SADANopdracht

Jeugddelinquentie

Esra HinkovStudentennummer: r0595291Klasgroep: B1Informatievaardigheden (V5E150)-SAW1ste fase Bachelor Toegepaste Psychologie2015-2016

InhoudStap 1 Algemene Onderwerpsverkenning........................................................................................4

1. Onderzoeksvragen / informatievragen...........................................................................................4

2. Trefwoorden of zoektermen..........................................................................................................4

3. Een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines....................................................5

4. Een verkennende of exploratieve zoekopdracht via Limo..............................................................5

5. Bruikbaarheid en betrouwbaarheid...............................................................................................6

6. Wat neem je mee uit deze zoekopdracht?.....................................................................................7

7. Dien je het thema te verbreden of af te bakenen ?........................................................................7

Stap 2 De basistekst........................................................................................................................8

1. Bronvermelding..............................................................................................................................9

2. Context...........................................................................................................................................9

3. Auteur...........................................................................................................................................10

4. Structuur.......................................................................................................................................10

5. Gelijksoortige info........................................................................................................................10

6. Lijsten...........................................................................................................................................11

7. Samenvatting................................................................................................................................14

8. PowerPoint...................................................................................................................................16

Stap 3 Beschikking krijgen en meer zoeken....................................................................................17

1 Publicaties binnen handbereik?.....................................................................................................17

2 Auteurs..........................................................................................................................................18

3 Zoek ter plaatse in bieb.................................................................................................................19

4 Zoek verder buiten je basistekst....................................................................................................20

Stap 4 Contextualiseren................................................................................................................26

1 Organisaties (hulp- of dienstverlening).........................................................................................26

2 Juridische documenten..................................................................................................................27

3 De maatschappelijke context (politiek/beleid/visie/groeperingen)..............................................27

4 Statistieken....................................................................................................................................27

5 Cijfergegevens verwerken en er zelf aanmaken............................................................................28

Stap 5 Afwerking individuele werkdocumenten.............................................................................30

Mijn persoonlijk besluit:...................................................................................................................30

1

Stap 1 Algemene OnderwerpsverkenningHerhaling belangrijke OPMERKING: noteer steeds, gestructureerd, alle antwoorden op de deel-stappen in je werkdocument. Dit mag ruw zijn (b.v. kopiëren en plakken). Later ga je aandacht besteden aan de lay-out.

Doel

Het gebruik van woordenboeken of Wikipedia is een methode om je woordenschat omtrent een onderwerp uit te breiden en verbreedt/versmalt het aantal trefwoorden.

Je leert het onderscheid maken tussen diverse bronnen.

Je leert gerichter zoeken met Google. 30.000 resultaten is niet ok. Versmal.

Je leert tabellen maken in Word.

Je verkent een onderwerp erg globaal.

Je zet je thema om in informatie-/onderzoeksvragen. Wat wil je weten?

Van thema naar informatie- of onderzoeksvragen en zoektermen

Vertrekt van het thema uit het vak Sociaal agogische vaardigheden. (NOOT: andere regeling voor studenten AO - zie Toledocourse en contactmoment; ook voor bepaalde opleidingen regulier geen koppeling met thema SAV). In deze stap verwachten we dat je het thema breed en algemeen verkent. Zo krijg je een overzicht wat er ‘vrij’ over dit thema te vinden is. Dit betekent niet dat je meteen alle relevante bronnen hebt.

1. Zijn er (reeds) onderzoeksvragen / informatievragen geformuleerd rond het thema? Zo ja, welke? Zo nee, ga dan onmiddellijk naar de tweede vraag.1

Hoe kan je vroegtijdig criminele carrières signaleren bij de jeugd?

Thema: jeugddelinquentie

2. Vertaal je thema / informatie-of onderzoeksvraag in een aantal trefwoorden of zoektermen.Omschrijf hoe je tot die trefwoorden komt. Zoek ter inspiratie een wikipedialemma of ander naslagwerk op over jouw thema of onderzoeksvragen. Baseer je op deze bron (= je vertrekbron) om een aantal zoektermen te formuleren waarmee je concreet aan de slag kan gaan. Kom zo tot minimaal 5 en maximaal 10 relevante zoektermen (TIP gebruik voldoende synoniemen/vaktermen).

Criminaliteit Alcohol- en drugsmisbruik Gedragsstoornissen Strafmogelijkheden Preventie Overlast

Ik ben tot deze trefwoorden gekomen door mijn vertrekbron eens globaal door te nemen. Als vertrekbron heb ik het boek: Van Wijk, A. & Ferwerda, H. (2004). Focus op jeugdcriminaliteit: inleiding voor de beroepspraktijk (p 85-95). Amsterdam: SWP. Ik heb het hele boek globaal

2

doorgenomen. Hierbij zag ik enkele trefwoorden die mij in het oog sprongen. Vandaar dat ik heb gekozen om deze trefwoorden te gebruiken. Ik vind dit goeie trefwoorden waarmee ik later nog concreet aan de slag kan gaan.

3. Gebruik de zoektermen (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, … ) te starten.Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten.a. Hoeveel resultaten bekom je? (beperk je tot de eerste drie resultatenpagina's)b. Welke soorten informatiebronnen bekom je ? Boeken, artikelen uit tijdschriften/kranten, website, wikipedia-Lemma, statistieken, beleidsdocumenten, onderzoeken?

Maak hier een overzicht van in een tabel (Word werkdocument).

Criminaliteit

Alcohol- en drugsmisbruik

Gedragsstoornissen

Strafmogelijkheden

Preventie Overlast

Artikel krant 7 1 2 2 1 7Boek 0 1 2 7 0 0Website 20 25 21 18 28 19Enzovoort 2 7 5 2 0 2

4. Gebruik dezelfde zoektermen (of combinaties ervan) voor een verkennende of exploratieve zoekopdracht via Limo.Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten (beperk je tot de eerste drie resultatenpagina’s. Hoeveel resultaten bekom je? Welke soorten informatiebronnen bekom je ? Maak hier eveneens een overzicht van in een tabel.

Criminaliteit

Alcohol- en drugsmisbruik

Gedragsstoornissen

Strafmogelijkheden

Preventie Overlast

Boeken 1489 7 854 0 5921 213Artikels 840 10 530 0 5450 112Eindwerken 155 0 85 0 1095 32Audiovisueel materiaal

75 0 48 9 142 3

Diverse teksten 35 0 1 0 133 17Tijdschriften 28 0 2 0 153 0Schoolboeken 6 0 2 0 39 0Research data 6 0 6 0 4 1Games 4 0 0 0 8 0Afbeeldingen 0 0 0 0 33 0Normen/standaarden 0 0 0 0 4 2Oude drukken 0 0 0 0 3 0Reviews 0 0 0 0 1 0Websites 0 0 0 0 1 0Databanken 0 0 0 0 1 0

3

5. Bruikbaarheid en betrouwbaarheid van je zoekresultaten : Beoordeel naast jouw wikipedialemma (of andere ‘vertrekbron’) één andere bron uit 3. en 4. aan de hand van de criteria gezien in de les.

– VORM

– Beide auteurs (Van wijk A. en Ferwerda H.) van mijn vetrekbron zijn deskundigen in het vakgebied en zijn ook verbonden aan een wetenschappelijke instelling (Bureau Beke).

– In het boek zijn zowel tekstreferenties als een bronnenlijst te vinden.

– Het taalgebruik is zakelijk en wetenschappelijk, men maakt ook veel gebruik van vaktermen.

– In het boek maken de auteurs gebruik van inleidingen, tabellen, grafieken en conclusies. Het is een goed gestructureerde en duidelijke tekst.

– INHOUD

– Alles wat wordt vermeld, is logisch en goed onderbouwd. Het zijn niet zomaar inhoudsloze zinnen, maar goed onderbouwde zinnen die veel informatie verschaffen aan de lezer.

– Bij het bekijken van mijn vertrekbron, vind ik alle noodzakelijke informatie. Het boek is professioneel opgesteld. Alle relevante gegevens staan vermeld.

– In het boek wordt zowel in de tekst als in de bronnenlijst naar de geraadpleegde bronnen verwezen. Dit maakt het mogelijk om de tekst te controleren. Alles wordt zeer nauwkeurig vermeld.

– Er wordt geen informatie bewust verdraaid of verzwegen. De tekst is volledig objectief geschreven. De auteurs hebben niet tot doel om hun eigen mening naar de lezer toe te richten. Dit is een informatieve boek.

– Het boek is uitgeven door een uitgeverij. De beide auteurs zijn afgestudeerden die beschikken over voldoende wetenschappelijke kennis.

– We beschikken over een tamelijk recente tekst die dateert van het jaar 2004. Ik beschouw dit als een actuele tekst.

Mijn conclusie: mijn gekozen vertrekbron is bruikbaar en betrouwbaar. Ik heb dit afgeleid aan de hand van de bovenstaande criteria. Mijn vertrekbron voldoet aan alle criteria.

6. Wat neem je mee uit deze zoekopdracht? a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen.

Het zoekproces is redelijk goed verlopen. Ik vond het natuurlijk wel tijdrekkend om elke trefwoord individueel op te zoeken. Maar hierdoor heb ik wel een duidelijker beeld gekregen door dit schematisch weer te geven.

4

b. Zou je andere/extra trefwoorden gebruiken? Welke ?

Ik vind dat ik goeie trefwoorden heb gekozen, omdat dit toch wel typerende trefwoorden zijn wat betreft mijn thema: jeugddelinquentie. Ik denk niet dat extra trefwoorden een must zijn.

c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit?

Ik heb zeer weinig informatie gevonden over deze volgende bronnentypes: Research data, games, afbeeldingen, normen/standaarden, oude drukken, reviews, websites, databanken. Dit heeft te maken met de bronnen zelf. Dit zijn bronnen die sowieso minder van pas komen. Boeken en artikels zijn bronnentypes die meer worden gebruikt.

Ik heb zeer weinig informatie gevonden over de trefwoorden: strafmogelijkheden en alcohol- en drugsmisbruik. Dit heeft te maken met de samenstelling van het woord (alcohol- en drugsmisbruik). Of met de bekendheid van het woord (strafmogelijkheden).

d. Heb je nog bemerkingen?

Ik heb geen bemerkingen.

7. Dien je het thema te verbreden of af te bakenen ?a. Zijn de bij de aanvang geformuleerde onderzoeksvragen / informatievragen goede vragen of dien je vragen extra te formuleren of het aantal vragen in te perken?

Ik vind dat mijn onderzoeksvraag goed is. Mijn onderzoeksvraag bakent het thema jeugddelinquentie goed af. Het thema zelf is oneindig groot vandaar is het zeker noodzakelijk om een goede onderzoeksvraag te stellen. Een onderzoeksvraag die zich in een bepaalde richting interesseert.

b. Indien je nog geen onderzoeks- of informatievragen hebt gesteld, formuleer nu zelf een aantal mogelijke vragen. Wat wil je precies weten over jouw thema?

Ik heb al een onderzoeksvraag vermeld.

5

Stap 2 De basistekstDoel

In deze stap leer je:

vakliteratuur en wetenschappelijk bronnenmateriaal vinden.

een verscheidenheid van informatie uit een tekst halen.

verder, fijner zoeken, mede op basis van de info uit de tekst.

een bronnenlijst begrijpen: om welk soort bron gaat het?

letten op de context waarin een tekst is geschreven.

zien waar een auteur zijn informatie haalde.

Zoek een wetenschappelijke tekst die als basis voor verder speuren naar bronnen dient.

Als eerste stap in dit ruime zoekproces naar meer wetenschappelijke bronnen, zoekt elke student één recente én degelijke, wetenschappelijke basistekst over het eigen thema. Die tekst moet minimaal voldoen aan de volgende criteria :

De tekst betreft een artikel uit een vaktijdschrift of is een hoofdstuk uit een boek of een bijdrage uit een verzamelwerk (reader).

De tekst telt tussen de zeven en vijftien pagina's. Meer mag, minder niet.

De tekst dient meerdere bronvermeldingen ( ! minimaal 10) te hebben.

Gebruik bij het zoeken (tref)woorden uit je algemene onderwerpsverkenning (zie stap 1.2) of baseer je op jouw zoekresultaten bekomen in stap 1.4. Zoek via een geschikte catalogus of databank en noteer de vindplaats. Deze laatste kan zowel fysiek (rek in de bibliotheek) als digitaal (databank) zijn. Als de tekst aan deze voorwaarden voldoet, kan je ermee verder als basis voor je zoekwerk. Indien niet, zoek je een andere tekst. Best maak je een papieren kopie / afdruk en werk je daarop. Maar volledig digitaal werken is ook OK. Schat zelf in hoe je best werkt.

Opgelet ! Een groep van negen studenten heeft dus negen verschillende teksten. Overleg en vermijd dat je na een paar weken vast stelt dat meerdere leden dezelfde tekst hebben.1

Databank: Limo

Vindplaats: Vives, Kortrijk 362.745

Bron: Van Wijk, A. & Ferwerda, H. (2004). Focus op jeugdcriminaliteit: inleiding voor de beroepspraktijk (p 85-95). Amsterdam: SWP.

Maak een analyse van je basistekst aan de hand van volgende elementen.

Deze stap is vreemd. Studenten willen na het vinden van de basistekst, direct de inhoud lezen. Dat doen we niet. We willen weten hoe en waarom de tekst tot stand kwam. We letten eerst op belangrijke kenmerken : wie schreef het artikel, voor welke doelgroep en dergelijke meer. Je haalt ook diverse info uit je tekst (zie lijsten hieronder) die je later kan gebruiken voor verder zoeken naar info over je thema.Voor je dus echt gaat lezen beantwoord je de onderstaande vragen. Noteer al je antwoorden in je

6

eigen werk(word)document. Denk eraan, wanneer je info vindt (b.v. over de auteur) je er best aan doet de ruwe bronvermelding op te nemen (kan b.v. een internetadres zijn; leer dit aan als een goede attitude bij het zoeken en vinden van info voor om het even welk werkje : steeds direct bron-gegevens noteren, die je later dan mogelijks omzet volgens de APA-regels).

1. Bronvermelding. Maak allereerst een bronnenlijst-referentie van je gevonden basistekst op volgens de APA-richtlijnen (zie vademecum bronvermeldingen APA).

Abraham, M., Buysse, W., Loef, L. & Van Dijk, B. (2011). Pilots ProKid Signaleringsintrument 12-geëvalueerd.

Amsterdam: DSP-Groep.

Donker, A., Smeenk, W., Van der Laan, P. & Verhulst, F. (2004). Wie ziet wat? Docent- en ouderrapportage

gecombineerd en vergeleken. Tijdschrift voor criminologie, 465, 4.

Hauber, A. (2001). Situationele en individuele preventie. In: Lissenberg, E., Van Ruller, S. & Van Swaaningen

R. (red.). Tegen de regels IV. Een inleiding in de criminologie. Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Loeber, R. & Farrington, D. (1998). Serious and violent juvenile offenders. Risk factors and sucessful

interventions. Thousand Oaks: Sage Publications.

Loeber, R., Wei, E., Southamer-Loeber, M., Huizinga, D. & Thornberry, T. (1999). Behavioral antecedents to

serious and violent juvenile offending: Joint analyses from the Denver Youth Survey, Pittsburgh Youth

Study, and the Rochester Development Study. Studies in crime and crime prevention, 1999, 8, 245-

263.

Moffit, T. (1993). Adolescence-limited and life course-persistent antisocial behavoir: a developmental

taxonomy. Psychological Review, 100, 4, 674-701.

Van der Ploeg, J. & Scholte, E. (1997). Homeless Youth. London: Sage.

Wasserman, G.A. & Miller, L.S. (1998). The prevention of serious and violent juvenile offending. In: Loeber, R.

& Farrington, D.P. (1998). Serious and violent juvenile offenders. Risk factors and succesful

interventions. Thousand Oaks: Sage Publications.

Wientjes, J. & R. de Kemp (2007). Risicofactoren. In: Van Wijk, A., E. Bervoets (red.). Politie en jeugd. Inleiding

voor de praktijk. Den haag: Elsevier, 189-202.

2. Context. Wat is het geheel rond de tekst: uit welk vaktijdschrift/boek/verzamelwerk komt het? Welke organisatie is verantwoordelijk voor de tekst. Voor welke doelgroep / professionelen is het geschreven?

De tekst komt uit het boek: Van Wijk, A., Ferwerda, H. (2004). Focus op jeugdcriminaliteit: inleiding voor de beroepspraktijk. Amsterdam: SWP. De organisatie Bureau Beke, gelegen te Arnhem, is verantwoordelijk voor de tekst. Met medewerking van: Tjaza Appelman, Balthazar Beke, Jolanda Jakobs, Karin Tijlhof. Het is bedoeld voor geïnteresseerden in jeugdcriminaliteit, voor studenten aan sociale, pedagogische, juridische en politieopleidingen en voor alle professionals die in de praktijk in

7

aanraking komen met het fenomeen jeugdcriminaliteit. Zeer geschikte inleiding voor de beroepspraktijk.

8

3. Auteur. Wie precies schreef de tekst? Vaak geeft de tekst zelf info over de auteur(s), zoek er goed naar! Wat vind je (daarnaast) op internet over de auteur(s)? Google of nog beter, werk specifiek via de site van zijn werkplek.

De tekst geeft geen info over de auteurs. Op de site van de werkplek vind ik wel info over de auteurs.

dr. Henk Ferwerda

Henk Ferwerda is criminoloog, politieonderzoeker en directeur van Bureau Beke. Sinds 1986 publiceert en adviseert hij op diverse terreinen van de criminaliteit, het veiligheidsbeleid en de strafrechtsketen. Hij heeft de volgende nevenfuncties: Trendwatcher Prognosemodel Justitiële Ketens voor het WODC , leider onderzoeksteam van het Auditteam Voetbal en Veiligheid, als deskundige op het gebied van jeugdcriminaliteit en jeugdgroepen opgenomen in de database van de Landelijke Deskundigheidsmakelaar (LDM) van de Politieacademie, lid van de klachtencommissie, directie Oost van de Raad voor de Kinderbescherming, lid van de klachtencommissie van de BV Vitesse, lid van de klankbordgroep van Pactum Rijn-Side te Arnhem; een jeugdhulpverleningsinstelling die zich bij uitstek richt op randgroepjongeren, lid van de commissie Veiligheidszaken van de KNVB, academisch correspondent voor Cahiers Politiestudies van de Stichting Maatschappij en Veiligheid en lid van de Raad van advies van de opleiding Criminologie van de VU Amsterdam.

dr. mr. Anton van Wijk

Anton van Wijk is criminoloog en directeur van Bureau Beke. Daarvoor was hij als senioronderzoeker verbonden aan de Politieacademie. Hij is aan de VU gepromoveerd op het onderwerp ‘Juvenile sex offenders and non-sex offenders; a comparative study’. Binnen het kantoor houdt hij zich ondermeer bezig met onderzoek naar ernstige vormen van criminaliteit, waaronder zedenmisdrijven en High Impact Crimes en de opsporing. Recente publicaties zijn: ‘Serieplegers. Kenmerken, achtergronden en opsporing’ (Boom, 2013), ‘De toekomst van forensisch onderzoek; een inventarisatie van vraag en aanbod, organisatie, kwaliteit en financiën’ (Bureau Beke, 2013) en ‘Overvalproblematiek in Rotterdam onderzocht’ (Bureau Beke, 2014). Hij heeft de cursus Criminal Investigative Analysisgevolgd en de training Violent Crime Behavior van de Academy Group in de Verenigde Staten. Hij staat geregistreerd in de databank van de Landelijke Deskundigheidsmakelaar van de Politieacademie (LDM).

4. Structuur. Beschrijf kort, opsommend, hoe de tekst is opgebouwd. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het één lange doorlopende tekst? b. Zijn er tussentitels? c. Is er enkel tekst of vind je andere zaken terug? d. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk in de tekst en in de bronnenlijst (= welk referentiesysteem) ?

De tekst kent een heel duidelijke structuur alles wordt zeer duidelijk uitgelegd. De tekst is mooi onderverdeeld in mooie puntjes. Er zijn voldoende tussentitels in de tekst waardoor de opbouw heel duidelijk is. Er is grotendeels enkel tekst, maar daartussen maakt men ook gebruik van een duidelijke schema. De referenties worden opgemaakt in de tekst zelf en ook in de bronnenlijst.

5. Gelijksoortige info. Zoek vanuit de structuur verder naar verscheiden info. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Voorbeeld Onderlijn verwijzingen naar bronnen, specialisten (o.a. belangrijke auteurs, personen met een belangrijke functie, personen uit het werkveld) kleur je rood, begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van regelgeving krijgen een oranje kleur.

9

6. Lijsten. Maak lijsten van wat je zonet in je tekst aanduidde. Noteer alles in je werkdocument. Deze lijsten gebruik je bij het zoeken naar extra vakliteratuur / bronnen (stap 3). Vul ze doorheen de Sadan-opdracht verder aan.

1. Lijst van organisaties betrokken bij je thema. Zoek via de Sociale kaart (databank) de contactgegevens op van deze organisaties, en hun algemene werking en doelgroep. Presenteer deze gegevens, alfabetisch in tabelvorm in Word.

Advies- en meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Contactgegevens: 0800 – 2000Algemene werking: Aanpakken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Doelgroep: Slachtoffers van huiselijk geweld en jongeren/kinderen.

Bureau jeugdzorg Contactgegevens: 088 0072990Algemene werking: Bureau Jeugdzorg komt op voor in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgt ervoor dat zij in een veilige omgeving de juiste zorg krijgen. Met dit uitgangspunt gaan onze medewerkers elke dag en vanuit meerdere vestigingen in de provincie aan de slag.Doelgroep: Jeugd

Nederlands jeugdinstituut Contactgegevens: (030) 230 63 44Algemene werking: Het is een kennisnetwerkorganisatie. Het ontwikkelt, beheert en implementeert kennis waarmee de kwaliteit van de jeugd- en opvoedingssector verbeterd kan worden.Doelgroep: Jeugd

Raad voor kinderbescherming Contactgegevens: 020 - 889 3400Algemene werking: De Raad voor de Kinderbescherming kan geraadpleegd of ingeschakeld worden wanneer er ernstige zorg is over de opgroei- en opvoedsituatie van een kind tussen de 0 en 18 jaar.Doelgroep: Jeugd

10

2. Lijst van specialisten. Geef bij elke specialist een korte uitleg, plaats een foto van de persoon als je er een vindt. Presenteer alfabetisch in tabelvorm in Word.

Henk Ferwerda Criminoloog, politieonderzoeker en directeur van Bureau Beke. Adviseur op diverse terreinen van de criminaliteit.

Anton van Wijk Criminoloog en directeur van Bureau Beke. Ex- senioronderzoeker verbonden aan de Politieacademie.

David Farrington David Farrington is een professor in de criminologische psychologie.

3. Lijst met vaktermen: definities en moeilijke woorden die in je tekst staan. Gebruik ter verduidelijking van deze termen de woordenboeken die VIVES ter beschikking stelt en eventuele handboeken of cursussen. Maak een alfabetische trefwoordenlijst.

ADHD: attention deficit hyperactivity disorderstoornis die zich uit in hyperactiviteit, concentratieproblemen en impulsiviteit (vaak schertsend geherinterpreteerd als ‘alle dagen heel druk’)

Cognitieve stoornissen: stoornis betreffende de kennis

Delicten: strafbaar feit, zowel overtreding als misdrijf

Delinquent: bedrijver van een strafbaar feit

Expertise: een deskundig onderzoek

Genafwijking: aangeboren afwijking in het gen

Hardekernjongeren: jongere die deel uitmaakt van de harde kern, bv. van een groep relschoppers e.d.

Huilbaby: baby die erg veel en langdurig huilt

11

Interventie: ingrijpen, m.n. van een staat in de aangelegenheden van een andere staat= inmenging, tussenkomst (1)

Leefwereld: levenspatroon en wereldbeschouwing samen beschouwd

Leerstraffen: het volgen van een leerproject bij wijze van door de strafrechter opgelegde straf

Lucratieve aangelegenheid: winstgevende, voordelige aangelegenheid

Marginalisering: in ’t bijzonder in de marge van de samenleving doen belanden

Neurologische problemen: problemen behorend tot, betrekking hebbend op de neurologie, uit het oogpunt daarvan

Neuropsychologie: tak van de psychologie die zich bezighoudt met de relatie tussen zenuw-stelsel en psychische processen

Persistent: niet veranderend

Preventie: juridisch het voorkomen, verhoeden, m.n. het voorkomen van misdrijven en ongelukken

Proces-verbaal: schriftelijke verklaring van een opsporingsambtenaar over de constatering en de toedracht van een strafbaar feit

Psychosociale problemen: problemen behorend tot of betrekking hebbend op de sociale aspecten van en invloeden op psychische verschijnselen

Risicogezinnen: gezin waarin de kinderen onvoldoende bescherming en opvoeding van de ouders genieten, waardoor de kans op ontsporing e.d. groot is

Risicojongeren: jongere die behoort tot een risicogroep, bv. die een verhoogd risico heeft om een besmettelijke ziekte op te lopen of met justitie in aanraking te komen

Schooluitval: schoolverlating zonder diploma

Screening: streng antecedentenonderzoek

Sekse: het natuurlijk onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke wezens, m.n. tussen mannen en vrouwen= geslacht, kunne

Sociologie: leer en studie van de menselijke samenleving als zodanig en van haar verschijnse-len

Strafrechtelijk: volgens of met betrekking tot het strafrecht= penaal

Temperamentvol: met veel temperament (3)= hartstochtelijk, vurig, warmbloedig

Uithuisplaatsing: personen- en familierecht het op bevel van de rechterlijke macht uit het ouderlijk huis plaatsen van kinderen

Vandalisme: zinloze, grove vernielzucht, het baldadig vernielen van publiek eigendom, auto’s, winkelvensters enz.

Veerkracht: figuurlijk herstellingsvermogen van iemands gestel of gemoed, bv. na grote inspanning of na een trauma

12

4. Lijst met soorten bronnen. Ga na welke soorten in je basistekst worden gebruikt. Pik uit het geheel vijf bronnen die je later nog zou willen doornemen. Mix sociaalwetenschappelijke, juridische en statistische bronnen. Noteer hun volledige referentie.

7. Maak een samenvatting (één pagina) van je basistekst. Maak in je samenvatting eentekstreferentie op van de basistekst volgens de APA-richtlijnen.Vroegtijdig signaleren en voorkomen van criminele carrières

Soorten preventie strategieën o Primaire preventie

Het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op het beïnvloeden van omstandigheden in de fysieke en sociale omgeving van de jongere.

o Secundaire preventie Het (vroegtijdig) in kaart brengen van personen of omstandigheden die een

verhoogd risico vormen voor het ontstaan of toenemen van het plegen van misdrijven.

o Tertiaire preventie Het ingrijpen op bepaalde plaatsen of tegen personen nadat een misdrijf

heeft plaatsgevonden, met doel het herhaling te voorkomen.

Twee aanknopingspunten bij preventieo De persoon (de dader, het slachtoffer)o De situatie

Persoonlijke omgeving Fysieke omgeving

Dadergerichte preventie Slachtoffergerichte preventie Situatiegerichte preventie

3 momenten van criminaliteito Voordat er iets aan de hand iso Als we weten dat iemand een hoger risico loopto Als de criminaliteit al heeft plaats gevonden

Soorten preventieprogramma’so Universele programma’s

Deze richten zich op complete bevolkingsgroepen en werken het minst stigmatiserend.

o Selectieve programma’s Dit zijn programma’s voor jeugdigen die duidelijk at risk zijn.

o Preventieprogramma’s Deze richten zich op jeugdigen bij wie de eerste tekenen van criminele

gedragingen zich al hebben gemanifesteerd.

13

Signalen voor toekomstig crimineel gedrago Leeftijdsinadequaat en leeftijdsadequaat gedrag

Ontwikkelingsfactoren & omgevingsfactoren Leeftijd & sekse van het kind

o Risicofactoren op een rij Individu Gezin School Cultuur en maatschappij

Oorzaak en gevolg: riskante ondernemingo Bundeling & wisselwerking van risicofactoren later delinquent gedrag

Veroorzaken/ versterken elkaar Voorbeeld: drie ontwikkelingstrajecten van Loeber e.a. (1999)

Regelovertredend en lastig gedrag Cumulatieve-effecttheorie

In deze theorie is sprake van een opeenstapeling van factoren en ontstaat er een complexe wisselwerking tussen vroegere risicofactoren onderling, tussen latere stoornissen onderling, en tussen risicofactoren en stoornissen.

o Beschermende (protectieve) factoren Veerkracht Zelfstandigheid Hoge intelligentie Toezicht van ouders …

Het opvangen van de signaleno Ouderso Docento Verloskundigen, artseno Kraamzorgo Consultatiebureauo Kinderopvangeno Basisschoolo Functionarissen uit het speciaal onderwijso Het (school)maatschappelijk werko Sociale wijkteamso ….

Betrokkenen: geen zicht op totale leefwereld deel van de signalen Chronische delinquentie

Multiple settings hypothesisZorgmeldingen bij Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Signalen bij elkaar gebracht & actie ondernomen

ProKid (signaleringsproces) Rood: alarmfase

14

Oranje: indicatie probleemjeugd/probleemadres Geel: indicatie opkomend risicopotentieel Wit: geen risico indicatie

Vroegtijdig interveniëreno Preventief ingrijpen (meest aangewezen)

Good practices: praktijkvoorbeelden die hun waarde al hebben bewezeno Civielrechtelijk/strafrechtelijk ingrijpeno Vrijwillig en preventief

Geïntegreerd Preventiebeleid = effectief (op meerdere terreinen tegelijk: combinatieprojecten)

Terugdringen van risicofactoren Stimuleren van (protectieve) factoren

o Strafrechtelijk en civielrechtelijk Strafrechtelijk

Vanaf 12 jaar Ondertoezichtstelling (OTS) Drang- en dwangalternatieven (Raad voor de

Kinderbescherming) Civielrechtelijk

tot 12 jaar de civielrechtelijke kinderbeschermingsmaatregelen

ondertoezichtstelling, ontheffing en ontzetting gezinsvoogdijinstelling

o Voorbeelden van aanpakken Strafbare feiten gepleegd door minderjarigen Civielrechtelijke afdoening in de vorm van hulpverlening

Officier van justitie Kinderrechter

Ernst van de strafbare feit Ernst van de psychosociale problemen

Family First Is een aanpak waarbij direct wordt ingegrepen in gezinnen waar een

uithuisplaatsing van een of meer kinderen tussen nul en achttien jaar dreigt.

Multisysteemtherapie (MST)MST is een intensieve vorm van behandeling voor jongeren tussen de twaalf en achttien jaar met de meest complexe gedragsproblemen

15

8. Tot slot: De tekst verwerk je in een PowerPoint van (ongeveer) 10 dia’s. Zoek illustraties en vergeet de bron niet te vermelden. Als je origineel materiaal maakt, wordt dit hoger gewaardeerd. Zorg dat de presentatie vanzelf en logisch loopt bij aanklikken. Zorg voor animaties. Sla je presentatie op als Klas_naam_voornaam_IV_stap2.

16

Stap 3 Beschikking krijgen en meer zoekenDoel

In deze stap leer je:

je verdiepen in het onderwerp.

de gepaste ontsluitingsmiddelen kennen: catalogi en databanken

meer en meer specifieke bronnen vinden.

je systematisch de vindplaats van een bron noteren, zodat je die later ook effectief terugvindt.

systematisch bronvermeldingen te maken volgens het APA-referentiesysteem.

In deze stap bouw je verder op de lijsten die je maakte in stap 2.6 en zoek je specifieke informatie en vakliteratuur. We noemen dit de onderwerpsverdieping. We verlaten stilaan de basistekst (je haalde er reeds vele info uit) en gaan breder zoeken. Concentreer je op onderstaande vragen en opdrachten. Blijf alle antwoorden goed bijhouden in je werkdocument (met oog op ruwe gegevens van de bron waar je de info haalde). Je mag dit zonder tijd te steken in lay-out. Daar kan je later aandacht aan besteden. Uiteraard zorg je voor een minimale structuur van je werkdocument. Neem deze van de deelopdrachten hieronder.

1 Publicaties binnen handbereik?Zijn er publicaties uit de bronnenlijst van je basistekst binnen handbereik? Ga na of je de bronnen van je tekst terug kan vinden in de meest nabije campusbibliotheek of andere bibliotheken binnenLimo, of digitaal in een databank. Vertrek van de vijf die je in stap 2.6.4 hebt vooropgesteld en kies er een tiental bij.1

Maak per bron een overzichtstabel van de vindplaats van elke bron : locatie (bij fysieke bronnen : bibliotheek, plaatsnummer of -letter); databank of website (bij digitale bronnen).

Abraham, M., Buysse, W., Loef, L. & Van Dijk, B. (2011). Pilots ProKid Signaleringsintrument 12-geëvalueerd. Amsterdam: DSP-Groep.

Na grondig onderzoek ondervonden dat deze bron niet binnen handbereik is.

Donker, A., Smeenk, W., Van der Laan, P. & Verhulst, F. (2004). Wie ziet wat? Docent- en ouderrapportage gecombineerd en vergeleken. Tijdschrift voor criminologie, 465, 4.

Bibliotheek: VIVES Campus Kortrijk Plaatsnummer: Bib gelijkvloers Tijds. sociaal-agogisch werk

Hauber, A. (2001). Situationele en individuele preventie. In: Lissenberg, E., Van Ruller, S. & Van Swaaningen R. (red.). Tegen de regels IV. Een inleiding in de criminologie. Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Na grondig onderzoek ondervonden dat deze bron niet binnen handbereik is.

Loeber, R. & Farrington, D. (1998). Serious and violent juvenile offenders. Risk factors and sucessful interventions. Thousand Oaks: Sage Publications.

Bibliotheek: KU Leuven Rechtsgeleerdheid RBIB: RechtsgeleerdheidPlaatsnummer: 2A CRI 6.22 LOEB 1998

17

Loeber, R., Wei, E., Southamer-Loeber, M., Huizinga, D. & Thornberry, T. (1999). Behavioral antecedents to serious and violent juvenile offending: Joint analyses from the Denver Youth Survey, Pittsburgh Youth Study, and the Rochester Development Study. Studies in crime and crime prevention, 1999, 8, 245-263.

Na grondig onderzoek ondervonden dat deze bron niet binnen handbereik is.

Moffit, T. (1993). Adolescence-limited and life course-persistent antisocial behavoir: a developmental taxonomy. Psychological Review, 100, 4, 674-701.

Bibliotheek: KU Leuven Psych.-Pedag. Wet. PBIB: Bibliotheek Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Plaatsnummer: Serialsubclo, PBIB-Tijdschrift, 1(1894) - 115(2008).

Van der Ploeg, J. & Scholte, E. (1997). Homeless Youth. London: Sage.

Na grondig onderzoek ondervonden dat deze bron niet binnen handbereik is.

Wasserman, G.A. & Miller, L.S. (1998). The prevention of serious and violent juvenile offending. In: Loeber, R. & Farrington, D.P. (1998). Serious and violent juvenile offenders. Risk factors and succesful interventions. Thousand Oaks: Sage Publications.

Na grondig onderzoek ondervonden dat deze bron niet binnen handbereik is.

Wientjes, J. & De Kemp, R. (2007). Risicofactoren. In: Van Wijk, A. & Bervoets, E. (red.). Politie en jeugd. Inleiding voor de praktijk. Den haag: Elsevier, 189-202.

Na grondig onderzoek ondervonden dat deze bron niet binnen handbereik is.

2 AuteursZoek uit of er van de auteur(s) van je tekst andere werken aanwezig zijn in de campusbibliotheek.

Kies titels verwant met het thema. Maak van deze bronnen een referentie op volgens de APA-richtlijnen. Zoek daarnaast twee ‘sterauteurs’. Dit zijn auteur(s) die meer dan eens worden aangehaald. Zoek verder op hun naam en noteer titels verwant met het thema, de vindplaats en de locatie. Maak ook van deze bronnen een referentie op via APA.

Hauber A. Titel: Achtergronden van jeugdcriminaliteit: Grenzen van de jeugdVindplaats: Limo VIVESLocatie: VIVES Campus Kortrijk Bib 1e verdieping 362.745

Moor, L.G., Hauber, A., Landman, R., Nijboer, J. & Steenstra, S. (1981). Achtergronden van jeugdcriminaliteit: Grenzen van de jeugd. Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Loeber R. Titel: Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie: omvang, oorzaken en interventies.Vindplaats: Limo VIVESLocatie: VIVES Campus Kortrijk Bib 1e verdieping 362.745Titel: Misdadigers van morgen?: Over de ontwikkeling en effectieve

Loeber, R., Slot, N.W. & Sergeant, J.A. (2001). Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie: omvang, oorzaken en interventies.Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.Loeber, R., Slot, W., Van der Laan, P., Hoeve, M. & Graas, D. (2010).

18

aanpak van jeugddelinquentie onder twaalfminners.Vindplaats: Limo VIVESLocatie: VIVES Campus Kortrijk Bib 1e verdieping 362.745

Misdadigers van morgen?: Over de ontwikkeling en effectieve aanpak van jeugddelinquentie onder twaalfminners. Amsterdam: SWP.

Henk F. Titel: Jeugdgroepen en geweld: Van signalering naar aanpakVindplaats: Limo VIVESLocatie: VIVES Campus Kortrijk Bib 1e verdieping 362.745

Titel: Jongeren en politieVindplaats: Limo VivesLocatie: VIVES Campus Kortrijk Bib 1e verdieping 361.420

Beke, B., Ferwerda, H., Van der Torre, E. & Bervoets, E. (2013). Jeugdgroepen en geweld: Van signalering naar aanpak. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

De Kimpe, S., Noorda, J. & Ferwerda, H. (2015). Jongeren en politie. Antwerpen: Maklu.

Van Wijk A. Titel: Inleiding criminaliteit en opsporing.Vindplaats: Limo VIVESLocatie: KU Leuven Rechtsgeleerdheid RBIB: Rechtsgeleerdheid 2A CRI 4.40 STOL 2008.

Titel: Jeugdcriminaliteit in groepsverband ontrafeld: tussen rondhangen en bendevorming.Vindplaats: Limo VIVESLocatie: VIVES Campus Kortrijk Bib 1e verdieping 362.745

Wouter, S. & van Wijk, A. (2008). Inleiding criminaliteit en opsporing. Den Haag: Boom juridische uitgevers.

Beke, B.M.W.A., van Wijk, A. & Ferwerda, H.B. (2002). Jeugdcriminaliteit in groepsverband ontrafeld: tussen rondhangen en bendevorming.Amsterdam: SWP.

3 Zoek ter plaatse in biebKies één van de publicaties uit je bronnenlijst die je fysiek binnen handbereik hebt. Ga deze effectief opzoeken, even ontlenen is aan te raden. Bestudeer het colofon en voor- en achterflap. Beschrijf kort wat je in het colofon en op de flappen vindt. Neem verder uit colofon en flappen enkele trefwoorden / vaktermen en voeg ze toe aan je trefwoordenlijst (stap 2.6.3).

Loeber, R., Slot, N.W.& Sergeant, J.A. (2001). Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie: omvang, oorzaken en interventies. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Colofon Het colofon is zeer duidelijk en precies uitgewerkt. Alles staat vermeld dat nodig wordt geacht voor de nieuwsgierige lezer. Medewerkers, leveranciers, bronvermelding, etc.

Voorflap De voorflap is simpel. Het ziet er volwassen uit. Er staat een neutrale foto van een vuist op de voorflap. Men maakt gebruik van neutrale kleuren: zwart/wit. Op de voorblad worden de titel, de redactie en de auteur vermeld.

19

Achterflap Op de achterflap wordt er opnieuw gebruik gemaakt van de neutrale kleuren zwart/wit. Er wordt duidelijk wat uitleg gegeven over het boek zelf en ook over de auteurs van het boek.

Expertise: een deskundig onderzoek

Neuropsychologie: tak van de psychologie die zich bezighoudt met de relatie tussen zenuwstelsel en psychische processen

Persistent: niet veranderend

Screening: streng antecedentenonderzoek

Sociologie: leer en studie van de menselijke samenleving als zodanig en van haar verschijnselen

4 Zoek verder buiten je basistekstJe hebt tot nu toe reeds vele info gevonden vanuit je basistekst. Spoor nu bijkomende soorten/vormen informatiebronnen op rond je thema. Durf gericht te variëren in het gebruik van trefwoorden/zoektermen (denk b.v. aan je lijstje met vaktermen) en hou deze bij (geeft kort aan bij de volgende zoekopdrachten welke je hebt gebruikt). Vermeld bij elke type/soort bron het aantal resultaten dat je bekomt en vul deze bij aan in de tabel (van stap 2.6.4). Selecteer gericht drie zoekresultaten per type bron (a tot h), bv. op basis van publicatiedatum, inhoudelijke relevantie, korte inhoud (het is niet de bedoeling dat je al deze bronnen leest; je bent wel bezig een eenvoudig overzicht van diverse soorten bronnen over je thema te maken). Maak telkens de lijst-referentie van de (drie) geselecteerde zoekresultaten in APA-stijl. Vul de andere lijsten van trefwoorden/auteurs/… aan met je zoekresultaten.

Zoek voor het bovenstaande gericht naar de volgende verschillende types bronnen. Maak gebruik van het 'vademecum bronnen' om te weten waar je best zoekt.

a. boeken (handboeken, losbladige werken, monografieën, verzamelwerken of onderdelen ervan zoals hoofdstukken/bijdragen). Gebruik hiervoor Limo maar ook relevante databanken die deze bronnen ontsluiten.

b. Artikels uit VAKtijdschriften. Zijn er vaktijdschriften die met betrekking tot het thema vaak terug komen?

c. Eindwerken. Welke relevante eindwerken vind je in de campusbibliotheek, via DoKS, via nog andere… die relevant zijn voor je thema.

d. Onderzoeksliteratuur. Ga hiervoor op zoek in de databank Lirias.

e. Digitale anderstalige bronnen (boeken (>hoofdstukken), verzamelwerken (>bijdragen), vaktijdschriften (>artikels) uit minimaal 2 verschillende belangrijke databanken (bv. Springerlink, Web of Science, Science Direct, … ). Vergeet hierbij niet de nodige trefwoorden/zoektermen te vertalen. Gebruik hiervoor de Van Dale vertalende woordenboeken.

f. E-artikels uit kranten, week-of maandbladen, magazines. Welke recente (afgelopen zes maanden) kan je vinden? Gebruik de databank Gopress Academic.4 Omdat het aanbod kranten groot is, kan je eventueel ook in groep afspreken wie welke kranten doorzoekt.

20

g. Internet algemeen (cf. stap 1). Zoek nu gerichter en zoek b.v. uit of er van de auteur van je basisartikel ander werk online, via het internet, te vinden is. Zoek bv. ook via google-books of google-scholar om online naar meer wetenschappelijke bronnen op zoek te gaan. Beschrijf of je van de publicaties de volledige tekst, een samenvatting of een verwijzing vindt.

h. Beeldmateriaal. Bestaan er video's over je thema ? Zoek in eerste instantie in Limo en ITunesU-beeldbank (VIVES), maar misschien zul je andere bronnen moeten aanboren.

Bron Schooluitval Vandalisme RisicojongerenBoeken 39 zoekresultaten

Cole, E., Sel, K., D'Oosterlinck, F. & Vandevelde, S. (2015). Samen schooluitval voorkomen: voor leraren en hulpverleners. Leuven: LannooCampus.

194 zoekresultaten

Schuchart, H. (1982). Vandalisme, wat doen wij er aan? Amersfoort: De Horstink.

17 zoekresultaten

Weijers, I. (2008). Justitiële interventies: voor jeugdige daders en risicojongeren. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.

Artikels uit VAKtijdschrift

54 zoekresultaten

Bouwhuijsen, P. (2011). Schooluitval aanpakken. Zorg en Welzijn. Onderwijs en gezondheidszorg, Vol.35(2), p.12-14. Geraadpleegd via http://limo.libis.be/index.html

79 zoekresultaten

Van der Hoorn H. (2002). Graffiti: kunst of vandalisme: beleid gebaseerd op realisme. Pedagogiek in praktijk magazine, Jrg. 8 nr 9, p. 30-31. Geraadpleegd via http://limo.libis.be/index.html

50 zoekresultaten

Notten, T. (2007). Risicojongeren: welke toekomst verdienen zij? Pedagogiek in praktijk magazine., Jrg. 13 nr. 40, p. 26-29. Geraadpleegd via http://limo.libis.be/index.html

Eindwerken 9 zoekresultaten

Verboven, D. (2011). Vroegtijdige schooluitval op lagere schoolniveau in Lubumbashi. [Theses]. Heverlee: Sociale School.

24 zoekresultaten

Demeyere, I. (2007). Hangjongeren en overlast: onderzoek en advies tot aanpak. [Theses]. Kortrijk: Ipsoc.

1 zoekresultaat

Hooghe, G. (1999). Straathoekwerk als preventiemodel voor risicojongeren. [Stageplaats]. Kortrijk: Ipsoc.

Onderzoeksliteratuur

1 zoekresultaat

Nicaise, I. (2008). Armoede en schooluitval. Geraadpleegd via https://lirias.kuleuven.be

4 zoekresultaten

Vande Moere, A. & Wouters, N. (2012). The Role of Context in Media Architecture. Geraadpleegd via https://lirias.kuleuven.be

1 zoekresultaat

Cops, D. (2009). Boekbespreking: justitiële interventies voor jeugdige daders en risicojongeren. Geraadpleegd via https://lirias.kuleuven.be

Digitale anderstalige

4691 zoekresultaten 6980 zoekresultaten 1 zoekresultaat

21

bronnenKalim, Oamer M. (1983). Alternatives for young school-leavers. Journal prospects, volume 13 (Issue 2), p 251-257. Doi: 10.1007/BF02254428

Goldstein, Arnold P. (1996). The Psychology of Vandalism. Syracuse University, Syracuse, New York, USA: Springer US. Doi: 10.1007/978-1-4899-0176-7

Harpine, Elaine C. (2008). Group Interventions in Schools. Promoting Mental Health for At-Risk Children and Youth. University of South California, Aiken, SC, USA: Springer US. Doi: 10.1007/978-0-387-77317-9

E-artikels uit kranten

1025 zoekresultaten

Van Wiele, S. (Donderdag, 10 December, 2015). Persoonlijke coach voor geradicaliseerde jongeren. De Standaard/Antwerpen, pagina 30. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be

57272 zoekresultaten

Mariotti, M. (Donderdag, 10 December, 2015). Minderjarigen steken oude school in brand. Het laatste Nieuws/ Limburg. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be

277 zoekresultaten

KSN. (Zaterdag, 29 augustus, 2015). “Extra rijbewijstest voor risicojongeren”. Het laatste Nieuws. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be

Internet algemeen ( auteur)

Beke, B., Ferwerda, H. Van der Torre, E. & Bervoets, E. (2013). Jeugdgroepen en geweld: Van signalering naar aanpak. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

De Kimpe, S., Noorda, J. & Ferwerda, H. (2015). Jongeren en politie. Antwerpen: Maklu-uitgevers.

Ferwerda, H. & Hardeman, M. (2013). Kijk… dan zie je het! Huiselijk geweld geteld en verdiept. Cijfers 2010 t/m 2012. Arnhem: Bureau Beke.

Beeldmateriaal 1 zoekresultaat

Kockelmann, I. (2006). Hoe houden we onze kinderen op school? [DVD-video]. Hilversum: omroep.nl

75 zoekresultaat

De Pauw, E. (2013). Bewakingscamera’s hebben amper impact. [DVD-video]. België: Focus WTV en VTM Nieuws.

1 zoekresultaat

Broederlijk Delen. (1999). Chili, tegen de stroom. [audiocassette]. België: Broederlijk Delen.

Bundel tot slot alle tot nu toe gemaakte referenties / bronvermeldingen samen in één bronnenlijst volgens APA (alfabetisch, aangepaste lay-out!).

22

Bronnenlijst

Abraham, M., Buysse, W., Loef, L. & Van Dijk, B. (2011). Pilots ProKid Signaleringsintrument 12-geëvalueerd.

Amsterdam: DSP-Groep.

Beke, B., Ferwerda, H. Van der Torre, E. & Bervoets, E. (2013). Jeugdgroepen en geweld: Van signalering naar

aanpak. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Beke, B.M.W.A., van Wijk, A. & Ferwerda, H.B. (2002). Jeugdcriminaliteit in groepsverband ontrafeld: tussen

rondhangen en bendevorming. Amsterdam: SWP.

Bouwhuijsen, P. (2011). Schooluitval aanpakken. Zorg en Welzijn. Onderwijs en gezondheidszorg, Vol.35(2),

p.12-14. Geraadpleegd via http://limo.libis.be/index.html

Broederlijk Delen. (1999). Chili, tegen de stroom. [audiocassette]. België: Broederlijk Delen.

Cole, E., Sel, K., D'Oosterlinck, F. & Vandevelde, S. (2015). Samen schooluitval voorkomen: voor leraren en

hulpverleners. Leuven: LannooCampus.

Cops, D. (2009). Boekbespreking: justitiële interventies voor jeugdige daders en risicojongeren. Geraadpleegd

via https://lirias.kuleuven.be

De Kimpe, S., Noorda, J. & Ferwerda, H. (2015). Jongeren en politie. Antwerpen: Maklu-uitgevers.

De Pauw, E. (2013). Bewakingscamera’s hebben amper impact. [DVD-video]. België: Focus WTV en VTM

Nieuws.

Demeyere, I. (2007). Hangjongeren en overlast: onderzoek en advies tot aanpak. [Theses]. Kortrijk: Ipsoc.

Donker, A., Smeenk, W., Van der Laan, P. & Verhulst, F. (2004). Wie ziet wat? Docent- en ouderrapportage

gecombineerd en vergeleken. Tijdschrift voor criminologie, 465, 4.

Ferwerda, H. & Hardeman, M. (2013). Kijk… dan zie je het! Huiselijk geweld geteld en verdiept. Cijfers 2010

t/m 2012. Arnhem: Bureau Beke.

Goldstein, Arnold P. (1996). The Psychology of Vandalism. Syracuse University, Syracuse, New York, USA:

Springer US. Doi: 10.1007/978-1-4899-0176-7

Harpine, Elaine C. (2008). Group Interventions in Schools. Promoting Mental Health for At-Risk Children and

Youth. University of South California, Aiken, SC, USA: Springer US. Doi: 10.1007/978-0-387-77317-9

Hauber, A. (2001). Situationele en individuele preventie. In: Lissenberg, E., Van Ruller, S. & Van Swaaningen

R. (red.). Tegen de regels IV. Een inleiding in de criminologie. Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Hooghe, G. (1999). Straathoekwerk als preventiemodel voor risicojongeren. [Stageplaats]. Kortrijk: Ipsoc.

23

Kalim, Oamer M. (1983). Alternatives for young school-leavers. Journal prospects, volume 13 (Issue 2), p 251-

257. Doi: 10.1007/BF02254428

Kockelmann, I. (2006). Hoe houden we onze kinderen op school? [DVD-video]. Hilversum: omroep.nl

KSN. (Zaterdag, 29 augustus, 2015). “Extra rijbewijstest voor risicojongeren”. Het laatste Nieuws.

Geraadpleegd via http://academic.gopress.be

Loeber, R. & Farrington, D. (1998). Serious and violent juvenile offenders. Risk factors and sucessful

interventions. Thousand Oaks: Sage Publications.

Loeber, R., Slot, N.W. & Sergeant, J.A. (2001). Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie: omvang,

oorzaken en interventies. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Loeber, R., Slot, W., Van der Laan, P., Hoeve, M. & Graas, D. (2010). Misdadigers van morgen?: Over de

ontwikkeling en effectieve aanpak van jeugddelinquentie onder twaalfminners. Amsterdam: SWP.

Loeber, R., Wei, E., Southamer-Loeber, M., Huizinga, D. & Thornberry, T. (1999). Behavioral antecedents to

serious and violent juvenile offending: Joint analyses from the Denver Youth Survey, Pittsburgh Youth

Study, and the Rochester Development Study. Studies in crime and crime prevention, 1999, 8, 245-

263.

Mariotti, M. (Donderdag, 10 December, 2015). Minderjarigen steken oude school in brand. Het laatste

Nieuws/ Limburg. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be

Moffit, T. (1993). Adolescence-limited and life course-persistent antisocial behavoir: a developmental

taxonomy. Psychological Review, 100, 4, 674-701.

Moor, L.G., Hauber, A., Landman, R., Nijboer, J. & Steenstra, S. (1981). Achtergronden van jeugdcriminaliteit:

Grenzen van de jeugd. Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Nicaise, I. (2008). Armoede en schooluitval. Geraadpleegd via https://lirias.kuleuven.be

Notten, T. (2007). Risicojongeren: welke toekomst verdienen zij? Pedagogiek in praktijk magazine., Jrg. 13 nr.

40, p. 26-29. Geraadpleegd via http://limo.libis.be/index.html

Schuchart, H. (1982). Vandalisme, wat doen wij er aan? Amersfoort: De Horstink.

Van der Hoorn H. (2002). Graffiti: kunst of vandalisme: beleid gebaseerd op realisme. Pedagogiek in praktijk

magazine, Jrg. 8 nr 9, p. 30-31. Geraadpleegd via http://limo.libis.be/index.html

Van der Ploeg, J. & Scholte, E. (1997). Homeless Youth. London: Sage.

Van Wiele, S. (Donderdag, 10 December, 2015). Persoonlijke coach voor geradicaliseerde jongeren. De

Standaard/Antwerpen, pagina 30. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be

24

Vande Moere, A. & Wouters, N. (2012). The Role of Context in Media Architecture. Geraadpleegd via

https://lirias.kuleuven.be

Verboven, D. (2011). Vroegtijdige schooluitval op lagere schoolniveau in Lubumbashi. [Theses]. Heverlee:

Sociale School.

Wasserman, G.A. & Miller, L.S. (1998). The prevention of serious and violent juvenile offending. In: Loeber, R.

& Farrington, D.P. (1998). Serious and violent juvenile offenders. Risk factors and succesful

interventions. Thousand Oaks: Sage Publications.

Weijers, I. (2008). Justitiële interventies: voor jeugdige daders en risicojongeren. Den Haag: Boom Juridische

Uitgevers.

Wientjes, J. & R. de Kemp (2007). Risicofactoren. In: Van Wijk, A., E. Bervoets (red.). Politie en jeugd. Inleiding

voor de praktijk. Den haag: Elsevier, 189-202.

Wouter, S. & van Wijk, A. (2008). Inleiding criminaliteit en opsporing. Den Haag: Boom juridische uitgevers.

25

Stap 4 ContextualiserenDoel

In deze stap leer je :

informatie over de ruimere context - in meer algemene betekenis van het woord - verkennen en verzamelen. Zo krijg je nog meer (soorten) informatie.

cijfergegevens verwerken, berekenen en visueel voorstellen in een rekenblad.

We verlaten verder onze basistekst en zoeken in welke mate ons thema in de ruimere 'context' van ons samenleven aanwezig is : zijn er aspecten van het thema die 'gereguleerd' worden door de overheid, welk zijn standpunten van bepaalde groepen t.a.v. het thema en dergelijke. Ga dus zeer gericht op zoek naar onderstaande zaken betreffende je thema (in Vlaanderen / België).

1 Organisaties (hulp- of dienstverlening)Zoek minstens één organisatie/voorziening die met deze thematiek bezig is. Zoek via de Sociale Kaart. Bezoek de website van de organisatie. Bespreek die website kritisch: wat vind je van de inhoud / vorm, tot wie is de site gericht, is de taal zakelijk of eerder gemoedelijk, zijn er identiteitsgegevens te vinden zoals datum / auteur / bronnen waarop site is gebaseerd, relevantie en betrouwbaarheid, enzovoort. Maak een beschrijving van om en bij de 350 woorden1. Laat automatisch het aantal woorden tellen (functie in MSWord) en noteer het aantal woorden in een voetnoot van je werkdocument.

Ga na of de besproken organisatie op haar website ook eigen documenten ter beschikking stelt (jaarverslag, folder, eigen tijdschrift, presentatie, foto, ….). Maak van één van deze een lijstreferentie volgens APA. Neem deze referentie ook op je in bronnenlijst (zie stap 3.4).

http://www.vzwjong.be/

Eerst en vooral vraag ik me af ik de informatie die ik heb gevonden bruikbaar is. Ik zal beginnen met de inhoudelijke relevantie te bekijken. Hiervoor zal ik kijken of de informatie iets bijdraagt tot het beantwoorden van mijn onderzoeksvraag. De site die ik heb gevonden is niet echt een informatieve site, maar eerder een site die zich bezig houdt met het organiseren van activiteiten voor jongeren die er nood aan hebben. Wat betreft de actualiteitswaarde is heeft deze site redelijk recente publicatiedata van dergelijke informatie, maar persoonlijk vind ik dit niet voldoende. de auteur van de site is geen specialist in het vakgebied, maar dit zorgt voor geen enkel probleem aangezien de site niet echt informatief is opgesteld, maar zich enkel bezighoudt met evenementen en dergelijke zaken. De titel van de site vind ik goed gekozen. Het is een site voor jongeren die nood hebben aan activiteiten die hen bezighoudt en hen natuurlijk op het goede spoor houdt. De naam is kort, bondig en duidelijk. De inhoudsopgave is simpel. Er wordt overal een korte uitleg gegeven. Er is geen sprake van een inleiding of een besluit. De homepage ziet er wat leeg uit, met enkele verwijzingsknoppen. Er wordt wel aandacht gevestigd op wie men is, wat men doet en waar het doorgaat. Op de site is geen enkele bronvermelding te vinden, dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat alles eigen product is en men geen gebruik heeft gemaakt van ander materiaal. In het jaarverslag staat alles zeer gedetailleerd beschreven, daar staat alle belangrijke informatie. De site heb ik gevonden op de Sociale Kaart.

1 393

26

Nu zal ik uitzoeken of de site wel degelijk betrouwbaar is. Ik zal de inhoud van de site bekijken. Op eerste zicht ziet de site er OK uit, maar ik vind dat er te weinig informatie staat over de komende activiteiten zelf. Het lijkt alsof de site is blijven steken in het jaar 2014. Dit vind ik jammer, zou men hier meer aandacht aan besteed hebben zou de site een veel beter voorkomen gehad hebben en zou die wellicht meerdere jongeren aantrekken. In het jaarverslag van het jaar 2014 is zeer veel informatie te vinden over allerlei zaken (cijfers, doelen…). De site hanteert een duidelijke en objectieve taal. Zoals eerder vermeld, vind ik de informatie gedateerd in de zin dat er niet tot amper activiteiten staan gepland.

vzw jong (2014). Jaarverslag vzw jong. Vzw jong.

2 Juridische documentenWelke regelgeving (wetten decreten, cao’s, KB’s omzendbrieven, ….), parlementaire documenten, rechtspraak,… bestaan er? Gebruik de zoekfunctie van het Belgisch Staatsblad of werk via juridische databanken (o.a. Juriwel : zie Vlaamse Codex). Bezoek ook de website van de bevoegde overheden. Via deze website krijg je meestal een overzicht van de relevante regelgeving. Selecteer de (maximaal) vijf relevantste, refereer ernaar en neem deze referenties mee op in je bronnenlijst (zie opnieuw stap 3.4).

Tip : wees voldoende efficiënt en soepel in het zoeken naar regelgeving. Net als bij statistieken (zie verder) bestaat er niet over elk concreet onderwerp een specifieke wetgeving. Varieer gericht je trefwoorden / zoektermen. Of nog eens gezegd : in welke 'contexten' leeft het thema.

Wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (1). 19 juli 2006. Belgisch Staatsblad, 2006009573.

Wet van 39 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank (1). 27 september 2013. Belgisch Staatsblad, 2013009420.

Ministerieel besluit van 15 januari 2007 betreffende de invoering van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010. 30 maart 2007. Belgisch Staatsblad, 2007000290.

3 De maatschappelijke context (politiek/beleid/visie/groeperingen)Wat vind je aangaande de verantwoordelijke minister en het bevoegde departement ? Of (ook) : welke maatschappelijke organisaties (middenveld, belangen- of gebruikersgroepen en andere) zijn actief rond het thema ? Bespreek indien mogelijk kort een standpunt van één partij of van één maatschappelijke groepering.

Jo vandeurzen is de bevoegde minister aangaande Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Hij heeft bevoegdheden over de volgende instituties: Kinderen en Jongeren, Gezin en Samenleving, Ouderen, Personen met een handicap, Zorg & Gezondheid, Geestelijke Gezondheidszorg, Lokaal Welzijnswerk – Vrijwilligers, Werkgelegenheid in de Zorgsector, Flanders'Care en Justitiehuizen.

4 StatistiekenZijn er statistieken te vinden over je onderwerp? Let op: kopieer niet de cijfers maar beschrijf kort over welke het precies gaat en noteer de verwijzing naar die gegevens. Met andere woorden: welke statistieken zijn er rond je onderwerp te vinden (benoem ze) en waar zijn ze te vinden ?Overheidssites stellen die doorgaans ter beschikking via (zie ook opnieuw 'vademecum bronnen'):www.statbel.fgov.bewww.vlaanderen.be (studiedienst van de Vlaamse regering)www.lokalestatistieken.be.

27

Tip: wellicht moet je creatief zijn bij het zoeken naar statistieken. Uiteraard bestaan er niet over elk onderwerp cijfers, maar denk aan de trefwoorden, vaktermen die je bent tegengekomen. Denk ook aan aanverwante zaken, , voorzieningen…(=contexten); dus verbreed, versmal, verfijn je zoeken.

Vlaanderen is onderwijs & vorming. Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs. Geraadpleegd op 12 december, 2015, http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderwijsstatistieken/themas-onderwijsstatistieken/vroegtijdig-schoolverlaten

Ik heb ervoor gekozen om specifiek naar het onderwerp vroegtijdige schoolverlaters te zoeken. Hierbij heb ik het volgende gevonden: tabel, staafdiagram en cirkeldiagram. Hieruit zal ik enkel gegeven afleiden. Ik kies er gericht voor om de aandacht te vestigen op de meest recente cijfers over vroegtijdige schoolverlater. Ik kies voor de cijfers van het jaar 2012-2013. In mijn Excel-werkblad 2 zal ik trachten duidelijk te maken hoe vroegtijdig schoolverlaten zit bij de verschillende leeftijden.

5 Cijfergegevens verwerken en er zelf aanmakenZie Excel

Rond je eigen zoektocht naar diverse soorten bronnen over je onderwerp af met volgende oefeningen in rekenblad (Excel). Maak de twee onderstaande oefeningen in één document, maar elk op een verschillend werkblad. Geef de werkbladen respectievelijk de namen Oefening 1 en Oefening 2.

5.1 Ga na hoeveel soorten bronnen je hebt gevonden en geef daarvan een overzicht via een tabel én grafieken. Tel zowel de bronnen uit je basistekst (met name in de bronnenlijst; zie ook reeds stap 2)4als de bronnen uit je eigen opgemaakte lijst (zie einde stap 3.4; bronnenlijst van zelf gevonden bronnen).

a. Geef je excel-document direct een naam : Klas_Naam_Voornaam_IV_cijfers.

28

b. Maak een tabel met voldoende kolommen en rijen en vul de gevraagde aantallen (bronnenlijst van je basistekst + lijst van jezelf) in. Je gebruikt niet de wizard (invoegen - tabel) maar je maakt zelf handmatig de tabel aan.

c. Zorg voor een sobere doch duidelijke lay-out van je tabel (b.v. opmaak lettertype, arcering, passende titel bovenaan de tabel, eventueel cellen samenvoegen,…).

d. Bepaal op een correcte manier som en procenten. Uiteraard gebruik je hiervoor formules.

e. Maak van je tabel twee soorten grafieken :

1. Een grafiek van het type "kolom" (daarbinnen mag je kiezen, maar kies een passende) 3D : stel de kolom met aantal hiermee voor (niet kolom %). Zorg voor gepaste titels (grafiek, horizontale as, verticale as), labels op de staven en wat bijkomende lay-out naar keuze.

2. Een cirkel 2D. Zorg ook voor gepaste titels en labels met (automatische) procenten.

5.2 Vul tenslotte nu je Excel-document verder aan met een tweede oefening (functies tabel-grafiek-datamatrix) .

a. Begin op een tweede werkblad en verwerk de statistieken die je in stap 4.4 hierboven vond.b. Selecteer gegevens over provincies, gewesten, groepen of jaren (naargelang je bron; selecteer in ieder geval verschillende 'reeksen').c. Breng de gegevens in een tabel. Werk af met een lay-out (lettertype, titels vet of zo, kleur arcering, ….)d. Stel je tabel / gegevens visueel voor via een grafiek naar keuze. Zorg voor passende titels en een duidelijke lay-out.e. Toon aan de hand van de reeksnamen aan dat je kan filteren, sorteren en subtotalen maken (=datamatrix; werk via het tabblad "Gegevens" van de menu bovenaan). Laat je filter aanstaan bij afsluiten / opslaan document.

29

Stap 5 Afwerking individuele werkdocumenten

Mijn persoonlijk besluit: Ik heb voldoende informatie gevonden. Ik heb wel moeilijkheden gehad om enkele bronnen in onze bib terug te vinden dit lukte namelijk niet bij alles. De informatie die ik heb gevonden is relevant en betrouwbaar, omdat ik dit op waardige sites heb gevonden (Limo, Belgisch Staatsblad…). De opdracht vond ik moeilijk, aangezien ik moeite heb met opzoekwerk, pc-vaardigheden. Na veel zwoegen en zoeken, ben ik toch wel trots op mijn eindresultaat. In het begin begreep ik het nut niet zo goed van deze opdracht, maar nu besef ik dat dit een must is en zeker voor in de toekomst. Mocht ik aan de slag gaan met opzoekingswerk en dergelijke. Ik vind dat ik nog mijn Excel-vaardigheden kan trainen, ik werkte tamelijk traag, dit kan volgens mij wat sneller in het vervolg. Ik vind dat ik sterk ben in ordelijk werken. Ik vind het heel belangrijk dat alles overzichtelijk is en begrijpelijk voor de buitenstaander die mijn tekst zal lezen. Ik heb eigenlijk zeer veel geleerd, ik wist voordien niet hoe ik zelfstandig een site kon maken. Ik vind het zeer goed dat ik dit heb geleerd, dit is ook iets dat ik in de toekomst zal kunnen gebruiken! Wat me ook zal bijblijven is dat dit een opdracht is waar je geduld voor moet hebben. Dit is geen opdracht die je in een week tijd deftig kunt afwerken. Het is van noodzaak om deadlines te stellen voor jezelf. Ik ben blij dat ik dit heb gedaan

30