Samenvatting Natuurwetenschappen Juni

download Samenvatting Natuurwetenschappen Juni

of 4

description

Cultuurwetenschappen voor de leerlingen humane wetenschappen.

Transcript of Samenvatting Natuurwetenschappen Juni

Samenvatting Natuurwetenschappen Juni

Elektriciteit:Redoxreactie: reactie waarbij elektronen worden uitgewisseld. Het aantal afgegeven elektronen is gelijk aan het aantal opgenomen elektronen. De overdracht gebeurt altijd van de reductor naar de oxidator.

Galvanische cel: bij een galvanische cel doet de chemische energie, ontstaan door het verschil in reducerend vermogen, in het extern circuit een elektronenstroom ontstaan. Dit noemen we elektrische stroom. De cel geeft telkens nieuwe energie aan de elektronen.

Spanning U: wordt uitgedrukt in volt en wordt gemeten met een voltmeter.

Stroomsterkte I: de maat voor het aantal bewegende ladingen die per seconde door een doorsnede van een geleider bewegen. Wordt uitgedrukt in ampre (A) en wordt gemeten met een ampremeter.

Coulomb Q: de hoeveelheid lading.

Elektrische stroom vergelijken met waterstroom:WaterstroomElektrische stroom

WaterElektronen (ladingen)

Brede buizenKoperen geleidingsdraad

Dun buisje bovenaanGloeidraad (elektrische weerstand)

PompSpanningsbron

DrukverschilSpanning

De wet van Ohm: De spanning U over een weerstand R waardoor een stroom I loopt is gelijk aan:

Nominale spanning: (220V tot 240V) is de spanning waarop je een lamp moet aansluiten opdat ze normaal zou branden.Elektrisch vermogen P: is de hoeveelheid omgezette energie per seconde. of Eenheid: Watt Kilowattuur: E = 1kWh = 3 600 000JWeerstand R: de verhouding van spanning U over de geleider tot de stroomsterkte I door de geleider.

Magnetisme:Geleidende draad rond een cilinder: spoel of solenode.

Lorentzkracht: de kracht die een geleider ondervindt onder invloed van magnetische velden.

Gelijkstroommotor: een rechthoekige geleider rondom een weekijzeren kern die kan ronddraaien in een magnetisch veld. Hij dient om elektrische energie om te zetten in bewegingsenergie.

Elektromagnetische inductie: als je een spoel en een magneet tegenover van elkaar beweegt, dan verandert het magnetisch velt waarin de spoel zich bevindt. Zo zal er inductiespanning ontstaan in de spoel en omdat de spoel gesloten is ontstaat er inductiestroom. De inductiespanning wordt groter wanneer het veld snel verandert.

Dynamo: bestaat uit een permanente magneet die kan ronddraaien in een behuizing. Hierin zitten spoelen. Door de elektromagnetische inductie ontstaat er inductiespanning. Dit is een binnenpoolgenerator.

Generator: is een buitenpoolgenerator,

Beweging en kracht:

Versnelling a: Afstand s: of

Eerste wet van Newton: een massa kan zelf niets aan haar toestand van rust of beweging wijzigen: als ze in rust is blijft ze in rust; als ze in beweging is gaat ze steeds met dezelfde snelheid verder rechtdoor.

Tweede wet van Newton: de versnelling die een massa krijgt onder invloed van een kracht is recht evenredig met de grootte van de kracht en omgekeerd evenredig met de grootte van de massa.

derde wet van Newton: als een eerste lichaam een kracht uitoefent op een tweede, dan oefent dit tweede lichaam op het eerste een even grote en tegengesteld gerichte kracht uit.

Arbeid: als een verplaatsing het gevolg is van de werking van een kracht.

energie: is de mogelijkheid om arbeid te leveren.Potentile energie: energie die voorwerpen bezitten door hun plaats in een krachtveld.

kinetische energie: energie die voorwerpen bezitten door hun beweging.

Dynamiek van chemische processen:Reactiesnelheid: geeft aan hoeveel deeltjes er reageren per tijdseenheid in een bepaalde ruimte.

botsingstheorie: een reactie is het gevolg van botsing van deeltjes. De botsende deeltjes moeten een voldoende hoge snelheid hebben en hun orintatie moet juist zijn.

Katalysator: een stof die een chemische reactie versnelt of vertraagt maar zelf ongewijzigd blijft na deze actieve hulp.

Chemisch evenwicht: Verandering van concentratie: evenwicht naar rechts Verandering van volume: evenwicht naar kant met minste deeltjes Verandering van temperatuur: exotherm hogere temp. evenwicht naar links Endotherm lagere temp. evenwicht naar rechtsPrincipe Le Chatelier: wanneer een systeem in evenwicht wordt verstoord door een wijziging in concentratie, volume of temperatuur, dan zal het systeem reageren met een verschuiving van het evenwicht waardoor die wijzigingen zoveel mogelijk teniet worden gedaan.

Aflopende reactie: een chemische reactie waarbij n van de reactieproducten volledig verdwijnt en niet opnieuw gevormd wordt.

Zuren en basen:Definitie van Arrhenius:Zuur: een stof die waterstof bevat en H vrijgeeft als je hem oplost in water.Base: stof die OH produceert als je hem oplost in water.

Definitie van Bronsted en Lowry:Zuur: is een protondonor, hij geeft H af.Base: is een protonacceptor, hij neemt H op.

Amfiprote stoffen: stoffen die zich kunnen gedragen als zuur en als base. Vb: water.

Sterkte zuren en basen: doordat zuren opgelost worden in water, ontstaat er , (oxonium) een sterk zuur maakt dus meer oxonium dan een zwak zuur.

pH: de zuurtegraad.pHschaal: als de concentratie oxoniumionen groter is dan water (7) dan hebben we een zure oplossing. Als die kleiner is, hebben we een basische oplossing.

Meten van pH: kan via een pH-meterMaar ook via indicatoren die van kleur veranderen.Fenolftalene blijft kleurloos tot pH 8,2 en kleurt rood boven pH 9,8Lakmoes is rood onder pH 5 en blauw boven pH 8

Isomerie:Isomeren: twee of meerder stoffen die dezelfde chemische brutoformule hebben, ze hebben dezelfde atomen, maar zijn anders opgebouwd en hebben dus andere eigenschappen.

Structuurisomeren: isomeren waarbij de atomen anders gebonden zijn.Stereo-isomeren: isomeren waarbij de atomen in groepen aan elkaar hangen maar ander georinteerd in de ruimte.