samvanbuuren

1
091 april/mei 2008 / evangelist In het dagelijks leven adviseert Sam van Buuren bedrijven en organisaties over te stappen op open systemen. In Bright gaat hij nog een stapje verder. ‘Fabrieken zijn verdwenen, kantoren zijn next.’ Tekst Sam van Buuren Beeld Sander Nagel Open for business E en ‘open kantoor’ is helemaal géén kantoor. Mijn kantoor is een park, café, restaurant, bibliotheek, huiskamer of kerk. Mijn humeur, Buienradar.nl en gratis wifi-hotspots bepalen per dag mijn werkplek. Een kop- telefoon en Last.fm garanderen concentratie; m’n laptop en smartphone de connectiviteit. Mooi voorbeeld is de nieuwe bieb in Amsterdam: dui- zend zitplaatsen, zeshonderd computers, koffiebar, res- taurant, draadloos internet, zeven dagen per week twaalf uur lang open, gratis toegang. Behalve veel verschillende mensen zie je er de leestafels, studiecellen en loungehoe- ken die kantoorontwerpers graag zouden namaken. De werkplekken bedienen verschillende mensen op één dag die komen en gaan. Dat noemen ze hot desking. Die flexi- biliteit is mooi want creativiteit laat zich niet plannen. Kijk maar waar creatieven zitten als hun open kantoor naast een horecalocatie is gevestigd. Aan de voormalige NDSM-werf in Amsterdam-Noord bijvoorbeeld. Daar verruilen MTV’ers, reclamemakers en architecten dage- lijks hun hippe kantoren voor de nabijgelegen IJ-kantine. Beetje brainstormen, beetje lunchen, beetje chillen. En gezien worden. De FD Mediagroep heeft zijn eigen hot- spot, café-restaurant Dauphine. In de voormalige auto- garage zitten de mensen van Het Financieele Dagblad en BNR Nieuwsradio schouder aan schouder. Het pand moet ondernemerschap, openheid, transparantie en multime- dialiteit stimuleren. Beperken deze voorbeelden van muurloze kantoren zich nu alleen tot mijzelf en enkele creatieve bedrijven in Amsterdam? Nee. Ronald Coase voorzag het al in 1937. Bedrijven en kantoren zijn overbodig, stelde hij. Als burgers makkelijk onderling zaken kunnen doen, is er geen bestaansrecht voor bedrijven. Coase kreeg in 1991 de Nobelprijs voor zijn essay van zestien kantjes. In datzelfde jaar werd ook de eerste website online gezet. Door internet kunnen mensen steeds makkelijker be- drijfje spelen. En inmiddels is het zover: in 2008 wordt een recordaantal starters verwacht. Met een laptop en internet ben je in business. Dankzij de gratis software van bijvoorbeeld OpenOffice, Wordpress, LinkedIn, Google, Ning en 37Signals kun je aan het werk. Alleen, maar vooral ook met anderen. En dat is nieuw: de complete workflow van cognitieve, creatieve en sociale processen wordt online ondersteund. Zonder techneuten, vaste kosten, bedrijven, managers of kantoren. Altijd overal via internet bij je werk kunnen, het met iedereen kunnen delen en samenwerken. Ik noem het Open Organiseren. Werk staat immers centraal, niet het kantoor. Fabrieken zijn verdwenen, kantoren zijn next. Het open kantoor is een tussenstation. Op mijn eigen visitekaartje ontbreekt een bezoekadres (behalve Ope.nu). Heb ik ook niet. Natuurlijk zitten daar ook nadelen aan. Zoals een ongewassen zwerver die on- langs in de bieb met zijn halfje wit naast me kwam zitten. Maar alles beter dan zelf figureren in een kantoorpersifla- ge van Jiskefet of inktvip. Aan generatie Einstein zal niet uit te leggen zijn dat de belevenissen van Edgar, Jos en Storm begin deze eeuw heel dicht bij de waarheid lagen. ‘Op mijn eigen visitekaartje ontbreekt een bezoekadres’

description

samvanbuuren

Transcript of samvanbuuren

Page 1: samvanbuuren

091 april/mei 2008

/ evangelist

In het dagelijks leven adviseert Sam van Buuren bedrijven en organisaties over te stappen op open systemen. In Bright gaat hij nog een stapje verder. ‘Fabrieken zijn verdwenen, kantoren zijn next.’

Tekst Sam van Buuren Beeld Sander Nagel

Open for business

Een ‘open kantoor’ is helemaal géén kantoor. Mijn kantoor is een park, café, restaurant, bibliotheek,

huiskamer of kerk. Mijn humeur, Buienradar.nl en gratis wifi-hotspots bepalen per dag mijn werkplek. Een kop-telefoon en Last.fm garanderen concentratie; m’n laptop en smartphone de connectiviteit. Mooi voorbeeld is de nieuwe bieb in Amsterdam: dui-zend zitplaatsen, zeshonderd computers, koffiebar, res-taurant, draadloos internet, zeven dagen per week twaalf uur lang open, gratis toegang. Behalve veel verschillende mensen zie je er de leestafels, studiecellen en loungehoe-ken die kantoorontwerpers graag zouden namaken. De werkplekken bedienen verschillende mensen op één dag die komen en gaan. Dat noemen ze hot desking. Die flexi-biliteit is mooi want creativiteit laat zich niet plannen. Kijk maar waar creatieven zitten als hun open kantoor naast een horecalocatie is gevestigd. Aan de voormalige NDSM-werf in Amsterdam-Noord bijvoorbeeld. Daar verruilen MTV’ers, reclamemakers en architecten dage-lijks hun hippe kantoren voor de nabijgelegen IJ-kantine. Beetje brainstormen, beetje lunchen, beetje chillen. En gezien worden. De FD Mediagroep heeft zijn eigen hot-spot, café-restaurant Dauphine. In de voormalige auto-garage zitten de mensen van Het Financieele Dagblad en BNR Nieuwsradio schouder aan schouder. Het pand moet ondernemerschap, openheid, transparantie en multime-dialiteit stimuleren. Beperken deze voorbeelden van muurloze kantoren zich nu alleen tot mijzelf en enkele creatieve bedrijven

in Amsterdam? Nee. Ronald Coase voorzag het al in 1937. Bedrijven en kantoren zijn overbodig, stelde hij. Als burgers makkelijk onderling zaken kunnen doen, is er geen bestaansrecht voor bedrijven. Coase kreeg in 1991 de Nobelprijs voor zijn essay van zestien kantjes. In datzelfde jaar werd ook de eerste website online gezet. Door internet kunnen mensen steeds makkelijker be-drijfje spelen. En inmiddels is het zover: in 2008 wordt een recordaantal starters verwacht. Met een laptop en internet ben je in business. Dankzij de gratis software van bijvoorbeeld OpenOffice, Wordpress, LinkedIn, Google, Ning en 37Signals kun je aan het werk. Alleen, maar vooral ook met anderen. En dat is nieuw: de complete workflow van cognitieve, creatieve en sociale processen wordt online ondersteund. Zonder techneuten, vaste kosten, bedrijven, managers of kantoren. Altijd overal via internet bij je werk kunnen, het met iedereen kunnen delen en samenwerken. Ik noem het Open Organiseren. Werk staat immers centraal, niet het kantoor. Fabrieken zijn verdwenen, kantoren zijn next. Het open kantoor is een tussenstation. Op mijn eigen visitekaartje ontbreekt een bezoekadres (behalve Ope.nu). Heb ik ook niet. Natuurlijk zitten daar ook nadelen aan. Zoals een ongewassen zwerver die on-langs in de bieb met zijn halfje wit naast me kwam zitten. Maar alles beter dan zelf figureren in een kantoorpersifla-ge van Jiskefet of inktvip. Aan generatie Einstein zal niet uit te leggen zijn dat de belevenissen van Edgar, Jos en Storm begin deze eeuw heel dicht bij de waarheid lagen.

‘Op mijn eigen visitekaartje ontbreekt een bezoekadres’