Supersnel en veilig internet, overal in huis - …users.telenet.be/Walter.Jacobs/website/Stijlen...
Transcript of Supersnel en veilig internet, overal in huis - …users.telenet.be/Walter.Jacobs/website/Stijlen...
Stijl / Periode VROEGE MIDDELEEUWEN
Wanneer 5de eeuw tot 10de eeuw
Waar Europa
Wie Byzantijnse kunst Merovingische kunst Islamitische kunst Karolingische renaissance Ottoonse renaissance
Schilderkunst
Beeldhouwkunst
Architectuur
Stijl / Periode HOGE MIDDELEEUWEN / ROMAANSE KUNST
Wanneer 1000 – 1200
Waar Europa (Stijl hangt af van welk deel in Europa)
Wie De middeleeuwse kunstenaar was onbekend, eerder vakman dan kunstenaar)
Schilderkunst Streng gestileerde figuren: iconen
Beeldhouwkunst Reliëfs die deel uitmaken van de bouwsculptuur van een kerk (kapitelen, basementen, timpanen en altaarretabels) Bloei van edelsmeedkunst (reliekschrijnen) Later in deze periode verschijnen er vrijstaande beelden
Architectuur Dikke muren Laag plafond Kleine vensters Basilica (rechthoekig, soms met twee beuken) Toren(s) aan de westkant Oostzijde afgesloten doorkoor en apsis Transept (kruisvorm) Kruising tussen schip en transept dikwijls met toren erboven Vaak een tongewelf
Stijl / Periode HOGE en LATE MIDDELEEUWEN / GOTHISCHE KUNST
Wanneer Vroeggotiek: 1122- 1200 Hooggotiek: 1200-1400 Flamboyante gotiek: 1400-1500
Waar Ontwikkeld in Frankrijk
Wie Abt Sucer bouwde als eerste op deze manier Giotto als overgangsfiguur naar renaissance
Schilderkunst Glasramen met groot: Bijbelse figuren zoals Jezus en Maria, en kleiner Bijbelse taferelen Paneelschilderkunst, fresco’s Boekverluchtiging, tempera en bladgoud Weinig diepte en onrealistische voorstelling van mensen (Giotto zou meer emoties geven)
Beeldhouwkunst Zuilachtige beelden Polychrome beelden Altaarretabels (achterstuk of achterwand van een altaar, veelal gebeeldhouwd of beschilderd)
Architectuur Hoge gebouwen, verticale bouwstijl Kruiskerken met hoofdaltaar en zijaltaren Ribben, zuilen en luchtbogen Muren zijn niet meer dragend Grote vensters met glas-in-lood-ramen en gebrandschilderd glas (veel licht) Spitsbogen Roosvensters boven het portaal Kruisribgewelf (later ook stergewelf, netgewelf en waaiergewelf) Kooromgang en straalkapellen Naast religieuze motieven werden lokale symbolen toegepast voor beeldhouwwerk (monsters, fabeldieren Vooral de latere gotiek: flamboyante versieringen (dubbelgebogen golvingen en plastische vormen)
Stijl / Periode ARS NOVA (start van de RENAISSANCE)
Wanneer 15de tot 16de eeuw
Waar Vlaanderen en Brabant: “Vlaamse primitieven”
Wie van Eyck,Rogier van der Weyden, Dirk Bouts, Petrus Christus, Hans Memling, Hugo van der Goes, Hiëronimus Bosch, Quinten Massijs, Jan Gossaert, Robert Campin, e.a.
Schilderkunst Olieverf (zorgde voor meer details) Ruimtelijk perspectief Op houten panelen In het begin maakte de lijst deel uit van het kunstwerk Niet meer geïdealiseerd, maar mensen van vlees en bloed Zeer realistisch (soms kunnen dokters uitmaken aan welke aandoening het model leed) Verborgen symboliek (voorbeeld: lelie staat voor zuiverheid) Actualisering: Bijbelse taferelen worden in een Vlaams decor geplaatst Illusies (voorbeelden: een vlieg op de lijst als trompe l’oeil, op Lam Gods planten die niet samen bloeien als symbool voor het paradijs, figuren die uit het schilderij schijnen te komen) Geen gouden achtergronden meer, maar decors Realistisch weergeven van lichtinval en van schaduwen Geen klassieke thema’s, wel Bijbelse
Beeldhouwkunst
Architectuur
van Eyck Robert Campin Rogier van der Weyden
Hans Memling Dirk Bouts Quinten Massijs
Stijl / Periode VROEGRENAISSANCE
Wanneer 1400 - ongeveer 1470 (Paus Sixtus IV)
Waar Italië, klemtoon op Firenze
Wie Ghiberti, Brunelleschi, Alberti , Donatello, , Ucello, Masaccio, Mantegna, Fra Angelico Belangrijk: kunstpatronage (kunst in opdracht)
Schilderkunst Bewondering en navolging van de antieke cultuur (“wedergeboorte”) Schilderijen nu ook op doek Experimenteren met perspectief (o.a. verkort perspectief van Mategna) Behandeling van licht
Beeldhouwkunst Ghiberti maakte een duidelijke overgang door van gotiek naar Renaissance met de noord- en de oostdeur van het baptisterium van Firenze Contraposthouding, dynamische beelden Zoeken naar ideaalbeeld Bewondering en navolging van de antieke cultuur
Architectuur Cirkels (i.p.v. ovalen in barok)
Van gotiek naar renaissance: Ghiberti
Donatello Mantegna Uccello
Stijl / Periode HOOGRENAISSANCE
Wanneer ongeveer 1495 tot 1520 (hoogtepunt van de renaissance)
Waar Rome (onder invloed van de paus) en Venetië Ook ten noorden van de Alpen
Wie Rome: Bramante, Leonardo da Vinci, Rafaël, Michelangelo, Botticelli Venetië: Giorgione, Titiaan, Bellini, Carpaccio, Vasari (bekend van zijn biografieën) Ten noorden van de Alpen: Dürer
Schilderkunst Topwerken met de kenmerken van de VROEGRENAISSANCE Leonardo da Vinci's Laatste Avondmaal, Mona Lisa en Dame met de hermelijn, Rafaëls altaarstuk, de Sixtijnse Madonna, de stanze in het Vaticaan, Michelangelo's fresco's op het plafond van de Sixtijnse Kapel. Serene sfeer en heldere kleuren van Giorgione en Titiaan (in Venetië)
Beeldhouwkunst Donato Bramante: die in 1502 het Tempietto, met zijn majestueuze verhoudingen een herleving van oude Romeinse architectuur Michelangelo’s Pietà, Mozes en David
Architectuur Sint-Pieter (Bramante, Rafaël, de Sangelo, Michelangelo, afgewerkt tijdens barok)
Leonardo da Vinci Leonardo da Vinci Leonardo da Vinci
Rafaël Michelangelo Giorgione
Stijl / Periode MANIERISME
Wanneer 1520-1580
Waar
Wie De late Michelangelo, El Greco, Parmigianino, Benvenuto Cellini, Andrea Palladio (architect)
Schilderkunst Navolging van Michelangelo en Rafaël (op de manier van…) Het lenen van bepaalde poses en technieken van de grote voorbeelden Lichamen in een zeer onnatuurlijk aandoende, gedraaide pose Verzetten zich tegen strenge regels uit de renaissance, maar wijzen de speelse dynamiek van de barok af.
Beeldhouwkunst Ook hier dezelfde kenmerken als bij de schilderkunst
Architectuur Grotto’s (kunstmatige grotten) Doorlopende zuilen; een zuil met de hoogte van meerdere verdiepingen. Trappen voor een huis.
Dichtkunst Hier dienen Petraca en Dante als voorbeelden
El Greco Parmigianino
Benvenuto Cellini El Greco El Greco
Stijl / Periode CLASSISISME
Wanneer tussen ca. 1640 en 1720 (binnen de periode van de barok)
Waar Italië, Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Duitsland, België, Scandinavië, Oost-Europa
Wie Schilderkunst (o.a.) Nicolas Poussin, Charles Lebrun, Gerard van Honthorst, Gerard Seghers Beeldhouwkunst: (o.a.) Bernini (van het olifantje) Architectuur: Gian Lorenzo Bernini (I), Louis Le Vau (F), Christopher Wren (GB), Pieter Post (NL)
Terugkeer naar de klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden Renaissance als voorbeeld gestileerde klassieke schoonheid (in tegenstelling tot het speelse van de rococo)
Schilderkunst Onderwerpen: antieke geschiedenis en de mythologie Moralistisch of heroïsch van aard
Beeldhouwkunst De compositie steunt op relatief eenvoudige vormen (in vergelijking met barok en rococo) Monumentaliteit Klassieke vormen Duidelijke contourlijnen Natuurlijk coloriet.
Architectuur De bouwkunst van de klassieke oudheid was een inspiratiebron Vaste verhoudingen in de compositie De zuil, de pilaster en het fronton zijn de belangrijkste bouwelementen Voorbeelden: Filippo Brunelleschi en Andrea Palladio
Nicolas Poussin Charles Lebrun Gerard van Honthorst
Gian Lorenzo Bernini Gian Lorenzo Bernini Gian Lorenzo Bernini
Stijl / Periode BAROK
Komt van het Portugese barroco, wat 'onregelmatig gevormde parel' betekent
Wanneer 1600-1750
Waar Symbool voor macht Ontstaan in Rome als onderdeel van de contrareformatie Spanje en de Nieuwe Wereld Frankrijk (onder meer Louis XIV) De Nederlanden Spanje
Wie Antwerpen: Adriaen Brouwer, Jan Brueghel de Oude, Jan Brueghel de Jonge , Antoon van Dyck, Jacob Jordaens, Peter Paul Rubens, Gerard Seghers, Frans Snyders, David Teniers I, David Teniers II, Otto van Veen Holland: Pieter Claesz, Carel Fabritius, Frans Hals, Willem Claesz. Heda, Paulus Potter, Rembrandt van Rijn, Jan Steen, Johannes Vermeer, Jan Baptist Weenix Italië: Gian Lorenzo Bernini, Canaletto , Caravaggio, Artemisia Gentileschi, Orazio Gentileschi Frankrijk: Georges de La Tour, Charles Le Brun, Louis Le Nain, Nicolas Poussin Spanje: Bartolomé Murillo, José de Ribera, Diego Rodríguez de Silva y Velázquez, Francisco de Zurbarán
Schilderkunst Grote vernieuwer: Carravaggio Extreem realisme Dramatische effecten Sterke licht/donker contrasten (clair-obscur) Veel emotie (op gezichten) Veel vaart en beweging en druk/krinkelende figuren Berekende dieptebewerking Diagonalen Lichtbron niet zichtbaar
Beeldhouwkunst Grote vernieuwer: Bernini Dramatische en levensechte beelden
Architectuur Louis XIV: kasteel van Versailles Moet imponeren Ovalen (i.p.v. cirkels in renaissance) Dieptewerking met perspectieven Rijk en weelderig materiaalgebruik; Tweezijdige symmetrie Ingewikkelde patronen; Veelvuldig gebruik van versieringen; Goddelijke onderwerpen Gebruik van concaaf en convex.
Peter Paul Rubens Peter Paul Rubens Antoon van Dyck
Antoon van Dyck Frans Snyders Jacob Jordaens
Rembrandt van Rijn Johannes Vermeer Frans Hals
José de Ribera Diego Rodríguez de Silva y Velázquez Caravaggio
Stijl / Periode ROCOCO
De naam is afgeleid van het Franse woord rocaille, een asymmetrisch schelpmotief dat in de 18e-eeuwse barok veel gebruikt werd in met name de toegepaste kunst. Reactie op de strenge classicistische barok van rond 1700 Elegantie, gekunsteldheid en luchthartige geestigheid Valt min of meer samen met Louis XV-stijl Kenmerkend voor de stijl is de nadruk op elegantie, luchtigheid en het lieflijke karakter der dingen. Monumentaliteit wordt vervangen door lossere vormen, vrolijkheid en frivoliteit De asymmetrie, de 'bewegende lijn' van de barok zich voort, maar deze wordt thans nog zwieriger. Architectuur, stucwerk, schilderingen en meubilering vormen één geheel. Speels en ondeugend (in tegenstelling tot gestileerde van het classicisme)
Wanneer 1730 en 1760 Eind 18de eeuw uit de mode, want de Franse revolutie omarmt het classicisme
Waar Frankrijk en Italië (Venetië, niet Rome)
Wie Watteau, Fragonard, Boucher, Tiepolo, Canaletto, Cornelis Troost en Jacob de Wit
Schilderkunst Stilistische keuzes maken die los staan van schildertechniek (perspectief en lichteffecten zijn minder belangrijk) Kunstenaars willen zelf bepalen hoe ze tegen de werkelijkheid aankijken. Symmetrie werd losgelaten, de penseelstreek werd losser, schilderijen werden lichter Frivole en vrolijke taferelen uit het dagelijks leven of de mythologie (geen religieuze thema’s meer Niet alleen olieverf, ook pastelkrijt Zachte overgangen In Frankrijk: Portretten; in Italië: stadsgezichten Chinoiserie: oosterse invloeden
Beeldhouwkunst Favoriete onderwerpen voor sculpturen waren liefde en vrolijkheid Ook thema's ontleend aan de natuur en de mythologie
Architectuur Vooral inwendige decoratie Interieur van Versailles en ander In de interieurkunst en de mode overheersen zachte tinten, zoals zachtgeel, roze, mintgroen en andere pastelkleuren. Verfijnd stucwerk, naast pastel ook wit en goud
Francois Boucher Fragonard Canaletto
Stijl / Periode NEOCLASSISISME
Reactie op de overvloedige vormentaal die onder andere tot uiting komt in de rococostijl Nieuwe ontdekkingen in Pompeï en Herculaneum Ook belangstelling voor Griekse monumenten (dat is anders dan in het classicisme) Ten tijde van de Verlichting: de nadruk op verstand en kennis, had weinig behoefte aan een artistieke interpretatie. Originaliteit of uitdrukking van gevoelens komen er niet aan te pas, de rede is de norm Richt zich op de nieuwe burgerlijke elite
Wanneer 1760-1840
Waar
Wie Schilderkunst: Jean Auguste Dominique Ingres, Jacques Louis David Beeldhouwkunst: Canova en Thorwaldsen Architecten: Ledoux, Boullée en Soufflot
Schilderkunst Veel aandacht voor lijn en tekening Griekse of Romeinse onderwerpen, vergeleken met de huidige situatie: symboliek van zelfopoffering en vaderlandsliefde in de aanloop naar de revolutie Koele, heldere kleuren Statische ordening, eenvoudige compositie Sober
Beeldhouwkunst Zuiverheid van vorm Harmonische proporties Sober
Architectuur Tempels, triomfzuilen en propyleeën (= monumentale ingang van een belangrijk gebouw naar antiek model)
Canova Thorwaldsen Ingres
David David Ingres
Stijl / Periode EMPIRESTIJL
In de eerste plaats een interieurstijl Na de veldtocht van Napoleon in Egypte worden elementen en patronen uit de Oud-Egyptische en Romeinse bouwkunst toegepast verguldingen, militaria, sfinxen, palmetten en felle, rijke pastelkleuren
Wanneer Begin 19de eeuw, kort maar hevig
Waar Frankrijk, Parijs
Wie
Schilderkunst
Beeldhouwkunst
Architectuur
Stijl / Periode ART NOUVEAU (JUGENDSTIL)
Reactie op het vorm vervagende impressionisme manifesteerde zich vooral in gebruiksvoorwerpen (glaskunst, boeken, plateel (soort keramiek), sieraden, meubels etc.), de architectuur en de schilderkunst. Andere namen: Oostenrijk: Secession; Engeland: modern style of Liberty style; Catalonië: modernisme en Rusland: stil modern Een optimistisch wereldbeeld en geloof in de toekomst Gebruik van nieuwe, moderne technieken (glas en ijzer) Afkeer van symmetrie, voorkeur voor ornamentiek Bloem- en vogelmotieven domineren Belangrijkste inspiratiebron van deze kunststroming is de natuur Vaak Japanse kenmerken zoals lege ruimten en de waaiervorm Letters werden zo min mogelijk geassocieerd met de drukkunst en de mechanische productie: meerdere letterhoogten in één tekst Eindigde na WO I maar kende een revival in de jaren 60 voor affiches
Wanneer tussen 1890 en 1914
Waar Op verschillende plaatsen in Europa De basis lag in Engeland: ARTS-AND-CRAFTS (tegen industriële revolutie en massaproiductie) ART NOUVEAU: gebruikt in België (Vooral Brussel) en Frankrijk (vooral Parijs en Nancy) JUGENDSTIL: gebruikt in Oostenrijk en Duitsland
Wie België: Van Rysselberghe, Horta, Van de Velde Frankrijk: Mucha, Toulouse-Lautrec Nederland : Toorop (bekend van de “slaoliestijl) Spanje: Gaudi
Schilderkunst Vooral affiches
Beeldhouwkunst
Architectuur Grote glasoppervlakken Bewogen lijnen van bijvoorbeeld trapleuningen, balkons en gevels Gestileerde plantmotieven (de “zweepslag” van Horta en Van de Velde De architect ontwierp ook meubels, zilver, glaswerk, wandversieringen en affiches
Toorop Van Rysselberghe Mucha
Horta(museum) Horta (boekentoren Gent) Gaudi
Stijl / Periode IMPRESSIONISME
Turner was een voorbeeld (de “schilder van het licht”) Ook Courbet van een voorloper van het ipmpressionisme (realistisch schilder) Werden geweigerd op de Parijse Salon, en organiseerden het “Salon des Réfusés” Een uitloper was het pointillisme en het post-impressionisme
Wanneer Tweede helft van de 19de eeuw
Waar Frankrijk
Wie Claude Monet, Pierre-Auguste Renoir, Edgar Degas, Paul Cézanne, Camille Pissarro, Édouard Manet, Berthe Morisot School van Barbizon : Theodore Rousseau, Camille Corot, Jean-François Millet en Charles-François Daubigny Nederland : Johan Barthold Jongkind, Jozef Israëls, Isaac Israëls België: Théo van Rysselberghe, Fernand Khnopff
Schilderkunst Gerichtheid op de beleving van het moment ('impressie') Thema's uit het 'moderne leven' Aandacht voor lichteffecten en kleur Schetsachtige werkwijze Werken in de openlucht De subjectieve waarneming van de kunstenaar werd belangrijk Veel aandacht voor sfeer Vlotte penseelstreken en de ogenschijnlijk slordige uitvoering
Beeldhouwkunst
Architectuur
Édouard Manet Claude Monet Pierre-Auguste Renoir
Edgar Degas Berthe Morisot Camille Pissarro
Stijl / Periode POST-IMPRESSIONISME
Zou leiden tot fauvisme
Wanneer
Waar
Wie Signac, Seurat (zie ook pointillisme), Van Gogh, Les Nabis (kunstenaarsgroep), Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec, Paul Cézanne
Schilderkunst Invloeden van Japonisme Overbrengen van emotie Symbolistische betekenissen Verder gaan dan alleen weergeven wat kan worden waargenomen Werkelijkheid wordt min of meer vervormd Veel dynamiek in de schilderijen
Beeldhouwkunst
Architectuur
Van Gogh Van Gogh Paul Gauguin
Henri de Toulouse-Lautrec Paul Cézanne Henri de Toulouse-Lautrec
Stijl / Periode ORIENTALISME
Wanneer Tweede helft van de 19de eeuw
Waar Frankrijk
Wie Dominique Ingres, Eugène Delacroix, Jean-Léon Gérôme
Schilderkunst Exotische taferelen zoals haremscenes, figuren bij palmbomen, vurige paarden, arabesken, kamelen, minaretten, boogportalen en dergelijke
Beeldhouwkunst
Architectuur
Dominique Ingres Jean-Léon Gérôme Eugène Delacroix
Dominique Ingres Jean-Léon Gérôme Eugène Delacroix
Stijl / Periode POINTILLISME
Wanneer Einde van de 19de eeuw
Waar Frankrijk, maar ook Italië, België, Nerderland
Wie Camille Pissarro, Georges Seurat, Paul Signac, Théo van Rysselberghe, Vincent van Gogh, Léon De Smet
Schilderkunst Verfstippen in primaire kleuren die ongemengd op het doek worden geplaatst Doel was vooral het licht te accentueren op basis van een analyse van de kleuren Deel van neo-impressionisme Maken een heldere, bijna lichtgevende, indruk
Beeldhouwkunst
Architectuur
Camille Pissarro Georges Seurat Paul Signac
Théo van Rysselberghe Vincent van Gogh Léon De Smet
Stijl / Periode REALISME
Reactie op de afstandelijke stijl van het classicisme en de overdreven stijl van de romantiek.
Wanneer Tweede helft van de 19de eeuw
Waar Frankrijk
Wie Gustave Courbet, Théodore Rousseau, Jean-François Millet, Constantin Meunier
Schilderkunst Alledaagse gebeurtenissen Gewone arbeiders aan het werk op het land en bezwete geharde havenarbeiders Veel aardetinten en realistische verhoudingen en kleuren Ongeïdealiseerde werkelijkheid Afbeelden van schaam- en okselhaar in naakten Romantisch verlangen naar de ongeïndustrialiseerde werkelijkheid Sociaal menselijke toestanden als arbeid, ziekte, ellende of geluk
Beeldhouwkunst
Architectuur
Gustave Courbet Gustave Courbet Théodore Rousseau
Jean-François Millet Jean-François Millet Constantin Meunier
Stijl / Periode ROMANTIEK
Een reactie op de Verlichting Voelen (romantiek) boven denken (verlichting). Het subjectieve (romantiek) boven het objectieve (verlichting). Kunst (romantiek) boven wetenschap (verlichting). Creativiteit in de kunst boven nabootsing. Introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding Een laatste traditionele reactie tegen de vooruitgang
Wanneer Eind van de 18e en in de 19e eeuw
Waar Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, maar ook in België en Nederland.
Wie Eugène Delacroix, Théodore Géricault, Constable, Turner, Gustaaf Wappers
Schilderkunst Nadruk op de verbeeldingskracht en de subjectieve expressie van de individuele kunstenaar Landschappen, riviergezichten en stadsgezichten Stillevens Geen historiestukken en religieuze onderwerpen meer
Beeldhouwkunst
Architectuur
Eugène Delacroix Eugène Delacroix
Constable Turner Gustaaf Wappers
Stijl / Periode SYMBOLISME
Innerlijke, irrationele ervaringen worden belangrijk, met de nadruk op droombeelden en de dood Machteloosheid, loomheid en decadentie roepen een sfeer op van onheilsverwachting en dreiging Wortelt sterk in de romantiek Realisme en het naturalisme werden afwezen De grote pioniers van de abstracte kunst (Kandinski, Malevitsj, Picasso, Kupka en ook Piet Mondriaan) waren aanvankelijk symbolisten
Wanneer Fin de siècle 19de eeuw tot na WO I
Waar Eerst Frankrijk, later Europa In Brussel: “Les XX” Eerste Latemse School
Wie James Ensor, Khnopff, Edvard Munch, Spilliaert, Felix De Boeck, George Minne, Gustave van de Woestijne, Paul Gauguin, Gustav Klimt, James McNeill Whistler, Wassily Kandinsky
Schilderkunst Bewuster en nadrukkelijker gebruik van kleuren als uitdrukkingsmiddel van emotie Inspiratie bij primitieve culturen in, de 20ste eeuw terug te vinden in het expressionisme, het post-impressionisme, het surrealisme en in diverse primitivistische stromingen, waaronder het dadaïsme
Beeldhouwkunst
Architectuur
James McNeill Whistler James Ensor Khnopff
Edvard Munch Paul Gauguin Gustav Klimt