SoAP Jaargang 43, nummer 2, Februari 2012

32
SOAP 1

description

In deze editie: Kritische blik op het asielzoekersbeleid in Nederland, De haat-liefdesrelatie tussen studenten en de NS, Agressie op Twitter: Hoe gaan we er mee om? Kwalitatieve stages in Amsterdam, een battle tussen zwangere vrouwen, de weigerambtenaar en nog veel meer!

Transcript of SoAP Jaargang 43, nummer 2, Februari 2012

SOAP 1

2 SOAP

COLOFON

VOLG ONS

@SoAP_Groningenfacebook.com/SoAP-Groningen

SoAP (Sociologisch Antropologisch Periodiek)Contact: [email protected] Sociologie t.a.v. ‘SoAP’Grote Rozenstraat 319712 TG GroningenJaargang 43, nummer 2, februari 2012Drukwerk: Drukwerklab.nl REDACTIE:

Hannah Achterbosch Dieko Bakker Daan Bloem Roel Bottema Marjan Faber Vincent de Goeij

Verzending: Rijksuniversiteit GroningenLay-out: Dieko Bakker en Huub SchuijnCover: Huub SchuijnFoto cover: Marjan FaberEindredactie: Ronald KielmanOplage : 600 plus digitale uitgave

Anna Herngreen Siebren Huizema Ronald Kielman Marloes Kingma Emma KokMadelien Meulenkamp

Kasper Nelissen Huub Schuijn Nienke Tebbens Miriam van Voornveld Marion de Vries

OP DE COVER:De Nacht van de Sociologie is op 7 maart in Cultureel Studenten Theater USVA! Het thema van deze editie is “Out of the Box!” Zorg dat je erbij bent!

IN VAKGROEP

Het gat in het Boumangebouw...........................................................4De kwaliteit van Criminaliteit en Veiligheid.....................................7Vakevaluatie: Minor Sociological Research......................................9Kwalitatieve stage in Amsterdam: interview met Arjan Mook..........10In het middelpunt: Auke Beeksma..................................................16Studievereniging Sociëtas........................................................................31

MAATSCHAPPIJ EN POLITIEK

De Arabische lente en Democratie..................................................12 Asociale Twitter: How to handle?....................................................14Column: Vrijheid............................................................................15Waarom werkt populisme?................................................................18Nederland Fraudeland....................................................................19Studenten creëren hun eigen drukte................................................20Kijktips van René............................................................................23Sociologie in de media.....................................................................24

OPINIE

Trending topic en Puzzel...................................................................3De weigerambtenaar........................................................................25 Een echte Nederlander woont gewoon in Nederland.........................26 NS Studentenleed............................................................................28The Battle: Round 2........................................................................30

“Wat goed is komt snel” en “de uitzondering bevestigt de regel”... Daarom is de eerste SoAP van 2012 iets later dan gepland. Daarin is SoAP overigens niet alleen, ook de winter heeft lang op zich laten wachten dit jaar. Maar nu de winterkou eenmaal zijn intrede heeft gedaan, komen bij veel mensen de elfsteden-tochtkriebels weer opspelen. Laten we niet te vroeg juichen en blij zijn dat we de ijzers weer eens uit het vet kunnen halen dit jaar. Ook indien het geen elfstedentocht wordt, dan kunnen we alsnog heerlijk ‘scheuvel’n op Grunnings natuuries’. Ook mooi!

De maanden december en januari zijn traditiegetrouw rustige maanden op de faculteit. In december lopen de vakken van het tweede blok langzaam ten einde. Daarna volgt natuurlijk de kerstperiode, waarin de meeste van ons familiaire verplichtingen hebben, en voordat je het weet schieten de vuurpijlen je alweer om de oren... 2012! En dan, wanneer de alcohol van de oud-en nieuwviering langzaam uit je bloed verdwijnt, komt de realiteit langzaam binnensijpelen, TENTAMENS!

Op het moment dat SoAP bij jullie op de deurmat ploft, zal het ergste reeds voorbij zijn. Voor een enkeling zal er nog een hertentamen op het programma staan, maar over het algemeen geldt dat de voorbereidingen voor het derde blok langzaamaan in gang zullen worden gezet. De winterdepressie verdwijnt als sneeuw voor de zon en maakt gaandeweg plaats voor die heerlijke lentekriebels.

Daarnaast ligt er een aantal leuke studieactiviteiten in het verschiet, zodat we de afgelopen maanden snel kunnen vergeten: een dagexcursie naar Amsterdam, de filmavond, de Nacht van de Sociologie en natuurlijk de jaarlijkse studietrip! Maar nu eerst, voordat de drukte van het derde blok weer losbreekt, in alle rust SoAP even doorlezen. Met een mok warme chocolademelk met slagroom in de hand, even een momentje van bezinning op de bank.

Veel leesplezier!

Ronald Kielman

VAN DE HOOFDREDACTEUR

SOAP 3

TRENDING TOPIC:#McDStories

McDonald’s lanceerde vorige week twee hashtags: #meetthefarmers en #McDStories. Via #meetthefarmers twitterden leveranciers van de keten, om te laten zien hoe vers en gezond de gebruikte ingrediënten wel niet zijn. Via #McDStories werden tweets de wereld in geholpen als ‘Als je iets met trots maakt, kunnen mensen dat proeven’ - aardappelleverancier McDonald’s #McDStories.’ Voor deze tweets werd betaald, zodat ze prominent op Twitter te vinden waren.

Wat McDonald’s natuurlijk hoopte: dat bezoekers van de keten enthousiast zouden gaan twitteren over het bedrijf en hoe lekker ze daar gegeten hadden. En je voelt hem al aankomen: het tegenovergestelde gebeurde en het ging gruwelijk mis: ‘Ik eet alleen McDonald’s als ik ziek ben, omdat ik er toch al ziek van word’, twitterde Parker Stafford. En: ‘Deze #McDStories worden nooit oud, een beetje als een doos McDonald’s kipnuggets die een week in de zon heeft gestaan.’

(BRON: VOLKSKRANT)

Zie hiernaast een greep van de meest grappige en confronterende tweets!

Skip Sullivan @SkipSullivanOne time I walked into McDonalds and I could smell Type 2 diabetes floating in the air and I threw up. #McDStories

CATE STORM @Cate_Storm #McDStories Take a McDonalds fry, let it sit for 6 months. It will not deteriorate or spoil like a normal potato. It will remain how it was

JB @joshuabartky “A woman is accused of offering sexual favors in the drive-through lane in exchange for McNuggets.” #McDStories

Zach Miller @Girafficorn#McDStories: I once molested a handful of children in the ball-pit. Shh...

Jeffrey Wisenbaugh @KoolJeffrey I get really bad gas after I eat McDonald’s. #McDStories

WINNAAR VORIGE SoAP:Claartje van der Wilk, Gefeliciteerd!

PUZZEL: VAN WIE ZIJN DEZE OGEN?Weet jij van wie deze

mooie kijkers zijn? Stuur je antwoord

dan zo snel mogelijk naar [email protected]

en wie weet win jij de enige echte SoAP-pet!

4 SOAP

Het gat in het Boumangebouw / Daan Bloem VAKGROEP

SOAP 5

Het gat in het Boumangebouw / Daan Bloem VAKGROEP

HET GAT IN HET BOUMANGEBOUWEnkele maanden geleden schrok ik tijdens een leersessie in de faculteitsbibliotheek plots op van een kabaal van jewelste. Lichtelijk, maar toch zeker geïrriteerd om het feit dat iemand het waagde mijn intellectuele rust te verstoren keek ik uit het raam. Daar beneden aan de andere kant van de Hortus zag ik dat men druk bezig was een gat te graven tussen het Boumangebouw en de Hortus. Het speculeren over ‘waarom dat gootje’ begon snel daarna. Van bodem-verontreiniging tot een nieuwe tuin, veel verklaringen voor het plots verschenen gootje passeerden de revue. Helaas kon niets van dit gespeculeer verhelpen dat het begin van het einde van ons mooie, oude Sociologiegebouw zojuist was begonnen.

De eerste week was het elke keer over het vers geschepte gootje springen voor een bak koffie of iets dergelijks nog wel leuk. Van ergernis was, behalve over elke keer dat gootje bedwingen – gaat vervelen, maar omlopen is voor mij hoe dan ook geen optie - eigenlijk nog niet echt sprake. Ook was het zeker vermakelijk om te zien hoe verschillende docenten elkaar hielpen bij de oversteek. Maar toen het slopen van een compleet stuk van onze faculteit eenmaal begon, was er van amusement geen sprake meer. Naast de lelijke aanblik vanaf de tuin en de schrik bij het zien van een steeds groter wordend gat elke keer als men de Grote Rozenstraat in kwam fietsen, was er serieus sprake van geluidsoverlast. Docenten die in een kamer vlakbij het gat huisden, konden hun werk niet meer doen en moesten noodgedwongen een andere werkplek zoeken. Ook studeren en het volgen van colleges was geen pretje meer met op de achtergrond het aanhoudende kabaal van afbrekende muren en afval dat in een container gestort werd.

Bij mij rees de vraag waarom een dergelijk mooi gebouw met de grond gelijk gemaakt moest worden. Ik was er namelijk in zekere zin trots op dat ik studeerde in een mooi oud universiteitsgebouw. Die ‘hippe’ creaties bijvoorbeeld die op het Zernikecomplex zijn neergezet zijn niets voor mij. Daarom vond ik het erg zonde dat een mooi, oud faculteitsgebouw moest worden afgebroken. Naar mijn mening maakt juist de oudheid en architectuur van een gebouw de universitaire sfeer die het uitstraalt. Het aanzicht van binnen de Hortus was al aan de Psychologiekant verminkt, waarom nu ook nog aan de Sociologiekant?

Het antwoord op de vraag waarom er een gat in ons gebouw zit is simpel. Er gaat volgens het faculteitsbestuur van Gedrags- en Maatschappijwetenschappen weer gebouwd worden. De faculteit Gedrags- en Maatschappij-wetenschappen kampt namelijk, zoals wij allemaal steeds weer aan den lijve ondervinden wanneer wij op zoek zijn naar een computer, al jaren met ruimtegebrek. Dit komt door het constant groeien van de studies binnen Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Waar Sociologie jaarlijks groeit, doet Psychologie dit nog veel harder. Voor dit ruimtegebrek zijn reeds verschillende maatregelen getroffen. Zo werd in eerste instantie het Heymansgebouw verbouwd tot een ‘multidimensionale studieplek’ waar genoeg ruimte zou zijn voor studenten en docenten. Immers stelde het Faculteitsbestuur zelf dat er voldoende ruimte gecreëerd moest worden voor onderwijs binnen de Hortus.

Helaas was de verbouwing van het Heymansgebouw niet succesvol in die zin dat er nog steeds een ruimtegebrek was. Als antwoord daarop werd de Bloemstraat betrokken. Het probleem van deze verhuizing was dat een groot deel van de faculteit zich nu op een nietszeggende, lelijke locatie bevindt die absoluut geen universitaire sfeer uitstraalt. Ook doet het feit dat de faculteit nu verdeeld is over meerdere locaties af aan de prettige, huiselijke sfeer van weleer. Daarnaast verstoorde de verdeling van de

6 SOAP

Het gat in het Boumangebouw / Daan Bloem VAKGROEP

faculteit over verschillende locaties het samenzijn van studenten en docenten. Het symbool van een academische gemeenschap werd hierdoor vervaagd. Maar goed, alle tegenwerpingen ten spijt, ruimtegebrek was er en uitbreiding van de faculteit was hoe dan ook nogmaals nodig.

Nu een aanzienlijk deel van de studies in de Bloemstraat gevestigd was, leek het ruimtelek boven. Echter, niets was minder waar en we zijn inmiddels aanbeland bij het gat in het Boumangebouw. Waar nu nog een kloof zit die doet denken aan oorlog, brand en gasexplosies, wordt binnen

onafzienbare tijd een vier verdiepingen tellend gebouw neergezet. De bedoeling hiervan is om meer ruimte te creëren voor zowel studenten als docenten. Uit verschillende hoeken komt ook het geluid dat deze nieuwe faciliteit over veel computerruimte zal beschikken. Uiteindelijk is dit dus een positief geluid, in tegenstelling tot het lelijke gat waar wij allen nu dagelijks tegenaan kijken en het gebrek aan computers.

Nu antwoord is gegeven op de vraag waarom de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen over een gat in het Boumangebouw beschikt, is het zaak te kijken of het bouwen van een totaal nieuw gebouw op de plek waar eerder een mooier en sfeervoller gebouw stond wel zo’n goed idee is. Zoals eerder vermeld zorgen de oude gebouwen rond de Hortus voor een universitaire, huiselijke sfeer. Wanneer men deze gebouwen rondom de

Hortus echter vervangt door nieuwe, ‘moderne’ creaties zal de oude vertrouwde sfeer vervagen en zal het misschien minder gezellig worden op de faculteit. De kans is hierdoor aanwezig dat studenten minder graag naar college komen waardoor de band tussen studenten en docenten minder hecht wordt. Dit staat weer haaks op het doel van samen zijn van studenten en docenten van de faculteit.

Aan de andere kant kan het juist verfrissend werken wanneer de Hortus omgeven wordt door nieuwere gebouwen. Voor sommigen kan het deprimerend zijn om in een oude, muffe omgeving hun werk te doen. Een nieuw gebouw in bijvoorbeeld de zelfde rustgevende kleur als die wij allemaal kennen van de tentamenhal kan voor sommige studenten wonderen doen bij het leren voor tentamens en het maken van opdrachten. Ook is de keuze voor het bouwen van een nieuw gebouw waar zich nu het gat bevindt absoluut niet ongegrond. Het Boumangebouw voldeed namelijk volgens verschillende bronnen al tijden niet meer aan de geldende standaard. Er waren klachten over naaktslakken, vocht en zelfs muizen. Dat dit geen ideale werkplek meer was, lijkt een huizenhoog understatement.

Uiteindelijk zijn er dus afdoende redenen voor het feit dat wij nu dagelijks worden aangegaapt door het gat in het Boumangebouw. Het is ten eerste te hopen dat het ruimtegebrek met het bouwen van de nieuwe faciliteit wordt opgevuld. Een logisch en prettig gevolg daarvan is dat er op drukke dagen voldoende ruimte is om te studeren en om aan een computer te werken. Op deze manier gaat geen tijd meer verloren met het urenlang slenteren langs computerlokalen. Ten tweede is het te hopen dat de architect van het hele gebeuren een beetje ‘inside the box’ denkt en er geen modern kunstwerk van wil maken. Hier kunnen we echter alleen maar op hopen. •

Er waren klachten over naaktslakken, vocht en zelfs muizen. Dat dit geen ideale werkplek meer was lijkt een huizenhoog understatement

SOAP 7

De kwaliteit... / Roel Bottema & Marion de Vries VAKGROEP

De masterroute Criminaliteit en Veiligheid (C&V) bestaat nu 2,5 jaar. In deze korte tijd is de masterroute uitgegroeid tot één van de populairste binnen sociologie. SoAP interviewde de oprichters van de master, René Veenstra en Jan Kornelis Dijkstra. In de informele setting van het café De Minnaar spraken wij beide heren over het ontstaan, de ontwikkelingen en de toekomst van de masterroute. Wij waren met name benieuwd naar de rol die de oprichters vertolken binnen de master. Bij de oprichting waren beide nog docent; momenteel heeft hun onderzoek de prioriteit en geven ze alleen nog college in de bachelor. Wij vroegen ons af of onderzoek voor onderwijs gaat.

Als interviewers hadden wij een makkelijke taak; René en Jan Kornelis spreken vol bezieling en zelfvertrouwen over hun ‘kindje’. Als de speciaalbiertjes op tafel staan en de laatste grappen en actualiteiten zijn uitgewisseld steekt René Veenstra meteen van wal.

“Zo’n zeven jaar geleden kwam het idee om een nieuwe route in de bachelor te introduceren. Traditiegetrouw had sociologie drie veldspecialisaties in de bachelorfase: Arbeid, Onderwijs en Medisch. Daar is vervolgens een veldspecialisatie Criminaliteit & Veiligheid aan toegevoegd. Deze werd al snel door veel studenten gekozen.”

Sociologiestudenten die een master op het gebied van criminaliteit wilden volgen, konden tot drie jaar geleden bij de criminologiemaster van de Rechtenfaculteit terecht. Onze studenten werden daar echter als tweederangs studenten

behandeld en uiteindelijk blies de decaan van Rechten de samenwerking op. René: “In die tijd werd Jan Kornelis en mij gevraagd een masterroute C&V op te zetten. Dat zijn we gewoon gaan doen, dat was eigenlijk heel simpel. De helft van het mastertraject bij sociologie bestaat uit een stage en scriptie en een kwart uit een gemeenschappelijk deel. Ons werd dus feitelijk gevraagd om drie vakken in te vullen. Nou, dat durfden wij wel aan. Jan Kornelis zou het vak Theorieën gaan geven en ik het vak Beleid en Interventies. Deze vakken vormen de kern van de masterroute. Eén vak voor de theoretische achtergrond en één vak voor ‘evidence based’ beleid en gastcolleges uit het vakgebied. Voor het derde vak hebben wij Tinka Veldhuis benaderd. Met haar expertise kon zij het vak Radicalisering & Terrorisme geven. Dit is momenteel een heel relevant en populair onderwerp en het past goed binnen de masterroute.”

Inmiddels doceren Jan Kornelis en René niet meer in de masterroute. Beide oprichters hebben vorig jaar onderzoeksubsidie ontvangen en zijn momenteel te druk om de mastervakken te onderwijzen. Deze vakken zijn overgenomen door Jelle Sijtsema en Tina Kretschmer. De SoAP vroeg zich af of het verdwijnen van de oprichters uit het onderwijs afbreuk doet aan de kwaliteit van de master.

Jan Kornelis: “Natuurlijk hebben wij onze vakken niet zomaar aan een paar mensen weggegeven. Jelle en Tina zijn zeer bekwaam en we hadden het volste vertrouwen in dat zij een goede invulling aan de vakken konden geven. Het is juist goed dat de route niet aan ons vast zit. Dat vakken worden overgedragen aan nieuwe mensen is onderdeel van de dynamiek op een universiteit waar je mee te maken hebt.” “Door het binnenhalen van onderzoeksubsidie schep je plekken voor nieuwe mensen. Zo kan je nieuwe docenten binnenhalen.

DE KWALITEIT VAN CRIMINALITEIT EN

VEILIGHEID

René: “Ik zit helemaal niet op 100 studenten te wachten als ik weet dat 80 daarvan geen baan zullen vinden die aansluit op deze opleiding”

8 SOAP

... van Criminaliteit&Veiligheid / & Joost Oude G.VAKGROEP

Tina geeft nu een hele andere invulling aan het vak dan ik. Als ik later weer het mastervak ga geven, zal ik het ook weer anders invullen dan ik eerst deed. Juist door die dynamiek blijf je vernieuwen. Je wordt constant geconfronteerd met de vragen: Waar ben ik mee bezig? Wat voor programma en onderwijs bied ik aan?”

Terwijl een nieuw rondje wordt gehaald, komt het gesprek op het goede contact tussen de docenten en studenten. Jan Kornelis: “ik weet niet of wij meer benaderbaar zijn dan andere docenten. Binnen sociologie is het sowieso gezellig, toch?” René: “Er moet wel gewerkt worden, maar het mag ook gezellig zijn. Wij hebben een aantal bijeenkomsten met de masterstudenten om te vragen wat voor plannen ze hebben voor de stage en scriptie en hoe dat door het jaar vordert. Dan vinden we het wel leuk om daarna met de groep de kroeg in te

Jan Kornelis: “Door de dynamiek blijf je vernieuwen. Je wordt constant geconfronteerd met de vragen: Waar ben ik mee bezig? Wat voor programma en onderwijs bied ik aan?”

gaan.” Iedere student wordt bij de aanvang van de master ook gevraagd om een profiel aan te maken op LinkedIn. “Zo kunnen we kijken waar de studenten terecht komen als ze de opleiding hebben afgerond.”

Op de vraag hoe de toekomst van de master eruit ziet, benoemt René zijn pragmatische instelling: “Dat zien we dan wel weer. Het heeft geen zin om daar nu al over na te denken, je weet niet hoe de dingen lopen.” Jan Kornelis: “Het is absoluut niet noodzakelijk om het roer om te gooien. De feedback die we van de studenten krijgen is goed, iedereen komt de master vrij vlot door. Ook de bezetting met Tinka, Tina en Jelle is goed.” René: “De master staat buiten kijf, iedereen is blij met ons.”

René: “Ik ben ook heel blij hoe het loopt. We hebben de afgelopen jaren steeds rond de 15 tot 20 studenten gehad.” Jan Kornelis: “Ja, maar je was wel blij dat er het eerste jaar aanmeldingen waren.” René: “Het aantal studenten hoeft niet hoger. Ik zit helemaal niet op 100 studenten te wachten als ik weet dat 80 daarvan geen baan zullen vinden die aansluit op deze opleiding.”

“Het leuke is dat als je in Groningen veel wil doen op het gebied van criminaliteit en veiligheid, wij een heel mooi programma hebben. Dit programma bestaat uit de veldspecialisatie in de bachelor, de minor Misdaad en Straf bij rechten en de master-route C&V. Met een combinatie van deze vakken kun je 90 EC op dit gebied binnenhalen. Wanneer je dit gedaan hebt kun je goed concurreren met criminologen. Zij hebben misschien meer juridische kennis, maar zijn geen uitblinkers in statistiek. Als sociologiestudent heb je veel meer statistische en methodologische kennis. Met dit programma krijg je kwantitatief goed opgeleide mensen die inhoudelijk ook iets te melden hebben.” •

SOAP 9

Vakevaluatie / Dieko Bakker VAKGROEP

Traditioneel kiezen studenten voor het eerste semester van het derde bachelorjaar een minor bij een andere opleiding om hun kennis te verbreden. Voor studenten die liever dieper in de sociologie duiken is er dit jaar voor het eerst een alternatief. Het afgelopen semester ging voor het eerst de minor sociological research van start. Deze minor is gericht op studenten van sociologie en andere opleidingen binnen de sociale wetenschappen die verdieping zoeken op het gebied van theorie en methodologie. De minor wordt volledig in het Engels gegeven omdat ook internationale studenten mogen deelnemen. Hoe beviel de eerste keer?

INHOUDDe minor bestond in totaal uit 5 vakken en een onderzoekspracticum, verdeeld over twee blokken. Het eerste blok werden de vakken Behavioural Theories, Text Analysis en Model Building gegeven. Behavioural Theories was een echt theorievak waarin verschillende visies op menselijk gedrag werden besproken aan de hand van wetenschappelijke artikelen. De theorie werd in een hoorcollege besproken en in een wekelijks practicum gingen we dieper in op de bijbehorende artikelen. Text Analysis was daarentegen een compleet methodologisch vak. Het vak behandelde de verschillende methoden om teksten om te zetten naar bruikbare data voor sociologisch onderzoek en de manieren om die data te analyseren. Model Building lag tussen deze twee extremen in. Het vak richtte zich op modellenbouw in de breedste zin; zowel theoretische modellen en de toetsing hiervan als computer-modellen en het programmeren hiervan kwamen aan de orde.

Het tweede blok bevatte de vakken advanced statistics en EU Decision Making, evenals het onderzoekspracticum. Advanced Statistics behandelde statistische methoden die voortborduren op de technieken die in de eerste twee jaar van de sociologiebachelor worden geleerd. EU Decision Making was net als Model Building een vak met een dubbele lading. Een deel van het vak behandelde de werking van Europese instituties in het besluitvormingsproces van de EU, een ander deel gaf inzicht in modelmatige technieken om de uitkomst van een collectief besluitvormingsproces te voorspellen en analyseren.

OORDEELOmdat een aantal vakken ofwel voor het eerst ofwel voor het eerst in deze vorm gegeven werden was het hier en daar even wennen. Af en toe was niet helemaal duidelijk wat de bedoeling was en wat de eisen waren. De docenten gingen hier echter goed en flexibel mee om. Opstartproblemen zijn natuurlijk ook onvermijdelijk. Het inhoudelijke niveau is moeilijk objectief te beoordelen door de aanwezigheid van internationale studenten en Nederlandse niet-sociologiebachelors. Een vak als Model Building bevatte voor de aanwezige Groninger sociologen wat veel herhaling maar diegenen die niet eerder in Groningen sociologie hebben gestudeerd vonden het juist erg snel gaan. Ik ga dan ook maar van mezelf uit. Ik heb van deze minor veel geleerd. Sommige vakken, zoals Text Analysis en Advanced Statistics leverden kennis van methoden op die op z’n minst handig is om wetenschappelijke artikelen te begrijpen, zo niet te schrijven. Sommige vakken behandelden delen van de sociale wetenschappen die in de rest van de bachelor nooit voorkomen, zoals EU Decision Making en weer Text Analysis. Andere vakken brachten theoretische kennis en hulp bij wetenschappelijk denken, zoals Behavioural Theories en Model Building. Daarbij moet ik vooral Behavioural Theories even apart noemen. De werkcolleges van dat vak waarin twee uur lang gezamenlijk een artikel besproken werd of een theorie werd toegepast waren niet alleen gezellig maar ook erg leerzaam.

De inschrijvingen voor de minor vielen een beetje tegen. Uiteindelijk zijn er maar drie studenten geweest die de volledige minor gevolgd hebben, twee van sociologie en één van pedagogische wetenschappen. De individuele vakken scoorden wisselend, van vier studenten bij Behavioural Theories tot meer dan tien bij EU Decision Making. Dit, in combinatie met de nodige bezuinigingen, is de reden dat de minor Sociological Research helaas volgend jaar niet meer gegeven wordt in de vorm zoals hij dit jaar heeft bestaan. Enkele vakken zullen blijven, maar in andere studieonderdelen worden ondergebracht. De ene jaargang die deze minor heeft kunnen doen heeft daarmee veel geluk gehad.

Een mogelijkheid om je meer te verdiepen in de theoretische en methodologische basis van onderzoek binnen de sociale wetenschappen is zeker voor iemand die verwacht later veel onderzoek te doen ontzettend nuttig. De opleiding sociologie in Groningen heeft in vergelijking met andere sociologiestudies al een behoorlijk methodencomponent en een mogelijkheid tot verdere verdieping op methodengebied zou deze sterke positie nog verder verbeteren. Laten we hopen dat binnenkort de geldkraan weer open gaat, zodat deze prima minor weer terug kan komen. •

VAKEVALUATIE: MINOR SOCIOLOGICAL

RESEARCH

10 SOAP

Kwalitatieve Stage... / Huub SchuijnVAKGROEP

In Groningen is de studie Sociologie veelal gericht op het bestuderen en analyseren van data verkregen uit grootschalige surveys. Kwantitatief onderzoek is binnen het vakgebied van een socioloog echter niet de enige manier om kennis te vergaren. In de vorm van een stage ging masterstudent Arjan Mook uit Groningen de uitdaging aan om zich te wagen aan een kwalitatief onderzoek naar vervuilde wijken in Amsterdam. Zijn stage is onderdeel van de master Beleid en Consultancy bij Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor SoAP heb ik Arjan geïnterviewd over zijn indrukken tijdens zijn stage en over de omschakeling van kwantitatief onderzoek, zoals bijgebracht bij Sociologie aan de RuG, naar kwalitatief onderzoek.

WAAR BEN JE OP DIT MOMENT ONDERZOEK NAAR AAN HET DOEN?Ik loop stage bij Stichting Doetank en doe onderzoek naar een probleemwijk. Onze onderzoeksvragen zijn eigenlijk behoor-lijk breed. De Bosleeuw (in Bos en Lommer) en Nieuwendam Noord (in Amsterdam Noord), de wijken die we onderzoeken, zijn ontzettend vervuild. Onze opdrachtgever, een woning-cor-poratie (Stadgenoot) ziet vervuiling als een probleem. Zij willen weten of bewoners dit ook als een probleem ervaren. Zo ja, wat kan de woningcorporatie er dan aan doen? En hoe verhoudt vervuiling zich tot andere problemen? Zo niet, wat zijn dan wel de grootste problemen? Daarnaast zullen we de relatie tussen de woningcorporatie en de bewoners in kaart brengen, kijken hoe die verbeterd kan worden. We zijn met vijf stagiairs. Twee zitten op Noord (Floor en ik), drie op de Bosleeuw. Van de groep ben ik de vaste bewoner in Noord. Een andere stagiaire is in de Bosleeuw gaan wonen. De drie andere stagiairs wonen niet in de wijk, maar brengen wel veel tijd door in onze ‘’onderzoekshuizen’’.

De wijken blijken enorm te verschillen. In mijn wijk, Noord, wordt vuil als een enorm probleem gezien. In Bos en Lommer juist niet. Mijn wijk is sterk gesegregeerd op het gebied van etniciteit. Daarnaast zou mijn buurt gesloopt worden, maar wordt die sloop steeds uitgesteld. Het verloop is enorm: mensen

KWALITATIEVE STAGE IN AMSTERDAM

SOAP 11

Kwalitatieve stage in Amsterdam / Huub Schuijn VAKGROEP

trekken gauw weer weg uit de wijk. Dit zijn allemaal punten die de sociale cohesie schaden. Bos en Lommer is gesegregeerd qua leeftijd (jong versus oud). In deze wijk is niet de vervuiling, maar de veiligheid een belangrijk thema.

HET ONDERZOEK IS KWALITATIEF VAN AARD. HOE BEVALT DEZE MANIER VAN ONDERZOEKEN, AANGEZIEN IN GRONINGEN DE KWANTITATIEVE INSTEEK HEEFT?Geweldig! Het is intensief, maar je krijgt op deze manier veel inzicht in een wijk. Daarnaast vind ik deze wijze van onderzoek doen voornamelijk véél boeiender. Bij kwantitatief onderzoek is de enige verrassing de score op je vooraf samengestelde variabelen. Bij kwalitatief onderzoek kunnen observaties en (open) interviews je beeld van de wijk totaal ondersteboven zetten. Ik denk telkens: what’s next? Dat maakt kwalitatief onderzoek spannend.

IS HET LASTIG JE KWANTITATIEVE BRIL AF TE ZETTEN?Absoluut. Ik werk samen met drie antropologen en een Amsterdamse sociologe. Zij zijn veel meer thuis in kwalitatief onderzoek dan ik. Toen ik begon met de stage voelde ik me een totale leek. Om deze reden heeft mijn begeleider bij sociologie, Roel Popping, mij literatuur over kwalitatief onderzoek laten lezen. Dit hele proces is leerzaam, maar het is jammer dat er in onze opleiding zo weinig aandacht aan kwalitatieve informatieverzameling wordt gegeven.

Het feit dat ik als leek ben begonnen heeft ook zijn voordelen. Een mede-stagiaire vond dat ik hierdoor met een open blik in het onderzoek gestapt ben. Daarnaast leer je bij onze opleiding wel degelijk hoe je een wetenschappelijk onderzoek opzet. Daardoor kan ik gewoon op hoog niveau meedenken met mijn collega’s.

HOE IS HET OM IN DE WIJK TE WONEN WAAR JE ONDERZOEK DOET?Bizar. Op een goede dag is het boeiend, op een slechte dag deprimerend. Ik vind het namelijk een behoorlijk deprimerende wijk. De bewoners zijn erg teruggetrokken, het is er vervuild en de bouw is droevig en monotoon. Daarnaast is het etnisch denken in mijn wijk af en toe aanstekelijk. 75% van de bewoners is allochtoon. De meeste bewoners leggen de schuld van de problemen bij andere etnische groepen. Daarnaast gaan bewoners voornamelijk om met mensen van dezelfde achtergrond. Het gevoel dat ik hier aan over houd besprak ik gisteren nog met mijn collega’s: In Groningen voel ik me student, in Amsterdam voel ik me Groninger, in mijn wijk voel ik me ‘’Hollander’’.

HEB JE HET GEVOEL DAT JOUW AANWEZIGHEID IN DE WIJK JE IN DE WEG STAAT OM OBJECTIEF TE BLIJVEN WAARNEMEN?Doordat ik er woon ben ik juist veel bezig met het onderscheid tussen objectief en subjectief. Ik probeer me vooral te verplaatsen in het perspectief van de bewoners. Mijn stage-begeleider in Amsterdam is overigens juist ook geïnteresseerd in mijn eigen beleving. Daarom heb ik mijn eigen beleving uitgebreid opgeschreven. Ik hecht echter minder waarde aan het subjectieve dan bij de antropologen waarmee ik werk het geval is.

HOE WORDT JOUW AANWEZIGHEID ALS ONDERZOEKER IN DE BUURT OPGEPAKT? ZIJN BEWONERS NIEUWSGIERIG OF WILLEN ZE ER NIKS VAN WETEN?De meeste bewoners in mijn wijk zijn niet erg geïnteresseerd in mijn achtergrond. Dit heeft denk ik te maken met de aard van de bewoners. Een welzijnswerker vertelde me eens dat bewoners van Nieuwendam Noord hem nooit vragen voor wie hij werkt. Dit verbaasde hem. Ik merk hetzelfde: maar weinig bewoners reageren verbaasd of kritisch als ik ze vertel dat ik hier woon én onderzoek doe. Volgens mijn onderbuurvrouw praten mensen over me, maar daar blijft het bij. Mensen die uit een andere buurt in Amsterdam komen zijn daarentegen wél nieuwsgierig naar mijn achtergrond en ervaringen.

ZIJN DE BEWONERS OPEN NAAR JOU ALS ONDERZOEKER?De meeste mensen wel. Veel bewoners geven gewoon antwoord op mijn vragen zonder zich af te vragen waarom ik ze stel. Maar dit is niet altijd het geval. Ik heb eens een paar jongeren geïnterviewd die eerst wat wantrouwig waren. Ze vroegen wat ik hier deed en wilden ‘’mijn pasje’’ zien. De kaart van mijn Stichting deed ze niet zo veel, maar mijn studentenkaart uit Groningen wel (‘’u komt uit Groningen!’’). Vervolgens hebben we 20 minuten gepraat.

WANNEER DENK JE KLAAR TE ZIJN IN DE WIJK? IS ALLE INFORMATIE BIJNA VERZAMELD?Begin februari verhuis ik weer naar Groningen. We hebben nu meer dan genoeg informatie om een conceptrapport te schrijven. Ik heb deze week uren vergaderd met mijn collega’s, en wat een inzichten! Ik ben eens bij een bijeenkomst van vrijwilligers uit heel Amsterdam-Noord te gast geweest. Ik bleek daar de enige Nieuwendammer te zijn, en ging daardoor onbedoeld mijn buurt vertegenwoordigen. De mensen vonden dat ik verdomd veel wist voor iemand die (toen nog) slechts zes weken in Nieuwendam Noord woonde. •

In Groningen wordt Arjan begeleid door Roel Popping. In Amsterdam begeleidt Jair Schalkwijk het onderzoeksteam waar Arjan deel van uitmaakt. Popping helpt Arjan voornamelijk met het verwerken van zijn stage-ervaringen in een scriptie.

Binnenkort moet Arjan beleidsaanbevelingen verwerken in zijn onderzoek, op basis van wat hij met zijn onderzoeksteam heeft waargenomen. Arjan sluit het interview enthousiast af:

“De stage kan ik absoluut aan anderen aanbevelen. Het is een enorme verrijking.”

12 SOAP

De Arabische Lente... / Vincent de Goeij MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Het is het hele jaar al Lente in de ogen van revolutionaire Arabieren. Die revolutionaire Arabieren hebben namelijk gerealiseerd wat er in Europa 200 jaar geleden gebeurde; het zorgen voor grondige, structurele veranderingen ten aanzien van de staatsvorm en alles wat daarmee samenhangt. Dit ging zeker niet zonder bloedvergieten. Middeleeuwse taferelen met modern wapentuig waren maandenlang elke dag te zien bij elke nieuwsuitzending. Midden-Oosten correspondenten en revolutie-analisten begaven zich tussen de demonstrerende menigte, met gevaar voor eigen leven en peilden de verschillende opinies. Vanuit de luie fauteuil kon iedere wereldburger de revoluties live volgen en zijn/haar ongegeneerde mening verkondigen. Via de media werd je geïnformeerd maar tevens ook gestimuleerd om na te denken over de ouderwetse staatssystemen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Dat de rol van de (social) media heel belangrijk is geweest is al heel vaak benadrukt. Dit blijkt wel wanneer die rol wegvalt en de informatievoorziening bestaat uit vage youtube filmpjes en drie megapixel foto’s. Dan nemen speculaties de overhand en gaat het over ‘mogelijke cijfers en waarschijnlijkheden’ in plaats van de harde ‘zwart op wit feiten’. Het land waar dit het geval is, is Syrië. Het dominosteentje in de rij van dominostenen dat maar niet wil vallen. Het land dat van oorsprong gedeeltelijk aan de basis lag voor de westerse cultuur en de cultuur in het Midden-Oosten. Zo kreeg de apostel Paulus tijdens zijn zendingstocht door Klein Azië in Damascus een visioen waarna hij overtuigend predikant van het christendom werd en is de stad Damascus één van de oudste traditionele steden. Uiteraard impliceert dit niet dat vroeger succesvolle samenlevingen een garantie zijn voor tegenwoordig succes. De bevestiging daarvoor is nog dichter bij huis te vinden: Griekenland.

Syrië telde volgens de Wereldbank in 2009 21,1 miljoen inwoners. Die inwoners wonen voornamelijk nabij de vruchtbare grond van de Eufraat. Het aantal inwoners heeft zich in de 20e eeuw verviervoudigd en dat heeft automatisch gezorgd voor veranderende verhoudingen in de industrie en de economie. De bevolking is zéér religieus en dat uit zich in de volgende cijfers. 90% Van de bevolking is moslim en het gros van de Syrische bevolking (74%) behoort tot de soennitische moslims. Daarnaast zijn er diverse minderheden maar die zijn miniem in verhouding tot het grote aantal moslims.

In naam is Syrië een volksdemocratische (!) en socialistisch georiënteerde eenheidsstaat waar vrijheid van meningsuiting, godsdienst en persoonlijke vrijheid in de grondwet gegarandeerd zijn. In praktijk lijkt het tegenovergestelde waar, indoctrinatie en manipulatie zijn iets van elke dag. De gevolgen hiervan nemen drastische vormen aan, aangezien het hier om mensenlevens en primaire levensvoorzieningen gaat. Volgens de VN stierven er de afgelopen maanden circa 4500 Syriërs door geweld. Alsof dit nog niet verschrikkelijk genoeg is meldde het VN-comité tegen marteling dat het beruchte Syrische veiligheidsapparaat van dictator Assad niet terug schrikt van het arresteren, martelen en verminken van kinderen. Hoe absurd en surrealistisch dit ook klinkt, het gaat hier waarschijnlijk wel om de waarheid. Een waarheid die moeilijk onder ogen is te zien omdat het zoveel geweld en oneerlijkheid betreft. Toch lijkt het van essentieel belang te zijn dat er zo snel mogelijk hulporganisaties naar Syrië gestuurd worden en er misschien een VN leger ingezet wordt. Via deze weg kan ervoor gezorgd worden dat dictator Assad afgezet wordt, de stabiliteit hersteld wordt en de Syrische burgers de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Het probleem is het rookgordijn dat Assad heeft opgetrokken. Journalisten en buitenlandse waarnemers zijn nog steeds niet welkom. Assad bagatelliseert geweldsfeiten en verbloemt de ernstige situatie, hij is zelf van mening dat het grote aantal slachtoffers te wijten is aan de terroristische organisaties en de religieuze extremisten.

Na de VN resolutie van drie december is het regime van Assad steeds meer geïsoleerd geraakt en neemt de internationale druk toe. Zo heeft bijvoorbeeld Shell alle activiteiten in Syrië gestaakt. Toch klinkt dit allemaal mooier dan het is omdat Shell slechts minderheidsaandeelhouder is in de joint-venture Al Furat Petroleum Company. Dit betekent dat Shell niet in de positie is om de economische activiteiten te stoppen. Dit is slechts een klein voorbeeld, maar het toont wel

DE ARABISCHE LENTE EN DEMOCRATIE

“Arabieren hebben namelijk gerealiseerd wat er in Europa 200 jaar geleden gebeurde.”

SOAP 13

...en Democratie/ & Hannah Achterbosch MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

aan dat de economie, en zo het land, ontwricht kan worden. De buitenlandse betrekkingen van Syrië komen steeds meer onder schot te staan door de mensenrechtensituatie. De relatief nauwe banden die Syrië had met de Arabische Liga zijn flink geslonken en nu Europa en Amerika duidelijk hun afschuw uitspreken over de mensenrechtensituatie lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat er écht iets verandert.

Dat er in Syrië sprake is van een vreselijke situatie waarin duizenden mensen slachtoffer worden van genadeloos geweld mag duidelijk zijn. Toch is het de vraag in hoeverre het westen iets voor deze landen kan betekenen. Het lijkt vreemd om vanuit een westerse positie in een Arabisch land een westerse democratie in te bewerkstelligen. Want hoewel de VN bestaat uit 51 lidstaten, waar ook een heleboel landen niet westers en democratisch naar het westerse ideaal zijn, zijn het onder andere de westerse landen die een grote vinger in de pap hebben.

Een kritiek die geuit zou kunnen worden op de invloed van westerse ideeën in Syrië zou vanuit het cultuurrelativisme, waarmee bedoeld wordt dat culturen niet zonder meer met elkaar vergeleken kunnen worden. Als we aannemen dat er bepaalde normen en waarden zijn, die universeel zijn en daarmee voor iedereen de waarheid betreffen, kunnen we op bepaalde terreinen als VN of westers land hulp bieden. Echter, deze aanname is discutabel en in ieder geval niet geldig voor alle normen en waarden die in land gelden. Er moet goed opgepast worden voor het bewaken van de culturele grenzen bij het ingrijpen in een dergelijke situatie. Natuurlijk betreft het hier niet alleen de tegenstelling tussen Westers en Arabisch, maar betreft dit alle culturele verschillen die binnen de VN bestaan.

Hoewel Afghanistan en Syrië op veel gebieden niet te vergelijken zijn, kunnen we uit deze situatie misschien enigszins afleiden wat voor effect internationaal ingrijpen kan betekenen voor het land. Wat gedaan moet worden is de opstandelingen en het volk veiligheid bieden om het land naar hun eigen democratische ideaal in te richten. Het gevaar hiervan is dat beschermen vaak ook geweld uitoefenen betekent, wat we ook zien bij de politiemissie in Kunduz, Afghanistan. Voorzichtigheid moet daarom bij ingrijpen van de VN betracht worden. Een lastige taak omdat aan de ene kant vrijheid gegeven moet worden aan het volk en opstandelingen. Aan het andere kant moet vrijheid beperkt worden om deze bescherming te bieden. Bovendien worden de grenzen van deze vrijheid en de democratische vrijheid niet afhankelijk zijn van onze Westerse normen en waarden, maar moet deze vrijheid ingevuld worden op een democratische manier vanuit een Islamitische achtergrond, gezien de hoge religiositeit in het land.

Voor nu is het belangrijk dat er gesprekken op gang komen. Dat buitenlandse beleidsadviseurs met Syrische diplomaten om de tafel gaan om zo ervoor te zorgen dat Assad – vrijwillig of niet – vertrekt. Iedereen die het beste voor heeft met Syrië zal zich toch beseffen dat democratie de sleutel tot succes is. Toch zal er rekening moeten worden gehouden met het grote culturele erfgoed van Syrië. De hamvraag is en blijft; wat wil de bevolking? Een deel van de bevolking blijft ondanks de duizenden doden protesteren tegen het regime terwijl een ander deel Assad steunt door pro-Assad bijeenkomsten. Wat er precies gaat gebeuren? Wij weten het niet, maar de tijd zal het leren. •

“Het dominosteentje in de rij van dominostenen dat maar niet wil vallen.”

BRON: WASHINGTONEXAMINER.COM

14 SOAP

Asociale Twitter: how to handle? / Marian FaberMAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Facebook, Hyves en Twitter, ze worden social media genoemd omdat deze media er zijn voor sociale doeleinden. Helaas is het tegenovergestelde ook waar, social media kan erg goed gebruikt worden voor asociale doeleinden. Internetdeskundigen beweren dat er rekening moet worden gehouden met een forse toename van het aantal bedreigende tweets op Twitter. Deze toename in asociale tweets zou vooral een gevolg zijn van een groeiend aantal jongeren dat gaat twitteren.

Er zijn inderdaad genoeg voorbeelden te benoemen van tweets die tot een discussie geleid hebben. Is het nu echt zo slecht gesteld met twitterende jongeren of wordt er enorm veel aandacht besteed aan een paar incidenten? Wanneer er inderdaad steeds meer asociale tweets worden geplaatst, hoe moet hier dan op worden gereageerd. Hoe serieus moet je bommeldingen of bedreigingen op Twitter eigenlijk nemen?

De discussie over asociaal Twitter gebruik ontstond naar aanleiding van de aanhouding van een 17-jarig meisje. Dit meisje had onder andere naar journalisten getwitterd dat zij een terreuraanslag zou plegen. Haar tweet bleek geen incident te zijn, vaker leidde een bericht op Twitter tot de ontruiming van een school of een aanhouding. In krantenartikelen wordt veel aandacht besteed aan deze dreigtweets. In 2011 verschenen er 439 artikelen over. Niet alleen kranten steken tijd in de dreigtweets zowel de politie als middelbare scholen geven aan dat zij steeds vaker worden geconfronteerd met tweets waarin personen worden bedreigd.

Per maand worden er ongeveer 60 miljoen Nederlandstalige tweets verstuurd. Daarnaast groeit het aantal accounts op Twitter, in 2011 waren er 60% meer accounts ten opzicht van 2010. Er wordt dus veel getwitterd en door steeds meer mensen wordt er getwitterd. Maar hoeveel van die berichten zijn bedreigend? Cijfers tonen aan dat er relatief weinig asociale tweets worden geplaatst. Maar de absolute aantallen zijn daarentegen wel hoog en dit betekend dat de politie per dag naar ongeveer 50 ‘serieuze’ dreigtweets kijkt.

Op Twitter worden dus regelmatig dreigtweets geplaatst, wat is de meest verstandige reactie op deze tweets? Het 17-jarige meisje werd aangehouden en moest een nacht in de cel doorbrengen. Aan haar dreigtweet werd veel aandacht besteed, in de media, door de politie en door haar school. Niet iedereen is het eens met zo’n aanpak. Dreigtweets zouden juist worden geplaatst om aandacht te krijgen en aandacht moet je er dus vooral niet aan gaan geven. Nadat er landelijk aandacht was besteed aan de dreigtweet van dit meisjes had ze veel meer volgelingen op Twitter en haar Hyves, Facebook en Linkedln accounts werden daarnaast massaal bezocht. De hoeveelheid aandacht zou volgens sommigen juist een motivatie kunnen zijn voor anderen om dreigtweets te plaatsen. Aan de andere kant, ook al zijn de meeste dreigtweets geen serieuze bedreiging er hoeft er maar eentje tussen te zitten die het wel is. Een proactieve reactie op een dreigtweet kan dan veel ellende voorkomen.

Niet alleen de politie worstelt met dreigtweets ook middelbare scholen krijgen te maken met tweets van leerlingen waarin docenten worden bedreigd of gediscrimineerd. Volgens gedragswetenschappers is dit toch niet heel vreemd, jongeren vertonen vaker risicovol gedrag en denken minder goed na over de gevolgen. Twitter is dan een risicovol medium, voor je het weet heb je je frustratie over een docent op het Internet gezet. En niet alleen je volgers kunnen dat lezen.

Twitter biedt enorm veel mogelijkheden maar nieuwe media levert nieuwe problemen op en die kunnen te koste gaan van een grote groep die ‘normaal’ omgaat met Twitter. Helaas is niet iedereen zich bewust van de grenzen op Twitter, misschien omdat deze grenzen nog niet concreet zijn gemaakt. Over grenzen gesproken, op een Internet Poll stemt 75% voor een leeftijdsgrens vanaf 16 jaar. Maar probeer die grens maar weer eens te bewaken. •

ASOCIALE TWITTER: HOW TO

HANDLE?

SOAP 15

Vrijheid / Column / Hannah Achterbosch MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Zo na de Kerst en Nieuwjaar ben je weer helemaal ondergedompeld in dat gevoel van gemeenschappelijkheid, familiare banden, kerstliedjes over warmte en liefde en emotionele acties van duizenden goede doelen waarin het woord “peace” het liefst zo vaak mogelijk uitgeschreeuwd wordt waarna het publiek dit prachtige woord jankend tot zich neemt. Nou houd ik zelf ook ontzettend van dat warme geslijm van de kersttijd en het begin van het nieuwe jaar. Zelfs geniet ik van de stem van Robert ten Brink die alle geliefden weer bij elkaar brengt. Toch krijg ik na deze periode van het jaar een afkeer van al die onzin. Niet alleen omdat ik na twee weken bij mijn ouders rond-gescharreld te hebben, toch weer behoefte krijg aan meer autonomie, maar vooral omdat ik ondanks al die liefde en sociale gebeurtenissen me opgesloten voel in al die warme gevoelens en aan je medemens denken. Ik snak dan ontzettend naar het woord “freedom” in plaats van “peace”.

Wij sociologen lopen natuurlijk altijd het risico de persoonlijke vrijheid te verliezen omdat wij nou eenmaal studeren voor het grotere goed. Toch moeten we niet vergeten hoe belangrijk vrijheid is in die kerstige, ietwat geïsoleerde samenleving. Zoals elke januari blik je terug op het afgelopen jaar en kom je tot de ontdekking dat ook dit jaar weer verschrikkelijke dingen zijn gebeurd in de wereld. Heeft al dat ge-”peace” van de vorige Kerst toch niet geholpen. Misschien helpt het volgend jaar wel als we nou eens met zijn alleen “freedom” zouden roepen. Want al die gemeenschap is leuk, aardig, belangrijk, maar wellicht helpt het woord “freedom” gewoon beter.

Misschien is het ook niet zozeer het woord “vrede”, maar vooral de invulling van het woord zo rond de jaarwisseling. Want dan gaat het woord meer zoiets als “concessie” betekenen. Je ouders proberen consensus te bereiken over het kerstmaal of het aantal oliebollen, jij en je broertjes of zusjes ruziën over de muziek. Concessie en daarmee het woord “vrede” zo rond de Kerst is een overschat concept waar we volgend jaar vooral niet aan mee moeten doen. Een ouder kan immers prima alleen de beslissing nemen, gegeten wordt er toch wel. Je zusjes hebben allebei een iPod, dat probleem ook weer opgelost. Bovendien duurt de kerst tegen-woordig twee dagen, dus er kan prima meer dan één cd gedraaid worden.

Om het belang van vrijheid nog even duidelijk te maken, geef ik graag het volgende voorbeeld. Ik heb een idool, hij heet John Mayer en is een fantastische zanger en gitarist. Vooral mannen hebben niet altijd veel met John Mayer en reageren lichtelijk geërgerd als hun vriendinnen duizend keer de muziek dvd terug spoelen om de heer Mayer nog een keer zijn shirt uit te zien trekken. Om de vrede binnen mijn vrienden-groep te bewaren, zou ik de dvd uit kunnen zetten en zouden we consensus kunnen bereiken over welke dvd dan wel gekeken mag worden. Maar laten we eerlijk zijn, wat is er nou leuker dan iemand anders eens intens zien genieten van muziek? Zouden we niet veel beter elkaars vrijheid kunnen accepteren dan op jacht te zijn naar eeuwige consensus?

Gemeenschappelijkheid is prachtig, net zo goed als vrede en de kerst ook. Alleen moeten we niet vergeten dat we allemaal mensen zijn en ook allemaal even belangrijk. Gelijk van waarde zijn we en in die waarde moeten we ons individuele belang zien. Als we ons als individu volledig op zouden offeren aan de grote massa zouden mensen als Nelson Mandela, Simone de Beauvoir en mijn grote idool John Mayer niet kunnen bestaan. Dat zou een heleboel individuen ongelukkig maken. •

VRIJHEID

16 SOAP

In d

it m

idde

lpun

t van

SoA

P sp

ecia

le a

anda

cht v

oor A

uke

Beek

sma,

22

jaar

, vie

rdej

aars

stud

ent s

ocio

logi

e en

teve

ns

scho

olvo

orbe

eld

van

de m

oder

ne p

robl

eem

stud

ent.

Auke

w

ordt

bin

nen

soci

olog

ie zo

wel

bew

onde

rd a

ls ve

rgui

sd o

m zi

jn

men

ing

die

hij n

imm

er v

oor z

ich

houd

t. D

at d

it nu

net

een

m

enin

g is

die

vaak

indr

uist

tege

n de

bes

taan

de n

orm

en w

il w

el e

ens v

oor w

reve

l zor

gen.

Het

mog

e du

idel

ijk zi

jn d

at A

uke

dus e

en h

aat-

liefd

ever

houd

ing

met

de

rest

van

de

soci

olog

ie-

stud

ente

n he

eft. D

aaro

m w

ilde

SoA

P gr

aag

eens

mee

r van

dez

e ex

cent

rieke

jong

en w

eten

. In

mid

del

s loo

p jij

al e

en p

aar j

aar r

ond

op

dez

e fa

culte

it A

uke.

Loo

p je

op

sche

ma

of h

eb je

ve

rtrag

ing?

Ik b

en o

p di

t mom

ent v

ierd

ejaa

rs st

uden

t. Ik

heb

lich

telij

k ve

rtra

ging

opg

elop

en m

aar g

eluk

kig

is he

t nie

t zo

erg

dat i

k in

aa

nmer

king

kom

voo

r de

lang

stud

eerb

oete

. Vor

ig ja

ar h

eb ik

m

ijn p

rope

deus

e af

gero

nd e

n he

b ik

drie

vak

ken

uit h

et tw

eede

ja

ar g

ehaa

ld. D

it ja

ar b

en ik

gew

oon

met

het

regu

liere

twee

de

jaar

bez

ig.

Hoe

kom

t het

dat

je v

ertra

ging

heb

t opg

elop

en?

In m

ijn e

erst

e st

udie

jaar

heb

ik g

elijk

een

jaar

bes

tuur

ged

aan.

O

ndan

ks d

e dr

ukte

heb

ik to

ch 3

5 st

udie

punt

en g

ehaa

ld. I

n m

ijn tw

eede

stud

ieja

ar k

reeg

ik in

dec

embe

r te

kam

pen

met

ee

n he

rsen

bloe

ding

waa

rdoo

r ik

zeke

r een

goe

d ha

lf ja

ar u

it de

runn

ing

ben

gew

eest

. Aan

het

ein

d va

n m

ijn tw

eede

jaar

w

ilde

ik w

el g

raag

nog

een

paa

r col

lege

s vol

gen,

maa

r ik

kon

de

aand

acht

er n

og n

iet b

ij ho

uden

. Ik

wil

het p

robl

eem

van

mijn

ve

rtra

ging

nie

t bij

voor

geno

emde

zake

n le

ggen

. Miss

chie

n w

as

ik n

amel

ijk zo

nder

dez

e pr

oble

men

ook

wel

gew

oon

een

luie

st

uden

t gew

eest

. O

p d

e fa

culte

it st

a jij

beke

nd a

ls ie

man

d d

ie n

iet

schu

wt

zijn

men

ing

te g

even

. Hoe

kan

dat

zo?

Ik sp

eel g

raag

adv

ocaa

t van

de

duiv

el. O

ok n

eem

ik n

iet g

raag

ee

n bl

ad v

oor d

e m

ond

en w

il ik

alti

jd m

ijn m

enin

g kw

ijt.

Ik v

ind

het l

euk

om d

iscus

sies u

it te

lokk

en, z

elfs

als

ik d

eze

hoe

dan

ook

niet

kan

win

nen.

Het

is le

uk o

m h

okje

sden

kers

te

late

n sc

hrik

ken

door

een

com

plee

t abs

urd

stat

emen

t te

mak

en. M

issch

ien

kom

t het

doo

rdat

ik h

et g

ewoo

n le

uk v

ind

om te

pro

voce

ren

en a

f en

toe

te ch

oque

ren.

Tot

slot

wil

ik d

e lin

kse

indo

ctrin

atie

van

onz

e st

udie

gra

ag te

geng

aan.

Ik v

ind

nam

elijk

dat

een

uni

vers

iteit

zijn

inte

grite

it m

oet b

ehou

den.

Wat

zijn

eig

enlijk

je a

ctiv

iteite

n al

s je

niet

met

so

ciol

ogie

bez

ig b

ent?

Ik h

ou e

rg v

an v

oetb

al. I

k he

b in

Sne

ek, w

aar i

k va

ndaa

n ko

m,

een

vrie

nden

team

opg

ezet

. Vrie

nden

zijn

erg

bel

angr

ijk v

oor

me.

Ik zi

e de

jong

ens u

it m

ijn v

riend

engr

oep

wek

elijk

s. Ee

n an

dere

hob

by v

an m

ij is

poke

ren.

Vro

eger

was

ik h

eel a

ctie

f. Ik

heb

zelfs

een

paa

r kee

r mee

geda

an a

an e

en g

root

toer

nooi

. M

aar p

oker

en g

eeft

veel

dru

k du

s nu

ben

ik h

et m

inde

r gaa

n do

en. D

it ko

mt v

oora

l om

dat i

k m

e nu

wil

conc

entr

eren

op

mijn

stud

ie e

n da

t is s

oms m

oeili

jk te

com

bine

ren

met

act

ief

poke

ren.

Wat

den

k je

na

je st

udie

soci

olog

ie te

gaa

n d

oen?

Er zi

jn tw

ee d

inge

n di

e m

e he

el e

rg a

ansp

reke

n. T

en e

erst

e w

il ik

miss

chie

n w

el p

oliti

ekun

dige

of r

eche

rche

kund

ige

wor

den.

H

et li

jkt m

e in

tere

ssan

t om

soci

olog

ische

theo

rieën

toe

te

pass

en o

p cr

imin

alite

it. E

r zijn

bij

crim

inal

iteit

heel

vee

l vra

a-gs

tukk

en d

ie a

llem

aal e

en a

nder

e aa

npak

ver

gen.

Ten

twee

de

ben

ik n

a de

trip

van

vor

ig ja

ar e

ntho

usia

st g

ewor

den

over

de

amba

ssad

e. H

et li

jkt m

e le

uk o

m b

ij ee

n N

eder

land

se a

mba

s-sa

de a

an h

et w

erk

te g

aan.

Maa

r dat

moe

t nat

uurli

jk a

fhan

gen

van

of ik

late

r een

gez

in k

rijg

of n

iet.

Wil j

e no

g ee

n la

atst

e gr

oet o

f wen

s uits

prek

en?

Ja. R

atio

nalis

eer z

aken

om

ze v

an je

af t

e ho

uden

en

gebr

uik

hum

or o

m te

rela

tiver

en, h

et is

alle

maa

l zo

erg

nog

niet

! Mijn

ps

ycho

loog

was

er i

n ie

der g

eval

wél

van

ond

er d

e in

druk

IN H

ET

MID

DEL

PUN

T

SOAP 17

18 SOAP

Populisme / Siebren HuitemaMAATSCHAPPIJ & POLITIEK

NEDERLANDFRAUDELAND

‘PVV miep snapt statistiek niet’ is een filmpje op Dumpert die met gemak in het rijtje past van de falende katten en dronken russen die verder op Dumpert zijn te vinden: onzin om over te lachen. Toch is dit filmpje anders en daarom de moeite waard om te noemen. In plaats van dat het zich namelijk afspeelt in een willekeurige huiskamer of op een dronken Russisch feest, is dit filmpje opgenomen in de Tweede Kamer waar normaal niet bijster veel te beleven is.

In het filmpje is te zien dat Lilian Helder van de PVV meer gevangenisstraffen wil in plaats van taakstraffen om recidive te voorkomen terwijl uit alle onderzoeken blijkt dat juist taakstraffen recidive sterker verminderen dan gevangenisstraffen. Als Jeroen Recourt van de PVDA haar hierop wijst, zegt ze dat de onderzoeken niet kloppen. Dit omdat deze onderzoeken een persoon die gevangenisstraf heeft gekregen, vergelijken met iemand die een taakstraf heeft gekregen, terwijl deze onderzoeken toch duidelijk verschillende mensen betreffen. Deze heerlijke logica wordt gelukkig afgestraft met minder dan -1400 kudos, maar dat dit soort mensen ons land moeten besturen kun je toch wel zorgelijk noemen.

Nou bestaat het roepen van ongefun-deerde onderbuikgevoelens van het volk, oftewel populisme, al langer in Nederland (Hans Janmaat riep in de jaren ’80 ook al dingen als ‘vol = vol’). Alleen merk je de laatste jaren toch één groot verschil. Waar vroeger Janmaat werd afgeschil-derd als een verschrikkelijke man met absurde ideeën, daar mag nu de PVV, met Kamerleden als Lilian Helder, ineens zelfs als gedoogpartner de regering ondersteunen en op deze manier macht uitoefenen. Ook worden plannen als ‘het tegengaan van overmatig meeuwen voeren door allochtonen’ serieus vermeld in de media. De VVD komt terwijl alle landen in deze tijd druk bezig zijn hun CO2 uitstoot te verminderen met een wetsvoorstel om 130 km/u te mogen rijden. Daarnaast is in het Dumpert-filmpje ‘Verdonk vorstelijk gePWONED’ te zien dat Pechtold, hoewel op meester-lijke wijze, Verdonk persoonlijk aanvalt op het feit dat ze niet aftrad als minister

zonder dat hij hierbij inhoudelijk ingaat op haar motie van wantrouwen tegen minister Middelkoop.

Het doen van deze uitspraken en wets-voorstellen is natuurlijk niet voor niets. ‘Het volk’ vindt het namelijk leuk om dit soort dingen van de media mee te krijgen en de media bestaande uit bijna alleen commerciële bedrijven, mengen zich enthousiast in deze nieuwe rage en publiceren de ene motie over eenden-mishandeling in Duivendrecht (weer de PVV, sorry) na de andere. Omdat niemand elke dag naar de Tweede Kamer gaat om daar alle moties en wetsvoorstel-len ingediend zien te worden, is iedereen in het vormen van een politieke mening afhankelijk van wat we horen van de media. Op partijen waarvan we niks horen stemmen we natuurlijk niet. Hierdoor moeten partijen zichzelf wel met bijzondere uitspraken en opvallende wetsvoorstellen in de kijker spelen. Degene die dit het handigst doet en zichzelf op deze manier het positiefst neer weet te zetten, krijgt de meeste stemmen.

Populisme werkt dus. Het beeld wat van mensen van een politieke partij hebben is veel belangrijker geworden dan de inhoud waar de politieke partij op gegrondvest is. Hierdoor weten mensen steeds minder welke plannen en wetten bedacht zijn door welke partijen. Probeer zelf maar eens voor de grap vijf CDA standpunten op te noemen. Lukt dat niet? Probeer dan eens vijf wetsvoorstellen te bedenken die het CDA heeft ingevoerd. Lukt dat ook niet? Waarschijnlijk zal het de meeste mensen ook niet lukken, dus je bent niet helemaal dom maar je bent gewoon niet goed ingelicht. Het gekke is dat je waarschijnlijk wel een beeld hebt bij het CDA, iets als: ‘nou, die Maxime Verhagen vind ik dus echt een achterlijke kwal’. Toch kan het misschien wel zo zijn dat zijn partij precies de beste stand-punten heeft voor jouw situatie, en toch zal je niet op het CDA stemmen door het beeld wat je hebt van Verhagen. Iemand die stemmen wil trekken zal dus altijd een beetje populist moeten zijn en dat heeft onze politiek behoorlijk veranderd. •

WAAROM WERKT POPULISME?

Iemand die stemmen

wil trekken zal altijd

een beetje populist moeten

zijn

Wil je het filmpje zien op Dumpert? Scan de

QR-code of lees de interactieve SoAP online

SOAP 19

/ Fraude MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

De verhalen over de fraudeurs zijn tegenwoordig alom bekend. Uitslagen van onderzoeken worden naar eigen belang ingevuld, banken verdraaien cijfers of houden cijfers achter en noem zo maar op. Typ ´sjoemelen met cijfers Nederland´ in op Google en je krijgt 70.900 hits. Na een grote bouwfraude noemde de Socialistische Partij Neder-land in 2004 ‘Nederland fraudeland’. Maar is het zo dat er in Nederland steeds meer fraude plaatsvindt? Enkele ernstige fraudegevallen zijn de laatste jaren aan het licht gekomen.

De grootste bouwfraude uit de geschiedenis van NederlandDe hiervoor genoemde bouwfraude is een goed voorbeeld van fraude, waar vooral de overheid de dupe van was. De fraude kwam voor het eerst aan het licht toen de ex-directeur van Koop Tjuchem een boekje opendeed over een schaduwboek-houding in zijn bouwbedrijf. Naar aanleiding hiervan werd er een commissie samengesteld, die in 2002 een parlementaire enquête naar de fraude hield. De resultaten ervan waren schokkend. Bouwbedrijven maakten onderlinge prijsafspraken en verdeelden het werk, waardoor er geen concurrentie was, dit is geheel tegen de Europese regels in. Gemiddeld werd er 8,8 procent teveel in rekening gebracht, waardoor de staat vele honderden miljoenen euro’s teveel heeft betaald. Volgens de commissie leidde het systeem tot prijsopdrijving en tot afname van concurrentie en technologische vernieuwingen. Uit de openbare verhoren en uit ‘schaduwadministraties’ blijkt dat er sinds jaar en dag systematisch illegale marktafspraken zijn gemaakt door zeker zeshonderd bedrijven. PvdA-kamerlid Rob van Gijzel spreekt zelfs over de bouwfraude als “de grootste fraude uit de geschiedenis van Nederland”.

SJOEMELENDE ZIEKENHUIZEN EN ONDERWIJSINSTELLINGENOok ziekenhuizen sjoemelen met cijfers over fouten. Tientallen ziekenhuizen manipuleren cijfers die aangeven hoeveel fouten er onder hun dak worden gemaakt. Zo proberen ze een positiever beeld te schetsen tegenover de Inspectie van de Gezondheidszorg. Intern wordt het wel bijgehouden maar vaak niet gepubliceerd. Op deze manier kunnen ziekenhuizen niet van elkaars fouten leren en worden patiënten niet correct geïnformeerd.

Daarnaast heb je nog de scholen die ‘creatief ’ omgaan met cijfers. Middelbare scholen hogen cijfers van leerlingen kunstmatig op om het imago van de school en subsidies te redden. Zittenblijvers tasten de goede naam van de school aan, waardoor aanmeldingen en dus inkomsten achterblijven. Ook zijn er de afgelopen tijd sommige hogescholen in het nieuws geweest. De Hogeschool Inholland in Diemen gaf studenten die lang over hun studie doen makkelijke vervangende opdrachten. Het gevolg was dus dat mensen die de stof niet beheersten wel hun diploma behaalden.

MAFFIA NIET ALLEEN IN RUSLAND Zo zijn er nog beangstigend veel meer voorbeelden te noemen. Denk bijvoorbeeld aan professor Diederik Stapel die gefraudeerd heeft met onderzoeksuitkomsten of aan de DSB bank waarbij de fraude hen de kop heeft gekost. Als je bij ‘corruptie’ alleen maar denkt aan de maffia in Rusland, dan moet je toch verder kijken dan je neus lang is. Want ook in Nederland komt er dus veel gerommel met cijfers en geldende regels voor. Er worden verschillende redenen aangedragen. Prestatiedruk is daar een van. Leraren wordt opgedragen dat er maximaal 20% van de leerlingen mag blijven zitten. Mocht de klas bestaan uit zwakkere leerlingen, dan zal de leraar toch al snel met een andere oplossing moeten komen. Een andere reden is eigenbelang. Waarom klanten niet meer laten betalen dan officieel toegestaan is, als de controle toch dermate slecht is?

CONTROLE STRENGER, MAAR WERKT HET?Sinds er meer aandacht komt voor fraude wordt de controle strenger. Zo heeft het kabinet bijvoorbeeld de regels voor corruptie aangescherpt. De boetes voor fraudeurs zijn omhoog gegaan, de bevoegdheden voor de politie bij een onderzoek zijn vergroot. In de bouw dient de bouwer in het vervolg te bewijzen dat hij goede berekeningen heeft gemaakt. Maar of fraude nou daadwerkelijk is toegenomen de laatste tijd, is niet vast te stellen. Het aantal corruptie- en fraudeonder-zoeken is bijvoorbeeld in de gemeenten flink gestegen. In de periode tussen 1991-2003 is het aantal onderzoeken substantieel toegenomen, met 75%. Deze onderzoeken worden gedaan na een vermoeden of aanleiding van fraude. Er zou dus inderdaad een toename van fraude kunnen zijn, maar een andere mogelijkheid is dat er nu meer acht op wordt geslagen. Aangezien fraude zich niet aan de oppervlakte afspeelt, zullen we het nooit weten of Nederland inderdaad frauduleuzer is geworden. •

NEDERLANDFRAUDELAND

20 SOAP

“Ik heb het idee dat de studenten hun eigen drukte creëren,” zei Elmer Sterken, rector magnificus van onze universiteit in de UK# over de studenten in de universiteitsraad die vonden dat hun bestuurslast niet omlaag was gegaan. “Ik kan me niet voorstellen dat de fractieleden hun studie een heel jaar moeten stilleggen, om tien vergaderingen voor te bereiden.” Ik kan de rector geen ongelijk geven, studenten creëren inderdaad hun eigen drukte.

Of ze het ook echt zelf kunnen helpen is een tweede, want er lijkt een cultuur te zijn ontstaan waarin je het als bestuurs- of medezeggenschapstudent perse altijd druk moet hebben en fulltime bezig moet zijn. Dan ben je immers echt een ‘bestu-ursjaar’ aan het doen. Er zijn zelfs studentbestuurders die hun functie in dat jaar bestempelen als hun ‘baan’. Goed, natuurlijk zijn er organisaties en verenigingen te bedenken die door de enorme omzet of het ledenaantal niet met een paar uur per week gerund kunnen worden, maar dat geldt natuurlijk lang niet voor allemaal.

Toch klagen veel studentbestuurders dat ze in hun jaar nauwelijks of helemaal niet aan studeren toekomen. Natuurlijk kiezen sommige studentbestuurders er van te voren voor om alleen een selectie aan vakken te volgen, of om een onderdeel als de minor of scriptie een jaar uit te stellen, maar voor een groot deel van de te besturen verenigingen zou dit toch echt niet nodig hoeven te zijn. Door een overvloed aan e-mails, vergaderingen, bijeenkomsten, activiteiten en borrels zijn zelfs besturen van de kleinste studieverenigingen meer dan tien uur per week bezig met hun bestuurlijke activiteiten. Soms loopt dit op richting de twintig, en dan wordt studeren al snel opzij geschoven. “Het kan niet anders,” heb ik ze vaak horen zeggen. Volgens mij wel.

Met name studieverenigingen hebben er de afgelopen tien jaar de gekste activiteiten en constructies bij verzonnen. Bij het gros van de studievereningingen is het gebruikelijk dat ieder bestuurslid twee tot drie commissies onder zijn of haar hoede neemt. Van hen wordt verwacht dat zij iedere week met deze commissies mee vergaderen. Een commissievergadering duurt met gemak twee uur, en daarmee is ieder bestuurslid al vier tot zes uur kwijt aan het mee vergaderen met andere commissies. Of het echt noodzakelijk is dat ze daar aanwezig zijn is een tweede. Hetzelfde geldt voor het activiteitenaanbod van studieverenigingen. Boden studievereniging vroeger met name boekenverkoop, studie inhoudelijke activiteiten en af en toe een borrel aan, tegenwoordig lijkt de nadruk met name op sociale activiteiten te liggen, waardoor ze steeds meer het karakter van een studentenvereniging aan lijken te nemen. Deze

dubbele taak van veel studie-inhoudelijke én sociale activiteiten leidt tot een groot aanbod waar vervolgens ieder bestuurslid weer (indirect) voor verantwoordelijk is en bij aanwezig moet zijn. Tenminste, zo is dat afgesproken.

Een derde punt waardoor veel studentbestuurders van studieverengingen het gevoel hebben erg druk te zijn, is door hun continue ‘representatie’ naar de leden toe, met name om bekendheid te werven onder eerstejaars. Studievereniging Odiom, van pedagogiek en onderwijskunde, werken met ‘hokuren’, waardoor er iedere dag iemand op het hok is. Dat is nodig vinden ze, want dan zijn ze altijd bereikbaar en dat is heel belangrijk. Je kunt je afvragen in hoeverre een vereniging instort als er twee dagen in de week niemand op dat hok aanwezig zou zijn, en het zou een boel uren schelen.

Het is het beeld dat besturen onderling met elkaar hebben gecreëerd dat tot de toegenomen drukte heeft geleid. Als het ene bestuur hoort dat bij bepaalde studieverenigingen er altijd een bestuurslid aanwezig is bij de commissievergaderingen, wordt meteen besproken of ze dat zelf ook niet moeten gaan doen. Als het ene bestuur wel altijd aanwezig is in hun bestuur hok, wil het andere bestuur dat ook. Als het ene bestuur wel altijd naar alle constitutieborrels gaat en niet naar een paar, wil het andere bestuur dat ook, et cetera.

Nogmaals, je kan er natuurlijk altijd voor kiezen als persoon, of als gezamenlijk bestuur, om het hele jaar alleen aan het besturen van de vereniging te besteden. Dat kan heel leuk zijn en geeft je veel vrijheid, maar het leidt ook automatisch tot een gigantische inefficiëntie. Als je een bestuursvergadering houdt in de avond, wat ontzettend gezellig is, kan je donderop zeggen dat je binnen twee uur klaar bent. Voor je het weet heb je van zes tot tien lopen mijmeren over punten die ook een stuk sneller afgetikt hadden kunnen worden.

Je kunt er voor kiezen om niet perse efficiënt te willen werken en de tijd te nemen, maar dan gaat je studie er natuurlijk onder leiden. En als je dan tijdens de werving van een volgend bestuur met zijn allen bedenkt hoe groot de bestuurslast is, blijkt die toch hoger dan verwacht. Het nieuwe bestuur neemt dat vervolgens klakkeloos over, en voor je het weet krijgen de besturen van de kleinste verenigingen zoveel gewicht dat bestuursleden enorme onderdelen als minoren of scripties uit hun handen laten vallen.

Zoals ik al zei, het lijkt erop alsof studenten de cultuur met elkaar hebben gecreëerd. Ik begrijp dat ook wel, in mijn raadsjaar vond ik het ook hartstikke leuk om met mijn fractiegenoten de hele dag op ons pand in het St. Walburgstraat samen mails te

STUDENTEN CREËREN HUN EIGEN DRUKTE:

DE TOEGENOMEN BESTUURSLAST

Studenten creëren... / Madelien MeulenkampMAATSCHAPPIJ & POLITIEK

SOAP 21

beantwoorden, te overleggen en te vergaderen. Ondertussen op en neer naar de Albert Heijn, een koffie afspraak met een vertegenwoordiger van de studentenverenigingen, om vijf uur een constitutieborrel en de dag was omgevlogen. En zo creëer je dus je eigen drukte, met een immense studievertraging tot gevolg.

De cultuur van heel veel bezig zijn met bestuurstaken is een mooie, maar ook een gedateerde. Door het huidige klimaat van bindend studie adviezen, de harde knip en de langstudeerders boete kunnen veel studenten het zich niet langer permitteren om zoveel tijd aan bestuurlijke taken te besteden. Het wordt tijd dat niet alleen de RUG, maar ook de verenigingen en hun besturen zélf gaan kijken naar de noodzakelijke bestuurslast. Wat doen we omdat het nodig is en wat doen we omdat we het leuk vinden?

Toen ik vorig jaar als lid van de universiteitsraad met al die verschillende bestuursleden sprak, was er altijd één frappante overeenkomst: overal was sprake van een toegenomen bestuurs-last. Iedereen had het drukker en iedereen had, vonden ze zelf, toch echt recht op meer geld. Maar nogmaals, die bestuurslast is voor een groot deel zelf gecreëerd en lijkt eerder een gevoel te zijn dan een daadwerkelijk probleem.

Er is in het huidige budget van de RUG, en in het huidige klimaat dat door ons aller Halbe Zijlstra is gecreëerd geen ruimte meer voor een ‘toegenomen bestuurslast’. Tegelijkertijd moeten al die verenigingen natuurlijk nog wel bestuurd worden en kan ik iedere student van harte aanraden om zich te verbreden door het doen van een bestuursjaar bij zijn of haar studie-, sport- of studentenvereniging. Helaas is dat niet meer mogelijk als besturen van de kleinste verenigingen al vijftien tot twintig uur per week aan hun functie ‘moeten’ besteden.

Er moet dus naar de efficiëntie worden gekeken. Wat is onze taak als studievereniging, wat moeten wij minimaal aanbieden, en wat moeten wij als bestuur minimaal uitvoeren? Hoeveel tijd gaat ons dat kosten, en is dat nog te combineren met onze studie?

De studentencultuur van nog maar kort geleden was die van lang studeren en lang besturen, het allerliefst fulltime, of dat nu nodig was of niet. Het was vast genieten, maar die tijden zitten er helaas op. Er moet efficiënter gewerkt worden. Alleen dan blijven bestuursfuncties in de toekomst haalbaar, uitvoerbaar en interessant.

Die drukte die we jarenlang hebben gecreëerd moet omlaag, het is afgelopen met de ‘toegenomen bestuurslast’. Houd het kort, simpel en efficiënt zodat bestuursfuncties in de komende jaren ook aantrekkelijk en mogelijk blijven. •

22 SOAP

IN ANDERE STEDEN HANGT IE AL, MAAR JIJ WILT NIKS MISSEN

TOCH?

AANBEVOLEN DOOR

SOAP 23

DEZE DOCU’S MAG JE NIET MISSEN!

KIJKTIPS VAN RENÉ

Voor wie het nog niet wist, René Veenstra is een filmfanaat! Al vanaf jonge leeftijd houdt René een lijst bij van zijn favoriete films

en documentaires. Deze lijst is te vinden op zijn website. In SoAP deelt hij de komende drie edities zijn filmkennis met ons en geeft

hij de absolute must see’s aan de trouwe SoAP-lezers mee. In deze SoAP de eerste acht aanraders.

Enjoy!

Het mekka voor de liefhebber van documentaires is het International Documentary Festival Amsterdam. Tien dagen achter elkaar worden dan de beste documentaires van het jaar gedraaid. Vaak zijn de regisseurs of de hoofdpersonen aanwezig en wordt er volop over gedebatteerd. De laatste jaren lukt het me niet om naar het IDFA te gaan. Het geluk wil dat een groot deel van de hoogtepunten binnen een jaar op televisie te zien is. Zo kwam intussen de complete top vijf van de publieksenquête van 2010 op de beeldbuis, te weten Waste Land, Autumn Gold, The World According to Ion B, Kinshasa Symphony en The Green Wave. Voor wie ze gemist heeft, zijn ze met een beetje mazzel via Uitzending Gemist te zien. De beste documentaires zijn doorgaans bij Het Uur van de Wolf (vaak op dinsdag), Canvas (altijd een documentaire op woensdag), VPRO Import (elke woensdag) en Holland DOC (elke donderdag).

Op mijn website heb ik een lijst met de beste documentaires opgesteld en daarvan geef ik hier de bovenste 25 (In deze editie van SoAP de eerste 8 van de 25):

49/42/35/28 Up (Michael Apted 1970-2005 GB) Met TRAILS volgen we al meer dan tien jaar tweeduizend deelnemers die bij aanvang elf jaar waren. Apted begon in 1970 een klein groepje 14-jarigen te filmen en zoekt ze elke zeven jaar weer op.

Armadillo (Janus Metz Pedersen 2010 DK) Regisseur maakt met gevaar voor eigen leven een half jaar deel uit van een legioen Deense soldaten in Afghanistan voor wie de oorlog een grote adrenalinekick blijkt.

Berlin: Die Sinfonie der Großstadt (Walter Ruttmann 1927 D) Vroeg meesterwerk toont zonder geluid het dagelijkse leven in het vooroorlogse Berlijn. Van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat. De film stapt heen en weer tussen mens en machine die samen het beeld bepalen van de grote stad.

Bowling for Columbine (Michael Moore 2002 USA) De kans dat een kind op school wordt doodgeschoten is vier keer zo klein dan dat iemand door de bliksem wordt getroffen. Toch achten vele Amerikaanse ouders het waarschijnlijk dat een schietpartij zoals in Columbine ook op de school van hun kinderen kon plaatsvinden. Gus van Sant maakte hierover het meesterwerk Elephant.

Burma VJ: Reporting from a Closed Country (Anders Østergaard 2008 DK) Met kleine digitale camera’s geven tal van Birmezen een beeld van hun land, een van de meest gesloten landen ter wereld. Nadat de amateurbeelden het land waren uitgesmokkeld maakte Østergaard er een fascinerende documentaire van.

Children of Fate (Michael Roemer, Andrew Young & Susan Todd 1993 USA) In 1961 schoot Roemer een documentaire in de sloppen van Palermo. Dertig jaar later gaan zijn zoon en schoondochter er opnieuw naar toe en tonen wat er van de hoofdpersoon van destijds is geworden.

Darwin’s Nightmare (Hubert Sauper 2004 A) Thijs Goldschmidt schreef het boek Darwin’s hofvijver. De Oostenrijker Sauper maakte de documentaire over de funeste gevolgen van het uitzetten van de nijlbaars in het Victoriameer.

Echos aus einem düstern Reich (Werner Herzog 1990 D) Herzog maakt zowel films (Aguirre der Zorn Gottes, Fitzcarraldo) als documentaires (recent nog over de Zuidpool: Encounters at the End of the World). Deze gaat over het regime van Bokassa in de Centraal Afrikaanse Republiek.

SCAN DE QR-CODE VOOR DE GEHELE FILMLIJST VAN RENÉ

24 SOAP

Sociologie in de media / Emma KokMAATSCHAPPIJ & POLITIEK

SOCIOLOGIE IN DE MEDIA

LONDEN – In een recent onderzoek van een Engels communi-catieagentschap werden tieners en volwassenen ondervraagd over hun telefoongedrag. Het hebben van een smartphone blijkt ten koste te gaan van de tijd die je besteedt aan boeken lezen, afspreken met vrienden en sport. Vooral het lezen van boeken gaat achteruit onder tieners. Tieners met een smartphone lezen 15% minder boeken. Ook onderzocht het onderzoeksbedrijf wat de zogenaamde ‘smartphone-etiquette’ is. 51% van de onder-vraagden heeft er geen probleem mee om hun telefoon in het openbaar te gebruiken, terwijl 18% er zelfs niet voor schuwt het ding te gebruiken op plekken waar dit verboden is. •

UTRECHT – Hoogleraar aan de faculteit der Sociale Wetenschap-pen van de Universiteit Utrecht Tom der Bogt kwam kortgeleden naar buiten met een onderzoek naar de overeenkomsten tussen de muzieksmaak van jongeren en hun ouders. Voor het onder-zoek werden 325 jongeren ondervraagd over hun muzieksmaak. Vervolgens werd die vergeleken met die van hun ouders. Hier blijken verrassend veel overeenkomsten tussen te zijn. Ouders die van klassieke muziek en jazz houden, blijken kinderen te hebben die deze muziek ook mooi vinden. Toch is het niet voor alle muziekstijlen hetzelfde. Wanneer de ouders van rockmuziek houden, blijken vooral dochters deze smaak over te nemen – voor jongens geldt dit minder. Met dit onderzoek is het idee dat er een grote generatiekloof heerst tussen de huidige tienergeneratie en hun ouders dus enigszins ontkracht. Wel moet erbij vermeld worden dat het genre dat 30 jaar geleden ‘rock’ was natuurlijk niet helemaal overeenkomt met wat nu ‘rock’ genoemd wordt. •

GRONINGEN – Onlangs verscheen er op de website van NRC Handelsblad een onconventioneel stuk over pesten. In het artikel betoogde psychologe Guldberg dat pesten gezond is, zowel voor dader als slachtoffer. Guldberg stelt dat pesten hoort bij opgroeien en dat hulp zorgt voor een slachtoffer-cultuur waar niemand beter van wordt. Volgens haar staan gepeste kinderen na het sociale isolement sterker in hun schoenen, omdat zij hiervan leren. Gijs Huitsing en René Veenstra vragen zich af in hoeverre Guldberg hierin gelijk heeft. Zij stellen dat Guldberg pesten verwart met agressie en conflicten. Deze kunnen inderdaad ‘gezond’ zijn, wanneer er onderhuids iets speelt dat opgelost moet worden. Wanneer er echter systematisch conflicten en agressie optreden tegen dezelfde persoon, met als drijfveren dominantie en status, is dit allesbehalve gezond. Ook zijn de negatieve effecten van pesten vaak genoeg bewezen om te kunnen stellen dat het eerder schade veroorzaakt bij slachtoffers dan dat zij er sterker van in hun schoenen gaan staan. Ook voor de ‘meelopers’ levert het schade op; zij worden bang om zelf slachtoffer te worden of voelen zich achteraf schuldig dat ze niets hebben gedaan. Tenslotte hebben ook de pesters zelf er geen baat bij. Zij zullen in de toekomst vaker agressie gebruiken om te krijgen wat ze willen. Guldberg stelt ook dat er aan pesten niets te doen is. Ook hier zijn Huitsing en Veenstra het niet mee eens. Zij geven de Finse anti-pest-methode KiVa hier als methode waarvan de werking bewezen is. •

HILVERSUM – In een reportage van VPRO’s Tegenlicht, genaamd Aftermath, kwamen verschillende wetenschappers aan het woord over de nasleep van de economische crisis. De socioloog Manuel Castells benoemde de periode na de crisis als de tijd na carpe diem – er zal geen ruimte meer zijn voor makkelijke leningen en opportunistisch gedrag. Castells voorspelt ook dat, wanneer er geen verandering komt in de huidige façade die de overheid en de bedrijven de burger voorhoudt, er grote sociale onrust zal ontstaan. Die façade houdt bijvoorbeeld in dat de winsten bij de bedrijven afgelopen jaar is gestegen, terwijl veel mensen denken dat het nog steeds slecht gaat. Ook stelt Castells dat de elites op dit moment misbruik maken van de crisis, doordat de overheden geld nodig hebben en dit moeten lenen van bedrijven. •

SOAP 25

‘Weigerambtenaar’ is kortgeleden gekozen tot het woord van 2011, op het congres van het Genootschap onze taal. Dit zou betekenen dat dit woord representatief is voor de maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland in 2011. Reden hiervoor is de recent opgewaaide discussie of een weigerambtenaar nog past in de hedendaagse overheid. In dit stuk wordt uitgelegd wat een weigerambtenaar is en wat het probleem precies is, waarna ik zal proberen een oplossing voor het probleem van de weigerambtenaar aan te dragen.

Een trouwambtenaar is een ambtenaar van de burgerlijke stand, belast met het voltrekken van huwelijken en het registreren van partnerschappen. Hiernaast houdt hij zich ook nog bezig met het omzetten van beide vormen naar de andere vorm. Een weigerambtenaar is een ambtenaar die, vaak om geloofsredenen, niet bereid is mensen van hetzelfde geslacht te trouwen.

In 2007 stond er in het regeerakkoord van het kabinet Balkenende IV dat dit toegestaan was. Hiertegen kwam vanuit de gemeenten verzet, aangezien zij vonden dat eenieder in Nederland het recht heeft om te trouwen. Een aantal gemeenten verwierpen de passage, maar in Maastricht werd een motie afgewezen die de weigerambtenaar verplichtte paren van gelijk geslacht te huwen. De aanleiding van het huidige debat is het ontslag van Wim Pijl. Deze werd ontslagen in Den Haag omdat hij weigerde een huwelijk te voltrekken. De reden dat de weigerambtenaar zo controversieel is, is de botsing van twee grondrechten. Aan de ene kant zal niemand gediscrimineerd worden op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook. Dit is het eerste artikel van de grondwet. Hiertegenover staat dat in artikel zes staat dat: ” Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoorde-lijkheid volgens de wet.” De wet mag hier uitzonderingen op maken ten behoeve van de bescherming van de gezondheid, het ver-keer en de bestrijding van wanordelijkheden.

Het niet voltrekken van een huwelijk van gelijk geslacht valt moeilijk als een bedreiging van de verkeersveiligheid, gezond of openbare orde te zien. Het valt echter wel te zien als inbreuk op het eerste grondrecht, het verbod op discriminatie. Immers, voor

de wet is iedereen gelijk, ongeacht de seksuele voorkeur. Hierdoor ontstaat de afweging van grondrechten. Is het bel-angrijker om iemands geloofsovertuig-ing te beschermen dan iemands seksuele voorkeur?

Een tweede punt is dat in veel staat-sleren de ambtenaar als een willoos instrument wordt gezien. De ambtenaar moet al zijn persoonlijke overtuigingen opzij zetten en het gevoerde beleid tot de letter uitvoeren. Altijd, ongeacht of hij het juist vindt. Dit suggereert dat er geen plaats is voor de weigerambtenaar in het huidige staatsbestel. Het lijkt in alle gevallen juist dat de weigerambte-naar ontslagen wordt. Hierbij is echter wel de kanttekening te plaatsen dat het huwelijk een traditioneel christelijk instituut is. Waarschijnlijk zijn een aantal van de trouwambtenaren juist trouwambtenaar geworden vanuit deze christelijke overtuiging. Het zou dan ook in mijn ogen niet rechtvaardig zijn hen voor het uitdragen van deze overtuiging te ontslaan. Ik denk dan ook dat dit niet nodig is. Het probleem is namelijk niet dat er niet getrouwd kan

DE WEIGERAMBTENAARHet probleem is niet dat er niet getrouwd kan worden door paren van dezelfde sekse, maar dat er een ambtenaar is die niet bereid is dat te doen

Weigerambtenaar / Kasper Nelissen

worden door paren van dezelfde sekse, maar dat er een ambtenaar is die niet bereid is dat te doen. Dit kan in mijn ogen heel gemakkelijk opgelost worden, door op het moment van het sluiten van homohuwelijk deze ambtenaar even met koffiepauze te sturen. Zeker bij grotere gemeenten zijn er vaak meer trouwambtenaren, waar er in ieder geval eentje tussen zit die er geen moeite mee heeft. Deze voltrekt het homohuwelijk, waarna de weigerambtenaar zijn plaats weer terug inneemt en verder gaat met de reguliere huwelijken. Dit lijkt mij voor alle partijen een oplossing voor het probleem. Iedereen kan trouwen, de weigerambtenaar hoeft alleen traditionele huwelijken te voltrekken en mensen zitten niet met een trouwambtenaar die diep van binnen vindt dat dit huwelijk zondig is. Gemeenten zouden dit prima zelf kunnen doen, door bij de sollicitatieprocedure van trouwambtenaren in de gaten te houden dat ze in ieder geval een ambtenaar hebben die wel bereid is huwelijken van gelijk geslacht te voltrekken. Hierdoor is er geen sprake van botsing van grondrechten, aangezien zelfs weigerambtenaren gewoon trouwambtenaar kunnen worden, zolang ze maar niet de enige in een bepaalde gemeente zijn. •

OPINIE

26 SOAP

Iedereen heeft het wel gezien: de foto van Mauro met de traan, het volledig misplaatste voorstel van Henk Bleker in Pauw en Witteman, het optreden van Kane ter ere van de Limburgse voetballer, enzovoort. Dit is natuurlijk prachtig: een land op zijn kop voor een rechtvaardige behandeling van een lieve jongen. Maar waarom juist de aandacht voor deze tiener en niet voor alle andere immigranten die jaarlijks teruggestuurd worden naar hun land van herkomst? Wat is het criterium dat we hanteren om te beoordelen of iemand het verdient om in Nederland te mogen blijven?

Aan de andere kant een ontzettend kromme bedoening: er worden jaarlijks talloze jongeren naar hun ‘thuisland’ (m.a.w.: land waar ze toevallig ooit vandaan zijn gekomen maar nu niets meer hebben) gestuurd waarvoor het hele mediacircus niet in actie komt. Hoe krom is het criterium dat we hanteren voor we iemand de titel ‘Nederlander’ waardig gunnen?

Om deze vraag te beantwoorden is eerst een kort overzicht van de feiten en regels nodig. Hoe is het eigenlijk geregeld als het gaat om asielzoekers in Nederland? Dit bleek geen makkelijke vraag te zijn, al helemaal niet toen ik, in een poging de boel voor mezelf te verduidelijken, wetsartikelen erbij ging halen. In het kort (en waarschijnlijk ook een beetje in het slordig, hiervoor mijn excuses) is de procedure als volgt.Als je als asielzoeker in Nederland komt meld je je bij een zogeheten aanmeldcentrum waar de asielprocedure gestart wordt. In deze procedure heb je verschillende gesprekken met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over je reis, je herkomst, je redenen om naar Nederland te komen, enzovoort. Naar aanleiding van deze gesprekken bepaalt

de IND of je voldoet aan de voorwaarden van het Vluchte-lingenverdrag en of je recht hebt op een verblijfsvergunning Dit doet de IND echter vanzelfsprekend niet zomaar naar eigen goeddunken.

Ze dienen zich bij de beslissing te houden aan de vreemde-lingenwet. In Vreemdelingenwet 2000, afdeling 2, artikel 13 (VERWIJZING) staat hierover het volgende geschreven:

“Een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning wordt slechts ingewilligd indien:

a. internationale verplichtingen daartoe nopenb. met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend, ofc. klemmende redenen van humanitaire aard daartoe nopen”

Dit klinkt redelijk, maar wat houdt dit precies in? Wat zijn bijvoorbeeld redenen van humanitaire aard? In het verslag Vluchtelingen in getallen 2011 (VluchtelingenWerk, juni 2011) worden vier gronden genoemd waarop volgens de vreemdelingenwet bescherming word geboden:

EEN ÉCHTE NEDERLANDER WOONT GEWOON IN NEDERLAND

Iemand is niet Nederlander door goed gedrag, maar door zijn leven in Nederland te leven.

SOAP 27

Anna Herngreen / Asielzoekers OPINIE

a. vluchtelingschap: Iemand voldoet aan de voorwaarden van het Vluchtelingenverdrag.b. subsidiaire bescherming: Iemand loopt bij uitzetting risico op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.c. humanitaire gronden: Er zijn klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit eigen land (met name trauma’s vanwege eerdere vervolging).d. humanitaire gronden: De algehele situatie in het land van herkomst is te slecht (conflict of grootschalige mensenrechten-schendingen).

Natuurlijk allemaal goede redenen om een asielzoeker niet terug te sturen naar het land van herkomst, maar ontbreekt hier niet duidelijk een andere erg belangrijke, andere reden? Als je een leven hebt opgebouwd in Nederland wordt dat nergens als reden gezien om je een verblijfsvergunning te geven. En natuurlijk, een asielzoeker die net Nederland binnenkomt heeft hier nog geen leven. Maar niet iedereen wordt in de ideale standaardperiode van zes maanden uitgezet. Hoe moet het met de mensen die jaren in allerlei procedures zitten om een verblijfsvergunning te krijgen en dan, na jaren in Nederland te hebben geleefd, uitgeprocedeerd zijn en gedwongen worden om hun leven op te geven en terug te gaan naar het land waar ze ooit vertrokken zijn?

Daar is een kort antwoord op: dat maakt de meesten van ons niet zo heel erg veel uit. Tenzij degene die uitgezet wordt een slimme, knappe gymnasiaste is als Sahar Hibrahim Ghel is of een sympathieke voetballer met een zachte g als Mauro Ma-nuel. Opeens staat Nederland met al haar media op zijn kop: zo’n leuke meid of zo’n leuke jongen, sympathiek, ambitieus en bovenal fantastisch geïntegreerd (leve de zachte g!), die kun je toch niet uitzetten. Uitzonderingen moeten gemaakt worden. Actie moet gevoerd worden. Dit. Kan. Niet.

En dan het tegenvoorbeeld. Een paar maanden geleden ben ik in mijn persoonlijke kringen in aanraking gekomen met een asielzoeker uit Marokko. Net zo jong als Mauro, net zo lang in Nederland als Mauro en net als Mauro moest hij zich elke week bij de politie melden omdat hij geen verblijfsvergunning heeft. Maar daar houden de gelijkenissen dan ook op. In tegenstelling tot Mauro heeft deze jongen geen ICT opleiding die hij volgt, maar een geschiedenis bij jeugdinrichting het Poortje omdat hij een misstap begaan heeft. In tegenstelling tot Mauro heeft hij geen sympathiek gezicht dat het goed doet op camera’s, maar een norse uitdrukking omdat zijn levensomstandigheden nou niet echt ideaal zijn. In tegenstelling tot Mauro heeft deze jongen geen liefhebbende pleegouders die alles doen om hem hier te houden. Wel heeft hij een vriendin en sinds een maand een baby. Een Nederlandse baby. Maar net als Mauro moet hij het land waar hij alles heeft, verlaten voor een land waar hij niets meer heeft.

Maar voor deze jongen zijn er geen acties, geen televisie-uitzendingen, geen rare voorstellen voor voetbalwedstrijden. En ik snap ook heus wel: niet elk individueel geval kan op tv. Dat hoeft ook niet. Maar naar aanleiding van de hetze rond Mauro en Sahar is het mij opgevallen dat er op dit moment in

Nederland door veel mensen op een manier gedacht wordt die mij ernstig tegenstaat.

De gedachte is namelijk als volgt: Mauro – of Sahar, of een ander voorbeeld waarvoor het grote publiek wild is geworden – is een ‘goed’ persoon (wat ‘goed’ dan ook mag zijn; braaf, aangepast, vriendelijk, een opleiding volgend, etc.). Dit maakt hem Nederlander en dus zou hij ook zo officieel erkend moeten worden. Voor veel mensen voelt het onrechtvaardig dat iemand die zich naar hun mening goed gedraagt, weggestuurd wordt uit het land waar hij wil zijn. En natuurlijk is het onrechtvaardig als Mauro op het vliegtuig naar Angola wordt gezet, maar is dat omdat hij zo’n goed persoon is? Nee, dat doet er mijns insziens helemaal niet toe.Het lijkt of het criterium voor het verkrijgen van een verblijfs-vergunning het ‘goed’ zijn en gedragen is. Met andere woorden: je bent Nederlander als je je goed gedraagt.

Een bizar en bovendien oneerlijk criterium. Ten eerste wordt het een hels (en bovendien onmogelijk) karwei om elke asielzoeker hierop te beoordelen. Ten tweede zijn mensen die in Nederland geboren zijn absoluut niet allemaal engeltjes. Als goed gedrag bepaalt in hoeverre je Nederlander bent, zou Nederland maar een kleine bevolking over hebben. Voetbal hooligans, katholieke priesters, PVV-kamerleden (met gevar-ieerde geschiedenissen van ‘stout gedrag’); allemaal het land uit. “Vol is vol en ‘zulk tuig’ kunnen we hier niet hebben.”

Ik vind dat het erg belangrijk is dat mensen gaan realiseren dat je Nederlander bent zodra je leven zich in Nederland afspeelt. Niet het feit dat Mauro zo’n sympathieke, geïntegreerde jongen is, maar het feit dat hij al negen jaar in Nederland leeft en zijn sociale netwerk hier heeft, maakt dat hij moet kunnen blijven. Net als bij de jongen van mijn ‘tegenvoorbeeld’: hij heeft niet de wereld voor zich gewonnen zoals Mauro dat heeft gedaan, maar hij heeft een vriendin en een kind; zijn leven is in Nederland en dus is hij Nederlander.

Kort teruggekoppeld houdt de wet dus alleen rekening met de omstandigheden in het land van herkomst, het publiek met de x-factor van de persoon in kwestie. Het wordt tijd dat het hebben opgebouwd van een leven in Nederland wordt toe-gevoegd als legale reden voor een verblijfsvergunning (laat het vallen onder humanitaire reden, maak een apart tussenkopje, whatever) en dat het publiek aandacht krijgt voor andere zaken. Iemand is niet Nederlander door goed gedrag, maar door zijn leven in Nederland te leven. •

In tegenstelling tot Mauro heeft deze jongen geen liefhebbende pleegouders. Wel heeft hij een vriendin en sinds een maand een baby.

28 SOAP

Als student zal je zelf ook al wel het één en ander hebben meegemaakt met de NS. Overvolle fietsenstallingen en treinen, problemen met de ov-studentenkaart en niet goed functionerende aansluitingen. Nee, een goede reis voor studenten lijkt bij de NS niet de hoogste prioriteit te hebben. De vele klachten omtrent de NS leken mij genoeg reden om eens te achterhalen wat deze problemen veroorzaakt en of er wel maatregelen tegen genomen worden.

In maart 2010 werd de studenten ov-chipkaart gelanceerd, wat niet zonder enige problemen verliep. Zo’n 650.000 studenten maken gebruik van deze ov-chipkaart en klagen steen en been.

Niet onterecht, want de studenten ov-chipkaart lijkt weinig goeds met zich mee te brengen. Kaarten werden niet of kapot ontvangen, tegoeden verdwenen als sneeuw voor de zon en er was veel onduidelijkheid. En ze lijken het ons studenten steeds moeilijker te willen maken want vanaf 1 januari wordt het in- en uitchecken verplicht, óók in de zogeheten ‘vrij-reizen periode’ (de periode die binnen je abonnement valt). Het belang van dit in- en uitchecken in de vrij-reizen periodes is voor mij nog onduidelijk, je reist immers niet op saldo. Volgens de NS zelf zorgt het verplicht in- en uitchecken ervoor dat gebruikers altijd de juiste korting krijgen en dat er één uniforme handelswijze binnen het hele OV ontstaat. Bovendien kunnen de spoorwegen door deze maatregel een inventarisatie maken van het aantal reizigers. Gelukkig deelt de NS voorlopig nog geen boetes uit aan degenen die vergeten in te checken tijdens hun vrij-reizen periode. Een student kan echter geen gebruik meer maken van de ‘Geld terug bij vertraging’-regeling.

Een ander groot probleem rond het studentenreizen is de enorme drukte die zich op vrijdagavond en zondagavond voordoet. Deze drukte veroorzaakt niet alleen veel problemen in de trein, maar ook in de fietsenstalling op het station. Studenten kunnen op vrijdagavond nauwelijks nog hun fiets kwijt en zijn vervolgens genoodzaakt om hun fiets illegaal tegen een hek aan te zetten. Als zij zondag terugkomen is hun fiets weggehaald die ze vervolgens voor €25 op kunnen halen bij de gemeente. Niet echt een lekker begin van de week dus.

Ik sprak met de projectbegeleidster van de fietsenstalling. Volgens haar is de situatie omtrent het parkeren van de fiets al vele malen verbeterd. Door de bouw van de grote fietsenstalling zijn er al veel plaatsen bijgekomen. Ze gaf echter

NS STUDENTENLEEDHet is vrijdagmiddag 16.15, tijd om naar thuisthuis te gaan. Ik verlaat mijn huis en spring met mijn veel te zware weekendtas vol vieze was op de fiets. Aangekomen bij het station fiets ik gelijk de fietsenstalling in; de zoektocht naar een plekje kan beginnen. Plotseling duiken daar de fietsenstallingmedewerkers op die hun taak als ‘fietsen-stallingbewaker’ erg serieus nemen en mij elke week weer van een plekje proberen te onthouden. “Het is hier vol! Naar de fietsenflat, naar de fietsenflat!” Vermoeid fiets ik weer naar boven, richting de fietsenflat. Bij de fietsenflat aangekomen blijkt het daar nóg drukker te zijn. Ik sleep mezelf de trappen op en wanneer ik vervolgens nog geen plek vind dump ik mijn fiets maar ergens tussen. En nou maar hopen dat ‘ie er zondag ook nog staat. Aangekomen op het perron blijken meer mensen op het idee te zijn gekomen eerder in de trein te gaan zitten. Ondanks het feit dat de trein pas over een kwartier vertrekt zit de trein al bomvol. Ik geef de hoop maar op en hijs mezelf in een wagon. Dat wordt weer staan...

NS Studentenleed / Nienke TebbensOPINIE

SOAP 29

Wanneer men reist in spitsperioden moet men nou eenmaal rekeninghouden met drukte, aldus de woordvoerder

wel aan zich bewust te zijn van de enorme drukte in de fietsenstalling, wat natuurlijk niet te ontkennen is. Er worden wel maatregelen tegen genomen, aldus de projectbegeleidster. Zo zal er een nieuwe fietsenstalling bij worden geplaatst en worden de huidige fietsenstallingen uitgebreid. Ook vroeg ik aan haar wat de sancties zijn voor het plaatsen van fietsen buiten de stallingen, bijvoorbeeld tegen de hekken. Ze gaf toe dat er in het weekend een oogje dicht wordt geknepen en dat deze fietsen maandag vanaf 12 uur verwijderd worden. In dat geval kun je dus beter je fiets gewoon tegen het hek aan gooien wanneer je weer eens geen plekje kunt vinden. Er zijn echter ook geruchten dat je fiets wel gewoon wordt weggehaald dus het is niet zonder risico. De projectbegeleidster raadt studenten aan met de bus naar het station te gaan.

Omtrent de drukte in de treinen zelf van Groningen richting het zuiden vroeg ik de woordvoerder van de NS, de heer Scherrenburg, om antwoorden. Hij gaf aan dat het studenten-vervoer lastig is in te schatten. Wanneer men reist in spitspe-rioden moet men nou eenmaal rekening houden met drukte, aldus de woordvoerder. De NS lijkt niet helemaal te begrijpen dat studenten nou eenmaal op vrijdag- en zondagavond moeten reizen. De heer Scherrenburg gaf echter ook aan dat de NS wel maatregelen neemt tegen de drukte door extra lange treinen of dubbeldekkers in te zetten. De trein op vrijdag van 14.46 uur vanuit Groningen wordt zelfs niet gecombineerd in Zwolle, dat wil zeggen; de treinen vanuit Leeuwarden en Groningen blijven afzonderlijke treinen. Ook schijnt men 1e klas te mogen reizen als de 2e klas vol zit en dus vroeg ik de woordvoerder hiernaar. Het antwoord hierop was ‘Nee, tenzij de conducteur anders besluit omdat de situatie op dat moment dat noodzakelijk maakt.’

Er worden dus wel degelijk maatregelen genomen tegen de drukte bij de NS. Deze maatregelen blijken echter niet voldoende te zijn om de problemen op te lossen. Het lijkt er dus op dat er voor ons studenten niets anders op zit dan onze staanplaats in de trein te accepteren of onze vieze was een keer zelf te doen. •

30 SOAP

De Battle /Vincent de Goeij en Siebren HuitemaOPINIE

the battle

Een gewone donderdagnacht in de avondwinkel aan de Steentilstraat te Groningen. Of ik een pakje Marlboro mag en een aansteker alstublieft. Hoewel de man lichtelijk verbaasd kijkt van mijn zwangere buik naar mijn vriendinnen, krijg ik zonder verdere opmerkingen het pakje in mijn handen gedrukt. Ach ja, misschien koop ik ze wel voor mijn vriendinnen, toch?! Maar, ik koop ze niet voor mijn vriendinnen. Nee, ik ben een onverantwoorde aanstaande moeder en begin zelf te paffen. Met in mijn ene hand mijn fiets, en in mijn andere hand mijn sigaret loop ik waggelend met mijn dikke buik en lachende buikloze vriendinnen richting de stad.

Deze battle is een battle tussen de vrijheid van de zwangere vrouw en de sociale controle in het studentenleven. Hoe lang kan ik blijven drinken en roken totdat iemand mij aanspreekt op mijn onverantwoordelijke gedrag? Op onze weg naar de stad worden er veel vreemde blikken geworpen op mijn dikke buik. Als ik met mijn sigaret de bewaakte fietsenstalling inloop, kijken de twee mannen mij vriendelijk aan. Hoewel ik met mijn buik net iets te hard met mijn stuur in mijn buik prik, “oeps”, verblikken of verblozen

ROUND 2: SEX, DRUGS AND PREGNANCYde mannen niet. “Fijne avond” is het enige wat ik hoor als we met zijn allen de feestende stad te gemoed treden.

Een goede avond begint natuurlijk in de Rumba. Een kroeg waar je op een donderdagavond veel studenten treft en ook het type jongen dat graag even aan je achterwerk voelt. Op een paar wijzende meisjes en een paar angstig kijkende mannen na worden er nog geen opmerkingen gemaakt en, opvallend ook, nog niet aan achterwerken gevoeld. Wat blijkt, mannen vinden zwangere vrouwen angstaan-jagend. Ze kijken naar je buik alsof de baby zich elk moment naar buiten kan eten en zich in hun armen werpt. Om toch wat reacties uit te lokken proberen we wat paaldanstricks uit. Hoewel de vreemde blikken blijven toenemen, maakt niemand een opmerking. De zwangere vrouw wordt min of meer geaccepteerd. Maar wordt ze ook geaccepteerd als ze heftig begint te drinken? Ons eerste rondje goldstrike blijft onbesproken en ook de barman schenkt ongegeneerd bij, de shotjes lijken ook steeds goedkoper te worden. Bij ons derde shotje heeft nog steeds niemand een opmerking gemaakt. Zelfs het oude buurmeisje van mijn ouders werpt alleen een zorgelijke blik op mijn buik, maar onthoudt zich van bemoeienis. Anna probeert ondertussen een jongen te strikken om met mij op de foto te gaan, maar hij blijft angstig naar mijn buik kijken. Als hij eindelijk is overge-haald voelt hij aan mijn buik en vraagt hij voorzichtig: “Hoe ver ben je al?” om vervolgens snel te vragen aan Anna: “Mag ik dan nu met jou op de foto?”

Omdat mijn buik wat warm begint te worden, neemt Annelijn het “buikje” over. Met een zwangere Annelijn lopen we de drukke negende cirkel in. Dé plek waar je zwanger echt niet thuis hoort. Er worden wat rare blikken op Annelijn geworpen, maar verder probeert niemand wat ruimte te maken. De negende op een donderdagavond is nogal dichtbevolkt gebied en er blijft er weinig ruimte voor een dikke buik. Willekeurig lopen mensen tegen de buik aan en niemand excuseert zich. Ook de biertjes die Annelijn rustig achterover tikt blijven onbesproken.

Wat we hieruit kunnen concluderen is het volgende. Studenten en bijbehorende barmannen hebben lak aan sociale controle. De “je-zoekt-het-zelf-maar-uit”-houding is enorm. Een zwangere buik wordt gezien als een lelijke trui die de mannen afschrikt en waar de vrouwen neerbuigend naar kijken. Een baby in je buik is in de studentwereld niet meer dan een lelijke accessoire. •

Met dank aanAnnelijn Remmelink en haar blauwe hemd, Anna Herngreen en haar kritische blik, Marion de Vries

Marloes Kingma, & Annemarie Herder

SOAP 31

WIJ HOUDEN JE WARM IN DE WINTER!Terwijl buiten de groene bladeren en blauwe luchten vervangen zijn door kale bomen en strenge vorst, is het binnen Sociëtas net zo sfeervol en warm als altijd. De commissies zijn hard aan het werk om hun fantastische activiteiten te organiseren en wij zijn lekker druk om het voor iedereen een nog mooier jaar te maken. Kortom: Sociëtas is en blijft een knusse vereniging. Het toppunt van verbroedering was voor ons het Bertus Postma-weekend. Op een koude dag in november vertrokken we met zo’n 30 man naar het pittoreske Tolbert, bakermat van de West-Groningse gezelligheid en vriendschap. Gewapend met pantoffels, chillbroeken en veel te warme truien, met toegang tot warmhoudende alcoho-lische versnaperingen en fantastische maaltijden hebben wij een schitterend weekend gehad. Voor alle actieve leden binnen Sociëtas was dit het moment om elkaar en de vereniging beter te leren kennen. Na de zenuwslopende en hersen-cel-dodende beerpong competitie, georganiseerd door Frank en Henrico, was het zaterdag heerlijk bijkomen in het zwembad in Leek. Het Bertus Postma weekend heeft de aftrap gegeven voor de vele leuke weekendjes die nog gaan komen. De goede toon voor dit jaar is in ieder geval gezet! Wat is er in deze periode nog meer gebeurd?

Inmiddels is de eerste activiteit van de CIA een feit! De Commissie Inhoude-lijke Activiteiten organiseerde een filmavond in Wolff Groningen, waar we na een lezing van Rene Veenstra over witteboordencriminaliteit getrakteerd werden op de première van de film Margin Call. De activiteit bleek een groot succes met maarliefst 61 bezoekers! Het vermoeden van het vorige bestuur blijkt juist: onder onze leden blijkt veel animo te zijn voor studie-inhoudelijke activiteiten.

De AcCie heeft haar naam waargemaakt en wederom een hoop activiteiten georganiseerd. Zo hebben we geschaatst in Kardinge en blijkt uit het succes van de spelletjes-avond dat ook onder de nieuwe sociologiestudenten veel liefde voor spelletjes bestaat.

Een groot succes van Sociëtas blijkt toch het koffie- en thee uur. Iedere donderdag, van 13:00 tot 14:00 kun je in de Bunker van de studievereniging een kopje koffie of thee halen. Veel studenten komen even langs, als studiepauze of voor de gezelligheid. En gezellig is het zeker! In de week van 5 december was er een speciale aflevering: het bunkeren in de Bunker uur. Iedereen werd gevraagd wat te eten mee te nemen. Aan deze oproep werd gretig ge-hoor gegeven, en om een paar minuten over één lag de Bunker vol met de grootste stapel eten. Spekjes, koeken, tompoucen en ook zelfgebakken taart kwam voorbij.

Het jaar 2011 is ten einde. Misschien is het goed om nog even te genieten van alle goede dingen en de les te trekken uit de dingen die minder goed zijn gegaan. Wij kijken terug naar een schitterend jaar met veel leermoment-en voor onszelf, het ontstaan en verdiepen van vriendschap binnen Socië-tas, het begin van ons bestuursjaar en een grote bloei van onze vereniging.

Maar, in tegenstelling tot wat de Maya´s beweren, is het einde nog niet in zicht! Wij hebben nog veel moois voor jullie in het verschiet! Het themafeest komt er weer aan, de Nacht is in volle voorbereiding, de Almanak is hard aan het werk om een schitterend jaarboek te presenteren, de excursie ligt weer in het verschiet, de liftwedstrijd, Batavierenrace, de trip naar Bratislava, vele borrels en nog vele andere activiteiten liggen allemaal nog in de toekomst. Wij kijken er naar uit.

Liefs,

Het Sociëtasbestuur

32 SOAP

O&S GroningenOnderzoek en Statistiek Groningen (kortweg O&S Groningen) is het onderzoeksbureau van de gemeente Groningen. Wij doen beleidsonderzoek en houden gegevens bij over de gemeente Groningen. Hiermee leveren we informatie die behulpzaam is bij het ontwikkelen en evalueren van beleid. We werken vaak voor diensten en afdelingen van de gemeente Groningen. Ook doen we regelmatig onderzoek voor andere gemeenten en instanties zoals woningcorporaties of Stichting Huis voor thuis- en daklozen.

Werkterreinen Onze onderzoeksterreinen zijn zeer divers: van Economie & Bedrijvigheid, Jeugd, Publieke

dienstverlening, Medewerkeronderzoeken, Klantenonderzoeken, Leefbaarheid & Veiligheid, Werk & Inkomen tot Zorg & Welzijn. Kortom, de onderzoeken richten zich op

diverse maatschappelijk relevante terreinen.

OnderzoeksmethodenDe onderzoekers van O&S Groningen zijn methodisch breed georiënteerd. Wij voeren zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeken uit. Afhankelijk van de onderzoeksvraag kiezen we voor: online-enquêtes, telefonische of schriftelijke enquêtes, groepsinterviews of individuele interviews. We hebben verder veel ervaring met het bewerken en analyseren van grote gegevensbestanden en hebben we de afgelopen jaren een omvangrijk Datawarehouse ontwikkeld. Ook zijn we in staat om bevolkings- en leerlingenprognoses uit te voeren.

Volg O&S Groningen via TwitterVia Twitter maakt O&S Groningen onderzoeksbevindingen en statistische informatie

wereldkundig. Wilt u ons volgen, meld u dan aan via Twitter.com/basisvoorbeleid

Meedoen aan enquêtes over de stad? Woont u in de stad Groningen en wilt u meewerken aan enquêtes over de stad? Als u lid wordt van het Stadspanel nodigen we u ongeveer zes keer per jaar uit. U ontvangt een uitnodiging per e-mail en kunt de enquêtes via internet invullen. Opgave voor het Stadspanel kan via onze website. Tot slot: meer weten? Bezoek onze website: www.os-groningen.nl