St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

14
St > rt 2012 wedstrijdatletiek maart 2012 FBK A THLETICS T EAM IN HET HUIS VAN DE A TLETIEK

description

Het digitale magazine over wedstrijdatletiek

Transcript of St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

Page 1: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

St>rt 2012wedstr i jdat let iek

Maand en jaarmaart 2012

FBK Athletics teAm in het huis vAn de AtletieK

Page 2: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

2 maart 2012

Nadat loopsport de primeur had, is hier dan de eerste digitale St>rt over de wedstrijdatletiek. Met in dit nummer een interview met accountmanager Frans Rinsema en we proberen veel van onze jeugdprojecten te promoten. Verder kun je lezen over het nut van een com-bifunctionaris en mocht je interesse hebben om binnen jouw vereniging een afdeling gehandicaptenatletiek te starten, dan vind je in deze uitgave tips van een ervaringsdeskundige. Daarbij veel korte berichten, een agenda en een nieuw boek over de meerkamp dat in mei verschijnt.

Vier atleten kwamen in actie tijdens de WK indoor van 9 tot en met 11 maart in het Turkse Istanbul. Daarvan haalde alleen kogelstoter Rutgers Smith de finale, waarin hij met een worp van 20,30 m uiteindelijk op een zevende plek eindigde. Sharona Bakker wist zich te plaatsen voor de halve finale op de 60 meter horden, maar strandde daar

We horen graag wat je van deze uitgave vindt via [email protected]. Hier kun je ook terecht voor vragen. Inhoudsopgave Pagina 3 Opleidingen Pagina 4 De accountmanager Pagina 6 NJAD Pagina 7 Athletics Arena Pagina 8 FBK Athletics Team Pagina 9 Huis van de Atletiek Pagina 10 G-atletiek Pagina 11 Pupillenwedstrijden Pagina 11 Combifunctionaris Pagina 12 Korte berichten

met een zesde plek (8.18). De halve finale was ook eindstation voor Dafne Schippers, die de finale van de 60 meter miste op 0,02 seconden (7.25). Jamile Samuel overleefde de series van de 60 meter niet (7.47). Technisch directeur Peter Verlooy stond na afloop kort stil bij de prestaties:

'Rutger Smith is na vier jaar weer terug op mondiaal niveau. Tegelijkertijd is hij nog niet goed genoeg. Dafne Schippers en Sharona Bakker doen het hier naar behoren. Allebei in de halve finale, daar kunnen beide vrouwen onmogelijk ontevreden over zijn. Als je kijkt naar de startlijst-ranking presteren ze op niveau. Door de bank genomen wordt er niet zo heel hard gelopen op dit WK Indoor. Beste seizoensprestaties zeg-gen mij niet zoveel. Jamile Samuel zit in haar transfer van juniore naar seniore en daar zal ze geduld voor moeten opbrengen. Ze heeft dit nog niet eerder meegemaakt en ik ben benieuwd hoe ze met dit fenomeen omgaat.' Dit jaar staan voor de topatleten de EK atletiek in Helsinki (26 juni - 2 juli), de WJK in Barcelona (10 - 15 juli) en de Spelen in Londen (27 juli - 12 augustus) op de baanatletiekkalender.

St>rt Digitaal, nummer 1

terugblik Wk inDoor - iStanbul

Page 3: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

3 maart 2012

De trainersopleidingen van de Atletiekunie zijn aangepast: duidelijker, efficiënter en praktijkgerichter. Bij atle-tiekvereniging De Sperwers in Emmen volgen sinds eind januari zeven cursis-ten de pilot Basis Baanatletiektrainer 3. Opleider Steven Gerrits over de belang-rijkste wijzigingen. KwaliteitIn 2011 presenteerde de Atletiekunie de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen. Cursisten vond de opleidingen te zwaar: ze waren teveel tijd kwijt met het uitwerken van opdrachten, administratieve romp-slomp en hun weg vinden binnen de Elektronische Leer Omgeving (ELO). Dat was tijdrovend en niet efficiënt. Daarnaast sloten de opleidingen in een aantal opzichten onvoldoende aan op de behoefte van de verenigingstrainers. Daarom werd de structuur van de oplei-dingen aangepast. De pilot in Emmen moet aantonen of de doorgevoerde veranderingen ook verbeteringen zijn. In de pilot Basis Baanatletiektrainer 3 ligt de focus op de kerntaak van de trainer: het verzorgen van trainingen. Steven: 'De trainer moet in staat zijn een goede training te verzorgen waarin atleten iets leren of verbeteren, veel en met veel plezier wordt bewogen en rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van de individuele atleet. In de nieuwe opzet is het opstellen van een periodisering en het maken van complexe schema's verdwenen, omdat dit onvoldoende aansluit op de praktijk-situatie van veel jeugdtrainers. Deze hebben meer aan het maken van een goede planning waarin staat wanneer hij zijn groep aan welke vaardigheden laat werken'. Een tweede taak van de trainer is het begeleiden van atleten bij wedstrijden. Op beide taken houdt de cursist een

portfolio bij, waarin hij alle bewijslast verzamelt bij zijn competenties. De opdrachten zijn zodanig beschreven dat de cursist door het uitvoeren ervan direct bewijslast verzamelt. BasispaKKetAndere taken zoals het organiseren van een activiteit en het aansturen van kader (assistent-trainers) zijn in de nieuwe opzet optioneel. Als trainer neem je dus een basispakket af waarbij je zelf de keuze krijgt breder opgeleid te worden. En minder kerntaken verlichten

de studielast.' Het leren van ervaringen (in de praktijk) staat centraal. De cursist loopt stage op zijn vereniging en voert hier opdrachten uit. Een praktijkbegeleider zet de cursist aan het nadenken over de uitvoering hiervan en geeft feedback. De work-shops worden zo veel mogelijk ingericht rond vragen en ervaringen van cursis-ten. 'Stel dat de workshop in het teken staat van werpen, dan geven cursisten vooraf een aantal werptrainingen op de club. De opgedane ervaringen neemt de cursist mee naar de workshops

en hier wordt er verdieping gezocht. Tevens worden er tijdens de workshops veel nieuwe ervaringen op de atletiek-baan opgedaan en worden cursisten geprikkeld na te denken over de keuzes die ze maken bij de oefenstof.' 'De Elektronische Leer Omgeving is overzichtelijker en makkelijker in gebruik. Op zoek naar opdrachten, leerteksten of registratieformulieren kan de cursist direct doorklikken naar het gewenste document.' Een andere ver-andering is dat de opleider bij de cursist op stagebezoek komt. Hier vindt het leren van de cursist immers grotendeels plaats. Nieuw en flexibeler is ook dat verenigin-gen zelf een cursus op de accommoda-tie kunnen inplannen en (in overleg met de opleider) de cursusdata bepalen. Zo kent de opleiding dus meerdere start-momenten in het jaar.' VerantwoordelijKheid'In de nieuwe opzet blijft de zelfstandige houding van de cursist overheid. Dat is nu eenmaal een belangrijke eigenschap voor een trainer richting zijn atleten. Uiteindelijk willen we dat cursisten bewust nadenken over wat ze doen en leren van hun ervaringen. Zo ontwik-kelen ze zich tot nog betere trainers', aldus Steven. In juni eindigt voor de meeste cursisten de opleiding met de beoordeling van de portfolio 'training geven' en 'wedstrijd-begeleiding' door een externe examina-tor. Bij het training geven hoort ook de beoordeling van een praktische proeve van bekwaamheid. Gerrits koppelt zijn ervaringen terug en aanpassingen kunnen worden doorgevoerd. 'Ik heb de indruk dat we met de aanpassingen een aantal goede stappen hebben gezet.' Tekst: Clemens Vollebergh Foto: Erik van Leeuwen

aan de slag op de atletieKBaan

Page 4: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

4 maart 2012

Sinds ruim een jaar trekt Frans Rinsema nu door het land. Als een mobiel front office van de Atletiekunie, ‘zoals we al worden beschouwd door de verenigingen.’ Rinsema is aangenaam verrast door het enthousiasme waarmee die clubs met de jeugd bezig zijn. ‘In Winterswijk bij Archeus bijvoorbeeld, de snelst groei-ende vereniging van 2011. Ze gaan nu richting de 250 leden en weten vooral heel veel jeugd aan zich te binden, ook al moeten ze het doen met een gras-

baantje van 300 meter. In Zeewolde hebben ze een zelfgemaakte verspring-bak, meer niet. Maar wel zo’n honderd jeugdleden. Pareltjes, die clubs.’ Soms loopt hij tegen opmerkelijke staaltjes van innovatie aan: ‘Bij Isala ’96 in Kampen hebben ze in eigen beheer een LED-haas op de atletiekbaan ge-maakt. Vergelijkbaar met wat de baan op Papendal heeft. In Kampen heb-ben ze dat helemaal zelf ontworpen en gemaakt. Je voert de gewenste tijd per rondje in en je volgt gewoon het lampje.’

Maar hij stuit ook op problemen. ‘Over het teruglopend aantal jeugdleden, met name. En ook over de verenigingen die moeite hebben hun vrijwilligers goed georganiseerd te krijgen. Voor hun evenementen zijn die ‘handjes’ er nog wel, maar in de commissies en besturen blijven veel plekken onbezet. Dat vraagt continue de aandacht.’ TempoRinsema wil tempo maken in 2012. ‘We moeten snel beleidsplannen voor vrijwilligers en jeugd opstellen en in kaart brengen waar de clubs met die problemen zitten. Het is zaak ze aan te spreken om er ook echt mee aan de slag te gaan. Maar ja, dan ben je dus al gauw op zoek naar een vrijwilliger, die bij zo’n vereniging de kar wil gaan trek-ken. Die vind je niet altijd, dat is nu juist het probleem.’ Frans Rinsema werkte voorheen bij Grontmij als adviseur sportbeleid en –accommodaties en stapte in 2010 over naar de Atletiekunie om samen met André Hoogink als accountmanager aan de slag te gaan. Het is nieuw bij de Atletiekunie, voorvloeiend uit het beleidsplan 2009-2012, waarin het ver-sterken van de verenigingen speerpunt is. ‘Daarvoor,’ zegt Rinsema, ‘moesten we dus in contact komen met de vereni-gingen. In het verleden kenden we nog de districten, die met hun kantoren en goede band hadden met de verenigin-gen. Wij trekken nu het land in en leg-gen contact met de verenigingen,

Accountmanagers willen tempo maken

‘Hallo, hier zijn we en we zijn er voor jullie.’ Zo trokken de accountmanagers vorig jaar langs de verenigingen in het land. Na de kennismaking in 2011 richten de clubondersteuners Frans Rinsema en André Hoogink de focus voor 2012 op doorpakken.

Page 5: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

5 maart 2012

proberen er achter te komen waar de problemen zitten en hoe we kun-nen helpen. Hier op Papendal ligt een enorme berg aan informatie, in feite is de Atletiekunie een kennisinstituut dat voor veel clubs van groot belang kan zijn. Veel van die informatie commu-niceren we via nieuwsbrieven en de website, maar dat is nog niet genoeg. Verengingen hebben vaak specifieke vragen.’ In 2011 werden 75 van de in totaal zo’n 290 verenigingen bezocht. ‘In ongeveer de helft van de gevallen na vragen van verenigingen, de andere helft van de contacten was op ons initiatief: hier zijn we en we zijn er voor jullie.’ ‘We hebben ons daarbij afgevraagd wat de ontwikkelingen bij die clubs zijn. En als die positief bleken, wilden we weten wat ze dan goed doen. Bij minder goede ontwikkelingen is de vraag hoe we kunnen helpen. Er zijn verenigingen die de oplossing zelf al hebben gevon-den. Dat kan ook de oplossing zijn voor de minder goed draaiende clubs.’ Zo is Rinsema bij Pallas ’67 in Wageningen gaan praten, omdat de club opvalt met een goed georganiseerd beleid voor trainers én jeugd. ‘Hun ideeën en documenten kunnen andere clubs van pas komen.’ VoorbeeldRinsema ziet heel veel capaciteit en kennis bij de atletiekverenigingen. ‘Daarvan kunnen ook verenigingen in andere sporten nog iets van leren. De atletiek kent ook redelijk grote vereni-gingen, met gemiddeld zo’n vierhonderd leden. Twee keer groter dan de gemid-delde sportclub in Nederland. Dat zegt wel iets. Als je dat wilt behappen, dan móet je organisatie wel op orde zijn.’ De vragen die bij de accountmanagers terecht komen kunnen breed uitwaaieren. Rinsema: ‘Als ik een grove doorsnee maak, gaat het in de eerste plaats over beleid en organisatie. Een

goede tweede zijn de vragen over ac-commodaties. Clubs willen een nieuwe atletiekbaan en willen weten hoe ze dat moeten aanpakken.’ ‘We zoeken de verenigingen die we op weg kunnen helpen, zodat ze weer in de lift zitten. Onze zorg is dat de jeugdatle-tiek terugloopt. Het aantal pupillen is in een paar jaar tijd met tien procent afgenomen. We moeten ons afvragen waarom ze weglopen, waarom we ze niet langer kunnen binden. En wat kun-nen we doen om dat te keren? Daar zijn we nu binnen de Atletiekunie volop mee bezig.’ entertainersDe oplossing zit veelal in de kennis en kunde van de trainers, aldus Rinsema. ‘Ze moeten vooral plezier in de sport uitstralen. Een trainer moet ook enter-tainer zijn. Dus pakken we de opleidingen aan en daar wordt binnen de Atletiekunie ook keihard aan gewerkt. Ik merk ook dat daar bij de verenigingen enthousiast op wordt gereageerd.’ Zijn werk bestaat voor een heel groot deel uit communiceren met de vereni-gingen. Vragen beantwoorden, beschik-bare kennis en oplossingen aandra-gen. En Frans Rinsema begeleidt de processen binnen de clubs. ‘Bij DEM in Beverwijk was ik betrokken bij het opzetten van een beleidsplan en heb een presentatie gegeven. Het leuke is, dat er nu een werkgroep is ingesteld en alleen daardoor al zie je dat het beter is gaan draaien.’ In Beverwijk was er ook het geluk dat in Rob Tuinstra iemand opstond die bereid was de kar te trek-ken. Rinsema was zelf ooit voorzitter van de Tilburgse studentenatletiekvereniging Parcival, hij kent het klappen van de zweep. ‘Het kost gewoon heel veel tijd. Je kunt niet anders dan respect voor die bestuurleden hebben. En daarom ver-dienen die mensen onze ondersteuning. Ik wil er ook echt voor ze zijn. De ge-

luiden die we terughoren – ook via een enquête – zijn overigens ook positief.’ doorpakkenDe accountmanagers richten zich voor 2012 op de concrete ondersteuning van verenigingen. ‘We gaan nu doorpakken. Vooral op het thema van de teruglopen-de aantallen jeugdleden, maar ook iets wat bij veel clubs speelt: de scheiding tussen de loopgroepen en de baanatle-tiek. Bij veel loopgroepen wordt gezegd: we lopen vooral op de weg, waarom moeten we zoveel bijdragen aan de baan waar we zelden gebruik van maken. Dat is wel eens een dilemma bij verenigingen, maar er zijn er ook waar dat juist heel goed gaat.’ Dé oplossing bestaat volgens hem niet. ‘Die is overal weer anders. Triathlon in Amersfoort (met 1200 leden één van de grootste in het land) is van oorsprong een loopclub die zich naar een meer complete atletiekclub heeft ontwikkeld. Toch is daar is sprake van één vereni-ging, door een goede structuur en helder beleid.’ In Amersfoort doet zich zelfs een opmerkelijk probleem voor. Altis en Triathlon delen de enige atletiekbaan in de stad. Bij de pupillen is nu noodge-dwongen besloten tot een ledenstop. ‘Gelukkig gaat de gemeente daar nu iets aan doen, er komt een uitbreiding met een bescheiden jeugdvoorziening.’ Ook bij Hylas en Alkmaar speelt dat probleem van loopgroep en baanat-letiek. Rinsema: ‘De baanpoot zakt in elkaar, de loopgroep draait goed. Waarom? Omdat de loopgroep goed is georganiseerd. Dat moeten we dus ook gaan doen bij de baanpoot.' Tekst: Pim van Esschoten Foto: Isala '96

Page 6: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

6 maart 2012

Dat Prins Hendrik de organisatie op zich heeft genomen, mag geen verrassing heten. De Vughtse Omnivereniging, met ruim 1500 leden, kan buigen op een rijk verleden als het gaat om het organise-ren van evenementen. Wat kunnen de kinderen en G-sporters op zondag 24 juni verwachten? Judith de Leede: 'In Brabant gaan we dit jaar experimenteren met pupillenwedstrijden nieuwe stijl. Het leek ons raadzaam om ook de NJAD in die plannen te betrek-ken. Bij de sprint wordt er nu niet van

start tot finish gelopen. De pupillen lopen 7 of 9 seconden en dan wordt er gekeken welke afstand ze hebben afgelegd. En bij het verspringen hebben we ook een verschil gemaakt tussen de leeftijdscategorieën. Veel variatie dus voor de kinderen, die zich ook weer mogen uitleven op de niet atletiekonderdelen. 'Er staat een survi-val en een afmatrace op het program-ma. Daarnaast wordt er voor het eerst tijdens de NJAD gebruik gemaakt van Athletics Arena, waarbij je meteen feed-

back krijgt op de geleverde prestatie.' Ook de G-atleten hebben een bijzonder plaatsje in het programma gekregen. 'Doordat wij zelf geen afdeling hebben voor geestelijk gehandicapten, hebben we hulp ingeroepen van de Brabantse verenigingen die deze expertise wel hebben. We hopen zo een programma aan te bieden, waarmee ze aan kunnen sluiten bij de andere atleten. De integra-tie tussen G-sporters en atleten staat hoog in het vaandel.' Ondanks de grote schat aan ervaring binnen het organisatiecomité, voelen de Vughtenaren zich niet te beroerd om hulp van buitenaf in te schakelen. 'We hebben intensief contact met de Atletiekunie. Zij bewaken het huismerk. Daarnaast heeft de organisatie van Dronten ons de nodige tips gegeven en hebben we de website van Amersfoort als voorbeeld genomen om op de best mogelijke manier met de deelnemers te communiceren', aldus De Leede. Alle ingrediënten zijn in ieder geval aanwezig om de 12e NJAD tot een succesvolle te maken. Met de deskun-dige organisatie van Prins Hendrik, de Brabantse gezelligheid en 600 overenthousiaste kinderen, lijkt succes gewaarborgd. Aanmelden met teams van vier kan vanaf 25 maart via www.njad.nl. Tekst: Ivo van Haaren

Prins Hendrik gastheer voor jeugdig atletiekfeest

Vught is dit jaar decor van de 12e Nationale Jeugd Atletiek Dag (NJAD). Het atletiekfeest, normaal altijd op de derde zondag van juni, is vanwege het NK se-nioren een week uitgesteld. Niettemin verwacht Prins Hendrik die dag 600 enthousiaste kinderen.

Page 7: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

7 maart 2012

Ook Atletiekvereniging AAV'36 uit Alphen aan de Rijn heeft met veel plezier gebruik gemaakt van Athletics Arena. Ieder jaar wordt in Alphen een grote jaarmarkt gehouden. Om sport te promoten organiseert Sportspectrum sinds drie jaar het "sportplein" tijdens deze grootste jaarmarkt van Nederland. AAV'36 wilde in 2011 groots aanwezig zijn om haar 75-jarig jubileum te vieren. Harry Knoop, secretaris van AAV'36, is erg te spreken over de Arena. 'Kinderen kunnen op een spectaculaire en zeer veilige manier kennis maken met atle-tiek.' Kinderen en ouders waren erg positief. 'Er waren kinderen van 10 tot en met 15 jaar die met heel veel plezier alle atletiekproeven deden. Daarna kregen ze allemaal een diploma als aanden-ken.' Ook de lokale media merkten de arena op en deden er groots verslag van. 'Dit zorgt toch weer voor een stukje bekendheid voor de sport en voor onze vereniging', aldus Knoop. Er zijn drie verschillende varianten op

de Athletics Arena. The Battle wordt voornamelijk gebruikt door scholen en verenigingen. Naast het beleven van atletiek is er ook sprake van een wed-strijdelement in deze variant. Daarnaast is er The Experience, die voornamelijk gebruikt wordt voor promotiedoelein-den. Als laatste bestaat ook de Training & Fun. Bij deze variant kan men op speelse wijze kennis maken met verschillende spel- en trainingsvormen binnen de atletiek. AAV'36 koos ervoor geen wedstrijdele-menten toe te voegen aan de Athletics Arena. Knoop: 'Kinderen konden lekker sporten en spelen. Ze kwamen en gingen wanneer ze wilden en konden meedoen aan de onderdelen die ze het leukst vonden'. Het was zo’n groot suc-ces dat de kinderen vaak terug kwamen om nog verder te oefenen. Volgens Knoop lag dat voor een groot deel ook aan de begeleiding, die op enthousi-aste en professionele wijze leiding gaf tijdens het evenement. Op de vraag of AAV'36 ook leden over

heeft gehouden aan deze dag heeft Knoop geen direct antwoord. 'We heb-ben geen concrete cijfers van wie er bij is gekomen na kennismaking met Athletics Arena. AAV'36 heeft echter een mooi ledenbestand, waar toch ie-dere keer weer nieuwe leden bij komen. Daar zullen ook een aantal leden tussen zitten die enthousiast zijn gemaakt door de arena.' Volgens Knoop is het een aanrader voor andere verenigingen. De speelse manier, en vooral de veiligheid zijn voor hem van groot belang bij het laten ken-nismaken met de sport. De mensen die bang zijn dat de Athletics Arena niet dicht genoeg bij de atletiek staat, hoeven zich volgens Knoop geen zorgen te maken. 'Alle ba-sisbewegingen van de atletieksport zijn aanwezig; kinderen kunnen sprinten, werpen en springen.' Tekst: Laurien Hoos

Spectaculair, veilig en fun: athleticS arena

Athletics Arena werd voor het eerst ingezet tijdens de NK Outdoor in 2011. In deze opblaasbare arena kunnen kinderen van 6 tot en met 18 jaar ken-nismaken met atletiek. De arena kan worden inge-huurd door verenigingen, wedstrijdorganisaties en gemeentes.

Page 8: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

8 maart 2012

Maykel Geerdink is resoluut als hij stelt dat er in heel zijn regio voldoende aandacht is voor breedtesport. ‘Kijk bij willekeurig welke vereniging of losse loopgroep en je ziet een toename van het aantal sporters. Ook voor de begeleiding is er volop menskracht voorhanden. Mijn broer en ik misten echter de inzet voor de atletiek in het algemeen en de wedstrijd- en topsport in het bijzonder. Het contrast met hetgeen je hier ieder jaar bij de FBK-Games ziet met het niveau bij de meeste clubs is enorm. Onze doelstelling met het FBK Athletics Team is om die kloof te dichten. Het is tevens bedoeld om de kwetsbare groep, de AB-junioren, te behouden voor onze sport.’ Huis van de atletiekOp termijn zal het FBK Athletics Team de basis vormen voor het regionale trainingscentrum binnen het Huis van de Atletiek in Twente. Tot die tijd werken de broertjes Geerdink met vele anderen aan de versteviging van hun team.

‘Wij werken samen met zo’n negen verenigingen in de regio. Omdat wij een eigen organisatie hebben met mooie gesponsorde kleding hebben we geen last van jaloezie tussen de clubs. Wij overstijgen het clubbelang. Dat was ook onze boodschap toen we bij alle clubs zijn langs gegaan om dit initia-tief te promoten. Inmiddels komen er zelfs mensen uit Winterswijk naar onze bijeen-komsten.' Voor de MILA-atleten is er een maan-delijkse training op de baan van het FBK-stadion. Voor de werpers hebben we zelfs twee keer per maand een trai-ning. Dat is logisch, want looptrainers zijn er in de regio beduidend meer dan werptrainers. Naast een MILA-groep van ongeveer 35 atleten en een kleine 20 werpers, hebben we inmiddels ook een groep van ongeveer 10 sprinters.’ Mooi teaMHet FBK Athletics Team wordt gestut door een stevig bestuur en vooral ook

door capabele trainers en sportfysio-therapeuten. De bekendste naam in dit kader is die van Harry Dost. ‘Wij zorgen met dit team voor de motivatie om door te groeien naar de status van topper. Dat gaat niet direct. We moeten soms ook bij de junioren afwachten of ze de keuze maken voor atletiek of het schaatsen. We zorgen in ieder geval voor de juiste randvoorwaarden om ze niet meer weg te laten lopen omdat ze dingen moeten die niet wenselijk zijn. Vroeger vertrokken er veel atleetjes omdat ze eigenlijk alleen wilden lopen, maar min of meer gedwongen werden om ook alle andere onderdelen te beoefenen. We hebben al wat talenten binnen ons team, maar we moeten nog veel meer stappen zetten voordat deze sporters de landelijke ranglijsten bestor-men.’ Zelf willen de broers Geerdink, als hun hamstrings het toelaten, ook weer hoger op komen. ‘Dat klopt’, lacht Maykel. ‘In mei willen we meedoen aan het WK berglopen voor masters.’ Tekst: Wouter Schelvis

Gebroeders Geerdink zijn trots op Hun Fbk atHletics teaM

Maykel en Björn Geerdink hebben een talent voor hardlopen. Gaat het par-cours over bergachtig terrein, dan zijn de broers zelfs van Europees ni-veau. Ze zijn daarnaast vooral ook Twent en in die hoedanigheid sterk betrokken bij de Twentse atletiek. Doel: het dichten van de kloof tussen de top- en breedtesport.

Page 9: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

9 maart 2012

‘Hoewel er een daadwerkelijk stuk nieuwbouw gaat komen, is ons Huis van de Atletiek toch vooral een huis in overdrachtelijke zin. De heipalen onder ons project bestaan uit drie pijlers. De eerste is die van de talentontwik-keling. De kern hiervan is het FBK Athletics Team. De tweede het regi-onaal atletiekcentrum, dat draait om kennis delen. De derde drager onder ons project is die van de concrete verbetering van de accommodatie hier in Hengelo. Eind 2012 moet dit voor iedereen zichtbaar zijn.’

Jan Arie Bijl praat met enorm enthou-siasme over dit geheel en is voldoende realist om te begrijpen dat niet alles in een korte periode gerealiseerd kan wor-den. ‘We doen het stap voor stap.' Het woord samenwerking valt diverse keren in het gesprek. “Dat is naast het thema beeldvorming dan ook zeer essentieel in het laten slagen van onze opzet. Om een goed Huis van de Atletiek te kunnen neerzetten in Twente zal moeten worden samengewerkt met alle verenigingen. Dat gebeurde in het

verleden ook wel zo rond onze FBK-Games, maar als we eerlijk zijn, kregen de clubs er niet zo veel voor terug. Ze leveren de vrijwilligers en dat was het. In onze opzet willen we met de clubs veel meer samen gaan werken. Kennis uitwisselen, informatie delen en samen op-leidingen volgen. Op die manier wordt het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden. We zetten in op het verbe-teren van de kwaliteit van de Twentse atleten. Uiteindelijk is het doel om meer atleten uit Twente op onze FBK-Games te kunnen toejuichen. Niet als vrijwil-liger, maar als deelnemer.’ Uniek stadionIn de derde fase, die waarin ook letter-lijk de schop de grond in zal gaan, zal niet alleen het stadion worden vergroot met een nieuwe eigen ruimte, maar zal het hele terrein een facelift krijgen. FC Twente groeit enorm en heeft meer ruimte nodig. Het hoofdgebouw zal in het dagelijks gebruik vanaf eind dit jaar helemaal voor voetbal worden gebruikt. Wel blijven er enkele ruimten over voor gedeeld gebruik, het Sport- en Leercentrum. Er komt een nieuw gebouw dat het fysieke "Huis van de Atletiek" gaat worden. Naast de kantine van atletiekvereniging MPM en kleed-kamers krijgt de stichting daar ook haar kantoor. 'Dan is er een vast punt is waar de regionale samenwerking langs gere-geld kan worden.' Tekst: Wouter Schelvis

Jan Arie Bijl bouwt aan het Huis van de Atletiek

Vanaf 2010 is hij directeur van de stichting FBK-Games. In die hoedanigheid bouwt hij mee aan het nieuwe Huis van de Atletiek. 'De contouren worden langzaam zichtbaar, maar over enkele jaren kan nie-mand meer om dit Twentse initiatief heen.'

Page 10: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

10 maart 2012

Veel atletiekverenigingen zullen wel eens met de gedachte hebben ge-speeld: het oprichten van een afdeling voor gehandicaptenatletiek. Jeroen Jonkers, die in de jaren negentig aan de wieg stond van een "G-groep" voor gehandicapte sporters bij AV Spado uit Bergen op Zoom, zegt: doen! Toen Jeroen Jonkers halverwege de jaren negentig als secretaris toetrad tot het bestuur van Spado, besloot hij er werk van te maken. 'Het jaar daarvoor bestonden we veertig jaar en we kwa-men toen tot de conclusie dat we als vereniging met achthonderd leden ook iets moesten doen voor gehandicapte sporters.' Gewoon startenZoals dat vaak gaat, bleef het een tijdje op het To do-lijstje staan, om-dat niemand er ervaring mee had. Jonkers: 'Ik ook niet, maar ik dacht op een gegeven moment: we moeten er toch iets mee gaan doen. Toen heb ik me een avond laten bijpraten door een man van de voorganger van het huidige Gehandicaptensport Nederland. Daarna zijn we eigenlijk gewoon gestart, met een cursus voor de begeleiding van ge-handicaptensporters en met de oprich-ting van een G-groep voor gehandicap-te sporters. De eerste maanden hadden we meer begeleiders dan sporters', lacht Jonkers. Hoe anders is de situatie nu. Spado heeft een florerende G-groep. Jonkers: 'We hebben momenteel 38 leden, die zijn onderverdeeld in een junioren- en een seniorengroep. In principe is onze G-groep voor sporters met een verstan-delijke beperking. Maar als een sporter met een lichamelijke beperking zich thuis voelt binnen onze groep, is hij of zij natuurlijk ook van harte welkom.' Voor sommige reguliere leden van een

atletiekvereniging is een G-groep wel "even wennen", merkte Jonkers. 'De acceptatie is niet vanaf het begin even groot, er wordt wel eens ‘raar’ tegenaan gekeken. Maar dat is vaak alleen in de beginfase, veel mensen zijn natuurlijk ook nog nooit in aanraking geweest met verstandelijk beperkten. Onze G-groep heeft inmiddels echter wel een echte plek binnen de vereniging. We doen aan alle onderdelen mee en als we er bijvoorbeeld niet zouden zijn op club-kampioenschappen, dan worden we zeker gemist.'

Doordat Jonkers zelf het hele op-richtingstraject heeft doorlopen, is hij bekend met alle uitdagingen en valkui-len. Toch loont de oprichting van een G-groep de moeite, zegt hij. 'Als er behoefte is, start dan vooral zo’n groep op', luidt zijn devies. En leg je oor te luister bij verenigingen in de buurt die al ervaring hebben met een G-groep. Jonkers: 'Er zijn veel van die verenigin-gen in Nederland. Stel veel vragen en maak zo gebruik van hun ervaring.' Zelf heeft Jonkers ook wel wat tips.

'Atleten met een verstandelijke beper-king hebben behoefte aan duidelijk-heid en structuur. Zo traint onze groep bijvoorbeeld het hele jaar door op dezelfde dag en op dezelfde tijd.' Denk in moGelijkheDen'En ook belangrijk: denk niet in be-perkingen, maar in mogelijkheden. Accepteer dat het soms wat langer duurt, voordat vooruitgang zichtbaar is. Sportieve vooruitgang is ook altijd niet het belangrijkst, vind ik. Het is al heel mooi als je die atleten ontzettend ziet genieten. Bovendien zijn de kwaliteits-verschillen groter dan bij reguliere spor-ters. Het is dus van belang dat je de training zo verzorgt, dat iedereen aan z’n trekken komt. Een goede sfeer is ook belangrijk. Als ze kunnen genieten van hun sport, blijven ze komen.' En zoek contact met organisaties die de doelgroep kennen. Jonkers: 'Denk dan aan stichting MEE, dag- en woonvoor-zieningen en speciaal onderwijs. Zij weten alles van de doelgroep en kun-nen die bereiken.' Zelf heeft Jonkers, die tegenwoordig bij Spado trainer en coördinator is van beide G-groepen, nog de nodige ambi-ties: 'We zijn momenteel bezig met een bid voor de EK van 2014. En het zou ook mooi zijn als er in de toekomst een echt NK voor VB-atleten komt.' Tekst: Dennis Kemperman Foto: Marcel Wisse

een G-Groep oprichten? Doen!

Page 11: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

11 maart 2012

Het afgelopen jaar hebben enkele verenigingen al een proef genomen met de pupillenwedstrijden nieuwe stijl. Dat leidde tot aanpassingen en bijstellingen. Dit voorjaar zetten de Brabantse vereni-gingen in de regio's 14 (De Kempen) en 15 (Noord-Oost Brabant) wedstrijden op de kalender om deze nieuwe aanpak verder te testen. Het gaat in totaal om acht wedstrijden. Goed nieuws is dat trainers van deze verenigingen hun pupillen in de trainingen al zullen voorbereiden op deze nieuwe wedstrijd-vormen. In 2010 is een werkgroep begonnen met

De Atletiekunie en de Ondersteuningsorganisatie Combinatiefuncties in de Sport (OOCF) slaan de handen ineen. Steeds meer verenigingen maken gebruik van een combinatiefunctionaris. Daar kun je als vereniging veel voordeel uit halen. Moeite met het vinden van vrijwilligers?

het zoeken naar mogelijkheden om de pupillenwedstrijden aantrekkelijker te maken voor iedereen. Het belangrijkste probleem met de huidige opzet is dat de wedstrijden een hele dag duren, maar dat de kinderen in die uren slechts korte tijd écht met hun sport bezig zijn. Ook voor de organisatie, ouders en andere begeleiders legt de huidige wedstrijd een flink beslag op hun tijd. Kom een kijkje nemen om te zien, te beoordelen en je mening te delen over de nieuwe stijl. Voor meer informatie: [email protected]

Op zoek naar een manier om nieuwe leden te werven? Starten met een aanbod voor specifieke doelgroepen? Samenwerken met het onderwijs? Een combinatiefunctionaris kan uitkomst bieden. Een combinatiefunctionaris is iemand die werkzaam is binnen twee werkvel-

den, namelijk sport en onderwijs. Elke gemeente vult de rol van de combinatie-functionaris op haar eigen manier in. In de praktijk zijn er grote verschillen, het is echter altijd de gemeente die bepaalt welke rol vervuld wordt. Informeer of jouw gemeente combina-tiefuncties aanbiedt. Zo ja, onderzoek dan binnen de vereniging wat een combinatiefunctionaris zou kunnen betekenen. Voor informatie of hulp kun je contact opnemen met de regioadviseur van de OOCF. Meer informatie over de Impulsregeling: http://www.combinatiefuncties.nl/onder-steuningsportverenigingen.asp Hier vind je ook contactgegevens van de regioadviseur voor combinatiefunc-ties. Informatie is ook te verkrijgen via [email protected] of via 026-483 48 00.

BraBanders testen pupillenwedstrijden

de comBifunctionaris werkt!

Page 12: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

12 maart 2012

ExitsystEEmVertrekkende leden, iedere vereniging heeft er mee te maken. Waarom deze leden hun lidmaatschap opzeggen, is niet altijd even duidelijk. Om de motie-ven van ex-leden in kaart te brengen heeft de Atletiekunie een zogenaamd exit systeem ontwikkeld. Dit systeem is voor iedere vereniging of loopgroep kostenloos beschikbaar en bestaat uit een digitale vragenlijst die met input van een verenigingen is opgesteld. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om als vereniging één of meerdere vragen toe te voegen. Via deze vragenlijst wordt de mening gevraagd van de ex-leden. De resul-taten van alle ingevulde enquêtes zijn voor de vereniging beschikbaar via Mijn Atletiek en blijven bewaard. Op deze manier krijgt een vereniging of loop-groep een (beter) beeld van de rede-nen van vertrek van voormalige leden. Doel is het verloop van leden terug te dringen. Meer informatie over het exit systeem vind je op www.atletiekunie.nl/vereni-gingsondersteuning/exit systeem. Van dE lEdEnadmiOok in dit digitale magazine een aankondiging van het nieuws van de afdeling ledenadministratie. Je vindt het nieuws op http://www.atletiekunie.nl/index.php?page=3264. VErEnigingsprofiElEind 2011 is de Atletiekunie gestart met het opzetten van het digitale vereni-gingsdossier. Dit digitale dossier wordt ontsloten via "Mijn Atletiek". Alle aangesloten verenigingen en loop-groepen worden in het verenigingsdos-sier verwerkt. Naast informatie die de Atletiekunie al van de vereniging heeft, wordt er ook van de vereniging infor-matie gevraagd om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Doel van dit verenigingsdossier is: 1/ Beter inzicht krijgen in de krachten

en knelpunten van de aangesloten verenigingen op basis waarvan de Atletiekunie haar dienstverlening (per vereniging) nog beter kan inrichten. 2/ De vereniging een visueel overzich-telijk beeld (profiel) te geven van hoe zij is georganiseerd en waar mogelijke verbeterpunten zitten. Momenteel vinden diverse tests plaats. De Atletiekunie hecht er echter grote waarde aan dat juist ook de verenigin-gen en loopgroepen die het digitale dossier gaan gebruiken participeren in deze ontwikkelings- en testfase. Hierdoor kan het digitale verenigings-dossier verder worden geoptimaliseerd. Daarom is de Atletiekunie op zoek naar verenigingen / loopgroepen die willen bijdragen aan deze belangrijke fase. Indien jouw vereniging hierin is geïnte-resseerd, kun je contact opnemen met Paul Peters, informatiemanager van de Atletiekunie via [email protected]. Je kunt voor meer informatie ook telefonisch contact opnemen met Paul Peters via 026-4834800. pEnningmEEstErsDe Penningmeester van het Jaar ver-kiezing zet de penningmeesters in het zonnetje. Iedereen kan tot 20 maart de penningmeester van zijn/haar sportclub nomineren, als waardering. Doe mee op www.penningmeestervanhetjaar.nl! Een vakjury onder leiding van Humberto Tan maakt op 4 april, de Dag van de Penningmeester, de winnaar en de twee runners-up bekend. De winnende penningmeester wint € 2.500,- voor de clubkas en sluit de Amsterdamse Effectenbeurs met de traditionele gong-ceremonie. De jury kijkt niet alleen naar de motiva-tie, ook naar het aantal stemmen. Dus roep de vereniging na het nomineren op te gaan stemmen! Nomineren en stemmen kan t/m 20 maart 2012. Naast de hoofdprijs van € 2.500,- voor de clubkas ontvangen alle genomineerde

penningmeesters een half jaar lang gratis het magazine SPORT Bestuur & Management. En worden alle pen-ningmeesters uitgenodigd voor een van de vier regionale minicongressen over goed penningmeesterschap. nationalE sport WEEkVan 21 tot en met 28 april 2012 vindt de negende Nationale Sport Week plaats. Sportverenigingen, scholen, gemeen-ten en andere aanbieders van sport en bewegen organiseren in het hele land sportieve activiteiten. Organiseert jouw vereniging in deze week een sportieve activiteit, meld deze dan aan via www.nationalesportweek.nl. Ook wedstrij-den die niet open staan voor niet-leden kunnen aangemeld worden. Je kunt zelfs een “open dag” organiseren en een wedstrijd hiervoor het podium laten zijn. Of onderneem in deze week een actie met scholen. Of nog fraaier: zet het nieuwste atletiekproject “Athletics Arena” in. Kijk voor meer informatie hierover op www.athleticsarena.nl. De Nationale Sport Week is een gewel-dige manier om jouw sportvereniging onder de aandacht te brengen. Wij zijn erg benieuwd hoe jouw vereni-ging een bijdrage gaat leveren aan deze sportweek en willen je vragen de activi-teiten te mailen naar [email protected]. W&H sportsSinds december 2008 is W&H Sports officieel supplier van de Atletiekunie. W&H Sports houdt zich onder andere bezig met de verkoop en levering van atletiekmaterialen. De kenmerken hiervan zijn: kwalitatief hoogwaardig, duurzaam, gebruiksvriendelijk en func-tioneel. In de maand maart biedt W&H Sports alle atletiekverenigingen een korting van 10% op iedere bestelling! Op de site van de Atletiekunie vind je op de pagina van W&H Sports (bereikbaar via het logo onderaan de site) een kortings-coupon die je kunt downloaden. Voor meer informatie: www.whsports.nl.

Page 13: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

13 maart 2012

T&F CampsHelp T&F Camps met de werving van kinderen voor de zomer atletiekkampen en maak kans op een clinic bij je eigen atletiekvereniging met een bekende atletiektopper. Of win deelname aan de ‘T&F Camps Expertise workshop jeugdtraining. Als vanuit jouw vereniging vijf of meer jeugdatleten meedoen aan een T&F Camp deze zomer dan mag je vereni-ging drie jeugdtrainers gratis afvaar-digen naar de T&F Camps Expertise workshop met meerkamp bondscoach Ronald Vetter (economisch & efficiënt trainen) en Paul Lammers, Strength and Conditioning coach bij NOC*NSF (fysieke conditionering jeugdtraining). De twee verenigingen met de meeste deelnemende jeugdatleten aan de T&F Camps in 2012 winnen een clinic met een topatleet bij de atletiekvereniging. In overleg met de atletiekvereniging wordt een bekende atleet vastgelegd. Wij zijn ook nog op zoek naar jeugdtrai-ners die als begeleider werkzaam willen zijn tijdens de kampen! Voor meer informatie zie www.tfcamps.nl of bel met 088 7767900 aTleTiek en onderwijsAtletiekverenigingen worden vaak ge-vraagd voor (een serie) kennismakings-lessen op school, een bijdrage aan een sportdag of lessen in de buitenschoolse opvang. De lessenmap Atletiek en Onderwijs met kaarten waarop de oefenvormen en materialen beschreven zijn, ondersteunt daarbij en zorgt ervoor dat atletiek op school zo aantrekkelijk mogelijk wordt gemaakt. Een belangrijk uitgangspunt bij de

map is dat de essentie van atletiek zoveel mogelijk recht wordt gedaan. Lopen, springen en werpen zijn de basisbewegingen. Kinderen vinden een wedstrijdelement wel degelijk leuk en willen graag dat hun prestaties gemeten worden. Dat hoeft niet in centimeters of seconden, maar kan ook met behulp van een vak waarin het kind werpt, een lijn waar het finisht enz. Daarnaast gaat het om speels pres-tatieve atletiek. Door de fantasie van kinderen te prikkelen, te zorgen voor variatie, betrokkenheid en een beroep te doen op spontaniteit blijft het speelse karakter behouden. In de voorbeel-dlessen staan de behoeften en de belevingswereld van het kind zoveel mogelijk centraal. Tevens sluiten de voorbeelden in de map zoveel mogelijk aan bij de onder-wijsdoelstellingen. Zo zijn er veel lesvor-men waarbij in groepjes wordt gewerkt. Op die manier leveren de leerlingen een gezamenlijke prestatie en worden zij uitgedaagd bij een aantal onderdelen de betreffende specialist naar voren te schuiven. Wil je de bijscholing atletiek en onder-wijs aanvragen voor je vereniging en de omgeving, neem dan contact op met

[email protected] Op www.atletiekunie.nl/opleidingen zie je de reeds geplande bijscholingen atletiek en onderwijs. TienkampboekHet boek Tienkamp Totaal beschrijft de (Olympische) geschiedenis van de sport, de mondiale prestatieontwikke-ling, de techniek van de technische atle-tiekdisciplines die de meerkamp omvat, de verschillende trainingsmethoden en trainingen. Atletiekcoach Bert Vreeswijk wil met een nieuw naslagwerk zijn ervaring en die van (oud)-tienkampers en coaches overbrengen en daarmee de jongere generatie inspireren tot een succesvolle start in de meerkamp. Het boek is te koop via de atletiekshop van de Atletiekunie, www.atletiekunie.nl of [email protected]. Van elk verkocht boek bij de Atletiekunie via de atle-tiekshop gaat er € 5,– naar de atletiek meerkampsponsorpot. Je kunt het boek ook rechtstreeks bestellen. Maak dan € 37,50 (incl. verzendkosten) per boek over t.n.v. Stichting atletiek meerkampbevorde-ring, reknr. 170469409. Voor meer informatie: [email protected].

korTe beriChTen

Page 14: St>rt Wedstrijdatletiek nummer 1

2 maart 2012

partners en suppliers atletiekunie

Media partners

Official suppliers

partners en suppliers atletiekunie

Media partners

Official suppliers