Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

36
Taal op maat Handleiding 6 Algemene inleiding Hoofdauteurs Helga van de Ven Margreet Vreman Auteurs Nicole Bus Karin van Hoof Met medewerking van Rudy Beernink Bart van Schijndel Noordhoff Uitgevers 238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 1 238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 1 17/04/13 9:56 AM 17/04/13 9:56 AM

description

 

Transcript of Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

Page 1: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

Taal op maat

Handleiding 6

Algemene inleiding

HoofdauteursHelga van de VenMargreet Vreman

AuteursNicole BusKarin van Hoof

Met medewerking vanRudy BeerninkBart van Schijndel

Noordhoff Uitgevers

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 1238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 1 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 2: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

Deze uitgeve is gedrukt op FSC-papier.

1 / 13

© 2012 Noordhoff Uitgevers bv, Groningen/Houten, The Netherlands

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without prior written permission of the publisher.

ISBN 978-90-01-79047-9SISO 475.22

238052

Ontwerp binnenwerk: Grafisch ontwerp Duko Hamminga, AssenOntwerp omslag: Astrid van der Neut, Rotterdam Ontwerp en uitvoering omslagkoffer: Inge Nouws, Castelldefels, SpanjeFoto omslagbeeld: Ron Giling – Lineair, Arnhem

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 2238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 2 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 3: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

Inhoud

1 Uitgangspunten Taal op maat 4

2 Materialen Taal op maat 8 2.1 Het Taalboek 8 2.2 Het Werkboek 8 2.3 De Handleiding 9 2.4 Digibordsoftware 10 2.5 Leerlingensoftware 10 2.6 Het Pluswerkboek 11 2.7 Kopieerbladen (o.a. toetsen) 11

3 Opbouw en organisatie 12 3.1 Opbouw van de methode 12 3.2 Organisatie van een thema 13 3.3 Combinatiegroepen 15

4 Inhoud en didactiek 16 4.1 Taaldomeinen 16 4.2 Referentieniveaus taal en

kerndoelen 16 4.3 Woordenschat 17 4.4 Schrijven 19 4.5 Kijk op taal 20 4.6 Luisteren en spreken 21 4.7 Lekker lezen 22

5 Differentiatie 23 5.1 Differentiatie in Taal- en

Werkboek 23 5.2 Differentiatie met behulp

van pluswerk 23 5.3 Differentiatie met behulp

van extra herhalingslessen 23

6 Pluswerk in de praktijk 24 6.1 Plusleerlingen 24 6.2 Zelfstandig werken aan

plustaken 24 6.3 Wat houden plustaken in? 24 6.4 Begeleiding van pluswerk 26 6.5 Eindproducten van de plustaken 26

7 Opbrengstgericht werken 27 7.1 Wat is opbrengstgericht werken? 27 7.2 Evaluatie, reflectie en toetsing 27 7.3 Cito-M-toetsen, Cito-E-toetsen

en de methodetoetsen 28 7.4 Remediëring 29 7.5 Groepsplannen 29

8 Leerstofoverzichten 30

9 Extra achtergrondinformatie online 34

10 Literatuurlijst 35

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 3238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 3 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 4: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

4 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

1 Uitgangspunten Taal op maat

Realisme en ambitie in doelstellingen

Taal op maat is een taalmethode voor groep 1* tot en met 8. De methode helpt leerlingen om taalniveau 1F te behalen. Leerlingen die dat aankunnen, maken de stap naar niveau 2F en hoger.

Het auteursteam van Taal op maat heeft een forse dosis ambitie in de methode gebracht, omdat het van mening is dat er zonder ambitie geen taalonderwijs van niveau kan worden gerealiseerd. Tegelijkertijd biedt de methode oplossingen voor leerlingen die moeite zullen hebben met niveau 1F.

* De methode is in 2013 vernieuwd voor de groepen 4 tot en met 8. Materiaal voor groep 1 tot en met 3 volgt.

Eenvoudige structuur, vier taalvaardighedenTaal op maat heeft een eenvoudige structuur. Per jaar bestaat de methode uit acht thema’s. Elk thema besteedt in twintig lessen aandacht aan de volgende taalvaardigheden: • woordenschat • schrijven • taalbeschouwing • luisteren en spreken. Elk les differentieert op drie niveaus en biedt verschillende leerroutes aan voor taalzwakke leerlingen, methodevolgers en taalsterke leerlingen.Een les duurt 45 minuten. Een week telt vijf lessen. De acht thema’s bevatten lessen voor 32 weken. Uit te breiden naar 36 weken door gebruik te maken van de taalprojecten in het Taalboek.

Woordenschat als basisEen thema van twintig lessen bestaat uit twee subthema’s. Het eerste subthema start in les 1 en het tweede in les 9. Les 1 en 9 zijn woordenschatlessen. De doelwoorden die hier worden aangeboden komen ook in de lessen Kijk op taal, Schrijven en Luisteren en spreken terug. Daarmee zorgen thema’s en subthema’s voor eenheid in de leerstof.

Themawoorden en schoolwoorden

de afleveringEen deel van een serie.

in beeld komenOp het tv-scherm of het filmdoek verschijnen.

beschikken overHebben.

het draaiboekTekst met aanwijzingen voor het maken van een film of tv-serie.

gelijknamigeMet dezelfde naam.

het initiatief nemenVoorstellen om iets te gaan doen.

de ondertitelingDe tekst onder aan een filmdoek of tv-scherm waarin je kunt lezen wat er gezegd wordt.

presenterenEen programma op radio of tv leiden.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 4238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 4 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 5: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

5Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Taal op maat en Spelling op maat gaan hand in handBehalve Taal op maat is ook de methode Spelling op maat vernieuwd en aan de eisen van de referentieniveaus aangepast. Spelling op maat en Taal op maat kennen dezelfde afwisseling van leerkrachtgestuurde lessen en zelfstandig werkenlessen. De begrippen die nodig zijn om spelling succesvol te oefenen, worden van tevoren aangeboden in het onderdeel Kijk op taal van Taal op maat. Beide methodes kunnen dus goed in combinatie met elkaar worden ingezet. Er is geen sprake van thematische verwantschap in keuze van woorden tussen de taal- en spellingmethode, omdat dat de vrije keuze van categoriewoorden in de spellingmethode zou belemmeren met negatieve gevolgen voor de didactiek.

Referentieniveaus taal en kerndoelenTaal op maat is gebaseerd op de referentieniveaus voor taal en de kerndoelen voor Nederlands. In alle delen van groep 4 tot en met 8 werkt de methode aan niveau 1F, om te garanderen dat elke leerling dit niveau zo goed mogelijk beheerst en blijft beheersen. Het doorlopend onderhouden van taalvaardigheid is een belangrijk uitgangspunt van Taal op maat. Tegelijk stelt de methode ook 2F en soms zelfs onderdelen van 3F tot de beschikking van leerkracht en leerling. Op deze manier kunnen leerkracht en leerling de lat zo hoog leggen als ze zelf willen.De methode verantwoordt het referentieniveau bij elke Taalboekles, zodat de leerkracht weet wanneer hij te maken heeft met niveau 1F en niveau 2F. Als er geen niveau vermeld is, valt het onderdeel buiten het referentiekader. Als er twee niveaus worden vermeld wil dat zeggen dat het afhangt van de uitvoering door de leerling welk niveau wordt bereikt: 1F of 2F.

Dit ga je leren:v

Woordenschat 1F

• woorden bij het thema familie

• woorden bij het thema dieren

• dat je soms op een plaatje kunt zien, wat een woord betekent

Schrijven 1F

• hoe je iemand beschrijft

• hoe je een dier beschrijft

Luisteren en spreken 1F

• hoe je luistert naar een beschrijving

• hoe je duidelijke vragen stelt

Kijk op taal 1F

• wat een zin is

• hoe je een zin langer maakt

Extra

• lekker lezen: wat de titel van een boek is

• kijk op taal: woorden voor dierengeluiden

CombinatieklassenDankzij de vaste afwisseling van Taalboek- en Werkboeklessen is Taal op maat bij uitstek geschikt voor combinatieklassen. De leerkracht geeft via het Taalboek instructies aan de ene groep, terwijl de andere groep zelfstandig in het Werkboek werkt. Om deze geschiktheid te optimaliseren is de eerste opdracht van de leerkrachtgestuurde les in het Taalboek zelfstandig te verwerken, zodat de leerkracht een minuut of vijf heeft om de andere groep, indien gewenst, aan het werk te zetten.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 5238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 5 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 6: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

6 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

Organisatie Taal per thema

lesnr. vorm taaldomein additioneel materiaalweek 1 les 1 tb Woordenschat Pluswerkboek

les 2 wb Woordenschat

les 3 tb Schrijven

les 4 wb Schrijven

les 5 tb Kijk op taal

week 2 les 6 wb Kijk op taal

les 7 tb Luisteren en spreken

les 8 wb Leesbevordering (fac.)

les 9 tb Woordenschat

les 10 wb Woordenschat Leerlingensoftware Digibordsoftware Kopieerbladenweek 3 les 11 tb Schrijven

les 12 wb Schrijven

les 13 tb Luisteren en spreken

les 14 wb Onderhoudsles Kijk op taal

les 15 tb Kijk op taal

week 4 les 16 wb Kijk op taal

les 17 Toets

les 18 wb Kijk op taal (fac.)

les 19 tb Herhaling/Verrijking

les 20 tb Differentiatieles (fac.)

= taalboekles = werkboekles = facultatieve les of toetsles

Inzichtelijk lerenIn het Taalboek van Taal op maat is het leerdoel van elke les voor de leerling geformuleerd. Ook de uitleg is direct beschikbaar en aan het eind van een les in het Werkboek kan de leerling checken wat hij heeft geleerd. Elke leerling heeft alles wat er in een les toe doet direct binnen handbereik. Deze structuur en helderheid optimaliseren het leerproces en maken de leerlingen minder afhankelijk van de leerkracht. Dit heeft twee effecten: • De instructiedruk op de leerkracht neemt af en zo wordt extra tijd vrijgemaakt voor

maatwerk. • Taalsterke leerlingen kunnen hun leertempo verhogen, zodat ze eerder aan

pluswerk toe zijn.

Kennismaken, begrijpen, inoefenenIn elke les introduceert Taal op maat nieuwe leerstof, die volgens het concentrisch principe aansluit op wat een leerling al weet of al kan. Kennismaken met nieuwe leerstof is daarmee vaak eerst terugkijken naar het eerder geleerde. Dan de nieuwe stof begrijpen. Vervolgens moet het nieuw geleerde eigen gemaakt worden door er regelmatig mee te werken, te oefenen. Als de stof is ingeslepen is er weer ruimte om iets nieuws te leren. In de methode is voor een goed evenwicht gezorgd tussen nieuwe leerstof en herhaling van eerder geleerde onderdelen.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 6238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 6 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 7: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

7Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Differentiatie op meerdere niveausTaal op maat biedt leer- en oefenmateriaal voor taalzwakke leerlingen, methodevolgers en taalsterke leerlingen. Voor deze drie groepen is er in de Taal- en Werkboeken sprake van drie leerroutes. Die worden gerealiseerd met behulp van: directe instructie, verlengde instructie, tempodifferentiatieopdrachten en niveaudifferentiatieopdrachten.Bovendien is er een compacte route door Taal- en Werkboek mogelijk. In de tijd die daardoor vrijkomt, kunnen taalsterke leerlingen werken in het Pluswerkboek. Daarmee kun je spreken van differentiatie op vier niveaus. De Handleiding beschrijft per les welke opdrachten voor de drie niveaus geschikt zijn en geeft tevens de compacte route aan. Met deze uitgebreide differentiatiemogelijkheden maakt de methode haar titelclaim waar: taalonderwijs op maat.

Organisatie

Niveau Opdrachttaalzwakke leerlingen 1, 2, 3, 4 + v.i.methodevolgers 1, 2, 3, 4taalsterke leerlingen 1, 2, 3, 4, 5compacte route 3, 4, 5

Differentiatieschema in de Handleiding bij elke les. Taalzwakke leerlingen krijgen verlengde instructie. Methodevolgers volgen de basisstof en de tempodifferentiatie-opdracht (opdracht 4). Taalsterke leerlingen maken daarbovenop de niveaudifferentiatie-opdracht (opdracht 5), of volgen zelfs een compacte route die leidt tot taken in het Pluswerkboek.

Didactische en onderwijskundige uitgangspuntenDe opdrachten in Taal op maat zijn zorgvuldig en stapsgewijs opgebouwd: • eerst wordt een referentiekader opgebouwd voor nieuwe leerstof • dan krijgt de leerling nieuwe leerstof aangeboden • daarna wordt dit geoefend en in de opdrachten in moeilijkheid opgebouwd om tot

slot de vaardigheid in praktijk te brengen.De opdrachten per les volgen daarmee de lijn van bekende onderwijskundigen en leerpsychologen zoals Vygotski en Neuner.

Opbrengstgericht werkenTaal op maat is ontwikkeld voor opbrengstgericht werken:• Het is steeds duidelijk aan welk referentieniveau en aan welke taalvaardigheid

de leerling werkt.• Elke les vermeldt aan het begin het lesdoel. Aan het eind wordt er kort geëvalueerd en

vooruitgeblikt naar de volgende les.• Een volgende les blikt terug op wat er al geleerd is.• De lessen in het Taalboek bieden een directe uitleg van de leerstof voor de leerling.• Een les bevat in principe drie leeroutes (inclusief Pluswerk zelfs vier). • In de werkboekles herhalen de leerlingen de stof van Taalboekles zelfstandig.• De methode bevat drie soorten toetsen.• De methode is geschreven voor directe en verlengde instructie.• Voor de leerling is het Taalmaatje achter in het Taalboek beschikbaar: een naslagwerk

voor alle belangrijke begrippen en strategieën.

Doelgerichte ICTDe ict van de methode bestaat uit drie onderdelen: • Digibordsoftware die vooral de instructies van de leerkracht ondersteunt. • Woordmaatje. Een volledig adaptief woordenschatprogramma voor alle leerlingen

dat nieuwe woorden aanleert in boeiende contexten. • Toetssoftware. Uiteraard is aan deze toetsen een digitaal leerlingvolgsysteem

gekoppeld.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 7238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 7 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 8: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

8 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

2 Materialen Taal op maat

2.1 Het Taalboek

In het Taalboek vindt u de leerkrachtgestuurde lessen van de domeinen Woordenschat, Schrijven, Luisteren en spreken en Kijk op taal.

Kenmerken van deze lessen zijn:• duidelijke vermelding van het lesdoel• uitleg voor de leerling in een geel blok• eenvoudige beginopdracht om aan te sluiten bij voorkennis en/of de vorige les• opdrachten 2 en verder sluiten direct aan op de uitleg• differentiatie en maatwerk: de opdrachten maken drie routes door de les mogelijk,

namelijk voor taalzwakke leerlingen, methodevolgers en taalsterke leerlingen.

Groep 4 – Thema 1 Om je heen – Week 114

Kijk op taalWoordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taalWoordenschat Schrijven Luisteren en sprekenLuisteren en sprekenSchrijvenLes5 Kijk op taalWoordenschat

Je leert • wat een zin is.

Kijk naar het plaatje.Wat doen ze?Maak de zinnen af.

1 Papa …2 Floris …3 De poes …

Een zinEen zin heeft twee of meer woorden.In een zin staat altijd wie iets doet:iemand, een dier of een ding.

Floris loopt.De poes zit.Papa lacht.

In een zin staat ook wat hij of zij doet.

Floris loopt.De poes zit.Papa lacht.

Uitleg

Is dit een zin?Kies ja of nee. Schrijf het zo op:

1 Floris droomt. ja / nee2 Lopen, knuffelen, kijken. ja / nee3 Mijn oom fietst. ja / nee 4 Oma lacht. ja / nee5 Familie, gezin, ik. ja / nee

1

2

1 – jÎaŸ1 jÎaŸ

2.2 Het Werkboek

Het Werkboek bevat de lessen voor zelfstandig werken. Leerlingen oefenen in het Werkboek de kennis en vaardigheden bij Woordenschat, Schrijven, Luisteren en spreken en Kijk op taal. Naast deze vaste onderdelen bevat elk Werkboek enkele facultatieve lessen: les 8 en les 18.In les 8 staat het lezen voor je plezier centraal. Deze Lekker lezen-les heeft als doel om het lezen door leerlingen te bevorderen door de kennismaking met verschillende genres en auteurs.De extra stof Kijk op taal in les 18 laat leerlingen nadenken over taal en plezier beleven aan taal. In deze les komen onderwerpen uit de taalkunde en actuele taalverschijnselen aan de orde.

Kenmerken van de lessen in het Werkboek zijn:• directe aansluiting op de leerkrachtgestuurde les met instructie• terugblik op de vorige les via Weet je nog?• eenvoudige beginopdracht• aantrekkelijke en uitdagende opmaak met voldoende schrijfruimte voor elk handschrift• differentiatie en maatwerk: ook de opdrachten in het Werkboek maken drie routes

door de les mogelijk, namelijk voor taalzwakke leerlingen, methodevolgers en taalsterke leerlingen.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 8238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 8 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 9: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

9Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Les2 Kijk op taalWoordenschat Schrijven Luisteren en spreken

Groep 7 – Thema 1 Om je heen – Week 18

Je oefent • woorden bij het thema de buurt. • de betekenis van een woord raden door naar de rest van de zin te kijken.

Soms kun je de betekenis van een woord raden door naar de rest van de zin te kijken.

Weet je nog?

Door welke woorden weet je de betekenis van het onderstreepte woord? Onderstreep die woorden. Soms moet je meer dan één woord onderstrepen.

1 Een vrachtwagen is een handig transportmiddel. Je kunt er veel

spullen in vervoeren.

2 In onze wijk zijn de bomen schaars. Er is veel asfalt en beton, maar weinig groen.

3 We geven een straatfeest in de buurt. Bij alle huizen om ons heen

stoppen we uitnodigingen in de brievenbus.

4 De stoplichten bleven rood. Daardoor reden de auto’s en fietsen

niet verder en stond het verkeer vast.

5 Zie je die oude mensen rondhangen in het park? Ze hebben niks te doen.

6 Twee keer per jaar organiseert mijn school een openbare vergadering.

Dan kan iedereen komen luisteren.

Los de puzzel op. Onder de pijl lees je:

1

21 De omgeving waarin je woont.2 Ergens zijn zonder iets te doen.3 Een huis dat je niet koopt.4 Dat wat je opschrijft.5 Het minste of laagste.6 Vervoermiddelen op de weg.

7 Een wijk met nieuwe huizen. 8 Wat iedereen kan gebruiken. 9 Het meeste of hoogste.10 Waar weinig van is.

1 b

2 e n

3 h

4 a a

5

6 v

7 w i j k

8 o

9 m a

10

2.3 De Handleiding

De Handleiding bestaat uit: • algemene inleiding • leerstofoverzichten • lesbeschrijvingen, per thema geordend • scripts van de gebruikte luisterteksten.

Kenmerken van de Handleiding zijn: • korte verantwoording van didactische, organisatorische en vakinhoudelijke keuzes • opbouw in uitneembare katernen • praktische lesbeschrijvingen • korte en krachtige basisinformatie over een les • alle antwoorden op opdrachten bij de hand • ondersteuning van de directe en verlengde instructie • uitleg bij opdrachten waar nodig • aanwijzingen stap voor stap.NB Een leerstofoverzicht van het leerjaar van uw groep én dat van de voorgaande groep

staat in elke jaarhandleiding en vindt u achter in dit katern vanaf pagina 30.

Lesbeschrijvingen bij Taal- en WerkboekDe Handleiding voor de leerkracht laat in één oogopslag zien waaraan de leerling werkt in het Taal- of Werkboek. De basisinformatie over de les staat consequent in de linkerkolom op de linkerpagina van de lesbeschrijving naast de verkleinde weergave van de les zelf.Rechts ziet u de antwoorden van de les uit het Taalboek. In een verkleinde weergave van een Werkboekles zijn de antwoorden al opgenomen.Aan de onderkant van de lesbeschrijving vindt u altijd de instructie of uitleg, de verlengde instructie en verdere aanwijzingen over de opdrachten of het lesverloop.De methode kent basislessen, toetslessen, herhalingslessen, verrijkingslessen en projectlessen.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 9238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 9 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 10: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

10 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

ToetsmateriaalToetsen en toetsantwoorden staan niet in de Handleiding. Zij zijn beschikbaar op de site van Taal op maat in een beveiligde omgeving. Daar zijn ze te downloaden als kopieerblad, zowel als pdf- en als Wordversie. Er is tevens een digitale versie van de thematoetsen beschikbaar.

Overige leerstofonderdelenNaast lessen zijn in Taal- en Werkboek aanwezig: extra stof voor alle leerlingen bij elk thema en vier projecten van een week voor elk leerjaar. De extra stof bij elk thema heeft ook een ‘les’beschrijving in de Handleiding en dat geldt eveneens voor de projecten.Deze vier projecten stellen u in staat om de kennis en de vaardigheiden uit de thema’s in samenhang toe te laten passen.Achter de lesbeschrijvingen zijn de scripts van kijk- en luisterteksten geplaatst. (Deze zijn ook te bekijken of beluisteren op het digibord).

2.4 Digibordsoftware

LesvolgendDe digibordsoftware van Taal op maat volgt de lessen van de methode op de voet en ondersteunt in de eerste plaats de instructie van de leerkracht met behulp van beeld en interacties. Op diezelfde manier wordt de verlengde instructie ondersteund.Elk lesonderdeel kan op het digibord worden uitvergroot en zo beter worden toegelicht. Met de schrijffunctie van de software kunnen er aantekeningen bij worden gemaakt.In elk thema is aan het eind van het eerste subthema een korte woordenschattoets beschikbaar die klassikaal kan worden afgenomen, om de woorden van het eerste subthema en het voorgaande thema samen met de leerlingen te controleren.Naast interacties met een instructiefunctie biedt de digibordsoftware natuurlijk alle luister- en kijkfragmenten die een rol spelen in bijvoorbeeld de luister- en spreeklessen en de luistertoetsen.

HulpfunctiesDaarnaast kunt u een aantal aantrekkelijke hulpfuncties inzetten. Bijvoorbeeld een digitaal woordenboek dat gebruikmaakt van beelden naast definities, woordrelatieschema’s (zoals de woordtrap of de woordparaplu), taalspellen zoals galgje en tools waarmee u zinnen kunt ontleden en woorden kunt (laten) benoemen.

2.5 Leerlingensoftware

WoordmaatjeNaast de digibordsoftware biedt Taal op maat een digitaal woordenschatprogramma aan, het Woordmaatje, waarmee leerlingen op elk niveau nieuwe woorden kunnen leren. Ze werken er individueel mee. Het leren van woorden gebeurt niet geïsoleerd, maar in de context van boeiende, actuele teksten. Het programma bepaalt doorlopend het woordenschatniveau van de gebruiker en zet vervolgens teksten op niveau klaar. Het is dus volledig adaptief en erg stimulerend voor leerlingen om hun woordenschat mee uit te breiden. Drie sessies van tien minuten per week zijn voor taalzwakke leerlingen een goede basis voor een grotere woordenschat waarmee zij op en buiten school beter kunnen functioneren. Hetzelfde geldt voor taalsterkere leerlingen: elke sessie van het Woordmaatje helpt ook hen naar een hoger niveau in woordenschat. Na een aantal sessies volgt een toets om te bepalen of de woorden waarmee is gewerkt inderdaad geleerd en onthouden zijn.De voortgang van uw leerlingen kunt u eenvoudig volgen door op naam en toetsresultaten te klikken in het leerlingvolgsysteem dat aan dit programma gekoppeld is.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 10238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 10 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 11: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

11Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

2.6 Het Pluswerkboek

Het Pluswerkboek bevat voor de meest taalsterke leerlingen uit uw groep uitdagende leerstof van een behoorlijk hoger niveau dan de basisstof.

Een Pluswerkboek bevat acht thema’s die ieder vier plustaken bevatten. Twee kleine taken en twee grotere: Taak 1 is klein en staat op twee pagina’s; de lesduur van deze taak is 1 les.Taak 2 staat ook op twee pagina’s, maar geeft opdrachten tot een duur van twee lessen.Taak 3 telt vier pagina’s en biedt stof voor drie of vier lessen.Taak 4 heeft eveneens vier pagina’s en biedt stof voor vier of vijf lessen.

Kenmerken van de taken in het Pluswerkboek zijn:• uitdagend van karakter• zelfstandig te verwerken• voorzien van Antwoordenboeken• leerstof van hoog niveau• keuzevrijheid (zelf taken kiezen)• afgestemd op ontwikkeling van meerdere talenten• naast vrije, creatieve taken ook inslijptaken• expliciete aandacht voor leerproces en reflectie.

Een leerling kiest plustaken uit het thema met hetzelfde nummer als in het Taal- en Werkboek. Als de groep werkt aan thema 3, dan kiest een plusleerling taken uit thema 3 van het Pluswerkboek.Plustaken volgen de thema-onderwerpen van het Taalboek niet. Wel gebruiken ze hetzelfde vakinhoudelijke begrippenapparaat en dezelfde strategieën.

2.7 Kopieerbladen (o.a. toetsen)

Voor elke jaargroep is er een set kopieerbladen. Ze worden online beschikbaar gesteld in een beveiligde omgeving op de site van Taal op maat.Er zijn twee soorten kopieerbladen:• ToetsenDe toetsbladen zijn beschikbaar in pdf-format en in Wordformat. U kunt daardoor zelf aanpassingen aanbrengen, mocht u die wenselijk achten.• HerhalingslessenTaal op maat stelt drie soorten herhalingslessen beschikbaar voor drie verschillende functies: 1 Thema-herhaling (in het Taalboek) Deze herhalingsles is een vast onderdeel van elk thema in het Taalboek: les 19 is de

herhalingsles die volgt op de thematoets. 2 Meta-herhaling (kopieerblad) Er is echter ook een andere behoefte aan herhaling. Daarbij gaat het over

belangrijke leerstof die zich uitstrekt over de verschillende thema’s en zelfs leerjaren heen. Deze meta-herhalingslessen biedt de methode aan om naar wens in te zetten in les 20 van een thema. Taalzwakke leerlingen kunnen er gebruik van maken, maar soms is het goed om de hele groep ermee te laten werken met als doel hen ‘kilometers te laten maken’, zodat bepaalde leerstof inderdaad ingeslepen raakt, zoals de bedoeling is.

3 Alternatieve leerstof voor 2F-lessen (kopieerblad) Deze ‘meta-herhalingsbladen’ zijn vanaf groep 6 ook beschikbaar voor andere

lessen dan les 20. Vanaf groep 6 komen er 2F-lessen voor in de methode. Het is bekend dat een gemiddeld percentage van ongeveer 15% van de leerlingen het referentieniveau 2F niet aan zal kunnen. Voor deze 2F-lessen biedt Taal op maat ook herhalingslessen op niveau 1F aan. Ze zijn funderend van karakter en kunnen zelfstandig worden verwerkt.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 11238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 11 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 12: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

12 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

3 Opbouw en organisatie

3.1 Opbouw van de methode

De opbouw van Taal op maat gaat uit van eenvoud en is daardoor hetzelfde in alle leerjaren. Iedereen die met de methode werkt, weet wat er komt en kent dus de weg.

Thematische opbouwDe leerstof van een jaar is verdeeld over acht thema’s van samen 32 lesweken.Elk thema bevat twee subthema’s.Na twee volledige thema’s biedt het Taalboek een taalproject aan van één lesweek.Acht thema’s en vier projecten bieden samen voor 36 lesweken leerstof.

Thematische opbouw van leerjaar 4 tot en met 8

Thema’s Hoofd -thema

Subthema

Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Thema 1 Om je heen

• Familie• Dieren

• Wonen• Feest

• Wonen• Vervoer

• De buurt• Buurtfeest

• Verhuizen• Zuinig op je

omgeving

Thema 2 Gezond • Eten• Ziek zijn

• Sport• Dokter

• Uiterlijke verzorging

• Schoon, hygiëne

• Sport en beweging

• Buitenbeentje

• Voedingsmiddelen• Aan tafel

Project 1

Thema 3 Samen • School• Samenwerken

• Vriendschap• Pesten en

plagen

• Goede doelen

• Zorgen voor elkaar

• Regels en opvoeding

• Verliefd

• Regels buitenshuis• De burger krijgt hulp

Thema 4 Geld • Beroepen• Winkelen

• Geld• Droomberoepen

• Geld en sparen

• Helden en idolen

• Uitvinden• Kopen en

verkopen

• Imago• Geld

Project 2

Thema 5 Contact • Brieven en kaarten

• Lichaamstaal

• (Mis-) communicatie

• Geheimtaal

• Post• Internet

• Tv en film• Betrouwbaarheid

van informatie

• Nieuws en reclame• Nieuws- en

reclamemakers

Thema 6 Vrij • Afspraken maken

• Lekker (buiten) spelen

• Creatief• Vervelen

• Games en computer

• Spelletjes

• Sport• Clubs en

verenigingen

• Muziek• Avondje uit

Project 3

Thema 7 Mooi! • Dans en muziek

• Sprookjes

• Beeldende kunst

• Museum

• Theater en film

• Boeken

• Architectuur• Gedichten

• Straatkunst• Geschiedenisverhalen

Thema 8 Op reis • De speurtocht

• Op stap

• Schoolreis• Vakantie

• Pretpark• Reis om de

wereld

• Ontdekkingstocht• Tijdreis

• Ruimtereizen• Brugklasintroductie

Project 4

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 12238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 12 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 13: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

13Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

3.2 Organisatie van een thema

Een thema duurt een maand, ofwel 20 lessen.Per week zijn er 5 lessen van 45 minuten.De oneven lessen staan in het Taalboek.De even lessen in het Werkboek.

Subthema 1 loopt van les 1 tot en met 8Subthema 2 van 9 tot en met 16.Les 17 is de les voor de thematoets.Les 18 is een facultatieve les ‘Extra: Kijk op taal’.Les 19 is de Herhalings- en Verrijkingsles van het thema.Les 20 is vrij gepland en wordt in het organisatieschema ‘Differentiatieles’ genoemd. Daarin kunnen alle niveaugroepen aan eigen taken werken of begeleid worden.Zie het volgende organisatieschema van een thema.

Groep 6: 1 thema bevat 20 lessen 5 lessen per week over 4 weken

Woordenschat

10

Kijk op taal

5

Luisteren en spreken

7

Leesbevordering

8Facultatief

Kijk op taal

6Start week 2

Schrijven

4

Woordenschat

2 r re

re

r re

re

r re

re

r re

re

r re

re

Schrijven

3

Woordenschat

9

Woordenschat

1Start week 1

L b d iL b d iLeesbevordering

8Facultatief

of tussen-

toets

Overzicht rden

en schooltaal- rden

Woordenschat

10 r re

re

Woordenschat

9Woordenschat

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 13238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 13 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 14: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

14 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

Kijk op taal

15

HerhalingKijk op taal

14Facultatief

Schrijven

12

Woordenschat

10

Kijk op taal

18Facultatief

Kijk op taal

16Start week 4

Herhaling en verrijking

19

Differentiatie les*

20

Luisteren en spreken

13

Luisteren en spreken

7

Leesbevordering

8Facultatief

r re

re

r re

re

r re

re

r re

re

r re

re

Schrijven

11Start week 3

Woordenschat

9

* preteaching taalzwakke leerlingen instructie pluswerkgroep extra opdrachten

Kijk op taal

Kijk op taalKijk op taalKijk op taal

16Start week 4

Woordenschat

Toets

17

of tussen-

toets

of (deel)

vaardig-heids-toets

Luisteren en spreken

7

b d

r re

re

L b d iL b d iLeesbevordering

8Facultatief

oftussen-

toets

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 14238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 14 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 15: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

15Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

3.3 Combinatiegroepen

Met Taal op maat kunt u uitstekend lesgeven in combinatiegroepen. De methode is ervoor ontworpen. Het volgende schema maakt de lessenorganisatie in een combinatiegroep duidelijk.

Organisatieschema combinatiegroepen

Groep A Groep B

Les 1 Woordenschat TB Les 20 Differentiatieles* (fac.)

Les 2 Woordenschat WB Les 1 Woordenschat TB

Les 3 Schrijven TB Les 2 Woordenschat WB

Les 4 Schrijven WB Les 3 Schrijven TB

Les 5 Kijk op taal TB Les 4 Schrijven WB

Les 6 Kijk op taal WB Les 5 Kijk op taal TB

Les 7 Luisteren en spreken TB Les 6 Kijk op taal WB

Les 8 Lekker lezen WB (fac.) Les 7 Luisteren en spreken TB

Les 9 Woordenschat TB Les 8 Lekker lezen WB (fac.)

Les 10 Woordenschat WB Les 9 Woordenschat TB

Les 11 Schrijven TB Les 10 Woordenschat WB

Les 12 Schrijven WB Les 11 Schrijven TB

Les 13 Luisteren en spreken TB Les 12 Schrijven WB

Les 14 Herhaling KoT WB Les 13 Luisteren en spreken TB

Les 15 Kijk op taal TB Les 14 Herhaling KoT WB

Les 16 Kijk op taal WB Les 15 Kijk op taal TB

Les 17 Thematoets Kopieerblad Les 16 Kijk op taal WB

Les 18 Kijk op taal extra WB (fac.) Les 17 Thematoets Kopieerblad

Les 19 Herhaling/Verrijking TB Les 18 Kijk op taal extra WB (fac.)

Les 20 Differentiatieles (fac.) Les 19 Herhaling/Verrijking TB

Nieuwe les 1 volgend thema Les 20 Differentiatieles (fac.)

* In een combinatiegroep kunt u kinderen tijdens les 20 een zelfstandige taak geven; bijvoorbeeld kiezen voor de extra Herhalingsles.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 15238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 15 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 16: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

16 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

4 Inhoud en didactiek

4.1 Taaldomeinen

Het programma van Taal op maat bestaat uit vier taaldomeinen: • Woordenschat • Kijk op taal (taalbeschouwing) • Luisteren en spreken • Schrijven.

4.2 Referentieniveaus taal en kerndoelen

Vier taaldomeinen op vier beheersingsniveausVoor taal zijn er vier domeinen op vier referentieniveaus beschreven in het referentiekader taal dat de overheid verplicht stelt voor alle onderwijstypen van basisonderwijs tot en met vwo. De niveaus geven een opklimmende moeilijkheidsgraad in basiskennis en -vaardigheden aan. Elk fundamenteel niveau omvat het voorgaande niveau. En bij het behalen van een fundamenteel niveau bij het schoolvak taal kan het volgende niveau gezien worden als een streefniveau. Zo is 2F het streefniveau voor 1F. Om die reden spreken we in deze Handleiding niet van streefniveau maar van niveau 2F.Het referentiekader geeft een beschrijving voor de vier domeinen van taal. Dit zijn:1 Mondelinge taalvaardigheid met de drie subdomeinen gespreksvaardigheid,

luistervaardigheid en spreekvaardigheid.2 Leesvaardigheid met de twee subdomeinen: lezen van zakelijke teksten en lezen van

fictionele, narratieve en literaire teksten.3 Schrijfvaardigheid. Schrijven wordt ruim opgevat, het gaat om het produceren van

creatieve en zakelijke teksten.4 Begrippenlijst en taalverzorging. In de begrippenlijst staan begrippen en concepten die

leerlingen en docenten nodig hebben om over taal van gedachten te kunnen wisselen.Bij taalverzorging gaat het om zaken die in dienst staan van een verzorgde schriftelijke taalproductie.

Taal op maat en de referentieniveausTaal op maat is gebaseerd op de referentieniveaus voor taal. Het taalniveau 1F is het minimum waarnaar gestreefd wordt voor alle leerlingen. Maar de methode kijkt ook verder naar het 2F-niveau.In alle delen van groep 4 tot en met 8 werkt de methode aan niveau 1F, om te garanderen dat elke leerling dit niveau zo goed mogelijk beheerst en blijft beheersen. Het doorlopend onderhouden van taalvaardigheid is daarom ook een belangrijk uitgangspunt van Taal op maat. Tegelijk legt de methode de lat hoger zodat ook 2F (en soms zelfs onderdelen van 3F) tot de beschikking van leerkracht en leerling staan.Methodevolgers en taalsterke leerlingen kunnen qua niveau met Taal op maat dus uitstekend uit de voeten. Naar boven toe kent de methode nauwelijks een grens door het inzetten van de Pluswerkboeken.Aan de onderkant stelt het 1F-niveau echter wel een probleem. De commissie die het referentiekader taal en rekenen heeft ontwikkeld, merkt zelf op in haar rapport van 2009 (zie literatuurlijst) dat naar verwachting ongeveer 15% van de leerlingen van het basisonderwijs het niveau 1F niet zal aankunnen. Taal op maat biedt leerkrachten een aantal oplossingen voor deze problematiek: • Verlengde instructie, kant-en-klaar verwoord in de lesbeschrijvingen en interactief

ondersteund in de digibordsoftware. • Herhalingsstof na de thematoets: themaherhaling. Het betreft hier herhaling van

onderdelen van het thema. In het organisatiemodel is de herhaling geplaats in les 19.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 16238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 16 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 17: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

17Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

• Extra herhalingstof die de leerstof van een thema overstijgt: meta-herhaling. Deze herhaling besteedt aandacht aan belangrijke leerstof, die zo veel mogelijk zelfstandig verwerkt kan worden en mede tot doel heeft om deze stof ‘in te slijpen’. Deze ‘meta-herhalingsstof’ is onderdeel van de kopieerbladen, net als de toetsen. Er kan aan gewerkt worden in les 20 van een thema.

• Verder is er voor elke les boven referentieniveau 1F extra meta-herhaling voorhanden die er zo veel mogelijk op gericht is om de taalzwakkere leerlingen een extra mogelijkheid te geven om dichter in de buurt van 1F te komen. Het lijkt namelijk minder zinvol om hen te laten deelnemen aan lessen op bijvoorbeeld 2F-niveau, maar uiteraard is dat een keuze van de school zelf. Met deze extra-herhalingslessen is er een mogelijkheid tot differentiatie. Deze herhalingslessen worden zelfstandig verwerkt als de rest van de groep de 2F-les in Taal- en Werkboek volgt.

4.3 Woordenschat

In Taal op maat wordt aan woordenschatuitbreiding veel aandacht besteed. Les 1, 2, 9 en 10 van elk thema zijn expliciet gewijd aan woordenschat. Ook in de lessen van de andere taalvaardigheden zijn de doelwoorden van het thema verwerkt. Hierdoor komen leerlingen keer op keer in aanraking met nieuwe belangrijke woorden.Elk themablok heeft een overkoepelend thema, bijvoorbeeld Om ons heen en daar horen dan twee ondergeschikte subthema’s bij: bijvoorbeeld Verkeer en Recreatie. Per subthema worden twaalf doelwoorden aangeboden. Per totaalthema dus 24 woorden.De leerkracht kan er zelf voor kiezen om het aantal doelwoorden uit te breiden met zes of tien woorden binnen hetzelfde woordveld. Mogelijkheden daartoe worden geboden op de openingsspread voor de lesbeschrijvingen 1 en 9 in de Handleiding. Verwante doelwoorden en woordrelatieschema’s zoals woordweb, woordtrap, woordkast en woordparaplu zijn beschikbaar voor de leerkracht. NB Als de leerkracht of de school kiest voor uitbreiding van het aantal doelwoorden,

verdient het aanbeveling om de lesduur van les 1 en 9 met ongeveer tien minuten te verlengen.

Kenmerken van de leerlijn WoordenschatAndere belangrijke kenmerken van deze leerlijn zijn:• Woordenschatontwikkeling speelt in alle vaardigheden van de methode een cruciale

rol, zowel bij Kijk op taal, Luisteren en spreken als bij Schrijven.• Woordenschat is ook het ontwikkelen van strategieën om de eigen woordenschat

voortdurend uit te breiden en om betekenissen van onbekende woorden in teksten zelf te achterhalen.

• Een goede woordenschat is een voorwaarde voor het onderwijs in alle andere vakken. Daarom is er ook nadrukkelijk aandacht voor schooltaalwoorden, zoals: samenvatten, verklaren, schema, vergelijking, legenda, enzovoorts.

• Onder woorden worden in de methode ook gerekend: min of meer vaste woordgroepen, zoals uitdrukkingen en gezegdes.

• Taal op maat sluit aan bij de woordenschatdidactiek van Marianne Verhallen en Dirkje van den Nulft.

• Woorden worden nooit los aangeboden, maar altijd in een betekenisvolle context. In Taal op maat is altijd sprake van een ankerverhaal of van een ankerkijkplaat, of van beide.

• Het leren van woorden gebeurt in verschillende fases: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. Dit gebeurt in de boeken, op het digibord (onder andere taalspelletjes) en mondeling door de leerkracht in de klas.

• Er is bij de selectie van relevante woorden onder andere gebruikgemaakt van de lijst van Schrooten en Vermeer (1994) en de Woordenlijst Amsterdamse kinderen (2010).

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 17238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 17 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 18: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

18 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

• Leerlingen kunnen hun woordenschat ook buiten de boeken van de methode om uitbreiden door gebruik te maken van het adaptieve digitale woordleerprogramma Woordmaatje. Dat geldt voor leerlingen met een kleine en met een grote woordenschat, van groep 4 tot en met groep 8.

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Groep 7 – Thema 4 Geld – Week 1 87

Themawoorden en schoolwoorden

aanvankelijkEerst.

concluderenNa goed nadenken iets besluiten.

grondigHeel goed, je slaat niets over.

de installatieHet apparaat.

de lekkageAls bijvoorbeeld gas of water verdwijnt door een opening.

de maatregelIets doen waardoor het weer goed gaat.

monterenIets wat uit losse onderdelen bestaat in elkaar zetten.

nagaanOnderzoeken.

ontbreken Het is er niet, missen.

de ontploffing Een harde knal die ontstaat doordat er iets uit elkaar springt.

ontwerpenIets bedenken en tekenen.

de werkingDe manier waarop een apparaat werkt.

Lesopbouw in het TaalboekDe lessen 1 en 9 van het Taalboek starten met een verkennende opdracht waarin de leerlingen hun kennis van het subthema ophalen.Daarna start het tweede onderdeel: de semantisering van de doelwoorden door middel van het ankerverhaal of de ankerplaat. U kunt het ankerverhaal voorlezen, laten lezen of door leerlingen laten voorlezen. De doelwoorden, hun betekenis en soms een plaatje dat het woord verbeeldt, staan naast het ankerverhaal of de ankerplaat.U legt in deze fase verbanden tussen de woorden en gaat in op hun betekenissen. U presenteert situaties of contexten waarin een doelwoord een betekenisvolle functie heeft. De lesbeschrijving in de Handleiding ondersteunt u daarbij.Hierna gaan de leerlingen opdrachten maken om de woorden te consolideren.Leerlingen die al meer woorden kennen of sneller leren, kunnen de differentiatieopdrachten maken. Die laten over het algemeen de woorden toepassen in andere contexten dan die van het ankerverhaal.

Naast het leren van nieuwe woorden wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan strategieën om woorden beter te onthouden, en aan manieren waarmee een leerling zelfstandig de betekenis van onbekende woorden kan achterhalen.Aan het eind van de les reflecteren leerkracht en leerlingen op de nieuw geleerde woorden en de strategie die aangeboden is.

Lesopbouw in het WerkboekIn de Werkboekles die de volgende dag volgt op de Taalboekles consolideren de leerlingen de doelwoorden opnieuw. Vervolgens passen ze de woorden toe in vrijere contexten.

Overige lessen en hun relatie tot Woordenschat Na de Werkboeklessen Woordenschat volgen nog lessen Schrijven, Kijk op taal en Luisteren en spreken. In deze lessen komen zo veel mogelijk doelwoorden van het subthema terug.

Woordenschatlessen in de HandleidingAan de lesbeschrijving van een Taalboekles Woordenschat worden in de Handleiding steeds vier pagina’s besteed. Op de eerste twee pagina’s wordt verkleind het ankerverhaal of de ankerplaat zichtbaar gemaakt. Links ernaast worden suggesties gedaan voor de inrichting van een thematafel, passend bij het subthema.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 18238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 18 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 19: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

19Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Onder aan de pagina staan instructies voor de fases Voorbewerken en Semantiseren van de doelwoorden.Aan de linkerkant vindt u een aantal uitbreidingswoorden. U kunt ze desgewenst aan de twaalf doelwoorden van het Taalboek toevoegen om daarmee het aantal doelwoorden uit te breiden. Ze bevinden zich in het woordveld van het subthema. De woordrelatieschema’s die u erbij vermeld ziet, helpen u bij de semantisering van deze extra woorden. Op het digibord zijn deze woordrelatieschema’s, zoals de woordtrap en de woordparaplu, beschikbaar om klassikaal te kunnen gebruiken.

Op de volgende twee pagina’s van de lesbeschrijvingen volgt de beschrijving van les 1, de Woordenschatles zelf. Hier staan de directe instructie (Uitleg), de verlengde instructie en de overige aanwijzingen die van belang zijn voor het lesverloop. Als u de instructies leest, merkt u dat de methode nieuwe woorden aanleert volgens een vierfasenplan: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. Een Woordenschatles (inclusief de daarop volgende Werkboekles) schenkt aan elke fase aandacht. Voor de fase van het controleren zijn, naast de les, ook de toetsen van belang.Tevens kunt u zien dat Taal op maat in de Woordenschatlessen twee leerlijnen volgt: • Woorden en woordgroepen leren • Strategieën aanleren voor het uitbreiden van de woordenschat en het onthouden

van woorden.

In de beschrijvingen van Werkboeklessen komt u weinig instructie tegen. Het zijn ook zelfstandigwerkenlessen, waarin leerstof wordt herhaald, en geen nieuwe leerstof wordt aangeboden. Dat geldt ook voor de doelwoorden uit de Taalboekles Woordenschat. U vindt in de beschrijving van een Werkboekles uitsluitend instructie voor het starten en afsluiten van de les.

4.4 Schrijven

Taal op maat biedt schrijfvaardigheid aan in al haar facetten. Aan de orde komen bijvoorbeeld het formuleren van goede en mooie zinnen, het schrijven van een zakelijke brief en het ontwikkelen van creatief schrijven.Enkele belangrijke kenmerken van de leerlijn Schrijven zijn:• Schrijfvaardigheid is enerzijds het opbouwen van een tekstinhoud, maar anderzijds het

schrijven van goed en duidelijk geformuleerde en vloeiend lopende zinnen.• Goed schrijven is vooral goed verbeteren en herschrijven. Daarom is er aandacht

voor alle fasen van het schrijfproces, zowel voor de planning van en reflectie op schrijfproducten als voor het verbeteren van teksten. Stappenplannen zijn vast onderdeel van de schrijfdidactiek.

• Aandacht is er voor de conventies, zoals de aanhef en de groet in een (zakelijke) brief of e-mail.

• De uitleg laat de leerlingen voorbeelden van goede schrijfproducten zien en geeft handige tips, zodat ze de kunst van het schrijven kunnen afkijken.

• Schrijven doe je met pen en papier en op de computer.

De leerlijn Schrijven omvat een aantal tekstsoorten, onder andere opgesomd in het referentiekader, dat leerlingen moeten leren schrijven:

1 Fictie-teksten, zoals: • realistisch verhaal, fantasieverhaal, avontuur, historisch verhaal • dialoog, rollenspel • gedichten, met en zonder rijm.

2 Informatieve teksten, zoals: • brief, e-mail, sms-bericht • beschrijving, persoonlijk verslag, zakelijk verslag • werkstuk.

3 Instructieve teksten, zoals: • toelichting, uitleg, routebeschrijving • gebruiksaanwijzing, stappenplan • recept.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 19238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 19 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 20: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

20 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

4 Betogende teksten, zoals: • betogende brief, klachtenbrief • betoog • recensie • advertentie, reclamefolder.

Lesopbouw 1 Verkennen. Nagaan wat je al weet van de tekstsoort die centraal staat of de doelgroep

waarvoor je gaat schrijven.2 Uitleg c.q. instructie over schrijfdoel, tekstsoort en publiek of doelgroep.3 Toepassen. Schrijven van een tekst volgens een stappenplan dat het schrijfproces in

fases opdeelt en zo de totale schrijfopdracht ‘verkleint’ tot een aantal subopdrachten.4 Beoordelen en reageren. Leerlingen beoordelen de schrijftekst van hun maatje en

geven commentaar aan de hand van een beoordelingsschema.5 Schrijven van een verbeterde versie.6 Presentatie en evaluatie. Teksten nogmaals laten lezen of voorlezen en erop reageren

onder begeleiding van de leerkracht.

Formulering, spelling en interpunctieSchrijven is in de eerste plaats communiceren. In de beoordeling van een schrijftekst heeft het communicatieve aspect daarom voorrang. Daarnaast spelen andere factoren een rol. Het zijn de zogenaamde hardere onderdelen van de hoofdtaalvaardigheid Schrijven: formulering, spelling en interpunctie. Ook daar wordt in de schrijflessen en in de beoordelingsformulieren aandacht aan besteed. Het zijn meestal deze onderdelen die deel uitmaken van de thematoetsen. Het communicatieve element van een schrijftekst staat nadrukkelijk op de voorgrond in de domeintoetsen Schrijven.

Beoordeling Schrijfteksten die leerlingen maken, moeten serieus beoordeeld worden. Enkele malen per jaar neemt de leerkracht daartoe schrijfteksten in en geeft er een beoordeling voor.Een al eerder genoemde beoordeling is de evaluatie door een maatje op basis van een beoordelingsschema.Ook het presenteren van een schrijftekst (voorlezen, op het digibord laten zien) aan de hele groep en die tekst samen bespreken, is een vorm van beoordelen.Het is belangrijk dat er iets met schrijfteksten gebeurt en dat ze niet stilletjes in het schrift in de vergetelheid raken. Besteed dus serieus aandacht aan de geschreven teksten. Hang ze op, laat merken dat ze de moeite waard zijn en creëer een positieve sfeer in de reacties van u en uw leerlingen op schrijfteksten uit de groep.

4.5 Kijk op taal

Taal op maat besteedt in de leerlijn Kijk op taal aandacht aan taalbeschouwing en taalkunde. De onderwerpen variëren van de vraag wat een zin is tot dialecten en taalspelletjes.

Enkele belangrijke kenmerken van de leerlijn Kijk op taal zijn:• systematisch aandacht voor de belangrijkste begrippen uit de taalbeschouwing en

grammatica• eenvoudige uitleg met voorbeelden van mogelijk moeilijke of abstracte onderwerpen• de lessen helpen de leerlingen bij de andere vaardigheden: Woordenschat, Schrijven,

en Luisteren en spreken• aan taal kun je plezier beleven, je kunt je erover verbazen én je kunt ermee spelen.

LesopbouwKijk op taal-lessen in het Taalboek volgen de standaardopbouw van Taal op maat:verkennen, uitleg/instructie, inoefenen theorie, toepassen, evalueren.

De lessen in het Werkboek staan in het teken van herhaalde uitleg en herhaalde eenvoudige toepassing. Aan het eind van de les staan opdrachten waarin toepassing in een andere context aan de orde komt.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 20238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 20 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 21: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

21Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Programma Kijk op taalEr zijn vier subdomeinen te onderscheiden in de lessen Kijk op taal:1 Klanken: letters en leestekens.2 Woorden: lettergrepen, voorvoegsels en achtervoegsels.3 Zinnen: zinsopbouw en zinsontleding in grammaticale functies als gezegde en

onderwerp.4 Taalgebruik en taalverschijnselen: verkennen en herkennen.

Dienstbaarheid van Kijk op taalKijk op taal heeft geen functie in zichzelf. Het staat in dienst van de talige communicatie. De begrippen die je leert bij Kijk op taal stellen de leerlingen in staat om gerichter over taal en communicatie te spreken. Schrijven, spreken en luisteren en ook spelling hebben de leerstof van Kijk op taal nodig.

Extra les Kijk op taalLes 18, een Werkboekles, is een facultatieve les Kijk op taal. Deze besteedt aandacht aan onderwerpen op het gebied van taalkunde en taalbeschouwing die niet in het basisprogramma zitten, maar wel kennis van en inzicht in taalverschijnselen bevorderen. Verwondering en plezier vormen in deze lessen de basis voor kennis en inzicht. Bijvoorbeeld: voor- en achternamen, pictogrammen, kenmerken van dialecten, de herkomst van woorden, enz.De stof van deze facultatieve les, net zoals overigens de les Lekker lezen, maakt geen onderdeel uit van de thematoets en kan naar eigen inzicht op het programma worden gezet of worden overgeslagen.

4.6 Luisteren en spreken

Drie vaardigheden worden behandeld in het onderdeel Luisteren en spreken: luistervaardigheid, spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid.

De leerlijn Luisteren en spreken besteedt aandacht aan:• begrijpend luisteren naar verhalen, instructies en gesprekken• sociaal-communicatieve vaardigheden bij gesprekken, zoals elkaar laten uitpraten, het

stellen van vragen en doorvragen• non-verbale communicatie • het formuleren van goede zinnen met een gevarieerde woordenschat• het houden van een spreekbeurt of presentatie.

DoelenTaal op maat wil leerlingen leren: • Zich beter, doelgerichter uit te drukken. • Beter te luisteren, met oor en oog, en actief te luisteren door het stellen van vragen

en het werken met lichaamstaal. • Communicatie beter te begrijpen. Hoe verloopt een gesprek? Wat is het effect

van een vraag? Van stilte? Van concentratie op het gespreksonderwerp of gebrek daaraan?

LeerlijnDe leerlijn Luisteren en spreken omvat onder meer:1 Informatief spreken: beschrijven, verslag doen, informatie geven in een bepaalde

context, telefoneren.2 Instructief spreken: instructies geven, uitleggen.3 Mondeling betogen: verkopen, aanprijzen, debatteren.4 Expressief spreken: vertellen, voordragen, acteren, mimiek, gebaren, lichaamshouding.

LesopbouwQua opbouw is een les Luisteren en spreken gelijk aan die van een schrijfles.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 21238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 21 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 22: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

22 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

4.7 Lekker lezen

Taal op maat biedt elk thema een facultatieve les Lekker lezen aan (les 8). Deze les is onderdeel van het Werkboek en het is dus een zelfstandig werken-les. Deze lessen geven leerlingen toegang tot nieuwe werelden en brengen andere culturen, tijden en ideeën dichterbij. De leerlijn Lekker lezen wil leerlingen laten kennismaken met het lezen van fictie en non-fictie. Beleving, identificatie en verbeelding zijn de kernbegrippen in deze kennismaking. In de bovenbouw wordt in deze leerlijn de stap naar jeugdliteratuur gezet.

Andere belangrijke kenmerken van de leerlijn Lekker lezen zijn:• een grote variatie aan teksten: jeugdliteratuur en poëzie, fictie en non-fictie,

serieboeken en stripverhalen• leesteksten sluiten nauw aan bij de belevingswereld van het kind• het lezen staat centraal, het maken van opdrachten is slechts een ondersteunend

middel • nadruk op het herkennen van personages, tijd, ruimte en beeldspraak (figuurlijk

taalgebruik)• het ontwikkelen van een persoonlijke voorkeur voor bijvoorbeeld een bepaalde

fictievorm of auteur.

Les8 Extra: Lekker lezen

Groep 7 – Thema 2 Gezond – Week 234

Je leert • wat een realistisch verhaal is.

Realistische verhalenSommige verhalen zijn realistisch. Dat betekent dat ze over echte mensen en gebeurtenissen gaan. Dat is iets anders dan fantasieverhalen. Fantasieverhalen gaan over mensen en dingen die niet echt zijn.

Uitleg

A Lees het verhaal.

Bezoek

Toptennisser Tim (12) ligt geblesseerd in het ziekenhuis.

Alles voor niets. De trainingen, het afzien. Studeren met een hoofd dat nog zwaar was van de inspanning. Het reizen, het wachten, de teleurstellingen. En oh, de ruzies thuis, die ellende. Allemaal voor niets? Tim lag op zijn rug in een hoog wit ziekenhuisbed en keek zijn arts wanhopig aan. ‘Wat wij niet begrijpen, is dat je het zo lang hebt volgehouden met die gescheurde spier.’ De dokter hield een röntgenfoto tegen het licht en schudde verbaasd zijn hoofd. ‘Je moet verschrikkelijk veel pijn hebben gehad.’Tim knikte. ‘Ik slikte aspirines,’ zei hij, ‘soms wel acht per dag.’ ‘Ja, ja.’ De dokter legde de foto op een tafeltje en leunde met zijn armen op het uiteinde van Tims bed. ‘Daarmee heb je jezelf mooi de das omgedaan. Doordat je je pijngrens hebt verlegd, kon de scheur steeds groter worden. Nu ziet het er niet zo mooi uit. Die schouder zal altijd een zwakke plek blijven.’‘Maar de vorige keer is het toch ook overgegaan?’‘Ja, maar toen heb je het niet zo ver laten komen.’‘Het kan niet!’ Tim kwam overeind, maar viel onmiddellijk terug in zijn kussen. Tranen brandden achter zijn ogen. De dokter sloeg zijn armen over elkaar. ‘Ik zeg niet dat je nooit meer kunt tennissen, maar of je ooit je oude niveau zult halen, daar durf ik geen voorspelling over te doen.’

Uit: Topspin, Leny van Grootel

1

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 22238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 22 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 23: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

23Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

5 Differentiatie

5.1 Differentiatie in Taal- en Werkboek

Taal op maat hanteert het model van convergente differentiatie. De hele groep streeft per jaar, per thema en per les dezelfde doelen na en daarbij wordt extra oefenstof, instructie en verrijking aangeboden voor de leerlingen die daaraan behoefte hebben. Voor de taalsterke leerlingen die de compacte route volgen is er sprake van divergente differentiatie: voor deze groep zijn extra doelen toegevoegd in de plusboeken. Het differentiatiemodel van Taal op maat laat zich eenvoudig uitleggen aan de hand van dit schema:

Differentiatiemodel Taal- en WerkboekTaalzwakke leerlingen Opdracht 1 t/m 4 Verlengde instructieMethodevolgers Opdracht 1 t/m 4 Opdracht 5 tempodifferentiatieTaalsterke leerlingen Opdracht 1 t/m 5 Opdracht 6 niveaudifferentiatie

Taalsterke leerlingen Opdracht 1, 3, 5, 6 Compacte route

5.2 Differentiatie met behulp van pluswerk

Voor leerlingen die de compacte route volgen en goed scoren op de toetsen is er het Pluswerkboek om zelfstandig uit te werken.

5.3 Differentiatie met behulp van extra herhalingslessen

Naast een Pluswerkboek voor de taalsterke leerlingen biedt de methode extra materiaal voor taalzwakke leerlingen. Er is per thema een herhalingsles die de leerstof van het thema na de toets herhaalt. Aan deze les kan gewerkt worden in les 19. Daarnaast zijn er herhalingsbladen die de essentiële onderdelen van de leerstof bevatten en over de grenzen van het thema heengaan. Deze bladen kunnen ingezet worden tijdens les 20 in de themaplanning.

Alternatief voor 2F-lessenDergelijke herhalingsbladen zijn er ook vanaf groep 6 als alternatief voor lessen die niveau 1F overstijgen. Kinderen die dit niveau niet aankunnen, werken tijdens deze lessen zelfstandig aan deze funderende herhalingsbladen. (Zie ook Kopieerbladen.)

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 23238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 23 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 24: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

24 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

6 Pluswerk in de praktijk

6.1 Plusleerlingen

In het Pluswerkboek Taal op maat is leerstof opgenomen voor de taalsterke leerlingen.Wie zijn zij? Zij halen uitstekende resultaten bij de thematoetsen en zij werken snel door de Taal- en Werkboekstof heen. In principe leggen plusleerlingen de compacte route door de basisstof af, omdat u al gemerkt heeft dat de Taal- en Werkboekstof hen onvoldoende uitdaagt. In elke groep komen wel enkele van deze leerlingen voor. Pluswerk zorgt voor een aparte leerroute voor taalbegaafde leerlingen én houdt hen binnen de groep.

6.2 Zelfstandig werken aan plustaken

Taal op maat heeft voor taalbegaafde leerlingen een Pluswerkboek gemaakt, waar zij zelfstandig uit kunnen werken. Uit het organisatieschema (hoofdstuk 3) blijkt dat er geen ruimte is voor extra instructie aan deze kleine groep leerlingen. Zij moeten dus zelfstandig aan de taken van het Pluswerkboek kunnen werken. Daarop zijn de transparante opbouw van de taken, de heldere formulering van de uitleg en de praktische opzet van de opdrachten afgestemd. Bovendien moet daarbij bedacht worden dat het om keuzetaken gaat: leerlingen kiezen zelf de taken die hen aanspreken en dat houdt in dat ze bepaalde taken ook kunnen overslaan, bijvoorbeeld als die te moeilijk blijken. Omdat ook taalsterke leerlingen behoefte hebben aan begeleiding en feedback kan de leerkracht in les 20 een moment inplannen om deze groep feedback geef te geven.

6.3 Wat houden plustaken in?

Per thema van Taal- en Werkboek biedt het Pluswerkboek vier taken aan: twee kleine en twee grote taken. In totaal bieden ze ongeveer twaalf lesuren per thema uit Taal- en Werkboek aan. Ze borduren niet voort op het onderwerp van het Taalboekthema, maar kunnen overal over gaan. Als hun klasgenoten aan een bepaald basisthema werken, maken de plusleerlingen taken van het plusthema met hetzelfde nummer. Basisthema en plusthema vormen dus een organisatorische eenheid, geen thematische eenheid.Plustaken nemen het geleerde in Taal- en Werkboek, zo als basis, (kennis, strategieën en vaardigheden), om die op een natuurlijke manier te verdiepen en uit te breiden. In een leerjaar wordt geen voorsprong genomen op leerstof die verderop in het jaar of in het volgende leerjaar op het programma staat.

Plustaken gaan over lezen, schrijven en kijk op taal, bovendien combineren ze soms grammatica en spelling. Veel taken bevatten een creatieve component, maar er zijn ook taken die tot doel hebben om met deze leerlingen basisvaardigheden (bijvoorbeeld zinsontleding) in te slijpen. Ook voor hen geldt dat basiskennis en basisvaardigheid op het gebied van taal onderhouden moeten worden.

Inhoud

Thema

1Taak 1 1F Leestekens en hoofdletters 6

Taak 2 1E Categorieën 8

Taak 3 1E Dieren- en mensentaal 10

Taak 4 2E Actie reuzenpanda 14

Thema

2Taak 1 1F Nieuwe woorden 18

Taak 2 1F Onzinverhaal 20

Taak 3 1E Rebus 22

Taak 4 1E Vriendenboek 26

Thema

3Taak 1 1F IJ of ei? 30

Taak 2 1E De weg wijzen 32

Taak 3 1E Beste Nick en Simon 34

Taak 4 1F 2F Woordsoorten-kwartet 38

Thema

4Taak 1 1F Meervouds -vormen 42

Taak 2 1F Karikatuur 44

Taak 3 1F Kettingverhaal 46

Taak 4 1E Carnavalskraker 50

Thema

5Taak 1 1F Krantenkoppen 54

Taak 2 1F Fantasieverhaal 56

Taak 3 1F Een ‘onmogelijk’ gedicht 58

Taak 4 1E Koop mij! 62

Thema

6Taak 1 1E Woordketting 66

Taak 2 2E Engelse voorzetsels 68

Taak 3 1F Lezen en beleven 70

Taak 4 1F Biografie 74

Thema

7Taak 1 1E Palindromen 78

Taak 2 1E Sms-gedichten 80

Taak 3 1E Woorden-boekspel 82

Taak 4 1E Filosofie 86

Thema

8Taak 1 1F Hoofdletters 90

Taak 2 1E Naamdicht 92

Taak 3 1E Stedennamen 94

Taak 4 2E Mythe 98

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 24238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 24 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 25: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

25Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Hoe kiest een leerling een plustaak?Keuzecriteria van een leerling voor een taak in het Pluswerkboek zijn: het onderwerp van de taak, de tijd die ervoor benodigd is, of er samengewerkt wordt bij de taak en het niveau. Bij elke taak staat bovendien vermeld op welk talent een taak het grootste beroep doet: verstand, gevoel, sociale vaardigheid of creativiteit. Kinderen wordt dus veel handvatten geboden om een goede keuze te kunnen maken.

Combi-taakSchrijven

Groep 5 – Thema 16

Kijk op taalLezen

Leestekens en hoofdletters

Tijd: Niveau: 1F Deelnemers: Talentkleur:

Je leert • leestekens en hoofdletters gebruiken.

A Lees de tekst.

wat is een gezonde kleur karel verbaan en pauline aartsen onderzoeken het effect van kleuren op je nachtrust hun onderzoek laat een rustgevende werking van groen zien in een groene slaapkamer slaap je beter dan in een paarse slaapkamer iedereen zou zijn kamer groen moeten schilderen hou jij niet van groen dat is geen probleem met je ogen dicht zie je toch geen kleuren

B Hoe maak je deze tekst beter leesbaar?

Leestekens en hoofdlettersLeestekens en hoofdletters zorgen ervoor dat je een tekst makkelijker leest.Iedere zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.Ook de namen van mensen en dieren beginnen met een hoofdletter.

Anna Bakker heeft een hond die Rakker heet.

Uitleg

A Hieronder zie je de tekst van opdracht 1A nog een keer. Plaats de leestekens.

1 Zet punten op de goede plaatsen. 2 Zet vraagtekens op de goede plaatsen.

wat is een gezonde kleur karel verbaan en pauline aartsen onderzoeken het effect van kleuren op je nachtrust hun onderzoek laat een rustgevende werking van groen zien in een groene slaapkamer slaap je beter dan in een paarse slaapkameriedereen zou zijn kamer groen moeten schilderen hou jij niet van groen dat is geen probleem met je ogen dicht zie je toch geen kleuren

1

2

Taak

1.1

dχo•o§rŸ ◊lÇeÑe®s¡tÑeflºıkÇeflºÓn¶s (p¶uŸºÓn»tÑeflºÓnŸ, Óvørχaχaχg⁄tÑeflºıkÇeflºÓn¶sdÏ oorŸ lÇeÑe®s¡tÑefl kÇefl n¶s (p¶uŸ n»tÑefl nŸ, v rÏ aÏ aÏ g⁄tÑefl kÇefl n¶sÅeflºÓnŸ u¶i»tflñrχo£e®p»tÑeflºıkÇeflºÓn¶s) ÅeflºÓnŸ ◊hχo•oßfμdŸºılÇeÀtÀtÑeflñr¶s ¿tÑefl efl nŸ u¶i»tfl rÏ o e®p»tÑefl kÇefl n¶s) efl nŸ hÏ oo fdŸ lÇeÀtÀtÑefl r¶s tÑefl

g⁄

gœeflºıbør¶u¶iŸºıkÇeflºÓnŸgœefl b r¶u¶iŸ kÇefl nŸ

? . . ..? ..

Hoeveel tijd heeft de leerling voor de plustaken?We drukken de beschikbare tijd voor plustaken uit in lesuren, omdat dat de eenheid is waarin leerlingen denken. Voor de plustaken bij een thema zijn gemiddeld twaalf lesuren beschikbaar, dat wil zeggen 12 x 45 minuten.De lestijd die een plusleerling beschikbaar heeft, is de tijd die hij overhoudt door sneller door de stof van het Taal- en Werkboek heen te gaan*. Dat is natuurlijk per leerling verschillend. Het kan bijvoorbeeld om zes lesuren gaan, om acht of om twaalf. De verwachting is dat er voor de meeste plusleerlingen tussen de zes en tien uur aan gespaarde tijd beschikbaar is. Voor elke leerling vallen er dus keuzes te maken uit de vier beschikbare taken. Vervolgens is de planning van elke plustaak een zaak van de leerling zelf. De tijd die een taak gemiddeld vergt, staat aan het begin van de taak vermeld als richttijd. Er zijn taken van een lesuur tot taken van maximaal vijf lesuren.

* Voor scholen die naast Taal op maat ook Spelling op maat gebruiken, kan het Pluswerkboek Taal ook ingezet worden als plusstof bij de spellingmethode, waarin deze leerlingen ook sneller werken dan gemiddeld. De Pluswerkboeken bevatten, naast taaltaken, taken die grammatica en spelling geïntegreerd aanbieden.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 25238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 25 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 26: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

26 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

6.4 Begeleiding van pluswerk

De taken zijn zodanig van opzet dat ze zelfstandig te verwerken zijn. Toch zullen er verzoeken tot hulp of instructie komen, waar de leerkracht eigenlijk geen tijd voor heeft. Aan een verzoek om hulp of begeleiding kan de leerkracht tegemoet komen, maar een verzoek om (uitgebreidere) instructie vergt te veel tijd. Op dergelijke verzoeken zijn twee reacties mogelijk: • u geeft toch een korte instructie • u vraagt de leerling om een makkelijkere of duidelijkere taak te kiezen.

Die laatste reactie is geen zwaktebod: er kunnen andere taken gekozen worden en u heeft vaak geen tijd voor instructie bij plustaken.

Er zijn twee manieren om zelfstandig werken mogelijk te maken:1 In les 20 van elk thema spreekt u met uw plusleerlingen de taken van het komende

plusthema door.2 U koppelt bepaalde plusleerlingen aan elkaar, zodat ze samenwerkend taken en

theorie kunnen interpreteren.

6.5 Eindproducten van de plustaken

Regelmatig leidt een taak tot een eindproduct: een fictietekst, een onderzoeksverslag, een poster enzovoort. Deze producten verzamelt de leerling eventueel in een taalportfolio. Dit portfolio kan vervolgens periodiek worden beoordeeld. Er kan een oordeel van de leerkracht gegeven worden over het gehele portfolio (uitvoering, overzichtelijkheid, verzorging) of over een beperkte keuze van bepaalde eindproducten. Die keuze kan de leerkracht bepalen, maar de leerling kan ook een voorkeur uitspreken voor producten die hij graag zou willen bespreken. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat elk eindproduct door de leerkracht beoordeeld wordt. Bij veel taken is het proces belangrijker dan het eindproduct. In die gevallen is de evaluatiefase van de plustaak daar dan ook op gericht.Daarnaast zijn beoordelingen door klasgenoten mogelijk. Van de beoordelingsformats die achter in de Pluswerkboeken staan, kunnen zowel leerlingen als de leerkracht gebruik maken.

Naast papieren eindproducten leiden plustaken ook tot presentaties. Meestal vermeldt de plustaak dat een presentatie gegeven moet worden aan enkele medeplusleerlingen. Het is natuurlijk ook mogelijk dat een potentieel boeiende presentatie gegeven wordt aan de hele groep. Ook daarvoor zou in les 20 van een thema een plek ingeruimd kunnen worden. Presentaties geven uiteraard een goede mogelijkheid tot een zinvolle beoordeling van de plustaak in kwestie.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 26238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 26 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 27: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

27Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

7 Opbrengsgericht werken

7.1 Wat is opbrengstgericht werken?

DefinitieOpbrengstgericht werken houdt in dat een school systematisch en doelgericht werkt aan het verbeteren van de leerprestaties van de leerlingen en de effectiviteit van het onderwijs. De school stelt doelen ten aanzien van de leerprestaties, richt het onderwijsprogramma en -proces daarop in, meet de opbrengsten, analyseert en interpreteert de gegevens en stelt afhankelijk van de resultaten het onderwijsprogramma bij. Omdat de kernvakken taal en rekenen een belangrijke rol spelen in het basisonderwijs, ligt de nadruk van opbrengstgericht onderwijs allereerst op deze basisvaardigheden.

Taal op maat en opbrengstgericht werkenDe nieuwe editie van Taal op maat is ontwikkeld vanuit het gedachtegoed van opbrengstgericht werken. Het directe-instructiemodel is leidend geweest. Ook is zorgvuldig gekeken naar de relaties die bestaan tussen lessen, toetsen, evaluatie en remediëring.

7.2 Evaluatie, reflectie en toetsing

Evaluatie, reflectie en toetsing vindt in Taal op maat doorlopend plaats. Aan het begin van een les uit het Taalboek ontdekt de leerling wat hij al kan en blikt de leerling vooruit op wat hij gaat leren. Aan het eind van iedere les evalueert de leerling door te controleren of het doel bereikt is.

ThematoetsenElk thema bevat een diagnostische thematoets (les 17) over de domeinen Woordenschat en Kijk op taal. Deze diagnostische toets laat zien in welke mate de groep en de individuele leerling de aangeboden stof beheerst. In de meeste thematoetsen, met name in de lagere leerjaren, komen overwegend reproductieve vragen voor of vragen die getrainde, dus bekende, toepassingen toetsen. Als gevolg daarvan is het moeilijk te diagnosticeren of een leerling over inzichtelijke capaciteiten beschikt. Taal op maat wil dat op dit punt toetsen wel een indicatie bieden en verdeelt een thematoets daarom in twee delen: basisvragen en extra vragen.

In de extra vragen komt toepassing van kennis en vaardigheid in niet getrainde contexten voor en beantwoorden leerlingen ook inzichtvragen. Deze extra vragen kunnen betrekking hebben op de niveaudifferentiatieopdrachten aan het eind van de lessen; basisvragen volgen uitsluitend de basisopdrachten van de lessen. Basisvragen zijn bijna altijd gesloten van karakter, bij de extra vragen kan de vraagstelling opener zijn.De toets wordt nagekeken en beoordeeld door de leerkracht. Per toets wordt de volgende normering aangehouden:

Beoordeling thematoets Vervolg

Basis ExtraWoordenschat Kijk op taal

10 10 + verrijkingsles9 9 + verrijkingsles8 8 + verrijkingsles7 7 + verrijkingsles6 6 + herhalingsles5 5 + herhalingsles4 4 + herhalingsles

Voor de leerkracht wint de thematoets hiermee aan diagnostische kracht: hij kan in zijn diagnose van de prestaties van een leerling in het kernvak taal voortaan differentiëren tussen reproductie en getrainde toepassing enerzijds en nieuwe toepassingen en inzichten anderzijds.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 27238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 27 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 28: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

28 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

Voor het hele team is nu duidelijk dat een leerling, die voor taal regelmatig goed op de plusvragen scoort, over inzicht beschikt, ongeacht zijn cijfer voor de basisvragen. Waardevolle informatie voor teambesprekingen en rapportages aan ouders en de leerling zelf. Het is in principe de bedoeling dat methodevolgers en taalsterke leerlingen de extra vragen maken. Taalzwakke leerlingen kunnen deze vragen overslaan, als daar schoolbreed afspraken over worden gemaakt.

DomeintoetsenNaast thematoetsen biedt de methode een aantal domeintoetsen voor Kijk op taal, Schrijven en Luisteren en Woordenschat. Zij geven een longitudinaal beeld van de prestaties van een leerling binnen een domein. Zij toetsen niet de specifieke leerstof van een domein op korte termijn (vier weken), maar over thema’s en zelfs leerjaren heen het niveau dat een leerling in dat domein heeft bereikt. Zij zijn verwant aan Cito- domeintoetsen en in die zin bereiden zij ook op dit soort toetsen voor.

Controle woordenschatVoor het domein Woordenschat is er in de digibordsoftware een kleine tussentoets Woordenschat ingebouwd. Deze kan afgenomen worden tijdens les 8 van een thema en toetst de woordenschat van het eerste subthema en die van het thema ervoor. Deze toets kan het karakter krijgen van een check voor de leerling zelf: ken ik deze woorden nu? Aan deze kleine toets kan naar wens meer gewicht gegeven worden als de antwoorden worden aangekruist op antwoordblaadjes die worden ingenomen en nagekeken door de leerkracht.

7.3 Cito-M-toetsen, Cito-E-toetsen en de methodetoetsen

Binnen Taal op maat zijn de thematoetsen, domeintoetsen en Cito-toetsen op elkaar afgestemd in de volgende cyclus van opbrengstgericht werken. Zie hieronder. Mocht uw school alleen thematoetsen willen gebruiken, dan denkt u de domeintoetsen weg uit dit schema.

NovemberBijstelling

groepsplan na thematoets 2 en

domeintoetsLuisteren 1

AugustusStart groepsplan

op basis van Cito-E+

methodetoetsenvorig schooljaar

MeiBijstelling

groepsplan na thematoets 6 en

domeintoetsLuisteren 2

FebruariNieuw groepsplanna thematoets 4en domeintoets

Schrijven 1Woordenschat 1

Cito-M

Nieuw groepsplan na thematoets 8 en domeintoets

Schrijven 2Woordenschat 2

Cito-E

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 28238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 28 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 29: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

29Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Zoals u in het schema kunt zien, begint het schooljaar met een groepsplan voor taal op basis van de resultaten aan het einde van het vorige schooljaar. In bijvoorbeeld groep 6 bepalen de Cito-toetsen E5 en de laatste thematoets van Taal op maat de beginsituatie van een leerling. Na de tweede thematoets (november) kunt u het groepsplan vervolgens bijstellen. De vierde thematoets wordt in dezelfde periode afgenomen als de Cito-M toetsen (februari). Naar aanleiding van deze toetsen kunt u een nieuw groepsplan maken. Dit groepsplan kan ook weer aangepast worden na de zesde thematoets in mei.

De achtste thematoets valt in dezelfde periode als de Cito-E toetsen (einde schooljaar). Op basis van deze uitkomsten wordt het concept-groepsplan voor het volgende schooljaar gemaakt. Aan het eind van groep 8 wordt de Cito-Eindtoets afgenomen. Deze eindtoets toetst onder andere de beheersing van het landelijk referentieniveau 1F voor taal.

7.4 Remediëring

Remediëring vindt onder andere plaats in de thema-herhalingsles, les 19. In de facultatieve les 20 kunnen voor taalzwakke leerlingen overkoepelende herhalingslessen worden ingezet die verder teruggrijpen dan de leerstof van een bepaald thema. Zo gauw er sprake is van lessen boven referentieniveau 1F zijn er eveneens meta-herhalingslessen beschikbaar op een funderend niveau, die zelfstandig kunnen worden gemaakt. Maar ook digitaal is er voor leerlingen voldoende remediërend materiaal. Er is een speciale digitale woordenschattrainer, het Woordmaatje, waarbij leerlingen woorden in hun context oefenen. Voor het onderdeel Kijk op taal biedt de methode geen aparte software, omdat die op de meeste scholen ruimschoots aanwezig is. We verwijzen bijvoorbeeld naar de software van Ambrasoft.In de digibordsoftware zijn verschillende tools (in spelvorm) opgenomen waarmee remediërend gewerkt kan worden bij achterstanden in woordenschat, zinsontleding en woordbenoeming.

7.5 Groepsplannen

In groepsplannen worden verschillende taalniveaus onderscheiden. Binnen Taal op maat zijn vier leerroutes voor drie verschillende groepen leerlingen beschikbaar. Deze leerroutes krijgen een plek in het groepsplan.

Taal op maat is ontwikkeld voor het werken met groepsplannen, niet alleen door het onderscheid in vier niveaugroepen, maar ook door elke les cyclisch op te bouwen met een lesdoel (vooruitblik), uitleg en evaluatie (terugblik).

De methode biedt op www.taal-op-maat.nl formats voor een groepsoverzicht en een groepsplan ter ondersteuning voor u en uw team.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 29238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 29 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 30: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

30 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

8 Leerstofoverzichten

Thema Subthema’s Woordenschat Schrijven

1 Om je heen Wonen • Woorden leren bij het thema wonen. 1F

• Onthouden door tekenen of opschrijven. 1F

• Uitnodiging schrijven.

1F

Vervoer • Woorden leren bij het thema vervoer. 1F

• Betekenis afleiden uit de context. 1F

• Duidelijke zinnen schrijven.

1F

2 Gezond Uiterlijk verzorging

• Woorden leren bij het thema uiterlijke verzorging.

1F• Betekenis onthouden met

synoniemen. 1F

• Alinea’s herkennen. 2F

Schoon, hygiëne • Woorden leren bij het thema schoon, hygiëne.

1F• Leren wat figuurlijk

taalgebruik is. 1F

• Inleiding en slot schrijven.

2F

3 Samen Goede doelen • Woorden leren bij het thema goede doelen. 1F

• Woorden onthouden met tegenstellingen. 1F

• Het middenstuk van een tekst schrijven. 2F

Zorgen voor elkaar

• Woorden leren bij het thema zorgen voor elkaar. 1F

• De betekenis van woorden ontdekken. 1F

• Een flyer schrijven.

1F 2F

4 Geld Geld en sparen • Woorden leren bij het thema geld en sparen. 1F

• Woorden onthouden door er een zin mee te maken. 1F

• Informatie of een mening geven in een tekst. 1F 2F

Helden en idolen • Woorden leren bij het thema helden en idolen. 1F

• De betekenis van een woord opzoeken. 1F

• Iemand overhalen of iets uitleggen in een tekst. 2F

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 30238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 30 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 31: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

31Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Luisteren en spreken Kijk op taal Kijk op taal – Herhaling Extra

• Luisteren om een mening te geven. 1F 2F

• Persoonsvorm en onderwerp herkennen. 1F

• Gezegde herkennen. 1F

• Lekker lezen: Leren wat een klassieker is. 2F

• Leren wat een discussie is. 1F

• Leren discussiëren. 1F

• Sterke en zwakke werkwoorden vervoegen.

1F

• Oefenen met onderwerp, persoonsvorm en gezegde. 1F

• Oefenen met lidwoorden en zelfstandige naamwoorden. 1F

• Kijk op taal: Leren dat er in Nederland verschillende talen en dialecten zijn. 1F

• Interview voorbereiden en houden. 2F

• Kennismaken met het aanwijzend voornaamwoord.

• Lekker lezen: Fictie en informatieve boeken herkennen. 1F

• Instructie uitvoeren. 1F • Kennismaken met

het persoonlijk voornaamwoord.

• Oefenen met het aanwijzend voornaamwoord en het bijvoeglijk naamwoord. 1F

• Kijk op taal: Nadenken over de taal van kleding. 1F

• Samen een besluit nemen. 1F

• Zinnen samenvoegen met voegwoorden. 1F

• Lekker lezen: Pictogrammen van boeken begrijpen 1F

• Duidelijk leren spreken. 1F

• Meer voegwoorden leren. 1F

• Oefenen met sterke en zwakke werkwoorden en voegwoorden. 1F

• Kijk op taal: Leren wat neologismen zijn.

• Informatie halen uit een gesprek. 1F

• De persoonsvorm vinden. 1F

• Lekker lezen: Actie en drama in een verhaal herkennen. 1F

• Iets duidelijk beschrijven. 1F

• Het voltooid deelwoord leren. 1F

• De persoonsvorm vinden. 1F

• Voegwoorden gebruiken.

1F

• Kijk op taal: Leren wat een groepstaal is.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 31238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 31 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 32: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

32 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

Thema Subthema’s Woordenschat Schrijven

5 Contact Post • Woorden leren bij het thema post. 1F

• De betekenis onthouden van nieuwe woorden. 1F

• Leren wanneer je u of jij schrijft. 1F 2F

Internet • Woorden leren bij het thema internet. 1F

• De betekenis vinden van een onbekend woord. 1F

• E-mail schrijven aan een onbekende. 1F 2F

6 Vrij Games en spel • Woorden leren bij het thema games en computer. 1F

• Betekenis van een werkwoord opzoeken in een woordenboek. 1F

• Het verschil leren tussen spreektaal en schrijftaal.

Spelletjes • Woorden leren bij het thema spelletjes. 1F

• Leren wat uitdrukkingen zijn en hoe je de betekenis in een woordenboek kunt vinden. 1F

• Een tekst verbeteren. 1F

7 Mooi! Theater en film • Woorden leren bij het thema theater en film. 1F

• Het woordenboek gebruiken. 1F

• Je mening geven. 2F

Boeken • Woorden leren bij het thema boeken. 1F

• Woorden leren onthouden. 1F

• Reageren op een stelling op een internetforum.

8 Op reis Pretpark • Woorden leren bij het thema pretpark. 1F

• Informatie uit een woordenboek halen. 1F

• Iemand begroeten in een e-mail. 1F

Reis om de wereld • Woorden leren bij het thema reis om de wereld. 1F

• Spreekwoorden leren. 1F

• Een e-mail of kaartje schrijven.

1F

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 32238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 32 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 33: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

33Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

Luisteren en spreken Kijk op taal Kijk op taal – Herhaling Extra

• Het doel van de spreker herkennen. 2F

• Leren wat afkortingen zijn.

• Lekker lezen: De ik-vorm of de hij- of zij-vorm herkennen.

1F 2F

• Argumenten bedenken voor een discussie. 1F

• De voltooide en de onvoltooide tijd herkennen. 1F

• Afkortingen gebruiken.• Oefenen met persoonlijke

voornaamwoorden.

• Kijk op taal: Tekstberichtjes maken via internet.

• Argumenten voor en tegen een stelling herkennen. 2F

• Engelse woorden in de Nederlandse taal herkennen.

• Lekker lezen: Figuurlijk taalgebruik herkennen in gedichten. 2F

• Duidelijk en begrijpelijk uitleggen.

• Telwoorden herkennen.

• Engelse woorden in de Nederlandse taal herkennen

• Oefenen met de voltooide en onvoltooide tijd. 1F

• Kijk op taal: Taalspelletjes spelen.

• Reclametaal herkennen.

1F

• De directe rede opschrijven. 1F

• Lekker lezen: Leren wat serieboeken zijn. 1F

• Laten merken dat je het eens/oneens bent. 1F

• De directe rede veranderen in indirecte rede. 1F

• Schrijven in de directe rede. 1F

• Oefenen met telwoorden. 1F

• Kijk op taal: Leren hoe gedichten een verhaal vertellen.

• Argumenten voor of tegen een mening bedenken. 1F

• Kennismaken met samengestelde zinnen. 1F

• Lekker lezen: Ontdekken waar en wanneer een verhaal zich afspeelt. 1F

• Een eenvoudige samenvatting maken. 2F

• Hoofdletters bij aardrijkskundige namen zetten. 1F

• Oefenen met samengestelde zinnen.

• Oefenen met directe en indirecte rede. 1F

• Kijk op taal: Leren wat beeldtaal is.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 33238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 33 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 34: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

34 Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

9 Extra achtergrondinformatie onlineOp de website www.taal-op-maat.nl vindt u extra achtergrondinformatie over uitgangspunten en werkwijze van Taal op maat. Deze informatie zal regelmatig geactualiseerd worden.Ook kunt u hier digitale registratiebladen vinden en antwoordenbladen bij het Taalboek voor de leerlingen die de compacte route volgen en hun eigen werk moeten kunnen nakijken.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 34238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 34 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 35: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

35Taal op maat – Handleiding 6 Algemene inleiding

© N

oo

rdh

off

Uit

gev

ers

bv

10 Literatuurlijst

• Aarnoutse, C. & Verhoeven, L. (2003), Tussendoelen gevorderde geletterdheid. Een leerlijn voor groep 4 tot en met 8. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

• Actieplan ‘Basis voor presteren’. Inspectie van het Onderwijs (2012), Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2011).

• Bakx, A., Ros, A. & Teune, P. (2012), Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen, Bussum: Coutinho.

• Beernink, R., Koeven, E. van & Vreman, M. (2010), Taaldidactiek, Utrecht: ThiemeMeulenhoff.

• Bonset, H. & Hoogeveen, M. (2007), Schrijven in het basisonderwijs. Een inventarisatie van empirisch onderzoek in het perspectief van leerplanontwikkeling, Enschede: SLO.

• Bonset, H. & Hoogeveen, M. (2010), Taalbeschouwing. Een inventarisatie van empirisch onderzoek in basis- en voortgezet onderwijs, Enschede: SLO.

• Bonset, H. & Hoogeveen, M. (2010), Woordenschatontwikkeling in het basisonderwijs. Een inventarisatie van empirisch onderzoek. Enschede: SLO.

• Bonset, H. & Hoogeveen, M. (2011), Mondelinge taalvaardigheid in het basisonderwijs. Een inventarisatie van empirisch onderzoek, Enschede: SLO.

• Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2000), Actief leren, bevorderen van verantwoordelijkheid van leerlingen voor hun eigen leerproces. Wolters-Noordhoff, Groningen.

• Förrer, M. & Schouten, E. (2009), Klassenmanagement in de basisschool, Amersfoort: CPS.

• Gijsel, M. & Druenen, M. van (2011), Opbrengstgericht werken aan mondelinge taalvaardigheid, Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

• Kolb, D.A. (1984), Experiental learning: experience as the source of learning and development. New Jersey, Prentice Hall.

• Kuiken, F. & Droge, S. (2010), Woordenlijst Amsterdamse Kinderen, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

• Vygotski, L.S. (1978), Mind and society: ‘The development of higher psychological processes’, Cambridge.

• Marzano, R.J. (2009), Wat werkt op school, Middelburg: Bazalt.• Neuner, G. e.a. (1996), Übungstypologie Zum Kommunikativen Deutschuntterricht,

Langenscheidt.• Nulft, D. van den & Verhallen, M. (2009), Met woorden in de weer. Praktijkboek voor

het basisonderwijs, Bussum: Coutinho.• Over de drempels met taal en rekenen. Zie www.taalenrekenen.nl.• Paus, H. et al. (2010), Portaal. Bussum: Coutinho.• Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus. Ministerie van OCW. oktober

2009• Schrooten, W. (1994), Woorden in het basisonderwijs. 15.000 woorden aangeboden

aan leerlingen, Tilburg: University Press.• Verhallen, M. & Verhallen, S. (1995), Woorden leren, woorden onderwijzen,

Amersfoort: CPS.• Teunissen, C., Elsäcker, W. van & Druenen, M. van (2012), Opbrengstgericht werken

aan lezen en schrijven, Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 35238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 35 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM

Page 36: Taal op maat Algemene Handleiding Groep 6

238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 36238052_TOM_TAAL_HL6_block 0.indd 36 17/04/13 9:56 AM17/04/13 9:56 AM