Slaaf van verslaving eindversie

24
Een magazine omtrent de psychosociale rehabilitatie in de verslavingszorg Slaaf VaN VerSlaviNg

description

Een eerste versie...

Transcript of Slaaf van verslaving eindversie

Page 1: Slaaf van verslaving eindversie

1

Een magazine omtrent de

psychosociale rehabilitatie

in de verslavingszorg

Slaaf

VaN

VerSlaviNg

Page 2: Slaaf van verslaving eindversie

2

Page 3: Slaaf van verslaving eindversie

3

Inhoudstafel

Page 4: Slaaf van verslaving eindversie

4

Voorwoord Ons magazine schijnt licht op psychosociale rehabiliatie, meer specifiek rehabiliatie in de

verslavingzorg. De rehabilitatie benadering in Vlaanderen is nog steeds relatief nieuw en onbekend

bij velen. Psychosociale rehabiliatie gaat uit van de wensen, sterke kanten en groeimogelijken van

mensen met beperkingen. Het is een hulpmiddel voor hulpverleners om cliënten te ondersteunen bij

iets dat ze zelf doen, zoals het stellen van een doel (bv. terug in de maatschappij geraken na opname

in een afkickcentrum), inzicht krijgen in hun mogelijkheden en het verwerven van een vaardigheid.

Onze keuze ging uit naar het werken rond verslavingsproblematieken omdat een veelheid hier

vandaag de dag mee kampt. In 2012 waren er al reeds 17.752 unieke personen geregistreerd bij de

Stichting Verslavingsreclassering (SVG). Naast hun verslavingsproblemen kampen de cliënten vaak

ook met problemen op tal van leefgebieden: zoals op vlak van relaties, huisvesting, scholing, werk en

inkomen. Een belangrijke uitkomst na de behandeling is dat de cliënt een leven heeft dat niet langer

meer door de verslaving wordt gedomineerd. Rehabiliatie kan bij een verslaving ‘zorg voor zin’

genoemd worden. Zinsgeving wordt voor een belangrijk deel uitgedrukt in rollen die men in het leven

vervult. Bijvoorbeeld: rol van partner, ouder, collega,... De benadering is er vooral op gericht om de

persoon te helpen door anderen gewaardeerde en voor hemzelf waardevolle rollen te ontdekken en

te vervullen.

Graag willen we iedereen bedanken die ons magazine mee mogelijk heeft gemaakt en ons een

bredere kijk heeft gegeven op de hulpverlening en psychosociale rehabiliatie, met name:

De Anonieme Alcholisten (AA Vlaanderen) te Berchem en de VZW Antwerps Drug Interventie

Centrum (ADIC) voor hun bereidwilligheid om ons meer te vertellen over hun werking en hun kijk

op rehabiliatie mee te delen. Gastspreker Marleen van Staey voor de getuigenis van haar eigen

ervaringen met haar zoon en over de noodzaak van herstelondersteunende zorg vanuit haar

perspectief als familielid. Gastspreker Tom Vansteenkiste en zijn deelnemers, die ons meer kwamen

vertellen over het project ‘Photovoice’ en hun herstelverhaal aan de hand van verschillende foto’s.

Gastspreker Hildegard Janssens en de cliënten uit het Psychiatrisch Verzorgingstehuis ‘De

Landhuizen’ en Beschut Wonen ‘De Sprong’, te Zoersel, voor hun getuigenissen als cliënten met een

langdurige psychische beperking en de evolutie dat de hulpverlening heeft gemaakt door de jaren

heen. Spreker Jochen Van den Steen voor zijn visie op destigmatisering in Gent en de uitleg over

het Aanloophuis ‘Poco Loco’. Alsook Ingrid Lammertyn om ons te vertellen over haar ervaringen met

de hulpverlening en hoe ze haar psychoses heeft ervaren. Verder willen we ook Jeroen Walravens

bedanken voor zijn eigen ingrijpend herstelverhaal waarin hij ons aanzet om het leven zelf in handen

te nemen. Tot slot willen we uitaard al de mensen op straat bedanken die bereidt waren om onze

vragen te beantwoorden.

Bronnen:

handboek en http://www.svg.nl/over_de_svg/missie_en_visie.html.

Page 5: Slaaf van verslaving eindversie

5

Inleiding

Page 6: Slaaf van verslaving eindversie

6

“Mensen die iets hebben

meegemaakt in hun leven die terug

geïntegreerd worden in de

maatschappij. Dit is wel zeer ruim en

persoonlijk gebonden. Een

persoonlijke begeleiding hierbij is

belangrijk om ze terug in de

maatschappij te laten renderen.”

De visie van de maatschappij Om de visie van de maatschappij kort in beeld te brengen, hebben we een aantal mensen op straat

bevraagd. Aan de hand van een aantal korte vragen, pogen we hun visie omtrent verslaving in beeld

te brengen. De meest prominente uitspraken die aan bod kwamen hebben we hieronder geciteerd.

Wat verstaat u onder psychosociale rehabilitatie?

“Opgenomen

worden en werken

om terug deel te

nemen aan de

maatschappij’.

“Als een normaal

persoon terug

functioneren in de

samenleving.”

“Psychosociale

rehabilitatie? Daar heb

ik nog nooit van

gehoord. Ik heb geen

idee wat dit inhoudt?”

Page 7: Slaaf van verslaving eindversie

7

Welke vooroordelen kent u omtrent verslaving?

“Het is hun eigen

schuld, ze kunnen zich

niet beheersen.”

“Het is slechts tijdelijk en niet zo

moeilijk om er van af te geraken

als je maar wilskracht hebt.”

“Men spreekt vaak over

een bepaalde sociale

klasse met slechte

vrienden zoals in de

volksmond wordt gezegd.”

“Eenzaamheid.”

Page 8: Slaaf van verslaving eindversie

8

Wat zijn volgens u de gevolgen van de verslaving?

“Het is belangrijk dat het

niet blijft duren want dit

is gevaarlijk voor

gezondheidsproblemen.” “Het ontwricht de

maatschappij en de persoon.”

“Verwaarlozing van

omgeving, familie, vrienden.”

“Isolatie, uitsluiting, laag

zelfbeeld. Met andere woorden

allemaal negatieve gevolgen.”

Page 9: Slaaf van verslaving eindversie

9

Welke stappen zouden mensen met een verslaving kunnen ondernemen om

terug te kunnen deelnemen in de maatschappij?

“Steun en hulp zoeken bij

vrienden of familie.”

“Hulp van buitenaf via

psychologische begeleiding of een

afkickcentrum.”

“Hun sociaal netwerk terug

langzaam aan opbouwen.”

“Erkennen van de verslaving en

het aanvaarden van het

probleem.”

Page 10: Slaaf van verslaving eindversie

10

Inzichten vanuit de hulpverlening Om een bredere kijk te verkrijgen op herstel en de visies vanuit de hulpverlening zelf, trokken we naar

een tweetal organisaties vanuit de verslavingszorg.

--------------------------

Het Antwerps Drug Interventie Centrum,

is een psychosociaal revalidatiecentrum voor problematische druggebruikers met als belangrijkste

doel deze druggebruikers te behandelen om hen zo volledig mogelijk maatschappelijk te reïntegreren.

Adic bestaat ondertussen ruim 25 jaar en kan zich dan ook een gevestigde waarde binnen de

Antwerpse drughulpverlening noemen.

DOOR: MARGAUX MANGODT, EMILIE PILET & ELLEN VINCENT

Wat zijn volgens u gevolgen van een

verslaving?

Het maatschappijbeeld is altijd een

eigen keuze, je kiest er zelf voor. Het zal wel

deels kloppen. Nochtans, wat ik vaak merk, is

dat mensen met een verslaving kampen, dat

dat dikwijls ook mensen zijn die andere

psychologische problemen ervaren en die

dikwijls om die problemen weg te werken, een

vorm van zelfmedicatie (druggebruik)

gebruiken. Mensen met weinig

zelfvertrouwen, met angststoornissen,

mensen met psychoses of andere rare

gedachtegangen waarvan sommige mensen

naar een therapeut gaan. Er zijn verslaafden

die van nature uit ook al wel bepaalde

problemen ondervinden op bepaalde

domeinen, die bv. sneller drinken op café,

cocaïne gebruiken of andersom: mensen die

heel empathisch zijn, vaak zijn dat mensen die

psychologisch niet ‘in orde’ zijn. Ik denk dat er

een hele groep mensen zijn die gebruiken

vanuit onderliggende problemen, waardoor

het zeer hardnekkig is om er vanaf te geraken.

Dikwijls is druggebruik een vorm van

zelfmedicatie en wordt dit door de

maatschappij vaak niet zo bekeken.

Ik denk dat het maatschappelijk beeld het

ergste vooroordeel is voor iemand die

uiteindelijk de keuze maakt om te stoppen.

Dat is al een gevecht tegen dat vooroordeel.

Ook mensen uit je eigen familie bekijken het

vooral als ‘als jij er nu gewoon mee stopt, dan

zijn we er vanaf’. Maar als mensen tijdens het

programma mondiger worden of assertiever

worden, wordt ineens een mening

uitgesproken maar dat verandert niet alleen

de persoon, maar ook die contacten. Als een

zoon ineens ingaat tegen zijn vader en je gaat

zeggen van zie ik wil wel degelijk zeggen wat ik

vroeger niet durfde zeggen, dan verandert er

dynamiek in de context. Soms met voordelen,

anderzijds met nadelen. Soms is er een

conflict tussen vader en zoon, want vader

heeft zijn mening uitgesproken dus er gebeurt

heel veel als mensen herstellen. Maar het

maatschappelijk beeld, heel veel gesprekken

gaan over het feit dat ‘als men gaat stoppen,

gaat alles goed komen’. Maar het is gewoon

niet zo. Het is veel meer dan dat.

Heel veel complexe situaties thuis. Dikwijls moet er veel meer gewerkt worden vooraleer er aan de verslaving kan gewerkt worden. Meestal is er sprake van een multi-problem, waarbij er heel veel achter zit bij die mensen.

Page 11: Slaaf van verslaving eindversie

11

Het is ook niet zo dat één aanpak werkt, men probeert ook op heel veel verschillende punten te werken. We ondersteunen hen ook heel hard in het administratieve, we zorgen dat hun papieren in orde zijn, die dingen allemaal. Ook heel hard op therapeutisch vlak, welke werkpunten liggen er bij die mensen en al die verschillende stappen aanpakken maken dat je er wat uitgeraakt. Maar gewoon zeggen van dat is hetgeen wat je gebruikt en daar moet je dus mee stoppen, dat gaat zelden zijn vruchten afwerpen. Het is een beetje een groot verhaal dat je moet bekijken.

Welke bijdrage levert de ADIC volgens u aan het herstelproces van een verslaafde?

We hebben hier een aantal programma’s. Er zijn heel veel verschillende soorten hulpverlening omtrent drugsproblematiek. Wij hebben bijvoorbeeld een zorgprogramma, maar ook het ontwenningsprogramma dat zich richt op ontwenning, observatie en oriëntatie. Dat is eigenlijk zoals bijvoorbeeld wanneer je je been breekt en je moet naar het ziekenhuis, je krijgt een plaaster aan je been voor 6 weken. Dit is zeer ongemakkelijk, je kan niet bewegen maar je been gaat genezen en ondertussen in een veilige omgeving proberen te herstellen. Dat is wat een ontwenningsprogramma eigenlijk doet. Wij werken ook met een behandelingsprogramma, dat kan je eigenlijk zijn als de kinesitherapie. Afhankelijk van de problematiek van de bewoners, komen mensen ofwel bij ons terecht, of in de psychiatrie, of andere instanties. Dat is dus eigenlijk behandeling. Binnen ons behandelingsprogramma wordt er heel hard gewerkt rond herstel op lange termijn, resocialisatie is daar een ander woord voor. Het programma houdt in dat men sowieso stopt met het gebruik, geen alcohol, drugs en niet-voorgeschreven medicatie. Die drie aspecten nemen wij als referentiepunt om clean te zijn. Dan begint het herstelproces. Er is zoveel nodig om uit die miserie te stappen en die mensen kunnen dat niet alleen. Dus we rekenen er wel op dat tijdens hun verblijf hun steunfiguren zoals familie, vrienden of partner ook voor een stuk bijdrage aan dat proces. Langzaam aan krijgen de bewoners meer

vrijheid en dat is de bedoeling dat ze zelf leren rekenen op terugvalpunten die buiten de hulpverlening liggen. Veel mensen hebben een goede vriend en vriendin waarbij ze hun hart even kunnen luchten. Veel mensen hier hebben niet zo’n vriend of vriendin. Ze weten vaak ook niet hoe ze aan zo’n gesprek moeten beginnen. Dat wordt hier dus eigenlijk langzaam aan gewerkt, mogelijk met succeservaringen, zodat ze dit kunnen gaan toepassen in hun eigen leven.

Kan u eens een werkdag beschrijven? Hoe ziet deze eruit? Wat zijn uw activiteiten?

Een klassieke werkdag hier is heel gestructureerd. De dag begint hier om 8u30. De bewoners zijn ondertussen al opgestaan en hebben al ontbeten. Dit doen ze zelf, zonder begeleider erbij. Vanaf 8u30 is er een ochtendbriefing, dat wil zeggen dat ze eigenlijk samenkomen met elkaar. De coördinator van de groep gaat vragen of er iemand naar buiten moet met een bepaalde reden, zoals bv. naar de tandarts. Dat wordt dus allemaal geregeld in de ochtendbriefing. Iedereen moet zijn persoonlijke afspraken doorgeven aan de coördinator. Om 9u komen wij erbij als stafleden en dan pakken wij onze agenda erbij en dan stemmen we die af op hun agenda. Alle afspraken die niet zijn doorgegeven, maar die zij hadden moeten doorgeven, daar gaan wij eventueel wel notities van nemen. Dat is voor ons eigenlijk een werkinstrument om duidelijk te maken dat als ze zich niet aan de afspraken houden, dat we dat opschrijven. Wanneer ze veel notities hebben, dan krijgen ze even de tijd om te bezinnen over waarom ze hun afspraken niet nakomen. Daarna krijgen ze hun medicatie en dan om 9u15 begint de eerste therapiesessie. Elke dag is wel een beetje anders. We hebben hier sowieso socio-therapeutische groepen waarbij ze babbelen over de problemen die er zijn. We hebben hier ook heel praktische dingen. We hebben bijvoorbeeld een werkgroep rond tijdsbesteding, waarbij we gaan vragen wat hun planning is voor het weekend. Men gaat dan bespreken hoe het weekend er zal uitzien om te leren op voorhand te plannen en zo veel mogelijk risico’s uit te sluiten terug naar

Page 12: Slaaf van verslaving eindversie

12

gebruik. Dat wordt dan ook in groep besproken of het een risicomoment is en of het veilig is om op die manier het weekend te plannen. Het lijkt allemaal heel vrijblijvend, praten over het weekend, maar eigenlijk is het dwingender dan dat. Je moet rekenen dat al die mensen ervaringsdeskundigen zijn, die heel goed weten of de ander een risico gaat lopen ja of nee omdat ze het zelf kennen. Ze spreken elkaar vaak tegen en in die zin zijn we eigenlijk allemaal elkaars externe verstand. Die mensen denken vaak op korte termijn. Bijvoorbeeld, ik wil dit weekend naar de Efteling gaan, dan denken de anderen van al van ‘Wat voor dag is dat? Is dat een feestdag? Loopt er geen veel volk rond? Ben je stressgevoelig? Heb je daar het geld voor? Wat zijn de openingsuren?’ Sommige mensen denken niet zo ver. Ze hebben goede ideeën, maar dan zijn ze niet goed gepland. Je ziet tijdens deze werkmomenten dat ze zich constant moeten verantwoorden. We hebben dan ook nog werkpunten, dat is een andere invalshoek. Dat is dan concreet van wat ga ik deze week actief aanpakken dat ik concreet kan veranderen aan mijn gedrag.

Dat kan over heel wat gaan, bijvoorbeeld ik ga meer in de groep vertellen of minder snel kwaad worden. Ze hebben verschillende dingen, wat heel persoonlijk is. Ze gaan zien rond welk gedragseigenschap ze van zichzelf willen gaan werken. Er wordt eigenlijk veel van hen verwacht. Als staf moeten we vaak een stap achteruit zetten, we gaan wel dikwijls tussenkomen maar ook heel hard het groepsproces stimuleren. Dit vooral zodat ze ook van elkaar kunnen leren. Ze krijgen heel veel verantwoordelijkheid, ze moeten hun eigen vergadering organiseren enz. Ook op verschillende vlakken heel veel verantwoordelijkheid zoals de keuken, het huishouden, planningen maken,…

Uiteindelijk komen ze op een dag terug buiten, moeten ze het ook terug zelf doen. We laten dus eigenlijk zo veel mogelijk dingen doen uit zichzelf. Wat zijn de meest voorkomende redenen waarvoor mensen naar hier komen? De voorwaarde is dat mensen voornamelijk eerst een drugsverslaving

moeten hebben. Dat is de hoofdinvalshoek. Maar vaak gaat een drugsverslaving ook gepaard met een

alcoholproblematiek. We maken er een klein

onderscheid in: je hebt alcoholverslaving,

medicatiemisbruik en druggebruik. We

hebben dus cocaïne, heroïne en alcohol.

Maar het valt dus eigenlijk allemaal wel onder

de term ‘misbruik van middelen’. Alcohol zien

we vaak als een rode lijn doorheen een

verslaving, maar op deze moment zijn er hier

ook cocaïneverslaafden.

Waar specialiseren jullie in, voor herstel?

Vragen jullie echt “Wat is hetgeen dat bij jou

voor het meeste problemen zorgt”?

Er wordt weinig heel gericht naar 1

middel toegewerkt. We proberen verslaving

wat in zijn geheel te zien. Elk middel heeft wel

zijn valkuilen. Maar in principe is het altijd wel

wat hetzelfde principe. Een verslaving blijft

wat het is. Eender welke drug dat het ook is,

het zal altijd wat aan hetzelfde principe

vastzitten. Je gebruikt een

bewustzijnsveranderend middel. Iets dat

veranderd hoe dat je denkt en hoe dat je u

gedraagt. We vragen vaak aan de persoon:

“Hoe ga je daarmee om?”.

Sommige middelen vragen wel een andere soort aanpak in de behandeling. De blowers die hier binnenkomen hebben een ander type persoonlijkheid dan de amfetamine- gebruikers. Dan merk je ook wel in je werking dat het gedrag van de personen die dan niet meer gebruiken, zal veranderen en er anders zal uitzien. Vaak leven veel blowers nog in een wolk als ze hier binnenkomen. Dat vraagt bij hen dan meer tijd in hun denkproces om ergens te geraken. Terwijl dat Amfetamine-gebruikers heel gedreven zijn. Ze willen heel actief zijn. Deze gebruikers gaan ergens heel extreem in opgaan. Bijvoorbeeld: ze zullen bij sportactiviteiten heel extreem sporten. Er vindt een soort verschuiving plaats van iets illegaal (de drug) naar iets legaal (het sporten). Maar de manier waarop je aan sport doet,

moet ook in kaart worden gebracht. Een

overcompensatie van iets gezond kan ook niet

goed zijn.

Page 13: Slaaf van verslaving eindversie

13

Er komen verder ook mensen binnen die naast een drugsverslaving ook een gokverslaving of een seksverslaving hebben. Iemand met een drugsverslaving kan naast die verslaving nog verslaafd zijn aan allerlei andere dingen. Want een verslavingsgevoelige mens kan aan alles verslaafd zijn. We nemen hier in ADIC geen mensen op die een gokverslaving hebben. Maar we nemen wel mensen op die naast hun drugsverslaving ook een gokverslaving hebben of gevoelig zijn voor andere verslavingen. Er wordt hier dus in de eerste plaats wel gekeken naar een drugsverslaving. Het komt eigenlijk allemaal neer om op korte termijn aan behoeftebevrediging te doen. Elke vorm van verslaving geeft een boost in de zin van ‘Ik voel mij beter als ik dat heb gedaan’. Elke verslaving is dus met dezelfde voedingsstoffen bezig. Werken jullie vooral in groep of meer individueel? Hoe is de verdeling? De behandeling of de begeleiding is bijna altijd in groep. De structuur van het weekprogramma (wat we hier elke dag doen) is gericht op het werken in groepen. Maar er is sowieso wel individuele begeleiding rond de administratie. En als het blijkt dat iemand omwille van traumatische ervaringen individuele psychotherapie nodig heeft, dan zullen we die persoon ook doorverwijzen naar een dienst om hierover te spreken. Onze hoofdwerking richt zich dus wel vooral op het groeps-sociowerk. Op basis van welke criteria worden de groepen verdeeld? De groepen worden niet verdeeld. Iedereen wordt samen gezet. Iedereen die hier binnenkomt, komt in een groep terecht waar ze de komende maanden mee aan de slag zullen gaan. Er zit dus soms een groot leeftijdsverschil tussen. Iemand van 18-jaar kan in een groep zitten met iemand van 40 jaar. Over hoeveel mensen spreken we dan per groep? De maximale opname is 12 deelnemers in de groep. Maar doorgaans is dat wel 10 deelnemers. Er zijn ook nog 8 kamers aan de voorkant, voor de ‘woon-fase’. En daar kunnen nog eens 8 mensen

opgenomen worden. In die woon-fase is er zelfs de mogelijkheid dat als mensen kinderen hebben, die er eventueel ook verblijven. Wanneer een persoon hervalt, hoe blijven jullie hen dan motiveren om te toch te herstellen? We beginnen met het eerlijkheidsprincipe. We hebben twee invalshoeken:

1) Als iemand een terugval heeft (Terugval = even een steek laten vallen , maar opnieuw verder willen gaan) en dit eerlijk komt zeggen nog voor dat hij/zij gecontroleerd wordt, dan zetten we het in de verf door de persoon bijvoorbeeld apart te zetten en een opdracht te laten maken of door een gesloten week op te leggen.

De controle doen we aan de hand van een

blaastest zoals gebruikt wordt bij de politie. Ze

moeten bij de controle 0,00 blazen, blazen ze

echter meer dan weten we dat ze gedronken

hebben.

2) Als iemand echter niet eerlijk is en niets zegt voor de controle, maar toch

positief blaast of uit een urinecontrole blijkt

dat deze positief is op een bepaald product,

dan stopt het programma onmiddellijk. Dan

worden ze aan de deur gezet.

We kunnen niet werken met mensen die niet met eerlijkheid werken. Het zijn allemaal vrijwillige opnames, niemand zit hier onder dwang. Het is hun keuze. Dus als ze het verpesten, dan volgt er een schorsing. Ze kunnen zich wel opnieuw terug aanmelden. Als dit gebeurt, dan gaan we in het intakegesprek kijken of er genoeg motivatie is. We leggen het pakje terug op hun schouders. Want als wij heel graag willen dat iemand clean wordt, maar de persoon zelf is er nog niet klaar voor, dan is de hulpverlener heel hard aan het werken. Zo’n situaties zijn vaak heel vermeiend en frustrerend voor een hulpverlener. De motivatie moet vanuit de persoon zelf komen. De hulpverleners kunnen het niet voor hen doen.

Page 14: Slaaf van verslaving eindversie

14

Weten ze zelf op voorhand dat ze buiten liggen als ze liegen? Ja, ze krijgen in het begin allemaal een bundel mee met de regels in en wat er gebeurt als men zich er niet aan houdt. Er staat ook zeer expliciet in er gebeurt als er een terugval is. Gebeurt een terugval vaak? Niet zo regelmatig, maar het gebeurt wel. Sommige van hen kunnen het bovendien goed verstoppen.... Maar als ze erover liegen, vallen ze vroeg of laat toch door de mand. Het is aan hen : zij zijn hier in het programma om te werken aan een toekomst waarin ze clean zijn. Als ze dat willen bereiken, dan moeten ze ook hun gedrag daaraan aanpassen. Erover liegen en het verstoppen valt niet onder het idee van clean worden. We begrijpen zeker dat de verleiding er is. Over die drang of die verleiding kunnen we spreken. Maar als iemand niet eerlijk is... Vaak is iemand niet direct eerlijk omdat hij/zij zich ervoor schaamt of omdat hij/zij angst heeft om geschorst te worden. In hun ogen was het vaak ‘maar 1x’. Bij de socio- intake (de intake met de uitleg over het programma) proberen we al duidelijk te maken dat een terugval kan. We zeggen soms: “Wat als het misloopt? Wat ga je doen om de schade te beperken?”. We raden hen soms ook aan om op voorhand een protocol af te spreken voor als het misgaat, bijvoorbeeld met hun familie. Ze moeten als een nadenken over wat ze dan zouden doen. Ze moeten ervoor zorgen dat ze een plan hebben voor als het misgaat.

Hoe gaan jullie om met stigmatisering? Is er een specifiek plan om de stigmatisering tegen te gaan?

Stigmatisering is iets dat de maatschappij doet. Wij kunnen enkel werken binnen deze muren. We kunnen de wereld buiten niet veranderen. We kunnen alleen maar aan onze cliënten zeggen: “Er is stigmatisering buiten, wat doe je er zelf mee?” Bv: een Marokkaanse man die gevoelig is voor racisme. Er is racisme, maar we kunnen aan hem vragen, hoe ga je ermee omgaan? We zullen als iemand een sollicitatiegesprek

heeft bijvoorbeeld wel gaan samen zitten met

die persoon en bespreken wat hij/zij gaat

zeggen als ze vragen waarom er zo’n gat zit in

hun CV. We zullen ze wel wat proberen voor

te bereiden.

Welke stappen kunnen mensen specifiek

ondernemen om terug deel te nemen aan de

maatschappij?

Het gaat over een aantal items: Ten eerste

moet de verslavingsgevoeligheid voor een

bepaald product in kaart worden gebracht.

Waarom heb je dat product nodig? Wat geeft

je dat waardoor je niet zonder kunt?. Ten

tweede moet er gekeken worden naar hoe

een persoon zijn werk kan behouden, zijn

administratie in ode kan krijgen,... etc. We

moeten kijken naar bepaalde vaardigheden

die onderontwikkeld zijn. Deze vaardigheden

moeten in kaart worden gebracht en op

geoefend worden zodat ze verbeteren. Het is

eigenlijk één grote cursus om uiteindelijk een

beetje het leven terug op de rails te krijgen.

Maar het is niet omdat het aanbod er is dat

iedereen er gebruik van maakt of dat het een

garantie geeft op clean worden. De cliënten

bepalen zelf wat ze gaan toepassen in de

praktijk en hoe eerlijk zij daarmee gaan

omgaan.

Aanvullend:

Percentage van clean worden? Naïef idee om er zo over te spreken!

Het is een winst voor elke bewoner die het

huis verlaat, dat als het buiten deze muren

mis gaat, dat ze weten waarom het is

misgegaan.

Ze moeten hier in ADIC zoveel analyseren over

hun gedrag voor hun uiteindelijke herval. Bv:

“ik heb slecht afgesproken met een vriendin”,

“mijn geld was op,” “ik heb mijn dag slecht

ingeplant”. Omdat ze daar altijd

verantwoording over moeten afleggen en

erover leren, dan weten ze als ze misgaat

waarom. Dat is de moment dat ze zelf terug

recht kunnen staan. “Als ze zichzelf terug

kunnen herpakken, dan heeft het programma

effect gehad’.

Page 15: Slaaf van verslaving eindversie

15

“Patrick” en zijn ervaringen met herstel en rehabilitatie

binnen de Anonieme Alcholisten (AA)

“... Een alcoholist is een patiënt die niet beseft hoe ernstig ziek hij is. Men

heeft hem gezegd dat hij de borrel moet laten staan en hij vindt zelf ook,

dat het beter zou zijn dit te doen, doch lukt het hem niet. ... De patiënt

kan een ongeschoold arbeider zijn, of moeder van een gezin die maar met

moeite kan rondkomen, doch net zo goed iemand met een lange

academische opleiding, arts, professor of groot zakenman. ... Maar erger

is het nog als de drinker noch diens naaste omgeving beseffen dat hier

sprake is van een veel voorkomende, zij het zeer ernstige ziekte, waarvan

herstel onmogelijk is zolang de patiënt niet weet dat hij ziek is en dus niet

alles op alles zet om te herstellen. ...”

DOOR: CHARLINE DE BLOCK, ESTHER DRIES EN JONAS HOUBEN

Het is begin november wanneer we naar

het AA-kantoor van Berchem trekken.

Reeds aangekomen op het doorgegeven

adres, stellen we ons zelf de vraag: ”zijn

we wel op de juiste plaats?”. Er is

namelijk nergens een groot uithangbord

te zien of een inkomdeur met het logo

van de AA. Plots zien we echter een

klein, sober bordje met de vermelding

‘Anonieme Alcoholisten – Berchem’.

Gelukkig, we zijn aan het juiste adres!

We bellen aan en worden ontvangen

door Patrick (pseudoniem) een cliënt en

medewerker van de desbetreffende

organisatie. Na een kennismaking en het

uitschenken van de koffie, zetten we ons

opnameapparatuur klaar. Hierop wijst

Patrick ons terecht op de anonimiteit van

de organisatie, waaruit onze eerste

vraag voortvloeit...

Waarom zijn jullie zo gesteld op

anonimiteit?

Patrick: Onze organisatie is

volledig anoniem en hier hechten we

zeer veel belang aan. We komen niet

naar buiten in het nieuws, in

televisieprogramma’s of andere vormen

van media. Bovendien worden er geen

ledenlijsten of lidkaarten bijgehouden.

Zelfs de leden onderling kennen elkaars

achtergrond vaak niet. We doen dit

omwille van een aantal redenen. Zo

geven de leden van de AA hun

boodschap van hun eigen herstel door

aan andere alcoholisten, van persoon tot

persoon. Het is hierbij onbelangrijk

welke status een bepaalde persoon

heeft. Via anonimiteit kan iedereen

dienen als voorbeeld van herstel en

stimuleren ze andere alcoholisten om

hulp te vragen. Bovendien wordt er via

de anonimiteit gezorgd dat de drempel

tot deze hulpverlening drastisch verlaagd

wordt. Hoe gaan jullie juist tewerk

om het herstel van een persoon te

bereiken? Patrick: Wij werken via

vergaderingen of praatgroepen van een

15 à 20 personen. Iedereen is op deze

momenten welkom, vrouwen en mannen

van alle standen en van alle soorten

Page 16: Slaaf van verslaving eindversie

16

origine. De enigste vereiste om deel te

nemen is de wil en het verlangen om te

stoppen met drinken. In deze

praatgroepen worden ervaringen, kracht

en hoop gedeeld. Het doel van deze

gesprekken is nuchter blijven en anderen

helpen hetzelfde te bereiken.

Werken jullie dan volgens een

bepaalde structuur of methode?

Ja inderdaad. Wij hanteren het ‘Twaalf

Stappen’ programma, een soort

handleiding voor een nuchter leven. De

eerste stap is bijvoorbeeld het toegeven

dat je machteloos staat tegenover

alcohol. Een tiende stap daarentegen is

het opmaken van een persoonlijke

inventaris en als we fout zijn dit

toegeven. De laatste stap is het

doorgeven van deze principes aan

anderen en de principes bij al ons doen

en laten toe te passen.

Wie leidt deze vergaderingen?

Patrick: Wij werken altijd met een

chairman. Dit is de persoon die zorgt dat

de vergadering op tijd begint en stopt.

Hij (of zij) zorgt ervoor dat iedereen aan

het woord komt en fungeert als een

soort moderator. Deze persoon leest ook

in het begin altijd de definitie van ons

herstel. Er wordt na een aantal

vergaderingen steeds weer gewisseld

van chairman, zodat iedereen eens deze

rol opneemt.

Hoe verloopt de vergadering dan

precies?

Patrick: Na het voorlezen van de

definitie, wordt ‘de toer gedaan’. Dit

doen we willekeurig of soms wilt er

iemand beginnen. Tijdens deze toer

vertelt iedereen over zijn week,

bijvoorbeeld over de moeilijkheden die

iemand ervoer met zijn belastingsbrief,

een moeilijke scheiding... Er wordt niet

enkel verteld over negatieve punten,

maar ook over positieve zaken.

Bijvoorbeeld grappige situaties met de

kinderen, een leuke activiteit die iemand

heeft gedaan... We helpen elkaar met

raad te geven en verwijten elkaar niets.

Hoe komen cliënten of leden bij

jullie terecht?

Patrick: Het is belangrijk dat de

persoon zelf om hulp komt vragen. We

gaan niet mensen die in problemen zijn

opbellen en hen vragen of we ze kunnen

helpen. We werken dus niet

outreachend.

Hoe proberen jullie ervoor te zorgen

dat een persoon minder

gedomineerd wordt door de

verslaving?

Patrick: Men kan met elkaar

praten over ervaringen en vragen

stellen. Bovendien is er de mogelijkheid

om steun te zoeken bij lotgenoten. Het

feit dat mensen er voor elkaar zijn staat

centraal in het overwinnen van de

verslaving. Ze staan er niet alleen meer

voor en dit gevoel is zeer belangrijk.

Helpen jullie cliënten in het zoeken

van een waardevolle rol in de

maatschappij? Indien ja: Op welke

manier doen jullie dit?

Patrick: Het voornaamste dat we

trachten te doen, is ervoor zorgen dat

men een voldoende groot sociaal

netwerk uitbouwt. Op deze manier heeft

men steeds een steunvlak waar men bij

terecht kan.

Wanneer een persoon hervalt, hoe

trachten jullie hem te blijven

motiveren om te herstellen?

Patrick: We tikken de persoon

nooit op de vingers. Mensen die

hervallen liegen vaak in eerste instantie

tijdens de vergadering en zeggen dat ze

een goede week gehad hebben. Ze

spelen komedie dat ze nuchter zijn,

maar na een tijd vallen ze door de mand.

Ze bekennen dan vaak al wenend. Op

zo’n moment onderbreekt men hen nooit

en wordt hen ook niets verweten. Ze

moeten wel beseffen dat eerlijkheid het

langst duurt.

Hoe gaan jullie om met

stigmatisering?

Patrick: Als mensen negatieve

zaken zeggen over iemand die naar de

AA gaat, dan is deze persoon is erdoor

geraakt. Op zo’n moment maken

lotgenoten dan duidelijk aan hem/haar

dat het die mensen hun probleem is. De

persoon in kwestie is namelijk een

gezond egoïst en hier wordt hij/zij aan

herinnerd. Dit wil zeggen dat men aan

zichzelf moet denken en eerst zelf

Page 17: Slaaf van verslaving eindversie

17

volledig moet herstellen vooraleer men

naar anderen gaat kijken of proberen te

helpen. Wat anderen erover denken

maakt niet uit. Er zijn mensen in de

groep die er dus wel degelijk problemen

mee hebben en zij praten er dan over.

Samen gaan we dan advies zoeken en

moed inspreken. We zeggen dan: “Je

moet er niet mee inzitten”. Door

wederzijdse steun pakken we dit aan en

leren we ermee omgaan. Tevens leren ze

de persoon inzien dat het normaal is dat

, bijvoorbeeld een familielid, een opinie

heeft over de verslaving. Iedereen helpt

meedenken, er zijn geen regels over hoe

er wordt omgegaan met zo’n situatie. Als

iemand dit op tafel gooit, wordt er zo

goed mogelijk op ingespeeld en het is

aangepast aan de persoon die er op dat

moment mee zit.

Wat gebeurd er als iemand hervalt

en dronken binnenkomt?

Patrick: Als iemand dronken

tijdens zo’n vergadering binnenkomt dan

kaarten we dit aan. We benoemen het

gedrag en vragen aan hem/haar om zich

rustig te houden of anders de

vergadering te verlaten. De chairman

zegt dan: “We weten dat we hier zijn om

aan nuchterheid te werken en dit is ook

ons enige vereiste. Ofwel luister je in

stilte en laat je ons praten ofwel verlaat

je de kamer.” Je dwingt op deze manier

respect af, dit is namelijk essentieel om

een vergadering in goede banen te

leiden.

Wat zijn de meest voorkomende

redenen van de verslaving hier?

Patrick: We staan hier niet zo bij

stil. Het gaat namelijk enkel om het

helpen van de persoon op dat moment.

Er wordt dan ook nooit gevraagd in deze

groep waarom men hier zit. Het valt wel

op dat het vaak te maken heeft met

stress en in de knoop zitten met zichzelf.

Wat betekent psychosociale

rehabilitatie voor u?

Patrick: Dat je terug kunt

meedoen in de maatschappij. Zo heb ik

bijvoorbeeld terug mijn plaats in mijn

gezin gevonden. Ik doe terug mee, zelfs

veel meer dan vroeger. Verder heb ik

ook meer respect voor mijn medemens

en doe ik aan vrijwilligerswerk. Ik

oordeel ook veel minder dan vroeger en

heb een rijker leven. Psychosociale

rehabilitatie is dus voor mij van groot

belang.

Kent u ook veel vooroordelen waar u

en uw medeleden tegen opboksen?

Patrick: ‘Een alcoholverslaafde is

een zwakkeling’. Dat is een vooroordeel

waren velen mee te maken krijgen.

Sommigen hebben hier echt problemen

mee, maar deze personen helpen we

door erover te praten. Zo bieden we

onderlinge steun en advies zodat we er

op een betere manier mee kunnen

omgaan.

Wat zijn volgens u de voornaamste

gevolgen van een verslaving?

Patrick: Het grootste gevolg en

resultaat is een ongelukkig leven voor de

persoon, en vaak ook zijn omgeving.

Bovendien ga je er lichamelijk als fysiek

onderdoor.

Familieleden, hoe worden deze

betrokken of bijgestaan in het

herstelproces?

Patrick: De AA richt zich

voornamelijk op de alcoholist zelf, maar

door de nuchterheid en het beter

functioneren van deze persoon geef je

iets terug aan zijn of haar omgeving.

Want alcoholisme is een gezinsziekte, de

familie lijdt er ook onder. Indien

familieleden meer hulp nodig hebben,

kunnen ze terecht bij Al-anon. Deze

organisatie heeft dezelfde structuur van

de twaalf stappen, maar zij werken enkel

met familieleden van. Ze zoeken steun

bij elkaar en delen ervaringen. Ook voor

kinderen bestaat er een organisatie,

namelijk Alateen. Zij vergaderen onder

begeleiding van volwassenen. Het enige

probleem bij deze organisatie is dat de

kinderen toestemming moeten hebben

van hun ouders om deel te nemen. Het

is vaak moeilijk voor het kind om aan de

verslaafde ouder toestemming te vragen

en toe te geven dat hij/zij er ook onder

lijdt.

Hartelijk dank voor dit interview

Patrick, en succes met je verdere,

‘nieuw’ leven.

Page 18: Slaaf van verslaving eindversie

18

De kijk van de naaste omgeving

Gastspreker: Marleen Van Staey “Vanuit de hulpverlening was er vroeger een groot wantrouwen naar de familie van de cliënt toe. Ze werden overal buiten gehouden. De herstelbenadering heeft een impact op betrokkenheid van familie. Het perspectief van de familie bestaat niet: je bent ouder van…, broer van…, ex-partner van.., goede vriend van...” Zo begon Marleen Van Steay haar toespraak rond psychosociale rehabilitatie op maandag 17 november. Tijdens dit gastcollege kwam Marleen Van Staey haar visie delen op de hulpverlening en het herstelverhaal brengen als zijnde ouder van een psychotische zoon. Met haar verhaal wil ze het belang aantonen van het betrekken van de context en de familie van iemand met een psychische aandoening in de hulpverlening. Hoewel er al een grote evolutie is gebeurd wat betreft de stigmatisering rond mensen met een psychische aandoening en de manier waarop ze in instellingen behandelt worden eveneens sterk gewijzigd is, blijft de familie toch vaak nog aan de zijlijn staan. Ze worden niet volledig betrokken door de hulpverleners, wat vaak leidt tot situaties waarbij familieleden niet weten wat er de cliënt te wachten staat, hoe de toekomst eruit ziet en welke bijdrage ze zelf kunnen leveren. Marleen geeft aan dat er meer nood is aan specifieke hulp voor het herstelproces van de familie, want ook bij hen is er sprake van een herstelproces. Het gaat bij hen dikwijls over het begrijpen van wat er gebeurt is: hadden ze als moeder/vader/broer/… dit kunnen voorkomen? Hadden ze iets anders kunnen doen? Hoe moeten ze gepast omgaan met hem/haar? Verder geeft ze aan dat de hulpverlener meer oog moet hebben voor de familie als partner in de zorg. Want ‘ wie zorgt, moet meepraten’. Hoewel er al een positieve evolutie te zien is op dat vlak, is het toch nog moeilijk om als familielid gehoord te worden tussen alle hulpverleners die druk bezig zijn met hun patiënten/ cliënten. Ze kijken te weinig om naar de familie die hem/haar uiteindelijk het beste kent.

Page 19: Slaaf van verslaving eindversie

19

Lezersbrieven

Page 20: Slaaf van verslaving eindversie

20

Voor-en na/ervaringsbeschrijvingen

Page 21: Slaaf van verslaving eindversie

21

Colofon ‘Slaaf van Verslaving’ is tot stand gekomen door de samenwerking van zes studenten Toegepaste

Psychologie. Door een bundeling van verscheidene talenten en inzichten kreeg deze magazine steeds

meer en meer vorm. Hieronder vindt u een toelichting over wie deze personen zijn en wat hen

intrigeert.

Hallo, ik ben Esther Dries, 21 jaar en studeer Toegepaste Psychologie

aan Thomas More Antwerpen net zoals mijn mederedactieleden. Ik

ben zeer stipt en kan goed zaken organiseren en plannen. Op deze

manier heb ik er ook voor gezorgd dat de ontwikkeling van dit

magazine zeer vlot verliep. Alle taken werden goed verdeeld en er

werd voor gezorgd dat de deadlines werden nagekomen. Verder

werk ik heel graag in een team en het was een eer om met al deze

toffe mensen deel uit te maken van een hechte groep. We hebben er

allemaal van genoten en fijne ervaringen opgedaan, dit is net waar ik

het voor doe! Het eindresultaat van de magazine werd nog eens

grondig nagelezen door mij en uiteindelijk met veel voldoening

gepubliceerd.

Mijn naam is Jonas Houben. Sedert mijn middelbare studies werd mijn

interesse geprikkeld door het maatschappelijk welzijn van mensen. In

het kader van deze studies, namelijk Humane Wetenschappen, verkreeg

ik de kans om deel te nemen aan enkele belangwekkende projecten. Zo

ging ik mee na hoe het is om te leven achter de tralies van de Belgische

gevangenissen en tegen welke vooroordelen gedetineerden moeten

opboksen. Ik sprak hierbij met verscheidene ervaringsdeskundigen,

hulpverleners en familieleden. Eveneens omtrent internering werkte ik

mee aan een project en liep ik stage op de forensische afdeling van een

psychiatrisch centrum. Naast deze belangstellingen, beschik ik over

grafische vaardigheden en de behendigheid om teksten vorm te geven.

Door de combinatie van mijn interesses en vaardigheden nam ik graag

de rol van grafisch vormgever op.

Ik ben Ellen Vincent, grafisch ontwerper van het tijdschrift. Al van jongs

af aan ben ik creatief in de weer en heb ik oog voor detail. Mijn hobby

was kunstacademie en in het secundair onderwijs studeerde ik af in het

Kunstonderwijs. Daarnaast heb ik steeds een sterke interesse gehad in de

psyché van de mens en ben ik Toegepaste Psychologie gaan studeren.

Werken voor dit tijdschrift is de perfecte combinatie van mijn interesses.

Esther Dries

Ellen Vincent

Jonas Houben

Page 22: Slaaf van verslaving eindversie

22

Ik ben Charline De Block, 21 jaar. Al van kleins af aan heb ik de neiging

om mensen te helpen, steeds als er een nieuwe leerling in de klas kwam

deed ik mijn best om hem te integreren. In het middelbaar studeerde ik

af in de richting Humane Wetenschappen. Het gedrag en wat er zich in

het hoofd van mensen afspeelt, vind ik zeer interessant. De vakken van

Toegepaste Psychologie sluiten erg aan bij mijn interesses. Ik heb de taak

van fotograaf voor deze magazine. Ik ben van mening dat foto’s veel

sterker zijn dan woorden.

Ik ben Margaux Mangodt, 3de-jaars studente Toegepaste

Psychologie en journaliste van ons magazine. Net zoals mijn

medecollega’s, kwam ik bij hen terecht omwille van een project rond

psychosociale rehabilitatie. Ik heb de functie van journaliste op mij

genomen, omdat ik van nature nogal nieuwsgierig ben, open-minded

en graag in contact kom met mensen. Ik vind het zeer interessant om

op zoek te gaan naar verschillende visies omtrent een onderwerp. Ik

ben dol op het discussiëren over nieuwe ontwikkelingen, het in

contact komen met verschillende culturen en de wereld zien door de

ogen van iemand anders.

Ik ben Emilie Pilet. Ik ben 20 jaar en eveneens laatstejaarsstudent

binnen de opleiding Toegepaste Psychologie. Gedurende mijn

middelbare studie heb ik enkele projecten gedaan rond

gedragswetenschappen. Hierbij werd vooral gewerkt rond de

gevolgen die een bepaalde problematiek of stoornis met zich kan

meebrengen. Wat mij het meest interesseerde, waren de

verschillende belevingen van eenzelfde problematiek. Deze

projecten hebben mij geprikkeld om me te verdiepen in het

psychologische werkveld. Voor deze magazine over psychosociale

rehabilitatie werd ik opgedragen als eindredactrice. Mijn

middelbare studie in Latijn-talen heeft een sterke bijdrage geleverd

aan mijn taalvaardigheid.

Graag willen we onze dank uiten naar iedereen die heeft meegeholpen in de totstandkoming van deze

magazine. In het bijzonder meneer Geert Vanreusel, Tim Verleyzen, ‘Patrick’ en de zorgverleners van

het centrum Adic.

Charline De Block

Margaux Mangodt

Emilie Pilet

Page 23: Slaaf van verslaving eindversie

23

Page 24: Slaaf van verslaving eindversie

24