Hand Lei Ding SLB Algemeen Voltijd

download Hand Lei Ding SLB Algemeen Voltijd

of 36

Transcript of Hand Lei Ding SLB Algemeen Voltijd

HANDLEIDINGSTUDIELOOPBAANBEGELEIDING

Studiejaar 2008 - 2009 Integrale Veiligheidskunde Voltijd

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

InhoudsopgaveInleiding 1. Wat is studieloopbaanbegeleiding ..............................................................................................4 1.1. Een kennismaking met SLB .........................................................................................................4 1.2. Jouw studieloopbaanbegeleider .................................................................................................7 . 2. Competenties van de Integrale Veiligheidskundige .....................................................................9 2.1. Competenties wat zijn dat eigenlijk? 2.2. Competenties van de IVK-er 3. SLB gesprekken 4. Persoonlijk ontwikkelingsplan 4.1. Wat is een POP 4.2. Reflecteren 4.3. Hulpmiddelen POP Persoonlijke Ontwikkelkaart Competentiekaart SMARTI formuleren van leerdoelen 5. Digitaal portfolio

Bijlagen POP beoordeling Voorbeeld werken met Persoonlijke ontwikkelkaart Voorbeeld Competentiekaart

2

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

InleidingBeste voltijd studenten.

Voor jullie ligt de nieuwe studentenhandleiding SLB, deze handleiding geeft je uitleg over het vak SLB en is tevens een werkboek waar je oefeningen uit kunt halen voor het tot stand komen van je SLB leertraject binnen je studie IVK. De werkgroep SLB die bestaat uit Sanjay Ram, Ivo de Haard, Michiel Maas, Valentijn Callenfels en Margriet Biemans wensen je veel succes met je studie. Onze dank gaat uit naar Sandra de Graaf die een grote bijdrage heeft geleverd aan dit project..

3

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

1. Wat is studieloopbaanbegeleiding?

1.1. Een kennismaking met studieloopbaanbegeleiding Je studeert bij ons omdat je een competente Integrale Veiligheidskundige wilt worden. Je wordt competent door het verwerven van kennis en vaardigheden, en door te leren hoe deze effectief in te kunnen zetten in de praktijk. Hiervoor is het noodzakelijk dat je inzicht ontwikkelt in jezelf en je eigen handelen. De vragen: wie ben ik en wat kan ik; wat wil ik en hoe kan ik dat bereiken of wat kan ik niet en hoe ontwikkel ik wat ik (nog) niet kan, zijn kernvragen die je jezelf stelt met SLB. Het is belangrijk dat je zicht krijgt op de eigen individuele leerbehoeften en competentieontwikkeling en leert belemmeringen op te heffen en kansen te ontwikkelen en wel zodanig dat aan het eind van de opleiding de beroepskwalificaties van beginnend beroepsbeoefenaar zijn verworven. Met behulp van slb krijg je zicht op en geef je vorm en inhoud aan jouw studieloopbaan. Je begint niet blanco aan de studie, je hebt al de nodige competenties in huis. Een doel van SLB is het benoemen van de aanwezige competenties en hoe deze verder uitgediept kunnen worden. De doelen die je wilt bereiken worden geformuleerd en noemen we leerdoelen. (Hoe je dit precies doet kun je terug vinden in het hoofdstuk over het persoonlijk ontwikkelplan (POP)). Wanneer je bij ons studeert houden we rekening met al eerder verworven competenties. Mede op basis hiervan wordt vastgesteld wat jouw persoonlijke studieweg is. De studieloopbaanbegeleider (SLBer) begeleidt je op deze weg. Hij/zij bevraagt je, ondersteunt je, geeft je feedback en helpt je bij het plannen van je eigen studieweg. Het gaat uiteindelijk om het managen van de ontwikkeling van je eigen competenties. Een ander doel van SLB in de propedeuse fase is het maken van een welbewuste keuze om al dan niet door te gaan met de opleiding IVK, met eventueel een orintatie op een andere (studie)loopbaan. In de loop van de propedeuse zul je een steeds duidelijker en reler beeld ontwikkelen van IVK in de beroepspraktijk. Dit kan je bevestigen in je keuze, maar het kan je ook laten twijfelen over de juistheid daarvan. Ook de resultaten die je behaalt, kunnen je sterken in je keuze of juist twijfel oproepen. De SLB-er zal desgevraagd ondersteunen bij het maken van verbeterplannen. Samen met je slb-er probeer je tot een keuze te komen die recht doet aan jouw kwaliteiten en interesses enerzijds, en wat het beroep vraagt anderzijds. De gesprekken met je slb-er spelen hierbij een belangrijke rol. 4

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Een belangrijk doel van SLB is het ontwikkelen van een leer- en werkhouding tot het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar met nadruk op zelfsturing en lerend vermogen. Een Integrale Veiligheidskundige op HBO niveau wordt ingezet in verantwoordelijke en vaak complexe praktijksituaties. Dit vraagt niet alleen wat van je kennis- en vaardighedenniveau maar ook van wie jij bent als persoon: een persoon die zelfsturend, verantwoordelijk en bewust kan opereren. Binnen SLB wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een aantal belangrijke HBO competenties: 1. Zelfkennis, je hebt inzicht in je sterke en zwakke persoonlijkheidsaspecten, je hebt inzicht in de gevolgen van jouw eigen gedrag voor anderen en voor het behalen van resultaten; en inzicht in het effect van andermans gedrag op jou 2. Zelfmanagement, kunnen sturen van het eigen gedrag: orinteren, plannen, bewaken, toetsen en evalueren 3. Reflectie, je bent in staat te reflecteren op de situatie ter plaatse en in actie en dit leidt tot inzicht in praktijksituaties die uniek, complex, diffuus of conflictueus zijn 4. Eigenaarschap/ verantwoordelijkheid.

5

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Doelen SLB op een rij: 1. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) ondersteunt competentiegericht leren en vraagsturing. 2. SLB is gekoppeld aan het verwerven van algemene HBO-kwalificaties en beroepskwalificaties IVK: De student is in staat te reflecteren op en te werken aan de ontwikkeling van zijn studie-en beroepsloopbaan. 3. SLB voorkomt studievertraging. Bij het studeren kan de student soms stuiten op problemen met het studeren, een verkeerde studiekeuze of persoonlijke problemen. De SLBer helpt je bij het aangaan van deze problemen en verwijst waar nodig door naar een decaan. 4. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij het leren leren, het leren reflecteren op de competentieontwikkeling en bij het maken van individuele keuzes uit het onderwijsaanbod. In het algemeen gesproken gaat het om de begeleiding bij een resultaatgerichte studieloopbaan. 5. SLB is een toekomstgericht begeleidingssysteem waarbij studenten worden uitgedaagd om hun reflectievermogen, leervaardigheden en strategien te ontwikkelen en waarbij zij geconfronteerd worden met beroepseisen, studieresultaten en studiegedrag. 6. SLB functioneert als een vangnet voor studenten die (nog) niet voldoende vaardigheden ontwikkeld hebben met betrekking tot zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren. 7. Daarnaast kan de student bij de SLB-er ook met persoonlijke vraagstukken uit het priv leven die de studie kunnen belemmeren terecht. 8. Door middel van SLB is er mogelijkheid tot het geven van feedback op de opleiding.

Vragen voor je SLB-er zijn onder meer: 1. Momenteel heb ik thuis veel problemen waardoor ik niet aan studeren toe kom, heb ik recht op een extra tentamen mogelijkheid? 2. Ik wil versneld afstuderen, is dat mogelijk? 3. Graag zou ik een minor bij een andere opleiding volgen, hoe kan ik dit aangeven? Vragen die niet relevant zijn voor de SLB-er: 4. Alle vragen die beantwoord worden in de studiegids; 5. Klachten waar je zelf geen actie op hebt ondernomen. Bijvoorbeeld: De tentamen uitslagen zijn al drie dagen te laat van vak X, kunt u daar achter aan gaan? 6. Ik heb als waardering een onvoldoende, kunt u met de docent contact opnemen zodat ik deze kan herkansen? 6

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

1.2. Jouw studieloopbaanbegeleider In alle vier de leerjaren heeft iedere student een studieloopbaanbegeleider (SLB-er), die de student begeleidt. Met de SLB-er bouw je een (vertrouwens)relatie op en binnen de opleiding is dit de persoon voor al je vragen gerelateerd aan de opleiding. Het streven is om voor de student zo veel mogelijk continuteit te zoeken gedurende de studie. Het gaat om loopbaan begeleiding en dat veronderstelt een zicht op de gemaakte keuzes over de jaren heen. Dit zou in het bijzonder voor de hoofdfase moeten gelden. Er zijn uiteraard individuele gevallen denkbaar waar het in het belang van de student is bij een wisseling van slb er.

Een studieloopbaanbegeleider heeft bij IVK drie hoofdtaken. 1. Ten eerste is hij/zij de schakel tussen de vraag van de student (POP) en het aanbod van de opleiding (toetsprogramma, onderwijseenheden). Halfjaarlijks stelt hij/zij samen met de student het studiecontract op en accordeert dit vervolgens namens de opleiding. In het tweedejaar wordt in het studiecontract o.a. ook de minorkeuze vastgelegd. 2. Ten tweede is de SLBer degene die de student begeleidt in het leren leren. De student moet de opleiding verlaten als beginnend professional die in staat is zijn eigen ontwikkeling te sturen. De slber confronteert de student daarom met beroepseisen, studieresultaten en studiegedrag. En hij/zij begeleidt, stimuleert en coacht de student waar nodig bij het ontwikkelen van leervaardigheden en leerstrategien. 3. Ten derde begeleidt de SLB-er de student bij het opbouwen van een relatie met de markt. Praktijkwerk (opdrachten en stage) vormt daarom een integraal onderdeel van de Studieloopbaanbegeleiding.

7

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Deze hoofdtaken vereisen dat de Slber een goed overzicht heeft van zowel de opleiding als het werkveld, en dat hij/zij, in het verlengde van zijn didactische competenties, studenten kan coachen en goed kan omgaan met verschillen in leerstijlen. De SLBer zit met dit takenpakket in het hart van de opleiding.

8

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

2.

Competenties van de Integrale Veiligheidskundige

2.1. Competenties, wat zijn dat eigenlijk Wij willen graag dat jij bij je afstuderen voldoende bagage hebt om goed en effectief te zijn in het werk van IVK-er. Om goed te zijn in het beroep van Veiligheidskundige, moet je beschikken over de nodige vakkennis. Als je echter deze kennis niet in de praktijk kunt brengen maak je Nederland niet veel veiliger. Je moet ook vaardigheden hebben om het werk te kunnen uitvoeren; bijvoorbeeld kunnen presenteren, analyseren of onderzoeken. Je moet zelfstandig initiatief kunnen nemen maar ook kunnen samenwerken met collegas, je werkzaamheden kunnen plannen en goed met anderen (klanten, hulpvragers, collegas, leidinggevenden) kunnen omgaan. Als je het bijvoorbeeld vervelend vindt om samen te werken is het lastig in het beroepenveld van de Veiligheidskundige effectief te zijn. In de praktijk is het vaak juist de kunst om met verschillende partijen en disciplines samen te werken om tot resultaat te komen. Naast kennis en vaardigheden dragen houdings- en gedragsfactoren in belangrijke mate bij aan succes in je werk: je motivatie bijvoorbeeld of eigenschappen zoals durf, empathisch vermogen, initiatiefkracht of verantwoordelijkheidsgevoel maken dat je succesvol kunt handelen. Kun je in de praktijk de juiste combinatie van kennis, vaardigheden, motivatie en persoonlijke kwaliteiten tonen om ook daadwerkelijk effectief te zijn in de werkomgeving? Dat noemen we competent zijn. IVK Competenties zijn dus het samenhangend geheel van kennis, inzicht, overtuigingen, houding, persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden die je nodig hebt om het beroep van Integrale Veiligheidskundige in de praktijk en in de maatschappij uit te kunnen oefenen. 9

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

2.2. Competenties van een Integrale Veiligheidskundige

Ondernemerschap Durf Initiatief Kansen zoeken/ actie nemen Besluitvaardigheid Resultaatgerichtheid Onderhandelen Visie uitdragen Overtuigend vermogen Taakgericht leidinggeven Gericht op resultaten

Creativiteit Innovatief Vermogen Sociabiliteit/ Netwerken Politieke sensitiviteit Crerend vermogen Flexibiliteit

Gericht op vernieuwing

rood blauw

Zelf reflectie

geel

Gericht op processen

Gericht op mensen

groen Analyserend vermogen Oordeelsvorming Probleemoplossend vermogen Onderzoeksvaardigheden Wetenschappelijke toepassing Kwaliteitsgerichtheid Plannen en organiseren samenwerken Multidisciplinair werken Klantgerichtheid Sensitiviteit/ empathisch vermogen Communicatief vermogen Omgevingsbewustzijn Mensgericht leidinggeven

In het bovenstaand schema worden een aantal competentiegebieden onderscheiden.

10

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Rood: Competenties nodig voor doel en resultaatgericht handelen; daadkracht; leiding kunnen nemen Geel: Competenties nodig voor vernieuwing en innovatie; out of the box denken; nieuwe wegen kunnen inslaan

Blauw: Competenties nodig voor het analyseren van problemen, oorzaak en gevolg; onderzoek; het inrichten van logische, degelijke en kwalitatieve systemen Groen: Competenties nodig voor samenwerking; creren van draagvlak, afstemming op de omgeving Wit: In het midden staan de competenties die te maken hebben met jezelf kennen en kunnen sturen: zelfkennis en zelfreflectie, zelfmanagement, lerend vermogen.

Alle competentiegebieden zijn in meer of mindere mate nodig voor het succesvol handelen als IVKer. Je kunt je gedurende je studie naar jouw voorkeur en kwaliteiten verder specialiseren.Een specialisatie in regie en management van veiligheidsprojecten vraagt bijvoorbeeld veel rood. Een beleidsmedewerker of vernieuwer heeft meerdere kwaliteiten in het gele gebied. Een onderzoeker in blauw en een begeleider, docent of wijkontwikkelaar heeft veel kwaliteiten in het groene gebied. Iedereen heeft een gebied dat het meest aanwezig/ cq ontwikkeld is. De een is vol daadkracht en is gericht op het behalen van resultaat (rood); de ander is bijvoorbeeld meer gericht op interactie met mensen en legt de nadruk meer op het verkrijgen van draagvlak (groen). Wit heb je nodig in elke leerroute. Je stippelt zelf je leer en ontwikkelweg uit en bent hierin zelfsturend. Weten waar jouw sterke en zwakke kanten liggen helpen je om een leerplan te maken en in het maken van studiekeuzes. Kleur bekennen en herkennen is een terugkerend onderdeel van SLB: welke kleur ligt je het best? Welke kleur heeft je voorkeur? Welke kleuren kunnen jou het best ondersteunen in wat jij wilt bereiken? Ga je je meer specialiseren of juist verbreden? Het ontwikkelen van competenties In het programma van SLB staat per periode een belangrijke competentie centraal. Je onderzoekt in hoeverre jij over deze competentie beschikt, wat je kan helpen deze meer te ontwikkelen en hoe je dat kunt aanpakken. Je leert zo hoe je je eigen leerproces kunt inrichten en uitvoeren. Je rolt deze werkwijze uit naar andere competenties. 11

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Hiertoe zet je diverse hulpmiddelen en methoden in. Persoonlijke ontwikkelkaart Competentiekaart POP Digitaal portfolio Zelfbeoordeling 360 feedback

Zie verder het hoofdstuk over POP

12

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

3.

SLB gesprekken

Per jaar voer je een aantal gesprekken met je Studieloopbaanbegeleider. De gesprekken volgen over het algemeen de cyclus van 1. Planningsgesprek 2. POP gesprek 3. Beoordelingsgesprek Het planningsgesprek Je bespreekt de zaken met je SLB-er die van invloed zijn op je situatie en studie. Je bespreekt de startcompetenties waarover je beschikt. Centrale vragen zijn: waar sta je, wat kan je, wat moet je kunnen, wat wil je en hoe ga je dat aan pakken. Je maakt afspraken over het opstellen van je POP. Na het planningsgesprek is het de bedoeling dat je de aantekeningen verwerkt en een voorlopig POP vaststelt (zie hoofdstuk POP). Als voorbereiding heb je ontwikkelkaarten, competentiekaarten, zelfbeoordeling(en) en 360 feedback op orde, deze neem je mee naar het gesprek; en je hebt al leerdoelen (zie hoofdstuk POP) opgesteld. Oudere jaars nemen hun voorgaande POPs en digitaal portfolio mee. De SLB-er helpt met het definitief opstellen van de leerdoelen. Gedurende de semesters heeft de SLB-er een inloopspreekuur. De tijden maakt de SLB-er bekend tijdens het eerste college. POP gesprek In dit gesprek wordt het verloop van de studie en eventueel stage besproken. Ook wordt het POP bijgesteld en ondertekend tot een definitief studiecontract. Het POP plaats je op je digitale portfolio (zie ook hoofdstuk digitaal portfolio). Het ontwikkelgesprek is bedoeld om inzicht te krijgen in de competentieontwikkeling op school en je stage. Het is een soort tussenevaluatie. Centraal staat de vraag wat goed gaat mbt de competentieverwerving op school en in de stage en waar de nodige bijsturing moet plaats vinden. Hoofdvraag is dus: Hoe staat het met jouw leerproces op dit moment. Eventueel krijg je een voorwaarschuwing voor een dreigende negatieve beoordeling. Een POP waar zowel student als SLB-er mee eens zijn wordt ondertekend en is vanaf dat moment een bindend studiecontract. Voor het POP gesprek heeft de student zijn portfolio bijgewerkt tot de huidige stand van zaken. In het portfolio dient minimaal opgenomen zijn:

ontwikkelkaarten, competentiekaarten leerdoelen reflectieverslagen indien nodig self-assesment en 360 graden feedbackformulieren. vakken van dit jaar (producten en eventueel evaluaties) 13

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

stagewerkplan + eventuele verslagen van rampenoefeningen studieresultaten tot nu toe. In het geval van studie achterstand, is de oorzaak/zijn de oorzaken daarvan aanwijsbaar; zo ja welke, welke maatregelen kan de student nemen om de voortgang weer op peil te brengen; definitief POP; eventuele eigen initiatieven van de student.

Beoordelingsgesprek In het beoordelingsgesprek wordt het leerjaar gevalueerd en de studieresultaten bekeken. Ook word het er een definitieve go or no-go voor de opleiding gegeven. De student verantwoordt zich voor de competentieontwikkeling gedurende het jaar. Aan de hand van het portfolio zal de student in het gesprek moeten aantonen dat de vereiste competenties in voldoende mate zijn ontwikkeld. Ook wordt vooruitgeblikt naar het volgend studiejaar: wat neem je mee en wat ga je verder ontwikkelen? Voor het beoordelingsgesprek heeft de student zijn portfolio definitief bijgewerkt. In het digitaal portfolio dient minimaal opgenomen te zijn: - definitief P.O.P. ; - alle vakken (producten, en eventuele evaluaties); - studieresultaten; - stage eindverslag; - verslag rampen/ontruimingsoefeningen; - adviesbeoordeling stagebegeleider; - persoonlijk studieplan voor het volgende jaar. Eindgesprek Het eindgesprek in het vierde jaar is een combinatie van een beoordelingsgesprek (zie hierboven) en een vooruitblik op je carriere na je studie.

14

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

De beoordeling van de SLB gesprekken vindt plaats op basis van: 1) Student: Uitvoeren van de opdrachten welke gesteld staan in de syllabus SLB. Voorbereiding op de gesprekken. Houding en effectiviteit in het werken aan competentieontwikkeling. Inhoud, kwaliteit en overzichtelijkheid van het(digitaal) portfolio. 2) Stage: deze wordt beoordeeld door het stagebureau maar terug gekoppeld naar de SLB-er. 1. Contract tijdig ingeleverd 2. Stagewerkplan 3. Stage eindverslag 4. Adviesbeoordeling stagebegeleider. 5. Deelname rampenoefeningen 3) Portfolio: Inhoud, kwaliteit en overzichtelijkheid van het (digitaal) portfolio. Toont aan dat de student in voldoende mate aan competenties heeft gewerkt. 4) Gesprekken: Kwaliteit van presentatie en participatie van het gesprek. Het kunnen ontvangen en geven van feedback. Herkansing In principe is er per gesprek 1 maal de mogelijkheid op herkansing. Herkansing kan plaats vinden voorafgaand aan het gesprek; als het portfolio niet aan de eisen voldoet, gaat het gesprek niet door en moet men eerst het portfolio bijwerken. Herkansing van een plannings- of POP gesprek: bestaat uit aanvullende opdrachten voor het portfolio. De SLB-er beoordeelt of de opdrachten voldoende zijn uitgevoerd. Herkansen van het beoordelingsgesprek; Ook hiervan kan de herkansing bestaan uit extra opdrachten voor het portfolio. In sommige gevallen zal het gesprek herkanst worden.

15

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

4.

Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP)

4.1. Wat is een POP? In het POP geeft de student aan hoe hij zichzelf verder wil ontwikkelen. De student stelt zichzelf daarbij steeds weer de vragen: wat kan ik, wat moet ik kunnen, wat wil ik en hoe kom ik daar? Iedere periode werkt hij aan een aantal leerdoelen en daarmee aan een aantal competenties. Aan het eind van een periode toont hij op grond van bewijzen (werkstukken, verslagen, tentamenuitslagen etc.) dat hij de ontwikkeldoelen gerealiseerd heeft. De bewijzen neemt hij op in het portfolio en vervolgens stelt de student weer een nieuw POP op. Met andere woorden het samenstellen van een portfolio en het opstellen van een POP is een cyclisch proces. Een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) is een beschrijving van de wijze waarop de student het eigen opleidingsprogramma vastlegt, op basis van reflectie op de elders/eerder verworven competenties en de competenties die voor de betreffende major/minor nog ontwikkeld moeten worden. De student is zelf verantwoordelijk voor het eigen leerproces, de SLB-er biedt ondersteuning bij het opstellen. Het POP is onderdeel van het portfolio. Periodiek maakt de student een POP, bespreekt de resultaten ervan met de SLBer en voegt het toe aan zijn portfolio. Het commentaar van de SLBer op de kwaliteit van het POP wordt ook opgenomen in het portfolio Het gaat om een document waarbij de student op basis van zelfreflectie terugblikt op de competentie-verwerving en vooruitkijkt naar doelen, aandachtspunten en studieactiviteiten voor de komende periode. De competenties worden verworven via aangeboden studieprogrammas, maar de student kan zijn competenties ook verwerven via leerervaringen en leerbronnen buiten de hogeschool. De student formuleert leerdoelen waarbij hij/zij aangeeft aan welke competenties hij/zij wil werken en welk actieplan hierbij hoort. Voorafgaand aan ieder studiecontract maakt de student een POP, bespreekt de resultaten ervan met de slb er en voegt het toe aan zijn portfolio. Het commentaar van de SLBer op de kwaliteit van het POP wordt hier aan toegevoegd. Zie het hoofdstuk POP beoordeling hoe het POP beoordeeld wordt. Criteria voor het beoordelen van het POP Het POP wordt als onderdeel van het portfolio door de SLBer beoordeeld op basis van duidelijke criteria. Het POP is zoals eerder gesteld, een middel om in dialoog met studenten vorderingen in hun competenties en leerprocessen met oog op de toekomst te bespreken en te onderzoeken. In de dialoog komen de volgende aspecten aan de orde: de samenstelling van het portfolio: het formuleren van leerdoelen; 16

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

de kwaliteit van de kritische reflectie op deze leerdoelen; de kwaliteit van de bewijsstukken; de kwaliteit van kritische reflectie op eigen gedrag, leren, ervaringen en situaties relevantie leerdoelen naar de stage.

4.2. Reflecteren Reflecteren is een belangrijke competentie binnen de opleiding. Er wordt van je verwacht dat je kunt reflecteren en reflectieverslagen schrijft. Om je bewuster te maken van wie je bent, wat je kunt en hoe je dingen doet, zodat je gedrag effectiever wordt en je beter kunt kiezen welke leerroute, welke aanpak of welk werkveld het beste bij jou past. Reflecteren is vooral terugkijken op je handelen en je eigen ervaringen om daarvan te kunnen leren. Reflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welk effect jouw gedrag heeft, welke keuzes je maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe je dat ervaart. In je leerproces is regelmatige reflectie van belang omdat uiteindelijk het effect en resultaat van jouw handelen doorslaggevend is voor succes. POP-format Reflectie 1. Reflectie op algemene HBO competenties en IVK competenties Welke competenties beheers je en waaruit blijkt dat? Wat zijn voor jou belangrijke aandachtspunten en welke leervragen en leerdoelen kun je hieruit halen? 2. Reflectie op handelen in het maken van producten waaraan jij de afgelopen tijd hebt gewerkt (in je werk, een project, of tijdens je stage) Welke taken had jij? Wat ging goed en wat juist minder goed en hoe kwam dat? Wat was jouw aandeel hierin? Hoe ben je omgegaan met obstakels en knelpunten? Wat werkte goed en wat niet? Welke feedback heb je gekregen? Wat zijn je belangrijkste leermomenten? Welke leervragen en leerdoelen kun je hieruit halen? 3. Reflectie op loopbaan en studiekeuzes Welke onderdelen van studie en stage vind je leuk en interessant en welke minder? Wat gaat je goed af en wat minder? Welke studiekeuzes moet je maken en welke maak je? Past deze keuze bij je 17

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

wanneer je kijkt naar jouw reflectie op bovenstaande vragen? Waarom vind je nog meer dat deze keuze bij je past? Waar twijfel je nog over? Wat kun je doen om meer duidelijkheid te krijgen? 4. Reflectie op stagekeuze Wat zijn jouw ambities en wensen? Wat wil je graag verder ontwikkelen? Waar wil je stage lopen en wat wil je tijdens je stage doen en leren. Bij welk soort bedrijf of organisatie wil je strakes werken en welke functie wil je straks hebben? Waar twijfel je nog over? Wat kun je doen om meer duidelijkheid te krijgen?

5. Reflectie op studievoortgang, aanpak, planning en motivatie Ben je tevreden over je studieresultaten? Waarom? Wat vind je achteraf van je aanpak en planning? Waarover ben je tevreden, waarover niet? Hoe is je motivatie voor de opleiding? Is je motivatie de afgelopen tijd toe of afgenomen? Welke leerdoelen kun je hieruit halen? Leerdoelen 6. Inventarisatie leerdoelen Welke zwakke en sterke punten, leervragen en leerdoelen heb je beschreven in je reflectie (1 t/m 5) 7. Keuze leerdoelen Kies de leerdoelen die voor jou het bealngrijkste zijn. Onderzoek deze met behulp van de Persoonlijke Ontwikkelkaart. Plan van aanpak 8. Maak de doelen SMARTI en werk ze uit in een plan van aanpak Hoe ga jij aan de leerdoelen werken? Welke acties ga je ondernemen?

18

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

4.3. Hulpmiddelen POP

6. Hulpmiddel Persoonlijke Ontwikkelkaart 7. Hulpmiddel Competentiekaart 8. Hulpmiddel SMARTI formuleren van leerdoelen

4.3.1. Hulpmiddel Persoonlijke Ontwikkelkaart Hulpmiddel in het onderzoeken en specifiek maken van je leervraag en leerdoel

PERSOONLIJKE ONTWIKKELKAART

19

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

1. Wat ik wil leren/ verder ontwikkelen

Binnen cirkel van invloed

2. LeervraagHoe kan ik?

3. A. Effectief gedragWat ik al weet dat ik zou kunnen doen, hoe ik dat zou kunnen doen en wie of wat ik daarbij kan benutten, is

3. B. Niet effectief gedragWat ik in de praktijk, in plaats van het effectieve gedrag, daadwerkelijk (vaak/ soms of altijd) doe, is

20

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

5. LeertrajectWat ik ga doen, waar ik verantwoordelijkheid voor neem, is;

4. Mijn effectiviteit is minder groot door:

Wat anderen (in spannende momenten) voor mij zouden kunnen doen, is: En ik zou die steun van anderen kunnen bevorderen door:

A.

Ik mis kennis op het gebied van:

B.

Ik mis vaardigheden op het gebied van:

C.

Ik mis motivatie voor:

D. Ik voel de volgende belemmeringen: Ik ben onzeker over:

Oorzaken hiervan zijn:

Ik ben bang voor: Ik heb de volgende (belemmerende) overtuigingen over mijzelf: Ik ervaar blokkades in mijn omgeving:

21

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

6. ActieplanOmschrijf de doelstelling Welke specifieke aspecten wil je verbeteren? Hoe ziet het resultaat er voor je uit? Hoe groot is de kans dat je je doel niet haalt? Zijn mijn doelen SMARTI? Hoeveel tijd wil je steken in het realiseren van dit doel?

Omschrijf het actieplan Welke acties/activiteiten wil je ondernemen? Binnen welke situaties wil je deze uitvoeren? Welke mensen kunnen je welke steun geven? Welke hulpbronnen (informatie, training, handreikingen, omstandigheden e.d.) kun je gebruiken? Voor welke obstakels moet je op je hoede zijn?

Beoordeling van de resultaten Op welke criteria wil je de resultaten beoordelen? Welke beoordelingsvormen wil je gebruiken voor toetsing? Welke mensen wil je betrekken bij de beoordeling?

22

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

4.3.2. Hulpmiddel Competentiekaart De competentiekaart helpt je te reflecteren op de ontwikkeling van een specifieke competentie. Maak van elke competentie (zie competentieprofiel IVK) een ontwikkelkaart en houd je ontwikkelingen digitaal bij. Neem de relevante competentiekaarten mee naar je gesprekken met je SLB-er . Een voorbeeld van een ingevulde competentiekaart vind je in de bijlage achterin.

COMPETENTIEKAART TE ONTWIKKELEN COMPETENTIE: Voorbeelden van mijn effectief gedrag

Voorbeelden van mijn niet-effectief gedrag

Valkuilen (je schiet door in de competentie)

Interne blokkades (angst, overtuiging, tekort, etc. ) en tips om er mee om te gaan

Externe blokkades (cultuur, structuur, middelen, etc.) en tips om er mee om te gaan

Drijfveren en motivatie tot verdere ontwikkeling

Acties en tips om de competentie verder te versterken

23

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

4.3.3. Hulpmiddel leerdoelen formuleren met het SMARTI-model Een hulpmiddel voor het formuleren van goede ontwikkeldoelen is het SMARTI-model. Een goed ontwikkeldoel is: S Specifiek geeft precies aan wat je wilt ontwikkelen M Meetbaar het resultaat is meetbaar A Activerend geformuleerd in activiteiten, een actieplan R Realistisch haalbaar gezien omstandigheden T in Tijd gezet voorzien van een tijdsplanning I Inspirerend motiveer je, is aantrekkelijk voor je

Specifiek

Een doel is alleen nuttig als het beschrijft wat je wilt gaan doen, hoe je dat denkt te doen en wanneer of waar. Voorbeelden van niet specifieke, dus vage leerdoelen zijn: Ik wil een beter teamlid worden; en Ik wil leren leiding geven. Vage doelen hebben meer het karakter van een wens: je kunt er wel vanuit starten, maar om ze te bereiken moet je ze specifieker maken. voorbeeld: Wens Ik wil een beter teamlid worden.

Ik wil beter leren leiding geven.

Doel Ik wil in mijn team meer betrokken zijn door taak X op mij te nemen in het komende half jaar... Ik vraag aan een aantal teamleden feedback over mijn voorzitterschap van het team...

Meetbaar

Zorg dat je op een gegeven moment kunt vaststellen dat je je doel hebt bereikt; dan weet je ook of je voortgang boekt. voorbeeld: niet meetbaar meetbaar

Ik wil in vergaderingen minder tijd verspillen. Ik maak aan het begin een tijdsplanning en beindig een vergadering op het afgesproken tijdstip met het afgesproken resultaat.

Activerend

Een goed doel heeft een actieplan dat concreet aangeeft wat je gaat doen: welke

24

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

activiteiten ga je ondernemen om het doel in de gestelde tijd te halen? Het is niet voldoende om een methode te noemen, bijvoorbeeld: Ik ga vaker het voorzitterschap op me nemen. Belangrijk is in de activiteit ook een gewenst resultaat op te nemen, bijvoorbeeld: Over drie maanden wil ik drie vergaderingen hebben geleid en mijn rol daarin hebben gevalueerd o.a. aan de hand van de feedback van de deelnemers. Een voorbeeld van een weinig activerend doel: Ik ga minder de kantjes er vanaf lopen. Positief geformuleerd doelen geven richting, negatieve leiden makkelijk tot passiviteit en de vraag: als ik dit niet meer doe, wat dan wel? Een positief, activerend doel is bijvoorbeeld: ik wil drie keer een taak op me nemen en die zodanig uitvoeren dat de andere projectleden daarover tevreden zijn. Ook hier geldt: je kunt best starten vanuit een besluit om met iets te stoppen, mits je dat voortzet in een positief alternatief.

Realistisch

Weinig is zo demotiverend als een onhaalbaar doel; en weinig zo motiverend als een succes. Ga dus na of: je over alle middelen beschikt om je doel te halen; de omstandigheden je niet in de weg staan; de prijs om het doel te halen niet te hoog is. Ga na wat je nodig hebt, check wat er mis kan gaan en hoe je dat voorkomt. Doelen zonder tijdspad lopen het risico uitgesteld te worden tot er niets meer van komt. Een tijdsplanning is ook een check op de haalbaarheid van het doel. Doelen waarvan jij persoonlijk het nut niet ziet, worden nooit gehaald. Vraag jezelf in alle eerlijkheid af: formuleer ik dit doel, omdat anderen dat graag willen of wil ik het ook echt zelf? Met andere woorden: zit er voor mij iets aantrekkelijks in of gehoorzaam ik alleen aan wat ik denk dat moet. Soms merk je dat al bij het praten over het doel: zeg je 'ik moet..' of zeg je 'ik wil..?

Tijdsplanning

Inspirerend

Voorbeeld Onderstaand voorbeeld is zeer marginaal uitgewerkt, maar het geeft een algemeen beeld van wat er verwacht wordt. Je ziet dat er wel een beantwoording gegeven wordt op de SMARTI vragen, maar deze er niet letterlijk in staan. 25

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Inleiding In de eerste periode van de opleiding maakte ik kennis met de vakken van veiligheidskunde. Het was erg wennen als je de HAVO gewend bent. Vooral de verantwoordelijkheid die je krijgt in groepjes en het op tijd afmaken was ik niet zo gewend. Ik zou aan de volgende leerdoelen willen werken: Leerdoel 1: Plannen Tijdens het werken in groepen in periode a merkte ik dat ik alles op het laatste moment deed. Hier werd ik een paar keer op aangesproken en er werd gevraagd of ik een excuus had. Nou vond ik dat niet fijn want ik had zelf het idee van ik doe het wel een paar dagen van tevoren. Het resultaat was dat mijn werkstuk niet op tijd af was en we hierdoor als groep dit vak moeten herkansen. In de toekomst wil ik dit niet meer laten gebeuren wat dus betekend dat ik aan mezelf moet werken. Ik wil dit gaan doen door in periode B een weekplanning op te stellen: wanneer ik wat wil doen. Ook zal ik de communicatie naar de groep moeten verbeteren. Zelf denk ik dat het slimste is door zo snel mogelijk door te geven als ik iets niet op tijd af heb en door feedback te vragen. Leerdoel 2: etc. Bovenstaande is een voorbeeld. Na het eerste gesprek met je slb-ers krijg je feedback op je leerdoelen. Ook komt in het SLB gesprek naar voren hoe je aan deze leerdoelen moet werken (het verkrijgen van handvatten). Je stelt na het gesprek een definitief POP op. Zo kan de SLB-er in het gesprek bijvoorbeeld vragen om specifieker te zijn in de formulering van het leerdoel of hoe concreet de leerdoelen meetbaar zijn. Later voeg je aan je leerdoelen toe hoe je deze hebt verbeterd. Wat niet verwacht wordt is een (marginale) letterlijke invullen van de SMART doelen: Leerdoel: plannen S = Graag zou ik wat beter plannen binnen een groep; M = Ik vraag een paar van mijn klasgenootjes om op me te letten hoe ik overkom; A = Ik vind het een aantrekkelijk leerdoel; R = Ik heb tot nu geen samenwerking meer gehad, dus kan er nog niks over zeggen; T = Ik wil er tot het eind van dit schooljaar aan gaan werken; I = Het leerdoel vind ik leuk, dus inspirerend.

26

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

5.

Digitaal portfolio

Wat is een portfolio Het (digitaal) portfolio is een bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee een student zijn eigen individuele ontwikkeling (het leerproces) zichtbaar kan maken en zijn behaalde niveau (de leerproducten) kan aantonen. Het portfolio is dus gn leeromgeving waarmee samenwerkend leren wordt gefaciliteerd (hoewel het geven van peerfeedback op een portfolio natuurlijk heel goed mogelijk is). Protocol voor het IVK digitaal portfolio in Workspace

Er zijn vier invoermodules voor het digitaal portfolio 1 BIBLIOTHEEK Hierin sla je documenten, foto's en ander digitaal materiaal op. Dit gebeurt op basis van een door IVK aangereikt stramien: 27

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

1. Persoonlijk Ontwikkelingsplan 2. Mijn competentieprofiel 3. Reflecties. Hier komen algemene HBO-competenties aan bod Daarnaast kun je eigen mappen toevoegen. 2 PRESENTATIES In dit gedeelte maak je presentaties aan die je vervolgens kunt mailen naar de door jou gewenste personen. Een presentatie is eigenlijk een soort web-pagina waarin je informatie uit jouw "BIBLIOTHEEK" toegankelijk maakt voor je doelgroep. Foto's kan je rechtstreeks plaatsen in een presentatie (bijvoorbeeld je pasfoto, foto van een stagebedrijf). Andere documenten uit je bibliotheek (word, Excel) worden in een presentatie beschikbaar gesteld middels een link. Het aanbrengen van links naar documenten die je hebt opgeslagen in je "BIBLIOTHEEK" is eenvoudig. Je kunt bepaalde presentaties tevens plaatsen op je persoonlijke homepage. Jouw persoonlijke homepage is een publieke mini-site. Iedere deelnemer heeft een eigen homepage waarop die presentaties verschijnen die hiervoor door jou zijn vrijgegeven. Je bepaalt zelf welke delen van je portfolio publiek toegankelijk zijn (via presentaties op de homepage), welke delen voor bepaalde personen toegankelijk zijn (via mailen van presentaties) en welke personen integraal toegang hebben tot jouw portfolio (via members, zie hieronder) 3 CONTACTEN In dit gedeelte kan je een eigen adressenboek aanleggen van personen waar je een presentatie naar toe wenst te zenden. Dit kunnen mede-studenten, docenten en externe contacten zijn. 4 LEDEN In dit gedeelte kan je personen toevoegen die je volledig toegang wilt geven tot jouw portfolio. Je kunt hier alleen mede-studenten of docenten toe machtigen. Externe contacten dien je via het toezenden van presentaties of middels presentaties op je persoonlijke homepage inzicht te geven in jouw portfolio Portfoliomateriaal In het portfolio beschrijft en analyseert de student zijn/haar handelen en onderbouwt die beschrijvingen en analyses met verschillende soorten materiaal. Portfolio's kunnen verschillende typen materiaal bevatten. Hieronder volgt een overzicht van verschillende typen materiaal die in een portfolio kunnen worden opgenomen. Producten producten van student

verslagen artikelen websites tekeningen 28

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

halfproducten Impressies

projectplannen onder begeleiding van de student gemaakte producten adviesrapporten aantekeningen concepten foto's video's observatieverslagen

Evaluaties formeel

gestandaardiseerd

niet-gestandaardiseerd

metamateriaal

diploma's certificaten cijferlijsten resultaten vragenlijsten feedbackformulieren resultaten (self)assessments waarderend briefje van een medestudent of klant rapportage van een begeleider referentie voormalig werkgever feedback van een begeleider of medestudent eigen evaluaties stageverslagen logboekfragmenten beschrijvingen taakvervulling in curriculum vitae

29

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Bijlagen

30

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

POP beoordeling Betreft (naam) Ingevuld door (naam) : Datum : :

EINDOORDEEL

voldaan

niet voldaan

Volledigheid ja Wat ontbreekt: nee

Hantering feedback

gebruikt feiten/observaties oordelen

geeft voornamelijk

Opmerkingen:

Consistentie Kloppen de ontwikkeldoelen met de ontvangen feedback? nee Opmerkingen:

ja

Passen de actieplannen bij de ontwikkeldoelen? nee Opmerkingen:

ja

SMARTI Zijn de ontwikkeldoelen 'smarti'? ja Opmerkingen:

nee

31

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Advies:

32

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

2. Persoonlijke Ontwikkelkaart Voorbeeld van werken met de Persoonlijke Ontwikkelkaart Met behulp van de Persoonlijke ontwikkelkaart onderzoek je je leervraag en maakt hem concreet en specifiek: 1. Welk gebied wil je ontwikkelen? Wat is je wens, of behoefte? Wat gaat jou helpen meer te komen bij wat je wilt bereiken? Of wat is voor je studie noodzakelijk? Je kunt door middel van een kritische blik op je eigen gedrag en feedback van anderen een aantal minder sterke punten van je zelf onder de loep nemen die je verder wilt ontwikkelen. Je werkt bijvoorbeeld te chaotisch en op het laatste moment of je vindt het bijvoorbeeld lastig dat je steeds conflicten hebt in je samenwerkingsgroep 2. Formuleer je leervraag binnen je eigen invloedsfeer en positief: deze vraag begint altijd met: hoe kan ik.? Het gaat erom wat jij kunt veranderen, of leren, niet hoe jij anderen kunt veranderen. Voorbeelden: Hoe maak ik dat Henk en Piet ook eens naar mij luisteren, wordt bijvoorbeeld: Hoe kan ik een ander de ruimte geven in samenwerking en staan voor mijn eigen ideeen. Hoe word ik minder chaotisch wordt bijvoorbeeld: Hoe kan ik een goede studieplanning maken en me hieraan houden? 3. Effectief gedrag Wat weet je al wat je zou kunnen doen? Deze vraag is het onderzoeken waard omdat vaak wel weet wat je zou kunnen doen maar deze kennis niet in de praktijk kunt inzetten. Van een ander horen wat je zou kunnen doen heeft dan minder zin dan je eigen kennis benutten. Voorbeelden: Hoe kan ik een goede studieplanning maken: Een planning maken per vak; een tijdplanning maken met deadlines waarop resultaten geleverd moeten worden en hiervandaan terugredeneren; Elke dag een aantal doelen stellen en deze ook uitvoeren, etc. Dit weet jewellicht al en bij een dergelijk advies van je slb-er zou je dan ook eigenlijk niet erg gebaat zijn. Wat je weet over samenwerken en je eigen ideeen naar voren brengen is bijvoorbeeld: Luisteren en respect tonen voor andermans voorstellen, doorvragen naar argumenten en achterliggende ideeen Mijn ideeen helder naar voren brengen door: een kop en staart aan mijn verhaal te maken; probleem en oplossing te scheiden; 3 voordelen van mijn idee te noemen; verschillende argumenten aandragen, etc. 33

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

De gemeenschappelijke punten en verschilpunten benoemen Niet effectief gedrag Het bovenstaande weet je en toch is het lastig om wat je weet in praktijk te brengen Wat je in plaats van het effectieve gedrag denkt, voelt en doet is bijvoorbeeld: o Als iemand het niet met me eens is voel ik me aangevallen en val ik snel uit; o Ik kom niet goed uit mijn woorden als ik alle aandacht heb o Ik vind het allemaal eigenlijk geouwehoer en houd me stil Of waardoor ik slecht kan studeren: o Als ik alleen op mn kamer zit kan ik me niet concentreren en doe ik eigenlijk niets o Ik vind steeds iets interessanters om te doen

4. Je onderzoekt wat jou nu werkelijk in de weg staat om effectief gedrag te vertonen: Wat weet of kan ik nu werkelijk niet: Mis ik kennis of vaardigheden? Wat kan ik lezen om meer inzicht te krijgen in bijvoorbeeld samenwerken, mijzelf profileren of over zelfmanagement? Ben ik wel gemotiveerd voor deze studie, dit vak, of de lesmethode? Ik weet eigenlijk niet wat discussie mij gaat helpen in het vak van IVK, ik vind het zonde van mn tijd, ik zit het maar gewoon uit. Welke zorg, onzekerheid of angst heb ik? Welke behoefte heb ik eigenlijk? Welke aannames beinvloeden mij om niet te doen wat ik kan? Ik heb bijvoorbeeld eigenlijk behoefte aan meer contact en samen leren zodat ik niet zoveel alleen op mn kamer zit. De overtuiging die ik over mezelf heb is dat ik toch niet gehoord word als ik mn mond opendoe, ik word hier telkens in bevestigd en word er onzeker van. Discussies vind ik daardoor altijd rampzalig.

5. Waar ik verantwoordelijkheid voor neem: Je kiest de acties uit die jou helpen de competentie verder te ontwikkelen en neemt er verantwoordelijkheid voor: Ik ga mijn kennis/ vaardigheden vergroten; ik ga onderzoeken wat ik aan deze competentie kan hebben; ik ga mijn onzekerheid of overtuiging onderzoeken; ik ga mezelf trainen in het omgaan met die onzekerheid of angst; Ik ga situaties op zoeken waar ik meer kan samenwerken of waar van mij verwacht wordt meer het woord te voeren. Etc. 34

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

Hoe ga je dit doen en wie kan jou hierbij helpen? Schroom niet hulp in te schakelen. Als mensen weten waar je tegen aan loopt is het ook een stuk makkelijker om jou te helpen. 6. Actieplan Je maakt de acties concreet en je doelen SMARTI in een actieplan

35

HANDLEIDING SLB/ACCOUNT-/PRAKTIJKWERK INSTITUUT EN CENTRUM VOOR VEILIGHEID

VOORBEELD COMPETENTIEKAART: SENSITIVITEIT/ EMPATHIE Voorbeelden van effectief gedragIk pik signalen op mbt tot weerstanden van anderen Ik heb door wanneer iemand ergens mee zit Ik speel redelijk in op signalen van anderen Ik toon begrip voor de ander Ik luister aandachtig Soms vertoon ik meer zend dan ontvangend gedrag Vaak herken ik signalen niet Ik krijg soms feedback dat ik bot uit de hoek kom Het komt regelmatig voor dat de ander zich niet begrepen en gehoord voelt: Alleen maar luisteren Alleen maar begrip tonen zonder verdere reacties Meegaan in de slachtofferrol Jezelf verliezen in gevoeligheid en realiteit, relativering kwijt raken Bang om gevoelens los te maken Vind het eng bij eigen gevoel te komen Overtuiging dat gevoel tonen voor watjes is

Voorbeelden van niet-effectief gedrag-

Valkuilen (je schiet door)-

Interne blokkades (angst, overtuiging, tekort)-

Externe blokkades (cultuur, structuur, middelen,etc)-

Motivatie tot inzet en verbetering-

De cultuur is er niet naar dat men gevoelens makkelijk uit Conflicten, problemen etc. worden steeds zakelijk benaderd Ik merk dat het goed omgaan met mensen en gevoelig zijn voor hun opvattingen, weerstanden en gevoelens helpt om het draagvlak voor projecten te vergroten. Ik vind het belangrijk om me hier meer in te ontwikkelen

Acties en tips om de competentie verder te versterkenActief leren luisteren. Doorvragen naar belangen en gevoelens. Regelmatig samenvatten. Doorvragen naar de gewenste situatie voor de ander. Wanneer is uw probleem opgelost; wanneer bent u tevreden? Meer eigens gevoelens tonen, met name irritaties sneller uiten, wel op een goede manier: feedbackregels leren gebruiken.

-

36