17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

125
17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie

Transcript of 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Page 1: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

17.Wat straft men?

De misdrijven in het algemeenEindversie

Page 2: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Inhoud

Het materieel bestanddeel van een misdrijf Het moreel bestanddeel van een misdrijf Enkele bijzondere modaliteiten

De strafbare pogingDe strafbare deelneming

De strafuitsluitingsgronden

Page 3: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Materieel bestanddeel

Veel gedragingen in loop van tijden altijd strafbaar, andere zeer verschillend

Gedragingen van individuele mensen, niet van dieren of van gemeenschappen

Uiterlijk waarneembare gedragingen Verboden handelen, verboden verzuim en

het veroorzaken van een verboden gevolg door handelen of niet-handelen

Page 4: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Dierenprocessen

Begrip : processen tegen een dier d.w.z. proces waarin een dier een subject (geen object of middel) van strafrecht is

Verklaringen : Demonentheorie Personificatietheorie

Page 5: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Gemeenschappen

In beperkte mate strafbaar in het oud-re-gime

Principieel niet strafbaar in 19de en 20ste

eeuw : Universitas delinquere non potest Sinds 1999 zijn ‘rechtspersonen’ wel straf-

baar voor misdrijven die een intrinsiek verband hebben met hun doel (art. 5 Sw.). Specifieke straffen bepaald in art. 7bis Sw.

Page 6: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Uiterlijk waarneembare gedragingen

Geen gedachtenstrafrecht : Cogitatio-nis poena nemo patitur

Daadstrafrecht, geen zijnsstrafrecht

Page 7: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Indeling van de misdrijven

Commisiedelicten Omissiedelicten Commissiedelicten door omissie

Page 8: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Commissiedelicten

Twee soorten : Veroorzaken van een verboden gevolg

door een handelen Verboden handelen los van een scha-

delijk gevolg

Meeste misdrijven waren in alle tij-den commissiedelicten

Page 9: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Omissiemisdrijven

Niet-handelen wanneer handelen is voor-geschreven (los van een schadelijk ge-volg)

Kwamen veel minder voor Werden steeds minder gestraft

Page 10: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Commissiedelicten door omissie

Begrip Strafbaarheid Bestraffing

Page 11: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Begrip « commissiedelict door omissie »

Veroorzaken van een verboden gevolg door een niet-handelen

Drie soorten : Niet-aangifte van gepland misdrijf Niet-verhinderen van de uitvoering van een misdrijf Niet-verschaffen van hulp aan een persoon die in

gevaar verkeert en daardoor overlijdt of zwaar gekwetst wordt

Page 12: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid :twee theoriëen

Liberale theorie : niet-handelen slechts strafbaar indien er een uitdrukkelijke rechtsplicht tot handelen bestaat.

Sociale theorie : niet-handelen steeds strafbaar, tenzij men door te handelen zelf in gevaar komt

Page 13: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Bestraffing vancommissiedelicten door omissie

Steeds minder dan indien verboden gevolg werd veroorzaakt door een handelen

Page 14: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

De strafrechtelijke schuld

Begrip schuldstrafrecht Bepalen strafrechtelijke schuld Schuldvormen Schuldstrafrecht in de tijd

Page 15: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Begrip schuldstrafrecht : strafrecht met twee beginselen

Geen straf zonder schuldDe hoeveelheid van straf hangt in de

eerste plaats af van de hoeveelheid schuld

Page 16: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Andere soorten strafrecht

Gevolgsaansprakelijkheid Straf of geen straf naargelang er al dan niet een schadelijk

gevolg is Hoe meer schade, hoe meer straf

Beveiligingsstrafrecht Maatregel of geen maatregel naargelang de dader al dan

niet gevaarlijk is voor de maatschappij Hoe meer gevaar, hoe meer maatregel

Ordeningsstrafrecht Mens moet bepaalde sociale rollen spelen Indien hij zich niet conform gedraagt, wordt hij ge-straft

Page 17: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Bepalen strafrechtelijke schuld :antwoord op twee vragen

Was hier een normaal mens werkzaam?

= vraag naar de « toerekenbaarheid » Met welke graad van schuld (schuldvorm)

handelde die mens?

= vraag naar de « verwijtbaarheid » 

Page 18: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Toerekenbaarheid

Toerekenbaarheid wordt niet theoretisch, maar praktisch bepaald door de leer van het “indeterminisme” Wie strafbare gedraging stelt is schuldig,

tenzij hij bewijst dat hij niet-redelijk was of geen vrije wil had

Leer van het determinisme bepaalt ten hoogste de strafmaat

Page 19: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Verwijtbaarheidof de schuldvormen

Opzet (dolus) Onachtzaamheid (culpa) Toeval (casus fortuitus)

Page 20: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Opzet

Begrip : ‘wetens’ en ‘willens’ han-delen of verzuimen Wetens : kennis van rechtsvoorschrift Willens : gerichtheid van de wil op het

materieel bestanddeel van het misdrijf Algemeen en bijzonder opzet Voorbedachte rade

Page 21: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Algemeen en bijzonder opzet

Algemeen opzet : louter willens en louter wetens … los van elk verder motief

Bijzonder opzet : wetens en willens en bijzonder wettelijk motief … los van nog verdere motieven

Page 22: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Algemeen en bijzonder opzet

Algemeen : W + W // verder motief

Bijzonder : W + W + bijzonderWet-telijk motief // verder motief

Page 23: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Algemeen en bijzonder opzet

Onderscheid niet gekend in het oude recht wegens de arbitraire bevoegdheid van de rechter : Le fait juge l’homme

Wel gekend in het moderne recht wegens het legaliteitsbeginsel

Page 24: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Voorbedachte rade

Begrip : bijzondere opzetvorm bij be-paalde misdrijven bestaande uit : Heimelijk karakter (oude recht) Tijdsverloop tussen het vormen en het

uitvoeren van het opzet (moderne recht)

Belang : leidt tot strafverzwaring

Page 25: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onachtzaamheid

Begrip : gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg

Onderscheid tussen grove, lichte en zeer lichte fout en belang hiervan

Page 26: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg

Gebrek aan voorzichtigheid: gevol-gen werden niet ingeschat

Gebrek aan voorzorg : gevolgen wer-den wel ingeschat, maar men hoopte dat men ze kon vermijden

Page 27: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Belang onderscheid tussen grove, lichte en zeer lichte fout

In het oude strafrechtVoor de strafVoor de procedureVoor het (vorstelijk) genaderecht

In het moderne strafrecht

Page 28: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Toeval

Geen schuld omdat elk redelijk persoon dit zou hebben gedaan of nagelaten Enkele voorbeelden

Onderscheid met onachtzaamheid is de “ver-mijdbaarheid”

Behandeling in loop van de tijden : Oude recht : geval van schuldloosheid Moderne recht : geval van materiële overmacht

Page 29: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Schuldstrafrecht in de loop van de tijden

Gevolgsaansprakelijkheid naast rudimen-tair schuldstrafrecht in de middeleeuwen

Volwaardig schuldstrafrecht met remini-centies van gevolgsaansprakelijkheid van-af de 15de eeuw

Schuldstrafrecht naast beveiligingsstraf-recht vanaf 1880

Schuldstrafrecht naast beveiligings- en ordeningstrafrecht in 20ste eeuw

Page 30: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Modaliteiten van het misdrijf

De strafbare poging De strafbare deelneming Samenloop

Page 31: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbare poging

Page 32: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Begrip strafbare poging (1)

Modaliteit van het misdrijf waarbij er wel opzet, maar geen resultaat is

Verschil met voltooid misdrijf : hier is er opzet enen resultaat

Page 33: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Begrip strafbare poging (2)

“Geen resultaat” Omwille dat niet alle handelingen konden

gesteld worden : gestaakte of onvoltooi-de poging

Omwille van omstandigheden los van wil van dader : voltooide poging, waaronder mislukt misdrijf en onmogelijk misdrijf

Page 34: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onvoltooide poging

Persoon met misdadig voornemen kan niet alle handelingen stellen nodig voor de voltooiing van het misdrijf onafhankelijk van zijn wil

Voorbeelden :Voorbeelden : Betrapte dief Weggeslagen geweer

Page 35: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Voltooide poging

Mislukt misdrijf : er kon resultaat zijn, maar er is er geen Schieten op een persoon die gemist wordt Fietsendief wordt twee meter verder

aangehouden Onmogelijk misdrijf of ondeugdelijke poging : er

kon geen resultaat zijn omwille van een Natuurlijke onmogelijkheid Juridische onmogelijkheid

Page 36: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Houdingen tegenover de poging

Romeinen en Germanen : geen begrip Italiaanse rechtsleer : begrip, maar

casuï-stisch opgelost 19de-eeuwse codificaties: eenheid van

criterium voor strafbaarheid en bestraf-fing … mits enkele uitzonderingen

Page 37: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onvoltooide poging

Begrip : deze modaliteit van het misdrijf die erin bestaat dat het misdadig voornemen geen resultaat heeft omwille van het feit dat niet alle handelingen konden gesteld worden

Strafbaarheid = van wanneer bestraft ? De ‘iter criminis’ moet hiervoor worden nage-

gaan Bestraffing

Page 38: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid : ‘iter criminis’

Louteregedachte

Voltooiing

I II III

Uitwendigehandeling

Page 39: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid : ‘iter criminis’

Louteregedachte

Voltooiing

I II III

Uitwendigehandeling

Probleem van de poging

vrijwilligestaking

Page 40: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid van de onvoltooide poging

De loutere gedachte of het loutere voornemen

De uitwendige handeling De vrijwillige staking

Page 41: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Loutere gedachtein beginsel niet strafbaar

Louteregedachte

Voltooiing

I II III

Uitwendigehandeling

Page 42: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Loutere gedachte, (zelfs geuit in woorden)

In beginsel niet strafbaar Geen schadeMoeilijk bewijsPrijs voor inkeer

Uitzondering : bepaalde woorden

Page 43: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Soorten woorden

Mededelingen (faze 1) Woorden die in feite handelingen zijn (faze

2) Bedreigingen (faze 3)

Page 44: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Uitwendige handelingstrafbaar in het oude recht

Louteregedachte

Voltooiing

I II IIIUitwendigehandeling

Page 45: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Uitwendige handelingin het oude recht

Onderscheid tussen acti verbi en acti facti

in de middeleeuwen Onderscheid tussen verwijderde en nabije

handelingen in de nieuwe tijd Twee opvattingen

Page 46: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Iter criminis in middeleeuwen :acti verbi en acti facti

Louteregedachte

Acti verbi Acti facti

Voltooiing

I II IIIUitwendigehandeling

Page 47: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Acti verbi

Handelingen die hoofdzakelijk uit woorden bestaan

Enkele voorbeelden … Te onderscheiden van :

Mondelinge mededelingen van criminele gedach-ten

Bedreigingen

Page 48: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Acti facti

Handelingen die hoofdzakelijk uit daden bestaan

Enkele voorbeelden … Te onderscheiden van de voltooiingsda-

den

Page 49: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Iter criminis in nieuwe tijd:verwijderde en nabije handelingen

Louteregedachte

Verwijderdehandelingen

Voltooïing

I II IIIUitwendigehandelingen

Nabijehandelingen

Page 50: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Verwijderd en nabij :twee opvattingen

Criterium van de tijd : Bartolus Criterium van de materiële delicts-

omschrijving : Baldus

Page 51: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Uitwendige handeling in het moderne recht

Onderscheid tussen (straffeloze) voor-bereidingshandelingen en (strafbare) uitvoeringshandelingen

Twee opvattingen

Page 52: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Iter criminis vanaf 1810 :voorbereidend en uitvoerend

Louteregedachte

Voorbereidendehandelingen

Voltooïing

I II IIIUitwendigehandelingen

Uitvoerendehandelingen

1867

1810

Page 53: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Voorbereidend en uitvoerend?twee opvattingen

Page 54: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Twee opvattingen

Objectieve theorie : Criterium : gevaarlijkheid voor het slachtoffer Elke handeling die behoort tot het wezen van het

misdrijf is een uitvoeringshandeling

Subjectieve theorie : Criterium : gevaarlijkheid van de dader Elke handeling die de gevaarlijkheid van de dader

aantoont is een uitvoeringshandeling

Page 55: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Uitvoeringshandeling nu

Objectieve theorie en… alle handelingen onmiddellijk

voorafgaand aan de voltooiing van het misdrijf (= toegift aan de subjectieve theorie) Cfr ontwerp Legros

Page 56: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Vrijwillige staking

Louteregedachte

Voltooïing

I II IIIUitwendigehandeling

vrijwilligestaking

Page 57: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Vrijwillige staking

Begrip : staking op initiatief van de dader

Aanpak : Niet gestraft (twee perioden) Minder gestraft

Page 58: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Mogelijke houdingen t.o.v. bestraffing van de poging

Poging wordt niet bestraft (nadruk op geen scha-de)

Poging wordt even zwaar bestraft als het vol-tooid misdrijf (nadruk op criminele intentie)

Poging wordt minder bestraft dan het voltooid misdrijf en dat minder wordt bepaald door : Het schadelijke gevolg De rechter De wetgever

Page 59: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

‘Bestraffing’ onvoltooide poging

Glossatoren : onderscheid tussen poging tot lichte en zware misdrijven

Postglossatoren : onderscheid tussen verwij-derde en nabije handelingen binnen de zware misdrijven

Commentatoren : beginsel van de lichtere bestraffing bepaald door de rechter, met uit-zonderingen

‘Code pénal’ van 1810 : wettelijk even zwaar Huidige strafwetboek : wettelijk minder zwaar

Page 60: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Voltooide poging

Begrip Mislukte misdrijf Onmogelijke misdrijf

Page 61: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Mislukte misdrijf

Begrip Strafbaarheid Bestraffing

Even zwaar Minder

Oude recht : resultaat, rechter Moderne recht : wetgever

Page 62: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onmogelijke misdrijf

Begrip Strafbaarheid : objectieve en subjectieve

theorie Bestraffing

Even zwaar : oude recht Minder :

Oude recht : resultaat, rechter Moderne recht : wetgever

Page 63: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onmogelijke misdrijf objectieve theorie

Absolute onmogelijkheid : niet straf-baar

Relatieve onmogelijkheid : wel straf-baar

Page 64: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onmogelijke misdrijfsubjectieve theorie

Altijd strafbaar, behalve indien uit daad het onverstand van de dader blijkt

Page 65: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

?

Page 66: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

?

Page 67: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbare deelneming

Begrip : modaliteit van het misdrijf waarbij meerdere personen betrokken zijn bij het plegen van het misdrijf

Soorten : Materiële en morele deelneming Voor, tijdens en na het misdrijf Hoofdzakelijk of bijkomstig (dubbel criterium)

Invoering : late middeleeuwen

Page 68: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbare deelneming in het strafwetboek van 1867

Onderscheid tussen (mede)daders en medeplichtigen (art. 66 en 67 S.w.)

Medeplichtigen worden minder gestraft dan de mededaders (art. 69 S.w.)

Page 69: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

(Mede)daders (art. 66 Sw.)

Uitvoerders en rechtstreekse mede-werkers (materieel)

Noodzakelijke helpers (materieel) Levert grondslag voor het onderscheidings-

criterium met medeplichtigheid Individuele uitlokkers (moreel) Collectieve uitlokkers (moreel)

Page 70: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Medeplichtigen (art. 67-68 Sw.)

Onderrichters (moreel) Leveranciers van wapens, werktuigen of

andere middelen (materieel) Niet noodzakelijke helpers (materieel)

Levert grondslag voor onderscheidingscrite-rium met het (mede)daderschap

(Bepaalde helers van personen (materieel)

Page 71: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Criterium van onderscheid in het strafwetboek van 1867

Al dan niet noodzakelijke hulp “Kon” het misdrijf zonder die hulp

gepleegd zijn Tast de materiële mogelijkheid voor het

plegen van het misdrijf af

Page 72: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Criterium in het oude recht

De al dan niet rechtstreekse oorzaak “Zou” het misdrijf zonder die deelne-

ming gepleegd zijn Tast de beslissende invloed af op het

misdadig voornemen van de materiële uitvoerder van het misdrijf

Page 73: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Soorten deelnemingin de loop van de tijden

Door het geven van toestemming Door het geven van raad Door het geven van een mandaat Door het geven van een bevel

----------------------------------------------------------- Door het verschaffen van hulp

Moreel

Materieel

Page 74: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Basisvoorwaardevoor strafbaarheid

Deelneming moet « wetens en willens » geschieden

Kan niet uit « onachtzaamheid »

Page 75: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Twee soorten behandeling

Als een deelnemingsvorm : straf is gerela-teerd aan het hoofdmisdrijf Even zwaar bestraft (mededaderschap) Minder zwaar bestraft (medeplichtigheid)

Als een zelfstandig misdrijf : straf staat los van het hoofdmisdrijf

Page 76: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Deelneming door toestemming

Begrip : elke uitdrukkelijke of stilzwijgende goedkeuring van een misdrijf voor, tijdens of na het misdrijf

Strafbaarheid en bestraffing : In het oude strafrecht : strafbaar, maar bestraf-

fing naargelang de toestemming een beslissende invloed had op criminele intentie van materiële uitvoerder van het misdrijf

Vanaf de Franse revolutie : niet meer strafbaar

Page 77: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Deelneming door raad

Begrip en voorwaarden Strafbaarheid en bestraffing

Page 78: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Begrip raad

Zachtste vorm van uitlokken van een mis-drijf waaronder het suggereren, aanzet-ten, aanmoedigen of aanstoken tot een misdrijf en het geven van instructies

Onderscheid met « mandaat en bevel » : bij raad wordt geen eigen voordeel nage-streefd

Page 79: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid en bestraffing van raad in het oude strafrecht

Strafbaarheid : elke raadgeving strafbaar Bestraffing : volgens het criterium van de al

dan niet rechtstreekse oorzaak Rechtstreekse oorzaak : even zwaar be-

straft als de materiële uitvoering van het misdrijf

Geen rechtstreekse oorzaak : minder bestraft als de materiële uitvoering van het misdrijf

Minder bepaald door de rechter

Page 80: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid en bestraffing van raadin de « Code pénal » van 1791

Strafbaarheid : alleen collectieve uitlok-king strafbaar, d.w.z. uitlokking door 1° woorden of door 2° geschriften in het openbaar

Bestraffing : vorm van strafbare deel-neming die even zwaar wordt bestraft als de mate-riële uitvoering van het misdrijf

Page 81: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid en bestraffing van raad in de « Code pénal » van 1810

Beide vormen van collectieve uitlokking waren nu ‘sui generis’ misdrijven met een eigen straf

Twee nieuwe vormen van strafbare deelneming (1° misdadige kuiperijen of arglistigheden en 2° instructies om een misdrijf te plegen), die even zwaar bestraft worden als de materiële uitvoering van het misdrijf

“Eenvoudig aanzetten” in beginsel niet strafbaar Uitzondering : soms in een uitdrukkelijke wet

Page 82: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid en bestraffing van raad

in het strafwetboek van 1867 Eenvoudig aanzetten niet strafbaar, tenzij

in een uitdrukkelijke wet Uitlokking door arglistigheden of misda-

dige kuiperijen : mededader Collectieve uitlokking : mededader Uitlokking door het geven van instructies :

medeplichtige

Page 83: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafbaarheid en bestraffing van raad

in de latere wetgeving

Wet van 1875 : elk aanbod of voorstel om een zware misdaad te plegen werd strafbaar als een misdrijf sui generis

Wet van 1891 : als misdrijven sui gene-ris werden ook strafbaar : Het aanbod of voorstel om een “misdaad” te

plegen of eraan deel te nemen Het aanzetten tot dienstweigering door het

voeren van systematische propaganda

Page 84: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Deelneming door het geven van een mandaat

Begrip : opdracht van een niet-hiërarchisch hogere … tegen betaling

Bestraffing : altijd even zwaar als de mate-riële uitvoering van het hoofdmisdrijf

Bijzondere problemen : Quid wanneer opdracht wordt verminderd of over-

schreden? Quid wanneer de mandaatgever zijn mandaat

introk voor het misdrijf

Page 85: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Deelneming door het geven van een bevel

Begrip : opdracht door hiërarchisch hogere

Bestraffing : altijd even zwaar als de materiële uitvoering

Page 86: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Deelneming door het verschaffen van hulp

Begrip : alle materiële hulp voor, tijdens en na het misdrijf

Bestraffing : twee theorieën AAbsolute ontlening bsolute ontlening

RRelatieve ontleningelatieve ontlening

Page 87: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Absolute ontlening

Alle deelnemers (hoe klein of be-langrijk ook hun aandeel) worden even zwaar gestraft

Van toepassing : In (bepaalde) oude rechtsleer In de ‘Code pénal’ van 1810

Page 88: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Relatieve ontlening :onderscheid tussen

Medeplegers : misdrijf geheel of gedeel-telijk uitgevoerd Allen even zwaar gestraft als de materiële

uitvoering Helpers : alle andere materiële hulpverle-

ners Soms even zwaar gestraft als de mede-

plegers (dus als mededaders) Soms minder zwaar gestraft als de mede-

plegers (dus als medeplichtigen)

Page 89: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Materiële hulp in het oude recht

Soms absolute, soms relatieve ontlening Indien relatieve theorie werden helpers

even zwaar of minder gestraft naargelang zij al dan niet rechtstreekse oorzaak waren van het misdrijf : zouzou het misdrijf zonder de hulp gepleegd zijn ? (soms opgelost door de vraag naar een voorafgaande overeenkomst)

Veel aandacht voor heling van personen, goederen en lijk, die alle drie vormen van materiële deelneming na het misdrijf

Page 90: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Materiële hulp in de « Code pénal » van 1791

Absolute ontlening (mededaderschap) voor drie vormen van strafbare deelneming : Het leveren van wapens en werktuigen voor

het misdrijf Hulp verschaft tijdens de voorbereiding of

de uitvoering van het misdrijf Heling van goederen na een diefstal

Sui generis straf : helen van een lijk

Page 91: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Materiële hulp in de « Code pénal » van 1810

Absolute ontlening (mededaderschap) voor : Het leveren van wapens en werktuigen voor het

misdrijf (idem) Hulp verschaft tijdens de voorbereiding of de

uitvoering van het misdrijf (idem) Verbergen van goederen na gelijk welk misdrijf

Verbergen van zware misdadigers (ca idem)  Sui generis straffen voor : 1° heling van

gewone misdadigers en 2° heling van een lijk

Page 92: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Materiële hulp in 1867

(Mede)daders : noodzakelijke helpers Medeplichtigen : 1° leveren van wapens of

werktuigen, 2° niet noodzakelijke helpers en 3° verbergen van gewoontemisdadigers,

Sui generis : 1° heling van gewone misda-digers, 2° heling van goederen en 3° heling van een lijk

Page 93: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Heling(herhaling)

Begrip : verbergen van personen, goe-deren of een lijk na een misdrijf

Mogelijke aanpak : Deelnemingsvorm na het misdrijf : straf

hangt in dit geval af van het hoofdmisdrijf Zelfstandig misdrijf : heeft in dit geval

een eigen straf los van het hoofdmisdrijf

Page 94: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Strafuitsluitingsgrond(en)

Begrip : omstandigheid waardoor iemand die het materieel (en soms ook het moreel) bestanddeel van het misdrijf pleegde, toch niet wordt gestraft

Soorten : Rechtvaardigingsgronden Schuldopheffingsgronden Verschonningsgronden

Page 95: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Soorten strafuitsluitingsgronden Rechtvaardigingsgronden : hogere rechts-

regel heft de onrechtmatigheid van de lage-re rechtsregel op (= objectieve strafuitsluitings-grond)

Schuldopheffingsgronden : heffen de schuld op (= subjectieve strafuitsluitingsgrond)

Verschoningsgronden : heffen de strafwaar-digheid op

Page 96: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Behandeling van de strafuitsluitingsgronden

Moderne strafrecht : van elkaar onder-scheiden … maar met zeer veel moei-lijkheden

Oude strafrecht : door elkaar omdat zij soms dubbele bodem hebben

Page 97: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Wettelijk voorschrift en overheidsbevel

Wettelijk voorschrift (of toelating) Begrip : algemeen, abstract overheidsbevel, dat

niet is uitgeput door zijn toepassing Gelijk welke wetgever?

Overheidsbevel Begrip : individueel bevel van concrete overheid

dat is uitgeput door zijn toepassing Gelijk welke overheid en gelijk welk bevel?

Rechtvaardigings- of schuldopheffingsgrond?

Page 98: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Noodweer

Begrip ‘noodweer’ : recht om in bepaalde uitzonderlijke omstandigheden een weder-rechtelijke aanslag op bepaalde rechtsgoe-deren met fysiek geweld af te slaan

Voorwaarden van de noodweer Grondslag(en) Sanctie

Page 99: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Voorwaarden van de noodweer

1° Ter rechtvaardiging van fysiek geweld 2° Ter bescherming van bepaalde rechten 3° Onrechtmatigheid van de aanval 4° Ogenblikkelijke noodzakelijkheid van het

verweer 5° Evenredigheid tussen aanval en verweer

Page 100: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Ter rechtvaardiging van fysiek geweld

Specifieke strafuitsluitingsgrond ter recht-vaardiging van doodslag, verwondingen en slagen

Geen rechtvaardigingsgrond voor diefstal, oplichting, verkrachting enz.

Page 101: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Ter bescherming van ‘bepaalde’ rechtsgoederen

Oude recht : Lijf : 1° leven, 2° lichamelijke integriteit, 3°

bewegings-vrijheid Eer : 4° goede naam en faam en 5° eerbaarheid Goed : 6° materiële goederen (niet immateriële)

Moderne recht : ‘persoon’ van zichzelf of van een ander (art. 416 Sw.) 1° Leven, 2° lichamelijke integriteit, 3° bewegings-

vrijheid en 4° eerbaarheid Niet meer goede naam en faamgoede naam en faam Niet meer goedgoed

Page 102: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Onrechtmatigheid van de aanval

Geen noodweer tegen rechtmatig geweld Bijv. niet tegen een aanhouding of beslag op

bevel van een bevoegde rechter Geen noodweer tegen noodweer

Page 103: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Ogenblikkelijke noodzakelijkheid

Noodzakelijkheid Ogenblikkelijkheid

Page 104: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Noodzakelijkheid

Begrip : er was geen andere uitweg mogelijk

Bewijs : Noodzakelijkheid moet in de regel worden

bewezen door wie noodweer inroept Twee uitzonderingen waarin een

vermoeden van de noodzakelijkheid geldt (zie art. 417 Sw.)

Vermoeden is een omkering van de bewijs-last Dit vermoeden was aanvankelijk onweerlegbaar,

nu weerlegbaar

Page 105: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Ogenblikkelijkheid

Begrip : aanval en verweer moeten actueel zijn

Twee elementen : Verweer moet onmiddellijk volgen (= sub-

jectieve grondslag) Aanval moet actueel zijn : beginnende

maar ook dreigende handeling (= objec-tieve grondslag)

Page 106: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Evenredigheid tussen aanval en verweer

Beschermd belang moet in evenwicht zijn met uitgeoefend geweld

Evenwicht tussen aanvals- en verweer-wapens

Page 107: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Grondslag(en) noodweer

Natuurlijk recht op verdediging wan-neer de overheid niet kan ingrijpen (= rechtvaardigingsgrond)

Schuldopheffingsgrond : situatie van verontwaardiging, woede, vrees, angst, die de controle over de wil doet verliezen

Page 108: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Sanctie noodweer

Alle voorwaarden vervuld : straffeloosheid Eén van voorwaarden niet vervuld : nood-

weeroverschrijding Leidt tot bestraffing van dader Omwille van emotie door aanval : straf

altijd lager dan bij opzettelijke doodslag, verwondingen of slagen

Page 109: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Noodtoestand

Begrip : omstandigheid waarbij iemand een inbreuk maakt op een (in de strafwet beschermd) rechtsbelang ter vrijwaring van ander hoger rechtsbelang

Enkele voorbeelden … Verschil met noodweer : conflict tussen

twee rechtsbelangen i.p.v. recht tegen onrecht

Noodtoestand in de loop van de tijden

Page 110: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Noodtoestand in de loop van de tijden

Noodtoestand in de ME en de NT : werd casuïstisch aangepakt Verschillende verantwoordingen

Noodtoestand in de 19de-eeuw : in principe uitgesloten : “Geen nood breekt wet”

Noodtoestand in het moderne strafrecht ingevoerd als een algemeen rechtsbeginsel

Rechtvaardigings- of schuldopheffingsgrond?

Page 111: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Verantwoordingenin het oude strafrecht

Morele dwang Gerechtvaardigde dwaling Terugkeer naar de natuurtoestand

Page 112: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Toestemming slachtoffer Begrip : toelating van het slachtoffer om een bepaald

misdrijf te plegen Strafuitsluitingsgrond ? Voor de schending van welke rechtsbelangen is een

toelating van het slachtoffer mogelijk ? Voor goederen In beginsel niet voor het leven (recente, beperkte

uitzondering voor bepaalde vormen van eutha-nasie)

In beginsel niet voor lichamelijke integriteit, tenzij voor “sociaal aanvaardbare doeleinden”

Voor seksuele integriteit vanaf bepaalde leeftijd

Page 113: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Krankzinnigheid

Begrip : uitschakeling van verstand en wil (= schuldopheffingsgrond)

Behandeling in de loop van de tijd Tot 1930 : een subjectieve

strafuitsluitingsgrond of strafverminderingsgrond

Vanaf 1930 : vormt ook een grondslag voor een beveiligingsaatregel

Page 114: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Aanverwante toestanden

Slaapwandelen Intoxicatie

Onder invloed van drugs Onder invloed van medicamenten Onder invloed van alcoholische drank

Page 115: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Dronkenschap Juridisch probleem van de dronkenschap

Ontoerekenbaarheid tijdens feiten Werkt criminogeen

Dronkenschap in de ME en NT Wettelijke aanpak : altijd strafverzwaring Rechterlijke aanpak : gedifferentieerd

Dronkenschap in het moderne recht

Page 116: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Dronkenschap in de oude rechtspraak

Vrijwillige dronkenschap (en zeker dron-kenschap met voorbedachten rade) leiden zonder meer tot strafverzwaring

Onvrijwillige dronkenschap : Ebriositas (alcholieker) : strafverzwaring Ebrietas (toevallig dronken) : strafvermindering

naarge-lang de wil was aangetast, maar toch straf wegens een ‘culpa praecedens’

Totaal onvrijwillig : straffeloos

Page 117: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Dronkenschap in het moderne recht

Dronkenschap met voorbedachte rade : vol-ledige aansprakelijkheid en strafverzwaring

Vrijwillige dronkenschap niet met het doel om een misdrijf te plegen of dronkenschap uit onvoorzichtigheid : volledig verant-woordelijk : ‘actio libera in causa’

Schuldloze dronkenschap : strafuitsluiting Ziekte : internering

Page 118: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Dwang of overmacht

Begrip : vrije wil uitgeschakeld (= schuld-opheffingsgrond)

Soorten : Materiële overmacht (= toeval of casus) Morele of psychische overmacht

Overmacht in de loop van de tijden

Page 119: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Overmacht in de loop van de tijden

Materiële overmacht : altijd strafuitsluiting Morele overmacht :

Oude recht : meestal slechts een strafver-minderings-grond : ‘Coacta voluntas, volun-tas est’

Moderne recht : kan ook strafuitsluitend zijn (art. 71 Sw.)

Page 120: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Dwaling

Begrip : dader vergist zich omtrent de strafbaarheid of de feitelijke omstandig-heden van het misdrijf

Schuldopheffingsgrond : dader ‘weet’ het niet

Soorten dwaling Dwaling in de loop van de tijden

Page 121: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Soorten dwaling

Rechtsdwaling : dader weet heel goed wat hij doet of nalaat, maar niet dat dit strafbaar is

Feitelijke dwaling : dader weet heel goed wat strafbaar is, maar niet dat hij zich hieraan schuldig aan maakt

Page 122: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Rechtsdwaling in de loop van de tijden

Rechtsdwaling : in de regel geen strafuit-sluitingsgrond : “Iedereen wordt geacht het recht te kennen

Uitzonderingen : De ‘rusticus’ in het oude strafrecht De onoverwinbare dwaling in het moderne

strafrecht

Page 123: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Feitelijke dwaling in de loop van de tijden

Omtrent een essentieel bestanddeel : ja Omtrent de identiteit van het slachtoffer :

neen (zie art. 392 Sw.) Omtrent het voorwerp van het misdrijf :

neen Omtrent de gevolgen van het misdrijf :

neen

Page 124: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Jeugdige leeftijd

Tot 1912 : een strafuitsluitings- of strafverminderingsgrond

Na 1912 : jeugdige leeftijd ook grond-slag voor een beveiligingsmaatregel

Page 125: 17. Wat straft men? De misdrijven in het algemeen Eindversie.

Verschoningsgronden

Immuniteiten Bloedverwantschap Medewerking met gerecht

Verklikking van drugverdelersVerklikking van hormonenverdelers