Schaap & Van Dijk Pagina 1

www.schaap-vandijk.nl

Memo Dinsdag 21 september 2010…Prinsjesdag

Belastingplan 2011 Dinsdag 21 september 2010…Prinsjesdag. De kranten en het nieuws zijn er vol van, het Belastingplan 2011. Wij hebben de belangrijkste punten op een rij gezet. De indeling die wij hebben gemaakt is:

De ondernemer; De werkgever; De directeur grootaandeelhouder; De auto; De eigen woning.

De ondernemer Verlenging tijdelijke willekeurige afschrijving Ook in 2011 mag een ondernemer gebruikmaken van de regeling om versneld af te schrijven. Deze regeling is bedoeld om ondernemers te stimuleren meer te investeren. Sinds 2009 kan een ondernemer investeringen in twee jaar tijd afschrijven, namelijk maximaal 50% in het investeringsjaar en maximaal 50% in het daaropvolgende jaar. Deze regeling was al verlengd tot en met 2010 en is ook nog eens – met terugwerkende kracht tot en met 2009 – versoepeld. Let op! U moet het bedrijfsmiddel wel tijdig in gebruik nemen. Betreft het een investering in 2009, dan moet dit voor 2012 gebeuren. Voor een investering in 2010 moet de ingebruikname vóór 2013 plaatsvinden. Voor het in gebruik nemen van het bedrijfsmiddel waarin in 2011 is geïnvesteerd, zal naar verwachting een uiterste datum van 31 december 2013 gaan gelden (dus vóór 2014).

Btw-kwartaalaangifte wordt definitief Ondernemers kunnen sinds juli 2009 kiezen om de aangifte en afdracht van de btw per kwartaal te doen in plaats van per maand. Deze tijdelijke maatregel wordt nu structureel gemaakt. Ondernemers kunnen dus ook in de toekomst hun btw-aangifte per kwartaal blijven doen. De werkgever Verruiming werkkostenregeling De werkkostenregeling wordt verruimd. Voor vergoedingen of verstrekkingen voor, of in de vorm van vakliteratuur en kosten van inschrijving in een beroepsregister gaat een gerichte vrijstelling gelden. Daarnaast kan de werkgever ter beschikking gestelde werkkleding met een logo van ten minste 70 cm2 op nihil waarderen. Door deze verruimingen vullen deze verstrekkingen niet langer de vrije ruimte van de werkkostenregeling en blijft meer ruimte over voor andere verstrekkingen. Tip! Door het creëren van een gerichte vrijstelling kan een werkgever werkkleding met logo, vakliteratuur en inschrijvingskosten van een beroepsorganisatie onder de werkkostenregeling zowel belastingvrij vergoeden als verstrekken. Zie ook ons memo werkkostenregeling op de website.

Dieselweg 6

3752 LB Bunschoten

Postbus 68

3750 GB Bunschoten

Tel. 033-299 69 55

Schaap & Van Dijk Pagina 2

Afdrachtkorting S&O blijft hoog In 2009 en 2010 is de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk tijdelijk verhoogd. Deze verhoging wordt nu doorgezet in 2011. De S&Oafdrachtvermindering zal in 2011 waarschijnlijk gaan bedragen:

46% (in 2010: 50%) van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat betrekking heeft op speur- en ontwikkelingswerk, als het loon in totaal maximaal € 220.000 is.

16% (in 2010: 18%) over het S&O-loon daarboven.

De afdrachtvermindering is maximaal € 11.000.000 (in 2010: € 14 miljoen). In de S&O verklaring staat welk bedrag de werkgever in mindering mag brengen. Koopkracht van de werknemer Ter compensatie van de hogere zorgpremies gaat in 2011 het tarief in de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting omlaag (van 33,45% naar 33,0%) en worden de belasting-schijven verruimd. Om participatie te stimuleren wordt de arbeidskorting verhoogd (met maximaal € 85): werken moet daarmee lonender worden. Verder profiteren 65-plussers van een hogere ouderenkorting (stijging van € 55). De directeur grootaandeelhouder Lager tarief vennootschapsbelasting De verlaging van het zogenoemde opstaptarief voor ondernemers in de vennootschaps-belasting (bv‟s en nv‟s) in 2009 en 2010 krijgt vanaf 2011 een permanent karakter. Voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst geldt een tarief van 20%. Daarnaast wordt het reguliere vennootschapsbelastingtarief verlaagd van 25,5% naar 25% voor belastbare winst boven € 200.000. Verlenging verruimde verliesverrekening Voor 2009 en 2010 is de achterwaartse verliesverrekening („carry back‟) verruimd van een jaar naar drie jaar. Deze regeling wordt met een jaar verlengd, zodat ondernemers verliezen in 2011 kunnen verrekenen met winsten van de afgelopen drie jaren. Hierdoor kunnen bv‟s hun liquiditeitspositie verbeteren. Let op! Tegenover de verruimde carry back staat een beperking van de voorwaartse verliesverrekening. Een verlies dat in 2009, 2010 of 2011 ontstaat, mag u verrekenen met winsten van maximaal zes jaar daarna (in plaats van de gebruikelijke negen jaar). Bovendien mag over de extra twee jaar van carry back maximaal € 10 miljoen aan verlies worden verrekend.

Strengere voorwaarden voor vrijstelling MKBbeleggingen Sinds 2010 geldt in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) een vrijstelling voor MKBbeleggingen. Dit zijn aandelen in een MKBonderneming en aandelen in MKB-fondsen. Ook geldt een eenmalige heffingskorting bij het verwerven van deze aandelen. De regeling moest ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Europese Commissie en deze heeft een aantal aanvullende voorwaarden gesteld. De belangrijkste wijziging is dat de faciliteiten alleen gelden voor aandelen die de belegger bij een emissie (eerste uitgifte) heeft verworven. Ook mogen de aandelen niet zijn genoteerd aan een effectenbeurs, behalve een beurs voor MKB-ondernemingen.

Schaap & Van Dijk Pagina 3

Let op! Als een onderneming in aanmerking wil komen voor de aanwijzing als ‘MKBemissie’, moet de vennootschap die de aandelen emitteert een verzoek indienen bij de inspecteur. De persoon die belegt in deze aandelen krijgt een vrijstelling in box 3.

Verruiming innovatiebox Ondernemers in de vennootschapsbelasting kunnen straks meer voordelen onder de innovatiebox laten vallen. Vanaf 2011 mag het lage tarief van de innovatiebox (5%) ook worden toegepast op voordelen die worden behaald na de aanvraag van een octrooi tot en met het jaar dat voorafgaat aan het verlenen van het octrooi. De ondernemer heeft immers zelf geen invloed op deze periode. De auto ‘Groene’ auto blijft voordelig In 2011 blijven de fiscale voordelen voor zeer zuinige auto‟s ongewijzigd. De autobezitter kan nog steeds gebruikmaken van de vrijstelling BPM (aanschafbelasting), vrijstelling motorrijtuigenbelasting („wegenbelasting‟) en 14% bijtelling voor privégebruik. Het kabinet kondigt ook aan dat mensen voor langere tijd zekerheid krijgen over de fiscale voordelen. Wie nu een zeer zuinige auto rijdt, profiteert in ieder geval tot 2013 van het nul-tarief in de motorrijtuigenbelasting. Afbouw BPM wordt stilgezet De in 2008 aangekondigde afbouw van de BPM en de daaraan gekoppelde verhoging van de motorrijtuigenbelasting wordt stilgezet in afwachting van een definitief besluit over de kilometerheffing. Wat wel wordt doorgezet is de ombouw van de BPM van een heffing op basis van catalogusprijs naar een heffing op basis van CO2-uitstoot. Vanaf 2013 zal de BPM volledig zijn gebaseerd op de hoeveelheid CO2-uitstoot van een auto. Overige wijzigingen in de wegenbelasting De motorrijtuigenbelasting voor motoren wordt zowel in 2011 als in 2012 met 6% verhoogd, en in 2013 met 12%. Deze verhoging is het gevolg van een besluit uit 2008. Met ingang van 2012 verandert voor bussen grondslag waarover de motorrijtuigenbelasting wordt geheven. Het wordt – net als voor alle andere voertuigen – een heffing op basis van houderschap, in plaats van op basis van het rijden op de weg. De woning 6% btw bij renovatie Vanaf 1 oktober 2010 wordt het goedkoper om woningen te renoveren. Vanaf die datum mag het lage btw-tarief van 6% worden berekend over de arbeidskosten. Het moet dan wel gaan om een woning die ouder is dan twee jaar na de eerste ingebruikname. De maatregel vervalt per 1 juli 2011. Zie ook onze website “stimulans woningmarkt”.

Drie jaar renteaftrek leegstaande woning Vanaf 2011 mag een leegstaande woning die is bestemd voor de verkoop, nog maximaal drie jaar worden aangemerkt als eigen woning. Hierdoor blijft de hypotheekrenteaftrek van toepassing op deze woning, ook al is de eigenaar verhuisd naar de nieuwe woning. Hetzelfde geldt vanaf 2011 voor een leegstaande toekomstige eigen woning en voor een toekomstige woning die nog in aanbouw is. Met ingang van 1 januari 2013 wordt weer de huidige termijn van twee jaar van toepassing.

Schaap & Van Dijk Pagina 4

Herleving hypotheekrente na verhuur Als een voormalige eigen woning wordt verhuurd (omdat de verkoop niet vordert), valt deze woning in box 3 (sparen en beleggen). Sinds 1 januari 2010 is het mogelijk om na een periode van verhuur terug te keren naar de eigenwoningregeling van box 1. Dit kan alleen voor zover de maximumtermijn voor hypotheekrenteaftrek nog niet is verlopen. Deze termijn bedraagt maximaal twee kalenderjaren na het jaar waarin de voormalige eigen woning leeg komt te staan. Op het moment van overgang van box 3 naar box 1 herleeft de hypotheekrenteaftrek voor het restant van de periode. Deze herlevingsregeling is tijdelijk en zou vervallen per 1 januari 2012. Het kabinet stelt nu voor deze maatregel met één jaar te verlengen, waardoor deze ook in 2012 nog van toepassing is. Verlenging termijn doorverkoop Als een woning binnen zes maanden wordt doorverkocht, is bij de tweede verkoop alleen overdrachtsbelasting verschuldigd over de waardestijging tussen de twee leveringen. Deze zesmaandstermijn wordt met ingang van 1 januari 2011 verlengd tot één jaar. Dit is een tijdelijke maatregel die alleen geldt voor de verkrijging van een woning in 2011 en de doorverkoop daarvan binnen twaalf maanden. Let op! Is de eerste heffing van overdrachtsbelasting in mindering gebracht op eventueel verschuldigde schenk- of erfbelasting, dan geldt de regeling niet.

Beperking aftrek geringe eigenwoningschuld Voor eigenaren die geen of een lage eigenwoningschuld hebben, geldt een bijzondere regeling die ook wel bekend staat als de Wet Hillen. Als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare rente en kosten, mag het verschil in aftrek worden gebracht. In de praktijk kon onder bepaalde omstandigheden ook van deze regeling gebruik worden gemaakt door rente op de eigenwoningschuld vooruit of achteraf te betalen. Deze ongewenste uitwerking wordt nu aangepakt. Voor de berekening van de aftrek moeten de rente en kosten naar evenredigheid worden toegerekend aan de tijdvakken waarop ze betrekking hebben. Er geldt een uitzondering voor de provisiekosten; deze worden niet gezien als vooruitbetaalde rente. Verruiming aftrekbare kosten monumentenpanden De regeling voor de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden wordt ruimer. Nu geldt de regeling alleen als sprake is van een eigen woning als hoofdverblijf en als een aangekochte of in aanbouw zijnde woning binnen twee jaar een eigen woning wordt. Vanaf 2011 gaat deze regeling ook gelden voor de eigen woning die in de verkoop staat, de woning die in verband met een echtscheiding nog twee jaar kwalificeert als eigen woning, de eigen woning die wordt aangehouden tijdens een verblijf in een AWBZ-instelling en de eigen woning die wordt aangehouden tijdens een verblijf elders. Let op! Deze verruimde regeling geldt alleen voor monumentenpanden die in box 1 vallen. Voor monumentenpanden die geen eigen woning zijn en dus in box 3 vallen, geldt een andere regeling voor aftrekbare kosten.

Hoewel dit memo zeer zorgvuldig wordt samengesteld, kunnen de betrokkenen bij de samenstelling en uitgave geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden.