Stagevademecum 2020-2021 - KU Leuven...beknopte presentatie voor een jury, waarna de juryleden...

32
0 STAGEVADEMECUM 2020-2021 EDUCATIEVE MASTER IN DE MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN (EM MW) KU LEUVEN

Transcript of Stagevademecum 2020-2021 - KU Leuven...beknopte presentatie voor een jury, waarna de juryleden...

  • 0

    STAGEVADEMECUM

    2020-2021 EDUCATIEVE MASTER IN DE

    MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN (EM MW)

    KU LEUVEN

  • Pagina | 1

    In dit document vind je alle informatie m.b.t. de stage binnen de EM

    Maatschappijwetenschappen. Het is zo opgesteld dat je via interne hyperlinks gemakkelijk

    de juiste informatie kan terugvinden. Ga dus steeds wanneer je vragen hebt eerst op zoek in

    dit document alvorens je stagebegeleider of een andere lector of docent aan te spreken. Zijn

    er zaken onvoldoende duidelijk of wil je een afwijking van een bestaande situatie, dan kan je

    hiervoor natuurlijk steeds bij hen terecht of bij stagecoördinator Saskia Bollen.

    Het document bestaat uit een heel kort algemeen overzicht dat de structuur bevat van de

    opleiding en de plaats van de stage daarin. Daarin wordt telkens verwezen naar enkele

    ‘frequently asked questions’ (FAQ) over dat specifieke onderwerp. Door simpelweg op de

    link te klikken, kom je automatisch bij die vragen uit.

  • Pagina | 2

    INHOUD

    De opleiding in zijn geheel ......................................................................................................... 4

    Toelatingsvoorwaarden.......................................................................................................... 4

    Termijn en spreiding van de opleiding ................................................................................... 5

    De theoretische component ...................................................................................................... 5

    De praktijkcomponent – de stage (21 studiepunten) ................................................................ 5

    Evaluatie stage en portfolio ................................................................................................... 7

    FAQ ............................................................................................................................................. 8

    Is de EM combineerbaar met mijn werk? .............................................................................. 8

    Wat is het verschil tussen preservice- en inservice-stage?.................................................... 9

    Je werkt (al) in het onderwijs: leraar in opleiding (LIO) ......................................................... 9

    Wat is het verschil tussen mijn vakmentor en mijn stagebegeleider? .................................. 9

    Wat doet een stagebegeleider? ........................................................................................... 10

    Wat wordt er verwacht van een vakmentor? ...................................................................... 10

    Schematisch overzicht inhoud stagevakken ........................................................................ 11

    Observatiestage .................................................................................................................... 12

    Actieve stage (lesstage) ........................................................................................................ 13

    Wat is de planning van de stage? ......................................................................................... 14

    Hoeveel uur per week mag ik lesgeven? .............................................................................. 15

    Wat houdt co-teaching in? ................................................................................................... 15

    Mag ik parallellessen geven? ............................................................................................... 16

    Het lesuur evaluatie/toets ................................................................................................... 16

    De reflectieopdrachten ........................................................................................................ 16

    Verdiepende opdrachten (micro/meso-taken) .................................................................... 17

    Terugkomsessies .................................................................................................................. 18

    Extra stage maatschappijwetenschappen............................................................................ 18

    Waar kan/moet ik stage lopen? ........................................................................................... 19

    Stageplaatsen zoeken ........................................................................................................... 19

    20u stage verplicht in secundair onderwijs ..................................................................... 20

    Stage in SO of elders......................................................................................................... 20

    Lerarenstage.be voor stages SO ........................................................................................... 21

    De school reageert niet op mijn aanvraag, wat nu? ........................................................ 21

  • Pagina | 3

    Mijn aanvraag werd geweigerd of de school vraagt meer info, wat nu? ........................ 21

    Mijn aanvraag werd aanvaard, wat nu? ........................................................................... 22

    Kan ik mijn stage ook in het buitenland doen? .................................................................... 22

    Wat moet ik in een eerste contact met de stageschool communiceren? ........................... 22

    Waar vind ik het stagecontract? .......................................................................................... 22

    Een familielid is werkzaam op mijn stageschool, is dit een probleem?............................... 23

    Bijkomende vakdidactiek ..................................................................................................... 23

    In welke vakken kan ik stage lopen? .................................................................................... 24

    Hoe geraak ik op mijn stageplaats? ..................................................................................... 31

    Welke vakken kan/mag ik geven als leerkracht? ................................................................. 31

    Kan ik ook lesgeven in het hoger onderwijs met het EM-diploma? .................................... 31

    (Bijna) Afgestudeerd, wat nu?.............................................................................................. 31

  • Pagina | 4

    DE OPLEIDING IN ZIJN GEHEEL

    Van de EM Maatschappijwetenschappen bestaan twee varianten:

    het integrale traject, 90 studiepunten (sp.), te volgen na je academische bachelor of

    na een professionele bachelor en schakelprogramma. Deze variant is te volgen in

    Leuven.

    het verkorte traject, 60 studiepunten (sp.), te volgen na je domeinmaster. Je kan

    deze variant volgen in Leuven, maar ook op onze vestigingsplaatsen in Aalst,

    Antwerpen, Brugge, Brussel, Diepenbeek, Geel, Gent of Kortrijk.

    In beide varianten omvat de stage in totaal 21 studiepunten.

    TOELATINGSVOORWAARDEN

    Het integrale traject kan je volgen:

    na je academische bachelor communicatiewetenschappen, politieke wetenschappen

    en sociologie, wijsbegeerte, rechten of criminologische wetenschappen. In dit geval

    volg je geen domeinmaster (vb. master in de communicatiewetenschappen, master

    in de rechten). Alvorens of minstens gelijktijdig met je start in de educatieve master

    volg je ook het voorbereidingsprogramma (15 sp.). Wanneer je in je derde bachelor

    reeds (deels) het voortraject op de educatieve master volgde, kan je hiervoor

    vrijstellingen krijgen binnen het voorbereidingsprogramma en/of de educatieve

    master.

    na je professionele bachelor en het volgen van het schakelprogramma (ca. 60 sp.,

    afhankelijk van je vooropleiding) voor de educatieve master. Informeer je over het

    schakelprogramma bij [email protected].

    Het verkorte traject kan je volgen:

    na je domeinmaster (vb. master in de communicatiewetenschappen, master in de

    rechten). Je kan de educatieve master reeds aanvatten als je je domeinmaster nog

    moet volgen of afronden, maar het EM-diploma krijg je pas na voltooiing van je

    domeinmaster.

    Meer informatie over de toelatingsvoorwaarden (o.a. vereist diploma), ook voor studenten

    met een vooropleiding buiten de KU Leuven, vind je via:

    https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_54740901.htm#activetab=v

    oorwaarden (integraal traject)

    https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_54743912.htm#bl=04,0401

    &activetab=voorwaarden (verkort traject)

    https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/CQ_54844354.htm#activetab=diploma_omschrijvingmailto:[email protected]://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_54740901.htm#activetab=voorwaardenhttps://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_54740901.htm#activetab=voorwaardenhttps://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_54743912.htm#bl=04,0401&activetab=voorwaardenhttps://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_54743912.htm#bl=04,0401&activetab=voorwaarden

  • Pagina | 5

    TERMIJN EN SPREIDING VAN DE OPLEIDING

    De opleiding kan worden gespreid over meerdere jaren. Dat is sterk aanbevolen aan

    werkstudenten met minstens een halftijdse betrekking. Op

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/bestanden/spreiding-opleiding-over-

    meerdere-jaren-3.pdf vind je modeltrajecten ter inspiratie indien je de verkorte EM wenst te

    spreiden. Studenten die het integrale traject volgen, kunnen hierop ook een beroep doen,

    maar de modeltrajecten bevatten niet alle door hen te volgen vakken. De

    studietrajectbegeleider kan jullie verder adviseren in de spreiding van de opleiding.

    Let wel op: Je kan een vak slechts twee keer opnemen in je ISP. Hierna zijn al je

    examenkansen of evaluatiemomenten (nl. vier) voor dat vak opgebruikt.

    Volg je de verkorte EM in het LIO-statuut, dan moet je de opleiding binnen twee

    academiejaren afronden.

    DE THEORETISCHE COMPONENT

    Voor meer informatie over de vakken moet je de ECTS-fiches raadplegen in de

    programmagids. Andere vragen en/of opmerkingen aangaande deze vakken moet je stellen

    aan de vaktitularissen van die vakken.

    DE PRAKTIJKCOMPONENT – DE STAGE (21 STUDIEPUNTEN)

    De stage bestaat uit DRIE COMPONENTEN:

    Stage maatschappijwetenschappen 1 (12 sp.)

    Stage maatschappijwetenschappen 2 (6 sp.) of aanverwante stage (6 sp.) in geval van

    externe bijkomende vakdidactiek

    Diversiteitsstage (3 sp.)

    In totaal bestaat de stage uit:

    18 (les)uren observatiestage (FAQ)

    40 (les)uren actieve stage (lesgeven) (FAQ)

    o 8 lesreflectieopdrachten

    70 uren verdiepende opdrachten

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/bestanden/spreiding-opleiding-over-meerdere-jaren-3.pdfhttps://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/bestanden/spreiding-opleiding-over-meerdere-jaren-3.pdfhttps://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/praktische_info/studentenadministratiehttps://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/#bl=5;43,45,53,63&f=-1,-1,-1,-1

  • Pagina | 6

    De inhoud van de stage, meer bepaald de VAKKEN waarin je stage loopt, zijn afgestemd op

    de vakdidactiek(en) die je volgt en dus ook op de bekwaamheidsbewijzen die je zal

    verkrijgen. Je moet minstens 10u actieve stage lopen binnen vakken gerelateerd aan elk

    vakdidactisch opleidingsonderdeel dat je opneemt. Meer informatie hierover vind je in de

    FAQ.

    Meer informatie over het ZOEKEN van een stageschool, zie FAQ. De stagedelen moeten in

    minstens 2 verschillende onderwijsvormen plaatsvinden en 20u (d.i. helft aantal actieve

    stage) moet verplicht in het secundair onderwijs (zie ook: FAQ).

    Tijdens de lesstage moet je acht REFLECTIEOPDRACHTEN maken. Het doel daarvan is om

    enkele concrete lessituaties grondig te analyseren en er lessen uit te trekken voor de

    toekomst. Meer informatie in de FAQ.

    Naast de observatie- en lesstage moeten er verplicht VERDIEPENDE OPDRACHTEN per

    stageonderdeel gemaakt worden. Het doel daarvan is om de werking van een school ook

    eens vanuit andere hoeken te bekijken. Zo krijg je een vollediger beeld van het takenpakket

    van een leraar. Meer daarover in de FAQ.

    Tijdens je stage woon je ook verplicht twee TERUGKOMSESSIES bij. In die sessies bespreek

    je met enkele andere studenten een werkzorg die je tijdens je stage hebt (gehad). Zie FAQ

    voor meer uitleg.

    Stage

    ObserverenVerplichte

    opdrachten

    Lesgeven

    Lesvoorbereiding + gebruikte materialen

    Reflectie-opdrachten

    Terugkomsessie

    StagetakenVerdiepende opdrachten

  • Pagina | 7

    De stage wordt opgevolgd en begeleid door de STAGEBEGELEIDER vanuit de KU Leuven en

    de VAKMENTOR op de stageschool. Zie FAQ voor meer uitleg.

    De DIVERSITEITSSTAGE is een aparte stage om te leren omgaan met diversiteit in het

    onderwijs. Meer informatie met betrekking tot de diversiteitsstage vind je op deze website.

    Aanmelding op het diversiteitsplatform is verplicht. De diversiteitsstage is losgekoppeld van

    de stagedelen. Meer informatie vind je in de ECTS-fiche, op de website (zie hierboven) en op

    Toledo na inschrijving voor het vak.

    EVALUATIE STAGE EN PORTFOLIO

    De BEOORDELING van de stage gebeurt op basis van ALLE componenten aanwezig in het

    bovenvermelde schema. Je wordt beoordeeld op je lespraktijk als stagiair, m.a.w. op de

    gegeven actieve lesstages. Daarnaast worden alle opdrachten die je maakt (waaronder

    observatieopdrachten, reflectieopdrachten, verdiepende opdrachten, …) in rekening

    genomen. Dat gaat dus over administratie en de kwaliteit van de opdrachten. Alle

    opdrachten en lesvoorbereidingen worden geüpload op MyPortfolio (beschikbaar via Toledo

    -> Bestanden en portfolio’s -> Toledo portfolio). Je krijgt ca. begin oktober toegang tot je

    MyPortfolio.

    Over je stageproces gedurende ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ geef je ook een

    beknopte presentatie voor een jury, waarna de juryleden bijkomende vragen kunnen stellen.

    Deze presentatie vindt plaats in de eerstvolgende examenperiode na afronding van ‘Stage

    maatschappijwetenschappen 1’ Meer informatie hierover verkrijg je tijdig.

    Raadpleeg ook de ECTS-fiche van de stages in de online programmagids of via Toledo voor

    meer informatie over de evaluatie.

    https://www.kuleuven.be/onderwijs/avl/educatieve-master/diversiteitsstage

  • Pagina | 8

    FAQ

    Deze VRAGEN ZIJN NIET GEORDEND. Indien je specifiek naar iets op zoek bent, dan kan je

    het best in de inhoudstafel zoeken.

    IS DE EM COMBINEERBAAR MET MIJN WERK?

    Je kan de EM combineren met je job. De vakken waarvoor er verplichte aanwezigheid is,

    worden meestal (ook) in avond- en/of weekendonderwijs aangeboden. Voor je stages zal je

    allicht wel verlof moeten nemen of deze plannen op je vrije dagen/momenten. Er zijn ook

    enkele groepsopdrachten waarbij aanwezigheid gedurende de dag nodig is. Die dagen

    worden aan het begin van het academiejaar meegedeeld. Op de locaties buiten Leuven

    (verkorte EM) is het programma specifiek afgestemd op werkstudenten, in Leuven is dit iets

    minder het geval. In de integrale EM zullen meerdere vakken enkel overdag aangeboden

    worden, maar het gaat meestal om vakken zonder verplichte aanwezigheid.

    We raden werkstudenten met minstens een halftijdse betrekking aan om de EM te spreiden

    over meerdere jaren (minstens 2 jaar, voor voltijds werkenden buiten het onderwijs

    adviseren we 3 jaar). Op

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/bestanden/spreiding-opleiding-over-

    meerdere-jaren-3.pdf vind je modeltrajecten ter inspiratie indien je de verkorte EM wenst te

    spreiden. Studenten die het integrale traject volgen, kunnen hierop ook een beroep doen,

    maar de modeltrajecten bevatten niet alle door hen te volgen vakken. De

    studietrajectbegeleider kan jullie verder adviseren in de spreiding van de opleiding. Let wel:

    enkele vakken dien je voor of gelijktijdig met je stage op te nemen, nl. ‘Leren in

    maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’, de kernvakdidactiek (9 sp.) en de eventuele

    bijkomende vakdidactiek (3-6 sp.).

    Werk je in het onderwijs als leraar? Opteer dan voor een LIO-stage (zie onderstaande FAQ).

    Dit is ook mogelijk bij een interim of deeltijdse lesopdracht. Informeer je hierover bij Saskia

    Bollen.

    Geef je elders les/vormingen/begeleidingssessies/… voor je job? Dan kan je deze vormingen

    mogelijks voor max. 10u laten meetellen als stage. Informeer bij stagecoördinator Saskia

    Bollen of dit mogelijk is.

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/bestanden/spreiding-opleiding-over-meerdere-jaren-3.pdfhttps://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/bestanden/spreiding-opleiding-over-meerdere-jaren-3.pdfhttps://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/praktische_info/studentenadministratie

  • Pagina | 9

    WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN PRESERVICE- EN INSERVICE-STAGE?

    Preservice-stage wil zeggen dat je de stage aflegt voordat je werkzaam bent in het

    onderwijs. Stel dat je al werkt in het onderwijs of je vindt werk net voor of tijdens het

    academiejaar (bv. een interim), dan kan je een inservice-contract krijgen. Dan kan je (een

    deel van) de stage op je werk doen.

    JE WERKT (AL) IN HET ONDERWIJS: LERAAR IN OPLEIDING (LIO)

    Een LIO-statuut biedt je de mogelijkheid om je stage (deels) te lopen op de school waar je

    reeds lesgeeft (inservice-stage). De school moet wel akkoord zijn dat je LIO wordt, aangezien

    er ook van hen een engagement naar bv. begeleiding wordt gevraagd. Als LIO moet je de

    opleiding afronden in twee academiejaren.

    Contacteer stagecoördinator Saskia Bollen ([email protected]) en Randy Samyn

    ([email protected]) voor meer informatie hierover.

    Afhankelijk van de grootte van je lesopdracht kan je bovendien in aanmerking komen voor

    andere faciliteiten m.b.t. enkele vakken van de EM, opdat de combinatie lesgeven-studeren

    makkelijker werkbaar en meer op elkaar afgestemd zou zijn. Dit zijn de zgn. valorisaties.

    De aanvraagprocedure voor studenten met een onderwijsopdracht zal vanaf 2020-2021

    online verlopen via de Edu-website (https://www.edu-leraar.be/leraar-in-

    opleiding/studeren-als-lio-aan-ku-leuven/lio-valorisaties). Eens de deadline voor het

    aanvragen van een bepaalde valorisatie verstreken is zal je het niet meer kunnen aanklikken.

    De student dient binnen de week de verantwoordelijke van de vakken waarvoor hij/zij

    valorisaties krijgt, te contacteren om verder af te spreken.

    LIO is enkel mogelijk als je werkzaam bent als leraar in een onderwijsinstelling. Geef je elders

    les/vormingen/…? Dan kan je dit mogelijks voor max. 10u laten meetellen als stage.

    Informeer bij stagecoördinator Saskia Bollen of dit mogelijk is.

    Dit is ook mogelijk bij een interim of deeltijdse lesopdracht. Informeer je hierover bij Saskia

    Bollen.

    WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN MIJN VAKMENTOR EN MIJN STAGEBEGELEIDER?

    De stagebegeleider is de persoon die je stage begeleidt vanuit de KU Leuven. Deze persoon

    wordt je in de loop van oktober toegewezen door stagecoördinator Saskia Bollen. Zie FAQ

    voor de taken van een stagebegeleider.

    De vakmentor is de persoon (soms meerdere personen) die je stage begeleidt op je

    stageschool. Je geeft les in plaats van de vakmentor, hij of zij volgt deze lessen achteraan in

    mailto:[email protected]:[email protected]://www.edu-leraar.be/leraar-in-opleiding/studeren-als-lio-aan-ku-leuven/lio-valorisatieshttps://www.edu-leraar.be/leraar-in-opleiding/studeren-als-lio-aan-ku-leuven/lio-valorisaties

  • Pagina | 10

    de klas en overloopt na iedere les de sterke punten en de werkpunten van die les. Zie FAQ

    voor meer informatie omtrent vakmentoren.

    WAT DOET EEN STAGEBEGELEIDER?

    Stagebegeleiders zijn leerkrachten/docenten die naast hun opdracht op een secundaire

    school, een CVO of een hogeschool ook voor de EM werken. Zij geven enkele

    praktijkgerichte vakken (als lector) en begeleiden de stages.

    Je krijgt een stagebegeleider toegewezen door stagecoördinator Saskia Bollen in de loop van

    oktober.

    Hou Saskia Bollen op de hoogte van stagetoezeggingen (regio, onderwijsvorm, stagevakken)!

    Zo kan zij zorgen voor een goede koppeling tussen stagiair en stagebegeleider. Totdat je een

    stagebegeleider hebt, is Saskia Bollen je eerste aanspreekpunt voor de stage; daarna kan je

    bij je stagebegeleider terecht. In principe is deze voor je gehele stage dezelfde.

    Je kan bij jouw stagebegeleider terecht voor al je vragen m.b.t. de stage. Je brengt hem/haar

    op de hoogte van je plannen en van hoe het loopt. Je deelt je MyPortfolio met hem/haar en

    met programmadirecteur Ellen Claes.

    Je stagebegeleider volgt je stage op, voert een eerste gesprek met je voor de stage aanvangt,

    komt je meerdere keren tijdens de stage bezoeken, evalueert samen met jou de gegeven

    lessen en ieder stageonderdeel, geeft op jouw vraag advies bij het voorbereiden van de

    lessen. Hij/zij neemt ook je portfolio door, geeft daar feedback op en stuurt bij indien nodig.

    De stagebegeleider heeft een bepalende rol bij de evaluatie van je stage.

    Je stagebegeleider komt min. 1 keer per stagevak een stageles observeren en geeft hier ook

    feedback op. Na de eerste ca. 15 gegeven lessen vindt indien mogelijk een tussentijds

    gesprek plaats, zodat tijdig kan worden bijgestuurd indien nodig. Op het einde van elk

    stagevak vindt een eindgesprek plaats, waarin het geheel van het stagevak besproken en

    geëvalueerd wordt. Bij het eindgesprek na ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ beslist de

    stagebegeleider of je ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’ mag aanvatten.

    WAT WORDT ER VERWACHT VAN EEN VAKMENTOR?

    De vakmentor is de persoon die jouw stage opvolgt en begeleidt in de stageschool. Concreet

    regelt hij/zij het stagerooster, beoordeelt je stagelessen, geeft tips ter verbetering …

    Vergeet niet dat deze persoon zijn/haar lesuren aan je afstaat en doe dus je best om die

    plaats zo goed mogelijk in te vullen. Bereid je lessen goed voor en volg de aanwijzingen van

    mailto:[email protected]

  • Pagina | 11

    je mentor goed op. Werk aan een goede verstandhouding en communicatie tussen jou en je

    mentor.

    Indien de verwachtingen van je mentor volgens jou niet overeenkomen met die van de

    opleiding, dan speel je de vragen die je daarover hebt door aan je stagebegeleider. Ook bij

    eventuele problemen doe je dat zo snel mogelijk.

    Het is mogelijk dat je meerdere vakmentoren hebt. Dat is geen probleem. Aangezien iedere

    leerkracht zijn/haar sterke punten heeft, kan je daar ook veel uit leren. Te veel versnippering

    is echter niet goed. De mentor bij wie je de meeste stage-uren geeft, kan dan optreden als je

    belangrijkste mentor die (al dan niet in samenspraak met de andere mentoren) de

    eindevaluatie invult. Elke vakmentor vult bij iedere door jou gegeven stageles een

    lesbegeleidingsformulier in. Zo weet je welke werkpunten je dient aan te pakken en kan je

    groeien in je stageproces. Op het einde van een volledig stagedeel vullen één of meerdere

    vakmentoren de eindevaluatie in. Alle documenten vind je op MyPortfolio en kan je delen

    met je vakmentor(en).

    Er is een brief opgesteld vanuit de EM voor de vakmentoren. Geef deze zo snel mogelijk aan

    je mentor. Je vindt deze brief op Toledo.

    SCHEMATISCH OVERZICHT INHOUD STAGEVAKKEN

    Meer informatie over elk element vind je in verdere FAQ’s.

    OPO ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ (kortweg Stage MW 1) – 12 sp.

    OLA ‘Initiatiestage’ – 2 sp.

    - 8u observatiestage o + 4 observatieopdrachten

    - 2u actieve stage o Co-teaching met vakmentor o Op zelfde stageplaats als OLA ‘Ingroei- en doorgroeistage’

    - 35u verdiepende opdrachten (micro/meso) o Op zelfde stageplaats als OLA ‘Ingroei- en doorgroeistage’ o Min. 1 micro- en 1 meso-taak

    OLA ‘Ingroei- en doorgroeistage’ – 6 sp.

    - 18u actieve stage o 4u co-teaching met vakmentor o 14u zelfstandig lesgeven o Max. 4u parallel o 1u evaluatie o 4 lesreflecties

    - 1 terugkomsessie

  • Pagina | 12

    OLA ‘Doorgroeistage 1’ – 4 sp.

    - 4u observatiestage o + 2 observatieopdrachten

    - 10u actieve stage o Zelfstandig lesgeven o Max. 2u parallel o + 2 lesreflecties

    - 10u verdiepende opdrachten (micro/meso) o Bij voorkeur min. 1 micro- en 1 meso-taak

    Wanneer je bovenstaand stagevak doorloopt in twee verschillende onderwijsinstellingen,

    dan doorloop je idealiter eerst de OLA’s (onderdelen) ‘Initiatiestage’ en ‘Ingroei- en

    doorgroeistage’ op de ene stageplaats alvorens je start aan OLA ‘Doorgroeistage 1’ op de

    andere stageplaats.

    Je mag pas starten met ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’1 als je ‘Stage

    maatschappijwetenschappen 1’ volledig afgerond hebt en het eindgesprek met je

    stagebegeleider plaatsvond.

    OPO ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’ (kortweg Stage MW 2)1 – 6 sp.

    OLA ‘Doorgroeistage 2’ – 6 sp.

    - 6u observatiestage o + 3 observatieopdrachten

    - 10u actieve stage2 o Zelfstandig lesgeven o Max. 2u parallel o 1u evaluatie o + 2 lesreflecties

    - 25u verdiepende opdrachten (micro/meso) o Min. 1 micro- en 1 meso-taak

    - 1 terugkomsessie

    OBSERVATIESTAGE

    De observatiestage komt overeen met enkele verplichte opdrachten die je terugvindt op

    MyPortfolio. Van iedere opdracht maak je een verslag dat je post op je MyPortfolio. Om de

    1 Indien een student een bijkomende vakdidactiek buiten een domein van de maatschappij- of gedragswetenschappen volgt, neemt hij/zij een stagevak (6 sp.) op van de EM die de betreffende bijkomende vakdidactiek inricht (bv. PAV, Geschiedenis, Economie). Dat stagevak vervangt dus ‘Stage MW 2’. 2 Voor studenten van een andere educatieve masteropleiding omvat deze stage mogelijk meer dan 10u. Over de gehele stage moet de student min. 40u actieve stage doorlopen hebben. Studenten van andere educatieve masteropleidingen vullen hun stagetraject dus aan tot min. 40u.

  • Pagina | 13

    opdrachten te vervolmaken heb je ongeveer 18 lesuren observatie in totaal nodig. Dit aantal

    is richtinggevend, je mag ook enkele uren meer of minder observeren (zolang je de

    opdrachten afdoende maakt). We raden sterk aan om minstens 18u te observeren, o.w.v. de

    leerkansen die je ermee krijgt. Grijp de observatielessen aan om zoveel mogelijk te leren van

    verschillende ervaren leerkrachten in je eigen vakgebied en erbuiten. Wil je al tijdens je

    observatiestage een assisterende rol opnemen (bv. differentiëren als tweede leerkracht in

    de klas, samen met je vakmentor), dan kan dat na overleg met je stagebegeleider en

    goedkeuring van je vakmentor.

    Je observatiestage is van belang om de klasgroep of de studenten/cursisten waaraan je zal

    lesgeven te kunnen inschatten (niveau, verwerkingscapaciteiten, klasmanagement…), om

    met andere woorden de beginsituatie goed te kennen. Het is dus van belang om je

    observatiestage zoveel mogelijk te laten plannen in groepen waaraan je ook daadwerkelijk

    zal lesgeven.

    Een deel van de observatiestage kan indien nodig – in het licht van de coronamaatregelen –

    of gewenst door de stageplaats op alternatieve, digitale wijze vervuld worden, in

    samenspraak met de opleiding en stageplaats. Bespreek dit met je stagebegeleider.

    De observatiestage start al voor de aanvang van je actieve stage op een bepaalde

    stageschool. Je mag de observaties deels of volledig voor de actieve stages plannen. De

    observatiestage mag, maar moet niet, afgerond zijn alvorens je start met je actieve stage.

    ACTIEVE STAGE (LESSTAGE)

    De lesstage omvat in totaal 40 lesuren. In het secundair onderwijs is één lesuur gelijk aan 50

    minuten, in het hoger onderwijs zijn er vaak blokken van 2 à 3 uur. Daarvoor geldt 1u les =

    1u stage.

    Voor iedere les dien je een lesvoorbereiding te maken. Voor blokuren (bv. in het hoger

    onderwijs) volstaat 1 lesvoorbereiding per les (dus niet per uur). Maak met je vakmentor

    afspraken over wanneer je de lesvoorbereiding naar hem/haar doorstuurt. De

    lesvoorbereidingen zet je in MyPortfolio zodat zowel je vakmentor als je stagebegeleider

    deze kunnen raadplegen. We verwachten dat je je binnen de stage niet beperkt tot het

    doceren, het onderwijsleergesprek en ‘tekstlezing en daarna vragen beantwoorden’, maar

    dat je ook andere werkvormen inzet. Ook in het hoger onderwijs zijn activerende

    werkvormen mogelijk. In Vakdidactiek vind je in de module over werkvormen tal van

    voorbeelden, toepasbaar in het secundair onderwijs en/of andere onderwijstypes.

    Belangrijk is dat je per gevolgd vakdidactisch opleidingsonderdeel min. 10u actieve stage in

    vak(ken) gelinkt aan die vakdidactiek loopt. Bijvoorbeeld: volg je de kernvakdidactiek

    maatschappijwetenschappen (9 sp.), dan loop je in het secundair onderwijs minstens 10u

  • Pagina | 14

    stage in de vakken Cultuurwetenschappen, Media en/of Sociologie. Het mag een combinatie

    van deze drie zijn, maar ook enkel 10u Cultuurwetenschappen. De overige uren mag je

    opvullen met andere vakken binnen een domein van maatschappijwetenschappen,

    Gedragswetenschappen, PAV, MaVo, Geschiedenis, Godsdienst etc. Bekijk deze FAQ voor

    meer informatie over de stagevakken per vakdidactiek.

    Een deel van de actieve stage kan indien nodig – in het licht van de coronamaatregelen – of

    gewenst door de stageplaats op alternatieve, digitale wijze vervuld worden, in samenspraak

    met de opleiding en stageplaats. Bespreek dit met je stagebegeleider.

    WAT IS DE PLANNING VAN DE STAGE?

    Startende EM-studenten mogen hun actieve stage pas aanvatten na de herfstvakantie

    (observatie mag al vanaf midden oktober). Heb je reeds ‘Leren in maatschappelijk betrokken

    onderwijs, deel 1’ en je kernvakdidactiek afgerond in een vorig academiejaar, dan kan je

    vanaf begin oktober al starten met je stage. Breng Saskia Bollen in dit geval op de hoogte,

    opdat ze je tijdig een stagebegeleider toewijst en toegang geeft tot Toledo (na je

    inschrijving) en MyPortfolio, Archief voor onderwijs, online leerwerkboeken etc.

    Volg je in het tweede semester een bijkomende vakdidactiek, hou er dan rekening mee dat

    je je stage in die vakdidactiek niet mag aanvatten voor je de eerste lessen van de

    bijkomende vakdidactiek gevolgd hebt. De stage-uren in je bijkomende vakdidactiek kunnen

    dan starten vanaf ca. 20 februari.

    Er zijn geen lesvrije weken ingepland waarbinnen de stage moet plaatsvinden. Je zal de stage

    dus moeten combineren met de vakken die je nog dient af te leggen. Wel ben je volledig vrij

    in de planning van je stage (vanaf november), o.b.v. jouw eigen agenda en de agenda van de

    school. Hou dus rekening met schoolvakanties en examenperiodes zowel van jezelf als van je

    stageplaats. Een stage mag dus bv. starten in november en duren t.e.m. februari, deze hoeft

    niet noodzakelijk afgerond te zijn bij het einde van het eerste semester. Startende EM-

    studenten adviseren we om de (actieve) stage te starten vanaf november en in het eerste

    semester ca. 5 actieve lessen te geven. De overige stage-uren kan je doorlopen vanaf januari

    t.e.m. begin mei. Je zal allicht relatief weinig examens en deadlines hebben in januari, dus

    benut deze maand ook als stagemaand. Je kan de twee stagevakken ook allebei in eenzelfde

    semester afleggen. Hou er wel rekening mee dat dit erg zwaar is (er kruipt veel tijd in de

    lesvoorbereidingen etc.), zeker wanneer je nog veel vakken aflegt in datzelfde semester

    en/of voltijds werkt.

    Laat tussen beide stagevakken enkele weken stagevrij, opdat je marge hebt om in te spelen

    op onverwachte stage(rooster)wijzigingen, je je MyPortfolio kan vervolledigen en een

    afrondend eindgesprek kan plannen met je stagebegeleider. Dit gesprek moet hebben

  • Pagina | 15

    plaatsgevonden voor de start van Stage MW 2. Op het einde van elk stagevak vindt zo’n

    eindgesprek plaats.

    HOEVEEL UUR PER WEEK MAG IK LESGEVEN?

    We beperken het aantal uren dat je mag lesgeven tot ca. 6 lesuren per week en ca. 2 lesuren

    per dag. Bij elke les komt immers een hoop (voorbereidend) werk kijken. Daar moet je

    voldoende tijd voor hebben, zo niet komt de kwaliteit in gevaar. Daarnaast heb je ook nog

    contactmomenten en deadlines van andere vakken, waarvoor je eveneens voldoende tijd

    moet incalculeren.

    Indien de stageschool echter om een (beperkte) afwijking hiervan vraagt, kan dat mits goede

    motivatie. Je bespreekt dit met je stagebegeleider, die de afwijking formeel moet

    goedkeuren. Concreet gaat het dan om bv. 8 lesuren per week en/of 4 per dag. Een grotere

    afwijking moet worden goedgekeurd door de programmadirecteur van de EM MW.

    WAT HOUDT CO-TEACHING IN?

    In ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ worden 6 lessen bij voorkeur in co-teaching met de

    vakmentor gegeven worden: 2u binnen het onderdeel ‘Initiatiestage’ en 4u naar keuze

    doorheen ‘Ingroei- en doorgroeistage’. De 2u binnen ‘Initiatiestage’ hebben betrekking op je

    eerste twee actieve stage-uren; de uren binnen ‘Ingroei- en doorgroeistage’ mogen de

    eerste lessen zijn of enkele lessen naar keuze doorheen de stage.

    De lessen co-teaching zijn bedoeld om je geleidelijk te laten kennismaken met het lesgeven

    en je taken en verantwoordelijkheden als leraar, en om je stap voor stap te laten groeien in

    je rol als leraar. Lukt het niet om 6u co-teaching te plannen, dan is dat niet erg en vervang je

    de lessen in co-teaching door zelfstandige stagelessen. Bespreek het eventuele wegvallen

    van de co-teaching wel eerst met je stagebegeleider.

    Bij de lessen in co-teaching neem je zo snel mogelijk – in samenspraak met de vakmentor –

    een ondersteunende rol op. Bijvoorbeeld: je helpt organisatorisch, begeleidt één of

    meerdere leerlingen(groepen), geeft verlengde instructie, werkt een lesonderdeel uit ... Je

    onderneemt steeds meer pedagogisch-didactische activiteiten door een aantal taken te

    vervullen voor de vakmentor, om uiteindelijk volledig zelfstandig les te geven. Op Toledo

    vind je een brochure terug over de mogelijke invullingen van co-teaching. Bespreek de

    mogelijkheden met je vakmentor a.d.h.v. deze brochure.

  • Pagina | 16

    MAG IK PARALLELLESSEN GEVEN?

    Zeker! Ook parallellessen zijn immers heel leerrijk. De parallelles wordt als een aparte les

    gezien en moet dus eveneens van een aparte voorbereiding en (eventueel) reflectie voorzien

    worden. We verwachten dat de lesvoorbereiding van de parallelles grondig verschilt van de

    eerste les (ingespeeld op beginsituatie andere klas, andere werkvorm(en), andere

    inhoudelijke insteek, remediëring werkpunten eerste les, …). Neem in het

    lesvoorbereidingsformulier van je parallelles een extra alinea op waarin je verduidelijkt wat

    je veranderd hebt aan de parallelles en waarom (max. ½ pagina).

    Het originele lesuur + paralleluur = 1 parallelles. Je geeft eenzelfde les niet meer dan 2 keer

    (originele uur + paralleluur). In het secundair onderwijs: 1 parallelles van 50 minuten = 1

    paralleluur; in het hoger onderwijs: 1 parallelles van 120 minuten = 2 paralleluren. Er is een

    maximum van 8 paralleluren over de gehele stage. Een beperkte afwijking hiervan kan, mits

    goede motivatie. Je bespreekt dit met je stagebegeleider; hij/zij moet de afwijking ook

    formeel goedkeuren. Het uiterste maximum is 14 paralleluren en wordt enkel toegekend als

    het niet anders gaat.

    HET LESUUR EVALUATIE/TOETS

    Twee van de 40 lesuren stage zijn voorzien voor evaluatie. Het eenvoudigste voorbeeld

    daarvan is een toets, maar dat kan niet altijd en niet in elk onderwijstype. We houden dat

    dus bewust breed. Je kan de evaluatie ook invullen met een interactieve herhalingsles,

    remediërings- of overzichtsoefeningen, een quiz over de geziene leerstof … Aandacht voor

    (individuele) feedback is hierbij vereist.

    Als je opteert voor een toets, dan stel je deze zelf op, neem je die af, verbeter je die en

    rapporteer je de evaluatiecijfers aan de leerlingen met bijhorend

    feedback/remediëringsadvies.

    DE REFLECTIEOPDRACHTEN

    In totaal moet je 8 reflecties maken. Dat hoeft dus niet na iedere les. We vinden het

    belangrijk om in iedere reflectie van een concrete situatie te vertrekken. Is er dus iets dat je

    erg is meegevallen of net erg is tegengevallen in één van de lessen die je hebt gegeven en

    vind je het nodig om dat wat verder uit te spitten, dan neem je die situatie als vertrekpunt

    van een reflectie. Je mag eventueel ook een aantal verschillende situaties kiezen waarin

    eenzelfde patroon terug te vinden is.

    Belangrijk is ook dat je deze reflectie koppelt aan (minstens) één van de tien

    basiscompetenties van de leraar. Bij voorkeur een van de volgende: begeleider van leer- en

  • Pagina | 17

    ontwikkelingsprocessen, organisator, opvoeder, inhoudelijk expert, innovator, lid van het

    schoolteam, cultuurparticipant. De vier reflecties van een stagedeel moeten gekoppeld

    worden aan minstens drie verschillende basiscompetenties. Minstens twee van de reflecties

    dienen betrekking te hebben op een situatie waarin iets is tegengevallen.

    Het doel van deze opdracht is om specifieke voorvallen en lessituaties grondig te analyseren

    om er op die manier lessen uit te trekken.

    VERDIEPENDE OPDRACHTEN (MICRO/MESO-TAKEN)

    Je dient naast je observatie- en actieve stage nog een aantal verdiepende opdrachten te

    maken.

    Deze opdrachten, ten belope van 70u, dienen om de andere aspecten van het lesgeven en

    de omgeving van de school te verkennen. Je maakt per stageonderdeel minstens 1 micro- en

    minstens 1 mesotaak (zie ook FAQ schematisch overzicht). Er wordt verwacht dat deze

    opdrachten grondig zijn uitgewerkt. Het is namelijk de bedoeling dat je tijdens je

    stageperiode één volledige dag per week (of 2 halve dagen) op je stageschool doorbrengt;

    deze uren tellen mee in de gevraagde 70u. Zo word je volledig ondergedompeld in het

    lerarenberoep. Besteed deze tijd aan: het geven van je actieve stage, de uitwerking van de

    verdiepende opdrachten (al dan niet samen met vakmentor of andere leerkrachten), en de

    inschakeling in het schoolteam (bv. surveilleren speelplaats/studie). Neem voor dit laatste

    een actieve houding aan en vraag aan de school welke noden er zijn en welke taken jij zou

    kunnen vervullen. Stel deze taken niet uit tot na de actieve stage, maar combineer zoveel

    mogelijk. Vraag hierover tips aan je stagebegeleider.

    We laten je vrij om te kiezen voor een paar grotere taken of meerdere kleinere taken,

    afhankelijk ook van de mogelijkheden van de stageplaats. Microtaken zijn eerder

    klasgebonden activiteiten (vb. inrichting klaslokaal, integratie van ICT of actualiteit in lessen).

    Mesotaken richten zich op het niveau van de school zelf (bv. klassenraden, vakgroepwerking,

    schoolbeleid…). Bekijk zeker de opdracht en de bijhorende lijst met mogelijke opdrachten op

    MyPortfolio. Bespreek dat ook met je stagebegeleider.

    Een deel van de verdiepende opdrachten kan indien nodig – in het licht van de

    coronamaatregelen – of gewenst door de stageplaats op alternatieve, digitale wijze vervuld

    worden, in samenspraak met de opleiding en stageplaats. Bespreek dit met je

    stagebegeleider.

  • Pagina | 18

    TERUGKOMSESSIES

    Een terugkomsessie is een samenkomst van een kleine groep studenten onder begeleiding

    van een stagebegeleider. Op deze sessie zal je één of enkele werkzorgen naar voren mogen

    brengen. De bedoeling is dat de studenten elkaar tips geven en/of samen nadenken over de

    manier waarop de voorliggende werkzorg het best van een antwoord voorzien kan worden.

    Tijdens of na elk stagedeel neem je deel aan een terugkomsessie. Je krijgt een bericht om in

    te schrijven voor deze sessies. Probeer een terugkomsessie bij te wonen gedurende de loop

    van je stagedeel, opdat je de tips nog kan proberen om te zetten in de realiteit. Indien dat

    niet lukt, bv. omdat de data van de sessies niet goed overeenkomen met je stagerooster,

    volg je een sessie (zo snel mogelijk) na afloop van het stagedeel.

    Voor en na de terugkomsessie maak je een korte opdracht, resp. het formuleren van een

    werkzorg en een reflectie op de terugkomsessie. Je wordt tijdig bericht over de precieze

    invulling en deadlines. De opdracht na de terugkomsessie voeg je ook toe aan je

    stageportfolio.

    EXTRA STAGE MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN

    Dit stagevak wordt enkel opgenomen door:

    - Studenten die in totaal drie vakdidactische opleidingsonderdelen opnemen in hun

    programma

    - Studenten die reeds een EM-diploma behaald hebben en hun

    bekwaamheidsbewijzen in een domein van maatschappij- en gedragswetenschappen

    nadien willen uitbreiden (levenslang leren). Zij volgen de bijkomende vakdidactiek en

    dit stagevak.

    Deze extra stage (6 sp.) omvat:

    Ca. 6u observatiestage (inhoud zie FAQ)

    12u actieve stage (inhoud zie FAQ), waarvan één uur evaluatie (zie FAQ)

    o Er mogen max. 3 parallellessen (FAQ) gegeven worden.

    o We beperken het aantal uren dat je mag lesgeven tot ca. 5 uren per week en

    ca. 2u per dag.

    o Bij voorkeur zijn 2-3 stagelessen (de eerste lessen of enkele lessen naar keuze

    doorheen stage) in co-teaching met de vakmentor.

    3 reflecties op gegeven stagelessen (FAQ)

    Verdiepende opdrachten: minstens 1 micro- en minstens 1 mesotaak ter waarde van

    ca. 25u in totaal (FAQ).

    1 terugkomsessie (FAQ)

  • Pagina | 19

    WAAR KAN/MOET IK STAGE LOPEN?

    Minstens 20u actieve stage (d.i. de helft van het aantal stage-uren) moet je verplicht in het

    secundair onderwijs (SO) lopen. De reden daarvoor is dat het secundair onderwijs op veel

    vlakken erg verschilt van het volwassenenonderwijs of hogescholen (klasmanagement,

    leerplannen, niveau…). Dat kan/mag in aso, bso, kso en/of tso zijn; deze worden alle

    beschouwd als verschillende onderwijstypes. Je mag eventueel ook stage lopen in BUSO OV

    4 of in een Centrum voor Basiseducatie als het niveau overeenkomt met secundair

    onderwijs. Deze gelden ook als SO-stage

    Je mag slechts max. 20u in eenzelfde onderwijstype stage lopen. Bijvoorbeeld: als je jouw

    eerste 20u stage volledig in humane wetenschappen (aso) gelopen hebt, mag je de

    resterende uren niet meer in het aso, maar wel in tso en/of bso en/of kso, of aan een

    hogeschool/CVO/… doorlopen.

    Criminologen mogen ook stage lopen op een politieschool of de gemeenschapsinstelling van

    Everberg, voor max. 10u. Bij interesse voor Everberg neem je contact op met Katrien Smeets

    ([email protected]) en Saskia Bollen.

    Filosofen mogen voor max. 10 stage-uren stage lopen op een basisschool of binnen een

    andere educatieve context, waar ze filosoferen met kinderen, jongeren of volwassenen.

    Hierbij gelden 2 gegeven lesuren als 1 stage-uur. Studenten die graag filosoferen met

    kinderen in een basisschool in Kessel-Lo, nemen contact op met prof. Griet Galle

    ([email protected]).

    STAGEPLAATSEN ZOEKEN

    Schematisch ziet het er als volgt uit:

    OPO Stage MW 1

    - OLA Initiatiestage

    - OLA Ingroei- en doorgroeistage

    - OLA Doorgroeistage 1

    OPO Stage MW 23

    - OLA Doorgroeistage 2

    3 Of – voor studenten met een bijkomende vakdidactiek buiten de domeinen van de maatschappij- of gedragswetenschappen – aanverwant stagevak (6 sp.) van de EM die de bijkomende vakdidactiek, bv. PAV/Geschiedenis/Economie, inricht.

    10u actieve stage, op dezelfde stageplaats als OLA ‘Doorgroeistage 1’ OF op een andere stageplaats

    30u actieve stage, op 1 OF 2

    stageplaatsen (zie kleuren)

    mailto:[email protected]:[email protected]

  • Pagina | 20

    Je loopt dus stage op minstens 2 verschillende stageplaatsen en soms zelfs 3. Dit is

    afhankelijk van jouw voorkeuren en mogelijkheden. Minstens één van deze stageplaatsen is

    in het secundair onderwijs voor min. 20 stage-uren.

    Studenten die een bijkomende vakdidactiek opnemen, lopen minstens 10u stage in vakken

    gerelateerd aan deze vakdidactiek. In de meeste gevallen zal dit Stage MW 2 zijn (of

    aanverwant stagevak van de EM die de bijkomende vakdidactiek, bv.

    PAV/Geschiedenis/Economie, inricht). De stage in het kader van de bijkomende vakdidactiek

    is quasi altijd in het secundair onderwijs.

    Regel je stageplaats(en) zo snel mogelijk. Stage lopen in Leuven is mogelijk, maar hou er

    rekening mee dat de Leuvense scholen overbevraagd zijn door alle lerarenopleidingen die in

    de stad gevestigd zijn. Ze zijn dus snel volzet. Beperk je zoektocht dus niet enkel tot Leuven,

    maar bekijk ook andere steden en gemeenten rond Leuven (vb. Rotselaar, Haacht, Tienen,

    …) en/of je thuisregio.

    Wanneer alle stages geregeld zijn (of op zijn minst de regio en stagevakken gekend zijn), zal

    je een stagebegeleider toegewezen krijgen door Saskia Bollen, de stagecoördinator. Dat

    gebeurt meestal in de loop van oktober. Hou haar dus op de hoogte van stagetoezeggingen

    etc. opdat ze je snel aan een passende stagebegeleider kan koppelen. Voor alle

    stageonderdelen zal je in principe door dezelfde persoon begeleid worden (tenzij je een

    stagevak van een andere EM opneemt).

    20U STAGE VERPLICHT IN SECUNDAIR ONDERWIJS

    Je zal stage lopen op minstens één secundaire school voor minstens 20u. Dit mag de eerste

    of de tweede stagehelft zijn. Hiervoor werken we bij voorkeur samen met enkele scholen

    waarmee we in het verleden goede relaties opbouwden.

    Voor je stage geef je zo snel mogelijk de nodige informatie door aan Saskia Bollen, Katrien

    Kempeneers en Ellen Claes, opdat zij – vanaf ca. midden augustus – een selectie

    voorkeursscholen naar jou doorsturen. Hiervoor vind je het aanmeldformulier op

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/edumastermw/stage.

    Wanneer je je voorkeursscholen verkregen hebt, kan je de scholen aanschrijven om een

    stageplaats te verkrijgen. Veel scholen werken via het online platform Lerarenstage.be, zie

    FAQ hierover.

    STAGE IN SO OF ELDERS

    20u van de stage doorloop je verplicht in het secundair onderwijs, zie hierboven. Voor de

    overige 20u mag je het onderwijstype zelf kiezen. Je kan dus opnieuw kiezen voor het

    secundair onderwijs, maar ook voor een hogeschool/CVO/… Voor sommige werkstudenten

    kan een deel van deze stage ingevuld worden door hun job (zie FAQ).

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/edumastermw/stage

  • Pagina | 21

    Voor het secundair onderwijs werken we via het online platform Lerarenstage.be (zie FAQ).

    Voor stageplaatsen buiten het secundair onderwijs contacteer je de onderwijsinstelling zelf.

    Criminologen mogen ook stage lopen op een politieschool of de gemeenschapsinstelling van

    Everberg, voor max. 10u. Bij interesse voor Everberg neem je contact op met lector Jeroen

    D’Hondt ([email protected]). Politiescholen dien je zelf te contacteren.

    Filosofen mogen voor max. 20 uren – die als 10 stage-uren tellen – stage lopen op een

    basisschool of binnen een andere educatieve context, waar ze filosoferen met kinderen,

    jongeren of volwassenen. Studenten die graag filosoferen met kinderen in een basisschool

    dichtbij Leuven, nemen contact op met prof. Griet Galle ([email protected]).

    LERARENSTAGE.BE VOOR STAGES SO

    Voor het secundair onderwijs werken we via het online platform Lerarenstage.be. Saskia

    Bollen maakt een account voor je aan op basis van de gegevens die je doorstuurt i.v.m. deze

    FAQ. Kreeg je (nog) geen account, contacteer dan Saskia Bollen en vermeld welk(e)

    stageonderdeel/delen je in het secundair onderwijs wil doorlopen. Saskia Bollen zal je ook

    informeren over het verdere verloop van de stageaanvraag. Wanneer een stageaanvraag

    werd verzonden naar een school, volg je zelf de voortgang op.

    Let wel: niet elke secundaire school werkt via Lerarenstage.be. Dat kan je opzoeken via

    http://www.lerarenstage.be/deelnemende-scholen/. Werkt de school van jouw voorkeur

    niet via het platform, dan dien je hen zelf te contacteren via mail of telefonisch.

    DE SCHOOL REAGEERT NIET OP MIJN AANVRAAG, WAT NU?

    Wacht je reeds enkele weken op antwoord van een school, herinner hen er dan vriendelijk

    aan dat je een aanvraag via Lerarenstage indiende en graag op de school stage wil lopen. De

    contactgegevens van de stagecoördinator vind je op Lerarenstage.

    MIJN AANVRAAG WERD GEWEIGERD OF DE SCHOOL VRAAGT MEER INFO, WAT

    NU?

    Als een school je stage-aanvraag heeft geweigerd, stuurt Saskia Bollen je verzoek naar je

    volgende voorkeursschool. Daarom is het belangrijk dat je in de metadata op het platform

    meerdere scholen vermeldt.

    Vraagt een school meer info, dan wil dit zeggen dat ze aan Saskia Bollen een vraag gesteld

    hebben. Jullie kunnen deze vraag niet zien. Saskia Bollen zal de vraag beantwoorden, indien

    nodig neemt ze hiervoor contact met jou op.

    mailto:[email protected]:[email protected]:[email protected]:[email protected]://www.lerarenstage.be/deelnemende-scholen/

  • Pagina | 22

    MIJN AANVRAAG WERD AANVAARD, WAT NU?

    Sommige scholen zullen zelf contact met je opnemen. Maar je kan het best zelf mailen naar

    de school om te informeren naar de volgende stappen die je moet doorlopen. De

    contactgegevens van de stagecoördinator vind je op Lerarenstage.

    KAN IK MIJN STAGE OOK IN HET BUITENLAND DOEN?

    Op eigen initiatief van de student en mits enkele voorwaarden, kan een stagedeel in het

    buitenland worden georganiseerd. Neem hiervoor contact op met de programmadirecteur

    van de EM.

    WAT MOET IK IN EEN EERSTE CONTACT MET DE STAGESCHOOL COMMUNICEREN?

    Als je je stageplaats via mail/telefonisch/persoonlijk contacteert, dan geef je het best een zo

    volledig mogelijk beeld van wat je stage inhoudt:

    1. Het aantal uren observatie- en lesstage

    2. Hoeveel uur je maximaal per week en per dag mag geven (= resp. ca. 6 en ca. 2) en

    hoeveel uur maximum parallel. Wenst een stageschool of mentor af te wijken van

    deze maxima, contacteer je jouw stagebegeleider om dit te bespreken.

    3. De vakken die je kan/wenst te geven

    4. Welke bijkomende opdrachten je nog bij hen wenst te vervullen (micro/meso-taken)

    Let erop dat je in je communicatie met de stageplaats ook steeds correct en beleefd bent. Je

    vraagt hen om tijd in jou te investeren.

    Er is een brief van de EM voor de mentoren. Geef deze brief ook af aan de mentor bij het

    eerste contact.

    Opmerkingen over en/of moeilijkheden met stageplaatsen geef je door aan Saskia Bollen.

    WAAR VIND IK HET STAGECONTRACT?

    Je moet voor de periode van je hele stage (dus zowel observatie- als lesstage en de

    verdiepende opdrachten) een stagecontract hebben met de stageschool. Dat contract vind

    je op MyPortfolio.

    mailto:[email protected]

  • Pagina | 23

    Het contract moet door iedere partij ondertekend worden, nl. door jezelf, je stageschool en

    de KU Leuven. Voor de KU Leuven doet Saskia Bollen dat. Het ondertekenen verloopt digitaal

    via MyPortfolio.

    EEN FAMILIELID IS WERKZAAM OP MIJN STAGESCHOOL, IS DIT EEN PROBLEEM?

    Je hebt zelf een meldingsplicht wanneer er een familielid (tot op de tweede graad)

    werkzaam is in je stageschool. Je laat dit weten aan Saskia Bollen. Op basis van de functie die

    het desbetreffende familielid opneemt binnen de stageschool wordt door de opleiding

    beslist of je er al dan niet stage mag lopen.

    BIJKOMENDE VAKDIDACTIEK

    In het programma van de EM heb je voor max. 6 sp. ruimte om een bijkomende vakdidactiek

    te volgen. Hierdoor krijg je de kans om meer vereiste bekwaamheidsbewijzen te verwerven.

    Je kan natuurlijk niet zomaar een bijkomende vakdidactiek opnemen. Het vereist dat je al

    enige theoretische achtergrond hebt voor dat vak. Je kan een bijkomende vakdidactiek dus

    maar opnemen wanneer je 30 studiepunten aan relevante vakken hebt verworven. Voor

    talen is een voorkennis van 60 studiepunten vereist. Voor ‘Vakdidactiek PAV-

    maatschappelijke vorming’ is er geen voorkennis vereist, hierin kan je dus rechtstreeks

    instromen. Studenten van de EM Maatschappijwetenschappen krijgen ook rechtstreekse

    toegang tot ‘Vakdidactiek burgerschapsvorming’. Voor een overzicht van de bijkomende

    vakdidactieken, vereiste voorkennis en aanvraagprocedure, zie

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/edumastermw/vereiste-voorkennis.

    Als je net niet genoeg studiepunten voorkennis hebt, kan het opnemen van een bijkomende

    vakdidactiek eventueel nog mits je ook enkele keuzevakken opneemt in dat vakgebied.

    Informeer je bij de verantwoordelijke van de vakdidactiek welke vakken je zou kunnen

    opnemen.

    Als je een bijkomende vakdidactiek volgt, moet je ook minstens 10u stage in die vakdidactiek

    lopen en zal je begeleid worden door een stagebegeleider van die vakdidactiek.

    Volg je in het tweede semester een bijkomende vakdidactiek, hou er dan rekening mee dat

    je je stage in die vakdidactiek niet mag aanvatten voor je de eerste lessen van de

    bijkomende vakdidactiek gevolgd hebt. De stage-uren in je bijkomende vakdidactiek kunnen

    dan starten vanaf ca. 20 februari.

    https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/edumastermw/vereiste-voorkennis

  • 24

    IN WELKE VAKKEN KAN IK STAGE LOPEN?

    Je loopt minstens 10u (van de 40u) stage binnen vakken die aansluiten bij de gevolgde kernvakdidactiek en min. 10u binnen de eventuele

    bijkomende vakdidactiek (zie onderstaande tabel). De stage mag verder aangevuld worden met vakken binnen de vakdidactiek of vakken

    binnen menswetenschappen in het algemeen (vb. PAV, Geschiedenis, Gedragswetenschappen, Esthetica, Godsdienst, …) in het secundair,

    volwassenen- of hoger onderwijs.

    Als je stage loopt binnen bv. filosoferen met kinderen en jongeren, oefensessies, of andere stages waarvoor weinig voorbereiding nodig is, dan

    tellen 2 gegeven uren als één stage-uur. Neem contact op met Saskia Bollen als je in dergelijke situatie zit.

    Ik volg de kernvakdidactiek (9 sp.) …

    Ik kan stage lopen in … Ik krijg het bekwaamheidsbewijs voor …

    Secundair onderwijs CVO (volwassenenonderwijs) Hoger onderwijs (hogeschool, universiteit)

    Maatschappij-wetenschappen*

    - Cultuurwetenschappen - Sociologie - Sociale wetenschappen - Sociaal technische

    wetenschappen - Omgangskunde - Onthaal en public relations - Lessen binnen seminarie - Maatschappijleer

    (Nederland)

    - Cultuur - Maatschappij - Maatschappij, Cultuur en

    Samenwerking - Maatschappij - Organisatie en

    samenwerking - Armoede in de

    maatschappij - Communicatie en expressie

    e.a. modules rond communicatie

    - Ethiek en deontologie - Maatschappelijke

    structuren

    - Sociologie - Maatschappelijke advisering - Maatschappijleer - Actualiteit - Media - Bijzondere jeugdzorg - Cultuurbeschouwing - Vakken binnen opleiding

    Maatschappelijk werk, Sociale Readaptatie-wetenschappen, etc.

    - …

    Cultuurwetenschappen (SO) Media (SO) Sociologie (SO) Verschillende modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • Pagina | 25

    - Modules binnen opleidingen Humane wetenschappen, Graduaat communicatiesupport, HR support, Maatschappelijke dienstverlening, Orthopedagogie, Socio-culturele begeleiding, …

    Wijsbegeerte - Cultuurwetenschappen - Filosofie (als vak in school

    binnen Vlaamse gemeenschap, zie lijst op website VEFO; als vak in Europese school; als vak in Nederland).

    - Filosofische of culturele thema’s binnen andere vakken in tweede en derde graad, vb. Godsdienst, Niet-confessionele zedenleer, Actief burgerschap, Nederlands, Latijn, Grieks, Economie, Esthetica, Religie/Moraal of Religie/Ethiek in de Europese school, …

    - Filosoferen met kinderen in lager onderwijs (school in Kessel-Lo, contacteer Griet Galle)**

    - Cultuur - Maatschappij, Cultuur en

    Samenwerking - Organisatie en

    samenwerking - Ethiek en deontologie - Modules binnen opleiding

    Humane wetenschappen - Mens en samenleving

    - Filosofie - Filosofie over een specifiek

    domein, vb. Filosofie van de relationele zorg, Sociale filosofie, Filosofie en wetenschap, Kunstfilosofie

    - Ethiek - Toegepaste ethiek,

    Beroepsethiek, Sociale ethiek, … - Filosoferen met kinderen en

    jongeren, vb. in Professionele bachelor onderwijs

    - Religie, zingeving en levensbeschouwing

    - Cultuurbeschouwing - Actualiteit - Vakken binnen opleiding

    Maatschappelijk werk, Sociale Readaptatiewetenschappen, Orthopedagogie, kunstopleidingen, … met een filosofische of culturele inslag.

    Cultuurwetenschappen (SO) Filosofie (SO) Enkele modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    https://www.filosofieonderwijs.be/scholen-met-filosofiehttps://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • Pagina | 26

    - Filosoferen met jongeren, evt. in eerste graad secundair onderwijs, vb. binnen Mens & samenleving, Actief Burgerschap, Filosofie of een project.**

    - …

    Rechten - Handelsrecht (SO) - Sociaal recht (SO) - Burgerlijk recht (SO) - Recht en wetgeving (SO) - BTW (SO) - Lessen rond recht(en)

    en/of burgerschap binnen Cultuurwetenschappen, Geschiedenis, sociaal technische vakken, …

    - Basis burgerlijk en handelsrecht

    - Incoterms - Luchtvaartwetgeving - Sociale wetgeving - Transportverzekeringen - Tussenpersonen - Ethiek en deontologie - Inleiding recht - Fiscaal recht - Vennootschapsrecht - BTW - Bedrijfsbeheer - Modules binnen opleiding

    Juridische administratie

    - Alle vakken m.b.t. recht, bv. binnen de opleiding Rechtspraktijk, Sociale Readaptatiewetenschappen, Office Management (Sociale wetgeving), Management (Vennootschapsrecht, Fiscaal en Sociaal recht)

    Recht (SO) Enkele modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    Burgerschapsvorming - Mens en samenleving (1e graad)

    - Actief burgerschap - PAV - Cultuurwetenschappen - Maatschappijleer

    (Nederland)

    - Maatschappij, Cultuur en Samenwerking

    - Organisatie en samenwerking

    - Mens en samenleving - Ethiek en deontologie - Maatschappelijke

    structuren

    - Modules/thema’s gerelateerd aan burgerschapsvorming, ‘Actief burgerschap’, ‘Mens en samenleving’ etc.

    /

    https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • Pagina | 27

    - Sociale vaardigheden - (Omgaan met) diversiteit - Groepsdynamica

    Ik volg de bijkomende vakdidactiek …

    Ik kan stage lopen in* … Ik krijg het bekwaamheidsbewijs voor …

    Secundair onderwijs CVO (volwassenenonderwijs) Hoger onderwijs (hogeschool, universiteit)

    Cultuur-wetenschappen

    - Cultuurwetenschappen - Lessen rond

    cultuurwetenschappen binnen seminarie

    - Cultuur - Maatschappij, Cultuur en

    Samenwerking - Organisatie en

    samenwerking - Modules binnen opleiding

    Humane wetenschappen - Mens en samenleving

    - Actualiteit - Cultuurbeschouwing - Vakken binnen opleiding

    Maatschappelijk werk, Sociale Readaptatie-wetenschappen, etc.

    Cultuurwetenschappen (SO) Verschillende modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    Maatschappij-wetenschappen

    - Sociologie - Sociale wetenschappen - Sociaal technische

    wetenschappen - Omgangskunde - Onthaal en public relations - Lessen binnen seminarie - Maatschappijleer

    (Nederland)

    - Cultuur - Maatschappij - Maatschappij, Cultuur en

    Samenwerking - Maatschappij - Organisatie en

    samenwerking - Armoede in de

    maatschappij - Communicatie en expressie

    e.a. modules rond communicatie

    - Ethiek en deontologie

    - Sociologie - Maatschappelijke advisering - Maatschappijleer - Actualiteit - Media - Bijzondere jeugdzorg - Vakken binnen opleiding

    Maatschappelijk werk, Sociale Readaptatie-wetenschappen, etc.

    Media (SO) Sociologie (SO) Verschillende modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • Pagina | 28

    - Maatschappelijke structuren

    - Modules binnen opleidingen opleiding Humane wetenschappen, Graduaat communicatie-support, HR support, Maatschappelijke dienstverlening, Orthopedagogie, Socio-culturele begeleiding, …

    Wijsbegeerte - Filosofie (als vak in school binnen Vlaamse gemeenschap, zie lijst op website VEFO; als vak in Europese school; als vak in Nederland).

    - Filosofische of culturele thema’s binnen andere vakken in tweede en derde graad, vb. Godsdienst, Niet-confessionele zedenleer, Actief burgerschap, Nederlands, Latijn, Grieks, Economie, Esthetica, Religie/Moraal of Religie/Ethiek in de Europese school, …

    - Filosoferen met kinderen in lager onderwijs (school in

    - Cultuur - Maatschappij, Cultuur en

    Samenwerking - Organisatie en

    samenwerking - Ethiek en deontologie

    - Filosofie - Filosofie over een specifiek

    domein, vb. Filosofie van de relationele zorg, Sociale filosofie, Filosofie en wetenschap, Kunstfilosofie

    - Ethiek - Toegepaste ethiek,

    Beroepsethiek, Sociale ethiek, …

    - Filosoferen met kinderen en jongeren, vb. in Professionele bachelor onderwijs

    - Religie, zingeving en levensbeschouwing

    - Actualiteit - Vakken binnen opleiding

    Maatschappelijk werk, Sociale Readaptatieweten-schappen,

    Filosofie (SO) Enkele modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    https://www.filosofieonderwijs.be/scholen-met-filosofiehttps://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • Pagina | 29

    Kessel-Lo, contacteer Griet Galle)**

    - Filosoferen met jongeren, evt. in eerste graad secundair onderwijs, vb. binnen Mens & samenleving, Actief Burgerschap, Filosofie of een project.**

    Orthopedagogie, kunstopleidingen, … met een filosofische inslag.

    Rechten - Handelsrecht (SO) - Sociaal recht (SO) - Burgerlijk recht (SO) - Recht en wetgeving (SO) - BTW (SO) - Lessen rond recht(en)

    binnen Cultuur-wetenschappen, Geschiedenis, sociaal technische vakken, …

    - Basis burgerlijk en handelsrecht

    - Incoterms - Luchtvaartwetgeving - Sociale wetgeving - Transportverzekeringen - Tussenpersonen - Ethiek en deontologie - Inleiding recht - Fiscaal recht - Vennootschapsrecht - BTW - Bedrijfsbeheer - Modules binnen opleiding

    Juridische administratie

    - Alle vakken m.b.t. recht, bv. binnen de opleiding Rechtspraktijk, Sociale Readaptatieweten-schappen, Office Management (Sociale wetgeving), Management (Vennootschapsrecht, Fiscaal en Sociaal recht)

    Recht (SO) Enkele modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    Burgerschapsvorming - Mens en samenleving (1e graad)

    - Actief burgerschap (1e graad)

    - PAV - Cultuurwetenschappen

    - Maatschappij, Cultuur en Samenwerking

    - Organisatie en samenwerking

    - Mens en samenleving - Ethiek en deontologie

    - Modules/thema’s gerelateerd aan burgerschapsvorming, ‘Actief burgerschap’, ‘Mens en samenleving’ etc.

    /

    https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • Pagina | 30

    - Maatschappijleer (Nederland)

    - Maatschappelijke structuren

    - Sociale vaardigheden - (Omgaan met) diversiteit - Groepsdynamica

    Gedrags-wetenschappen

    - Gedragswetenschappen - Sociale wetenschappen

    - Actuele tendensen in ouderzorg/welzijnszorg

    - Begeleiding van het jonge kind/schoolgaande kind

    - Cliëntgerichte begeleiding - Modules rond

    communicatie - Deontologie en

    beroepsethiek - Groepsactiviteiten/

    Groepsprocessen begeleiden

    - Modules binnen opleiding Humane wetenschappen

    - Interculturele diversiteit - Zorg in de kinderopvang

    Gedragswetenschappen (SO) Sociale wetenschappen (SO) Verschillende modules in CVO (zie site Ministerie Onderwijs en vorming)

    PAV-maatschappelijke vorming (MaVo)

    - PAV - Maatschappelijke vorming

    PAV (SO) MaVo (SO)

    * Criminologen kunnen ook 10u stage lopen in de gemeenschapsinstelling van Everberg of een politieschool (cf. FAQ).

    ** Voor filosoferen geldt een maximum van 10 stage-uren (zie bv. FAQ).

    https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/

  • 31

    HOE GERAAK IK OP MIJN STAGEPLAATS?

    Je staat zelf in voor je vervoer van en naar je stageplaats. Je kan hiervoor geen vergoeding

    aanvragen.

    Bij de NMBS kan je een campuskaart krijgen (voordelig tarief) voor je stageverplaatsingen. Je

    kan deze aanvragen aan een NMBS-loket met je inschrijving aan de KU Leuven (‘Attest voor

    de NMBS’) en je stagecontract als bewijsstukken.

    WELKE VAKKEN KAN/MAG IK GEVEN ALS LEERKRACHT?

    Op de website van onderwijs Vlaanderen kan je opzoeken voor welke vakken je met je

    diploma en vakdidactiek(en) een vereist bekwaamheidsbewijs hebt. Voor de meeste andere

    vakken heb je een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs. Je kan ook informatie

    terugvinden op onze EM-website.

    Meer informatie vind je op deze site van onderwijs Vlaanderen.

    KAN IK OOK LESGEVEN IN HET HOGER ONDERWIJS MET HET EM-DIPLOMA?

    Zeker! In principe is je domeinmasterdiploma voldoende, maar hogescholen vragen ook

    steeds vaker een bewijs van pedagogische bekwaamheid, zoals een educatieve master.

    Indien je dat graag zou willen, doorloop je ook het best een stagedeel in het hoger

    onderwijs.

    Meer informatie: http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/hoger-onderwijs

    (BIJNA) AFGESTUDEERD, WAT NU?

    Het academiejaar is (bijna) afgerond, je stage zit er (bijna) op, het diploma is in zicht, maar

    werken in het onderwijs, hoe zit dat nu in mekaar?

    Ongetwijfeld heb je een heleboel vragen over jouw start als leraar. Op de website van Klasse

    (https://www.klasse.be/reeks/pas-voor-de-klas/) vind je praktische info, tips, antwoord op

    vele vragen, … van stagiairs en startende leerkrachten. Bij je stagebegeleider kan je ook het

    boekje ‘Pas voor de klas’ vragen bij jullie eindgesprek (af te halen in het lectorenlokaal op de

    Faculteit Sociale Wetenschappen).

    http://www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/https://soc.kuleuven.be/fsw/toekomstigestudenten/edumastermw/vakken-onderwijzenhttp://www.vlaanderen.be/nl/onderwijs-en-wetenschap/werken-het-onderwijs/solliciteren/bekwaamheidsbewijzen-om-les-te-geven-om-te-werken-het-onderwijshttp://onderwijs.vlaanderen.be/nl/hoger-onderwijshttps://www.klasse.be/reeks/pas-voor-de-klas/