Het Fryslân boek

16
090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 1

description

 

Transcript of Het Fryslân boek

Page 1: Het Fryslân boek

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 1

Page 2: Het Fryslân boek

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 2

Page 3: Het Fryslân boek

Uitgeverij Waanders, ZwolleTresoar, Leeuwarden

Redactie:Siem van der Woude

Ids de Jong

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 3

Page 4: Het Fryslân boek

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 4

Page 5: Het Fryslân boek

InhoudInleiding

‘Een wandeling door de Friese geschiedenis’

Prehistorie en Romeinse tijd | tot ca. 600 na Chr.

Middeleeuwen | 600-1500

Fryslân in groter verband | 1500-1580

Fryslân in de Republiek | 1580-1780

Revolutie en Franse tijd | 1780-1815

Provincie in een Koninkrijk | 1815-1880

Landbouwcrisis en modernisering | 1880-1920

Interbellum | 1920-1940

Tweede Wereldoorlog | 1940-1945

Fryslân moderniseert | 1945-1970

De laatste ontwikkelingen | 1970 tot heden

6

10

28

58

80

124

148

180

218

252

290

342

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 5

Page 6: Het Fryslân boek

6 HET FRYSLÂN BOEK

Inleiding‘Een wandeling door de Friese geschiedenis’

Lit ús tinke oan âlde tiden, Ieuwen fol fan lêst en noed;Kriich tsjin frjemdfolk, fjochtsjen, striden,Wrakseljen mei wetterfloed.Dêr’t dij ’t âlde folk bewarre,Dreech tsjin stoarm en twingerij,Lit ús dêr as Friezen swarre:Aldfaars erf, wy weitsje oer dy!

Denk terug aan vroeg’re tijden,Eeuwen vol van zorg en druk;Bitter lijden, moeizaam strijden,Watersnood en ongeluk.Waar jou ’t oude volk bewaarde,Tegen macht en dwing’landij,Zweer daar, Friezen: Erf der vaad’ren,voor jouw vrede waken wij!

Jan van der Burg (1864-1905)Arum, Oogstmaand 1901

vertaling Harmen WindSpiegel van de Friese poëzie, 2e editie, 2008

Vertaling

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 6

Page 7: Het Fryslân boek

7

In deze dichtregels, die nog regelmatig worden gezongen,wordt het gevoel uitgedrukt dat veel Friezen hebben bij hungeschiedenis. Naast de taal is het de geschiedenis zelf die eenbelangrijke invulling geeft aan wat de Friezen samenbindt. Dat verleden wordt bestudeerd en bewaard door instellingenals Tresoar en het Fries Museum. Logisch dat de uitgever Tresoar benaderde met het verzoekom Het Fryslân Boek te realiseren.Voor de samenstelling werd samengewerkt door een grootaantal medewerkers van Tresoar, bijgestaan door Evert Kramervan het Fries Museum voor de vroegste episoden van degeschiedenis. De Friese geschiedenis vormt een vrijwel onbegrensd terreinwaarop uitstapjes in allerlei richtingen mogelijk zijn. Dit boekneemt u mee op zo’n uitstapje in de tijd. De route is kronkelig en voert u langs allerlei onverwachteplaatsen en tijdstippen. Wij wensen u een aangename reis.

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 7

Page 8: Het Fryslân boek

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 8

Page 9: Het Fryslân boek

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 9

Page 10: Het Fryslân boek

10

Het Friese land kent een lange ontstaansgeschiedenis. De hoger gelegen zand-gronden in het zuidoosten ontstonden het eerst en raakten ook als eerstebewoond. De lager gelegen delen werden geleidelijk gevormd in de laatste dui-zend jaar voor het begin van de jaartelling, toen de zee hier kleigronden begon afte zetten. Dit proces van aanslibbing was vier eeuwen later zover gevorderd dat erkwelders ontstonden, die langzaam bevolkt werden met ‘kolonisten’, veehou-ders van de zandgronden. De kwelders vormden de karakteristieke kustboog vanFryslân die zich uitstrekt van Workum tot Dokkum. Het gebied tussen de zandgronden en de kwelders wordt nog steeds het lagemidden genoemd. Het werd door toenemende wateroverlast vanaf de Bronstijdpraktisch onbewoonbaar. Pas in de volle Middeleeuwen werd het ontgonnen enbewoond. De samenleving die de Romeinen hier rond het begin van de jaartelling aantrof-fen, was tamelijk welvarend. De bewoners van het kwelderland, die zij de Frisiinoemden, woonden op terpen, kunstmatig opgeworpen heuveltjes, om zich tebeschermen tegen overstromingen. Ze leefden hoofdzakelijk van veeteelt enwaren daarom aangewezen op de import van producten die hier niet werdengeproduceerd. Daardoor ontstond er al vroeg handel met de omringende gebie-den. De verhouding tussen de Frisii en de Romeinen was op enkele incidenten natamelijk harmonieus.De terpen boden maar een beperkte bescherming tegen de gevaren van eensteeds doorstijgende zeespiegel. Het is waarschijnlijk dat de bewoning van deFriese landen een flinke onderbreking heeft gekend in de periode 350-450. Pasdaarna vestigden zich hier de bewoners die we met recht als onze voorouderskunnen beschouwen. Deze Friezen waren een Germaans volk, met goden alsWodan en Freya. De koningen Redbad en Aldgillis leefden in de 7de eeuw na Chr.Zij heersten in de Friese landen, dat was in die tijd een gebied dat zich uitstrektevan de riviermonding van de Weser bij Bremen tot de riviermonding van hetZwin bij Brugge.

Prehistorie en Romeinse tijd tot ca. 600 na Chr.

10

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 10

Page 11: Het Fryslân boek

1111

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 11

Page 12: Het Fryslân boek

Het Friese landschap Vanaf 120.000 jaar geleden

Fryslân kent drie duidelijk te onderscheiden landschapstypes. Allereerst looptlangs de kust een brede kleistrook, vanaf Workum in het zuidwesten tot aanAnjum in het uiterste noordoosten. Hier ontstonden 2500 jaar geleden op terpende eerste woonkernen. Het oosten van Fryslân is een voortzetting van het Drentsplateau, ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd. Op deze zandgronden ontstondenbrinkdorpen met gemeenschappelijke akkers, de essen. Hier zijn de oudste cul-tuuroverblijfselen van de mens aangetroffen. Tussen beide gebieden ligt het lagemidden van Fryslân, met meren en laagveenbegroeiing. Deze waterrijke strekenraakten pas in de middeleeuwen bevolkt. Het golvende landschap van Gaaster-land is gevormd door de gletsjerbewegingen uit de voorlaatste ijstijd. Stuifduinen

in het noorden envruchtbare kleigrondin het zuiden kenmer-ken de Friese Wad-deneilanden. Debewoning begon hierin de late middeleeu-wen met als uitschie-ter Ameland, waarschriftelijke bronnentot in de 9de eeuw reiken.

Hoogtekaart van het

gebied rond het Bergumer

Meer en De Leien.

(Actueel Hoogtebestand

Nederland)

12 PREHISTORIE EN ROMEINSE TIJD

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 12

Page 13: Het Fryslân boek

13

Neanderthalers 120.000 – 70.000 jaar geleden

Aan het einde van de voorlaatste ijstijd (130.000 tot 35.000 jaar geleden) trokkenhier voor het eerst kleine groepen mensen rond. Zij verschilden nogal van demoderne mens. Zij worden Neanderthalers genoemd, naar het dal van de Nean-der in het Ruhrgebied waar de eerste overblijfselen van hen zijn gevonden. InFryslân zijn drie gave vuistbijlen van vuursteen gevonden. Echte bivakplaatsenzijn in Fryslân nog niet gevonden. Die zijn wel ontdekt bij Mander in Overijssel enonlangs bij Assen. Neanderthalers waren drijfjagers op groot wild, paarden,mammoeten en rendieren. Zij verbleven hier vermoedelijk alleen zomers op dekale toendra en overwinterden in grotten meer zuidelijk. De Neanderthalers zijntijdens de komst van de moderne mens in Europa van het toneel verdwenen. Hoedit precies in zijn werk ging, is onderwerp van discussie.

Een in 1939 bij Wijnjeterp gevonden vuistbijl van de Neanderthalers, ongeveer 70.000 jaar oud.

(Foto: Toonbeeld, Stiens)

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:39 Pagina 13

Page 14: Het Fryslân boek

Rendierjagers 14.000 – 12.000 jaar geleden

De moderne mens verscheen in Fryslânongeveer 14.000 jaar geleden. Er heers-te hier gedurende de laatste ijstijd nogeen toendraklimaat. De oudste bewo-ners behoren tot de Hamburg-cultuur,genoemd naar een vindplaats bij dezestad. In onze provincie zijn Ureterp,Duurswoude en Oldeholtwolde beken-de vindplaatsen. Deze mensen leefdenvan de jacht met pijl en boog. Hetbelangrijkste prooidier waren de ren-dieren die hier in kuddes voorkwamen.Het hele bestaan van deze jagers wasafhankelijk van de jacht op dit dier. Hetrendier leverde naast vlees ook geweienen beenderen voor het maken vangereedschap (harpoenen) en huidenvoor kleding en tenten. Naast rendierenjaagde men op hazen, eenden en gan-zen. Deze manier van leven lijkt veel opdie van de Samen (Lappen) uit Noord-Scandinavië. In Fryslân zijn op meer dantwintig plaatsen sporen van rendier -jagers gevonden.

Kerfspits van vuursteen, gevonden in Wijnjeterp, gebruikt door rondtrekkende rendierjagers,

ca. 12.000 jaar geleden. (Foto: Toonbeeld, Stiens)

14 PREHISTORIE EN ROMEINSE TIJD

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:40 Pagina 14

Page 15: Het Fryslân boek

15

Eerste boeren, grafheuvels 4500 jaar geleden

De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw en veeteelt heeft zich over-al op aarde in verschillende tijden voltrokken. De mens kreeg daarbij een vastewoonplaats, leerde het pottenbakken, ontwikkelde het schrift en kreeg een meergeavanceerde religie. Aanwijzingen voor beginnende landbouw en veeteelt inFryslân dateren van ongeveer 5000 jaar geleden. We kennen nog geen vastewoonplaatsen, maar wel sporen van primitief ploegen, grafheuvels en nederzet-tingsafval, zoals aardewerk, bewerkt vuursteen, botten, zaden en granen in ver-

koolde vorm. Geslepenbijlen voor het kappenvan bomen voor aanlegvan akkers en weiden,ploegsporen, aarde-werk en verkooldezaden en granen,gevonden bij Bornwird,Oldeboorn en Steenendam wijzennaar de eerste boeren-gemeenschappen in deprovincie.

Beker van ongeveer 4500

jaar oud, aangetroffen bij

Egbertsgaasten in een

grafheuvel van het Stand-

voetbekervolk. (Foto:

Toonbeeld, Stiens)

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:40 Pagina 15

Page 16: Het Fryslân boek

16 PREHISTORIE EN ROMEINSE TIJD

De eerste Friezen 600 v. Chr.

De brede kleistrook die zich langs de Friese kust van het zuidwesten tot hetnoordoosten uitstrekt raakte rond 600 vóór Chr. voor het eerst bewoond. Ditkweldergebied lag nog geheel open voor eb en vloed. In de omstreken van Bols-ward en Wommels streken de eerste kolonisten neer. Het waren veehouders diede grazige kwelders hadden ontdekt. Ze legden hun eerste nederzettingen aanop hogere oeverwallen langs geulen en prielen. Ze woonden met hun vee in hunwoon-stalboerderijen. Hun aardewerk is heel karakteristiek: zwart gesmoord aar-dewerk, deels uitbundig versierd met geometrische motieven. Naar de vindplaat-

sen wordt het wel het Rui-nen-Wommels aardewerkgenoemd. Naast veeteelthield men zich bezig met deverbouw van vlas, duivenbo-nen, gerst en rogge. Toen dezeespiegel begon te stijgenverhoogden ze hun woon-plaatsen met kwelderplag-gen, huisafval en mest, zoontstonden de latere terpen.

Fragment van een geometrisch versierde rammelaar uit de 5de – 4de eeuw v. Chr., gevonden in de

terp bij Sieswerd. (FM)

090573_p001_219:Opmaak 1 25-02-2010 10:40 Pagina 16