RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het...

93
RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnota Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van XXXX Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter Christi Van Calster Frans Deboes Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van XXXX tot en met XXXX Namens het college Op bevel, De Secretaris, De Burgemeester Christi Van Calster André Peeters Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van XXXX Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter Christi Van Calster Frans Deboes

Transcript of RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het...

Page 1: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

RUP Grote Laakweg

Niet verordenend deel /

Toelichtingsnota

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van XXXX

Op bevel, De Secretaris,

De Voorzitter

Christi Van Calster Frans Deboes

Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van XXXX tot en met XXXX

Namens het college Op bevel, De Secretaris,

De Burgemeester

Christi Van Calster André Peeters

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van XXXX

Op bevel, De Secretaris,

De Voorzitter

Christi Van Calster Frans Deboes

Page 2: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

COLOFON Opdracht: RUP Grote Laakweg Opdrachtgever: Stadsbestuur Aarschot Ten Drossaarde 1 3200 Aarschot Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.03 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001

Identificatienummer: 2255093014_mvt en scr/dbo Datum: status / revisie: februari 2017 voorlopige vaststelling April 2017 versie adviesinstanties Juli 2017 definitieve versie Vrijgave / Ruimtelijk planner: Dirk Bosmans, ruimtelijk planner, projectleider Projectmedewerkers: Dirk Bosmans, ruimtelijk planner, projectleider Willem Geens, jr. adviseur Yannick Fabbro, adviseur Marijke Verhasselt, adviseur

Page 3: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 3 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Grote Laakweg” 4 1.2 Situering en afbakening plangebied 5

2 Feitelijke en juridische toestand van het plangebied 6

2.1 Feitelijke toestand 6 2.2 Juridische toestand 8

3 Relatie met ruimtelijke structuurplannen en planningsprocessen 11

4 RUP i.f.v. stedelijke recreatiezone 18

4.1 Visie 18 4.2 RUP ‘Grote Laakweg’: ruimtelijke concepten en structuurschets 26 4.3 De watertoets 34 4.4 Screening van de plan-MER-plicht 34

5 Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften 36

5.1 Verordenend grafisch plan 36 5.2 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften 36 5.3 Limitatieve opgave van de op te heffen voorschriften 36 5.4 Ruimtebalans 37 5.5 Register m.b.t. planbaten, planschade, bestemmings-wijzigingscompensatie en

compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (grafisch register: bijlage 4) 37

6 Bijlage 1: Plan-MER-screening 39

6.1 Kadering 39 6.2 Beschrijving plan en situering plangebied 40 6.3 Bepalen van de plan-MER-plicht 41 6.4 Beschrijving van de referentiesituatie 42 6.5 Potentiële milieueffecten van het plan 42 6.6 Brief dienst Mer 72 6.7 Adressenlijst relevante adviesinstanties 73 6.8 Voorbeeldbrief adviesinstanties 74 6.9 Herinneringsmail adviesinstanties 75 6.10 Adviezenmatrix 76 6.11 Ontvangen adviezen 78

Page 4: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 4 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

1 Inleiding

1.1 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Grote Laakweg”

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet in de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) als instrument ter uitvoering van de beleidsopties genomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS): art. 2.1.19 van deze Codex stelt “De gemeente kan gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken en herzien ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en van die delen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en van het provinciaal ruimtelijk structuurplan waarvan de uitvoering aan de gemeente werd toegewezen.”

De stad Aarschot beschikt over een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS), definitief vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 22 september 2005, en goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant bij besluit van 8 december 2005, en opteert in uitvoering hiervan voor de opmaak van het RUP “Grote Laakweg”:

Het gemeentelijk RUP dient zich te richten naar het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant. Hierbij kan niet worden afgeweken van de bindende bepalingen, en is slechts een gemotiveerde afwijking van de richtinggevende delen mogelijk. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan enkel elementen van gemeentelijk niveau in overweging nemen. Bovenlokale elementen dienen behandeld te worden in ruimtelijke uitvoeringsplannen op het respectievelijke provinciale of Vlaamse niveau.

De opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt conform de bepalingen van De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de bijhorende besluiten.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat:

1° een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

2° de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

3° een weergave van de feitelijke en juridische toestand;

4° de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;

5° in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;

6° in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van:

a) het planmilieueffectenrapport,

b) de passende beoordeling,

c) het ruimtelijk veiligheidsrapport,

d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten;

7° in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

In voorkomend geval wordt de verklaring, vermeld in artikel 4.2.11, §4, eerste lid, 2°, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid opgenomen in een toelichtingsnota bij het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Page 5: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 5 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

1.2 Situering en afbakening plangebied

Zie bijgevoegd plan 1: Feitelijke en juridische toestand

De stad Aarschot maakt een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op voor het gebied dat wordt afgebakend door de bebouwingsgrens langs de Grote Laakweg in het zuiden, de Herseltsesteenweg N10 in het noordoosten en de spoorweg in het westen.

Het RUP “Grote Laakweg” situeert zich aan de noordrand van het centrum van Aarschot, doch centraal in de afgebakende stedelijke kern (PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot).

Figuur: PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot (rood) en plangebied (wit)

Het plan wordt afgebakend door:

- de bebouwingsgrens (bebouwde percelen) ter hoogte van de Hertselsesteenweg, de Pastoor Dergentlaan en de Grote Laakweg;

- de grote Laakweg;

- de spoorlijn Aarschot-Diest/Aarschot-Heist-o/d-Berg;

- het schoolvoetbalveld van de scholencampus SIBA.

Page 6: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 6 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

2 Feitelijke en juridische toestand van het plangebied Zie bijgevoegde documenten:

- Plan 1: Feitelijke en juridische toestand

- Plan 2: Grafisch plan (verordenend)

- Bijlage 1: Plan-MER-screening

- Bijlage 2: Mobiliteitsonderzoek

- Bijlage 3: Fotoreportage

- Bijlage 4: Grafisch register planbaten, planschade en bestemminswijzigingscompensatie en compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften

2.1 Feitelijke toestand

Het ruimtelijk voorkomen van het plangebied wordt weergegeven in een fotoreportage, bij dit document gevoegd in bijlage 3.

De gronden binnen het plangebied hebben de bestemming parkgebied (gewestplan) doch zijn in realiteit nagenoeg volledig ingevuld met sportvelden en recreatiefuncties:

- Voetbalvelden en infrastructuur, gebruikt door Sporting Club Aarschot, Oud-Heverlee Leuven:

o A- Voetbalveld

o B- Voetbalveld

o C- Voetbalveld

o D- Voetbalveld

o Duiveltjesvelden

o E- Voetbalveld

o Preminiemenveld

- Hondenschool Aarschotse Hondenvrienden

- Hondenschool Duitse Herders

- Schoolvoetbalveld Damiaaninstituut

- Schoolvoetbalveld SIBA Stedelijk Instituut voor Technische beroepen Aarschot

Het plangebied grenst rechtstreeks aan beide scholencampussen (secundair onderwijs):

- Damiaaninstituut, Pastoor Dergentlaan 220

- SIBA Stedelijk Instituut voor Technische beroepen Aarschot, Pastoor Dergentlaan 62

Verder, geclusterd met SIBA, en aan de overzijde van de Pastoor Dergentlaan bevinden zich de scholen (secundair onderwijs):

- SIMA Stedelijk Instituut voor Technische beroepen Aarschot, Pastoor Dergentlaan 62A

- Koninklijk Atheneum KAMSA, Pastoor Dergentlaan 47

Het plangebied is gelegen langs de waterlopen Grote Laak en Heilaak. De Grote Laak is gelegen aan de zuidkant van het de Grote Laakweg en ligt buiten het plangebied, uitgezonderd het gedeelte aansluitend op het schoolvoetbalveld SIBA. De Heilaak loopt doorheen het noordelijk gedeelte van het plangebied, en begrenst de sport- en recreatiesite aan de noordzijde. Beide waterlopen vormen dus in grote lijnen de begrenzing van de recreatie- en sportvelden.

Page 7: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 7 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

De gronden ten noorden van de Heilaak kennen een gebruik als weiland en een enkel perceel als maïsakker. In de randen van de recreatiesite bevinden zich nog enkele percelen met landbouwgebruik (grasland en maïs) (bron: landbouwgebruikskaart 2015).

De oppervlakte in gebruik als park of groenzone in het gebied is gering, en beperkt zich tot perceelsrandbegroeiing en kleine landschapselementen zoals bomenrijen.

Het plangebied grenst aan de spoorlijn Aarschot-Diest/Aarschot-Heist-o/d-Berg. Aan de overzijde van de spoorlijn ligt het bedrijventerrein ‘Nieuwland-Meetshoven’ (Holcim Beton, Duracell Batteries), gelegen in het PRUP ‘Optimalisatie bedrijventerrein Aarschot’ (2016).

Page 8: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 8 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

2.2 Juridische toestand

Type plan

(* weergegeven op Plan 1)

(** weergegeven op Plan 2)

Kenmerken

Gewestplan * Aarschot - Diest, KB van 7/11/1978:

- Parkgebieden

- Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen * PRUP ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot’, krachtlijnen:

- Stedelijke netwerkstructuur met een krachtig kerngebied

- Aarschot als aangename en goed ontsloten woon- en werkstad

- Aarschot als toeristisch-recreatief en cultureel centrum

Acties binnen de afbakeningslijn die noodzakelijk geacht worden om de doelstellingen van de stedelijke ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied Aarschot te realiseren:

- Ontwikkelen van een sportzone t.h.v. de Grote Laakweg: vastleggen bestemming en inrichting op basis van behoeftenstudie.

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen

Algemene plannen van aanleg Geen

Bijzondere plannen van aanleg Geen

Stedenbouwkundige verordeningen Gewestelijke verordening:

- Wegen voor voetgangersverkeer

- Hemelwaterputten

- Toegankelijkheid

Provinciale verordening:

- Afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken

- Afkoppeling van hemelwater afkomstig van verharde oppervlakten

- Overwelven van grachten, baangrachten en niet-gerangschikte onbevaarbare waterlopen (B.S. 28/02/2007)

Geen gemeentelijke verordening

Page 9: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 9 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Type plan

(* weergegeven op Plan 1)

(** weergegeven op Plan 2)

Kenmerken

Gewestelijke rooilijnplannen Geen

Provinciale rooilijnplannen Geen

Gemeentelijke rooilijnplannen Geen

Buurt- en voetwegen * Geen

Stedenbouwkundige vergunningen / bouwvergunningen

Van de sport- en recreatievoorzieningen gelegen binnen het parkgebied zijn geen vergunningen bekend (in hoofdzaak openlucht sportvelden: voetbal, hondensport). De functies sport- en recreatie zijn reeds aanwezig van voor 1984 en dienen bijgevolg vergund geacht te zijn.

Goedgekeurde niet-vervallen verkavelingsvergunningen **

Geen

Erfdienstbaarheden van openbaar nut Geen

Habitatrichtlijngebieden Geen

Vogelrichtlijngebieden Geen

Gebieden van het VEN/IVON Ten noordwesten van het plangebied, op >400m :

- De Demervallei ten westen van Aarschot

Vlaamse of erkende natuurreservaten Geen

Bosreservaten Geen

Biologische waarderingskaart

Centraal in het plangebied wordt een perceel aangeduid als complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen:

- soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden

- bermen perceelsranden, … met elementen van moerasspirearuigte

Daarnaast wordt in het noorden van het plangebied een bomenrij met dominantie van wilg, met struweelopslag en houtkant met nitrofiel alluviaal elzenbos en vochtig eutroof wilgenstruweel aangegeven. Het noordelijk gedeelte van het plangebied worden verruigde graslanden en mesofiel hooiland aangegeven.

Langs de spoorlijn in het westen van het plangebied worden soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden aangegeven. Het meest zuidwestelijke perceel worden naaldhoutaanplant en fijnspar aangegeven.

Page 10: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 10 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Type plan

(* weergegeven op Plan 1)

(** weergegeven op Plan 2)

Kenmerken

Beschermde monumenten * Ten zuidwesten van het plangebied, op > 200m:

- Grote Laakweg + Pastoor Dergentlaan: sluisje op de Grote Laak

Beschermde landschappen * Geen

Beschermde stads- en dorpsgezichten * Geen

Inventaris van het Archeologisch Erfgoed

Geen

Ten zuiden van het plangebied op > 200m, vanaf de Pastoor Dergentlaan:

- Locatie 161570 ten zuiden: middeleeuwse stadsomwalling van Aarschot

Vastgestelde inventaris van het

bouwkundig erfgoed *

Ten zuidwesten van het plangebied:

- Sluisje op de Grote Laak

Aangeduide ankerplaats Geen

Landschapsatlas Geen ankerplaatsen

Geen lijnrelicten

Geen relictzones

Geen puntrelicten

Herbevestigd agrarisch gebied Geen

Polders en wateringen Geen

Beschermingszones grondwaterwinningen Geen

Bevaarbare waterlopen Geen

Geklasseerde waterlopen - Grote Laak (in het zuiden van het plangebied)

- Heilaak (centraal in het plangebied)

Niet-geklasseerde waterlopen - Zonder naam (waterloop Oud nr. 10) tussen Heilaak en Herseltsesteenweg

Watertoetskaarten – overstromingsgevoelige gebieden (2014)

Mogelijk overstromingsgevoelige gebied, m.u.v. strook ten noorden van Heilaak

Risicozones voor overstromingen Geen

Recent overstroomde gebieden (ROG) Geen

Signaalgebieden Geen

Stroomopwaarts van de Heilaak waterconserveringsgebied “WUG Nonnelanden”: geen vervolgtraject nodig (5/09/2014, ontwerp startbeslissing)

Page 11: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 11 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

3 Relatie met ruimtelijke structuurplannen en planningsprocessen De gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor het plangebied volgt uit de gezamenlijke visie op de ontwikkeling van elementen van Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau. Naast de beleidscategorieën ‘stedelijk gebied’ en ‘buitengebied’ worden voor tal van aspecten die aan bod komen in en rond het plangebied ruimtelijke visies of ontwikkelingsperspectieven geformuleerd. Het RUP wenst deze als uitgangspunt te nemen voor de herbestemmingen.

Het gemeentelijk RUP ‘Grote Laakweg’ wordt daarbij opgemaakt in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en kan hiermee niet strijdig zijn. De voorschriften van het RUP kunnen niet afwijken van de voorschriften van provinciale en gewestelijke RUP’s.

3.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen1

- Aarschot wordt geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. De afbakening van het stedelijk gebied gebeurt door de provincie Vlaams-Brabant.

In de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden dient de stedelijke kern en het stedelijk functioneren geconsolideerd en versterkt te worden door het creëren van ruimte voor bijkomende woningbouw, stedelijke voorzieningen economische activiteiten, ook op plaatsen binnen het stedelijk gebied die nu nog weinig stedelijkheid bezitten.

- Ontwikkeling, concentratie en verdichting vormen hier uitgangspunten. Door een gerichte en doordachte verweving en bundeling van activiteiten en functies wordt een kwalitatief en multifunctioneel aanbod nagestreefd voor wonen, werken, stedelijk functioneren en duurzame mobiliteit, gericht op synergie en complementariteit. De voorzieningen worden daarbij afgestemd op het belang van het stedelijk gebied. I.f.v. de leefbaarheid en bereikbaarheid wordt automobiliteit in sommige delen verminderd en wordt een gericht parkeerbeleid gevoerd. Vormen van traag verkeer en openbaar vervoer worden aangemoedigd.

- Behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden. Ruimte voor speelbossen en -parken kan worden voorzien in de randstedelijke groengebieden, op basis van de visie voor het stedelijke gebied.

- Vanuit het landschap kunnen randvoorwaarden opgelegd worden bij de ontwikkeling van functies en activiteiten zonder de ontwikkelingsmogelijkheden van de structuurbepalende functies in het gedrang te brengen.

- Karakteristieke elementen en componenten van het landschap, gave landschappen en open-ruimteverbindingen kunnen op elk plannings- en bestuursniveau worden geselecteerd. Hiervoor kunnen specifieke ontwikkelingsperspectieven worden gedefinieerd die bijdragen tot het behoud en versterking ervan.

1 In 1997 heeft de Vlaamse regering het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen definitief goedgekeurd als kader voor het ruimtelijk beleid van Vlaanderen tot 2007 (BVR 23 september 1997; decreet van 17 december 1997). Een eerste herziening is doorgevoerd in de periode 2003-2004 (BVR 12 december 2003; decreet van 19 maart 2004) m.b.t. onder meer de verdeling van het wonen over het stedelijk gebied en het buitengebied, een tweede in de periode 2008-2011 (BVR 17 december 2010; decreet van 25 februari 2011).

Page 12: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 12 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

3.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant2

- Versterking van stedelijk gebied Aarschot d.m.v. hogere dichtheden, verhoogd en kwalitatief aanbod voor alle sociale bevolkingslagen, verbetering en uitbouw publieke ruimte en herwaardering stedelijke groenelementen. Verhoging verkeersleefbaarheid en -veiligheid, promoten en ondersteunen van de handelsfunctie en recreatieve en culturele voorzieningen.

- Lokale en bovenlokale voorzieningen van de stedelijke kernen dienen optimaal worden gestimuleerd. De bundeling van functies wordt vooropgesteld, op voorwaarde dat deze gekoppeld wordt aan een goede bereikbaarheid. De basisvoorziening in wijken en buurten dient versterkt.

- Maximaal gebruik gemaakt van de potenties en de bestaande infrastructuur. De provincie wenst bij de uitwerking van de toeristisch-recreatieve structuur maximaal gebruik te maken van de aanwezige potenties en de bestaande infrastructuur.

- Laagdynamische recreatie - d.m.v. onder meer medegebruik van natuur, groen (parken, struinnatuur...), landbouw... - dient maximaal ondersteund en uitgebouwd. Laagdynamische activiteiten zijn bijna overal mogelijk en gewenst indien deze ontwikkelingen gebeuren met respect voor de omgeving. Zij brengen slechts in beperkte mate hinder mee voor de onmiddellijke omgeving en kunnen een belangrijke meerwaarde betekenen voor de omgeving.

- Een verbetering van de openbare ruimten en plekken ter ondersteuning van de woonkwaliteit en het recreatief gebruik (rust en speelruimte, ruimte voor allerlei georganiseerde activiteiten (circussen, kermis, festivals...) staat voorop.

- De provincie wenst daarnaast de landschapsstructuur met de gebiedseigen kenmerken van de verschillende riviervalleien te vrijwaren en te versterken. De rivier- en beekvalleien worden beschouwd als beeldvormers van de landschappelijke basisstructuur.

- Versterken van de relatie met de open ruimte om de aantrekkelijkheid leefbaarheid van de kernen te verhogen, door de ecologische infrastructuur in de kernen uit te bouwen en/of te versterken. Open ruimte netwerk doorheen de stedelijke gebieden ruimtelijk versterken: stedelijke open ruimtes en groene vingers.

- In het kader van de potenties voor open ruimte binnen het Demernetwerk biedt het “Laakproject” nieuwe mogelijkheden voor Aarschot.

- Integraal waterbeheer. Het respecteren van de natuurlijke kenmerken van watersystemen biedt de beste garanties voor het vermijden van problemen (werken "met" processen (overstromingen, erosie, infiltratie…) is immers efficiënter dan ze te bestrijden). Dit impliceert de integratie van water in de menselijke samenleving.

2 Op 7 oktober 2004 keurde de Vlaamse regering het provinciaal ruimtelijk structuurplan goed. Het ministerieel besluit

verscheen in het Belgisch staatsblad van 16 november 2004. Sinds 1 december 2004 is het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant van kracht. Op 6 november 2012 keurde de Vlaamse regering het addendum bij het RSVB goed (BS. 21 november 2012).

Page 13: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 13 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

3.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aarschot

- Ontwikkeling van het gebied tussen Grote Laakweg-Hertselsesteenweg-spoorlijn als een stedelijke recreatiepool/recreatiepark.

Figuur: GRS – stedelijke recreatiepark in de gewenste ruimtelijke structuur

- De natuurwaarden en de belevingswaarden van de bestaande parkzone zijn vandaag zeer laag. Het gebied - op het gewestplan ingekleurd als parkgebied – wordt gekenmerkt door een verweving van verschillende functies: landbouw, recreatie, wonen, openbaar nut,... Op recreatief gebied vinden we er de voetbalvelden van KVO Aarschot en twee hondenscholen. Door het gebied duidelijker te structureren en door beter gebruik te maken van de restruimtes, kan dit gebied uitgebouwd worden tot een recreatieve pool, in hoofdzaak gericht op openluchtrecreatie in een groene parkomgeving. Bovendien kan deze zone deel uitmaken van een groen lint doorheen de stad (langs de Demer en de Laak).

- Het stedelijk recreatiepark maakt deel uit van de groene recreatieve ruggengraat doorheen het stedelijk centrum.

- Langsheen de groene ruggengraat gaat de aandacht uit naar de zwakke weggebruiker. Door middel van brede voetpaden en ruime fietspaden, in een afzonderlijke, afgescheiden zone voor de zwakke weggebruikers.

Page 14: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 14 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

- De Laak als blauwe corridor dient versterkt. Groendoorgangen (groen lint door de stad) moeten voelbaar gemaakt worden.

- Voor het valleigebied van de Grote Laak worden beschermen, beheren en versterken actuele natuurwaarden, en het behoud, het herstel en de ontwikkeling van KLE’s vooropgesteld.

Figuur: GRS – stedelijke recreatiepark in de gewenste ruimtelijke structuur

Figuur: GRS – stedelijke recreatiepark in de gewenste ruimtelijke structuur

Page 15: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 15 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

3.1.4 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot

Figuur: Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot

Het plangebied is gelegen centraal in het stedelijk gebied, en heeft een bijzondere potentie voor gemeenschapsfuncties en recreatie. Meer nog door de ligging aansluitend door de verschillende scholencampussen wordt op deze locatie door de ontwikkeling van sportsite een clustering beoogd voor sport en scholensport.

Het PRUP geeft een overzicht van acties binnen de afbakeningslijn die noodzakelijk geacht worden om de doelstellingen van de stedelijke ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied Aarschot te realiseren:

- Ontwikkelen van een sportzone t.h.v. de Grote Laakweg: vastleggen bestemming en inrichting op basis van behoeftenstudie.

3.1.5 Gemeentelijk RUP Elisabethlaan

Het RUP Elisabethlaan (2007) bestemt delen van het gebied behorend tot de scholencampus Daminaaninstituut voor gemeenschapsvoorzieningen. Aangrenzend werden enkele percelen herbestemd tot woongebied langs de Grote Laakweg (aanpassing van de gewestplangrens tot op perceelsniveau. Nog werd met dit RUP een zone ten zuiden van de Grote Laakweg bestemd voor parkaanleg en voor gemeenschapsvoorzieningen in parkgebied (thans serviceflats).

De percelen in de hoekzone Grote Laak en spoorlijn werden bestemd als parkgebied en sluiten als dusdanig aan op de beoogde landschapsontwikkeling in het plangebied van dit RUP.

Page 16: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 16 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur: RUP Elisabethlaan

3.1.6 Haalbaarheidsstudie en marktverkenning ‘Grote Laakweg te Aarschot’’ (provincie Vlaams-Brabant)

In juni 2014 is het eindrapport van de ruimtelijke & financiële haalbaarheidsstudie en marktverkenning ‘Grote Laakweg te Aarschot’ in opdracht van de provincie Vlaams-Brabant voorgesteld. Het masterplan omvat het plangebied van dit RUP, en heeft de volgende krachtlijnen.

- Parkgebied: de stad ontbreekt een stadspark.

- Recreatie: zachte recreatie in het park door wandel, fiets, en spel infrastructuur in combinatie met enkele sport terreinen.

- Water: het plan beoogt de opnieuw ruimte te geven aan het water van de Grote Laak en de Heilaak, door in te zetten op integraal waterbeleid

- Wonen: tussen de Heilaak en de Herstelsesteenweg (N19) wordt een beperkte zone voorzien voor wonen in het groen.

Met het voorliggend RUP wordt in belangrijke mate uitvoering gegeven aan de verschillende doelstellingen van de provinciale haalbaarheidsstudie, betreffende:

- de realisatie van een (grotendeels) publiek toegankelijk stadspark ten behoeve van de stadbewoners en de omliggende scholenfuncties;

- versterking van de landschappelijke beleving en het multifunctioneel gebruik van het stedelijk groen als verbindend landschapspark, onder meer door de uitwerking van samenhangende landschapsstructuren en ondersteunend trage wegennetwerk met de Heilaak als belangrijkste structuurbepalend element, alsook het verankeren van de bescherming en compensatie van kleine landschapselementen (KLE) bij de vergunningverlening ;

- ontwikkeling van een structuur van landschapskamers zowel voor het recreatie- als parkgebied, binnen de samenhangende landschapsstructuren die uitgewerkt worden voor het plangebied, is een visie die past binnen het RUP en in uitvoering hiervan verder vorm kan gegeven worden

- het behoud en de versterking van het waterbergend vermogen van de site als randvoorwaarde bij de vergunningverlening.

De stad Aarschot wenst daarnaast voorbehoud te maken t.a.v. volgende elementen:

- in de provinciale haalbaarheidsstudie werd onvoldoende rekening gehouden met de stedelijke behoeften voor sport- en recreatie. De studie gaat uit van behoeftenonderzoek naar

Page 17: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 17 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

bovenlokale voorzieningen, hetgeen onvoldoende rekening houdt met het door de provincie goedgekeurde ontwikkelingsperspectief zoals opgenomen in het GRS van Aarschot;

- De stad Aarschot wenst geen uitbreiding van het woonareaal ten nadele van het parkgebied te voorzien, en acht daarentegen de zone tussen Heilaak en Hertselsesteenweg geschikt voor de ontwikkeling van een landschapspark met de Heilaak als structuurbepalend element. Wonen vormt daarnaast een gemeentelijke planningsbevoegdheid;

- Integraal waterbeleid op het niveau van de structurerende waterlopen vloeit voort uit de vigerende regelgeving en de processen m.b.t. de afbakening van de signaalgebieden. Voor het plangebied gelden geen bijkomende maatregelen uit deze processen. De vigerende regelgeving is hoe dan ook van toepassing op alle ontwikkelingen binnen de site;

- De haalbaarheidsstudie en marktverkenning hebben geen bindend of richtinggevend karakter m.b.t. de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Page 18: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 18 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

4 RUP i.f.v. stedelijke recreatiezone

4.1 Visie

De Stad Aarschot wenst met het RUP ‘Grote Laakweg’ de noodzakelijke herbestemmingen te voorzien voor het behoud en de verdere ontwikkeling van de feitelijk bestaande recreatiezone gelegen tussen de Hertselsesteenweg, Grote Laakweg en spoorlijn Leuven Hasselt-Antwerpen.

De plandoelstellingen werden reeds opgenomen en beschreven in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

4.1.1 RUP in uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Het RUP ‘Grote Laakweg’ wordt opgemaakt in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk beleid. Het GRS duidt het gebied tussen Grote Laakweg-Herseltsesteenweg-spoorlijn aan voor ontwikkeling als een stedelijke recreatiepool/recreatiepark, als deel van een groene recreatieve ruggengraat doorheen het stedelijk centrum, met aandacht voor de uitbouw van het trage wegennetwerk.

Het RUP voorziet de bestemmingen voor:

- bestendiging van de bestaande sport- en recreatieactiviteiten en verdere ontwikkeling als recreatiepool en recreatiepark in functie van de lokale (stedelijke) behoeften;

- het ontwikkelen van een parkzone als groene ruggengraat in het stedelijk gebied, in samenhang met de in het gebied aanwezige waterloop;

- het ontwikkelen van het volledige plangebied als samenhangend landschappelijk en (grotendeels) publiek toegankelijk geheel ten behoeve van de stadsbewoners en omgevende gemeenschapsclusters;

- het uitbouwen van een netwerk van groene ruimten en landschapselementen als ecologische verbinding;

- het uitbouwen van een verbindend trage wegennetwerk en de publieke toegankelijkheid van het gebied, in samenhang met de structurerende elementen van het groenblauwe netwerk binnen het gebied;

- de verankering van het behoud en de versterking van het waterbergend vermogen van de site;

- de verankering van het behoud en de compensatieverplichting voor de wijziging van kleine landschapselementen en permanent historische graslanden zowel in recreatiegebied als parkgebied;

4.1.2 Stedelijke recreatiepool zoals voorzien in het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot

Het plangebied is centraal gelegen binnen het afgebakende kleinstedelijk gebied van Aarschot.

Het RUP voorziet in de ontwikkeling van een stedelijke recreatiepool en park op stedelijk niveau van en t.a.v. de lokale (stedelijke) behoeften.

4.1.3 Bestendiging en verdere ontwikkeling van het recreatief gebruik op de Laaksite

De site wordt in hoofdzaak reeds gebruikt als sport- en recreatiezone (zie hoger: feitelijke toestand).

Kaderend in de bovenliggende structuurplannen en het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan, wordt voor de site ontwikkeling in functie van de lokale (stedelijk) sport- en recreatiebehoeften beoogd, inclusief de realisatie van kwalitatief toegankelijk publiek groen.

De stad Aarschot wenst de bestaande recreatie- en sportactiviteiten op de Laaksite dan ook te bestendigen en de bestemmingen te voorzien om de site verder uit te bouwen als stedelijke recreatiepool in functie van de opvang van de gemeentelijke behoeften. In functie van de beoogde ontwikkelingen is de opmaak van een gemeentelijk RUP genoodzaakt, teneinde:

Page 19: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 19 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

- de geëigende planologische bestemmingen uit te werken;

- de voorwaarden t.a.v. de ontwikkelingen uit te werken in functie van de goede ruimtelijke ordening, behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteiten en samenhang, behoud en versterking van het waterbergend vermogen.

Figuur: Huidig recreatief gebruik van de site.

4.1.4 Grote Laak en Heilaak bepalen de landschappelijke structuur t.h.v. de Laaksite

De Heilaak loopt doorheen het noordelijk gedeelte van het gebied. De Grote Laak is net te zuiden gelegen van het plangebied, aan de zuidkant van de Grote Laakweg. Ter hoogte van de scholencampus SIBA wordt loopt de Grote Laak doorheen het plangebied.

Reeds vanuit de doelstellingen vanuit het GRS worden de aanwezige waterlopen als structurende elementen genoemd. Daarnaast is het ook de visie dat het zichtbaar maken van structurerende landschappelijke elementen doorheen het stedelijk gebied belangrijke potenties kan inhouden voor de woon- en leefkwaliteit in het stedelijk weefsel, als verbinding (trage wegen, recreatief, ecologisch, herkenbaarheid en identiteit binnen het stedelijk weefsel, …).

De Grote Laak was structurerend m.b.t. het aanleggen van de naastliggende weg ‘Grote Laakweg’ en als natuurlijke grens voor de ontwikkeling van gemeenschapsfuncties, de zuidelijke scholencomplexen SIBA/SIMA en de recente ontwikkeling van serviceflats. Ook t.a.v. de gewestplanbestemmingen was de Grote Laak structurerend, met het intekenen van het gebied ten noorden van deze waterloop als parkgebied.

De Heilaak loopt midden doorheen het in het gewestplan bestemde parkgebied, doch is weinig zichtbaar vanuit de omgeving. Beleving van de Heilaak in het landschap, als deel van de landschappelijke structuur binnen de stedelijke omgeving is in huidige situatie niet mogelijk. Slechts aan de hand van enkele schaars en verspreid voorkomende bomenclusters langsheen deze waterloop valt de loop enigszins af te leiden.

Page 20: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 20 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Daarnaast vormt de Heilaak de grens tussen de zuidelijk gelegen sportfuncties en scholencampus van het Damiaaninstituut en het verder noordelijk gelegen woonweefsel langsheen de Herseltsesteenweg. Gelegen temidden van het plangebied bestaat voor de Heilaak bijgevolg de potentie om uitgebouwd te worden als groenblauwe structuur die instaat voor het het verweven en verbinden van de woonfunctie en de gemeenschapsfuncties. De Heilaak wordt dan ook beschouwd als de belangrijkste potentie in het plangebied voor:

- het realiseren van een samenhangende (grotendeels) publieke parkzone, met de uitbouw van een verbindend trage wegennetwerk in functie van de verbinding van de woon- en gemeenschapsfuncties;

- het terugbrengen van het structurerend karakter, en het zichtbaar en beleefbaar maken van de waterloop;

- het realiseren van de in het GRS vooropgestelde groene verbinding met potenties als ecologische verbinding binnen het stedelijk weefsel;

- het opnieuw structureren van de ruimte en de bestemmingen in functie van de verweving van de beoogde functies en activiteiten binnen het gebied.

Figuur: Situering Heilaak (N) en Grote Laak (Z).

De opmaak van het RUP biedt bijgevolg de kans om samen met de ontwikkeling van de recreatiesite in te staan voor het beheer en de uitbouw van het landschap op de Laaksite. Daar waar de huidige gewestplanbestemming geen of nauwelijks houvast biedt t.a.v. landschapsontwikkeling, kan het RUP stedenbouwkundige voorschriften opnemen die kunnen instaan voor de gewenste ontwikkeling en het beheer van het landschap.

Het aandeel natuurlijk groen en natuurwaarden in het gebied is eerder gering, en is beperkt tot enkele zones met perceelsrandbegroeiing, struwelen en bomenrijen.

Het wijzigen van kleine landschapselementen (KLE) in de bestemmingszone parkgebied is evenwel natuurvergunningsplichtig. Door het aanpassen van een gedeelte van de bestemmingszone naar recreatie zou de van rechtswege geldende vergunningsplicht vervallen voor wat betreft het

Page 21: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 21 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

gedeelte dat bestemd wordt recreatiegebied. Met het RUP wordt dan ook gekozen om de compensatie van wijzigingen aan KLE te verankeren in alle bestemmingszones, en dit verplicht te koppelen aan het verkrijgen van de vergunning die resulteert in de wijziging van de vegetatie. In deze zin wordt de vergunningsplicht voor het wijzigen van KLE verankerd in het RUP. Compensatie dient te gebeuren binnen het volledige plangebied.

Langsheen de Heilaak zijn er twee percelen aangeduid als biologisch waardevol (perceelnummer 109W2 en 155E). Eén perceel is aangeduid als een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen (perceelnummer 154). Dit laatste perceel is tevens aangeduid als een historisch permanent grasland, welke een verboden te wijzigen vegetatie betreft in parkgebied volgens het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Voor perceel 155E is de BWK-kartering niet meer actueel aangezien deze huidig als voetbalveld wordt gebruikt. Voor beide overige percelen wordt het behoud van de bestemming parkgebied vooropgesteld, waarvoor de natuurvergunningsplicht voor KLE en historisch permanente graslanden van rechtswege geldt.

Het totaliteit van plangebied is echter niet gelegen in een gaaf landschap en wordt niet opgenomen in de landschapsatlas. De perceelsranden en bomenrijen zijn bijgevolg niet genoteerd als relicten van het landschap.

De zichtbare landschapselementen in het plangebied verwijzen naar de bestaande perceelsstructuren resulterend in een gedeeltelijke bocage. Deze betreffen bomenrijen met opgeschoten wilgen en struweel. Hoewel deze op enkele plaatsen een biologische waarde kunnen bezitten, is de landschappelijke betekenis van deze elementen eerder gering. Binnen het plangebied worden dan ook geen relicten vermeld in de landschapsatlas.

Daarentegen zijn de belangrijke landschapsstructuren in dit gebied, namelijk de waterlopen, slechts beperkt herkenbaar en is de ligging slechts her en der zichtbaar door een kleine bomencluster (zie ook hoger.

Tevens worden deze elementen niet teruggevonden bij onderzoek van historische kaarten, hetgeen de geringe landschappelijke waarde van deze perceelsranden verder bevestigt. De waterlopen binnen open broekgebied met bomenrijen (perceelsranden) ten noorden van de Heilaak worden wel aangegeven op de Ferrariskaart.

Figuur: De Ferrariskaart (1771-1778).

De potenties voor de ontwikkeling ifv. een belangrijke structurerende functie, en de uitbouw van een groenblauwe corridor in het stedelijk gebied zoals vooropgesteld in het GRS, wordt voor de bestaande perceelsrandbegroeiing ook beperkt geacht. Daarnaast is er de bijzondere potentie voor de Heilaak om de structurerende rol in het landschap opnieuw over te nemen, door middel van de

Page 22: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 22 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

uitbouw van een samenhangende groenstructuur langsheen deze waterloop. Bovendien kan de meerwaarde van de loutere toename aan samenhangend areaal en de uitbouw ervan als corridor t.a.v. biologische waarden groot zijn.

Figuur: Bestaande perceelsrandbegroeiing.

De bestaande perceelsranden hangen sterk samen met het bestaande grachtensysteem. Dit grachtensysteem zorgt voor de drainage van het gebied en heeft een ‘sponsfunctie’ in periodes van hoge neerslag. De terreinen zijn bovendien gekenmerkt door hoge grondwaterstanden en zijn gevoelig aan periodes met hoge neerslag. Het zonder meer wegnemen van bestaande grachten in de ontwikkeling van het plangebied zou kunnen leiden tot potentiële overstromingsproblemen. Wijzigingen aan de grachtenstructuur kunnen anderzijds ook leiden tot een verbetering van de waterhuishouding.

Alle ontwikkelingen dienen in elk geval gepaard te gaan met de nodige maatregelen die de (potentiële) invloed van het project op het behoud en de verbetering van het waterbergend en drainerend vermogen van het plangebied. De werking van het watersysteem in het plangebied moet gericht worden op een verbetering van de plaatselijke opvang, buffering en afvoer van het hemelwater in periodes van hoge neerslag. Wijzigingen van natuurlijk overstroombare gebieden, grachten en waterlopen dienen beperkt te worden en bovendien gecompenseerd binnen het plangebied. Deze principes worden verankerd in de voorschriften van het RUP.

4.1.5 Behoefte aan ruimte voor stedelijke sport en recreatie, centraal in het stedelijk gebied

Het GRS Aarschot stelt de ontwikkeling van de Laaksite als recreatiepool reeds voorop. Het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot ondersteunt de mogelijkheid hiervoor op basis van een behoeftenonderzoek.

De stad Aarschot voerde in 2016 een behoeftenonderzoek m.b.t. de ruimte voor openlucht-sportvelden binnen het stedelijk gebied, aan de hand van een bevraging van de actieve sportclubs in Aarschot:

Page 23: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 23 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Huidige gebruik van de Laaksite (namen deel aan de bevraging: Sporting Club aarschot (283 leden- 12 ploegen) en Vzw Aarschotse hondenvrienden (150 leden):

- De sportterreinen op de Laaksite worden aangegeven als intensief gebruikt in huidige toestand, zowel door de reeds daar gebruikmakende voetbalclubs, als door de Aarschotse scholen (dagelijks), jeugdverenigingen (1x/jaar) en sportkampen (6x/jaar), en de naastgelegen hondenschool (2x/jaar). Er is vanuit de bestaande gebruikers reeds een reële vraag voor verhoging van de bespeelbaarheid van de terreinen (frequentie), onder meer door meer velden te verlichten. Daarnaast wordt de intensiteit van gebruik door de Aarschotse scholen genoemd als problematiek (herstellingen, onderhoud).

- De infrastructuur op de Laaksite (kleedkamers, douches) wordt als sterk verouderd en onaangepast beoordeeld, met te kleine voorzieningen, in slechte staat, niet-voldoend aan veiligheidsvoorschriften (gasverwarming) of hedendaagse normen (isolatie, sanitair).

- De huidige beschikbare ruimte voor stockage, cafetaria, kleedkamers is te klein en verouderd tav. de huidige activiteiten. Daarnaast is er behoefte aan vergaderruimten of multifunctionele ruimte.

- De bestaande parkings (kleine parking 40pp. + grote parking 100pp) worden als te klein en in slechte staat aangegeven.

- T.a.v. de huidige terreinen op de Laaksite voor hondensport wordt een ruimtetekort aangegeven, naast de natte of drassige ondergrond tijdens de winterperiode. Er is nood aan bijkomende parkeerplaatsen en een cafetaria (momenteel in container). Ook voor deze gebruiker vormt een polyvalente ruimte een behoefte (ca. 500 personen) voor organiseren van activiteiten.

Ruimtebehoefte potentieel te vestigen op Laaksite:

- Naast de reeds gesignaleerde behoeften van de bestaande gebruikers van de site, worden tevens bijkomende behoeften aangegeven voor bijkomende openlucht sportvelden en polyvalente ruimte (overdekt), dewelke vanuit stedelijke oogpunt bij voorkeur geclusterd worden in het stedelijk gebied.

Enkele sportverenigingen (voetbal) uit de deelgemeenten (buitengebied) beschikken op de huidige site over onvoldoende mogelijkheden wat betreft beschikbare ruimte en voorzieningen om de bestaande werking naar behoren te voeren, noch om in te staan voor de verdere groei van de vereniging:

o FC Rillaar Sport (308 leden – 16 ploegen) heeft zijn activiteiten reeds gespreid over 2 locaties wat financieel ook onhoudbaar is (huur sporthal), en heeft nood aan mbt. 1 bijkomende groot openluchtterrein, kleedkamers, stockageruimte en cafetaria. Specifiek geven deze de wens voor de herlokatie en clustering binnen de stedelijke recreatiepool;

o Wolfsdonk Sport (360 leden – 27 ploegen) geeft eveneens aan dat de activiteiten reeds op verschillende locaties gespreid dienen worden (Herselt en Averbode), en geeft concreet de nood aan twee bijkomende terreinen (wedstrijd- en oefenterrein) met bijkomende verlichting voor 1 tot 2 extra velden. Ook is er behoefte aan stockage en kleedruimte. Enkele van de huidige terreinen lijden bovendien sterk door het veelvuldig gebruik;

o KVC Langdorp (305 leden - 14 ploegen) geeft de nood aan voor 1 groot terrein en 1 polyvalent terrein (kunstgras), alsook een tekort aan parkeergelegenheid;

- Binnen de gemeente wordt daarnaast behoefte aangegeven voor ruimte voor indoor sportvoorzieningen. Naast de nood aan polyvalente indoorruimte, vergaderlokalen, kleedruimten en cafetaria die in de bovenstaande punten reeds wordt genoemd, wordt specifiek ruimte gevraagd voor tafeltennis:

o Vzw TTC Aarschot (74 leden – 10 ploegen) maakt momenteel gebruik van de sporthal van Sancta Maria Aarschot, doch geeft aan dat deze niet voldoet m.b.t. de clubwerking: de zaal is te weinig beschikbaar en de schoolsporthal is niet voorzien op

Page 24: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 24 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

volwassenensport (geen afzonderlijke accommodaties heren/dames, geen douches, onvoldoende parking, onvoldoende bergruimten. Er is nood aan ruimte voor 12 extra competitietafels en training, stockage- en vergaderruimte.

o TTC Smash Dolfijn (63 leden – 7 ploegen) te Rillaar kent een sterke groei en kan op de huidige locatie niet verder uitbreiden. Ook hier wordt een nood aan bijkomende terreinen, kleedkamers, stockage, cafetaria, parkeren aangegeven.

- Uit de sportbevraging blijkt verder ook behoefte aan specifieke sportruimte die mogelijk (deels) op de Laaksite verder vorm kan gegeven worden.

Met name BMX Team Bekaf vzw (81 leden – verscheidene disciplines) aan op de Bekafsite over te kleine ruimte te beschikken om zich verder te kunnen ontwikkelen. Momenteel is geen afzonderlijk trainingsterrein voorhanden en dient getraind op het wedstrijdterrein. Daarnaast is de aanleg van een pumptrack (training technieken) genoodzaakt. Ook voor gebouwde infrastructuur is bijkomende ruimte nodig: naast gevraagde kleedkamers en cafetaria, zijn onder meer een polyvalente ruimte, vergader- of opleidingslokalen noodzakelijk voor het organiseren van de verplichte korte opleidingen vanwege de Vlaamse Wielerbond. Ruimte voor parkings is van essentieel belang, gezien de specifieke noden (hoofdzakelijk mobilhomes/caravans – 200-tal) en het groot aantal bezoekers (ca. 600 deelnemers en 2000/3000 bezoekers) bij wedstrijden (steeds nationaal). Momenteel wordt de Demerparking ter beschikking gesteld.

Er wordt mogelijk geacht dat een BMX-infrastructuur tenminste gedeeltelijk uitgebouwd kan worden op de Laaksite en dat gebruik kan gemaakt worden van te realiseren polyvalente ruimte op de Laaksite m.b.t. de gevraagde opleidingsruimte/vergaderruimte. Ruimte voor parkings bij wedstrijden (motorhomes, caravans, …) dient daarbij gezocht te worden buiten de Laaksite: aansluitend op het industriepark aan de overzijde van de spoorlijn kunnen op wandelafstand tijdelijke parkings ingezet worden.

Uit het behoeftenonderzoek dienen volgende conclusies getrokken te worden met betrekking tot de ontwikkeling van de Laaksite als recreatiepool in het stedelijk gebied:

- Er is een aanzienlijke bijkomende behoefte aan openlucht voetbalterreinen die voldoende bespeelbaar zijn (hoge frequentie) en met een hoge uitrustingsgraad (onder meer het aanbrengen van verlichting verhoogt de speelfrequentie). Concreet is de vraag gericht op bijkomende grote terreinen (KBVB vereist min. 90m*45m en max. 120m*90m).

Gezien de reeds hoge bezettingsgraad van de bestaande velden op de Laaksite dient bij verdere clustering van voetbal binnen de site gezocht te worden naar optimalisatie van de bestaande velden, door:

o herstructurering en heraanleg van de site (optimaal ruimtegebruik);

o aanleg van één of meerdere kunstgrasvelden (hoogfrequent bespeelbare trainingsvelden);

o reorganisatie en indeling clubsportvelden met volwaardige afmetingen en voldoende voorzieningen en trainingsvelden waar scholensport kan georganiseerd worden (kleinere afmetingen mogelijk, minimaliseren conflictsituaties m.b.t. (grasmat)schade en onderhoud;

- Er is nood aan verschillende gebouwde ruimten, enerzijds ten behoeve van de bestendiging en uitbouw van voetbal binnen de site, anderzijds voor bijkomende specifieke sportactiviteiten (tafeltennis), polyvalente ruimte, vergader- en opleidingsruimten (algemeen voorkomende vragen):

o de bestaande voorzieningen op de Laaksite zijn in slechte staat, verouderd en voldoen niet aan de hedendaagse vereisten, en dienen vervangen te worden. Vervangingsnieuwbouw geeft bovendien mogelijkheden tot doordachte reorganisatie van de bestaande site in functie van het optimaal en zorgvuldig ruimtegebruik;

o het clusteren van voorzieningen binnen de Laaksite onder vorm van een beperkt aantal gebouwen, maakt deel uit van de visie van de stad t.a.v. zorgvuldig en optimaal ruimtegebruik, in tegenstelling tot de uitbouw op verspreide locaties;

Page 25: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 25 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

o het bundelen van bestaande en nieuwe voorzieningen vereist een aangepaste ontsluitingsinfrastructuur en parkeermogelijkheden. De bestaande parkeermogelijkheden zijn verspreid op het terrein aanwezig en worden bovendien te klein geacht voor de reeds bestaande bezetting. Er dient gezocht naar de organisatie van clusterparkings op locaties waar conflicten met recreatieve en trage weggebruikers vermeden worden. Herstructureren van de site dient opgevat te worden in functie van het minimaliseren van de benodigde ontsluitingsinfrastructuur. Ontsluitingspunten dienen vastgelegd te worden ifv. minimale mobiliteitsimpact op de omgeving.

- Overige sportspecifieke ruimte zoals uitbreiding voor hondensport en BMX kan eveneens gezocht worden in de Laaksite.

De stad verkiest hierbij uitdrukkelijk om nieuwe infrastructuur te bundelen op een centrale locatie in het stedelijk gebied, in tegenstelling tot het uitbouwen van infrastructuur op verschillende verspreide locaties in het buitengebied. Het ontwikkelen van voorzieningen centraal in het stedelijk gebied draagt bovendien bij tot een meer duurzame mobiliteit, omwille van de wandel- en fietsafstand t.a.v. het stedelijk woonweefsel, de betere OV-bereikbaarheid (centrale ligging).

Page 26: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 26 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

4.2 RUP ‘Grote Laakweg’: ruimtelijke concepten en structuurschets

1. De Laaksite maakt deel uit van het centrumstedelijk weefsel, is omringd door stedelijk woonweefsel en sluit bovendien aan op een bestaande pool van (gemeenschaps)voorzieningen gelegen langs de grote wegassen Pastoor Dergentlaan (N19) en Herseltsesteenweg (N10). De ligging, de aanwezigheid van de verschillende scholen en andere voorzieningen (hoge OV-frequentie), maakt dat de Laaksite met alle vervoerswijzen uitstekend bereikbaar is.

De Laaksite wordt in het westen begrensd door de spoorlijn. Langs deze spoorlijn is reeds een doorgaande fietsroute aanwezig, dewelke in de voorziene situatie als fietssnelweg in het provinciale bovenlokale functionele fietsroutenetwerk zal worden ingeschakeld.

De ligging in het centrumstedelijk weefsel ondersteunt de keuze voor de (verdere) ontwikkeling van de Laaksite in functie van sport- en recreatie.

Page 27: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 27 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

2. Er is een reeds duidelijke ruimtelijke en functionele samenhang van het zuidelijke gedeelte van de Laaksite (ten zuiden van de Heilaak) met de aanwezige scholen (Daminaansintituut – SIBA/SIMA). De bestaande recreatie- en sportvoorzieningen maken in realiteit reeds deel uit van de cluster gemeenschapsvoorzieningen in het centrumstedelijk weefsel.

Met het RUP wordt beoogde deze clustering verder te versterken en uit te bouwen door middel van het herstructureren van de sport- en recreatievoorzieningen i.f.v. meervoudig gebruik en het verbeteren van de interne ontsluiting, bereikbaarheid en parkeervoorzieningen, in samenhang met het bestaande omliggende centrumweefsel.

Page 28: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 28 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

3. Het gedeelte van de Laaksite ten noorden van de Heilaak sluit zowel aan op het stedelijk woonweefsel langs de Herseltsesteenweg. Deze zone is momenteel gekenmerkt als open ruimte (beperkt voor landbouwgebruik, overige vertuind/hobbyweiden) langsheen de waterloop. De structurerende kwaliteiten van de Heilaak in het landschap zijn momenteel evenwel onbenut): de gewestplanbestemming ‘parkgebied’ noch de huidige functies hebben niet geleid tot de beoogde groenblauwe verbinding in het landschap.

Het RUP wenst de potenties voor deze zone in samenhang met de Heilaak te benutten en de voorwaarden uit te werken voor de realisatie van een landschapspark, gelegen tussen recreatiesite (en cluster gemeenschapsvoorzieningen) en stedelijk woonweefsel. Het landschapspark is immers in alle opzichten verbindend:

o door realisatie van een trage wegennetwerk;

o als landschappelijke verbinding langs de Heilaak;

o als groene en mogelijk ecologische verbinding tot in het stedelijk weefsel;

o als landschappelijk overgangsgebied tussen wonen en gemeenschapsvoorzieningen,

o als stedelijk recreatiepark (rechtstreekse aansluiting met woonweefsel),

o als overgangszone vanuit het recreatiegebied (passief recreatief/sportief medegebruik bv. door aanleg Finse piste vanuit recreatiezone tot in het landschapspark).

Page 29: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 29 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

4. Ontwikkeling van de recreatiepool dient enerzijds te gebeuren in functie van een meer efficiënte uitbouw met het oog op meervoudig gebruik voor stedelijke sport- en recreatieverenigingen en de omliggende scholenclusters. Enkel door het herstructureren van de bestaande voorzieningen is de uitbouw van de voorzieningen mogelijk. Anderzijds wordt de realisatie beoogd van een samenhangend en publiek toegankelijk recreatie- en parkgebied. Daarnaast omvat het RUP de noodzakelijke voorwaarden t.a.v. de goede ruimtelijke ordening en de bestaanbaarheid van de verschillende functies binnen de site en omgeving.

In functie van de beoogde reorganisatie, en in relatie tot het behoeftenonderzoek dat aan het RUP vooraf ging, wordt een aandeel bebouwing beoogd op de Laaksite:

o vervangingsnieuwbouw van de bestaande voetbalgebouwen (eventueel bijkomende tribune), met het oog op infrastructuur die voldoende groot is voor de huisvesting van verscheidene verenigingen (meervoudig gebruik), aan de hedendaagse normen en voorschriften voldoet, en verplaatst wordt binnen de site op de meest geschikte locatie t.a.v. te herstructureren sportvelden (1 bijkomend volwaardig sportveld wordt beoogd, aanleg van 1 tot 2 kunstgrasvelden;

o vervangingsnieuwbouw voor de bestaande hondensportverengingen, op de meest geschikte locatie binnen de site;

o nieuwbouw polyvalente sportzaal, tevens met accommodatie voor vergaderen en materiaalberging in functie van de stedelijke sportverenigingen.

Page 30: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 30 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Clustering van multifunctionele ruimte tbv. verschillende stedelijke sportverenigingen op een centrumstedelijke locatie leidt op zich reeds tot een efficiënter ruimtegebruik op niveau van de volledige gemeente: gezien centraal in de stad een nieuwe infrastructuur ter beschikking wordt gesteld, meervoudig te gebruiken door de verschillende verenigingen, dient geen uitbreiding of nieuwbouw te gebeuren op de lokale sites t.b.v. één enkele club. Dit leidt bovendien tot een efficiëntere investering van gemeenschapsgeld.

o Mogelijke uitbouw van openlucht BMX infrastructuur onder vorm van een wedstrijdtrack met o.m. startheuvel van 8m hoogte (UCI-vereisten) en pump track.

De herstructurering van de site en de exacte plaatsing van de gebouwen en infrastructuren dient uitgewerkt te worden in een inrichtingsstudie voor de recreatiepool. Het RUP voorziet evenwel de randvoorwaarden voor het oprichten van gebouwen:

o de zone waar bebouwing mogelijk wordt geacht (verder: bouwzone), wordt beperkt tot het gedeelte van de site dat fysiek aansluit op de bestaande bouwzones van het omliggende gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en woongebied. In deze zin wordt een bouwzone gedefinieerd waarin enkele bijkomende gebouwen mogelijk zijn, binnen een bepaalde afstand van het bestaande bebouwd weefsel. Daarbuiten is bebouwde infrastructuur niet toegelaten, ten voordele van het open (recreatief) landschap;

o aangezien sportgebouwen een specifieke inplanting vereisen m.b.t. zichtbaarheid en bediening van de sportvelden (bvb. het voetbalgebouw), en deze afhankelijk zal zijn van de uiteindelijke inrichtingslocatie van de velden (bvb. wedstrijdveld voetbal), is bebouwing verspreid mogelijk binnen de gehele bouwzone. Het RUP legt evenwel de maximale terreinbezetting van de bebouwing vast tot een beperkt aandeel van de totale oppervlakte. Hierdoor wordt de landschappelijke impact van de sportgebouwen beperkt, en wordt de inpassing in het open recreatief landschap verzekerd;

o terwijl het recreatief park ten zuidwesten van Heilaak wordt bestemd voor de uitbouw (en maximale clustering) van openlucht sportvoorzieningen en hun infrastructuur, beoogt het RUP de oprichting van een stedelijke indoor sportruimte met randaccommodatie binnen het landschapspark ten noordoorsten van de Heilaak in aansluiting met het woonweefsel langs de Herseltsesteenweg. Eén enkel volume met beperkte afmetingen wordt gerealiseerd als sportgebouw binnen de groene parkzone. De ruimte-inname is in tegenstelling tot de openluchtsportactiviteiten beperkt tot de bouwzone (incl. parking), wat deze functie inpasbaar en verweefbaar maakt in het landschapspark. De locatie van dit deel van de sportvoorzieningen maakt bovendien deel uit van het verbindend (en verwevend) karakter van het landschapspark tussen woon- en recreatiezones. Voldoende ruime bufferzones (landschapsbuffer) worden aangelegd tussen de voorzieningen en de woonkavels.

De keuze voor de bouwzone, en de plaatsing van slechts enkele volumes in specifieke zones, leidt tot een wensbeeld voor de optimalisering van de interne ontsluiting en parkeervoorzieningen in functie van de te ontwikkelen site. Twee ontsluitingsmogelijkheden worden voorzien, telkens met eigen randparking:

o het openluchtsportgedeelte ten zuiden van de Heilaak, in aansluiting met de gemeenschapsvoorzieningen, wordt ontsloten via de Grote Laakweg (huidige ontsluiting). Echter wordt voor de ontsluiting verdere clustering met de zone voorgemeenschapsvoorzieningen vooropgesteld, en zal een enkelrichting ontsluitingslus Grote Laakweg-Paolalaan-Leopoldlaan voorzien worden. In samenhang met de scholencampus (stedelijke instituten) SIBA/SIMA wordt beoogd om het scholensportveld ten zuiden van de Gote Laak om te vormen tot randparking voor de recreatiesite, langs deze ontsluitingslus. De voetbalactiviteiten op het huidige scholenvoetbalveld worden verplaatst naar de recreatiesite zelf (meervoudig gebruik);

Page 31: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 31 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

o de overdekte sportruimte in het landschapspark, wordt ontsloten via de bestaande doorsteek langs de Herseltsesteenweg ter hoogte van het recente woonproject. Op deze manier ontstaat een korte ontsluitingsweg (dubbelrichting) tot aan het nieuwe sportgebouw, waar tevens een randparking voorzien wordt;

o verdere ontsluiting van de site voor gemotoriseerd verkeer wordt in principe niet in functie van bezoekersstromen uitgewerkt. Het doel van het realiseren van beide randparkings is immers het beperken van gemotoriseerd verkeer binnen de site, ten voordele van de sportgebruiker en het trage verkeer (fietsers/voetgangers) doorheen de site. De parkeerruimte wordt voor beide randparkings tevens voldoende groot voorzien in functie van de aangrenzende sportactiviteiten.

Naast laden/lossen, leveringen, diensten- en onderhoudsverkeer kan het evenwel bij piekbezetting wenselijk zijn om het verkeer te spreiden over beide ontsluitingen, hoewel vanuit de inschatting van mobiliteitseffecten (plan-MER-screening) geen aanzienlijk impact op de verkeersafwikkeling te verwachten valt. Het RUP voorziet hiertoe in de mogelijkheid voor interne ontsluiting van de site die tevens een bijkomende ontsluitingslus Grote Laakweg-Herseltsesteenweg omvat. Deze is in elk geval genoodzaakt in functie van het beheer- en het onderhoud van de site, en wenselijk vanuit veiligheidsoverwegingen (bereikbaarheid diensten).

Page 32: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 32 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

5. Het totaalbeeld voor de ontwikkeling van de Laaksite bestaat uit een verweving van recreatie en landschapspark. Recreatie wordt geherstructureerd i.f.v. optimale uitbouw en verder geclusterd met de bestaande gemeenschapsvoorzieningen. De Heilaak vormt de drager van het landschap in het gebied. Het landschapspark dat hier wordt aangelegd verbindt en verweeft de verschillende stedelijke functies (sport, recreatie, park) van de site met zijn omgeving, en zorgt tevens voor een overgangsgebied tussen woonweefsel en recreatiezone. Het netwerk van trage wegen en de publieke toegankelijkheid van de site wordt sterkt uitgebouwd t.b.v. een samenhangend sport- en landschapspark. Een beperkt aantal gebouwen wordt strategisch ingeplant om de maximale inzetbaarheid van de sportinfrastructuur te garanderen, en als verbindend element binnen het landschapspark. Het verkeer op de Laaksite wordt maximaal beperkt door het realiseren van randparkings nabij de twee ontsluitingspunten. Het uitgebreide netwerk van trage wegen zorgt voor de interne ontsluiting en de verbinding met het omliggende weefsel en de toekomstige fietssnelweg.

De stad Aarschot wenst tevens met het RUP de mogelijkheid te voorzien om binnen het plangebied een terrein in te vullen voor volkstuinbouw of collectieve (stads-)tuinbouw. Dit maakt deel uit van de doelstelling om een stedelijke en open ontspanningsruimte te voorzien ten behoeve van de stadsbewoner wordt voorzien in zowel de recreatie- als de parkzone. Deze mogelijkheid wordt zowel voorzien in recreatiegebied als landschapspark.

Page 33: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 33 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6. Het RUP voorziet in de nieuwe bestemmingen voor de aanleg van de stedelijke recreatiepool, inclusief het landschapspark. De realisatie van deze bestemmingen kan in belangrijke mate op korte termijn gebeuren gelet op de eigendommen van stad Aarschot (blauwe contour) en stedelijk instituut SIBA (groene contour) in het gebied. In eerste fase kan op korte termijn de uitbouw ten zuiden van de Heilaak gebeuren: de randvoorwaarde voor de realisatie van de randparking op het terrein van SIBA kan immers nageleefd worden. Een deel van het recreatiegebied – de stroken aansluitend ten zuiden van de Heilaak – wordt reeds ingericht als onderdeel van het landschapspark.

In tweede fase beoogt de stad de ontwikkeling van het landschapspark in verschillende stappen. Hierbij moet vermeld worden dat voor deze gronden de huidige gewestplanbestemming ‘parkgebied’ wordt hernomen binnen het RUP. Het RUP zorgt bovendien voor de randvoorwaarden m.b.t. de uitbouw van het trage wegennetwerk en de verbindende functies van het park (groenblauwe corridor, verweving functies). Een groot deel van het landschapspark (tot ca. 40%) kan gerealiseerd worden door de verwerving van de perceelsdelen binnen de rode contour. De stad Aarschot wenst de gronden te verwerven, doch omwille van de beoogde fasering wordt aan de opmaak van dit RUP nog geen onteigening gekoppeld.

Page 34: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 34 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

4.3 De watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 (en wijziging 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Sinds 1 maart 2012 is een aangepast uitvoeringsbesluit watertoets in werking. De verplichtingen houden in dat de beslissende overheid voor een bepaald programma, plan of vergunning, nagaat of het programma, het plan of de vergunning enige invloed heeft op het watersysteem (waterkwaliteit en waterkwantiteit alsook oppervlaktewater als grondwater). Met het decreet wordt o.m. de verplichting opgelegd dat een bestemmingsplan de bespreking omvat m.b.t. de in het plan vervatte ontwikkeling in functie van de watertoets. De mogelijke nadelige gevolgen voor het watersysteem en het menselijk gebruik ervan dienen aangegeven te worden, evenals voorstellen tot maatregelen die genomen worden.

De watertoets op zich is een beoordeling die gebeurt door de vergunningverlenende overheid. In een RUP met plan-mer-screening worden de “elementen ter beoordeling van effecten op het watersysteem ten behoeve van de watertoets” opgenomen.

Mogelijke nadelige effecten voor het milieu, dewelke voortvloeien uit de verandering van de toestand van (bestanddelen van) het watersysteem, dienen afgewogen t.a.v. de bestaande toestand. De watertoets wordt verder uitgewerkt in het kader van de plan-MER-screening, toegevoegd in bijlage 1.

4.4 Screening van de plan-MER-plicht

De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007.

De regelgeving voorziet dat overheden die een plan met mogelijke aanzienlijke milieueffecten willen opmaken, eerst de milieueffecten ervan en de eventuele alternatieven in kaart moeten brengen. Door in de planfase reeds rekening te houden met mens en milieu, voorkomt men dat pas in een vergevorderd stadium aan het licht komt dat een specifiek project niet haalbaar is.

In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP ‘Grote Laakweg’ wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. Het verzoek heeft betrekking op het voorontwerp RUP dat verzonden zal worden i.f.v. de plenaire vergadering.

Overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de stad Aarschot) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties:

- 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben;

- 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit.

4.4.1 Adviesvraag dienst Milieueffectrapportagebeheer (dienst Mer)

Op 25/10/2016 werd hiertoe een adviesvraag geformuleerd aan de dienst Milieueffectrapportagebeheer. Op 18/11/2016 werd door de dienst Mer een selectie van de relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek naar de plan-MER-plicht dienen aangeschreven te worden, meegedeeld (zie § 6.7).

Page 35: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 35 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

4.4.2 Adviezen verzoek tot raadpleging

Een verzoek tot raadpleging werd op xxx ter advies verstuurd aan de aangegeven instanties. De tabel in § 6.10 geeft een overzicht van de ontvangen adviezen en hoe de screening en het RUP hier verder mee zijn omgegaan.

4.4.3 Conclusie screening

Op basis van de op dit moment beschikbare informatie kan worden besloten dat voor het RUP “Grote Laakweg” te Aarschot, er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn, niet ten aanzien van de bestaande toestand, noch ten aanzien van de referentietoestand. Het RUP dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 27/04/2007.

4.4.4 Beslissing dienst Mer omtrent noodzaak plan-MER

Op basis van de ontvangen adviezen werd op 5/7/2017 een definitief screeningsdossier verzonden aan de dienst Mer. Op xxx werd de beslissing van de dienst Mer ontvangen: het voorgenomen plan geeft geen aanleiding tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en de opmaak van een plan-MER is niet nodig. De nota screening van de plan-MER-plicht en de beslissing van de dienst Mer zullen worden toegevoegd in bijlage.

De nota screening van de plan-MER-plicht en de beslissing van de dienst Mer worden toegevoegd in bijlage 1.

Page 36: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 36 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

5 Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften

5.1 Verordenend grafisch plan

De elementen uit de visie worden vertaald naar een verordenend grafisch plan. Het grafisch plan geeft aan voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is. Het grafisch plan moet samen gelezen worden met de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer.

5.2 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

De elementen uit de visie worden eveneens vertaald naar verordenende stedenbouwkundige voorschriften.

Door middel van algemeen geldende bepalingen worden verplichtingen opgelegd inzake onder meer:

- duurzaamheid;

- waterhuishouding;

Specifieke stedenbouwkundige voorschriften worden geformuleerd voor de verschillende bestemmingszones aangeduid op het grafisch plan:

Categorie van gebiedsaanduiding Bestemming

Recreatie Art. 1. Bouwvrije zone voor recreatie

Art. 2. Zone voor recreatie (met bouwmogelijkheden)

Gemengd open ruimte gebied

Art. 3. Bouwvrije zone voor landschapspark

Art. 4. Zone voor landschapspark (met bouwmogelijkheden)

Lijninfrastructuur Art. 5. Indicatieve tracés voor de inrichting van wegen en trage wegen (overdruk)

De stedenbouwkundige voorschriften geven aan welke de bestemming, de inrichting en/of het beheer is voor de corresponderende bestemmingszone.

5.3 Limitatieve opgave van de op te heffen voorschriften

5.3.1 Gewestplan Aarschot-Diest

Volgende in het gewestplan van Aarschot-Diest (K.B. 7.11.1978) geldende voorschriften worden opgeheven met de voorschriften van dit RUP:

- Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

- Parkgebieden:

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

5.3.2 Gemeentelijk RUP Elisabethlaan

Volgende in het RUP Elisabethlaan (B.D. 13.12.2007) geldende voorschriften worden opgeheven met de voorschriften van dit RUP:

Page 37: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 37 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

- Zone voor openbaar nut (art.9)

- Zone voor buffer (art.12)

- Indiciatieve aanduiding langzaam verkeersroute (art. 18)

5.4 Ruimtebalans

Het RUP heeft een totale oppervlakte van ca. xxha xxa xxca. Hierna wordt de ruimtebalans in de juridische situatie gegeven.

5.5 Register m.b.t. planbaten, planschade, bestemmings-wijzigingscompensatie en compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (grafisch register: bijlage 4)

Artikel 2.2.2, §1, eerste lid, 7°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verplicht in voorkomend geval de opname van een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1 van deze Codex, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van deze Codex, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

“Deze regeling is puur planologisch van aard: zij betreft enkel de aanwijzing van percelen waarop een bestemmingswijziging of een overdruk wordt aangebracht die in beginsel kan leiden tot een planbatenheffing of één van de genoemde vergoedingen. Bij de planopmaak moet geen onderzoek worden verricht naar de eigendomsstructuur betreffende deze percelen, naar de aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing, naar het voorhanden zijn van uitzonderingsgronden inzake genoemde vergoedingen etc… Zulks zou het planproces uitermate vertragen en bezwaren. (MvT, Parl. St., Vl. Parl., 2008-09, nr. 2011/1, p. 40)”.

5.5.1 Planschade

Artikel 2.6.1. van de codex stelt: “§2. Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen” en “§3. Voor de toepassing van planschadevergoeding moet bovendien aan volgende criteria samen worden voldaan op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve plan: 1°het perceel moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg overeenkomstig artikel 4.3.5, §1; 2°het perceel moet stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing in aanmerking komen; 3°het perceel moet gelegen zijn binnen een bebouwbare zone zoals bepaald in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; 4°enkel de eerste 50 meter vanaf de rooilijn komt in aanmerking voor planschade.”

In bepaalde gevallen is geen planschadevergoeding verschuldigd, opgesomd in artikel 2.6.1, §4.

Page 38: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 38 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

5.5.2 Planbaten

Artikel 2.6.4 van de codex geeft de bestemmingswijzigingen aan die aanleiding kunnen geven tot een planbatenheffing: “Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op een perceel één of meer van de hiernavolgende bestemmingswijzigingen doorvoert”. In bepaalde gevallen is geen planbatenheffing verschuldigd, opgesomd in artikel 2.6.5 en artikel 2.6.6.

5.5.3 Bestemmingswijzigingscompensatie en compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften

In art. 6.2.1. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid staat het volgende vermeld: “een bestemmingswijzigingscompensatie is een gewestelijke, perceelsgebonden, financiële en subsidiaire compensatie voor de kapitaalschade ten gevolge van […] een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding "landbouw" valt, omzet naar een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding "reservaat en natuur", "bos" of "overig groen" valt.”

In art. 6.3.1. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid staat het volgende vermeld: “een compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften is een gewestelijke, perceelsgebonden, financiële en subsidiaire compensatie voor de kapitaalschade ten gevolge van gewestelijke, provinciale of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg […], dewelke op een agrarisch gebied of op een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding "landbouw" valt, meer beperkingen op het vlak van de economische aanwending van de grond opleggen dan redelijkerwijs geduld moet worden in het algemeen belang en ter vrijwaring van de op de vooravond van de beperkingen bestaande basismilieukwaliteit […], en door de naleving van de voorschriften van de Vlaamse regelgeving omtrent milieu en natuur. Indien de kapitaalschade voortvloeit uit een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg, is aan het criterium, vermeld in het eerste lid, slechts voldaan, en wordt de compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften slechts toegekend, indien beide hiernavolgende vereisten zijn vervuld: 1° de aangebrachte overdruk betreft een nieuwe overdruk die nieuwe beschermingsvoorschriften betreffende inrichting en beheer oplegt; 2°de aangebrachte overdruk betreft de overdruk "ecologisch belang", "ecologische waarde", "overstromingsgebied", "reservaat" of "valleigebied ", of een vergelijkbare, door de Vlaamse Regering aangewezen, overdruk.”

Page 39: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 39 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6 Bijlage 1: Plan-MER-screening

6.1 Kadering

In het kader van de wettelijke verplichting3 voor het RUP ’Grote Laakweg’ te Aarschot wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (stad Aarschot) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties:

1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben;

2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het plangebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst MER, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst MER een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan.

Overeenkomstig bovenvermeld besluit vragen wij u om binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van voorliggend verzoek tot raadpleging uw advies omtrent de plan- MER-plicht van het RUP "Grote Laakweg" over te maken aan Antea Group, optredend in naam van de initiatiefnemer nl. de stad Aarschot, op volgend adres:

Antea Group

Roderveldlaan 1

2600 Antwerpen

t.a.v. Dirk Bosmans

3 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007.

Page 40: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 40 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.2 Beschrijving plan en situering plangebied

6.2.1 Initiatiefnemer

Het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Aarschot is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grote Laakweg’, en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.

6.2.2 Planomschrijving - globaal

In het plangebied is de huidige recreatieve infrastructuur (voetbalterreinen, kantine en parking) onvergund aanwezig. Deze elementen kunnen bijgevolg ook geen deel uitmaken van de referentiesituatie die gebruikt wordt om de eventuele effecten van het plan in te schatten. Aangezien het voorliggend RUP deze elementen wil zone eigen maken, en indien er nieuwe gebouwen worden gerealiseerd de bestaande verplicht zullen worden afgebroken, moeten deze als nieuwe ontwikkelingen beschouwd worden. De situatie zonder de huidige aanwezige infrastructuur zal als de referentiesituatie beschouwd worden.

Voor een situering van het plangebied wordt verwezen naar paragraaf 1.2 in de toelichtingsnota. Een omschrijving van de doelstellingen en visie van het RUP wordt gegeven in hoofdstuk 3. Het eigenlijke grafisch plan is opgenomen bij de toelichtingsnota.

6.2.3 Planomschrijving – programma en doelen in relatie tot milieueffecten

Het is belangrijk mee te geven dat het RUP is opgemaakt in wisselwerking met het milieueffectenonderzoek. Tijdens het uitwerken van deelzones en voorschriften heeft het RUP reeds een eerste toetsing gedaan aan kwetsbaarheden inzake de verschillende milieuthema’s en hier mee rekening gehouden bij het formuleren van voorschriften. In de bepaling van milieueffecten verder in deze screening wordt er hier per discipline op ingegaan.

Page 41: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 41 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.3 Bepalen van de plan-MER-plicht

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen.

Er geldt enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden:

Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)?

>> RUP’s vallen onder deze definitie;

Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM?

>> dit is het geval indien:

- Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project;

- Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.

Een RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt, het RUP “Grote Laakweg” valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM.

Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht?

>> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen:

- Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist):

Plannen die het kader vormen voor projecten die vallen onder het toepassingsgebied van de bijlage I en II van het project-MER-besluit uit 2004 en projecten die vallen onder het toepassingsgebied van het op 29 april 2013 in werking getreden ‘besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening’ én niet gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde);

Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden.

- Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht”.

- Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant).

Page 42: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 42 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Het RUP ‘Grote Laakweg’ vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in de bijlage III van het project-mer-besluit van 10 december 2004 en wijziging 2013:

Het is niet uit te sluiten dat het RUP ‘Grote Laakweg’ betrekking heeft op een project vermeld in Bijlage III van het BVR van 10/12/2004 en wijziging van 1 maart 2013. Het RUP vormt mogelijk het kader voor projecten onder één van de rubrieken van Bijlage III van het project-m.e.r.-besluit van maart 2013, namelijk ‘10b stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen’ en ‘10e aanleg van wegen’. Er kan thans gemotiveerd worden dat het RUP het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau, omdat het handelt over de bestendiging en plaatselijke uitbreiding van een lokale zone voor sport en recreatie, waarbij ook de nodige beperkte parkeerterreinen ontsluitingsinfrastructuur en gebouwen voorzien worden. Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht.

6.4 Beschrijving van de referentiesituatie

De huidige recreatieve infrastructuur (voetbalterreinen, gebouw met kantine en kleedkamers en parking) is onvergund en zonevreemd aanwezig. De situatie zonder de huidige aanwezige infrastructuur zal aldus als de referentiesituatie beschouwd worden. Naast de referentiesituatie zal ook de bestaande toestand besproken worden waar relevant. Het voorliggend RUP wenst de bestemming te wijzigen zodanig dat de bestaande elementen zone-eigen worden en de evolutie, aanpassingen en uitbreidingen binnen de geëigende bestemmingszones kunnen gebeuren. Naast bestaande elementen zijn bijgevolg ook nieuwe ontwikkelingen mogelijk.

6.5 Potentiële milieueffecten van het plan

6.5.1 Bodem en grondwater

6.5.1.1 Referentiesituatie Bestaande toestand

Het plangebied is voornamelijk gelegen op kleibodems van de alluviale vlakten van Demer en de Laak:

- sEep: Sterk gleyige kleibodem zonder profiel met substraat.

- Eep: Sterk gleyige kleibodem zonder profiel zonder substraat.

- sPep: Natte licht zandleembodem zonder profiel met substraat.

- sPdp: Matig natte licht zandleembodem zonder profiel met substraat

- Scf: Matig droge lemig zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont zonder substraat

- OB: Bebouwde zone met antropogene bodem.

Figuur 6-1 toont de bodemkaart van de omgeving.

Page 43: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 43 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-1. Bodemkaar van de planomgeving. Groen: Kleibodems, Geel: zandleembodems, Rood:lemige zandbodem. Bron: Geopunt

Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen (toestand 21/03/2016) blijkt dat er in het noorden van het plangebied aan de N10 een beschrijvend en oriënterend bodemonderzoek is gedaan in 2007, en ten zuiden van de Grote Laakweg een oriënterend bodemonderzoek in 2011. Ook zijn er in de buurt van het plangebied nog een aantal saneringen en bodem onderzoeken gebeurt (zie Figuur 6-2).

Figuur 6-2: Bodemonderzoeken ter hoogte van het plangebied. (Bron: OVAM, Afdeling Bodemsanering en Attestering, toestand 05/07/2016.

Page 44: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 44 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Grondwater

De grondwaterkwetsbaarheidskaart geeft de risicograad aan van verontreiniging van het grondwater in de bovenste waterlaag door stoffen die van op de bodem in de grond dringen. Hiermee wordt de bovenste laag bedoeld waaruit eventueel op commerciële wijze water kan onttrokken worden. De drie belangrijkste factoren die de kwetsbaarheid kunnen bepalen zijn: de doorlaatbaarheid van de watervoerende laag, de dikte/doorlaatbaarheid van de deklaag en de dikte van de onverzadigde zone.

Geheel het plangebied bevind zich in een zone die als zeer kwetsbaar (Ca1) wordt aangeduid.

Tabel 6-1: Kwetsbaarheidsklasse Ca1

Ca1

Deklaag =< 5 m en/of zandig

Kwetsbaarheidsschaal Zeer kwetsbaar

Onverzadigde zone =< 10 m

Watervoerende laag Zand

Grondwaterwinning

De effecten van grondwaterwinningen hangen eerst en vooral af van het aantal winningen en het debiet en de duur van de betreffende winningen. In gespannen watervoerende lagen (gespannen grondwater stroomt van hoge druk naar lage druk) leidt overmatig onttrekken van grondwater tot drukverlagingen. Hierdoor kan dan ook de grondwaterstroming veranderen4.

Daarnaast speelt de grootte en de karakteristieken van de watervoerende laag (waaruit wordt onttrokken) evenals de voeding van deze laag een belangrijke rol.

Er bevindt zich een grondwaterbeschermingszone op circa 600 meter ten zuidoosten van het plangebied, met name dat van grondwaterwinning Weerderlaak-Schoonhoven (zie Figuur 6-3).

4 Anoniem (2006). Grondwaterbeheer in Vlaanderen: het onzichtbare water doorgrond. Vlaamse Milieumaatschappij. Aalst. 150 p.

Page 45: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 45 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-3: Grondwaterwingebieden en beschermingszones. Bron: Geopunt.

Wat grondwaterwinningen betreft bevinden zich er geen grondwaterwinningen in het plangebied, maar op een straal van 500 meter rond het plangebied bevinden zich er 4 vergunde winningen.

Exploitant Diepte Aquifer Vergund dagdebiet

Vergund jaardebiet

Inter beton 30 m Mioceen Aquifersysteem

90 m³ 21000 m³

Duracel Batteries 100 m Ledo Paniseliaan Brusseliaan Aquifersysteem

260 m³ 45000 m³

Renier Natuursteen

30 m Mioceen Aquifersysteem

96 m³ 2000 m³

Goossens Jo 116 m Ieperiaan aquitardsysteem

/ /

Page 46: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 46 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-4: Grondwaterwinningen in de buurt van het plangebied. Bron DOV.

Grondwaterstroming

De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies: tunnels, schachten, kelders, ondergrondse garages, damwanden, kwelschermen e.d. Voor dergelijke constructies zijn meestal ook uitgravingen nodig, en vaak gaat de aanleg of de instandhouding ervan ook gepaard met het onttrekken van grondwater door drainering, tijdelijke bemaling of permanente bemaling5.

Wat de grondwaterstromingsgevoeligheid betreft is het plangebied grotendeels gelegen in een zone die aangeduid wordt als zeer gevoelig (type 2) en voor een klein deel in matig gevoelig.

5 Toelichting bij de kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden ten behoeve van de watertoets. (AGIV & CIW)

Page 47: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 47 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-5. Grondwatersromingsgevoeligheid van het plangebied en zijn omgeving.

Infiltratiegevoeligheid

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur.

De kaart met infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden zijnde gebieden met infiltratiegevoelige bodems en gebieden met niet-infiltratiegevoelige bodems.

De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden wat het grondwater betreft, zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.

Het plangebied is grotendeels niet infiltratiegevoelig, met uitzondering van beperkte infiltratiegevoelige delen in het noorden en zuiden.

Page 48: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 48 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-6:Infiltratiegevoeligheid van het plangebied. Bron: Geopunt.

Erosiegevoeligheid

De erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets is een tussenproduct binnen de studie ‘verfijning van de bodemerosiekaart’, uitgevoerd door de onderzoeksgroep fysische en regionale geografie van de K.U. Leuven in opdracht van de toenmalige afdeling Land van AMINAL – heden ALBON genoemd.

De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan ALBON.

Het plangebied is grotendeels niet erosiegevoelig, met uitzondering van een aantal verspreide fragmenten.

Figuur 6-7: Erosiegevoeligheid. Bron: Geopunt.

Page 49: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 49 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.1.2 Referentietoestand

In de referentietoestand zijn de parking, het gebouw met de kantine en de kleedkamers en de voetbalterreinen niet aanwezig. Er wordt echter geen wezenlijk verschil verwacht met de bespreking van de bestaande toestand. De zone van de parking en het gebouw zal echter nog niet verstoord zijn, maar dit is ook op de bodemkaart ook zo aangegeven.

6.5.1.3 Mogelijke effecten

Ten aanzien van de discipline bodem en grondwater kan de effectbespreking voor de bestaande toestand en de referentietoestand samen genomen worden. Effecten op profielverstoring en –vernietiging

Door uitvoering van het RUP kan verdichting en profielverstoring optreden.

Bij ingrepen in de bodem, bijvoorbeeld ten gevolge van bebouwing, kan het bodemprofiel verstoord worden. De bodems in het plangebied zijn echter allen in de klasse ‘p’ ingedeeld, wat betekent dat ze niet gevoelig zijn voor profielvernietiging door dat ze geen profielontwikkeling hebben. Er kan dus geoordeeld worden dat er geen aanzienlijke effecten zullen optreden met betrekking tot profielverstoring.

Het RUP maakt recreatieve voorzieningen mogelijk waardoor er plaatselijk op kleine schaal verontreiniging kan voorkomen, naar aanleiding van mogelijke calamiteiten. Indien de milieuwetgeving nageleefd wordt en adequaat gereageerd wordt op voorkomende calamiteiten, zijn er geen negatieve effecten te verwachten op de bodem- en grondwaterkwaliteit.

Bovendien wordt er van uitgegaan dat bij grotere werken, waarbij het grondverzet meer dan 250m³ bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven bodem zal uitgevoerd worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders.

Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen vermeld staan.

Beperkte ondergrondse constructies zoals funderingen en nutsleidingen zijn toegelaten. Gezien de beperkte omvang van deze ondergrondse constructies en gezien de matige gevoeligheid van beide gebieden voor grondwaterstroming, kan redelijkerwijze aangenomen worden dat het grondwater zich rond of onder de constructies kan verplaatsen. Er worden dan ook geen significante effecten verwacht.

Er zijn slechts een beperkt aantal erosiegevoelige fragmenten binnen de afbakening van het plangebied. Er zijn ten gevolge van de geplande activiteiten in het plangebied geen aanzienlijke gevolgen op erosie te verwachten.

Op ca. 500m van het plangebied zijn er 4 vergunde grondwaterwinningen gelegen. Gezien de aard van het voorgenomen plan en de afstand tot de winningen worden er geen significante effecten verwacht op de omliggende grondwaterwinningen.

Page 50: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 50 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.1.4 Conclusie

Er zijn vanuit de discipline bodem en grondwater geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, niet ten aanzien van de bestaande toestand, noch ten aanzien van de referentietoestand.

Page 51: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 51 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.2 Oppervlakte-en afvalwater

6.5.2.1 Referentiesituatie Bestaande toestand

Het plangebied situeert zich in het stroomgebied van de schelde, meer specifiek in het Dijlebekken, nabij de grens met het Demerbekken. Doorheen het plangebied lopen de Grote Laak en de Heillaak, welke beiden geklasseerd en van tweede categorie zijn. In het noorden van het plangebied ligt ook nog een niet geklasseerde waterloop.

Het stroomgebiedsbeheerplan van de Schelde voor 2016 – 2021 beschrijft de Grote Laak als volgt: “Ooit was de Grote Laak een onbevaarbare waterloop die zich ter hoogte van Bekaf in Aarschot van de Demer afsplitste om 15 km verderop te Ninde (Tremelo) in de Dijle uit te monden. Door de recht-trekking en dijkverhoging van de Demer en de aanleg van de westelijke ring in de jaren ‘70 raakte de Laak haar natuurlijke wateraanvoer kwijt en nu nog steeds wordt ze enkel gevoed door regen- en afvalwater, waardoor de waterloop er vaak troosteloos bijligt - vooral in het meest stroomopwaartse tracé in Aarschot-centrum.”

Ter hoogte van het plangebied lopen er drie acties die genomen worden in het kader van het stroomgebiedsbeheerplan van de Schelde voor 2016-2021 (goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 18/12/2015).

- 8A_C_532: Wegwerken van vismigratieknelpunten voor de Laak

- 8A_E_012: Analyse van hydromorfologische ontwikkelingsmogelijkheden en uitvoeren van meest gepaste structuurherstelmaatregelen op Laak te Aarschot.

- 9_C_009: Organiseren & coördineren van gebiedsgericht overleg in het kader van het Integraal project de Laak (deel van aandachtsgebied Dijle V).

Figuur 6-8: Waterlopen ter hoogte van het plangebied. Bron: Geopunt.

Overstromingsgevoeligheid

Het plangebied is grotendeels gelegen in mogelijk overstromingsgevoelige gebied, zie Figuur 6-9.

Page 52: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 52 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-9: Overstromingskaart 2014. Bron: Geopunt.

Het plangebied is gelegen in van nature overstroombaar gebied, maar niet in een signaalgebied (versie 25 juni 2015) of recent overstroomd gebied.

Figuur 6-10: Van nature overstroombare gebieden (NOG) en recent overstroomde gebieden (ROG). Bron: Geopunt)

Afvalwater

Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief beheerd).

De woningen aan de rand van het plangebied zijn aangesloten op het centrale gebied. In het midden van het plangebied zelf zijn er twee clusters collectief te optimaliseren buitengebied gelegen, en in het noorden één individueel te optimaliseren buitengebied -IBA- gepland. Net buiten het plangebied zijn nog eens twee individueel te optimaliseren buitengebied -IBA- gepland nabij de spoorweg, en scholen campussen van het Damiaaninstituut en het SIBA gelegen in een collectief geoptimaliseerd buitengebied. Zie Figuur 6-11.

Page 53: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 53 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Het plangebied is gelegen in het zuiveringsgebied van Aarschot.

Figuur 6-11: Zoneringsplan afvalwater ter hoogte van het plangebied.

6.5.2.2 Referentiesituatie

In de referentietoestand zijn de parking, het gebouw met de kantine en de kleedkamers en de voetbalterreinen niet aanwezig. De verhardingsgraad is aldus beperkter in de referentietoestand dan in de bestaande toestand. Het gaat echter om een zeer beperkte oppervlakte.

6.5.2.3 Mogelijke effecten

Ten aanzien van de discipline bodem en grondwater kan de effectbespreking voor de bestaande toestand en de referentietoestand samen genomen worden. De Grote Laak en de Heilaak lopen doorheen het projectgebied. Aangezien er een bouwvrije zone wordt voorzien langsheen weerskanten van de waterloop, wordt er geen aantasting van de waterloop verwacht door de uitvoering van het plan.

Het plangebied is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

Door uitvoering van het plan kunnen bijkomende verhardingen en bebouwing voorzien worden in bepaalde zones. Hierdoor daalt het infiltratievermogen van de bodem en ontstaat een verhoging van de versnelde afvoer van hemelwater. Dit heeft dan weer als gevolg dat het overstromingsrisico kan verhogen. De bodems in het plangebied worden evenwel grotendeels aangeduid als niet-infiltratiegevoelig. Het beperkte infiltratiegevoelige deel van de site (noordelijk) wordt echter aangeduid als niet-overstromingsgevoelig. De verharde oppervlakte zal beperkt worden in de stedenbouwkundige voorschriften. Hieruit dient in alle redelijkheid te geconcludeerd worden dat er weinig impact is, uitgezonderd voor de zones van de nieuwe gebouwen en verhardingen. Bovendien dient voldaan te worden aan de gewestelijke verordening inzake hemelwater en stellen de stedenbouwkundige voorschriften dat elke vergunningsaanvraag dient aan te tonen dat het project de nodige maatregelen omvat (zowel de tijdelijke maatregelen tijdens de werken als de permanente maatregelen na realisatie van de werken) om de (potentiële) invloed van het project op de het waterbergend vermogen te beperken en te voorkomen:

Page 54: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 54 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

- het waterbergend vermogen van de in de aanvraag betrokken gronden en van het plangebied in zijn totaliteit, inzonderheid dient tenminste behouden te worden;

- wijziging van natuurlijk overstroombare gebieden, grachten en waterlopen dienen beperkt te worden en gecompenseerd binnen het plangebied;

- reliëfwijzigingen en kunstmatige aanvullingen van het natuurlijke reliëf dienen beperkt te worden..

In het RUP wordt ervan uitgegaan dat elke stedenbouwkundige vergunning dient te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de provinciale verordening inzake hemelwater. De provinciale verordening is in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, in werking sinds 1 februari 2005 en gewijzigd/verstrengd in juli 2013. Het algemene uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk hergebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd. Indien infiltratie onmogelijk blijkt door voortdurend hoge grondwaterstanden of indien de doorlatendheidsfactor van de bodem te laag is, dient het hemelwater te worden gebufferd met vertraagde afvoer. Het plangebied situeert zich op een eerder vochtige zandlemige bodem en wordt hoofdzakelijk aangeduid als niet infiltratiegevoelig. Volgende bepalingen maken deel uit van de verordenende voorschriften van het RUP, en maken deel uit van de beschrijving van het plan:

- dat er voldoende plaats wordt voorzien voor wateropvang en/of –infiltratie, zodanig dat de natuurlijke waterberging verzekerd is en er geen significante oppervlakkige afvloei van hemelwater optreedt bij overvloedige neerslag (bijvoorbeeld via grachtensysteem);

- voorschriften met betrekking tot het voldoende voorzien van groenstroken en het beperken van verhardingen.

Er dient rekening gehouden te worden met de 5-meter erfdienstbaarheidszone van de waterlopen.

Afvalwater dient opgevangen in een collectief te optimaliseren afvalwatervoorziening. De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP stellen deze voorwaarde verplicht bij nieuwbouw, en bij uitbreiding of vervanging van de bestaande bebouwing.

6.5.2.4 Conclusie

Er zijn vanuit de discipline oppervlaktewater en afvalwater geen significante effecten te verwachten door uitvoering van het RUP, niet ten aanzien van de bestaande toestand, noch ten aanzien van de referentietoestand – er van uitgaande dat de geldende regelgeving in acht wordt genomen (gewestelijke verordening hemelwater, provinciale verordening hemelwater, …).

Page 55: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 55 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.3 Fauna en flora

6.5.3.1 Referentiesituatie Bestaande toestand

VEN- en natura-2000-gebied

Het plangebied is niet gelegen in een speciale beschermingszone (vogel- of habitat- richtlijngebied). Ten zuid oosten van het plangebied is het vogelrichtlijngebied De Demervallei gelegen.

Er bevinden zicht geen VEN/IVON gebieden in het plangebied, ten westen van het plangebied op ca. 5000 meter is het gebied De Demervallei ten westen van Aarschot gelegen.

Figuur 6-12: Aanduiding speciale beschermingszones ter hoogte van het plangebied. Bron: Geopunt

Figuur 6-13:VEN/IVON gebieden nabij het plangebied. Bron: Geopunt.

Natuurreservaten

Page 56: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 56 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Binnen het plangebied zijn geen natuurreservaten gelegen. Ook in de nabije omgeving zijn geen natuurgebieden aanwezig.

Biologische waarderingskaart

De biologische waarderingskaart (versie 2, 2014), is een inventaris opgemaakt door het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO) en vermeldt een biologische waardering voor de verschillende ecotopen binnen het onderzoeksgebied. De globale biologische waarde steunt op een aantal criteria (zeldzaamheid, kwetsbaarheid, natuurlijkheid en vervangbaarheid).

Het grootste deel van het deelplan is biologisch minder waardevol. Er is echter een strook biologisch zeer waardevol, een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen in het gebied gelegen, en fragmenten biologisch waardevolle gebieden.

De biologisch zeer waardevolle strook in het noorden van het plangebied is een bomenrij met dominantie van wilg met struweelopslag en houtkant met nitrofiel alluviaal elzenbos en vochtig eutroof wilgenstruweel aangegeven. Het noordelijk gedeelte van het plangebied worden verruigende graslanden en mesofiel hooiland aangegeven. Het complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen bestaat uit soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van half-natuurlijke graslanden en bermen perceelsranden,… met elementen van moerasspirearuigte. Voor de biologisch waardevolle gebieden wordt langs de spoorlijn in het westen van het plangebied worden soortenrijk permanent cultuurrassen met relicten van halfnatuurlijke graslanden aangegeven. En in het meest zuidwestelijke perceel worden naaldhoutaanplant en fijnspar aangegeven.

Figuur 6-14: Uittreksel uit de biologische waarderingskaart. bron: Geopunt.

Page 57: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 57 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.3.2 Referentiesituatie

In de referentietoestand zijn de parking, het gebouw met de kantine en de kleedkamers en de voetbalterreinen niet aanwezig. Ten aanzien van de aandachtsgebieden vormt dit geen wezenlijk verschil ten aanzien van de beschrijving van de bestaande toestand. Gezien in de referentiesituatie de voetbalvelden en bijhorende constructies en verhardingen niet aanwezig zijn, en gezien de bestemming als parkgebied, kan redelijkerwijze aangenomen worden dat de biologische waarde van het gebied hoger zou zijn. Anderzijds zijn binnen de bestemming parkgebied ook speel- en recreatieve voorzieningen mogelijk.

6.5.3.3 Mogelijke effecten ten aanzien van de bestaande toestand

Gezien de aard van de activiteiten (recreatieve voorzieningen), de tussenliggende afstand, en de tussenliggende bebouwing worden geen effecten verwacht op natura 2000 gebieden of VEN-gebieden. De opmaak van een (voortoets) passende beoordeling of (verscherpte) natuurtoets wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.

Binnen het plangebied zijn verschillende kleine landschapselementen aanwezig (zie beschrijving referentiesituatie). Verwijdering van bestaande kleine landschapselementen wordt niet uitgesloten door dit RUP, maar de stedenbouwkundige voorschriften stellen wel dat vergunningsaanvragen die betrekking hebben op het verwijderen van bestaande bomenrijen, houtkanten of grachten, slechts verleend kunnen worden voor zover de te verwijderen elementen volledig gecompenseerd worden binnen het plangebied. Bovendien beoogt het RUP herstel van een door de Heilaak gedragen samenhangende landschapsstructuur met natuurontwikkeling langs de waterloop, ter vervanging van de bestaande landschapsstructuur geënt op kadastrale perceelsgrenzen (perceelsrandbegroeiing).

Negatieve effecten op de bestaande biologische elementen worden gecompenseerd in de door het RUP voorziene aaneengesloten groenzones langs de Heillaak, waar verplichte groen- en natuurontwikkelingen zullen plaats krijgen. Bovendien worden de biologisch gezien meest waardevolle zones bestemd als groene zone. Er kan dus geconcludeerd worden dat er mogelijks effecten zijn op de biologische waarde volle landschapselementen, maar dat deze gecompenseerd zullen worden door nieuwe groen- en natuurontwikkeling en dat de meest waardevolle zones verankerd worden in een groene bestemming.

Inzake omgevingslawaai en luchtkwaliteit wordt het effect van het RUP als verwaarloosbaar beschouwd (zie discipline mens). Met betrekking tot hinder naar fauna en flora toe, wordt aangenomen dat de aanwezige fauna en flora reeds gewend is aan de huidige verstoringsfactoren.

Door bebouwing en het voorzien van recreatie kan extra verlichting echter zorgen voor een verstoring van de aanwezige nachtactieve fauna. Gezien de ligging van het plangebied nabij verlichte woonkernen worden hiervan geen significant negatieve effecten verwacht.

6.5.3.4 Mogelijke effecten ten aanzien van de referentietoestand

De effectbespreking ten aanzien van de bestaande toestand wordt grotendeels gesteund. Afwijkingen worden hieronder besproken. Mogelijke effecten ten aanzien van de biologische waarde van het gebied zullen groter zijn dan beschreven ten aanzien van de bestaande toestand, gezien aangenomen kan worden dat de bestaande voetbalvelden een parkachtige invulling zouden hebben. De noordelijke zone van het plangebied krijgt echter de bestemming ‘bouwvrije zone voor landschapspark’. Bovendien stellen de voorschriften dat de kleine landschapselementen enkel verwijderd kunnen worden indien ze gecompenseerd worden. Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht. Ten aanzien van hinderaspecten moet gesteld worden dat binnen het plangebied nog geen verstoringsbronnen aanwezig zijn, in tegenstelling tot de bestaande situatie. Langsheen de randen van het plangebied zijn echter verschillende verstoringsbronnen aanwezig. De omliggende wegenis

Page 58: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 58 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

en de spoorlijn zorgt voor geluidshinder. De omliggende gebouwen zorgen voor licht- en visuele hinder. De ligging nabij/in het stedelijk weefsel bepaald de luchtkwaliteit. Gedeeltelijke invulling van het gebied met recreatieve voorzieningen, zal zorgen voor een bijkomende verstoringsbron. Gezien de aard van de activiteiten wordt dit echter niet als aanzienlijk beschouwd.

6.5.3.5 Conclusie

Er zijn vanuit de discipline fauna en flora geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, niet ten aanzien van de bestaande toestand, noch ten aanzien van de referentietoestand.

Page 59: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 59 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.4 Landschap, erfgoed en archeologie

6.5.4.1 Referentiesituatie Bestaande toestand

Onroerend Erfgoed

Het agentschap Onroerend Erfgoed bereidt het onroerend erfgoedbeleid in Vlaanderen voor en voert het uit. Vanuit die optiek inventariseert en beschermt het gebouwen, landschappen, archeologische sites en varend erfgoed. Deze informatie wordt opgeslagen in de digitale inventaris onroerend erfgoed. Deze biedt informatie over bouwkundig erfgoed, archeologische vindplaatsen, erfgoedlandschappen, orgels, wereldoorlog erfgoed, tuinen en parken, maritiem en varend erfgoed.

Binnen het plangebied bevinden zich geen beschermingen.

In de omgeving van het plangebied bevind zich beschermd onroerend erfgoed. Ten zuidoosten van het plangebied is het sluisje op de Grote Laak beschermd onroerend erfgoed sinds 29-02-2000, en is de tuin van Villa Paula opgenomen in de inventaris historische tuinen en parken. Meer naar het zuidoosten is de historische stadskern van de stad Aarschot gelegen met een hoog aantal beschermd onroerend erfgoed.

Figuur 6-15: Onroerend erfgoed nabij het plangebied. Bron: Geoportaal onroerend erfgoed Vlaanderen.

Archeologie

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden.

Binnen het plangebied liggen geen gekende archeologische vindplaatsen. In de omgeving van het plangebied liggen vier vindplaatsen, allemaal op minimum ±300 meter van het plangebied, zie Tabel 6-2 en Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

Page 60: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 60 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Tabel 6-2. Vindplaatsen CAI in en nabij het plangebied. Bron: CAI Agentschap Onroerend Erfgoed

Figuur 6-16. Vindplaatsen CAI in en nabij het plangebied. Bron: CAI Agentschap Onroerend Erfgoed

6.5.4.2 Referentiesituatie

In de referentietoestand zijn de parking, het gebouw met de kantine en de kleedkamers en de voetbalterreinen niet aanwezig. Dit betekent dat het landschapsbeeld bepaald wordt door de bestemming als parkgebied, en niet door de reeds aanwezige recreatieve infrastructuur. Qua erfgoedwaarden is er geen verschil tussen beiden referentietoestanden.

6.5.4.3 Mogelijke effecten

Ten aanzien van de discipline bodem en grondwater kan de effectbespreking voor de bestaande toestand en de referentietoestand samen genomen worden. Erfgoed

Nr CAI Naam Datering Omschrijving Afstand tot plangebied (richting)

161570 Middeleeuwse stadsomvalling

Late middeleeuwen

Stadsomwalling die bestond uit muren, wallen en ringgrachten

+- 300 m (Z)

163599 Hof te Stade Late middeleeuwen

Site met walgracht +- 650 m (O)

163613 Windmolen Late middeleeuwen

Molen +- 750 m (N)

163594 Lararij 1 Late middeleeuwen

Lazarij +- 700 m (NO)

Page 61: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 61 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Er zijn geen beschermde erfgoedwaarden of relicten gelegen binnen of nabij het plangebied. Er worden dan ook geen effecten verwacht ten aanzien van erfgoedwaarden door de uitvoering van het RUP.

Archeologie

De ondergrond binnen het plangebied kan beschouwd worden als bodemarchief, waar voorzichtig mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische waarden. De verdere invulling van het plangebied kan vergraving met zich meebrengen. Hierdoor bestaat een potentiële kans op het verstoren van archeologische waarden, wat een significant negatief effect zou betekenen indien dit zich zou voordoen.

Het plangebied is niet gelegen in een archeologische zone, en binnen het plangebied zijn geen gekende archeologische vindplaatsen. Ten zuidoosten van het plangebied is de vastgelegde archeologische zone historische stadskern van Aarschot gelegen, en zijn er een aantal vindplaatsen. Vondsten zijn niet uit te sluiten, noch te voorzien zonder bijkomend archeologisch onderzoek. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen kan dus enkel met verder onderzoek worden vastgesteld.

Sinds 1 juni 2016 is het onderdeel archeologie van het Onroerend Erfgoeddecreet van kracht. Door het in werking treden van dit decreet is het mogelijk dat bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag een bekrachtigde archeologienota moet zitten. De verplichting is afhankelijk van een aantal criteria en drempels. Dit dient in de projectfase onderzocht te worden. Of je verplicht bent een archeologienota toe te voegen aan de vergunningsaanvraag is onder meer afhankelijk van de totale oppervlakte van de percelen, de oppervlakte van de geplande bodemingrepen, de ruimtelijke bestemming van het terrein en de ligging binnen of buiten een archeologische zone uit de vastgestelde inventaris of binnen een beschermde archeologische site.

Daarnaast is ook de vondstmeldingsplicht van toepassing. Iedereen die, op een ander moment dan bij het uitvoeren van een archeologisch vooronderzoek, een archeologische opgraving of het gebruik van een metaaldetector, een roerend of onroerend goed vindt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het archeologische erfgoedwaarde heeft, is verplicht daarvan binnen drie dagen aangifte te doen bij het agentschap. De Vlaamse Regering kan de nadere regels daarvoor bepalen.

Gezien er voldoende huidige en toekomstige regelgeving is inzake archeologie worden er geen significante effecten verwacht.

6.5.4.4 Conclusie

Er zijn vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie geen significante effecten te verwachten door uitvoering van het RUP ervan uitgaande dat de geldende regelgeving in acht wordt genomen. Dit geldt zowel voor een toetsing aan de bestaande toestand als aan de referentietoestand.

Page 62: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 62 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.5.5 Mens

6.5.5.1 Referentiesituatie Bestaande toestand

Functies

Het plangebied omvat de functies:

- recreatie: gemeentelijke voetbalvelden, hondenvereniging, bijhorende infrastructuur;

- gemeenschapsvoorzieningen: schoolvoetbalveld Damiaaninstituut en schoolvoetbalveld Stedelijk Instituut SIBA

- weiland: niet voor recreatie gebruikte zones / akkerland 1 enkel perceel in de zuidwesthoek van het plangebied.

Mobiliteit

Fietsnetwerk

Langsheen de spoorweg loopt een bestaand fietspad dat in de toekomst deel zal uitmaken van fietssnelweg van Leuven via Aarschot naar Diest (bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, goedgekeurd door deputatie op 14 januari 2016).

Figuur 6-17. Fietssnelwegen in de omgeving van het plangebied. Bron: Provincie Vlaams-Brabant.

Recreatief fietsroutenetwerk

Het bovenlokaal fietsroutenetwerk van de provincie Vlaams-Brabant werd op 4 juni 2002 definitief goedgekeurd door de provincieraad. Het omvat 1800km trajecten die aansluiten bij de netwerken van de aangrenzende provincies in Vlaanderen.

Het fietspad langs de spoorweg is een route van het fietsknoopunten netwerk. Het plangebied is gelegen aan de route tussen de knooppunten 10 en 48.

Page 63: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 63 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-18: Fietsknooppuntennetwerk. Bron: fietsrouteplanner.vlaanderen-fietsland.be

Openbaar vervoer

Het plangebied is goed ontsloten door openbaar vervoer. Het centrum van Aarschot wordt bediend door verschillende buslijnen en een treinstation. In de directe nabijheid van het plangebied zijn de halte Bareel, Heilaakstraat, Damiaaninstituut en Atheneum gelegen. Deze haltes worden telkens door minimaal 7 buslijnen bediend.

Page 64: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 64 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-19: Aanduiding busnetwerk Aarschot. Bron: De Lijn

Buurt- en voetwegen De atlassen van de Buurtwegen werden opgemaakt in opvolging van de wet van 10 april 1841. Deze wet op de buurtwegen is nog steeds van kracht.

Figuur 6-20: Uittreksel uit de atlas van de Buurt en Voetwegen. Bron: Geopunt

Volgende buurt- en voetwegen liggen deels in of grenzen aan het plangebied : - Buurtweg nr. 117 (Grote Laakweg)

Page 65: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 65 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

- Route de Lierre à Aerschot (Herseltsesteenweg). Parking De bestaande parkeerplaatsen voor voetbalactiviteiten bevinden zich op het sitedeel dat ontsloten wordt via de Grote Laakweg. Een grote parking langsheen de weg omvat ca. 100 parkeerplaatsen, een kleinere parking dieper in het gebied omvat een 40-tal parkeerplaatsen. Bij piekmomenten wordt geparkeerd op het E-veld (voetbalveld) bij gebrek aan bijkomende parkeerruimte. Vooraan de hondenclubs langsheen de Grote Laakweg, bevindt zich een strook voor bijkomend 20-tal parkeerplaatsen. De Laakweg zelf heeft een smal profiel met ca. 3m verharde rijstrook waardoor er niet op de weg geparkeerd mag worden. Met onverharde bermen van ca. 2x0,5m, kan er bijgevolg ook niet geparkeerd worden langs de weg. Naast de recreatiesite zelf beschikken de scholensites Daminaaninstituut en Stedelijk instituten SIBA en SIMA in de directe omgeving van het plangebied over verschillende parkeermogelijkheden op ca. 100m afstand van de recreatiesite. De parkeerzone van SIBA is rechtstreeks verbonden met de toegang van de recreatiesite via de Grote Laakweg dmv. een bruggetje over de Grote Laak. Hinder, gezondheid en veiligheid

Lucht

Voor een beschrijving van de luchtkwaliteit in de huidige situatie werd beroep gedaan op de ATMOSYS-kaarten (beschikbaar op de website http://atmosys.eu/faces/services-annual-maps.jsp) met waarden uit 2013, en VMM kaarten (beschikbaar op de website http://geoloket.vmm.be/RUP/map.phtml) met waarden uit 2010-2012. De resultaten zijn weergegeven op onderstaande figuren en samengevat in onderstaande tabel.

- NO2 jaargemiddelde: Deze laag visualiseert de jaargemiddelde concentratie van NO2. Vanaf een jaargemiddelde concentratie van 40 µg/m³ is de norm overschreden. Dit gebeurt voornamelijk op verkeersintensieve plaatsen.

- PM10 jaargemiddelde: Deze laag visualiseert de jaargemiddelde concentratie van PM10. Vanaf een jaargemiddelde concentratie van 40 µg/m³ is de norm overschreden. Dit laatste gebeurt voornamelijk in de gekende probleemgebieden (hotspots).

- PM2,5: Immissiegrenswaarden volgens Vlarem II (=toekomstige grenswaarde): 25 µg/m³ vanaf 2015 en 20 µg/m³ vanaf 2020.

Uit de figuren blijkt dat de luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied normaal is. Er werden uitgemiddeld geen normoverschrijding voor de parameters PM10, PM2,5, en NO2 vastgesteld

Polluent Grenswaarde µg/m³ Plangebied

NO2 en NOx 40 16 – 20 µg/m³

Fijn Stof (PM10) 40 26 – 20 µg/m³

Fijn Stof (PM2,5) 25 (20 in 2020) 11 – 12 µg/m³

Page 66: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 66 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-21: Gemiddelde NO2 (µg/m³) voor 2014. Bron: VMM

Figuur 6-22: Gemiddelde PM10 (µg/m³) voor 2014. Bron VMM.

Page 67: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 67 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-23: Gemiddelde PM2,5 (µg/m³) voor 2014. Bron VMM.

Geluid

Aan de hand van beschikbare geluidskaarten (Bron: LNE) wordt eventuele geluidshinder in of nabij het plangebied verduidelijkt. Het plangebied ondervindt geluidshinder vanwege spoorverkeer op spoorlijn 35 Leuven – Aarschot – Hasselt. Tevens ondervindt het plangebied hinder van de aangrenzende gewestweg N10.

Figuur 6-24: Geluidshinder vanwege spoorverkeer. Bron Geopunt.

Page 68: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 68 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Figuur 6-25: geluidshinder vanwege wegverkeer. Bron: Geopunt.

Veiligheid

Wat de veiligheid betreft, werd gekeken naar de database van de overheid die de Seveso-bedrijven weergeeft in de omgeving. Onder Seveso-bedrijf wordt verstaan:

• site waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd (ontvlambaar, giftig, ontplofbaar);

• site waar zulke stoffen behandeld worden;

• site waar gevaarlijke stoffen opgeslagen en verdeeld worden.

Er zijn geen Seveso-inrichtingen gelegen binnen een straal van 2km rondom het plangebied. Er zijn ook geen leidingen of hoogspanningslijnen gelegen nabij het plangebied.

6.5.5.2 Referentiesituatie

In de referentietoestand zijn de parking, het gebouw met de kantine en de kleedkamers en de voetbalterreinen niet aanwezig. De aanwezige functie beperkt zich tot park. Ten aanzien van mobiliteit zijn de parkeergelegenheden in het gebied eveneens niet aanwezig. Parkeergelegenheden beperken zich tot de zone langs de Grote Laakweg.

6.5.5.3 Mogelijke effecten ten aanzien van de bestaande toestand

Functies

Door uitvoering van het RUP zullen er geen functies aan het plan worden toegevoegd. De bestaande functies zullen worden bevestigd en herverdeeld over het plangebied.

Mobiliteit

Er kan gesteld worden dat het plangebied door de ligging centraal in het stedelijk gebied en aansluitend op het stadscentrum van Aarschot op een aanvaardbare manier is ontsloten met het openbaar vervoer en goed is ontsloten voor traag verkeer. Het gebied is bovendien goed en vlot bereikbaar voor gemotoriseerd verkeer, en zal hiertoe ontsluiten op twee punten:

Page 69: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 69 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Via de Grote Laakweg, de N19 en de N10 Herseltsesteenweg richting de aansluiting met de stedelijke ringweg R25 (op ca. 550 m.).

via de lus Grote Laakweg (in) en Paolalaan-Leopoldlaan (uit) achter de SIBA-SIMA site op de N19 Pastoor Dergentlaan, respectievelijk op ca. 550m en 750m van aansluiting met de stedelijke Ringweg R25.

Trage wegen De trage wegen langsheen de grenzen van plangebied worden niet beïnvloed in het planvoornemen. Daartegenover staat dat het plan juist meer trage wegen voorziet binnen het plangebied. Het samenhangend geheel van trage wegen dient de publieke toegang tot het plangebied te verzekeren. Het (grotendeels) publiek toegankelijk maken van het plangebied voor is bovendien een randvoorwaarde voor de realisatie van de bestemmingen voor zowel recreatie en landschapspark, gelet op de centrale ligging t.a.v. het stadscentrum, de stedelijke woonwijken, de omliggende scholenclusters, en de fietssnelweg langsheen de spoorlijn. De toegankelijkheid en doorwaadbaarheid van het plangebied voor langzaam verkeer zal hierdoor verhoogd worden, hetgeen positief beoordeeld wordt. Parkeren De parkeerbehoefte van de voorgenomen recreatieactiviteiten wordt begroot o.b.v. CROW parkeerkencijfers per netto hectare sportveld (CROW publicatie 317). Hierbij wordt een minimale behoefte van 13 parkeerplaatsen en een maximale behoefte van 27 parkeerplaatsen per netto hectare gehanteerd. In voorliggende screening wordt uitgegaan van de minimum kencijfers omwille van de ligging in het centrum en vermits de verschillende velden naar verwachting niet allemaal tegelijk een parkeerbehoefte zullen genereren. Er dient opgemerkt te worden dat deze kencijfers een grote marge hebben. Het planvoornemen heeft betrekking op de reorganisatie van de recreatie in functie van het optimaliseren van het aantal openluchtvelden. Momenteel telt de site 5 grote sportvelden (excl. 1 schoolsportveld van SIBA) en 4 kleine oefenvelden. Door reorganisatie wordt 1 bijkomend groot sportveld mogelijk geacht (ter vervanging van het SIBA-veld) en 1 bijkomend klein oefenveld in functie van de clustering van verschillende clubs op deze locatie. De min. parkeerbehoefte wordt hiervoor obv. de kencijfers geraamd op 57 parkeerplaatsen of ca. 1425 m² (incl. circulatieruimte) voor de grote sportvelden en 3 de kleine oefenvelden. Daarnaast zijn 2 hondenclubs actief op de site op een terrein ter grootte van een sportveld en worden de kencijfers voor sportveld gehanteerd: min. 9 parkeerplaatsen zijn nodig of ca. 225 m² (incl. circulatieruimte). Binnen de recreatiesite wordt tevens een polyvalente sportzaal (o.m. tafeltennis, ontmoetingsruimte, vergaderruimten, opleiding, berging, kleedruimten en sanitair) met een terreininname van max. 2.000m² (max. vloeroppervlakte wordt geraamd op 2.400m²) waarvoor een obv. de CROW kencijfers (sportzaal) een parkeerbehoefte van min. 41 parkeerplaatsen wordt geraamd ofwel een oppervlakte van ca. 1.025 m² (incl. circulatieruimte). Daarnaast wordt de impact van een BMX track onderzocht. Hierbij wordt het BMX TEAM Bekaf vzw verwacht zich te vestigen op de site. Met 81 leden, een geraamd autogebruik van +/-65%6 en een autobezettingsgraad van 1,747 wordt een maximale parkeervraag van 30 parkeerplaatsen of min. 750 m² geraamd op trainingsdagen. Bij wedstrijden, die 2 weekends per jaar georganiseerd worden, wordt een parkeervraag geraamd van 200 mobilhomes/caravans. Naast deze mobilhomes/caravans voor de deelnemers worden er ook 2.000 tot 3.000 bezoekers verwacht per wedstrijd. Dit komt op basis van bovenstaande aannames met betrekking tot recreatief verkeer neer op een parkeervraag van 745 tot 1.120 parkeerplaatsen of een oppervlakte van 18.625 m² tot 28.000 m².

6 Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen 3, tabel 170 7 Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5, tabel 212

Page 70: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 70 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Bovenstaande berekening geeft een totale ruimtebehoefte voor parkeren van de sportvoorzieningen (bestaande en nieuwe) van min. ca. 130 parkeerplaatsen of min. 3.250m². Bij BMX-wedstrijden wordt er een parkeerbehoefte van 745 tot 1.120 parkeerplaatsen weerhouden. Naast de recreatievoorzieningen wordt een publiek toegankelijke parkzone gepland in functie van het omliggende centrumweefsel. Gezien de bestaande bestemming voor parkzone en gezien de ligging in het stedelijk gebied (lokale betekenis) wordt hier geen bijkomende parkeerbehoefte verwacht. Binnen het plan wordt een ruime zone voor de oprichting van constructies afgebakend. Binnen deze zone worden twee deelzones aangeduid waar verharde parkings kunnen gerealiseerd worden. Het plan voorziet zo in de aanleg van 2 randparkings voor het geclusterd parkeren van de verschillende functies op de recreatiesite. Ten zuiden van de Grote Laakweg wordt het bestaande sportveld van SIBA omgevormd tot parkeercluster, met een opp. van ca. 2.000m². Binnen de parkzone achter de Herseltsesteenweg wordt in aansluiting met de locatie voor nieuwe sportzaal een deelzone voor parkeren aangeduid oppervlakte van ca. 2.000m². Gezien de nodige ruimte voor de aanleg van parkeervoorzieningen voorzien wordt in de bestemmingen, worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht. Bij BMX wedstrijden wordt er wel een effect naar de omgeving verwacht maar door het occasioneel karakter van deze wedstrijden (2x per jaar) wordt dit effect niet als een aanzienlijk negatief effect beschouwd. Verkeersgeneratie Ten gevolge van het bestendigen en het verder ontwikkelen van een recreatiefunctie in het plangebied kan een toename van het gemotoriseerd verkeer verwacht worden. Het plan heeft tot doel de bestemmingen te realiseren voor de clustering van recreatievoorzieningen voor verschillende clubs en medegebruik door de omliggende scholen. Deze clustering dient te leiden tot een dagelijkse bezetting van de verschillende terreinen. Gebruik voor de verschillende clubs concentreert zich op de weekavonden, woensdagnamiddagen en weekends. De realisatie van de bestemming heeft een maximale bezetting van de terreinen tot doel. Dit betekent bij efficiënte rotatie van gebruik van de sportinfrastructuur de piek in verkeersgeneratie gelijk is aan 2 maal (aankomst en vertrek) van het aantal met de wagen aanwezige gebruikers. Hierdoor kan voor de verkeersgeneratie afgegaan worden op de parkeerkencijfers (zie hoger), wat resulteert op ca. 100 bewegingen in en 100 bewegingen uit per avond-, middag- of ochtendperiode. Vanwege gebruik door de omliggende scholen wordt geen bijkomende verkeersgeneratie verwacht. Gelet op de vlotte bereikbaarheid en goede afwikkeling op de bovenlokale wegen worden ten aanzien van verkeersgeneratie geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht. Hierbij dient bovendien gesteld te worden dat het plan wordt opgemaakt om verschillende sportverenigingen te clusteren centraal in het stedelijk gebied van Aarschot (op een met OV bereikbare locatie), geclusterd met de gemeenschapsvoorzieningen en scholen in het centrum, en op wandel- en fietsafstand van het centrumweefsel en de stedelijke woongebieden. Tevens dat met het plan ook de bereikbaarheid via trage wegen wordt verhoogd. Er kan bijgevolg aangenomen worden dat een groter aandeel aan gebruikers van de recreatiesite de verplaatsing via OV, te voet of via fiets zal maken.

Lucht

De huidige luchtkwaliteit binnen het plangebied is normaal. De normen voor luchtkwaliteit worden dan ook gehaald. Er kan dus gesteld worden dat de luchtkwaliteit op dit moment voldoende is. Door de realisatie van de recreatievoorzieningen kan er bijkomend gemotoriseerd verkeer gegenereerd worden. De huidige luchtkwaliteit en de hoeveelheid bijkomend gemotoriseerd verkeer is niet van die aard dat er een aanzienlijke significante wijziging van het luchtklimaat verwacht wordt.

Page 71: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 71 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Geluid

Gezien de aard van de activiteiten en de hoeveelheid bijkomend gemotoriseerd verkeer wordt geen significante impact verwacht op de geluidsbelasting van de omgeving.

Veiligheid

Gezien de afstand tot Seveso-inrichtingen, leidingen en hoogspanningslijnen worden geen effecten verwacht op de veiligheid.

6.5.5.4 Mogelijke effecten ten aanzien van de referentiesituatie

Door uitvoering van het RUP zal de recreatieve functie van het gebied behouden blijven, zij het in een iets andere vorm. De functie van parkgebied zal namelijk een meer sportieve invulling krijgen. Gezien de recreatieve waarde van het gebied behouden en versterkt wordt, worden geen significante effecten verwacht. Bovendien wordt een publiek toegankelijke parkzone weerhouden in het noorden van het plangebied Ten aanzien van parkeren blijkt dat de noodzakelijke ruimte voor parkeervoorzieningen voorzien werd in de bestemmingen. Ook hier wordt geen aanzienlijk effect verwacht.

6.5.5.5 Conclusie

Er worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht voor de discipline mens, niet ten aanzien van de bestaande toestand, noch ten aanzien van de referentietoestand.

6.5.6 Leemten in de kennis

Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.

6.5.7 Grensoverschrijdende effecten

De het plangebied is gelegen op ca. 21km van een gewestgrens (zijnde de Waalse gewestgrens). Er worden bijgevolg geen grensoverschrijdende effecten verwacht.

6.5.8 Conclusie van het verzoek tot raadpleging

Op basis van de op dit moment beschikbare informatie kan worden besloten dat voor het RUP “Grote Laakweg” te Aarschot, er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn, niet ten aanzien van de bestaande toestand, noch ten aanzien van de referentietoestand.

Het RUP dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 27/04/2007.

Page 72: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 72 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.6 Brief dienst Mer

Page 73: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

1

Verhasselt Marijke

Van: Schoofs, Katelijne <[email protected]>

Verzonden: vrijdag 18 november 2016 15:48

Aan: Verhasselt Marijke

CC: Timmermans, Veerle

Onderwerp: plan-m.e.r.-screening van het RUP Grote Laakweg in Aarschot –adviesinstanties

Bijlagen: adressen.docx

Geachte,

U verzocht ons voor het RUP Grote Laakweg in Aarschot een selectie te bezorgen van de relevante betrokkeninstanties, vermeld in artikel 3, §1, 3° van het plan-m.e.r.-besluit van 12 oktober 2007, die in het kader van hetonderzoek tot milieueffectrapportage geraadpleegd moeten worden. Het verzoek tot raadpleging (= screeningsnota)heeft het dossiernummer SCRPL16249 gekregen. Gelieve dit dossiernummer bij verdere communicatie te vermelden.

Het RUP heeft als doel de noodzakelijke herbestemmingen te voorzien voor het behoud en de verdere ontwikkelingvan de feitelijk bestaande recreatiezone gelegen tussen de Hertselsesteenweg, Grote Laakweg en spoorlijn LeuvenHasselt-Antwerpen. Het RUP voorziet de bestemmingen voor:- bestendiging van de bestaande sport- en recreatieactiviteiten en verdere ontwikkeling als recreatiepool enrecreatiepark in functie van de lokale (stedelijke) behoeften;- het ontwikkelen van een parkzone als groene ruggengraat in het stedelijk gebied, in samenhang met de in het gebiedaanwezige waterloop;- het uitbouwen van een netwerk van groene ruimten en landschapselementen als ecologische verbinding;- het uitbouwen van het trage wegennetwerk en toegankelijkheid van het gebied, in samenhang met destructurerende elementen van het groenblauwe netwerk binnen het gebied.

Selectie van de relevante betrokken instanties

In bijlage vindt u de gevraagde lijst van de relevante betrokken instanties. U moet minstens aan deze instanties adviesvragen om hun mening te kennen over de vraag of dit plan al dan niet aanzienlijk negatieve milieueffecten kangenereren. Uiteraard kan u ook nog het advies inwinnen van andere instanties.

Verder verloop van de procedure

• U past de screeningsnota aan op basis van de opmerkingen hierboven.

• U verstuurt de screeningsnota per post of per email naar de adviesinstanties, vermeld op de adressenlijst (ziebijlage).

• Belangrijk: Als u per email advies vraagt, vermeld dan duidelijk de reden van de adviesvraag (adviesover een plan-m.e.r.-screening), de gemeente en indien mogelijk het plangebied in de tekst van uw email(en niet enkel in een document dat als bijlage bij de email gevoegd is).

• U stuurt of mailt een herinnering naar de instanties die niet gereageerd hebben binnen de 30 dagen na deadviesvraag. Dit is een wettelijke verplichting. Er is niet vastgelegd hoe lang u op een antwoord moet wachten.De keuze is aan u, maar het is aangewezen dat u de adviesinstanties 14 dagen de tijd geeft en dit ook zo naar hencommuniceert.

• U kan steeds telefonisch contact opnemen met de instantie(s) om na te gaan of en wanneer er een advies magverwacht worden.

• U bundelt de ontvangen adviezen. Indien in deze adviezen aanpassingen aan de screeningsnota worden gevraagd,kan u de screeningsnota aanpassen of onderbouwen waarom u een aanpassing niet noodzakelijk acht. Deaanpassingen dienen wel herkenbaar te zijn ten opzichte van de oorspronkelijke tekst (vb. andere kleur, schuingedrukt, kader). Beperkte bijkomende gegevens of informatie over hoe met bepaalde opmerkingen zal omgegaanworden in het verdere planproces kunnen ook via een aanvullende nota meegedeeld worden.

Page 74: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2

• U stelt het dossier samen in functie van een beslissing over de plan-m.e.r.-plicht. Dit dossier bevat de volgendedocumenten:

o de definitieve screeningsnota;o de ontvangen adviezen;o indien van toepassing, een herinneringsbrief;o indien van toepassing, een aanvullende nota;

• U mailt een digitale versie van bovenstaande documenten naar [email protected].

• Optioneel: U verstuurt het volledige dossier naar de dienst Milieueffectrapportagebeheer:Departement Leefmilieu, Natuur en EnergieAfdeling Milieu-, Natuur- en EnergiebeleidDienst MilieueffectrapportagebeheerKoning Albert II-laan 20 bus 81000 Brussel

U kan ons steeds contacteren als u nog vragen hebt.

Met vriendelijke groeten,

Katelijne SchoofsProces- en kwaliteitsbeheerder

Vlaamse overheidDEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIEAfdeling Milieu-, Natuur- en EnergiebeleidDienst MilieueffectrapportagebeheerT 02 553 02 [email protected] Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brusselwww.lne.be

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Page 75: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 73 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.7 Adressenlijst relevante adviesinstanties

Page 76: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 74 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.8 Voorbeeldbrief adviesinstanties

Page 77: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

1

Verhasselt Marijke

Van: Verhasselt Marijke

Verzonden: woensdag 26 april 2017 13:45

Aan: '[email protected]'; '[email protected]';

'[email protected]'; '[email protected]'; 'vlaams-

[email protected]'; '[email protected]'

CC: Bosmans Dirk

Onderwerp: Adviesvraag RUP "Grote Laakweg"

Bijlagen: 2255093013_mvt en scr_adviesinstanties.pdf

Beste

De stad Aarschot heeft het voornemen om het RUP “Grote Laakweg” op te stellen.

Krachtens art. 4.2.5 van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van een RUP in het kader van het “onderzoek totmilieueffectrapportage” een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUPkan hebben.

In bijlage vindt u het “verzoek tot raadpleging”, met daarin de elementen die krachtens artikel 4, §2 van het Plan-m.e.r.-besluitin dit verzoek opgenomen moeten worden (o.a. een beschrijving van het RUP en een inschatting van de mogelijkemilieueffecten). Om de efficiëntie te verhogen en het onnodig papierverbruik tegen te gaan, bezorgen wij u het dossier digitaal(zie bijlage). Op deze manier kunt u binnen uw instantie intern beter en eenvoudiger de behandeling van de adviesvraagverdelen alsook zelf kiezen welke delen van het verzoek tot raadpleging al dan niet afgeprint worden.

Uit de kenmerken van het plan en uit de aard van de mogelijke milieugevolgen leidt de Dienst Milieueffectrapportagebeheervan de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid af dat het advies van uw instantie relevant kan zijn. Mogen wij u daaromvriendelijk verzoeken om ons mee te delen of u vindt dat de conclusie dat het betreffende RUP “Grote Laakweg” geenaanleiding kan geven tot aanzienlijke milieueffecten en bijgevolg kan vrijgesteld worden van de plan-MER-plicht correct is, enindien niet, welke uw inschatting zou zijn aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van onderhavig RUP.

Gelieve ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst vandeze mail. Indien deze termijn praktisch niet haalbaar is voor u, gelieve ons dan te contacteren om onderling een alternatieveadviestermijn af te spreken.

Te bezorgen aan Antea Belgium nv, optredend in naam van het stadsbestuur van Aarschot op volgend adres:Roderveldlaan 1 te 2600 Antwerpen, t.a.v. Marijke VerhasseltOf via mail: [email protected]

Groetjes,

Marijke VerhasseltAdviseur milieubeleid

Antea Groupma-di-do: +32 (0)3 221 55 40woe-vrij: +32 (0)16 74 27 [email protected]

Page 78: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 75 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.9 Herinneringsmail adviesinstanties

Page 79: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

1

Verhasselt Marijke

Van: Verhasselt Marijke

Verzonden: maandag 29 mei 2017 14:11

Aan: '[email protected]'; '[email protected]'

CC: Bosmans Dirk

Onderwerp: Rappel - Adviesvraag RUP "Grote Laakweg"

Bijlagen: 2255093013_mvt en scr_adviesinstanties.pdf

Beste

De stad Aarschot heeft het voornemen om het RUP “Grote Laakweg” op te stellen.

Krachtens artikel 4.2.5. van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van het RUP in het kader van “het onderzoek totmilieueffectrapportage” een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUPkan hebben.

Op 26 april 2017 hebben wij u een verzoek tot raadpleging verzonden (zie onderstaande mail), aangezien wij graag van uhadden vernomen of u als overheidsinstantie het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geenaanzienlijke milieueffecten kan genereren.

Tot op heden hebben wij nog geen advies ontvangen (decretaal voorziene termijn van 30 dagen is verstreken op 26/05/2017).Aangezien het screeningsdossier pas kan voorgelegd worden aan de dienst Mer op het ogenblik dat over alle adviezen wordtbeschikt of op het ogenblik dat de adviestermijn verstreken is en er desgevallend een herinneringsbrief is verstuurd, verzoek wiju met dit schrijven invulling te willen geven aan de adviesvraag. Dit kan desnoods met enkel de melding dat akkoord kan gegaanworden dat er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Groetjes,

Marijke VerhasseltAdviseur milieubeleid

Antea Groupma-di-do: +32 (0)3 221 55 40woe-vrij: +32 (0)16 74 27 [email protected]

Van: Verhasselt MarijkeVerzonden: woensdag 26 april 2017 13:45Aan: '[email protected]' <[email protected]>;'[email protected]' <[email protected]>; '[email protected]'<[email protected]>; '[email protected]' <[email protected]>; '[email protected]' <[email protected]>;'[email protected]' <[email protected]>CC: Bosmans Dirk <[email protected]>Onderwerp: Adviesvraag RUP "Grote Laakweg"

Beste

De stad Aarschot heeft het voornemen om het RUP “Grote Laakweg” op te stellen.

Krachtens art. 4.2.5 van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van een RUP in het kader van het “onderzoek totmilieueffectrapportage” een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUPkan hebben.

Page 80: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2

In bijlage vindt u het “verzoek tot raadpleging”, met daarin de elementen die krachtens artikel 4, §2 van het Plan-m.e.r.-besluitin dit verzoek opgenomen moeten worden (o.a. een beschrijving van het RUP en een inschatting van de mogelijkemilieueffecten). Om de efficiëntie te verhogen en het onnodig papierverbruik tegen te gaan, bezorgen wij u het dossier digitaal(zie bijlage). Op deze manier kunt u binnen uw instantie intern beter en eenvoudiger de behandeling van de adviesvraagverdelen alsook zelf kiezen welke delen van het verzoek tot raadpleging al dan niet afgeprint worden.

Uit de kenmerken van het plan en uit de aard van de mogelijke milieugevolgen leidt de Dienst Milieueffectrapportagebeheervan de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid af dat het advies van uw instantie relevant kan zijn. Mogen wij u daaromvriendelijk verzoeken om ons mee te delen of u vindt dat de conclusie dat het betreffende RUP “Grote Laakweg” geenaanleiding kan geven tot aanzienlijke milieueffecten en bijgevolg kan vrijgesteld worden van de plan-MER-plicht correct is, enindien niet, welke uw inschatting zou zijn aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van onderhavig RUP.

Gelieve ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst vandeze mail. Indien deze termijn praktisch niet haalbaar is voor u, gelieve ons dan te contacteren om onderling een alternatieveadviestermijn af te spreken.

Te bezorgen aan Antea Belgium nv, optredend in naam van het stadsbestuur van Aarschot op volgend adres:Roderveldlaan 1 te 2600 Antwerpen, t.a.v. Marijke VerhasseltOf via mail: [email protected]

Groetjes,

Marijke VerhasseltAdviseur milieubeleid

Antea Groupma-di-do: +32 (0)3 221 55 40woe-vrij: +32 (0)16 74 27 [email protected]

Page 81: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 76 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.10 Adviezenmatrix

Onderstaande tabel bevat een samenvatting van de uitgebrachte adviezen alsook de datum waarop adviezen werden opgevraagd en ontvangen werden.

Datum verzending screening naar Dienst MER: 25/10/2016

Datum ontvangst advies Dienst MER: 18/11/2016

Datum verzending screening naar adviesinstanties: 26/04/2017

Datum verzending rappel naar adviesinstanties: 29/05/2017

Adviesinstantie Datum ontvangst advies

Samenvatting advies Opmerking Antea Group

ANB 04/06/2017 Er kan geconcludeerd worden dat er mogelijks effecten zijn op de biologische waardevolle landschapselementen, maar dat deze gecompenseerd worden door nieuwe groen- en natuurontwikkeling. Bovendien worden de meest waardevolle zones verankerd in een groene bestemming. Er zijn vanuit de discipline fauna en flora geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt bijgevolg vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota. Vanuit oogpunt Fauna en Flora kan worden besloten dat er geen noodzaak is tot de opmaak van een plan-MER.

Het Agentschap voor Natuur en Bos geeft wel aan dat voldoende aandacht dient te worden gegeven voor de ontwikkelingsmogelijkheden en opwaardering van de Grote Laak als groen-blauwe corridor en dit niet enkel beperkt blijft tot de Heilaak, zeker gezien meer stroomopwaarts maatregelen genomen worden om de Laak weer watervoerend te maken.

Daarnaast dient aandacht te worden geschonken aan de ruimtebalans in de gemeente.

De Grote Laak bevindt zich op de plangrens en wordt binnen het plangebied geflankeerd door de Grote Laakweg. De onverharde bermen en taluds langs de waterloop dragen bij tot de groen-blauwe corridor. In de verdere uitwerking van het RUP zal worden opgenomen de bestemming hier gericht dient te zijn op het beheer en de ontwikkeling van de Grote Laak als groen-blauwe corridor.

Departement MOW

22/05/2017 Voor mobiliteit is de clustering van de (sport)activiteiten, en de goede bereikbaarheid voor voetgangers en fietsers met aantakking op de bestaande netwerken een positief element. Op basis van de op dit moment beschikbare gegevens kan worden besloten dat voor het RUP geen aanzienlijke mobiliteitseffecten te verwachten zijn.

/

Onroerend Erfgoed 19/05/2017 Het Agentschap Onroerend Erfgoed vindt dat de MER-screening voldoende aantoont dat het RUP in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.

/

Page 82: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 77 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

Adviesinstantie Datum ontvangst advies

Samenvatting advies Opmerking Antea Group

Sport Vlaanderen 02/05/2017 Geen opmerkingen /

Provincie Vlaams-Brabant

23/05/2017 Het provinciebestuur adviseert te refereren aan beide situaties (referentiesituatie zonder onvergunde elementen en de bestaande toestand).

Dit werd aangevuld in de screening (zie rode tekst).

Ruimte Vlaanderen 01/06/2017 Er zal geen advies uitgebracht worden. /

Page 83: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2255093012_mvt en scr pagina 78 RUP Grote Laakweg: Toelichtingsnota en plan-mer-screening Juli 2017

6.11 Ontvangen adviezen

Page 84: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

!"#$%&'()*#+,-# !"#.%-/%&.###### ########0-1#.%-/%&.# #############$'23,4%-#

!"#$%#!$&'! !!(($)*$&!+,-./01/234#567//89;<=>;&';!$?$%*;=@///////////! / / / / / !

+&,4%-#-,,&5%6/,'3# # ########*%3%700--!//%&# #############8,*!/#

<A4B2/=C1/>B0DD04B1E0! !!!!!!!!$&"/""/"*/&"! !!!!!!!!!!!!"#$!%#&#'()$!*(+%'$,$+#+&!

F-02G-64GC16HI10G-ICC150401G60/

/

/

@0.40D.J/KIC1/89L/234001B1E/

9-8%&"%&;#

MIC1/804/234001B1E/-C1/A0./E0,001.0IBNO/4PB,.0IBNO/PB.-704B1E2KIC1/LQM/R47.0/>CCOS0E/

<,*!/#+,-#0-*+,-41*#

T0./5722B04/S045/71.-C1E01/7K/!'#$%#!$&'/

='*!%&'-4#

F5402/ A0./E06B05/5C./S745./CDE06CO015/5774/50/6067PSB1E2E4012/IC1E2/50/R47.0/>CCOS0E/B1/

A0./UPB501V/50/T0420I.202.001S0E/B1/A0./17745772.01/01/50/2K774S0E/B1/A0./S02.01G//

T0./LQM/WR47.0/>CCOS0EX/2B.P004./UB3A/CC1/50/177454C15/-C1/A0./301.4P,/-C1/FC423A7./

>,-+&,4%&#

YCC,/ Z.C52602.PP4/FC423A7./

F5402/ [01/\4722CC450/&/.0/*!$$/FC423A7./

?%1()%&/'-411*,*!1#

T0./KIC1E06B05/B2/E0I0E01/7K/($$,/E0I0E01/-C1/=9Y/]\0/\0,04-CII0B/.01/S02.01/-C1/FC423A7.^V/7K/'$$,/-C1/

Z@_;=/@9!!!**&"/]\0/\0,04-CII0B^/01/7K/&*$$,/-C1/Z@_;T/500IE06B05/&"/@9!%$$$&%/]\0,04-CII0B^G/

@%()*14&0-8#

\B./C5-B02/S745./-042.40O./5774/A0./FE01.23ACK/-774/YC.PP4/01/@72/7K/6C2B2/-C1/50/-7IE0150/S0.E0-B1EJ/

; F4.BO0I/%G!G(G/503400./-C1/(/CK4BI/&))(/A7P50150/CIE0,010/60KCIB1E01/B1UCO0/,BIB0P60I0B5//

; F4.BO0I/*V/*`/602IPB./-C1/50/=ICC,20/L0E04B1E/-C1/&!/7O.7604/!$$'/60.40DD0150/50/

,BIB0P0DD03.4CKK74.CE0/7-04/KIC1101/01/K47E4C,,Ca2/

A3,,/1%#0+%&)%'8#

F5-B0U01/01/=04EP11B1E01/

=ICC,2;@4C6C1./01/>B,6P4E/

\B02.20K774./"/6P2/'(/

*$$$/>9Q=9Y/

/

B/$&"/""/"*/$$/

,+%1C+$&C,-$D3-%C+3,,-8%&%-C$%#

!

80-47PS/8C4BNO0/=04AC220I./

F5-B20P4/8BIB0P60I0B5/

F1.0CE47PK/

L7504-0I5ICC1/&/

!"$$/F1.S04K01/

/

Page 85: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

?%1;&%.'-4#;,11%-8%#$%00&8%3'-4#

T0./5722B04/-04,0I5./E001/0bKIB3B0./71504U70O/1CC4/50/,7E0IBNO0/CC1.C2.B1E/-C1/

B12.C15A7P5B1E2570I2.0IIB1E01/-C1/2K03BCI0/6023A04,B1E2U7102G/cK/6C2B2/-C1/50/E0E0-012/B1/A0./5722B04/

3713IP5004./A0./FE01.23ACK/-774/YC.PP4/01/@72/5C./50/-04EP11B1E2KIB3A.BE0/C3.B-B.0B./E001/60.0O01B2-7II0/

CC1.C2.B1E/UCI/-04774UCO01/-C1/50/B12.C15A7P5B1E2570I2.0IIB1E01/-C1/001/2K03BCI0/6023A04,B1E2U710G/94/5B01./

5P2/E001/KC220150/6077450IB1E/.0/S74501/7KE0,CCO.G/

?%1;&%.'-4#EF@#1(&%%-'-4#G8'1(';3'-%#H,!-,#H30&,I#

T0./KIC1E06B05/S745./E47.01500I2/E0OC4CO.04B20045/CI2/6B7I7EB23A/,B1504/SCC450-7IG/94/UBN1/2I03A.2/01O0I0/

6B7I7EB23A/SCC450-7II0/K0430I01/CC1S0UBE/7--/-044PBE5/E4C2IC15/CI/5C1/1B0./,0./2.4PBO;/7D/677,7K2ICE/dA4V/

A46eV/4PBE.0/dOPeV/2774.014BNO/K04,C101./3PI.PP4E4C2IC15/,0./40IB3.01/-C1/ACID1C.PP4IBNO0/E4C2IC1501/dAKfe/01/

001/1CCI5A7P.CC1KIC1./dKC;KB3CeV/&/K04300I/S745./E0OC4CO.04B20045/CI2/37,KI0b/-C1/6B7I7EB23A/SCC450-7I/,0./

U004/SCC450-7II0/0I0,01.01/J/AKf/01/0I0,01.01/-C1/,704C22KB40C4PBE.0/OdADe//01/&/6B7I7EB23A/U004/

SCC450-7II0/A7P.OC1.G/\0/7KK04-ICO.0/B1/E064PBO/CI2/KC4O/7D/E4701U710/B1/A0./E06B05/B2/E04B1EV/01/60K04O./UB3A/

.7./K04300I24C1560E470BB1E/01/OI0B10/IC1523ACK20I0,01.01/U7CI2/67,014BN01G/T70S0I/50/E471501/6B1101/A0./

KIC1E06B05/50/602.0,,B1E/KC4OE06B05/A06601V/S74501/U0/B1/40CIB.0B./1CE0170E/-7II05BE/B1E0-PI5/,0./

2K74.-0I501/01/40340C.B0DP13.B02G///

T0./KIC1E06B05/B2/E0I0E01/301.4CCI/B1/A0./2.050IBNO/E06B05V/01/A00D./001/6BNU715040/K7.01.B0/-774/

E0,00123ACK2DP13.B02/01/40340C.B0/01/S745./7K/50U0/I73C.B0/5774/50/71.SBOO0IB1E/-C1/001/2K74.2B.0/001/

3IP2.04B1E/6077E5/-774/2K74./01/23A7I012K74.G/T0./.7.CCI600I5/-774/50/71.SBOO0IB1E/-C1/50/>CCO2B.0/602.CC./PB./

001/-04S0-B1E/-C1/40340C.B0/01/IC1523ACK2KC4OG/L0340C.B0/S745./E0A042.4P3.P40045/BGDG-G/7K.B,CI0/PB.67PS/01/

-04504/E03IP2.045/,0./50/602.CC150/E0,00123ACK2-774UB01B1E01G/\0/T0BICCO/-74,./50/54CE04/-C1/A0./

IC1523ACK/B1/A0./E06B05G/T0./E0500I.0/-C1/50/>CCO2B.0/.01/1774501/-C1/50/T0BICCO/2IPB./U7S0I/CC1/7K/A0./

2.050IBNO/S771S00D20I/IC1E2/50/T0420I.202.001S0EG/\0U0/U710/B2/,7,01.00I/E0O01,04O./CI2/7K01/4PB,.0V/

60K04O./-774/IC1567PSE064PBO/7D/-04.PB15/01/E064PBO./CI2/A766gS0B501G/\0/2.4P3.P4040150/OSCIB.0B.01/-C1/50/

T0BICCO/B1/A0./IC1523ACK/UBN1/,7,01.00I/71601P.G/\0/E0S02.KIC1602.0,,B1E/]KC4OE06B05^/173A/50/APB5BE0/

DP13.B02/A06601/1B0./E0I0B5/.7./50/6077E50/E47016ICPS0/-046B15B1E/B1/A0./IC1523ACKG/T0./LQM/S012./50/

K7.01.B02/-774/50U0/U710/B1/2C,01AC1E/,0./50/T0BICCO/.0/601P..01/01/50/-774SCC4501/PB./.0/S04O01/-774/50/

40CIB2C.B0/-C1/001/IC1523ACK2KC4OV/E0I0E01/.P2201/40340C.B02B.0/d01/3IP2.04/E0,00123ACK2-774UB01B1E01e/01/

2.050IBNO/S771S00D20IG///

h1/50/804;234001B1E/S04501/-7IE0150/40I0-C1.0/,BIB0P5B23BKIB102/-774/A0./KIC1E06B05/6023A40-01J/]@750,/01/

E4715SC.04^V/]cKK04-ICO.0;/01/CD-CISC.04^V/]iCP1C/01/iI74CV/]>C1523ACKV/04DE705/01/C43A07I7EB0^/01/]8012^G/

h1/50/804;234001B1E/S745./B1/A0./500I/7KK04-ICO.0SC.04/CC1E0E0-01/5C./50/R47.0/>CCO/01/50/T0BICCO/

60KCI015/UBN1/B1/A0./KIC1E06B05G/FC1E0UB01/04/001/67PS-4BN0/U710/S745./-774UB01/IC1E2A001/S0042OC1.01/-C1/

50/T0BICCOV/S745./04/E001/CC1.C2.B1E/-C1/50/SC.04I77K/-04SC3A./5774/50/PB.-704B1E/-C1/A0./KIC1G/93A.04/5B01./

77O/-7I570150/CC15C3A./.0/S74501/E0E0-01/-774/50/71.SBOO0IB1E2,7E0IBNOA0501/01/7KSCC4504B1E/-C1/50/

R47.0/>CCOV/SCC4/,004/2.477,7KSCC4.2/,CC.40E0I01/E017,01/S74501/BD-/A0./SC.04-704015/,CO01G///

jC./60.40D./50/\B23BKIB10/]iCP1C/01/DI74C/S745./CC1E0E0-01/5C./A0./KIC1E06B05/B1/A77D5UCCO/E0O01,04O./

S745./CI2/6B7I7EB23A/,B1504/SCC450-7IG/@B1101/A0./KIC1E06B05/UBN1/03A.04/-0423ABII0150/OI0B10/IC1523ACK2;

0I0,01.01/CC1S0UBEG/YCC4/CC1I0B5B1E/-C1/A0./FY@/C5-B02/-C1/&$#&&#!$&"/60.40DD0150/A0./LQM/R47.0/>CCOS0E/

d&";&*!$(;=@e/S04501/6BNO7,0150/-77423A4BD.01/B1/A0./LQM/7KE017,01/7,/50/k>9^2/B1/A0./KIC1E06B05/.0/

6023A04,01G/80./A0./LQM/S745./50/37,K012C.B0/-C1/SBNUBEB1E01/CC1/k>9/-04C1O045/B1/CII0/602.0,,B1E2U7102/

01/S745./5B./E0O7KK0I5/CC1/A0./-04O4BNE01/-C1/50/-04EP11B1E/5B0/402PI.004./B1/50/SBNUBEB1E/-C1/50/-0E0.C.B0G/h1/

50U0/UB1/S745./50/-04EP11B1E2KIB3A./-774/A0./SBNUBE01/-C1/k>9/-04C1O045/B1/A0./LQMG//

Page 86: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

=04SBN504B1E/-C1/602.CC150/OI0B10/IC1523ACK20I0,01.01/S745./1B0./PB.E02I7.01/5774/5B./LQMV/,CC4/50/

2.050167PSOP15BE0/-77423A4BD.01/2.0II01/S0I/5C./-04EP11B1E2CC1-4CE01/5B0/60.40OOB1E/A06601/7K/A0./

-04SBN50401/-C1/602.CC150/67,014BN01V/A7P.OC1.01/7D/E4C3A.01V/2I03A.2/-04I0015/OP1101/S74501/-774/U7-04/

50/.0/-04SBN50401/0I0,01.01/-7II05BE/E037,K0120045/S74501/6B1101/A0./KIC1E06B05G/@7-015B01/6077E./A0./

LQM/A042.0I/-C1/001/5774/50/T0BICCO/E054CE01/2C,01AC1E0150/IC1523ACK22.4P3.PP4/,0./1C.PP471.SBOO0IB1E/

IC1E2/50/SC.04I77KV/.04/-04-C1EB1E/-C1/50/602.CC150/IC1523ACK22.4P3.PP4/E0l1./7K/OC5C2.4CI0/

K04300I2E401U01/dK04300I24C1560E470BB1EeG/\CC41CC2./B2/04/50/6BNU715040/K7.01.B0/-774/50/T0BICCO/7,/50/

2.4P3.P4040150/47I/B1/A0./IC1523ACK/7K1B0PS/7-04/.0/10,01V/5774/,B550I/-C1/50/PB.67PS/-C1/001/

2C,01AC1E0150/E47012.4P3.PP4/IC1E2A001/50U0/SC.04I77K/SCC46BN/001/6BNO7,0150/,004SCC450/S745./

E0340l045/CI2/3744B574G/\0/7K,CCO/-C1/A0./LQM/6B05./6BNE0-7IE/50/OC12/7,/2C,01/,0./50/71.SBOO0IB1E/-C1/50/

40340C.B02B.0/B1/.0/2.CC1/-774/A0./60A004/01/50/PB.67PS/-C1/A0./IC1523ACK/7K/50/>CCO2B.0G/

#

J0-(3!1'%K#

94/OC1/E03713IP50045/S74501/5C./04/,7E0IBNO2/0DD03.01/UBN1/7K/50/6B7I7EB23A0/SCC450-7II0/

IC1523ACK20I0,01.01V/,CC4/5C./50U0/E037,K0120045/S74501/5774/1B0PS0/E4701;/01/1C.PP471.SBOO0IB1EG/

@7-015B01/S74501/50/,002./SCC450-7II0/U7102/-04C1O045/B1/001/E47010/602.0,,B1EG/94/UBN1/-C1PB./50/

5B23BKIB10/DCP1C/01/DI74C/E001/CC1UB01IBNO0/,BIB0P0DD03.01/.0/-04SC3A.01G//

#

T0./FE01.23ACK/-774/YC.PP4/01/@72/2.0I./6BNE0-7IE/-C2./5C./04/-7I570150/S045/CC1E0.7715/5C./04/E001/

CC1UB01IBNO0/,BIB0P0DD03.01/7K/CC1S0UBE0/1C.PP4SCC4501/UPII01/-04774UCCO./S74501/01/ECC./COO7745/,0./50/

B1A7P5/-C1/50/234001B1E217.CG/=C1PB./77EKP1./iCP1C/01/iI74C/OC1/S74501/602I7.01/5C./04/E001/1775UCCO/B2/

.7./50/7K,CCO/-C1/001/KIC1;89LG/

T0./FE01.23ACK/-774/YC.PP4/01/@72/E00D./S0I/CC1/5C./-7I570150/CC15C3A./5B01./.0/S74501/E0E0-01/-774/50/

71.SBOO0IB1E2,7E0IBNOA0501/01/7KSCC4504B1E/-C1/50/R47.0/>CCO/CI2/E4701;6ICPS0/3744B574/01/5B./1B0./01O0I/

60K04O./6IBND./.7./50/T0BICCOV/U0O04/E0UB01/,004/2.477,7KSCC4.2/,CC.40E0I01/E017,01/S74501/7,/50/>CCO/

S004/SC.04-704015/.0/,CO01G//

\CC41CC2./5B01./CC15C3A./.0/S74501/E023A71O01/CC1/50/4PB,.06CIC12/B1/50/E0,001.0G/

/

\0/KIC17I7EB23A0/C2K03.01/-C1/A0./LQM/UPII01/S0I/-04504/.01/E47150/60AC150I5/S74501/B1/CC1I77K/-C1/50/

KI01CB40/-04EC504B1E/-C1/A0./LQMG/

/

T77EC3A.015V/

/

/

kC.BC/YCE0I2/

F5NP13.;5B403.0P4/C5-B0U01/01/-04EP11B1E01/=ICC,2;@4C6C1./01/>B,6P4E/

FE01.23ACK/-774/YC.PP4/01/@72

&/T0./FE01.23ACK/-774/YC.PP4/01/@72/2K400O./UB3A/01O0I/PB./7-04/50/PB.S04OB1E/-C1/50/5B23BKIB10/DCP1C/01/DI74C/01/5P2/1B0./7-04/50/S0120IBNOA0B5/-C1/A0./

KIC1#K47N03./-774/1C.PP4G/

Fkikvccn!qpfgtvgmgpf!fqqt!Mcvkc!Pcignu!)Ukipcvwtg*!Fcvwo<!3128/17/15!1;<45<54!,13(11(

Page 87: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°
Page 88: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

AgentschapOnroerendErfgoed

Vlaamse overheidDiestsepoort 6 bus 94

3OOO LEUVEN

T 016 66 59 00www. o n roeren d e rfgo ed. be

uw bericht van uw kenmerk26/04/2017

vragen naar/e-mailJan Van Ormelingenjan.vanormel i ngen@ rwo.vlaanderen.be

€e^.-;qVoor de provinciaal directeur, afwezig,Els Patrouille, adjunct van de directeur

Vlaanderenis erfgoed

Antea Group

Roderveldlaan 1

2600 ANTWERPEN (Berchem}

ons kenmerk4.OO2/24001/99.177

telefoonnummer016 66 59 00

bijlagen

datum16/Os/2017

Betreft: Advies op MER-screening voor ruimtelijk uitvoeringsplan "Grote Laakweg" (Aarschot)

Geachte heerGeachte mevrouw

Het agentschap Onroerend Erfgoed ontving de adviesvraag over de MER-screening voor RUP "Grote

Laakweg" op 26 april2017.

Het agentschap Onroerend Erfgoed vindt dat de MER-screening voldoende aantoont dat het RUP in zijnhuidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de discipline landschap, bouwkundigerfgoed en archeologie.

Met vriendel ij ke groeten

D.

îg ilEr t+m -.J3q N\l\

pagina I van i

Page 89: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°
Page 90: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

1

Verhasselt Marijke

Van: APL VB, RWO <[email protected]>

Verzonden: donderdag 1 juni 2017 11:48

Aan: Verhasselt Marijke

Onderwerp: RE: Rappel - Adviesvraag RUP "Grote Laakweg"

Beste

Er zal geen advies uitgebracht worden. U mag aan de adviesvereiste voorbij gaan.

Met vriendelijke groeten,

Kristine DeglineHoofdtechnicusT. 0032-(0)16665886 M. 0492 15 53 61

www.omgevingvlaanderen.be

Sinds 1 april 2017 behoort Ruimte Vlaanderen, samen met het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, tot hetDepartement Omgeving. Mijn e-mailadres is nu [email protected].

Van: Verhasselt Marijke [mailto:[email protected]]Verzonden: maandag 29 mei 2017 14:11Aan: ANB AVES Vlaams-Brabant <[email protected]>; APL VB, RWO <[email protected]>CC: Bosmans Dirk <[email protected]>Onderwerp: Rappel - Adviesvraag RUP "Grote Laakweg"

Beste

De stad Aarschot heeft het voornemen om het RUP “Grote Laakweg” op te stellen.

Krachtens artikel 4.2.5. van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van het RUP in het kader van “het onderzoek totmilieueffectrapportage” een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUPkan hebben.

Op 26 april 2017 hebben wij u een verzoek tot raadpleging verzonden (zie onderstaande mail), aangezien wij graag van uhadden vernomen of u als overheidsinstantie het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geenaanzienlijke milieueffecten kan genereren.

Tot op heden hebben wij nog geen advies ontvangen (decretaal voorziene termijn van 30 dagen is verstreken op 26/05/2017).Aangezien het screeningsdossier pas kan voorgelegd worden aan de dienst Mer op het ogenblik dat over alle adviezen wordtbeschikt of op het ogenblik dat de adviestermijn verstreken is en er desgevallend een herinneringsbrief is verstuurd, verzoek wiju met dit schrijven invulling te willen geven aan de adviesvraag. Dit kan desnoods met enkel de melding dat akkoord kan gegaanworden dat er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Groetjes,

Marijke VerhasseltAdviseur milieubeleid

Antea Groupma-di-do: +32 (0)3 221 55 40woe-vrij: +32 (0)16 74 27 26

Page 91: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

2

[email protected]

Van: Verhasselt MarijkeVerzonden: woensdag 26 april 2017 13:45Aan: '[email protected]' <[email protected]>;'[email protected]' <[email protected]>; '[email protected]'<[email protected]>; '[email protected]' <[email protected]>; '[email protected]' <[email protected]>;'[email protected]' <[email protected]>CC: Bosmans Dirk <[email protected]>Onderwerp: Adviesvraag RUP "Grote Laakweg"

Beste

De stad Aarschot heeft het voornemen om het RUP “Grote Laakweg” op te stellen.

Krachtens art. 4.2.5 van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van een RUP in het kader van het “onderzoek totmilieueffectrapportage” een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUPkan hebben.

In bijlage vindt u het “verzoek tot raadpleging”, met daarin de elementen die krachtens artikel 4, §2 van het Plan-m.e.r.-besluitin dit verzoek opgenomen moeten worden (o.a. een beschrijving van het RUP en een inschatting van de mogelijkemilieueffecten). Om de efficiëntie te verhogen en het onnodig papierverbruik tegen te gaan, bezorgen wij u het dossier digitaal(zie bijlage). Op deze manier kunt u binnen uw instantie intern beter en eenvoudiger de behandeling van de adviesvraagverdelen alsook zelf kiezen welke delen van het verzoek tot raadpleging al dan niet afgeprint worden.

Uit de kenmerken van het plan en uit de aard van de mogelijke milieugevolgen leidt de Dienst Milieueffectrapportagebeheervan de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid af dat het advies van uw instantie relevant kan zijn. Mogen wij u daaromvriendelijk verzoeken om ons mee te delen of u vindt dat de conclusie dat het betreffende RUP “Grote Laakweg” geenaanleiding kan geven tot aanzienlijke milieueffecten en bijgevolg kan vrijgesteld worden van de plan-MER-plicht correct is, enindien niet, welke uw inschatting zou zijn aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van onderhavig RUP.

Gelieve ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst vandeze mail. Indien deze termijn praktisch niet haalbaar is voor u, gelieve ons dan te contacteren om onderling een alternatieveadviestermijn af te spreken.

Te bezorgen aan Antea Belgium nv, optredend in naam van het stadsbestuur van Aarschot op volgend adres:Roderveldlaan 1 te 2600 Antwerpen, t.a.v. Marijke VerhasseltOf via mail: [email protected]

Groetjes,

Marijke VerhasseltAdviseur milieubeleid

Antea Groupma-di-do: +32 (0)3 221 55 40woe-vrij: +32 (0)16 74 27 [email protected]

Klik hier met de rechtermuisknop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van internet gedownload.

Page 92: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°

3

Registration : http://www.ddrexpo.com/registration/This e-mail is personal. For our full disclaimer, please visit http://www.anteagroup.com/confidentiality.

Page 93: RUP Grote Laakweg Niet verordenend deel / Toelichtingsnotab) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7°