Seneca Journaal 2012

4
SENECA-SPONSORS AAN HET WOORD Bijna een jaar na Berlijn Hoe werken de Seneca-sponsors aan de ‘pijlers van Berlijn’? DE ‘PIJLERS VAN BERLIJN’ NOG EVEN OP EEN RIJTJE 1 De wereld verandert. [ Welke belangrijke veranderingen zijn van invloed op doel, organisatie en werkwijze? ] 2 De sector is aan zet. [ Welke stappen moeten gezet worden zonder dat de overheid een rol speelt? ] 3 Allianties en samenwerking. [ Met welke organisatie zou je willen samenwerken? ] 4 Oplossingen zoeken. [ Welke innovaties heb je doorgevoerd cq op welk terrein zijn innovaties nodig? ] 5 Zelfreflectie. [ Welke nieuwe competenties en vaardigheden heb je nodig in de nabije toekomst? ] Seneca journaal / juni 10 Tijdens het Seneca Congres in Berlijn hebben we vijf uitdagingen geformuleerd. We zijn er allemaal van overtuigd dat het, zeker met het oog op de huidige financiële crisis, niet bij mooie voornemens mág en kán blijven. Daarom vertellen de Seneca- sponsors hoe zijzelf de afgelopen maanden één of meerdere pijlers hebben vertaald in concrete daden, of hoe ze van plan zijn dit te gaan doen. Zij wijzen er ook op dat er sprake is van urgentie: zaken moeten echt veranderen. En snel!

description

Editie juli 2012

Transcript of Seneca Journaal 2012

Page 1: Seneca Journaal 2012

seneCa-spOnsOrs aan He t wOOrD

Bijna een jaar na Berlijn

Hoe werken de Seneca-sponsors aan de ‘pijlers van Berlijn’?

DE ‘PIJLERS VAN BERLIJN’ NOG EVEN OP EEN RIJTJE

1 De wereld verandert. [ Welke belangrijke veranderingen zijn van invloed op doel, organisatie en werkwijze? ]

2 De sector is aan zet. [ Welke stappen moeten gezet worden zonder dat

de overheid een rol speelt? ] 3 Allianties en samenwerking. [ Met welke organisatie zou je

willen samenwerken? ]

4 Oplossingen zoeken. [ Welke innovaties heb je doorgevoerd cq op welk terrein zijn innovaties nodig? ]

5 Zelfreflectie. [ Welke nieuwe competenties en vaardigheden heb je

nodig in de nabije toekomst? ]

Seneca journaal / juni10

Tijdens het Seneca Congres in Berlijn hebben we vijf uitdagingen geformuleerd. We zijn er allemaal van overtuigd dat het, zeker met het oog op de huidige financiële crisis, niet bij mooie voornemens mág en kán blijven. Daarom vertellen de Seneca-sponsors hoe zijzelf de afgelopen maanden één of meerdere pijlers hebben vertaald in concrete daden, of hoe ze van plan zijn dit te gaan doen. Zij wijzen er ook op dat er sprake is van urgentie: zaken moeten echt veranderen. En snel!

Page 2: Seneca Journaal 2012

seneCa-spOnsOrs aan He t wOOrD

Pijler 1. De wereld verandert.Dominique Vijverberg: “Er komt krapte op de arbeidsmarkt aan. Maar een minstens zo groot probleem is de vergrijzing van medewerkers in combinatie met de fysieke en mentale belasting die kenmerkend is voor werken in de zorg. Dat is de uitdaging waar onze sector voor staat. We hebben preventie- en vitaliteitprogramma’s ontwik-keld ter ondersteuning van gezondheidsbe-leid en inzetbaarheid. Door zorgconsumptie van zorgmedewerkers te analyseren weten we waar de behoeftes liggen en kunnen we ons zorgverzekeringspakket daarop afstem-men. Die informatie op instellingsniveau delen wij ook met werkgevers zodat zij actief kunnen sturen op de gezondheid en de inzetbaarheid van hun medewerkers.”

Pijler 3 en 4. Allianties en samenwerking. En: oplossingen zoeken.Dominique Vijverberg: “Samenwerking is essentieel. Het mooie is dat Stichting IZZ

DOminique VijVerberg aLgemeen DireCteur stiCHting izz

‘ Privaat kapitaal: dé oplossing’

‘Samenwerking is essentieel’

Pijler 3. Allianties en samenwerking.Martin van Rijn: “Na de splitsing in een pensioenfonds en een uitvoeringsorganisa-tie heeft PGGM twee belangrijke doelen. Op de eerste plaats een excellente uitvoe-ring van de pensioenregelingen voor (onder andere) het pensioenfonds Zorg & Welzijn. Ons tweede doel is meer willen betekenen voor de mensen uit die sector. Dat kan in onze visie het beste via allianties, door

martin Van rijn CeO pggm

Seneca journaal / juni 11

zelf al een alliantie is van werkgevers- en werknemersorganisaties. Maar we kijken ook naar samenwerking met andere partij-en om ons heen. We zoeken samenwerking met iedereen die zich - net als wij - richt op gezondheid en inzetbaarheid van medewerkers in de zorg. Ook zijn we onlangs gestart met twee nieuwe activitei-ten. Zo verzorgen we dit jaar Preventie-workshops voor circa vijfduizend zorgmedewerkers. Verder ondersteunen we met het programma Vitaliteitvoordezorg.nl het HR-beleid om verzuim en verloop bij zorginstellingen te reduceren.”

Pijler 5. Zelfreflectie.Dominique Vijverberg: “De markt vraagt om competitief handelen, maar tegelijkertijd ook om samenwerking. Bestuurders binnen de zorg kennen elkaar goed. Dat biedt de mogelijkheid om te leren waarom het bij de één beter gaat dan bij de ander. Ook hebben we er allen baat bij om mensen voor de zorg

te behouden en de uitstroom te beperken. Dat vraagt van bestuurders het vermogen om te schakelen tussen organisatiebelang en het sectorbelang.”

gezamenlijk te analyseren en goede pro-ducten te ontwikkelen. Zo bekijken we momenteel met Rabobank of er mogelijk-heden zijn op het gebied van financiële zekerheden en financial planning voor leden van de coöperatie PGGM.In de zorgsector zie je gelijksoortige bewe-gingen. De tijd van grootschalige fusies is geweest. Nu en in de toekomst gaat het vooral om andere vormen van samenwer-king om tot efficiënte ketenzorg, ouderen-zorg, buurtzorg of ZBC’s te komen.”

Pijler 4. Oplossingen zoeken.Martin van Rijn: “Ik ben ervan overtuigd dat we aan de vooravond staan van grote doorbraken. Maar tot nu toe wordt er voornamelijk gesproken over innovaties en weinig uitgevoerd. Waarom? Dat heeft onder meer te maken met een gebrek aan kapitaal. Er wordt te weinig geïnvesteerd om innovaties grootschalig uit te rollen. En daarmee kom je weer op de discussie over privaat kapitaal in de zorgsector. Hoe je daar ook over denkt: het is de enige

oplossing. Want zorginstellingen zelf hebben te weinig vermogen, de banken lenen moeilijk uit en de overheid staat voor miljardenbezuinigingen. Dan blijven dus private investeerders over. Of je nu voor- of tegenstander van marktwerking bent is niet belangrijk. Langs die lijn moet je de discus-sie niet voeren. Budgetten, marktwerking en investeerders zijn allemaal middelen, geen doelen. Je moet die dus ook niet tot doelstelling gaan verheffen.”

Pijler 5. Zelfreflectie.Martin van Rijn: “Vraag jezelf af: wat is zinnige zorg? We moeten waken voor overconsumptie, ons afvragen hoeveel zorg we aan het levenseinde verlenen. Verkeerde productieprikkels voorkomen, kijken hoe je zwarte cijfers kunt schrijven zonder volu-megroei. De nieuwe tijd vraagt om nieuwe concepten. Als leider in de zorg zul je dan soms alleen staan en je eenzaam voelen. Door juist dan door te zetten kun je het verschil maken.”

Page 3: Seneca Journaal 2012

Pijler 1. De wereld verandert. Martin Duvivier: “Volgens het CPB zullen de uitgaven aan de zorg in 2040 19% tot misschien wel 31% van het bbp uitmaken, afhankelijk van ontwikkelingen in onze omgeving en de koers van de overheid. De maatschappelijke consequenties hiervan zijn enorm. Nu al spendeert een modaal gezin ongeveer een vijfde van het inkomen aan collectieve zorg. Dat zal in het minst gunstige geval in 2040 toenemen tot de helft. Ook op het gebied van werkgelegen-heid staan we voor een uitdaging. Momen-teel werkt ongeveer 13% van de beroepsbevolking in de zorg; in 2040 zal dat 20% tot mogelijk 30% zijn. Dat bete-kent dat we dan één tot twee miljoen medewerkers in de zorg extra nodig heb-ben. Voor ons betekent deze trend dat onze rol als organisator van de zorg elk jaar belangrijker zal worden. We zullen zorg-

Pijler 1. De wereld verandert. Ton Hafkamp: “Voor een gezonde toekomst van de zorg moet IT een prominente rol in de frontoffice gaan spelen. Het moet onderdeel worden van de werkprocessen. Voor alles en iedereen. Met e-health bij-voorbeeld, gaat er een totaal nieuwe wereld open. Het gaat echt gebeuren, want de consument wil meer gemak, meer keuzevrijheid, meer kwaliteit tegen lage

kosten. De consument brengt de ontwikke-lingen in een stroomversnelling. Ze stem-men met de voeten: doe jij het niet en een andere zorginstelling wel? Dan raak je klanten kwijt. Zo simpel is het.”

Pijler 3. Allianties en samenwerking.Ton Hafkamp: “Ook allianties kunnen helpen de boel in beweging te krijgen. Innoveren kunnen wij niet alleen. Je moet partijen zoeken, klanten, die daar in mee willen gaan. Ik geloof daarbij niet in maatwerk oude stijl, maar in cocreatie met de klant. Wij passen onze IT aan zodat het bij de klant in het verandertraject past. Zo krijg je betere IT-producten vanuit een generiek gedachtegoed. We hebben op die manier al veel mooie oplossingen samen met de zorgsector ontwikkeld. Samenwer-ken is ook een must wil je informatie kunnen ontsluiten. Binnen ons concern zie ik veel mogelijkheden met PharmaPartners en PinkRoccade Local Government. Phar-maPartners ontwikkelt en beheert zorgsys-

temen voor huisartsen, (ziekenhuis)- apotheken, specialisten en eerstelijns zorgorganisaties. Wij hebben veel kennis van de cure en care en de GGZ. Samen zitten we op geweldig veel informatie die we kunnen ontsluiten. Via Local Govern-ment kunnen we ook een link met gemeen-ten leggen. Belangrijk in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Ik ben ervan overtuigd dat instelling overstij-gende informatie essentieel is voor de toekomst. Maar je moet dan wel door de taaie kleilaag heen automatiseren. Van de backoffice naar de frontoffice, want daar gaat het gebeuren.”

‘Van de backoffice naar de frontoffice’

‘Onze rol wordt steeds belangrijker’

martin DuViVier VOOrzitter raaD Van

bestuur COöperatie Vgz

s eneCa-spOnsOrs aan He t wOOrD

Seneca journaal / juni12

‘ Door de taaie kleilaag heen automatiseren’

tOn Hafkamp DireCteur pinkrOCCaDe

HeaLtHCare

verleners steeds actiever moeten stimuleren om slim samen te werken, onder meer door gerichter zorg in te kopen. Om de zorg op lange termijn goed, toegan-kelijk en betaalbaar te houden, is ook actie-ve betrokkenheid van de klant noodzakelijk. Mensen zullen actief de regie moeten nemen wat betreft hun eigen gezondheid. Dat kunnen ze door gezond te leven, maar ook door als mantelzorger zorg te verlenen én bewust te kiezen voor goede, betaalbare zorg. Het is aan ons om onze klanten in staat te stellen die regie te nemen.”

Pijler 2. De sector is aan zet.Martin Duvivier: “De gezondheidszorg in Nederland is erg goed. Maar er kan nog veel verbeterd worden. Verreweg de meeste organisatorische problemen in de zorg hebben als oorzaak dat zorgverleners

Page 4: Seneca Journaal 2012

Seneca journaal / juni 13

Pijler 2. De sector is aan zet.Jules Verhagen: “We zijn nu bijna een jaar na Seneca Berlijn en je ziet dat de crisis zich sindsdien heeft verdiept en de urgentie voor de Nederlandse zorgsector nog groter is geworden. We moeten zaken nu anders gaan aanpakken omdat het anders eenvou-digweg niet meer te betalen is. De processen moeten zo efficiënt mogelijk worden ingericht en de totale keten moet meer samen- werken. Het zijn zaken die je echter maar mondjesmaat van de grond ziet komen.” Bert Hilverda: “Je ziet wel dat partijen nu hun rol beginnen op te pakken. De effecten hiervan zijn goed zichtbaar. Als je kijkt naar de contractering van ziekenhuizen wordt er nu op het scherpst van de snede onderhandeld, tot dreigende kort gedingen aan toe. Instellingen die nog groeiplannen hadden, komen in veel gevallen van een koude kermis thuis. Verzekeraars moeten hun rol ook wel nemen. Met de afbouw van de verevening worden ze steeds meer risicodragend. Dat vliegwiel zet veel in gang.” Jules Verhagen: “Het spel wordt nu ge-speeld, maar het tempo moet absoluut omhoog. Als je ziet hoeveel ziekenhuizen nog steeds geen contract hebben met de verzekeraars. Waar het spel echter nog

‘ Het spel begint’

seneCa-spOnsOrs aan He t wOOrD

juLes VerHagen bestuursLiD ernst & YOung

aCCOuntants

bert HiLVerDaseCtOrVOOrzitter HeaLtH Care

betaald krijgen voor het aantal behandelin-gen dat ze uitvoeren, niet voor de kwaliteit ervan. Hoe meer behandelingen ze uitvoe-ren, des te meer ze verdienen. Daardoor is er een systeem ontstaan waarin steeds meer zorgverleners steeds meer proberen te doen. Het gevolg: goede zorg, maar gebrek-kige samenwerking, inefficiëntie en voort-durende kostenstijgingen.Met de introductie van de nieuwe Zorgver-zekeringswet in 2006 is de basis gelegd om dit te veranderen. Zorgverzekeraars en klanten hebben op papier nu de mogelijk-heid om zorgverleners onderling te vergelij-ken op basis van de kwaliteit van hun behandelingen. In de praktijk komt dit onvoldoende van de grond, door hiaten in wet- en regelgeving maar ook doordat de kwaliteit van zorgverleners nog lang niet altijd inzichtelijk is. Op dit laatste punt is de sector aan zet. Zorgverleners en zorg-

verzekeraars dragen gezamenlijk de verant-woordelijkheid om de juiste kwaliteitsindicatoren op te stellen en inzichtelijk te maken voor de klant, zodat concurrentie tussen zorgverleners op de beste prijs-kwaliteitsverhouding op gang kan komen. Op die manier worden zorg-verleners gestimuleerd om hun processen te vereenvoudigen, de kwaliteit van de zorg te verbeteren en optimaal onderling samen te werken.”

Pijler 5. Zelfreflectie.Martin Duvivier: “Onze transformatie van zorgadministrateur naar zorgorganisator vereist van ons dat we onze relatie met zorgverleners op een heel andere manier gaan vormgeven. Aan de ene kant moeten we professionaliseren: we zullen scherp en kritisch moeten inkopen, waarbij contrac-ten niet langer vanzelfsprekend zijn. Aan

de andere kant moeten we ervoor zorgen dat we ondanks deze verzakelijking toch goed en constructief blijven samenwerken, met oog voor zowel de doelstellingen op de lange termijn als issues op de korte ter-mijn. Dit vereist een niveau van professio-naliteit en sensitiviteit bij onze inkooporganisatie dat voorheen niet van-zelfsprekend was.”

‘In 2040 spendeert een modaal gezin mogelijk 50% van het inkomen aan zorg’

moet beginnen is bij specialisten en consu-menten. De zelfstandigheid van specialis-ten verhoudt zich niet tot de transitie waarin ziekenhuizen zitten. Die trajecten moeten parallel lopen. Je kunt daarom beter kiezen om specialisten in loondienst te laten werken, met eventueel bovenop het salaris een variabele beloning. Maar dan wel zodanig dat die bonus niet leidt tot oneigenlijk gedrag, maar tot verbetering van kwaliteit, veiligheid of opleiding. Voor consumenten geldt dat de overconsumptie teruggedrongen moet worden. Ze moeten een prijs betalen. Pakket- en eigen bijdrage discussies dus. Maar ook gedragsverande-ring en leefstijlverbetering zullen aan de orde komen.”

Pijler 4. Oplossingen zoeken.Bert Hilverda: “De traditionele financiering is niet langer toereikend om te kunnen blijven innoveren. Je zult alternatieve financieringsbronnen nodig hebben. We zien nu soms al dat zorgstellingen moeite hebben met het financieren van hun operationele activiteiten. Bijzondere bij-komstigheid is dat we ook nog de boek-waardeproblematiek uit het verleden moeten oplossen. Dat is ook in de GGZ pregnant.”