Aantal spelers: Naar keuze

Doelgroep: 1ste Graad

De duivel uit de hel lokken

Materiaal:- blinddoek

Spelverloop:- De blinde duivel hurkt in het midden ( = hel) van de cirkel neer en de rest van de kinderen maakt een kring rond hem.- De eerste van de kring zegt: ‘ Duivel, waarheen zal ik gaan? ‘, de duivel antwoordt hier bijvoorbeeld op ‘ zeven passen en dan staan’. De leerling die de vraag stelde doet wat de duivel zegt.- dit gaat verder tot alle leerlingen die vraag hebben gesteld. - Daarna zegt de eerste ‘ Duivel, duivel, kom maar gauw, vind je mij dan ben ik van jou. - De duivel probeert het kind te zoeken, vindt hij het kind dan is deze uit, raakt hij iemand anders dan is deze vrij.

Spelregels:- De kinderen mogen niet van hun gegeven plaats gaan. - De duivel mag de blinddoek niet afdoen.

Wie wint er: - De duivel wint als er op het einde niemand meer overblijft- Als er toch kinderen overblijven als het spel stopt dan winnen deze kinderen.

Aantal spelers: Naar keuze

Doelgroep: 1ste Graad

De Giftige ballon

Materiaal:- touw of net - ballon

Spelverloop:- De groep wordt verdeeld in 2 gelijke groepen, elke groep gaat aan een kant van het net staan.- De ballon wordt in het spel gebracht, de beide teams proberen te voorkomen dat de ballon in hun speelhelft op de grond terecht komt.- De teams moeten proberen de ballon in de andere speelhelft te krijgen.

Spelregels:- De teams mogen alles van hun lichaam gebruiken om de ballon in het andere veld te krijgen buiten de handen.

Wie wint er: - De ploeg waarvan de ballon niet op de grond is gekomen.

Aantal speler: Naar keuze

Doelgroep: 1ste Graad

Stabal

Materiaal:- bal

Spelverloop:- Alle kinderen gaan in een kring staan, 1 iemand gaat in het midden van de kring staan met de bal in de hand.- Het kind dat in het midden staat gooit de bal recht omhoog in de lucht en roept de naam van een medespeler in de kring.- De genoemde leerling probeert de bal te vangen nadat de bal eenmaal op de grond heeft gebotst, terwijl lopen de andere kinderen weg.- Als de speler de bal heeft roept hij heel hard ‘sta’ of ‘stand’ en de anderen kinderen blijven nu stilstaan.- De speler mag nu proberen iemand onderhands af te gooien.- Als dit lukt, mag deze speler uit en mag de genoemde nu de bal omhoog gooien en een andere naam roepen.- Zo gaat men door tot iedereen eraan is.

Spelregels:- De bal moet zo recht mogelijk omhoog gegooid worden.

Wie wint er: - De twee spelers die op het einde nog overblijven.

Aantal spelers: Maximum 10 kinderen

Doelgroep: 1ste Graad

Torentikkertje

Materiaal:- partijlintjes- blokken

Spelverloop:- De kinderen verdelen zich in twee gelijke groepen, in elke groep duidt men een tikker aan voor de andere ploeg.- Elke groep moet proberen zo snel mogelijk met 4-10 blokken (wordt op voorhand beslist) een toren te bouwen.- De tikkers moeten proberen de spelers van de andere ploeg tegen te houden door hen te tikken wanneer ze in de cirkel komen.

Spelregels:- Niemand mag in de middelste cirkel komen. - De lopers mogen maar 1 blokje tegelijkertijd mee in de kring nemen. - Als een loper getikt wordt moet hij met zijn blokje terug- Men mag de blokjes niet aan elkaar door geven - Er mag maar 1 loper van elke ploeg in de cirkel komen, de rest mag wel afleiden.- Als de toren omvalt dan moet men terug opnieuw beginnen.

Wie wint er: - De ploeg die het eerst zijn toren recht heeft. - Als dit niet lukt dan winnen de beide tikkers.

Aantal spelers: Naar keuze ( oneven)

Doelgroep: 1ste Graad

Twee is te veel, drie is te veel

Spelverloop:- De kinderen gaan per twee achter elkaar in een kring staan en kiezen 1 tikker en 1 wegloper.- De tikker probeert de wegloper te tikken. - De wegloper kan voor een duo in de kring gaan staan en is dan veilig- de achterste leerling van het duo is nu te veel en wordt de tikker.

Spelregels:- Niemand mag door de kring lopen. - De tikker en de wegloper mogen tijdens het rondlopen de kinderen in de kring niet raken.- Als de tikker de wegloper tikt dan wisselen de rollen om. Dan wordt de wegloper de tikker en de tikker de wegloper.

Aantal spelers: Naar keuze

Doelgroep: 2de Graad

Eendenkooi

Spelverloop:- Er wordt 1 tikker gekozen en de rest van de spelers loopt weg- Als de tikker een van zijn medespelers kan tikken dan geven ze elkaar een Hand.- Als er een derde speler getikt wordt dan worden de twee getikte spelers een groepje en dan gaat de tikker weer alleen op pad.- Elk groepje dat gevormd wordt mag tikken maar alleen de tikker mag op zijn eentje lopen.

Spelregels:- Enkel de originele tikker mag alleen rondlopen, de andere groepjes moeten steeds per twee lopen. Dit wil zeggen dat ze zich pas kunnen opsplitsen als ze met vieren rondlopen.

Wie wint er: - De spelers die niet getikt werden- Als er niemand maar overblijft dan winnen de tikkers allemaal.

Aantal spelers: Maximum 5 personen per ploeg

Doelgroep: 2de Graad

Hand tegen voet

Materiaal:- touw of net - bal

Spelverloop:- De groep wordt verdeeld in 2 gelijke groepen. De ene groep is de handpartij en mag enkel met de handen spelen, de andere groep is de voetpartij en mag enkel met de voeten spelen. - De voetpartij moet proberen de bal bij de handpartij over de achterlijn te krijgen, dit door ONDER het net op de bal te trappen. De handpartij mag de bal enkel met de voet tegenhouden. Als de voetpartij de bal over de achterlijn krijgt, dan krijgen ze 1 punt.- De handpartij moet proberen de voetpartij af te gooien, dit door OVER het net te gooien. De voetpartij mag de bal vangen maar als hij valt is het punt ook voor de handpartij. Als de handpartij iemand kan afgooien of de bal valt dan krijgen ze 1 punt.- De voetpartij brengt de bal in het spel door deze onder het net te trappen

Spelregels:- De voetpartij mag de bal enkel tegenhouden door hem te vangen, maar hij mag NIET vallen.- De handpartij mag de bal enkel tegen houden met de voeten, alles anders telt het als een punt voor de voetpartij.

Wie wint er: - De ploeg met de meeste punten.

Aantal spelers: 12 – 14 spelers

Doelgroep: 2de Graad

Hemel en aarde

Materiaal:- touw of net - bal

Spelverloop:- De groep wordt verdeeld in 2 gelijke groepen, elke groep gaat aan een kant van het net staan. - Het spel begint zodra een partij de bal over het net gooit, de tegenpartij moet proberen de bal te vangen. Lukt dit niet dan is de speler die de bal liet vallen uit en gaat hij aan de kant staan.- Nu is het aan de tegenpartij om de bal over het net te gooien. Dit gaat door tot een van de twee partijen nog maar 1 speler heeft.- Deze speler kan het spel onbeslist laten eindigen door de bal drie maal na elkaar te vangen

Spelregels:- Het touw mag door geen enkele speler aangeraakt worden want dan is deze ook uit.- De bal moet over het touw gespeeld worden- De bal moet binnen het speelveld blijven

Wie wint er: - De ploeg die met de meeste mensen overblijft als de andere ploeg er volledig aan is.- het spel eindigt onbeslist als de ploeg met een speler de bal driemaal kan opvangen.

Aantal spelers: 4 tot 8

Doelgroep: 2de Graad

Ik verover een stuk taart van

Materiaal: krijtje

Spelverloop:- Teken op de grond een grote cirkel (De taart)- Verdeel de taart in stukken (eerlijke stukken, zoveel als er spelers zijn)- Elke speler geeft zijn stuk een naam (bvb. Kriekentaart, rijsttaart, …)- Leg in het midden van de taart het krijtje.- Iedereen zet één voet in zijn stuk taart en de andere voet erbuiten. (Klaar om weg te rennen?)- Een speler begint. Hij zegt: “Ik verover een stuk taart van …”. De speler kiest een stuk taart. Alle spelers rennen nu weg, behalve de speler van het stuk dat gekozen is. Hij/zij moet zo snel mogelijk het krijtje pakken en “STOP!” roepen.- Alle spelers blijven als ze “STOP!” horen, staan. - De speler in het midden van de taart kiest nu één van de weggelopen spelers om te tikken. Opgelet hij/zij mag maar 4 grote stappen zetten (met aanloop) vanaf het midden van de taart.- Kan de speler in het midden iemand tikken, dan mag hij op het midden van de taart gaan staan en met het krijtje een stukje taart van de getikte aftekenen. (Opgelet hierbij mag maar op één voet gestaan worden !)- Kan de speler in het midden, niemand tikken, dan is degene die hij/zij gekozen had om te tikken, gewonnen. Hij/zij mag dan hetzelfde doen als hierboven, maar dan bij het stukje taart van de speler met het krijtje.- Degene die het laatst een stukje heeft mogen pakken, mag iemand anders uitdagen en het spel herbeginnen.

Spelregels :- Als degene die met het krijtje een stukje van iemand wil pakken, het evenwicht verliest, dan wordt het reeds getekend stukje recht naar het midden van de taart

getrokken.- Heb je al een stukje taart in iemand anders’ gebied, dan mag je van daaruit andere stukken veroveren.

Wie wint er: Degene die het meeste van zijn eigen taartsoort in de volledige taart bezit

Aantal spelers: 12-16 spelers

Doelgroep: 2de Graad

Vossenjacht

Materiaal:- 6 tot 8 witte lintjes- bal

Spelverloop:- De groep wordt in twee kleine groepjes gesplitst, de witte ploeg (= jagers) en de zwarte ploeg (= de vossen).- De jagers moeten proberen de vossen af te gooien, hierbij mogen ze passen geven naar elkaar maar de bal mag niet op de grond vallen.- Elke keer de jagers een vos kunnen raken krijgen ze een punt, missen ze dan krijgen ze een strafpunt (= punt af van hun gewonnen punten).- Na tien punten worden de vossen de jagers en de jagers de vossen.

Spelregels:- De jagers mogen niet met de bal lopen- De vossen mogen de bal niet proberen te vangen want dan is het ook een punt voor de jagers.

Wie wint er: - De jagers als ze 10 punten halen; zoniet dan winnen de vossen en mogen ze zelf proberen de 10 punten als vossen te halen.

Aantal spelers: 12 tot 16 spelers

Doelgroep: 3de Graad

Brandbal

Materiaal:- bal- 6 honken ( kegels)

Spelverloop:- De brandhonk (= kegel) wordt op 6 meter van de thuishonk (= kegel) gezet. De rest van de honken worden in de 4 hoeken van het veld geplaatst.- De groep wordt in twee gelijke teams verdeeld, de lopers ( diegenen die aan de thuishonk gaan staan) en de veldpartij ( diegenen die zich in het veld staan)- de eerst loper brengt de bal in het veld door hem loodrecht in de lucht te gooien en na 1 bots met de vuist op de bal te slaan.- de loper loopt naar de eerste honk, als hij de honk niet bereikt voordat de bal bij de brandman is (= de persoon van de veldpartij die aan de brandhonk staat) dan is deze loper verbrand (= uit)- Elke loper die de toer kan uitlopen ( mag na een aantal keren dat een ander geslagen heeft) dan verdiend de ploeg een punt.- Als alle spelers van de lopers verbrand zijn dan wisselen de ploegen.

Spelregels:- Er mag niet met de bal gelopen worden, passen geven mag wel.- De lopers krijgen drie kansen om op de bal te slaan, slaan ze er nog niet op dan is deze loper uit. - Als een loper een homerun loopt dan zijn al de verbrande spelers weer vrij. - Er mogen geen twee lopers aan een honk staan, is dit wel het geval dan is een van de twee uit.

Wie wint er:

- De ploeg met de meeste punten. Aantal spelers: Naar keuze

Doelgroep: 3de Graad

De draaiende bomen

Spelverloop:- Er worden drie spelers aangewezen: twee boswachters en 1 hond- de rest van de spelers gaan in rijen naast elkaar staan; ongeveer één meter tussen en strekken hun armen uit zodat de vingertoppen elkaar raken.- Wanneer de boswachter ‘ draai’ roept draaien de bomen(= spelers in rijen) een kwartdraai naar rechts- de hond wordt losgelaten en loopt door het bos heen, een van de boswachters is bevoegd de bomen te doen draaien en de andere moet proberen de hond te vangen.

Spelregels:- De hond mag door de lanen en de bomen lopen- De boswachters mogen enkel door de lanen lopen

Wie wint er: - De boswachters als ze de hand kunnen vangen; dan worden er tevens ook nieuwe boswachters en hond aangeduid

Aantal spelers: Naar keuze

Doelgroep: 3de Graad

Groepsrenbal

Materiaal:- bal

Spelverloop:- De groep wordt verdeeld in 2 gelijke groepen, de ene groep (= B) gaat achter de achterlijn staan en de andere groep (= A) zet zich in het middenveld.- ploeg B brengt de bal door een stuitbal het veld in en loopt naar de achterlijn aan de andere kant van het veld.- ploeg A probeert de bal te vangen en een speler van groep B af te gooien wanneer deze nog zijn aan het overlopen- ploeg B is veilig wanneer ze over de achterlijn zijn

Spelregels:- De bal moet met een stuitbal het veld in gegooid worden- De spelers van ploeg A mogen niet met de bal lopen maar mogen wel naar elkaar passen.- Wanneer ploeg A een speler geraakt heeft is deze speler uit.- De spelers van B mogen niet gehinderd worden.

Wie wint er: - ploeg A wanneer iedereen van ploeg B eraan is- ploeg B wanneer op het einde nog mensen overblijven

Aantal spelers: Naar keuze

Doelgroep: 3de Graad

Stammenstrijd

Materiaal:- 2 ballen

Spelverloop:- De groep wordt verdeeld in 4 gelijke groepen, elke groep gaat in een vak staan.- De twee ballen worden in het spel gebracht, het is nu de bedoeling dat men spelers uit een ander vak gaat afgooien.- Wanneer een speler geraakt wordt moet die naar het andere vak gaan.- Dit spel gaat door tot er één vak volledig leeg is.- De ploeg met de meeste spelers krijgen elk één punt en het spel begint weer.- De punten worden telkens opgeteld.

Spelregels:- De spelers mogen de bal proberen te vangen maar hij mag niet vallen want dan is men er ook aan.- Er mag niet met de bal gelopen worden

Wie wint er: - De spelers met de meeste punten.