Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

19
BPV Voorbereiding MBO VZ IG BBL leerjaar 2

Transcript of Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

Page 1: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

BPV Voorbereiding

MBO VZ IG

BBL leerjaar 2

Page 2: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

2

Inhoudsopgave:

I Met wat kom je terug van jouw –vorige- stage? 3

II Een nieuwe map: proevenboek deel B 4

III Hernieuwde kennismaking met de proeven 5

IV Het opstellen van een persoonlijk leerdoel 10

V De planning (PAP) van de BPV 13

VI Waar diende welk document ook al weer voor? –Herhalingsopdracht- 15

VII De afspraken en regels –Herhalingsopdracht- 15

Evaluatieformulier 16

Bijlage 1: SMART formuleren 17

Bijlage 2: Hulpvragen om te reflecteren m.b.v. de ABCD 18

Bijlage 3: Format Verdiepingsvragen te gebruiken bij het uitwerken van ziektebeeld 19

De werkwijze

De bedoeling is dat je grotendeels zelfstandig aan de slag gaat met de verschillende hoofdstukken en

opdrachten. Er wordt gevraagd een planning te maken, zodat je kan laten zien wanneer je aan deze

opdrachten werkt. In feite komt jouw StudieLoopBaan docent (= SLB’er) alleen kijken bij de

instructiefase en op bepaalde begeleidingsmomenten.

De volgorde waarin je werkt aan de hoofdstukken en opdrachten bepaalt de docent in overleg met

de klas. Belangrijk is echter wel dat alles aan bod komt. Uiteindelijk gaat de BPV docent (degene die

vanuit school jou begeleidt) en de werkvloer er van uit dat je overzicht en inzicht hebt in het BPV

materiaal. En met het oog op het overzicht en inzicht bieden, zijn de opdrachten van dit document

geschreven.

Tot slot: Het ga jullie goed in het vervolg van je BBL opleiding.

Page 3: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

3

I Met wat kom je terug van jouw –vorige-stage.

In dit hoofdstuk vraag ik je eerst de afspraken, zoals deze met

je afgesproken zijn en vermeld staan op het

overdrachtsformulier te begrijpen.

Opdracht A Welke opdrachten van Proevenboek

Beoordelingseenheid A moet je nog doen,

herkansen? Geef in de tabel hieronder direct

ook aan welke afspraken hierover gemaakt

zijn.

Een voorbeeld –let op het is een verzonnen voorbeeld- hoe dit in te vullen:

Opdracht Van Proeve Geexamineerd in Afspraken die gemaakt zijn Begeleiden van op sociaal-maatschappelijk gebied

Begeleiden van zorgvragers

Kon niet gedaan worden binnen PG afdeling (waren verpleegbehoeftige cliënten)

Inhalen in leerjaar 2

Meten van vitale functies Verlenen van spoedeisende zorg

Nog niet hoeven doen Niet van Toepassing

Ga nu jouw situatie in kaart brengen. Dat doe je door een tabel als hieronder staat in te vullen.

Wat ik nog moet doen vanuit Proevenboek Beoordelingseenheid A

Opdracht Van Proeve Geexamineerd in Afspraken die gemaakt zijn

Met deze gegevens weet je met welke opdrachten je nog rekening moet houden in je planning. En

wellicht ook of je een studieadvies boven je hoofd hangt!

Doelen:

1. Je hebt een overzicht van de

proeven die je niet gehaald hebt,

of niet hebt kunnen halen.

2. Je bepreekt deze met jouw SLB’er

om te kijken of je de afspraken

begrepen en correct hebt

overgenomen.

Page 4: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

4

II Een nieuwe map: proevenboek deel B.

Een verrassing.

We gaan werken met een nieuw proevenboek Deel B en

later in het jaar wellicht met Deel C. In dit hoofdstuk kijken

we eerst naar Deel B.

Om een overzicht te krijgen is het handig dat je de proeve even doorbladert.

Er zijn twee proeven. En iedere proeve bestaat uit opdrachten.

Opdracht A: Vul de tabel hieronder in om dat voor jezelf in kaart te brengen.

Proeve Opdrachten Wat is het doel van de opdracht Tijdsduur van de opdracht

Ondersteunen bij huishouding

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Opdracht B: Schrijf de vragen op die je hebt t.a.v. de proeven en opdrachten. (Later zullen ze

beantwoord worden).

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

Doel:

3. Kennismaken met proevenboek

deel B KD 2012-2013

Page 5: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

5

IV Hernieuwde kennismaking met de proeven.

Als voorbeeld voor onze hernieuwde kennismaking

nemen we uit de map “Beoordelingseenheid B” de

proeve Ondersteunen bij persoonlijke verzorging, de

opdracht Verlenen van zorg (pagina 6 tot en met 9).

Iedere opdracht kent dezelfde bladspiegel en opbouw.

Allereerst de bladspiegel. Er is tekstpagina (met daarin de opdracht verwoord) en er zijn pagina’s

met kolommen (het beoordelingsformulier).

Doel:

4. Je kan aan anderen vertellen wat

er allemaal komt kijken bij het

werken aan een opdracht van een

proeve.

Opdracht 1: Verlenen van zorg

Deze bestaat uit 4 vetgedrukte kopjes.

A. Geef eens per kopje aan wat deze van

de opdracht vertellen?

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

____________________________________

Beoordelingsformulier

Opdracht 1: Verlenen van zorg

Je krijgt eerst 4 rijen waarin alle gegeven

moeten worden ingevuld. Van

belang….want het betreft een

(praktijk)examen.

B Dan volgen er nog vier rijen. Geef het

verschil eens aan dat bij de beoordeling

gemaakt wordt tussen 3 en 4? En tussen 0

en 1?

___________________________________

___________________________________

C Vervolgens zie je dat de lijst van

beoordelingscriteria onder verdeeld is

voorbereiden en uitvoeren. Beoordeel

jezelf nu eens aan de hand van de criteria.

Omcirkel de 0, 1, 2 of 3 met een potlood.

Wat zijn je sterke punten?

___________________________________

D En wat je zwakke punten?

___________________________________

E Tel je punten eens op en kijk eens in het

schema wat op pag. 9 staat wat de

uiteindelijke beoordeling zou zijn.

___________________________________

Page 6: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

6

Maar er is meer dat bij een proeve/opdracht gevraagd kan worden. Dat verschilt per

proeve/opdracht. In jouw Onderwijs en ExamenRegelement (OER) vind je achterin de BPV

handleiding. Daarin staat onder par. 5 het een overzicht aan van documenten die je maken moet bij

het werken met de proeven. Een deel van het schema is hieronder afgebeeld. De volgende opdracht

gaat hierover.

Opdracht F: De opdracht Het verlenen van zorg van de proeve Ondersteunen bij persoonlijke

verzorging (pagina 6 tot en met 9 uit Beoordelingseenheid B) geeft aan dat je

gedurende 4 diensten de zorg voor 1 zorgvrager gaat plannen, uitvoeren en

evalueren. Kijk eens naar onderstaande tabel en vergelijk deze met het geheel van de

opdracht.

Proeven van

bekwaamheid

Wat gedocumenteerd moet zijn

Ondersteunen bij het

huishouden en wonen

VVT

GGZ

GHZ

KZ

Zorg- en ondersteuningsbehoefte Een werkplanning of ondersteuningsplan Rapportages t.b.v. zorgpan(en) Evaluaties en evt. bijstellingen van zorgplan(en)

Ondersteunen bij

persoonlijke verzorging

VVT

GGZ

GHZ

KZ

Het anamnese-/intake- of kennismakingsgesprek Zorgleefplan(en) Verslag dreigende complicaties Begeleidingsplan Inventarisatie totale zorg Rapportages t.b.v. zorgplan(en) Evaluaties en bijstellingen –evt. vanuit MDO- van

zorgleefplan(en) Overdracht

Terugblikken en

vooruitkijken

Ervaringsverslag

(Zie ook par. 5 van bijlage 6 uit je Onderwijs en ExamenRegelement).

Page 7: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

7

I. Aan de hand van welke –door jou gemaakte documenten- werk je aan deze

proeve?

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

II. Welke functie heeft ieder document tijdens het werken aan en met deze

opdracht?

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

Page 8: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

8

Verdiepingsvragen bij de proeve.

Binnen de proeven map die jij gebruikt wordt in leerjaar 2 en 3 aandacht voor het kennisaspect.

Om je een beeld te vormen van wat we nu bedoelen, is het raadzaam om het volgende te doen:

Opdracht G: Kijk bij de opdrachten Verlenen van zorg eens naar de criteria 6 en 8. Wat wordt

hier van je gevraagd?

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

Welke relatie zie jij tussen de criteria 6 en 8 met de criteria 10, 12, 13, 16 en 18?

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

En….wat je je volgens jou hierbij nodig? Hoe denk je deze koppeling goed voor te

bereiden?

____________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________

Hetzelfde tref je aan bij de opdracht Complicaties bij immobiliteit. Vergelijk de criteria 4, 7, 8, 10, 11

en 12 maar eens.

Opdracht I Wat weet jij eigenlijk over Decubitus, Trombose, Obstipatie, Smetten, Pneumonie en

Contracturen? Omschrijf eens kort wat deze begrippen inhouden:

Decubitus: ____________________________________________________________________

Trombose: ____________________________________________________________________

Obstipatie: ____________________________________________________________________

Smetten: ______________________________________________________________________

Pneumonie: ____________________________________________________________________

Contracturen: __________________________________________________________________

We vertellen je niets nieuws als we jou vertellen dat de ene zorgvrager de andere niet is. Bijv.

Pneumonie is bij zorgvrager X weer anders –ook in verschijningsvorm, ook t.a.v. zorgbehoefte- dan

bij zorgvrager Y.

Page 9: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

9

We willen je een hulpmiddel geven om niet alleen de theoretische achtergronden op te zoekenm.

Maar ook om te kijken welk van de in de literatuur gevonden verschijnselen jij observeert bij de

zorgvrager en….hoe de zorg die gegeven wordt daarop is afgestemd. (Lees nog één keer de criteria 7,

8, 10, 11 en 12 van de opdracht Complicaties bij immobiliteit door.

Om je daarbij te helpen, dien je bij de opdrachten

A. Verlenen van zorg en

B. Complicaties bij immobiliteit

in de oefenfase van de zorgvrager waar je bij oefent en waar je je (praktijk)examen doet, de volgende

vragen uit te werken (Zie ook bijlage 3)

1. Beschrijf het ziektebeeld in je eigen woorden

2. Wat is de oorzaak van het ziektebeeld?

3. Wat zijn de kenmerken of verschijnselen? van dit ziektebeeld?

4. Welke beperkingen, handicaps en stoornissen ondervindt de zorgvrager door dit

ziektebeeld?

5. Welke verzorgende/verpleegkundige complicatie(s) ken je bij dit ziektebeeld?

6. Welke behandeling(en) is (zijn) er voor dit ziektebeeld?

7. Wat betekent dit ziektebeeld voor de zorgvrager en diens naasten?

8. Beschrijf de Verzorgende/verpleegkundige aandachtspunten bij dit ziektebeeld (denk aan

verzorgende/verpleegkundige observatiepunten in het kader van preventie en GVO).

9. Koppel nu de door jou uitgezochte informatie aan jouw zorgvrager als uniek individu -> wat

herken je concreet terug? Reflecteer op je eigen handelen en wat deze informatie over deze

zorgvrager met jou als Verzorgende/Verpleegkundige doet!

10. Koppel nu deze opdracht aan het zorgdossier/ verpleegplan: snap je het? Is overal aan

gedacht? Doen andere disciplines ook mee in de zorg voor deze zorgvrager? Waar is nog

winst te behalen?

Aan de hand van deze vragen maak je een verslag. Schroom niet ook plaatjes op te nemen in je

verslag. Dat laat je aan je begeleider lezen. Verwerk haar feedback.

TIP: Je zult zien dat je door je te verdiepen in ziektebeelden en dit te koppelen aan concrete

zorgvrager jouw praktische kennis toeneemt. Je kunt er voor kiezen om op de minimale lijn te

gaan zitten. Dus…per opdracht (verlenen van zorg en complicaties bij immobiliteit) één verslag

te schrijven. Dat kan. Maar hoe meer van dit verslagen je maakt ….

Informatie kan je uit je leerboeken of van internet halen. Dat geeft je een overzicht van alle mogelijke

verschijnselen/complicatie die kunnen optreden. Aan de hand van deze lijst kan je de zorgvrager gaan observeren. Bijv:

als je goooooogelt op CVA, dan kom je o.a. tegen dat apraxie, afasie en agnosie voor kan komen. Maar….wat zie je bij

jouw zorgvrager en….hoe uit zich dit dan. Als je dat op een rij hebt, dan kan je ook kijken of de verleende zorg hier

genoeg op aan sluit!

Page 10: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

10

IV Het opstellen van een persoonlijk leerdoel?

Het Welzijnsaspect van je beroep

De proeve Ondersteunen bij persoonlijke zorg heeft

opdrachten waarin het welzijns-aspect van jouw beroep

centraal staat.

Binnen de opleiding werk je daar ook aan.

Juist bij dit soort opdrachten wil het nog al eens voorkomen dat je ook jezelf tegen komt.

Want….zorgen is prima. Maar luisteren, aandacht hebben, contact maken en

vasthouden, een zorgvrager kunnen begeleiden….het instrument waar je dan mee

werkt ben jijzelf!

Opdracht A: Geef per welzijnsopdracht van de proeve die jij hoopt te gaan doen, aan hoe dat

geschoold is binnen het Hoornbeeck college. Dat kan zijn dat je in je

ontwikkelingsportfolio verwijst naar opdrachten en/of reflecties. Of op een andere

manier. Als maar aan de werkvloer duidelijk wordt met welke vaardigheden en

kennis jij binnenkomt.

_________________________________

_________________________________

_________________________________

_________________________________

_________________________________

_________________________________

Opdracht B: Als je kijkt naar de beoordelingscriteria… welke sterke en zwakke punten (h)erken jij

bij jezelf?

______________________________________________________________

______________________________________________________________

______________________________________________________________

Doelen:

5. Je kan aangeven met welk

persoonlijk leerdoel jij de BPV

ingaat.

Welzijnszorg (de) 1 de zorg voor het

geestelijk welzijn van patiënten in

ziekenhuizen, van langdurig zieken en

invaliden door het bezighouden en het

wekken van belangstelling. 4 (verzamelen.)

het geheel van voorzieningen gericht op de

vorming en ontplooiing van de mens.

(de derde betekenis die Van Dale geeft, bevat

een Bijbelse opdracht!)

Page 11: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

11

Persoonlijk Ontwikkelings Plan

Bovenstaande is incompleet als je ook niet vertelt met welk POP (= persoonlijk leerdoel) je de BPV in

gaat. Gebruik daar onderstaand formulier voor. Een persoonlijk leerdoel komt nooit uit de lucht

vallen. Belangrijk is daarom dat je eerst vertelt/opschrijft welke ervaringen je hebt met die zaken

waar je een leerdoel van gemaakt hebt. Daarvoor gebruik je in de regel de reflecties die ten

grondslag liggen aan jouw POP (= persoonlijk leerdoel). Vind je dit lastig, dan zou je bijv. voor jezelf

eens de beoordelingscriteria van de opdrachten langs kunnen lopen. Dat doe je door –met potlood-

jezelf eens te beoordelen. Zoals je dat ook in hoofdstuk IV hebt gedaan. Wellicht levert dit je ideeën

op voor een leerdoel

Opdracht C Gebruik het kader hieronder om aan te geven hoe je tot dit leerdoel voor jezelf

gekomen bent

Aanleiding voor mijn persoonlijk leerdoel (= POP) is:

________________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________

Page 12: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

12

Opdracht D Gebruik onderstaande tabel om jouw persoonlijk leerdoel te formuleren. Voor

hulpvragen: zie bijlage 1.

Criteria

Beschrijving POP

Specifiek (doel)

Meetbaar (hoe is te

meten of je jouw doel

behaald hebt)

Ambitieus/haalbaar

(incl. activiteitenplan,

dat is een planning

waarin je aangeeft

wanneer je aan welke

meetpunten denkt te

gaan werken)

Realistisch (hoe

relevant is dit doel

voor jouw opleiding?)

Tijdsbepaling

(wanneer je denk je

doel bereikt te

hebben)

Page 13: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

13

V De planning (PAP) van de BPV

Het werken met een planning (PAP), daar ben je in de

vorige BPV-periode al mee bezig geweest. Praktijk- en

werkbegeleiders geven aan dat als een student niet weet

wat zij moet doen en geen PAP heeft eigenlijk niet welkom

is. En geef ze is ongelijk! Natuurlijk hoeft een PAP niet

volmaakt te zijn. Maar wel is belangrijk dat je een idee, een

schets hebt van een planning. En…natuurlijk wel op papier.

Dit hoofdstuk helpt je daarbij.

Opdracht A Per proeve moet je in beeld brengen wanneer je deze gaat oefenen en wanneer je

deze laat toetsen (examineren. In onderstaand schema kan je de weeknummers

invullen. En later kan je deze weeknummers door concrete data vervangen.

Pro

eve: __________________________________________

Opdracht Oefenen in week

Oefenen in week

Toetsen in week

Gesprekken in week

Als je dit per proeve in kaart hebt gebracht, dan kan je er voor kiezen om een totaalplanning van de

BPV te maken.

Doel:

6. Je hebt een eerst aanzet voor een

planning (PAP) van de BPV.

Een tip: Als je boven tabel per proeve op één A4-tje uitwerkt, kan je deze in je

prove2move map een plaats geven. Anderen krijgen dan een beeld geven

van jouw planning.

Page 14: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

14

VI Waar diende ook al weer welk document ook

al weer voor?

Hieronder zie je een lijst met documenten die je nodig

hebt om de BeroepsPraktijk Vorming (vaak afgekort met

BPV en aangeduid met het woord is stage) in te gaan.

Opdracht A: Geef eens per document aan waar dit voor dient.

Document Waar heb jij dit voor nodig? Opmerkingen

Proevenboek Beoordelingseenheid B en C

Algemene handleiding

Document met gegevens

In bijlage 1 zie je een voorbeeld. Per locatie echter kan de vorm –het format- afwijken van het voorbeeld.

Praktijk OvereenKomst (= POK)

Wettelijk verplicht

Supplement

Wettelijk verplicht (wordt slechts

één keer verstrekt, aan het begin van de eerste BPV. Weet jij nog waar je deze gelaten hebt?)

Onderwijs en Examen Reglement

Wettelijk verplicht (per jaar wordt

er soms een erratum uitgegeven. Weet je wat een erratum is en heb je alle info. ook nog?)

Arbeidsovereenkomst

Wettelijk verplicht voor hen die een BBL opleidingsvariant volgen.

---------------------------

Binnen de locatie waar jij je opleiding volgt, kunnen nog andere documenten zijn die je meeneemt.

Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP)

Persoonlijk OpleidingsPlan (POP)

Doelen:

7 je weet welke documenten je nodig

hebt om de BPV in te gaan.

8 Je kan aangeven waar deze

documenten voor dienen.

Page 15: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

15

VII De afspraken en regels

Voor het goed laten verlopen van de stage zijn er binnen het Hoornbeeck afspraken en regels

gemaakt. In dit hoofdstuk komen ze (kort) aan bod.

Opdracht A: Hoeveel uur moet je minimaal werken per

week?

______________________________

Hoe gaat een ziekmelding tijdens de stage?

______________________________

______________________________

______________________________

Opdracht B: Wat zijn volgens jou binnen de zorg

ongewenste intimiteiten?

______________________________________________________________

______________________________________________________________

______________________________________________________________

______________________________________________________________

Wie moet je allemaal inlichten als je geconfronteerd wordt met ongewenste

intimiteiten?

______________________________________________________________

______________________________________________________________

Opdracht C: Wat mag jij van de BPV docent van school verwachten? (bijv. over het aantal

gesprekken dat hij of zij met jou heeft. Of het aantal keren dat hij of zij langs komt.

Enz.)

______________________________________________________________

______________________________________________________________

______________________________________________________________

______________________________________________________________

Doel:

12. Je bent op de hoogte van de

afspraken en regels ten aanzien

van:

a. De algemene regels die

gelden tijdens de BPV

b. Ongewenste

intimiteiten waarmee

je tijdens de BPV mee

geconfronteerd kan

worden

c. De begeleiding door de

praktijkconsulent van

het Hoornbeeck

Page 16: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

16

Evaluatie formulier

Zou je onderstaand formulier tijdens en na de BPV voorbereidende lessen willen invullen en willen

geven aan de docent die de lessen gaf. Bij voorbaat bedankt.

Geef per doelstelling aan of je deze behaald hebt. Ja Ik weet niet Nee 1. Je hebt een overzicht van de proeven die je niet gehaald hebt

of niet hebt kunnen halenin de BPV van leerjaar moet doen

2. Je bespreekt dit overzicht met jouw SLB’er om te kijken of je de afspraken begrepen en correct hebt overgenomen

3. Je verwoordt naar anderen –bijv. jouw BPV coördinator- welke route van stagelopen jij voor je ziet. Daarbij kan je overzien wat dit betekent voor het vervolg van jouw opleiding

4. Je kan aan anderen vertellen wat er allemaal komt kijken bij het werken aan een opdracht van een proeve

5. Je kan aan de hand van jouw ontwikkelingsportfolio aan je begeleidster vertellen met welke (opleidings)ervaringen je de BPV ingaat. Daarbij geef je je sterke en zwakke punten aan

6. Je kan aangeven met welk persoonlijk leerdoel jij de BPV ingaat

7. Je hebt een eerste aanzet voor een planning (PAP) voor de stage

8. Je hebt je voorbereid op een eerste kennismaking aan de hand van het format 8b (leervragen bij de KOLB leercyclus: voorbereiden stagelopen)

9. Je kan de begeleidingsmomenten die je tijdens je stage krijgt een plek in je PAP geven

10. Je weet welke documenten je nodig hebt om de BPV mee in te gaan

11. Je kan aangeven waar deze documenten voor dienen

12. Je bent op de hoogte van de afspraken en regels

Welke TOP heb jij voor de docent?

_____________________________________________________________________________

Welke TIP heb jij voor de docent?

_____________________________________________________________________________

Wat wil je verder nog kwijt (over bijvoorbeeld de inhoud van dit document, deze lessen)?

________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________

Page 17: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

17

Bijlage 1: SMART formuleren

Specifiek: Omschrijf welk doel je wilt behalen.

Voorbeeld:

Ik kan mij tijdens mijn stage, met behulp van mijn begeleider aan mijn gemaakte planning houden

om een goed overzicht te houden over de opdrachten die ik moet uitvoeren.

- Beschrijf je doel in de ik vorm;

- Omschrijf het doel alsof deze al behaald is;

- Wat wil ik bereiken?

Meetbaar: Omschrijf de acties die nodig zijn om dit doel te behalen.

Voorbeeld:

• Ik plan elke week een moment met mijn stagebegeleider om mijn doel te evalueren.

• Ik vertel aan mijn begeleider, aan het begin van de dienst, welke opdracht(en) ik uit wil voeren.

• Ik ben flexibel in het bijstellen van mijn plan, als deze niet haalbaar blijkt te zijn.

- Formuleer concrete (d.w.z.: duidelijke) en korte acties;

- Bedenk haalbare acties, denk niet te moeilijk!!

- Omschrijf van wie je hulp nodig denk te hebben bij het behalen van je doel.

- Neem zelf het initiatief om de acties die omschreven staan bij de M uit te voeren.

Ambitieus/haalbaar:

Voorbeeld:

Met behulp van mijn stagebegeleider hoop ik mij aan mijn gemaakte planning te kunnen houden.

Mijn stagebegeleider geeft mij feedback op de manier waarop ik mijn opdrachten uitvoer. Wanneer

nodig stel ik mijn planning bij.

- Wie heb je nodig om jou te ondersteunen op weg naar je doel?

- Wat heb je nodig om jou te ondersteunen op weg naar je doel?

Realistisch:

Voorbeeld:

Ik vind het belangrijk mij aan de planning te houden zodat ik het overzicht houd over de opdrachten

die uitgevoerd moeten worden. Door een duidelijk overzicht heb ik een prettig leerklimaat.

- Is mijn doel haalbaar in de praktijk?

- Waarom wil ik dit doel behalen?

Tijdsbepaling;

Voorbeeld:

Voor mijn stageperiode heb ik een voorlopige planning klaar, zodat ik aan het begin van mijn stage

kan starten met de acties die nodig zijn dit leerdoel te behalen. Aan het einde van mijn stage hoop ik

mijn leerdoel behaald te hebben zodat ik hier voor mijn verdere opleiding profijt van heb.

- Wanneer start je met het uitvoeren van de acties die bij de M omschreven staan?

- Wanneer en waarom wil je dit leerdoel behaald hebben?

Page 18: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

18

Bijlage 2: Hulpvragen om te reflecteren m.b.v. de ABCD

Wat was er aan de orde?

- Wat heb je gedaan?

- Wat ging er goed?

- Waarom ging het goed?

- Wat ging er fout/ minder goed?

- Wat heb je geleerd?

- Heb je feedback gekregen?

-

Wat vond ik hierin belangrijk?

- Wat waren de belangrijkste momenten in de situatie?

- Wat waren de aandachtspunten in de situatie?

- Wat is het belangrijkste wat je geleerd hebt?

Wat zijn de consequenties voor mijn handelen?

- Wat zijn je leerpunten?

- Wat is je feedback van collega's, medestudenten, leraren?

- Wat zou je graag willen verbeteren bij deze situatie?

Wat ga ik hier mee doen?

- Hoe ga je je leerpunten aanpakken?

- Hoe ga je je feedback verwerken in een leerdoel?

- Hoe ga je aan je leerdoel werken?

Page 19: Studieloopbaanbegeleiding Voorbereiding BPV BBL jaar 2

19

Bijlage 3: Verdiepingsvragen te gebruiken bij uitwerken

ziektebeeld/beperking.

Onderwerp: …………………………………………………

Proeve: …………………………………………………………….

Nummer Vraag

1 Beschrijf het ziektebeeld in je eigen woorden

2 Wat is de oorzaak van het ziektebeeld?

3 Wat zijn de kenmerken of verschijnselen? van dit ziektebeeld?

4 Welke beperkingen, handicaps en stoornissen ondervindt de zorgvrager door

dit ziektebeeld?

5 Welke verzorgende/verpleegkundige complicatie(s) ken je bij dit ziektebeeld?

6 Welke behandeling(en) is (zijn) er voor dit ziektebeeld?

7 Wat betekent dit ziektebeeld voor de zorgvrager en diens naasten?

8 Beschrijf de verzorgende/verpleegkundige aandachtspunten bij dit ziektebeeld

(denk aan verzorgende/verpleegkundige observatiepunten in het kader van

preventie en GVO).

9 Koppel nu de door jou uitgezochte informatie aan jouw zorgvrager als uniek

individu -> wat herken je concreet terug? Reflecteer op je eigen handelen en

wat deze informatie over deze zorgvrager met jou als

Verzorgende/Verpleegkundige doet!

10 Koppel nu deze opdracht aan het zorgdossier/ verpleegplan: snap je het? Is

overal aan gedacht? Doen andere disciplines ook mee in de zorg voor deze

zorgvrager? Waar is nog winst te behalen?

Korte toelichting

Van belang is dat je weet waarom je bepaalde handelingen / taken doet. De verdiepingsvragen die hieronder geformuleerd zijn, geven je een kapstok om achtergrond / theorie op te zoeken. Werk de antwoorden op de vragen uit! Realiseer je daarbij dat je steeds op zoek met naar die zaken die op de zorgvrager met een bepaalde zorgvraag betrekking hebben.