SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de...

71
1 Vokse sammen Growing together Kasvaa yhdessä Grandir ensemble Zusammen aufwachsen μεγαλώνουν μαζί לגדול יחדSAMEN GROEIEN Lære sammen Learning together Opitaan yhdessä Apprendre ensemble Gemeinsam lernen Ας μάθουμε μαζί דמיב דזמללSAMEN LEREN Birlikte büyümek Crescere insieme Wuessen zesummen Rosnąć razem Crescer juntos Rasti zajedno Crecer juntos و معا تنمSAMEN GROEIEN Birlikte öğren Impariamo insieme Zesummen léieren Uczymy się wspólnie Aprender em conjunto Ucimo se skupaj Aprender juntos معا نتعلمSAMEN LEREN

Transcript of SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de...

Page 1: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

1

Vokse sammen

Growing together

Kasvaa yhdessä

Grandir ensemble

Zusammen aufwachsen

μεγαλώνουν μαζί

לגדול יחד

SAMEN GROEIEN

Lære sammen

Learning together

Opitaan yhdessä

Apprendre ensemble

Gemeinsam lernen

Ας μάθουμε μαζί

דמיב דזמלל

SAMEN LEREN

Birlikte büyümek

Crescere insieme

Wuessen zesummen

Rosnąć razem

Crescer juntos

Rasti zajedno

Crecer juntos

تنمو معا

SAMEN GROEIEN

Birlikte öğren

Impariamo insieme

Zesummen léieren

Uczymy się wspólnie

Aprender em conjunto

Ucimo se skupaj

Aprender juntos

نتعلم معا

SAMEN LEREN

Page 2: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

2

SCHOOLWERKPLAN GO! BASISSCHOOL “DE PIJL”

SAMEN

elke mens die we ontmoeten

kunnen we negeren, groeten

insluiten of uitsluiten

kans geven of uitbuiten

afweren of toelaten

doodzwijgen of goedpraten

"onbekend" is "onbemind"

't zij volwassene of kind

autochtoon of buitenlander

bondgenoot of tegenstander

kleurlinge of blanke man

mens die niets of alles kan

altijd weer kunnen we kiezen:

wegkijken of zich verliezen

in het wonder van een mens

zoekend naar de kern, de grens

naar de zin en samenhang

even maar of levenslang

wat we wellicht allen willen

is dat we doorheen verschillen

andere visies, waarden, normen

toch ergens gemeenschap vormen

elk zoals hij is gebekt

met geduld en met respect.

(Hilde van Parys)

Page 3: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

3

Voorwoord door de directeur

Collega,

Welkom in deze bijzondere school.

Bijzonder omdat deze school in vele opzichten anders dan doorsnee is.

Alleen al dit monumentale gebouw spreekt boekdelen en prikkelt de fantasie. Lange gangen, hoge plafonds, grote en kleine klaslokalen, grillige circulatie en pal gelegen in het midden van een bijzondere stad doet je mijmeren naar de verschillende decennia en de verschillende generaties leerkrachten en leerlingen die deze school vertegenwoordigt: hoe zou het geweest zijn toen…

Bij mijn eerste bezoek aan deze school en na een eerste ontmoeting met haar leerlingen voelde ik al een warmte. In de volgende jaren is de context mij steeds nauwer aan het hart gaan liggen. Mijn respect en mijn affectie voor (kansarme) kinderen en tevens zij die er mee omgaan groeiden zienderogen. Ik ben nog steeds verrast en geamuseerd hoe deze school nieuwe collega’s, stagiaires en bezoekers charmeert. De vaste crew weet waarover ik het heb.

Doch deze charme heeft een prijs. Met een zeer volatiele schoolcontext en een voortdurend veranderend onderwijslandschap blijft deze school een niet-alledaags gegeven. Een enorme flexibiliteit, voortdurend aanpassen, probleemoplossend denken en gelijkgericht samenwerken verlangt veel van het individuele teamlid. Om ons en jou staande te houden binnen deze opdracht informeren de volgende pagina’s hoe deze boeiende reis in deze school het best aangepakt kan worden.

Welkom en een behouden vaart in De Pijl !

Patrick Meekers

Directeur

Page 4: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

4

INHOUDSTAFEL 1. Wie zijn wij?

1.1. School en adres

1.2. Deel van een groter geheel

1.3. Historiek

1.4. Omgeving en rekruteringsgebied

1.5. Leerlingkenmerken - schoolpopulatie

1.6. Het team

2. Onze visie

2.1. Neutraliteitsverklaring

2.2. PPGO

2.3. Missie en visie De Pijl

2.4. Kernbegrippen werking

2.5. Gelijke kansen

3. Hoe we de school organiseren:

3.1. Aanwending van het lestijdenpakket

3.2. Wie doet wat? Organogram

3.3. De schoolleiding en beleidsmedewerkers

3.3.1. De schooldirecteur

3.3.2. De pedagogische zorgcoördinator

3.3.3. De socio-maatschappelijke zorgcoördinator

3.3.4. De leerkrachten belast met een bijzonder pedagogische taak

3.4. Het pedagogisch beleidsteam

3.5. Cellenwerking

3.6. Samenwerking - buurtbetrokkenheid

3.7. Maximumfactuur

3.8. Controle op afwezigheden – spijbelproject

3.9. Inschrijvingsbeleid

3.10. Schoolactiviteiten

3.10.1. Jaarlijks terugkerende feesten en gebeurtenissen

3.10.2. Buitenschoolse activiteiten

3.10.3. Voor- en naschoolse opvang

3.11. Het secretariaat

Page 5: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

5

4. Onze infrastructuur

4.1. Het schoolgebouw

4.2. Klasinrichting

4.2.1. De kleuterklassen

4.2.2. De klassen van de lagere school

4.3. De speelplaats

4.4. De turnzaal

4.5. De refter

5. Pedagogische organisatie

5.1. Leerplannen, ontwikkelingsdoelen en eindtermen

5.2. Planning en voorbereiding

5.2.1. Lestijden - Uurrooster

5.2.2. Jaarplan

5.2.3. Doelenlijst

5.2.4. Weekplan

5.2.5. Dag- en Weeklijn

5.2.6. Lesvoorbereiding

5.3. Pedagogisch - didactische werking

5.3.1. Leerlinggericht differentiërend onderwijs

5.3.2. Ervaringsgericht onderwijs (kleuters)

5.3.3. Thematisch werken (kleuters)

5.3.4. Teamteaching - loftklasprincipe - klasdoorbrekend werken

5.3.5. Methodes en leerinhouden

5.3.6. Hoekenwerk

5.4. Levensbeschouwelijke vakken

5.5. Bewegingsopvoeding

5.6. Huiswerkbeleid

5.7. Schoolafspraken

5.7.1. Blad- en bordschikking

5.7.2. Handschrift

5.7.3. Manier van verbeteren

5.7.4. De schoolagenda

5.7.5. Aanwezigheidsregistratie

5.7.6. Orde en tucht

Page 6: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

6

6. Leerlingbegeleiding

6.1. Het zorgcontinuüm

6.1.1. Fase 0: Brede basiszorg

6.1.2. Fase 1: Verhoogde zorg

6.1.3. Fase 2: Uitbreiding van de zorg

6.1.4. Fase 3: Individueel aangepast curriculum

6.2. De begeleidingsdomeinen

6.2.1. Leren en studeren

6.2.2. Onderwijsloopbaan

6.2.3. Psychisch en sociaal functioneren

6.2.4. Preventieve gezondheidszorg

6.3. Anderstalige nieuwkomers

6.3.1. Visie op AN

6.3.2. Organisatie van de AN-werking

6.4. Ondersteuningsnetwerk (NOA)

6.5. Externe partners: logopedie - kinesitherapie

6.6. Leerlingvolgsysteem

6.7. Het Centrum voor Leerlingbegeleiding

7. Professionalisering

7.1. Orthotheek en bibliotheek

7.2. Bijscholing/navormingsplan

7.3. Aanvangsbegeleiding

7.4. Opvolging en evaluatie van het functioneren van de leerkrachten

7.5. Interne kwaliteitszorg

7.6. Externe evaluatie - inspectie

8. Evaluatie en rapportering

8.1. Leerlingenevaluatie

8.1.1. Observaties

8.1.2. Genormeerde toetsen

8.1.3. Rapport

8.2. Overgang tussen leerjaren

8.3. Oudercontacten

9. De ouders

9.1. Partnership met ouders

9.2. Communicatie – informatie

9.3. Oudervereniging ORBA - DE BOOG

9.4. Schoolraad

Page 7: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

7

1. Wie zijn wij?

1.1. School en adres GO! basisschool De Pijl Antwerpen, Pijlstraat 2 2060 Antwerpen Tel: 03/ 232 71 50 www.depijl.be

1.2. Deel van een groter geheel

Op 1 januari 1989 werd ‘Het Rijksonderwijs’ vervangen door het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Dit is het officieel onderwijs dat georganiseerd wordt voor en door de Vlaamse Gemeenschap. Het is een volwaardig en zelfstandig net met een eigen gezicht en een eigen project. De richtingwijzers van ons pedagogisch project zijn duidelijk vastgelegd: echte kansen bieden aan jonge mensen, segregatie tegengaan, talenten ontwikkelen en elk talent gelijkwaardig waarderen. Dat is en blijft ook in de 21ste eeuw de maatschappelijke opdracht van het GO!. De Pijl wordt geleid en beheerd vanuit drie niveaus die elkaar aanvullen, maar elk hun eigen bevoegdheden hebben: de school (lokaal niveau), de scholengroep (mesoniveau) en de Raad GO! (centraal niveau in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap). ● Op het centraal niveau zijn de Raad van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de

afgevaardigd bestuurder bevoegd.

Afgevaardigd bestuurder: mevrouw Raymonda Verdyck Huis van het GO! Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Willebroekkaai 36, 1000 Brussel Tel.: 02/790.92.00 [email protected]

● Op het mesoniveau zijn er scholengroepen gevormd, met heel wat bevoegdheden. De Pijl maakt

deel uit van GO! scholengroep Antwerpen. De scholengroep bestaat uit een 50-tal instellingen, sommigen ingedeeld in campussen. De Pijl behoort tot de Campus Atheneum. De scholengroep worden bestuurd door: ● een algemene vergadering ● een raad van bestuur ● een algemeen directeur ● een college van directeurs

Page 8: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

8

Algemeen Directeur: mevrouw Danielle Van Ast GO! scholengroep Antwerpen Thonetlaan 106A - 2050 Antwerpen tel.: 03/360.82.90 fax: 03/326.46.24 mailto:[email protected]

Onze school behoort tot scholengemeenschap Basisonderwijs Zuid van GO! scholengroep Antwerpen. Directeurs Coördinator BaO: mevrouw Francine Nooyens en de heer Bart Andries ● Op het lokale niveau wordt de school geleid door de directeur, bijgestaan door een beleidsteam

en een geëngageerd lerarenkorps.

Directeur: de heer Patrick Meekers

1.3. Historiek

Iedereen in Antwerpen kent “het Atheneum”, het gebouw waar onze school vandaag gehuisvest is. Het statige en geklasseerde gebouw werd opgetrokken in 1883. De school zelf bestaat echter al langer. Onder het bewind van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd in 1818 bij Koninklijk besluit door Koning Willem I de lagere Modelschool te Antwerpen opgericht. In het jaar 1826 werden we omgedoopt tot Koninklijke lagere school en pas in 1998 werden we ‘DE PIJL’. Enkele belangrijke data en feiten: 1818 Lagere Modelschool in de Prinsstraat (hof van Liere),

Hoofdonderwijzer Van Der Liet 1826 Koninklijke Lagere School 1830 Lagere Modelschool van de regering 1831 Overbrenging van de school naar de Meirstraat 1842 Lagere hoofdschool van de regering 1850 Rijksmiddelbare school met een Voorbereidende en Middelbare Afdeling 1857 Overbrenging van de school naar de Eikenstraat 1896 Overbrenging van de school naar de Boogstraat, thans Pijlstraat 1975 Splitsing van de voorbereidende afdeling van de R.M.S. in de Autonome Rijksbasisschool I van Antwerpen 1989 Omvorming van Rijksbasisschool tot Basisschool van het

Gemeenschapsonderwijs 1998 Herprofilering naar Creatieve Basisschool “De Pijl” 2000 Lid van de scholengroep 1 – Antigon - GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2009 Start debat: "Waar naartoe met de creatieve basisschool? Dringt er zich een nieuwe profilering op?" In- en uitbreiding van de school. 2013 Uitbreiding naar 3-klassenstructuur – capaciteitsuitbreiding Infrastructurele en organisatorische aanpassingen tot 2023. 2016 GO! scholengroep Antwerpen omvat de voormalige SGR1 en SGR2.

Page 9: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

9

2017 Nieuwe baseline en missie: Samen leren, samen groeien. Het Koninklijk Atheneum van Antwerpen stond altijd bekend als zeer vrijzinnig en Vlaamsgezind. Beroemde schrijvers zoals Willem Elschot en Paul van Ostayen liepen er school. Het waren voornamelijk kunstminnende mensen die hun visie kenbaar wilden maken via hun kunst en die pioniers waren in de vernederlandsing van het onderwijs. In de inkomhal van het Atheneum zien we nog altijd een beeld van Elschot. Aan de achterzijde van de campus ligt de basisschool De Pijl. De grote klassen op de tweede verdieping herinneren nog aan de tijd dat er een internaat (en dus slaapzalen) huisde. Vandaar de ingewikkelde infrastructuur. Antwerpen was steeds een boeiende, veelzijdige en historische stad, die letterlijk en figuurlijk een haven bood aan mensen van heinde en verre. Intussen kan men spreken van een multiculturele metropool. De school is in al die jaren mee geëvolueerd tot een superdiverse school. Om een antwoord te bieden op de specifieke situatie die een multiculturele school met zich meebrengt, werd in 1998 ingeschreven op een herprofileringproject in samenwerking met het Sociaal Impulsfonds. Het team opteerde er eerst voor om een kunstmagneetschool te worden. Later werd besloten het concept aan te passen naar een creatieve basisschool, in de ruimste zin van het woord. Het eerste project werd uitgewerkt rond het verhalenboek ‘Mijn Pijl bleef in de Kankantri’, een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school zich in de Pijlstraat bevindt. In het logo van de school zit de filosofie van de school: een dynamische en opwaartse pijl. Als baseline kozen we voor ‘creatieve basisschool’. Omwille van de wisselende context waarbij we de schoolpopulatie verder zagen veranderen naar een kansarm en superdivers publiek hield het team in 2009 een denkronde omtrent de toekomst van De Pijl. Meer en meer ontvingen wij anderstalige analfabeten die de school- en klaswerking voor nieuwe uitdagingen stelde. De capaciteitsdruk in de stad Antwerpen deed bovendien besluiten om een 3-klassenstructuur uit te bouwen. In de daarop volgende jaren evolueerden we verder in dezelfde richting: steeds meer anderstalige nieuwkomers, een zeer groot leerlingenverloop en een stijgend aantal zorgvragen. Dit proces en de grote en vele zorgbehoeften van de leerlingen deed ons in 2017 besluiten om met een vernieuwde visie aan te treden. Er wordt gekozen voor de baseline: ‘samen leren, samen groeien’. Wie meer wil weten over de geschiedenis van de school kan terecht in SWP- bijlage 1 - historiek.

1.4. Omgeving – rekruteringsgebied De Pijl is gelegen in het hart van de stad in de buurt Amandus-Atheneum. Deze buurt ligt tussen Park Spoor Noord, de Italiëlei, de Seefhoek en de Carnotstraat. Samen met de wijken Stuivenberg, Dam en Schijnpoort wordt de buurt administratief tot Antwerpen-Noord (2060) gerekend. Het gedeelte ten noorden van de as Vondelstraat - Sint-Gumarusstraat - Diepestraat wordt Sint-Amandus genoemd, het deel ten zuiden ervan Atheneum. De buurt is net als de aanpalende Seefhoek danig in verval geraakt, een trend die de stad Antwerpen trachtte te verhinderen bijvoorbeeld door het verhuizen van de Centrale Bibliotheek naar het De Coninckplein en het inplanten van een designcentrum aan de Winkelhaakstraat. Beide hadden tot dusver niet het verwachte resultaat. Wel zorgde men voor het verdwijnen van de

Page 10: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

10

prostitutie in de buurt. Maar het De Coninckplein en de nabijgelegen uitgangsbuurt het Statiekwartier blijven veelbesproken onder andere omdat ze bekend staan als het drugscentrum van Antwerpen. De woningen in de buurt hebben een hoge gemiddelde ouderdom en bieden zeer weinig intern comfort, gevels zijn in slechte staat en er heerst veel leegstand. Er is een schrijnend gebrek aan open ruimte en openbaar comfort. Uit huisbezoeken kunnen wij opmaken dat onze leerlingen vaak zeer eng behuisd wonen. Ze delen de beperkte ruimte met grote gezinnen en hebben amper plaats om zich te ontspannen, noch kennen ze enige vorm van privacy.

Rond onze school woont een groot percentage mensen van buitenlandse origine. Ook is het de buurt waar vluchtelingen en asielzoekers vaak terecht komen wanneer ze in Antwerpen arriveren. Een groot aandeel van de inwoners hier bestaat uit kansarme gezinnen.

Wij ontvangen elke schooldag kinderen uit verschillende wijken of gemeenten, zelfs van buiten Antwerpen. Maar in hoofdzaak wonen onze leerlingen dicht bij de school in Antwerpen-Noord (2060) en in mindere mate in Oud-Borgerhout (2140).

1.5. Leerlingkenmerken - Schoolpopulatie Met meer dan 45 verschillende nationaliteiten en minstens 5 levensbeschouwelijke visies, is de school een bruisend superdivers oord geworden met een pluralistisch en mensvriendelijk profiel. Onder de leerlingen worden talen gesproken uit meer dan 20 taalgroepen, de dominante thuistaal is zeer zelden het Nederlands. Door het groot aantal nationaliteiten ontstaan weinig subgroepen. De leerlingen zijn allen op het Nederlands aangewezen om onderling te kunnen communiceren. Net dit is de sterkte van de school: het ontstaan van een soort ‘Pijlgevoel’. De socio-economische status van de ouders, en dus van hun kinderen, is vaak weinig rooskleurig. Dit kan worden afgeleid uit de hoge werkloosheidsgraad en het feit dat vaak geen van beiden een diploma secundair onderwijs heeft. Bijna 85% van de leerlingen beantwoordt dan ook aan één of meerdere van de SES-indicatoren. De school kent een groot verloop aan leerlingen. Elk jaar ontvangen wij in alle klassen nieuwe leerlingen en zij-instromers doorheen het schooljaar. Tegelijk zien wij leerlingen vertrekken naar andere scholen, vaak aan de rand van of buiten de stad. Deze in- en uitstroom is zo groot dat men kan stellen dat wij een transitschool zijn geworden waar nieuwkomers hun eerste stapjes in het Vlaams onderwijs zetten en daarna doorstromen naar elders. De afgelopen jaren werd een hoog aantal Anderstalige Nieuwkomers op de school ingeschreven. Het laatste schooljaar kenden we een minder grote instroom op dit vlak. De AN-leerlingen maken een groot deel uit van de leerlingen die in de loop van een schooljaar instromen. Vluchten doet men nu eenmaal niet per definitie op 1 september. Het percentage kinderen dat een schoolse achterstand heeft opgelopen en het aantal zittenblijvers is in De Pijl hoog. Zo heeft 40,9% van onze leerlingen minstens 1 jaar schoolse achterstand terwijl dit in Antwerpen gemiddeld 18,8% is en in Vlaanderen zelfs ‘slechts’ 12,1%. In het schooljaar 2017-2018 moest 16,6% van onze leerlingen zijn jaar overdoen. Dit percentage ligt voor de stad Antwerpen op 3,9%. Het verder verklaren en terugdringen van deze cijfers is onze uitdaging én het is onze missie.

Page 11: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

11

Voor een diepgaande analyse van de context (omgeving, leerlingkenmerken, outputgegegevens) waarbinnen onze school werkt verwijzen we naar het document ‘schoolfoto’ in SWP-bijlage 2- schoolfoto.

1.6. Het team Elke dag geeft een geëngageerd en enthousiast team het beste van zichzelf in De Pijl. Binnen dit team vinden we samenwerken heel erg belangrijk. In een open teamgeest zoeken we voortdurend samen naar constructieve oplossingen bij (pedagogische) uitdagingen op ons pad. Het modern schoolgebeuren kan enkel en alleen maar functioneren wanneer alle mogelijke betrokkenen worden ingeschakeld. Tussen leerkrachten wordt dan ook regelmatig actief overleg gepleegd en informatie uitgewisseld. Overleg en advies inwinnen zijn ook belangrijke taken voor de schoolleiding. Op die manier wordt zij zich bewust van de noden en suggesties van het team en kan zij vervolgens proberen de rust te brengen die noodzakelijk is om een goed onderwijs- en leerklimaat te garanderen. Om haar doelstellingen te bereiken, opteert de school voor een vakbekwaam, gezagvol, maar ook kindvriendelijk en intercultureel ingesteld lerarentype. Een juf of meester in De Pijl moet kunnen motiveren, stimuleren en relativeren. Collega’s moeten eerlijk, creatief en evenwichtig zijn en zich met enthousiasme van hun taken kwijten. Hij/zij wordt uitgedaagd en ondersteund om zich in die zin te blijven ontwikkelen en te verfijnen. Een andere gedachte die we hoog in het vaandel dragen is dat welbevinden en betrokkenheid leiden tot competentie. Dit geldt voor de leerlingen, maar zeker ook voor hun leerkrachten. We maken daarom voldoende ruimte om van elkaar te leren op formele momenten, maar ook op meer informele gelegenheden.

Page 12: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

12

2. Schoolvisie

2.1. Neutraliteitsverklaring Als lid van het GO! worden wij gebonden door de neutraliteitsverklaring van ons net. Al onze leerkrachten erkennen dat het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap neutraal onderwijs is en hebben verklaard dat zij de neutraliteit zoals die gedefinieerd wordt door de Raad van het GO! respecteren. Zij onderschrijven hiermee ook de uitgangspunten rond diversiteit, kritische geest en actief burgerschap van het GO!.

2.2. Het PPGO! De Pijl maakt deel uit van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en onderschrijft dan ook integraal het Pedagogisch Project van het GO! (PPGO!). In dit basisdocument zijn de grondbeginselen en de algemene doelstellingen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap opgenomen. Het staat borg voor de eenheid van pedagogisch-didactische organisatie binnen de verscheidenheid van scholen. Basisbeginselen Het GO! voedt op tot actief burgerschap door respect, oprechtheid, gelijkwaardigheid, openheid, engagement en betrokkenheid te bewerkstelligen. Het PPGO! staat voor een dynamisch mens- en maatschappijbeeld. Het PPGO! beoogt gelijke kansen bij de maximale ontplooiing en vorming van persoonlijkheden. Daarbij streven we ernaar dat wie in het GO! gevormd en ontwikkeld is de volgende eigenschappen heeft:

● kijkt met een open geest, zonder vooroordelen, en toont belangstelling en respect voor ieders mening en bestaande verschillen;

● toont zich authentiek en integer in het samenleven met anderen, door eerlijk en respectvol uit te komen voor eigen ideeën en overtuigingen;

● huldigt de gelijkwaardigheid van mensen en de emancipatie van elk individu niet enkel als principe, maar spant zich ook in om ze te verwezenlijken;

o is betrokken bij de sociale werkelijkheid, dat wil zeggen: o eerbiedigt de universele rechten van de mens en zijn fundamentele vrijheden en

draagt bij tot hun realisatie;handelt volgens democratische waarden en instellingen; o verzet zich tegen maatschappelijke ongelijkheden en zet zich in voor sociale

rechtvaardigheid. ● is mondig en kritisch en kan ideeën helder, genuanceerd en respectvol uiten; ● is bereid om een leven lang en levensbreed te leren.

Met het PPGO! wil het GO! elk individu gelijke kansen bieden om zich te ontwikkelen. Wij gaan daarbij niet uit van een vaste standaard maar spelen in op verschillen; lerende krijgen pedagogische, didactische en sociaal-emotionele ondersteuning afgestemd op de eigen talenten, mogelijkheden en behoeften. Het PPGO! streeft de totale ontplooiing van de persoon na via het verwerven van kennis en inzicht en het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar het ontwikkelen van een open geest, een kritische en creatieve houding ten aanzien van mens, natuur en samenleving, en actief burgerschap.

Page 13: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

13

Elk mens is uniek, alle mensen zijn gelijkwaardig. In iedere onderwijs- en opvoedingssituatie moeten de individuele mogelijkheden van elke lerende tot hun recht komen. Iedereen heeft recht op gelijke ontwikkelingskansen. Rekening houden met eigen mogelijkheden en interesses wil enerzijds zeggen dat beperkingen en contextgebonden achterstanden worden gemilderd of weggewerkt door aangepaste ondersteuning. Anderzijds worden kinderen, jongeren en volwassenen ook maximaal uitgedaagd en geprikkeld in hun specifieke talenten. Het GO! tracht met andere woorden bij alle lerende maximale ontwikkeling, leerwinst en welbevinden te bereiken. De aandacht voor gelijke kansen toont hoe in ons opvoedingsproject de vorming van lerende onlosmakelijk verbonden is met het veranderen van de samenleving. Die complexe samenhang tussen individu en samenleving heeft twee componenten:

● Enerzijds bereidt het GO! lerenden voor op het samenleven. Door in te zetten op voorgenoemde waarden wil het GO! meebouwen aan de samenleving van de toekomst: een vrije democratie met actieve burgers waarin het samenleven centraal staat. Dit is slechts haalbaar als de vorming van het individu voldoende breed is, met aandacht voor zowel wetenschappelijke en technologische, sociaal-culturele als ethische componenten in een gezond evenwicht. Door die brede vorming leren kinderen, jongeren en volwassenen het doel en de zin van hun handelen inzien; het stelt hen in staat om zich kritisch op te stellen tegenover zichzelf en het maatschappelijke gebeuren en in vrijheid verantwoordelijkheid te dragen.

● Anderzijds positioneert het GO! zich met zijn pedagogisch project in de samenleving. Het universele recht op onderwijs veronderstelt dat de samenleving in maximale ontplooiings- en participatiekansen voorziet voor elk individu, volgens zijn of haar mogelijkheden. Dit recht is voor het GO! onlosmakelijk verbonden met het nastreven van gelijke kansen en het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting. Door te focussen op wat mensen verbindt en kinderen, jongeren en volwassenen te leren samenleven over de grenzen van verschillen heen maken we van de school een betekenisvolle leer- en leefomgeving die bijdraagt tot een meer rechtvaardige samenleving.

Samen leren samenleven: neutraliteit als uitgangspunt voor actief burgerschap Het GO! heeft de grondwettelijke opdracht om neutraal onderwijs aan te bieden. Dat betekent dat de filosofische, ideologische en levensbeschouwelijke opvattingen van de lerende en hun ouders geëerbiedigd worden. Neutraliteit betekent niet dat individuen neutraal of kleurloos zijn maar wel dat we uitgaan van een diversiteit aan levensbeschouwelijke perspectieven. Het GO! engageert zich tot neutraliteit en creëert daartoe een leer- en leefomgeving die uitgaat van de gelijkwaardigheid van levensbeschouwelijke overtuigingen, zonder de ene of andere overtuiging als richtinggevend naar voren te schuiven. De waarden die het GO! ondersteunt, bieden de zekerheid van een kader van neutraliteit dat noodzakelijk is om een dialoog tussen verschillende levensbeschouwingen op voet van gelijkwaardigheid mogelijk te maken: vrijheid, gelijkheid en solidariteit; gelijkwaardigheid van de seksen; scheiding van kerk en staat; vrijheid van gedachte en geweten van allen, waarbij elke persoon vrij is om een bepaalde levensbeschouwelijke overtuiging aan te nemen. Het GO! creëert voor de lerende de mogelijkheden om hun eigen individuele persoonlijkheid te ontwikkelen, hun eigen keuzes te leren maken en vormt hen als burgers in een democratische samenleving. Neutraliteit is daarbij als volgt gedefinieerd:

● lerenden de waarden bijbrengen die eigen en gemeenschappelijk zijn aan onze democratische samenleving en rechtsstaat;

Page 14: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

14

● lerenden beschermen tegen elke vorm van druk die hen zou verhinderen om eigen keuzes te maken;

● actief optreden tegen vormen van discriminatie of uitsluiting op basis van geslacht, geaardheid, etniciteit, overtuiging en andere kenmerken;

● geen enkel onderwerp bij voorbaat uitsluiten van behandeling tijdens de lessen of van wetenschappelijke en pedagogische vraagstelling, om zo de openheid voor de diversiteit van visies in de samenleving te waarborgen.

Mensen met uiteenlopende overtuigingen zijn welkom in het GO! en hun eigenheid wordt er gerespecteerd voor zover zij de wetgeving in ons land respecteren, zich mee inzetten om kinderrechten en mensenrechten voor elke persoon waar te maken en actief betrokken zijn bij de grondwaarden en doelstellingen van het PPGO!. Het GO! beschouwt het actief omgaan met alle vormen van diversiteit als een belangrijke uitdaging en een toegevoegde waarde bij het realiseren van zijn opdrachten. Actief burgerschap wordt op de eerste plaats gekenmerkt door een actief pluralistische basishouding en de verwachting van wederkerigheid. Het GO! stelt het samen leren samenleven als een kernopdracht voorop, en benadrukt daarmee dat alle mensen in onze samenleving over bestaande verschillen heen met elkaar verbonden zijn door gemeenschappelijke grondrechten en democratische basiswaarden.

2.3. Missie en visie DE PIJL

Wij ondertekenen volmondig de GO!-engagementsverklaring die het PPGO! afsluit: Door in te zetten op bovenstaande waarden en doelstellingen wil De Pijl mee bouwen aan de samenleving van de toekomst: een vrije democratie met actieve burgers waarin het samenleven centraal staat en elke persoon gelijke kansen heeft om zich maximaal te ontplooien. De Pijl is een school van de gemeenschap en voor de gemeenschap. Dat veronderstelt niet alleen een pedagogisch project, maar ook een brede participatie. Via ons beleid voorzien wij in kansen om democratische deelname aan de totstandkoming en uitvoering van beleidsbeslissingen mogelijk te maken. Wij willen lerenden, ouders, personeel en bestuurders van de school aanzetten tot nadenken en betrokkenheid bij de maatschappelijke realiteit en de dagelijkse onderwijspraktijk. We vertalen hiertoe het PPGO! in actieplannen, school- en andere reglementen en binnen de cultuur van onze instelling. Het PPGO! is dynamisch in zijn toepassing, afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen, specifieke contexten, nieuwe wetenschappelijke inzichten of veranderende pedagogische behoeften. In De Pijl dragen alle lerenden, ouders, personeel en bestuurders er actief toe bij om de grondbeginselen, waarden en doelstellingen uit het PPGO! en de neutraliteitsverklaring van het GO! effectief te realiseren en na te leven of te doen naleven. Aangezien niet elke school precies hetzelfde karakter heeft en dus niet precies dezelfde doelstellingen kan beogen, wordt de eigenheid van De Pijl evenwel verder geduid en uitgewerkt in dit schoolwerkplan.

Het is onze missie om in een superdiverse omgeving kwalitatief onderwijs te bieden aan al onze leerlingen. Dit doen we vanuit de visie “samen leren, samen groeien”.

Page 15: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

15

In onze school vinden we welbevinden essentieel op elk moment van elke dag. We maken van De Pijl een open warme tweede ‘thuis’ en een veilige haven waar we samen groeien in verbondenheid en met respect voor elkaar. We creëren een kwalitatieve leeromgeving en bieden optimale leerkansen waarbij het kind centraal staat. Door oog te hebben voor ieders talent en te geloven in hun groeipotentieel geven we alle kinderen de tijd om zich te ontplooien tot maatschappijkritische en zelfstandige jongeren vol zelfvertrouwen. Wij geloven dat elk kind uniek is en trachten met onderwijs op maat en veel oog voor zorg elk kind maximale groeikansen te geven.

2.4. Kernbegrippen werking We zetten volgende vijf kernbegrippen centraal in onze werking: Samen

Onderwijs maak je samen. In de eerste plaats willen we dus de lerende, ouders en leerkrachten doen samenwerken. Hiervoor ontwikkelen we in de school een cultuur waarin we participatie en dialoog belangrijk vinden.

We leren kinderen om samen met anderen je activiteiten te richten op een gemeenschappelijk doel en bij te dragen aan het bevorderen van een goede onderlinge sfeer. Dit kan door het gezamenlijke resultaat op de eerste plaats te stellen en zich daarvoor zo goed mogelijk inzetten. Zo leren we van elkaar en met elkaar.

Groeien Wij geloven in elk kind en gaan ervan uit dat elk kind kan leren en kan openbloeien. We begeleiden elk kind naar maximale leerkansen en naar leerwinst. Door het frontaal lesgeven om te buigen in eerder begeleidende houding kan er meer gedifferentieerd lesgegeven worden ten voordele van de individuele leerling. Alle lerende moeten zich in hun totaliteit kunnen ontplooien in De Pijl. Zo trachten wij te streven naar kwaliteitsonderwijs. Om tegemoet te komen aan de noden van onze leerlingenpopulatie, zoeken wij onderwijsvernieuwingen die binnen onze school kaderen. Cognitieve kennis en vaardigheden worden getraind zonder de socio-emotionele component uit het oog te verliezen. Het uiteindelijke doel is een nog grotere leerwinst bij de lerende. Dit gebeurt door de verbinding van cognitieve kennis - met de nadruk op leerervaring - aan een degelijke menselijke vorming, met daarbij een extra dimensie op het gebied van totale creativiteit. Zo voelt de school ‘minder schools’ aan, doch biedt ‘meer school’. Uniek De Pijl is met haar gevarieerd en superdivers publiek een unieke school, waar op een unieke manier over onderwijs wordt gedacht. Onderwijs moet een feest zijn, in de eerste plaats voor de kinderen. De lerende, maar vooral het kind, staat centraal. Elk kind is uniek, met een eigen achtergrond of rugzak. We aanvaarden elkaar allemaal zoals we zijn. We gaan op zoek naar de sterktes en interesses van de kinderen en geven hen alle kansen om te ontplooien. De superdiversiteit onder de leerlingen zien we als een meerwaarde voor hun ontwikkeling. Binnen de verscheidenheid gaan we op zoek naar verbondenheid.

Page 16: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

16

Veilig We zorgen dat alle kinderen zich geborgen en thuis voelen in De Pijl. We voorzien een inclusieve cultuur waarbinnen iedereen een plek krijgt. We staan garant voor een positief en stimulerend school- en klasklimaat. Het veilige klimaat in de school wordt gecreëerd door een netwerk uit te bouwen van vaste en tijdelijke personeelsleden, ouders, lerende, participanten en bezoekers. Dit maakt dat het schoolgebeuren ook een wereldgebeuren is. Zo wordt onderwijs ook een maatschappelijk project.

Respect Onze schoolwerking is gebaseerd op vertrouwen, veiligheid en wederzijds respect tussen alle participanten. De diversiteit van onze leerlingen zien we als een verrijking. Het opent boeiende perspectieven waar gretig wordt op ingespeeld. Uitgangspunt is dan ook een non-discriminatiebeleid waarin iedereen evenwaardig is en iedereen gelijke kansen verdient. We begeleiden de kinderen naar een open geest zonder vooroordelen, zelfs tijdens de lessen wiskunde en taal. Zo kunnen wij hen wapenen met een wereldse kennis opdat ze in de toekomst hun eigen leven, hun eigen geluk zonder al te veel problemen kunnen uitbouwen. Wij creëren een klasklimaat waarbinnen de leerlingen respectvol omgaan met elke participant in hun omgeving. We leren hen duidelijke waarden en normen aan door regels en afspraken als handvat mee te geven.

2.5. Gelijke kansen

De Pijl heeft de laatste jaren een percentage van meer dan 85% SES-leerlingen en is erop gericht al deze lerenden alle mogelijke kansen te bieden. Het is voor ons essentieel om in een open school met een zeer diverse populatie een schooleigen beleid uit te werken dat bijdraagt tot meer sociale gelijkheid. Het team van De Pijl neemt zo haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op, met als uitermate belangrijke opdracht de sociale kloof te dichten. Het is de taak van onderwijs zich over elke leerling, ongeacht zijn herkomst, te ontfermen, in hem of haar te geloven en het beste uit die leerling te halen.

Door de grote diversiteit onder onze leerlingen is de school een bruisend multicultureel en pluralistisch oord geworden. Reeds van in de kleuterschool worden de kinderen geconfronteerd met elkaars culturele eigenheid. Dit evolueert van het bespreken van de verschillen in kleding, voedsel, woonst, feesten, gewoonten en gebruiken bij de kleinsten, naar meer abstracte discussiethema’s in de 3e graad. Het samenleven met andere (sub-) culturen, de problematiek en de meerwaarde wordt besproken. Oog hebben voor verschillen, maar vooral voor overeenkomsten, is het uitgangspunt om niet te vervallen in onjuiste veralgemeningen en stereotypen. Dat betekent niet dat we de culturele verschillen negeren, want net aan de superdiversiteit ontleent de school haar roeping. De verscheidenheid van de leerlingen wordt aangegrepen als meerwaarde, als kans

Page 17: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

17

tot leren. De verschillen mogen door niemand gezien worden als een hinderpaal, maar juist als een punt van sterkte.

3. Hoe we de school organiseren:

3.1. Aanwending van het lestijdenpakket Bij het samenstellen van het lestijdenpakket wordt in de eerste plaats het pedagogisch comfort van onze lerenden voor ogen gehouden. Wij opteren daarbij voor voldoende uren lichamelijke opvoeding, aangezien de motorische en lichamelijke ontwikkeling zeker bij stadskinderen zo veel mogelijk gestimuleerd moet worden. Kleuterschool: Er zijn 26 klasgebonden lestijden, aangevuld met 2 lestijden LO. Zorgoverleg vindt plaats tijdens één van de 2 lestijden LO. Daarnaast vindt er nog een vrijwillig overleg plaats, meestal tijdens een middag, met de parallel collega. Wekelijks is er een kleuteroverleg tijdens de middag. Lagere school: Er zijn 24 klasgebonden lestijden, aangevuld met 2 lestijden LO en 2 lestijden LBV. Overleg met de parallelcollega en het zorgoverleg vinden plaats tijdens de LBV uren. Tweewekelijks vindt er ook een vrijwillig lagere schooloverleg plaats tijdens de middag.

3.2. Wie doet wat? - organogram

Ons schoolteam bestaat uit een directeur, 2 administratieve medewerkers, een pedagogische zorgcoördinator van de lagere school, een pedagogische zorgcoördinator voor de kleuterschool, een socio-maatschappelijke zorgcoördinator voor de kleuterschool en een socio-maatschappelijke zorgcoördinator van de lagere school. Weliswaar beschikken niet alle opdrachten over fulltime eenheden. Er zijn een vijftigtal leerkrachten, bezoldigde toezichters, een economaat en onderhoudspersoneel. Voor elke functie binnen de school is er een specifieke functiebeschrijving en taakomschrijving. Zie SWP - bijlage 3 - functiebeschrijving. In het organogram wordt weergegeven welke opdrachten er bestaan in de school en door wie deze worden ingevuld. Zie SWP- bijlage 4 - organogram. Opgelet: alle leerkrachten kunnen, te allen tijden, een schoolopdracht krijgen.

3.3. Schoolleiding en beleidsmedewerkers

3.3.1. De schooldirecteur Binnen een veranderend onderwijsveld in Vlaanderen is ook het takenpakket van een directie in de laatste jaren grondig hertekend. Het pakket aan beleidstaken verbonden aan een goed schoolbeleid werd uitvoerig gewijzigd en in opdrachten vermeerderd. De diversiteit van taken waarvoor een

Page 18: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

18

schooldirecteur verantwoordelijkheid draagt, gaat van de algemene pedagogische leiding en de toekomstige ontwikkeling van de school tot en met het dagelijkse onderhoud van de infrastructuur. Daarnaast neemt het aantal schoolexterne taken toe (delegaties voor de scholengroep, campusopdrachten). Een moderne schooldirectie dient zich dan ook te beroepen op interne ondersteuning. Vormen van gespreide of gedeelde leiding – waarbij de verantwoordelijkheid voor verschillende aspecten van het bestuur binnen de school gedelegeerd wordt – dringen zich op. Een deel van de beleidstaken wordt door de directie daarom gedelegeerd naar personeelsleden, die onder een uitgeschreven mandaat deze taak waarnemen. De directeur wordt in zijn taak ondersteund met beleidsvoorbereidend werk door een beleidsteam van zorgcoördinatoren en personeelsleden belast met een bijzondere pedagogische taak. Hierbij werd gekozen voor een unieke verdeling in zorgcoördinatie waarbij er bewust een onderscheid werd gemaakt tussen een pedagogische en daarnaast een socio-maatschappelijke coördinator. Er is een nauwe samenwerking en overlegcultuur binnen dit team. Binnen de overlegstructuur van de school (zie zorgmap/LVS en afspraken BOC) maken de coördinatoren samen met de directeur, de klasleerkracht en de zorgleerkracht pedagogische punten bespreekbaar en wordt er gezocht naar een gelijkgerichte aanpak in de school. Het pedagogisch project van de school wordt onder leiding van de directeur en het beleidsteam permanent uitgetekend en bewaakt (PDCA). De directeur is ook een voorstander van het model voor schoolleiders basisonderwijs Scholengroep Antwerpen. Dit model zou hij graag willen toepassen met het beleidsteam in de school.

3.3.2. De Pedagogische zorgcoördinatoren (PED-ZGC) De pedagogisch zorgcoördinatoren hebben als taak het pedagogisch-didactisch beleid van de school vorm te geven en te helpen bewaken. Er wordt daarbij permanent gezocht naar onderwijsvernieuwende initiatieven die een meerwaarde voor de lerende in De Pijl kunnen betekenen. Zo staan ze in voor het borgen en ontwikkelen van de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk. De pedagogische zorgcoördinatoren zijn ook degenen die het zorg- (SES) en het pedagogisch beleidsteam van de school dagelijks coördineren. Omwille van de grootte van de deelteams kleuter en lager (3-klassenstructuur) wordt er per deelteam een zorgcoördinator voorzien.

3.3.3. De Socio-maatschappelijke zorgcoördinator (SOM-ZGC) De socio-maatschappelijke zorgcoördinatoren in De Pijl zijn de stimulator achter het socio-maatschappelijke luik van het zorgbeleid en het verhogen van de betrokkenheid van ouders bij het totale schoolgebeuren. Dit wordt net zoals de pedagogische zorgcoördinatie georganiseerd op drie niveaus: school, leerkrachten en leerlingen. Omwille van de specifieke doelgroep van De Pijl en het aantrekken van bijkomende deskundigheid in het gewoon onderwijs gaat de voorkeur voor het socio-maatschappelijke luik uit naar paramedici, maatschappelijk werkers of psychologisch geschoolden. Al deze mensen kunnen verschillende competenties inbrengen, zodat ook in het gewoon basisonderwijs de multidisciplinariteit kan groeien.

Page 19: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

19

3.3.4. Leerkrachten belast met een bijzonder pedagogische taak (BPT)

In De Pijl werkt de directie nauw samen met zijn plaatsvervanger (BPT - plaatsvervanger). Hij/zij wordt in beleidsmateries betrokken in de mate van het mogelijke. Daardoor is de plaatsvervanger voldoende op de hoogte om korte afwezigheden van de directie op te vangen. Hij/zij krijgt hierbij beleidsvoorbereidende, beleidsondersteunende en beleidsbewakende taken op organisatorisch vlak (boekhouding, veiligheid, bezoldigde toezichten en speelplaatstoezichten) toebedeeld. Bij afwezigheid (>1 dag) van de directeur bewaakt hij/zij het engagement van alle personeelsleden en andere betrokken partijen rond de visie waardoor de goede werking en uitstraling van De Pijl wordt gehandhaafd.

De directie en het team van De Pijl willen dagelijks garant staan voor het bieden van een stimulerende leeromgeving waar maximale leerkansen worden geboden en benut. Hiertoe neemt ze een reflectieve houding aan ten opzichte van het eigen functioneren. Het is de taak van de BPT- Interne Kwaliteitszorg om te zorgen dat de kwaliteit van het geboden onderwijs in de Pijl op systematisch, cyclisch en betrouwbaar in kaart wordt gebracht en wordt bewaakt. De Interne Kwaliteitszorg heeft in het schooljaar 2019-2020 als taak het pedagogisch-didactisch beleid van de school in kaart te brengen door de verantwoordings- en planningsdocumenten op schoolniveau te screenen en na te gaan in hoeverre deze in overeenstemming zijn met de realiteit. Het schoolontwikkelingsplan en alle aanverwante plannen worden op een overzichtelijke wijze op elkaar afgestemd en verder ingebed in de werking van de school. Dit moet leiden tot een integraal schoolbeleidsplan (SBP) waarbij het zorgcontinuüm het uitgangspunt is.

3.4. Het pedagogische beleidsteam De groep van beleidsmedewerkers vormen samen met een afvaardiging van de klasleerkrachten het pedagogisch beleidsteam van de school. Ze krijgen hierbij beleidsvoorbereidende, beleidsondersteunende en beleidsbewakende taken toebedeeld. Het pedagogisch beleidsteam bestaat uit de directie, de pedagogische zorgcoördinatoren, de socio-maatschappelijke zorgcoördinatoren (bij thema’s verwant aan hun takenpakket), BPT-IKZ en 4 voltijdse klasleerkrachten (één uit iedere graad), een afgevaardigde zorgleerkracht en iemand uit het AN-team. De samenstelling wisselt na een bepaalde periode. Leden van het pedagogisch beleidsteam organiseren wekelijks vergaderingen. Zij verkrijgen een duidelijk mandaat om opdrachten te geven en gemaakte afspraken te controleren. De opdracht van het pedagogisch beleidsteam bestaat erin te zorgen voor een uniform klasbeleid (bv. differentiatie, dagplanning, evaluatie, rapportering, etc…), het bekomen van goede afspraken binnen het team (bv. toezichten), het opstellen van een aankoopplan didactisch materiaal, … . Het pedagogisch beleidsteam stelt steeds een verslag op dat in Wiki op Smartschool geplaatst wordt. Op deze manier is de informatie steeds toegankelijk voor het volledige team.

3.5. Cellenwerking Een geheel leiden en een wil tot hoge onderwijsefficiëntie vragen een stevige structuur. De organisatie is geen doel op zich, maar een middel om reële doelstellingen te bereiken. Dit eerst en vooral in het voordeel van de lerende, maar zeker ook van de school en haar leerkrachten. Om elkeen aan te spreken op zijn eigen competenties en zo te helpen De Pijl op peil te houden werden

Page 20: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

20

‘cellen’ in het leven geroepen. Dit zorgt voor een goed gestructureerd systeem van werkgroepen binnen de school. Het is een efficiënte, professionele manier van werken die meteen ook de betrokkenheid en het welbevinden van iedere leerkracht verhoogt. Cellen kunnen groeien, nieuwe cellen kunnen worden opgericht, maar ze kunnen ook verdwijnen. Dit hangt af van de noodzaak. De celwerking wordt bij aanvang van elk nieuw schooljaar in een teamvergadering opgestart. Voor een overzicht van de werking en missie van de actieve cellen: zie SWP- bijlage 5 - celwerking

3.6. Samenwerking – buurtbetrokkenheid

De Pijl staat garant voor een dynamische schoolvisie. Er wordt een actief beleid gevoerd om een maximum aan actoren te betrekken bij het schoolgebeuren. De Pijl wil geen gesloten burcht of geen afgesloten eilandje zijn. Zo veel als mogelijk worden de deuren opengegooid voor iedereen die op de één of andere wijze een meerwaarde kan betekenen voor de school en haar lerende. Op haar beurt denkt de school zo ook een stimulans te kunnen zijn voor de buurt. Onderwijs is namelijk een immens belangrijk maatschappelijk gebeuren en kan zich dan ook niet van die maatschappij afkeren. In onze stedelijke context zijn wij ons zeer bewust van het belang van netwerkvorming en buurtontwikkeling. We streven naar zo veel mogelijk samenwerking met socio-culturele en socio-economische organisaties uit de buurt omdat we geloven dat dit een herstellend effect kan hebben op het sociale weefsel. We willen zo de school verbreden en ze verankeren in de pluriforme buitenwereld. Er wordt een breed platform van actoren gecontacteerd. Deze contacten zijn soms eenmalig, soms blijvend. Alleszins dienen ze steeds om betrokkenheid te tonen en te vragen, om een breed draagvlak te creëren en om iets toe te voegen aan de school in functie van haar lerenden. We blijven intensief acties ondernemen om onze contacten met alle ouders en buurtorganisaties uit te breiden en te verdiepen.

3.7. Maximumfactuur In het GO! betaalt niemand inschrijvingsgeld, noch bijdragen voor kosten die nodig zijn om ontwikkelingsdoelen na te streven of de eindtermen te behalen. De materialen die hiervoor nodig zijn, krijgen de lerenden kosteloos in bruikleen. Ze blijven eigendom van de school. Onze school kan evenwel niet voor alle kosten instaan. Voor bepaalde activiteiten zijn wij genoodzaakt een minimale bijdrage te vragen. We zoeken hierbij steeds naar het juiste evenwicht tussen zo veel mogelijk stimulerende en verruimende activiteiten aanbieden enerzijds en rekening houden met de vaak zeer precaire financiële achtergrond van onze leerlingen anderzijds. Onze leerkrachten zijn steeds op zoek naar de goedkoopste manier om (buitenschoolse) activiteiten aan te bieden. We hanteren een zo scherp mogelijke maximumfactuur die garandeert dat ouders weten hoeveel ze op een heel schooljaar zullen moeten betalen: 45 euro voor een kleuter, 90 euro voor een leerling van de lagere school.

Page 21: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

21

3.8. Controle op afwezigheden – spijbelproject De ervaring leert ons dat het aantal ongewettigde afwezigheden in onze school ver boven het gemiddelde uitsteekt. Dit bemoeilijkt aanzienlijk het leerproces van de betrokken kinderen en geeft problemen op het gebied van klasorganisatie. Leerlingen zijn soms dagen tot weken niet aanwezig op school en moeten daarna terug aansluiten bij de groep. De socio-maatschappelijke zorgcoördinator werkt actief samen met ouders, leerkrachten en CLB om het spijbelen te vermijden en indien nodig grondig op te volgen. In het kleuteronderwijs is het wenselijk dat de ouders (tijdig) de leerkracht informeren over de afwezigheid van hun kind. Om toegang te krijgen tot het lager onderwijs moet een kind op 6 jaar minstens 250 halve dagen aanwezig zijn. Zo niet, beslist te klassenraad van de lagere school:

● ofwel mag een ouder zijn kind toch inschrijven ● ofwel moet het kind nog een jaar in het kleuteronderwijs blijven. Daar moet het kind dan

elke schooldag op school aanwezig zijn. Want de leerplicht begint op 6 jaar. (Vanaf schooljaar 2020-2021 op 5 jaar.)

Voor kinderen die het eerste jaar van de leerplicht in het kleuteronderwijs doorbrengen geldt dezelfde regeling als in het lager onderwijs. In het lager onderwijs geldt de volgende regeling: Het ligt niet in de bedoeling dat aan ouders toestemming wordt gegeven om vroeger met vakantie te vertrekken of om later uit vakantie terug te keren. Dit heet luxeverzuim. De leerplicht veronderstelt dat een leerling op school is van 1 september tot en met 30 juni (behoudens de schoolvakanties). Problematische afwezigheid. Elke aan - of afwezigheid wordt tweemaal per dag geregistreerd door de aanwezige leerkracht in Smartschool. Een problematische afwezigheid is een afwezigheid die niet kan gewettigd worden, tenzij op basis van een concrete leerlingbegeleiding. Elke problematische afwezigheid van minstens een halve schooldag wordt door de school systematisch opgevolgd (contact opnemen met de ouders, met het CLB, stappenplan, netwerk). Een problematische afwezigheid wordt aangeduid met een code B (B staat voor Begeleiding). Het regelmatig te laat komen, wordt (na een verwittiging) als problematisch beschouwd. Vanaf vijf B-codes moet het begeleidend CLB ingeschakeld worden en zal een begeleidingsdossier opgemaakt worden. De socio-maatschappelijke zorgcoördinator en het CLB zorgen voor extra begeleiding van de ouders. Indien nodig schakelen zij externe hulpverleningsdiensten in. Als de ouders niet ingaan op het initiatief van het CLB en de problematische afwezigheid blijft aanhouden, meldt de school dit aan de overheid. Bij zeer ernstige problematische afwezigheden, en nadat alle begeleidingsinspanningen van de school en het CLB tevergeefs zijn geweest, of indien blijkt dat de leerling zelfs spoorloos is, kan de school altijd beslissen om tot uitschrijving over te gaan. Wanneer het kind in de loop van een schooljaar van school verandert, zal de oude school aan de nieuwe school laten weten hoeveel dagen het kind reeds problematisch afwezig geweest is.

Page 22: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

22

Zodra een leerling met een schooltoeslag twee schooljaren op rij 30 of meer B-codes heeft op één schooljaar, leidt dat tot een terugvordering van de schooltoeslag. Het kan er ook toe leiden dat een aanvraag voor een schooltoeslag geweigerd wordt. Vanaf het schooljaar 2019-2020 is de minimale aanwezigheid om recht te hebben op een schooltoeslag voor 5-jarige kleuters 250 halve dagen. Laatkomers Een ontrading en een sensibilisering van kind en ouder wordt elke ochtend een kwartier na het belsignaal uitgevoerd door twee zorgleerkrachten en/of zorgcoördinatoren. Leerlingen uit de lagere school die te laat komen krijgen een stempel in het agenda met ‘te laat’. Daarnaast wordt dit ook geregistreerd in Smartschool met een code L. Het aantal L- codes wordt op het rapport vermeld. Vanaf 5 L- codes krijgen ouders een brief die zij ondertekend moeten inleveren. De ouders van leerlingen die meermaals te laat komen worden telefonisch verwittigd. Indien het laatkomen blijft aanhouden worden ouders op een gesprek uitgenodigd. L-codes kunnen in samenspraak met het CLB omgezet worden in B-codes.

3.9. Het inschrijvingsbeleid Elk kind in België heeft recht op onderwijs. Wij bieden school aan voor alle kinderen en maken daarbij geen onderscheid tussen leerlingen omwille van hun achtergrond. Zo ontvangen wij elk jaar een ruim aantal anderstalige nieuwkomers. Ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zijn welkom in De Pijl in de mate waarin de draagkracht van de school het toelaat. Om wachtrijen aan de schoolpoorten te vermijden, wordt in Antwerpen sinds enkele jaren gewerkt met een centraal aanmeldingsregister, Meld Je Aan genoemd. Meer info is te vinden op: https://meldjeaan.antwerpen.be Om de (eventuele) aanmeldingen via Meld Je Aan en inschrijvingen adequaat en conform de richtlijnen te laten verlopen, werken we met een vast team dat ouders ontvangt om de leerlingen in te schrijven. Ouders kunnen terecht gedurende het hele schooljaar, maar ook tijdens de periode van inschrijving in de zomervakantie. Voor meer info over ons inschrijvingsbeleid en procedures verwijzen we naar SWP - bijlage 6 - inschrijvingsbeleid.

3.10. Schoolactiviteiten

3.10.1. Jaarlijkse terugkerende feesten en gebeurtenissen Om te werken aan ouderparticipatie, het welbevinden van de leerlingen, de sfeer op school en de band tussen lerenden en leerkracht te versterken, trachten wij als school meerdere feestelijke activiteiten te organiseren waarop iedereen welkom is. De meeste van die activiteiten worden georganiseerd binnen de celwerking (zie SWP - bijlage 5 - cellen). Saved by the bell Voor ons lijkt de schoolbel iets vanzelfsprekend. Het is evenwel belangrijk ons bewust te zijn dat er miljoenen kinderen op aarde leven die nooit een schoolbel horen rinkelen. Saved by the bell is een

Page 23: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

23

project waarbij wij de schoolbel extra lang laten luiden op de dag van de leerkracht. Zo willen wij de boodschap geven dat alle leerlingen recht hebben op goed, kwaliteitsvol onderwijs. Ontbijtweek In het begin van het schooljaar starten we met een ontbijtweek waarop alle ouders gratis kunnen komen ontbijten samen met hun kind, de klas en de leerkracht. Het is een informeel moment om een praatje te slaan en elkaar beter te leren kennen maar ook waarop er gewezen wordt naar het belang van een evenwichtig ontbijt. Door rekening te houden met verschillende voedingswijzen, het gratis te houden en het te laten doorgaan op school, proberen wij de drempel zo laag mogelijk te houden. Sinterklaas Deze activiteit komt jaarlijks terug en wordt georganiseerd door de celwerking. Voor de pieten doen we steeds een beroep op een hogeschool in Antwerpen om van deze dag een mooi feest te maken. Wintermarkt Wij organiseren op school een kleine markt waarbij wij de ouders uitnodigen. De leerlingen gaan creatief aan de slag in de klas en maken kleine werkjes die wij te koop aanbieden. Daarnaast kunnen zij deelnemen aan enkele activiteiten. Er is ook de mogelijkheid om iets te eten en te drinken. Deze activiteit wordt eveneens georganiseerd door de celwerking. Week tegen pesten Tijdens de Vlaamse week tegen pesten proberen wij aan de slag te gaan met dit onderwerp in de klassen. Als afsluiter dansen wij met de hele lagere school de move tegen pesten. Carnaval Deze activiteit wordt jaarlijks georganiseerd door de celwerking. Paashaas Deze activiteit wordt jaarlijks georganiseerd door de celwerking. Schoolfeest Elk jaar organiseren wij een groot schoolfeest, waar ook de ouders welkom zijn. We zetten telkens een ander thema in de kijker. Kinderen kunnen er deelnemen aan allerlei activiteiten. Ouders kunnen iets eten of drinken. Er is ruimte om elkaar te ontmoeten in een gemoedelijke sfeer. Het schoolfeest wordt georganiseerd door een celwerking.

3.10.2. Buitenschoolse activiteiten Onze leerlingen hebben vaak geen uitgebreide belevingswereld. Door geografische kenmerken van hun omgeving en socio-economische kenmerken in hun thuissituatie worden zij beperkt in de ontdekkingstocht van de wereld die elk kind doormaakt. Die wereld heeft het kind nochtans enorm veel te bieden en dit kan niet ten volle beleefd worden binnen de vier muren van een klaslokaal. De werkelijkheid maakt meestal meer indruk dan een grote prent of bijvoorbeeld een videofilm. Vanuit die vaststelling maken onze kinderen geregeld leeruitstappen. Buitenschoolse activiteiten worden binnen onze school zorgvuldig uitgekozen. We houden rekening met de kostprijs (aangepast aan onze populatie), de afstand, de mogelijkheden om het openbaar

Page 24: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

24

vervoer te gebruiken, de thema’s die aan bod komen tijden de lessen, de celwerking en het interesseveld van de lerende. Jaarlijks nemen wij als school deel aan een aantal sportieve activiteiten. Zo lopen de kinderen onder aanmoediging van de leerkrachten mee aan de veldloop, georganiseerd op de Spits. Ook op de 10 miles zetten leerlingen en leerkrachten hun beste beentje voor. Samen met de ouders gaan we bovendien naar de jaarlijkse Jespo sportdag die georganiseerd wordt om kinderen en ouders warm te maken voor een sportieve hobby. Naast deze vaste activiteiten wordt er per leerjaar gekeken naar de thema’s en interessevelden die aan bod komen in de klas. Zo worden er uitstappen in thema verkeer georganiseerd (dode hoek, fietsklassen,..), uitstappen die aansluiten bij de leerstof in de klas (museum voor natuurwetenschappen, de Zoo, uitstappen naar het Rivierenhof, de markt,...) en culturele uitstappen (kunstmusea, toneelvoorstellingen,..). Door de beperkte financiële draagkracht van de ouders en omdat culturele verschillen soms spelen, werden enkele jaren geleden besloten geen Geïntegreerde WerkPeriodes met externe overnachtingen meer te organiseren. Het aantal kinderen dat hieraan deelnam was te laag. We blijven evenwel zoeken naar oplossingen om toch terug te kunnen overgaan tot een vorm van de zogenoemde bos- of zeeklassen. In afwachting worden op de school zelf sleep-overs georganiseerd. De school draagt voor elke lerenden dit schooljaar een bedrag bij van 15 euro per kind, enkel voor het vervoer. Dit maakt dat er meer en verdere uitstappen kunnen gebeuren, rekening houdend met de draagkracht van de ouders en het zo laag mogelijk houden van de maximumfactuur. Elk schooljaar vragen wij via Onderwijsnetwerk Antwerpen het Sociaal Fonds aan. Dit fonds ondersteunt ouders die het financieel moeilijk hebben. Het fonds betaalt voor hen de kosten die gemaakt worden voor uitstappen en/of evenementen op school.

3.10.3. Voor- en naschoolse opvang Kinderen kunnen terecht in de voorbewaking vanaf 7u30 en kunnen terecht in de nabewaking van 15u40 tot 17u30. Op woensdag is er nabewaking voorzien tot 14u00. De kinderen worden onder begeleiding van interne bezoldigde toezichters tot 8u30 opgevangen in de refter waar ze samen kunnen spelen, lezen, praten of schoolwerk voorbereiden. Er is een ruim aanbod aan spelletjes, puzzels en leesboeken bestemd voor de voor- & nabewakingen. Elk schooljaar vragen wij de Subsidie Binnenschoolse opvang aan via het Onderwijsnetwerk Antwerpen. Met dit bedrag kunnen wij het aanbod aan spelletjes en materialen telkens vernieuwen en uitbreiden.

Page 25: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

25

3.11. Secretariaat Het secretariaat vormt samen met het directiebureau en het lokaal van de zorgcoördinatoren het zenuwcentrum van de school. Van hieruit worden alle administratieve en financiële taken geregeld. De secretariaatmedewerkers zijn verantwoordelijk voor de personeels- en leerlingenadministratie. Daarnaast verzorgen zij het onthaal van de school. Ze zijn een aanspreekpunt voor de vele hulpvragen van ouders. Deze kunnen er bijvoorbeeld terecht voor schoolattesten, betaling van facturen, attesten voor OCMW, fiscale attesten. Ook leerkrachten worden geholpen met leerlingenlijsten, overzichten, vragen over betalingen, etc. Al deze elementen samen bepalen het hoge ritme in het secretariaat.

Page 26: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

26

4. Onze infrastructuur:

4.1. Het schoolgebouw De Pijl maakt deel uit van de campus Atheneum. Het gesloten gebouwencomplex omvat de basisschool en het Atheneum. Het geklasseerde, statige gebouw werd opgetrokken in 1882. Door zijn ouderdom straalt het sfeer en charme uit, maar het kent ook zijn beperkingen om er modern onderwijs in te geven. Het is oud, de lokalen hebben een hoog plafond en vergen veel onderhoud. Aangezien het geklasseerd is, zijn ingrijpende wijzigingen niet mogelijk. Het oude en geklasseerde gebouw trachten we in ploeg terug op te bouwen door eigenhandig te werken aan het interieur en de sfeer. Muren werden uitgeklopt, klassen en gangen werden geschilderd om het gebouw terug in zijn oorspronkelijke staat te herstellen en ervoor te zorgen dat leerkrachten en leerlingen fier kunnen zijn op hun school.

4.2. Klasinrichting Een aantrekkelijke en sfeervolle aankleding van de leeromgeving, het klaslokaal dus, heeft een positieve invloed op de lerende. Wandplaten, posters, foto’s, enz. laten zien dat de school en de klas zich op allerlei manieren verbonden weet met de wereld daarbuiten. We zorgen er dan ook voor dat die wereld in al zijn culturele verscheidenheid wordt getoond, zodanig dat alle kinderen zich daarmee kunnen identificeren en dat tegelijkertijd het “wij-gevoel” zich uitstrekt tot de samenleving als geheel, in al haar culturele aspecten.

4.2.1. De kleuterklassen

De kleutergraad gaat er vanuit dat de klas een plek moet zijn waar kinderen zich veilig en geborgen voelen, enkel op deze manier kunnen kinderen tot ontwikkeling komen. Elke kleuterklas wordt aan de hand van het lesthema en de klaspop ingekleed: voor de peuterklas en de 1ste kleuterklassen is dit Jules, voor de 2de kleuterklassen zijn dit Nellie en Cezar en voor de 3de kleuterklas is dit Rikki. Vanaf het moment dat de kleuters de school binnentreden worden ze gestimuleerd om zelf een aantal handelingen uit te voeren. In deze fase noemen we dat de zelfredzaamheid: zelf de jas aantrekken, zelf naar het toilet gaan, … Ook in de klas wordt verwacht dat ze zelfstandig het speelgoed kiezen waarmee ze zullen spelen. Om goed te kunnen kiezen moeten de kleuters een goed zicht hebben op het beschikbare materiaal. Het maken van een keuze en het komen tot zelfstandigheid vraagt een overzichtelijke klasinrichting. Een klas die in duidelijke keuzehoeken is ingedeeld, helpt de kleuters te zien waar ze welke keuze kunnen maken. De hoeken zijn dus doordacht en overeenkomstig het zelfstandig werk ingedeeld. De kleuters ondervinden daarbij veel steun door de veelheid aan visuele ondersteuning. De hoeken zijn aangeduid met pictogrammen. Er is in alle kleuterklassen een divers aanbod aan hoeken te onderscheiden. Dit blijft niet heel het schooljaar hetzelfde: wij gaan er vanuit dat hoeken evolueren en niet statig zijn.

Page 27: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

27

4.2.2. De klassen van de lagere school 1e leerjaar: De klassen van het eerste leerjaar zijn en blijven eerder traditioneel ingerichte klassen. Bij het begin van de lagere school wordt van kinderen een enorme aanpassing gevraagd. Kleuters mogen nog heel veel spelen, maar van een eersteklassertje wordt ‘leergedrag en schoolrijpheid’ verwacht. Op een zo speels mogelijke manier leren de kinderen er rekenen en schrijven. Ondanks de speelse werkvormen en materialen moet op gezette tijden hard gewerkt worden. De kinderen moeten geconcentreerd bezig kunnen zijn met de lesjes en aandacht hebben voor de leerkracht. Het is dan ook belangrijk dat de klasinrichting uitnodigt tot concentratie, maar daarnaast aansluit bij het ontwikkelingsniveau van de jonge kinderen. Aangrenzend aan de klassen is er extra ruimte voor hoekenwerk, speel-leermomenten, … voorzien. 2de tot 6de leerjaar: loftklassen / co-teaching In de lagere school zijn we op zoek gegaan naar mogelijkheden voor verregaande differentiatie, waardoor de loftklassen ontstonden (zie ook hoofdstuk 5.3.4). Om hiervoor de juiste leeromgeving te creëren werden grote lokalen ontwikkeld, waar een grote variatie in werkvormen mogelijk is. Muren tussen klassen werden uitgeklopt, platforms werden opgetrokken. De lokalen dienen zowel voor instructiemomenten, frontaal/begeleidend lesgeven als voor hoekenwerk en groepswerk en zijn dus voorzien van een variabele inrichting. Door uitbreiding naar een 3 klassenstructuur kunnen de loftklassen niet steeds meer gewaarborgd worden. In het schooljaar 2016-2017 starten de infrastructurele werken om dit terug zodanig op te bouwen. Klassen worden klaargestoomd en onderlinge wissels uitgevoerd waardoor alle leerjaren terug op één lijn kunnen samenwerken binnen hun graad.

4.3. De speelplaats De speelplaats is zonder meer een belangrijke plek in een schoolgebouw. Het is een plek waar alle kinderen (van de kleinste kleuters tot de leerlingen van het zesde leerjaar) moeten kunnen spelen en waar zij dus kunnen oefenen in sociale vaardigheden. Om dat doel te bereiken moeten de kinderen zich er veilig en geborgen voelen, moet de speelplaats uitnodigen tot spel. Wij zijn ons bewust van de beperkingen die ons op dit vlak parten spelen. Het schoolgebouw, inclusief de speelplaats, is geklasseerd en er kan dus niet zomaar worden opgebroken. Daarnaast ligt de school midden in het stadscentrum met het vanzelfsprekende plaatsgebrek tot gevolg. Leerkrachten en directie blijven dan ook actief zoeken naar creatieve oplossingen voor de inrichting van de speelplaats. Zo zijn er aparte uurroosters gekomen voor de kleutergraad en de lagere school. Hierdoor hebben alle kinderen meer speelruimte. Ook zijn de speelmomenten van de lagere school herbekeken en aangepast. De speeltijd gebeurt alternerend. Het 1ste, 2de en 3de leerjaar spelen eerst buiten. De andere klassen houden een pauzemoment in de klas. Daarna is er een wissel voorzien. Spel is een levensvoorwaarde voor een kind. De boog kan niet steeds gespannen staan. Er moet dus letterlijk en figuurlijk ruimte zijn voor kinderen om te spelen, zodat zij kunnen ervaren welke manieren van spelen plezierig zijn. Op die manier leren zij ook met elkaar omgaan. Het buitenspel is

Page 28: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

28

een dankbare onderbreking van de tijd die de kinderen in de klas doorbrengen. Het is een kans voor ontspanning, maar vooral ook een belangrijke stimulans in het hele ontwikkelingsproces van kinderen. Een specifiek aanbod aan spel en een aangepaste inrichting van de speelplaats zorgen ervoor dat verschillende competenties (motorisch, sociaal, taalvaardigheid, zintuiglijk, …) worden aangesproken en geoefend. Zo zijn er spelkoffers gemaakt voor alle klassen waar duidelijke regels aan verbonden zijn. De leerkrachten die toezicht houden spelen een belangrijke rol. De 3 toezichters houden op een actieve wijze toezicht en dragen een fluohesje om zichtbaar te zijn zodat de kinderen weten bij wie ze terecht kunnen. De speelplaatsregels kan iedereen terugvinden in SWP - bijlage 7 - speelplaats . De speelplaatscel komt op regelmatige basis bijeen om de speelplaatswerking te evalueren en bij te sturen indien dit nodig is. Voor meer informatie omtrent de werking van de speelplaatscel: zie SWP- bijlage 5 - celwerking.

4.4. De turnzaal Net als de rest van het gebouw is de turnzaal geklasseerd. Het is een prachtige, maar ook oude zaal, die wederom haar beperkingen kent. Door heel wat organisatietalent en overleg tussen de betrokken leerkrachten wordt ze optimaal gebruikt en genieten alle leerlingen hun verdiende uurtjes sport. Voor de kleuters werd in de catacomben een aparte turnzaal ingericht, met aangepast materiaal. Tijdens de middagpauzes van de lagere school kunnen de kleuters ook gebruik maken van de turnzaal van de lagere school.

4.5. De refter Door de capaciteitsuitbreiding van de school zijn we ook op zoek moeten gaan naar een creatieve oplossing voor onze refter. We hebben hiervoor een deel van de catacomben ingericht waar de kinderen in groepen hun middagmaal kunnen nuttigen: eerst de jongste kleuters gevolgd door de oudste, dan de leerlingen van L1 en L5, nadien die van L2 en L6 en als laatste L3 en L4 samen. Op die manier zijn er opnieuw minder kinderen tegelijk op de speelplaats. Tijdens de middagpauze worden er bezoldigde toezichters ingeschakeld. Omdat we willen dat onze leerlingen zich veilig en thuis voelen op school hechten we veel belang aan de organisatie en inrichting van de plekken waar de kinderen verblijven op lesvrije momenten. We zijn ons ervan bewust dat we hier nog niet optimaal in slagen en blijven nadenken over verbeteringen op dit vlak.

Page 29: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

29

5. Pedagogische organisatie

5.1. Leerplannen, ontwikkelingsdoelen en eindtermen Een kind is een individu en ontwikkelt volgens een eigen groeiproces, op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Wanneer men daarbij extra factoren zoals thuismilieu en startleeftijd van de schoolloopbaan in acht neemt, kan men stellen dat bij de aanvang van de lagere school niet automatisch alle kinderen alle ontwikkelingsdoelen hebben bereikt. Daar waar het lager onderwijs eindtermen kent, vindt men in het kleuteronderwijs ontwikkelingsdoelen. Dit zijn de minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de school bij haar leerlingen moet nastreven. De Pijl hanteert de ontwikkelingsdoelen, als basiscompetenties over welke onze kleuters op het einde van de derde kleuterklas zouden moeten beschikken. Alle ontwikkelingsdoelen werden geordend binnen leergebieden. In de praktijk worden ze vanzelfsprekend echter niet in afzonderlijke leergebieden behandeld. Een opsomming van de ontwikkelingsdoelen zou te omslachtig zijn, hiervoor verwijzen we dan ook naar het Leerplan van de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Gewoon Basisonderwijs. In de dagelijkse klaspraktijk van de lagere school zijn de leerinhouden te vinden in:

● de leerplannen GO!, waar de eindtermen geordend zijn per leergebied (5) + leergebiedoverschrijdende doelen (2) en per graad; ● de jaarplannen, doelenlijst alsook het weekplan; ● de handboeken, waar ze meer geconcretiseerd worden en vertaald in een veelheid aan leermateriaal, beïnvloed door de persoonlijk inzichten van de auteur; ● de activiteiten gebaseerd op ervaring en exploratie, motiverend voor de leerlingen maar tegelijk sterk bepaald door de specifieke mogelijkheden van milieu en leerkracht.

De leerplannen zijn steeds te raadplegen onder het tabblad ‘basisonderwijs’ op de website van de pedagogische begeleidingsdienst : https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao

5.2. Planning en voorbereiding Van de leerkrachten wordt verwacht dat volgende zaken aanwezig zijn in de klas: didactisch materiaal, dag- en weeklijn, maandkalender, tekeningen, werkjes handvaardigheid, documentatie, e.a…. De klassen worden net en gestructureerd gehouden.

5.2.1. Lestijden en uurroosters De leerlingen krijgen, zowel in het kleuteronderwijs als in het lager onderwijs, 28 lestijden onderwijs- en opvoedingsactiviteiten per week. Met de invoering van de ontwikkelingsdoelen en de leerplandoelen streven we naar een gemeenschappelijke basisvorming. Hierbij is differentiatie naar leertijd, instructiewijzen en groeperingsvormen nodig.

Page 30: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

30

Kleuteronderwijs Uitgaande van de geobserveerde interesses en behoeften van de kleuters, bieden we hen een zo rijk mogelijke variatie van activiteiten en materialen aan. Zo kunnen we de doelstellingen vanuit de verschillende leergebieden op een evenwichtige manier nastreven. Het dagschema (tijdrooster) laat ruimte voor gezamenlijke activiteiten, waarbij de kleuteronderwijzer(es) het initiatief neemt en voor keuzeactiviteiten, waarbij de kleuters het initiatief kunnen nemen binnen bepaalde grenzen en afspraken. Elke dag begint met een warm onthaal (ochtendritueel met de klaspop - aanwezigheidsbord en kalenders) en een kringgesprek, gevolgd door een belevingsactiviteit, die gekaderd is binnen een belangstellingsthema. Vertrekkend vanuit deze sleutelactiviteit volgen de keuzeactiviteiten in de verschillende hoeken, waarbij de kleuters de kans krijgen de opgedane ervaringen (belevingsinhouden) te uiten, ze beter te leren kennen of ze te verwerken. De voormiddag kan dan eventueel weer afgesloten worden met een gezamenlijke activiteit. Na de middagpauze beginnen we meestal opnieuw met een gezamenlijk moment en worden de keuzeactiviteiten van de voormiddag verder gezet of verrijkt. De dag wordt beëindigd met een sfeervolle gezamenlijke afsluiting (waarbij de daglijn gebruikt wordt als reflectie en evaluatie op de voorbije dag). Kleuters leren vooral door en in hun eigen spontane activiteiten. Een brede waaier van spelactiviteiten, waarin de doelstellingen van de verschillende leergebieden harmonieus geïntegreerd zijn, houdt voor kleuters een rijke bron van leerprocessen in. In al het voorgaande staat taalontlokking uiteraard centraal. Het is geenszins onze bedoeling met volgend dagschema een rigide kader voorop te stellen. We vinden het integendeel essentieel dat bij de themaplanning op een soepele manier wordt ingespeeld op de behoeften en interesses van de kleuters en op de specifieke klassituatie. Een dag in de kleuterklas kan er eventueel zo uitzien: Voormiddag

• Onthaal • Gezamenlijke belevingsactiviteit (bv. waarnemingsactiviteit) • Rijk aanbod van keuzeactiviteiten in goed ingerichte hoeken • Gezamenlijke activiteit (bv. bewegingsactiviteit)

Namiddag • Gezamenlijke activiteit (bv. taalactiviteit) • Rijk aanbod van keuzeactiviteiten in goed ingerichte hoeken • Gezamenlijke activiteit (bv. muziek)

Lager onderwijs

In de lagere school gebruiken we een tabel met een minimum en een maximum aantal uren per leergebied. Het is een richtlijn voor de aanwending van de leertijd op school. Deze tabel biedt mogelijkheden om optimaal rekening te houden met de verschillen die er bestaan tussen de leerjaren in onze school. De meest optimale leertijd kan namelijk alleen door de school zelf worden

Page 31: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

31

bepaald. We vinden het daarbij belangrijk om niet alleen tijd te geven aan de leer- en vormingsgebieden maar ook voldoende oog te hebben voor het welbevinden van onze leerlingen. Elk schooljaar opnieuw werkt de klastitularis in samenspraak met de zorgleerkracht en met het pedagogisch beleidsteam een aangepast tijdschema voor zijn of haar klas uit op basis van onderbouwde inzichten en rekening houdend met de minima en maxima voor elk leergebied. Dit schema kan in de loop van het schooljaar aangepast worden naargelang de noden:

• wegwerken van tekorten; • zorgverbreding; • projectwerk; • …

De huidige verdeling van de onderwijstijd op weekbasis (Lager Onderwijs)

1ste graad

2de graad

3de graad

MIN. MAX. MIN. MAX. MIN. MAX. Nederlands 7 11 7 10 6 8

Onze keuze 9.5 10 9 9 8 8

Wiskunde 6 8 6 8 5 8

Onze keuze 7 7.5 7 7 6 6

WO 4 7 5 7 5 7

Onze keuze 4 4 5 5 5 5

Frans 3 3

Onze keuze 3 3

Lichamelijke Opvoeding

2 3 2 3 2 3

Onze keuze 2 2 2 2 2 2

Muzische Vorming

2 4 2 4 2 4

Onze keuze 3 3 2 2 2 2

LBV 2 2 2 2 2 2

TOTAAL 28 28 28

Page 32: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

32

Uurroosters van de school Kleutergraad 1ste lesuur 08:45-09:35 Pauze 09:35-09:55 2de lesuur 09:55-10:45 3de lesuur 10:45-11:35 Middagpauze 11:35-12:35 4de lesuur 12:35-13:25 5de lesuur 13:25-14:15 Pauze 14:15-14:35 6de lesuur 14:35-15:25 Woensdag: 1ste lesuur 08:45- 09:35 2de lesuur 09:35- 10:00 Pauze 10:00- 10:15 2de lesuur 10:15 -10:40 3de lesuur 10:40 -11:30 4de lesuur 11:30- 12:20 Lagere school 1ste lesuur 08:45-09:35 2de lesuur 09:35-10:25 Pauze 10:25-10:55 3de lesuur 10:55-11:45 4de lesuur 11:45-12:35 Middagpauze 12:35-13:45 5de lesuur 13:45-14:35 6de lesuur 14:35-15:25 Woensdag: 1ste lesuur 08:45-09:35 2de lesuur 09:35-10:25 Pauze 10:25-10:40 3de lesuur 10:40-11:30 4de lesuur 11:30-12:20

Page 33: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

33

5.2.2. Jaarplan Tot voor kort werd er in de kleuterschool als volgt gewerkt: het jaarplan was een overzicht van alle doelstellingen per ontwikkelingsgebied, met kruisjes stond aangeduid welk doel voor welke leeftijd van toepassing is. De leerkracht registreert daarbij in de kolom voor zijn klas wanneer het doel aan bod komt (per trimester). Zo kon op het einde van het schooljaar het jaarplan met de aanduidingen (plus kleur: rood,oranje,groen) doorgegeven worden aan de volgende klas en was er een meer specifieke beginsituatie voor de nieuwe leerkracht. Momenteel zitten we in de overgangsfase naar de themaplanning. Elke klas heeft wel een jaarplan met thema’s die gekoppeld zijn aan de doelstellingen van WO van waaruit we vertrekken. We zijn hier nog in de gezamenlijke ontwikkelingsperiode van de themaplanning. (Voor meer informatie zie SWP- bijlage 8 - themaplanning .)

Voor de lagere school geldt dat jaarplannen begin september volledig worden ingevuld per vak en per vakdomein met leerplanimplementatie. De planningskolom in het jaarplan (wat wordt welke week gegeven) dient voor alle leergebieden volledig te zijn ingevuld. Een jaarplan is, zoals het woord het zegt, een planning op voorhand gemaakt en mag dus niet slechts een inventarisatie zijn. Ze worden dan ook jaarlijks geëvalueerd en opnieuw opgesteld.

Bij het opstellen van jaarplannen wordt nogal vaak gemakkelijkheidshalve vertrokken vanuit de handleiding van de gebruikte methode. Iedere les wordt dan louter en chronologisch ingevuld op de jaarplanning. Deze invulling garandeert echter niet dat alle leerplandoelen van het GO! aan bod komen tijdens de lessen en dat alle eindtermen op het einde van de lagere school bereikt worden. Daarom worden in De Pijl alle lessen met hun doelstellingen gekoppeld aan de leerplandoelen. Op deze wijze kan de school zien welke leerplandoelen niet aan bod komen in de gebruikte methode en waaraan zij dus extra aandacht en lessen moeten voorzien. Een doordachte en volledige jaarplanning met doelenlijsten vraagt dus een enorme inspanning. De jaarplannen van wiskunde, wereldoriëntatie, muzische vorming en ICT zijn onder de jaren actief blijven bestaan. Ze worden met een kritisch oog geëvalueerd en de lessen van de handleiding worden met een kritisch oog bekeken. De jaarplannen worden online bij ‘mijn vakken’ op Smartschool geplaatst. We starten in het schooljaar 2019-2020 met een nieuwe handleiding voor taal. Het jaarplan taal zal dus aangepast worden voor het schooljaar 2020-2021. De procedure om doelen te plaatsen in het jaarplan is in de loop van de jaren wat verwaterd. In het schooljaar 2019-2020 zijn we opnieuw aan de slag gegaan met doelenlijsten om de jaarplannen nog accurater vorm te geven. Hierbij willen we ook gebruik maken van systematische fiches die routinedoelen weergeven. (Voor meer informatie zie SWP- bijlage 9 - doelenlijsten LS.)

Page 34: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

34

5.2.3. Doelenlijst

In de kleuterschool werken we momenteel met de planner van Smartschool die de doelen turft. Aangezien we de themaplanning en de routine-activiteiten nog aan het uitwerken zijn, hebben we pas op het einde van dit jaar een goed beeld waar er nog eventueel hiaten zijn om daarna deze doelen verder op te nemen in routines of in de themaplanning. Uiteraard trachten we zoveel mogelijk alle doelen aan bod te laten komen. Dit document dient dan als jaarplan voor het volgende schooljaar. (Voor meer informatie zie SWP - bijlage 9 - doelenlijsten LS.) Doelenlijsten van de lagere school worden binnen een graad vergeleken om te kijken of alle doelen uit het leerplan aan bod komen en om afspraken te maken over wie wat doet. Iedere leerkracht kijkt zijn/haar doelenlijst nog eens na conform het leerplan om overbodige lessen en eventuele hiaten te kunnen ontdekken. Wanneer blijkt dat een doelstelling meer dan nodig aan bod komt, worden deze ‘overbodige’ lessen geschrapt. Wanneer hiaten in de leerstof worden ontdekt gaat de leerkracht op zoek naar materiaal om hieraan te verhelpen. Deze extra lessen worden op de correcte plaats in het jaarplan ingevoegd.

Deze procedure is in het schooljaar 2019-2020 als actiepunt gekozen voor de kindvrije dag. De doelenlijsten kunnen uit Smartschool onttrokken worden en geëvalueerd. Nieuwe correcte doelenlijsten worden op smartschool geplaatst in het schooljaar 2020-2021. (Voor meer informatie zie SWP - bijlage 9 - doelenlijsten LS.)

5.2.4. Weekplan Kleuterschool In de kleutergraad spreekt men niet van een weekplanning maar van een themaplanning. Men vertrekt hier vanuit de WO-doelen en zo wordt de themaplanning helemaal opgebouwd. In de themaplanning komen zowel de gezamenlijke activiteiten, routineactiviteiten en keuzeactiviteiten aan bod. Aan de activiteiten zijn telkens ook doelstellingen gekoppeld. Ook wordt de wok (woordenschatverwerving kleuteronderwijs) gebruikt om de woordenschat die bij het thema past te noteren in de themaplanning. Taal wordt als rode draad genomen doorheen de kleuterschool. Ten laatste zondagavond, voor de beginnende week, staat de themaplanning op Smartschool. De themaplanning is in verschillende fases geïmplementeerd in de school. (Voor meer informatie zie SWP - bijlage 8 - themaplanning)

Lagere school

Ten laatste vrijdag voor de beginnende week wordt de weekagenda van de lagere school-leerkrachten ingevuld op Smartschool. De leerkrachten hanteren het weekplan als een planningsdocument. Voor elke les binnen het weekplan wordt er een lesfiche opgesteld.

De essentiële rubrieken die je kan terug vinden in een lesfiche zijn:

- Lesonderwerp: leerkrachten noteren hier het onderwerp van hun les volgens de gemaakte afspraken. Startende met de code van het leerjaar (bv. L1) gevolgd door de lesnummer of code (bv W6L3). Nadien wordt steeds het domein en de titel van de les genoteerd.

Page 35: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

35

Om een duidelijk weekoverzicht te krijgen, worden ook de juiste lesmaterialen hieronder genoteerd.

- Leerlingen: Klassen die deelnemen aan de les worden aan deze rubriek toegevoegd. - Tijdstip: Het lesmoment waarop de leerlingen de les krijgen. - Lesdoelen: De leerkrachten formuleren hier 1 lesdoel dat ze als hoofddoel willen bereiken

met de leerlingen. Dit doel stemt overeen met de leerplandoelen die ook in de lesfiche geplaatst worden. Het dwingt de leerkrachten om na te denken over het hoofddoel dat ze aan het einde van de les willen bereiken met de leerlingen en focuspunten naar observatie toe op te maken.

- Didactisch materiaal: Leerkrachten noteren hier alle materialen en verwijzen naar de juiste documenten die noodzakelijk zijn voor het geven van de les.

- Differentiatie: Onder deze rubriek noteren de leerkrachten de differentiatievorm die ze toepassen in de les. De niveaugroepen worden hier genoteerd of hangen zichtbaar op in de klas.

- Bijlagen: Alle extra lesmaterialen die niet binnen de handleiding worden gebruikt zitten binnen de rubriek bijlagen. (zelfgemaakte werkdocumenten, differentiatiemateriaal, toetsen, …)

- Leerplannen GO!: Hieronder worden de doelen geselecteerd uit de leerplannen van het gemeenschapsonderwijs. Doelen worden kritisch bekeken en elke leerkracht is zich ervan bewust dat er maar aan een bepaald aantal doelen gewerkt kan worden tijdens een les.

Op basis van deze doelen wordt nadien ook de evaluatie uitgevoerd. Optioneel:

- Lesverloop: Leerkrachten kunnen hier kort neerpennen hoe ze de les willen laten verlopen en welke didactische werkvormen ze gebruiken tijdens de les.

In het schooljaar 2020-2021 zullen er aan de lesfiches nog systematische fiches toegevoegd worden. Deze worden opgesteld vanuit de doelenlijsten die we uit smartschool halen. (Voor meer informatie zie SWP - bijlage 10 - weekplannen.)

5.2.5. Dag- en weeklijn - GEON-bord Op onze school wordt er gewerkt met een zichtbare daglijn en kalenders in de klas. Zo bieden we de leerlingen een duidelijke structuur en houvast. In iedere klas krijgt de leerling in de ochtend een overzicht van het dagverloop. Dit biedt hen veiligheid (voorspelbaarheid) en bevordert het welbevinden in de klas. Uiteraard wordt hierbij gezorgd dat er verticale lijn is in de vormgeving en doelstellingen van peuterklas t/m het 6de leerjaar. We proberen met de daglijn ook de zelfstandigheid van kinderen te bevorderen door op het bord een overzicht te geven van de opdrachten en het benodigde leermateriaal (+ differentiatie). Voor meer informatie over hoe en waarom we deze daglijnen en kalenders gebruiken, verwijzen we naar SWP - bijlage 11 - daglijnen, kalenders.

Page 36: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

36

5.2.6. Lesvoorbereiding

We verwachten van onze leerkrachten dat zij hun lessen grondig voorbereiden en overdenken. Dit gebeurt wekelijks bij het opstellen van het weekplan in Smartschool. Bij het opmaken van de themaplanning in de kleutergraad wordt heel goed nagedacht aangezien men vertrekt vanuit de doelen. Hierdoor ben je heel bewust bezig met het voorbereiden van de activiteiten. Aangezien we weinig of geen handleidingen gebruiken, moet alles goed voorbereid zijn alvorens de dag start. Daarom achten we het noodzakelijk dat men op volgende zaken is voorbereid:

- Themaplanning klaar hebben op voorhand. - Weten aan welke doelen je werkt bij welke activiteiten. - Weten welke woordenschat (WOK) aan bod komt gedurende het thema zodat deze

woorden voortdurend herhaald kunnen worden. - Materialen bij of klaar hebben voor de activiteiten die gepland staan. - Weten welke differentiatievormen je gaat toepassen. - Aan (beginnend) leerkrachten onder begeleiding kan een uitgeschreven lesvoorbereiding

gevraagd worden. We achten het noodzakelijk dat leerkrachten in de lagere school voor elke les kunnen aantonen dat zij voorbereid zijn op minstens volgende zaken:

- Een duidelijke verwijzing (weekplan) naar handleiding & vermelding van pagina. - Kunnen aantonen dat de leerplanimplementatie is toegepast (1 dominante doelstelling

kunnen omschrijven). - Een lesverloop volgens ADI-model met oa. differentiatie, bordschema. - De manier waarop een foutenanalyse zal worden opgemaakt. - De eventuele remediëring – klassikaal, individueel of in groep. - Aan (beginnende) leerkrachten onder begeleiding kan een uitgeschreven lesvoorbereiding

gevraagd worden.

5.3. Pedagogische - didactische werking De Pijl wil kwaliteitsvol onderwijs nastreven. Dit betekent voor ons dat we de groei van elke leerling willen ondersteunen en bevorderen door een krachtige leeromgeving te creëren. De ontwikkeling van alle leerlingen is ons vertrekpunt én ons objectief.

5.3.1. Leerlinggericht differentiërend onderwijs

Het superdiverse publiek van De Pijl brengt met zich mee dat er vaak grote niveauverschillen zijn tussen de leerlingen in een klas. Wij hebben dan ook door de jaren heen steeds meer aandacht voor binnen- en buitenklasdifferentiatie gekregen. Om optimale kansen te geven, werken we met het kindvolgsysteem van Laevers binnen de kleutergraad. Hierin staan welbevinden, betrokkenheid en het ontwikkelingsproces van de lerende centraal. Deze observaties doen ons enerzijds reflecteren op ons eigen handelen en anderzijds op het proces van de kinderen. We proberen tegemoet te komen aan alle lerenden door te differentiëren.

Page 37: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

37

Differentiëren houdt voor de lagere school in dat we bij de vormgeving van de didactische component van ons onderwijs telkens rekening houden met het feit dat lerenden op veel punten van elkaar verschillen en dat we in die zin ook groepen lerenden kunnen onderscheiden (bijvoorbeeld naar vorderingen, interesses, …). Dit heeft tot gevolg dat niet aan iedereen dezelfde eisen kunnen gesteld worden en dat naast de basisdoelstellingen ook differentiële doelstellingen worden voorzien die o.a. op verdieping aansturen van datgene wat voor iederéén op het programma staat. Daarnaast kiezen we voor een onderwijsstrategie waar ruimte is voor variatie in tempo en voor op maat van de lerenden gesneden hulp. We voorzien variatie in de leeractiviteiten, het leermateriaal en de leermiddelen. De heterogene klasgroep kan opgedeeld worden in kleine groepen lerenden die gelijk vorderen of eenzelfde belangstelling hebben. Op die manier kan worden aangesloten bij hun individuele behoeften. In elk geval wordt zoveel mogelijk een evaluatie en observatie doorgevoerd van de prestaties en het gedrag van de lerende. Op basis van een degelijke evaluatie kan tijdig en gepast worden geremedieerd: bijkomende oefeningen voorzien, teruggaan naar een meer aanschouwelijk niveau, meer aanmoedigen, extra aandacht besteden aan “leerattitudes”, gedrag bijsturen, Redicodis aanbieden, extra zorgondersteuning voorzien,... Evalueren is in die zin meer dan een oordeel uitspreken. Het is een permanente toetsing van waar iedere leerling staat en hoe hij/zij vordert. De leerlingen worden hierbij, conform het differentiatieprincipe, meer met zichzelf vergeleken dan met de anderen uit de groep. Vanuit de sterktes van de lerende trachten we zo te vertrekken om de tekortkomingen weg te werken. Dit alles heeft repercussies op de onderwijsstijl van de leerkrachten. Om te kunnen differentiëren stelt de leerkracht zich niet op als een afstandelijke “informatiebron”, maar eerder als een begeleider van het leer- en ontwikkelingsproces, die zich vóór alles probeert in te leven in de ontwikkeling van elk individu. Vanuit de hoge nood aan differentiatie en in een zoektocht naar een haalbare en meetbare manier zijn we tijdens het schooljaar 2018-2019 gestart met het uittekenen van een traject waarbij we overstappen naar meer flexibele leerwegen voor de lerende. In kleine stapjes en met een volledig team willen we de komende schooljaren verder nadenken over welke flexibele leerwegen ons een kans bieden om verregaande differentiatie optimaal en haalbaar te maken. Dit zal in het schooljaar 2020-2021 onze focus bepalen tijdens vergaderingen en kindvrije dagen.

5.3.2. Ervaringsgerichte onderwijs (kleuters)

Om kleuters een zo goed en breed mogelijke ontwikkeling aan te bieden, hanteren we in De Pijl drie principes (pijlers): ● Het creëren van een zo rijk mogelijk milieu. ● Het verruimen van het eigen initiatief. ● Het voeren van een ervaringsgerichte dialoog.

Onder het ‘creëren van een zo rijk mogelijk milieu’ verstaan we het activiteitenaanbod en de materiële leeromgeving. Hiervoor werken we in klashoeken en wordt steeds gezocht naar makkelijk toegankelijke materialen die verschillende ontwikkelingsniveaus aanspreken. Als kleuterleid(st)ers

Page 38: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

38

inspelen op de betrokkenheid en het fundamentele leren van kleuters, wordt het mogelijk een activiteit aan te bieden die de kleuters echt boeit. Kleuters hebben vooral nood aan structuur en een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Door in te spelen op de eerste pijler van het ervaringsgericht onderwijs, geven we onze kleuters de kans om zichzelf te sturen. Ze worden geleidelijk aan in de mogelijkheid gesteld om steeds langer zelf te kiezen waarmee ze bezig willen zijn. Een goede hantering van dit principe biedt kleuterleid(st)ers ruimte tot de observatie van de betrokkenheid, gerichte tussenkomsten, remediëring en differentiatie in het werkaanbod. Wanneer we kleuters de beste omgeving willen aanbieden om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen, moet er een zekere vorm van communicatie bestaan. Een dialoog tussen kleuterleid(st)er en kleuters, maar ook een dialoog tussen de kleuters onderling die gekenmerkt wordt door aanvaarding, echtheid en inlevingsvermogen. De drie grondprincipes van Prof. F. Leavers zijn verder uitgewerkt in tien actiepunten die de leerkrachten naar eigen inzicht en in eigen tempo kunnen uitvoeren voor het realiseren van een meer ervaringsgerichte kleuterklaspraktijk. De focus ligt hier op het proces en niet op het product.

5.3.3. Thematisch werken (kleuters)

Om aan te sluiten bij de fundamentele ontwikkeling van de kleuters reiken we activiteiten aan waarbij de kleuters zeer betrokken zijn. Aansluitend bij de principes van ervaringsgericht onderwijs wil dit zeggen dat de kleuterlei(ds)ter in zijn/haar activiteiten uit moet gaan van de werkelijkheid, belangstelling en behoeften van de kleuters uit zijn/haar klas. Deze activiteiten moeten aansluiting vinden bij de werkelijkheid en zelfs de leef- en belevingswereld van de kleuter. Gedurende een bepaalde tijd, meestal 2 weken, staat één onderwerp centraal.

De basis van de themaplanning vertrekt vanuit het leerplan wereldoriëntatie. Hier worden minimum 2 doelen wereldoriëntatie geselecteerd. Om deze doelen te kunnen activeren, heb je niet alleen doelen van wereldoriëntatie nodig, maar zijn de doelen van alle andere leergebieden noodzakelijk. De rode draden doorheen het thema worden gemaakt met het oog op wat we willen dat de kleuters weten/kennen op het einde van het thema. Er wordt een themaplanning/spin opgemaakt waar activiteiten worden gekozen die bij de kleuters aanslaan, er wordt gekozen vanuit hun betrokkenheid en de nog te bereiken doelstellingen. (Voor meer informatie zie SWP - bijlage 8 - themaplanning.)

5.3.4. Teamteaching - loftklasprincipe - klasdoorbrekend werken Via teamteaching, waarbij meerdere leerkrachten samen werken in dezelfde klas op hetzelfde moment, trachten wij binnen onze school voor een aantal problemen (verschillende leerniveaus van de kinderen, grote klasgroepen,…) adequate oplossingen te zoeken. We vertrekken steeds van twee belangrijke gedachten: 1. Het (unieke) kind als vertrekpunt: Kinderen leren al doende en al doende leren ze, elk op een

eigen specifieke manier en op hun eigen tempo. Het leren maakt als het ware deel uit van hun persoonlijke ontwikkeling. Het is een onderdeel van een levenslange ontdekkingsreis in onze wereld. Teamteaching gaat uit van dit beginsel, gebruik makend

Page 39: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

39

van observaties, analyses en een interne en externe verantwoording.

2. Het (unieke) onderwijspersoneel als vertrekpunt: Door het lerarenteam gezamenlijk het onderwijs te laten verzorgen aan een grotere groep kinderen verlossen we de klasleerkracht uit zijn/haar isolement. Vaardigheden en competenties worden gebundeld, er wordt geleerd om te werken op niveau en conform de eigen vaardigheden, intern wordt er verantwoording afgelegd en er ontstaat collegiale samenwerking en raadpleging (hospiteren).

Door klasdoorbrekend te werken, met veel aandacht voor zorgverbreding trachten we zo goed mogelijk in te spelen op de noden en sterkten van onze lerenden. Daartoe werken we het idee van 'loftklassen' uit waarbij we onze klassen wilden ombouwen tot ‘lerende organisaties’. Dat houdt langs de ene kant een aantal praktisch, infrastructurele en inrichtende maatregelen in, maar het is meer dan dat. De loftklas is een ontmoetingsplaats waar een samenwerkingsklimaat groeit waarin elk individu zich betrokken en verantwoordelijk voelt, initiatieven kan nemen en zich blijvend ontwikkelt; waar een intrinsieke motivatie ontstaat om voortdurend kwaliteit te leveren door permanent te leren en te verbeteren. De leerkracht treedt er niet langer louter op als technicus, maar veeleer als ondersteunend, begeleidend persoon, waarbij de ontmoeting met en de begeleiding van het opgroeiende kind zijn handelen stuurt, waar het leerproces ervaren wordt als ademen… Je kan niet zonder.

In de kleutergraad wordt gekozen voor een gemengde peuter en eerste kleuterklas. Hier wordt heel de dag door klasdoorbrekend gewerkt, enkel de kringmomenten gebeuren in de eigen klas. In het schooljaar 2018-2019 waren er 4 peuter/eerste kleuterklassen. Zo werden de instappers verspreid over de 4 klassen. Dit schooljaar is er een terugval van leerlingen waardoor er gekozen is voor 2 peuter/eerste kleuterklassen. Hierdoor zijn er veel meer instappers en zit de klas sneller aan haar maximum aantal leerlingen. Naarmate het schooljaar vordert en deze klassen te groot worden, bekijken we hoe we hier tegemoet kunnen komen door een extra peuterklas te maken waar we de zorgleerkracht mee inschakelen. Ook hier is het de bedoeling om nog steeds klasdoorbrekend te werken. Administratief blijven dit wel 2 klassen.

In de tweede kleuterklas waren er in het schooljaar 2018-2019 nog 3 klassen. Huidig schooljaar (2019-2020) zijn er 2 klassen. Hier wordt ook klasdoorbrekend gewerkt maar niet dagelijks.

In de drie derde kleuterklassen werkt ieder in zijn eigen klas. Enkel op vrijdag werken zij samen met kinderen van het eerste leerjaar aan schrijfdans.

Er worden wel hospiteermomenten voorzien voor de leerkrachten van de kleuterklassen. In het schooljaar 2018-2019 hebben alle klasleerkrachten een doorloop gemaakt in de andere klassen om te kunnen kijken naar de verschillende materialen die er aanwezig zijn en om de werking te bekijken. Ook in de volgende schooljaren willen we graag verder inzetten op het hospiteren.

Ook in de lagere school zijn er twee of drie administratieve klassen. Binnen een leerjaar wordt er altijd klasdoorbrekend gewerkt. Maar ook binnen een graad komen we steeds meer tot samenwerking. Afhankelijk van de infrastructuur wordt dit opgebouwd in de vorm van niveaugroepen, teamteaching, loftklas, ... Voor verdere informatie over de specifieke toepassingen per klas, zie SWP - bijlage 12 - klaswerking lagere school.)

Page 40: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

40

5.3.5. Methodes en leerinhouden

Kleuteronderwijs Het doel van de kleutergraad bestaat eruit zoveel mogelijk ontwikkelingsdoelen te bereiken. Om dit te verwezenlijken werkt de kleutergraad thematisch. Binnen een thema bepaald door de leerkracht of soms ook door de kinderen proberen wij de verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod te laten komen en door het geven van activiteiten en het verrijken van hoeken binnen het thema doelen te bereiken. De invulling van het thema kan nog aangepast of verruimd worden aan de hand van de belangstelling, interesses en de noden van de kleuters. Bij het uitwerken van een weekplanning (thematisch) houdt de kleutergraad rekening met een evenwicht en afwisseling binnen de diverse domeinen; afwisseling in klassikale, groeps- en individuele activiteiten; afwisseling in doe-activiteiten en rustmomenten; variatie in vrij spelaanbod en heeft het aandacht voor een inhoudelijk logisch geheel. Er zijn handleidingen aanwezig op school waar we gebruik van kunnen maken. Deze vormen echter niet de vaste werkmethodes, maar helpen om een zo efficiënt mogelijke klaspraktijk na te streven. Voor de kleuterafdeling vormen zij een bron van ideeën en nieuwe uitgaven worden dan ook graag doorgenomen en eventueel aangewend. Zoals eerder besproken wordt de themaplanning opgesteld aan de hand van de doelen en wordt de methode enkel en alleen een te raadplegen document om inspiratie op te doen. De volgende methodes zijn aanwezig en kunnen geraadpleegd en gebruikt worden: Cas en Lisa, Confetti, Jules, Rikki, Nellie en Cezar, ik pen, krullenbol, ... Wel heeft de kleutergraad in het verleden voor een klaspop gekozen: Jules voor de peuter- en eerste kleuterklas, Nellie en Cezar voor de 2de kleuterklas, Rikki voor de 3de kleuterklas. Lager onderwijs In elke klas wordt voor de meeste leergebieden met uitgewerkte methodes gewerkt. Geen enkele methode is echter allesomvattend en/of aangepast aan de specifieke beginsituatie van onze lerenden. Ze worden dan ook permanent door de klasleerkrachten geëvalueerd, aangepast en uitgebreid. Hierbij wordt uitgegaan van de natuurlijke omgeving van de lerenden en wordt er rekening gehouden met de ontwikkelingsmogelijkheden en behoeften van de kinderen. De leerinhouden worden bepaald door de doelen gesteld door de eindtermen, de school en de klasleerkracht, niet door de methodes. Voor een overzicht van de gehanteerde handleidingen/werkmappen per ontwikkelingsdomein: SWP - bijlage 13 – methodes.

5.3.6. Hoekenwerk Goed onderwijs vraagt dat de leerkracht rekening houdt met de eigenheid van ieder kind. Zij/hij kan dit nastreven door een grote waaier van ervaringen te voorzien waarin elke leerling zijn gading vindt. Het aanbieden van vrije spelmomenten met gepaste begeleiding en binnen een rijk milieu, het werken met belangstellingscentra of belangstellingspunten (thematisch werken dus) en het werken met keuzeactiviteiten en klashoeken; zijn belangrijke instrumenten om dit goed onderwijs ook daadwerkelijk te bereiken.

Page 41: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

41

5.4. Levensbeschouwelijke vakken Het pedagogisch project van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap geeft in het kader van zijn pluralistische geest de mogelijkheid twee uur per week les te volgen in zijn/haar eigen levensbeschouwelijke visie. Het herbergen van meer dan 40 nationaliteiten brengt met zich mee dat onder onze leerlingen verschillende levensbeschouwelijke visies worden beleefd. Momenteel worden

● Rooms-katholieke Godsdienst, ● Anglicaanse Godsdienst, ● Protestantse Godsdienst, ● Orthodoxe Godsdienst, ● Islamitisch Godsdienst, ● Niet-Confessionele Zedenleer

aangeboden tijdens de uren levensbeschouwelijke vakken. Dit is echter geen vast gegeven en hangt af van de vraag bij de leerlingen en hun ouders. Als superdiverse school is het voor ons van het grootste belang dat elk individu zijn/haar levensbeschouwelijke visie in alle vrijheid kan beleven, met respect voor andere visies. Wij hebben en eisen respect voor ieder kind ongeacht zijn afkomst, zijn filosofische of ideologische achtergrond. Binnen de twee vaste uren per week wordt per levensbeschouwelijke visie apart onderricht gegeven. Maar naast deze eigen godsdienst of overtuiging is het noodzakelijk dat de leerlingen in contact komen met en leren over/van andere overtuigingen. De leerkrachten levensbeschouwelijke vakken werken dan ook intensief samen om de kinderen interlevensbeschouwelijke vaardigheden bij te brengen. Dit kan gaan van een overschrijdend thema waaraan gezamenlijk gewerkt wordt, tot het dieper ingaan op de verschillende levensvisies. Feesten is bijvoorbeeld van alle tijden en heeft vaak een religieuze oorsprong. Door dieper in te gaan op de traditionele en culturele aspecten van bijvoorbeeld feesten, zorgen de leerkrachten ervoor dat een nieuwsgierige en betrokken houding ten aanzien van motieven, achtergronden en uitingsvormen van verschillende levensbeschouwingen wordt aangenomen of versterkt en dat de leerlingen begrip krijgen voor wijzen waarop we levensbeschouwelijke visies beleven en voor de rol ervan in het leven van ieder mens.

5.5. Bewegingsopvoeding Ook aan de motorische, sportieve ontwikkeling van onze lerenden hechten wij veel belang. Stadskinderen bewegen steeds minder, met alle gevolgen vandien voor hun ontwikkeling en voor hun gezondheid. Het team van De Pijl heeft er dan ook steeds voor gekozen aparte, gekwalificeerde leerkrachten Lichamelijke Opvoeding te hebben. Deze LO-leerkrachten zijn de drijvende kracht achter het uitwerken van een beleid met volgende doelstellingen: ● het stimuleren van een bewegingscultuur als schoolcultuur en de verruiming maken naar de

thuiscultuur; ● het bevorderen van een gezamenlijke praktijkgerichte visie; ● de kennis van de leerplandoelstellingen van het leergebied Lichamelijke Opvoeding (accent op

het domein gezonde en veilige levensstijl), Muzische Vorming (accent op het domein beweging) en Wereld Oriëntatie (accent op natuur) verruimen;

Page 42: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

42

● het bekwamen van de doelgroep om gezondheids- en bewegingsopvoeding te implementeren op school-, leerkracht- en leerlingniveau;

● het detecteren van goede praktijkvoorbeelden. ● de toename van activiteitsgraad van de leerlingen zowel binnen als buiten de school

verhogen; ● sporten en beweging promoten in de basisschool; ● In de kleuterschool zetten we ook in op extra beweging. P/K1 maakt gebruik van de

catacomben wanneer deze vrij is om te gaan fietsen en zoveel mogelijk te bewegen. In K2 zetten we in op grootmotorisch bewegen waarin dansen,fietsen, ritmiek, … extra aan bod komt. In K3 focussen we ons op schrijfdans in samenwerking met het eerste leerjaar. Wanneer de grote turnzaal vrij is, maken de kleuterjuffen hier ook gebruik van om de kleuters extra te laten bewegen.

Om de beweging van de lerende buiten de schooluren te stimuleren, werken wij samen met de vrijetijdsbemiddelaars van het Onderwijsnetwerk Antwerpen. Wij overlopen in een gesprek met de ouders over welke sporten de lerende meer informatie wensen. De vrijetijdsbemiddelaar neemt contact op met de ouders en begeleidt de ouders in de verdere stappen die zij kunnen ondernemen.

5.6. Huiswerkbeleid Het hoofdargument van scholen om het geven van huiswerk te verantwoorden is het leereffect dat dit huiswerk zou hebben voor de leerlingen. Maar wat blijkt? Het leereffect van huiswerk wordt en door leerkrachten en door ouders zwaar overschat. Onderzoek toont aan dat leerlingen van de lagere school weinig tot geen leerrendement halen uit huiswerk.

Een ander veel gebruikt argument om huiswerk te verantwoorden is het verwerven van de ‘goede gewoonte’ dat er na de dagtaak in de klas nog een huistaak is die zelfstandig afgewerkt moet worden. Dikwijls wordt dit dan in het perspectief gesteld van het secundair onderwijs. Dit argument kan enkel gelden voor de derde graad en zeker niet voor lagere klassen, waar het zelfstandig werken op school moet geleerd worden. Zelfs voor derde graad is het motief ‘zelfstandig werken’ slechts geldig als dit soort leren al sterk geïntegreerd is in het gewone klasgebeuren (bijv. via hoekenwerk, contractwerk, ...).

Veel ouders beschouwen huiswerk als een brug tussen school en gezin. Ouders kunnen via huiswerk relatief sterk betrokken worden bij wat er in de klas gebeurt. Het klopt dat veel ouders via huiswerk sterk betrokken zijn op het onderwijsleerproces maar het loont de moeite om na te denken over alternatieven (bijv. klasblog, heen-en-weer-schrift, klaswerk regelmatig mee naar huis geven, ...).

Het is dus belangrijk dat elke school de vanzelfsprekende huiswerkpraktijk in vraag durft stellen en een eigen huiswerkbeleid ontwikkelt. Daarom zijn wij in het schooljaar 2019-2020 gestart met een traject waar we op regelmatige basis in het lagere school overleg ons beleid op dit vlak evalueren. Het doel is om huiswerk aan te passen aan het standpunt van het GO!. We gaan daarbij uit van onderstaande denkkaders:

Is huiswerk zinvol? Huiswerk mag nooit dienen om de onderwijsleertijd te verlengen. Alle leerplandoelen dienen binnen de toebedeelde onderwijstijd gerealiseerd te worden. Nog eens hetzelfde type rekensommetjes, hetzelfde type schrijfoefeningen… vinden we weinig zinvol. Leerlingen brengen trouwens al een hele tijd door op school, waar men behoorlijk wat van hen verwacht. Na schooltijd hebben leerlingen recht op vrije tijd, op ontspanning en beweging. De

Page 43: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

43

leraar houdt hier rekening mee en beperkt bijgevolg de tijdsinvestering in huiswerk die hij vraagt van zijn leerlingen. Daarom geven wij enkel volgende vormen van huiswerk:

- Vrijwillige MAG taken die de leerlingen zelf kunnen vragen en waarvan ze feedback ontvangen van de leerkracht daags nadien.

- Inoefenen van testen die volgens de afspraken tijdig in het schoolagenda worden genoteerd. Zeker in de 3de graad wordt er ingezet op het leren leren en voorbereiden voor toetsen.

Let op: of het huiswerk al dan niet gemaakt is, wordt niet in rekening gebracht als beoordeling in functie van het rapport.

Mogelijkheid tot het maken van huiswerk? Waar we in de school kunnen zorgen voor gelijke en optimale leeromstandigheden is dat bij huiswerk niet het geval. Sommige leerlingen worden thuis gestimuleerd en ondersteund door ouders of broers en zussen, anderen niet. Sommigen kunnen in alle rust werken, anderen niet. Bovendien verkeren kinderen in een ongelijke materiële situatie. We moeten rekening houden met die ongelijke omstandigheden.

Doelpubliek: Heel wat leraren zoeken naar mogelijkheden om te differentieren in de klas maar bij het huiswerk geven ze aan elke leerling dezelfde taak. Elke leraar moet zich telkens bij het opgeven van huiswerk afvragen of deze taak wel voor iedereen van de klas geschikt is. Te veel en te moeilijk huiswerk leidt tot spanningen en ondergraaft het zelfvertrouwen van de lerende. Bij te weinig, te gemakkelijk of oninteressant huiswerk blijft de uitdaging uit. Leraren moeten streven naar boeiende, aantrekkelijke taken op maat, die van elk kind een gelijkwaardige inspanning vragen. Dit proberen wij op te vangen door MAG taken en zinvolle opzoektaken te voorzien. In het schooljaar 2020-2021 is dit een van de actiepunten die we verder willen uitwerken: Hoe kunnen we nuttig, zinvol en doelgericht huiswerk aanbieden op maat van alle individuele lerende?

Externe partners: Wanneer lerende en hun ouders vragende partij zijn voor huiswerkbegeleiding hebben wij verschillende externe partners waarmee wij samenwerkingsverbanden aangaan. Deze partners ondersteunen niet enkel de leerlingen bij het maken van huiswerk maar stimuleren mee het volledige plaatje. Ze betrekken ouders bij het schoolgebeuren en leren hen de Vlaamse schoolstructuur kennen.

5.7. Schoolafspraken

5.7.1. Blad- en bordschikking

Bordschikking: Het bord wordt in de verschillende klassen vaak op een heel andere manier gebruikt, vaak louter om praktische redenen. Het is dan ook niet mogelijk, noch opportuun, om een vaste bordschikking voor de hele school af te spreken. We hebben wel vastgelegd dat iedereen de datum voluit en verkort (bijvoorbeeld vrijdag 3 februari 2006 – 3/2/’06) op het rechterbord schrijft. In alle leerjaren zijn in de loop van de jaren digitale borden aangebracht. Deze worden dagelijks gebruikt om handboeken, werkbladen,.. te projecteren. Het zijn multifunctionele borden.

Page 44: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

44

Bladschikking: Bij het maken van werkbladen, toetsen, .. wordt er bij de bladschikking steeds rekening gehouden met het plaatsen van een datum, naam en de titel van de les. Leerkrachten voorzien zelf een aangepaste lay out bij het maken van werkbladen. De eerder gemaakte afspraken hieromtrent zijn verouderd en niet meer in gebruik. Bij gebruik van handleidingen wordt ook steeds de datum genoteerd onderaan het werkblad.

5.7.2. Handschrift Wij benadrukken dat een verzorgd bordschrift en verzorgde kopies meer dan gewenst zijn. Deze moeten de leerlingen aanspreken en tot voorbeeld strekken. Om een verticale lijn te realiseren binnen handschriftontwikkeling kiest onze school voor de methode ‘Ik pen!’

5.7.3. Manier van verbeteren Leerkracht verbetert met rood, leerling verbetert zelf met groen. Hierbij worden volgende afspraken gerespecteerd:

- Foutieve woordbeelden onderlijnen. - Leerlingen worden verplicht steeds alle gemaakte fouten te verbeteren. - Onderaan het blad schrijven de leerlingen KL (klassikaal oplossen) of KV (klassikaal

verbeteren).

5.7.4. De schoolagenda

In de kleuterklassen wordt er een heen- en weermapje gebruikt. Dit mapje gaat vooral mee naar huis wanneer er post is. Willen de ouders toch iets meedelen, kan dit dagelijks bij het afzetten of ophalen van de kleuters in de klas of via de leerkracht van de voor-en nabewaking. De mapjes worden niet meer dagelijks meegegeven omdat er heel veel mapjes verloren gaan.

Vanaf de lagere school gebruiken we een duidelijke schoolagenda. Binnen het team worden afspraken gemaakt over hoe deze moet worden ingevuld. Er wordt gezorgd voor een verticale lijn waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van de leerlingen:

- 1ste graad: Planning maar 1 dag op voorhand (leerlingen moeten nog niet leren plannen op voorhand.

- 2de graad: Toetsen en taken kunnen ingeschreven worden op voorhand zodat leerlingen die willen vroeger kunnen voorbereiden.

- 3de graad: Toetsen en taken worden op voorhand ingeschreven zodat leerlingen gericht kunnen plannen. Eerst leren plannen onder begeleiding, nadien zelfstandig.

Voor alle leerjaren geldt dat het inoefenen van leerstof en de huistaken in blauw worden genoteerd op voorhand (dag van meedelen). Toetsen worden in groen aangekondigd op de dag zelf.

Page 45: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

45

5.7.5. Aanwezigheidsregistratie

De aanwezigheidslijst moet op Smartschool ingevuld zijn 15 à 30 minuten na het begin van elke halve klasdag. Tijdens de lessen LO en LBV wordt er van de respectievelijke leerkrachten verwacht om deze registratie te vervolledigen op Smartschool. De leerkrachten moeten de codes hanteren die in de map van de aanwezigheidsregistratie zijn opgenomen en de afwezigheidsattesten in de daar voorziene mapjes te bewaren.

5.7.6. Orde en tucht

Waar vele mensen samen leven binnen een beperkte ruimte zijn regels en afspraken noodzakelijk om het voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken. Een sfeer met een zekere discipline creëert een veilige leeromgeving. Deze veiligheid heeft een gunstige invloed op het welbevinden van de leerlingen. En dit is een van de basisvoorwaarden voor het leren. Elk jaar wordt dan ook aan de ouders een schoolreglement overhandigd dat de leefregels binnen de school vastlegt. De ouders dienen zich bij inschrijving schriftelijk akkoord te verklaren met dit reglement. Wij vragen van onze leerlingen een respectvolle, beleefde houding. Dit tegenover directie, leerkrachten en ander personeel van de school, maar ook tegenover hun medeleerlingen. Dit zowel binnen als buiten de schoolmuren. Preventie Elke klasleerkracht duidt de klas- en schoolafspraken aan zijn leerlingen. Deze worden ook zichtbaar opgehangen in de klas en op de speelplaats. Zo weten de leerlingen wat er van hen verwacht wordt, maar ook wat er niet getolereerd wordt. Zie SWP- bijlage 7 – speelplaats voor pictogrammen van de speelplaatsregels.

4-Lademodel

Voor het uitwerken van een helder en positief beleid gebruiken we het 4 lademodel als vertrekpunt. Dit model is uitgewerkt door Monique D'Aes, nascholer bij de Pedagogische begeleidingsdienst van het GO!.

Vanuit dit model zijn we op zoek gegaan naar een systeem dat werkbaar is voor onze school in onze huidige context. We willen de vaak voorkomende ongewenste gedragingen van leerlingen zo goed mogelijk opvolgen, daarnaast willen we de leerlingen die wel het gewenste gedrag stellen in de kijker zetten.

In het 4-lademodel worden ongewenste gedragingen ingedeeld in vier categorieën, naargelang de ernst ervan en het aantal keren dat een leerling ze stelt. Aan elke categorie wordt een 'lade' met mogelijke maatregelen verbonden. Daaruit kan men op elk moment een passende keuze maken, afhankelijk van de omstandigheden.

Lade 1 omvat ernstig gedrag dat eenmalig voorkomt. Lade 2 gaat over niet ernstig, incidenteel ongewenst gedrag. Lade 3 is het niet ernstig, frequent ongewenst gedragen en lade 4 is het ernstig ongewenst gedrag dat frequent voorkomt.

Page 46: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

46

Zo maken we een onderscheid in de aard van ongewenst gedrag. ‘Vervelend’ gedrag in de klas vraagt om wijs en professioneel handelen van de leerkracht (brede basiszorg). Zwaardere overtredingen komen altijd terecht bij directie en zorgcoördinatoren (verhoogde zorg).

Binnen onze school richten we ons vooral op lade 1 – ernstig eenmalig en lade 4 – ernstig frequent, waarbij het accent ligt op geweld (fysiek, verbaal, mentaal). Voor deze twee lades werkten we een ‘kaartensysteem’ uit waarbij kinderen een gekleurde bol kunnen krijgen. Indien er zich op de speelplaats enige vorm van geweld voordoet treedt het ‘kaartensysteem’ in werking.

Voor meer informatie over het tucht en sanctiebeleid van de school verwijzen we naar SWP - bijlage 14 - tucht en sanctiebeleid.

Page 47: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

47

6. Leerlingbegeleiding Bij het opstellen en evalueren van onze leerlingbegeleiding vertrekken wij vanuit de visie en methodiek van het handelingsgericht werken van Noelle Pameijer1. Daarbij staan een aantal uitgangspunten centraal die wij implementeren in elke fase van de zorg. Het biedt ons de kans om onze handelingen af te toetsen aan een groter geheel. Het is belangrijk dat we blijven bewaken of onze zorg voldoet aan al deze criteria. Dit wil zeggen dat wij

1. doelgericht proberen te werken. 2. dit steeds in wisselwerking proberen te doen en af te stemmen met collega’s, ouders,

leerlingen, zorgcoördinatoren, en andere actoren. 3. hierbij altijd de onderwijsbehoeften van de lerende centraal stellen. 4. het belangrijk vinden te weten dat de leerkrachten een verschil kunnen maken, maar dat

ook de ouders een belangrijke partner zijn. 5. proberen de positieve aspecten van de leerkrachten, leerlingen en ouders in het licht te

zetten. 6. niet alleen werken. Leerkrachten, leerlingen, ouders, zorgcoördinatoren en directie werken

constructief samen. 7. dit tot slot op een systematische en transparante manier doen.

Om ons zorgbeleid voor onze leerlingen kwaliteitsvol uit te werken, vertrekken wij vanuit het zorgcontinuüm.

6.1. Het zorgcontinuüm

1 Meer informatie kunt u vinden in het boek: ‘Handelingsgericht werken: een handreiking voor het

schoolteam’ van Noëlle Pameijer, Tanja Van Beukering en Sonja De Lange.

Page 48: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

48

6.1.1. Fase 0: Brede basiszorg

Volgens het principe van brede basiszorg stimuleren wij de ontwikkeling van alle lerenden als startfase in het zorgcontinuüm . Onze lerenden staan centraal. Het is dan ook essentieel dat wij aan elke lerende kwaliteitsvol onderwijs bieden. De Pijl heeft reeds jaren een superdivers en kwetsbaar publiek, waardoor wij genoodzaakt zijn de organisatie en het beleid van de school hierop af te stemmen. Wij zijn als schoolteam bewust op zoek naar een efficiënte pedagogische didactische aanpak voor al onze kwetsbare lerenden, zodat de brede basiszorg beter uitgebouwd kan worden en inspeelt op de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van onze leerlingen. We proberen te zorgen voor een optimale begeleiding en opvang van de speciale en individuele noden van kinderen en hun ouders op cognitief, op motorisch en op socio-emotioneel gebied. De school evolueert meer en meer naar organisatievormen die kinderen in staat stellen hun eigen leertraject in handen te nemen onder de deskundige leiding van leerkrachten en naar een structurele aanpak van het hele schoolteam om leerproblemen te voorkomen. Het gekende leerstof- en klassensysteem doorbreken we al door zoveel mogelijk klasdoorbrekend te werken. Wij blijven echter op zoek naar werkvormen, structuren en instrumenten om meer individueel gericht en gedifferentieerd onderwijs te realiseren. Het zorgbeleid binnen de school is niet enkel gericht op de remediëring van individuele leerproblemen, maar heeft als einddoel kwalitatief hoogstaand onderwijs, gedragen door een geprofessionaliseerd team, dat zichzelf constant in vraag blijft stellen. Op de klasvloer is de klasleerkracht hierin de centrale figuur die dagelijks preventief, stimulerend en remediërend optreedt en zorg draagt voor alle ontwikkelingsgebieden. Zo probeert hij in de klas een positief, veilig en rijk leerklimaat te creëren, rekening houdend met de context van onze lerenden. Hij of zij speelt in op diverse problemen, van vooral cognitieve - en emotionele aard. De leerkrachten proberen hierin steeds open te communiceren met ouders. Op deze manier zal hij verhoogde zorg of uitbreiding van zorg proberen te voorkomen. Indien de ontwikkeling van de lerenden daartoe aanleiding geeft gaat de leerkracht over tot extra zorg, zodat de gestelde leerdoelen toch bereikt kunnen worden.

Page 49: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

49

6.1.2. Fase 1: Verhoogde zorg

De leerkracht geeft verhoogde zorg aan de lerenden die dat nodig hebben, op basis van observaties en toetsresultaten. De klasleerkracht kan hierin beroep doen op de zorgleerkrachten voor specifieke interventies bij zorgleerlingen, voor hulp bij het gedifferentieerd lesgeven via klasdoorbrekend werken en voor het zoeken en aanmaken van materialen voor differentiatie. De verhoogde zorg kan individueel gegeven worden of in klein groepsverband, wanneer meerdere lerenden met vergelijkbare problemen worden geconfronteerd. Het is ook mogelijk dat er een tijdelijke actie moet ondernomen worden voor de totale klas of een groot gedeelte ervan. Eventuele zorgdossiers worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem. Afhankelijk van de aard van het dossier kunnen ze worden besproken met de ouders. Het AN-team tracht de lerenden die nieuw zijn in ons land zo snel mogelijk Nederlands te leren en hen indien nodig primaire schoolse vaardigheden bij te brengen. Een klasleerkracht en zorgleerkracht kunnen in samenspraak een lerende aanmelden op een leerlingbespreking. Deze worden voor de lagere school vijf maal per schooljaar georganiseerd. Voor de kleuterschool is dit vier maal per jaar. Tijdens dit overleg bespreken de klasleerkracht, zorgleerkracht en eventuele AN leerkracht met de zorgcoördinatoren alle lerenden waarbij het stimuleren en of remediëren binnen de brede basiszorg weinig of geen resultaat heeft gehad. Hierin wordt zo veel mogelijk informatie verzameld omtrent de aanpak van de lerende in fase 0. Van daaruit bepaalt het zorgteam de onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften van de leerling. Vanuit een leerlingbespreking kunnen verschillende acties ondernomen worden. De zorgcoördinatoren coördineren en bewaken in deze fase de voortgang van al de te nemen stappen. Er kunnen eventueel adviezen gegeven worden omtrent verdere specifieke onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen. Remediërende en differentiërende maatregelen, maar ook compenserende en dispenserende maatregelen kunnen besproken worden. Er kan afgesproken worden, indien er nog niet voldoende gegevens beschikbaar zijn, dat de zorgleerkracht verdere testen afneemt. De zorgcoördinatoren kunnen ingezet worden voor het verzamelen van informatie over de achtergrond van de leerling. Dit kan bij leerproblemen, maar even goed bij emotionele problemen, gedragsproblemen en/of problemen in de thuissituatie. De zorgcoördinatoren kunnen dan een

Page 50: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

50

(intake) gesprek voeren met ouders. Zo leren we het kind kennen achter de lerende. Indien het een lerende betreft die recent van een andere school is gekomen en waar weinig onderwijskundige gegevens over beschikbaar zijn, wordt er door de zorgcoördinatoren aanvullend contact opgenomen met de school. Ook bij emotionele problemen en/of problemen in de thuissituatie wordt er contact gelegd met de ouders door de zorgcoördinatoren. Van daaruit kan eventueel verder contact opgenomen worden met een externe organisatie, bijvoorbeeld Huis van het Kind, OCMW, vrijetijdsbemiddelaars,... Wanneer een klas, zorg of AN leerkracht vermoedt dat de lerende spraaktechnische problemen heeft of een achterstand heeft in de taalontwikkeling wordt het CLB gecontacteerd. In samenspraak met het CLB kan dan eventueel gezocht worden naar een logopedist(e). Indien de leerling reeds langer school loopt zijn de zorgcoördinatoren de centrale figuur in de opvolging van het leerlingvolgsysteem. Daarin vindt het hele team de eerdere interventies, de zorgdossiers, de eventuele AN dossiers, verslagen van externe instanties, de gesprekken die reeds gevoerd zijn. Indien nodig wordt informatie ingewonnen bij vroegere leerkrachten.

6.1.3. Fase 2: Uitbreiding van zorg

In deze fase richt het Centrum voor Leerlingen Begeleiding (CLB) zich op een uitgebreide analyse van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de lerende en op de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht(en) en ouders. Het doel is adviezen te formuleren om het onderwijs opnieuw af te stemmen op de zorgvraag. Wanneer een lerende wordt aangemeld bij de zorgcoördinator in fase 2, wordt er eerst toestemming gevraagd aan de ouders. Zij blijven ook in deze fase een belangrijke partner in het traject dat de leerling zal lopen. De zorgcoördinatoren bespreken de zorgvragen in een tweewekelijks CLB-overleg met het CLB-anker van de school. Tijdens dit overleg wordt een inschatting gemaakt of deze lerende in de fase uitbreiding van zorg door het CLB zal opgevolgd worden.

Page 51: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

51

Om de lerende verder aan te melden, maken de zorgcoördinatoren, in samenspraak met de klasleerkracht en zorgleerkracht, een vraagverhelderingsfiche (VVF) op. Deze fiche bundelt gegevens in fase 0 en 1. Het CLB wijst de leerling vervolgens toe aan een trajectbegeleider, na het bespreken van de aanvraag. Een traject binnen de Handelingsgerichte Diagnostiek wordt opgestart. De stappen van het traject worden, mits toestemming van de ouders, besproken met de klasleerkracht en de zorgleerkracht. Het opgestelde diagnostisch plan wordt doorgenomen en indien nodig bijgestuurd. Er worden data afgesproken voor evaluatie en eventuele herhalingsonderzoeken. Dit alles vindt plaats tijdens CLB overleg. Nadat een onderzoek is afgerond wordt een advies geformuleerd. Dit kunnen enkele maatregelen zijn voor de leerkracht. Daarnaast kan uit onderzoek blijken dat er extra ondersteuning door het Netwerk Ondersteuners Antwerpen vanuit het BuO noodzakelijk is. De ouders kunnen het CLB ook rechtstreeks contacteren. Het CLB-team bekijkt dan met de leerling of zijn ouders welke zorg nodig is.

6.1.4. Fase 3: Individueel Aangepast Curriculum (IAC)

Wanneer de aanpassingen om een lerende binnen het gemeenschappelijk curriculum te begeleiden disproportioneel zijn of onvoldoende zijn, kan een IAC worden opgesteld. Dit kan enkel nadat een traject van Handelingsgerichte Diagnostiek vanuit het CLB is doorlopen. Het CLB maakt een verslag op, dat als uitgangspunt dient om het IAC op te stellen. Ook hier is samenwerken met de ouders essentieel. Het is van groot belang dat zij zich bewust zijn van de eventuele problematiek. Het schriftelijk verslag van deze bespreking wordt toegevoegd aan het leerlingdossier.

6.2. De begeleidingsdomeinen

Het geïntegreerd beleid op leerlingenbegeleiding omvat 4 begeleidingsdomeinen:

● Leren en studeren ● De onderwijsloopbaan ● Psychisch en sociaal functioneren ● Preventieve gezondheidszorg

Page 52: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

52

6.2.1. Leren en studeren Leren en studeren zijn de core-business van het dagelijkse leven op een school. Hoe wij onze leerlingen daarin begeleiden staat uitvoerig beschreven in dit schoolwerkplan. We zorgen dat we de vervreemding van de leerlingen met hun school tegengaan. We stimuleren verbondenheid door interessant onderwijs aan te bieden in een aantrekkelijke omgeving in een relatie die correct is, gebaseerd op vertrouwen en rechtvaardigheid.

6.2.2. Onderwijsloopbaan Via ons Onderwijsloopbaanbeleid willen we leerlingen de kennis, vaardigheden en attitudes aanleren die ze nodig hebben om met het nodige zelfvertrouwen zichzelf en hun (nieuwe) omgeving te ontdekken. Wij werken aan het versterken van hun competenties, waardoor ze uit het ruime aanbod van mogelijkheden zinvolle keuzes kunnen maken in functie van een verdere schoolloopbaan, meer specifiek bij scharniermomenten. Ook willen we de ouders informeren in dit keuzeproces. We onderschrijven de visie van het gemeenschapsonderwijs waarin de nadruk wordt gelegd op zelfconceptverheldering, keuzebekwaamheid en horizonverruiming. Onze onderwijsloopbaanbegeleiding is dan ook gericht op het verdiepen van voornoemde competenties. Deze moeten onze leerlingen in staat stellen weloverwogen keuzes te maken, niet enkel wanneer het gaat om de eigen schoolloopbaan, maar ook op andere domeinen van de ontwikkeling. Voor een overzicht van wat van peuterklas tot 6de leerjaar wordt ondernomen om deze doelstellingen te bereiken verwijzen we naar SWP - bijlage 15 - onderwijsloopbaanbegeleiding.

6.2.3. Psychisch en sociaal functioneren Uit de overtuiging dat kinderen met een positief zelfbeeld sterker in hun schoenen staan bij de start van hun verdere schoolcarrière en meer kans zullen hebben om voor zichzelf een goed leven uit te bouwen, wordt in De Pijl uitdrukkelijk aandacht geschonken aan het socio-emotionele aspect van het leven van kinderen. Onze school bevindt zich in het hartje van een grote stad, aan de rand van een uitgesproken kansarm gebied. Verkrotting en sociale problematiek vieren er hoogtij. We vangen veel kinderen op waarvan één of beide ouders werkloos zijn, kinderen uit éénoudergezinnen enz. De kinderen genieten een beperkte belevingswereld, zijn bijna allen kansarm. Voor zover wij kunnen achterhalen wonen onze leerlingen vaak in zeer penibele toestanden en vinden ze in hun buurt weinig tot geen speelgelegenheid en open ruimte. Ze hebben vaak beperkte financiële mogelijkheden, geen mogelijkheden om rustig eens een boek te lezen of om zelfs eens naar een Nederlandstalig tv-programma te kijken. Zo zorgt het ophalen van reftergeld voor het middagtoezicht en van geld voor buitenschoolse activiteiten vaak voor sociale drama’s. Bovenop hun moeilijke sociale achtergrond komt het feit dat niet alle Antwerpenaren doordrongen zijn met het multiculturele gedachtegoed. Racisme, onverdraagzaamheid en discriminatie zijn verwerpelijke menselijke reflexen die onze leerlingen dagelijks aan de lijve ondervinden. Ze zijn zich zeer bewust van de haatgevoelens en het minderwaardigheidscomplex dat hen wordt opgedrongen. Als spreekwoordelijke druppel komt er tot slot bovenop dat hun toekomstperspectieven vaak weinig rooskleurig zijn. Nog steeds bepaalt afkomst vaak het verder

Page 53: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

53

leven en is kansarmoede een zeer moeilijk doorbreekbare vicieuze cirkel. Heel wat van onze leerlingen hebben bovendien een vluchtverleden met vaak trauma’s tot gevolg. In onze enorme bezorgdheid voor het emotionele welzijn van elk kind gaan we steeds uit van twee procesvariabelen: welbevinden en betrokkenheid, die op hun beurt moeten zorgen voor ontwikkeling en groei. WELBEVINDEN is…

● een bijzondere toestand van het gevoelsleven ● die zich laat herkennen aan de signalen van voldoening, genieten, deugd beleven ● waarbij de persoon ontspannen is en innerlijke rust toont ● energie in zich voelt stromen en vitaliteit uitstraalt ● open is en zich voor de omgeving toegankelijk opstelt ● spontaniteit aan de dag legt en zichzelf is ● omdat de situatie tegemoet komt aan de basisbehoeften ● hij/zij beschikt over een positief zelfbeeld ● en in voeling is met zichzelf ● waardoor een gave emotionele ontwikkeling gewaarborgd wordt.

Kinderen die overwegend in een toestand van welbevinden verkeren voelen zich dus goed in hun vel, het gaat hen voor de wind en ze voelen zich gelukkig. Het is een aanwijzing dat kinderen het op emotioneel vlak goed maken. Welbevinden geeft immers niet alleen aan dat een bepaalde situatie voor hen bevredigend is, maar ook – als dat laatste in vele situaties waarneembaar is – dat ze goed in mekaar zitten, een positief zelfbeeld hebben en in voeling zijn met zichzelf. Het geeft tevens aan dat ze over de nodige competenties beschikken om op een bevredigende manier met hun omgeving om te gaan. Maar het werkt ook in de omgekeerde zin: ervaringen van echt ‘welbevinden’ maken de persoon sterker, maken de band met zichzelf intenser en dragen bij tot een gave emotionele ontwikkeling. Het is onze opdracht om het kind te begeleiden zodat het in een positieve spiraal terecht komt: welbevinden maakt dat er energie gaat stromen, dat men moed vat om aan de slag te gaan, dat men innerlijk sterker wordt, meer zelfvertrouwen krijgt, beter tegenslagen kan verwerken, vol functioneert… en daardoor weer een betere uitgangspositie bereikt om het verdere leven aan te kunnen. De Pijl wil alle nodige ondersteuning geven, opdat de leerlingen zélf op zulk een wijze met de omgeving (mensen en dingen) in interactie kunnen treden dat het leven hen toelacht en dat er een o.k.-gevoel is. Welbevinden alleen garandeert daarentegen nog niet dat er ook ontwikkeling is. Het is niet omdat er op de school een uitstekend klimaat heerst, iedereen zich thuis voelt en er een goede sfeer is, dat we tevreden mogen zijn. De hoofdopdracht van onderwijs blijft het zorgen voor ontwikkeling en daarvoor moeten we een tweede procesvariabele in rekening brengen: ‘betrokkenheid’. BETROKKENHEID is…

● een bijzondere kwaliteit van menselijke activiteit ● die zich laat herkennen aan geconcentreerd, aangehouden en tijdvergeten bezig zijn ● waarbij de persoon:

- zich openstelt en een intense mentale activiteit aan de dag legt - zich gemotiveerd voelt en geboeid is - een grote mate van energie vrijmaakt en een sterke voldoening ervaart

Page 54: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

54

● omdat - de activiteit aansluit bij de exploratiedrang en het interessepatroon - en zich aan de grens van de individuele mogelijkheden situeert

● waardoor ontwikkeling ontstaat. Betrokkenheid is met al zijn eigenschappen een uitstekende indicatie voor het zich voltrekken van ontwikkelingsprocessen. Iemand die uiterste concentratie aan de dag legt, geboeid aan de slag is, een enorme mentale activiteit en energie voortbrengt, gespitst is op het assimileren van wat op hem of haar afkomt en bovendien al de competenties die van pas komen in de activiteit mobiliseert… groeit immers. De sociaal-maatschappelijk zorgcoördinatoren in De Pijl (SOM-ZGC) stimuleren het socio-emotionele luik van het zorgbeleid en het verhogen van de betrokkenheid van ouders bij het totale schoolgebeuren. Dit wordt net zoals de pedagogische coördinatie georganiseerd op drie niveau’s: school, leerkrachten en leerlingen. In het schooljaar 2017-2018 gingen we met vier klassen in op de vraag van de KU Leuven om deel te nemen aan het onderzoek “Vluchtelingenkinderen ondersteunen op school: De rol van een creatief-therapeutische interventie in de klas”. Dit was de eerste universitaire studie rond het welbevinden van vluchtelingenkinderen en de rol van interventie in lagere schoolcontext in Vlaanderen. Op 26 september 2019 werden de onderzoeksresultaten teruggekoppeld in een overleg op school. 25% van de kinderen bleek hoog tot zeer hoog scoren in de zelfrapportering van emotionele en gedragsproblemen en 30% van de kinderen scoren borderline tot klinisch op post-traumatische stressproblemen. Hierbij werden geen significante verschillen gevonden tussen kinderen met of zonder vluchtelingenachtergrond. In een voormeting scoorden maar liefst 70% van de kinderen de sfeer in de klas als zeer laag, laag of ondergemiddeld. Bijna de helft van de leerlingen beoordeelt de kwaliteit van de onderlinge leerlingenrelaties als zeer laag, laag of ondergemiddeld. Na de creatief-therapeutische interventie bleek de sfeer in de klas verbeterd. Men kon vaststellen dat de workshops een positief effect hadden op de meest kwetsbare kinderen. Deze resultaten vragen onze bijzondere aandacht en deden besluiten dat we nog meer moeten inzetten op het verhogen van het welbevinden van onze leerlingen. We werken met zeer kwetsbare kinderen en we beseffen dat we in de eerste plaats moeten zorgen dat deze kinderen zich veilig en geborgen voelen op school. Op het pedagogisch beleidsteam is dit dan ook als een van onze prioritaire aandachtspunten opgenomen. In een eerste fase trachten we de screeningsinstrumenten verder te verbeteren zodat we de betrokkenheid en het welbevinden goed kunnen opvolgen. Bij de kleuters blijven we hiervoor werken met het instrument van Ferre Laevers. We willen dit verder uitwerken in de digitale versie. In de lagere school wordt door de zorgcoördinatoren verder gezocht naar een bruikbaar instrument. Het onderzoek kende ook zijn beperkingen. Daarom wilden we onze leerlingen opnieuw en breder bevragen. De vragenlijsten welbevinden werd afgenomen van alle leerlingen in de bovenbouw. Momenteel zijn we nog wachtende op de resultaten. In de lagere school worden kringgesprekken (opnieuw) ingevoerd. Hierbij gaat de leerkracht met de leerlingen in gesprek. We willen een openheid en veiligheid creëren in de klassen, waarbinnen de kinderen hun gevoelens en eventuele bekommernissen kunnen uiten.

Page 55: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

55

6.2.4. Preventieve gezondheidszorg In het GO! (onderwijs) is iedereen VIP, elke lerende, elke leerkracht en elke medewerker is een unieke belangrijke persoonlijkheid. En die willen we in het GO! aanzetten tot een meer gezonde leefstijl. Elk lid van een schoolteam draagt daarom de verantwoordelijkheid om op school een efficiënte gezondheidsaanpak te realiseren. Iedereen moet hierbij ook het belang van zijn voorbeeldfunctie beseffen. Een adequate houding van ieder personeelslid is vaak een belangrijke voorwaarde om kinderen te stimuleren tot het ontwikkelen van een gezonde leefstijl. Vanuit deze visie hebben wij aandacht voor verschillende gezondheidsthema’s, zoals:

- Wij werken mee aan de organisatie en uitvoering van de systematische contactmomenten (medische onderzoeken) en het toedienen van vaccinaties door het CLB. De school en het CLB bepalen samen de data waarop die systematische contacten doorgaan. Wanneer nodig zal het CLB profylactische maatregelen nemen om de verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen. De school werkt in dat geval mee aan de uitwerking van die maatregelen.

- Luizenbeleid: elke eerste maandag na een schoolvakantie worden alle kinderen gecontroleerd op luizen door het zorg- en het AN-team. De ouders worden op een begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht en indien nodig volgt een hercontrole. Meer informatie over de organisatie en visie is te vinden in SWP - bijlage 16 - luizenbeleid.

- Gezonde voeding en drank: we stimuleren gezonde voeding tijdens pauzemomenten en als middagmaal. De school voorziet fruit via het Tutti-frutti project. Ook kunnen de leerlingen steeds water drinken op school aan de drinkfonteinen op de speelplaats.

- Sport: zie buitenschoolse activiteiten (3.10.2) en bewegingsopvoeding (5.5). 6.3. Anderstalige nieuwkomers

We werken momenteel aan een apart beleidsplan waarin de visie en de werking op het vlak van Anderstalige Nieuwkomers uitgebreid besproken en uiteengezet wordt (SWP - bijlage 17 - beleidsplan AN). In dit schoolwerkplan wordt enkel op de belangrijkste uitgangspunten ingegaan.

6.3.1. visie op AN De school biedt jaarlijks een groot aantal anderstalige nieuwkomers een kans zich te integreren binnen onze maatschappij. Een anderstalige nieuwkomer is een leerling die op de datum van de inschrijving niet de Belgische of Nederlandse nationaliteit bezit, niet het Nederlands als moedertaal heeft, onvoldoende de onderwijstaal beheerst om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen, niet in België of Nederland geboren is én nog geen volledig schooljaar onderwijs heeft gevolgd in een school met Nederlands als onderwijstaal. De afgelopen schooljaren was De Pijl de school met het hoogste percentage anderstalige nieuwkomers in heel Vlaanderen (schooljaar 2017- 2018: 1 op 3 leerlingen AN-gerechtigd). De komst van anderstalige nieuwkomers is voor een groot deel afhankelijk van wat er in de wereld gebeurt. De AN-leerlingen zijn dus niet alleen uniek wat talenten en interesses betreft maar vaak is er bovendien een verschil in afkomst, cultuur en schoolse achtergrond. Een groot deel van de groep AN-leerlingen die wij nu op onze school ontvangen, hebben slechts beperkte schoolse ervaringen. De grote instroom van anderstalige nieuwkomers vraagt veelvuldig om aanpassingen van het beleid, de klaswerking, het onthaal, … De continue instroom doorheen het volledige schooljaar en het afwezig zijn van vaste instapperiodes maken van de AN-werking een zeer dynamisch gegeven. Wij

Page 56: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

56

zijn in een voortdurend proces van evalueren en bijsturen waar we grote aandacht schenken aan het waarborgen van een veilig klasklimaat, het optimaliseren van het welbevinden van de kinderen alsook het inspelen op de noden van elke leerling individueel. Binnen De Pijl beschouwen we meertaligheid als een verrijking en gaan we positief om met diversiteit. Om te kunnen functioneren in onze school en bij uitbreiding in de maatschappij is het evenwel uiteraard essentieel om de kinderen het Nederlands machtig te maken. Daarnaast willen we dat elk kind zich goed in zijn of haar vel voelt en willen we hen op weg zetten naar zelfstandigheid. We geloven in de capaciteiten, mogelijkheden en talenten van elk kind en gaan uit van een ‘growth mindset’. Wij sluiten ons in onze visie aan bij die van de pedagogische begeleidingsdienst van het GO! en werken dus voor nieuwkomers prioritair aan talige, sociale en zelfsturende competenties. Ons uitgangspunt is verder dat we er alles aan doen om een warm en veilig schoolklimaat te creëren aangezien dit een voorwaarde is om tot leren te komen. Gezien de achtergrond en voorgeschiedenis van anderstalige nieuwkomers telkens heel apart is bieden we elk kind een individueel leertraject op maat. In dat traject vullen de reguliere klas waar basiservaringen AN worden opgedaan en de AN-klas waar men werkt aan het groeipad AN elkaar aan. Samengevat zijn de krijtlijnen van kwalitatief onthaalonderwijs in De Pijl*:

*Bron: Anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs: geen ‘apart’ verhaal – Pedagogisch cahier – PBD van het GO! – Uitgeverij Politeia

6.3.2. Organisatie van de AN-werking

Om de opvang van anderstalige nieuwkomers op school te organiseren kiezen wij voor een semi-geïntegreerde werking. Dit betekent dat AN-leerlingen gedurende een bepaald aantal uren opgevangen worden in een taalklas. De rest van de tijd volgen zij de lessen in hun respectievelijke reguliere klas. De eerste AN-leerkracht is dus de klastitularis. Een semi-geïntegreerde aanpak combineert het voordeel van de sociale integratie en het leren van elkaar met de mogelijkheid van een ‘aanpak op maat’. We onderscheiden verschillende organisatievormen voor onze AN-leerlingen. Bij elke nieuwe leerling wordt na een uitgebreide intake beslist in welke vorm van de AN-werking hij/zij het best zal worden ondersteund. Elk traject wordt flexibel aangewend, naar de behoeften en noden van de AN-leerling. Welke vormen er worden ingericht is elk schooljaar opnieuw afhankelijk van de instroom van de AN- leerlingen en het daaraan gekoppelde aantal beschikbare AN-uren en leerkrachten. De

Page 57: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

57

groepsindeling is dus onvoorspelbaar en kan tijdens het jaar ook nog worden aangepast op basis van de vordering van de leerlingen of het wijzigende aantal AN-leerlingen. Elke AN-leerling wordt in De Pijl nauwgezet opgevolgd. Aan de hand van op vaste momenten ingevulde dossiers garanderen we een individuele aanpak op maat voor elke AN-leerlingen. De verwerving van de tweede taal verloopt niet anders dan de natuurlijke taalverwerving. Een kind leert taal omdat het daartoe behoefte ervaart. Het leert taal al doende. Taal is voor het kind dus geen doel, maar een middel. Uitgaande van deze wetenschap wordt gewerkt volgens het taakgerichte en taalanalytisch onderwijs. Hierbij houden we rekening met het feit dat heel wat leerlingen in het begin een stille periode doormaken (enkele dagen tot enkele maanden). Tijdens de stille periode absorberen leerlingen vaak enorm veel talige informatie. Daarom zijn de taken voornamelijk gericht op het ontwikkelen van een goede luistervaardigheid en wordt enorm veel herhaald. Elk kind krijgt de kans om op zijn eigen tempo het Nederlands onder de knie te krijgen. Daarom is verregaande differentiatie zeer belangrijk! AN - leerlingen worden waar mogelijk evenredig verspreid (a, b, c- klassen, ook in de loftklassen) onder andere in functie van de lessen LO en de draagkracht van de klastitularis.

6.4. Ondersteuningsnetwerk (NOA) Voor de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in onze school, werken wij samen met het Netwerk Ondersteuners Antwerpen, kortweg NOA. Zij brengen de expertise vanuit het buitengewoon onderwijs naar onze school. De multidisciplinaire teams gaan samen met de scholen regulier onderwijs aan de slag om de leerling, de leerkrachten en de schoolteams te ondersteunen op het pad naar inclusie. Leerling, ouders en CLB worden intens betrokken in dit proces. NOA-begeleiding wordt enkel ingeschakeld nadat dit advies wordt geformuleerd in fase 2 van het zorgcontinuüm. Het CLB stelt daarbij een gemotiveerd verslag op. Ook bij fase IAC heeft de school recht op ondersteuning.

Het Geïntegreerd Onderwijs (vroeger GON) is ontstaan als gevolg van een steeds duidelijkere integratietrend die in de samenleving aanwezig is. Integratie is bij GON een levensprincipe en een opvoedingsideaal dat tot doel heeft de mens met een beperking gelijkwaardig op te nemen in de bestaande maatschappij met behoud van zijn eigen identiteit. Deze definitie sluit naadloos aan bij de visie van De Pijl en wordt dan ook in de mate van het mogelijke in de praktijk omgezet. Men moet zich echter steeds bewust blijven van het welbevinden van de leerling en de draagkracht van de leerkracht(en) en medeleerlingen. Elke aanvraag zal dan ook individueel bekeken worden in nauw overleg met ouders, CLB en NOA begeleiding. Wanneer blijkt dat het kind in aanmerking komt voor integratie binnen het gewoon onderwijs en de school denkt een meerwaarde te kunnen bieden, is De Pijl bereid school- en klasorganisatorische maatregelen te nemen. Zo is er de bereidheid klaslokalen en infrastructuur aan te passen, zijn overlegmomenten mogelijk, zal het team extra inspanningen leveren, wil men aanpassingen in het onderwijsproces doorvoeren, zal men zich openstellen voor adviezen, enz.

Page 58: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

58

6.5. Externe partners: logopedie - kinesitherapie - … Het leren spreken, schrijven (spellen), lezen en rekenen verloopt bij de meeste kinderen als vanzelfsprekend. Maar wanneer er toch duidelijk nood is aan een planmatige en intensieve vorm van ondersteuning die de mogelijkheden van onze onderwijssetting overstijgt, is een samenwerking tussen meerdere partners (kind, ouder school, CLB, buitenschoolse logopedie, kinesitherapeuten of anderen) aangewezen. We werken in voorkomend geval in De Pijl complementair met die partners samen en onderling overleg streven we een zo optimaal mogelijk ontwikkelingspad voor elke lerende na. Om een goede samenwerking te waarborgen met externen hebben wij als scholengroep een engagementsverklaring ondertekend die terug te vinden is in de map SWP - bijlage 18 - engagementsverklaring logopedie.

6.6. Leerlingvolgsysteem

Kleutergraad: Hier wordt een procesgericht kindvolgsysteem (Ferre Laevers) gebruikt. We werken vanuit de ervaringsgerichte benadering waarbij twee indicatoren worden gehanteerd: welbevinden en betrokkenheid. Zij vertellen ons hoe goed de kinderen het maken en of ontwikkeling zich bij hen aan het voltrekken is. Het helpt de leerkrachten om een duidelijk zicht te houden op de evolutie in de ontwikkeling van elk kind. Het instrument helpt ons om tijdig te achterhalen welke lerende uit de boot dreigen te vallen en om met gerichte interventies aan zorgpunten te werken. Het leerlingvolgsysteem vervult dan ook meerdere functies:

● Signaleren: het geeft aan wie extra zorg behoeft. ● Diagnosticeren: het zet een weg uit om klaarder te zien in het probleem. ● Interveniëren: het helpt om tot succesvolle initiatieven te komen en deze te evalueren.

De klasscreening wordt eerst op klasniveau afgenomen. Vanuit deze screening wordt het proces van de leerlingen op groepsniveau in kaart gebracht. Na elke screening wordt er een synthese gemaakt van de screening waaruit interventies opgesteld worden die eerst op klasniveau uitgevoerd worden. Interventies worden uitgevoerd op klasniveau. Het is een moment van reflectie op het eigen handelen. Doordat de klasscreening 3 keer per jaar wordt afgenomen, krijgt de leerkracht zicht op het effect van de initiatieven en op de interventies die in een bepaalde periode genomen zijn. Momenteel zitten we in een overgangsfase van de zorgmap naar het meer digitaliseren van het leerlingvolgsysteem. Dit moet in de toekomst nog verder uitgewerkt worden. Lagere school:

Enerzijds worden de schoolse prestaties van de lerende geïnventariseerd en opgevolgd zodat ze indien nodig geremedieerd kunnen worden. Dit doen we via toetsen, rapporten, genormeerde toetsen en leerlingenbesprekingen. Daarnaast concentreert het leerlingvolgsysteem zich ook op aanwijzingen die met het (groei)proces te maken hebben. Ook deze worden op een

Page 59: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

59

leerlingenbespreking genoteerd en eventueel aangevuld, besproken, geremedieerd. Hieruit worden actiepunten opgesteld. Het leerlingvolgsysteem is een houvast voor de leerkrachten om in de dagdagelijkse praktijk te achterhalen welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben; een scherper beeld te krijgen van de probleemvelden waarrond interventies nodig zijn en een traject op te zetten van interventies die tot een oplossing van deze problemen leiden. Sinds het schooljaar 2003-2004 was er in elke klas een zorgmap aanwezig. Dit was een ‘mini-leerlingvolgsysteem’ waarin alle lopende zaken, zoals bijvoorbeeld handelingsplannen, in werden bijgehouden. Ondertussen zijn we geëvolueerd naar een digitaal leerlingvolgsysteem. De zorgmap wordt enkel nog gebruikt in de kleuterschool om de documenten per kind te bewaren die nog niet digitaal zijn. De lagere school gebruikt enkel het digitale leerlingvolgsysteem in Smartschool. Wij zijn ons er echter van bewust dat dit nog niet zo is ontwikkeld dat het heel gebruiksvriendelijk is. Daarom willen we nog verder bekijken wat de mogelijkheden zijn en staan er reeds nascholingen gepland om dit item verder uit te werken.

6.7. Het Centrum voor Leerlingbegeleiding Kinderen in volle psychische en fysische gezondheid laten opgroeien is een permanente en gemeenschappelijk taak van ouders, school en CLB. Samen met het CLB doen wij al het mogelijke om elke leerling individueel te volgen en te begeleiden. Het decreet op de Centra voor Leerlingbegeleiding legt het zwaartepunt van leerlingbegeleiding bij de ouders en bij de school. In de eerste plaats zijn zij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het CLB moet daarbij ondersteuning bieden. In een samenwerkingsovereenkomst worden hierover praktische en inhoudelijke afspraken gemaakt. Leerkrachten zijn begeleiders van kinderen in hun ontwikkelings- en leerproces. Zij hebben in hun opleiding en in de loop van hun carrière een grote deskundigheid ontwikkeld op didactisch en pedagogisch vlak. Maar vanzelfsprekend kunnen zij niet alles alleen oplossen. Wij werken dan ook graag nauw samen met het GO!CLB Antwerpen van onze scholengroep en kunnen terugvallen op volgend CLB-kernteam: - CLB -teamcoördinator: Sarah Vekemans - CLB-psycholoog: Aida Ganic - tevens ankerfiguur - CLB-maatschappelijk werker: Eline Bortels - CLB-verpleger: Gretine de Vlas - CLB-arts: Hydelette Okoue - CLB-intercultureel medewerkster: Zoulikha Akajou Deze samenwerking is tweedelijns. Bij problemen moet eerst de zorgcoördinatoren en/of directie geraadpleegd worden, die eerst nagaan of binnen de school alle mogelijke stappen zijn ondernomen. Om de twee weken wordt er een bespreking tussen de zorgcoördinatoren en het ankerfiguur gehouden. Het CLB van het GO! is onze primaire externe partner wanneer het over de begeleiding van onze leerlingen gaat. In het samenwerkingsakkoord dat we jaarlijks met hen afsluiten wordt uiteengezet dat en hoe de school en het centrum vertrekken vanuit een gezamenlijke visie op

Page 60: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

60

leerlingenbegeleiding. Het daaruit voortkomende beleid is afgestemd op de noden van de leerlingenpopulatie en op de context. Hiervoor delen we elk onze eigen analyses en gebruiken die om gezamenlijke doelen en prioriteiten vast te leggen. Het zorgcontinuüm en de vier domeinen binnen leerlingenbegeleiding worden als kaders gehanteerd. Deze samenwerkingsafspraken zijn terug te vinden in SWP - bijlage 19 - Samenwerkingsovereenkomst CLB. Ze worden minimaal jaarlijks geëvalueerd tijdens een overleg. De bijsturing van de werking wordt opgenomen in de samenwerkingsafspraken van het volgende schooljaar.

6.8. Onthaalbeleid Het inschrijven en onthaal van leerlingen is méér dan een administratieve aangelegenheid. Het inschrijvingsgesprek is namelijk vaak het eerste contact tussen school en ouders, soms zelfs het enige moment ook waarop je ‘gegarandeerd’ contact hebt met de ouder(s). Het is dan ook van belang om dit moment optimaal te benutten in het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de ouders. Een echt welkomstgesprek beschouwen we als de eerste steen voor een goede samenwerking tussen de school, ouders en het kind. Ons kwaliteitsvol onthaal- en inschrijvingsbeleid is er dan ook op gericht om: – een goede relatie met de leerling en zijn ouders uit te bouwen; – een goede communicatie op te zetten met ouders. Tijdens het inschrijvingsgesprek gaat er – vanuit een brede kijk op ontwikkeling - aandacht naar het verzamelen van informatie over specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling.

Page 61: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

61

7. Professionalisering 7.1. Orthotheek en bibliotheek

De orthotheek is een systematisch geordend geheel van onderzoeks- en handelingsmiddelen ten dienste van lerenden met ontwikkelings-, leer- en/of gedragsproblemen. Deze moet nog verder uitgroeien tot het centrale punt binnen de verhoogde leerlingenbegeleiding en het zorgbeleid. Het moet de plek worden waar alle leerkrachten terecht kunnen op zoek naar gespecialiseerd materiaal. Alle voorhanden zijnde middelen, materialen, programma’s en onderzoeksmiddelen willen we systematisch ordenen en verzamelen. Zo willen we komen tot één centrale orthotheek met eventueel sub-orthotheken per graad. Het totaal functioneren van de lerende is daarbij het uitgangspunt en het kind achter het probleem mag nooit uit het oog worden verloren. Daarnaast voorziet de zorgcoördinator binnen smartschool een digitale orthotheek met recente naslagwerken en didactische tips. We hebben gemerkt dat de materialen op te veel verschillende plaatsen terecht gekomen zijn: zorglokaal, klassen, digitaal, orthotheek,... De cel orthotheek is sinds dit jaar opgericht om hier terug een structuur in te brengen en de materialen te inventariseren (zie SWP - bijlage 3 - celwerking) Wij hebben een samenwerkingsverband met bibliotheek Permeke waar leerlingen boeken kunnen uitlenen voor een bepaalde periode. Dit zijn vast geplande momenten waarop de leerlingen een uur de tijd krijgen om boeken naar hun interesse en op hun leesniveau te kiezen. Daarnaast heeft elke klas zijn eigen boekenkast met ruim een aanbod aan kwalitatieve boeken op maat van de leerlingen.

7.2. Bijscholing/navormingsplan

Levenslang Leren wordt steeds meer een te volgen motto en leerkrachten kunnen in deze niet achterblijven. De meester of de juf is niet alleswetend en kan dus van tijd tot tijd een bijscholing gebruiken. Alle leerkrachten engageren zich dan ook om het aanbod aan bijscholingen aandachtig op te volgen. De pedagogische zorgcoördinator stelt jaarlijks een nascholingsplan op, rekening houdend met ieders competenties en interesses, en met de noden in de school. Ook kunnen er vanuit functioneringsgesprekken met de directie of evaluatiegesprekken blinde vlekken of kansen worden geformuleerd, waarna de leerkracht op zoek kan gaan naar mogelijkheden om zijn kennis en kunde te verruimen. Als startende leraar krijg je aanvangsbegeleiding (zie 7.4) om te professionaliseren. Sinds enkele schooljaren zetten wij in op teamgebonden navormingen. Dit omdat aangeleerde kennis verkregen door een team sneller en beter gedragen en geïmplementeerd wordt. Individuele navormingen doorgeven aan collega's bleek structureel en gevoelsmatig niet voldoende te lukken. Wij blijven het team bovendien sensibiliseren om actief, direct en indirect te hospiteren bij collega's. De individuele opleidingen kunnen, maar zijn niet prioritair. Ze moeten altijd in het teken staan van het SWP of de professionele ontwikkeling van leerkrachten. Uiteraard dienen we hierbij ook steeds rekening te houden met het kostenplaatje. Om die reden maar ook omwille van de kwaliteit wordt er gekozen om structureel met de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! samen te werken. Zij begeleiden ons momenteel om het AN-beleid te actualiseren, om de ijsbergmethode te implementeren en in het verder professionaliseren van de leerlingbegeleiding. Daarnaast werken we vaak samen met CNO, het aanbod van het GO!, AP, ...

Page 62: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

62

Voor meer info over de accenten die wij vandaag leggen in ons professionaliseringsbeleid verwijzen we naar SWP - bijlage 20 - het nascholingsplan.

7.3. Aanvangsbegeleiding

Om startende leerkrachten te begeleiden en te professionaliseren zijn er 7 lestijden aanvangsbegeleiding voorzien op onze school. Deze wordt opgesplitst in 4 lestijden aanvangsbegeleiding voor de kleutergraad en 3 lestijden voor de lagere school. Om de leerkrachten te laten professionaliseren vertrekken wij vanuit de visie en richtlijnen die zijn opgemaakt in onze scholengroep. De tekst die volgt is gebaseerd op die opgesteld door GO! Scholengroep Antwerpen.

Startende personeelsleden staan voor een grote uitdaging. Voor het eerst staan zij zelfstandig in het werkveld. Ze moeten hun opdracht vorm geven en erin groeien. Bovendien moeten zij zich integreren in de school. Ze ontdekken de identiteit en de visie van de school en proberen die zich eigen te maken. De aanvangsbegeleiding wil allesomvattend zijn en inspelen op de specifieke noden van de starters. Het is de bedoeling dat zij competente collega’s worden door voor hen een krachtige leeromgeving te creëren. Ze krijgen, bovenop hun startcompetenties, een stevige basis mee, waarop ze tijdens hun verdere loopbaan kunnen steunen. Zij zullen immers hun leven lang leren.

De begeleiding richt zich tot elke medewerker die in onze scholengroep start:

● de pas afgestudeerde die zijn allereerste stappen op school zet, ● de vervanger die het een tijdje van iemand overneemt, ● een nieuwkomer die uit de bedrijfswereld de klas in stapt, ● de nieuwe collega die naar onze school komt, ● ...

Bij deze aanvangsbegeleiding leggen we de focus op zowel formeel als informeel leren. Het aanbieden van cursussen, navormingen, trainingen, … als intervisies, hospiteerbeurten, … promoten we, zodat leren in elke context plaatsvindt. We onderscheiden daarbij de 3 pijlers:

Wegwijsbegeleiding: we heten de aanstaande collega welkom en maken hem/haar wegwijs in het algemene, praktisch-organisatorische schoolleven (de gebouwen, de collega’s, afspraken, gewoontes, procedures, …). Werkbegeleiding: we zorgen ervoor dat de starter op een vlotte manier aan de slag kan en voorzien wordt in ondersteuning bij de verschillende taken (opstellen van jaarplanning, examens, …). Leerbegeleiding: De starter zal gaandeweg zichzelf ontplooien. We stimuleren de professionele ontwikkeling, zowel didactisch als inhoudelijk.

Om een succesvolle aanvangsbegeleiding te kunnen realiseren is het heel belangrijk om een goed afgestemde samenwerking tussen starter, mentor en eerste evaluator te organiseren. De mentor begeleidt het traject van de starter en bouwt een vertrouwensrelatie op. De starter heeft ook zijn verantwoordelijkheid, enerzijds in het socialisatieproces, anderzijds in het initiatief nemen om administratieve en andere taken, die rechtstreeks met de onderwijsopdracht te maken hebben, mee te organiseren. Aanvangsbegeleiding is een gedeelde verantwoordelijkheid die breed gedragen wordt.

De functie van mentor spitst zich toe op de drie pijlers van de aanvangsbegeleiding. De starter weet van bij aanvang dat de mentor samenwerkt met de evaluator en daar verslag uitbrengt over de gang van zaken (evolutie van functioneren).

Page 63: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

63

De mentor:

- is een ervaringsdeskundige met de nodige kennis en inzicht in schoolstructuur en schoolcultuur

- bouwt aan wederzijds vertrouwen, zowel naar de starter als naar de evaluatoren - heeft discretieplicht wat betreft inhoudelijke aspecten van gevoerde gesprekken (zowel van

de starter als van de evaluator) - vertrekt steeds vanuit een oplossingsgericht denken, geeft advies, geeft opbouwende

feedback, .... - zorgt dat de starter tools aangereikt krijgt via een persoonlijk aanvangsbegeleidingsplan

(‘pap’) waarmee deze zelf aan de slag kan gaan. - beschikt als coach over voldoende vaardigheden. - is bereid de nodige professionaliseringen te volgen om zich hierin te versterken. - wordt bijgestaan door de pedagogische begeleidingsdienst GO!

7.4. Opvolging en evaluatie van het functioneren van de leerkrachten

Of we al dan niet alle in dit schoolwerkplan voorop gestelde doelen en idealen bereiken staat of valt met ons team. Elke leerkracht binnen dit team is een unieke persoonlijkheid en heeft zijn of haar sterktes en zwaktes. Het is aan de school als geheel om het beste in elk van zijn teamleden naar boven te halen. En dit telkens ten gunste van de lerenden die we begeleiden.

Als belangrijke instrumenten in het personeelsbeleid beschikt de directie over de functiebeschrijving, functioneringsgesprekken en evaluatiemogelijkheden. Evaluatie mag daarbij nooit een momentopname zijn, maar komt na een proces waarbij begeleiding en ondersteuning een belangrijke rol spelen.

7.5. Interne kwaliteitszorg De laatste decennia is het onderwijs steeds meer het voorwerp geworden van bepaalde vormen van kwaliteitsdenken. Het begrip kwaliteit neemt terecht een steeds grotere plaats in tijdens alle discussies over onderwijs en onderwijsvernieuwing. Maar onderwijskwaliteit is een moeilijk vatbaar gebied. Wij geven graag onze visie op onderwijskwaliteit en de uitgangspunten ervan: om de effectiviteit van het schoolbeleid te kunnen meten, dienen wij onszelf steeds in vraag te stellen en is permanente zelfevaluatie onontbeerlijk. Dit geldt zowel op schoolniveau als voor de individuele leerkrachten. De directie en het team van De Pijl willen namelijk dagelijks garant staan voor het bieden van een stimulerende leeromgeving waar maximale leerkansen worden geboden en benut. Hiertoe nemen we een reflectieve houding aan ten opzichte van het eigen functioneren. We zorgen dat de kwaliteit van het geboden onderwijs in de Pijl op systematische wijze in kaart wordt gebracht en wordt bewaakt. Via een grondige zelfevaluatie van alle aspecten van de schoolwerking zorgen we dat de school haar werking cyclisch, systematisch en betrouwbaar evalueert. Om te zorgen dat we naast evalueren ook evolueren worden schoolontwikkelingsplannen en actieplannen opgemaakt. Hierbij zorgen we dat er duidelijke doelstellingen worden geformuleerd, dat er een timing wordt afgesproken en dat we ook nagaan of we slagen in ons opzet. We gaan in principe “evidence-based” te werk en trachten steeds in kaart te brengen of genomen maatregelen

Page 64: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

64

ook zorgen voor leerwinst bij onze leerlingen en/of voor de school als organisatie. Onze interne kwaliteitszorg vertrekt vanuit het Referentiekader OnderwijsKwaliteit. Het team wordt in het schooljaar 2019-2020 ingeleid in de uitgangspunten van dit ROK en leert het gebruiken aan de hand van de ROK-wijs-tool voor zelfevaluatie van het GO! Finaal moet dit alles jaar na jaar leiden tot de vraag ‘Hoe maken wij het, opdat wij het goed (zouden) maken… voor onze leerlingen?’

7.6. Externe evaluatie - inspectie Naast deze interne zelfevaluatie, waar de school zich afvraagt of ze voldoet aan de eigen doelstellingen die ze vanuit haar pedagogisch project formuleert, blijft ook een externe evaluatie belangrijk. De Pijl is zich bewust van het feit dat het een kerntaak van de overheid blijft om de kwaliteit van onderwijs te bewaken en te bevorderen. De kwaliteitsontwikkeling en kwaliteitszorg wordt nagegaan door de inspectie. Men vertrekt vanuit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (R-OK) waarin de lerende centraal staat. De inspectie onderzoekt vanuit de volgende 2 onderzoeksvragen:

● In welke mate ontwikkelt de onderwijsinstelling haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk?

● In welke mate verstrekt de onderwijsinstelling kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het OK en respecteert ze de regelgeving?

Om de deze onderzoeksvragen te beantwoorden, worden 4 onderzoeken uitgevoerd: ● Het onderzoek van de kwaliteitsontwikkeling. ● Het onderzoek van één of meerdere kwaliteitsgebieden ● Het onderzoek van de onderwijsleerpraktijk ● Het onderzoek van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

De onderzoeken worden zowel op het niveau van het beleid van de instelling als op het niveau van de schoolwerking en de onderwijsleerpraktijk uitgevoerd. Wanneer de inspectie tekorten vaststelt moeten deze worden verholpen. De Pijl engageert zich om dat ‘moeten’ te vervangen door ‘willen’. Dit door opvolging te geven aan de aanbevelingen en zelf het initiatief te nemen tot actie. Zo krijgt de externe evaluatie voor ons naast haar legitimatiefunctie ook een spiegelfunctie. Het eigen oordeel wordt in een vergelijkend perspectief geplaatst, waardoor interne en externe kwaliteitszorg complementair worden.

Page 65: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

65

8. Evaluatie en rapportering 8.1. Leerlingenevaluatie

Onder invloed van het economisch en maatschappelijk rendementsdenken spelen cijfers en getallen in de huidige maatschappij een belangrijke rol. Ook leerprestaties ontsnappen niet aan dat onethische cijfermaterialisme. Wanneer je spreekt over de evaluatie van het leerproces bij kinderen wordt dan ook vaak meteen aan toetsing gedacht. Niet geheel onterecht. Toetsen zijn immers een belangrijke schakel in het onderwijsleerproces. Maar het zijn niet louter instrumenten om rapportcijfers te kunnen invullen, ze vormen een remediëringsinstrument om de klaspraktijk op aan te passen. Toetsen dienen om het leren te bevorderen en na te gaan of de beoogde doelstellingen bereikt zijn. De evaluatie-instrumenten die leerkrachten daarvoor gebruiken en de informatie die zij aan de hand daarvan geven aan leerlingen (en hun ouders) moeten aan een aantal kwaliteiten en onderwijskundige voorwaarden en technische regels voldoen. In de lagere school worden in de loop van een schooljaar heel wat tussentijdse toetsen en eindtoetsen afgenomen door de klasleerkrachten. Deze worden vooral de leerkrachten zelf opgesteld, waarbij zij er steeds vanuit gaan dat toetsen, vragen, opdrachten en beoordelingen moeten:

● steunen op aangeleerde doelstellingen; ● betrouwbare informatie geven; ● criterium- en procesgericht zijn; ● aanvaardbaar zijn.

Evalueren is natuurlijk niet alleen het afnemen van kleine en grote toetsen, maar ook het voortdurend verzamelen van informatie over leerlingengedrag, leer- en leefattitudes en ontwikkeling. Deze observatiegegevens zijn vaak minstens zo belangrijk en stellen leerkrachten in staat om tijdig te remediëren.

8.1.1. Observaties In de kleuterklassen wordt een observatiedossier samengesteld. Op het einde van de 3de kleuterklas geeft dit een duidelijk beeld van de evolutie van elke kleuter, zowel lichamelijk als geestelijk. Met dit dossier kan er op een klassenraad (zorgcoördinatoren, kleuterleidster, zorgleerkrachten) gefundeerd besloten worden welke leerlingen het eerste leerjaar kunnen aanvatten. Bij probleemsituaties wordt er een adviserend gesprek gehouden met de ouders en gezamenlijk naar een oplossing gezocht. In de lagere school gebruiken we de sociomatrijs/klasscreening om de onderlinge relaties binnen een klas en de plaats van de kinderen in de groep in kaart te brengen. We zijn evenwel op zoek naar een betere methode om het welbevinden van onze leerlingen te kunnen opvolgen. Tijdens het schooljaar 2019-2020 passen we ook de bevraging toe die de inspectie in het verleden toepaste om naar het welbevinden te peilen. Op deze manier willen we een beginsituatie krijgen om hiermee verder aan de slag te gaan.

Page 66: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

66

8.1.2. Genormeerde toetsen Het zorgteam neemt systematisch een aantal testen af in de loop van het schooljaar om de ontwikkelingsgroei van de lerende in bepaalde leerdomeinen te kunnen volgen, waaronder: TALK, TAL, KOBI-tv, AVI, CITO-spelling, OVSG-toetsen. Via deze genormeerde testen willen we eventuele leerachterstanden vroegtijdig detecteren en aanpakken. De testresultaten worden bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Bij probleemdetectie worden handelingsplannen opgesteld. In het schooljaar 2019-2020 wordt ons toetsbeleid door het pedagogisch beleidsteam onder de loep genomen. We gaan na welke testen daadwerkelijk bruikbare informatie opleveren. We willen namelijk niet testen om te testen.

8.1.3. Rapporten Per schooljaar worden in de lagere school 4 rapporten voorzien (zie schoolkalender). Hierin vindt men een overzicht van de prestaties per ontwikkelingsdomein. Bij elk rapport krijgen de ouders via een oudercontact de mogelijkheid om de klasleerkracht/zorgleerkracht/LBV-leerkracht te spreken. Ook via het agenda worden de ouders op de hoogte gebracht indien zich problemen zouden voordoen. Het bereiken van zoveel mogelijk ouders blijft voor de school een aandachtspunt, vaak bemoeilijkt door de culturele verscheidenheid en taalproblemen. In het schooljaar 2015-2016 zijn we overgegaan tot de digitalisering van de puntenboeken en de rapportsjablonen via het programma Skore. De meeste leerkrachten blijven de voorkeur geven aan een rapport met punten, omdat dit voor de ouders van onze leerlingen het meest duidelijk is. Verder hebben we ook gebruik gemaakt van smileys en kleuren om ook taalzwakke ouders te kunnen bereiken. Aangezien wij verregaande differentiatie toepassen binnen de klas, zijn onze rapporten ook gedifferentieerd opgesteld. In het schooljaar 2019-2020 hebben wij de rapporten en zorg rapporten op elkaar afgestemd. Leerlingen die het reguliere traject lopen krijgen enkel een klasrapport. Indien zij tijdens de lessen en toetsen gebruik maken van REDICODIS wordt dit genoteerd in het klasrapport en een aangepaste lijst doorgestuurd. Leerlingen dit tijdens differentiatie op een ander niveau werken dan de gewone klaspraktijk en via basisdoelen terug trachten aan te sluiten bij de reguliere doelstellingen, krijgen een zorgrapport. Op deze manier willen we de ouders betrekken in het schoolproces van hun kind. Er is een duidelijk onderscheid tussen het regulier traject en het ondersteunend zorgtraject dat hun kind loopt. De ouders zijn op de hoogte van de onderwerpen en doelstellingen waaraan hun kind tijdens deze ondersteuning werkt. Vaak bestaat het volledige rapport van de lerende uit een combinatie van zorg- en klasrapport. Voor anderstalige nieuwkomers wordt door de AN-leerkrachten een apart AN-rapport gemaakt waarop de talige evolutie van de lerende in kaart wordt gebracht. Het AN- en zorgrapport wordt niet digitaal via smartschool gemaakt, maar het sjabloon wordt geüpload in het LVS. zie SWP - bijlage 21 - rapporten voor een sjabloon van deze AN/Zorg rapporten.

Page 67: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

67

8.2. Overgang tussen leerjaren

Elk kind is uniek en wordt afzonderlijk bekeken in al zijn aspecten: resultaten (productevaluatie), vorderingen (procesevaluatie), leeftijd, socio-emotioneel gebied, gedrag,... Kinderen worden dus niet vergeleken met elkaar. Of een kind al dan niet moet overzitten wordt niet enkel bepaald in de laatste week van een schooljaar. Gedurende het hele schooljaar wordt de leerling gevolgd adhv toetsen, observaties en bevragingen. Deze worden genoteerd in een individueel dossier per kind, overlegd met alle betrokkenen (klasleerkracht, zorg, AN, ZGC’s, CLB, …) en 4 keer per jaar formeel gerapporteerd aan en besproken met de ouders. Dit gebeurt aan de hand van een resultatenrapport gekoppeld aan een oudercontact. Tussentijds kunnen extra momenten van overleg plaatsvinden wanneer de 4 momenten niet voldoende zijn.

De leerlingen worden op het einde van het schooljaar besproken op een klassenraad tussen opeenvolgende leerjaren. Dit verloopt gestructureerd zodat alle leerkrachten met dezelfde verwachtingen, doelstellingen en voorbereiding aan tafel zitten. We doen dit aan de hand van het formulier ‘leerlingbespreking einde schooljaar’ waarop per leerling een aantal bijzonderheden genoteerd worden (eindresultaten, socio-emotioneel welzijn, welbevinden en betrokkenheid, gezinssituatie, dubbelen, speciale leertrajecten en attesten…)

Tijdens het jaar is er in functie van het overgaan tussen de derde kleuterklas en het eerste leerjaar een overlegmoment tussen leerkrachten, bezoekmomenten van de derde kleuterklas aan het eerste leerjaar en infomomenten voor de ouders. Dit staat op de planning in het derde trimester. Voor het 6de leerjaar beslist de klassenraad (directie, klastitularis, zorg, AN, ZGC’s, eventueel CLB) aan de hand van vooropgestelde criteria of een leerling al dan niet het getuigschrift van de lagere school behaalt.

8.3. Oudercontacten Per schooljaar houdt de school verschillende oudercontacten waarvoor de ouders steeds een schriftelijke uitnodiging krijgen. De ontwikkeling van de lerende, zowel cognitief als socio-emotioneel, kunnen daarop uitvoerig besproken worden. Begin september vindt een informatief contact plaats. Dit dient om de verwachtingen van zowel de ouders als die van de klasleerkrachten en de school duidelijk te stellen, gebruikte methodes te tonen en afspraken te maken. In oktober, januari, maart en juni krijgen de leerlingen een rapport. Alle ouders worden uitgenodigd om dit rapport af te halen en te bespreken met de klasleerkrachten. In mei volgt nog een informatief oudercontact. Dit laatste contact vindt plaats op persoonlijke uitnodiging van de klasleerkrachten en dit enkel indien er leer- of socio-emotionele problemen zijn opgedoken die de schoolloopbaan van een leerling dreigen te hypothekeren. Ouders van anderstalige nieuwkomers kunnen ieder oudercontact ook een apart rapport ophalen bij de AN-leerkrachten om de vorderingen van hun kind op het vlak van het leren van onze taal te bespreken.

Page 68: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

68

Ook bij de kleutergraad gebeuren er op regelmatige basis oudercontacten. De ontwikkeling van de kleuters wordt in kaart gebracht en aan de ouders toegelicht. Tijdens de oudercontacten staan de deuren van directie, zorgcoördinatoren wijd open. Hier kan allerlei info gevraagd worden betreffende studietoelage, aanwezigheden, refterwerking, turnen, schoolkosten, inschrijvingsbeleid, oudergesprekken, …

Page 69: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

69

9. De ouders

9.1. Partnership met ouders

Kinderen opvoeden kan een school niet alleen. Het is een samenspel tussen ouders, school en maatschappij. De betrokkenheid bij, de aandacht voor en de interesse in het schoolgebeuren door ouders zijn essentieel. In De Pijl gaan wij ervan uit dat élke ouder begaan is met zijn of haar kind. Alleen kan de wijze waarop dit getoond wordt, beïnvloed worden door culturele achtergrond, door eventuele taalbarrières of door de inrichting van hun persoonlijke leven (tijdsfactor). Wij beseffen dat zelfs in goede materiële omstandigheden opvoeden niet gemakkelijk is, laat staan voor onze ouders. Het leerproces kan evenwel enkel optimaal verlopen wanneer de ouders actief betrokken worden bij datgene wat er met hun kinderen gebeurt. Ouders kunnen hiervan blijk geven door actief geïnteresseerd te zijn in de vorderingen en de verrichtingen van hun kind(eren). De school vraagt de ouders dan ook met nadruk om dagelijks het agenda van de leerlingen na te kijken en de gegeven informatie aandachtig te lezen, interesse te tonen voor hun vooruitgang, het inoefenen van toetsen en hun resultaten. Vier maal per jaar krijgen de leerlingen een rapport waarin vorderingen zo duidelijk mogelijk worden beschreven. We vragen de ouders de bijhorende oudercontacten te bezoeken om zo hun kind te kunnen bespreken met de betrokken leerkracht(en). Gedurende het schooljaar kunnen leerkrachten en ouders een extra gesprek aanvragen. Dit kan zowel mondeling met de zorgcoördinatoren, via het agenda in de lagere school, het heen-en weer mapje van de kleuter of bij de kleuterleid(st)er zelf. Deze gesprekken kunnen over allerhande zaken gaan. Aangezien we met veel verschillende nationaliteiten te maken hebben en niet iedereen elkaars taal spreekt, kunnen wij ondersteuning vragen van een tolk. Dit moet echter goed op tijd aangevraagd worden. Tijdens de schooluren kunnen wij ook op de samenwerking met de tolkentelefoon rekenen. De school levert daarnaast veel inspanningen om de deuren open te gooien en ouders te laten participeren. We willen hen een echte inkijk geven in de schoolloopbaan van hun kind en we willen dat ze zich welkom voelen. Zo organiseren we activiteiten zoals het gezond ontbijt waarop we de ouders uitnodigen en vragen we hen om hulp binnen de school en bij uitstappen. In het verleden organiseerden we 2-wekelijkse oudermomenten binnen de schooluren zonder vaste thema’s. We ondervonden daarbij dat we steeds dezelfde zeer beperkte oudergroep ontvingen. Sindsdien zijn we in een permanente zoektocht naar een concept waarbij we een breder gamma aan ouders trachten te bereiken. We schakelen hierbij de hulp in van externe organisaties zoals De schoolbrug en Onderwijsnetwerk Antwerpen om ons als school te begeleiden naar het opzetten van een duurzaam project: partnership met ouders. We zitten nog in de opstartfase van het project. We willen als school een brugfunctie vervullen waardoor onze ouders de weg vinden naar de buitenschoolse ondersteuning.

Page 70: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

70

9.2. Communicatie – informatie

Wij zetten ons blijvend in voor een goede, duidelijke communicatie met alle ouders en hebben daarbij respect voor de rol van ouders. We praten over hun kinderen met hen, niet tegen hen. Ouders worden via briefwisseling op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen binnen de school en van alle praktische informatie en afspraken. Er wordt hen dan ook gevraagd de brieven die aan de leerlingen worden meegegeven steeds aandachtig te lezen en op te volgen. Het is praktisch niet haalbaar de briefwisseling te vertalen in alle op school aanwezige talen. Maar aangezien wij ons bewust zijn van de taalbarrière hebben we steeds aandacht voor het vereenvoudigen van de gebruikte (school)taal en trachten we te ondersteunen met pictogrammen. Voor individuele communicatie aangaande de leerlingen wordt gebruik gemaakt van het agenda, dat dagelijks moet worden nagekeken. Bij problemen staan de deuren van de school steeds open. Ouders moeten zich vrij voelen om leerkrachten, zorgcoördinatoren of directie aan te spreken. Indien nodig kan een gesprek worden aangevraagd. Bij het begin van elk schooljaar wordt de koelkastinformatie opgemaakt (zie SWP - bijlage 22 - koelkastinformatie). Deze wordt meegegeven bij nieuwe inschrijvingen en ligt voor de andere ouders klaar op het secretariaat/inschrijvingslokaal.

9.3. Oudervereniging ORBA - De Boog

Onze oudervereniging ORBA - De Boog werd vijftig jaar geleden boven de doopvont gehouden en met als doel het contact tussen ouders en school onderling bevorderen. Zij maakt deel uit van het Nationaal Verbond van Ouderverenigingen, dat alle ouderverenigingen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap overkoepelt. De Boog wil te allen tijde de school zowel moreel als financieel steunen. Daarom richtte zij elk jaar een aantal activiteiten in ten voordele van alle leerlingen, hielp zij de school daadwerkelijk bij het organiseren van bijvoorbeeld opendeurdag, uitstappen en ouderavonden en richtte zij informatievergaderingen voor ouders in. Alle ouders kunnen toetreden als lid van De Boog. Ook de engagementsverklaring werd binnen het schoolreglement opgenomen. Op onze vernieuwde website kunnen zij zelf bij het tabblad ouders allerhande info plaatsen. Helaas vinden wij sinds enkele schooljaren geen kandidaten meer onder de ouders voor een formele toetreding en organisatie bij/van De Boog. Directie en pedagogische zorgcoördinator houden nu de stoel warm, maar zijn nu genoodzaakt de organisatie te ontbinden. Wij kunnen wel terugvallen op meerdere ouders die ons een handje toesteken tijdens evenementen.

9.4. Schoolraad

We hebben ook een schoolraad. Deze bestaat uit 3 ouders, 3 leerkrachten en 2 vertegenwoordigers uit de ruimere schoolomgeving (sociale-economische-culturele milieus). De schoolraad geeft advies aan…

Page 71: SAMEN LEREN SAMEN GROEIEN - s3-eu-west …...een multicultureel verhaal. Van daaruit is dan ook de naam van de school, De Pijl, gegroeid. Het was meteen leuk meegenomen dat de school

71

...de directeur inzake: de algemene organisatie van de school de werving van de leerlingen of cursisten de organisatie van extra-muros activiteiten en parascolaire activiteiten het schoolbudget het schoolwerkplan

...de raad van bestuur en de algemeen directeur inzake:

de toewijzing van het mandaat van de directeur de programmatie van het studieaanbod de schoolinfrastructuur

… en overlegt met de directeur inzake:

het vastleggen van de criteria voor de aanwending van het lestijdenpakket de organisatie van de niet-lesgebonden opdrachten welzijn en veiligheid op school het schoolreglement

Helaas is deze ouderraad ook onderhevig aan vroegtijdig uittreden van ouders en gecoöpteerde leden. Dit bemoeilijkt deze officiële werking van dit orgaan. Hier eindigt voorlopig ons schoolwerkplan. Wij zijn een school in beweging en zodoende verandert en groeit dit document mee (natuurlijk ook vice versa.) Het moet samen gelezen worden met de onthaalbrochure voor teamleden waarin meer praktische afspraken bij elkaar zijn gebracht. De onthaalbrochure per deelteam worden in bijlage 23 en 24 toegevoegd.