar behoren inge-steld (blz. 79)?➝ Ga dit even na.

Voor een optimale respons en expressie raden we aan om enkel met pads van Roland te werken.

Is het vel (gaas) van de KD-80, KD-120, PD-80, PD-80R, PD-100 of PD-120 overal even strak gespannen?➝ Zie de handleiding bij de betreffende pad en corri-

geer dit indien nodig.

Een optimale respons verkrijgt u enkel door een pad met gaas goed te “stemmen”.

U hoort de verkeerde klankHebt u misschien de rand (R) i.p.v. het slagvlak (H) gekozen (blz. 65)?➝ Bepaalde parameters kunt u voor de rand en het

slagvlak apart instellen, Kijk dus eerst rechtsboven in het display welke Trigger u gekozen hebt en stel dan pas de geselecteerde parameter in.

Speelt u de Rim Shot c.q. de Cross Stick volgens het boekje (blz. 45)?➝ Een “goede” Rim Shot verkrijgt u door het slagvlak

en de rand samen te raken. Bij een Cross Stick moet u zorgen dat uw hand het slagvlak op geen enkel moment raakt.

Problemen met SongsDe gekozen Song klinkt vreemdHebt u de Part-instellingen misschien veranderd (blz. 97)?➝ Ga dit even na.

De weergave stopt meteen weerHebt u als weergavemethode “TAP” gekozen (blz. 96)?➝ Kies “LOOP” of “1SHOT”. “TAP” betekent dat u

elke “stap” van de Song zelf moet starten.

Zodra u op een pad slaat, stopt de Song-weergaveHebt u de Pad Pattern-functie ingeschakeld (blz. 72)?➝ Ga dan even de instellingen na. Als u aan twee of

meer pads een Song toewijst, die in de LOOP- of ONE SHOT-mode wordt afgespeeld, en al op de tweede pad slaat, terwijl de Song van de eerste pad nog niet afgelopen is, dan stopt de eerste Song en hoort u de nieuw gestarte Song. Bovendien moet u natuurlijk goed in de gaten houden dat bepaalde Songs betrekkelijk kort zijn (maar een paar noten of zelfs maar één akkoord). Dat kan dan onverwacht snel tot “gaten” leiden.

Het geluid vervormtHet geluid in de hoofdtelefoon vervormt.➝ Als u een hoog volume kiest, terwijl u met een

hoofdtelefoon werkt, kan er een zekere mate van vervorming optreden. Verminder dan de [VOLUME]-instelling om het probleem te verhelpen.

Het via de uitgangen weergegeven geluid vervormt. Dat kan bij bepaalde Equalizer-instellingen of instru-mentcombinaties het geval zijn.➝ Verminder de Level-instelling van de betrokken

instrumenten (blz. 68).➝ Kies een Pan-instelling die zich iets meer in het mid-

den bevindt. Dat kan de oplossing bieden (blz. 69).

Problemen met de bediening van de TD-6U slaat op een pad, maar de parameterinstelling ervan verschijnt niet in het display. ➝ U hebt de Note Chase-functie uitgeschakeld (blz. 67,

104). Schakel ze in.

U zou de parameter van de betreffende pad ook kunnen kiezen door op [SHIFT] + [√] of [®] te drukken.

De Song-pagina verschijnt nietHebt u de GM-mode geactiveerd (blz. 106)?➝ Zet de GM MOD-parameter op “OFF”. In de GM-

mode is de sequencer niet beschikbaar.

U kunt niets meer opnemen in een User Song c.q. deze Song niet meer editenHebt u de Song vergrendeld (blz. 96)?➝ Schakel de vergrendeling uit.

Page 119: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

119

Verhelpen van storingen

De Bulk Dump-functie werkt nietHebt u de juiste MIDI-connector van de TD-6 op het externe apparaat aangesloten (blz. 102)?➝ Om de interne data van de TD-6 te verzenden moet

u diens MIDI OUT/THRU-connector op de MIDI IN-aansluiting van de externe sequencer e.d. aan-sluiten.

Staat de sequencer misschien zo ingesteld dat hij bin-nenkomende SysEx-data filtert?➝ Zie de handleiding bij de sequencer en schakel het

betreffende filter uit.

Het display is te licht of te donkerRegel het contrast (blz. 84).

Page 120: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

120

2. Boodschappen & foutmeldingen

Ziehier een overzicht van de boodschappen en fout-meldingen die eventueel in het display verschijnen. In sommige gevallen moet u op [EXIT] drukken om de boodschap weer te doen verdwijnen.

Meldingen i.v.m. het systeem en de geheugenbatterij

Het besturingssysteem heeft een foute handeling uitge-voerd of is beschadigd. Neem contact op met uw Roland-dealer.

➝ De data in het interne geheugen van de TD-6 zijn misschien beschadigd.

➝ De batterij, die het geheugen na uitschakelen van de TD-6 voedt, is volledig uitgeput. Uw eigen instellin-gen zijn inmiddels gewist.Neem contact op met uw Roland-dealer om de bat-terij te laten vervangen.

Om alsnog (tijdelijk) met de TD-6 te kunnen werken, moet u als volgt te werk gaan:

1. Druk op [ENTER] .

2. Druk nog een keer op [ENTER] .

De TD-6 wordt nu geïnitialiseerd. Zodra u hem echter uitschakelt, “vergeet” hij alle gemaakte instellingen weer.

De interne batterij is bijna uitgeput. Laat ze zo snel mogelijk door uw Roland-dealer vervangen.

Boodschappen en foutmeldingen i.v.m. de interne sequencer

De Song bevat teveel data. De data konden dan ook niet volledig naar de MIDI OUT/THRU-connector worden uitgestuurd. Probeer een spoor te wissen dat bijzonder veel data bevat.

U hebt geprobeerd meer dan het maximum aantal maten per Song op te nemen. Dat lukt echter niet.

U kunt niets meer opnemen c.q. kopiëren, omdat het Song-geheugen vol is. Wis een niet meer benodigde Song (blz. 100) en probeer het daarna nog eens.

Dit is een Preset Song. Eventuele wijzigingen worden niet opgeslagen.

Deze Song is beveiligd. U kunt hem dus niet editen en evenmin nieuwe partijen opnemen. Schakel de beveili-ging desnoods uit (blz. 96).

Deze Song bevat geen data en kan bijgevolg ook niet worden geëdit.

Er zijn geen lege User Song-geheugens meer. Wis een niet meer benodigde Song (blz. 100).

Page 121: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

121

Verhelpen van storingen

De TD-6 heeft automatisch een nog vrij User Song-geheugens gekozen.

Deze boodschap verschijnt in de volgende gevallen:• Wanneer u, op de Song-pagina, op [SHIFT]+[STOPª] drukt of

wanneer u een Song wilt kopiëren.• Als u op [REC∏] drukt, terwijl momenteel een Preset Song

geselecteerd is.

Dit is een Preset Song waarvan u de instellingen niet kunt wijzigen.

Boodschappen i.v.m. MIDI

Er is iets misgegaan in de communicatie met een extern MIDI-apparaat. Controleer de verbindingen van de MIDI-kabels (en de staat ervan).

De Checksum (controlegetal) van de ontvangen SysEx-data klopt niet. Corrigeer die op het externe apparaat.

De TD-6 heeft teveel MIDI-data tegelijk ontvangen en kan die niet verwerken. Kijk eerst of het MIDI-apparaat naar behoren is aangesloten (blz. 112). Als dat geen uit-komst biedt, moet u het tempo van de externe sequen-cer verminderen.

De TD-6 zendt Bulk-data (omdat u het betreffende commando gestart hebt of omdat de TD-6 daarvoor een commando via MIDI heeft ontvangen).

De Bulk Dump-operatie werd stopgezet.

De TD-6 ontvangt net Bulk Dump-data. Schakel hem vooral niet uit.

Page 122: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

122

3. Overzicht van de Drum Kits

Nr. Drum Kit Opmerking

1 AcuStick

2 Rock It!

3 Groove

4 Jazzy * x-stick

5 Ballad X * x-stick

6 TR-808

7 Brushes

8 Tekno

9 LatnPerc * Pad Pattern(SNR_H, CR1_R)

10 Orch Set

11 HipHop

12 JazzFunk

13 Syn&Bass * Pad Pattern(KIK, CR1_H/R, CR2_H,

RD_H)

14 1ManBand * Pad Pattern(KIK, CR1_R, CR2 _R)

15 DryTight

16 Guitars * Pad Pattern(HH_H)

17 Mexi-Mix

18 DrumSolo * Pad Pattern(KIK, T1_H, T2, T3, T4)

19 Voices

20 Natural

21 Crack!

22 Fusion

23 Buzz

24 TKO

25 PowrFusn

26 Pocket

27 Studio1

28 Dry

29 Ringer

30 RockBand * Pad Pattern(T4, AUX)

Nr. Drum Kit Opmerking

31 HevyRock

32 DenkiRok

33 "A" Team

34 Rocker X * x-stick

35 HardRock

36 HevyMetl

37 RokCncrt

38 JazzOne

39 B-Bop X * x-stick

40 BIG Band * Pad Pattern(KIK, CR1_R, AUX)

41 Sizzle

42 BrushAmb

43 BrshSwel

44 Electro

45 TR-909

46 808Mix

47 909Mix

48 808...9!

49 Dance808

50 Snowki * Pad Pattern(CR1_R)

51 LazyPlat

52 Jungle

53 ElecBoom

54 ElecMix

55 Slip

56 Drum'nBs * Pad Pattern(CR2_H/R)

57 HomeBoy

58 Far Away

59 "Scat"

60 Dome

Page 123: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

123

Overzicht van de Drum Kits

Nr. Drum Kit Opmerking

61 Club

62 JzTheatr * x-stick

63 TileRoom

64 Garage

65 GigaHall

66 Cave

67 Timbongo

68 LowFi

69 Scary

70 Fibre

71 Birch

72 RoseWood

73 Oyster

74 Melody

75 Kids

76 Gospel

77 PedalEFX

78 Gate

79 Science!

80 CopprSnr

Nr. Drum Kit Opmerking

81 SteelSnr

82 BrassSnr

83 BelBrSnr

84 JunkYard

85 BrikHous

86 OpenLoFi

87 Lazy

88 Cartoon

89 Studio2

90 Studio3

91 PopKit X * x-stick

92 Standrd1

93 Standrd2

94 Room

95 Power

96 Jazz

97 Tabla * Pad Pattern(CR1_R, RD_H)

98 LatnSqnc * Pad Pattern(CR1_R, CR2_R)

99 User Kit

Nr.: Nummer van het Drum Kit-geheugen + MIDI-programmanummer

* x-stick:Een “Snare Rim”-klank met overschakeling tussen verschillende geluiden naar gelang de aanslag: Cross Stick-geluid bij zachte aanslag en Rim Shot bij hardere aanslag.Als u een PD-80R of PD-120 als Snare gebruikt (Trigger Input 2), kunt u de Cross Stick-techniek toepassen.

*Pad Pattern:Aan de Pads tussen haakjes is de Pad Pattern-functie (blz. 72) toegewezen.(KIK = basdrum, SNR = Snare, HH = HiHat, T = Tom, CR = Crash, RD = Ride, H = Head, R = Rim)

No.92 Standard~96 Jazz:Deze Kits wijzen de instrumenten van de Percussion Set aan de Pads toe.

No.99 User Kit:Goed uitgangspunt voor uw eigen Kits: volume, panorame enz. staan op “logische” waarden ingesteld.

Indien nodig, kunt u uw eigen Drum Kits weer door een voorgeprogrammeerde Kit overschrijven. Zie “Fabrieksinstellingen voor de geselecteerde Drum Kit laden” (blz. 77).

Page 124: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

124

4. Drum-instrumenten

Nr. Naam Opm.

KICK1 DblHeadK2 Sharp K3 Acous K4 Meat K5 R8 Low K6 R8 Dry K7 WdBeatrK8 Open K9 VintageK10 26"DeepK11 ThickHdK12 Round K13 Medium K14 BigRoomK15 Big K16 BigLow K17 Studio1K18 Studio2K19 Studio3K20 Studio4K21 Studio5K22 Studio6K23 Studio7K24 Studio8K25 Buzz 1 K26 Buzz 2 K27 Buzz 3 K28 Buzz 4 K29 Buzz 5 K30 Room 1 K31 Room 2 K32 Room 3 K33 Room 4 K34 Room 5 K35 Room 6 K36 Room 7 K37 Amb 1 K38 Amb 2 K39 Amb 3 K40 Amb 4 K41 Solid1 K42 Solid2 K43 Solid3 K44 Jazz 1 K45 Jazz 2 K46 18"JazzK47 BrshHitK48 Wood 1 K49 Wood 2 K50 Wood 3 K51 Wood 4 K52 Maple1 K53 Maple2 K54 Oak K55 Birch K56 RoseWodK57 OnePly K58 Oyster K59 Dry K60 DryMed K61 DryHardK62 DeepDryK63 Fusion K

64 SandBagK65 BsktBalK66 Mondo K67 MdVrb1 K68 MdVrb2 K69 Sizzle K70 Box K71 Ninja K72 Dance K73 House K74 Pillow K75 Rap K76 TR808 K77 808HardK78 808BoomK79 808NoizK80 TR909 K81 909WoodK82 909HdAtK83 ElephntK84 Cattle K85 Door K86 Punch K87 MachineK88 Broken K89 BendUp K90 HrdNoizK91 R8SolidK92 ThinHedK93 Tight K94 Chunk K95 Gate K96 Giant K97 Inside K98 Std1 1 K99 Std1 2 K100 Std2 1 K101 Std2 2 K102 Room 8 K103 Room 9 K104 Power K1105 Power K2106 Jazz 3 K107 Jazz 4 K108 Brush K109 Elec 1 K110 Elec 2 K111 ElBend K112 Plastk1K113 Plastk2K114 Gabba K115 Gabba2 K116 Tail K117 Jungle K118 HipHop K119 LoFi 1 K120 LoFi 2 K121 LoFi 3 K122 LoFi 4 K123 Noisy K124 Splat K125 Scrach1K126 Scrach2K127 Hi-Q K128 Space K129 SynBassK

SNARE130 Custom S131 Cstm RS132 CstmBr S133 CstmBrRS134 CstmSt S135 CstmStRS136 Picolo1S137 Pco1 RS138 Pco1Br S139 Pco1BrRS140 Pco1St S141 Pco1StRS142 Picolo2S143 Pco2 RS144 Pco2Br S145 Pco2BrRS146 Pco2St S147 Pco2StRS148 Picolo3S149 Pco3 RS150 Pco3Br S151 Pco3BrRS152 Pco3St S153 Pco3StRS154 Medium1S155 Med1 RS156 Med1 XS *x-stick157 Med1Br S158 Med1BrRS159 Med1BrXS *x-stick160 Med1St S161 Med1StRS162 Med1StXS *x-stick163 Medium2S164 Med2 RS165 Med2Br S166 Med2BrRS167 Med2St S168 Med2StRS169 Medium3S170 Med3 RS171 Med3Br S172 Med3BrRS173 Med3St S174 Med3StRS175 Medium4S176 Med4 RS177 Med4Br S178 Med4BrRS179 Med4St S180 Med4StRS181 Fat1 S182 Fat1 RS183 Fat1Br S184 Fat1BrRS185 Fat1St S186 Fat1StRS187 Fat2 S188 Fat2 RS189 Fat2Br S190 Fat2BrRS191 Fat2St S192 Fat2StRS193 AcusticS194 Acus RS195 AcusBr S

196 AcusBrRS197 AcusSt S198 AcusStRS199 VintageS200 Vntg RS201 VntgBr S202 VntgBrRS203 VntgSt S204 VntgStRS205 Comp S206 Comp RS207 CompBr S208 CompBrRS209 CompSt S210 CompStRS211 Jazz S212 Jazz RS213 Jazz XS *x-stick214 JazzBr S215 JazzBrRS216 JazzBrXS *x-stick217 JazzSt S218 JazzStRS219 JazzStXS *x-stick220 Dirty S221 Drty RS222 DrtyBr S223 DrtyBrRS224 DrtySt S225 DrtyStRS226 13" S227 13" RS228 Birch S229 Birch RS230 TD7Mpl S231 TD7MplRS232 Ballad S233 Brush1 S234 Brush2 S235 Brush3 S236 Brsh Tap237 Brsh Slp238 Brsh Swl239 BrshTmbS240 MIDIBr1S241 MIDIBr2S242 MIDIBr3S243 Boston S244 BostonRS245 Bronze S246 Brnz RS247 Bronze2S248 Brnz2 RS249 Birch2 S250 Copper S251 Copper2S252 10" S253 L.A. S254 London S255 Ring S256 Ring RS257 Rock S258 Rock RS259 R8MapleS260 R8Mpl RS261 BigShotS262 Std1 1 S263 Std1 2 S

Page 125: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

Drum-instrumenten

125

264 Std2 1 S265 Std2 2 S266 Room 1 S267 Room 2 S268 Power1 S269 Power2 S270 Gate S271 Jazz 2 S272 Jazz 3 S273 Funk S274 Funk RS275 Bop S276 Bop RS277 Picolo5S278 Pco5 RS279 Picolo6S280 Pco6 RS281 Medium5S282 Med5 RS283 Medium6S284 Med6 RS285 Medium7S286 Med7 RS287 Medium8S288 Med8 RS289 Fat3 S290 Fat3 RS291 Fat4 S292 Fat4 RS293 DynamicS294 Dynmc RS295 Roll S296 Buzz S297 Dopin1 S298 Dopin2 S299 Reggae S300 Cruddy S301 Dance1 S302 Dance2 S303 House S304 HousDpnS305 Clap! S306 Whack S307 TR808 S308 TR909 S309 Elec 1 S310 Elec 2 S311 Elec 3 S312 ElNoiz S313 HipHop1S314 HipHop2S315 LoFi S316 LoFi RS317 Radio S318 CrsStk 1319 CrsStk 2320 CrsStk 3321 CrsStk 4322 CrsStk 5323 CrsStk 6324 808Crstk

TOM325 OysterT1326 OysterT2327 OysterT3328 OysterT4329 Comp T1330 Comp T2331 Comp T3332 Comp T4

333 Fibre T1334 Fibre T2335 Fibre T3336 Fibre T4337 Dry1 T1338 Dry1 T2339 Dry1 T3340 Dry1 T4341 Dry2 T1342 Dry2 T2343 Dry2 T3344 Dry2 T4345 Maple T1346 Maple T2347 Maple T3348 Maple T4349 Rose T1350 Rose T2351 Rose T3352 Rose T4353 SakuraT1354 SakuraT2355 SakuraT3356 SakuraT4357 Jazz1 T1358 Jazz1 T2359 Jazz1 T3360 Jazz1 T4361 Jazz2 T1362 Jazz2 T2363 Jazz2 T3364 Jazz2 T4365 Buzz1 T1366 Buzz1 T2367 Buzz1 T3368 Buzz1 T4369 Buzz2 T1370 Buzz2 T2371 Buzz2 T3372 Buzz2 T4373 Buzz3 T1374 Buzz3 T2375 Buzz3 T3376 Buzz3 T4377 Buzz4 T1378 Buzz4 T2379 Buzz4 T3380 Buzz4 T4381 NatralT1382 NatralT2383 NatralT3384 NatralT4385 Natrl2T1386 Natrl2T2387 Natrl2T3388 Natrl2T4389 StudioT1390 StudioT2391 StudioT3392 StudioT4393 Slap T1394 Slap T2395 Slap T3396 Slap T4397 Room1 T1398 Room1 T2399 Room1 T3400 Room1 T4401 Room2 T1402 Room2 T2403 Room2 T3404 Room2 T4

405 Room3 T1406 Room3 T2407 Room3 T3408 Room3 T4409 Room4 T1410 Room4 T2411 Room4 T3412 Room4 T4413 Room5 T1414 Room5 T2415 Room5 T3416 Room5 T4417 Big T1418 Big T2419 Big T3420 Big T4421 Rock T1422 Rock T2423 Rock T3424 Rock T4425 Punch T1426 Punch T2427 Punch T3428 Punch T4429 Oak T1430 Oak T2431 Oak T3432 Oak T4433 Balsa T1434 Balsa T2435 Balsa T3436 Balsa T4437 VintgeT1438 VintgeT2439 VintgeT3440 VintgeT4441 Brsh1 T1442 Brsh1 T2443 Brsh1 T3444 Brsh1 T4445 Brsh2 T1446 Brsh2 T2447 Brsh2 T3448 Brsh2 T4449 Dark T1450 Dark T2451 Dark T3452 Dark T4453 AttackT1454 AttackT2455 AttackT3456 AttackT4457 Hall T1458 Hall T2459 Hall T3460 Hall T4461 Birch T1462 Birch T2463 Birch T3464 Birch T4465 Beech T1466 Beech T2467 Beech T3468 Beech T4469 Micro T1470 Micro T2471 Micro T3472 Micro T4473 Bend T1474 Bend T2475 Bend T3476 Bend T4

477 Bowl T1478 Bowl T2479 Bowl T3480 Bowl T4481 Dirty T1482 Dirty T2483 Dirty T3484 Dirty T4485 Std 1 T1486 Std 1 T2487 Std 1 T3488 Std 1 T4489 Std 1 T5490 Std 1 T6491 Std 2 T1492 Std 2 T2493 Std 2 T3494 Std 2 T4495 Std 2 T5496 Std 2 T6497 Room6 T1498 Room6 T2499 Room6 T3500 Room6 T4501 Room6 T5502 Room6 T6503 Power T1504 Power T2505 Power T3506 Power T4507 Power T5508 Power T6509 Jazz3 T1510 Jazz3 T2511 Jazz3 T3512 Jazz3 T4513 Jazz3 T5514 Jazz3 T6515 Brsh3 T1516 Brsh3 T2517 Brsh3 T3518 Brsh3 T4519 Brsh3 T5520 Brsh3 T6521 Gate T1522 Gate T2523 Gate T3524 Gate T4525 LoFi T1526 LoFi T2527 LoFi T3528 LoFi T4529 ElBendT1530 ElBendT2531 ElBendT3532 ElBendT4533 ElBnd2T1534 ElBnd2T2535 ElBnd2T3536 ElBnd2T4537 ElBnd3T1538 ElBnd3T2539 ElBnd3T3540 ElBnd3T4541 ElNoisT1542 ElNoisT2543 ElNoisT3544 ElNoisT4545 ElDualT1546 ElDualT2547 ElDualT3548 ElDualT4

Page 126: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

126

Drum-instrumenten

Nr. Naam Opm.

549 Elec T1550 Elec T2551 Elec T3552 Elec T4553 Elec T5554 Elec T6555 TR808 T1556 TR808 T2557 TR808 T3558 TR808 T4559 TR808 T5560 TR808 T6

HI-HAT561 Pure HH562 PureEgHH563 BrightHH564 BritEgHH565 Jazz HH566 JazzEgHH567 Thin HH568 ThinEgHH569 Heavy HH570 HevyEgHH571 Light HH572 LigtEgHH573 Dark HH574 DarkEgHH575 12" HH576 12"Eg HH577 13" HH578 13"Eg HH579 14" HH580 14"Eg HH581 15" HH582 15"Eg HH583 Brush1HH584 Brush2HH585 SizzleHH586 Sizle2HH587 Voice HH588 HandC HH589 TambrnHH590 MaracsHH591 TR808 HH592 TR909 HH593 CR78 HH594 Mtl808HH595 Mtl909HH596 Mtl78 HH597 LoFi1 HH598 LoFi2 HH

CRASH599 Med14 Cr600 Med16 Cr601 Med18 Cr602 Quik16Cr603 Quik18Cr604 Thin16Cr605 Thin18Cr606 Brsh1 Cr607 Brsh2 Cr608 SzlBr Cr609 Swell Cr610 Splsh 6"611 Splsh 8"612 Splsh10"

613 Splsh12"614 Cup 4"615 Cup 6"616 HdSpl 8"617 HdSpl10"618 China10"619 China12"620 China18"621 China20"622 SzlChina623 SwlChina624 PgyzBack625 PgyCrsh1626 PgyCrsh2627 PgyCrsh3628 PgSplsh1629 PgSplsh2630 PhaseCym631 Elec Cr632 TR808 Cr633 LoFi1 Cr634 LoFi2 Cr

RIDE635 Jazz Rd636 Jazz RdE637 Jazz RdB638 Jazz RdX *Bow/Bell639 Pop Rd640 Pop RdE641 Pop RdB642 Pop RdX *Bow/Bell643 Rock Rd644 Rock RdE645 Rock RdB646 Rock RdX *Bow/Bell647 Lite Rd648 Lite RdE649 Lite RdB650 Lite RdX *Bow/Bell651 CrashRd652 CrashRdE653 DkCrsRd654 DkCrsRdE655 Brsh1 Rd656 Brsh2 Rd657 SzlBr Rd658 Szl1 Rd659 Szl1 RdE660 Szl1 RdB661 Szl1 RdX *Bow/Bell662 Szl2 Rd663 Szl2 RdE664 Szl2 RdB665 Szl2 RdX *Bow/Bell666 Szl3 Rd667 Szl3 RdE668 Szl3 RdB669 Szl3 RdX *Bow/Bell670 Szl4 Rd671 Pgy Rd1672 Pgy Rd1B673 Pgy Rd1X *Bow/Bell674 Pgy Rd2675 Pgy Rd2B676 Pgy Rd2X *Bow/Bell677 LoFi Rd678 LoFi RdE679 LoFi RdB

PERCUSSION680 R8Bng Hi681 R8Bng Lo682 R8Bng2Hi683 R8Bng2Lo684 Bongo Hi685 Bongo Lo686 Bongo2Hi687 Bongo2Lo688 R8Cng Mt689 R8Cng Hi690 R8Cng Lo691 Conga Mt692 Conga Sl693 Conga Op694 Conga Lo695 CngMt VS696 CngSl VS697 Cowbell1698 Cowbell2699 CowblDuo700 Claves701 GiroLng1702 GuiroSht703 GiroLng2704 Guiro VS705 Maracas706 Shaker707 SmlShakr708 Tambrn 1709 Tambrn 2710 Tambrn 3711 Tambrn 4712 Tmbl1 Hi713 Tmbl1 Rm714 Tmbl1 Lo715 Paila716 Tmbl2 Hi717 Tmbl2 Lo718 VibraSlp719 Agogo Hi720 Agogo Lo721 Agogo2Hi722 Agogo2Lo723 CabasaUp724 CabasaDw725 CabasaVS726 CuicaMt1727 Cuica Op728 Cuica Lo729 CuicaMt2730 PandroMt731 PandroOp732 PandroSl733 PandroVS734 SurdoHMt735 SurdoHOp736 SurdoHVS737 SurdoLMt738 SurdoLOp739 SurdoLVS740 Whistle741 Whisl Sh742 Caxixi743 Tabla Na744 TablaTin745 TablaTun746 Tabla Te747 Tabla Ti748 Baya Ge749 Baya Ka

750 Baya Gin751 Baya Sld752 Pot Drum753 PotDr Mt754 PotDr VS755 TalkinDr756 ThaiGong757 ThaiGng2758 BellTree759 TinyGong760 Gong761 TemplBel762 Wa-Daiko763 Taiko764 Sleibell765 TreeChim766 TringlOp767 TringlMt768 TringlVS769 R70TriOp770 R70TriMt771 R70TriVS772 Castanet773 WdBlk Hi774 WdBlk Lo775 ConcrtBD776 ConBD Mt777 Hand Cym778 HndCymMt779 TimpaniG780 TimpaniC781 TimpaniE782 PercHit1783 PercHit2784 Orch Maj785 Orch Min786 Orch Dim787 Kick/Rol788 Kick/Cym789 OrchRoll790 OrchChok791 Hit Roll792 Finale793 808Clap794 808Cwbl1795 808Cwbl2796 808Marcs797 808Clavs798 808Conga799 909RIM800 909CLAP801 78Cowbel802 78Guiro803 78GiroSt804 78Maracs805 78MBeat806 78Tambrn807 78Bongo808 78Claves809 78Rim810 55Claves

SPECIAL811 Applause812 Encore813 Bird814 Dog815 Bubbles816 Heart Bt817 Telephon818 Punch

Page 127: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

Drum-instrumenten

127

819 KungFoo820 Pistol821 Gun Shot822 Glass823 Hammer824 Bucket825 Barrel826 TrashCan827 Af Stomp828 Bounce829 CuicaHit830 Monster831 AirDrive832 Car Door833 Car Cell834 CarEngin835 Car Horn836 Helicptr837 Thunder838 Bomb839 Sticks840 Click841 Tamb FX842 Tek Clik843 Beep Hi844 Beep Low845 MetroBel846 MetroClk847 Snaps848 Clap849 NoizClap850 Tek Noiz851 Mtl Slap852 R8 Slap853 Vocoder1854 Vocoder2855 Vocoder3856 DynScrch857 Scrach 1858 Scrach 2859 Scrach 3860 Scrach 4861 Scrach 5862 Scrach 6863 ScrchLP864 Phil Hit865 LoFi Hit866 Hi-Q867 Hoo...868 DaoDrill869 Scrape870 Martian871 CoroCoro872 CoroBend873 Burt

874 Boing 1875 Boing 2876 TeknoBrd877 Nantoka!878 ElecBird879 MtlBend1880 MtlBend2881 MtlNoise882 MtlPhase883 Laser884 Mystery885 TimeTrip886 Kick Amb887 SnareAmb888 Tom Amb

MELODIC889 Kalimba890 Steel Dr891 Glcknspl892 Vibraphn893 Marimba894 Xylophon895 Tublrbel896 Celesta897 Saw Wave898 TB Bass899 SlapBass900 Gt Slide901 GtScrach902 GuitDist903 GuitBs 1904 GuitBs 2905 CutGtDwn906 CutGtUp907 FletNoiz908 Bs Slide909 WahGtDw1910 WahGtUp1911 WahGtDw2912 WahGtUp2913 Shami VS914 Brass VS915 StrngsVS916 Pizicato917 TeknoHit918 FunkHit1919 FunkHit2920 FunkHit3

VOICE921 Lady Ahh922 Aoouu!923 Hooh!

924 Haa!925 SayYeah!926 Yeah927 Ahhh928 Haaa929 Achaa!930 Nope!931 Bap932 Dat933 BapDatVS934 Doot935 DaoFall1936 DaoFall2937 DaoFall3938 DaoFall4939 DoDat VS940 DoDao VS941 Scat1 VS942 Scat2 VS943 Scat3 VS944 Scat4 VS945 Scat5 VS946 Voice K947 VoiceLoK948 Voice S949 Voice T1950 Voice T2951 Voice T3952 Voice T4953 Voice Cr954 Count 1955 Count 2956 Count 3957 Count 4958 Count 5959 Count 6960 Count 7961 Count 8962 Count 9963 Count 10964 Count 11965 Count 12966 Count 13967 CountAnd968 Count E969 Count A970 Count Ti971 Count Ta

REVERSE972 RvsKick1973 RvsKick2974 RvsSnr 1975 RvsSnr 2976 RvsTom

977 RvsCrsh1978 RvsCrsh2979 RvsChina980 RvsBelTr981 Rvs Hi-Q982 RvsMFaze983 RvsAirDr984 RvsBoin1985 RvsBoin2986 Rvs Bend987 RvsVocod988 RvsCarcl989 RvsEngin

FIXED HI-HAT990 Std1 CH991 Std1 ECH992 Std1 OH993 Std1 EOH994 Std1 PdH995 Std2 CH996 Std2 ECH997 Std2 OH998 Std2 PdH999 Room CH1000 Room ECH1001 Room OH1002 Room EOH1003 Room PdH1004 Powr CH1005 Powr ECH1006 Powr OH1007 Powr PdH1008 Brsh CH1009 Brsh ECH1010 Brsh OH1011 Brsh PdH1012 Elec CH1013 Elec OH1014 Elec PdH1015 808 CH1016 808 ECH1017 808 OH1018 808 EOH1019 808 PdH1020 LoFi CH1021 LoFi OH1022 LoFi EOH1023 LoFi PdH

OFF1024 OFF

*x-stick (XS):Een “Snare Rim”-geluid dat bij een zachte aanslag een Cross Stick-klank en bij een hardere aanslag een Rim Shot-klank aanstuurt.

*Bow/Bell (RdX):Een “Crossfade”-geluid (d.w.z mengeling tussen twee klanken). Naar gelang de aansslag hoort u meer “bel” of “cimbaal”.

RS: Rim Shot-geluid.

VS: Velocity Switch-geluid (overschakeling via de aanslag).

Inst Group “FIXED HI-HAT”:Dit zijn HiHat-geluiden die niet via een FD-7 (of FD-6) kunnen worden beïnvloed.

Page 128: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

2728

29

31

33

35

30

32

34

3940

41

43

45

47

42

44

46

36

3837

8788

84

8685

5152

53

55

57

59

54

56

58

48

5049

6364

65

67

69

71

66

68

70

60

6261

7576

77

79

81

83

78

80

82

72

7473

C2

C3

C4

C5

C6

2625

96

89

91

93

95

90

92

94

C7

24C1

23

19

21

18

20

22

Note No.

128

5. Percussion Sets1. Stndard 1 PC100 Polyf.Bs Slide 2GtScrach 1Gt Slide 1CutGtDwn 1CutGtUp 1WahGtDw1 1WahGtUp1 1WahGtDw2 1WahGtUp2 1Hi-Q 1Mtl Slap 2Scrach 3 1Scrach 2 1Sticks 1Click 1MetroClk 1MetroBel 1Std1 2 K 2Std1 1 K 2CrsStk 3 1Std1 1 S 3Clap 1Std1 2 S 4Std 1 T6 2Std1 CH 2Std 1 T5 2Std1 PdH 1Std 1 T4 2Std1 EOH 1Std 1 T3 2Std 1 T2 2Med16 Cr 2Std 1 T1 2Pop Rd 2China18" 1Pop RdB 1Tambrn 1 1Splsh12" 1Cowbell1 1Quik16Cr 2VibraSlp 1Pop RdE 1R8Bng Hi 2R8Bng Lo 2Conga Mt 2Conga Sl 2Conga Op 2Tmbl1 Rm 2Tmbl1 Lo 2Agogo Hi 1Agogo Lo 1CabasaUp 1Maracas 1Whisl Sh 1Whistle 1GuiroSht 1GiroLng1 1Claves 1WdBlk Hi 1WdBlk Lo 1CuicaMt1 1Cuica Op 1TringlMt 1TringlOp 1Shaker 1Sleibell 1BellTree 1Castanet 1SurdoLMt 3SurdoLOp 2OFF 0R8Cng Hi 2TinyGong 1Gong 1PandroMt 1PandroOp 2PandroSl 1TreeChim 1Caxixi 1

2. Stndard 2PC101

Std2 2 KStd2 1 K

Std2 1 S

Std2 2 SStd 2 T6Std2 CHStd 2 T5Std2 PdHStd 2 T47Std2 OHStd 2 T3Std 2 T2

Std 2 T1Jazz Rd

Jazz RdB

Cowbell2

Jazz RdE

3. RoomPC102

Room 9 KRoom 8 KCrsStk 1Room 1 S

Room 2 SRoom6 T6Room CHRoom6 T5Room PdHRoom6 T4Room EOHRoom6 T3Room6 T2

Room6 T1Pop Rd

Pop RdB

Pop RdE

4. PowerPC103

Power K2Power K1

Power1 S

Power2 SPower T6Powr CHPower T5Powr PdHPower T4Powr OHPower T3Power T2

Power T1Jazz Rd

Jazz RdB

Jazz RdE

5. ElectronicPC104

Elec 2 KElec 1 KCrsStk 3Elec 1 S

Gate SElec T6Elec CHElec T5Elec PdHElec T4Elec OHElec T3Elec T2

Elec T1Pop RdRvsCrsh2Pop RdB

Cowbell1

Pop RdE

6. 808/909PC105

TR909 KTR808 K808CrstkTR808 S808ClapTR909 STR808 T6808 ECHTR808 T5808 PdHTR808 T4808 EOHTR808 T3TR808 T2TR808 CRTR808 T1

China18”

78Tambrn

808Cwbl1

78Bongo78Bongo808Conga808Conga808Conga

808Marcs

78GiroSt78Guiro808Clavs

Page 129: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

2728

29

31

33

35

30

32

34

3940

41

43

45

47

42

44

46

36

3837

8788

84

8685

5152

53

55

57

59

54

56

58

48

5049

6364

65

67

69

71

66

68

70

60

6261

7576

77

79

81

83

78

80

82

72

7473

C2

C3

C4

C5

C6

2625

96

89

91

93

95

90

92

94

C7

24C1

23

19

21

18

20

22

Note No.

129

Percussion Sets

7. JazzPC106Bs SlideGtScrachGt SlideCutGtDwnCutGtUpWahGtDw1WahGtUp1WahGtDw2WahGtUp2Hi-QMtl SlapScrach 3Scrach 2SticksClickMetroClkMetroBelJazz 4 KJazz 3 KCrsStk 3Jazz 2 SClapJazz 3 SJazz3 T6Std1 CHJazz3 T5Std1 PdHJazz3 T4Std1 EOHJazz3 T3Jazz3 T2Med16 CrJazz3 T1Jazz RdChina18"Jazz RdBTambrn 1Splsh12"Cowbell2Quik16CrVibraSlpJazz RdER8Bng HiR8Bng LoConga MtConga SlConga OpTmbl1 RmTmbl1 LoAgogo HiAgogo LoCabasaUpMaracasWhisl ShWhistleGuiroShtGiroLng1ClavesWdBlk HiWdBlk LoCuicaMt1Cuica OpTringlMtTringlOpShakerSleibellBellTreeCastanetSurdoLMtSurdoLOpOFFR8Cng HiTinyGongGongPandroMtPandroOpPandroSlTreeChimCaxixi

8. BrushPC107

Std2 2 KBrush K

Brsh TapBrsh SlpBrsh SwlBrsh3 T6Brsh CHBrsh3 T5Brsh PdHBrsh3 T4Brsh OHBrsh3 T3Brsh3 T2Brsh1 CrBrsh3 T1Brsh1 Rd

Brsh1 Cr

Jazz Rd

9. Perc OnlyPC108R8Bng2HiR8Bng2LoBongo HiBongo LoBongo2HiBongo2LoR8Cng MtR8Cng HiR8Cng LoCowblDuoTambrn 2Tambrn 3Tmbl2 HiTmbl2 LoPailaTabla NaTablaTinTablaTunTabla TeTabla TiBaya GeBaya KaBaya GinBaya SldPot DrumPotDr MtTalkinDrThaiGng2TinyGongGongTemplBelWa-DaikoTaikoR70TriOpR70TriMtTimpaniGTimpaniGTimpaniGTimpaniGTimpaniGTimpaniCTimpaniCTimpaniCThaiGongThaiGongThaiGongThaiGongPercHit1PercHit2Orch MajOrch MinOrch DimKick/RolKick/CymOrchRollOrchChokHit RollFinaleApplauseEncoreTreeChim808Clap808Cwbl1808Cwbl2808Marcs808Clavs808Conga909RIM909CLAP78Cowbel78Guiro78GiroSt78Maracs78MBeat78Tambrn78Bongo78Claves78Rim55Claves

10. SpecialPC109FunkHit2FunkHit2FunkHit2FunkHit2FunkHit3FunkHit3FunkHit3FunkHit3FunkHit1FunkHit1FunkHit1FunkHit1TeknoHitTeknoHitTeknoHitTeknoHitHeart BtGlassPistolScrchLPPhil HitLoFi HitBoing 1MonsterCountCountCountCountCountBombThunderCar DoorCar CellCarEnginCar HornHelicptrGt SlideGtScrachGuitDistGuitBs 1GuitBs 2FletNoizShami VSBrass VSStrngsVSStrngsVSStrngsVSPizicatoRvsKick1RvsSnr 2RvsCrsh2RvsChinaLady AhhAoouu!Hooh!Haa!SayYeah!YeahAhhhHaaaAchaa!Nope!BapDatScat3 VSDootDaoFall1DaoFall2DaoFall3DaoFall4DoDat VSDoDat VSDoDat VSDoDao VSScat1 VSScat2 VSScat2 VSScat2 VSScat4 VS

Mute

*******************

*

*

*

Drum Kit-nootnummersZiehier de voorgepr. nootnummers van de Trigger Inputs.

TRIG 3 (HI-HAT)CLOSE RIM

TRIG 3 (HI-HAT)OPEN RIM

TRIG 8 (TOM4)TRIG 6 (AUX)

TRIG 1 (KICK1)

TRIG 2 (SNARE)

TRIG 2 (SNARE) RIMTRIG 7 (TOM3)TRIG 3 (HI-HAT) CLOSED

TRIG 3 (HI-HAT) PEDAL TRIG 5 (TOM2)TRIG 3 (HI-HAT) OPEN

TRIG 4 (TOM1)TRIG 9 (CRASH1)TRIG 4 (TOM1) RIMTRIG 11 (RIDE)TRIG 10 (CRASH2) RIMTRIG 11 (RIDE) RIM

TRIG 9 (CRASH1) RIM

TRIG 10 (CRASH2)

PC: Programmanummer

: Zelfde klank als links

Polyf:Aantal stemmen die voor deze klank nodig zijn.

*: Nootnummers die met Mute kunnen worden uitgeschakeld (om bv. de drumpartij, maar niet de percussie, van de PERC-Part uit te schakelen).

In de GM-mode wordt “Standard 1” gehan-teerd.

Page 130: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

130

6. Backing-instrumenten

PC CC0 Naam Polyf.

PIANO

1 0 Piano 1 1 8 Piano 1w 216 Piano 1d 1

2 0 Piano 2 1 8 Piano 2w 2

3 0 Piano 3 1 8 Piano 3w 2

4 0 Honky-tonk 2 8 Honky-tonk w 2

E. PIANO

5 0 E.Piano 1 1 8 Detuned EP 1 224 60’s E.Piano 164 FM+SA EP 265 Hard Rhodes 2

6 0 E.Piano 2 264 Bright FM EP 2

CLAVI

7 0 Harpsichord 1 8 Coupled Hps. 216 Harpsi.w 224 Harpsi.o 2

8 0 Clav. 164 Funk Clav. 2

CHROMATIC PERCUSSION

9 0 Celesta 1

10 0 Glockenspiel 1

11 0 Music Box 1

12 0 Vibraphone 1 8 Vib.w 2

13 0 Marimba 1

14 0 Xylophone 1

15 0 Tubular-bell 1 8 Church Bell 1 9 Carillon 1

16 0 Santur 1

ORGAN

17 0 Organ 1 1 8 Detuned Or.1 216 60's Organ 1 132 Organ 4 264 SC88 Organ 4 165 Even Bar 2

18 0 Organ 2 1 8 Detuned Or.2 232 Organ 5 2

19 0 Organ 3 2

20 0 Church Org.1 1 8 Church Org.2 216 Church Org.3 2

21 0 Reed Organ 1

22 0 Accordion Fr 2 8 Accordion It 2

23 0 Harmonica 1

24 0 Bandoneon 2

GUITAR

25 0 Nylon-str.Gt 1

26 0 Steel-str.Gt 1 8 12-str.Gt 264 Nylon+Steel 2

27 0 Jazz Gt. 1 8 Hawaiian Gt. 1

28 0 Clean Gt. 1 8 Chorus Gt. 2

29 0 Muted Gt. 164 Muted Gt.2 265 Pop Gt. 166 Funk Gt. 1*67 Funk Gt.2 1*

30 0 Overdrive Gt 164 Fdbk.Odrv.Gt 2

31 0 DistortionGt 1 8 Feedback Gt. 264 Heavy Gt. 165 Fdbk. Hvy.Gt 266 Muted Dis.Gt 167 Rock Rhythm 2

32 0 Gt.Harmonics 1 8 Gt. Feedback 1

*: VELOCITY SWITCHOverschakeling bij aanslagwaarde “116”.

BASS

33 0 Acoustic Bs. 264 Elctrc.Ac.Bs 2

34 0 Fingered Bs. 164 Funk Bass 265 Reggae Bass 2

35 0 Picked Bs. 164 Mute PickBs1 165 Mute PickBs2 1

36 0 Fretless Bs. 1

37 0 Slap Bass 1 164 Slap Bass 3 165 Reso Slap 166 Slap Bass 4 1

38 0 Slap Bass 2 1

SYN. BASS

39 0 Synth Bass 1 1 1 SynthBass101 1 8 Synth Bass 3 164 TB303 Bs 1 165 TB303 Bs 2 166 TB303 Bs 3 1

40 0 Synth Bass 2 216 Rubber Bass 264 SH101 Bs 1 165 SH101 Bs 2 166 SH101 Bs 3 167 Modular Bass 2

ORCHESTRA

41 0 Violin 1 8 Slow Violin 1

42 0 Viola 1

43 0 Cello 1

44 0 Contrabass 1

45 0 Tremolo Str 1

46 0 PizzicatoStr 1

47 0 Harp 1

48 0 Timpani 1

STRINGS

49 0 Strings 1 8 Orchestra 2

50 0 Slow Strings 1

51 0 Syn.Strings1 1 8 Syn.Strings3 264 Syn.Strings4 265 OB Strings 2

52 0 Syn.Strings2 2

53 0 Choir Aahs 132 Choir Aahs 2 1

54 0 Voice Oohs 1

55 0 SynVox 1

56 0 OrchestraHit 2

BRASS

57 0 Trumpet 1

58 0 Trombone 1 1 Trombone 2 2

59 0 Tuba 1

60 0 MutedTrumpet 1

61 0 French Horn 2 1 Fr.Horn 2 2

62 0 Brass 1 1 8 Brass 2 2

Page 131: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

Backing-instrumenten

131

SYN. BRASS

63 0 Synth Brass1 2 8 Synth Brass3 216 AnalogBrass1 264 Synth Brass5 265 Poly Brass 266 Quack Brass 267 Octave Brass 2

64 0 Synth Brass2 2 8 Synth Brass4 116 AnalogBrass2 264 Soft Brass 265 Velo Brass 1 266 Velo Brass 2 2

REED

65 0 Soprano Sax 1

66 0 Alto Sax 1

67 0 Tenor Sax 1

68 0 Baritone Sax 1

69 0 Oboe 1

70 0 English Horn 1

71 0 Bassoon 1

72 0 Clarinet 1

PIPE

73 0 Piccolo 1

74 0 Flute 1

75 0 Recorder 1

76 0 Pan Flute 1

77 0 Bottle Blow 2

78 0 Shakuhachi 2

79 0 Whistle 1

80 0 Ocarina 1

SYN. LEAD

81 0 Square Wave 2 1 Square 1 8 Sine Wave 1

82 0 Saw Wave 2 1 Saw 1 8 Doctor Solo 264 Big Lead 265 Waspy Synth 2

83 0 Syn.Calliope 2

84 0 Chiffer Lead 2

85 0 Charang 264 Dist. Lead 1 265 Dist. Lead 2 266 Funk Lead 2

86 0 Solo Vox 2

87 0 5th Saw Wave 264 Big Fives 2

88 0 Bass & Lead 264 Big & Raw 265 Fat & Perky 2

SYN. PAD

89 0 Fantasia 2

90 0 Warm Pad 164 Thick Pad 265 Horn Pad 2

91 0 Polysynth 264 80's PolySyn 2

92 0 Space Voice 1

93 0 Bowed Glass 2

94 0 Metal Pad 264 Panner Pad 2

95 0 Halo Pad 2

96 0 Sweep Pad 164 Polar Pad 165 Converge 1

SYN. SFX

97 0 Ice Rain 2

98 0 Soundtrack 264 Ancestral 265 Prologue 2

99 0 Crystal 2 1 Syn Mallet 1

100 0 Atmosphere 2

101 0 Brightness 2

102 0 Goblin 2

103 0 Echo Drops 1 1 Echo Bell 2 2 Echo Pan 264 Echo Pan 2 265 Big Panner 266 Reso Panner 2

104 0 Star Theme 2

ETHNIC MISC

105 0 Sitar 1 1 Sitar 2 2

106 0 Banjo 1

107 0 Shamisen 1

108 0 Koto 1 8 Taisho Koto 2

109 0 Kalimba 1

110 0 Bagpipe 1

111 0 Fiddle 1

112 0 Shanai 1

PERCUSSIVE

113 0 Tinkle Bell 1

114 0 Agogo 1

115 0 Steel Drums 1

116 0 Woodblock 1 8 Castanets 1

117 0 Taiko 1 8 Concert BD 1

118 0 Melo. Tom 1 1 8 Melo. Tom 2 1

119 0 Synth Drum 1 8 808 Tom 1 9 Elec Perc. 1

120 0 Reverse Cym. 1

GUITAR BASS FX

121 0 Gt.FretNoise 1 1 Gt.Cut Noise 164 Wah Brush Gt 165 Gt. Slide 166 Gt. Scratch 167 Bass Slide 1

SFX

122 0 Breath Noise 1 1 Fl.Key Click 1

123 0 Seashore 1 1 Rain 1 2 Thunder 1 3 Wind 1 5 Bubble 2

124 0 Bird 2 1 Dog 1 3 Bird 2 1

125 0 Telephone 1 1 1 Telephone 2 1 3 Door 1 5 Wind Chimes 2

126 0 Helicopter 1 2 Car-Stop 1 9 Burst Noise 264 Space Tri. 1

127 0 Applause 2 3 Punch 1

128 0 Gun Shot 1 2 Lasergun 1 3 Explosion 2

PC: Programmanummer (en instrumentnummer)

CC: Voor CC00 in te vullen waarde

Polyf.: Aantal stemmen per noot

• Om vanop een ander instru-ment klanken te kiezen moet u ook de waarde “0” voor CC32

(bankkeuze LSB) naar de TD-6 zenden.

• De TD-6 zendt zelf altijd de waarde “0” voor CC32.

Page 132: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

132

7. Preset Songs

Nr. Naam Maatsoort Lengte Tempo Type

DRUMS1 DRUMS 4/4 8 124 LOOP

ROCK2 8BT’ROK1 4/4 36 114 1SHOT3 8BT’ROK2 4/4 30 140 1SHOT4 MED ROK 4/4 24 109 1SHOT5 SHFL ROK 4/4 26 126 1SHOT6 FUNK ROK 4/4 32 100 1SHOT7 SLOW ROK 4/4 20 72 1SHOT8 URBAN 4/4 29 113 1SHOT9 UPBEAT 4/4 33 100 1SHOT10 TRIPLETS 4/4 35 105 1SHOT11 16BT’ROK 4/4 31 86 1SHOT12 CYBER 4/4 30 129 1SHOT13 HARDROCK 4/4 22 195 1SHOT14 FNKYHR 4/4 20 100 1SHOT15 BOOGIE 4/4 48 216 1SHOT16 HARD POP 4/4 38 175 1SHOT

METAL17 EARLYMTL 4/4 24 120 1SHOT18 SPEED1 4/4 27 182 1SHOT19 SPEED2 4/4 41 236 1SHOT20 THRASH 4/4 32 195 1SHOT

BALLAD21 6/8BLD 6/8 28 50 1SHOT22 POPBLD 4/4 24 65 1SHOT23 ROCK BLD 4/4 24 64 1SHOT24 PIANOBLD 4/4 15 65 1SHOT25 16BT’BLD 4/4 29 75 1SHOT

R&B26 OLD R&B1 4/4 27 154 1SHOT27 OLD R&B2 4/4 28 148 1SHOT28 OLD R&B3 4/4 25 150 1SHOT29 OLD R&B4 4/4 22 82 1SHOT30 R&B SHFL 4/4 23 112 1SHOT31 R&B HOP1 4/4 35 96 1SHOT32 R&B HOP2 4/4 42 93 1SHOT33 SMTH GRV 4/4 24 73 1SHOT34 SHFL GRV 4/4 26 96 1SHOT

Nr. Naam Maatsoort Lengte Tempo Type

BLUES35 BLUES1 4/4 30 67 1SHOT36 BLUES2 4/4 36 113 1SHOT37 BLUES3 4/4 21 55 1SHOT

POPS38 BGM POP 4/4 27 88 1SHOT39 REFRESH 4/4 25 89 1SHOT40 DANCEPOP 4/4 25 120 1SHOT41 POP ROCK 4/4 38 123 1SHOT42 ACOUSPOP 4/4 20 89 1SHOT43 70’S POP 4/4 32 215 1SHOT44 ELEC POP 4/4 21 100 1SHOT45 POP WLTZ 3/4 26 120 1SHOT

R&R46 ROCKABLY 4/4 21 96 1SHOT47 ROCKIN’ 4/4 32 170 1SHOT48 SURF ROK 4/4 24 150 1SHOT

COUNTRY49 BLUEGRSS 4/4 22 142 1SHOT50 CNTRYBLD 4/4 36 105 1SHOT51 CNTRYROK 4/4 37 125 1SHOT

JAZZ52 SWING1 4/4 39 200 1SHOT53 SWING2 4/4 37 192 1SHOT54 JAZZ WLZ 3/4 51 110 1SHOT55 JAZZ BLD 4/4 42 110 1SHOT56 LATINJAZ 4/4 37 167 1SHOT57 6/8 JAZZ 6/8 35 93 1SHOT58 SMTHJAZZ 4/4 39 183 1SHOT59 BIGBAND 4/4 32 130 1SHOT

FUSION60 ACID FS 4/4 29 96 1SHOT61 SLOW FS 4/4 22 85 1SHOT62 MED SHFL 4/4 27 86 1SHOT63 UP SHFL 4/4 37 130 1SHOT64 FUNK FS1 4/4 41 120 1SHOT65 FUNK FS2 4/4 24 112 1SHOT66 3/4 FS 3/4 46 123 1SHOT67 BGM FS 4/4 25 82 1SHOT68 CTMP’FS 4/4 25 100 1SHOT

Page 133: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

133

Preset Songs

Nr. Naam Maatsoort Lengte Tempo Type

DANCE69 HIPHOP 4/4 37 90 1SHOT70 EUROBEAT 4/4 35 132 1SHOT71 HOUSE 4/4 34 122 1SHOT72 FUNK1 4/4 24 105 1SHOT73 FUNK2 4/4 23 113 1SHOT74 FUNK3 4/4 25 102 1SHOT75 808HPHOP 4/4 20 102 1SHOT76 JAZZFUNK 4/4 24 125 1SHOT77 ACIDFUNK 4/4 24 86 1SHOT78 HPHPJAZZ 4/4 24 96 1SHOT79 TEKPOP 4/4 23 118 1SHOT80 DRUM’NBS 4/4 24 82 1SHOT

REGGAE81 REGGAE1 4/4 22 96 1SHOT82 REGGAE2 4/4 29 142 1SHOT83 REGGAE3 4/4 20 132 1SHOT84 REGGAE4 4/4 24 125 1SHOT85 SKA 4/4 27 192 1SHOT

LATIN86 LATIN1 4/4 41 120 1SHOT87 LATIN2 4/4 41 108 1SHOT88 LATIN3 4/4 33 130 1SHOT89 MAMBO 4/4 36 182 1SHOT90 MERENGUE 4/4 36 207 1SHOT91 SALSA1 4/4 30 115 1SHOT92 SALSA2 4/4 25 102 1SHOT93 SALSA3 4/4 47 165 1SHOT94 SONGO 4/4 24 109 1SHOT95 TJANO 4/4 24 89 1SHOT

BRAZIL96 BOSSA 4/4 27 85 1SHOT97 SAMBA1 4/4 20 152 1SHOT98 SAMBA2 4/4 28 136 1SHOT

BASICPTN99 8BEAT1 4/4 8 118 LOOP100 8BEAT2 4/4 16 140 LOOP101 8BEAT3 4/4 8 113 LOOP102 SHUFFL1 4/4 8 120 LOOP103 SHUFFL2 4/4 8 108 LOOP104 16BEAT1 4/4 4 120 LOOP105 16BEAT2 4/4 4 112 LOOP106 SLOW 4/4 8 64 LOOP107 FUNK 4/4 8 106 LOOP108 BLUES 4/4 12 120 LOOP109 DIXIE 4/4 8 162 LOOP110 BOSSA BT 4/4 4 120 LOOP

Nr. Naam Maatsoort Lengte Tempo Type

LOOP111 LATN PTN 4/4 2 120 LOOP112 CLAVES 4/4 1 120 LOOP113 TABLA 4/4 2 128 LOOP

1SHOT114 DRUMFILL 4/4 1 120 1SHOT115 DBL BASS 4/4 1 130 1SHOT116 ROLL T1 4/4 1 130 1SHOT117 ROLL T2 4/4 1 130 1SHOT118 ROLL T3 4/4 1 130 1SHOT119 LATNFILL 4/4 2 120 1SHOT120 ROLLBNGO 4/4 1 117 1SHOT121 SPANISH 4/4 2 123 1SHOT122 BRS FALL 4/4 1 120 1SHOT123 ENCORE 4/4 7 120 1SHOT

TAP124 SAMBA 4/4 1 120 TAP125 ACO BASS 4/4 4 160 TAP126 BRS SECT 4/4 5 160 TAP127 GRV BASS 4/4 2 120 TAP128 GRV PAD 4/4 2 120 TAP129 GRV CHRD 4/4 1 120 TAP130 ADLBSOLO 4/4 16 120 TAP131 JAZZEND1 4/4 6 60 TAP132 JAZZEND2 4/4 4 100 TAP133 FUNK BRK 4/4 1 130 TAP134 FUNKEND1 4/4 2 130 TAP135 FUNKEND2 4/4 3 130 TAP136 SANTUR 4/4 3 128 TAP137 STRINGS 4/4 8 128 TAP138 RESOBASS 4/4 2 120 TAP139 SYNCHRD1 4/4 3 120 TAP140 SYNCHRD2 4/4 3 120 TAP141 GTRCHRD1 4/4 1 120 TAP142 GTRCHRD2 4/4 1 120 TAP143 PAD&BASS 4/4 8 80 TAP144 ACO GTR 4/4 6 86 TAP145 WAH GTR 4/4 1 120 TAP146 CUT GTR 4/4 1 120 TAP147 VOICES 4/4 2 120 TAP148 ANLGPERC 4/4 1 120 TAP149 SFX TAP 4/4 5 120 TAP150 CAR CELL 4/4 3 120 TAP

Page 134: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

134

8. Parameteroverzicht

Drum Kit-parameters

KIT

KIT/INST

KIT/AMBIENCE

KIT/EQUALIZER

KIT/CONTROL

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

KIT/COMMON

*1:

Parameter WaardeDrum Kit (blz. 65) Drum Kit 1–99

Parameter WaardeInst (blz. 68) Instrument 1–1024Inst Group (blz. 67) Instrument Group KICK, SNARE, TOM, HI-HAT, CRASH, RIDE, PERC,

SPECIAL, MELODIC, VOICES, REVERSE, FIXED HI-HAT, OFF

Level (blz. 68) Level 0–127Pan (blz. 69) Pan L15–CENTER–R15, RANDOM, ALTERNATEPitch (blz. 69) Pitch -480–+480Decay (blz. 69) Decay -31–+31

Parameter WaardeAmbience Sw (blz. 70) Ambience Switch OFF, ONAmbSendLevel (blz. 70) Ambience Send Level 0–127Studio (blz. 70) Studio Type LIVING, BATHROOM, STUDIO, GARAGE, LOCKER,

THEATER, CAVE, GYM, STADIUMWallType (blz. 70) Wall Type WOOD, PLASTER, GLASSRoom Size (blz. 70) Room Size SMALL, MEDIUM, LARGEAmb Level (blz. 70) Ambience Level 0–127

Parameter WaardeMaster EQ Sw (blz. 71) Master Equalizer Switch OFF, ONHigh Gain (blz. 71) High Gain -12dB–+12dBLow Gain (blz. 71) Low Gain -12dB–+12dB

Parameter WaardePad Ptn (blz. 72) Pad Pattern OFF, 1–250 +Pad Ptn Velo (blz. 73) Pad Pattern Velocity OFF, ON +Pitch Ctrl (blz. 73) Pitch Control Assign OFF, ONNote No. (blz. 73) Note Number 0 (C -)–127 (G 9) +Gate Time (blz. 74) Gate Time 0.1sec–8.0sec (0.1s-stappen) +

Parameter WaardeMasterVolume (blz. 75) Master Volume 0–127Pedal HH Vol (blz. 75) Pedal Hi-Hat Volume 0–15PchCtrlRange (blz. 75) Pitch Control Range -24–+24KitName (blz. 76) Drum Kit Name 8 tekens (*1)

spatie

Page 135: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

135

Parameteroverzicht

KIT/COPY

KIT/EXCHANGE

Song Parameters

SONG

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SONG/COMMON

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.#: Niet veranderbaar, zolang u een Preset Song gekozen hebt.*1:

SONG/PART:Perc

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SONG/PART:Part1–Part4

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

Parameter WaardeSrc (blz. 76) Copy Source P01–P99, U01–U99Dst (blz. 76) Copy Destination U01–U99

Parameter WaardeSrc (blz. 77) Exchange Source P01–P99, U01–U99Dst (blz. 77) Exchange Destination U01–U99

Parameter WaardeSong (blz. 93) Song 1–250 +Song Category (blz. 93) Song Category DRUMS, ROCK, METAL, BALLAD, R&B, BLUES, POPS,

R&R, COUNTRY, JAZZ, FUSION, DANCE, REGGAE, LATIN, BRAZIL, BASICPTN, LOOP, 1SHOT, TAP, USER

+

Parameter WaardeTempo (blz. 95) Tempo 20–260 +Play Type (blz. 96) Play Type LOOP, 1SHOT, TAP +Quick Play (blz. 96) Quick Play OFF, ON +Reset Time (blz. 96) Reset Time OFF, 0.1s–8.0s (0.1s-stappen) +Tap Exc Sw (blz. 96) Tap Exclusive Switch OFF, ON +Song Lock (blz. 96) Song Lock OFF, ON #SngName (blz. 97) Song Name 8 tekens (*1) #

Parameter WaardeSet (blz. 98) Percussion Set 1–10 +Level (blz. 98) Level 0–127 +AmbSendLevel (blz. 98) Ambience Send Level 0–127 +

Parameter WaardeInst (blz. 98) Instrument 1–128 +Level (blz. 98) Level 0–127 +Pan (blz. 98) Pan L15–CENTER–R15 +AmbSendLevel (blz. 98) Ambience Send Level 0–127 +Bend Range (blz. 99) Bend Range 0–24 +

spatie

Page 136: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

136

Parameteroverzicht

SONG/COPY

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SONG/DELETE

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SONG/ERASE

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

Setup Parameters

SETUP/UTILITY

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SETUP/TRIG BASIC

SETUP/TRIG ADVNCD

Parameter WaardeSrc (blz. 99) Copy Source 1–250 +Dst (blz. 99) Copy Destination 151–250 +

Parameter WaardeSong (blz. 100) Delete Song 151–250 +

Parameter WaardeSong (blz. 100) Erase Song 151–250 +Part (blz. 100) Erase Part ALL, KIT, PERC, PART1, PART2, PART3, PART4 +

Parameter WaardeLCD Contrast (blz. 84) LCD Contrast 1–16PercPrtLevel (blz. 84) Percussion Part Level 0–127 +Backing Level (blz. 84) Backing Level 0–127 +Mute (blz. 85) Mute SongDrum, SongDrm/Prc, UserDrmPart, Part1, Part2,

Part3, Part4, Part1-4+

Master Tune (blz. 85) Master Tune 415.3–466.2 (0.1 Hz steps)Preview Velo (blz. 85) Preview Velocity 0–127AvailMemory (blz. 85) Available Memory 0–100% (check only)

Parameter WaardeTrigTyp (blz. 78) Trigger Type PD6, PD7/9, PD80/100, PD100, PD120, KD7, KD Type,

CY6, CY Type, Other 1, Other 2, AcDrTrigSecsitivity (blz. 79) Sensitivity 1–16Threshold (blz. 79) Threshold 0–15TrigCurve (blz. 79) Trigger Curve LINEAR, EXP1, EXP2, LOG1, LOG2, SPLINE, LOUD1,

LOUD2Xtalk Cancel (blz. 80) Crosstalk Cancel OFF, 20–80 (5 steps)

Parameter WaardeScan Time (blz. 81) Scan Time 0–4.0ms (0.1 ms steps)Retrig Cancel (blz. 81) Retrigger Cancel 1–16Mask Time (blz. 82) Mask Time 0–64ms (4ms steps)Rim Sens (blz. 82) Rim Sensitivity OFF, 1–15

Page 137: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

137

Parameteroverzicht

SETUP/MIDI COMMON

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SETUP/MIDI PART

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

SETUP/GM PART

-: This setting can be made in GM mode only.

SETUP/BULK DUMP

SETUP/FactoryReset

Parameter WaardeNote Chase (blz. 104) Note Chase OFF, ONLocal Control (blz. 104) Local Control OFF, ON +Sync Mode (blz. 104) Sync Mode INT, EXT, REMOTE +CH10Priorty (blz. 105) Channel 10 Priority KIT, PERC +PdlDataThin (blz. 106) Pedal Data Thin OFF, 1, 2 +GM Mode (blz. 106) GM Mode OFF, ONRx GM ON (blz. 107) Rx GM On OFF, ONSoft Thru (blz. 107) Soft Thru OFF, ONDevice ID (blz. 107) Device ID 1–32Tx PC Sw (blz. 108) Tx PC Switch OFF, ON +Rx PC Sw (blz. 108) Rx PC Switch OFF, ON +

Parameter WaardeKitPart CH (blz. 109) Drum Kit Part MIDI Channel 1–16, OFF +PercPart CH (blz. 109) Percussion Part MIDI Channel 1–16, OFF +Part1 CH (blz. 109) Part 1 MIDI Channel 1–16, OFF +Part2 CH (blz. 109) Part 2 MIDI Channel 1–16, OFF +Part3 CH (blz. 109) Part 3 MIDI Channel 1–16, OFF +Part4 CH (blz. 109) Part 4 MIDI Channel 1–16, OFF +

Parameter WaardePart1 Rx Sw (blz. 109) Part 1 Rx Switch OFF, ON -Part2 Rx Sw (blz. 109) Part 2 Rx Switch OFF, ON -Part3 Rx Sw (blz. 109) Part 3 Rx Switch OFF, ON -Part4 Rx Sw (blz. 109) Part 4 Rx Switch OFF, ON -Part5 Rx Sw (blz. 109) Part 5 Rx Switch OFF, ON -Part6 Rx Sw (blz. 109) Part 6 Rx Switch OFF, ON -Part7 Rx Sw (blz. 109) Part 7 Rx Switch OFF, ON -Part8 Rx Sw (blz. 109) Part 8 Rx Switch OFF, ON -Part9 Rx Sw (blz. 109) Part 9 Rx Switch OFF, ON -Part10 Rx Sw (blz. 109) Part 10 Rx Switch OFF, ON -Part11 Rx Sw (blz. 109) Part 11 Rx Switch OFF, ON -Part12 Rx Sw (blz. 109) Part 12 Rx Switch OFF, ON -Part13 Rx Sw (blz. 109) Part 13 Rx Switch OFF, ON -Part14 Rx Sw (blz. 109) Part 14 Rx Switch OFF, ON -Part15 Rx Sw (blz. 109) Part 15 Rx Switch OFF, ON -Part16 Rx Sw (blz. 109) Part 16 Rx Switch OFF, ON -

Parameter WaardeBulk Dump (blz. 110) Bulk Dump ALL, SETUP, ALL SONGS, ALL KITS, KIT 01–KIT 99

Parameter WaardeReset (blz. 34) Factory Reset ALL, THIS DRUM KIT, ALL DRUM KITS, ALL SONGS

Page 138: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

138

Parameteroverzicht

Click Parameters

CLICK

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

Song Recording

Recording Standby

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

Tempo

Tempo

+: Niet beschikbaar in de GM-mode.

Parameter WaardeClick Level (blz. 86) Click Level 0–127 +Time Sig (blz. 87) Time Signature 0–13/2, 0–13/4, 0–13/8, 0–13/16 +Interval (blz. 87) Interval 1/2, 3/8, 1/4, 4/8, 1/12, 1/16 +Inst (blz. 87) Inst VOICE, CLICK, BEEP, METRONOME, CLAVES,

WOOD BLOCK, STICKS, CROSS STICK, TRIANGLE, COWBELL, CONGA, TALKING DRM, MARACAS, CABASA, CUICA, AGOGO, TAMBOURINE, SNAPS, 909 SNARE, 808 COWBELL

+

Pan (blz. 87) Pan L15–CENTER–R15 +PlyCountIn (blz. 87) Play Count In OFF, 1MEAS, 2MEAS +RecCountIn (blz. 87) Recording Count In OFF, 1MEAS, 2MEAS +

Parameter WaardeTime Sig (blz. 91) Time Signature 1–13/2, 1–13/4, 1–13/8, 1–13/16 +Length (blz. 92) Length 1–999 +Tempo (blz. 92) Tempo 20–260 +Quantize (blz. 92) Quantize (achtste noot), (achtste noot triool),

(zestiende), (1/16 triool), (1/32e), (1/32 triool), (1/64e), OFF

+

Rec Mode (blz. 92) Recording Mode REPLACE, LOOP ALL, LOOP 1, LOOP 2 +HitPadStart (blz. 92) Hit Pad Start OFF, ON +

Parameter WaardeTempo (p. 86, p. 95) Tempo 20–260 +

Page 139: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

139

9. MIDI Implementation

Function...

BasicChannel

Mode

NoteNumber :

Velocity

AfterTouch

Pitch Bend

ControlChange

ProgramChange

System Exclusive

SystemCommon

SystemReal Time

AuxMessages

Notes

Transmitted Recognized Remarks

DefaultChanged

DefaultMessagesAltered

True Voice

Note OnNote Off

Key'sChannel's

0, 321467

10116491

100, 101

: True Number

: Song Position: Song Select: Tune Request

: Clock: Commands

: All Sound Off: Reset All Controllers: Local On/Off: All Notes Off: Active Sensing: System Reset

1–16, OFF1–16, OFF

Mode 3X

OX

0–1270–127

O *1X

X

XXO *1XXXXXXX

O *3XO *1O *3O *2O *3XO *3O *2O *3

O0–127

O

XXX

XX

XXXXOX

1–16, OFF1–16, OFF

Mode 3X

OX

0–1270–127

O *1X

O *3

O0–127

O

XXX

XX

O (120, 126, 127)OXO (123–127)OX

Bank selectModulationFoot controlData entryVolumePanpotExpressionHold 1Effect 1 (Reverb Send Level)

RPN LSB, MSB

* 1 Drum kit part only.* 2 Percussion part and backing part only.* 3 Backing part only.

PERCUSSION SOUND MODULE (NORMAL MODE (Expect SEQUENCER SECTION))

Model TD-6

Date : Feb. 13, 2001

Version : 1.00MIDI Implementation Chart

************** **************

Mode 1 : OMNI ON, POLYMode 3 : OMNI OFF, POLY

Mode 2 : OMNI ON, MONOMode 4 : OMNI OFF, MONO

O : YesX : No

Memorized (Non-Volatile)

Program No. 1–128

Page 140: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

140

Function...

BasicChannel

Mode

NoteNumber :

Velocity

AfterTouch

Pitch Bend

ControlChange

ProgramChange

System Exclusive

SystemCommon

SystemReal Time

AuxMessages

Notes

Transmitted Recognized Remarks

DefaultChanged

DefaultMessagesAltered

True Voice

Note OnNote Off

Key'sChannel's

0, 321467

10116491

100, 101

: True Number

: Song Position: Song Select: Tune Request

: Clock: Commands

: All Sound Off: Reset All Controllers: Local On/Off: All Notes Off: Active Sensing: System Reset

1–16, OFF1–16, OFF

Mode 3X

OX

0–1270–127

XX

O *3

O *3 *4 *5XO *1O *3O *2 *4O *3 *4XO *3O *2 *4O *3

XXO *1XXXXO *3XX

O *4 *50–127

O

XXX

OO

XXXXOX

1–16, OFF1–16, OFF

XX

OX

0–1270–127

XX

O *3

X

O (do not record)

XXX

X *6X *7

OOXO (123–127)O (do not record) X

Bank selectModulationFoot controlData entryVolumePanpotExpressionHold 1Effect 1 (Reverb Send Level)

RPN LSB, MSB

*1 Drum kit part only.*2 Percussion part and backing part only.*3 Backing part only.*4 Transmits when song is selected.

*5 Transmits when instruments are selected for parts.*6 Receives when Sync Mode setting is "EXT".*7 Receives when Sync Mode setting is "EXT" or "REMOTE".

PERCUSSION SOUND MODULE (NORMAL MODE (SEQUENCER SECTION))

Model TD-6

Date : Feb. 13, 2001

Version : 1.00MIDI Implementation Chart

************** **************

Mode 1 : OMNI ON, POLYMode 3 : OMNI OFF, POLY

Mode 2 : OMNI ON, MONOMode 4 : OMNI OFF, MONO

O : YesX : No

Memorized (Non-Volatile)

Program No. 1–128

Page 141: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

141

Function...

BasicChannel

Mode

NoteNumber :

Velocity

AfterTouch

Pitch Bend

ControlChange

ProgramChange

System Exclusive

SystemCommon

SystemReal Time

AuxMessages

Notes

Transmitted Recognized Remarks

DefaultChanged

DefaultMessagesAltered

True Voice

Note OnNote Off

Key'sChannel's

0, 321467

10116491

100, 101

: True Number

: Song Position: Song Select: Tune Request

: Clock: Commands

: All Sound Off: Reset All Controllers: Local On/Off: All Notes Off: Active Sensing: System Reset

XX

XX

XX

X

XX

X

XXXXXXXXXX

XO *1XO *1OO *1OO *1OO *1

X

O

XXX

XX

XXXXOX

1–16, OFF1–16, OFF

Mode 3X

OX

0–1270–127

XO *1

O *1

O0–127

O

XXX

XX

OOXOOX

Bank selectModulationFoot controlData entryVolumePanpotExpressionHold 1Effect 1 (Reverb Send Level)

RPN LSB, MSB

*1 Not received on Channel 10

PERCUSSION SOUND MODULE (General MIDI MODE)

Model TD-6

Date : Feb. 13, 2001

Version : 1.00MIDI Implementation Chart

**************

**************

**************

**************

Mode 1 : OMNI ON, POLYMode 3 : OMNI OFF, POLY

Mode 2 : OMNI ON, MONOMode 4 : OMNI OFF, MONO

O : YesX : No

Memorized (Non-Volatile)

Program No. 1–128

Page 142: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

142

Blokschema

10. BlokschemaIn

stLe

vel

Hea

d

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lR

im

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lR

im

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lR

im

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lR

im

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lR

im

Inst

Leve

lH

ead

Inst

Leve

lR

im

1 K

ICK

5 T

OM

2

6 A

UX

7 T

OM

3

8 T

OM

4

2 S

NA

RE

3 H

I-H

AT

4 T

OM

1

9 C

RA

SH

1

10 C

RA

SH

2

11 R

IDE

Mas

ter

Vo

lum

e

Inst

Leve

l

Inst

Leve

l

Inst

Leve

l

Inst

Leve

l

Par

t1

Par

t2

Par

t3

Par

t4

Bac

kin

gL

evel

Inst

Leve

lC

LIC

K

Per

c S

etLe

vel

Per

cuss

ion

Am

bie

nce

Stu

dio

Wal

l Typ

eR

oom

Siz

eLe

vel

Vo

lum

e

RL(M

ON

O)

OU

TP

UT

MIX

IN

PH

ON

ES

KIT

/IN

ST

/In

st

KIT

/IN

ST

/Le

vel

KIT

/A

MB

IEN

CE

/A

mbS

endL

evel

KIT

/IN

ST

/P

an

KIT

/E

QU

ALI

ZE

R

SO

NG

/P

AR

T/

Inst

,P

erc

Set

CLI

CK

/In

stC

LIC

K/

Clic

k Le

vel

CLI

CK

/Pan

SO

NG

/P

AR

T/

Leve

l

SE

TU

P/

CO

MM

ON

/B

acki

ngLe

vel,

Per

cPrt

Leve

l

SO

NG

/P

AR

T/

Am

bSen

dLev

el

KIT

/AM

BIE

NC

E

SO

NG

/PA

RT

/Pan

KIT

/C

OM

MO

N/

Mas

terV

olum

e

Mas

ter

Eq

ual

izer

Hig

h G

ain

Low

Gai

n

Per

cPar

tL

evel

Dru

m K

it

TD

-6B

lock

Dia

gram

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Am

b S

end

Leve

l

Page 143: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

143

11. Specificaties

TD-6: Percussion Sound Module (General MIDI System-compatibel)

Polyfonie

64 stemmen

Instrumenten

Drum-instrumenten: 1.024

Backing-instrumenten: 262

Drum Kits

99

Effecten

Ambience

2-bands Master Equalizer

Sequencer

Preset Songs: 150

User Songs: 100

Parts: 6

Weergavemodes: One shot, Loop, Tap

Tempo: 20~260

Resolutie: 192 stappen per kwartnoot

Opnamemethode: Realtime

Opslagcapaciteit: ±12.000 noten

Display

20 tekens, 2 regels (verlicht LCD)

Aansluitingen

Trigger Input-aansluitingen: 9 (11 ingangen)

HiHat Control-aansluiting

Output L (MONO), R

Hoofdtelefoon (stereo mini-jack)

Mix In (stereo mini-jack)

MIDI-aansluitingen (IN, OUT/THRU)

Uitgangsimpedantie

1.0 k

Voeding

Adapter (DC 9 V)

Opgenomen vermogen

1.000 mA

Afmetingen

266 (B) x 199 (D) x 75 (H) mm

Gewicht

1,1 kg (zonder adapter)

Accessoires

Handleiding, adapter (ACI/ACB-serie), Schroeven (M5 x 8) x 4

Opties

Pads (PD-5, PD-6, PD-7, PD-9, PD-80, PD-80R, PD-100, PD-120)

Cimbalen (CY-6, CY-12H, CY-14C, CY-15R)

Kick Trigger Units (KD-7, KD-80, KD-120)

HiHat-controlepedaal (FD-7)

Stands (MDS-6, MDS-7U, MDS-8, MDS-10)

Cimbaalstanden (MDY-7U, MDY-10U)

Pad-houders (MDH-7U, MDH-10U)

* Wijzigingen van de specificaties zonder voorafgaande

kennisgeving voorbehouden.

Page 144: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

144

Index

AAanbevelingen ....................................................................... 44ADVNCD ................................................................................ 81Afdempen ............................................................................... 47Afkortingen ............................................................................. 66Aftel .......................................................................................... 87Amb

Level .................................................................................. 70Ambience ................................................................................ 69

Sw ...................................................................................... 70AmbSendLevel

Drum Instrument ............................................................ 70Part1~Part4 ...................................................................... 98Percussion Part ................................................................ 98

Antidiefstal ............................................................................. 26AvailMemory ......................................................................... 85

BBacking .................................................................................... 94

Instrument ..................................................................... 130Level ........................................................................... 56, 84

Basdrum, 2 gebruiken ........................................................... 30BASIC ....................................................................................... 79Bell Shots ................................................................................. 46Bend Range ............................................................................. 99Blokschema .......................................................................... 142Bow Shots ................................................................................ 46Bulk Dump ........................................................................... 110

CCC32 ...................................................................................... 131CH10Priorty ......................................................................... 105Choke ....................................................................................... 47Click ......................................................................................... 86

Knop ................................................................................. 24Level ........................................................................... 52, 86

COMMON

Drum Kit .......................................................................... 75Song .................................................................................. 95

Contrast ................................................................................... 84

Copy

Drum Kit .......................................................................... 76Song .................................................................................. 99

Cord Hook .............................................................................. 26Count In ................................................................................... 87Cross Stick ............................................................................... 45Crosstalk Cancel ..................................................................... 80Curve ....................................................................................... 79

DDecay ....................................................................................... 69Delete .................................................................................... 100Demosongs .............................................................................. 36Device ID .............................................................................. 107Display ..................................................................................... 24

Contrast ............................................................................ 84Drum Kit .................................................................. 50, 64~65

Kiezen ............................................................................... 50Lijst ................................................................................. 122Naam ................................................................................ 76

Drumtrigger ............................................................................ 83Dst ............................................................................................ 99

EEdge Shots ............................................................................... 46Effect ........................................................................................ 69Equalizer ................................................................................. 71Erase ...................................................................................... 100EXCHANGE ........................................................................... 77EXT ........................................................................................ 105

FFactory Reset ........................................................................... 34FD-6, FD-7 ............................................................................... 47Foutmeldingen .................................................................... 120Frontpaneel ............................................................................. 24

GGain .......................................................................................... 71Galm ......................................................................................... 69Gate Time ................................................................................ 74

Page 145: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

145

Index

Geheugencapaciteit ............................................................... 85General MIDI ......................................................... 20, 62, 106GM ............................................................................................ 62

Mode .............................................................................. 106Rx Switch ....................................................................... 109System On ..................................................................... 107

HHead Shots .............................................................................. 45High Gain ................................................................................ 71HiHat ....................................................................................... 75HiHat-controlepedaal ............................................................ 47HitPadStart ............................................................................. 92Hoofdtelefoon ......................................................................... 26

IIndicator ........................................................................... 41, 78Initialiseren ...................................................................... 34, 76INST ......................................................................................... 68Inst

Groep ................................................................................ 67Metronoom ...................................................................... 87

Instrument

Drum Kit .......................................................................... 68Part1~Part4 ...................................................................... 98

Instruments

Drum Kit .......................................................................... 67INT ........................................................................................ 105Interne sequencer ................................................................ 103Interval .................................................................................... 87

KKick Trigger, 2 ........................................................................ 30KIT

COMMON ....................................................................... 75CONTROL ....................................................................... 72COPY ................................................................................ 76EXCHANGE .................................................................... 77INST .................................................................................. 68Name ................................................................................ 76

KIT Button ............................................................................... 24Kopiëren .................................................................................. 76

LLCD Contrast .......................................................................... 84Length ...................................................................................... 92Level

Backing ...................................................................... 56, 84Click ........................................................................... 52, 86Drum ................................................................................. 68Parts .................................................................................. 98Percussion ................................................................. 56, 84Preview ............................................................................. 85Song-sporen ..................................................................... 94

LocalControl (Local Control) ............................................ 104Loop ......................................................................................... 92Low Gain ................................................................................. 71

MMaatsoort, metronoom ................................................... 87, 91Mask Time ............................................................................... 82Master

EQ Sw ............................................................................... 71Tune .................................................................................. 85Volume ............................................................................. 75

Merge .................................................................................... 107Metronoom ...................................................................... 51, 86

Klank ................................................................................. 87MicroSaver .............................................................................. 26MIDI ...................................................................................... 102

Aansluitingen ........................................................ 26, 102Bulk Dump .................................................................... 110Common ........................................................................ 103Filter ............................................................................... 109Implementation ............................................................ 139Kanalen .......................................................................... 109Merge ............................................................................. 107Pad-nootnummers .......................................................... 73Part ................................................................................. 109Programmakeuze ................................................ 108, 112SysEx .............................................................................. 110TD-6 als module .............................................................. 74

MIX IN ..................................................................................... 61Mute ................................................................... 58~59, 85, 95

Page 146: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

146

Index

NNaam

Drum Kit .......................................................................... 76Song .................................................................................. 97

Note Chase .................................................................... 67, 104Note No. .................................................................................. 73

OOpname ................................................................................... 91

Mode ................................................................................. 92Overspraak .............................................................................. 80

PPad ........................................................................................... 42

Aanbevolen instellingen ................................................ 44Geen geluid ...................................................................... 68Nootnummer ................................................................... 73Pattern ....................................................................... 60, 72Ptn Velo ............................................................................ 73Song-weergave ................................................................ 60Technieken ....................................................................... 45Twee gebruiken ............................................................... 29Type instellen .................................................................. 38

Pan

Click .................................................................................. 87Drum Instrument ............................................................ 69Part1~Part4 ...................................................................... 98

Parameters ........................................................................... 134Part ........................................................................................... 97

CH .................................................................................. 109Mute ........................................................................... 59, 85

PchCtrlRange .......................................................................... 75PdlDataThin ......................................................................... 106Pedal

Data Thin ....................................................................... 106HH Vol ............................................................................. 75

PercPrtLevel .............................................................. 56, 84, 94Percussion

Level .................................................................................. 84Set ...................................................................................... 98

PHONES .................................................................................. 26Pitch ......................................................................................... 69

Ctrl .................................................................................... 73Play Type ................................................................................. 96Playback .................................................................................. 93

PlyCountIn .............................................................................. 87Polariteit .................................................................................. 29Preset

Percussion Sets ............................................................. 128Songs ....................................................................... 88, 132

Preview .................................................................................... 66Velo ................................................................................... 85

Priority .................................................................................. 105Program Change ................................................................. 112

QQuantize .................................................................................. 92Quick Play ............................................................................... 96

RRec

CountIn ............................................................................. 87Mode ................................................................................. 92

Remote .................................................................................. 105Replace ..................................................................................... 92Reset Time ............................................................................... 96Retrig Cancel ........................................................................... 81Rim ........................................................................................... 42

Sens ................................................................................... 82Shots .................................................................................. 45

Room Size ................................................................................ 70Rx

GM On ........................................................................... 107PC Sw ............................................................................. 108Sw ................................................................................... 109

SScan Time ................................................................................ 81Sensitivity ................................................................. 40~41, 79Sequencer ...................................................................... 88, 103SngName ................................................................................. 97Soft Thru ............................................................................... 107

Page 147: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

147

Index

Song ................................................................................... 54, 88Categorie .......................................................................... 93Common ........................................................................... 95Editen ................................................................................ 94Kopiëren ........................................................................... 99Lock ................................................................................... 96Naam ................................................................................ 97Part .................................................................................... 97Preset ............................................................................. 132Starten met Pads ............................................................. 60Tempo ............................................................................... 95Wissen ........................................................................... 100

Src ...................................................................................... 76, 99Stemmen .................................................................................. 85Studio Type ............................................................................. 70Sync Mode ............................................................................ 104SysEx ..................................................................................... 110

TTalking Drums ....................................................................... 73Tap Exc Sw .............................................................................. 96Tempo

Click ........................................................................... 53, 86Song .................................................................... 57, 92, 95

Terugspoelen .......................................................................... 93Threshold ................................................................................ 79Time Sig

Click .................................................................................. 87Song .................................................................................. 91

Toonregeling ........................................................................... 71Trig

Curve ................................................................................ 79Typ .................................................................................... 38

Trigger .............................................................................. 43, 79Input ................................................................................. 42

TrigTyp (Trigger Type) ......................................................... 78Tune ......................................................................................... 85Twee Pads ............................................................................... 29Tx PC Sw .............................................................................. 108

UUitdunnen ............................................................................ 106User Song ................................................................................ 88

VVariation .................................................................................. 98Volume

Backing ...................................................................... 56, 84Click .................................................................................. 52Drum ................................................................................. 68Master ............................................................................... 75Parts .................................................................................. 98Percussion ................................................................. 56, 84Preview ............................................................................. 85Song ........................................................................... 56, 94

Voorrang .............................................................................. 105Voorspoelen ............................................................................ 93

WWallType ................................................................................. 70Weergave ................................................................................. 93

Pads ................................................................................... 60Wissen ................................................................................... 100

XXtalk Cancel ............................................................................ 80

Page 148: Handleidingtenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische

148

Index

InformationWhen you need repair service, call your nearest Roland Service Center or authorized Roland distributor in your country as shown below.

As of February 5, 2001 (Roland)

ARGENTINAInstrumentos Musicales S.A.Florida 656 2nd Floor Office Number 206ABuenos AiresARGENTINA, CP1005TEL: (54-11) 4- 393-6057

BRAZILRoland Brasil LtdaRua San Jose, 780 Sala BParque Industrial San JoseCotia - Sao Paulo - SP, BRAZILTEL: (011) 4615 5666

CANADARoland Canada Music Ltd.(Head Office)5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (0604) 270 6626

Roland Canada Music Ltd.(Toronto Office)Unit 2, 109 Woodbine Downs Blvd, Etobicoke, ONM9W 6Y1 CANADA TEL: (0416) 213 9707

MEXICOCasa Veerkamp, s.a. de c.v.Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICOTEL: (525) 668 04 80

PANAMASUPRO MUNDIAL, S.A.Boulevard Andrews, Albrook,Panama City,REP. DE PANAMATEL: (507) 315-0101

U. S. A. Roland Corporation U.S.5100 S. Eastern AvenueLos Angeles, CA 90040-2938,U. S. A.TEL: (323) 890 3700

VENEZUELAMusicland Digital C.A.Av. Francisco de Miranda,Centro Parque de Cristal, Nivel C2 Local 20 CaracasVENEZUELATEL: (02) 285 9218

AUSTRALIARoland Corporation Australia Pty., Ltd. 38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIATEL: (02) 9982 8266

NEW ZEALAND Roland Corporation (NZ) Ltd.97 Mt. Eden Road, Mt. Eden, Auckland 3, NEW ZEALAND TEL: (09) 3098 715

HONG KONGTom Lee Music Co., Ltd. Service Division22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONGTEL: 2415 0911

CHINABeijing Xinghai Musical Instruments Co., Ltd.6 Huangmuchang Chao Yang District, Beijing, CHINATEL: (010) 6774 7491

INDIARivera Digitec (India) Pvt. Ltd.409, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIATEL: (022) 498 3079

INDONESIAPT Citra IntiRamaJ1. Cideng Timur No. 15J-150 Jakarta PusatINDONESIATEL: (021) 6324170

MALAYSIABentley Music SDN BHD140 & 142, Jalan Bukit Bintang 55100 Kuala Lumpur,MALAYSIATEL: (03) 2443333

PHILIPPINESG.A. Yupangco & Co. Inc.339 Gil J. Puyat AvenueMakati, Metro Manila 1200,PHILIPPINESTEL: (02) 899 9801

SINGAPORESwee Lee Company150 Sims Drive,SINGAPORE 387381TEL: 748-1669

TAIWANROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD.Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C.TEL: (02) 2561 3339

THAILANDTheera Music Co. , Ltd.330 Verng NakornKasem, Soi 2, Bangkok 10100, THAILANDTEL: (02) 2248821

BAHRAINMoon StoresBab Al Bahrain Road, P.O. Box 20077State of BAHRAINTEL: 211 005

VIETNAMSaigon Music138 Tran Quang Khai St., District 1Ho Chi Minh CityVIETNAMTEL: (08) 844-4068

JORDANAMMAN Trading Agency Prince Mohammed St. P.O. Box 825 Amman 11118 JORDANTEL: (06) 4641200

KUWAITEasa Husain Al-YousifiAbdullah Salem Street,Safat KUWAITTEL: 5719499

LEBANONA. Chahine & FilsP.O. Box 16-5857 Gergi Zeidan St. Chahine Building, AchrafiehBeirut, LEBANONTEL: (01) 335799

QATARAl Emadi Co. (Badie Studio & Stores)P.O. Box 62, DOHA QATARTEL: 4423-554

SAUDI ARABIAaDawliah Universal Electronics APLCorniche Road, Aldossary Bldg., 1st FloorSAUDI ARABIA

P.O.Box 2154, Alkhobar 31952SAUDI ARABIA TEL: (03) 898 2081

SYRIATechnical Light & Sound CenterKhaled Ibn Al Walid St.P.O. Box 13520Damascus - SYRIATEL: (011) 2235 384

TURKEYBarkat muzik aletleri ithalat ve ihracat Ltd StiSiraselviler cad.Guney is hani 84-86/6, Taksim. Istanbul. TURKEYTEL: (0212) 2499324

U.A.E.Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C.Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Grand Floor DUBAI U.A.E.TEL: (04) 3360715

EGYPTAl Fanny Trading OfficeP.O. Box 2904, El Horrieh Heliopolos, Cairo, EGYPTTEL: (02) 4185531

REUNIONMaison FO - YAM Marcel25 Rue Jules Hermann,Chaudron - BP79 97 491Ste Clotilde Cedex,REUNION ISLANDTEL: 28 29 16

SOUTH AFRICAThat Other Music Shop (PTY) Ltd.11 Melle St., Braamfontein, JohannesbourgRepublic of SOUTH AFRICA

P.O.Box 32918, Braamfontein 2017 Republic of SOUTH AFRICATEL: (011) 403 4105

Paul Bothner (PTY) Ltd.17 Werdmuller Centre Claremont 7700Republic of SOUTH AFRICA

P.O. Box 23032Claremont, Cape TownSOUTH AFRICA, 7735TEL: (021) 674 4030

CYPRUSRadex Sound Equipment Ltd.17 Diagorou St., P.O. Box 2046, Nicosia CYPRUSTEL: (02) 453 426

DENMARKRoland Scandinavia A/SNordhavnsvej 7, Postbox 880,DK-2100 CopenhagenDENMARKTEL: (039)16 6200

FRANCERoland France SA4, Rue Paul Henri SPAAK, Parc de l'Esplanade, F 77 462 St. Thibault, Lagny Cedex FRANCETEL: 01 600 73 500

FINLANDRoland Scandinavia As, Filial FinlandLauttasaarentie 54 BFin-00201 Helsinki, FINLANDTEL: (9) 682 4020

GERMANYRoland Elektronische Musikinstrumente HmbH.Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANYTEL: (040) 52 60090

GREECESTOLLAS S.A.Music Sound Light155, New National Road26422 Patras, GREECETEL: 061-435400

HUNGARYIntermusica Ltd.Warehouse Area ‘DEPO’ Pf.83H-2046 Torokbalint, HUNGARYTEL: (23) 511011

IRELANDRoland IrelandAudio House, Belmont Court,Donnybrook, Dublin 4.Republic of IRELANDTEL: (01) 2603501

ITALYRoland Italy S. p. A. Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALYTEL: (02) 937-78300

NORWAYRoland Scandinavia Avd. Kontor NorgeLilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAYTEL: 273 0074

POLANDP. P. H. BrzostowiczUL. Gibraltarska 4.PL-03664 Warszawa POLANDTEL: (022) 679 44 19

PORTUGALTecnologias Musica e Audio,Roland Portugal, S.A.Cais Das Pedras, 8/9-1 Dto4050-465 PORTOPORTUGALTEL: (022) 608 00 60

RUSSIASlami Music CompanySadojava-Triumfalnaja st., 16 103006 Moscow, RUSSIA TEL: 095 209 2193

SPAINRoland Electronics de España, S. A. Calle Bolivia 239, 08020 Barcelona, SPAINTEL: (93) 308 1000

SWITZERLANDRoland (Switzerland) AGMusitronic AG Gerberstrasse 5, Postfach,CH-4410 Liestal, SWITZERLANDTEL: (061) 921 1615

SWEDENRoland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICEDanvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (08) 702 0020

UKRAINETIC-TACMira Str. 19/108P.O. Box 180 295400 Munkachevo, UKRAINETEL: (03131) 414-40

UNITED KINGDOM Roland (U.K.) Ltd.Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEASA7 9FJ, UNITED KINGDOMTEL: (01792) 700139

KOREACosmos Corporation1461-9, Seocho-Dong,Seocho Ku, Seoul, KOREATEL: (02) 3486-8855

AUSTRIARoland Austria GES.M.B.H.Siemensstrasse 4, P.O. Box 74,A-6063 RUM, AUSTRIATEL: (0512) 26 44 260

BELGIUM/HOLLAND/LUXEMBOURGRoland Benelux N. V.Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUMTEL: (014) 575811

AFRICA

CHILEComercial Fancy S.A.Avenida Rancagua #0330Providencia Santiago, CHILETEL: 56-2-373-9100

URUGUAYTodo Musica S.A.Cuareim 1844, Montevideo,URUGUAY, CP11200TEL: 5982-924-2335

EUROPE

AUSTRALIA/NEW ZEALAND

ASIA

CENTRAL/LATINAMERICA

NORTH AMERICA

MIDDLE EAST

AFRICA

EL SALVADOROMNI MUSIC75 Avenida Notre YY Alameda, Juan Pablo 2, No. 4010 San Salvador, EL SALVADORTEL: (503) 262-0788

ROMANIAFBS LINESPiata Libertatii 1,RO-4200 GheorghehiTEL: (066) 164-609

PARAGUAYDistribuidora De Instrumentos MusicalesJ.E. Olear y ESQ. Manduvira Edeficio, El Dorado Planta Baja Asuncion PARAGUAYTEL: 595-21-492147

PERUVIDEO Broadcast S.A.Portinari 199 (ESQ. HALS), San Borja, Lima 41,REP. OF PERUTEL: 51-14-758226

La Casa Wagner de Guadalajara s.a. de c.v.Av. Corona No. 202 S.J. Guadalajara, Jalisco MexicoC.P.44100 MEXICO TEL: (3) 613 1414

COSTA RICAJUAN Bansbach Instrumentos MusicalesAve.1. Calle 11, Apartado 10237,San Jose, COSTA RICATEL: (506)258-0211

CRISTOFORI MUSIC PTE LTDBlk 3014, Bedok Industrial Park E, #02-2148, SINGAPORE 489980TEL: 243 9555

IRANMOCO, INC.No.41 Nike St.Dr.Shariyati Ave.Roberoye Cerahe MirdamadTehran, IRANTEL: 285 4169

ISRAELHalilit P. Greenspoon & Sons Ltd.8 Retzif Ha'aliya Hashnya St.Tel-Aviv-Yafo ISRAELTEL: (03) 6823666