STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business...

73
STRATEGISCHE POSITIONERING + DOELGROEPENANALYSE KENNISCENTRUM ONDERNEMERSDIENSTVERLENING GEMEENTEN EINDRAPPORT OPDRACHTGEVER: MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Rotterdam, 10 november 2015

Transcript of STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business...

Page 1: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

STRATEGISCHE POSITIONERING +

DOELGROEPENANALYSE KENNISCENTRUM

ONDERNEMERSDIENSTVERLENING

GEMEENTEN

EINDRAPPORT

OPDRACHTGEVER: MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Rotterdam, 10 november 2015

Page 2: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische
Page 3: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

STRATEGISCHE POSITIONERING +

DOELGROEPENANALYSE KENNISCENTRUM

ONDERNEMERSDIENSTVERLENING

GEMEENTEN

EINDRAPPORT

FRANK VAN ZUTPHEN

ERIC LAKEN

AAD JAN ROOS

KREKELSTRAAT 6B

3061 VD ROTTERDAM

TEL. NR. 06 – 41 42 45 57

[email protected]

WWW.VANZUTPHENADVIES.NL

KVK: 50579371

Page 4: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische
Page 5: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

5

INHOUD

SAMENVATTING ........................................................................................................................... 7

1. INLEIDING ........................................................................................................................... 11

1.1. ACHTERGROND ............................................................................................................... 11

1.2. DOEL VAN DE OPDRACHT ............................................................................................... 11

1.3. ONDERZOEKSAANPAK .................................................................................................... 14

1.4. LEESWIJZER ...................................................................................................................... 16

2. BEHOEFTEN ONDERNEMERS ............................................................................................. 17

2.1. GOEDE REGELGEVING EN GOED BELEID ......................................................................... 17

2.2. SNEL DE JUISTE WEG KUNNEN VINDEN BINNEN DE GEMEENTE ................................... 20

2.3. WAARDEVOLLE CONTACTEN: EEN MEEDENKENDE DIENSTVERLENER ........................ 22

2.4. BETEKENIS VOOR KENNISCENTRUMCENTRUM ONDERNEMERSDIENSTVERLENING .... 23

3. BEHOEFTEN GEMEENTEN .................................................................................................. 25

3.1. UITDAGINGEN EN AMBITIES ........................................................................................... 25

3.2. ROLLEN BINNEN DE GEMEENTE ..................................................................................... 26

3.3. BEHOEFTEN PROFESSIONALS .......................................................................................... 28

4. BUSINESS MODEL CANVAS .............................................................................................. 33

4.1. INTRODUCTIE BMC ......................................................................................................... 33

4.2. DE KLANT ........................................................................................................................ 34

4.3. HET AANBOD ................................................................................................................... 39

4.4. INFRASTRUCTUUR ........................................................................................................... 42

4.5. FINANCIËN ...................................................................................................................... 46

4.6. BMC KENNISCENTRUM ONDERNEMERSDIENSTVERLENING ....................................... 49

Page 6: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

6

5. CONCLUSIES ....................................................................................................................... 51

5.1. BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN ..................................................................... 51

5.2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................................. 56

BIJLAGE A: VERSLAG FOCUSGROEP ........................................................................................ 59

BIJLAGE B: BMC’S ANDERE KENNISCENTRA ......................................................................... 65

BIJLAGE C: GESPREKSPARTNERS ............................................................................................. 69

BIJLAGE D: LITERATUUR ........................................................................................................... 71

Page 7: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

7

SAMENVATTING

In het voorjaar van 2015 is het programma ‘Beter en Concreter’ voor het verminderen van de

regeldruk, het verbeteren van de dienstverlening en het verbeteren van de (juridische) kwaliteit van

regels afgerond. Als vervolg is afgesproken om een aantal concrete producten, projecten en cases

die in het kader van het programma ‘Beter en Concreter’ zijn ontwikkeld onder te brengen in het

bestaande Kenniscentrum Dienstverlening van het ministerie van BZK, KING en VNG. Dit

platform heeft als doel om samen met gemeenten, brancheorganisaties en kennisnetwerken kennis

over dienstverlening te verzamelen, te verrijken, te creëren en toegankelijk te maken. Het is de

wens van het ministerie van EZ om de reikwijdte van het huidige kenniscentrum verder te

verbreden en te verdiepen met kennis over dienstverlening aan ondernemers.

Om met het kenniscentrum goed aan te kunnen sluiten bij de wensen van ondernemers én de

wensen van gemeenten heeft het ministerie van EZ een strategische verkenning en

doelgroepenanalyse laten uitvoeren. Hiermee krijgt het ministerie van EZ een goede onderbouwing

voor een goede positiebepaling van ondernemersdienstverlening in het bestaande Kenniscentrum

Dienstverlening van KING.

Als wij spreken van ondernemersdienstverlening dan gaat het over a) het verlenen van diensten

door de gemeente aan de ondernemer, b) de relatie tussen de gemeente en de ondernemer en c) het

beleid van de gemeente voor ondernemers. Daarbij hebben wij zowel naar online als naar offline

dienstverlening gekeken.

Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen hebben wij een onderzoeksaanpak opgesteld

bestaande uit vier fasen. In de eerste fase hebben wij de wensen en verwachtingen van ondernemers

over dienstverlening door gemeenten geïnventariseerd aan de hand van deskresearch en gesprekken

met ondernemers en ondernemersvertegenwoordigers. In de tweede fase van het onderzoek hebben

wij gesprekken gevoerd met medewerkers bij 14 gemeenten, die rechtstreeks betrokken zijn bij

dienstverlening aan ondernemers. In de derde fase van het onderzoek hebben wij gekeken naar

enkele andere bestaande kenniscentra. In de vierde fase van het onderzoek hebben wij aan de hand

van de inzichten uit de eerdere fasen het Business Model Canvas (BMC) opgesteld van het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Behoeften ondernemers

Uit ons onderzoek komt naar voren, dat er al veel goed gaat volgens ondernemers, maar dat er ook

nog ruimte is voor verdere verbetering van de dienstverlening door gemeenten. Verdere verbetering

van de dienstverlening is gewenst op de volgende drie thema’s:

Goede regelgeving en goed beleid. Regels en beleid moeten nuttig en werkbaar zijn.

Snel de juiste weg kunnen vinden binnen de gemeente. De gemeente moet goed bereikbaar

zijn.

Waardevolle contacten: een meedenkende dienstverlener. Ondernemers verwachten

professionele dienstverlening.

Page 8: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

8

De ondernemer is echter de ‘indirecte’ klant van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening,

de ‘directe’ klant is de professional bij de gemeente. Pas wanneer de activiteiten van het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening aansluiten bij de behoeften van de directe klant

(professional bij de gemeente) zal deze directe klant gebruik gaan maken van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening.

Behoeften gemeenten

Gemeenten hebben de komende jaren de uitdaging om de gemeentelijke dienstverlening te

verbeteren en/of te digitaliseren en de regeldruk te verminderen. Het een en ander is verder

uitgewerkt in een politiek-bestuurlijke beleidsvisie in Dienstverlening Samen Doen, Digitale

Agenda (2020), Digitale Overheid 2017, decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten,

Omgevingswet en programma’s van de VNG. Bovengenoemde politiek-bestuurlijke uitdagingen

zijn in lijn met de uitdagingen om beter te kunnen voldoen aan de wensen van de ondernemer zoals

die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen. Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

kan daarmee ook bijdragen aan het realiseren van deze bredere beleidsvisie.

De meest voor de hand liggende doelgroepen voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

zijn de accountmanager, de beleidsmedewerker economische zaken (EZ) en de wethouder

economische zaken.

Wij hebben de behoeften van ondernemers voorgelegd aan accountmanagers en

beleidsmedewerkers EZ, met daarbij de vraag hoe om te gaan met deze behoeften en of hierbij

ondersteuning vanuit een kenniscentrum gewenst is. Accountmanagers en beleidsmedewerkers EZ

waren in meerderheid positief over het opzetten van een Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. Qua mogelijke onderwerpen zijn onder meer de volgende thema’s

genoemd:

Communicatie met ondernemers;

Meerwaarde van accountmanagement en economische zaken;

Medewerking / samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie;

Inrichting interne organisatie;

Zaakgericht werken / CRM-systemen;

Nieuwe / innovatieve ontwikkelingen;

Business-case gerelateerde benadering.

De behoeften van accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken zijn echter niet

statisch. Wat vandaag relevant en interessant is voor de doelgroep, hoeft dat morgen niet meer te

zijn. Een vraaggestuurde aanpak waarbij er continu contact en feeling is met de doelgroep is dan

ook cruciaal. Hiermee kan goed worden ingespeeld op de gebruikersbehoefte.

Page 9: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

9

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is er voor, door en met gemeenten. In de volgende

figuur zijn onze aanbevelingen voor de strategische inrichting van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief

weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische keuzes voor het kenniscentrum.

Figuur S.1 BMC Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

De relatie tussen het kenniscentrum en haar klanten kan het beste worden ingericht via de

klantrelaties self-service (website, nieuwsbrief), communities (netwerkvorming) en co-creatie

(samen ontwikkelen van nieuwe kennis). Optioneel kan ook worden gekozen voor de klantrelatie

persoonlijke hulp (kortlopende adviestrajecten).

Klanten van het kenniscentrum kunnen het beste worden bereikt via de kanalen website /

nieuwsbrief en bijeenkomsten. Daarnaast kan optioneel ook worden gekozen voor persoonlijke

kennisoverdracht (via adviseurs, ambassadeurs of superpromotors) of via een forum (als platform

voor co-creatie).

Twee verschillende rollen zijn denkbaar: als makelaar van kennis die bestaande kennis verspreidt

en/of als onderzoeker, die ook nieuwe kennis ontwikkelt. Op dit moment is er nog beperkte

uitwisseling van kennis over ondernemersdienstverlening, waardoor de vruchten van de innovatie

nog onvoldoende geplukt kunnen worden. Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening kan

hierin een rol als kennismakelaar op zich nemen. Gegeven de huidige vragen van de doelgroep die

vooral een toegepast karakter hebben (Hoe doen andere gemeenten het?) ligt een rol als

onderzoeker op dit moment minder voor de hand.

Page 10: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

10

Om deze waardepropositie te kunnen leveren moeten de volgende kernactiviteiten worden

uitgevoerd: kennisverspreiding, organisatie events, eigen onderzoek (optioneel), advieswerk

(optioneel) en relatie- en netwerkbeheer.

Bij alle bestudeerde kenniscentra zijn mensen (personeel) en financiële middelen belangrijke

middelen om de waardepropositie te kunnen realiseren. De relevante functies zijn afhankelijk van

de gekozen waardepropositie, kanalen, klantrelaties en kernactiviteiten.

Op verschillende niveaus moeten partnerschappen worden gesloten. Allereerst moeten

stuurgroeppartners (ministerie van EZ, ministerie van BZK, KING, VNG en lokale

ondernemersvertegenwoordigers) een plek moeten krijgen in de governance structuur van het

kenniscentrum met een directe invloed op de uit te voeren activiteiten van het kenniscentrum.

Daarnaast zijn er samenwerkingspartners met wie de samenwerking moet worden gezocht voor het

realiseren van de waardepropositie. Tot slot moet er worden samengewerkt met andere

kenniscentra om activiteiten af te stemmen en om goed aan te kunnen sluiten bij de ontwikkeling

van nieuwe kennis over dienstverlening.

De budgetvraag valt buiten het onderzoek. De financiering van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening bestaat uit een bijdrage van het ministerie van EZ. Andere

financieringsbronnen (stuurgroeppartners, deelnemersbijdragen) zijn optioneel.

Page 11: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

11

1. INLEIDING

1.1. ACHTERGROND

In het voorjaar van 2015 is het programma ‘Beter en Concreter’1 van de VNG en de ministeries van

BZK en EZ voor het verminderen van de regeldruk, het verbeteren van de dienstverlening en het

verbeteren van de (juridische) kwaliteit van regels afgerond. Het programma was een nadere

uitwerking van de bestuursafspraken 2011-2015 tussen Rijk, gemeenten, provincies en

waterschappen om de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met minimaal 5 procent per

jaar te verminderen. In het uitvoeringsprogramma2 stonden drie sporen centraal: 1) betere

uitvoerbaarheid van (rijks)regelgeving, 2) vermindering toezichtslasten en 3) slimmer werken en

betere dienstverlening.

Als vervolg op het in april 2015 gestopte programma is afgesproken om een aantal concrete

producten, projecten en cases die in het kader van het programma ‘Beter en Concreter’ zijn

ontwikkeld onder te brengen in het bestaande Kenniscentrum Dienstverlening van het ministerie

van BZK, KING en VNG. Dit platform heeft als doel om samen met gemeenten,

brancheorganisaties en kennisnetwerken kennis over dienstverlening te verzamelen, te verrijken, te

creëren en toegankelijk te maken.

Het Kenniscentrum Dienstverlening richt zich op dienstverlening in het algemeen. Onder de vlag

ondernemersdienstverlening biedt KING op dit moment twee instrumenten aan voor het in kaart

brengen van de kwaliteit van de dienstverlening aan ondernemers, te weten de Ondernemerspeiling

en Bewijs van Goede Dienst. Daarnaast worden op-de-koffie-bijeenkomsten georganiseerd om het

uitwisselen van kennis binnen gemeenten en tussen buurgemeenten te stimuleren. En tot slot

worden kickstarts voor eHerkenning en het Handelsregister georganiseerd. Een kickstart is een

twee uur durende in-house sessie, waarin een gemeente de benodigde informatie krijgt of een

lopend aansluittraject een impuls geeft.

Het is de wens van het ministerie van EZ om de reikwijdte van het huidige kenniscentrum verder te

verbreden en te verdiepen met kennis over dienstverlening aan ondernemers. Waarmee een

collectieve kennisbasis wordt gecreëerd voor het verminderen van de regeldruk en de

professionalisering van de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven.

1.2. DOEL VAN DE OPDRACHT

Het ministerie van EZ vindt verbetering van de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers van

groot belang. Verspreiding van kennis via een toekomstgericht en gebruiksvriendelijk

kenniscentrum kan een bijdrage leveren aan de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening

aan ondernemers.

1 https://www.vng.nl/onderwerpenindex/recht/goede-regels-gerichte-service-beter-en-concreter. 2 Ministerie van BZK, ministerie van EZ & VNG (2012), Uitvoeringsagenda vermindering regeldruk en controletoren.

Rijksoverheid en gemeenten, https://www.vng.nl/files/vng/uitvoeringsprogrammabeterenconcreter_1.pdf

Page 12: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

12

Om met het kenniscentrum goed aan te kunnen sluiten bij de wensen van ondernemers én de

wensen van gemeenten heeft het ministerie van EZ een strategische verkenning en

doelgroepenanalyse laten uitvoeren. Om zo onderbouwing te krijgen voor een goede

positiebepaling van ondernemersdienstverlening in het bestaande Kenniscentrum Dienstverlening

van KING.

In de strategische verkenning en doelgroepenanalyse zijn de volgende onderzoeksvragen

meegenomen:3

Positiebepaling:

Hoe richt je strategisch een kenniscentrum in voor ondernemersdienstverlening om:

1. concrete producten en instrumenten van Beter en Concreter te borgen, en

2. hoe kunnen we kennis uit het netwerk van gemeenten ontsluiten in het Kenniscentrum?

Het gaat hierbij om nieuwe kennis, ontwikkelingen, innovaties, goede voorbeelden op het gebied

van regeldruk en ondernemersdienstverlening te verzamelen.

En hiermee bij te dragen aan een gemeenschappelijk kader voor overheidsdienstverlening en het

realiseren van bestuurlijke doelen?

Wat is de gewenste rol en positie van het Kenniscentrum voor ondernemersdienstverlening?

Behoeftenonderzoek en klantvraag centraal:

Hoe kunnen de producten en diensten uit Beter & Concreter nog beter aansluiten op de wensen en

behoeften van gemeenten - en indirect op de wensen van bedrijven?

En hoe kan het Kenniscentrum goed aansluiten bij nieuwe kennis over dienstverlening?

Hoe kunnen we de bezoekersaantallen en het gebruik van het bestaande Kenniscentrum laten

stijgen?

Wat zijn haalbare doelen en wat is het perspectief?

Focus en verbinding:

Hoe kan het Kenniscentrum zich op het gebied van ondernemersdienstverlening onderscheiden

van de diverse online sites die raakvlakken hebben met het onderwerp en slim gebruik maken van

kennis en informatie die op diverse sites online beschikbaar is?

Is er inhoudelijk en/of communicatief een rol voor sociale media mogelijk en gewenst?

Daarbij zijn in de offerteaanvraag de volgende uitgangspunten voor het kenniscentrum genoemd:

Inspelen op een gebruikersbehoefte.

Alle kennis en informatie bieden die een gemeente nodig heeft voor een goede dienstverlening

(waarin bedrijven centraal staan).

Een interactief ontwerp bieden voor, door en met gemeenten.

Duidelijk focussen op aandachtsgebieden/thema’s die voor gemeenten relevant zijn

(decentralisaties, digitaal 2017, ...).

3 De onderzoeksvragen zijn integraal overgenomen uit de offerteaanvraag van dit onderzoek.

Page 13: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

13

Heldere structuur bieden en verbinding leggen met politiek bestuurlijke doelen.

Inzicht geven in succesvolle bestaande initiatieven en navolgbare best practices.

Samenhang creëren en verbinding leggen met beschikbare kennis en informatie op andere sites en

relevante programma’s.

Netwerkvorming en het stimuleren van samenwerking voor het actief uitwisselen van kennis en

ervaringen tussen gemeenten en ondernemersorganisaties.

Voor de afbakening van het begrip ‘ondernemersdienstverlening’ of ‘dienstverlening aan

ondernemers’ zijn wij in deze studie uitgegaan van een bredere definitie dan die van de

dienstverlening in de klassieke zin van het woord. In het artikel Verzakelijking van

accountmanagement4 van Platform31 zijn de volgende manieren genoemd om het economisch

accountmanagement van gemeenten richting bedrijven te versterken:

Ondernemersdienstverlening: de basis op orde;

Contact met het bedrijfsleven: weten wat er speelt;

Versterken van het complete vestigingsklimaat (rode-loper beleid).

Deze analogie hebben wij ook toegepast in deze studie. Als wij spreken van

ondernemersdienstverlening dan gaat het over a) het verlenen van diensten door de gemeente aan

de ondernemer, b) de relatie tussen de gemeente en de ondernemer en c) het beleid van de

gemeente voor ondernemers. Daarbij hebben wij zowel naar online als naar offline dienstverlening

gekeken.

Dit sluit ook goed aan bij de onderwerpen die worden meegenomen in de Ondernemerspeiling van

KING.5 De Ondernemerspeiling is een digitale enquête die gemeenten uit kunnen zetten onder hun

ondernemers. De resultaten van de enquête geven inzicht in de tevredenheid van ondernemers over

het functioneren van de gemeente op vijf onderwerpen:

(digitale) dienstverlening;

lokale regel- en lastendruk;

de relatie ondernemer - gemeente;

economisch beleid;

vestigingsklimaat.

4 Platform 31 (2014), Verzakelijking van accountmanagement, in: De stad en regio vooruit. Uitdagingen voor

wethouders en teams Economische Zaken. 5 https://www.kinggemeenten.nl/secties/ondernemerspeiling/ondernemerspeiling.

Page 14: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

14

1.3. ONDERZOEKSAANPAK

Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen hebben wij een onderzoeksaanpak opgesteld

bestaande uit vier fasen. In de eerste fase hebben wij de wensen en verwachtingen van

ondernemers over dienstverlening door gemeenten geïnventariseerd. Allereerst hebben wij

gekeken naar bestaande studies en metingen bij ondernemers (zoals de Ondernemerspeiling, MKB-

vriendelijkste gemeente, etc.). Daarnaast hebben wij gesproken met verschillende ondernemers en

lokale ondernemersvertegenwoordigers. In totaal hebben wij in deze eerste fase met 13 personen

gesproken.6 Aan de hand hiervan hebben wij een beeld kunnen schetsen van de wensen van

ondernemers. De resultaten hiervan zijn te vinden in hoofdstuk 2.

In de tweede fase van het onderzoek hebben wij gesprekken gevoerd met medewerkers bij

gemeenten, die rechtstreeks betrokken zijn bij dienstverlening aan ondernemers. Wij hebben

hiervoor 14 gemeenten geselecteerd. Bij de selectie van de gemeenten hebben wij rekening

gehouden met de gemeentegrootte (minimaal 2.000 bedrijfsvestigingen), de voortgang bij de

implementatie van de NUP-bouwstenen, regionale spreiding, deelname aan de meting van de

kwaliteit van de burgerdienstverlening en deelname aan de Ondernemerspeiling / Bewijs van

Goede Dienst. Met deze selectie hebben wij een goede doorsnede van alle gemeenten in Nederland

met meer dan 2.000 bedrijfsvestigingen binnen haar gemeentegrenzen. In de volgende tabel staat

het overzicht van de gemeenten opgenomen.

Tabel 1.1 Selectie gemeenten

GEMEENTEN AANTAL INWONERS

(2015)

AANTAL VESTIGINGEN VAN

BEDRIJVEN (2014)

Amsterdam 821.752 100.950

Apeldoorn 158.099 11.575

Capelle aan den IJssel 66.478 4.775

De Ronde Venen 42.588 4.675

Enschede 158.553 10.345

Heerenveen 50.141 4.050

Hoorn 71.880 5.335

Midden-Drenthe 33.284 2.735

Molenwaard 28.993 2.465

Oss 89.799 8.025

Tilburg 211.648 14.855

Utrecht 334.176 29.285

Valkenswaard 30.234 2.740

Zeewolde 21.894 2.300

Bij alle gemeenten hebben wij eerst gesprekken gevoerd met de accountmanager,

bedrijfscontactfunctionaris of beleidsmedewerkers economische zaken. In aanvulling daarop

hebben wij ook verschillende gesprekken gevoerd met andere functionarissen binnen de gemeente

die direct betrokken zijn bij ondernemersdienstverlening, zoals bv. adviseurs dienstverlening,

managers, communicatiemedewerkers en vergunningverleners.

6 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de gesprekspartners.

Page 15: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

15

Vervolgens hebben wij een focusgroep7 georganiseerd voor accountmanagers en

beleidsmedewerkers economische zaken, waarvoor gesprekspartners uit de 14 geselecteerde

gemeenten zijn uitgenodigd. In deze focusgroep zijn wij in gesprek gegaan met de potentiële

klanten van het kenniscentrum om meer inzicht te krijgen in hun behoeften. Focusgroepen zijn een

beproefde methode binnen het bedrijfsleven om het gesprek met de klant vorm te geven. Daarbij

zijn wij niet alleen in gesprek gegaan met de professionals, maar hebben wij juist ook het gesprek

tussen de professionals onderling gefaciliteerd. Juist dit laatste heeft veel informatie gegeven over

de diepere behoeften.

In de focusgroep hebben wij de wensen en verwachtingen van ondernemers aan de deelnemers

voorgelegd. Met daarbij de volgende vragen. Hoe wordt aan deze wensen en verwachtingen

voldaan binnen uw gemeente? Is hier nog een volgende verbeterslag te maken? Zo ja, welke? Zou

hierbij ondersteuning vanuit een kenniscentrum ondernemersdienstverlening nuttig kunnen zijn?

Zo ja, in welke vorm? De resultaten uit de gesprekken en de focusgroep zijn opgenomen in

hoofdstuk 3. In bijlage A is het verslag van de focusgroep opgenomen.

In de derde fase van het onderzoek hebben wij gekeken naar enkele andere bestaande

kenniscentra. Allereerst was het van belang om een goed beeld te hebben van het huidige

Kenniscentrum Dienstverlening van KING / VNG om zo met het nieuwe kenniscentrum voor

ondernemersdienstverlening verder te kunnen bouwen op het bestaande succes. Daarnaast was het

ook relevant om te weten welke andere kenniscentra er zijn, wat wij hiervan kunnen leren en hoe

het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zich kan onderscheiden van deze kenniscentra.

Voor drie succesvolle kenniscentra (Gemeenten van de Toekomst, het Kenniscentrum Wonen-Zorg

en Kennisnet) hebben wij een casus uitgewerkt aan de hand van het Business Model Canvas

(BMC). Deze BMC’s zijn te vinden in bijlage B.

In de vierde fase van het onderzoek hebben wij aan de hand van de inzichten uit de eerdere fasen

het Business Model Canvas (BMC) opgesteld van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. Het BMC verbindt de externe omgeving met de interne organisatie

en onderscheidt de volgende bouwstenen (zie ook de volgende figuur met daarin de belangrijkste

vragen):

Klant van de organisatie: klantsegmenten, klantrelaties, kanalen;

Aanbod van de organisatie: waardepropositie;

Infrastructuur van de organisatie: kernactiviteiten, middelen, partners;

Financiën van de organisatie: kosten, opbrengsten.

De kracht van het BMC is dat het in één oogopslag laat zien hoe de relaties tussen de verschillende

componenten liggen en wat de effecten zijn als er aanpassingen worden doorgevoerd.

7 Het was oorspronkelijk de bedoeling om vier focusgroepen te organiseren (voor de accountmanager, de

beleidsmedewerker EZ, de manager van het klantcontactcentrum en de medewerker vergunningen), maar de animo

voor de deelname aan deze focusgroepen bleek te beperkt te zijn. Meest genoemde redenen waarom genodigden

afzagen van deelname waren: andere prioriteiten en tijdsgebrek / agendaproblemen.

Page 16: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

16

Figuur 1.1 Business Model Canvas

De resultaten van het BMC van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zijn te vinden in

hoofdstuk 4.

1.4. LEESWIJZER

Na dit inleidende hoofdstuk gaat hoofdstuk 2 in op de behoeften van de ondernemer. Wat wensen

en verwachten de ondernemers van de dienstverlening van gemeenten?

Hoofdstuk 3 gaat in op de professionals werkzaam bij de gemeenten. Met welke uitdagingen en

ambities hebben zij te maken op het gebied van ondernemersdienstverlening? Welke rollen kunnen

hierbij worden onderscheiden? En wat zijn de behoeften van de professional bij de gemeente om zo

beter te kunnen voldoen aan de behoeften van de ondernemer?

Hoofdstuk 4 geeft een nadere uitwerking van het BMC voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. De verschillende bouwstenen van het BMC worden uitgewerkt met

als resultaat de strategische positionering van het kenniscentrum.

De beantwoording van de onderzoeksvragen en de conclusies van het onderzoek zijn te vinden in

hoofdstuk 5. Achtergrondinformatie (verslag focusgroep, BMC’s andere kenniscentra,

gesprekspartners en literatuur) is opgenomen in de bijlagen.

Page 17: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

17

2. BEHOEFTEN ONDERNEMERS

Dit hoofdstuk gaat in op de behoeften van ondernemers over de gemeentelijke dienstverlening. Wij

hebben verschillende ondernemers, ondernemersverenigingen en brancheorganisaties gevraagd

naar hun ervaringen met gemeentelijke dienstverlening en naar hun behoeften, wensen en

verwachtingen8 over de gemeentelijke dienstverlening. De resultaten hebben wij in perspectief

geplaatst met inzichten uit eerdere onderzoeken naar publieke dienstverlening.

De kwaliteit van de dienstverlening kan worden gedefinieerd als het verschil tussen de verwachte

kwaliteit en de ervaren kwaliteit van de dienstverlening.9 Uit ons onderzoek komt naar voren, dat er

al veel goed gaat volgens ondernemers, maar dat er ook nog ruimte is voor verdere verbetering van

de dienstverlening door gemeenten.

Verdere verbetering van de gemeentelijke dienstverlening is volgens ondernemers gewenst op de

volgende drie thema’s:

Goede regelgeving en goed beleid;

Snel de juiste weg kunnen vinden binnen de gemeente;

Waardevolle contacten: een meedenkende dienstverlener.

In het navolgende werken wij deze drie thema’s verder uit. Wij sluiten het hoofdstuk af met een

paragraaf waarin de relatie wordt gelegd tussen deze behoeften en het kenniscentrum

ondernemersdienstverlening.

2.1. GOEDE REGELGEVING EN GOED BELEID

De kwaliteit van regelgeving en de kwaliteit van het beleid zijn van groot belang. Een deel van de

wensen van ondernemers zijn te scharen onder deze noemer. Dit is overigens niet heel specifiek

een wens van ondernemers over gemeentelijke regelgeving of over gemeentelijk beleid, maar dat

geldt voor alle niveaus (ook voor bv. rijksregelgeving en rijksbeleid). En dit is ook niet heel

specifiek voor ondernemers, ook burgers en overheden vinden goede regelgeving van groot belang,

al zullen burgers en overheden het begrip ‘goede regelgeving’ iets anders invullen dan

ondernemers.

Uit het promotieonderzoek van Vergeer10 naar de beleving van regeldruk bij ondernemers komen

verschillende redenen naar voren waarom ondernemers ‘last hebben’ van de overheid. In de

volgende tabel zijn deze redenen opgenomen.

8 Behoeften zijn uitingen van tekorten die mensen ervaren en willen opheffen. Wensen zijn verlangens van mensen

over de manier waarop in behoeften kan worden voorzien. Verwachtingen betreffen de manier waarop mensen

denken dat aan de behoefte voldaan kan worden. Zie http://www.indora.nl/drie-niveaus-van-klantorientatie-

klantvriendelijk-klantgericht-en-klantparticipatie/. 9 Dit is de definitie conform het SERVQUAL-model (SERVQUAL staat voor Service Quality). Zie: Parasuraman, A.,

V.A. Zeithaml & L.B. Leonard (1988), SERVQUAL: A Multiple-Item Scale for Measuring Consumer Perceptions of

Service Quality, in: Journal of Retailing, volume 64, nr. 1. 10 Vergeer, E. (2015), Promotieonderzoek naar de beleving van regeldruk bij ondernemers,

http://www.campusdenhaag.nl/crk/promovendi/evergeer.html.

Page 18: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

18

Tabel 2.1 Wat heeft de meeste invloed op de ervaren regeldruk bij ondernemers? (van zeer belangrijk naar minder

belangrijk)

NR OMSCHRIJVING TYPE SCORE

(1 - 5)

1 Dat instanties goed met elkaar samenwerken W 4,48

2 Dat ik de regel zelf begrijp en kan uitvoeren, zonder (in- of extern) deskundig advies W 4,44

3 Dat de ambtenaar of inspecteur begrip toont voor mijn situatie W 4,37

4 Dat de regel een belangrijk probleem oplost of voorkomt W 4,32

5 Dat de gestelde eisen aansluiten op mijn praktijksituatie W 4,27

6 Dat mijn contact met de overheidsinstantie goed verloopt W 4,12

7 Dat de regel mijn plannen vertraagt K 4,00

8 Dat de regel mij tijd kost K 3,97

9 Dat de kosten die ik moet maken in verhouding zijn tot het publieke belang W 3,90

10 Dat de regel mij geld kost K 3,87

11 Dat ik door de regel minder flexibel wordt K 3,83

Vergeer maakt hierbij een onderscheid naar de werkbaarheid (W in de tabel) en de kosten (K in de

tabel). Daarbij komt Vergeer tot de conclusie dat de werkbaarheid van regelgeving meer invloed

heeft op de ervaren regeldruk door ondernemers dan de kosten van regelgeving.

Vergeer heeft daarbij ook gekeken naar hoe de verschillende organisaties scoren op algemene

tevredenheid. Op een schaal van 1 (slecht) via 3 (neutraal) tot 5 (goed) krijgen gemeenten van

ondernemers een 2,71. Gemeenten scoren hiermee op twee na laatste als naar het type organisatie

wordt gekeken.

Voor dit onderzoek hebben wij een nadere uitsplitsing gemaakt vanuit het oogpunt van de

oplossingsrichtingen (hoe te voldoen aan de wensen van ondernemers?). Als eerste categorie is dan

te onderscheiden de kwaliteit van de regelgeving en de kwaliteit van het beleid.11

Samen met de bovengenoemde elementen uit het promotieonderzoek van Vergeer is dan de

volgende lijst te maken van wat ondernemers verstaan onder goede regelgeving. Hieronder een

(niet limitatief) overzicht van vaker genoemde kenmerken:12

Een regel / het beleid moet nuttig zijn (bijdragen aan een maatschappelijk doel, een belangrijk

probleem oplossen of voorkomen);

Een regel / het beleid moet duidelijk, eenvoudig en ondubbelzinnig zijn en goed te begrijpen;

Een regel / het beleid moet aansluiten op de praktijk;

Een regel / het beleid moet niet te vaak veranderen;

Regelgeving / beleid moet niet tegenstrijdig zijn en niet leiden tot stapeling;

Naleving van de regel moet goed uitvoerbaar zijn, bij voorkeur zonder inhuur van deskundig

advies van derden;

11 De andere categorieën zijn ‘snel de juiste weg kunnen vinden binnen de gemeente’ en ‘waardevolle contacten: een

meedenkende dienstverlener’. 12 Hierbij is onder meer gekeken naar Actal (2013), Merkbaar minder regeldruk.

Page 19: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

19

Naleving van de regel moet weinig tijd & geld kosten en geen irritatie opleveren.

Toezicht op de regel / beleid moet van hoge kwaliteit zijn: risicogericht, high trust, deskundig

en dialoog.13

Ondernemers willen ook vaker met gemeenten in overleg treden over het gezamenlijk belang van

regels. (Voor)overleg draagt er aan bij dat regels voor beide partijen als zinvol worden ervaren en

toepasbaar zijn. Het vereenvoudigt bovendien het toezicht en de handhaving er op, dat levert een

win-situatie op voor beide partijen.

Als regelgeving of beleid niet voldoet aan bovengenoemde kenmerken, dan vragen ondernemers14

om minder regelgeving en/of aandacht voor de specifieke positie van kleinere ondernemers

(MKB) op wie de lasten van regelgeving relatief zwaarder15 drukken.

Een laatste wens van ondernemers over in het bijzonder gemeentelijke regelgeving betreft het

verminderen van de verschillen in regelgeving tussen gemeenten. Bedrijven die te maken hebben

met meerdere gemeenten merken dat regels, procedures en formulieren per gemeente kunnen

verschillen. Dit is verschillende malen genoemd in de gesprekken en uit bv. de evaluatie van de

Aanbestedingswet kwamen deze verschillen ook naar voren als een belangrijke reden voor

ergernissen bij ondernemers.16

In aanvulling op het bovenstaande is er ook een duidelijke behoefte aan goed beleid. In het

tweejaarlijkse onderzoek17 in opdracht van MKB Nederland naar de MKB-vriendelijkste

gemeenten wordt aan ondernemers onder meer gevraagd of hun gemeente:

een aanspreekpunt heeft voor ondernemers;

regelmatig investeert in voorzieningen ten behoeve van het bedrijfsleven;

structureel overleg voert met ondernemers;

specifiek beleid heeft voor het midden- en kleinbedrijf;

bedrijven ondersteunt met subsidies of stimuleringsregelingen;

op haar website informatie heeft voor ondernemers;

beleid heeft voor startende ondernemingen.

Een deel van deze elementen hangt samen met de kwaliteit van het beleid (dikgedrukt, blauw

cursief). De andere elementen hebben meer betrekking op de tweede categorie ‘snel de juiste weg

kunnen vinden binnen de gemeente’.

13 VNO-NCW, MKB Nederland & LTO Nederland (2014), Actieplan aan tafel. Samen naar een beter, slimmer en

efficiënter toezicht. 14 Zie bv. MKB Nederland & VNO-NCW (2015), Kansrijk! De groeiagenda voor ondernemerschap in het MKB. 15 Panteia (2014), Kleine ondernemers, nog altijd hoge lasten. Vergelijking tussen 2007 en 2013. 16 Ecorys & Van Zutphen Economisch Advies (2015), Lastenontwikkeling van de Aanbestedingswet 2012. 17 Lexnova Advies en Onderzoek (2013), MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013.

Page 20: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

20

Daarbij vinden ondernemers betrouwbaarheid van de gemeente ook één van de elementen van

adequate dienstverlening. In de Handleiding Bewijs van Goede Dienst18 is hierover de volgende

toelichting opgenomen.

“Ondernemers moeten ervan op aan kunnen dat gemeenten in vergelijkbare omstandigheden,

vergelijkbare besluiten nemen. Gemeenten motiveren besluiten en verstrekken informatie over de

achtergronden en afwegingen bij een genomen besluit. Ondernemers vertrouwen erop dat gemeenten

hen niet met onnodige administratieve lasten belasten. Ondernemers verstrekken informatie bij

voorkeur eenmalig, zolang de gemeenten de vertrouwelijkheid van gegevens en zorgvuldige

(elektronische) archivering garanderen.”

Deze bevindingen sluiten aan bij de resultaten van de Ondernemerspeiling.19 Daaruit komen

volgens ondernemers de volgende verbeterpunten voor de gemeentelijke dienstverlening naar

voren:20

terugdringen van regeldruk;

inspanningen gemeenten op duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen;

vaststellen van de prioriteiten in het lokale economisch beleid;

afhandeling van vergunningen;

toegankelijkheid van de website en digitale dienstverlening;

vaste aanspreekpunt binnen de gemeente;

communicatie en informatievoorziening.

Voortkomend uit goede regelgeving en beleid hebben ondernemers ook de wens voor een passende

handhaving en toezicht. Duidelijke regelgeving is daarvoor de basis. Andere elementen die worden

genoemd, zijn:

het benutten van ICT-toepassingen voor betere naleving en lagere lasten;

betere samenwerking tussen toezichthouders;

proportionaliteit van boetes of andere sancties.

2.2. SNEL DE JUISTE WEG KUNNEN VINDEN BINNEN DE GEMEENTE

Gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers kent een diepere gelaagdheid dan bv.

gemeentelijke dienstverlening aan burgers.21 Wanneer een ondernemer plannen heeft voor nieuwe

activiteiten of voor uitbreidingen van bestaande activiteiten dan is het niet ongebruikelijk dat zijn

verzoek over meerdere afdelingen en door meerdere personen binnen een gemeente moet worden

bekeken.

18 KING (2014), Handleiding Bewijs van Goede Dienst. Januari 2014. 19 Alle resultaten van de Ondernemerspeilingen zijn te vinden op http://waarstaatjegemeente.nl. 20 Het zesde verbeterpunt wordt nader uitgewerkt in paragraaf 2.2 (snel de juiste weg kunnen vinden binnen de

gemeente) en het laatste verbeterpunt wordt verder uitgewerkt in paragraaf 2.3 (waardevolle contacten: een

meedenkende dienstverlener). 21 Overigens vindt in de dienstverlening aan burgers nu ook een verandering plaats. Gemeenten ondervinden door de

drie decentralisaties in het sociaal domein dat dienstverlening aan burgers ook op meerdere lagen in de organisatie

terecht komt. Dienstverlening wordt dus in alle gevallen meer en meer ‘iets’ dat de gehele organisatie aangaat.

Page 21: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

21

Daarnaast zijn er verschillende rollen binnen de gemeente met contacten met ondernemers (denk

aan vergunningen, handhaving en beleidsvorming). Het is voor een ondernemer echter niet altijd

even gemakkelijk om snel de juiste persoon te vinden binnen de gemeentelijke organisatie.

Uit de gesprekken met ondernemers komt duidelijk naar voren dat ondernemers behoefte hebben

aan één aanspreekpunt bij de gemeente. Als ondernemers contact hebben met de gemeente, dan is

er ook een sterke voorkeur voor een vaste contactpersoon of een vaste groep van contactpersonen

(bv. bedrijvenloket). Zoals één van de geïnterviewden vertelde: “je kan een gemeente niet kennen,

maar een ambtenaar bij een gemeente wel”. Ondernemers vragen om een goede bereikbaarheid van

de gemeente in de vorm van bv. een bedrijvenloket, een accountmanager, actieve ambtenaren &

wethouder Economische Zaken, die open staan voor het gesprek met ondernemers en streven naar

een goede samenwerkingsrelatie met ondernemers. De wensen van ondernemers gaan verder dan

alleen digitale informatieverstrekking via de website van de gemeente.

Accountmanagers zijn niet alleen van belang als eerste aanspreekpunt / contactpersoon bij de

gemeente, maar zij vervullen vaak ook een belangrijke rol als intermediair tussen de ondernemer

(de klant) en het gemeentelijke apparaat. De accountmanager kan bv. de ondernemer ontzorgen bij

het aanvragen van een vergunning, zodat de ondernemer zelf niet meer langs alle afdelingen binnen

de gemeente hoeft te gaan. In het promotieonderzoek van Vergeer22 komt als belangrijkste factor

met invloed op de ervaren regeldruk naar voren ‘dat instanties goed met elkaar samenwerken’.

Deze samenwerking kan zijn tussen instanties (dubbele uitvraag van informatie), tussen afdelingen

(van het kastje naar de muur) en binnen afdelingen (dossiers niet kunnen overnemen, agenda’s niet

kunnen inzien). Een accountmanager is (deels) de oplossing voor een betere samenwerking tussen

afdelingen, zeker vanuit het gezichtsveld van de ondernemer.

Het is ook een nadrukkelijke wens van ondernemers om laagdrempelig in contact te komen met

ambtenaren en de wethouder economische zaken. Een actieve rol van ambtenaren en wethouders

bij bijeenkomsten van ondernemersverenigingen, in de vorm van bedrijfsbezoeken en proactieve

communicatie worden erg gewaardeerd door ondernemers. Een mooi voorbeeld hiervan is de

gemeente Zwolle.23

“Toen we met de komst van de financiële crisis de werkloosheid zagen oplopen hebben wethouders

wekelijks een halve dag geblokt om in gesprek te gaan met werkgevers met als doel om mensen met een

afstand tot de arbeidsmarkt (weer) aan een baan te helpen. Inmiddels hebben sinds 2012 binnen de

werkgeverstour tachtig gesprekken plaatsgevonden met wethouders, de accountmanager en de

ondernemers. Voorafgaand aan de bezoeken lichten we de bedrijven door en kijken we welke contacten

er intern met deze ondernemer zijn, welke vragen er kunnen spelen, of er vergunningaanvragen zijn

geweest en anticiperen we op een oplossing”

22 Vergeer, E. (2015), Promotieonderzoek naar de beleving van regeldruk bij ondernemers,

http://www.campusdenhaag.nl/crk/promovendi/evergeer.html. 23 Platform 31 (2014), Verzakelijking van accountmanagement, in: De stad en regio vooruit. Uitdagingen voor

wethouders en teams Economische Zaken.

Page 22: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

22

In 2012/2013 was Zwolle de MKB-vriendelijkste grote (G4 of G32) gemeente van Nederland.24 In

de interviews is Zwolle ook meermaals genoemd als goed voorbeeld met hun visie op

ondernemersdienstverlening.

MKB Nederland & VNO-NCW25 onderstrepen ook het belang van samenwerking tussen de

gemeente en ondernemers om samen de decentrale economische agenda vorm te geven. Vandaar

dat er veel aandacht is voor de regionale organisatie van ondernemers als gesprekspartner voor de

gemeente.

Bij het goed de weg kunnen vinden binnen de gemeenten speelt communicatie richting

ondernemers ook een belangrijke rol. Actieve communicatie draagt ook bij aan de positieve

perceptie van de ondernemer over de gemeente. Zoals één van onze respondenten suggereerde:

“Bij communicatie en beleid valt veel winst te boeken voor zowel ondernemers als gemeenten.

Gemeenten zitten regelmatig met ondernemersverenigingen aan tafel, maar vertellen niet wat ze doen.

Zet op je gemeentepagina dat je overleg hebt, foto erbij, en vertel wat heb je samen hebt bereikt.”

2.3. WAARDEVOLLE CONTACTEN: EEN MEEDENKENDE DIENSTVERLENER

De wensen van ondernemers houden niet op bij het laagdrempelig kunnen leggen van de contacten

met de gemeente. Ondernemers verwachten ook dat de contacten met de gemeente van hoog niveau

zijn. Ondernemers verwachten van gemeenteambtenaren hetzelfde als van iedere andere

dienstverlener. Dit geldt voor alle type contacten met de gemeente, of het nu gaat om

vergunningen, handhaving of beleid. Zoals Jan ten Hoopen (voorzitter Actal) het eind vorig jaar in

een interview verwoordde:26

“De rode draad is dat overheden, ook gemeenten, zich echt moeten verplaatsen in de burgers en

bedrijven waarvoor ze het doen. Wat hebben zij nodig en hoe kunnen we dat zo eenvoudig mogelijk

faciliteren? Wat je nog altijd ziet, is dat er te veel vanuit de regelgeving of een juridische context wordt

gedacht.”

Ondernemers verwachten dat de gemeenteambtenaar een dienstverlener is, die zich kan

verplaatsen in de situatie van de ondernemer, die begrip toont, die meedenkt, die helpt bij het

maken van de vertaalslag van regelgeving naar praktijk.27 Bij wie niet de regels leidend zijn, maar

de behoeften van de ondernemer.

24 Lexnova Advies en Onderzoek (2013), MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. 25 MKB Nederland & VNO-NCW (2015), Kansrijk! De groeiagenda voor ondernemerschap in het MKB. 26 Sandee, R.(2014), Interview Jan ten Hoopen: ‘Gemeenten moeten zich verplaatsen in de burger’, in SC nummer

51/52, 16 december 2014. 27 Dit is het derde element met grote invloed op de ervaren regeldruk uit tabel 2.1. Bron: Vergeer, E. (2015),

Promotieonderzoek naar de beleving van regeldruk bij ondernemers,

http://www.campusdenhaag.nl/crk/promovendi/evergeer.html.

Page 23: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

23

De gemeente Amsterdam heeft een analyse gemaakt welke elementen de tevredenheid van burgers

over de dienstverlening bepalen.28 Daaruit kwam dat de tevredenheid van de burger bij telefonisch

contact voor 56 procent werd bepaald door het functioneren van de medewerker (deskundigheid,

vriendelijkheid, duidelijkheid van de informatie, snelheid afhandeling en mate van meedenken).

Het is niet bekend hoe dit percentage uitvalt voor ondernemers, maar het lijkt aannemelijk dat deze

elementen ook relevant zijn voor de tevredenheid van de ondernemer over de gemeentelijke

dienstverlening.

Vergelijkbare elementen komen ook terug bij de aandachtsgebieden (termijnen, professionaliteit,

ondernemersgerichtheid) en normen van het meetinstrument Bewijs van Goede Dienst van KING.29

Ook in andere studies zijn deze elementen naar voren gekomen. Twee knelpunten die bv. naar

voren komen in een analyse van de knelpunten voor ondernemers in de provincie Fryslân zijn:30

De kwaliteit van dienstverlening van de overheid wordt als onvoldoende beoordeeld. Overheden

denken niet met de ondernemer mee en zoeken beperkt naar oplossingen. Hierbij wordt

aangegeven wat niet mag in plaats van wat wel mogelijk is.

De kennis en deskundigheid van ambtenaren schiet te vaak te kort. Ambtenaren hebben niet altijd

de kennis van de uitvoeringspraktijk van bedrijven. Daarnaast zijn deze niet altijd op de hoogte

van de meest actuele wet- en regelgeving.

In het verlengde hiervan is in de gesprekken met de ondernemers ook regelmatig naar voren

gekomen, dat gemeenten soms ‘nee, tenzij’ als uitgangspunt hebben in plaats van ‘ja, mits’. Een

open houding vanuit de basisgedachte ‘hoe kunnen wij helpen?’ of ‘wat leuk dat u dat wilt

organiseren, wat kunnen we voor u betekenen’ wordt door ondernemers erg gewaardeerd.

2.4. BETEKENIS VOOR KENNISCENTRUMCENTRUM ONDERNEMERSDIENSTVERLENING

Het einddoel van het kenniscentrum ondernemersdienstverlening is het leveren van een bijdrage

aan de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers. In het voorgaande is een

inventarisatie gemaakt van de behoeften, wensen en verwachtingen van ondernemers over de

gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers. Hieruit zijn drie thema’s naar voren gekomen,

waarmee de dienstverlening aan ondernemers - volgens ondernemers - merkbaar het beste kan

worden verbeterd.

28 Gemeente Amsterdam (2015), Het nieuwe dienstverlenen. Een organisatiemodel voor excellente dienstverlening in

Amsterdam, presentatie Overheid 360° d.d. 22 april 2015. 29 KING (2014), Handleiding Bewijs van Goede Dienst. Januari 2014. 30 Advieswereld & SIRA Consulting (2014), Knelpunten voor ondernemers. Inventarisatie van knelpunten waar

ondernemers in de provincie Fryslân tegen aan lopen.

Page 24: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

24

De ondernemer is echter de ‘indirecte’ klant van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening,

de ‘directe’ klant is de professional bij de gemeente. Pas wanneer de activiteiten van het

kenniscentrum ondernemersdienstverlening aansluiten bij de behoeften van de directe klant

(professional bij de gemeente) zal deze directe klant gebruik gaan maken van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening.

Om nu een goede aansluiting tussen de activiteiten en het einddoel (lees: voldoen aan de wensen

van de ondernemer) van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening te kunnen borgen zijn de

volgende twee elementen van belang:

1. Vraag de professional bij de gemeente: Hoe wordt aan de wensen en verwachtingen van

ondernemers voldaan binnen uw gemeente? Is hier nog een volgende verbeterslag te maken?

Zo ja, welke? Zou hierbij ondersteuning vanuit een kenniscentrum

ondernemersdienstverlening nuttig kunnen zijn? Het antwoord op de laatste vraag leidt tot een

longlist van thema’s en onderwerpen voor het kenniscentrum. Deze lijst is dynamisch en moet

regelmatig geactualiseerd worden voor een goede aansluiting op de behoeften van de

professionals. Voor dit onderzoek hebben wij deze vragen ook voorgelegd in de focusgroep.

Het resultaat daarvan - de actuele longlist - is in de bijlage ‘verslag focusgroep’ opgenomen.

2. Toets vooraf bij alle activiteiten, diensten en producten of deze bijdragen aan de behoeften van

de ondernemers, zoals verwoord in dit hoofdstuk.31 Dit leidt tot een shortlist van onderwerpen.

De shortlist van dit moment is opgenomen in paragraaf 3.3.

31 Vanzelfsprekend veranderen de behoeften van ondernemers door de tijd. Het is daarom relevant om de behoeften van

ondernemers met enige regelmaat te herijken.

Page 25: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

25

3. BEHOEFTEN GEMEENTEN

Dit hoofdstuk gaat in op de behoeften van professionals werkzaam bij gemeenten. In de eerste

paragraaf schetsen wij de uitdagingen en ambities, waar gemeenten mee te maken hebben, in relatie

tot ondernemersdienstverlening. Deze geven de kaders waarbinnen ondernemersdienstverlening

zich de komende jaren zal ontwikkelen.

In de tweede paragraaf inventariseren wij de functies en rollen binnen de gemeente, die te maken

hebben met ondernemers. In de laatste paragraaf presenteren wij de behoeften van de professionals

bij gemeenten, waarvoor het kenniscentrum ondernemersdienstverlening mogelijk een oplossing

kan bieden. Deze behoeften zijn het resultaat van de gevoerde interviews en de focusgroep met

accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken.

3.1. UITDAGINGEN EN AMBITIES

Gemeenten hebben voor de komende jaren de grote uitdaging om de gemeentelijke dienstverlening

te verbeteren en/of te digitaliseren en de regeldruk te verminderen. Heel concreet kunnen de

volgende ontwikkelingen en ambities worden onderscheiden.

De ambities voor overheidsbrede dienstverlening zijn vastgelegd in de visie: Dienstverlening

samen doen! Op initiatief van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP) hebben

tientallen organisaties (gemeenten, uitvoeringsorganisaties, koepelorganisaties en ministeries)

begin 2013 afspraken gemaakt voor een gezamenlijke ambitie voor het jaar 2020 voor betere

en goedkopere dienstverlening. Bij deze ambitie is ook een gezamenlijke uitvoeringsstrategie

en uitvoeringsagenda vastgesteld.

Deze ambities zijn door de VNG omarmd en vormen het uitgangspunt voor de Digitale

Agenda (2020). De Digitale Agenda 2020 is de collectieve gemeentelijke aanpak op het

gebied van dienstverlening en informatiebeleid. De ambities van de Digitale Agenda 2020

zijn: transparant en efficiënt werken, werken als één overheid en standaardiseren waar

mogelijk en lokaal maatwerk bieden waar nodig. De VNG en KING ondersteunen gemeenten

bij het zelf opzetten en uitvoeren van projecten vanuit de Digitale Agenda.

Verdergaande digitalisering van de overheidsdienstverlening is een belangrijk onderdeel van

Digitale Overheid 2017. Een belangrijke ambitie in deze visiebrief van de minister van BZK

is dat burgers en bedrijven uiterlijk in 2017 hun zaken met de overheid digitaal kunnen

afhandelen.

De beleidsgedachte achter decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten komt voort uit

de kabinetsvisie naar meer participatie in de samenleving. De decentralisatie moet ertoe

bijdragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente beter

worden benut. Gemeenten krijgen er vanaf 2015 door de overdracht van rijkstaken belangrijke

taken bij zoals jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen.

In 2018 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. Met de Omgevingswet bundelt de

overheid de regels voor ruimtelijke projecten (bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en

natuur) en krijgen gemeenten, provincies en waterschappen meer ruimte om hun

omgevingsbeleid af te stemmen op de eigen behoeften en doelstellingen.

Page 26: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

26

De programma’s van de VNG dragen verder bij aan de decentralisatie van overheidstaken

naar gemeenten. Binnen de VNG staan de programma’s ‘Regionale economische

ontwikkeling & arbeidsmarkt’ en het programma ‘Dienstverlening’ centraal. Werkgelegenheid

en ondernemerschap zijn essentieel voor een gezonde en levendige gemeente en gemeenten en

bedrijfsleven kunnen elkaar versterken hetgeen gunstig is voor de lokale en regionale

economie en voor het realiseren van de sociale opgaven van gemeenten.

Bovenstaande uitdagingen en ambities geven de kaders van de ontwikkeling van de gemeentelijke

dienstverlening aan ondernemers voor de komende jaren en daarmee ook voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening.

Het einddoel van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is het verbeteren van de

dienstverlening aan ondernemers. Dit doel en de doelen in de beleidsvisie op de gemeentelijke

dienstverlening van de toekomst liggen in elkaars verlengde (betere en goedkopere dienstverlening,

transparant en efficiënt werken, werken als één overheid, standaardiseren waar mogelijk en lokaal

maatwerk bieden waar nodig, digitale dienstverlening). Met de juiste samenstelling van de

stuurgroep van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening kan geborgd worden dat het

einddoel en de politiek bestuurlijke doelen centraal blijven staan en dat de activiteiten van het

kenniscentrum in lijn blijven met deze doelen. Daarmee kan het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening een bijdrage leveren aan het gemeenschappelijke kader voor

overheidsdienstverlening en het realiseren van de bestuurlijke doelen. In paragraaf 4.5.2 worden de

doelen voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening nader uitgewerkt en wordt de

verbinding gelegd tussen de beleidsvisie en de doelen van het kenniscentrum.

3.2. ROLLEN BINNEN DE GEMEENTE

Gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers heeft een ander karakter dan gemeentelijke

dienstverlening aan burgers. Dienstverlening aan ondernemers kent een lagere frequentie (minder

transacties) en een hogere variëteit (minder standaardprocessen, meer maatwerk, betrokkenheid van

meerdere afdelingen) dan dienstverlening aan burgers.32 Mede daarom zijn er binnen de gemeente

veel verschillende rollen te onderscheiden van professionals die direct of indirect te maken hebben

met ondernemers en die daarmee een potentiële doelgroep vormen voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening.

Het dichtst bij de ondernemer staat de accountmanager of bedrijfscontactfunctionaris.33 Deze

professional is binnen de gemeente vaak het eerste aanspreekpunt voor de ondernemer. Daarnaast

heeft de beleidsmedewerker economische zaken ook vaak direct contact met ondernemers bij de

beleidsvorming en de beleidsuitvoering. De wethouder economische zaken speelt ook een

belangrijke rol bij de dienstverlening aan ondernemers.

32 Uitzondering hierop is de dienstverlening aan burgers volgend uit de drie decentralisaties in het sociale domein op het

gebied van jeugd, werk & inkomen en zorg. Dit zijn ook complexere processen met meer maatwerk. 33 Iedere gemeente is verschillend en zeker in de functiebenamingen. Wij presenteren hier alleen de vaak voorkomende

functiebenamingen.

Page 27: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

27

In verschillende interviews is aangegeven, dat “een sterke wethouder economische zaken het

verschil kan maken voor de ondernemers.” En dat “goede contacten tussen ondernemers en de

gemeente op bestuurlijk niveau (wethouder) bijdragen aan effectief economisch beleid van de

gemeente.”

Daarnaast zijn er uit de gesprekken ook nog andere rollen en functies naar voren gekomen van

professionals die direct of indirect contacten hebben met ondernemers. In sommige gemeenten is er

een afdeling dienstverlening (voor burgers en bedrijven), in andere gemeenten is er een

klantcontactcentrum of zelfs een apart bedrijvenloket. Van baliemedewerker tot manager, beiden

vormen een potentiële doelgroep voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Daarnaast zijn er vanuit de verschillende vakafdelingen ook contacten tussen de gemeente en de

ondernemer. Daarbij valt enerzijds te denken aan vergunningverlening en handhaving (milieu,

ruimtelijke ordening) en anderzijds aan medewerkers sociale zaken (hebben contact met bedrijven

voor de re-integratie van mensen met een bijstandsuitkering).

En tot slot zijn er vanuit de lijn ook nog functies te onderscheiden die een relatie hebben met

ondernemers zoals bv. de gemeentesecretaris, de regeldrukcoördinator of ICT-medewerkers

verantwoordelijk voor digitale dienstverlening.

Per saldo zijn er veel verschillende professionals binnen de gemeente die te maken hebben met

ondernemers. En dat betekent ook dat er veel verschillende potentiële klantgroepen zijn voor het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. Wij hebben tijdens de uitvoering van ons onderzoek

wel gemerkt, dat accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken zich meer

aangesproken voelen tot het onderwerp ondernemersdienstverlening dan andere groepen

professionals binnen gemeenten.34

Iedere potentiële klantgroep heeft zijn eigen specifieke behoeften. Uit de onderzochte cases is

gebleken dat een goede aansluiting van de diensten van het kenniscentrum op de behoeften van de

klant (klantvraag) één van de belangrijkste succesfactoren voor een kenniscentrum is. Dat betekent

mogelijk dat er aparte diensten en een aparte waardepropositie moeten komen voor iedere

doelgroep.

In het geval de financiële middelen voor het kenniscentrum gelimiteerd zijn is het daarom aan te

raden om te focussen op enkele doelgroepen. De meest voor de hand liggende doelgroepen zijn de

accountmanager, de beleidsmedewerker economische zaken en de wethouder economische zaken.

Deze professionals hebben binnen de gemeente het meest te maken met ondernemers, waardoor het

meest effectief een impact op verbetering van de dienstverlening aan ondernemers kan worden

bereikt.

34 Zo zijn bv. de focusgroepen voor managers van het klantcontactcentrum en voor medewerkers vergunningverlening

niet doorgegaan vanwege te beperkte animo vanuit de doelgroep. De animo voor een focusgroep vanuit

accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken was wel groot. 8 van de 14 gemeenten (57%) waren

aanwezig. Eenzelfde beeld kwam ook naar voren bij het regelen van de interviews met professionals binnen de

gemeenten.

Page 28: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

28

Op deze manier kan het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zowel op ambtelijk als op

bestuurlijk niveau toegevoegde waarde leveren. In het vervolg van dit rapport werken wij de

behoeften van deze doelgroepen verder uit in een strategisch ontwerp voor het kenniscentrum.

Met een hele gerichte focus op deze drie doelgroepen (accountmanager, beleidsmedewerker EZ en

wethouder EZ) onderscheidt het kenniscentrum zich van andere kenniscentra die meer vanuit een

thematische invalshoek zijn ingericht. Deze focus op de drie doelgroepen creëert de basis voor een

vraaggestuurde aanpak, waarbij de gebruikersbehoefte van de klant echt centraal staat.

3.3. BEHOEFTEN PROFESSIONALS

Welke waarde wordt voor de klant gecreëerd? Bij welke behoefte past dit?

Het succes van een organisatie wordt voor een groot deel bepaald door de waarde die gecreëerd

wordt voor haar klanten. Dankzij de producten of diensten van de organisatie wordt een bijdrage

geleverd aan het oplossen van de problemen van de klant, waarmee de behoeften van de klant

worden vervuld. Dit is ook relevant voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Op dit moment komen er telefonisch al regelmatig vragen binnen van professionals bij gemeenten

over verbetering van de ondernemersdienstverlening. Daarbij doorlopen de vragen vaak de

volgende stadia:

1. Hoe krijg ik het onderwerp --- xxx --- op de agenda?

2. Wat kost het? Wat levert het op?

3. Ik heb expertise nodig! Waar kan ik dat vinden? Wie weten hier meer vanaf?

4. Is er een proefimplementatie? Welke gemeenten heeft dit al eerder gedaan?

Wij hebben voor dit onderzoek met één oud-wethouder gesproken.35 Dat betekent dat wij

onvoldoende waarnemingen hebben om uitspraken te doen over de behoeften van de wethouder

economische zaken. Mede daarom ook ons advies (zie paragraaf 4.2.1) om in contact te treden met

de Wethoudersvereniging om samen vast te stellen wat de behoeften van de wethouder

economische zaken is in relatie tot ondernemersdienstverlening.

Met accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken hebben wij wel uitgebreid

contact gehad in de vorm van interviews en een focusgroep. In deze gesprekken hebben wij de

wensen en verwachtingen van ondernemers aan de professionals voorgelegd. Met daarbij de

volgende vragen. Hoe wordt aan deze wensen en verwachtingen voldaan binnen uw gemeente? Is

hier nog een volgende verbeterslag te maken? Zo ja, welke? Zou hierbij ondersteuning vanuit een

kenniscentrum ondernemersdienstverlening nuttig kunnen zijn? De meerderheid van de

respondenten (accountmanagers en beleidsmedewerkers EZ) was positief over het opzetten van een

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

35 Wij hebben wel getracht om ook met andere wethouders een interview te houden, maar vanwege uiteenlopende

redenen (onder meer agendaproblemen) is dat niet gelukt.

Page 29: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

29

Een verslag van de focusgroep is opgenomen in bijlage B ‘Verslag focusgroep’. In dit verslag is de

longlist van thema’s en onderwerpen te vinden, waar het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening zich mogelijk op zou kunnen richten. Wij hebben vervolgens gekeken

in hoeverre bepaalde onderwerpen wellicht beter vanuit een ander gremium zouden kunnen worden

opgepakt en naar de uiteindelijke impact voor het einddoel (behoeften van de ondernemers). Het

resultaat daarvan is de shortlist van onderwerpen waarop het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening zich de komende tijd zou kunnen gaan richten.

Er moet worden opgemerkt dat er al veel goed gaat op het gebied van de dienstverlening aan

ondernemers. Daarbij kan een gemeente een ondernemer ook niet altijd ter wille zijn, ook andere

belangen (burgers, andere ondernemers, milieu) zijn relevant. Het resultaat van uitstekende

dienstverlening kan dan nog steeds een ontevreden ondernemer zijn.

In het vervolg van deze paragraaf presenteren wij de bevindingen aan de hand van het door ons

gebruikte analysekader. Het analysekader beschrijft het speelveld van de accountmanager en

beleidsmedewerker EZ en is in de volgende figuur opgenomen.

Figuur 3.1 Speelveld accountmanager / beleidsmedewerker EZ

Het speelveld van de accountmanager en de beleidsmedewerker EZ kent vier belangrijke andere

actoren: de ondernemer (de klant), het bestuur (meer concreet de wethouder EZ), de interne

organisatie (collega’s op andere afdelingen) en andere overheden.36

36 De actor ‘andere overheden’ is voor de volledigheid meegenomen, omdat er onderwerpen zijn genoemd in de

focusgroep in de relatie tussen de accountmanager / beleidsmedewerker EZ en andere overheden (longlist). Deze

suggesties is echter niet op de shortlist opgenomen.

Page 30: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

30

Veel van de genoemde suggesties voor kennisdeling door het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening hangen samen met het raakvlak tussen de accountmanager /

beleidsmedewerker EZ en de andere actoren (zie vier i-tekens). Het vijfde en laatste i-teken heeft

betrekking op suggesties met een vakinhoudelijk karakter.

In het navolgende lopen wij de tijdens de focusgroep gemaakte suggesties langs per actor. Daarbij

laten wij de vragen zien, die vanuit de interviews en de focusgroepen naar voren zijn gekomen.

Deze vragen kunnen of door het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zelf worden

beantwoord (rol van onderzoeker) of vanuit de andere gemeenten, die al ervaring hebben opgedaan

met het betreffende vraagstuk. In dat laatste geval heeft het kenniscentrum de rol van makelaar van

kennis (door vraag en aanbod van kennis bij elkaar te brengen).

Klant = ondernemer

De relatie tussen de ondernemer en de gemeente is een belangrijke determinant bij de perceptie van

de kwaliteit van de dienstverlening. Vandaar ook het streven naar een goede relatie tussen beiden.

Hoe kan deze relatie nog verder verbeterd worden? Hoe de communicatie naar ondernemers te

verbeteren (laten zien wat de gemeente doet voor de ondernemer)? Hoe ervoor te zorgen dat

ondernemers waardevolle input geven voor de beleidsvorming of mogelijk zelfs een deel van de

beleidsvorming op zich nemen? En hoe in gesprek te blijven met de doelgroep zonder te

‘overvragen’?

Bestuur / wethouder EZ

Vanwege de bezuinigingen is er druk op de budgetten voor accountmanagement en economische

zaken. Economische zaken is geen kerntaak van de gemeente. Het is niet altijd even gemakkelijk

om het bestuur van de gemeente te overtuigen van de meerwaarde van accountmanagement en

economische zaken. Terwijl dit wel een duidelijke wens is van de ondernemer. Hoe deze

meerwaarde aan te tonen? Hoe het bestuur mee te krijgen? Welke gemeenten boeken hier succes en

waarom?

Interne organisatie

Het leveren van goede dienstverlening aan ondernemers, het meedenken en verplaatsen in de

ondernemer zijn voor accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken redelijk

gemeengoed. Maar dit zijn niet de belangrijkste prioriteiten voor alle ambtenaren binnen de

gemeente, bv. bij vergunningverlening heeft een zorgvuldig en rechtmatig proces van de

vergunningverlening de hoogste prioriteit. Vraag is dan hoe anderen mee te krijgen bij het streven

naar een verbetering van de dienstverlening aan ondernemers? Hoe vanuit de andere prioriteiten

ook aandacht te krijgen voor de verbetering van de dienstverlening? Wat kan hier geleerd worden

van andere gemeenten?

De complexiteit van de dienstverlening aan ondernemers stelt ook eisen aan de interne organisatie

van de gemeente. Hoe de interne organisatie in te richten? En zijn hier verschillen tussen grote

gemeenten en kleinere gemeenten?

Page 31: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

31

Veel verschillende personen binnen de gemeente hebben contacten met bedrijven. Op dit moment

worden deze contacten nog niet altijd voldoende op elkaar afgestemd. Zo kan het voorkomen dat

een handhaver bij de handhaving niet op de hoogte is van een specifieke uitzondering op een

vergunning of dat een bedrijf kort achter elkaar door meerdere verschillende personen vanuit de

gemeente wordt benaderd. Hoe dit beter te regelen? Een mogelijke oplossing is zaakgericht

werken of een CRM-systeem. Maar wat zijn hier de mogelijkheden? Hoe dit te implementeren? En

hoe ervoor te zorgen dat alle betrokkenen hier ook actief mee gaan werken? Welke gemeenten

hebben gekozen voor welke oplossingen? Welke succesvoorbeelden kunnen hier genoemd worden?

Vakinhoudelijke vragen

Vakinhoudelijke vragen spelen vooral bij nieuwe en innovatieve ontwikkelingen, zoals bv. het

ontstaan van nieuwe mengvormen van bedrijven (winkels en horeca), de drie decentralisaties in het

sociale domein of de implementatie van nieuwe regelgeving.37 Gemeenten hebben behoefte aan

meer informatie hoe om te gaan met nieuwe ontwikkelingen binnen de bestaande regelgeving. Hoe

om te gaan met dilemma’s die hier spelen? Hoe gaan andere gemeenten met deze vraagstukken

om?

Er is steeds meer aandacht voor bedrijfsmatig werken en de business-case gerelateerde

benadering. Wat zijn de kosten en baten van de dienstverlening en het beleid? Onder meer bij

samenwerking tussen verschillende afdelingen is dit relevant. Dit kan mogelijk ook tot een andere

insteek leiden van de dienstverlening aan ondernemers: Welke diensten worden gratis en welke

diensten worden betaald aangeboden aan ondernemers? Vraag is dan bv. hoe zo’n business case op

te zetten? Hoe deze benadering breder uit te rollen binnen de gemeente? En van welke

succesvoorbeelden bij andere gemeenten kan geleerd worden?

Tot slot

Bovengenoemde vragen geven inzicht in de huidige wensen en behoeften van gemeenten. Door op

deze thema’s kennis te ontsluiten kan goed worden aangesloten op de wensen en behoeften van

gemeenten. Te zien is dat de behoeften van gemeenten in het verlengde liggen van de politiek-

bestuurlijke doelen uit paragraaf 3.1.

De behoeften van accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken zijn echter niet

statisch. Wat vandaag relevant en interessant is voor de doelgroep, hoeft dat morgen niet meer te

zijn. Een vraaggestuurde aanpak waarbij er continu contact en feeling is met de doelgroep is dan

ook cruciaal om goed in te spelen op de gebruikersbehoefte. Door het onderwerp

ondernemersdienstverlening onder te brengen in het huidige Kenniscentrum Dienstverlening van

KING en de VNG wordt een goede basis gecreëerd voor deze vraaggestuurde aanpak.

37 Over verschillende onderwerpen (mengvormen, decentralisaties) is de kennisdeling reeds in een ander gremium

voorzien. De verspreiding van deze kennis kan uiteraard ook via het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Page 32: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische
Page 33: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

33

4. BUSINESS MODEL CANVAS

Dit hoofdstuk geeft een nadere uitwerking voor de strategische positionering en inrichting van het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening aan de hand van het Business Model Canvas (BMC).

Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is er voor, door en met gemeenten. In de eerste

paragraaf lichten wij kort het BMC toe. In de daarop volgende vier paragrafen werken wij de

bouwstenen verder uit, waarbij wordt ingegaan op de klant, het aanbod, de infrastructuur en de

financiën.

Voor ieder van de bouwstenen geven wij aan welke opties of alternatieven er zijn en hoe deze

samenhangen met de andere bouwstenen. Wij presenteren hierbij niet alleen de meest voor de hand

liggende optie, maar laten verschillende opties zien. Dit maakt het mogelijk voor de lezer om –

vergelijkbaar met een menukaart – zelf een keuze te maken van het alternatief dat het beste past bij

zijn behoeften.38 Wij geven vanzelfsprekend wel aanbevelingen voor de strategische positionering

en inrichting van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening en presenteren waar mogelijk

een voorkeursoptie gebaseerd op de inzichten uit de interviews en de cases van de andere

kenniscentra. In de laatste paragraaf is het ingevulde BMC voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening te vinden.

Naast het BMC voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening hebben wij ook een BMC

opgesteld voor drie andere kenniscentra, te weten: Gemeenten van de Toekomst, het

Kenniscentrum Wonen-Zorg en Kennisnet. Deze BMC’s zijn opgenomen in bijlage B.

4.1. INTRODUCTIE BMC

Het Business Model Canvas (BMC) bestaat pas enkele jaren (sinds 2008), maar is wereldwijd aan

een grote vlucht bezig omdat het de juiste strategische vragen voor organisaties in een goede

samenhang zet.39 Het BMC verbindt de externe omgeving met de interne organisatie. Het BMC

onderscheidt de volgende bouwstenen voor een organisatie:

Klant van de organisatie:

Klantsegmenten: Wie zijn de belangrijkste klanten? Hoe worden behoeften achterhaald?

Klantrelaties: Hoe worden relaties met de klant gelegd en onderhouden?

Kanalen: Hoe worden klanten bereikt?

Aanbod voor de klant:

Waardepropositie: Welke waarde wordt voor de klant gecreëerd? Bij welke behoefte past

dit? Wat is het aanbod voor de klant?

Infrastructuur van de organisatie:

Kernactiviteiten: Wat zijn de belangrijkste activiteiten?

Middelen: Welke mensen en middelen zijn nodig?

Partners: Wie zijn de strategische partners?

38 Daardoor zijn de inzichten uit dit hoofdstuk ook bruikbaar voor andere kenniscentra. 39 Osterwalder, A. & Y. Peigneur (2009), Business Model Generation.

Page 34: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

34

Financiën van de organisatie:

Kosten: Welke kosten moeten worden gemaakt? Hoe ziet de kostenstructuur eruit?

Opbrengsten: Wat is de output (indicatoren)? Wat is het verdienmodel?

De kracht van het model is dat het in één oogopslag laat zien hoe de relaties tussen de verschillende

componenten liggen en wat de effecten zijn als er aanpassingen worden doorgevoerd. Kortom, een

zeer geschikt model voor de strategische positionering van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. In de volgende figuur is een leeg voorbeeld van het BMC

opgenomen.

Figuur 4.1 Voorbeeld Business Model Canvas

4.2. DE KLANT

Drie bouwstenen van het BMC hangen direct samen met de klant. Deze zijn: klantsegmenten,

klantrelaties en kanalen. In het navolgende werken wij deze nader uit.

4.2.1. KLANTSEGMENTEN

Wie zijn de belangrijkste klanten?

In paragraaf 3.2 is reeds een nadere toelichting gegeven dat de klantgroepen accountmanagers,

beleidsmedewerkers economische zaken en wethouders economische zaken de meest voor de hand

liggende klantgroepen zijn voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Page 35: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

35

Hoe worden behoeften achterhaald?

De meest geschikte wijze om de behoeften van de verschillende doelgroepen (belangrijkste

klanten) te achterhalen verschilt. Het huidige Kenniscentrum Dienstverlening combineert

verschillende manieren om goed te weten wat de doelgroep (hands-on professionals werkzaam in

de directe dienstverlening40) belangrijk vindt. Via de website is veel informatie te vinden over de

verbetering van de dienstverlening. Door het zoekgedrag te monitoren ontstaat er een goed eerste

beeld van de vragen die leven bij de bezoekers. Daarnaast hebben KING en VNG vele contacten in

het veld, waar in directe contacten gesproken wordt over de issues waar de doelgroep tegenaan

loopt. Door beide informatiebronnen te combineren ontstaat een goed beeld welke issues en vragen

er leven bij de potentiële klanten en kan goed worden ingespeeld op de gebruikersbehoefte.

Vergelijkbare methoden zien wij ook terug bij de andere drie bestudeerde kenniscentra. Gemeenten

van de Toekomst heeft bovendien een buitendienst die zorgt voor de daadwerkelijke ondersteuning

van gemeenten én voor het ophalen van signalen. Voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening zijn het monitoren van het zoekgedrag en het gebruik maken van de

contacten in het veld de meest geëigende manier om de behoeften van accountmanagers en

beleidsmedewerkers EZ te achterhalen.

In aanvulling daarop is het ook mogelijk om via focusgroepen, behoeftetafels, werkgroepen,

enquêtes en dergelijke de behoeften van de doelgroep te achterhalen. Van deze methoden werd bij

de andere kenniscentra minder vaak gebruik gemaakt. Dit hangt samen met de relatief grotere

tijdsbesteding en relatief hogere kosten van deze methoden.

Per saldo kunnen behoeften worden geïnventariseerd door contacten van het kenniscentrum met de

doelgroep (bezoeken, bijeenkomsten, overleggen), het monitoren van vragen van de doelgroep

(zoekopdrachten op de website, vragen op forum / community, telefonische vragen) en het

openstaan voor suggesties van derden.

De hierboven genoemde methoden zijn minder goed geschikt voor het achterhalen van de

behoeften van wethouders. Het organiseren en onderhouden van directe één-op-één contacten met

wethouders is namelijk veel lastiger. Het is daarom aan te raden om een strategische samenwerking

met de Wethoudersvereniging41 aan te gaan, waarbij in onderling overleg de agenda van

initiatieven en activiteiten kan worden vastgesteld.

Kennisnet werkt met succes op een vergelijkbare wijze, de sectorraden42 halen de ‘vraag’ op bij

hun achterban. Kennisnet acteert daar vervolgens op met een uitgebreidere peiling onder de

potentiële doelgroep om daarna tot gerichte kennisontwikkeling en dossiervorming te komen.

40 Voor de toekomst is een verbreding van activiteiten en diensten voorzien naar nieuwe doelgroepen die ook te maken

hebben met dienstverlening, zoals gemeentelijk management, gemeentesecretarissen en bestuurders. 41 De Wethoudersvereniging is de beroepsvereniging van wethouders in Nederland, heeft ongeveer 600 leden en zet

zich in voor de verdere professionalisering van het vak (http://www.wethoudersvereniging.nl). 42 De sectorraden zijn: PO raad (basisonderwijs), VO raad (voortgezet onderwijs), MBO raad (middelbaar

beroepsonderwijs), HBO raad (hoger beroepsonderwijs) en VSNU (universiteiten).

Page 36: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

36

Scholen zijn wettelijk verplicht om te zorgen voor sociale veiligheid op school.43 Zij moeten onder meer

zorgen voor een sociaal veilige omgeving en pesten tegengaan. Uit een peiling van Kennisnet onder 324

leraren basisonderwijs en voortgezet onderwijs blijkt dat een derde van hen behoefte heeft aan meer

informatie en ondersteuning in de omgang met sociale media bij school-gerelateerde zaken.

Dit heeft geleid tot de brochure 'Sociale Veiligheid op School en Internet'. Deze geeft scholen antwoord

op vraagstukken over sociale veiligheid en internet. In de brochure is onder meer informatie te vinden

over de feiten over jongeren en sociale media, de juridische kaders, informatie over preventie, een

stappenplan hoe de schade bij digitale incidenten te kunnen beperken en informatie over hoe sociale

veiligheid op internet een vaste plek te geven op school.

Dit is een relatief kostenefficiënte en effectieve manier om de wensen van de potentiële doelgroep

te achterhalen. Voor accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken is deze methode

minder geschikt, omdat er geen brancheorganisatie is voor deze beroepsgroepen.

4.2.2. KLANTRELATIES

Hoe worden relaties met de klant gelegd en onderhouden?

De bouwsteen klantrelaties geeft een beschrijving van de relatie tussen de organisatie en haar

klanten. Er bestaan verschillende soorten klantrelaties, te weten: persoonlijke hulp (menselijke

interactie), toegewezen persoonlijke hulp (accountmanager), self-service (klant kan zichzelf

helpen), geautomatiseerde diensten, communities (gebruikers wisselen kennis uit en lossen elkaars

problemen op) en co-creatie (samen met de klant waarde creëren).

De volgende klantrelaties kwamen bij meerdere andere kenniscentra terug en zijn ook interessant

als klantrelatie voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening:

Self-service. De klant haalt zelf de kennis op via het kanaal van een website of een

nieuwsbrief. Deze klantrelatie is vooral relevant op ambtelijk niveau.

Communities. Kenniscentra kunnen een rol spelen bij het faciliteren van communities, waarbij

een netwerk ontstaat van professionals die kennis met elkaar uitwisselen en elkaar helpen bij

het oplossen van elkaars problemen. Op termijn kan dit netwerk zo krachtig worden dat het

ook zonder tussenkomst van het kenniscentrum kan functioneren.44 Deze netwerken kunnen

zowel relevant zijn op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Het ontstaan van communities is

mogelijk via de kanalen ‘organisatie bijeenkomsten’ en ‘forum’.

Co-creatie. In dit geval creëren de organisatie en haar klanten samen de waarde (bv. het samen

ontwikkelen van nieuwe kennis). Dit is zowel relevant op ambtelijk als op bestuurlijk niveau.

Co-creatie hangt samen met de kanalen ‘organisatie bijeenkomsten’ en ‘forum’. Een recent

voorbeeld hiervan is de Pilotstarter (zie de volgende tekstbox). Een vergelijkbare aanpak is

ook interessant voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

43 Zie https://www.kennisnet.nl/artikel/sociale-veiligheid-op-school-en-internet-vergroot-je-zo. 44 Een mooi voorbeeld hiervan is Higher Level, een forum voor ondernemers. In eerste instantie werden vragen van

ondernemers over wet- en regelgeving door ambtenaren beantwoord. De beantwoording van de vragen werd echter al

vrij snel overgenomen door financieel intermediairs (administratiekantoren, belastingadviseurs, accountants) en

tegenwoordig is het een echt forum voor en door ondernemers.

Page 37: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

37

Een mooi voorbeeld van co-creatie is De Pilotstarter van de VNG.45 Gemeenten plaatsen hun

innovatieve idee of pilot op het gebied van dienstverlening en informatievoorziening op

http://depilotstarter.vng.nl en vinden via De Pilotstarter collega-gemeenten die willen meedenken,

meekijken, meewerken en samen de pilot willen uitvoeren. Het pilotproject wordt daarbij eventueel

begeleid door experts van de VNG op het gebied van de informatievoorziening. Daarbij wordt ook

onderzocht of opschaling mogelijk is. De lessen en inzichten van de pilots worden vervolgens gedeeld

met andere gemeenten.

Naast de bovengenoemde klantrelaties is de klantrelatie ‘persoonlijke hulp’ mogelijk ook

interessant voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. Denk aan het leveren van

concrete ondersteuning of advisering op maat door medewerkers van het kenniscentrum aan haar

klanten.46 Het gaat hier dan vaak om kortlopende laagdrempelige trajecten (enkele uren), vooral op

ambtelijk niveau. Deze klantrelatie komt wel prominent terug bij het kenniscentrum Gemeenten

van de Toekomst en bij Kennisnet en niet (of veel minder47) bij het bestaande Kenniscentrum

Dienstverlening en bij het Kenniscentrum Wonen-Zorg.

De klantrelaties toegewezen persoonlijke hulp en geautomatiseerde diensten zijn wij niet

tegengekomen bij de andere kenniscentra. Deze klantrelaties lijken minder relevant voor het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

4.2.3. KANALEN

Hoe kunnen klanten worden bereikt?

De bouwsteen kanalen beschrijft langs welke weg de organisatie communiceert met haar klanten

om zo de waardepropositie bij de klantsegmenten te kunnen brengen. Bij het gebruik van kanalen

kan het zowel gaan om eigen kanalen als om het gebruik van partnerkanalen (bv. verstrekken van

informatie via een website van derden).

Bij de analyse van de verschillende kenniscentra zijn de volgende kanalen vaker tegen gekomen:

Website / nieuwsbrief. Deze kanalen hangen samen met de klantrelatie self-service. Dit is

vooral relevant voor communicatie op ambtelijk niveau. Een nieuwsbrief is een goede manier

om de doelgroep aan de website te binden.48 Social media zoals Twitter en Facebook kunnen

hier eventueel een ondersteunende rol spelen.

Bijeenkomsten. De kennis wordt verspreid door de organisatie van bijeenkomsten (denk aan

praktijkmiddagen, werkateliers, netwerkbijeenkomsten, regiobijeenkomsten, etc.).

Bijeenkomsten kunnen zowel relevant zijn op ambtelijk niveau als op bestuurlijk niveau, al

zien de bijeenkomsten er qua inhoud en vorm wel verschillend uit afhankelijk van het niveau.

45 http://depilotstarter.vng.nl. 46 Bij persoonlijke hulp in de vorm van concrete ondersteuning of advisering op maat moet wel rekening worden

gehouden met de Wet Markt en Overheid, omdat het kenniscentrum hier mogelijk in concurrentie treedt met de

markt. 47 Bij alle kenniscentra is het wel mogelijk om telefonisch contact op te nemen met één van de medewerkers met

vragen. 48 Zie bijvoorbeeld TNS Nipo (2015), Goed Opgelost! Onderzoek naar de adaptie van goede voorbeelden.

Page 38: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

38

Adviseurs. In samenhang met de klantrelatie ‘persoonlijke hulp’ is het dit kanaal waarbij de

kennis wordt verspreid door de adviseur zelf.

Ambassadeurs. Verschillende sleutelspelers in het veld (ambassadeurs) nemen de promotie

van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening op zich. Bij het programma Beter en

Concreter is ook met ambassadeurs gewerkt. Dit is een hele geschikte methode om snel een

groot bereik te krijgen bij de doelgroep. Bijkomend voordeel van de ambassadeurs is dat

hiermee een goede aansluiting van de activiteiten op de gebruikersbehoefte wordt geborgd

(omdat de ambassadeurs uit de doelgroep komen).

Superpromoter.49 Bij superpromoters gaat het om klanten die niet alleen enthousiast zijn over

een dienst, product of bedrijf, maar dat enthousiasme ook actief in hun netwerk delen. Zij

zorgen ervoor dat er positief over een bedrijf wordt gesproken en brengen nieuwe klanten aan.

Superpromoters kunnen bijdragen aan hogere bezoekersaantallen en een stijging van het

gebruik van het kenniscentrum. Daarnaast zijn superpromoters ideaal voor co-creatie. Zij zijn

enthousiast en bereid om mee te werken aan nieuwe diensten, producten en ideeën.

Kennis wordt effectiever overgebracht via bijeenkomsten en via adviseurs dan via een website of

nieuwsbrief. Daar staat wel tegenover dat kennisverspreiding via een website of nieuwsbrief

minder geld per klant kost (efficiënter). Bijeenkomsten kunnen zowel online (webinar) als offline

(op locatie) worden georganiseerd. Webinars hebben als belangrijke voordelen de relatief lagere

kosten, de vermeden reistijd en reiskosten voor deelnemers (minder drempels om deel te nemen

mogelijk leidend tot hogere deelname) en de eenvoud om de webinar later online beschikbaar te

stellen. Grote voordelen van de organisatie van bijeenkomsten op locatie is dat dit bijdraagt aan de

vorming van nieuwe netwerken (creëren van een community) waardoor samenwerking wordt

gestimuleerd voor het actief uitwisselen van kennis en ervaringen.

Bij het huidige Kenniscentrum Dienstverlening is er op de website ook een forum (social media) te

vinden, waar klanten terecht kunnen voor vragen en antwoorden en discussies over bepaalde

onderwerpen. Dit is een niet-openbaar forum waar alleen gemeenteambtenaren zich op kunnen

registreren. Het grote voordeel van een forum is dat hiermee relatief goedkoop een platform wordt

gecreëerd voor een directe kennisuitwisseling tussen professionals. De toegevoegde waarde van

een forum wordt voor een belangrijk deel bepaald door de content op het forum (de kwaliteit van

gestelde vragen en gegeven antwoorden). Een forum is een minder interessant kanaal op bestuurlijk

niveau.

Een forum is mogelijk ook een interessant kanaal voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening, al bestaat er op dit moment al een vergelijkbaar forum. Op LinkedIn

is er al een niet-openbaar forum ‘CLOK | Netwerk Accountmanagers bedrijven’ met op het moment

van schrijven 182 leden.50

49 Vogelaar, R. (2009), De Superpromoter. Over de kracht van enthousiasme. 50 http://www.linkedin.com/groups?home=&gid=4394780.

Page 39: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

39

Als laatste is ook het volgende kanaal interessant. Dat is een hybride tussenvorm van een website

en een forum. Casus worden dan bv. gepresenteerd op een website, waarbij lezers / gebruikers de

mogelijkheid hebben om te reageren op de betreffende casus en om hier vragen over te stellen. Wij

zijn deze optie overigens niet tegengekomen bij de andere kenniscentra, maar dit lijkt toch een

veelbelovend kanaal voor kennisoverdracht. Het grote voordeel is dat de kennis van de cases wordt

verrijkt met vragen en antwoorden van gebruikers (co-creatie), waar ook weer anderen hun

voordeel mee kunnen doen. En door deze vragen en antwoorden goed te monitoren ontstaat er een

heel goed beeld hoe gebruikers met deze informatie omgaan en welke behoeften zij hebben. Dit

kan er ook weer aan bijdragen dat bezoekersaantallen stijgen en dat het gebruik van het

kenniscentrum toeneemt. Deze reactiemogelijkheid betekent wel dat er een moderator moet zijn om

vragen en antwoorden in goede banen te leiden.

4.3. HET AANBOD

Bij het aanbod van de organisatie gaat het om de waardepropositie. Welke waarde wordt voor de

klant gecreëerd? Bij welke behoefte past dit? Wat is het aanbod voor de klant?

4.3.1. WAARDEPROPOSITIE

Welke waarde wordt voor de klant gecreëerd? Bij welke behoefte past dit?

In paragraaf 3.3 ‘Behoeften professionals’ is een nadere uitwerking gemaakt van de behoeften van

de accountmanager, de beleidsmedewerker economische zaken en de wethouder economische

zaken.

Het doel van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is het ondersteunen van professionals

werkzaam bij gemeenten (directe klant) bij de verbetering van de dienstverlening aan ondernemers

zodat beter kan worden voldaan aan de behoeften van ondernemers (indirecte klant). Voor een

goede borging van de aansluiting op de wensen van de indirecte klant (de ondernemer) ligt een

strategisch partnerschap met ondernemersvertegenwoordigers voor de hand. Dit werken wij verder

uit in paragraaf 4.4.3 ‘partners’. Hoe beter wordt aangesloten op de gebruikersbehoefte en hoe

groter de waarde die voor de gebruiker gecreëerd wordt, hoe hoger het gebruik van het

kenniscentrum.

De behoeften van de doelgroep zijn geen vaststaand gegeven, deze veranderen in de loop der tijd.

Daarbij is het belangrijk om vraaggestuurd te werken en niet aanbodgericht. Blijven luisteren naar

de wensen en behoeften van de klant en daarop aanpassen is één van de belangrijkste

succesfactoren voor ieder kenniscentrum.

Wat is het aanbod voor de klant?

Waardecreatie

Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening creëert deze waarde door het verzamelen,

verrijken, creëren en verspreiden van kennis over gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers.

Page 40: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

40

Qua aanbod kan verder worden gebouwd op de basis van Beter en Concreter. Door de bestaande

producten en instrumenten van Beter en Concreter onder te brengen in het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening wordt deze kennis geborgd en wordt eraan bijgedragen dat deze

kennis ook voor de toekomst beschikbaar blijft voor gemeenten en dat gemeenten hier actief

gebruik van blijven maken.51

Rollen: makelaar en/of onderzoeker?

Een belangrijke nog te maken strategische keuze (met ook impact voor onder meer de middelen en

de kosten) is de mate waarin het kenniscentrum zelf kennis creëert. Hier zijn twee alternatieven

mogelijk: a) een kenniscentrum met een rol van makelaar van kennis die bestaande kennis

verspreidt en b) een kenniscentrum met een rol van onderzoeker, die nieuwe kennis ontwikkelt en

deze kennis verder verspreidt onder haar doelgroep. Beide kunnen uiteraard ook gecombineerd

worden.

Bij het bestaande Kenniscentrum Dienstverlening en Gemeenten van de Toekomst ligt de nadruk

vooral op het makelen van bestaande kennis, bij Kennisnet en het Kenniscentrum Wonen-Zorg is er

een veel prominentere rol weggelegd voor de ontwikkeling van nieuwe kennis (terugkomend in

extra capaciteit / FTE voor eigen onderzoek).

Het makelen van kennis is vooral relevant, wanneer niet alle partijen over dezelfde kennis

beschikken. In veel van de 393 gemeenten worden initiatieven en activiteiten ontplooid om de

dienstverlening aan ondernemers te verbeteren. Deels worden deze activiteiten samen opgepakt en

deels worden deze door gemeenten alleen opgepakt. Per saldo betekent dit dat er heel veel

innovatie is binnen gemeenten op het gebied van de verbetering van de dienstverlening aan

ondernemers. Echter, er is op dit moment nog beperkte uitwisseling van kennis, waardoor de

vruchten van de innovatie nog onvoldoende geplukt kunnen worden. Daarom ligt een rol als

kennismakelaar voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening hier voor de hand.

De rol van onderzoeker voor het kenniscentrum ligt in de rede, wanneer de kennis een iets meer

fundamenteel karakter52 heeft en wanneer de kennis zonder kenniscentrum niet of later zou worden

ontwikkeld door individuele of een groep van gemeenten. De rol van onderzoeker zien wij bv. ook

terug bij de onderzoeksactiviteiten van Platform31. Platform31 heeft een eigen

onderzoeksprogramma waarmee nieuwe kennis wordt gegenereerd en richt zich daarbij vooral op

de grotere gemeenten (G4 en G32).53

51 Als daar niet actief op in wordt gezet, dan is een vergelijkbaar toekomstscenario als het initiatief Andere Overheid

denkbaar (http://www.andereoverheid.nl). 52 Vergelijk dit met het onderscheid tussen fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek. Kennis ontwikkelt door

gemeenten zelf heeft dan meer het karakter van toegepast onderzoek. 53 Als er onderzoeksactiviteiten worden opgezet vanuit het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening dan is het

raadzaam om de activiteiten vooraf af te stemmen met Platform31.

Page 41: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

41

Een rol van onderzoeker betekent dat er andere competenties van de medewerkers van het

kenniscentrum worden gevraagd (onderzoekvaardigheden, adviesvaardigheden). En er moeten

uiteraard kosten gemaakt worden voor het in dienst nemen of inhuren van onderzoekers.

Daartegenover staat dat een kenniscentrum zich dan wel meer op innovatieve en nieuwe concepten

kan onderscheiden en zo meerwaarde voor haar klanten kan realiseren.

In hoeverre een rol als onderzoeker relevant en interessant is voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening hangt van een aantal zaken af. Eerste vraag is of er budget

beschikbaar is voor de onderzoekers zelf. Als hier eventueel budget voor beschikbaar is, dan is de

volgende vraag of de betreffende kennisontwikkeling niet vanuit de gemeenten zelf ontwikkeld kan

worden (in de vorm van co-creatie). Is dat niet het geval, dan moet als laatste nog de afweging

worden gemaakt wat de meerwaarde is van de betreffende kennis. Wegen de baten van de nieuw

verworven kennis op tegen de kosten van het ontwikkelen van deze kennis?

De huidige vragen van de doelgroep (zie paragraaf 3.3) hebben meer het karakter van toegepast

onderzoek (Hoe doen andere gemeenten het?). Vandaar dat een rol als onderzoeker op dit moment

minder voor de hand ligt voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. Als de behoeften

van de doelgroep veranderen, dan kan dit uiteraard wel aanleiding geven om de rollen te

heroverwegen.

Een rol als makelaar van kennis betekent het volgende voor de strategische inrichting van het

kenniscentrum. Om deze rol als makelaar goed in te vullen is het van belang om nauw contact te

hebben met de doelgroep om zo te weten welke vragen er zijn en hoe andere gemeenten omgaan

met deze vragen (en zo een beeld te krijgen van de nieuwe en innovatieve oplossingen bij

gemeenten). Vervolgens kunnen gemeenten, die elkaar kunnen helpen, bij elkaar worden gebracht.

Deze rol kan nader worden ingevuld door contacten van het kenniscentrum met de doelgroep

(bezoeken, bijeenkomsten, overleggen), het monitoren van vragen van de doelgroep

(zoekopdrachten op de website, vragen op forum / community, telefonische vragen) en het

openstaan voor suggesties vanuit andere kanten (bv. een Wethoudersvereniging). Het is daarom

ook verstandig, dat ervoor gekozen is om het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening onder te

brengen in het bestaande Kenniscentrum Dienstverlening van KING en VNG. Deze rol is KING en

VNG op het lijf geschreven.

Vormen van kennisverspreiding

Uit de analyse van de verschillende kenniscentra komen de volgende vormen terug waarin de

kennis wordt verspreid. De kennis kan worden verspreid in de vorm van handleidingen,

methodieken, tools, dossiers en best practices / succesverhalen uit de praktijk. Het gaat dan vooral

om vaardighedenkennis (stappenplannen, hoe het probleem op te lossen) en minder om

inhoudelijke kennis (blauwdrukken, de beste oplossing voor het probleem). Verspreiding van

vaardighedenkennis werkt beter dan verspreiding van inhoudelijke kennis, de klant neemt

vaardighedenkennis eerder tot zich.

Page 42: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

42

Voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is het van belang om daarin alle kennis en

informatie onder te brengen die een gemeente nodig heeft voor een goede dienstverlening aan

ondernemers. Deze kennis kan worden ontsloten via een website en bestaat in eerste instantie onder

meer uit de concrete producten en instrumenten van Beter en Concreter. In de loop der tijd kunnen

daaraan andere succesvolle bestaande initiatieven en navolgbare best practices worden toegevoegd.

Wie deze kennis heeft ontwikkeld is daarbij iets minder relevant, ook bv. kennis van andere

kenniscentra kan ontsloten worden via het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. Het

huidige Kenniscentrum Dienstverlening werkt ook op deze manier.

Uit een onderzoek54 onder verandermanagers naar hun ervaringen met Goed Opgelost! komt naar

voren dat de heldere en beknopte casussen als prettig worden ervaren. De belangrijkste meerwaarde

van de casussen op Goed Opgelost! is de mogelijkheid om contact op te nemen met

ervaringsdeskundigen. Door in gesprek te gaan is het beter mogelijk om het proces en de casus te

doorgronden en te bepalen welke onderdelen wel en niet relevant zijn. Wel worden als

verbeterpunten genoemd: stel eisen aan de best practices, werk met een vast format (wat, hoe en

resultaat) voor de best practices en neem leermomenten op in de best practices. Het is ook relevant

om hiermee rekening te houden bij de best practices die worden opgenomen in het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. Op deze manier kunnen de producten en diensten uit Beter en

Concreter nog beter aansluiten op de wensen en behoeften van gemeenten.

4.4. INFRASTRUCTUUR

Drie bouwstenen van het BMC hangen direct samen met de infrastructuur van de organisatie. Deze

zijn: kernactiviteiten, middelen en partners. In het vervolg worden deze voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening uitgewerkt.

4.4.1. KERNACTIVITEITEN

Wat zijn de belangrijkste activiteiten?

De bouwsteen kernactiviteiten geeft inzicht in de activiteiten die een organisatie moet uitvoeren om

een succes te maken van haar business model. De kernactiviteiten volgen uit de gekozen

waardepropositie, klantrelaties en de kanalen.

De belangrijkste kernactiviteiten die wij hebben gezien bij de verschillende kenniscentra en die

afhankelijk van de andere gemaakte keuzes ook relevant kunnen zijn voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening zijn:

Kennisverspreiding. De verspreiding van kennis is de primaire taak van een kenniscentrum.

Hieronder vallen activiteiten zoals het ophalen van kennis, het verrijken van de kennis en

ontsluiten van de kennis via bv. een website, nieuwsbrieven of presentaties.

54 TNS Nipo (2015), Goed Opgelost! Onderzoek naar de adaptie van goede voorbeelden.

Page 43: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

43

Organisatie events. Als gekozen wordt voor de klantrelaties communities en het kanaal

bijeenkomsten, dan is één van de kernactiviteiten de organisatie van bijeenkomsten of events.

Bijeenkomsten kennen een inhoudelijke kant (sprekers, presentaties) en een organisatorische

kant (organisatie en hosting van de bijeenkomst). Er kan voor beide gekozen worden. Het

huidige Kenniscentrum Dienstverlening, Kennisnet en het Kenniscentrum Wonen-Zorg

leveren vooral een bijdrage aan de inhoudelijke kant van de bijeenkomsten. De organisatie en

hosting van de bijeenkomst liggen dan bij andere partijen. Een gemeente treedt dan bv. op als

gastheer voor een regionale bijeenkomst. Maar andersom is het ook mogelijk. Dat het

kenniscentrum de organisatie op zich neemt en dat de inhoudelijke inbreng wordt geleverd

door bv. verschillende klanten (gemeenten die een presentatie geven over hun

succesverhalen). In dat laatste geval is er sprake van co-creatie.

Eigen onderzoek. Als het creëren van kennis onderdeel uitmaakt van het aanbod, dan betekent

dit ook dat eigen onderzoek één van de kernactiviteiten van de organisatie is.

Advieswerk. Als gekozen wordt voor de klantrelatie ‘persoonlijke hulp’ en het kanaal

‘adviseurs’ dan zijn kortlopende adviestrajecten door medewerkers van het kenniscentrum ook

één van de kernactiviteiten. 55

Relatie- en netwerkbeheer. Het succes van het kenniscentrum wordt mede bepaald door het

hebben van toegang tot een groot netwerk en het onderhouden van de relaties in dat netwerk.

Via de leden van de VNG is er toegang tot alle gemeenten in Nederland. Het realiseren van het

aanbod wordt verder mede mogelijk gemaakt en verrijkt door relaties aan te gaan met

relevante stakeholders (departementen, kennisnetwerken, ondernemersvertegenwoordigers en

bovenregionale initiatieven zoals bv. Agenda Stad). In paragraaf 4.4.3 is een nadere

toelichting gegeven op de verschillende strategische partners, waarmee nauwe contacten

moeten worden onderhouden.

Deze kernactiviteiten kunnen nog meer in detail worden uitgewerkt en kunnen zo een belangrijke

rol spelen bij het budgetteren van het kenniscentrum. Voor deze strategische verkenning blijven wij

bij een beschrijving van de kernactiviteiten op hoofdlijnen.

4.4.2. MIDDELEN

Welke mensen en middelen zijn nodig?

De bouwsteen ‘middelen’ geeft een overzicht van de belangrijkste bedrijfsmiddelen, die nodig zijn

om de waardepropositie te kunnen realiseren. De volgende typen middelen kunnen worden

onderscheiden: fysieke middelen (apparatuur), intellectuele middelen (merken, patenten,

copyright), mensen en financiële middelen.

55 Bij advieswerk moet wel rekening worden gehouden met de Wet Markt en Overheid, omdat het kenniscentrum hier

mogelijk in concurrentie treedt met de markt.

Page 44: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

44

Bij alle bestudeerde kenniscentra zijn mensen (personeel) en financiële middelen belangrijke

middelen om de waardepropositie te kunnen realiseren. Afhankelijk van de gekozen

waardepropositie, kanalen, klantrelaties en kernactiviteiten kunnen de volgende rollen / functies

worden onderscheiden: event manager, onderzoeker en adviseur. Daarnaast zijn de functies van

manager / directeur, ICT, secretariaat en mogelijk ook een eerstelijns helpdeskondersteuning voor

de klanten bij iedere invulling van het kenniscentrum relevant. Het een en ander is natuurlijk sterk

afhankelijk van het beschikbare budget en de grootte van het kenniscentrum (aantal FTE).

Financiële middelen zijn nodig voor de organisatie van bijeenkomsten en communicatie-uitingen

van het kenniscentrum (website, nieuwsbrief, marketing & communicatie). Fysieke middelen en

intellectuele middelen zijn minder relevant voor kenniscentra.

4.4.3. PARTNERS

Wie zijn de strategische partners?

De bouwsteen ‘strategische partners’ geeft een overzicht van alle relevante stakeholders die

belangrijk zijn voor het succes van het business model van het kenniscentrum. Wij hebben

verschillende typen partners onderscheiden:

Stuurgroeppartners. Dit zijn de belangrijkste partners die een plek krijgen in de governance

structuur van het kenniscentrum. Zij hebben daarmee directe invloed op de uit te voeren

activiteiten van het kenniscentrum.

Samenwerkingspartners. Dit zijn belangrijke partners met wie de samenwerking wordt

gezocht voor het realiseren van de waardepropositie.

Andere kenniscentra. Er bestaan veel verschillende kenniscentra en de activiteiten van het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening moeten met deze kenniscentra worden

afgestemd.

Er is vanzelfsprekend een grote variatie in de strategische partners bij de bekeken kenniscentra. In

het navolgende gaan wij daarom in op de verschillende partners voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. De klant zelf (directe doelgroep) is reeds meegenomen bij de

bouwsteen ‘klantsegmenten’ en wordt daarom niet nog een keer meegenomen bij de bouwsteen

‘strategische partners’.

Stuurgroeppartners

De belangrijkste partners voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zijn KING, VNG,

het ministerie van EZ en het ministerie van BZK (net als bij het Kenniscentrum Dienstverlening).

Hierbij is het aan te raden om in de stuurgroep van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

ook vertegenwoordigers van ondernemers op te nemen om zo de aansluiting op de behoeften van

ondernemers in het kenniscentrum te borgen. De toets vooraf of alle activiteiten, diensten en

producten bijdragen aan de behoeften van de ondernemers (zie onze aanbeveling in paragraaf 2.4)

kan in de stuurgroep door de ondernemersvertegenwoordigers worden gedaan. Daarbij is het aan te

raden om verbindingen aan te gaan met lokale en regionale ondernemersvertegenwoordigers. Die

staan dicht bij het lokale en regionale speelveld van de gemeente.

Page 45: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

45

De stuurgroeppartners moeten ervoor zorgen dat het einddoel van het kenniscentrum en de

bestuurlijke doelen centraal blijven staan en dat de activiteiten van het kenniscentrum in lijn liggen

met deze doelen.

Samenwerkingspartners

Daarnaast heeft het meerwaarde om verbindingen te leggen met andere samenwerkingspartners. De

Wethoudersvereniging is al eerder genoemd als een belangrijke gesprekspartner om de behoeften

van wethouders EZ in beeld te krijgen en om samen de agenda te zetten voor kennisverspreiding in

de richting van de wethouders EZ. Daarnaast is het ook interessant om aan te sluiten bij reeds

bestaande kanalen van de samenwerkingspartners.

Vergelijkbare samenwerkingsverbanden zijn ook interessant indien het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening zich ook gaat richten op andere groepen professionals. Denk hier aan

de VDP (vereniging directeuren publiekszaken), de VGS (vereniging van gemeentesecretarissen),

de NVVB (Nederlandse vereniging voor burgerzaken), Divosa (vereniging voor managers op het

terrein van werk, inkomen en sociale vraagstukken), Stadswerk (vereniging voor professionals op

het gebied van de fysieke leefomgeving), VIAG (vereniging van coördinatoren I&A bij gemeenten)

en G32 (netwerk van 37 (middel)grote steden in ons land).

Een intensievere samenwerking met deze partijen wordt opportuun als bepaalde onderwerpen bij de

doelgroep (klantsegmenten) actueel worden. De intensiteit is afhankelijk van de actualiteit van

onderwerpen en de specifieke expertise die bij partijen aanwezig is. Het achterhalen van de

behoefte aan onderwerpen is in paragraaf 4.2.1. uitgewerkt.

Andere kenniscentra

Het is tot slot ook relevant om de samenwerking te zoeken en verbinding te leggen met andere

kenniscentra, die zich bezig houden met initiatieven die nauw samenhangen met het begrip

‘ondernemersdienstverlening’. Door hier de samenwerking te zoeken kan een betere afstemming

van het aanbod worden gecreëerd (agendavorming) en wordt voorkomen dat bepaalde thema’s

dubbel worden gedekt en andere thema’s helemaal niet. Door deze samenwerking kan ook goed

worden aangesloten bij de ontwikkeling van nieuwe kennis over dienstverlening door anderen.

Daarbij is het ook denkbaar dat een ander kenniscentrum beter in staat is om informatie over een

bepaald onderwerp te verstrekken vanwege hun specifieke expertise.

Een mooi voorbeeld daarvan is het volgende. In de gesprekken en de focusgroepen zijn

aanbestedingen meermaals als onderwerp genoemd waar een behoefte is aan meer kennis. Er is

echter al een Expertisecentrum Aanbesteden (PIANOo) dat informatie, advies, instrumenten en

praktische tips biedt aan iedereen die zich in de publieke sector bezig houdt met het inkopen en

aanbesteden van werken, leveringen en diensten. Dan is het efficiënter en effectiever dat PIANOo

deze behoefte oppakt en dat het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zich richt op andere

behoeften. De ontsluiting van deze nieuwe kennis naar de gemeenten kan uiteraard via beide

kenniscentra worden georganiseerd.

Page 46: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

46

In de volgende tabel is een overzicht gemaakt van verschillende andere kenniscentra, waar een

overlap van activiteiten van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening kan ontstaan.

Tabel 4.1 Andere vergelijkbare kenniscentra

KENNISCENTRUM DOEL KENNISCENTRUM

Actal Kenniscentrum voor regeldruk bij gemeenten

Agenda Stad Samenwerking van het Rijk, steden en stakeholders gericht op het versterken van

groei, innovatie en leefbaarheid van Nederlandse steden

Gemeenten van de

Toekomst

Ondersteunt gemeenten bij de drie decentralisaties in het sociaal domein (jeugd,

participatiewet en WMO)

Goed Opgelost Kenniscentrum met goede voorbeelden om samen te werken aan een effectieve

dienstverlening van de overheid

Kamer van Koophandel Verlenen samen met gemeenten diensten aan ondernemers (Ondernemersplein)

PIANOo Biedt informatie, advies, instrumenten en praktische tips aan iedereen die zich in de

publieke sector bezig houdt met het inkopen en aanbesteden van werken, leveringen

en diensten.

Platform 31 Ondersteunt professionals en organisaties bij sociale, economische en ruimtelijke

vraagstukken met praktijkgerichte kennis en relevante netwerken

Praktijkvoorbeelden

VNG

De databank praktijkvoorbeelden bevat beleidsnota’s, startnotities, filmpjes, visies en

evaluaties van gemeenten, waar collega-gemeenten gebruik van kunnen maken

Prettig Contact met de

Overheid

Ondersteunt bestuursorganen en ambtenaren bij een overheidsbrede toepassing en

doorontwikkeling van de informele aanpak (informele interventies n.a.v. aanvragen,

zienswijzen, klachten en bezwaren)

Samen voor de Klant Ondersteunt gemeenten (en UWV) in de vormgeving van betere dienstverlening aan

(werkzoekenden en) werkgevers

Stichting CLOK Privaat initiatief om gemeenten (accountmanagers, beleidsmedewerkers EZ/RO,

wethouders), beheerders van werklocaties (parkmanagers en citymanagers) en

ondernemers (besturen lokale ondernemersverenigingen) door kennis, vaardigheden

en informatie te versterken en de samenwerking tussen deze drie partijen op een

professioneel niveau te brengen.

Het is aan te raden om de activiteiten van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening af te

stemmen met deze partijen. Daarbij is het in het bijzonder relevant om in contact te treden met de

Stichting CLOK omdat hier in potentie een grote overlap denkbaar is in de activiteiten (de

doelgroep en doelen van deze stichting zijn namelijk gelijk aan de doelgroep en de doelen van het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening). Verschillende gemeenten hebben ook op het bestaan

van Stichting CLOK gewezen als reeds bestaand ‘alternatief’ voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening.

4.5. FINANCIËN

Onder de financiën van de organisatie vallen de bouwstenen kosten en opbrengsten. Deze werken

wij verder uit in het vervolg van deze paragraaf.

Page 47: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

47

4.5.1. KOSTEN

Welke kosten moeten worden gemaakt? Hoe ziet de kostenstructuur eruit?

De bouwsteen ‘kosten’ geeft een beschrijving van de kosten die gemaakt moeten worden om het

business model uit te voeren en van de kostenstructuur. De hoogte van de kosten hangt nauw

samen met de ambities van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening en met het beschikbare

budget. De budgetvraag valt echter buiten de scope van dit onderzoek.

Als gekeken wordt naar de kostenstructuur, dan is wel te zien dat het merendeel van de te maken

kosten gaat zitten in personeelskosten. Dat is een terugkerend kenmerk bij alle bekeken

kenniscentra.

4.5.2. OPBRENGSTEN

Wat is het verdienmodel? Wat zijn de outputindicatoren?

Met het verdienmodel wordt duidelijk waar de opbrengsten van de organisatie vandaan komen.

Deze volgt direct uit de waardecreatie. Bij de non-profit variant van het BMC wordt daarnaast ook

wel gekeken naar de outputindicatoren.

De opbrengsten van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening volgen uit een jaarlijkse

lumpsum financiering door het ministerie van EZ. Daarnaast is het ook denkbaar dat andere direct

betrokken organisaties (zoals het ministerie van BZK, KING/VNG en ondernemingsorganisaties)

een jaarlijkse lumpsum bijdrage gaan leveren aan het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Een ander model voor de financiering is financiering door deelnemersbijdragen, waarbij klanten

een bijdrage betalen voor de deelname aan bijeenkomsten van het kenniscentrum. Bij het

Kenniscentrum Wonen-Zorg wordt soms een kleine bijdrage gevraagd aan deelnemers van

bijeenkomsten ter dekking van de kosten van de bijeenkomsten (zaalhuur en dergelijke). Bij het

huidige Kenniscentrum Dienstverlening worden geen kosten in rekening gebracht aan de

deelnemers. Het lijkt logisch voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening dezelfde lijn te

volgen.

Bij de non-profit variant van het BMC wordt ook gekeken naar de outputindicatoren. Of anders

gesteld (zie de onderzoeksvraag): Wat zijn haalbare doelen en wat is het perspectief?

Voor het vaststellen van de doelen en het meten van de resultaten van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening kan naar vier verschillende niveaus worden gekeken:

Input: de activiteiten van het kenniscentrum;

Output: de productie van het kenniscentrum of de consumptie door doelgroep;

Outcome (effecten): het resultaat van de consumptie;

Impact: de langere termijn effecten van de consumptie.

Page 48: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

48

De output geeft in kwantitatieve termen aan wat het kenniscentrum heeft bereikt. Dat is gerelateerd

aan de producten en diensten die worden geleverd. Bij indicatoren kan dan bijvoorbeeld gedacht

worden aan bv. het aantal bijeenkomsten, aantal contacten, aantal samenwerkingsprojecten, aantal

adviesaanvragen, aantal handreikingen / tools / dossiers / best practices, etc.

Deze producten worden geleverd aan de doelgroep. Output in termen van doelgroep is bv. het

aantal deelnemers aan bijeenkomsten, aantal forumleden, aantal bezoekers van de website, aantal

gedownloade rapportages, tevredenheid klanten van het kenniscentrum, etc.

Het is bij het vaststellen van de doelen wel de vraag of het onderwerp ondernemersdienstverlening

bij iedere gemeente heel hoog op de agenda staat. Zo zijn er 174 gemeenten met minder dan 2.000

bedrijfsvestigingen (inclusief zzp’ers) binnen de gemeentegrenzen. Ongeveer de helft van alle

gemeenten heeft eHerkenning geïmplementeerd. Het ligt daarom niet in de lijn der verwachting dat

ook alle gemeenten daadwerkelijk gebruik gaan maken van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. Daarmee moet rekening worden gehouden bij het vaststellen van de

hoogte van de doelen.

De output van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is goed te meten en deze

indicatoren geven een eerste indruk of de gestelde doelen gerealiseerd zijn.

De outcome is het resultaat (of het effect) van het ‘consumeren’ van het aanbod van het

kenniscentrum door de doelgroep (professionals bij de gemeenten). Als professionals bij

gemeenten deelnemen aan activiteiten en kennis van het kenniscentrum consumeren dan kan dat

leiden tot een betere dienstverlening aan de ondernemer en daarmee bijdragen aan het vervullen

van de behoeften van de ondernemer, te weten:

Goede regelgeving en goed beleid;

Snel de juiste weg kunnen vinden binnen de gemeente;

Waardevolle contacten: een meedenkende dienstverlener.

Bij de outcome kan ook gedacht worden aan indicatoren die in het verlengde liggen van de gestelde

doelen in de beleidsvisie over gemeentelijke dienstverlening (zie paragraaf 3.1). Te denken valt dan

aan indicatoren op het gebied van digitale dienstverlening, tevredenheid van de dienstverlening,

kwaliteit van de dienstverlening, etc.

Het is lastiger om de outcome te meten, maar het is nog wel mogelijk. Dit is bijvoorbeeld ook

gedaan bij de evaluatie van Bewijs van Goede Dienst.56 Bij de juiste governance structuur voor het

kenniscentrum (met ondernemersvertegenwoordigers in de stuurgroep) kan overigens aan de

voorkant worden geborgd dat hier effecten worden gerealiseerd. In dat geval is het minder relevant

om achteraf te meten of effecten zijn gerealiseerd.

56 Lexnova Advies en Onderzoek (2013), Evaluatie Bewijs van Goede Dienst.

Page 49: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

49

De impact is het effect dat op langere termijn wordt bereikt dankzij de activiteiten van het

kenniscentrum, zoals economische groei in een gemeente, nieuwe economische bedrijvigheid, een

toename van de regionale economische ontwikkeling (BRP of bruto regionaal product),

werkgelegenheid, etc. De causaliteit tussen de activiteiten en de impact is vaak zwak en het is

daarom minder relevant om impactindicatoren op te nemen. Outcome en impact geven wel een

beeld van het uiteindelijke perspectief van het kenniscentrum.

Realistische haalbare doelen zijn pas op te stellen als er meer duidelijk is over de nog te maken

strategische keuzes (kosten of beschikbare budget, kernactiviteiten en klantrelaties).

4.6. BMC KENNISCENTRUM ONDERNEMERSDIENSTVERLENING

In de volgende figuur is samenvattend opgenomen hoe het BMC er voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening uit komt te zien. Termen die in cursief zijn opgenomen hangen samen

met nog te maken strategische keuzes voor het kenniscentrum.

Figuur 4.2 BMC Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

Page 50: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische
Page 51: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

51

5. CONCLUSIES

In dit hoofdstuk presenteren wij de conclusies van ons onderzoek. In de eerste paragraaf

beantwoorden wij de verschillende onderzoeksvragen uit paragraaf 1.2. In de tweede paragraaf

presenteren wij de conclusies en aanbevelingen van ons onderzoek.

5.1. BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN

5.1.1. POSITIEBEPALING

Hoe richt je strategisch een kenniscentrum in voor ondernemersdienstverlening om:

1. concrete producten en instrumenten van Beter en Concreter te borgen, en

2. hoe kunnen we kennis uit het netwerk van gemeenten ontsluiten in het

Kenniscentrum?

Het gaat hierbij om nieuwe kennis, ontwikkelingen, innovaties, goede voorbeelden op het

gebied van regeldruk en ondernemersdienstverlening te verzamelen.

Voor de strategische inrichting van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening hebben wij

aan de hand van het BMC-model een schets van de organisatie gemaakt. Deze is opgenomen in de

onderstaande figuur.

Figuur 5.1 BMC Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

Page 52: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

52

De concrete producten en instrumenten van Beter en Concreter kunnen worden ondergebracht in

het aanbod van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. Eén van de kernactiviteiten van

het kenniscentrum is kennisverspreiding (rol van kennismakelaar) om zo kennis uit het netwerk van

gemeenten te ontsluiten en verder te verspreiden. Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

kan ook een rol spelen bij het faciliteren van communities, waarbij een netwerk ontstaat van

professionals die kennis met elkaar uitwisselen en elkaar helpen bij het oplossen van elkaars

problemen. Op termijn kan dit netwerk zo krachtig worden dat het ook zonder tussenkomst van het

kenniscentrum kan functioneren.

Daarbij is het vooral van belang dat er een nauwe aansluiting blijft op de behoeften van de

doelgroep. Het achterhalen van de behoeften van de klant (via vragen van professionals, contacten

in het veld en brancheorganisaties) is hierbij een continue proces. Het succes van ieder

kenniscentrum wordt vooral bepaald door de mate waarin gebruikers meerwaarde ervaren van het

gebruik van de kennis van het kenniscentrum.

Hoe kan het Kenniscentrum bijdragen aan een gemeenschappelijk kader voor

overheidsdienstverlening en het realiseren van bestuurlijke doelen?

Het einddoel van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is het verbeteren van de

dienstverlening aan ondernemers. Dit doel en de doelen in de beleidsvisie op de gemeentelijke

dienstverlening van de toekomst liggen in elkaars verlengde (betere en goedkopere dienstverlening,

transparant en efficiënt werken, werken als één overheid, standaardiseren waar mogelijk en lokaal

maatwerk bieden waar nodig, digitale dienstverlening). Met de juiste samenstelling van de

stuurgroep (ministerie van BZK, ministerie van EZ, KING/VNG en

ondernemersvertegenwoordigers) van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening kan

geborgd worden dat het einddoel en de politiek bestuurlijke doelen centraal blijven staan en dat de

activiteiten van het kenniscentrum in lijn blijven met deze doelen. Daarmee kan het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening een bijdrage leveren aan het gemeenschappelijke kader voor

overheidsdienstverlening en het realiseren van de bestuurlijke doelen.

Wat is de gewenste rol en positie van het Kenniscentrum voor ondernemersdienstverlening?

Een belangrijke nog te maken strategische keuze is de mate waarin het kenniscentrum zelf kennis

creëert. Hier zijn twee alternatieven mogelijk: a) een kenniscentrum met een rol van makelaar van

kennis die bestaande kennis verspreidt en b) een kenniscentrum met een rol van onderzoeker, die

nieuwe kennis ontwikkelt en deze kennis verder verspreidt onder haar doelgroep. Beide kunnen

uiteraard ook gecombineerd worden.

Een rol als kennismakelaar voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening ligt in ieder geval

voor de hand. Om de rol als kennismakelaar goed in te vullen is het van belang om nauw contact te

hebben met de doelgroep om zo te weten welke vragen er zijn en hoe andere gemeenten omgaan

met deze vragen (en zo een beeld te krijgen van de nieuwe en innovatieve oplossingen bij

gemeenten). Vervolgens kunnen gemeenten, die elkaar kunnen helpen, bij elkaar worden gebracht.

Page 53: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

53

Deze rol kan nader worden ingevuld door contacten van het kenniscentrum met de doelgroep

(bezoeken, bijeenkomsten, overleggen), het monitoren van vragen van de doelgroep

(zoekopdrachten op de website, vragen op forum / community, telefonische vragen) en het

openstaan voor suggesties vanuit andere kanten (bv. een Wethoudersvereniging).

Het is daarom ook verstandig, dat ervoor gekozen is om het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening onder te brengen in het bestaande Kenniscentrum Dienstverlening van

KING en VNG. De positie van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is dus heel dicht

tegen de doelgroep aan!

In hoeverre een rol als onderzoeker relevant en interessant is voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening hangt van een aantal zaken af. Eerste vraag is of er budget

beschikbaar is voor de onderzoekers zelf. Als hier eventueel budget voor beschikbaar is, dan is de

volgende vraag of de betreffende kennisontwikkeling niet vanuit de gemeenten zelf ontwikkeld kan

worden (in de vorm van co-creatie). Is dat niet het geval, dan moet als laatste nog de afweging

worden gemaakt wat de meerwaarde is van de betreffende kennis. Wegen de baten van de nieuw

verworven kennis op tegen de kosten van het ontwikkelen van deze kennis?

De huidige vragen van de doelgroep (zie paragraaf 3.3) hebben een meer toegepast karakter (Hoe

doen andere gemeenten het?). Vandaar dat een rol als onderzoeker op dit moment minder voor de

hand ligt voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. Als de behoeften van de doelgroep

veranderen, dan kan dit uiteraard wel aanleiding geven om de rollen te heroverwegen.

Het vraagstuk aangaande de dienstverlening aan ondernemers is overzichtelijk. Er is geen sprake

van een hoge mate van complexiteit die vraagt om die dienstverlening op een volledig nieuwe

wijze vorm te geven. Reden dan ook om gebruik te maken van de reeds bestaande expertise over

dienstverlening bij het huidige Kenniscentrum Dienstverlening. Zet die expertise ook in op het

professionaliseren van de dienstverlening door gemeenten aan ondernemers.

5.1.2. BEHOEFTENONDERZOEK EN KLANTVRAAG CENTRAAL

Hoe kunnen de producten en diensten uit Beter & Concreter nog beter aansluiten op de wensen

en behoeften van gemeenten - en indirect op de wensen van bedrijven?

Een belangrijke succesfactor voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is een goede

aansluiting op de behoeften van de gebruikers (in het bijzonder accountmanagers,

beleidsmedewerkers EZ en wethouders EZ).

Om deze aansluiting op de behoeften te houden is het van belang dat continu de vraag wordt

gesteld: Hoe wordt aan de wensen en verwachtingen van ondernemers voldaan binnen uw

gemeente? Is hier nog een volgende verbeterslag te maken? Zo ja, welke? Zou hierbij

ondersteuning vanuit een kenniscentrum ondernemersdienstverlening nuttig kunnen zijn? De lijst

met antwoorden is dynamisch en moet regelmatig geactualiseerd worden om een goede aansluiting

te houden op de behoeften van de gemeenten.

Page 54: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

54

Op dit moment komt de volgende shortlist van themagebieden naar voren waar accountmanagers

en beleidsmedewerkers EZ behoefte hebben aan meer kennis:

Communicatie met ondernemers;

Meerwaarde van accountmanagement en economische zaken;

Medewerking / samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie;

Inrichting interne organisatie;

Zaakgericht werken / CRM-systemen;

Nieuwe / innovatieve ontwikkelingen;

Business-case gerelateerde benadering.

De behoeften van accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken zijn echter niet

statisch. Wat vandaag relevant en interessant is voor de doelgroep, hoeft dat morgen niet meer te

zijn. Een vraaggestuurde aanpak waarbij er continu contact en feeling is met de doelgroep is dan

ook cruciaal. Hiermee kan goed worden ingespeeld op de gebruikersbehoefte.

Hoe kan het Kenniscentrum goed aansluiten bij nieuwe kennis over dienstverlening?

In veel van de 393 gemeenten worden initiatieven en activiteiten ontplooid om de dienstverlening

aan ondernemers te verbeteren. Deels worden deze activiteiten samen opgepakt en deels worden

deze door gemeenten alleen opgepakt. Per saldo betekent dit dat er heel veel innovatie is binnen

gemeenten op het gebied van de verbetering van de dienstverlening aan ondernemers. Echter, er is

op dit moment nog beperkte uitwisseling van kennis, waardoor de vruchten van de innovatie nog

onvoldoende geplukt kunnen worden. Daarom ligt een rol als kennismakelaar voor het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening hier voor de hand.

Daarnaast zijn er vele andere kenniscentra, die zich bezig houden met initiatieven die nauw

samenhangen met het begrip ‘ondernemersdienstverlening’. Het is van belang om hier de

samenwerking te zoeken voor een goede afstemming van het aanbod (agendavorming) om te

voorkomen dat bepaalde thema’s dubbel worden gedekt en andere thema’s helemaal niet. Door

deze samenwerking kan ook goed worden aangesloten bij de ontwikkeling van nieuwe kennis over

dienstverlening door anderen. Wie deze kennis heeft ontwikkeld is daarbij iets minder relevant, ook

kennis van andere kenniscentra kan ontsloten worden via het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. In tabel 4.1 in paragraaf 4.4.3 is een lijst opgenomen meest de meest

relevante kenniscentra.

Hoe kunnen we de bezoekersaantallen en het gebruik van het bestaande Kenniscentrum laten

stijgen?

Als gebruikers veel meerwaarde ervaren van het gebruik van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening, dan zullen zij ook in de toekomst weer terugkomen naar het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening. In de optimale situatie worden gebruikers zelfs

superpromoters, waarbij zij hun enthousiasme over het kenniscentrum actief in hun netwerk gaan

delen. Dit draagt bij aan hogere bezoekersaantallen en een stijging van het gebruik van het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Page 55: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

55

Hiervoor is het wel van cruciaal belang, dat het kenniscentrum aansluit op de behoeften van de

gebruikers. Het achterhalen van deze behoeften kan op dezelfde manier als op dit moment wordt

gedaan bij het Kenniscentrum Dienstverlening. Enerzijds wordt het digitale zoekgedrag van de

doelgroep op de website van het kenniscentrum gemonitord en anderzijds zijn er de vele contacten

van KING en de VNG in het veld waar gesproken wordt over de behoeften van de doelgroep. Door

beide te combineren ontstaat er een goed beeld van de behoeften van de doelgroep. In aanvulling

daarop kan een reactiemogelijkheid op artikelen en cases op de website van het kenniscentrum ook

heel veel waardevolle informatie geven over de behoeften van de doelgroep.

Wat zijn haalbare doelen en wat is het perspectief?

Op dit moment is het nog niet mogelijk om haalbare doelen vast te stellen. Realistische haalbare

doelen zijn pas op te stellen als er meer duidelijk is over de nog te maken strategische keuzes voor

het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening (kosten of beschikbare budget, kernactiviteiten en

klantrelaties).

Het perspectief van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is dat een bijdrage geleverd

kan worden aan de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers (digitale

dienstverlening, tevredenheid dienstverlening en kwaliteit dienstverlening) en daarmee indirect aan

de regionale economische ontwikkeling.

5.1.3. FOCUS EN VERBINDING

Hoe kan het Kenniscentrum zich op het gebied van ondernemersdienstverlening onderscheiden

van de diverse online sites die raakvlakken hebben met het onderwerp en slim gebruik maken

van kennis en informatie die op diverse sites online beschikbaar is?

Er zijn op dit moment al verschillende kenniscentra, die raakvlakken hebben met het onderwerp

ondernemersdienstverlening. Vaak hebben deze kenniscentra een meer thematische insteek (denk

bv. aan Actal over administratieve lasten of aan PIANOo over aanbestedingen). Het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening kan zich onderscheiden door een meer klantgerichte insteek, waarbij

gefocust wordt op verschillende doelgroepen (accountmanager, beleidsmedewerker EZ en

wethouder EZ). De doelgroepen staan centraal en een duidelijke focus op deze doelgroepen draagt

er aan bij dat deze het kenniscentrum weet te vinden. Door alle relevante kennis voor deze

doelgroep op één portal te bundelen, kan het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening het

startpunt worden voor vragen heeft over ondernemersdienstverlening van de beoogde doelgroep.

Is er inhoudelijk en/of communicatief een rol voor sociale media mogelijk en gewenst?

Sociale media57 is een verzamelbegrip voor online platformen waar gebruikers zonder of met

minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. In eerste instantie kan

dan gedacht worden aan een forum. Een forum is mogelijk een interessant kanaal voor het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening, al bestaat er op dit moment al wel een vergelijkbaar

forum op LinkedIn.

57 https://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media.

Page 56: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

56

Het is in ieder geval interessant om bezoekers en gebruikers de mogelijkheid te geven om te

reageren op artikelen en cases op de website van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Feitelijk is dit een hybride tussenvorm van een website en een forum. Het grote voordeel is dat de

kennis van de cases zelf wordt verrijkt met vragen en antwoorden van gebruikers (co-creatie), waar

ook weer anderen hun voordeel mee kunnen doen. En door deze vragen en antwoorden goed te

monitoren ontstaat er een heel goed beeld hoe gebruikers met deze informatie omgaan en welke

behoeften zij hebben.

5.2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

In deze paragraaf presenteren wij de conclusies en aanbevelingen van ons onderzoek.

5.2.1. CONCLUSIES

Verbetering van de dienstverlening aan ondernemers is en blijft belangrijk

Er gaat volgens ondernemers veel goed, maar er is ook nog ruimte voor verdere verbetering van de

gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers. Verdere verbetering van de

ondernemersdienstverlening is gewenst op de volgende drie thema’s:

Goede regelgeving en goed beleid. Regels en beleid moeten nuttig en werkbaar zijn.

Snel de juiste weg kunnen vinden binnen de gemeente. De gemeente moet goed bereikbaar

zijn.

Waardevolle contacten: een meedenkende dienstverlener. Ondernemers verwachten

professionele dienstverlening.

Gemeenten hebben behoefte aan ondersteuning bij de verbetering van de dienstverlening aan

ondernemers

Om te kunnen voldoen aan deze behoeften van ondernemers ligt er de komende jaren de uitdaging

om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren en/of te digitaliseren en de regeldruk te

verminderen. Daarbij hebben accountmanagers en beleidsmedewerkers EZ aangegeven dat

ondersteuning in de vorm van een Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening interessant zou

kunnen zijn. Samen met de wethouders EZ zijn de accountmanagers en beleidsmedewerkers EZ de

meest voor de hand liggende doelgroep, omdat zij binnen de gemeente het meest te maken hebben

met ondernemers, waardoor het meest effectief een impact op verbetering van de dienstverlening

aan ondernemers kan worden bereikt.

Accountmanagers en beleidsmedewerkers EZ hebben daarbij onder meer de volgende thema’s

genoemd waarover meer kennis gewenst is: communicatie met ondernemers, meerwaarde van

accountmanagement en economische zaken, medewerking / samenwerking binnen de

gemeentelijke organisatie, inrichting interne organisatie, zaakgericht werken / CRM-systemen,

nieuwe / innovatieve ontwikkelingen en de business-case gerelateerde benadering.

Page 57: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

57

Een Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening kan deze ondersteuning bieden

In veel van de 393 gemeenten worden initiatieven en activiteiten ontplooid om de dienstverlening

aan ondernemers te verbeteren. Op dit moment is er nog beperkte uitwisseling van kennis over

ondernemersdienstverlening, waardoor de vruchten van de innovatie nog onvoldoende geplukt

kunnen worden. Het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening kan hierin een rol als

kennismakelaar op zich nemen.

5.2.2. AANBEVELINGEN

Kies voor aansluiting bij het huidige Kenniscentrum Dienstverlening

Eén van de uitgangspunten voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening is dat de

activiteiten straks worden ondergebracht in het reeds bestaande Kenniscentrum Dienstverlening.

Het huidige Kenniscentrum Dienstverlening functioneert goed en het is onze aanbeveling om voor

het onderwerp ‘ondernemersdienstverlening’ een vergelijkbare aanpak te gebruiken voor bv. het

achterhalen van behoeften, de klantrelaties, de kanalen en de kernactiviteiten.

Uiteraard kan het model van het huidige Kenniscentrum Dienstverlening niet 1-op-1 worden

gekopieerd op het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening, omdat de doelgroepen en in het

verlengde daarvan hun behoeften verschillen. En deze verschillen hebben ook gevolgen voor de

strategische inrichting van het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Het BMC geeft inzicht in de strategische inrichting van het kenniscentrum

Het BMC is een model voor de strategische inrichting van een organisatie. Het BMC verbindt de

externe omgeving met de interne organisatie en beschrijft de bouwstenen voor de organisatie en de

samenhang tussen deze bouwstenen.

Het ingevulde BMC (zie de volgende figuur) geeft een overzicht van de aanbevelingen van het

onderzoeksteam voor een adequate strategische inrichting van het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. Opgemerkt moet worden, er zijn meerdere wegen die leiden naar

Rome. Daarom hebben wij in het rapport (als een soort menukaart) ook alternatieven gepresenteerd

voor de invulling van de verschillende bouwstenen. Het ministerie van EZ kan deze informatie

gebruiken om de strategische uitgangspunten voor het kenniscentrum definitief vast te stellen.

Enkele belangrijke elementen waarmee het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zich

onderscheidt van andere kenniscentra zijn:

Klantsegmenten: accountmanager, beleidsmedewerker EZ, wethouder EZ

Klantrelaties: Self-service + communities + co-creatie

Kanalen: website (+ reactiemogelijkheid!) + bijeenkomsten

Waardepropositie: Bestaande kennis verder verspreiden, rol van kennismakelaar

Strategische partners: Stuurgroeppartners + samenwerkingspartners + andere kenniscentra

Page 58: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

58

Figuur 5.2 BMC Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening

Daarbij moeten er nog verschillende strategische keuzes gemaakt worden door het ministerie van

EZ. Allereerst moet het budget voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening nog worden

vastgesteld. En daarnaast moeten de keuzes worden gemaakt om wel of niet eigen kennis te gaan

ontwikkelen (rol van onderzoeker) en om wel of niet advieswerk (‘persoonlijke hulp’) te gaan

verrichten. Als deze keuzes zijn gemaakt dan moeten tot slot nog realistische doelen worden

vastgesteld voor het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Vervolgstap: van strategie naar uitvoering

Als deze strategische keuzes zijn gemaakt, dan is het strategische ontwerp voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening gereed. Deze strategie moet vervolgens verder worden uitgewerkt in

een concreet beleidsplan of actieplan voor het komende jaar voor het Kenniscentrum

Ondernemersdienstverlening. Het ligt voor de hand dat KING / VNG hier het voortouw in nemen.

Om de meerwaarde van een Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening te toetsen is het aan te

bevelen om heldere afspraken te maken over de resultaten die het ministerie van EZ met de inzet

van het kenniscentrum verwacht. Die resultaten zijn afhankelijk van de doelen die het ministerie

van EZ heeft ten aanzien van de inzet van het kenniscentrum.

Page 59: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

59

BIJLAGE A: VERSLAG FOCUSGROEP

22 SEPTEMBER 2015 IN UTRECHT

Deelnemers:

Robert van Gerwen (Amsterdam), Herma Harmelink (Apeldoorn), Ruud Verschuren (Capelle aan

den IJssel), Erik Hommel (Capelle aan den IJssel), Marloes Krol (De Ronde Venen), Marjolein van

Alken (Enschede), Louisa Broens (Molenwaard), Nathalie Wassenberg (Tilburg), Wilco van Zon

(Zoetermeer), Aisia Okma (KING), Frank van Zutphen (onderzoeksteam), Eric Laken

(onderzoeksteam) & Aad Jan Roos (onderzoeksteam)

Vooraf: Als wij spreken van ondernemersdienstverlening dan gaat het over a) het verlenen van

diensten door de gemeente aan de ondernemer, b) de relatie tussen de gemeente en de ondernemer

en c) het beleid van de gemeente voor ondernemers. Daarbij hebben wij zowel naar online als naar

offline dienstverlening gekeken.

1. Behoeften ondernemers

In het eerste deel van het onderzoek zijn aan de hand van gesprekken met ondernemers,

ondernemersvertegenwoordigers en brancheorganisaties de wensen, behoeften en verwachtingen

van ondernemers over gemeentelijke dienstverlening in kaart gebracht. Het onderzoeksteam

presenteert deze wensen, zijnde:

Goede regelgeving en goed beleid

Deze categorie is generiek (voor alle overheidsorganisaties). De volgende steekwoorden worden

hier veel genoemd door ondernemers: een regel58 moet nuttig, duidelijk, eenvoudig,

ondubbelzinnig, goed te begrijpen, aansluiten op de praktijk en niet te vaak veranderen, regels

moeten niet tegenstrijdig zijn en niet leiden tot stapeling, naleving moet goed uitvoerbaar zijn,

weinig tijd & geld kosten en geen irritatie opleveren en toezicht moet van hoge kwaliteit zijn

(risicogericht, high trust, deskundig en gebaseerd op de dialoog). Met andere woorden: de regel

moet werkbaar zijn. Ook minder regelgeving, aandacht voor de kleinere ondernemer en voorkomen

van verschillen tussen gemeenten zijn regelmatig genoemd. Met betrekking tot het gemeentelijke

beleid hebben ondernemers de volgende wensen: dat de gemeente investeert in voorzieningen,

ondersteunt met subsidies of stimuleringsregelingen en specifiek beleid heeft voor het midden- en

kleinbedrijf en voor startende ondernemingen. Betrouwbaarheid van de gemeente is tot slot ook een

belangrijk element.

Snel de juiste weg kunnen vinden binnen de gemeente

Ondernemers vragen om een goede bereikbaarheid van de gemeente in de vorm van bv. een

bedrijvenloket, een accountmanager, actieve ambtenaren & wethouder Economische Zaken, die

open staan voor het gesprek met ondernemers en streven naar een goede samenwerkingsrelatie met

ondernemers. De wensen van ondernemers gaan verder dan alleen digitale informatieverstrekking

via de website van de gemeente.

58 Waar ‘een regel’ staat, gaat het zowel om regels als om beleid.

Page 60: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

60

Bij het goed de weg kunnen vinden binnen de gemeenten speelt communicatie richting

ondernemers ook een belangrijke rol. Actieve communicatie draagt ook bij aan de positieve

perceptie van de ondernemer over de gemeente.

Waardevolle contacten: een meedenkende dienstverlener

Ondernemers verwachten dat de gemeenteambtenaar een dienstverlener is, die zich kan verplaatsen

in de situatie van de ondernemer, die begrip toont, die meedenkt, die helpt bij het maken van de

vertaalslag van regelgeving naar praktijk. Bij wie niet de regels leidend zijn, maar de behoeften van

de ondernemer. Andere kernwoorden die hierbij genoemd zijn waren onder meer: deskundigheid,

vriendelijkheid, duidelijkheid van de informatie en snelheid afhandeling.

In het verlengde hiervan is in de gesprekken met de ondernemers ook regelmatig naar voren

gekomen, dat gemeenten soms ‘nee, tenzij’ als uitgangspunt hebben in plaats van ‘ja, mits’. Een

open houding vanuit de basisgedachte ‘hoe kunnen wij helpen?’ of ‘wat leuk dat u dat wilt

organiseren, wat kunnen we voor u betekenen’ wordt door ondernemers erg gewaardeerd.

De deelnemers herkennen de bovengenoemde beelden uit de praktijk.

2. Hoe om te gaan met de wensen van de ondernemers

In twee groepen (accountmanagers en beleidsmedewerkers EZ) wordt hier verder over gesproken.

Hoe wordt aan deze wensen en verwachtingen voldaan binnen uw gemeente? Is hier nog een

volgende verbeterslag te maken? Zo ja, welke? Zou ondersteuning vanuit een kenniscentrum

ondernemersdienstverlening hierbij nuttig kunnen zijn? Zo ja, in welke vorm?

Vooraf wordt opgemerkt dat er al veel goed gaat op het gebied van de dienstverlening aan

ondernemers. Daarbij kan een gemeente een ondernemer ook niet altijd ter wille zijn, ook andere

belangen (burgers, andere ondernemers, milieu) zijn relevant. Dan kan het resultaat van uitstekende

dienstverlening nog steeds een ontevreden ondernemer zijn.

In het vervolg van het verslag presenteren wij de bevindingen aan de hand van het door ons

gebruikte analysekader. Dit analysekader is pas opgesteld na afloop van de focusgroep. Het

analysekader beschrijft het speelveld van de accountmanager en beleidsmedewerker EZ en is in de

volgende figuur opgenomen.

Page 61: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

61

Figuur B.1 Speelveld accountmanager / beleidsmedewerker EZ

Het speelveld van de accountmanager en de beleidsmedewerker EZ kent vier belangrijke andere

actoren: de ondernemer (de klant), het bestuur (meer concreet de wethouder EZ), de interne

organisatie (collega’s op andere afdelingen) en andere overheden. Veel van de genoemde

suggesties van kennisdeling door het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening hangen samen

met het raakvlak tussen de accountmanager / beleidsmedewerker EZ en de andere actoren (zie vier

i-tekens). Het vijfde en laatste i-teken heeft betrekking op suggesties met een vakinhoudelijk

karakter.

In het navolgende lopen wij de tijdens de focusgroep gemaakte suggesties langs per actor. In

sommige gevallen liggen andere oplossingen dan een kenniscentrum meer voor de hand. In die

gevallen presenteren wij die oplossing ook.

Klant = ondernemer

De relatie tussen de ondernemer en de gemeente is een belangrijke determinant bij de perceptie van

de kwaliteit van de dienstverlening. Vandaar ook het streven naar een goede relatie tussen beiden.

Hoe kan deze relatie nog verder verbeterd worden? Hoe de communicatie naar ondernemers te

verbeteren (laten zien wat de gemeente doet voor de ondernemer)? Hoe ervoor te zorgen dat

ondernemers waardevolle input geven voor de beleidsvorming of mogelijk zelfs een deel van de

beleidsvorming op zich nemen?

Page 62: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

62

Bestuur / wethouder EZ

Vanwege de bezuinigingen is er druk op de budgetten voor accountmanagement en economische

zaken. Economische zaken is geen kerntaak van de gemeente. Het is niet altijd even gemakkelijk

om het bestuur van de gemeente te overtuigen van de meerwaarde van accountmanagement en

economische zaken. Terwijl dit wel een duidelijke wens is van de ondernemer. Hoe deze

meerwaarde aan te tonen? Hoe het bestuur mee te krijgen? Welke gemeenten boeken hier succes en

waarom?

Interne organisatie

Het leveren van goede dienstverlening aan ondernemers, het meedenken en verplaatsen in de

ondernemer zijn voor accountmanagers en beleidsmedewerkers economische zaken redelijk

gemeengoed. Maar dit zijn niet de belangrijkste prioriteiten voor alle ambtenaren binnen de

gemeente, bv. bij vergunningverlening heeft een zorgvuldig en rechtmatig proces van de

vergunningverlening de hoogste prioriteit. Vraag is dan hoe anderen mee te krijgen bij het streven

naar een verbetering van de dienstverlening aan ondernemers? Hoe vanuit de andere prioriteiten

ook aandacht te krijgen voor de verbetering van de dienstverlening? Wat kan hier geleerd worden

van andere gemeenten?

De complexiteit van de dienstverlening aan ondernemers stelt ook eisen aan de interne organisatie

van de gemeente. Hoe de interne organisatie in te richten? En zijn hier verschillen tussen grote

gemeenten en kleinere gemeenten? Een mooi voorbeeld hiervan is de gemeente Tilburg:

complexere vergunningaanvragen van bedrijven worden wekelijks op managementniveau met alle

betrokken afdelingen besproken. Dit heeft de slagkracht van de gemeente sterk verbeterd.

Veel verschillende personen binnen de gemeente hebben contacten met bedrijven. Op dit moment

worden deze contacten nog niet altijd voldoende op elkaar afgestemd. Zo kan het voorkomen dat

een handhaver bij de handhaving niet op de hoogte is van een specifieke uitzondering op een

vergunning of dat een bedrijf kort achter elkaar door meerdere verschillende personen vanuit de

gemeente wordt benaderd. Hoe dit beter te regelen? Een mogelijke oplossing is zaakgericht

werken of een CRM-systeem. Maar wat zijn hier de mogelijkheden? Hoe dit te implementeren? En

hoe ervoor te zorgen dat alle betrokkenen hier ook actief mee gaan werken? Welke gemeenten

hebben gekozen voor welke oplossingen? Welke succesvoorbeelden kunnen hier genoemd worden?

Een ander thema is het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het is nog lastig om dit goed vorm te

geven vanuit de bredere visie van dienstverlening aan ondernemers. Het ligt overigens meer voor

de hand om deze behoefte op te pakken vanuit PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden voor

overheidsorganisaties.

Page 63: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

63

Er leven ook vragen op het snijvlak van ‘economie en arbeidsmarkt’. Ondernemers worden vaak

afzonderlijk benaderd vanuit beide domeinen. Hier liggen mogelijkheden voor een betere

samenwerking en betere dienstverlening. Hoe te komen tot een integrale visie op economie en

arbeidsmarkt en gezamenlijke aanpak richting de ondernemer? Hoe het thema ‘economie en

arbeidsmarkt’ te verbinden aan betere dienstverlening? Welke gemeenten hebben hiermee

successen bereikt? Het ligt hier overigens voor de hand om dit onderwerp vanuit het VNG

programma ‘Regionale economische ontwikkeling & arbeidsmarkt’ op te pakken.

Andere overheden

Regelmatig zijn bij de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers ook andere overheden

betrokken, zoals bv. provincies of regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s). De agenda’s van de

verschillende overheden komen niet altijd overeen wat goede dienstverlening aan ondernemers

complexer maakt. Hoe de samenwerking met provincies / RUD’s te verbeteren? Welke

voorbeelden zijn er van gemeenten en provincies die erin zijn geslaagd om processen te

stroomlijnen? En hoe de verschillen in de werkwijze, processen en diensten bij provincies te

verminderen (verschillende gemeenten hebben te maken met meerdere provincies)?

Vakinhoudelijke vragen

Vakinhoudelijke vragen spelen vooral bij nieuwe en innovatieve ontwikkelingen, zoals bv. het

ontstaan van nieuwe mengvormen van bedrijven (winkels en horeca), de drie decentralisaties in het

sociale domein of de implementatie van nieuwe regelgeving.59 Gemeenten hebben behoefte aan

meer informatie hoe om te gaan met nieuwe ontwikkelingen binnen de bestaande regelgeving. Hoe

om te gaan met dilemma’s die hier spelen? Hoe gaan andere gemeenten met deze vraagstukken

om?

De rol en de werkwijze van de Kamers van Koophandel (KvK) zijn aan het veranderen. Dat leidt

tot nieuwe vragen voor gemeenten. Wat betekent dit voor de inrichting van het startersbeleid van

de gemeente? Moet de gemeente een rol gaan spelen bij de ondersteuning van ondernemers en zo

ja, welke activiteiten zijn dan effectief? Het verdient overigens de aanbeveling om eventuele

activiteiten op dit vlak in nauwe samenwerking met de KvK op te pakken.

Een andere relevante keuze voor gemeenten is om te kiezen voor een meer generieke benadering of

voor een sectorspecifieke aanpak, waarbij de gemeente focust op bepaalde bedrijfstakken. Hoe

deze afweging te maken? Welke succesverhalen kunnen hier van andere gemeenten geleerd

worden?

59 Over verschillende onderwerpen (mengvormen, decentralisaties) is de kennisdeling reeds in een ander gremium

voorzien. De verspreiding van deze kennis kan uiteraard ook via het Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening.

Page 64: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

64

Er is steeds meer aandacht voor bedrijfsmatig werken en de business-case gerelateerde

benadering. Wat zijn de kosten en baten van de dienstverlening en het beleid? Onder meer bij

samenwerking tussen verschillende afdelingen is dit relevant. Dit kan mogelijk ook tot een andere

insteek leiden van de dienstverlening aan ondernemers: Welke diensten worden gratis en welke

diensten worden betaald aangeboden aan ondernemers? Vraag is: Hoe zo’n business case op te

zetten? Hoe deze benadering breder uit te rollen binnen de gemeente? En welke succesvoorbeelden

zijn te onderscheiden bij andere gemeenten?

Naast voorbeelden van andere gemeenten kunnen buitenlandse voorbeelden en inzichten ook

interessante informatie geven over verbetering van de dienstverlening aan ondernemers. Hoe

werken gemeenten in vergelijkbare landen aan de verbetering van de dienstverlening aan

ondernemers? Welke buitenlandse oplossingen zijn interessant voor Nederlandse gemeenten?

Als concrete methode om de dienstverlening te verbeteren is ook de Customer Journey methodiek

genoemd. Customer Journey Mapping beschrijft de ervaringen van een klant en/of gebruiker bij

de ‘reis’ van deze klant bij het afnemen van diensten. Meer informatie over de inhoud en

voorbeelden zijn te vinden bij het huidige Kenniscentrum Dienstverlening van de KING.60

Hoe deze kennis te verspreiden?

Tot slot is ook gevraagd in welke vorm deze kennis het beste verspreid zou kunnen worden. Het

Kenniscentrum Ondernemersdienstverlening zou het uitwisselen van best practices en ervaringen

moeten faciliteren, zodat gemeenten van elkaar kunnen leren. Bijeenkomsten kunnen interessant

zijn, vooral voor de ‘nieuwere’ onderwerpen. Ook is het van belang dat gemeenten elkaar snel en

goed kunnen vinden om te sparren en om ervaringen uit te wisselen.

60 Zie: https://www.kinggemeenten.nl/secties/kenniscentrum-dienstverlening/producten/catalogus-

gebruikersperspectief/customer-journey en https://www.kinggemeenten.nl/secties/kenniscentrum-

dienstverlening/producten/gebruikersperspectief-het-kort.

Page 65: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

65

BIJLAGE B: BMC’S ANDERE KENNISCENTRA

GEMEENTEN VAN DE TOEKOMST Figuur B.2 BMC Gemeenten van de Toekomst

Page 66: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

66

KENNISCENTRUM WONEN-ZORG Figuur B.3 BMC Kenniscentrum Wonen-Zorg

Page 67: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

67

KENNISNET Figuur B.4 BMC Kennisnet

Page 68: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische
Page 69: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

69

BIJLAGE C: GESPREKSPARTNERS

BEGELEIDINGSCOMMISSIE

Aisia Okma KING

Jan Willem Kooistra Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kees van der Steen Ministerie van Economische Zaken

Kristel Wattel * Ministerie van Economische Zaken

Kees Duijvelaar VNG

* projectbegeleider onderzoek

ONDERNEMERS / ONDERNEMERSVERTEGENWOORDIGERS

Stefan Vermeul Dutch Network Group

Raoul Timmermans Enigma Business Professionals

Thomas Hendriksen Hendriksen Beheer

Paul Schoormans Koninklijke Horeca Nederland (KHN)

Wang Choy MKB Leidschendam-Voorburg

Arjan van Delden MKB Leidschendam-Voorburg

Hans Bakker MKB Nederland Midden

Dolf Kloosterziel MKB Nederland Noord-Holland

Louise Beduwe PZO-ZZP

Stuart Stretton Restaurant Pavlov / KHN Den Haag

Hans-Peter Baars Ventis Scheepstimmmerwerk

Bart Carpentier Alting Vlietland BV

Emile Rodenhuis VNO-NCW

GEMEENTEN

Robert van Gerwen * Amsterdam

Harriët Althof-Journée Apeldoorn

Herma Harmelink * Apeldoorn

Harro Visser Apeldoorn

Erik Hommel * Capelle aan den IJssel

Ruud Verschuren * Capelle aan den IJssel

Evelyne Brandenburg De Ronde Venen

Marloes Krol * De Ronde Venen

Marjolein van Alken * Enschede

Karin Hampsink Enschede

Irma Lissberg Enschede

Fokko van der Molen Enschede

Walter Bouman Enschede

Janny van Dijk Heerenveen

Elsemarie Oosterveen Heerenveen

Ronald Kraakman Hoorn

Page 70: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

70

Ingrid Lemmens Hoorn

Jan Pels Hoorn

Nick Bruins Midden-Drenthe

Louisa Broens * Molenwaard

Marieke Vossen Oss

Nathalie Wassenberg * Tilburg

Hans Sprangers Tilburg

Brigitte Hulscher Utrecht

Rob de Haas Valkenswaard

Hans Polet Zeewolde

Wilco van Zon * Zeewolde

* deelnemer focusgroep

OVERIG

Maria Fabbricotti Actal

Jos Tonk Actal

Marjan Arenoe Beter en Concreter

Patrick van Domburg Bureau Digicommissaris

Daisy Geurts Bureau Digicommissaris

Gerard Witsmeer Gemeenten van de Toekomst

Willo Eurlings Kamer van Koophandel

Jan Hoogkamer Kamer van Koophandel

Daniëlle Harkes Kenniscentrum Wonen-Zorg

Rogier Goes Kenniscentrum Wonen-Zorg

Toine Maes Kennisnet

Wim Fred Dil KING

Maurice van Erven KING

Mari-An Gerits KING

Esmeralda Vergeer Leiden Universiteit

Joost van Hoorn Platform31

Renate Westdijk Samen voor de klant

Patricia Vogel VNG

Marianne Schrijver VNG

Ton Roerig Wethoudersvereniging

Page 71: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

71

BIJLAGE D: LITERATUUR

Actal (2013), Merkbaar minder regeldruk.

Advieswereld & SIRA Consulting (2014), Knelpunten voor ondernemers. Inventarisatie van

knelpunten waar ondernemers in de provincie Fryslân tegen aan lopen.

Ecorys & Van Zutphen Economisch Advies (2015), Lastenontwikkeling van de Aanbestedingswet

2012.

Gemeente Amsterdam (2015), Het nieuwe dienstverlenen. Een organisatiemodel voor excellente

dienstverlening in Amsterdam, presentatie Overheid 360° d.d. 22 april 2015.

KING (2014), Handleiding Bewijs van Goede Dienst. Januari 2014.

Lexnova Advies en Onderzoek (2013), Evaluatie Bewijs van Goede Dienst.

Lexnova Advies en Onderzoek (2013), MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013.

Ministerie van BZK (2013), Visiebrief digitale overheid 2017.

Ministerie van BZK, ministerie van EZ & VNG (2012), Uitvoeringsagenda vermindering

regeldruk en controletoren. Rijksoverheid en gemeenten.

MKB Nederland & VNO-NCW (2015), Kansrijk! De groeiagenda voor ondernemerschap in het

MKB.

Osterwalder, A. & Y. Peigneur (2009), Business Model Generation.

Panteia (2014), Kleine ondernemers, nog altijd hoge lasten. Vergelijking tussen 2007 en 2013.

Parasuraman, A., V.A. Zeithaml & L.B. Leonard (1988), SERVQUAL: A Multiple-Item Scale for

Measuring Consumer Perceptions of Service Quality, in: Journal of Retailing, volume 64, nr. 1.

Platform 31 (2014), De Zwolse aanpak: stevig inzetten op accountmanagement, in: De stad en

regio vooruit. Uitdagingen voor wethouders en teams Economische Zaken.

Platform 31 (2014), Verzakelijking van accountmanagement, in: De stad en regio vooruit.

Uitdagingen voor wethouders en teams Economische Zaken.

Sandee, R.(2014), Interview Jan ten Hoopen: ‘Gemeenten moeten zich verplaatsen in de burger’, in

SC nummer 51/52, 16 december 2014.

TNS Nipo (2015), Goed Opgelost! Onderzoek naar de adaptie van goede voorbeelden.

Page 72: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

72

Vereniging Directeuren Publiekszaken (VDP) et al. (2013), Overheidsbrede Dienstverlening 2020.

Van organisaties … naar organiseren.

Vergeer (2015), Onderzoek naar de beleving van regeldruk bij ondernemers,

http://www.campusdenhaag.nl/crk/promovendi/evergeer.html.

VNG (2014), Verbeteren dienstverlening en aanpak regeldruk.

VNG (2015), Digitale Agenda (2020).

VNG (2015), Factsheet regionale economische ontwikkeling en arbeidsmarkt.

VNO-NCW, MKB Nederland & LTO Nederland (2014), Actieplan aan tafel. Samen naar een

beter, slimmer en efficiënter toezicht.

Vogelaar, R. (2009), De Superpromoter. Over de kracht van enthousiasme.

Page 73: STRATEGISCHE POSITIONERING · Ondernemersdienstverlening opgenomen aan de hand van het Business Model Canvas. Cursief weergegeven termen hangen samen met nog te maken strategische

73

KREKELSTRAAT 6B

3061 VD ROTTERDAM

TEL. NR. 06 – 41 42 45 57

[email protected]

WWW.VANZUTPHENADVIES.NL

KVK: 50579371

Van Zutphen Economisch Advies is gespecialiseerd in evaluaties van projecten en beleid op het gebied van

ICT & digitale dienstverlening. Bij deze evaluaties kijken wij naar zaken als effectiviteit (Welke effecten zijn

te verwachten? Worden onze doelen bereikt?) en efficiëntie (Wegen de opbrengsten / baten op tegen de

kosten? Zijn er geen goedkopere - even goede - oplossingen?). Hiermee helpt Van Zutphen Economisch

Advies haar klanten om enerzijds kosten te besparen en anderzijds het maximale resultaat (de maximale

impact en effecten) uit haar projecten en beleid te halen.