Speciale EB 75.1 Eurobarometer Europees Parlement Europeanen …€¦ · generatiekloof zien, die...
Transcript of Speciale EB 75.1 Eurobarometer Europees Parlement Europeanen …€¦ · generatiekloof zien, die...
8 Directoraat-generaal voorlichting Directoraat betrekkingen met de burgers Afdeling analyse van de publieke opinie
Brussel, 19 april 2011
Speciale EB 75.1
Eurobarometer Europees Parlement
Europeanen en energie (deel II)
ANALYTISCHE SYNTHESE
Onderzoeksgebied: EU 27 (26 574 Europese burgers) Bevolking: Europeanen ouder dan 15 jaar Methodologie: Persoonlijke interviews (CAPI) Veldwerk: 9 februari tot en met 6 maart 2011, uitgevoerd
door TNS Opinion INHOUD INLEIDING 3 1. ENERGIEBESPARINGEN 8
A. Hoe besparen Europeanen energie? 8 B. Hoe energierekeningen te verlagen? 10 C. Hoe de doelstelling van 20% energiebesparingen te bereiken? 12
2. ENERGIEONZEKERHEID 14
A. Specifieke energietariefmaatregelen voor burgers die het risico lopen van armoede en uitsluiting?
3. EEN GEÏNTEGREERD ENERGIENETWERK EN EEN EUROPESE
ENERGIEGEMEENSCHAP 16 A. Wat zouden de voordelen zijn van een toekomstig Europees geïntegreerd energie-
netwerk? 16 B. A Europese Energiegemeenschap? 17
BIJLAGE 1: Eurostat 19
C.
A.
2
B.
3
INLEIDING Deze Eurobarometer van het Europees Parlement in verband met energie volgt op een eerder onderzoek* dat werd gepubliceerd in januari 2011 met het oog op de Europese Raad van 4 februari (Standaard EB 74.3). Dit onderzoek had betrekking op energievoorziening, -samenwerking en -solidariteit. In het licht van de nieuwe standpunten die het Europees Parlement heeft ingenomen, richt dit nieuwe onderzoek zich op meer specifieke onderwerpen, die evenwel ook van uitzonderlijk belang zijn voor de ontwikkeling van een energiebeleid van de Unie: energiebesparingen, energievoorzieningsproblemen, integratie van netwerken en de Europese Gemeenschap voor energie. Het veldwerk werd uitgevoerd door TNS Opinion tussen 9 februari en 6 maart 2011. Bij ieder onderzoek is het altijd zeer waardevol om rekening te houden met de context waarin het onderzoek plaatsvond. In dit onderzoek werden de respondenten bijvoorbeeld geïnterviewd in een periode toen heel Europa te maken had met een strenge winter. Bovendien ontstonden er in deze periode spanningen vanwege de stijging van de prijzen van alle grondstoffen. Alvorens nader in te gaan op de afzonderlijke onderwerpen van dit onderzoek, is het van belang om op te merken dat beide onderzoeken een gemeenschappelijk punt delen: de resultaten laten ook zien hoe de energiecultuur en -situatie van iedere EU-lidstaat de antwoorden van de respondenten beïnvloeden. Twee sociaaldemografische aspecten van dit huidige onderzoek moeten in aanmerking worden genomen: enerzijds zijn er, enkele uitzonderingen daargelaten, weinig verschillen in de antwoorden van mannen en vrouwen; anderzijds laten de resultaten een reële generatiekloof zien, die blijkt uit zowel het gedrag als de perceptie ten aanzien van energieproblemen. Wat betreft energiebesparingen geven Europese burgers de voorkeur aan
maatregelen zonder financiële effecten.
Europeanen werd gevraagd naar hun energiebesparingen gedurende het jaar voorafgaand aan het onderzoek. Tussen 2006, het jaar van de laatste EB over dit onderwerp, en 2011 veranderde hun gedrag soms op tegenstrijdige wijze.
- Wat betreft een aantal aspecten van deze vraag hadden de burgers van de voor 2004
toegetreden lidstaten en de burgers van de na 2004/2007 toegetreden lidstaten soms totaal verschillende standpunten. De eerste groep bespaarde meer op verwarmingsenergie (+ 10 procentpunten) dan de laatste groep. Zij gebruikten ook in mindere mate de auto (+ 9 procentpunten). Anderzijds hadden relatief de meeste burgers van de na 2004/2007 toegetreden lidstaten hun huis geïsoleerd gedurende het afgelopen jaar (+ 7 procentpunten).
- Er is ook een klein verschil tussen mannen en vrouwen (+ 4 procentpunten) bij enkele
van de voorgestelde antwoorden. Vrouwen zijn gevoeliger voor maatregelen die met hun huis verband houden (die kosteloos zijn), terwijl mannen vaker maatregelen in verband met werk (zoals isolatie) noemden of minder frequent gebruik van hun auto.
A.
4
Besparingen in huishoudingen hebben prioriteit
Europeanen wijzigden hun gedrag ten aanzien van energie hoofdzakelijk in hun gezinswoning. Feitelijk zit er meer dan 24 procentpunten verschil tussen deze maatregelen en alle andere. Zo verminderden Europeanen hun verlichting en het gebruik van hun elektrische apparaten met 55% (48% in 2006), terwijl ze hun verwarming of airconditioning met 43% verlaagden (hetzelfde percentage als in 2006). De resultatentabel (blz. 9) laat ook zien dat burgers die hun gedrag het meeste hebben veranderd, afkomstig zijn uit enkele van de zuidelijke en noordelijke landen. Betekent dit dat de zuidelijke landen meer kans hebben om hun achterstand op het gebied van energiebesparingen in te lopen, terwijl de noordelijke landen de inspanningen die ze tot nu toe hebben gedaan voortzetten?
Ongunstige context voor dure maatregelen
Men zou kunnen denken dat de diverse fiscale stimuleringsmaatregelen die door vele lidstaten getroffen zijn een diepgaande invloed zouden hebben op het gedrag van Europeanen ten aanzien van energie. Daarentegen wijzen de resultaten erop dat de financiële, economische, sociale en monetaire crisis de effecten van deze stimuleringsmaatregelen ernstig heeft verzwakt. Feitelijk vertegenwoordigt woningisolatie slechts 19% van de antwoorden (20% in 2006) en de aankoop van een meer milieuvriendelijke auto vertegenwoordigt slechts 6% (8% in 2006). Opnieuw zijn er grote verschillen tussen de lidstaten. - Onder andere de burgers van de Baltische staten hebben in relatief grote mate hun
woningen geïsoleerd samen met de burgers van Slovenië en Slowakije in vergelijking met burgers van enkele zuidelijke landen, die hun gedrag slechts in geringe mate hebben aangepast op dit gebied. Dit geografische verschil doet de vraag rijzen of het klimaat al dan niet een rol speelt bij het besluit om de eigen woning beter te isoleren.
- Wat betreft het veranderen van auto zijn het nu de burgers van de continentale staten
die duidelijk boven het Europese gemiddelde zitten.
Een significant aantal Europeanen veranderde "niets" aan hun gedrag ten aanzien van energiebesparingen.
Vorig jaar verklaarde 17% van de respondenten dat zij “niets” hadden gedaan om energie te besparen. In 2006 gaf een groter aantal (22%) dit antwoord op dezelfde vraag. Zoals we reeds constateerden voor besparingen in huishoudens, laat de analyse in de resultatentabel (blz. 9) zien dat, in vergelijking met het laatste onderzoek, de landen die de meeste inspanningen deden de zuidelijke landen waren. Echter, het aandeel van burgers in deze landen dat helemaal geen actie onderneemt om energie te besparen ligt nog steeds boven het EU-gemiddelde.
B.
5
"Slimme" energiemeters1 om de energierekening te verlagen hebben prioriteit
Europeanen werden bevraagd over verschillende maatregelen (twee antwoorden mogelijk) die door het Europees Parlement worden voorgesteld om hun energierekening omlaag te brengen.
Dagelijkse meting van het energieverbruik
In juli 2009 stemde het Europees Parlement voor de brede invoering van “slimme meters”. De Europese Unie stelde voor de lidstaten de doelstelling vast om het gebruik van slimme meters uit te breiden tot 80% van de Europese gezinswoningen in 2020 en 100% in 2022. Deze Europese richtlijn2 moet worden omgezet in de nationale wetgeving van iedere lidstaat voor maart 2011. De brede invoering van “slimme meters” wordt door 47% van de respondenten als een prioriteit beschouwd. Veertien landen beschouwen dit als hun eerste prioriteit. In Italië en Zweden, waar “slimme meters” reeds in gebruik zijn, voeren de lijst van landen aan, met ieder 59%.
Wat betreft fiscale stimuleringsmaatregelen en concurrentievoorwaarden voor
energieleveranciers
- Met het oog op de verlaging van hun energierekening denkt 40% van de Europeanen dat fiscale stimuleringsmaatregelen (belastingverlagingen) de energie-efficiëntie en energiebesparingen in hun woning zullen verbeteren. In zeven landen hebben ze de hoogste prioriteit.
- Ten tweede wat betreft de verlaging van hun energierekening is 36% van de
Europeanen voorstander van concurrentie tussen verschillende energieleveranciers evenals de mogelijkheid voor consumenten om op een eenvoudige manier te wisselen van leverancier. Deze maatregel heeft ook de hoogste prioriteit in zeven andere landen.
Wat betreft de transparantie van rekeningen
Vrij regelmatig stellen consumenten en consumentenverenigingen het gebrek aan transparantie van de rekeningen die ze ontvangen aan de orde. Met het oog op meer transparantie wenst 23% van de respondenten een vereenvoudiging van de rekeningen om ze beter begrijpelijk en minder onduidelijk te maken. Dit zal Europeanen helpen hun consumptiegedrag aan te passen.
1 Het wijdverbreide gebruik van "slimme" energiemeters in iedere woning, dat wil zeggen meters die een effectiever gebruik van energie mogelijk maken door de goedkoopste energie te kiezen en door daarnaast het energieverbruik aan te passen (elektromagnetische apparaten, afstandsbediening voor de verwarming, enz.). 2 Deze Europese richtlijn is onderdeel van de zogenaamde “3x20”-doelstellingen, die zijn voorgesteld door de Europese Commissie ter bestrijding van klimaatverandering en die onder andere de volgende doelstellingen omvatten: een stijging van de hernieuwbare energiebronnen met 20%, een vermindering van het broeikasgaseffect met 20% (milieutoestand) en een stijging van de energie-efficiëntie met 20% in 2020. De Europese Commissie is van oordeel dat dankzij deze slimme meters een verlaging van de energiekosten met 10% kan worden bereikt.
A.
6
Verplichtstelling van de doelstelling om het energieverbruik met 20% te verminderen
In 2007 legde de Europese Unie een drievoudige doelstelling vast voor 2020: vermindering van broeikasgassen met 20%, stijging van de energie-efficiëntie met 20% en een stijging van de hernieuwbare energiebronnen met 20%. Deze doelstellingen zijn niet bindend, maar de lidstaten moeten ernaar streven ze te bereiken. Met betrekking tot de vraag over de vermindering van het energieverbruik met 20% was 80% van de Europeanen van mening dat deze doelstelling verplicht moet worden gesteld. Van hen antwoordde 33% “ja, zeker” en 48% “ja, waarschijnlijk”. Bestrijding van de energieonzekerheid Volgens Eurostat liepen in 2008 116 miljoen Europeanen het risico om in armoede of een sociaal isolement terecht te komen (bijlage 1). Derhalve zouden specifieke energietariefmaatregelen kunnen helpen voorkomen dat deze mensen in een dergelijke situatie terechtkomen. 68% van de Europanen was voorstander van de invoering van deze maatregelen. Feitelijk antwoordde 38% “ja, waarschijnlijk” en 24% “ja, zeker”. Deze vraag werd met “nee” beantwoord door meer dan 50% van de burgers van slechts vier landen. Uit de resultaten blijkt dat 67% van de landen buiten de eurozone de voorkeur lijken te geven aan deze tariefmaatregelen, vergeleken met 58% binnen de eurozone. Voordelen van een Europees geïntegreerd energienetwerk Op dit moment zijn er in de Europese Unie 27 nationale netwerken. Wat zijn de voordelen voor Europese burgers van de inrichting van een Europees geïntegreerd energienetwerk? Zij hebben dit aangegeven als een eerste en tweede voorkeur. Volgens hun antwoorden zijn Europese burgers van oordeel dat een Europees geïntegreerd netwerk zou leiden te leiden tot: Een verlaging van energiekosten (59% van de respondenten).
Deze maatregel wordt door Europeanen in 21 lidstaten beschouwd als het eerste voordeel van een Europees netwerk, hoewel het verschil tussen de twee landen die de meeste en minste voordelen zien 41 procentpunten bedraagt. Drie landen zuidelijke landen behoren tot de landen met de hoogste percentages, terwijl drie noordelijke landen tot de landen met de laagste percentages.
Beter gebruik van diverse soorten energie (hernieuwbare energie in het bijzonder)
is een voordeel voor ongeveer een op twee Europeanen (47%). Zes landen beschouwen dit onderwerp als hun hoogste prioriteit.
Opnieuw zijn er tussen de lidstaten grote verschillen, die een bereik van 30%
B.
7
procentpunten beslaan. Twee noordelijke landen beschouwen dit als het belangrijkste voordeel, terwijl twee Baltische staten dit als het minst belangrijke voordeel beschouwen.
35% van de respondenten noemde een veiligere levering van energie (een verschil
van 36 procentpunten).
28% noemde een groter vermogen voor de EU om over belangrijke contracten te onderhandelen met derde landen (een verschil van 25 procentpunten).
25% noemde een toename van de solidariteit onder de EU-lidstaten (een verschil van 29 procentpunten).
Massale steun voor de oprichting van een Europese Energiegemeenschap Wat vinden Europeanen van de door het Europees Parlement op 25 november 2010 uitgesproken wens om een Europese Energiegemeenschap op te richten?3 Dit zou de EU in staat moeten stellen om in internationaal verband met één stem, en met krachtigere stem, te spreken, om de samenwerking op het gebied van energienetwerken te versterken en om de Europese financiering van energietechnologieën te bevorderen. Drie kwart van de Europese respondenten zijn voorstander van de oprichting van een dergelijke Europese Energiegemeenschap: 78% was het met dit voorstel “eens”. Van hen was 51% “eerder eens dan oneens” en 27% “totaal mee eens”.
* * *
3 De Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Jerzy Buzek, en voormalige voorzitter van de Europese Commissie, de heer Jacques Delors, verklaarden op 5 mei 2010 voorstander te zijn van de oprichting van de Europese Energiegemeenschap, een nieuwe EEG.
A.
8
* Zie de op 31 januari 2011 gepubliceerde EB 74.3 van het Europees Parlement inzake energievoorziening in de Europese Unie. De belangrijkste onderwerpen waren:
Europeanen vinden de coördinatie van energiebeleid belangrijker dan nationale maatregelen
Europeanen zijn voorstander van solidariteit tussen de lidstaten in geval van aanvoerproblemen
De prioriteiten van de Europeanen wat energiesamenwerking betreft, worden sterk beïnvloed door de nationale energiesituatie
Stabiliteit van energieprijzen, eerste prioriteit van de ondervraagden (29%) Duurzame energie, tweede prioriteit van de ondervraagden (27%) Zekerheid van energievoorziening, derde prioriteit van de ondervraagden (20%) Energie-efficiëntie, vierde prioriteit van de ondervraagden (16%).
NB: De lezers worden eraan herinnerd dat enquêteresultaten schattingen zijn waarvan de accuratesse, bij overigens gelijke omstandigheden, afhankelijk is van de omvang van de steekproef en van het waargenomen percentage. Met steekproeven van circa 1 000 interviews (steekproefomvang gewoonlijk gebruikt op schaal van een lidstaat) ligt het echte percentage, als de gehele bevolking zou zijn geïnterviewd, binnen de volgende betrouwbaarheidsgrenzen:
Waargenomen
percentages 10% of 90% 20% of 80% 30% of 70% 40% of 60% 50%
Foutenmarge +/- 1,9
punten +/- 2,5
punten +/- 2,7
punten +/- 3,0
punten +/- 3,1
punten
1. ENERGIEBESPARINGEN
A. Hoe besparen Europeanen energie?
Q16. Hebt u gedurende het afgelopen jaar een van onderstaande dingen gedaan om
energie te besparen? (Meerdere antwoorden mogelijk).
Trend: in april-mei 2006 gestelde vraag.
1. Europees gemiddelde:
Een toenemend aantal Europese burgers neemt maatregelen om energie
te besparen.
Individual measures aimed at saving energy
2%
21%
1%
8%
8%
16%
13%
21%
20%
42%
48%
1%
17%
2%
6%
7%
12%
14%
19%
19%
43%
55%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%
DK
None
Other (SPONTANEOUS)
Changed your car to another one which uses less fuel
Took initiatives to save energy at work
Reduced your driving speed
Used public transport more
Used your car less
Insulated your house (walls, windows, etc.)
Cut down on heating or/ and air conditioning
Cut down on lighting and the use of domestic electrical appliances
EB 75.1
EB 65.3
"Besparen op verlichting" staat op de eerste plaats en is verbeterd met 7
procentpunten (van 48% tot 55%). "Besparen op verwarming" blijft op de tweede plaats staan en is verbeterd
met 1 procentpunt (van 42% tot 43%).
B.
9
A.
10
De andere voorgestelde maatregelen blijven onder 20% en nemen allemaal af ten opzichte van 2005, met uitzondering van openbaar vervoer, dat is gestegen van 13% naar 14%.
Het antwoord “geen”, dat wil zeggen geen van de voorgestelde maatregelen
om energie te besparen, is enigszins gewijzigd (van 21% in 17%, wat neerkomt op -4 procentpunten in 5 jaar).
B.
1
1
EB 65.3 april - mei 2006 / EB 75.1 feb. - maart 2011Besparen op
verlichting en het gebruik van
elektrische apparaten
Besparen op verwarming
en/of airconditionin
g
De eigen auto minder
gebruiken
De eigen woning isoleren (muren,
ramen, enz.)
Geen
Frequenter gebruik van
het openbaar vervoer
Verlaging van de
rijsnelheid
Het nemen van energiebesparin
gsinitiatieven op het werk
Een andere auto nemen die
minder brandstof verbruikt
Individuele maatregelen om energie te
besparen EB
75.1
Verschil EB 65.3 EB 75.1
EB 75.1
Verschil
EB 65.3 EB 75.1
EB75.1
Verschil
EB 65.3 EB 75.1
EB75.1
Verschil
EB 65.3 EB 75.1
EB 75.1
VerschilEB 65.3 EB 75.1
EB75.1
Verschil
EB 65.3 EB 75.1
EB75.1
Verschil
EB 65.3 EB 75.1
EB 75.1
VerschilEB 65.3 EB 75.1
EB 75.1
Verschil EB 65.3 EB 75.1
EU27
55% +7 43% +1 19% -2 19% -1 17% -4 14% +1 12% -4 7% -1 6% -2
BE 48% +1 50% -5 22% -2 29% +4 14% +2 16% -1 18% -7 10% +1 11% +4 BG 53% - 46% - 10% - 19% - 19% - 11% - 2% - 5% - 2% - CZ 45% +6 30% +3 14% -1 30% -6 20% -3 14% 0 5% -3 5% -1 5% -4 DK 64% +4 38% +2 19% +2 23% -1 17% -1 12% -1 13% -3 13% +3 14% +3 DE 64% +9 59% 0 26% -10 16% -4 15% +1 15% -3 18% -9 8% -1 11% -1 EE 55% +10 18% +5 17% +3 40% -7 12% -3 17% +2 5% +1 10% +2 6% -8 IE 51% +16 52% +11 24% +6 24% +9 18% -10 10% 0 13% +1 9% +1 7% +2 EL 56% +27 50% +17 22% +10 7% -8 24% -17 10% -6 8% +3 4% +3 2% 0 ES 58% +13 38% +11 16% +8 5% 0 21% -16 15% +6 11% +6 6% +2 2% 0 FR 46% -3 46% -10 25% -4 21% -5 16% +6 13% 0 23% -13 7% -2 6% -4 IT 49% +13 33% -3 14% -2 16% +5 20% -2 10% +1 5% -4 6% -2 5% +1 CY 67% +12 55% +2 20% -1 13% +5 19% -3 3% -1 8% -12 6% -2 6% 0 LV 61% +13 8% +1 11% +3 23% -5 22% -3 12% 0 4% 0 6% +1 4% -2 LT 62% +26 10% +2 12% +5 30% +2 18% -15 14% +3 4% +2 8% +4 6% -1 LU 62% +13 57% -3 30% +5 26% -4 8% -6 30% +6 25% +1 13% +4 13% -2 HU 65% +17 42% +14 13% +4 25% +4 11% -15 12% +1 5% +1 4% +1 1% -5 MT 87% +16 68% +21 15% +2 6% +1 3% -12 15% +6 11% 0 19% +9 7% 0 NL 46% -6 46% -7 20% -3 18% -10 16% 0 16% +4 13% -7 9% 0 7% -1 AT 50% +12 40% +16 25% -1 18% -6 18% -7 18% -2 13% +2 10% +1 6% -6 RO 54% - 33% - 9% - 28% - 23% - 10% - 3% - 6% - 2% - PL 65% +12 30% +7 9% 0 20% -2 15% -8 9% +3 5% -1 6% +2 5% -1 PT 76% +30 33% +8 11% +2 16% +8 12% -24 4% -2 4% -2 5% +1 2% 0 SI 70% +37 53% +26 22% +8 35% +17 10% -26 15% +7 17% +7 10% +6 10% +2 SK 45% -7 42% -8 11% -4 37% 0 18% +3 7% -2 4% -1 8% -1 6% -1 FI 53% +8 31% -5 24% -4 16% 0 19% -1 16% +1 10% 0 4% -2 7% -2 SE 63% +19 32% -5 26% +4 15% -1 10% -12 29% +11 16% +4 13% +6 14% -1 UK 50% -3 50% +1 24% -2 25% -1 16% -1 21% +2 14% -2 10% -2 9% -1
Legenda
Het hoogste percentage
Het laagste percentage
2. Nationale resultaten:
3. Sociaaldemografische variaties:
De voorgestelde maatregelen worden het meeste genoemd door de
respondenten die 25 jaar of ouder zijn en zelfs in grotere mate door degenen die 40 jaar of ouder zijn. Daarentegen wordt het antwoord “geen” het meeste gekozen door degenen die tot de leeftijdsgroep 15-24 behoren. Dit kan worden verklaard door het feit dat tieners over het algemeen niet een eigen woning of een auto hebben, waardoor hun effect op deze energiebesparingsmaatregelen (en ook op de bijbehorende rekening) geringer is.
B. Hoe energierekeningen te verlagen?
Q18. Welke van de volgende maatregelen zou, naar uw mening als
energieconsument, u in staat stellen uw energierekeningen te verlagen?
1. Europees gemiddelde:
Measures to decrease energy bills
Max. 2 answers
4%
2%
23%
36%
40%
47%
DK
Other (Sp.)
Making energy bills simpler and easier to understand
Creating the conditions for different energy providers to compete andgiving the possibility for consumers to easily change their energy
provider
Tax breaks for consumers who improve the energy efficiency of theirhousehold (solar panels, innovative materials, heat insulation of
windows and doors, etc.)
Widespread the installation of “smart” energy meters in eachhousehold, meaning energy meters that allow for more efficient use of
the energy by using energy when it is cheaper, permitting users toregulate their energy consumption.
A.
12
B.
13
2. Nationale resultaten:
Maatregelen ter verlaging van de energierekening
Het breed invoeren van de installatie van “slimme” energiemeters in ieder
huishouden, dat wil zeggen energiemeters die een
efficiënter energieverbruik mogelijk maken door energie
te verbruiken wanneer het goedkoper is, waardoor
gebruikers hun energieverbruik kunnen regelen (huishoudelijke
apparatuur, verwarming op afstand, enz.)
Belastingvoordelen voor consumenten die de energie-
efficiëntie van hun huishouden verbeteren (zonnepanelen,
innovatieve materialen, warmte-isolatie van ramen en
deuren, enz.)
Scheppen van de voorwaarden voor verschillende
energieleveranciers om te kunnen concurreren en
consumenten de mogelijkheid te geven om eenvoudig van
energieleverancier te veranderen
Energierekeningen eenvoudiger en gemakkelijker
te begrijpen maken
Weet niet
Anders (spontaan)
EU27 47% 40% 36% 23% 4% 2% IT 59% 34% 29% 17% 2% 2% SE 59% 51% 37% 20% 2% 2% DK 58% 55% 29% 27% 3% 1% CY 57% 64% 37% 19% 2% 0% AT 54% 46% 29% 33% 1% 3% SI 54% 57% 35% 20% 1% 2% NL 52% 59% 20% 18% 3% 4% PT 52% 22% 42% 15% 5% 2% CZ 51% 36% 41% 21% 2% 1% IE 49% 42% 36% 21% 9% 1% FR 49% 53% 33% 14% 5% 1% EL 48% 41% 46% 27% 2% 2% HU 48% 43% 33% 23% 2% 2% DE 47% 39% 49% 28% 2% 1% LU 47% 54% 32% 11% 1% 2% BE 46% 40% 42% 32% 1% 2% SK 46% 30% 55% 19% 2% 2% FI 45% 56% 39% 19% 1% 3%
UK 44% 39% 20% 27% 8% 2% EE 42% 27% 42% 21% 9% 2% BG 41% 29% 42% 45% 6% 1% PL 41% 34% 36% 22% 7% 0% ES 40% 36% 36% 26% 5% 2% MT 37% 59% 36% 23% 4% 1% RO 37% 32% 44% 24% 8% 1% LT 36% 37% 54% 16% 3% 3% LV 33% 43% 52% 11% 5% 1%
Legenda Het hoogste percentage
Het laagste percentage
C. Hoe de doelstelling van 20% energiebesparingen te bereiken?
Q17. De EU en haar lidstaten hebben als doelstelling vastgesteld om het
energieverbruik te verminderen met 20% in 2020. Denkt u dat, om dit te bereiken, deze doelstelling verplicht moet worden gesteld in alle lidstaten van de EU?
1. Europees gemiddelde:
Meer dan 80% van de Europeanen is van oordeel dat de doelstelling om
het energieverbruik met 20% te verminderen verplicht zou moeten worden in de lidstaten (48% “ja, waarschijnlijk” en 33% “ja, zeker”).
OBJECTIVE OF REDUCING ENERGY USE OF 20% BY 2020
Yes, definitely
Yes, probably
No, probably not
No, definitely not
DK
The EU and its Member States have set an objective to reduce energy use by 20% by 2020. To do so, do you think that this objective must be compulsory in all the EU
Member States?
48%
5%
33%
European weighted average
10%
4%
Total "Yes" : 81%
Total "No" : 14%
A.
14
Nationale resultaten:
75%
75%
75%
76%
76%
76%
76%
77%
77%
78%
80%
80%
81%
82%
83%
84%
84%
84%
84%
85%
85%
85%
87%
88%
89%
90%
91%
25%
20%
21%
22%
8%
20%
11%
19%
16%
12%
16%
16%
19%
14%
11%
14%
14%
14%
9%
10%
5%
14%
12%
9%
11%
6%
9%
8%
5%
4%
3%
16%
4%
13%
5%
7%
11%
6%
4%
1%
5%
7%
3%
2%
2%
7%
6%
10%
1%
3%
4%
1%
5%
1%
1%
71% 4%CZ
EE
LV
AT
BG
DE
IE
UK
LT
RO
HU
IT
FI
UE27
PL
SK
DK
EL
ES
PT
MT
NL
SE
FR
BE
CY
SI
LU
Total 'Yes' Total 'No' DK
EU 27
Differences between Member States
OBJECTIVE OF REDUCING ENERGY USE OF 20% BY 2020
B.
15
2. Sociaaldemografische variaties:
Respondenten die langer hebben gestudeerd lijken in grotere mate voorstander van deze stelling te zijn. Er is feitelijk en maximaal bereik van 7 procentpunten.
Wat het sociaalberoepsmatige aspect betreft, blijken de managers (85%), de
werklozen en de studenten (82%) in de grootste mate voorstander te zijn van een verplichtstelling van de 20%-doelstelling.
2. ENERGIEONZEKERHEID
A. Specifieke energietariefmaatregelen voor burgers die het risico lopen van armoede en uitsluiting?
1. Europees gemiddelde: Q20. 116 miljoen Europese burgers (dat wil zeggen bijna een kwart van de gehele
Europese bevolking) lopen het risico om in armoede en isolement terecht te komen. Denkt u dat specifieke energietariefmaatregelen zouden kunnen bijdragen aan het voorkomen dat deze mensen in armoede en isolement terechtkomen?
SPECIFIC ENERGY TARIFF MEASURES
Yes, definitely
Yes, probably
No, probably not
No, definitely not
DK
24% 6%
36%
European weighted average
22%
10
Total "Yes" : 62%
Total "No" : 32%
A.
16
Nationale resultaten:
SPECIFIC ENERGY TARIFF MEASURES
41%
41%
46%
50%
51%
53%
54%
58%
58%
59%
61%
61%
62%
62%
64%
65%
67%
67%
68%
71%
71%
73%
74%
78%
78%
78%
83%
50%
54%
56%
52%
44%
42%
43%
40%
36%
37%
35%
26%
38%
32%
33%
33%
17%
30%
32%
22%
26%
24%
21%
14%
21%
18%
17%
12%
5%
3%
2%
6%
7%
4%
6%
6%
5%
6%
13%
1%
6%
5%
3%
18%
3%
1%
10%
3%
5%
6%
12%
1%
4%
5%
5%
36% 14%DK
DE
NL
FI
SE
EE
CZ
SI
IT
AT
ES
BG
LU
EU27
HU
SK
IE
EL
LV
PL
FR
LT
PT
RO
BE
CY
UK
MT
Total 'Agree' Total 'Disagree' DK
EU 27
Differences between Member States
Zie bijlage 1: Eurostat 190/2010 "In de EU27 liepen in 2008 116 miljoen mensen het risico om in armoede of isolement terecht te komen"
B.
17
2. Sociaaldemografische variaties:
67% van de respondenten die deze financiële moeilijkheden (moeite om rekeningen te betalen) hebben ervaren, is voorstander van deze tariefmaatregelen.
3. EEN GEÏNTEGREERD ENERGIENETWERK EN EEN EUROPESE ENERGIEGEMEENSCHAP
B. Wat zouden de voordelen zijn van een toekomstig Europees geïntegreerd energienetwerk?
Q19. Vanwege het bestaan van 27 nationale netwerken heeft de EU geen
geïntegreerd energienetwerk. Wat zouden volgens u de belangrijkste voordelen zijn van de totstandbrenging van een dergelijk netwerk? Ten eerste? En ten tweede?
1. Europees gemiddelde:
Main assets of a European integrated energy network
9%
8%
10%
16%
20%
36%
9%
2%
28%
35%
47%
59%
1%
25%
DK
Other (Sp.)
Increased solidarity among the EU Member States
Greater capacity for the EU to negotiate major contracts with countriesoutside its borders or with regional networks as the Mediterranean or
Baltic networks
Safer delivery of energy
Better use of varying types of energy, particularly use of renewables
Decrease in energy costs
Firstly? + And secondly?
Firstly?
A.
18
2. Sociaaldemografische trends:
De respondenten die minder lang hadden gestudeerd, noemden relatief het vaakst de verlaging van de energiekosten en een groter gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
De respondenten die (soms of meestal) moeite hebben om hun rekeningen te
betalen, noemen relatief het vaakst de verlaging van de energiekosten. B. Een Europese Energiegemeenschap? Q21 Het Europees Parlement zou graag een Europese Gemeenschap voor energie
oprichten. Vertelt u mij in dit geval in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende uitspraak: Het oprichten van een Europese Gemeenschappen voor energie zou, onder andere, ervoor kunnen zorgen dat de EU een sterkere stem op het internationale toneel heeft met betrekking tot energiekwesties.
1. Europees gemiddelde:
EUROPEAN ENERGY COMMUNITY
Totally agree
Tend to agree
Totally disagree
Tend to disagree
DK
27%
9%
51%
European weighted average
9%
4%
Total "Agree" : 78%
Total "Disagree" : 13%
B.
19
2. Nationale resultaten:
EUROPEAN ENERGY COMMUNITY
72%
73%
73%
73%
73%
75%
75%
76%
76%
77%
77%
78%
78%
78%
78%
79%
80%
81%
82%
82%
83%
84%
84%
88%
89%
89%
94%
21%
9%
16%
17%
11%
18%
6%
19%
13%
18%
16%
18%
13%
7%
9%
15%
13%
14%
14%
10%
12%
6%
12%
10%
2%
10%
8%
3%
19%
11%
10%
16%
9%
19%
6%
11%
6%
7%
5%
9%
15%
13%
7%
8%
6%
5%
8%
6%
11%
4%
6%
10%
1%
3%
3%
72% 7%CZ
EE
PT
IE
LT
DE
EU27
PL
IT
SE
SK
DK
MT
EL
Total 'Agree' Total 'Disagree' DK
EU 27
Differences between Member StatesDifferences between Member States
A.
20
BIJLAGE 1: Eurostat
In de EU27 liepen in 2008 116 miljoen mensen het risico om in armoede of isolement terecht te komen
190/2010 - 13 december 2010
B.
21
Afdeling analyse van de publieke opinie [email protected] Jacques Nancy (+32 2 284 24 85 Elise Defourny (+32 2 284 11 23) Trifot Jonas (+32 2 284 06 45) Said Hallaouy (+32 2 284 60 73)
Etienne Christelle (+32 2 284 14 21) Chiesa Alice (+32 2 284 11 74) Petrescu Camelia (+32 2 284 11 74)
A.
22