Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

129
LEVENSLANG LEREN RAPPORTERING FASE 3: ANALYSE VAN DE VRAAG VAN WERKGEVERS NAAR OPLEIDIN- GEN STUDIE UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN HET PROVINCIEBESTUUR WEST-VLAANDEREN EN DE CONSORTIA VOLWASSENENONDERWIJS MENES EN WEBROS OKTOBER 2009

description

Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen - onderzoek van de consortia volwassenenonderwijs Comenes en Webros en de provincie West-Vlaanderen, uitgevoerd door WES

Transcript of Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Page 1: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

LEVENSLANG LEREN

RAPPORTERING FASE 3: ANALYSE VAN DE VRAAG VAN WERKGEVERS NAAR OPLEIDIN-GEN

STUDIE UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN HET PROVINCIEBESTUUR WEST-VLAANDEREN EN DE CONSORTIA VOLWASSENENONDERWIJS MENES EN WEBROS

OKTOBER 2009

Page 2: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 3: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 1

INHOUDSTAFEL

HOOFDSTUK 1: METHODOLOGIE 3

HOOFDSTUK 2: RESULTATEN 5

1. Respons op de enquête 5

2. Kenmerken van de organisaties 7 2.1. Regio, sector, tewerkstellingsklasse 7 2.2. Andere kenmerken van de organisaties 8

3. Opleidingsbehoeften 11 3.1. Algemeen 11 3.2. Opleidingsbehoeften per doelgroep 14 3.3. Prioritaire opleidingsbehoeften 16 3.4. Interne of externe invulling opleidingsbehoeften 29

4. De keuze van de externe opleidingsinstanties 31 4.1. Imago van de diverse opleidingsverstrekkers 31 4.2. Op welke opleidingsverstrekkers doet men een beroep? 37

5. De opleidingen zelf 39 5.1. Welke opleidingen genieten de voorkeur? 39 5.2. Wie is de initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen? 42 5.3. Hoe zoekt men geschikte opleidingen? 43 5.4. Kent en gebruikt men tegemoetkomingen bij opleidingen? 45 5.5. Effect huidige economische crisis op vraag naar opleidingen 53

6. De afstemming tussen vraag en aanbod 54 6.1. Algemeen 54 6.2. Verbeteracties 57

7. Besluiten 63 7.1. Kenmerken organisaties 63 7.2. Opleidingsbehoeften 63 7.3. Externe opleidingsinstanties 64 7.4. De opleidingen zelf 65 7.5. Afstemming tussen vraag en aanbod 65

Page 4: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 2

Page 5: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 3

In deze onderzoeksfase gaan we via een onlinebevraging de opleidingsbehoeften bij de West-Vlaamse werkgevers na. We lichten eerst de methodologie toe. Daarna worden de resultaten uitgebreid besproken.

HOOFDSTUK 1: METHODOLOGIE De bedoeling van de bevraging is de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven te achterhalen. Dit gebeurde in een korte online-enquête van ongeveer 10 minuten.

Er werd een steekproef van West-Vlaamse organisaties aangeschreven (via brief of e-mail) om mee te werken aan de enquête. De enquêtes werden verstuurd naar de maat-schappelijke zetel en waren gericht aan de persoon verantwoordelijk voor de opleidin-gen of aan de verantwoordelijke van de personeelsdienst. De vragen hadden betrekking op alle West-Vlaamse vestigingen die tot de organisatie behoren.

De organisaties werden als volgt geselecteerd:

het was in eerste instantie de bedoeling om een representatieve steekproef van onge-veer 2.000 bedrijven te bevragen. We deden hiervoor een beroep op de Bel-First da-tabank van Bureau van Dijk. Deze databank bevat alle neergelegde jaarrekeningen van de Belgische bedrijven die verplicht zijn om een jaarrekening neer te leggen (ver-kort en uitgebreid schema). Uit de circa 46.500 adressen van bedrijven met maat-schappelijke zetel in West-Vlaanderen werden 2.017 adressen willekeurig geselec-teerd. Van een aantal van deze bedrijven beschikten we over het e-mailadres. Deze bedrijven werden per e-mail benaderd. De overige 1.684 bedrijven werden per brief aangeschreven. Daarnaast werd beslist om alle andere bedrijven uit de Bel-First data-bank waarvan het e-mailadres gekend was ook aan te schrijven om deel te nemen aan de enquête. Dit zorgt voor een ruimere respons waardoor ook meer betrouwbare resultaten kunnen worden bekomen;

de Bel-First databank bevat echter nauwelijks adressen uit de non-profitsector. Daar-om werden ook andere databestanden geraadpleegd. Zo werden ook alle gemeenten en OCMW’s in West-Vlaanderen aangeschreven. Vervolgens werd ook een steekproef van onderwijsinstellingen en andere non-profitorganisaties (sociale dienstverlening, geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg, …) geselecteerd. We deden hiervoor een beroep op de website van Onderwijs Vlaanderen en op gegevens uit de Sociale Kaart.

Uiteindelijk werden 9.000 organisaties benaderd om deel te nemen aan de enquête: 7.223 per e-mail en 1.777 via brief.

Om de organisaties aan te moedigen om deel te nemen aan de enquête werd hen mee-gedeeld dat zij achteraf het rapport met de belangrijkste resultaten zouden krijgen zodat ze zelf inzicht krijgen in een set van anonieme maar nuttige benchmarks. De deelnemers maakten bovendien kans op één van de 10 duo-cinematickets die zouden worden ver-loot.

Er werd ook een advertentie rond de enquête (zie bijlage 1) gepubliceerd in ‘Onderne-mers in West-Vlaanderen’ van VOKA, editie 12 juni 2009.

De enquête zelf werd verstuurd in de eerste week van juni 2009. Ze werd gericht aan de opleidingsverantwoordelijke of aan de verantwoordelijke van de personeelsdienst. Een exemplaar van de vragenlijst is opgenomen als bijlage 2.

Page 6: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 4

Page 7: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 5

HOOFDSTUK 2: RESULTATEN In dit hoofdstuk bespreken we de resultaten van de enquête naar de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven. We bespreken achtereenvolgens:

de respons op de enquête;

de kenmerken van de deelnemende organisaties;

de opleidingsbehoeften van de organisaties;

de keuze van de externe opleidingsinstantie;

de kenmerken van de opleidingen die de organisaties prefereren;

de afstemming tussen vraag en aanbod.

1. Respons op de enquête

De globale respons op de enquête bedraagt 563 ingevulde vragenlijsten. Een exact responspercentage kan niet worden berekend, aangezien bij het verzenden van de en-quête is gebleken dat heel veel e-mailadressen uit de Bel-First databank niet meer in gebruik waren. Er waren minstens 1.500 mails (maar allicht veel meer) onbezorgbaar. We schatten dat het responspercentage (het aantal ingevulde enquêtes op het totale aantal verstuurde (en terechtgekomen) enquêtes) dan ook tussen de 8 en de 10% ligt.

Het was vooral de bedoeling om een representatieve steekproef te bereiken, waarbij uitspraken mogelijk waren tot op het niveau van de West-Vlaamse regio’s. Een voor-waarde hiervoor was dat er per regio minstens 100 organisaties zouden deelnemen aan de enquête.

Tabel 1 geeft een overzicht van de deelgenomen bedrijven naar regio, sector en aantal werknemers.

Tabel 1 Profiel van de bevraagde organisaties, WES-enquête 2009 (in absolute cijfers en in %)

Omschrijving Aantal respondenten (absoluut)

% respondenten

REGIO Brugge 135 24,0 Oostende-Westhoek 132 23,4 Midden-West-Vlaanderen 151 26,8 Kortrijk 145 25,8 SECTOR Land- en tuinbouw 7 1,2 Industrie en bouw 190 33,7 Groot- en kleinhandel, horeca 117 20,8 Commerciële diensten 155 27,5 Non-profitsector 94 16,7 AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 210 37,3

5-9 werknemers 91 16,2 10-49 werknemers 131 23,3 50 of meer werknemers 131 23,3 FUNCTIE VAN DE RESPONDENT Bedrijfsleider 324 57,5 Administratief medewerker/secreta-

riaatsmedewerker 57 10,1 Verantwoordelijke personeelsdienst 56 10,0 Managementassistent 26 4,6 HR-manager 25 4,4 Opleidingsverantwoordelijke 22 3,9 Medewerker personeelsdienst 15 2,7 Andere 38 6,8 Aantal respondenten 563 100,0

Page 8: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 6

Uit de tabel blijkt dat er 135 enquêtes teruggekeerd zijn uit de regio Brugge, 151 uit de regio Roeselare-Tielt en 145 uit de regio Kortrijk. Vanuit de Westhoek ontvingen we 86 enquêtes en vanuit de regio Oostende 46. We hebben ervoor geopteerd om de regio’s Westhoek en Oostende samen te voegen, zodat ook voor deze (samengevoegde) regio betrouwbare uitspraken mogelijk zijn. De vier regio’s die we op die manier hebben af-gebakend komen aldus overeen met de afbakening van de SERR-regio’s in West-Vlaanderen. De regio’s Brugge en Oostende-Westhoek vormen daarenboven het wer-kingsgebied van het consortium Webros, de regio’s Roeselare-Tielt (Midden-West-Vlaanderen) en Kortrijk deze van het consortium Menes.

Van de 563 organisaties die de enquête hebben ingevuld, is 33,7% (190 bedrijven) actief in de industrie en de bouw. 27,5% (155 bedrijven) behoort tot de sector ‘commer-ciële diensten’, 20,8% (117 bedrijven) tot de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ en 16,7% (94 bedrijven) tot de non-profitsector.

1,2% van de respondenten is een land- en tuinbouwbedrijf. Omwille van het geringe aantal respondenten (7) in deze sector, worden in het vervolg van het onderzoek geen afzonderlijke resultaten voor deze sector weergegeven.

Opsplitsing per aantal werknemers toont dat 210 deelgenomen bedrijven (37,3%) min-der dan 5 werknemers hebben, 131 (23,3%) hebben tussen 10 en 49 werknemers, 131 (23,3%) hebben meer dan 50 werknemers en 91 (16,2%) hebben tussen vijf en negen werknemers.

Van alle bedrijven met meer dan 50 werknemers behoort 47,3% tot de non-profitsector en 36,6% tot de sector ‘industrie en bouw’.

In bijna 60% van de bedrijven heeft de bedrijfsleider zelf de enquête ingevuld.

Is deze steekproef nu representatief? Dit is een moeilijke vraag. We beschikken immers niet over statistieken betreffende de kenmerken van de organisaties met maatschappelij-ke zetel in West-Vlaanderen. We kennen met andere woorden niet de kenmerken van de totale populatie waarmee we onze steekproef kunnen vergelijken en indien nodig her-wegen.

Wel bestaan er gegevens van het aantal vestigingen met loontrekkende werknemers en de bezoldigde tewerkstelling per sector en arrondissement van West-Vlaanderen. Deze gegevens betreffen cijfers per vestiging en niet per maatschappelijke zetel. Ze houden ook geen rekening met het aantal zelfstandigen.

Als we onze steekproef dan toch met deze cijfers willen vergelijken en als we veronder-stellen dat de kenmerken van de West-Vlaamse vestigingen met loontrekkenden dezelfde zijn als deze van de bedrijven met maatschappelijke zetel in West-Vlaanderen, dan kun-nen we (met enige voorzichtigheid) besluiten dat er allicht in onze steekproef een over-vertegenwoordiging is van bedrijven uit de regio Roeselare-Tielt en een ondervertegen-woordiging van bedrijven uit de regio Oostende-Westhoek. Naar sector zien we dan een oververtegenwoordiging van de industrie en bouw en een ondervertegenwoordiging van de handel en diensten. We opteren er evenwel voor om geen weging op de resultaten door te voeren omdat de verschillen relatief beperkt zijn, enerzijds, en omdat de exacte kenmerken van de populatie niet gekend zijn, anderzijds. De resultaten hieronder zullen bovendien allemaal opgesplitst worden naar regio, sector en grootteklasse zodat ver-schillen tussen regio’s, sectoren en tewerkstellingsklassen duidelijk worden.

Page 9: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 7

2. Kenmerken van de organisaties

2.1. Regio, sector, tewerkstellingsklasse

Het profiel van de organisaties werd hierboven reeds besproken. Deze gegevens willen we hier verder verfijnen. Het is belangrijk dat we een goed zicht hebben op de kenmer-ken van de organisaties per regio. Daarom tonen tabellen 2 en 3 de sector, respectieve-lijk het aantal werknemers in de bevraagde organisaties en dit per regio. Tabel 4 toont de verdeling van het aantal werknemers in de West-Vlaamse vestigingen per sector.

Er zijn duidelijke verschillen in de sectorstructuur per regio (tabel 2). Deze komen gro-tendeels overeen met de werkelijke spreiding van de sectoren over de regio’s. Zo zijn de industrie en de bouw sterk vertegenwoordigd in de regio’s Kortrijk en Midden-West-Vlaanderen. De handel, horeca en commerciële diensten zijn sterk aanwezig in de regio Brugge en in de regio Oostende-Westhoek hebben relatief veel bedrijven uit de non-profitsector deelgenomen aan de enquête.

Tabel 2 De sector waartoe de organisaties behoren, naar regio, WES-enquête 2009 (in %)

Sector Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-

Vlaanderen

Kortrijk Totaal

Land- en tuinbouw 1,5 2,0 1,4 1,2 Industrie en bouw 18,5 31,8 42,4 40,7 33,7 Groot- en kleinhandel, horeca 27,4 13,6 16,6 25,5 20,8 Commerciële diensten 39,3 25,8 24,5 21,4 27,5 Non-profitsector 13,3 28,8 14,6 11,0 16,7 Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Aantal respondenten 135 132 151 145 563

Uit tabel 3 blijkt dat er relatief veel organisaties met minder dan 5 werknemers uit de regio Brugge hebben deelgenomen aan de enquête en relatief veel organisaties met meer dan 50 werknemers uit de regio Oostende-Westhoek. Ten slotte zien we in tabel 4 dat 66% van de organisaties uit de non-profitsector 50 of meer werknemers telt. Kleine bedrijven zijn vooral terug te vinden in de handel- en dienstensector.

Tabel 3 Het aantal werknemers in de organisaties, naar regio, WES-enquête 2009 (in %)

Aantal werknemers Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-

Vlaanderen

Kortrijk Totaal

<5 werknemers 46,7 35,6 33,8 33,8 37,3 5-9 werknemers 17,0 17,4 16,6 13,8 16,2 10-49 werknemers 18,5 18,2 23,8 31,7 23,3 50 of meer werknemers 17,8 28,8 25,8 20,7 23,3 Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Aantal respondenten 135 132 151 145 563

Page 10: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 8

Tabel 4 Het aantal werknemers in de organisaties, naar sector, WES-enquête 2009 (in %)

Aantal werknemers Land- en tuinbouw

Industrie en bouw

Groot- en kleinhandel,

horeca

Commerciële diensten

Non-profitsector

Totaal

<5 werknemers 57,1 24,2 49,6 59,4 10,6 37,35-9 werknemers 28,6 18,4 19,7 17,4 4,3 16,210-49 werknemers 14,3 32,1 21,4 16,8 19,1 23,350 of meer werknemers 25,3 9,4 6,5 66,0 23,3Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0Aantal respondenten 7 190 117 155 94 563

Het is belangrijk dat we met deze onderlinge verschillen rekening houden bij de verdere bespreking van de resultaten. Zo kunnen verschillen tussen regio’s grotendeels verklaard worden door verschillen in de onderlinge kenmerken van de bedrijven, eerder dan te zoeken naar regiospecifieke oorzaken.

2.2. Andere kenmerken van de organisaties

Uit figuur 1 blijkt dat slechts 19,2% van de organisaties over een geschreven opleidings-plan beschikt. Bijna 30% heeft een jaarlijks opleidingsbudget. Ongeveer eenzelfde per-centage heeft procedures rond opleidingen en ook 30% heeft een opleidingsverant-woordelijke.

Figuur 1 De mate waarin de organisaties beschikken over een geschreven opleidingsplan, een jaar-lijks opleidingsbudget, procedures rond opleidingen en een opleidingsverantwoordelijke (in %)

19,2

29,3

31,4

30,2

80,8

70,7

68,6

69,8

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Geschreven opleidingsplan

Jaarlijks opleidingsbudget

Procedures rondopleidingen

Opleidingsverantwoordelijke

Organisatie beschikt hierover Organisatie beschikt hier niet over

Page 11: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 9

Tabellen 5 tot en met 8 tonen de verschillen tussen de organisaties. Zo stellen we vast dat de non-profitsector een positieve uitschieter is:

30,9% van de non-profitorganisaties heeft een geschreven opleidingsplan. Hoewel dit percentage nog ondermaats is, ligt het toch duidelijk boven het algemeen gemiddelde van 19,2%;

80,9% heeft een jaarlijks opleidingsbudget;

76,6% heeft procedures rond opleidingen;

69,1% heeft een opleidingsverantwoordelijke.

Tabel 5 Het percentage organisaties met een geschreven opleidingsplan, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Is er een geschreven opleidingsplan? Omschrijving Ja Neen Totaal

Aantal respondenten

REGIO Brugge 14,8 85,2 100,0 135 Oostende-Westhoek 21,2 78,8 100,0 132 Midden-West-Vlaanderen 18,5 81,5 100,0 151 Kortrijk 22,1 77,9 100,0 145SECTOR Industrie en bouw 19,5 80,5 100,0 190 Groot- en kleinhandel, horeca 14,5 85,5 100,0 117 Commerciële diensten 16,1 83,9 100,0 155 Non-profitsector 30,9 69,1 100,0 94AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 6,2 93,8 100,0 210

5-9 werknemers 16,5 83,5 100,0 91 10-49 werknemers 19,8 80,2 100,0 131 50 of meer werknemers 41,2 58,8 100,0 131Totaal 19,2 80,8 100,0 563

Tabel 6 Het percentage organisaties met een jaarlijks opleidingsbudget, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Is er een jaarlijks opleidingsbudget? Omschrijving Ja Neen Totaal

Aantal respondenten

REGIO Brugge 25,2 74,8 100,0 135 Oostende-Westhoek 38,6 61,4 100,0 132 Midden-West-Vlaanderen 25,2 74,8 100,0 151 Kortrijk 29,0 71,0 100,0 145SECTOR Industrie en bouw 18,4 81,6 100,0 190 Groot- en kleinhandel, horeca 15,4 84,6 100,0 117 Commerciële diensten 23,2 76,8 100,0 155 Non-profitsector 80,9 19,1 100,0 94AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 9,5 90,5 100,0 210

5-9 werknemers 25,3 74,7 100,0 91 10-49 werknemers 32,8 67,2 100,0 131 50 of meer werknemers 60,3 39,7 100,0 131Totaal 29,3 70,7 100,0 563

Page 12: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 10

Tabel 7 Het percentage organisaties met procedures rond opleidingen, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Zijn er procedures rond opleidingen? Omschrijving Ja Neen Totaal

Aantal respondenten

REGIO Brugge 24,4 75,6 100,0 135 Oostende-Westhoek 39,4 60,6 100,0 132 Midden-West-Vlaanderen 29,8 70,2 100,0 151 Kortrijk 32,4 67,6 100,0 145SECTOR Industrie en bouw 26,3 73,7 100,0 190 Groot- en kleinhandel, horeca 13,7 86,3 100,0 117 Commerciële diensten 25,2 74,8 100,0 155 Non-profitsector 76,6 23,4 100,0 94AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 10,0 90,0 100,0 210

5-9 werknemers 22,0 78,0 100,0 91 10-49 werknemers 32,1 67,9 100,0 131 50 of meer werknemers 71,8 28,2 100,0 131Totaal 31,4 68,6 100,0 563

Tabel 8 Het percentage organisaties met een opleidingsverantwoordelijke, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Is er een opleidingsverantwoordelijke? Omschrijving Ja Neen Totaal

Aantal respondenten

REGIO Brugge 24,4 75,6 100,0 135 Oostende-Westhoek 38,6 61,4 100,0 132 Midden-West-Vlaanderen 26,5 73,5 100,0 151 Kortrijk 31,7 68,3 100,0 145SECTOR Industrie en bouw 26,8 73,2 100,0 190 Groot- en kleinhandel, horeca 17,9 82,1 100,0 117 Commerciële diensten 20,6 79,4 100,0 155 Non-profitsector 69,1 30,9 100,0 94AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 11,9 88,1 100,0 210

5-9 werknemers 25,3 74,7 100,0 91 10-49 werknemers 32,1 67,9 100,0 131 50 of meer werknemers 61,1 38,9 100,0 131Totaal 30,2 69,8 100,0 563

We merken ook op dat de grote organisaties (minstens 50 werknemers) beter scoren dan de kleinere:

41,2% van de organisaties met 50 of meer werknemers heeft een geschreven oplei-dingsplan;

60,3% heeft een jaarlijks opleidingsbudget;

71,8% heeft procedures rond opleidingen uitgewerkt;

61,1% heeft een opleidingsverantwoordelijke.

Naar regio valt op dat vooral de regio Oostende-Westhoek goed scoort. Dit heeft voor-al te maken met het relatief grote aandeel organisaties uit de non-profitsector dat in deze regio heeft deelgenomen aan de enquête.

Page 13: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 11

3. Opleidingsbehoeften

3.1. Algemeen

Uit figuur 2 en tabel 9 blijkt dat 66,8% van de bevraagde bedrijven een opleidings-behoefte heeft op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers. We merken op dat de behoefte naar opleidingen groot is in de non-profitsector. 92,6% van de non-profit organisaties geeft aan behoefte te hebben aan opleidingen voor werknemers, terwijl het percentage in de sectoren ‘commerciële dien-sten’ en ‘industrie en bouw’ gelijk is aan 63,2% en in de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ aan 57,3%. Aangezien het overgrote deel van de organisaties met 50 of meer werknemers vertegenwoordigd wordt door bedrijven uit de non-profitsector of uit de sector ‘industrie en bouw’, is alsook de opleidingsbehoefte bij deze bedrijven groot (91,6%). Voor bedrijven tussen de 10 en 49 werknemers is dit voor 74% het geval, voor bedrijven tussen 5 en 9 werknemers is er een opleidingsbehoefte in 65,9% van de be-drijven en in de bedrijven met minder dan 5 werknemers in 47,1%. Verder zien we dat de bedrijven gevestigd in Brugge minder behoefte hebben aan opleidingen voor werk-nemers (59,3%) dan de bedrijven uit de regio Midden-West-Vlaanderen (68,2%), de regio Kortrijk (69%) en de regio Oostende-Westhoek (70,5%).

Figuur 2 Het percentage organisaties met opleidingsbehoeften op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers, WES-enquête 2009 (in %)

Opleidingsbehoefte 66,8%

Geen opleidingsbehoefte

33,2%

Tabel 9 Het percentage organisaties met opleidingsbehoeften op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers, naar enkele kenmerken van de organisa-ties, WES-enquête 2009 (in %)

Is er een opleidingsbehoefte in de organisatie?

Omschrijving

Ja Neen Totaal

Aantal respondenten

REGIO Brugge 59,3 40,7 100,0 135 Oostende-Westhoek 70,5 29,5 100,0 132 Midden-West-Vlaanderen 68,2 31,8 100,0 151 Kortrijk 69,0 31,0 100,0 145SECTOR Industrie en bouw 63,2 36,8 100,0 190 Groot- en kleinhandel, horeca 57,3 42,7 100,0 117 Commerciële diensten 63,2 36,8 100,0 155 Non-profitsector 92,6 7,4 100,0 94AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 47,1 52,9 100,0 210

5-9 werknemers 65,9 34,1 100,0 91 10-49 werknemers 74,0 26,0 100,0 131 50 of meer werknemers 91,6 8,4 100,0 131Totaal 66,8 33,2 100,0 563

Page 14: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 12

33,2% van de bedrijven heeft geen opleidingsbehoefte in de tweede helft van 2009 en in 2010.

Figuur 3 en tabellen 10 tot en met 13 tonen de redenen waarom deze organisaties geen opleidingsbehoeften hebben. We stellen vast dat 78,8% van de bedrijven de reden ‘een te kleine organisatie’ aanduidt als één van de drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar. Merk echter ook op dat 7 van de 10 organisaties met meer dan 50 werknemers die geen oplei-dingsbehoeften hebben deze reden aanhalen.

Figuur 3 De belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende ander-half jaar, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten zonder opleidingsbehoef-ten)

78,8

55,8

23,7 23,114,7 12,8 12,8 9,0 7,1 6,4

58,8

20,3

4,6 3,3 3,9 1,3 1,3 0,7 0,7 4,6

0,010,020,030,040,050,060,070,080,090,0

We

zijn

een

kle

ine

orga

nisa

tie

De

huid

ige

kenn

is e

nva

ardi

ghed

en v

an d

ew

erkn

emer

s zi

jnvo

ldoe

nde

Wij

prob

eren

ste

eds

men

sen

aan

te tr

ekke

ndi

e re

eds

over

de

vere

iste

vaa

rdig

hede

nen

ken

nis

besc

hikk

en

Er is

gee

n tij

d vo

orop

leid

inge

n in

onz

eor

gani

satie

Er z

ijn g

een

gesc

hikt

eop

leid

inge

n

De

kost

van

opl

eidi

ngen

is te

hoo

g

Wij

hebb

en g

een

ople

idin

gsbu

dget

Wij

hebb

en d

e vo

orbi

jeja

ren

reed

s ve

elop

leid

ings

insp

anni

ngen

gele

verd

Wij

hebb

enon

vold

oend

e zi

cht o

pde

opl

eidi

ngsb

ehoe

ften

van

ons

pers

onee

l

Wij

hebb

en g

een

pers

onee

l

Behoort tot de drie belangrijkste redenen Belangrijkste reden

Tabel 10 De drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Reden Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

We zijn een kleine organisatie 82,6 73,5 85,7 70,6 78,8De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende 50,0 58,8 50,0 67,6 55,8Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken 21,7 29,4 16,7 29,4 23,7Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie 30,4 11,8 26,2 20,6 23,1Er zijn geen geschikte opleidingen 10,9 23,5 11,9 14,7 14,7De kost van opleidingen is te hoog 15,2 2,9 9,5 23,5 12,8Wij hebben geen opleidingsbudget 13,0 11,8 9,5 17,6 12,8Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidings-inspanningen geleverd 6,5 11,8 9,5 8,8 9,0Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidings-behoeften van ons personeel 4,3 8,8 4,8 11,8 7,1Wij hebben geen personeel 6,5 5,9 7,1 5,9 6,4Wij werken met een interimbureau 0,0 2,9 0,0 0,0 0,6Totaal 241,3 241,2 231,0 270,6 244,9Aantal respondenten 46 34 42 34 156

Page 15: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 13

Tabel 11 De drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Reden Industrie en bouw

Groot- en kleinhandel,

horeca

Commerciële diensten

Non- profitsector

Totaal

We zijn een kleine organisatie 79,0 81,1 78,7 71,4 78,8De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende 58,1 64,9 44,7 42,9 55,8Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken 30,6 27,0 17,0 0,0 23,7Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie 21,0 27,0 23,4 14,3 23,1Er zijn geen geschikte opleidingen 16,1 13,5 8,5 28,6 14,7De kost van opleidingen is te hoog 14,5 18,9 8,5 0,0 12,8Wij hebben geen opleidingsbudget 12,9 16,2 12,8 0,0 12,8Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidings-inspanningen geleverd 6,5 2,7 10,6 57,1 9,0Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidings-behoeften van ons personeel 12,9 2,7 4,3 0,0 7,1Wij hebben geen personeel 0,0 5,4 10,6 28,6 6,4Wij werken met een interimbureau 0,0 0,0 2,1 0,0 0,6Totaal 251,6 259,5 221,3 242,9 244,9Aantal respondenten 62 37 47 7 156

Tabel 12 De drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respon-denten)

Reden <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

We zijn een kleine organisatie 82,8 77,8 69,2 70,0 78,8De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende 51,6 44,4 76,9 70,0 55,8Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken 14,0 33,3 53,8 10,0 23,7Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie 21,5 25,9 19,2 40,0 23,1Er zijn geen geschikte opleidingen 11,8 29,6 7,7 20,0 14,7De kost van opleidingen is te hoog 10,8 11,1 19,2 20,0 12,8Wij hebben geen opleidingsbudget 15,1 3,7 11,5 20,0 12,8Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidings-inspanningen geleverd 9,7 7,4 7,7 10,0 9,0Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidings-behoeften van ons personeel 4,3 14,8 3,8 20,0 7,1Wij hebben geen personeel 10,8 0,0 0,0 0,0 6,4Wij werken met een interimbureau 1,1 0,0 0,0 0,0 0,6Totaal 233,3 248,1 269,2 280,0 244,9Aantal respondenten 93 27 26 10 156

Page 16: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 14

Tabel 13 De belangrijkste reden waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, WES-enquête 2009 (in %)

Reden % respondenten We zijn een kleine organisatie 58,8 De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende 20,3 Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken

4,6

Wij hebben geen personeel 4,6 Er zijn geen geschikte opleidingen 3,9 Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie 3,3 De kost van opleidingen is te hoog 1,3 Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd 1,3 Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel 0,7 Wij hebben geen opleidingsbudget 0,7 Wij werken met een interimbureau 0,7 Totaal 100,0 Aantal respondenten 153

Voor iets meer dan de helft van de bedrijven (55,8%) behoort de reden ‘huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende’ tot de drie belangrijkste redenen om geen opleidingen te voorzien. Verder duidt ongeveer 23% van de bedrijven ‘het steeds proberen mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en ken-nis beschikken’ en ‘er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie’ aan als één van de drie belangrijkste redenen. Bijna 15% zegt dat er geen geschikte opleidingen be-schikbaar zijn en voor 13% behoort de reden ‘de kost van opleidingen is te hoog’ tot de drie belangrijkste redenen waarom men geen vraag heeft naar opleidingen. Eenzelfde percentage zegt niet te beschikken over een opleidingsbudget. De redenen ‘wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd’ (9%), ‘wij hebben onvol-doende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel’ (7,1%) en ‘wij hebben geen personeel’ (6,4%) sluiten het lijstje af.

De belangrijkste reden voor de organisaties waarom ze niet voorzien in opleidingen is het feit dat men een kleine organisatie is (58,8%) en de gedachte dat de huidige kennis en vaardigheden van de werknemers voldoende zijn (20,3%).

3.2. Opleidingsbehoeften per doelgroep

Figuur 4 en tabel 14 geven een overzicht van de opleidingsmateries waaraan er behoef-te is in de organisaties met opleidingsbehoeften. Het betreft dus antwoorden van de bedrijven die te kennen hebben gegeven dat er behoefte is aan opleidingen op korte termijn of op iets langere termijn. Deze bedrijven konden meerdere opleidingsmateries aankruisen, vandaar dat de totaalpercentages in tabel 14 groter zijn dan 100%. Voor de tweede helft van 2009 gaven de bedrijven bijvoorbeeld gemiddeld 1,2 opleidingsmate-ries voor arbeiders, 1,8 opleidingsmateries voor bedienden en 1,5 opleidingsmateries voor kaderleden op.

Het is duidelijk dat relatief meer bedrijven opleidingsbehoeften hebben voor bedienden dan voor kaderleden en arbeiders.

Page 17: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 15

Figuur 4 De doelgroepen waarvoor en de termijn waarin er opleidingsbehoeften zijn in de bedrijven met opleidingsbehoeften, WES-enquête 2009 (in %)

36,0

64,645,0 38,0

67,153,8

64,0

35,455,0 62,0

32,946,2

0%10%

20%30%

40%50%

60%70%

80%90%

100%

Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Tweede helft 2009 Jaar 2010

Opleidingsbehoefte Geen opleidingsbehoefte

Tabel 14 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 3,7 14,4 5,4 3,4 15,6 7,6Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,6 15,9 7,6 1,4 17,8 11,3Management 0,3 4,2 18,7 0,3 5,9 27,2Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,6 23,8 13,3 0,8 26,6 18,4Informatica en automatisering, computergebruik 6,2 34,6 16,4 6,2 37,1 17,6Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 14,4 10,5 4,5 15,3 11,6 4,5Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 13,6 14,2 8,5 15,0 17,3 9,9Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 1,1 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0Persoonlijke en sociale vaardigheden 8,5 15,3 11,0 9,6 19,0 13,0Andere materies 9,1 13,6 7,4 10,2 14,2 9,3Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 64,0 35,4 55,0 62,0 32,9 46,2Totaal 122,1 181,9 147,9 125,2 198,0 165,2Aantal respondenten 353 353 353 353 353 353

Voor wat betreft de opleidingsmateries voor arbeiders voor de tweede helft van 2009 blijkt dat 64% van de bedrijven met opleidingsbehoeften geen opleidingsbehoefte heeft voor arbeiders. De grootste opleidingsbehoeften voor arbeiders zijn er voor de oplei-dingsmateries ‘techniek en technologie’ (14,4% van de bedrijven met opleidingsbehoef-ten) en de opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ (13,6%). Ook voor 2010 worden deze opleidingsmateries het meest aangeduid.

Meer organisaties, meer bepaald twee derden van de organisaties met opleidingsbe-hoeften in 2009 of 2010, hebben opleidingsbehoeften voor bedienden. De vraag is het grootst naar een opleiding ‘informatica en automatisering, computergebruik’ en naar een opleiding ‘boekhouden, financiën, administratie, wetgeving’. Opmerkelijk is ook dat er voor bedienden ook een belangrijke vraag is naar opleidingen ‘persoonlijke en sociale vaardigheden’. Zo heeft bijvoorbeeld 19% van de organisaties met oplei-dingsbehoeften een vraag naar een opleiding in 2010 in de materie ‘persoonlijke en sociale vaardigheden’.

Page 18: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 16

45% van de respondenten met opleidingsbehoeften geeft aan een opleidingsbehoefte te hebben voor kaderleden in de tweede helft van 2009. Uit de tabel blijkt dat 18,7% wel geïnteresseerd is in de opleidingsmaterie ‘management’ en 16,4% in de opleidingsmate-rie ‘ informatica en automatisering, computergebruik’. Ook in boekhoudmateries is er een sterke interesse. Voor 2010 zijn de behoeften voor opleidingen voor kaderleden nog hoger dan voor de tweede helft van 2009.

Bijlagetabellen 1 tot en met 8 tonen de opleidingsmateries waaraan er behoefte is in de diverse sectoren en in de zeer kleine, kleine en grotere organisaties.

3.3. Prioritaire opleidingsbehoeften

3.3.1. Algemeen

Aan de organisaties met opleidingsbehoeften werd ook gevraagd om de belangrijkste, de twee belangrijkste of de drie belangrijkste prioriteiten omtrent de opleidingsbehoeften aan te duiden. Vergelijken we de opleidingsmateries onderling met elkaar, dan staat ‘informatica en automatisering, computergebruik’ op kop. Voor 38,8% van de organisaties met opleidingsbehoeften behoort een opleiding in de informatica en auto-matisering tot één van de drie belangrijkste prioriteiten. Voor 18,4% van de organisaties met opleidingsbehoeften is dit zelfs de topprioriteit (zie figuur 5 en tabel 15).

Figuur 5 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften prioritair zijn en een opleiding het meest noodzakelijk is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met oplei-dingsbehoeften)

38,8

30,027,1

24,2 23,6 22,2 22,2 21,919,8

1,2

18,4

12,5 13,1 13,19,9

6,4 7,012,0

7,6

0,00,05,0

10,015,020,025,030,035,040,045,0

Info

rmat

ica

enau

tom

atis

erin

g,co

mpu

terg

ebru

ik

Boek

houd

en,

finan

ciën

,ad

min

istra

tie,

wet

gevi

ng

Mili

eu,

veili

ghei

d,kw

alite

it en

arbe

idsg

ezon

dhei

d

Tech

niek

en

tech

nolo

gie

(nie

tse

ctor

spec

ifiek

)

Aan

koop

, ve

rkoo

p,m

arke

ting

enex

tern

eco

mm

unic

atie

Man

agem

ent

Pers

oonl

ijke

enso

cial

eva

ardi

ghed

en

And

ere

mat

erie

s

Tale

n

Basi

scom

pete

ntie

s(r

eken

en,

schr

ijven

,le

zen)

Opleidingsmaterie behoort tot de drie belangrijkste prioriteiten Opleidingsmaterie vormt de belangrijkste prioriteit

Boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’ behoort voor 30% van de organisa-ties met opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijkste prioriteiten en ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ voor 27,1% van de organisaties met oplei-dingsbehoeften.

Page 19: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 17

Tabel 15 De drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijk-ste prioriteiten behoren, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Opleidingsmaterie Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

Informatica en automatisering, computergebruik 29,7 34,1 43,5 45,7 38,8Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 35,1 31,8 22,8 31,5 30,0Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 21,6 28,2 29,3 28,3 27,1Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 23,0 20,0 29,3 23,9 24,2Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 24,3 17,6 22,8 29,3 23,6Management 27,0 20,0 18,5 23,9 22,2Persoonlijke en sociale vaardigheden 21,6 29,4 19,6 18,5 22,2Andere materies 17,6 28,2 26,1 15,2 21,9Talen 23,0 15,3 22,8 18,5 19,8Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 1,4 1,2 0,0 2,2 1,2Totaal 224,3 225,9 234,8 237,0 230,9Aantal respondenten 74 85 92 92 343

De belangrijkste opleidingsbehoeften (topprioriteiten) situeren zich in de opleidingsmate-ries:

informatica, automatisering, computergebruik (18,4% van de bedrijven met oplei-dingsbehoeften duidt dit aan als topprioriteit);

milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid (13,1%);

techniek en technologie (13,1%).

Op te merken is ook dat basiscompetenties voor de bedrijven zelden tot de drie prioritei-ten qua opleidingsbehoeften behoren.

Tabellen 15, 16 en 17 tonen de drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoef-ten prioritair (top 3) zijn, naar regio, sector en aantal werknemers. Tabellen 18, 19 en 20 zijn analoog maar tonen de opleidingsmateries waarvoor de behoeften het meest prioritair zijn (top 1).

Tabel 16 De drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijk-ste prioriteiten behoren, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Opleidingsmaterie Industrie en bouw

Groot- en kleinhandel,

horeca

Commerciële diensten

Non-profitsector

Totaal

Informatica en automatisering, computergebruik 33,6 34,4 48,3 38,8 38,8Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 23,6 21,3 32,6 42,5 30,0Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 42,7 16,4 11,2 30,0 27,1Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 43,6 16,4 16,9 11,3 24,2Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 24,5 44,3 25,8 5,0 23,6Management 12,7 19,7 20,2 40,0 22,2Persoonlijke en sociale vaardigheden 14,5 19,7 20,2 35,0 22,2Andere materies 16,4 18,0 22,5 31,3 21,9Talen 22,7 24,6 21,3 10,0 19,8Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 1,8 0,0 0,0 2,5 1,2Totaal 236,4 214,8 219,1 246,3 230,9Aantal respondenten 110 61 89 80 343

Page 20: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 18

Tabel 17 De drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijk-ste prioriteiten behoren, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Opleidingsmaterie <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

Informatica en automatisering, computergebruik 44,3 37,5 38,2 35,5 38,8Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 26,1 21,4 31,5 36,4 30,0Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 17,0 14,3 34,8 35,5 27,1Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 21,6 23,2 21,3 29,1 24,2Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 27,3 25,0 28,1 16,4 23,6Management 15,9 8,9 28,1 29,1 22,2Persoonlijke en sociale vaardigheden 15,9 12,5 24,7 30,0 22,2Andere materies 21,6 19,6 24,7 20,9 21,9Talen 17,0 17,9 19,1 23,6 19,8Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 0,0 0,0 1,1 2,7 1,2Totaal 206,8 180,4 251,7 259,1 230,9Aantal respondenten 88 56 89 110 343

Tabel 18 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften het meest prioritair zijn, naar regio, WES-enquête 2009 (in %)

Opleidingsmaterie Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

Informatica en automatisering, computergebruik 12,2 17,6 18,5 23,9 18,4Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 16,2 7,1 15,2 14,1 13,1Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 9,5 16,5 16,3 9,8 13,1Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 12,2 15,3 8,7 14,1 12,5Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 14,9 7,1 9,8 8,7 9,9Talen 10,8 4,7 8,7 6,5 7,6Persoonlijke en sociale vaardigheden 5,4 12,9 4,3 5,4 7,0Management 13,5 1,2 4,3 7,6 6,4Andere materies 5,4 17,6 14,1 9,8 12,0Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0Aantal respondenten 74 85 92 92 343

Tabel 19 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften het meest prioritair zijn, naar sector, WES-enquête 2009 (in %)

Opleidingsmaterie Industrie en bouw

Groot- en klein-handel, horeca

Commerciële diensten

Non-profitsector

Totaal

Informatica en automatisering, computergebruik 19,1 13,1 23,6 16,3 18,4Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 24,5 8,2 12,4 1,3 13,1Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 24,5 6,6 3,4 12,5 13,1Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 8,2 8,2 18,0 15,0 12,5Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 5,5 21,3 14,6 2,5 9,9Talen 5,5 8,2 11,2 6,3 7,6Persoonlijke en sociale vaardigheden 4,5 8,2 4,5 12,5 7,0Management 0,9 9,8 3,4 15,0 6,4Andere materies 7,3 16,4 9,0 18,8 12,0Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0Aantal respondenten 110 61 89 80 343

Page 21: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 19

Tabel 20 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften het meest prioritair zijn, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in %)

Opleidingsmateries <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

Informatica en automatisering, computergebruik 19,3 23,2 19,1 14,5 18,4Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 15,9 16,1 9,0 12,7 13,1Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 5,7 8,9 20,2 15,5 13,1Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 14,8 8,9 13,5 11,8 12,5Andere materies 17,0 10,7 9,0 10,9 12,0Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 12,5 17,9 5,6 7,3 9,9Talen 5,7 8,9 7,9 8,2 7,6Persoonlijke en sociale vaardigheden 5,7 3,6 7,9 9,1 7,0Management 3,4 1,8 7,9 10,0 6,4Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0Aantal respondenten 88 56 89 110 343

Logischerwijze verschillen de opleidingsmateries waarvoor de opleidingsvraag het grootst is sterk naargelang de sector. Zo heeft de industrie een belangrijke prioritaire opleidingsbehoefte voor ‘techniek en technologie’ en ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’, terwijl een groot percentage organisaties in de handel en horeca een prioritaire behoefte heeft aan opleidingen ‘aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie’. De vraag naar opleidingen ‘informatica en automatisering, computer-gebruik’ is prioritair in veel organisaties die behoren tot de commerciële diensten. In de non-profitsector is er vooral behoefte aan opleidingen in ‘boekhouden, financiën, admi-nistratie en wetgeving’, ‘management’ en ‘informatica’.

3.3.2. Specifieke opleidingen waaraan er een behoefte is

Aan de organisaties die prioritaire opleidingsbehoeften hebben aangeduid (top 3), werd de vraag gesteld om meer in detail aan te geven aan welke opleiding zij precies behoef-te hebben. Opnieuw konden de bedrijven meerdere antwoorden aankruisen, vandaar dat de totaalpercentages groter zijn dan 100%.

3.3.2.1. Opleidingen informatica, automatisering, computergebruik

Voor 38,8% van de bedrijven met opleidingsbehoeften behoort een opleiding ‘informati-ca, computergebruik en automatisering’ tot één van de drie belangrijkste opleidingsbe-hoeften.

De behoefte bij deze organisaties is het grootst voor de opleiding ‘rekenbladen’: 44,3% wenst hiervoor een opleiding te volgen (tabel 21). 40,5% zou eerder kiezen voor de opleiding ‘specifieke software’. De opleiding ‘internet en websites’ weet zich een plaats in de top drie te bemachtigen (28,2%).

Page 22: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 20

Tabel 21 De opleidingen informatica en automatisering en computergebruik waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte informatica en automatisering)

Opleiding % respondentenRekenbladen (bijvoorbeeld Excel) 44,3Specifieke software 40,5Internet en websites 28,2Tekstverwerking (bijvoorbeeld Word) 27,5Databases (bijvoorbeeld Access) 26,0Basisvaardigheden computer 21,4Grafische toepassingen 20,6Netwerken 19,1Besturingssystemen 14,5Programmeren 13,0IT-beveiliging 11,5Industriële automatisering 8,4CAD/autocad 2,3Publisher 0,8Navigatie 0,8Solid Edge tekenpakket 0,8Adobe 0,8Outlook 0,8Totaal 280,9Aantal respondenten 131

3.3.2.2. Opleidingen boekhouden, financiën, administratie en wetgeving

Een opleiding in de materies boekhouden, financiën, administratie en wetgeving behoort in 30% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot de drie meest prioritaire oplei-dingsbehoeften.

De opleiding ‘boekhouden, bedrijfsadministratie’ is koploper: 53,9% van de organisaties met prioritaire opleidingsbehoeften in deze materies duidt deze opleiding aan (tabel 22). 49% van de organisaties is geïnteresseerd in een opleiding ‘personeelsbeleid en sociale wetgeving’. De opleiding ‘fiscaliteit en financieel beleid’ staat op plaats drie (37,3%).

3.3.2.3. Opleidingen milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid

Voor 27,1% van de bedrijven met opleidingsbehoeften behoort een opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ tot de drie belangrijkste opleidingsbehoeften.

Deze bedrijven hebben vooral een behoefte aan een opleiding veiligheid (70,3%) en preventie (68,1%). De resultaten zijn terug te vinden in tabel 23.

Page 23: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 21

Tabel 22 De opleidingen boekhouden, financiën, administratie en wetgeving waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte boekhouden, financiën, administratie en wetgeving)

Opleiding % respondentenBoekhouden, bedrijfsadministratie 53,9Personeelsbeleid en sociale wetgeving 49,0Fiscaliteit en financieel beleid 37,3Personeelsadministratie 26,5Administratie algemeen 18,6Debiteurenbeheer 5,9Specifieke wetgeving/opvolgen wetgeving 5,9Receptie en secretariaat 4,9Andere 2,0Totaal 203,9Aantal respondenten 102

Tabel 23 De opleidingen milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid)

Opleiding % respondentenVeiligheid 70,3Preventie 68,1Gezondheid en welzijn 31,9Kwaliteit 30,8Milieumanagement 30,8Energie 15,4Totaal 247,3Aantal respondenten 91

3.3.2.4. Opleidingen techniek en technologie

Een opleiding in de techniek en technologie (niet sectorspecifiek) behoort in 24,2% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot de drie meest prioritaire opleidingsbehoef-ten.

Tabel 24 toont dat de meeste interesse uitgaat naar een opleiding elektromechanica (30,9%), elektronica (28,4%), industriële automatisering en productontwikkeling (27,2%).

Page 24: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 22

Tabel 24 De opleidingen techniek en technologie (niet sectorspecifiek) waaraan er een opleidingsbe-hoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidings-behoefte techniek en technologie)

Opleiding % respondenten Elektromechanica 30,9 Elektronica 28,4 Industriële automatisering 27,2 Productontwikkeling 27,2 Meet- en regeltechnieken 19,8 Bouw/bouwtechnieken 6,2 Heftruckopleiding 3,7 Machinebesturing 2,5 Technische uitrusting in gebouwen 2,5 Informatica 2,5 EPB (Energie Prestatie Binnenklimaat) en EPC (Energie Presta) 2,5 Poederlakken/polieren 1,2 Computer hardware 1,2 Chemie 1,2 Websites 1,2 Chocoladetechnieken 1,2 Luchtvaarttechnologie 1,2 ADR-opleiding (transport van gevaarlijke stoffen) 1,2 Automechanica 1,2 Weeftechniek 1,2 Onderhoudstechnieken 1,2 Werfleiding 1,2 Loodgieterij 1,2 Elektriciteit 1,2 Rijbewijs BE en C 1,2 Lassen 1,2 Totaal 171,6 Aantal respondenten 81

3.3.2.5. Opleidingen aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie

Voor 23,6% van de bedrijven met opleidingsbehoeften behoort de opleidingsmaterie ‘aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie’ tot de drie belangrijkste oplei-dingsbehoeften.

Tabel 25 toont dat de opleidingsbehoeften het grootst zijn voor:

commercieel beleid;

verkoop;

public relations, reclame, externe communicatie;

marketing.

Page 25: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 23

Tabel 25 De opleidingen aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie)

Opleiding % respondentenCommercieel beleid 56,8Verkoop 55,6Public relations, reclame, externe communicatie 45,7Marketing 38,3Productontwikkeling 19,8Aankoop 16,0Totaal 232,1Aantal respondenten 81

3.3.2.6. Opleidingen management

Een opleiding management behoort in 22,2% van de organisaties met opleidingsbe-hoeften tot de drie meest prioritaire opleidingsbehoeften.

De opleidingen ‘algemeen management en bedrijfskunde’ en ‘teammanagement’ staan op een gedeelde eerste plaats (42,1%). De bedrijven zijn ook zeer geïnteresseerd in de opleidingen ‘personeelsmanagement en human resources’ (38,2%) en ‘competentiema-nagement (36,8%) (zie tabel 26).

Tabel 26 De opleidingen management waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte management)

Opleiding % respondentenAlgemeen management en bedrijfskunde 42,1Teammanagement 42,1Personeelsmanagement en HR 38,2Competentiemanagement 36,8Changemanagement 25,0Financieel management 25,0Projectmanagement 22,4Timemanagement 22,4Commercieel management 21,1Kwaliteitsmanagement 21,1Productmanagement 11,8Veiligheidsmanagement 11,8Energiemanagement 3,9Milieumanagement 1,3Totaal 325,0Aantal respondenten 76

Page 26: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 24

3.3.2.7. Opleidingen persoonlijke en sociale vaardigheden

Persoonlijke en sociale vaardigheden behoren in 22,2% van de organisaties met oplei-dingsbehoeften tot de drie belangrijkste opleidingsbehoeften.

Er is een grote vraag naar opleidingen (tabel 27) voor:

communicatie;

leiding geven;

omgaan met klanten;

omgaan met klachten;

assertiviteit;

timemanagement.

Tabel 27 De opleidingen persoonlijke en sociale vaardigheden waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte persoonlijke en sociale vaardigheden)

Opleiding % respondentenCommunicatie 66,7Leiding geven 58,7Omgaan met klanten 41,3Omgaan met klachten 38,7Assertiviteit 32,0Timemanagement 32,0Commerciële vaardigheden 24,0Vergaderen 21,3Creativiteit 14,7Voedselhygiëne 10,7Coachen 1,3Totaal 341,3Aantal respondenten 75

3.3.2.8. Opleidingen talen

Tabel 28 geeft een gedetailleerd overzicht van de opleiding ‘talen’ waaraan er een be-hoefte is bij de organisaties met prioritaire opleidingsbehoeften ‘talen’. 19,8% van alle bedrijven met opleidingsbehoeften geeft aan dat talen tot één van hun drie belangrijkste opleidingsbehoeften behoort.

41,2% van deze organisaties is geïnteresseerd in de opleiding ‘Frans voor specifieke opleidingen’, 33,8% in de opleiding ‘Frans, algemeen’, 23,5% in de opleiding ‘Neder-lands voor anderstaligen’ en 17,6% in de opleiding ‘Duits voor specifieke doeleinden’.

Geen enkel bedrijf gaf aan behoefte te hebben aan een opleiding ‘West-Vlaams voor anderstaligen’.

Page 27: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 25

Tabel 28 De opleidingen talen waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte talen)

Opleiding % respondentenFrans voor specifieke doeleinden 41,2Frans, algemeen 33,8Nederlands voor anderstaligen 23,5Duits voor specifieke doeleinden 17,6Spaans 10,3Engels, algemeen 8,8Duits, algemeen 8,8Engels voor specifieke doeleinden 7,4Italiaans 7,4Russisch 4,4Pools 2,9Nederlands moedertaal 1,5Portugees 1,5Totaal 169,1Aantal respondenten 68

3.3.2.9. Opleidingen basiscompetenties

In heel weinig bedrijven is er behoefte aan een opleiding ‘basiscompetenties’. Slechts twee bedrijven gaven in detail op aan welke opleidingen basiscompetenties zij behoefte hebben (zie tabel 29).

Tabel 29 De opleidingen basiscompetenties waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte basiscompeten-ties)

Opleiding % respondenten Lezen 50,0 Rekenen 50,0 Schrijven 50,0 Vingervlug typen, dactylografie 50,0 Praktisch rijbewijs auto/bedrijfsvoertuig 50,0 Totaal 250,0 Aantal respondenten 2

3.3.2.10. Andere opleidingen

Naast de bovenvermelde opleidingsmateries zijn er nog heel wat andere materies waar-aan er een behoefte is in de organisaties. In 21,9% van de organisaties met opleidings-materies staan deze ‘andere’ materies in de top 3 van prioritaire opleidingsbehoeften. Tabellen 30 tot en met 37 tonen de specifieke andere opleidingen waaraan er een be-hoefte is. Merk op dat het vaak gaat om sectorspecifieke opleidingen waarbij het aantal respondenten beperkt is.

Page 28: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 26

Tabel 30 De opleidingen gezondheid, opvoeding, onderwijs en zorg waaraan er een opleidings-behoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte gezondheid, opvoeding, onderwijs en zorg)

Opleiding % respondenten Algemene (medische) zorgonderwerpen (wondzorg, palliatieve zorgen, …)

55,6

Fitnessinstructeur 11,1 Diagnostiek & therapeutische interventies bij kinderen 11,1 Technische vaardigheden 11,1 Groepsdynamica, groepsoverleg 11,1 Totaal 100,0 Aantal respondenten 9

Tabel 31 De opleidingen in de grafische sector waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte in de grafische sector)

Opleiding % respondentenUpdaten van programma‘s 25,0Indesign (software) 25,0Acad (software) 25,0Ontwerp en lay-out 25,0Totaal 100,0Aantal respondenten 4

Tabel 32 De opleidingen hout en bouw waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte hout en bouw)

Opleiding % respondentenBrandertechniek 20,0Kraanbesturing 20,0Veiligheid 20,0Afwerking 20,0Functiespecifieke opleiding voor technische dienst 20,0Totaal 100,0Aantal respondenten 5

Page 29: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 27

Tabel 33 De opleidingen horeca en voeding waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte horeca en voeding)

Opleiding % respondentenHACCP (voedselveiligheid) 37,5Wijnkennis 12,5Verfijning kookvaardigheden 12,5Chocolade 12,5Commercieel verkopen 12,5Kameropmaak 12,5Totaal 100,0

Tabel 34 De opleidingen land- en tuinbouw waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte land- en tuinbouw)

Opleiding % respondentenAlgemene kennis 100,0Totaal 100,0Aantal respondenten 1

Tabel 35 De opleidingen metaal, elektriciteit en autotechniek waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte metaal, elektriciteit en autotechniek)

Opleiding % respondentenKennis elektriciteit 22,2Uitlijnen 11,1CAD 11,1Productkennis 11,1Autotechniek 11,1Lassen 11,1Koeltechniek 11,1Snijgereedschappen 11,1Op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen 11,1Totaal 111,1Aantal respondenten 9

Page 30: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 28

Tabel 36 De opleidingen schoonmaak waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte schoonmaak)

Opleiding % respondentenAlgemene schoonmaaktechnieken 57,1Opfrissingstechnieken 14,3Opleiding tot kamermeisje 14,3Strijken 14,3Functiespecifieke opleiding poetsdienst 14,3Totaal 114,3Aantal respondenten 7

Tabel 37 De andere opleidingen waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire andere opleidingsbehoeften)

Opleiding % respondenten Opleidingen eigen aan de verschillende diensten/vakgebonden 9,1 Verzekering 6,1 Financiën/beleggingen 6,1 Coaching 6,1 Op de hoogte blijven van nieuwigheden/innovatie 6,1 Informatica, gebruik computer 6,1 EHBO/verzorgingstechnieken 6,1 Vakbekwaamheid chauffeur/rijbewijs 6,1 Productkennis 6,1 Overheidswetgeving 6,1 Topografie 3,0 Landmeten 3,0 Gemeentedecreet 3,0 OCMW-decreet 3,0 Inhoudelijk 3,0 Welzijn (peter- en meterschap) 3,0 Evaluaties en functioneringsgesprekken 3,0 Beleidsnota's en adviezen schrijven 3,0 Opleiding specifieke machines 3,0 Talen 3,0 Studie wegenis 3,0 Dierengeneeskunde 3,0 Ergonomie 3,0 Personeelsadministratie 3,0 Starters 3,0 Vloeren 3,0 Stress-, alcohol- en drugsbeleid 3,0 Hef- en tiltechnieken 3,0 Ruimtelijke ordening 3,0 Netwerking 3,0 Totaal 124,2 Aantal respondenten 33

Page 31: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 29

3.4. Interne of externe invulling opleidingsbehoeften

Per opleidingsbehoefte die de organisaties als prioritair hadden aangeduid, werd ge-vraagd of ze die opleiding intern of extern zullen trachten in te vullen. Bij een interne opleiding is de eigen onderneming verantwoordelijk voor de inhoud van de opleiding. Bij een externe opleiding is een organisatie die geen deel uitmaakt van de onderneming verantwoordelijk voor de inhoud van de opleiding.

Uit tabel 38 blijkt dat het louter intern organiseren van de opleidingen relatief weinig voorkomt. Bij de diverse opleidingsmateries zegt steeds minder dan 10% van de respon-denten met opleidingsbehoeften voor deze materie dat ze de opleiding louter intern zullen organiseren. Enkel de opleidingen met betrekking tot milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid zijn hierop een uitzondering. 13,2% van de organisaties met een vraag naar deze opleidingen zal deze opleiding louter intern trachten in te vullen. Per-soonlijke en sociale vaardigheden en management zijn domeinen waar men het minst terugvalt op een louter interne opleiding.

Tabel 38 De mate waarin men de verschillende opleidingen intern of extern zal trachten in te vullen, WES-enquête 2009 (in %)

Opleidingsmaterie Louter intern

Louter extern

Deels intern, deels extern

Weet nog niet

Totaal Aantal respondenten

Talen 8,8 58,8 17,6 14,7 100,0 68Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 7,4 35,8 39,5 17,3 100,0 81Management 5,3 39,5 36,8 18,4 100,0 76Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 9,9 42,6 33,7 13,9 100,0 101Informatica en automatisering, computergebruik 7,7 38,5 43,1 10,8 100,0 130Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 9,8 32,9 45,1 12,2 100,0 82Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 13,2 33,0 42,9 11,0 100,0 91Basiscompetenties 0,0 50,0 0,0 50,0 100,0 4Persoonlijke en sociale vaardigheden 4,0 36,0 44,0 16,0 100,0 75Andere opleidingen 9,5 36,5 37,8 16,2 100,0 74

De meeste organisaties gaan eerder voor een louter externe opleiding of voor een deels interne en deels externe opleiding. Taalopleidingen en opleidingen boek-houden, financiën, administratie en wetgeving worden het meest louter extern ingevuld.

Figuur 6 biedt een overzicht van de redenen waarom een organisatie zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren. Tabellen 39 tot en met 41 tonen de ant-woorden, opgesplitst per regio, per sector en per tewerkstellingsklasse.

De voornaamste reden blijkt de lagere kostprijs voor interne opleidingen (37,4%) te zijn, gevolgd door meer controle over de inhoud (36,5%). 21,4% van de respondenten zou kiezen voor een interne opleiding omdat het tijdstip van opleidingen van externe organi-saties moeilijk ligt, 15,9% omdat het aanbod van externe opleidingsinstanties niet flexi-bel genoeg is en 14,2% omdat er geen of een ontoereikend aanbod is van de opleiding door externe opleidingsinstanties. 31,6% van de bedrijven zegt dat ze zelden of nooit interne opleidingen organiseren.

Als we de prioritaire opleidingsbehoeften van de bedrijven, die vinden dat er geen of een ontoereikend aanbod is door externe opleidingsinstanties, vergelijken met de priori-taire opleidingsbehoeften van alle organisaties, dan stellen we vast dat bedrijven die vinden dat er geen of een ontoereikend aanbod is relatief meer behoefte hebben aan een opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’, ‘management’ en ‘technologie’ dan de andere organisaties.

Page 32: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 30

Figuur 6 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

37,4

36,5

21,4

15,9

14,2

2,0

0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0

Lagere kostprijs interne opleidingen

Meer controle over de inhoud

Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk

Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibelgenoeg

Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding doorexterne opleidingsinstanties

Andere reden

Tabel 39 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Reden Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

Lagere kostprijs interne opleidingen 38,0 37,2 42,4 32,3 37,4Meer controle over de inhoud 26,8 33,7 41,3 41,7 36,5Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk 26,8 19,8 22,8 17,7 21,4Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg 23,9 15,1 14,1 12,5 15,9Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties 14,1 14,0 13,0 15,6 14,2Andere reden 1,4 3,5 1,1 2,1 2,0Wij organiseren zelden of nooit interne opleidingen 35,2 30,2 26,1 35,4 31,6Totaal 166,2 153,5 160,9 157,3 159,1Aantal respondenten 71 86 92 96 345

Tabel 40 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Reden Industrie en bouw

Groot- en klein-handel, horeca

Commerciële diensten

Non-profitsector

Totaal

Lagere kostprijs interne opleidingen 47,4 26,8 28,3 43,1 37,4Meer controle over de inhoud 40,4 25,4 40,2 35,4 36,5Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk 25,4 19,7 18,5 21,5 21,4Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg 14,9 19,7 16,3 13,8 15,9Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties 14,9 19,7 10,9 10,8 14,2Andere reden 0,0 2,8 1,1 6,2 2,0Wij organiseren zelden of nooit interne opleidingen 27,2 40,8 32,6 27,7 31,6Totaal 170,2 154,9 147,8 158,5 159,1Aantal respondenten 114 71 92 65 345

Page 33: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 31

Tabel 41 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidings-behoeften)

Reden <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

Lagere kostprijs interne opleidingen 30,3 41,5 37,7 45,8 37,4Meer controle over de inhoud 37,9 32,1 37,7 36,1 36,5Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk 15,2 30,2 22,1 25,3 21,4Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg 13,6 20,8 15,6 16,9 15,9Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties 12,1 13,2 16,9 15,7 14,2Andere reden 1,5 1,9 1,3 3,6 2,0Wij organiseren zelden of nooit interne opleidingen 34,1 32,1 31,2 27,7 31,6Totaal 144,7 171,7 162,3 171,1 159,1Aantal respondenten 132 53 77 83 345

4. De keuze van de externe opleidingsinstanties

4.1. Imago van de diverse opleidingsverstrekkers

In de enquête vroegen we aan de bedrijven om een aantal opleidingsverstrekkers te typeren. Het ging om volgende aanbieders van opleidingen:

volwassenenonderwijs (CVO, avondschool);

basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek, …);

VDAB;

Syntra;

hogescholen (Howest, Katho, KHBO, …)

universiteiten;

managementscholen;

private opleidingsverstrekkers;

sectorale opleidingsinstituten.

Vooraf tonen we in figuur 7 en in tabellen 42 tot en met 44 de mate waarin de be-vraagde organisaties de opleidingsverstrekkers kennen.

Syntra is het best gekend als opleidingsverstrekker bij de West-Vlaamse organisaties: 95,1% kent de organisatie. Ook VDAB is als opleidingsverstrekker gekend bij 87,3% van de respondenten. 83,2% is vertrouwd met de hogescholen als opleidingsverstrekker en 77,5% met het volwassenenonderwijs.

Het minst gekend zijn de basiseducatie (62,4% kent dit niet) en de sectorale opleidings-instituten (niet gekend bij 45,8% van de respondenten).

Interessant om weten is hoe de West-Vlaamse bedrijven de verschillende opleidings-verstrekkers typeren. We legden hen een lijst voor met termen en vroegen met welke zij de verschillende opleidingsverstrekkers die ze kennen associëren. Het gaat hier dus louter om een perceptie van de bedrijven, die evenwel kan afwijken van de realiteit.

Page 34: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 32

Figuur 7 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Tabel 42 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

% organisaties die de opleidingsverstrekker kennen Opleidingsverstrekker Brugge Oostende-

WesthoekMidden-West-

Vlaanderen Kortrijk

Totaal

Syntra 94,8 93,2 98,5 93,4 95,1VDAB 85,2 88,1 89,6 86,0 87,3Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) 81,7 82,2 85,9 82,6 83,2Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) 73,9 79,7 80,0 76,0 77,5Universiteiten 75,7 78,8 75,6 78,5 77,1Managementscholen 75,7 73,7 72,6 76,9 74,6Private opleidingsverstrekkers 73,0 65,3 64,4 75,2 69,3Sectorale opleidingsinstituten 50,4 52,5 51,1 62,8 54,2Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) 35,7 50,0 34,1 31,4 37,6Totaal 646,1 663,6 651,9 662,8 656,0Aantal respondenten 115 118 135 121 489

95,1

87,3

83,2

77,5

77,1

74,6

69,3

54,2

37,6

4,9

12,7

16,8

22,5

22,9

25,4

30,7

45,8

62,4

0% 10% 20% 30% 40%50% 60% 70% 80% 90% 100%

Syntra

VDAB

Hogescholen (Howest, Katho, KHBO)

Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool)

Universiteiten

Managementscholen

Private opleidingsverstrekkers

Sectorale opleidingsinstituten

Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in deWesthoek)

Gekend Niet gekend

Page 35: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 33

Tabel 43 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

% organisaties die de opleidingsverstrekker kennen Opleidingsverstrekker Industrie en

bouwGroot- en

kleinhandel, horeca

Commerciële diensten

Non- profitsector

Totaal

Syntra 95,2 96,0 94,0 97,6 95,1VDAB 88,0 89,1 82,1 93,9 87,3Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) 81,3 81,2 82,1 93,9 83,2Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) 75,3 78,2 75,4 87,8 77,5Universiteiten 71,7 76,2 79,1 89,0 77,1Managementscholen 69,9 72,3 79,1 84,1 74,6Private opleidingsverstrekkers 64,5 68,3 73,1 76,8 69,3Sectorale opleidingsinstituten 65,1 42,6 48,5 59,8 54,2Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) 28,9 33,7 36,6 63,4 37,6Totaal 639,8 637,6 650,0 746,3 656,0Aantal respondenten 166 101 134 82 489

Tabel 44 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

% organisaties die de opleidingsverstrekker kennen Opleidingsverstrekker <5 werknemers 5-9

werknemers10-49

werknemers 50 of meer werknemers

Totaal

Syntra 92,9 92,4 96,4 99,1 95,1VDAB 84,1 84,8 86,5 94,9 87,3Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) 80,8 77,2 87,4 87,2 83,2Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) 75,8 70,9 79,3 82,9 77,5Universiteiten 76,4 67,1 80,2 82,1 77,1Managementscholen 75,3 64,6 72,1 82,9 74,6Private opleidingsverstrekkers 65,9 69,6 63,1 80,3 69,3Sectorale opleidingsinstituten 42,3 51,9 58,6 70,1 54,2Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) 37,4 36,7 32,4 43,6 37,6Totaal 630,8 615,2 655,9 723,1 656,0Aantal respondenten 182 79 111 117 489

Tabel 45 en figuur 8 tonen de resultaten.

Het volwassenenonderwijs wordt vooral geassocieerd met ‘goede reputatie’, ‘goede bereikbaarheid’ en ‘erkende opleidingen (met certificaat)’. Zo associeert 43% van de organisaties die het volwassenenonderwijs kent, het volwassenenonderwijs met een ‘goede reputatie’, 30,1% met ‘goede bereikbaarheid’ en 29,3% met ‘erkende opleidin-gen’. Geen enkele andere opleidingsverstrekker scoort hoger op het aspect ‘goede be-reikbaarheid’.

Bij de organisaties die (verder in de enquête) stelden dat ze mogelijks een beroep zullen doen op een CVO voor het invullen van de opleidingsbehoeften zien we nog hogere scores op deze aspecten. 62,4% van deze organisaties associeert het volwassenenon-derwijs met ‘goede reputatie’, 45,9% met ‘goede bereikbaarheid’, 44,7% met ‘erkende opleidingen’ en 27,1% met ‘hoge kwaliteit’.

Basiseducatie staat voor 20,7% van de respondenten die dit kennen voor ‘goede repu-tatie’. 11,4% associeert basiseducatie met ‘persoonlijke aanpak’.

Page 36: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 34

Syntra scoort heel sterk op de termen ‘goede reputatie’, ‘erkende opleidingen’ en ‘goe-de bereikbaarheid’. In tegenstelling tot het volwassenenonderwijs associeert ongeveer een kwart van de respondenten Syntra ook met een ‘hoge kostprijs’. 31% van de res-pondenten die Syntra kent, associeert deze opleidingsinstantie ook met ‘hoge kwaliteit’.

Page 37: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

35

Tabe

l 45

De

term

en w

aarm

ee d

e op

leid

ings

vers

trekk

ers

geas

soci

eerd

wor

den

bij d

e or

gani

satie

s di

e de

opl

eidi

ngsv

erst

rekk

er k

enne

n, W

ES-e

nquê

te 2

009

(in %

van

het

aa

ntal

res

pond

ente

n di

e de

opl

eidi

ngsv

erst

rekk

er k

enne

n)

H

oge

kwal

iteit

Hog

e ko

stpr

ijsG

oede

re

puta

tieG

oede

be

reik

-ba

arhe

id

Pers

oonl

ijke

aanp

akFl

exib

el

(naa

r tij

dstip

op

leid

ing)

Flex

ibel

(n

aar

inho

ud

ople

idin

g)

Erke

nde

ople

idin

gen

(met

cer

tifi-

caat

)

Tota

alAa

ntal

re

spon

dent

en

Volw

asse

neno

nder

wijs

(CVO

, avo

ndsc

hool

) 15

,83,

443

,030

,19,

88,

77,

729

,314

7,8

379

Basi

sedu

catie

(Wijz

er, O

pen

Scho

ol, B

ijler

en in

de

Wes

thoe

k)

8,2

0,0

20,7

9,2

11,4

4,3

4,3

6,0

64,1

184

VDAB

11

,90,

739

,623

,912

,49,

47,

730

,213

5,8

427

Synt

ra

31,0

25,4

51,4

28,0

9,0

8,8

8,2

35,3

197,

046

5 H

oges

chol

en (H

owes

t, Ka

tho,

KH

BO)

41,8

11,5

46,2

12,5

2,0

1,5

1,7

25,1

142,

340

7 U

nive

rsite

iten

47,2

21,0

35,5

4,8

1,6

0,8

1,3

23,3

135,

537

7 M

anag

emen

tsch

olen

33

,451

,823

,02,

24,

71,

62,

213

,713

2,6

365

Priv

ate

ople

idin

gsve

rstre

kker

s 18

,054

,611

,85,

017

,414

,513

,64,

413

9,2

339

Sect

oral

e op

leid

ings

inst

itute

n 18

,56,

428

,38,

39,

16,

08,

310

,295

,126

5

Page 38: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 36

Figuur 8 De termen waarmee de opleidingsverstrekkers geassocieerd worden bij de organisaties die de opleidingsverstrekker kennen, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten die de opleidingsverstrekker kennen)

0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0

Volwassenenonderwijs(CVO, avondschool)

Basiseducatie (Wijzer,Open School, Bijleren in

de Westhoek)

VDAB

Syntra

Hogescholen (Howest,Katho, KHBO)

Universiteiten

Managementscholen

Privateopleidingsverstrekkers

Sectoraleopleidingsinstituten

Hoge kwaliteit Hoge kostprijs

Goede reputatie Goede bereikbaarheid

Persoonlijke aanpak Flexibel (naar tijdstip opleiding)

Flexibel (naar inhoud opleiding) Erkende opleidingen (met certificaat)

Page 39: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 37

De VDAB wordt op een gelijkaardige manier getypeerd als het volwassenenonderwijs: ze scoren goed op het vlak van ‘goede reputatie’, ‘goede bereikbaarheid’, ‘erkende opleidingen met certificaat’. Het volwassenenonderwijs scoort wel nog iets beter op ‘goede reputatie’ en ‘goede bereikbaarheid’ dan de VDAB. Op het vlak van ‘persoonlij-ke aanpak’ scoort de VDAB dan lichtjes beter. Merk wel op dat de VDAB iets beter ge-kend is bij de organisaties dan het volwassenenonderwijs (87,3% tegenover 77,5%).

Hogescholen, universiteiten en managementscholen worden in belangrijke mate geassocieerd met ‘hoge kwaliteit’. Ze genieten ook van een ‘goede reputatie’. De helft van de respondenten die de managementscholen kent, associeert deze opleidingsver-strekkers ook met een hoge kostprijs.

Ook de private opleidingsverstrekkers worden met een hoge kostprijs geassocieerd. Van alle opleidingsverstrekkers worden de private opleidingsverstrekkers ook relatief het vaakst geassocieerd met ‘persoonlijke aanpak’, ‘flexibel (naar tijdstip opleiding)’ en ‘flexibel (naar inhoud opleiding)’. Toch is het opmerkelijk dat laatstgenoemde termen voor alle instellingen vrij laag scoren.

De sectorale opleidingsinstituten worden met vrij weinig termen geassocieerd. Goe-de reputatie scoort het best: 28,3% van de organisaties die deze instellingen kent, asso-cieert de sectorale opleidingsinstituten met ‘goede reputatie’.

4.2. Op welke opleidingsverstrekkers doet men een beroep?

Aan de organisaties werd gevraagd op welke externe opleidingsinstanties zij mogelijks een beroep zullen doen om hun opleidingsbehoeften in te vullen. Uit tabellen 46 tot en met 48 blijkt dat de bedrijven gemiddeld drie externe opleidingsinstanties opgaven. Hierbij zegt bijna 70% van de bevraagde bedrijven dat ze mogelijks een beroep zal doen op Syntra voor het invullen van hun opleidingsbehoeften, 37,4% zal kiezen voor private opleidingsverstrekkers en 36,5% voor de VDAB. De sectorale oplei-dingsinstituten (29,7%), het volwassenenonderwijs (26,1%) en de werkgevers-organisaties, Kamer van Koophandel, VKW, UNIZO (26,1%) sluiten de top vijf af. Opmerkelijk is dat 20,5% van de bedrijven mogelijks hogescholen zal contacteren voor het invullen van hun opleidingsbehoeften, terwijl dit percentage voor de universitei-ten slechts 10,4% bedraagt.

Syntra scoort heel goed bij de organisaties in de handel en horeca en in de industrie en bouw en iets minder bij de commerciële diensten en de non-profitorganisaties. Op pri-vate opleidingsinstanties wordt daarentegen relatief meer een beroep gedaan door de commerciële dienstensector en de non-profitsector. De VDAB en de sectorale opleidings-instituten zijn het populairst bij de industrie en bouw en worden ook vaker ingeschakeld in grotere bedrijven dan in kleinere. Het volwassenenonderwijs wordt nagenoeg in alle sectoren even vaak vermeld. Enkel de non-profit scoort hier iets minder. De non-profitsector doet ook in belangrijke mate een beroep op hogescholen voor het invullen van hun opleidingsbehoeften.

Page 40: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 38

Tabel 46 De externe opleidingsinstanties waarop men mogelijks een beroep zal doen voor het invullen van de opleidingsbehoeften, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal responden-ten)

Opleidingsinstantie Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

Syntra 66,7 62,7 69,9 70,8 67,7Private opleidingsverstrekkers 43,1 28,9 38,7 39,3 37,4VDAB 29,2 33,7 43,0 38,2 36,5Sectorale opleidingsinstituten 31,9 22,9 30,1 33,7 29,7Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) 23,6 28,9 25,8 25,8 26,1Werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel (VOKA), VKW, UNIZO 18,1 32,5 20,4 32,6 26,1Hogescholen 20,8 21,7 21,5 18,0 20,5Managementscholen 11,1 20,5 18,3 20,2 17,8Private ondernemingen die het organiseren van opleidingen niet als hoofdactiviteit hebben 11,1 10,8 19,4 16,9 14,8Universiteiten 13,9 10,8 4,3 13,5 10,4Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) 2,8 4,8 1,1 3,4 3,0Vakbonden 0,0 1,2 0,0 1,1 0,6Weet nog niet 8,3 15,7 10,8 4,5 9,8Geen, wij voorzien enkel interne opleidingen 0,0 1,2 1,1 0,0 0,6Totaal 280,6 296,4 304,3 318,0 300,9Aantal respondenten 72 83 93 89 337

Tabel 47 De externe opleidingsinstanties waarop men mogelijks een beroep zal doen voor het invullen van de opleidingsbehoeften, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respon-denten)

Opleidingsinstantie Industrie en bouw

Groot- en kleinhandel,

horeca

Commerciële diensten

Non-profitsector

Totaal

Syntra 73,8 79,4 59,1 57,9 67,7Private opleidingsverstrekkers 28,0 27,0 53,4 40,8 37,4VDAB 45,8 38,1 21,6 38,2 36,5Sectorale opleidingsinstituten 41,1 25,4 18,2 28,9 29,7Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) 27,1 30,2 25,0 22,4 26,1Werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel (VOKA), VKW, UNIZO 39,3 22,2 28,4 7,9 26,1Hogescholen 17,8 6,3 15,9 42,1 20,5Managementscholen 14,0 15,9 19,3 23,7 17,8Private ondernemingen die het organiseren van opleidingen niet als hoofdactiviteit hebben 14,0 14,3 18,2 13,2 14,8Universiteiten 2,8 6,3 17,0 17,1 10,4Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) 0,9 1,6 0,0 10,5 3,0Vakbonden 0,0 0,0 0,0 2,6 0,6Weet nog niet 4,7 9,5 11,4 15,8 9,8Geen, wij voorzien enkel interne opleidingen 0,0 1,6 1,1 0,0 0,6Totaal 309,3 277,8 288,6 321,1 300,9Aantal respondenten 107 63 88 76 337

Page 41: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 39

Tabel 48 De externe opleidingsinstanties waarop men mogelijks een beroep zal doen voor het invullen van de opleidingsbehoeften, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Opleidingsinstantie <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

Syntra 62,9 60,7 72,9 71,0 67,7Private opleidingsverstrekkers 36,0 21,4 35,3 48,6 37,4VDAB 22,5 28,6 38,8 50,5 36,5Sectorale opleidingsinstituten 16,9 19,6 31,8 43,9 29,7Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) 29,2 28,6 17,6 29,0 26,1Werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel (VOKA), VKW, UNIZO 15,7 21,4 36,5 29,0 26,1Hogescholen 15,7 10,7 23,5 27,1 20,5Managementscholen 11,2 10,7 20,0 25,2 17,8Private ondernemingen die het organiseren van opleidingen niet als hoofdactiviteit hebben 13,5 12,5 18,8 14,0 14,8Universiteiten 14,6 5,4 5,9 13,1 10,4Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) 1,1 0,0 0,0 8,4 3,0Vakbonden 0,0 1,8 1,2 0,0 0,6Weet nog niet 10,1 8,9 12,9 7,5 9,8Geen, wij voorzien enkel interne opleidingen 2,2 0,0 0,0 0,0 0,6Totaal 251,7 230,4 315,3 367,3 300,9Aantal respondenten 89 56 85 107 337

5. De opleidingen zelf

5.1. Welke opleidingen genieten de voorkeur?

Figuur 9 en tabellen 49 tot en met 51 geven een overzicht van het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur geven.

De kenmerken van de opleidingen hebben betrekking op1:

duurtijd;

intensiteit;

tijdstip opleiding;

opleiding binnen of buiten de werkuren;

de vorm van de opleidingen (contact-, afstands- of gecombineerd onderwijs).

1 De organisaties konden meerdere antwoorden aanduiden. Merk op dat ook binnen een bepaald kenmerk (bij-

voorbeeld binnen de werkuren of buiten de werkuren) de totaalpercentages soms hoger liggen dan 100, waarbij sommige bedrijven dus beide antwoorden hebben aangeduid. Dit kan te maken hebben met het feit dat men verschillende voorkeuren heeft voor verschillende opleidingen en/of voor verschillende doelgroepen.

Page 42: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 40

Figuur 9 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur geven, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

77,1

23,7

58,6

34,4

54,150,1

10,7

51,154,3

69,2

4,4

19,9

0,0

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

60,0

70,0

80,0

90,0

Korte

opl

eidi

ng(m

axim

um 1

0u)

Lang

ere

ople

idin

g (m

eer

dan

10

u)

In k

orte

tijds

span

ne

Ove

r di

vers

ew

eken

, m

aand

en

Ove

rdag

's A

vond

s

In h

et w

eeke

nd

Binn

en d

ew

erku

ren

Buite

n de

wer

kure

n

Con

tact

onde

rwijs

Afs

tand

sond

erw

ijs

Gec

ombi

neer

don

derw

ijs

NAAR DUURTIJD NAAR INTENSITEIT NAAR TIJDSTIP OPLEIDING BINNEN OFBUITEN DEWERKUREN

NAAR VORM

Tabel 49 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur geven, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Omschrijving Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

NAAR DUURTIJD Korte opleiding (maximum 10 uren) 73,9 77,6 80,3 76,0 77,1 Langere opleiding (meer dan 10 uren) 25,2 21,6 19,7 28,8 23,7NAAR INTENSITEIT Alle opleidingsuren worden in een korte

tijdsspanne gegeven 54,6 59,5 62,0 57,6 58,6 Opleidingsuren liggen verspreid over

diverse weken, maanden 34,5 35,3 29,9 38,4 34,4NAAR TIJDSTIP OPLEIDING

Overdag 51,3 56,9 51,8 56,8 54,1

's Avonds 44,5 48,3 56,9 49,6 50,1 In het weekend 8,4 6,9 13,1 13,6 10,7BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN

Binnen de werkuren 45,4 57,8 48,9 52,8 51,1

Buiten de werkuren 52,1 47,4 60,6 56,0 54,3NAAR VORM Contactonderwijs (100% contact) 64,7 71,6 69,3 71,2 69,2 Afstandsonderwijs (schriftelijk of via web)

(100% afstands) 2,5 10,3 2,9 2,4 4,4 Gecombineerd onderwijs (combinatie

van contact- en afstandsonderwijs) 21,0 16,4 21,9 20,0 19,9Totaal 478,2 509,5 517,5 523,2 507,6Aantal respondenten 119 116 137 125 497

Page 43: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 41

Tabel 50 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur zouden geven, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Omschrijving Industrie en

bouw

Groot- en kleinhandel,

horeca

Commerciële diensten

Non-profitsector

Totaal

NAAR DUURTIJD Korte opleiding (maximum 10 uren) 78,9 77,5 69,6 83,1 77,1 Langere opleiding (meer dan 10 uren) 20,5 22,5 31,1 21,7 23,7NAAR INTENSITEIT Alle opleidingsuren worden in een korte

tijdsspanne gegeven 57,3 55,9 59,3 61,4 58,6 Opleidingsuren liggen verspreid over

diverse weken, maanden 31,6 34,3 36,3 38,6 34,4NAAR TIJDSTIP OPLEIDING

Overdag 42,7 51,0 50,4 85,5 54,1

's Avonds 58,5 57,8 55,6 16,9 50,1 In het weekend 15,8 9,8 11,9 0,0 10,7BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN

Binnen de werkuren 40,9 47,1 45,9 83,1 51,1

Buiten de werkuren 64,3 61,8 60,7 16,9 54,3NAAR VORM Contactonderwijs (100% contact) 69,6 64,7 64,4 79,5 69,2 Afstandsonderwijs (schriftelijk of via web)

(100% afstands) 5,3 2,0 5,2 4,8 4,4 Gecombineerd onderwijs (combinatie

van contact- en afstandsonderwijs) 15,8 21,6 26,7 16,9 19,9Totaal Totaal 501,2 505,9 517,0 508,4 507,6Aantal respondenten Aantal respondenten 171 102 135 83 497

Tabel 51 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur zouden geven, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Omschrijving <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

NAAR DUURTIJD Korte opleiding (maximum 10 uren) 72,1 73,8 78,6 85,6 77,1 Langere opleiding (meer dan 10 uren) 21,9 22,6 25,9 25,4 23,7NAAR INTENSITEIT Alle opleidingsuren worden in een

korte tijdsspanne gegeven 58,5 54,8 59,8 60,2 58,6 Opleidingsuren liggen verspreid over

diverse weken, maanden 31,1 31,0 38,4 38,1 34,4NAAR TIJDSTIP OPLEIDING

Overdag 44,3 45,2 55,4 74,6 54,1

's Avonds 54,1 59,5 47,3 39,8 50,1 In het weekend 8,2 13,1 16,1 7,6 10,7BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN

Binnen de werkuren 40,4 40,5 54,5 72,0 51,1

Buiten de werkuren 56,3 65,5 53,6 44,1 54,3NAAR VORM Contactonderwijs (100% contact) 61,2 60,7 75,9 81,4 69,2 Afstandsonderwijs (schriftelijk of via

web) (100% afstands) 4,9 2,4 4,5 5,1 4,4 Gecombineerd onderwijs (combinatie

van contact- en afstandsonderwijs) 24,6 20,2 15,2 16,9 19,9Totaal 477,6 489,3 525,0 550,8 507,6Aantal respondenten 183 84 112 118 497

Page 44: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 42

Ongeveer drie vierde van de bevraagde organisaties (77,1%) prefereert korte oplei-dingen van maximum 10 uren. Het liefst zouden de bedrijven hebben dat alle oplei-dingsuren in een korte tijdsspanne worden gegeven. Slechts 34,4% wenst dat de opleidingsuren verspreid liggen over diverse weken of maanden. Over het tijdstip op dewelke de opleiding moet doorgaan, bestaat er een grotere verdeeldheid. 54,1% van de bedrijven verkiest dat de opleidingen overdag georganiseerd worden, 50,1% wil dit eerder ’s avonds en 10,7% geeft te weten dat de opleidingen het best in het weekend worden gehouden. 54,3% van de bedrijven wil geen tijd vrijmaken tijdens de werkuren voor een opleiding, terwijl 51,1% dit wel wil. Daarnaast blijkt dat het merendeel van de bedrijven (69,2%) het liefst een opleiding wenst te volgen via contactonderwijs (100% contact). 19,9% is vooral te vinden voor gecombineerd onderwijs (combinatie van con-tact- en afstandsonderwijs) en slechts 4,4% is voorstander van afstandsonderwijs (schrif-telijk of via web; 100% afstands).

De preferenties verschillen sterk tussen de sectoren. Vooral de non-profitsector ver-toont andere voorkeuren voor de opleidingen van hun werknemers dan de andere sec-toren: zij kiezen relatief meer voor opleidingen overdag, binnen de werkuren en via 100% contactonderwijs dan de overige sectoren. Opleidingen in het weekend zien zij absoluut niet zitten. En terwijl ongeveer 60% van de organisaties in de secundaire en tertiaire sectoren opleidingen buiten de werkuren prefereert, is dat slechts het geval bij 16,9% van de organisaties in de non-profitsector.

5.2. Wie is de initiatiefnemer voor het volgen van opleidin-gen?

We stellen vast dat het initiatief tot het volgen van een opleiding zowel van de werkgever als van de werknemer kan komen. Indien er bij de organisaties werknemers opleidingen volgen, gebeurt dit bij 61,6% van de organisaties soms op initiatief van de werknemer en soms op initiatief van de werkgever. Bij 28,2% komt het initiatief louter van de werk-gever en bij 10,3% louter van de werknemer. De gedeelde verantwoordelijkheid tot het nemen van opleidingsinitiatieven ligt hoger in de non-profitsector en de grotere organi-saties dan in de andere organisaties (zie figuur 10 en tabel 52).

Figuur 10 De initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen, WES-enquête 2009 (in %)

Werkgever 28,2

Werknemer 10,3

Soms de werknemer, soms de werkgever

61,6

Page 45: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 43

Tabel 52 De initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen, naar enkele kenmerken van de organisa-ties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Werknemer Werkgever Soms de werknemer,

soms de werkgever

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 15,1 31,9 52,9 100,0 119 Oostende-Westhoek 9,5 25,9 64,7 100,0 116 Midden-West-Vlaanderen 10,9 25,5 63,5 100,0 137 Kortrijk 5,6 29,6 64,8 100,0 125SECTOR Industrie en bouw 9,9 32,2 57,9 100,0 171 Groot- en kleinhandel, horeca 9,8 38,2 52,0 100,0 102 Commerciële diensten 11,9 28,1 60,0 100,0 135 Non-profitsector 8,4 6,0 85,5 100,0 83

<5 werknemers 13,7 39,3 47,0 100,0 183

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 10,7 33,3 56,0 100,0 84 10-49 werknemers 10,7 25,0 64,3 100,0 112 50 of meer werknemers 4,2 10,2 85,6 100,0 118Totaal 10,3 28,2 61,6 100,0 497

5.3. Hoe zoekt men geschikte opleidingen?

Aan de organisaties waar de werkgever mee zoekt naar opleidingen voor de werkne-mers vroegen we op welke manier zij op zoek gaan naar gepaste opleidingen voor hun personeel. Gemiddeld gaven de bedrijven twee manieren op waarop ze zoeken (zie tabellen 53, 54 en 55).

Tabel 53 De manier waarop er binnen de organisatie naar gepaste opleidingen wordt gezocht voor de werknemers, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Manier Brugge Oostende-Westhoek

Midden-West-Vlaanderen

Kortrijk Totaal

We krijgen interessante opleidingen binnen via mail of per post 60,6 60,8 65,5 60,3 61,9We zoeken geschikte opleidingen op de websites van verschillende opleidingsinstanties 29,3 34,3 40,3 44,8 37,6We organiseren (een deel van) onze opleidingen intern 31,3 32,4 37,0 31,0 33,0We nemen zelf contact met één of meerdere oplei-dingsverstrekkers die de vraag verder behandelen en een opleiding aanbieden 29,3 29,4 38,7 31,9 32,6We organiseren zelden of nooit opleidingen voor ons personeel 18,2 18,6 21,8 16,4 18,8We nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies in te winnen omtrent opleidingen 13,1 15,7 24,4 14,7 17,2We zoeken geschikte opleidingen op één website 4,0 2,0 1,7 0,0 1,8Totaal 185,9 193,1 229,4 199,1 203,0Aantal respondenten 99 102 119 116 436

Page 46: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 44

Tabel 54 De manier waarop er binnen de organisatie naar gepaste opleidingen wordt gezocht voor de werknemers, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten)

Manier Industrie en bouw

Groot- en kleinhandel,

horeca

Commerciële diensten

Non- profitsector

Totaal

We krijgen interessante opleidingen binnen via mail of per post 62,7 46,5 57,1 86,8 61,9We zoeken geschikte opleidingen op de websites van verschillende opleidingsinstanties 38,0 34,9 33,6 47,4 37,6We organiseren (een deel van) onze opleidingen intern 28,0 23,3 28,6 61,8 33,0We nemen zelf contact met één of meerdere oplei-dingsverstrekkers die de vraag verder behandelen en een opleiding aanbieden 34,0 22,1 26,1 52,6 32,6We organiseren zelden of nooit opleidingen voor ons personeel 19,3 29,1 20,2 3,9 18,8We nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies in te winnen omtrent opleidingen 17,3 11,6 15,1 26,3 17,2We zoeken geschikte opleidingen op één website 0,0 4,7 2,5 1,3 1,8Totaal 199,3 172,1 183,2 280,3 203,0Aantal respondenten 150 86 119 76 436

Tabel 55 De manier waarop er binnen de organisatie naar gepaste opleidingen wordt gezocht voor de werknemers, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal responden-ten)

Manier <5 werknemers 5-9 werknemers

10-49 werknemers

50 of meer werknemers

Totaal

We krijgen interessante opleidingen binnen via mail of per post 50,3 58,1 65,3 77,0 61,9We zoeken geschikte opleidingen op de websites van verschillende opleidingsinstanties 22,5 29,7 43,9 57,5 37,6We organiseren (een deel van) onze opleidingen intern 11,3 23,0 43,9 59,3 33,0We nemen zelf contact met één of meerdere oplei-dingsverstrekkers die de vraag verder behandelen en een opleiding aanbieden 15,9 28,4 37,8 53,1 32,6We organiseren zelden of nooit opleidingen voor ons personeel 32,5 20,3 13,3 4,4 18,8We nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies in te winnen omtrent opleidingen 7,3 16,2 25,5 23,9 17,2We zoeken geschikte opleidingen op één website 3,3 1,4 0,0 1,8 1,8Totaal 143,0 177,0 229,6 277,0 203,0Aantal respondenten 151 74 98 113 436

Ongeveer twee derde van de respondenten (61,9%) zegt interessante opleidingen via mail of per post binnen te krijgen. 37,6% gaat zelf op zoek naar een geschikte op-leiding op de websites van verschillende opleidingsinstanties. Circa een derde van de bedrijven organiseert (een deel van) de opleiding intern (33%) of neemt zelf con-tact met één of meerdere opleidingsinitiatieven (32,6%). De overige bedrijven organise-ren zelden of nooit opleidingen (18,8%) of nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies omtrent opleidingen in te winnen (17,2%). Slechts 1,8% van de organisaties zoekt geschikte opleidingen op slechts één website.

Page 47: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 45

De websites die door deze organisaties vermeld werden, zijn:

www.syntrawest.be (3 respondenten);

website Horeca Vlaanderen (2);

www.vdab.be (2);

school voor bestuursrecht (1);

WIVO (1);

Schaubroeck (1);

CEVI (1);

managementscholen (1);

[email protected] (specifiek voor branche architectuur) (1);

www.IFBD.be (1);

www.ipv.be (1);

www.vvsg.be (1);

overheidssites (1);

leveranciers van software (1).

5.4. Kent en gebruikt men tegemoetkomingen bij opleidin-gen?

We vroegen aan de West-Vlaamse organisaties of zij volgende tegemoetkomingen bij opleidingen kennen en gebruiken: opleidingscheques;

KMO-portefeuille;

tegemoetkomingen van sectorfondsen;

ESF-subsidies voor opleidingen;

subsidie voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan;

betaald educatief verlof.

Figuur 11 en tabel 56 bieden een samenvattend overzicht van de mate waarin de tege-moetkomingen gekend zijn en - indien gekend - ook effectief gebruikt worden.

We stellen vast dat opleidingscheques het best gekend zijn: 81,8% van de organisa-ties kent ze. 52,8% van deze groep van bedrijven gebruikt evenwel de opleidingsche-ques niet.

Betaald educatief verlof is de tweede meest gekende tegemoetkoming: 60,5% van de organisaties kent dit. Betaald educatief verlof wordt evenwel slechts in 38,5% van de organisaties die deze tegemoetkoming kennen, werkelijk gebruikt.

De KMO-portefeuille en de tegemoetkomingen van sectorfondsen zijn minder gekend bij de bedrijven maar de organisaties die deze tegemoetkomingen kennen, ma-ken er relatief veel gebruik van: 73,8% van de organisaties die tegemoetkomingen van sectorfondsen kent, maakt er ook effectief gebruik van. Bij de KMO-portefeuille is dit 60,4%.

Page 48: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 46

Figuur 11 De mate waarin bepaalde tegemoetkomingen bij opleidingen gekend zijn en gebruikt wor-den, WES-enquête 2009 (in %)

ESF-subsidies voor opleidingen

Subsidies voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan Betaald educatief verlof

Opleidingscheques

KMO-portefeuille

Tegemoetkomingen van sectorfondsen

0,0

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

60,0

70,0

80,0

0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0

Tegemoetkoming gekend?

Indi

en g

eken

d, m

aakt

u e

r oo

k ge

brui

k va

n?

Tabel 56 De mate waarin bepaalde tegemoetkomingen bij opleidingen gekend zijn en gebruikt wor-den, WES-enquête 2009 (in %)

Gekend? Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Tegemoetkoming Ja Neen Totaal Aantal

respondentenJa Neen Totaal Aantal

respondentenOpleidingscheques 81,8 18,2 100,0 489 47,3 52,8 100,0 400KMO-portefeuille 41,3 58,7 100,0 489 60,4 39,6 100,0 202Tegemoetkomingen van sectorfondsen 30,5 69,5 100,0 489 73,8 26,2 100,0 149ESF-subsidies voor opleidingen 16,6 83,4 100,0 489 33,3 66,7 100,0 81Subsidie voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan 17,6 82,4 100,0 489 36,0 64,0 100,0 86Betaald educatief verlof 60,5 39,5 100,0 489 38,5 61,5 100,0 296

De ESF-subsidies en de subsidie voor opleidingen in het kader van het diver-siteitsplan zijn de minst gekende tegemoetkomingen bij opleidingen. Respectievelijk 16,6% en 17,6% van de bevraagde bedrijven kennen deze subsidies. Bij beide moge-lijkheden maakt iets meer dan een derde er gebruik van.

Tabellen 57 tot en met 62 geven meer detailcijfers per tegemoetkoming.

Page 49: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

47

Tabe

l 57

De

mat

e w

aarin

OPL

EID

ING

SCH

EQU

ES g

eken

d zi

jn e

n ge

brui

kt w

orde

n, n

aar

enke

le k

enm

erke

n va

n de

org

anis

atie

s, W

ES-e

nquê

te 2

009

(in %

)

Opl

eidi

ngsc

hequ

es g

eken

d?

Indi

en g

eken

d, m

aakt

u e

r oo

k ge

brui

k va

n?

Om

schr

ijvin

g

JaN

een

Tota

al

Aan

tal

resp

onde

nten

JaN

een

Tota

alA

anta

l re

spon

dent

en

REG

IO

Brug

ge

82,2

17,8

100,

0 11

842

,357

,710

0,0

97

O

oste

nde-

Wes

thoe

k 81

,418

,610

0,0

113

53,3

46,7

100,

092

Mid

den-

Wes

t-Vla

ande

ren

84,2

15,8

100,

0 13

344

,655

,410

0,0

112

Ko

rtrijk

79

,220

,810

0,0

125

49,5

50,5

100,

099

SE

CTO

R In

dust

rie e

n bo

uw

78,3

21,7

100,

0 16

654

,645

,410

0,0

130

G

root

- en

kle

inha

ndel

, hor

eca

81,8

18,2

100,

0 99

45,7

54,3

100,

081

Com

mer

ciël

e di

enst

en

83,0

17,0

100,

0 13

544

,655

,410

0,0

112

N

on-p

rofit

sect

or

88,0

12,0

100,

0 83

39,7

60,3

100,

073

<

5 w

erkn

emer

s 73

,226

,810

0,0

179

38,2

61,8

100,

013

1 AA

NTA

L W

ERKN

EMER

S IN

DE

WES

T-VL

AAM

SE V

ESTI

GIN

GEN

5-

9 w

erkn

emer

s 78

,022

,010

0,0

8243

,856

,310

0,0

64

10

-49

wer

knem

ers

86,5

13,5

100,

0 11

165

,634

,410

0,0

96

50

of m

eer

wer

knem

ers

93,2

6,8

100,

0 11

744

,056

,010

0,0

109

Tota

al

81

,818

,210

0,0

489

47,3

52,8

100,

040

0

Page 50: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

48

Tabe

l 58

De

mat

e w

aarin

de

KMO

-PO

RTEF

EUIL

LE g

eken

d is

en

gebr

uikt

wor

dt, n

aar

enke

le k

enm

erke

n va

n de

org

anis

atie

s, W

ES-e

nquê

te 2

009

(in %

)

KMO

-por

tefe

uille

gek

end?

In

dien

gek

end,

maa

kt u

er

ook

gebr

uik

van?

O

msc

hrijv

ing

Ja

Nee

nTo

taal

Aa

ntal

re

spon

dent

enJa

Nee

nTo

taal

Aant

al

resp

onde

nten

RE

GIO

Br

ugge

37

,362

,710

0,0

118

59,1

40,9

100,

044

Oos

tend

e-W

esth

oek

32,7

67,3

100,

0 11

362

,237

,810

0,0

37

M

idde

n-W

est-V

laan

dere

n 47

,452

,610

0,0

133

55,6

44,4

100,

063

Kortr

ijk

46,4

53,6

100,

0 12

565

,534

,510

0,0

58

SEC

TOR

Indu

strie

en

bouw

50

,649

,410

0,0

166

56,0

44,0

100,

084

Gro

ot-

en k

lein

hand

el, h

orec

a 37

,462

,610

0,0

9967

,632

,410

0,0

37

C

omm

erci

ële

dien

sten

48

,951

,110

0,0

135

69,7

30,3

100,

066

Non

-pro

fitse

ctor

15

,784

,310

0,0

8315

,484

,610

0,0

13

<5

wer

knem

ers

29,1

70,9

100,

0 17

950

,050

,010

0,0

52

AAN

TAL

WER

KNEM

ERS

IN D

E

WES

T-VL

AAM

SE V

ESTI

GIN

GEN

5-

9 w

erkn

emer

s 45

,154

,910

0,0

8262

,237

,810

0,0

37

10

-49

wer

knem

ers

50,5

49,5

100,

0 11

180

,419

,610

0,0

56

50

of m

eer

wer

knem

ers

48,7

51,3

100,

0 11

749

,150

,910

0,0

57

Tota

al

41

,358

,710

0,0

489

60,4

39,6

100,

020

2

Page 51: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

49

Tabe

l 59

De

mat

e w

aarin

TEG

EMO

ETKO

MIN

GEN

VAN

SEC

TORF

ON

DSE

N g

eken

d zi

jn e

n ge

brui

kt w

orde

n, n

aar

enke

le k

enm

erke

n va

n de

org

anis

atie

s, W

ES-e

nquê

te

2009

(in

%)

Tege

moe

tkom

inge

n va

n se

ctor

fond

sen

geke

nd?

Indi

en g

eken

d, m

aakt

u e

r oo

k ge

brui

k va

n?

Om

schr

ijvin

g

JaN

een

Tota

al

Aan

tal

resp

onde

nten

JaN

een

Tota

alA

anta

l re

spon

dent

en

REG

IO

Brug

ge

21,2

78,8

100,

0 11

888

,012

,010

0,0

25

O

oste

nde-

Wes

thoe

k 23

,976

,110

0,0

113

74,1

25,9

100,

027

Mid

den-

Wes

t-Vla

ande

ren

33,1

66,9

100,

0 13

368

,231

,810

0,0

44

Ko

rtrijk

42

,457

,610

0,0

125

71,7

28,3

100,

053

SE

CTO

R In

dust

rie e

n bo

uw

44,6

55,4

100,

0 16

675

,724

,310

0,0

74

G

root

- en

kle

inha

ndel

, hor

eca

25,3

74,7

100,

0 99

68,0

32,0

100,

025

Com

mer

ciël

e di

enst

en

17,0

83,0

100,

0 13

569

,630

,410

0,0

23

N

on-p

rofit

sect

or

31,3

68,7

100,

0 83

76,9

23,1

100,

026

<

5 w

erkn

emer

s 10

,689

,410

0,0

179

57,9

42,1

100,

019

AA

NTA

L W

ERKN

EMER

S IN

DE

WES

T-VL

AAM

SE V

ESTI

GIN

GEN

5-

9 w

erkn

emer

s 23

,276

,810

0,0

8263

,236

,810

0,0

19

10

-49

wer

knem

ers

38,7

61,3

100,

0 11

167

,432

,610

0,0

43

50

of m

eer

wer

knem

ers

58,1

41,9

100,

0 11

785

,314

,710

0,0

68

Tota

al

30

,569

,510

0,0

489

73,8

26,2

100,

014

9

Page 52: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

50

Tabe

l 60

De

mat

e w

aarin

ESF

-SU

BSID

IES

VOO

R O

PLEI

DIN

GEN

gek

end

zijn

en

gebr

uikt

wor

den,

naa

r en

kele

ken

mer

ken

van

de o

rgan

isat

ies,

WES

-enq

uête

200

9 (in

%)

ESF-

subs

idie

s vo

or o

plei

ding

en g

eken

d?

Indi

en g

eken

d, m

aakt

u e

r oo

k ge

brui

k va

n?

Om

schr

ijvin

g

JaN

een

Tota

al

Aan

tal

resp

onde

nten

JaN

een

Tota

alA

anta

l re

spon

dent

en

REG

IO

Brug

ge

10,2

89,8

100,

0 11

833

,366

,710

0,0

12

O

oste

nde-

Wes

thoe

k 17

,782

,310

0,0

113

40,0

60,0

100,

020

Mid

den-

Wes

t-Vla

ande

ren

16,5

83,5

100,

0 13

327

,372

,710

0,0

22

Ko

rtrijk

21

,678

,410

0,0

125

33,3

66,7

100,

027

SE

CTO

R In

dust

rie e

n bo

uw

18,1

81,9

100,

0 16

633

,366

,710

0,0

30

G

root

- en

kle

inha

ndel

, hor

eca

7,1

92,9

100,

0 99

14,3

85,7

100,

07

C

omm

erci

ële

dien

sten

11

,988

,110

0,0

135

18,8

81,3

100,

016

Non

-pro

fitse

ctor

33

,766

,310

0,0

8346

,453

,610

0,0

28

<5

wer

knem

ers

3,9

96,1

100,

0 17

90,

010

0,0

100,

07

AAN

TAL

WER

KNEM

ERS

IN D

E W

EST-

VLAA

MSE

VES

TIG

ING

EN

5-9

wer

knem

ers

8,5

91,5

100,

0 82

28,6

71,4

100,

07

10

-49

wer

knem

ers

16,2

83,8

100,

0 11

144

,455

,610

0,0

18

50

of m

eer

wer

knem

ers

41,9

58,1

100,

0 11

734

,765

,310

0,0

49

Tota

al

16

,683

,410

0,0

489

33,3

66,7

100,

081

Page 53: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

51

Tabe

l 61

De

mat

e w

aarin

SU

BSID

IES

VOO

R O

PLEI

DIN

GEN

IN H

ET K

ADER

VAN

HET

DIV

ERSI

TEIT

SPLA

N g

eken

d zi

jn e

n ge

brui

kt w

orde

n, n

aar

enke

le k

enm

erke

n va

n de

or

gani

satie

s, W

ES-e

nquê

te 2

009

(in %

)

Subs

idie

s vo

or o

plei

ding

en in

het

kad

er v

an h

et

dive

rsite

itspl

an g

eken

d?

Indi

en g

eken

d, m

aakt

u e

r oo

k ge

brui

k va

n?

Om

schr

ijvin

g

JaN

een

Tota

al

Aan

tal

resp

onde

nten

JaN

een

Tota

alA

anta

l re

spon

dent

en

REG

IO

Brug

ge

12,7

87,3

100,

0 11

853

,346

,710

0,0

15

O

oste

nde-

Wes

thoe

k 18

,681

,410

0,0

113

38,1

61,9

100,

021

Mid

den-

Wes

t-Vla

ande

ren

18,8

81,2

100,

0 13

336

,064

,010

0,0

25

Ko

rtrijk

20

,080

,010

0,0

125

24,0

76,0

100,

025

SE

CTO

R In

dust

rie e

n bo

uw

19,9

80,1

100,

0 16

636

,463

,610

0,0

33

G

root

- en

kle

inha

ndel

, hor

eca

14,1

85,9

100,

0 99

21,4

78,6

100,

014

Com

mer

ciël

e di

enst

en

8,1

91,9

100,

0 13

536

,463

,610

0,0

11

N

on-p

rofit

sect

or

32,5

67,5

100,

0 83

44,4

55,6

100,

027

<

5 w

erkn

emer

s 3,

496

,610

0,0

179

16,7

83,3

100,

06

AAN

TAL

WER

KNEM

ERS

IN D

E W

EST-

VLAA

MSE

VES

TIG

ING

EN

5-9

wer

knem

ers

9,8

90,2

100,

0 82

12,5

87,5

100,

08

10

-49

wer

knem

ers

20,7

79,3

100,

0 11

139

,160

,910

0,0

23

50

of m

eer

wer

knem

ers

41,9

58,1

100,

0 11

740

,859

,210

0,0

49

Tota

al

17

,682

,410

0,0

489

36,0

64,0

100,

086

Page 54: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

52

Tabe

l 62

De

mat

e w

aarin

BET

AALD

ED

UC

ATIE

F VE

RLO

F ge

kend

is e

n ge

brui

kt w

ordt

, naa

r en

kele

ken

mer

ken

van

de o

rgan

isat

ies,

WES

-enq

uête

200

9 (in

%)

Beta

ald

educ

atie

f ver

lof g

eken

d?

Indi

en g

eken

d, m

aakt

u e

r oo

k ge

brui

k va

n?

Om

schr

ijvin

g

JaN

een

Tota

al

Aant

al

resp

onde

nten

JaN

een

Tota

alAa

ntal

re

spon

dent

en

REG

IO

Brug

ge

59,3

40,7

100,

0 11

830

,070

,010

0,0

70

O

oste

nde-

Wes

thoe

k 63

,736

,310

0,0

113

36,1

63,9

100,

072

Mid

den-

Wes

t-Vla

ande

ren

60,9

39,1

100,

0 13

339

,560

,510

0,0

81

Ko

rtrijk

58

,441

,610

0,0

125

47,9

52,1

100,

073

SE

CTO

R In

dust

rie e

n bo

uw

66,3

33,7

100,

0 16

650

,050

,010

0,0

110

G

root

- en

kle

inha

ndel

, hor

eca

56,6

43,4

100,

0 99

35,7

64,3

100,

056

Com

mer

ciël

e di

enst

en

54,1

45,9

100,

0 13

523

,376

,710

0,0

73

N

on-p

rofit

sect

or

66,3

33,7

100,

0 83

40,0

60,0

100,

055

<

5 w

erkn

emer

s 47

,552

,510

0,0

179

10,6

89,4

100,

085

AA

NTA

L W

ERKN

EMER

S IN

DE

W

EST-

VLA

AMSE

VES

TIG

ING

EN

5-9

wer

knem

ers

45,1

54,9

100,

0 82

32,4

67,6

100,

037

10-4

9 w

erkn

emer

s 65

,834

,210

0,0

111

43,8

56,2

100,

073

50 o

f mee

r w

erkn

emer

s 86

,313

,710

0,0

117

60,4

39,6

100,

010

1 To

taal

60,5

39,5

100,

0 48

938

,561

,510

0,0

296

Page 55: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen

53

5.5. Effect huidige economische crisis op vraag naar oplei-dingen

69,7% van de bevraagde bedrijven is van mening dat de economische crisis geen in-vloed heeft op het aantal opleidingen dat zij voorzien voor hun werknemers (figuur 12 en tabel 63). 24,3% voorziet minder opleidingen voor werknemers met de huidige eco-nomische crisis en 5,9% voorziet meer opleidingen.

Vooral bij de handel en horeca en de kleine ondernemingen zijn er relatief veel organi-saties die minder opleidingen voorzien als gevolg van de economische crisis. De non-profitsector is op dit vlak het minst gevoelig aan de economische crisis.

Figuur 12 De mate waarin er met de huidige economische crisis meer, minder of evenveel opleidingen worden voorzien voor werknemers, WES-enquête 2009 (in %)

Evenveel; 69,7

Meer; 5,9

Minder; 24,3

Tabel 63 De mate waarin er met de huidige economische crisis meer, minder of evenveel opleidingen worden voorzien voor werknemers, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Meer Evenveel Minder Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 5,9 66,1 28,0 100,0 118 Oostende-Westhoek 8,0 69,9 22,1 100,0 113 Midden-West-Vlaanderen 3,8 75,9 20,3 100,0 133 Kortrijk 6,4 66,4 27,2 100,0 125SECTOR Industrie en bouw 6,6 67,5 25,9 100,0 166 Groot- en kleinhandel, horeca 7,1 61,6 31,3 100,0 99 Commerciële diensten 5,9 67,4 26,7 100,0 135 Non-profitsector 3,6 85,5 10,8 100,0 83

<5 werknemers 5,6 64,2 30,2 100,0 179

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 7,3 67,1 25,6 100,0 82 10-49 werknemers 5,4 77,5 17,1 100,0 111 50 of meer werknemers 6,0 72,6 21,4 100,0 117Totaal 5,9 69,7 24,3 100,0 489

Page 56: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen

54

6. De afstemming tussen vraag en aanbod

6.1. Algemeen

63,4% van de bevraagde organisaties vindt dat de vraag van de bedrijven naar oplei-dingen en het aanbod momenteel goed op elkaar zijn afgestemd (figuur 13).

Figuur 13 De mate waarin de organisaties vinden dat de vraag van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel goed op elkaar zijn afgestemd, WES-enquête 2009 (in %)

Bij de commerciële diensten en de kleinere organisaties zijn er wel relatief meer bedrij-ven die vinden dat de vraag en het aanbod minder goed op elkaar zijn afgestemd (tabel 64).

Tabel 64 De mate waarin de organisaties vinden dat de vraag van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel goed op elkaar zijn afgestemd, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd?

Omschrijving

Ja Neen Totaal

Aantal respondenten

REGIO Brugge 60,3 39,7 100,0 116 Oostende-Westhoek 65,7 34,3 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 63,9 36,1 100,0 133 Kortrijk 63,7 36,3 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 63,8 36,2 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 67,0 33,0 100,0 97 Commerciële diensten 54,9 45,1 100,0 133 Non-profitsector 73,2 26,8 100,0 82AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

<5 werknemers 59,8 40,2 100,0 174

5-9 werknemers 59,5 40,5 100,0 79 10-49 werknemers 63,1 36,9 100,0 111 50 of meer werknemers 71,8 28,2 100,0 117Totaal 63,4 36,6 100,0 481

We zijn deze algemene vraag nog verder gaan verfijnen aan de hand van een aantal stellingen rond de vraag en het aanbod van opleidingen. De uitgebreide meningen vind je terug in tabel 65. Figuur 14 toont de samenvatting. In de bijlagetabellen 9 tot en met 15 lees je de resultaten op de verschillende stellingen opgesplitst naar regio, sector en aantal werknemers.

Vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd:

63,4

Vraag en aanbod niet goed op elkaar

afgestemd: 36,6

Page 57: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

55

Tabe

l 65

De

mat

e w

aarin

de

orga

nisa

ties

akko

ord

gaan

met

een

aan

tal s

telli

ngen

ron

d vr

aag

naar

en

aanb

od v

an o

plei

ding

en, W

ES-e

nquê

te 2

009

(in %

)

Stel

ling

Hee

l erg

ak

koor

dEe

rder

ak

koor

d Ee

rder

nie

t ak

koor

dH

elem

aal

niet

ak

koor

d

Wee

t ni

et/n

vtTo

taal

Aant

al

resp

onde

nten

We

hebb

en e

en d

uide

lijk

zich

t op

de o

plei

ding

sbeh

oefte

n va

n on

ze w

erkn

emer

s 12

,959

,7

16,0

2,3

9,1

100,

048

1 In

onz

e or

gani

satie

wor

dt e

r op

reg

elm

atig

e tij

dstip

pen

gepe

ild n

aar

de

ople

idin

gsbe

hoef

ten

van

onze

wer

knem

ers

12,1

39,1

23

,710

,614

,610

0,0

481

In o

nze

orga

nisa

tie z

ijn e

r re

gels

/afs

prak

en d

ie o

plei

ding

en b

ij on

ze w

erkn

emer

s ve

rplic

hten

of s

timul

eren

9,

129

,9

27,2

18,9

14,8

100,

048

1 W

e he

bben

een

goe

d ov

erzi

cht v

an h

et o

plei

ding

saan

bod

in o

nze

regi

o/st

reek

6,

952

,6

22,7

7,3

10,6

100,

048

1 H

et a

anbo

d va

n op

leid

inge

n in

onz

e re

gio

vold

oet a

an o

nze

vraa

g 4,

647

,4

23,1

8,5

16,4

100,

048

1 Bi

j de

keuz

e va

n ee

n op

leid

ings

vers

trekk

er w

eten

we

eige

nlijk

nie

t of e

r ge

en

ande

re o

plei

ding

en z

ijn d

ie b

eter

aan

onz

e be

hoef

ten

zoud

en v

oldo

en

6,2

48,6

22

,95,

416

,810

0,0

481

Een

web

appl

icat

ie d

ie o

nze

ople

idin

gsvr

aag

auto

mat

isch

doo

rstu

urt n

aar

alle

re

leva

nte

ople

idin

gsve

rstre

kker

s in

onz

e re

gio

zou

een

mee

rwaa

rde

voor

ons

zijn

13

,935

,6

17,3

9,4

23,9

100,

048

1

Page 58: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen

56

Figuur 14 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met een aantal stellingen rond vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (in %)

80% van de West-Vlaamse organisaties gaat akkoord met de stelling ‘wij hebben een duidelijk zicht op de opleidingsbehoeften van onze medewerkers’1. Daarente-gen wordt slechts in 60% van de organisaties op regelmatige tijdstippen gepeild naar de opleidingsbehoeften van het personeel. In de commerciële dienstensec-toren en in de non-profitsector ligt het percentage ‘(heel erg) akkoord met deze stelling’ beduidend hoger dan in de andere sectoren.

In ongeveer 46% van de organisaties zijn er regels/afspraken die opleidingen bij werknemers verplichten of stimuleren. Vooral in de non-profitsector en in de gro-tere organisaties komen dergelijke regels en afspraken vaak voor.

Wat betreft het aanbod is 66,5% van de organisaties helemaal akkoord of akkoord met de stelling dat ze een goed overzicht hebben van het opleidingsaanbod in hun re-gio/streek. Vooral in de non-profit en in de grotere bedrijven beweert men een goed overzicht van het opleidingsaanbod te hebben. De groot- en kleinhandel en de horeca scoren hier echter zwak.

62,2% van de organisaties vindt ook dat het aanbod van opleidingen in hun regio voldoet aan hun vraag. Vooral in de tertiaire sector gaat echter een relatief groot percentage van de organisaties niet akkoord met deze stelling.

Twee derden van de organisaties geeft toe dat ze bij de keuze van een opleidingsver-strekker eigenlijk niet weten of er geen andere opleidingen zijn die beter aan de behoeften zouden voldoen. 65% gaat akkoord met de stelling dat een webappli-catie die de opleidingsvraag doorstuurt naar alle relevante opleidingsverstrekkers in de regio een meerwaarde voor hen zou zijn.

1 Het gaat hier om 80% van de organisaties die een mening heeft gegeven over de stelling, met andere woorden,

de organisaties die ‘weet niet’ hebben aangeduid, worden buiten beschouwing gelaten.

79,9

59,9

45,9

66,5

62,2

66,0

65,0

20,1

40,1

54,1

33,5

37,8

34,0

35,0

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

We hebben een duidelijk zicht op de opleidingsbehoeften van onzewerknemers

In onze organisatie wordt er op regelmatige tijdstippen gepeild naar deopleidingsbehoeften van onze werknemers

In onze organisatie zijn er regels/afspraken die opleidingen bij onzewerknemers verplichten of stimuleren

We hebben een goed overzicht van het opleidingsaanbod in onzeregio/streek

Het aanbod van opleidingen in onze regio voldoet aan onze vraag

Bij de keuze van een opleidingsverstrekker weten we eigenlijk niet of ergeen andere opleidingen zijn die beter aan onze behoeften zouden

voldoenEen webapplicatie die onze opleidingsvraag automatisch doorstuurt

naar alle relevante opleidingsverstrekkers in onze regio zou eenmeerwaarde voor ons zijn

Akkoord Niet akkoord

Page 59: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen

57

6.2. Verbeteracties

Tot slot vroegen we nog aan de deelnemende bedrijven of zij zelf suggesties van maat-regelen hebben die zouden kunnen leiden tot een (nog) betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen. In totaal deden 57 organisaties één of meerdere sug-gesties. De antwoorden zijn, zoals ze werden genoteerd door de bedrijven, weergegeven in tabel 66.

Acht van de 57 organisaties die suggesties deden, pleiten voor een centrale website waar alle opleidingen terug te vinden zijn.

Een aantal ondernemingen stelt ook voor om bepaalde opleidingen die nu meestal doorgaan buiten de provincie, ook in de eigen regio te organiseren.

Voor sommige organisaties is de kostprijs voor opleidingen vaak een drempel.

Er worden ook suggesties gedaan rond het aanbod en rond een betere afstemming van het aanbod met de vraag.

Page 60: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

58

Tabe

l 66

De

sugg

estie

s va

n de

org

anis

atie

s ro

nd e

en b

eter

e af

stem

min

g tu

ssen

vra

ag n

aar

en a

anbo

d va

n op

leid

inge

n, W

ES-e

nquê

te 2

009

1 ce

ntra

le w

ebsi

te/o

rgan

isat

ie p

er r

egio

/pro

vinc

ie d

ie a

lle m

ogel

ijke

soor

ten

ople

idin

gen

regi

stre

ert e

n w

aar

vrag

en

over

opl

eidi

ngen

kun

nen

wor

den

gest

eld

en e

en "n

eutra

le" o

plos

sing

(en)

wor

dt g

egev

en.

SUG

GES

TIES

RO

ND

EEN

CEN

-TR

ALE

DAT

ABAN

K/W

EBSI

TE/…

, EN

RO

ND

CO

MM

UN

ICAT

IE V

AN

HET

AAN

BOD

1

porta

al w

aar

alle

mog

elijk

e op

leid

inge

n m

et e

en w

oord

je u

itleg

ver

mel

d st

aan

+ c

onta

ctge

geve

ns o

f offe

rteaa

n-vr

aag.

Via

web

appl

icat

ie z

ou e

r ee

n to

ol m

oete

n be

staa

n om

een

opl

eidi

ng te

zoe

ken

met

daa

rbij

de v

ersc

hille

nde

mog

e-lij

khed

en.

C

entra

le d

atab

ank

waa

rin m

et e

en z

oekf

unct

ie (k

ernw

oord

en) v

ersc

hille

nde

ople

idin

gsm

ogel

ijkhe

den

kunn

en g

e-vo

nden

wor

den.

Cen

trale

site

waa

r ka

n ge

zoch

t wor

den

per

soor

t opl

eidi

ng e

n w

aar

dan

het a

anbo

d va

n al

le o

plei

ding

sver

stre

kker

s te

zie

n is

. Op

hede

n m

oet o

p el

ke s

ite v

an e

lke

ople

idin

gsve

rstre

kker

gek

eken

wor

den

en h

eeft

men

gee

n ga

rant

ie

dat m

en e

rgen

s ee

n op

leid

ing

of v

erst

rekk

er h

eeft

verg

eten

.

Een

cent

rale

web

site

waa

r al

le o

plei

ding

en te

rug

te v

inde

n zi

jn.

Ee

n po

rtaal

site

met

alle

opl

eidi

ngen

in V

laan

dere

n zo

u de

nod

en b

eter

op

elka

ar a

fste

mm

en.

Ee

n w

ebsi

te d

ie a

lle o

plei

ding

en v

erm

eldt

, zou

opt

imaa

l zijn

!

Er w

orde

n ve

el te

vee

l fol

ders

en

aanb

iedi

ngen

ver

stuu

rd e

n je

zie

t het

bos

doo

r de

bom

en n

iet m

eer.

Vaa

k 3

tot 4

ke

er d

ezel

fde

fold

ers.

Het

voo

rste

l van

een

ove

rzic

htsi

te is

nie

t sle

cht.

Ook

bijv

oorb

eeld

de

wer

king

van

Vio

n (e

en

ople

idin

gsm

akel

aar)

is n

iet s

lech

t. Ee

n or

gani

satie

die

hel

pt z

oeke

n na

ar e

en o

plei

ding

die

bij

jou

past

.

Liev

er m

eer

over

zich

ten

van

alle

opl

eidi

ngsv

erst

rekk

ers

in d

e bu

urt d

an m

assa

's po

st, f

lyer

s, b

roch

ures

van

ste

eds

deze

lfde

aanb

iede

rs.

Ko

rt en

bon

dige

mai

l.

Mee

r in

fo o

ver

de b

esta

ande

opl

eidi

ngen

via

e-m

ail.

N

og m

eer

geïn

form

eerd

wor

den

volg

ens

sect

or. O

p sc

hool

is h

et b

elan

grijk

dat

ze

reed

s ee

n ba

sis

VCA-

atte

st h

eb-

ben.

Inge

wik

keld

e pr

oced

ure

om d

e op

leid

ings

cheq

ues

te g

ebru

iken

.

Page 61: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

59

Tabe

l 66

De

sugg

estie

s va

n de

org

anis

atie

s ro

nd e

en b

eter

e af

stem

min

g tu

ssen

vra

ag n

aar

en a

anbo

d va

n op

leid

inge

n, W

ES-e

nquê

te 2

009

(ver

volg

1)

SUG

GES

TIES

RO

ND

AFS

TAN

D

Foru

m w

aar

ople

idin

gsve

rant

woo

rdel

ijken

/dee

lnem

ers

erva

ringe

n ku

nnen

del

en m

et b

etre

kkin

g to

t sam

enw

erki

ng

met

opl

eidi

ngsl

ever

anci

ers,

waa

rdev

olle

trai

ning

en k

unne

n ad

vise

ren,

etc

. Voo

ral v

oor

Wes

t-Vla

ande

ren

is h

et o

p-le

idin

gsaa

nbod

bep

erkt

er d

an b

ijvoo

rbee

ld v

oor

het b

inne

nlan

d. B

ijvoo

rbee

ld o

plei

ding

en v

an C

evor

a: m

oet j

e m

eest

al v

oor

naar

Gen

t gaa

n, ..

. Reg

elm

atig

er in

Bru

gge

orga

nise

ren,

zou

voo

r on

s dr

empe

lver

lage

nd z

ijn.

H

eel w

at e

xter

ne o

plei

ding

en (z

eker

voo

r bed

iend

en e

n ka

der)

gaan

doo

r bu

iten

de p

rovi

ncie

. We

kunn

en n

iet v

ra-

gen

aan

onze

med

ewer

kers

om

zic

h te

ver

plaa

tsen

naa

r de

reg

io A

ntw

erpe

n of

Bru

ssel

voo

r ee

n be

paal

de o

plei

-di

ng. Z

elfs

het

aan

bod

van

Cev

ora

in d

e pr

ovin

cie

is b

eper

kt te

nzij

je k

iest

voo

r ee

n in

tern

e op

leid

ing

(wat

we

dan

ook

mee

stal

doe

n).

H

et z

ou in

tere

ssan

ter z

ijn in

dien

er

mee

r op

leid

inge

n in

het

bed

rijf z

elf z

oude

n ku

nnen

geo

rgan

isee

rd w

orde

n.

In

tere

ssan

te o

plei

ding

en v

aak

in B

russ

el o

f Ant

wer

pen.

Mis

schi

en d

icht

er b

ij on

s be

drijf

- w

erkn

emer

s ve

rpla

atse

n zi

ch n

iet z

o gr

aag

- w

illen

gra

ag b

inne

n ee

n ha

lf uu

r aa

n he

t opl

eidi

ngsc

entru

m s

taan

- w

illen

gee

n tij

d ve

rliez

en o

p de

weg

.

Opl

eidi

ngen

op

dive

rse

loca

ties

in p

laat

s va

n nu

voo

ral i

n Br

usse

l of G

ent.

O

plei

ding

stru

ck te

r pl

aats

e, v

oora

l voo

r kl

eine

ond

erne

min

gen

om la

nge

afw

ezig

hede

n te

ver

mijd

en.

SUG

GES

TIES

RO

ND

KO

STPR

IJS

Aand

acht

voo

r de

kle

ine

KMO

's m

et s

peci

fieke

nod

en. H

et q

uasi

gra

tis m

aken

hee

ft al

s ge

volg

dat

de

bedr

ijven

zu

llen

toeh

appe

n, d

at z

e hu

n pe

rson

eel l

ange

r aa

n zi

ch w

illen

bin

den

door

dat d

eze

een

kenn

is v

erw

orve

n he

bben

di

e ee

n m

eerw

aard

e be

teke

nt v

oor

het b

edrij

f en

indi

en d

e m

edew

erke

rs n

iet a

an d

e sl

ag k

unne

n bl

ijven

, zijn

ze

van

grot

ere

waa

rde

op d

e br

eder

e ar

beid

smar

kt e

n zu

llen

ze b

ijgev

olg

snel

ler

een

nieu

we

job

vind

en. D

e be

drijv

en

beta

len

hier

voor

gen

oeg

bela

stin

gen

om d

it te

kun

nen

bew

erks

telli

gen

(gra

tis o

plei

ding

voo

r w

inst

geve

nde

onde

r-ne

min

gen:

doo

r de

nad

ruk

te le

ggen

op

win

stge

vend

stim

ulee

r je

elk

e on

dern

emer

!!!).

Het

gro

otst

e pr

oble

em is

en

blijf

t de

kost

prijs

van

opl

eidi

ngen

tijd

ens

de b

etaa

lde

wer

kure

n.

Ko

stpr

ijs.

M

aak

de k

ostp

rijs

een

héél

stu

k go

edko

per

en e

r zal

hee

l wat

mee

r in

tere

sse

zijn

!

Page 62: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

60

Tabe

l 66

De

sugg

estie

s va

n de

org

anis

atie

s ro

nd e

en b

eter

e af

stem

min

g tu

ssen

vra

ag n

aar

en a

anbo

d va

n op

leid

inge

n, W

ES-e

nquê

te 2

009

(ver

volg

2)

Alle

opl

eidi

ngen

zijn

afg

este

md

op b

edrij

ven

met

vee

l wer

knem

ers

en o

p de

kla

ssie

ke b

ranc

hes.

Dit

is o

ok z

o vo

or

het o

nder

wijs

, voo

ral b

inne

n he

t tec

hnis

ch o

nder

wijs

. De

ople

idin

gen

die

daar

geg

even

wor

den,

zijn

ook

nie

t afg

e-st

emd

op d

e kl

eine

KM

O.

SUG

GES

TIES

RO

ND

AF

STEM

MIN

G V

RAAG

EN

AA

NBO

D

Binn

en o

nze

sect

or in

Wes

t-Vla

ande

ren

hebb

en w

e ee

n w

erkg

roep

(bes

taan

de u

it di

rect

ies)

die

jaar

lijks

een

opl

ei-

ding

skal

ende

r op

stel

t met

nut

tige

vorm

inge

n vo

or o

nze

med

ewer

kers

.

Bete

re a

fste

mm

ing

en s

amen

wer

king

tuss

en o

plei

ding

aanb

iede

rs a

ls C

VO, V

DAB

, Syn

tra, .

..

Bije

enbr

enge

n va

n vr

agen

van

de

soci

ale

sect

or e

n in

dia

loog

gaa

n m

et d

e po

tent

iële

aan

bied

ers

op r

egel

mat

ige

basi

s.

O

plei

ding

sver

stre

kker

s di

e tij

dens

bep

aald

e op

leid

inge

n pe

ilen

naar

de

nood

aan

and

ere

spec

ifiek

e op

leid

inge

n.

Pe

ilen

door

ove

rhei

dsin

stel

linge

n (b

ijvoo

rbee

ld d

e VD

AB) n

aar

echt

e op

leid

ings

beho

efte

n va

n on

dern

emin

gen

in d

e re

gio.

Indi

en d

ie n

iet b

esta

an (b

ijvoo

rbee

ld d

e gl

asse

ctor

), in

tern

e op

leid

ings

traje

cten

via

bijv

oorb

eeld

IBO

bep

alen

vo

or b

ijvoo

rbee

ld 5

0+ w

erkz

oeke

nden

, enz

.

Pers

oonl

ijker

e aa

npak

van

de

ople

idin

gsco

nsul

tant

ver

sus

het b

edrij

f. O

p di

e m

anie

r w

ordt

er

reke

ning

geh

oude

n m

et d

e be

hoef

ten

van

eeni

eder

(kw

estie

van

org

anis

atie

, cen

tralis

atie

, stru

ctuu

r).

Se

ctor

per

sec

tor

late

n in

form

eren

. De

graf

isch

e se

ctor

wee

t bijv

oorb

eeld

nie

t dat

er

een

teko

rt is

aan

opl

eidi

ngen

vo

or z

eefd

rukk

ers.

Veel

opl

eidi

ngen

zijn

vrij

alg

emee

n en

nem

en b

ehoo

rlijk

wat

tijd

om

een

bas

is te

om

lijne

n di

e ei

genl

ijk g

eken

d m

oet

zijn

. Opl

eidi

ngen

spe

cifie

ker

afst

emm

en o

p de

kne

lpun

ten

of p

robl

emen

. Dit

zorg

t voo

r vr

ij en

ge e

n m

issc

hien

nie

t- re

ndab

ele

ople

idin

gen.

SU

GG

ESTI

ES R

ON

D A

ANBO

D

OPL

EID

ING

EN

Flex

ibel

er m

odul

eerb

are

leer

prog

ram

ma'

s w

aarb

ij el

ke m

odul

e op

zel

fsta

ndig

e ba

sis

en o

p pe

rsoo

nlijk

e tij

dslij

n vi

a in

tern

et k

an w

orde

n af

gew

erkt

en

die

bove

ndie

n le

idt t

ot e

en v

olw

aard

ig d

iplo

ma/

getu

igsc

hrift

. Sto

ppen

met

de

voor

tdur

ende

niv

elle

ring

naar

ben

eden

van

de

ople

idin

gen,

gen

re S

yntra

, waa

rbij

niet

de

kwal

iteits

norm

maa

r he

t aa

ntal

afg

estu

deer

den

(ong

each

t of z

e ge

schi

kt, g

emot

ivee

rd o

f bek

waa

m z

ijn v

oor

de s

tudi

eric

htin

g) p

rimee

rt. L

eg

de e

xam

enno

rmen

hog

er m

aar

maa

k ze

ook

mod

erne

r, d

it w

il ze

ggen

toet

s ze

aan

reë

le o

mst

andi

ghed

en in

pla

ats

van

aan

een

theo

retis

ch m

odel

dat

mee

stal

nog

uit

de o

udhe

id s

tam

t.

Gev

en v

an m

eer

sect

orge

voel

ige

ople

idin

gen.

Gra

ag m

eer

ople

idin

gen

voor

fitn

essl

eraa

rs.

Page 63: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

61

Tabe

l 66

De

sugg

estie

s va

n de

org

anis

atie

s ro

nd e

en b

eter

e af

stem

min

g tu

ssen

vra

ag n

aar

en a

anbo

d va

n op

leid

inge

n, W

ES-e

nquê

te 2

009

(ver

volg

3)

In

de

bouw

sect

or, b

ij sl

echt

wee

r, d

irect

een

kor

te o

plei

ding

kun

nen

volg

en ti

jden

s di

e da

gen,

met

and

ere

woo

rden

ko

rt op

de

bal s

pele

n.

In

onz

e se

ctor

moe

ten

we

ze z

elf o

plei

den,

daa

r he

t een

bee

tje s

peci

fiek

is.

In

tech

nisc

he s

chol

en m

oet d

e ba

sis

van

de te

chni

eken

, ond

er a

nder

e ha

ndw

erk,

teru

g ge

stim

ulee

rd w

orde

n om

de

ze e

rvar

ing

dan

ook

man

ueel

en

op c

nc-m

achi

nes

te k

unne

n to

epas

sen.

De

ople

idin

gen

schi

eten

ech

t tek

ort!

Kl

eine

gro

epen

waa

r ve

el in

tera

ctie

is tu

ssen

lesg

ever

en

deel

nem

er. C

oncr

ete

en p

rakt

isch

e se

min

arie

s w

aar

je n

iet

op je

hon

ger

blijf

t zitt

en. G

een

curs

usse

n m

et s

tom

me

slid

es m

aar

een

volw

aard

ige

teks

t die

late

r no

g ka

n ge

raad

-pl

eegd

wor

den.

Een

ople

idin

g vi

nden

voo

r on

gesc

hool

d pe

rson

eel i

s ni

et e

vide

nt.

M

eer

ople

idin

gen

en s

tage

s in

de

scho

len

zelf

zijn

noo

dzak

elijk

.

Mom

ente

el e

en te

gro

te v

ersn

ippe

ring

in h

et a

anbo

d vo

or o

plei

ding

en: g

een

zich

t op

kwal

iteit/

prijs

/aan

pak

/in-

houd

.

Teko

rt aa

n ko

rte o

plei

ding

en z

oals

exc

el, i

nter

net,

wet

ten

over

per

sone

el.

Ve

rste

rkin

g no

dig

van

com

pete

ntie

geric

hte

vorm

ing.

SU

GG

ESTI

ES R

ON

D K

WAL

ITEI

T Be

paal

de in

stitu

ten

voor

opl

eidi

ng m

oete

n ze

lf ee

ns m

eer h

un e

igen

men

sen

ople

iden

. Hie

rbij

denk

ik (u

it ei

gen

erva

ring

en u

it di

e va

n an

dere

n) d

at b

ijvoo

rbee

ld b

ij Sy

ntra

de

orga

nisa

tie e

n de

kw

alite

it va

n de

opl

eidi

ng d

ikw

ijls

erns

tig te

wen

sen

over

laat

.

Mee

r bu

ndel

en v

an k

rach

ten

en e

en s

oort

"ech

t" kw

alite

itsla

bel o

pzet

ten.

AN

DER

E SU

GG

ESTI

ES

De

opm

aak

van

een

CAO

die

een

opl

eidi

ngsp

lan

in h

et b

edrij

f ver

plic

ht, z

ou e

en h

ulp

kunn

en z

ijn. V

eel b

edrij

ven

gaan

imm

ers

noga

l lic

htzi

nnig

om

met

de

ople

idin

g va

n hu

n m

edew

erke

rs. O

ndan

ks e

en a

anta

l wet

telij

ke v

erpl

ich-

tinge

n va

n de

WG

ten

opzi

chte

van

WN

, waa

r va

ak w

eini

g to

t gee

n re

keni

ng m

ee w

ordt

geh

oude

n.

Al

s kl

einh

ande

laar

zou

den

we

verk

oops

tech

niek

en, c

onta

ct m

et c

liënt

eel,

stoc

k, c

ompu

terg

ebru

ik e

n de

rgel

ijke

kunn

en g

ebru

iken

. Het

vor

min

gsin

stitu

ut g

eeft

die

ople

idin

gen.

We

mak

en e

r ge

en g

ebru

ik v

an. M

issc

hien

kun

nen

we

er e

ens

over

nad

enke

n om

sam

en m

et o

nze

med

ewer

kers

een

opl

eidi

ng te

vol

gen.

Page 64: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

62

Tabe

l 66

De

sugg

estie

s va

n de

org

anis

atie

s ro

nd e

en b

eter

e af

stem

min

g tu

ssen

vra

ag n

aar

en a

anbo

d va

n op

leid

inge

n, W

ES-e

nquê

te 2

009

(ver

volg

4)

El

ke s

oftw

aref

irma,

die

spe

cifie

ke p

akke

tten

ontw

ikke

lt in

ERP

, CRM

, Pub

lishi

ng, .

... (o

ok a

ls h

et n

iet o

m M

icro

soft

gaat

) zou

aut

omat

isch

moe

ten

erke

nd z

ijn a

ls o

plei

ding

sver

stre

kker

voo

r zijn

pak

ket:

dit t

egen

over

hun

kla

nten

, hun

po

tent

iële

kla

nten

, bes

taan

de b

edie

nden

en

wer

kgev

ers,

nie

uwe

bedi

ende

n en

wer

kgev

ers,

en

dit z

owel

voo

r m

en-

sen

met

een

arb

eide

rsst

atuu

t als

voo

r m

ense

n m

et e

en b

edie

ndes

tatu

ut.

G

ebru

ikm

aken

van

leeg

staa

nde

gebo

uwen

van

sch

olen

om

's a

vond

s le

s te

gev

en.

Jo

nge

brug

gepe

nsio

neer

den

zorg

en d

at o

plei

ding

voo

r jo

nger

en te

r pl

aats

e ka

n ge

beur

en. O

plei

ding

inte

rn, a

an-

gepa

st a

an h

et b

edrij

f, is

zee

r ef

ficië

nt. F

inan

ciël

e tu

ssen

kom

st v

oor

deze

bru

ggep

ensi

onee

rden

zou

wel

nut

tig k

un-

nen

zijn

.

Som

mig

e op

leid

inge

n w

orde

n bi

j geb

rek

aan

deel

nem

ers

te la

ng u

itges

teld

. Eve

ntue

el to

ch g

even

mits

com

pens

atie

do

or b

edrij

ven.

Stag

es v

an s

tude

nten

.

Te v

eel j

onge

ren

die

afst

uder

en, z

ijn n

iet k

laar

voo

r de

arb

eids

mar

kt. J

uist

daa

rom

moe

ten

bedr

ijven

zic

h in

tern

en

exte

rn b

evoo

rrad

en m

et o

plei

ding

en. I

k be

n er

me

van

bew

ust d

at je

de

jong

eren

nie

t 100

% k

an k

laar

stom

en v

oor

alle

mog

elijk

e w

erkg

ever

s, m

aar

al te

vaa

k w

orde

n w

e in

onz

e bu

sine

ss g

econ

front

eerd

met

jong

eren

die

zel

fs d

e ba

sis

van

bank

iere

n en

ver

zeke

ren

niet

heb

ben

mee

gekr

egen

, hoe

wel

ze

daar

voo

r de

res

t van

hun

dag

en m

ee

geco

nfro

ntee

rd z

ulle

n w

orde

n. H

et s

ecun

dair

onde

rwijs

moe

t daa

r be

ter

zijn

rol

spe

len

zoda

t bijk

omen

de o

plei

din-

gen

kunn

en g

egev

en w

orde

n aa

n m

inde

r het

erog

ene

groe

pen

waa

r de

bas

iske

nnis

vee

l te

dive

rs is

.

Vere

envo

udig

ing

van

de a

dmin

istra

tieve

rom

pslo

mp

met

bet

rekk

ing

tot t

usse

nkom

sten

voo

r op

leid

inge

n zo

u he

t vo

lgen

van

opl

eidi

ngen

een

stu

k aa

ntre

kkel

ijker

mak

en. O

ok n

a he

t vol

gen

van

ople

idin

gen

moe

t som

s no

g ee

n he

le p

apie

rwin

kel d

oorlo

pen

wor

den

om d

e no

dige

atte

sten

te b

ekom

en, h

etge

en m

issc

hien

bet

er d

oor

de o

plei

-di

ngsv

erst

rekk

er z

ou w

orde

n ge

daan

.

We

bied

en z

elf s

ecto

riële

opl

eidi

ngen

aan

die

doo

r de

Vla

amse

ove

rhei

d go

edge

keur

d zi

jn, m

aar

hebb

en a

ls K

MO

w

eini

g sl

agkr

acht

om

dit

op e

en g

oede

man

ier

te p

rom

oten

.

Page 65: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 63

7. Besluiten

De onlinebevraging naar de opleidingsbehoeften bij de West-Vlaamse organisaties werd uitgevoerd in juni 2009 en leverde ons een respons op van 563 organisaties, met name 135 uit de regio Brugge, 151 uit de regio Roeselare-Tielt, 145 uit de regio Kortrijk en 112 uit de regio Oostende-Westhoek. De antwoorden op de enquêtevragen werden geanalyseerd volgens regio, sector en grootteklasse van het aantal werknemers. Hieron-der vatten we de belangrijkste vaststellingen samen.

7.1. Kenmerken organisaties

Van de 563 organisaties die de enquête hebben ingevuld, is 33,7% actief in de industrie en de bouw. 27,5% behoort tot de sector ‘commerciële diensten’, 20,8% tot de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ en 16,7% tot de non-profitsector. 1,2% van de respon-denten is een land- en tuinbouwbedrijf.

Opsplitsing per aantal werknemers toont dat 37,3% van de bedrijven minder dan 5 werknemers heeft, 16,2% heeft tussen vijf en negen werknemers, 23,3% heeft tussen 10 en 49 werknemers en 23,3% heeft meer dan 50 werknemers.

Slechts 19,2% van de organisaties beschikt over een geschreven opleidingsplan. Bijna 30% heeft een jaarlijks opleidingsbudget. Ongeveer eenzelfde percentage heeft proce-dures rond opleidingen en ook 30% heeft een opleidingsverantwoordelijke. Grotere organisaties en non-profitorganisaties scoren echter beter op deze aspecten dan de andere organisaties.

7.2. Opleidingsbehoeften

66,8% van de bevraagde bedrijven heeft een opleidingsbehoefte op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers. In de non-profitsector heeft 92,6% van de organisaties een opleidingsbehoefte, in de sectoren ‘commerciële diensten’ en ‘industrie en bouw’ is dit 63,2% en in de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ is dit 57,3%.

Organisaties die geen opleidingsbehoeften hebben, geven als belangrijkste reden aan dat ze een kleine organisatie zijn (58,8%) en dat ze van mening zijn dat de huidige kennis en vaardigheden van de werknemers voldoende zijn (20,3%).

Relatief meer bedrijven hebben opleidingsbehoeften voor bedienden dan voor kader-leden en arbeiders.

De grootste opleidingsbehoeften voor arbeiders zijn er voor de opleidingsmateries ‘techniek en technologie’ en de opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsge-zondheid’. Voor bedienden is de vraag het grootst naar een opleiding ‘informatica en automatisering, computergebruik’ en naar een opleiding ‘boekhouden, financiën, administratie, wetgeving’. Voor deze doelgroep is er ook een belangrijke vraag naar opleidingen ‘persoonlijke en sociale vaardigheden’. Voor kaderleden is er vooral be-hoefte aan opleidingen ‘management’, ‘informatica en automatisering, computerge-bruik’ en ‘boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’.

Page 66: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 64

Informatica, automatisering en computergebruik behoren voor 38,8% van de organi-saties met opleidingsbehoeften tot de drie belangrijkste opleidingsprioriteiten. Voor 18,4% van de organisaties met opleidingsbehoeften is dit zelfs de topprioriteit. Ook opleidingen die behoren tot de materies ‘boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’, ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ en ‘techniek en tech-nologie’ zijn voor relatief veel bedrijven belangrijke prioriteiten.

De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsvraag het grootst is, verschillen sterk naargelang de sector:

industrie: techniek en technologie, milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezond-heid;

handel en horeca: aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie; commerciële diensten: informatica en automatisering, computergebruik; non-profitsector: informatica, boekhouden, financiën, administratie en wetgeving,

management.

Weinig opleidingen worden louter intern ingevuld. De meeste organisaties kiezen voor een louter externe opleiding of voor een deels interne en deels externe opleiding. Als men dan toch kiest voor een interne opleiding, dan is dit vooral omwille van de lage-re kostprijs van interne opleidingen of omdat men meer controle over de inhoud wil behouden. Andere redenen hebben te maken met het tijdstip van opleidingen van ex-terne organisaties, het onvoldoende flexibele aanbod van externe opleidingsinstanties of het ontoereikende aanbod.

7.3. Externe opleidingsinstanties

Syntra is het best gekend als opleidingsverstrekker bij de West-Vlaamse organisaties. Daarna volgen de VDAB en de hogescholen. Het volwassenenonderwijs komt op plaats 4 en is gekend door 77,5% van de bevraagde organisaties. Meer dan 60% van de organisaties kent basiseducatie niet.

Aan de organisaties die de opleidingsinstanties kennen, werd ook gevraagd hoe zij deze organisaties typeren. Het volwassenenonderwijs wordt vooral geassocieerd met ‘goede reputatie’, ‘goede bereikbaarheid’ en ‘erkende opleidingen (met certificaat)’. De VDAB wordt op een gelijkaardige manier getypeerd als het volwassenenonderwijs. Het volwassenenonderwijs scoort wel nog iets beter op ‘goede reputatie’ en ‘goede bereikbaarheid’ dan de VDAB. Op het vlak van ‘persoonlijke aanpak’ scoort de VDAB dan lichtjes beter. Syntra scoort heel sterk op de termen ‘goede reputatie’, ‘erkende opleidingen’ en ‘goede bereikbaarheid’ maar wordt ook door een kwart van de res-pondenten geassocieerd met een ‘hoge kostprijs’. Relatief veel respondenten die Syn-tra kennen, associëren deze opleidingsinstantie ook met ‘hoge kwaliteit’.

Van alle opleidingsverstrekkers worden de private opleidingsverstrekkers het vaakst geassocieerd met ‘persoonlijke aanpak’, ‘flexibel naar tijdstip opleiding’ en ‘flexibel naar inhoud opleiding’. Toch is het opmerkelijk dat over het algemeen flexibiliteit voor alle instellingen vrij laag scoort.

Voor het invullen van hun opleidingsbehoeften, denkt bijna 70% van de bevraagde bedrijven dat ze mogelijks een beroep zullen doen op Syntra. 37,4% zal (ook) kiezen voor private opleidingsverstrekkers en 36,5% voor de VDAB. De sectorale opleidings-instituten (29,7%), het volwassenenonderwijs (26,1%) en de werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel, VKW, UNIZO (26,1%) sluiten de top vijf af.

Page 67: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Þ Levenslang Leren Oktober 2009 Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen 65

7.4. De opleidingen zelf

De meerderheid van de bevraagde organisaties verkiest korte opleidingen (maximum 10 uren), gegeven in een korte tijdsspanne via contactonderwijs. Over het tijdstip op dewelke de opleiding moet doorgaan (overdag, ’s avonds, binnen of buiten de werk-uren, …), bestaat er wel verdeeldheid tussen de organisaties. De non-profitsector ver-toont andere voorkeuren voor de opleidingen van hun werknemers dan de andere sectoren: zij kiezen relatief meer voor opleidingen overdag en binnen de werkuren dan de overige sectoren.

Het initiatief tot het volgen van een opleiding is in 62% van de organisaties een ge-deelde verantwoordelijkheid van werknemer en werkgever. Werkgevers die zoeken naar opleidingen voor hun personeel krijgen vaak informatie over interessante oplei-dingen binnen via mail of per post. Daarnaast gaan veel werkgevers zelf op zoek naar een geschikte opleiding op de websites van verschillende opleidingsinstanties. Weinig organisaties vallen terug op één website voor het detecteren van opleidingen.

Van de bestaande tegemoetkomingen bij opleidingen zijn de opleidingscheques en het betaalde educatief verlof het meest gekend bij de West-Vlaamse organisaties. De KMO-portefeuille en de tegemoetkomingen van sectorfondsen zijn minder gekend. Subsidies voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan en ESF-subsidies voor opleidingen zijn het minst gekend.

De tegemoetkomingen van sectorfondsen en de KMO-portefeuille zijn tegemoetko-mingen waarvan het meest gebruik wordt gemaakt in de organisaties die deze subsi-dies kennen.

De meerderheid van de bevraagde bedrijven vindt dat de economische crisis geen invloed heeft op het aantal opleidingen dat zij voorzien voor hun werknemers. Toch voorziet een kwart minder opleidingen en 6% voorziet meer opleidingen. Vooral bij de handel en horeca en de kleine ondernemingen zijn er relatief veel organisaties die minder opleidingen voorzien als gevolg van de economische crisis.

7.5. Afstemming tussen vraag en aanbod

Iets meer dan een derde van de bevraagde organisaties is van mening dat de vraag van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel niet goed op elkaar zijn afgestemd. Vooral bij de commerciële diensten en de kleinere organisaties zijn er re-latief veel organisaties die vinden dat de vraag en het aanbod niet goed op elkaar zijn afgestemd.

Bij de organisaties die verbetervoorstellen doen om tot een betere afstemming van vraag naar en aanbod van opleidingen te komen, komt de wens naar een centrale website waarop alle opleidingen terug te vinden zijn naar voor. Sommige onderne-mingen wensen ook dat bepaalde opleidingen in de eigen regio georganiseerd wor-den zodat de afstand tot de opleidingsinstantie kleiner wordt. Ook de kostprijs van opleidingen is voor bepaalde werkgevers een rem om (meer) opleidingen te voorzien.

______________________

Page 68: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 69: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

BIJLAGEN

Page 70: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 71: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

BIJLAGE 1 Advertentie enquête

Page 72: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 73: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

CMYK

Ervaart u dezelfde opleidingsbehoeften bij uw medewerkers als de andere West-Vlaamse bedrijven? Vul de enquête in en werk mee aan een onafhankelijke studie om de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven in kaart te brengen. Achteraf ontvangt u het rapport met de belangrijkste resultaten.Onder de deelnemende bedrijven worden 10 duo-cinematickets verloot.Meer info op www.wes.be/lerenDeze enquête heeft een niet-commercieel doel en is onderdeel van het onderzoek Levenslang Leren dat wordt uitgevoerd door WES in opdracht van de provincie West-Vlaanderen en de consortia volwassenenonderwijs Comenes en Webros.

LEVENSLANG LEREN, OOK IN UW BEDRIJF?

Page 74: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

BIJLAGE 2 Online-enquête naar de opleidingsbehoef-ten van de West-Vlaamse bedrijven

Page 75: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 76: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 77: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 78: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 79: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 80: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 81: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 82: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 83: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 84: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 85: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 86: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 87: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 88: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 89: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 90: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 91: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 92: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 93: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 94: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 95: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 96: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 97: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 98: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 99: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 100: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 101: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 102: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 103: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 104: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 105: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 106: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 107: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 108: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 109: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 110: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 111: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 112: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 113: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 114: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 115: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 116: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 117: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 118: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 119: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 120: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 121: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

BIJLAGE 3 Bijlagetabellen

Page 122: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen
Page 123: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Bijlagetabel 1 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de industrie en bouw, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 8,0 17,0 6,3 8,0 17,0 7,1Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,9 13,4 7,1 2,7 21,4 10,7Management 0,9 5,4 15,2 0,9 6,3 21,4Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 1,8 25,0 11,6 2,7 20,5 14,3Informatica en automatisering, computergebruik 9,8 31,3 13,4 8,0 33,0 14,3Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 25,9 18,8 6,3 25,0 21,4 7,1Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 21,4 24,1 11,6 24,1 22,3 13,4Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 1,8 0,0 0,0 1,8 0,0 0,0Persoonlijke en sociale vaardigheden 8,9 9,8 8,9 9,8 15,2 9,8Andere materies 10,7 6,3 2,7 11,6 7,1 3,6Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 47,3 40,2 59,8 46,4 40,2 57,1Totaal 137,5 191,1 142,9 141,1 204,5 158,9Aantal respondenten 112 112 112 112 112 112

Bijlagetabel 2 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de groot- en kleinhandel en horeca, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 3,2 17,7 6,5 1,6 24,2 9,7Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 1,6 29,0 8,1 3,2 24,2 14,5Management 0,0 1,6 24,2 0,0 6,5 25,8Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,0 9,7 12,9 0,0 12,9 16,1Informatica en automatisering, computergebruik 4,8 27,4 16,1 6,5 32,3 22,6Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 11,3 4,8 3,2 9,7 8,1 3,2Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 6,5 8,1 4,8 4,8 12,9 9,7Persoonlijke en sociale vaardigheden 8,1 6,5 11,3 4,8 8,1 9,7Andere materies 12,9 1,6 1,6 14,5 3,2 0,0Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 61,3 40,3 59,7 64,5 35,5 53,2Totaal 109,7 146,8 148,4 109,7 167,7 164,5Aantal respondenten 62 62 62 62 62 62

Bijlagetabel 3 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de commerciële diensten, naar doel-groep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbe-hoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 0,0 15,2 8,7 0,0 17,4 13,0Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,0 18,5 12,0 0,0 17,4 14,1Management 0,0 4,3 10,9 0,0 4,3 20,7Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,0 22,8 13,0 0,0 27,2 18,5Informatica en automatisering, computergebruik 5,4 34,8 22,8 4,3 34,8 21,7Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 6,5 8,7 6,5 7,6 6,5 4,3Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 1,1 6,5 5,4 3,3 8,7 4,3Persoonlijke en sociale vaardigheden 2,2 15,2 10,9 1,1 15,2 16,3Andere materies 3,3 17,4 9,8 1,1 16,3 12,0Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 88,0 29,3 52,2 90,2 34,8 44,6Totaal 106,5 172,8 152,2 107,6 182,6 169,6Aantal respondenten 92 92 92 92 92 92

Page 124: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Bijlagetabel 4 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de non-profitsector, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 2,4 7,2 0,0 2,4 4,8 Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,0 7,2 3,6 0,0 9,6 7,2Management 0,0 4,8 28,9 0,0 7,2 44,6Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,0 33,7 16,9 0,0 44,6 26,5Informatica en automatisering, computergebruik 3,6 44,6 14,5 6,0 49,4 14,5Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 8,4 4,8 1,2 14,5 6,0 2,4Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 19,3 14,5 10,8 22,9 22,9 12,0Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 2,4 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0Persoonlijke en sociale vaardigheden 13,3 28,9 14,5 21,7 36,1 16,9Andere materies 9,6 28,9 14,5 15,7 30,1 20,5Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 63,9 30,1 47,0 50,6 18,1 27,7Totaal 122,9 204,8 151,8 134,9 228,9 172,3Aantal respondenten 83 83 83 83 83 83

Bijlagetabel 5 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met minder dan vijf werknemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal responden-ten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 0,0 8,7 5,4 1,1 8,7 9,8Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,0 10,9 9,8 3,3 8,7 15,2Management 0,0 2,2 5,4 0,0 2,2 10,9Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,0 13,0 12,0 0,0 10,9 14,1Informatica en automatisering, computergebruik 4,3 23,9 19,6 3,3 23,9 23,9Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 8,7 7,6 7,6 7,6 6,5 5,4Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 5,4 2,2 6,5 3,3 1,1 5,4Persoonlijke en sociale vaardigheden 3,3 7,6 7,6 1,1 5,4 6,5Andere materies 7,6 9,8 7,6 6,5 7,6 9,8Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 78,3 52,2 56,5 82,6 58,7 53,3Totaal 107,6 138,0 138,0 108,7 133,7 154,3Aantal respondenten 92 92 92 92 92 92

Bijlagetabel 6 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met 5-9 werknemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 5,2 5,2 3,4 1,7 10,3 8,6Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 1,7 19,0 5,2 0,0 15,5 6,9Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 1,7 1,7 6,9 0,0 5,2 15,5Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,0 13,8 8,6 1,7 13,8 15,5Informatica en automatisering, computergebruik 6,9 24,1 12,1 1,7 31,0 12,1Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 15,5 6,9 1,7 12,1 8,6 1,7Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 8,6 3,4 5,2 6,9 3,4 5,2Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 1,7 0,0 0,0 1,7 0,0 0,0Persoonlijke en sociale vaardigheden 12,1 6,9 3,4 8,6 5,2 1,7Andere materies 5,2 8,6 3,4 3,4 10,3 3,4Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 63,8 44,8 60,3 75,9 41,4 53,4Totaal 122,4 134,5 110,3 113,8 144,8 124,1Aantal respondenten 58 58 58 58 58 58

Page 125: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Bijlagetabel 7 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met 10-49 werkne-mers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 1,1 20,0 4,4 1,1 23,3 4,4Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,0 20,0 7,8 1,1 22,2 7,8Management 0,0 6,7 20,0 1,1 6,7 25,6Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,0 24,4 13,3 0,0 23,3 16,7Informatica en automatisering, computergebruik 5,6 33,3 8,9 7,8 31,1 8,9Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 14,4 8,9 3,3 11,1 11,1 4,4Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 16,7 18,9 6,7 15,6 24,4 13,3Persoonlijke en sociale vaardigheden 2,2 14,4 8,9 3,3 18,9 12,2Andere materies 8,9 15,6 7,8 11,1 15,6 7,8Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 64,4 24,4 60,0 63,3 28,9 54,4Totaal 113,3 186,7 141,1 115,6 205,6 155,6Aantal respondenten 90 90 90 90 90 90

Bijlagetabel 8 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met 50 of meer werk-nemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften)

Tweede helft 2009 Jaar 2010 Opleidingsmaterie Arbeiders Bedienden Kaderleden Arbeiders Bedienden Kaderleden

Talen 8,0 19,5 7,1 8,0 17,7 8,0Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie 0,9 15,0 7,1 0,9 23,0 13,3Management 0,9 5,3 34,5 0,9 8,8 47,8Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving 0,9 37,2 16,8 0,9 48,7 24,8Informatica en automatisering, computergebruik 8,0 49,6 22,1 9,7 55,8 22,1Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) 18,6 15,9 4,4 26,5 17,7 5,3Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid 20,4 25,7 13,3 28,3 31,9 13,3Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) 2,7 0,0 0,0 1,8 0,0 0,0Persoonlijke en sociale vaardigheden 15,9 26,5 19,5 22,1 37,2 24,8Andere materies 12,4 17,7 8,8 15,9 20,4 13,3Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep 52,2 25,7 46,9 37,2 10,6 30,1Totaal 140,7 238,1 180,5 152,2 271,7 202,7Aantal respondenten 113 113 113 113 113 113

Page 126: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Bijlagetabel 9 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘WIJ HEBBEN EEN DUIDELIJK ZICHT OP DE OPLEIDINGSBEHOEFTEN VAN ONZE WERKNEMERS’, naar enkele kenmer-ken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 11,2 65,5 8,6 1,7 12,9 100,0 116 Oostende-Westhoek 12,0 57,4 17,6 3,7 9,3 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 12,8 60,9 18,0 1,5 6,8 100,0 133 Kortrijk 15,3 54,8 19,4 2,4 8,1 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 9,8 58,3 19,6 2,5 9,8 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 13,4 54,6 18,6 5,2 8,2 100,0 97 Commerciële diensten 15,8 60,9 9,8 0,8 12,8 100,0 133 Non-profitsector 13,4 67,1 15,9 1,2 2,4 100,0 82

<5 werknemers 15,5 53,4 12,1 4,0 14,9 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 15,2 63,3 10,1 1,3 10,1 100,0 79 10-49 werknemers 13,5 64,0 16,2 0,9 5,4 100,0 111 50 of meer werknemers 6,8 62,4 25,6 1,7 3,4 100,0 117Totaal 12,9 59,7 16,0 2,3 9,1 100,0 481

Bijlagetabel 10 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘IN ONZE ORGANISATIE WORDT ER OP REGELMATIGE TIJDSTIPPEN GEPEILD NAAR DE OPLEIDINGSBEHOEFTEN VAN ONZE WERKNEMERS’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 12,1 38,8 23,3 8,6 17,2 100,0 116 Oostende-Westhoek 13,9 38,9 21,3 10,2 15,7 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 10,5 39,1 21,1 15,0 14,3 100,0 133 Kortrijk 12,1 39,5 29,0 8,1 11,3 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 3,1 35,6 26,4 18,4 16,6 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 9,3 34,0 33,0 8,2 15,5 100,0 97 Commerciële diensten 18,0 40,6 15,0 7,5 18,8 100,0 133 Non-profitsector 22,0 51,2 20,7 3,7 2,4 100,0 82

<5 werknemers 8,6 35,6 23,6 8,6 23,6 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 11,4 40,5 19,0 15,2 13,9 100,0 79 10-49 werknemers 13,5 36,9 23,4 12,6 13,5 100,0 111 50 of meer werknemers 16,2 45,3 27,4 8,5 2,6 100,0 117Totaal 12,1 39,1 23,7 10,6 14,6 100,0 481

Bijlagetabel 11 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘IN ONZE ORGANISATIE ZIJN ER REGELS/AFSPRAKEN DIE OPLEIDINGEN BIJ ONZE WERKNEMERS VERPLICHTEN OF STIMULEREN’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 9,5 27,6 26,7 16,4 19,8 100,0 116 Oostende-Westhoek 11,1 34,3 25,0 14,8 14,8 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 9,0 29,3 22,6 24,8 14,3 100,0 133 Kortrijk 7,3 29,0 34,7 18,5 10,5 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 2,5 25,8 31,3 23,9 16,6 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 5,2 16,5 39,2 24,7 14,4 100,0 97 Commerciële diensten 10,5 32,3 20,3 18,0 18,8 100,0 133 Non-profitsector 24,4 51,2 17,1 3,7 3,7 100,0 82

<5 werknemers 4,6 23,0 28,7 18,4 25,3 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 6,3 31,6 22,8 25,3 13,9 100,0 79 10-49 werknemers 10,8 25,2 33,3 18,9 11,7 100,0 111 50 of meer werknemers 16,2 43,6 22,2 15,4 2,6 100,0 117Totaal 9,1 29,9 27,2 18,9 14,8 100,0 481

Page 127: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Bijlagetabel 12 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘WIJ HEBBEN EEN GOED OVERZICHT VAN HET OPLEIDINGSAANBOD IN ONZE REGIO/STREEK’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 5,2 53,4 16,4 8,6 16,4 100,0 116 Oostende-Westhoek 6,5 49,1 25,0 8,3 11,1 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 7,5 54,9 26,3 4,5 6,8 100,0 133 Kortrijk 8,1 52,4 22,6 8,1 8,9 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 6,1 56,4 19,0 9,2 9,2 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 2,1 44,3 34,0 7,2 12,4 100,0 97 Commerciële diensten 9,0 44,4 25,6 9,0 12,0 100,0 133 Non-profitsector 11,0 69,5 12,2 1,2 6,1 100,0 82

<5 werknemers 7,5 41,4 25,3 9,2 16,7 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 8,9 45,6 19,0 12,7 13,9 100,0 79 10-49 werknemers 6,3 54,1 27,0 6,3 6,3 100,0 111 50 of meer werknemers 5,1 72,6 17,1 1,7 3,4 100,0 117Totaal 6,9 52,6 22,7 7,3 10,6 100,0 481

Bijlagetabel 13 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘HET AANBOD VAN OPLEIDINGEN VOLDOET AAN ONZE VRAAG’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 2,6 44,8 22,4 10,3 19,8 100,0 116 Oostende-Westhoek 4,6 44,4 26,9 7,4 16,7 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 5,3 45,9 24,8 7,5 16,5 100,0 133 Kortrijk 5,6 54,0 18,5 8,9 12,9 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 5,5 55,8 17,8 6,1 14,7 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 2,1 37,1 23,7 12,4 24,7 100,0 97 Commerciële diensten 3,8 36,8 28,6 12,0 18,8 100,0 133 Non-profitsector 7,3 61,0 24,4 3,7 3,7 100,0 82

<5 werknemers 4,6 38,5 22,4 11,5 23,0 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 6,3 39,2 19,0 10,1 25,3 100,0 79 10-49 werknemers 2,7 51,4 30,6 5,4 9,9 100,0 111 50 of meer werknemers 5,1 62,4 19,7 6,0 6,8 100,0 117Totaal 4,6 47,4 23,1 8,5 16,4 100,0 481

Bijlagetabel 14 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘BIJ DE KEUZE VAN EEN OP-LEIDINGSVERSTREKKER WETEN WE EIGENLIJK NIET OF ER GEEN ANDERE OPLEIDINGEN ZIJN DIE BETER AAN ONZE BEHOEFTEN ZOUDEN VOLDOEN’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 7,8 45,7 19,8 4,3 22,4 100,0 116 Oostende-Westhoek 3,7 56,5 19,4 2,8 17,6 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 9,0 43,6 26,3 6,8 14,3 100,0 133 Kortrijk 4,0 50,0 25,0 7,3 13,7 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 7,4 51,5 23,9 1,8 15,3 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 6,2 44,3 17,5 7,2 24,7 100,0 97 Commerciële diensten 3,0 51,1 19,5 7,5 18,8 100,0 133 Non-profitsector 8,5 46,3 31,7 7,3 6,1 100,0 82

<5 werknemers 6,3 47,1 15,5 3,4 27,6 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 2,5 53,2 19,0 5,1 20,3 100,0 79 10-49 werknemers 5,4 49,5 27,9 5,4 11,7 100,0 111 50 of meer werknemers 9,4 47,0 31,6 8,5 3,4 100,0 117Totaal 6,2 48,6 22,9 5,4 16,8 100,0 481

Page 128: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

Bijlagetabel 15 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘EEN WEBAPPLICATIE DIE ONZE OPLEIDINGSVRAAG AUTOMATISCH DOORSTUURT NAAR ALLE RELEVANTE OPLEIDINGSVERSTREKKERS IN ONZE REGIO ZOU EEN MEERWAARDE VOOR ONS ZIJN’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)

Omschrijving Heel erg akkoord

Eerder akkoord

Eerder niet akkoord

Helemaal niet akkoord

Weet niet/nvt

Totaal Aantal respondenten

REGIO Brugge 14,7 37,1 19,0 6,0 23,3 100,0 116 Oostende-Westhoek 12,0 36,1 15,7 9,3 26,9 100,0 108 Midden-West-Vlaanderen 16,5 32,3 18,0 9,8 23,3 100,0 133 Kortrijk 12,1 37,1 16,1 12,1 22,6 100,0 124SECTOR Industrie en bouw 12,3 33,1 22,1 10,4 22,1 100,0 163 Groot- en kleinhandel, horeca 13,4 33,0 14,4 9,3 29,9 100,0 97 Commerciële diensten 18,0 42,1 10,5 6,0 23,3 100,0 133 Non-profitsector 9,8 34,1 22,0 13,4 20,7 100,0 82

<5 werknemers 14,4 32,8 16,1 6,9 29,9 100,0 174

AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN

5-9 werknemers 12,7 36,7 11,4 10,1 29,1 100,0 79 10-49 werknemers 15,3 42,3 13,5 10,8 18,0 100,0 111 50 of meer werknemers 12,8 32,5 26,5 11,1 17,1 100,0 117Totaal 13,9 35,6 17,3 9,4 23,9 100,0 481

Page 129: Studie Levenslangs Leren - bevraging van de bedrijven in de provincie West-Vlaanderen

WES vzw • Baron Ruzettelaan 33 BE-8310 Assebroek-Brugge • Tel. +32 50 36 71 36 • Fax +32 50 36 31 86 [email protected] • www.wes.be