StudieLoopBaan thema

Een goede start maken

De opdrachten

HOORNBEECK COLLEGESector Gezondheidszorg

Verzorgende IG – leerjaar 1 (periode 1 en 2)Cohort 2013 - 2016

1

InleidingDit ‘opdrachtenboekje’ is bedoeld voor jou, student van de opleiding tot Verzorgende IG.Hieronder een overzicht van de opdrachten waar je mee aan de slag gaat:

Opdracht 1: toegang krijgen tot digitale hulpmiddelen heb je nodig om thuis aan opdrachten te werken, om gemaakte opdrachten in te leveren. It’s Learning wordt ook in de stage gebruikt om planningen, leerdoelen en reflecties in te leveren bij je stagedocent.Opdracht 2: Ambitie en motivatie is samen met opdracht 3: voorbereiden kennismakingsgesprek bedoeld om jezelf te presenteren in een gesprek. Op school. Maar ook bij een kennismakingsgesprek in de stage.Opdracht 4: Reflecteren is bedoeld om je te helpen bij de reflecties die gevraagd worden binnen het thema “Begeleiden is plannen”. Maar ook tijdens jouw stage zullen reflecties van je gevraagd worden.Opdracht 5: SMART formuleren, daarmee leer je persoonlijke leerdoelen opstellen. Voor je werken in school, maar ook voor in je stage.Opdracht 6: Loopbaanplan schrijven wil je helpen bij het uitstippelen van jouw route naar je beroep toe. Dat doe je aan de hand van de vragen: waar sta ik nu, waar wil in naar toe, hoe kom ik daar en hoe presenteer ik me in mijn werk. Ieder jaar opnieuw krijg je de gelegenheid om je Loopbaanplan bij te stellen. Aan het einde van ieder leerjaar kijk je samen met jouw studieloopbaan docent hoe ver jij bent met jouw Loopbaanplan. Dit doe je door middel van een gesprek.Opdracht 7: Portfolio maken is bedoeld om al jouw resultaten netjes een plek te geven in een verzamel map. Zo hou je ook overzicht wat je gedaan hebt en waar je mee bezig bent.Opdracht 8: Vermunt leerstijlentest laat je zien hoe jij je leerwerk organiseert en hoe je dit verbeteren kan.Opdracht 9: Leren leren bevat een aantal oefeningen om jouw leren aan te scherpen en eventueel te verbeteren.

Tot slot nog dit: ter voorbereiding op de stage zijn er in periode 2 nog aparte stage voorbereidende lessen. Daar krijg je ter zijner tijd een reader van.

2

Doel van dit StudieLoopBaan thema is om een goede start maken met het sturen van eigen leerprocesDaarbij leer je Begin met een VZ of VP Portfolio te maken Reflecteren met behulp van de ABCD methodiek Leerdoelen te formuleren met behulp van de en SMART methodiek Werken met ELO It’s Learning (basis) Een Loopbaanplan schrijven Kennismaking/ en Reflectie gesprekken te houdenDaarnaast ook aandacht voor OER, planning, maken van aantekeningen en samenvattingen. (Het betreft een eerste aanzet voor leren-leren).

Studieplanning en tegelijk ook inhoudsopgave

Week nummer

Opdracht Pagina nummer

Heeft raakvlakken met

2

Opdracht 1: Toegang krijgen tot digitale hulpmiddelen

7 Is nodig voor de toegang van de opdrachten van de methode van SLB, voor inleveren opdrachten.

Opdracht 2: Ambitie en motivatie 8 Is nodig voor het kennismakingsgesprek SLB docent in week 3 of 4 of 5.

Zie ook TAALKAARTEN.

Opdracht 3: voorbereiden kennismakingsgesprek met SLB’er m.b.v. CV

9

3 Opdracht 1: Toegang krijgen tot digitale hulpmiddelen

7 Is nodig voor de toegang van de opdrachten van de methode van SLB, voor inleveren opdrachten.

Opdracht 6: Een loopbaanplan schrijven.

Je maakt een eerste start. Dat doe je door de vragen Waar sta ik nu en Waar wil ik naar toe te beantwoorden

18

3

Week nummer

Opdracht Pagina nummer

Heeft raakvlakken met

4 Opdracht 4: Reflecteren m.b.v. de ABCD methodiek (je maakt een reflectie op de door jou gedane Ambitie en Motivatietest –zie bij week 2-)

12 Thema Begeleiden is plannen

Opdracht 9: leren-leren. Onderwerp: Voorbereiden Leestechnieken

23

5 Opdracht 6: Een loopbaanplan schrijven.

Je gaat verder. Dat doe je door de vragen Waar wil ik naar toe en Waar wil naar toe te beantwoorden

18 Stage leerjaar 1

Opdracht 9: leren-leren. Onderwerp: Leestechnieken

23

6 Opdracht 8: Leerstijlen test van Vermunt 22

Opdracht 4: Reflecteren m.b.v. de ABCD methodiek (je maakt een reflectie op de door jou gemaakte leerstijlentest.

12

Opdracht 9: leren-leren. Onderwerp: Planning

23

7 en 8 Opdracht 9: leren-leren. Onderwerp: Leerstijlen en studietips

(Eventueel kan de docent deze week ook gebruiken om opgelopen achterstanden in te halen.)

23

9 Opdracht 9: leren-leren. Onderwerp: Samenvatten

23

10 TOETSWEEK

4

Week nummer

Opdracht Pagina nummer

Heeft raakvlakken met

11 Opdracht 9: leren-leren. Onderwerp: Planning

23

Opdracht 4: Reflecteren m.b.v. de ABCD methodiek.

Gevraagd wordt een reflectie over periode 1 te schrijven.

12 Thema Begeleiden is plannen

Thema Doelgroepen

12 Opdracht 6: Een loopbaanplan schrijven.

Hat afmaken van je Loopbaanplan

18 Stage leerjaar 1

Leerdoel komt ook bij thema Begeleiden is plannen terug.

Opdracht 5: SMART formuleren van leerdoel 15

13 en 14 en evt. 15

Bespreken Loopbaanplan met jouw SLB docent.

In het gesprek breng je ook jouw SMART geformuleerde leerdoel ter sprake.

18 Stage leerjaar 1

Proeve Terugblikken en Vooruitkijken (zoals deze in de Prove2move map zit)

Opdracht 7: Een eerste begin maken met jouw Portfolio.

20

16 Opdracht 9: leren-leren.

(Eventueel kan de docent deze week ook gebruiken om opgelopen achterstanden in te halen.)

23

17 Opdracht 7: Een eerste begin maken met jouw Portfolio

Je presenteert jouw portfolio in een groepje.

20 Stage leerjaar 1

Proeve Terugblikken en Vooruitkijken (zoals deze in de Prove2move map zit)

5

Week nummer

Opdracht Pagina nummer

Heeft raakvlakken met

18 en 19

Opdracht 4: Reflecteren m.b.v. de ABCD methodiek

Je schrijft een reflectie op het leerdoel dat je in week 12 gemaakt hebt en in week 13 of 14 besproken hebt.

12 Stage leerjaar 1

Reflectie op leerdoel komt ook bij thema Begeleiden is plannen terug.

Thema Doelgroepen.

Opdracht 5: SMART formuleren.

Je formuleert SMART leerdoel(en) voor de stage.

15 Stage leerjaar 1

Proeve Terugblikken en Vooruitkijken (zoals deze in de Prove2move map zit)

20 TOETSWEEK

Hieronder een overzicht van de gesprekken die je deze 20 weken krijgt/houdt:

Overzicht van de gesprekken

In week Type gesprek Welke opdrachten hierbij helpen:

Week 3, 4 of 5 Kennismakingsgesprek met SLB docent Opdracht 2, 3 en 4

Week 13, 14 en evt. 15

Bespreken Loopbaanplan met jouw SLB docent.

Opdracht 2, 3, 4 en 5

Week voor de stage

Kennismakingsgesprek met de BPV docent van school.

Bespreken van jouw stage planning, je leerdoel(en) voor de stage.

Opdracht 5, 6 en 7.

Bij Loopbaanplan kan de vraag: Hoe presenteer ik mij tijdens het werk aan jou gesteld worden.

6

Opdracht 1: Toegang krijgen tot digitale hulpmiddelen

A. It’s Learning

Bekend raken met de Elektronische Leer Omgeving “Its Learning”. Daarvoor is een reader over deze ICT toepassing. Bekendheid krijgen met It’s Learning kost je zeker een half uur tot een uur! Houd daar rekening mee bij je planning van je werk. Een goede manier is om in de map Een goede start maken de weken eens langs te scrollen. Noteer in je agenda wanneer welk document in welke week op It’s Learning moet staan.

TIP: zet niet alleen in je agenda wanneer deze uiterlijk ingeleverd moet zijn, maar zet 1 of 2 weken eerder in je agenda dat je er aan moet werken!

LET OP: bekendheid krijgen met It’s learning kost zeker 30 tot 60 minuten!

B. De site leren loopbaan en burgerschap

Ga naar de website www.lerenloopbaanburgerschap.nl op deze homepage staat erg veel info. Maar als je goed kijkt, zie je links bovenaan (vlak onder de blauw balk)de zin opdrachten bij lesmateriaal knipperen. Klik deze aan.Meld je vervolgens aan. (onthoud de gegevens die je gebruikt. Deze zijn van belang!)In het menu links kies je leren&loopbaanVervolgens kies je leren & loopbaan studieloopbaanbegeleiding MBO niveau 3-4 deel 1. Iedere keer kan je kiezen tussen een Word of een PDF versie.De docent kan evt. m.b.v. een PowerPoint je leren hoe je inlogt bij deze site.

C. De site van het Hoornbeeck collegeAls je gaat naar www.hoornbeeck.nl en je kiest in het menu publicaties > Gezondheidszorg dan tref je daar per opleiding documenten aan die voor jou van belang zijn. Zo tref je bij Opleiding Verzorgende (-IG) het document Portfolio aan. Download het document Portfolio..

D. Beheren bestandenJe zult veel documenten voor verschillende vakken maken. Leg op een USB stick een mappenstructuur aan waarin je de verschillende vakken/thema’s onderbrengt. Begin in ieder geval met het aanmaken van een mapje SLB leerjaar 1. Sla da in ieder geval het document Portfolio in op!

TIP: maak ten minste iedere 2 weken een backup van je USB stick op de thuis- en school PC!

7

Opdracht 2: Ambitie en motivatie

Doel van deze opdracht: ontdekken wat jouw ambities en motivaties zijn. En wat daarin studieloopbaan voor jou kan betekenen krijg je de volgende zelfstudieopdracht:

I. Uit Studieloopbaanbegeleiding Competentiegericht beroepsonderwijs. MBO niveau 3-4. Deel 1” lees je hoofdstuk 1, van module 1 in zijn geheel door.

II. Ga naar de website www.lerenloopbaanburgerschap.nl.Meld je vervolgens aan. In het menu links kies je leren&loopbaanVervolgens kies je leren & loopbaan studieloopbaanbegeleiding MBO niveau 3-4 deel 1. Kies module 1, hoofdstuk 1 (je kan kiezen uit een Word of PDF bestand)Maak vervolgens opdracht 9 (hoe ambitieus ben jij) en opdracht 13 (wat is jouw motivatie).

III. In week 4 wordt door de docent met jou besproken:I. Wat ambitie en motivatie inhoudtII. Wat jouw uitslag voor jou betekent.

8

Opdracht 3: Voorbereiden kennismakingsgesprek met SLB’er m.b.v. CV

Inleiding:Toen je naar het Hoornbeeck kwam, heb je digitaal een aanmeldingsformulier ingevuld. Hiernaast zie je een plaatje van de papieren versie van het aanmeldingsformulier. Naar aanleiding van dat formulier heb je een intakegesprek met een docent gehad.

In het aanmeldingsformulier werd je gevraagd naar je Kunnen, je Willen, je Presteren en je Doen. De opdracht hieronder gaat over jouw Kunnen en jouw Doen.

Opdracht A:De onderstaande vragen komen uit het aanmeldingsformulier. Beantwoord deze vragen nog eens. Zorg ervoor dat je in hele zinnen schrijft!

LET OP: na week 3 zal jouw Studieloopbaan docent een gesprek met je plannen. Daarin krijg je de gelegenheid jezelf voor te stellen en je CV toe te lichten. De antwoorden van deze vragen kunnen je daarbij helpen.

Kunnen (capaciteiten) Pagina portfolio

Heb je de beschikking over een portfolio? 0 Ja 0 Nee

Waarom vind jij jezelf geschikt voor deze opleiding?

____________________________________________________________

____________________________________________________________

____________________________________________________________

Wat zijn twee minder sterke eigenschappen van jezelf in verband met deze opleiding?____________________________________________________________

____________________________________________________________

Hoe scoor je op de volgende onderdelen? Zeer goed=4, goed=3, matig=2, zwak=1

Zelfstandig werken________________ Zelfvertrouwen________Doorzettingsvermogen_____________ Initiatief nemen________Samenwerking met anderen_________ Eigen mening geven____Omgaan met stress situaties_________

Willen (persoonsontwikkeling) Pagina

9

portfolio

Wat vind je leuk in het beroep waarvoor je een opleiding wilt gaan

volgen?

__________________________________________________________

Wat vind je minder leuk of niet leuk in het beroep waarvoor je een

opleiding wilt gaan volgen?

__________________________________________________________

__________________________________________________________

Heb je al een idee waar je wilt gaan werken en wat trekt je daarin aan?

_________________________________________________________

_________________________________________________________

Waarom kies je voor een reformatorische school voor MBO?

_________________________________________________________

Wat verwacht je van de school wat betreft identiteit?

____________________________________________________________

____________________________________________________________

Wat kan de school van jou verwachten wat betreft identiteit?

____________________________________________________________

____________________________________________________________

Wat vinden je ouder(s)/verzorger(s) van jouw keuze voor deze opleiding?

____________________________________________________________

____________________________________________________________

10

(vervolg) Willen (persoonsontwikkeling) Pagina portfolio

Waar besteed je je vrije tijd aan?

specifieke taken thuis _______________uren per week

jeugdvereniging van de kerk _________uren per week

werk _____________uren per week

hobby/sport _____________uren per week

Opdracht BMaak je eigen CV aan de hand van het Word bestand dat je op de website aantreft. (Zie www.Hoornbeeck.nl onder publicaties gezondheidszorg. Kijk onder het kopje Opleiding Helpende Zorg & Welzijn.) Het document heet Curriculum Vitea.

In de les zal jouw docent je leren hoe je aan de hand van een Curriculum Vitea jezelf aan anderen kan voorstellen. In een gesprek van 10 minuten krijg je de gelegenheid om jezelf voor te stellen aan de hand van jouw CV.

11

Een curriculum vitea is een beschrijving van wat je allemaal gedaan hebt in je leven. De afkorting is: CV. Bij een sollicitatiebrief vermeld je in je CV naast persoonlijke gegevens ook je werkervaringen.Betekenis

Voorbereiden van kennismakingsgesprekJouw docent Studieloopbaan gaat in de komende weken in gesprek met jou. Het doel van dit gesprek is om kennis te maken met elkaar. Een goede oefening, want ook voor je stage zal je kennis moeten maken met jouw begeleider.Wat heb je nodig?

De uitgewerkte opdracht A, Jouw portfolio van de vorige school. (Heb je deze niet,

jammer dan), Jouw CV geheel uitgewerkt (zie opdracht B boven aan

deze pagina),

Hoe kan je het gesprek aanpakken?I. Je kunt de docent aan jou de vragen laten stellen. Dan

kan je voorbereiden door thuis vast na te denken wat je wilt vertellen over jezelf, je thuissituatie, je vorige school, je werk- of stage ervaringen, je motivatie om naar deze school te komen.

II. Je kunt het gesprek ook voorbereiden door samen met iemand uit de klas dit gesprek te oefenen. De vragen van opdracht A , die je uitgewerkt hebt mag de ander aan jou vragen. En natuurlijk jij aan haar of hem!

III. Het moeilijkste is echter om vanuit jezelf jouw verhaal voor te bereiden. Dat doe je door eerst opdracht A door te nemen: “Ik heb dit zo en zo ingevuld. En ik wil er nog iets meer over vertellen…”. Dan ga je naar opdracht 2: “Ik kom uit een gezin van….. en heb op deze school gezeten en heb deze werkervaringen en……”.

De docent zal jou naar aanleiding van het gesprek feedback geven.

Opdracht 4: Reflecteren m.b.v. de ABCD methodiek

Opmerking vooraf: : in het thema Begeleiden is plannen, Omgaan met zorgvragers word je gevraagd een ABCD reflectie van een oefening/les te schrijven! Hoe te reflecteren wordt je bij SLB geleerd!

Er worden in de eerste 20 weken verschillende reflecties van je gevraagd. Hieronder worden ze opgenoemd:

Week 4 reflectie n.a.v. de uitslag van je ambitie en motivatie test.

Week 6 reflectie n.a.v. leerstijlentest van Vermunt

Week 7/8 wordt de reflecties zoals je die gemaakt hebt bij het thema Begeleiden is plannen. Omgaan met zorgvragers in de SLB les besproken.

Week 10/11 een reflectie n.a.v. de eerste 10 weken van je opleiding. Daarbij besteed je ook aandacht aan jouw ervaringen met je leerstijl (zie opdracht 8).

Week 13/14 een reflectie naar aanleiding van het gesprek dat jij met je SLB’er had.

Week 18/19 een reflectie op het (SMART geformuleerde) leerdoel of leerdoelen die je gemaakt hebt.

TIP: zet niet alleen in je agenda wanneer je deze uiterlijk gemaakt moet hebben, maar zet 1 of 2 weken eerder in je agenda dat je er aan moet werken!

Belangrijk is dat je leest uit Studieloopbaanbegeleiding Competentiegericht beroepsonderwijs. MBO niveau 3-4. Deel 1” hoofdstuk 6, van module 1. En dan met name pag. 67 tot en met bovenaan pag. 70.

De TAALKAARTEN geven aan hoe je een reflectiegesprek het beste kan voorbereiden en doen. Zie bij gesprekken voeren. Bij de TAALKAARTEN wordt de STARR mals reflectie methode gehanteerd. Daarover lees je ook in het SLB boek. Binnen de VZ en VP opleiding gebruiken wij de ABCD methode. Maar dat neemt niet weg dat wat de TAALKAARTEN zeggen over het reflectiegesprek zeer handzaam zijn.

Op de volgende pagina wordt de ABCD reflectie methodiek uitgelegd.

12

Voorbereiden van kennismakingsgesprekJouw docent Studieloopbaan gaat in de komende weken in gesprek met jou. Het doel van dit gesprek is om kennis te maken met elkaar. Een goede oefening, want ook voor je stage zal je kennis moeten maken met jouw begeleider.Wat heb je nodig?

De uitgewerkte opdracht A, Jouw portfolio van de vorige school. (Heb je deze niet,

jammer dan), Jouw CV geheel uitgewerkt (zie opdracht B boven aan

deze pagina),

Hoe kan je het gesprek aanpakken?I. Je kunt de docent aan jou de vragen laten stellen. Dan

kan je voorbereiden door thuis vast na te denken wat je wilt vertellen over jezelf, je thuissituatie, je vorige school, je werk- of stage ervaringen, je motivatie om naar deze school te komen.

II. Je kunt het gesprek ook voorbereiden door samen met iemand uit de klas dit gesprek te oefenen. De vragen van opdracht A , die je uitgewerkt hebt mag de ander aan jou vragen. En natuurlijk jij aan haar of hem!

III. Het moeilijkste is echter om vanuit jezelf jouw verhaal voor te bereiden. Dat doe je door eerst opdracht A door te nemen: “Ik heb dit zo en zo ingevuld. En ik wil er nog iets meer over vertellen…”. Dan ga je naar opdracht 2: “Ik kom uit een gezin van….. en heb op deze school gezeten en heb deze werkervaringen en……”.

De docent zal jou naar aanleiding van het gesprek feedback geven.

Als je bij www.google.nl als zoeken in typt ABCD reflectie methode, zie je als eerste hint “ABCD reflectie leren van ervaringen” Als je deze aanklikt kom je op een site van een enthousiaste collega. Kijk eens hoe hij reflecteert a.d.h.v. ervaringen. (Lukt bovenstaande niet, kijk dan op http://lerenvanervaringen.webklik.nl/page/abcd-reflectie)

Om in je agenda op te schrijven

De ABCD reflectie methode

Deze is afgeleid van de Rationeel Emotieve Therapie en besteedt aandacht aan de samenhang tussen wat wij voelen en denken. Het basisidee achter deze methode is dat niet de dingen die gebeuren ons raken, maar onze gedachte over de dingen. Waar mensen met elkaar werken, zijn gevoelens o.a. van vreugde en verdriet. Spanning en stress hebben slechts voor een deel te maken met invloeden van buitenaf. Een groot deel van de narigheid veroorzaken we zelf. Je ziet of merkt iets op bij het werk dat je doet en dat levert een bepaalde gedachten op. Deze gedachten roepen bepaalde gevoelens op, die weer een bepaalde reactie en handeling tot gevolg hebben. Het doel van de ABCD-methode is te leren die verkeerde gedachten in te zien en te corrigeren. Het biedt je de mogelijkheid om meer zelfinzicht te krijgen en beter met moeilijke beroepssituaties om te gaan.

TIP: Gerrie Ham Willemsen en Willem van de Brug hebben een pos. Christelijk boekje geschreven waarin de problematiek, zoals hierboven staat, verder uitgewerkt wordt.

Hoe werk het, reflecteren met de ABCD methode?

Kies een (geplande/niet geplande) situatie die je hebt meegemaakt. Met gepland wordt bedoeld een situatie die te maken heeft met je POP. Met ongepland wordt een situatie bedoeld die je overkomen is. Bijvoorbeeld in de les.Beschrijf de situatie met behulp van de ABCD methode.

Wat was er Aan de orde (Welke situatie heeft er plaats gevonden. Beschrijf in ik-taal de feitelijke situatie) LET OP: geen algemene samenvatting geven!)

Wat vond ik hierin Belangrijk (Welke gedachten kwamen bij jou op tijdens die situatie/dat dilemma? En hoe bepaalden die jouw gevoelens. Bij gedachten kan je ook denken aan kennisaspecten. Maar er is altijd meer dan dat.

Wat zijn de Consequentie(s) voor mijn handelen (Welke gevoelens riep dat op bij jou? En hoe bepaalden ze jouw gedrag?).

Wat ben je nu van plan een volgende keer te gaan Doen? (Welke gevolgen had dat voor jou? En hoe kan je deze gevolgen gebruiken als leerpunt in een volgende gebeurtenis?).

Omdat bovenstaande moeilijk is om mee aan de slag te gaan, tref je op de volgende pagina hulpvragen voor het maken van een reflectieverslag met behulp van de ABCD methode.

13

Hulp vragen bij de ABCD reflectie methode.

Bij het schrijven van een reflectie helpt het om de onderstaande vragen te beantwoorden.

Tip: schaf een ‘hardcover’ schrift aan. Gebruik dat schrift om je ervaringen en reflecties in op te schrijven. Voordeel is: een schrift heb je altijd bij de hand. En een ‘hardcover’ schrift is duurzaam!

Wat was er Aan de orde?- Wat heb je gedaan? Of: wat is er gebeurd?- Wat ging er goed?- Waarom ging het goed?- Wat ging er fout/ minder goed?- Wat dacht en voelde ik bij het fout/minder goed gaan?

Wat vond ik hierin Belangrijk?- Wat wilde ik bereiken?- Wat waren de belangrijkste momenten in de situatie?

(Die belangrijke momenten kunnen dingen zijn die gebeurden. Maar ook bepaalde gedachten/gevoelens die je daarbij had.)

- Wat zijn voor jou de aandachtspunten in de situatie?

Wat zijn de Consequenties voor mijn handelen?- Welke leerpunten haal je uit deze situatie?- Wat is je feedback van collega's, medestudenten, leraren? (Vraag daar actief naar!)- Wat zou je graag willen verbeteren bij deze situatie?

Wat ga ik hier mee Doen?- Hoe zou ik het anders kunnen doen? (Welke leerpunten haal je voor jezelf hieruit?)- Hoe ga je je leerpunten aanpakken? Welk leerdoel formuleer jij voor jezelf?- Hoe ga je de feedback die je gekregen hebt, verwerken in het leerdoel?

14

Opdracht 5: SMART formuleren van leerdoelen

Vanaf week 11 gaan we aan de slag met het formuleren van leerdoelen. De opzet is dat je voor periode 2 een leerdoel (SMART geformuleerd) opstelt. Dat wordt je gevraagd bij:

Het thema Begeleiden is Plannen en bij Het SLB thema en Voor de stage (ander woord: BeroepsPraktijkVorming afgekort met BPV).

Hoe dat te doen, leer je bij SLB.Daarvoor wordt de SMART methodiek gebruikt.Om met deze methodiek kennis te maken, zie je hieronder een voorbeeld.

Opdracht A Bij het volgen van autorijlessen kan je ook een SMART geformuleerd leerdoel maken. De S is: ik kan deelnemen aan het verkeer met behulp van een auto. Formuleer nu eens de M, A, R en T. Gebruik hiervoor de stappen om te komen tot SMART doelen.

15

Stappen om te komen tot SMART doelen

1. Stel doelenDe eerste stap is natuurlijk om vast te stellen wat je wilt bereiken. Denk goed na wat voor jou de belangrijke doelen zijn en zet ze allemaal op een rij. Dit werkt het best als je er even goed voor gaat zitten. Een brainstormsessie met een aantal anderen kan ook werken, als het doelen voor een team zijn.

2. Maak je doelen SpecifiekVeel mensen stellen als doel: “meer geld verdienen” of “carrière maken”. Deze doelen zijn niet specifiek omdat niet duidelijk is wat het precies inhoudt. Als je aan het eind van het jaar 2% loonsverhoging krijgt, verdien je meer. Dat is echter vast niet genoeg. Beter zou zijn, “4.000 euro per jaar extra verdienen” of “directeur worden van de holding.” Natuurlijk hoef je niet per se 4000 euro te kiezen, maar het is belangrijk dat je wel een concreetdoel kiest.

3. Maak je doelen MeetbaarNu we weten wat we willen, moeten we ook zorgen dat het meetbaar is. In het geval van 4.000 euro verdienen is het makkelijk, maar bij andere doelen is het lastiger. Wanneer je bijvoorbeeld wilt afvallen, ga je dan alleen wegen, of wil je alleen maar in de spiegel kijken of gaat het je om een bepaalde kledingmaat? Als iets meetbaar is, is het haast automatisch ook specifiek. De S en de M zijn dus sterk met elkaar verwant.

4. Maak je doelen AcceptabelBekijk je doelen eens goed. Denk je dat hier voldoende draagvlak voor is in je omgeving? Heeft je partner er geen problemen mee? Of, als het teamdoelen zijn, is de organisatie het er wel mee eens? Het is niet verstandig om je al te zeer te laten tegenhouden door je omgeving, maar het is wel verstandig om hier enigszins rekening mee te houden. Vooral voor teamdoelen is dit een belangrijke stap.

5. Maak je doelen RealistischDoelen moeten uitdagend zijn, maar niet te uitdagend. Als je eenmaal een doel stelt, ben je namelijk pas tevreden als je dat doel ook haalt. Wanneer je teveel doelen stelt, of te moeilijke doelen stelt, is de kans te groot dat je een aantal van hen niet haalt. Dat zorgt er dan dus voor dat je een val voor jezelf opzet waar je vervolgens fluitend in loopt. Beter is het om doelen te stellen die motiveren, maar die wel haalbaar zijn.

6. Maak je doelen TijdgebondenDeze hoort eigenlijk bij specifiek en meetbaar. Directeur worden is namelijk nog een betrekkelijk vaag doel. Als je over dertig jaar directeur wordt, is dat natuurlijk niet zo spectaculair. Het is daarom belangrijk om ook vast te stellen welke tijd er voor staat. Het is

16

daarbij handig om grote doelen op te knippen in kleinere stukjes. Zo blijft het hanteerbaar en heb je vaker de gelegenheid om successen te vieren.

7. Onderneem actieNu je doelen staan, moet je er nog naar handelen. Hoewel SMART doelen stellen belangrijk is, is concrete actie uiteindelijk waar het om gaat. Succes!

8. Reflecteer op de door jou gedane actiesBelangrijk is om met regelmaat en zeker ook aan het einde van de door jou gestelde Tijdslimiet te kijken naar je sucessen. Maar ook naar waar je punten hebt laten liggen. Reflecteren. Daarvoor is de ABCD methode zeer geschikt.

Bronen: 1. http://www.hoedoe.nl/werk-carriere/productiviteit/hoe-formuleer-ik-smart-doelen 2. http://www.ivpp.nl/zelfdiscipline/smart-doelen-stellen/

Voor meer achtergrond informatie, zie ook: http://www.leerwiki.nl/Voorbeelden_van_SMART-doelen

TIP: de site http://www.leerwiki.nl (waar je meer achtergrond informatie kon vinden over de SMART methode) is interessant. Klik maar eens de homepage aan. Bij de verschillende categorieën kan je voor achtergrond informatie door klikken!

In week 11 heb je een ABCD reflectie geschreven over jouw ervaringen van de eerste 10 weken.In week 13 heb je tenmisnste één leerdoel SMART geformuleerd. LET OP: het kan een leerdoel zijn om je leerstijl te verbeteren (zie opdracht 8).In week 14/15 heb je een gesprek met je SLB docent. Daarin breng je o.a. ook je leerdoel ter sprake.In week 18/19 schrijf je een ABCD reflectie naar aanleiding van jouw ervaringen met je leerdoel.Na week 20 heb je of een leerdoel voor periode 3 of een leerdoel voor in de BPV.

TIP: zet niet alleen in je agenda wanneer deze uiterlijk ingeleverd/klaar moeten zijn, maar zet 1 of 2 weken eerder in je agenda dat je er aan moet werken!

Belangrijk is dat je leest uit Studieloopbaanbegeleiding Competentiegericht beroepsonderwijs. MBO niveau 3-4. Deel 1” hoofdstuk 5, van module 1. En dan met name pag. 59 tot en met bovenaan pag. 62.

Opdracht 6: Een Loopbaanplan schrijven

Voordat je aan het jouw Loopbaanplan gaat schrijven, is het belangrijk dat je:

17

Om in je agenda op te schrijven

I. De ambitie en motivatie test hebt gemaakt (zie opdracht 2)II. Daarop gereflecteerd hebt (zie opdracht 4)III. Een goed CV hebt geschreven (zie opdracht 3)IV. Zicht hebt op wat jouw persoonlijk leerdoel is (zie opdracht 5)

LoopbaanplanWaar sta ik nu?1. Vertel wie je bent (aan de hand van CV en Ik en mijn. Aanvullend kunnen leerstijlen/Belbin of

andere testen toegevoegd worden aan je Loopbaanplan.)2. Kijk eens naar jouw ervaringen van de vorige school en geef eens aan wat deze voor jou

betekend hebben3. Wat wil je met deze opleiding bereiken?4. Welke eigenschappen helpen jou daarbij om dit doel te bereiken?5. Een welke eigenschappen denk jij dat een belemmering gaan vormen om dit doel te

bereiken?6. Wat is er met deze opleiding allemaal ‘te koop’?Waar wil ik naar toe?1. Stippel je favoriete loopbaan route eens uit. (Daarbij kan je denken aan:

a. In welk werkveld zie jij jezelf later werken? En kan je dit toelichtenb. Welke dingen wil je (af)leren?)

2. Waarom wil je dit? : zet je motivatie voor deze opleiding en/of het beroep eens op papier.)3. Wat voor werk wil je uiteindelijk? (geef daarbij ook aan waar je informatie hierover gevonden

hebt of kan vinden en voeg dat bij je loopbaanplan. Dat kan een document, artikel, een YouTube filmpje of een website zijn).

Hoe kom ik daar?1. Welke doelen wil je bereiken? (kijk daarbij nog eens wat je geschreven hebt bij vraag 4 onder

het kopje Waar sta ik nu)2. Wie heb je dan nodig? Daarbij kan je denken aan:

a. Jouw verwachtingen ten aanzien van de klasb. Jouw verwachtingen ten aanzien van de docenten en hun begeleidingc. Jouw verwachtingen ten aanzien van de lessen

3. Hoe zie jij je ontwikkeling voor je? Daarbij kan je denken aan:a. Jouw verwachtingen ten aanzien van de stagesb. Jouw verwachtingen ten aanzien van het beroep en/of vervolg studiec. De gekregen feedback van dit jaar. (LET OP: in en bij bepaalde thema’s krijg je

feedback. Geef deze een plek in je Loopbaanplan.).Daarnaast is ook van belang dat je jezelf een beeld hebt gevormd van de opleiding en het beroep. Het thema Doelgroepen helpt je daarbij.Bij het schrijven van een Loopbaanplan, dien je gebruik te maken van onderstaande vragen.

Hoe presenteer ik mij in mijn werk?1. Met welke werkervaringen ben je naar deze opleiding gekomen? (En als je al een ouderejaars

bent: welke werkervaringen heb je opgedaan tijdens je opleiding?) Geef daarbij ook aan wat je daar geleerd hebt en hoe je dat binnen je opleiding wilt gaan gebruiken.

2. Welke persoonlijke eigenschappen wil jij in je toekomstig beroep gaan inzetten (en waarom)?

18

Ouderejaars studenten dienen hun SWOT een plek te geven in hun Loopbaanplan.3. Hoe gedraag jij je tijdens de stage?

a. Welke positieve eigenschappen heb je laten zien? Minimaal 3 noemen met toelichting.

b. Welke minder positieve eigenschappen heb jij laten zien? Minimaal 2 noemen met toelichting.

c. Per stage wordt een ervaringsverslag gevraagd bij de proeve Terugblikken en Vooruitkijken. Geef dat verslag een plek in je Loopbaanplan.

In week 3 maak je een eerste start met het schrijven van je Loopbaanplan. Rond die tijd heb je opdracht 3 af.In week 5 werk je verder aan het Loopbaanplan. Rond die tijd heb je opdracht 2 af en heb je op de uitslag gereflecteerd ( zie opdracht 4)In week 12 rond je het schrijven van het Loopbaanplan af. Daarbij kan je gebruik maken van de reflectie die je in week 11 hebt moeten schrijven (zie opdracht 4). En je hebt zicht op je leerdoel (zie opdracht 5).In week 13/14 bespreek je jouw Loopbaanplan met jouw SLB docent.Na jouw stage (=BPV) stel je je Loopbaanplan bij. En dan met name wat er staat onder het kopje Hoe presenteer ik mij in mijn werk.Aan het einde van leerjaar 1 bespreek je in een eindgesprek van leerjaar 1 jouw Loopbaanplan nog een keer met je SLB’er. Dan kijk je samen met de docent hoever je gekomen bent.

TIP: zet de afspraken van de eerste 20 weken niet alleen in je agenda wanneer deze uiterlijk ingeleverd/klaar moeten zijn, maar zet 1 of 2 weken eerder in je agenda dat je er aan moet werken!

19

Om in je agenda op te schrijven

Opdracht 7: Een eerste begin maken met jouw MBO Portfolio

Opmerking vooraf: Als je gaat naar www.hoornbeeck.nl en je kiest in het menu publicaties > Gezondheidszorg dan tref je daar per opleiding documenten aan die voor jou van belang zijn. Zo tref je bij Opleiding Verzorgende (-IG) het document Portfolio aan. Download dit document.

Ter voorbereiding is het goed om Module 2, hoofdstuk 6 (pag. 12-132) uit het boek Studieloopbaan te lezen. Daarmee vorm je een beeld van wat nu eigenlijk een portfolio is. En vergeet niet: als je vanuit het VMBO al een portfolio hebt, dan kan je deze zeker gebruiken bij het opzetten en samenstellen van je portfolio.

In de volgende 3 stappen lees je hoe een portfolio in te richten.

Deze stap levert je een eerst inrichting op van je portfolio.

1. Schaf een map aan die qua kleur en opzet, inrichting je aanspreekt. De enige vereisten voor deze map zijn:

Het moet een A4 map zijn bij voorkeur 2 of 4 rings, Je moet er aardig wat documenten in kunnen archiveren.

2. Daarna maak een verdeling met behulp van gekleurde tabbladen. Tabblad 1 noem je: PersoonlijkTabblad 2 noem je Waar ik nu mee bezig ben (geweest)Tabblad 3 noem je Wat ik al kanTabblad 4 noem je Archief

Ter voorbereiding op je eerste stage is vooral Tabblad 1 en Tabblad 2 van belang. Deze worden hieronder uitgelegd.

In deze tweede stap krijg je handvatten om een deel van jouw portfolio in te richten als een soort van visite kaartje, waarin jij laat zien wie jij bent. Andere maken met jou kennis door middel van deze informatie.Doel is om jezelf te presenteren aan anderen (bijvoorbeeld in de stage)!

20

Stap 1: de inrichting

Voor dit deel leg je verschillende hoofdstukken aan. Hieronder worden ze genoemd: Persoonlijke gegevens (jouw CV en ‘Ik en Mijn’) Testen die je gemaakt hebt of nog gaat maken (is nu wellicht nog leeg!) Motivatiebrief en evt. Zelfbeeldverslag Je rapport/diploma van het voortgezet onderwijs (zorg ervoor dat je niet het

origineel in je portfolio doet. Gebruik een kopie). Jouw leerstijl Het “Beeld van de verzorgende/verpleegkundige” hebt

Stap 2 tabblad Persoonlijk

Stappelplan voor het opzetten en samenstellen van je portfolio

De derde stap geeft je de gelegenheid om zaken die alleen binnen de school van belang zijn, een plek te geven in een portfolio.Naast de leerervaringen die je gaat op doen tijdens de stage, heb je ook in school hard gewerkt en veel geleerd. Achter dit tabblad geef je dan met name die documenten een plek waar je op school aan werk. Of aan gewerkt hebt.Daarbij kan je denken aan:

De 5 hierboven genoemde categorieën kan je gebruiken om je ontwikkelingsportfolio een indeling te geven! Dat maakt hem overzichtelijker.

Belangrijk is dat je leest uit Studieloopbaanbegeleiding Competentiegericht beroepsonderwijs. MBO niveau 3-4. Deel 1” hoofdstuk 6, van module 2. En dan met name pag. 133 tot en met bovenaan pag. 138.

21

Stap 3 tabblad Waar ik nu mee bezig ben (geweest)

Reflecties en opdrachten die je geschreven en uitgewerkt hebt. Bijvoorbeeld het reflectieverslag dat je naar aanleiding van je gesprek met je docent Studieloopbaan hebt geschreven. Of de OER opdracht die je uitgewerkt hebt.

Samenwerkingsopdrachten zijn vaak de moeite waard om opgeslagen te worden. Al is het alleen maar leuk om later nog eens te kunnen zien waar je met wie aan gewerkt hebt. Belangrijk is wel dat je aangeeft aan welk thema of onderwerp je hieraan gewerkt hebt. En vergeet ook de datum niet!

Planningen/Pap’s voor de periode waarin je nu werkt. Je kan ook de PAP die je voor de komende stage gaat maken hier een plek geven.

Vaardigheden, die je bijvoorbeeld bij Huishouding of Verpleegkunde of Omgangskunde of Nederlands geoefend hebt. Ook kan je andere lijsten/voorschriften/protocollen waar je mee gewerkt hebt hier een plek geven.

Enzovoort. Misschien is bovenstaande opsomming niet volledig. Gebruik dan deze categorie als verzamelplek voor al de overige zaken, documenten waar je aan werkt of nog aan werken moet.

Opdracht 8: Leerstijlen test van Vermunt (en een reflectie daarop)

Opdracht A: Ga naar de site www.lerenloopbaanburgerschap.nl en zoek opdracht 5 uit hoofdstuk 1 van module 4 op. Maak deze opdracht en beantwoord de vragen die daarbij horen.

Opdracht B: Schrijf een ABCD reflectie op de uitslag van deze leerstijlentest.Het schrijven van de reflectie doe je als volgt:Bij de A schrijf je minimaal 3 punten op die je goed herkent bij jouw manier van leren. En 3 punten die je niet/nauwelijks herkent bij jouw manier van leren.Bij B schrijf je op van welke van de 3 punten die je niet/nauwelijks herkent bij jouw manier van leren je nu het meeste last hebt.Bij C Wat je zou willen verbeteren aan dat punt of die punten.Bij D Hoe je dat gaat aanpakken. Interessant zijn natuurlijk daarbij de 14 tips die je krijgt om je leerstijl te beinvloeden. Daar kan je inspiratie uit putten. Maar LET OP: je maakt bij D dus afspraken met jezelf waar een ander jou op kan aanspreken!(Bovenstaande is een korte samenvatting van de ABCD methode, zoals je die bij opdracht 4 geleerd hebt!).Schrijf je reflectie in het ‘hardcover’ schrift en laat deze aan de SLB docent lezen.

Belangrijk is dat je leest uit Studieloopbaanbegeleiding Competentiegericht beroepsonderwijs. MBO niveau 3-4. Deel 1” hoofdstuk 1, van module 4. En dan met name pag. 230.

In week 6 maak de leerstijlentest en schrijft een reflectie daaropIn week 7 laat je de reflectie lezen aan je SLB docent lezenIn week 9 en 10 kijk je of wat je aan min punten van je leerstijl verwachtte ook jouw parten speelt tijdens het leren en de toetsweek.In week 11 neem je de ervaringen zoals jij die gezien hebt met jouw leerstijl mee in jouw reflectie over periode 1.In week 12 beslis je of je van de uitkomst van de leerstijlen test en de ervaringen van de eerst periode een leerdoel maakt om je leerstijl te verbeteren.

22

Opdracht 9: Leren Leren

In het schema hieronder kan je zien in welke week aandacht besteed wordt als het gaat om het Leren-Leren. En daarbij tref je een verwijzing aan naar het boek “Studieloopbaanbegeleiding Competentiegericht beroepsonderwijs. MBO niveau 3-4. Deel 1”

Week Onderwerp Opdracht/Huiswerk4 Voorbereiden

LeestechniekenVoorbereiding van SLB les van week 5. Bestudeer hoofdstuk 4 van module 4 uit het boek Studieloopbaan.Ga naar de website www.lerenloopbaanburgerschap.nl en zoek de opdrachten horend bij dit hoofdstuk. Maak/doe opdracht 1 en 2 van par. 4.1 (goede leesvaardigheid) en opdracht 10 par. 4.3 (basistechnieken snellezen).Tot slot maak je dan de openingsquiz zoals deze bij de opdrachten van par. 4.1 staat.

5 Leestechnieken

6 Planning Hoofdstuk 2 van module 4 uit het boek Studieloopbaan Hoofdstuk vormt de leidraad van deze les. Je dient de opdrachten te maken.Ga naar de website www.lerenloopbaanburgerschap.nl en zoek de opdrachten horend bij dit hoofdstuk. Het gaat om de opdrachten 1, 3,5 10 en 11.

7 of 8 Leerstijlen en studietips

Lezen hoofdstuk 1 module 4. Ga naar de website www.lerenloopbaanburgerschap.nl Kies module 4, hoofdstuk 1. Maak opdracht 6 en 7 en denk eens na wat je daarin een medestudent wil meegeven. Motiveer je antwoord in een gesprek onder 4 ogen.

9 Samenvatten Lees van Module 4 hoofdstuk 6. En in TAALKAARTEN wordt aandacht besteed aan aantekeningen maken, samenvatten en schematische overzichten. Zie onder het kopje schrijven.Ga naar de website www.lerenloopbaanburgerschap.nlKies module 4, hoofdstuk 6 (je kan kiezen uit een Word of PDF bestand) Maak opdracht 4 en verdiep je in opdracht 9.

11 Planning Hoofdstuk 2 van module 4 uit het boek Studieloopbaan Hoofdstuk vormt de leidraad van deze les

16 Samenvatten (is alleen voor de VP)

Lees module 4 par. 6.1Bezoek de website http://www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/actief_leren/samenvatten.html

23