rgrutter.nlrgrutter.nl/overig/Logan/MR388LOGAN3.pdf · © Renault s.a.s. 2007 De door de...

273
© Renault s.a.s. 2007 De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault. Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault. DECEMBER 2005 Edition néerlandaise X90 3 Chassis 30A ALGEMEEN 31A VOORTREIN 33A ACHTERTREIN 35A WIELEN EN BANDEN 36A STUURINRICHTING 36B STUURBEKRACHTIGING 37A MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN 38C ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN

Transcript of rgrutter.nlrgrutter.nl/overig/Logan/MR388LOGAN3.pdf · © Renault s.a.s. 2007 De door de...

© Renault s.a.s. 2007

De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit documentbeschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat ditdocument werd samengesteld.

Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijdsconstructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.

Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault.

Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemenvan de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verbodenzonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.

DECEMBER 2005 Edition néerlandaise

X90

3 Chassis

30A ALGEMEEN

31A VOORTREIN

33A ACHTERTREIN

35A WIELEN EN BANDEN

36A STUURINRICHTING

36B STUURBEKRACHTIGING

37A MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN

38C ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN

LOGAN - Hoofdstuk 3

Inhoud

Blz.

LOGAN - Hoofdstuk 3 InhoudBlz.

30A ALGEMEEN

Remcircuit: Schema van de werking 30A-1

Remcircuit: Voorzorgen bij de reparatie 30A-2

Remcircuit: Ontluchten 30A-3

Remcircuit: Aantrekkoppel 30A-5

Remvloeistof: Gegevens 30A-6

Rem: Gegevens 30A-7

Stuurinrichting: Aantrekkoppel 30A-8

Bodemhoogtes: Afstelwaarde 30A-9

Voortrein: Aantrekkoppel 30A-11

Voortrein: Afstelwaarden 30A-13

Voortrein: Afstellen 30A-15

Achtertrein: Aantrekkoppel 30A-16

Achtertrein: Afstelwaarden 30A-17

Stabilisatorstangen: Gegevens 30A-19

Gedrag van de auto 30A-20

31A VOORTREIN

Voortrein Voorzorgen bij de reparatie 31A-1

Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-3

Remslang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-6

Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-8

Remklauw voor: Revisie 31A-11

Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-13

Bescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-16

Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-17

Remschijf voor: Beschrijving 31A-18

Remleiding hydraulische eenheid - hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 31A-19

Remleiding hydraulische eenheid - wartel onder de carrosserie: Uitbouwen - Inbouwen 31A-21

Remleiding hydraulische eenheid - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-23

Remleiding hydraulische eenheid - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-25

Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A-27

Lager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-30

Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-34

Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A-40

31A VOORTREIN

Inhoud

Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A-44

Stabilisatorstang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-50

33A ACHTERTREIN

Achtertrein Voorzorgen bij de reparatie 33A-1

Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-2

Remcilinder achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-11

Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-13

Remtrommel achter: Beschrijving 33A-15

Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-16

Stalen remleiding: Uitbouwen - Inbouwen 33A-18

Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A-20

Lager van trommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-25

Rubber lagerbus van de achteras: Uitbouwen - Inbouwen 33A-26

Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A-28

Achtertrein: Afstellen 33A-31

35A WIELEN EN BANDEN

Wiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A-1

Wiel: Balanceren 35A-4

Band: Voorzorgen bij de reparatie 35A-8

31A VOORTREIN

Banden: Identificatie 35A-9

Banden: Uitbouwen - Inbouwen 35A-10

Bandenspanning: Identificatie 35A-11

Velg: Identificatie 35A-12

Houder van reservewiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A-13

36A STUURINRICHTING

Stuurinrichting: Voorzorgen bij de reparatie 36A-1

Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A-2

Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen 36A-7

Spoorstang met kogeldraaipunt stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A-9

Stuurkolom: Uitbouwen - Inbouwen 36A-11

Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen - Inbouwen 36A-13

Afdichting van het schutbord: Uitbouwen - Inbouwen 36A-14

Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen 36A-15

36B STUURBEKRACHTIGING

Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B-1

Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B-6

Poelie van de stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B-20

35A WIELEN EN BANDEN

Inhoud

Elektrische stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B-21

Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B-23

37A MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN

Remmechanisme: Voorzorgen bij de reparatie 37A-1

Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A-2

Remleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A-8

Remleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A-12

Antiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A-16

Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A-20

Rembekrachtiger: Controle 37A-28

Vacuümpomp: Uitbouwen - Inbouwen 37A-29

Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-31

Gaskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A-36

Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-40

Remdrukbegrenzer: Uitbouwen - Inbouwen 37A-44

Remdrukbegrenzer: Controle 37A-46

Parkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen 37A-50

Koppelingsbediening: Lijst en plaats van de onderdelen 37A-52

36B STUURBEKRACHTIGING

Koppelingsbediening: Afstellen 37A-54

Koppelingskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A-55

Geheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-57

Koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-60

Koppelingscircuit: Ontluchten 37A-64

Koppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A-66

Leiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen 37A-69

Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A-72

Parkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen 37A-78

Uitwendig schakelmechanisme: Uitbouwen - Inbouwen 37A-80

38C ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN

ABS : Voorzorgen bij de reparatie 38C-1

Opname element wielsnelheid voor: Uitbouwen - Inbouwen 38C-2

Opname element wielsnelheid achter: Uitbouwen - Inbouwen 38C-4

Presentatie 38C-6

ABS zonder ESP: Schema van de werking 38C-7

ABS zonder ESP : Beschrijving 38C-9

Hydraulische remeenheid: Uitbouwen - Inbouwen 38C-11

37A MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN

30A-1

ALGEMEENRemcircuit: Schema van de werking 30A

Diagionaal « X » gescheiden remsysteem met lastafhankelijke remdrukbegrenzer

Diagionaal « X » gescheiden remsysteem met ABS

108548

BELANGRIJK:

Dit is een algemeen principeschema; gebruik hetniet as referentie voor het aansluiten van de cir-cuits. Bij het vervangen van de onderdelen van hetremcircuit van een auto, moet u altijd de leidingenmarkeren vóór de demontage.

105586

BELANGRIJK:Dit is een algemeen principeschema; gebruik hetniet as referentie voor het aansluiten van de cir-cuits. Bij het vervangen van de onderdelen van hetremcircuit van een auto, moet u altijd de leidingenmarkeren vóór de demontage.

30A-2

ALGEMEENRemcircuit: Voorzorgen bij de reparatie 30A

Herkenning van de onderdelen:

- vorm van het uiteinde van stalen of koperen leidingen(A),

- vorm van de schroefdraadboring in de wielremcilin-ders (B),

- vorm van de wartels (C) : uitwendig 6-kant 11 mm.

LET OP

De wartels van de remleidingen tussen dehoofdremcilinder, de remklauwen en de hydraulis-che groep hebben alle metrische schroefdraad.

Daarom mogen alleen onderdelen worden gebruiktdie in de onderdelendocumentatie van de autostaan aangegeven.

78491

30A-3

ALGEMEENRemcircuit: Ontluchten 30A

Voorzorgsmaatregelen die in acht genomen moetenworden tijdens de ontluchting van het remcircuit:

- Controleer de peilen van de remvloeistof van het rem-circuit en het ontluchtingsapparaat,

- Er mag absoluut geen hydraulische of elektrische sto-ring in het regelcircuit zijn.

I - ONTLUCHTEN VAN HET REMCIRCUIT MET EN ZONDER ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN

a

a Deze procedure moet worden uitgevoerd naar aan-leiding van het uitbouwen of vervangen van een van de volgende elementen:

- de begrenzer,

- de hoofdremcilinder,

- de remvloeistof,

- de hydraulische eenheid (nieuw en voor-gevuld),

- een leiding,

- een slang,

- het reservoir,

- een remklauw,

- de bekrachtiger,

- de wielremcilinder.

a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug.

a Verbind het ontluchtingsapparaat van de remcir-cuits met het remvloeistofreservoir van de auto (ziede gebruiksaanwijzing van het apparaat).

a Plaats de afvoerslangen op de ontluchtingsnippels.

a Ontlucht het circuit door de ontluchtingsnippels in de volgende volgorde te openen:

- het circuit rechts achter,

- het circuit links voor,

- het circuit links achter,

- het circuit rechts voor.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de ontluchtings-nippels (6 N.m).

a Contact uit, controleer de slag van het pedaal; alsdeze niet correct is, begin dan opnieuw met ontluch-ten.

a Vul het remvloeistofreservoir bij na het ontluchting-sapparaat van de remcircuits losgemaakt te heb-ben.

a Reinig de sporen van remvloeistof.

a Controleer of de ontluchtingsnippels zijn dichtge-draaid en de dopjes op hun plaats zitten.

a Maak een proefrit om te controleren of de slag van het rempedaal correct is. Als de slag van het pedaal incorrect wordt tijdens de proefrit:

- volg de ontluchtingsprocedure van het regelcircuitals de auto uitgerust is met een antiblokkeersys-teem van de wielen,

- ontlucht het remcircuit opnieuw als de auto niet ui-tgerust is met een antiblokkeersysteem van de wie-len.

II - ONTLUCHT HET REGELCIRCUIT (UITSLUITEND MET ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN)

a Deze procedure moet worden toegepast na het ont-luchten van het remcircuit zonder het regelsysteemen een proefrit met remmenregeling waarbij de slagvan het pedaal incorrect wordt.

a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug.

a Sluit aan (zie de gebruiksaanwijzing van het toestel):

- het gereedschap ontluchtingsapparaat van deremcircuits op het remcircuit van de auto,

- het diagnoseapparaat.

a Plaats de afvoerslangen op de ontluchtingsnippels.

a Ontlucht het regelcircuit van het remsysteem metbehulp van het diagnoseapparaat.

Onmisbaar materiaal

ontluchtingsapparaat van de remcircuits

diagnoseapparaat

Aantrekkoppelsm

ontluchtingsnippels 6 N.m

LET OP

Bijzondere voorzorgsmaatregel die in acht geno-men moet worden tijdens de ontluchting van hetremcircuit: het contact van de auto moet zijnuitgeschakeld om de elektrokleppen van dehydraulische eenheid niet te activeren (indienaanwezig).

LET OP

Ontlucht nooit het regelcircuit voordat u het rem-systeem zonder het regelsysteem heeft ontlucht.

30A-4

ALGEMEENRemcircuit: Ontluchten 30A

a Geef het commando SC006 « ontluchten van dehydraulische eenheid en van de remcircuits » .

a Volg de instructies van het diagnoseapparaat.

a Maak het ontluchtingsapparaat van de remcir-cuits los.

a Vul remvloeistof bij in het reservoir.

a Reinig de sporen van remvloeistof.

a Controleer of de ontluchtingsnippels zijn dichtge-draaid en de dopjes op hun plaats zitten.

a Zorg tijdens een proefrit voor een regeling door hetABS-systeem om te controleren of de slag van hetrempedaal goed is. Als de slag van het rempedaalniet goed wordt tijdens een proefrit, ga dan over tothet ontluchten van het regelcircuit van het remsys-teem.

Daardoor kan meer remvloeistof nodig zijn dan deinhoud van het circuit.

N.B.:

Tijdens de ontluchtingsprocedure drukt u afwis-selend op het rempedaal en laat u dit weer los(pompen).

30A-5

ALGEMEENRemcircuit: Aantrekkoppel 30A

I - REMMEN VOOR EN ACHTER

II - REMBEDIENING

Omschrijving Aantrekkop-pel (N.m)

Ontluchtingsnippel remklauw voor 6

Ontluchtingsnippel remcilinder ach-ter

6

Remslang op ingang remklauwvoor

17

Remleiding op ingang remcilinderachter

14

Remslang op remleiding 14

Kolombout van voorwielrem 34

Bout van remklauwsteun 105

Remleiding op begrenzer 14

Remleiding op hoofdremcilinder 14

Remleiding op slang 14

Bevestigingsbouten remschijf 14

bevestigingsbout van cilinder opremankerplaat

14

Omschrijving Aantrekkop-pel (N.m)

Bevestigingsmoer rembekrachtiger 21

Bevestigingsmoeren hoofdremcilin-der

21

Remleiding op uitgang hoofdremci-linder

14

Bevestigingsbout hydraulische een-heid op steun

8

Wartels van de leidingen op dehydraulische groep

14

bevestigingsmoeren van de par-keerrembediening

21

Omschrijving Aantrekkop-pel (N.m)

Bevestigingsbout van de steun vande hydraulische eenheid op de car-rosserie

21

Bevestigingsbout van de remdruk-begrenzer

12

30A-6

ALGEMEENRemvloeistof: Gegevens 30A

INTERVAL VERVANGEN VAN DE REMVLOEISTOF

De remmen, en met name de schijfremmen, zijn zoda-nig ontworpen (holle zuigers die weinig warmte over-dragen, een zo klein mogelijke hoeveelheidremvloeistof in de remcilinders, zwevende remklauwenwaarbij er geen remvloeistof op de minst gekoeldeplaats van het wiel achterblijft) dat de kans op « vapourlock » tot een minimum is beperkt, zelfs bij langdurigzware belasting in de bergen. Toch is gebleken dat dehuidige remvloeistoffen de eerste maanden dat ze ge-bruikt worden enigszins achteruitgaan door een gerin-ge opname van vocht. Daarom is het vervangen vande vloeistof voorgeschreven: zie het onderhouds-boekje van de auto.

1 - Bijvullen

Door het slijten van de remblokken zakt het peil van deremvloeistof in het reservoir.

Hiervoor hoeft geen remvloeistof te worden bijgevuld,want bij het vervangen van de remblokken komt hetvloeistofpeil weer omhoog. Het remvloeistofpeil magechter niet onder het minimum merkteken komen.

2 - Goedgekeurde remvloeistof

Het mengen van niet onderling mengbare soortenremvloeistof is zeer gevaarlijk. De wielremcups kunnenhierdoor worden aangetast wat tot lekkage leidt.

Om dit gevaar te voorkomen mag er uitsluitend dooronze laboratoria gecontroleerde en goedgekeurderemvloeistof worden gebruikt, die voldoet aan de normSAE J 1703 DOT 4.

30A-7

ALGEMEENRem: Gegevens 30A

(1)De remschijven mogen niet worden opgezuiverd. Bijte diepe krassen of slijtage moeten ze worden vervan-gen.

TYPE LSOX KSOX FSOX

Voorwielremmen (mm)

Diameter van de zuigers 48 48 54 54

Diameter van de remschijven 238 259 259 259 260 260

Dikte van de remschijven 12 20,6 20,6 22 22

Minimum dikte van de schijven1 10,6 17,7 17,7 19,8 19,8

Maximum toegestane slingering remschijven 0,07

Dikte remblokken/voering (met grondplaat) 18 18 17,7 17,7

Minimum dikte remblokken (met grondplaat) 6 6 6 6

Achterwielremmen (mm)

Diameter van de zuigers van de wielremcilinder 19 17,78 19 22,2 22,2

Diameter remtrommels 180,25 203,3 228,5

Maximale slijtagediameter van de remtrommels 181,25 204,45 229,5

Dikte van de primaire remvoeringen 4,6 4,9

Dikte van de secondaire remvoeringen 3,3 4,9

Hoofdremcilinder (mm)

Diameter 20,6 20,6 22,2

Slag 32 32 36

30A-8

ALGEMEENStuurinrichting: Aantrekkoppel 30A

Omschrijving Aantrekkop-pel (N.m)

Bevestigingsmoer stuurkolom 21

Bout stuurkolomkruisstukje 21

Contramoer sporingafstelling 50

Omschrijving Aantrekkop-pel (N.m)

Bout van stuurhuis 105

Moer van spoorstangkogel 37

Kogeldraaipunt stuurhuis 34

STUURBEKRACHTIGING

Omschrijving Aantrekkop-pel (N.m)

Drukcontact op hogedrukleiding 12

Wartel hogedruk- en lagedrukleiding op stuu-rhuis

21

Wartel hogedrukleiding op stuurbekrachtigings-pomp

21

Bevestigingsbouten van de lagedrukleiding opsubframe

21

Bevestigingsbout van de stuurbekrachtigings-pomp op steun

21

30A-9

ALGEMEENBodemhoogtes: Afstelwaarde 30A

I - MEETPUNTEN

De maat (w1) wordt gemeten aan de voorkant, tussende vloer en de onderkant van het subframe bij het gatin het midden van de onderste draagarm.

De maat (w2) wordt gemeten aan de achterkant, tus-sen de vloer en het hart van de bevestiging van de ru-bber lagerbus op het lagerblok.

II - AFSTELLEN VAN DE TREINEN

Voor de velg 14" :

Voor de velg 15" :

108936

108937

L90

W1 (mm) W2 (mm)

Auto rijklaar

Velg 14" 188,38 ± 10,5 291,6 ± 10,5

Velg 15" 192,5 ± 10,5 293,96 ± 10,5

K90

W1 (mm) W2 (mm)

Auto rijklaar

5 Pl

K7J, K7M 190,10 290,91

K4M, K9K-E0

189,20 290,80

K9K-E1,E2

188,60 290,72

7 PL

K7J, K7M 190,10 287,70

K4M 189,20 287,58

K9K 188,60 287,50

30A-10

ALGEMEENBodemhoogtes: Afstelwaarde 30A

Voor de velg 15" :

W1 (mm) W2 (mm)

Auto rijklaar

5 Pl

K7J, K7M 194,80 295,27

K4M, K9K-E0

193,90 295,15

K9K-E1,E2

193,40 295,08

7 PL

K7J, K7M 194,80 292,23

K4M 193,90 292,11

K9K 193,40 292,04

F90

W1 (mm) W2 (mm)

Auto rijklaar

K7J, K7M 198,68 310,98

K9K/DM/zon-der CA-K9K/DM/CA-K9K/DA/zonder CA

197,30 310,98

K9K/DA/CA 196,70 310,72

30A-11

ALGEMEENVoortrein: Aantrekkoppel 30A

109718

Merkteken Omschrijving Aantrekkoppel (N.m

(1) Bevestigingsmoer « veerpoot - schokdemper » op carrosserie 44

(2) Bout onderste draagarm 105

(3) Onderste bevestigingsbout van de trekstang van het 62

(4) Moer van spoorstangkogel 37

(5) Bevestigingsbout van het lagerblok van de stabilisatorstang en van hetsubframe

105

(6) Bevestigingsmoer van het lagerblok van de stabilisatorstang 8

(7) Bout van remklauwsteun 105

(8) Bovenste bevestigingsbout van de trekstang van het subframe op delangsbalk

21

(9) Bevestigingsbout van de schokdemper op de naafhouder 105

Voorste subframebout 105

Bevestigingsbout stuurhuis op subframe 105

30A-12

ALGEMEENVoortrein: Aantrekkoppel 30A

109719

Merkteken Omschrijving Aantrekkoppel (N.m)

(10) Moer van schokdemper voor veerschotel 62

(11) Moer van kogeldraaipunt van de tussenstang van de stabilisatorstang 14

(12) Bout onderste fuseekogel 62

(13) Moer aandrijfas 280

(14) Wielbouten 105

(15) Contramoer voor de sporingafstelling 50

(16) Bevestiging kogeldraaipunt stuurhuis op stuurhuis 34

(17) Bevestigingsbouten remschijf 14

30A-13

ALGEMEENVoortrein: Afstelwaarden 30A

I - VOORWAARDEN

Controleer voordat u de voor- en achtertrein op de con-trolebank plaatst:

- de bandenmaten,

- de bandenspanningen (zie 35A, Wielen en banden,Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11)

- de mate van slijtage van de banden,

- de spelingen van de draaipunten,

- de bodemhoogtes (zie 3 0 A, Algemeen, B o -demhoogtes: Afstelwaarde, blz. 30A-9) .

II - LANGSHELLING

Niet afstelbaar.

III - WIELVLUCHT

Niet afstelbaar.

IV - DWARSHELLING

Niet afstelbaar.

Opmerking:

Vervang alle defecte onderdelen voor de controle.

93012

Waarde Stand van de auto

2˚42’±±±± 30’ (Maximum verschil

rechts - links = 1˚)

Auto rijklaar

93013

Waarde Stand van de auto

- 0 1̊0’±±±± 40’ (Maximum vers-

chil rechts - links = 1˚)

Auto rijklaar

93014

Waarde Stand van de auto

10˚17’±±±± 30’ (Maximum vers-chil rechts - links =1˚)

Auto rijklaar

30A-14

ALGEMEENVoortrein: Afstelwaarden 30A

V - SPORING: TEKENAFSPRAAK

Uitspoor: negatief teken

Toespoor: positief teken

VI - SPORING

Afstellen door verdraaien van de stelhulzen van despoorstangen, (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afs-tellen, blz. 30A-15)

VII - VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN

(zie 31A, Voortrein, Onderste draagarm van de hal-ve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-40) .

LET OP

Betekenis van de door RENAULT gebruikte tekens:

- +: uitspoor,

- -: toespoor.

93011

93011-1

93011

L90

Waarde (voor twee wielen) Stand van de auto

-0˚ 10’ ± 10’ Auto rijklaar

F90 of K90

Waarde (voor twee wielen) Stand van de auto

-0˚ 10’ ± 30’ Auto rijklaar

30A-15

ALGEMEENVoortrein: Afstellen 30A

I - AFSTELWAARDE

a (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden,blz. 30A-13) .

II - AFSTELLEN

a Voor het plaatsen op de bank voor het controlerenvan de wielophanging, moet u de bandenspannin-gen controleren (zie 35A, Wielen en banden, Ban-denspanning: Identificatie, blz. 35A-11) .

a

1 - Langshelling

a Niet afstelbaar.

2 - Wielvlucht

a Niet afstelbaar.

3 - Dwarshelling

a Niet afstelbaar.

4 - Sporing

a Afstellen door verdraaien van de stelhulzen van de spoorstangen:

- zet de contramoeren (1) van de sporingafstellinglos,

- verdraai de stelhulzen (2) van de spoorstangen omde gewenste waarde te krijgen.

a Na het afstellen, zet vast met het aantrekkoppel: decontramoeren van de afstelling van de sporing(18 N.m).

Aantrekkoppelsm

contramoeren van deafstelling van de sporing

18 N.m

N.B.:

Stel de bodemhoogte af conform de specificatiesvoordat u de geometrie van de wielen controleert.Als de bodemhoogte niet conform de specificatiesis, stelt u deze af door de carrosserie hoger of lagerte zetten.

N.B.:

Tijdens het controleren van de voor- en achter-treinhoeken, moet de auto leeg zijn (geenbagage, niemand in de auto).

Let op dat het stuurwiel recht staat tijdens hetafstellen van de sporing zodat de middenstandvan het stuurwiel overeenkomt met de rechtuitstand van de voorwielen. Als de stand hetstuurwiel niet overeenkomt met de stand van dezal de klant heirover klagen.

117474

30A-16

ALGEMEENAchtertrein: Aantrekkoppel 30A

109717

Merkteken Omschrijving Aantrekkoppel (N.m)

(1) Moer van trommel175 (voor L90)

280 (voor K90 en F90)

(2) Bevestigingsbout lagerblok 62

(3) Onderste bevestigingsbout schokdemper 105

(4) Bevestigingsmoer van rubber lagerbus 125

(5) Remleiding op wielremcilinder 14

(6) Wartel remleiding op remslang 14

(7) Bevestigingsbout van remankerplaat op achtertrein 80

30A-17

ALGEMEENAchtertrein: Afstelwaarden 30A

I - VOORWAARDEN

Controleer voordat u de voor- en achtertrein op de con-trolebank plaatst:

- de bandenmaten,

- de bandenspanning (zie 35A, Wielen en banden,Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11) ,

- de mate van slijtage van de banden,

- de spelingen van de draaipunten,

- de bodemhoogtes (zie 3 0 A, Algemeen, B o -demhoogtes: Afstelwaarde, blz. 30A-9) .

II - WIELVLUCHT

Niet afstelbaar.

III - SPORING: TEKENAFSPRAAK

IV - SPORING

Niet afstelbaar.

Toespoor: positief teken

Opmerking:

Vervang alle defecte onderdelen voor de controle.

93013-1

L90

Waarde Stand van de auto

-0˚51’±±±±15’ Auto rijklaar

F90 of K90

Waarde Stand van de auto

-0˚50’±±±±30’ Auto rijklaar

LET OP

Betekenis van de door RENAULT gebruikte tekens:

- +: uitspoor,

- -: toespoor.

93011-1

L90

Waarde (voor twee wielen) Stand van de auto

Toespoor: +0˚ 44’±±±± 15’ Auto rijklaar

30A-18

ALGEMEENAchtertrein: Afstelwaarden 30A

V - VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN

(zie 33A, Achtertrein, Achtertrein: Afstellen, blz.33A-31) .

F90 of K90

Waarde (voor twee wielen) Stand van de auto

Toespoor: +1˚ 40’±±±± 30’ Auto rijklaar

30A-19

ALGEMEENStabilisatorstangen: Gegevens 30A

Diameter van de stabilisatorstang voor: 24,5 mm.

30A-20

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30AShimmy* : trilling van het stuurwiel tussen 100 en 120km/uur.

I - REMMEN

Oor-zaak/vers-chijn-sel

Slij-tagevanderem-blok-ken

Onre-gel-matige slij-tagevanderem-blok-ken

Slin-gering vanderems-chijf

Slij-tagevanderems-chijf

Vast-lopenvandezui-ger inderem-klauw

Corro-sievanderems-chijf

Onre-gel-matige slij-tagevanderems-chijf

Defectvanderem-bekrachti-ger

Luchtin hetrem-circuit

Inwendigelek-kagevanhetrem-circuit

Uitwendigelek-kagevanhetrem-circuit

Geluidbij hetrem-men

x x x x

Per-manentgeluid

x x x

Sto-ten bijhetrem-men

x x x

Trillin-gen inhetpedaal

x x x

Hardpedaal

x x

Zachtpedaal

x x x x

Langeslag

x x x

Pedaal op devloer

x x x

Per-manentrem-men

x x

30A-21

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30AII - STUURINRICHTING

Oor-zaak/vers-chijn-sel

Telaagolie-peilvandestuurbekrachti-ging

Luchtin hetstuurbekrachti-gingscir-cuit

Spe-lingin destuu-rin-richting

Ver-keerdeuitgangs-drukvandepomp

Ver-keerdespan-ningvandeaan-drij-friem

Bes-cha-diging vandestuurkolom

Ver-keerdemon-tagevandestuurkolom

Ver-keerdevoor-trein-hoeken(langshel-lings-hoek)

Sto-ringin deelek-tro-nischerege-lingvandebekrachti-ging

Vast-lopenvandewielremci-lin-der(zui-gerofcilin-der)

Defecteband

Geluid

x x x x

Trillin-gen

x x x

Sto-ten

x x x

Stuurwielkeertnietgoedteruginmid-dens-tand

x x x

Tewei-nigvaria-belehydraulis-chestuur-bekrachti-gingbijlagesnel-heid

x x x

30A-22

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30A

Teveelvaria-belehydraulis-che ofelek-tris-chestuur-bekrachti-gingbijhogesnel-heid

x

Tewei-nigvaria-belehydraulis-che ofelek-tris-chestuur-bekrachti-ging

x x

Oor-zaak/vers-chijn-sel

Telaagolie-peilvandestuurbekrachti-ging

Luchtin hetstuurbekrachti-gingscir-cuit

Spe-lingin destuu-rin-richting

Ver-keerdeuitgangs-drukvandepomp

Ver-keerdespan-ningvandeaan-drij-friem

Bes-cha-diging vandestuurkolom

Ver-keerdemon-tagevandestuurkolom

Ver-keerdevoor-trein-hoeken(langshel-lings-hoek)

Sto-ringin deelek-tro-nischerege-lingvandebekrachti-ging

Vast-lopenvandewielremci-lin-der(zui-gerofcilin-der)

Defecteband

30A-23

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30A

III - WIELEN EN BANDEN

Scheeftrekkenbijcons-tantesnel-heid

x x

Scheeftrekkenbij hetrem-men

x x x

Oor-zaak/vers-chijn-sel

Telaagolie-peilvandestuurbekrachti-ging

Luchtin hetstuurbekrachti-gingscir-cuit

Spe-lingin destuu-rin-richting

Ver-keerdeuitgangs-drukvandepomp

Ver-keerdespan-ningvandeaan-drij-friem

Bes-cha-diging vandestuurkolom

Ver-keerdemon-tagevandestuurkolom

Ver-keerdevoor-trein-hoeken(langshel-lings-hoek)

Sto-ringin deelek-tro-nischerege-lingvandebekrachti-ging

Vast-lopenvandewielremci-lin-der(zui-gerofcilin-der)

Defecteband

Oor-zaak /verschi-jnsel

Nietgoedgeba-lan-ceerdebanden

Te lageban-dens-panning

Vervor-mde ofbescha-digdewielenen ban-den

Defectloo-pvlakvan deband

Ver-keerdebanden-maat

Spo-ringnietgoed

Voor-trein envoorve-ring

(zietabel« Voortrein envoorvering »

Rem-men(zietabel« Remmen »

Stuurin-richting(zietabel« Stuurinrichting »

Trillin-gen

x x x x x

Shimmy*

x x x x x x

Weglig-ging nietgoed

x x x x

30A-24

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30A

IV - TREINEN EN OPHANGING

Subframe - voortrein en voorvering

Vroegti-jdigeban-denslij-tage

x x x x

Onregel-matigeban-denslij-tage

x x x x x x

Oor-zaak /verschi-jnsel

Nietgoedgeba-lan-ceerdebanden

Te lageban-dens-panning

Vervor-mde ofbescha-digdewielenen ban-den

Defectloo-pvlakvan deband

Ver-keerdebanden-maat

Spo-ringnietgoed

Voor-trein envoorve-ring

(zietabel« Voortrein envoorvering »

Rem-men(zietabel« Remmen »

Stuurin-richting(zietabel« Stuurinrichting »

Oor-zaak /vers-chijn-sel

Ver-vor-mingvandescho-kdemper

Bes-cha-diging vandebevesti-gin-genvandeveer-poot-scho-kdemperop decar-ros-serie

Con-tactmetomringendedelen

Slij-tagevandescho-kdemper

Staatvandeveer

Slij-tagevandestabi-lisa-torstangofvandelager-blok-ken

Defecte uit-lij-ningvandevoor-enach-ter-trein

Defecte bijmon-tageofvast-zet-tenvandeonderde-lenvanhetsub-frameof devoor-trein

Bes-cha-digdwiel-lager

Onbalanstus-sendeveringlinksenrechts

Ver-keerdehoe-kenvandevoor-enach-ter-trein

Rem-men(zietabel« Remmen »

Geluid

x x x x x x x

Trillin-gen

x x x x

30A-25

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30A

Shimmy*

x x x

Wegliggingnietgoed

x x x x

Oor-zaak /vers-chijn-sel

Ver-vor-mingvandescho-kdemper

Bes-cha-diging vandebevesti-gin-genvandeveer-poot-scho-kdemperop decar-ros-serie

Con-tactmetomringendedelen

Slij-tagevandescho-kdemper

Staatvandeveer

Slij-tagevandestabi-lisa-torstangofvandelager-blok-ken

Defecte uit-lij-ningvandevoor-enach-ter-trein

Defecte bijmon-tageofvast-zet-tenvandeonderde-lenvanhetsub-frameof devoor-trein

Bes-cha-digdwiel-lager

Onbalanstus-sendeveringlinksenrechts

Ver-keerdehoe-kenvandevoor-enach-ter-trein

Rem-men(zietabel« Remmen »

30A-26

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30AAchtertrein en achtervering

Geometrie voortrein

Oor-zaak /vers-chijn-sel

Ver-vor-mingvandescho-kdemper

Bes-cha-diging vandebevesti-gin-genvandeveer-poot-scho-kdemperop decar-ros-serie

Con-tactmetomringendedelen

Slij-tagevandescho-kdemper

Staatvandeveer

Slij-tagevandestabi-lisa-torstangofvandelager-blok-ken

Ver-keerde uit-lij-ningvandewie-len

Defecte bijmon-tageofvast-zet-tenvandeonderde-lenvanhetsub-frameof devoor-trein

Bes-cha-digdwiel-lager

Onbalanstus-sendeveringlinksenrechts

Ver-keerdehoe-kenvandevoor-enach-ter-trein

Rem-men(zietabel« Remmen »

Geluid

x x x x x x x

Tril-ling

x x x x

Shimmy*

x x x

Wegliggingnietgoed

x x x x

Storingen Mogelijke oorzaken

Langshelling niet goed - Draagarm krom

- Langsbalk krom

Wielvlucht plus dwarshelling goed maar:

Wielvlucht niet goed

Dwarshelling niet goed

- Draagarm krom

- Langsbalk krom

Wielvlucht goed maar:

Dwarshelling niet goed

Fusee krom

Dwarshelling goed maar:

Wielvlucht niet goed

Fusee krom

30A-27

ALGEMEENGedrag van de auto

L90

30A

Variatie van de sporing niet goed Zie langshelling niet goed

Afwijking van de sporing groter dan 6mm Fusee rechts of links krom

Storingen Mogelijke oorzaken

31A-1

VOORTREINVoortrein Voorzorgen bij de reparatie 31A

I - VEILIGHEID

1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden

Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veili-gheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR388, 02A, Hefmiddelen).

2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden

Remvloeistof is bijzonder corrosief. Verwijder zorgvul-dig alle op de auto gemorste remvloeistof.

II - REINHEID

1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden

Bescherm de carrosseriedelen met een hoes om tevoorkomen dat deze beschadigen door remvloeistof.

2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden

Reinig de omgeving van het remsysteem met REM-MENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingre-diënten voor de reparatie) (MR 388, 04B,Producten).

III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN

1 - Remmen

Bij het vervangen van remblokken moeten de remblok-ken aan de tegenovergelegen kant ook vervangenworden.

Bij het vervangen van een schijf moet de remschijf aande tegenovergelegen kant ook vervangen worden.

Bij het vervangen van remschijven moeten de remblo-kken ook vervangen worden.

Smeer de kolombouten vóór de montage in met FRE-NETANCHE (zie Auto: Onderdelen en ingrediëntenvoor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten).

Smeer de bouten van de remklauwsteun vóór de mon-tage in met KRACHTIG BORGMIDDEL (zie Auto:Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR388, 04B, Producten).

2 - Lager, fusee

Bij het uitbouwen van de naaf, vervangt u beslist het la-ger door een nieuw.

Controleer, voor het inbouwen van het lager, beslist destaat van het oppervlak van de naaf, van het lager envan de fusee.

Vervang iedere beschadigde naafhouder.

Reinig:

- de binnen- en de buitenvlakken van het nieuwe lager,die in contact komen met de fusee en de naaf,

- de vlakken van de fusee die in contact komen met hetnieuwe lager,

- de vlakken van de boring van de naaf die in contactkomen met het nieuwe lager.

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

LET OP

Om de remslang niet te beschadigen:

- zet de slang niet onder spanning,

- verdraai de slang niet,

- controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen.

BELANGRIJK:

Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keerop het rempedaal zodat de remzuigers, de remblok-ken en de remschijven aanliggen.

LET OP

Om het lager van de voorwielnaaf niet onherstel-baar te beschadigen:

- Zet de aandrijfasmoer niet los of vast met de wie-len op de grond.

- Laat de auto niet op de grond rusten met losge-zette of uitgebouwde aandrijfas.

LET OP

Om de goede werking van het opname-elementwielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijfvan het opname-element op het lager niet bescha-digen.

31A-2

VOORTREINVoortrein Voorzorgen bij de reparatie 31A

3 - Schroefveer

Let bij het vervangen van de veer op de juiste stand enrichting van de veer van de vorken van het gereeds-chap.

Bij het vervangen van een veer moet de veer aan detegenovergelegen kant ook vervangen worden.

Controleer de goede werking van het spangereeds-chap.

Om veiligheidsredenen mag u de veer niet samenge-drukt in het spangereedschap laten zitten.

4 - Voortrein

LET OP

Steun nooit op de binnenste loopring omdat daar-door de kogels en loopringen bij het inpersen wor-den beschadigd.

LET OP

Om vroegtijdig breken van de veer te voorkomen,mag u de anticorrosiebescherming niet beschadi-gen.

LET OP

Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag umet een hefsysteem niet aangrijpen onder deonderste draagarm.

31A-3

VOORTREINRemblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

Bij het vervangen van remblokken moeten de remblok-ken aan de tegenovergelegen kant ook vervangenworden.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Ontgrendel het stuurwiel.

a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de onderste kolombout (1) uit en houd hierbijde moer (2) tegen.

a Kantel de remklauw naar boven.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Fre. 1842 Remzuigerdrukker voorrem-klauw

Aantrekkoppelsm

kolombouten 34 N.m

kolommen 28 N.m

L90 – K90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP

108349

31A-4

VOORTREINRemblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Bouw de veer (3) uit.

a Bouw uit:

- de kapjes op de bescherming van de kolommen,

- de kolommen (4) met behulp van een inbussleutel,

- de remklauw.

a Verwijder de remblokken.

a Verwijder de antirammelveren (5) .

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de dikte van de remblokken (zie 30A, Al-gemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7) .

a Vervang defecte delen door nieuwe.

a Reinig met behulp van het spoelapparaat:

- de remklauwsteunen,

F90 – K90, en K4M – K90, en K7J of K7M of K9K,en MULTIX

118634

118635

119217

117348

31A-5

VOORTREINRemblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

- de remklauwen.

a Reinig de kolommen bij elk uitbouwen.

a Druk de zuiger (na deze ingesmeerd te hebben methet vet uit de revisieset) met behulp van hetgreeedschap (Fre. 1842) (1) op de bodem van deboring.

a Vervang altijd alle uitgebouwde kolombouten.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de nieuwe antirammelveren.

a Monteer de nieuwe remblokken, te beginnen methet binnenste.

a Kantel de remklauw naar beneden in de oorspronke-lijke stand.

a Monteer de nieuwe kolombout.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolombouten(34 N.m).

a Plaats:

- de klauw in zijn oorspronkelijke stand,

- de kolommen met behulp van een inbussleutel.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolommen (28N.m).

a Monteer de kapjes op de bescherming van de ko-lommen.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

F90 – K90, en K4M – K90, en K7J of K7M of K9K,en MULTIX

123095

L90 – K90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP

LET OP

Om de remslang niet te beschadigen:

- zet de slang niet onder spanning,

- verdraai de slang niet,

- controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen.

L90 – K90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP

F90 – K90, en K4M – K90, en K7J of K7M of K9K,en MULTIX

BELANGRIJK:Druk, om ongelukken te voorkomen, een paarkeer op het rempedaal zodat de remzuigers, deremblokken en de remschijven aanliggen.

31A-6

VOORTREINRemslang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rem-pedaal om het wegstromen van remvloeistof te be-perken.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Draai los:

- de wartel van de leiding (1) , waardoor de slang vri-jkomt van de spiebanen,

- de remslang bij de remklauw (2) .

a Bouw de remslang uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Schroef de remslang voorlopig op de remklauw.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de remslang op deklauw (17 N.m).

a Plaats het holle uiteinde van de remslang op de be-vestigingssteun, zonder spanning van verdraaiing.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

remslang op de klauw 17 N.m

remslang op de wartel 14 N.m

108919

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

108922

LET OP

Om de remslang niet te beschadigen:

- zet de slang niet onder spanning,

- verdraai de slang niet,

- controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen.

31A-7

VOORTREINRemslang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Controleer of het uiteinde vrij in de spiebanen van desteun past.

a Plaats:

- de veer,

- de stalen leiding op de remslang, zonder dat deslang verdraait als u de stalen leiding vastdraait.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de remslang op dewartel (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Verwijder het gereedschap pedaalknecht van hetrempedaal.

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

31A-8

VOORTREINRemklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rem-pedaal om het wegstromen van remvloeistof te be-perken.

a Ontgrendel het stuurwiel.

a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1)

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de remslang los op de remklauw.

a Bouw de veer (1) uit.

a Bouw de kapjes op de bescherming van de kolom-men uit.

a Bouw de kolommen (2) uit met behulp van eeninbussleutel.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

kolombouten 32 N.m

kolommen 27,5 N.m

remslang 17 N.m

Opmerking:

De remklauwen uit het magazijn worden voorgevuldgeleverd.

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

F90 – K90, en K4M

118634

118635

31A-9

VOORTREINRemklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Bouw de kolombouten uit (3) .

a Bouw uit:

- de remklauw,

- de remblokken.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de stofhoes en van de zui-ger in de remklauw (vervang de defecte onderde-len).

a Reinig de remklauw en de remklauwsteun met be-hulp van het spoelapparaat.

a Druk de zuiger geheel in zijn boring.

a Vervang altijd alle uitgebouwde kolombouten.

a Reinig de kolommen bij elk uitbouwen.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wielen in de rechtuit stand.

a Schroef de remklauw zo ver mogelijk op de rems-lang, zonder gereedschap.

a Plaats:

- de remblokken de beginnen met het binnenste,

- de remklauw.

a Monteer de kolombouten.

L90 – K90, en K7J of K7M of K9K

108349

117348

L90 – K7J of K7M of K9K

F90 – K90, en K4M

L90 – K90, en K7J of K7M of K9K

31A-10

VOORTREINRemklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolombouten(32 N.m).

a Plaats:

- de kolommen met behulp van een inbussleutel,

- de kapjes op de bescherming van de kolommen.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolommen (27,5N.m).

a Plaats:

- de kapjes,

- de bevestigingsveer van de klauw.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de remslang (17N.m).

III - LAATSTE STAP

a Verwijder het gereedschap pedaalknecht.

a Voer een gedeeltelijke ontluchting van het remcircuituit, als het compensatiereservoir niet helemaal leeg-gelopen is tijdens de werkzaamheden. Voer anderseen complete ontluchting uit (zie 30A, Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Controleer het remvloeistofpeil.

a Monteer het voorwiel aan de betreffende kant (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1) .

F90 – K90, en K4M

LET OP

Bevestig de remslang en de bedrading van hetopname-element wielsnelheid als deze zijn los-gemaakt.

De remslang mag niet worden verdraaid.

BELANGRIJK:

Druk, om ongelukken te voorkomen, een paarkeer op het rempedaal zodat de remzuigers, deremblokken en de remschijven aanliggen.

Opmerking:

Het remvloeistofpeil moet tussen de merktekens« MINI » en « MAXI » op het reservoir staan.

31A-11

VOORTREINRemklauw voor: Revisie 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats de pedaalknecht op het rempedaal om hetwegstromen van remvloeistof te beperken.

a Bouw uit:

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de voorremklauw (zie 31A, Voortrein, Remklauwvoor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-8) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder de zuiger met behulp van perslucht; legeen blokje hout tussen de remklauw en de zuiger ombeschadiging te voorkomen. Elk spoor van bescha-diging van de zuigerwand maakt de zuiger onbruik-baar.

a Verwijder de stofhoes.

a Verwijder de rechthoekige afdichtring met een dun-ne, afgeronde strip (voelermaatje) uit de groef vande remklauw.

a Vervang de complete remklauw als er sprake is vankrassen.

a Maak alle onderdelen schoon in gedenatureerde al-cohol.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de rechthoekige afdichtring in de groef vande remklauw.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Fre. 1842 Remzuigerdrukker voorrem-klauw

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

115572

115570

31A-12

VOORTREINRemklauw voor: Revisie 31A

a Druk de zuiger (na deze ingesmeerd te hebben methet vet uit de revisieset) met behulp van hetgreeedschap (Fre. 1842) (1) op de bodem van deboring.

a Monteer de stofhoes.

II - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de remklauw (zie 31A , Voortrein, Remklauwvoor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-8) ,

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

123095

31A-13

VOORTREINRemklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Ontgrendel het stuurwiel.

a Bouw uit:

- het voorwiel aan de betreffende kant (zie 35A,Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen,blz. 35A-1) ,

- de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblo-kken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) .

a Bouw de bovenste kolombout (1) uit en houd hierbijde moer (2) tegen.

a Hang de remklauw op aan de veerpoot.

Aantrekkoppelsm

bouten van de rem-klauwsteun

105 N.m

bovenste kolombout 34 N.m

L90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP

119218

LET OP

Om de remslang niet te beschadigen:

- zet de slang niet onder spanning,

- verdraai de slang niet,

- controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen.

31A-14

VOORTREINRemklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

31AII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de twee bouten (3) van de remklauwsteun,

- de remklauwsteun.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig met behulp van het spoelapparaat:

- de remklauwsteun,

- de remklauw,

- de naafhouder.

a Smeer de bouten van de remklauwsteun vóór demontage in met KRACHTIG BORGMIDDEL (zieAuto: Onderdelen en ingrediënten voor de repa-ratie) (MR 388, 04B, Producten).

a Vervang systematisch de kolombouten.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de remklauwsteun,

- de bouten van de remklauwsteun.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van deremklauwsteun (105 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de bovenste kolombout.

119219

117348

L90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP

31A-15

VOORTREINRemklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

31Aa Zet vast met het aantrekkoppel: de bovenste ko-

lombout (34 N.m).

a Plaats:

- de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblo-kken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) .

- het voorwiel aan de betreffende kant (zie 35A,Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen,blz. 35A-1)

BELANGRIJK:

Druk, om ongelukken te voorkomen, een paarkeer op het rempedaal zodat de remzuigers, deremblokken en de remschijven aanliggen.

31A-16

VOORTREINBescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. (zie Auto:Slepen en Heffen)

(MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblo-kken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) ,

- de steunen van de remklauwen (zie 31A, Voor-trein, Remklauwsteun voor: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 31A-13) ,

- de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten (1) van de bescherming vande remschijf,

- de bescherming van de voorremschijf (2) .

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de bescherming van de remschijf,

- de bevestigingsbouten van de bescherming van deremschijf.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bouten van de bescherming van de remschijf (7N.m).

II - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) ,

- de steunen van de remklauwen (zie 31A, Voor-trein, Remklauwsteun voor: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 31A-13) ,

- de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblo-kken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) ,

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande bescherming van deremschijf

7 N.m

24683

31A-17

VOORTREINRemschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

Remschijven mag u niet afdraaien. Bij te diepe krassenof slijtage moeten ze worden vervangen (zie 30A, Al-gemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7) .

Bij het vervangen van een remschijf moet de schijf aande tegenovergelegen kant ook vervangen worden.

Bij het vervangen van remschijven moeten de remblo-kken ook vervangen worden.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblo-kken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) ,

- de remklauwsteunen (zie 31A, Voortrein, Rem-klauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz.31A-13) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de twee bouten (1) van de schijf,

- de remschijf.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig de schijven onder de kraan.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de schijf,

- de twee bouten van de schijf.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van deremschijf (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de remklauwsteunen (zie 31A, Voortrein, Rem-klauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz.31A-13) ,

- de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblo-kken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) ,

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

Aantrekkoppelsm

bouten van de remschijf 14 N.m

108921

31A-18

VOORTREINRemschijf voor: Beschrijving 31A

I - VOORBEREIDING VOOR DE CONTROLE

Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Sle-pen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

Bouw het betreffende voorwiel uit (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

II - CONTROLE VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

Plaats het gereedschap Palmer voor het meten van dedikte van de schijf.

Meet achtereenvolgens de dikte van de schijf op 4 pun-ten (op een afstand van 90˚).

Vergelijk de waarden met die van de constructeur (zie30A, Algemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7) .

III - LAATSTE STAP

Vervang de schijf indien nodig (zie 31A, Voortrein,Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) .

Monteer het betreffende voorwiel (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

Opmerking:

Voor het controleren van de dikte van de schijf,gebruikt u een gereedschap type Palmer.

88310

31A-19

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw de kap van de motor uit (indien aanwezig).

a Bouw de klemmetjes van de geluidsisolatie (1) uit(indien aanwezig).

a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien(indien aanwezig).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wartels (2) van de remleidingen van de hy-draulische eenheid los.

a Maak de remleidingen los.

a Zet de wartels (3) van de remleidingen van dehoofdremcilinder los.

a Bouw de remleidingen uit tussen de hydraulischeeenheid en de hoofdremcilinder.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartels van de remlei-dingen op de hydraulis-che eenheid

14 N.m

wartels van de remlei-dingen op de hoofdrem-cilinder

14 N.m

117827

117817

117829

31A-20

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 31A

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleidingen tussen de hydraulischeeenheid en de hoofdremcilinder.

a Maak de remleidingen in de klemmetjes vast.

a Zet vast:

- de wartels van de remleidingen op de hydraulischeeenheid,

- de wartels van de remleidingen op de hoofdremci-linder.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartels van de remleidingen op de hydrau-lische eenheid (14 N.m) ,

- de wartels van de remleidingen op dehoofdremcilinder (14 N.m).

II - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de geluidsisolatie op het schutbord (indien aanwe-zig),

- de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie(indien aanwezig),

- de kap van de motor (indien aanwezig).

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

31A-21

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - wartel onder de carrosserie: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Bouw de kap van de motor uit (indien aanwezig).

a Bouw de klemmetjes (1) van de geluidsisolatie uit(indien aanwezig).

a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien(indien aanwezig).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wartels (2) van de remleidingen van de hy-draulische eenheid los.

a Bouw de twee klemmetjes (3) van de geluidsisolatieuit.

a Duw de geluidsisolatie om de wartels van de leidin-gen onder de carrosserie te zien.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartels van de remlei-dingen op de hydraulis-che eenheid

14 N.m

wartels van de remlei-dingen op de wartelsonder decarrosserie

14 N.m

117827

117818

118339

31A-22

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - wartel onder de carrosserie: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Maak de remleidingen los van hun klemmetjes (4) .

a Zet de wartels (5) van de leidingen van de hydraulis-che eenheid los.

a Bouw de remleidingen uit tussen de hydraulischeeenheid en de wartels onder de carrosserie.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleidingen tussen de hydraulischeeenheid en de wartels onder de carrosserie.

a Zet vast:

- de wartels van de remleidingen op de hydraulischeeenheid,

- de wartels van de remleidingen op de wartels on-der de carrosserie.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartels van de remleidingen op de hydrau-lische eenheid (14 N.m) ,

- de wartels van de remleidingen op de wartelsonder decarrosserie (14 N.m).

II - LAATSTE STAP

a Plaats de geluidsisolatie op het schutbord.

a Plaats:

- de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie(indien aanwezig),

- de kap van de motor (indien aanwezig).

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

118338

31A-23

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Bouw uit:

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de kap van de motor (indien aanwezig).

a Bouw de klemmetjes (1) van de geluidsisolatie uit(indien aanwezig).

a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien(indien aanwezig).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wartel (2) van de remleiding los van de rems-lang.

a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit.

a Maak de remleiding los.

a Zet de wartel (3) van de remleiding op de hydraulis-che eenheid los.

a Bouw de remleiding uit tussen de hydraulische een-heid en de remslang links voor.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartel van de remleidingop de hydraulische een-heid

14 N.m

wartel van de remleidingop de remslang

14 N.m

117827

117816

117819

31A-24

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleiding tussen de hydraulische een-heid en de remslang links voor.

a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes.

a Plaats:

- de wartel van de remleiding op de remslang linksvoor,

- de wartel van de remleiding op de hydraulischeeenheid.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de remleiding op de hydraulischeeenheid (14 N.m) ,

- de wartel van de remleiding op de remslang (14N.m).

II - LAATSTE STAP

a Plaats de geluidsisolatie op het schutbord.

a Plaats:

- de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie(indien aanwezig),

- de kappen van de motor (indien aanwezig).

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Monteer het wiel links voor (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1)

31A-25

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht om het uitstromen te be-perken.

a Bouw uit:

- het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de kap van de motor (indien aanwezig).

a Bouw het klemmetje (1) van de geluidsisolatie uit(indien aanwezig).

a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien(indien aanwezig).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wartel (2) van de remleiding los van de rems-lang.

a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit.

a Maak de remleiding los.

a Zet de wartel (3) van de remleiding op de hydraulis-che eenheid los.

a Bouw de remleiding uit tussen de hydraulische een-heid en de remslang rechts voor.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartel van de remleidingop de hydraulische een-heid

14 N.m

wartel van de remleidingop de remslang

14 N.m

117827

117816

117820

31A-26

VOORTREINRemleiding hydraulische eenheid - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleiding tussen de hydraulische een-heid en de remslang rechts voor.

a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes.

a Plaats:

- de wartel van de remleiding op de remslang rechtsvoor,

- de wartel van de remleiding op de hydraulischeeenheid.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de remleiding op de hydraulischeeenheid (14 N.m) ,

- de wartel van de remleiding op de remslang (14N.m).

II - LAATSTE STAP

a Plaats de geluidsisolatie op het schutbord.

a Plaats:

- de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie(indien aanwezig),

- de kap van de motor (indien aanwezig).

a Bouw de pedaalknecht uit.

a Ontlucht het remcircuit: (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Monteer het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

31A-27

VOORTREINNaafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Ontgrendel het stuurwiel.

a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de beugel van de kabel van het opname-ele-ment snelheid los (indien aanwezig).

a Maak het opname-element wielsnelheid los (als deauto hiermee uitgerust is).

a Bouw de bouten van de voorremklauwsteun uit.

a Hang het geheel « voorremklauw - remklauwsteun »aan de veer.

a Bouw uit:

- de bescherming van de voorremschijf (zie 31A,Voortrein, Bescherming remschijf voor: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 31A-16) (indien aanwe-zig),

- de naafmoer (5) met behulp van het gereedschap(Rou. 604-01) ,

- de schijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) ,

Onmisbaar speciaal gereedschap

Rou. 604-01 Naafblokkeergereedschap.

Tav. 476 Kogeltrekker.

Tav. 1050-04 Universele aandrijfasdrukker(plateau en bekken, zondervijzel).

Tav. 1420-01 Schroefpers voor gereeds-chap Tav.1420, Tav.1050-02,Tav.1050-04 en Tar.1454.

Aantrekkoppelsm

bouten van de scho-kdemperpoot

105 N.m

bout van de onderstefuseekogel

62 N.m

moer van de spoorstan-gkogel

37 N.m

naafmoer 280 N.m

bouten van de rem-klauwsteun

105 N.m

108350

108921

31A-28

VOORTREINNaafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

- de moer (2) van de spoorstangkogel,

- de bout van de onderste fuseekogel,

- de onderste bouten van de schokdemper.

a Trek de spoorstangkogel los met behulp van het ge-reedschap (1) (Tav. 476).

a Bouw de bescherming van de voorremschijf uit (zie31A, Voortrein, Bescherming remschijf voor: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 31A-16) (indien aanwe-zig),

a Verwijder de naafhouder van de halve voortrein,door deze te kantelen naar het midden van de autoof met behulp van de gereedschappen (Tav. 1050-04) en (Tav. 1420-01).

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de naafhouder van de halve voortrein,

- de spoorstangkogel,

- de moer van de spoorstangkogel,

- de onderste bouten van de schokdemper,

- de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) ,

- de naafmoer,

- de bescherming van de remschijf (zie 31A, Voor-trein, Bescherming remschijf voor: Uitbouwen -Inbouwen, blz. 31A-16) (indien aanwezig),

a

a Plaats:

- het geheel « voorremklauw - remklauwsteun »

- de bouten van de voorremklauwsteun.

a Maak het opname-element wielsnelheid op denaafhouder vast.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bouten van de schokdemperpoot (105 N.m) ,

- de bout van de onderste fuseekogel (62 N.m) ,

- de moer van de spoorstangkogel (37 N.m) ,

- de naafmoer (280 N.m) ,

- de bouten van de remklauwsteun (105 N.m).

24807

Opmerking:

Smeer de bouten van de remklauwsteun, voordatze gemonteerd worden, in met een product alsLOCTITE FRENBLOC.

113735

Opmerking:

Controleer de juiste stand van de bus op hetkogeldraaipunt van de onderste draagarm.

31A-29

VOORTREINNaafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

III - LAATSTE STAP

a Monteer het voorwiel aan de betreffende kant (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1) .

Opmerking:

Druk een paar keer op het rempedaal zodat deremzuigers, de remblokken en de remschijvenaanliggen.

Opmerking:

Controleer beslist de voortreinhoeken (indiennodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein:Afstelwaarden, blz. 30A-13) .

31A-30

VOORTREINLager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten (1) van de remklauwsteun,

- het geheel steun-klauw,

- de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) ,

- de naafhouder (zie 31A, Voortrein, Naafhoudervan halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen, blz.31A-27) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- Pers de naaf los, ondersteun de naaf met een buismet buitendiameter 36,5 mm met behulp van eentrekker (2) ,

- de borgveer.

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande remklauwsteun

105 Nm

108350

20786

31A-31

VOORTREINLager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Trek de binnenste ring uit de naaf met een mestrek-ker.

a Bouw het lager uit, steun op de binnenste ring meteen buis met een buitendiameter van 65 mm.

101230

Opmerking:

Plaats de bekken van de trekker in de groef vande binnenste ring.

20787

Opmerking:

Steun niet op de houder van het opname-ele-ment (indien aanwezig).

31A-32

VOORTREINLager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig:

- de binnen- en de buitenvlakken van het nieuwe la-ger, die in contact komen met de fusee en de naaf,

- de vlakken van de fusee die in contact komen methet nieuwe lager,

- de vlakken van de naaf die in contact komen methet nieuwe lager.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de houder van het opname-element.

a Plaats de houder van het opname-element op (x) =

35 0±±±± 50 ten opzichte van de loodlijn. Deze standkomt overeen met het midden van de boring (indienaanwezig).

a Steun op de buitenste ring van het lager met eenbuis met een buitendiameter van 70 mm.

a Monteer de borgveer van het lager.

Opmerking:

Controleer altijd de staat van het oppervlak vande naaf en van de boring van de naafhoudervoordat u het lager inbouwt. Vervang de naafhou-der als deze is beschadigd.

LET OP

Om het lager van de voorwielnaaf niet onherstel-baar te beschadigen:

- Zet de aandrijfasmoer niet los of vast met dewielen op de grond.

- Laat de auto niet op de grond rusten met losge-zette of uitgebouwde aandrijfas.

LET OP

Om de goede werking van het opname-elementwielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijfvan het opname-element op het lager niet bes-chadigen.

LET OP

Steun nooit op de binnenste loopring omdatdaardoor de kogels en loopringen bij het inper-sen worden beschadigd.

101934

20788

31A-33

VOORTREINLager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Monteer de naaf met behulp van een buis met eenbuitendiameter van 50 mm.

a

a Steun op de binnenste ring van het lager.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de naafhouder (zie 31A, Voortrein, Naafhoudervan halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen, blz.31A-27) .

- de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17)

- het geheel steun-klauw,

- de bevestigingsbouten van de remklauwsteun.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bouten van de remklauwsteun (105 Nm).

a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

20789

31A-34

VOORTREINVeer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Plaat-sen van de bevestigingspunten) (MR 388, 02A,Hefmiddelen) (MR 388, 80A, Accu).

a Ontgrendel het stuurwiel.

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Maak de opname-elementen wielsnelheid los (alsde auto hiermee uitgerust is).

a Zet de beugel van de kabel van het opname-ele-ment snelheid los (indien aanwezig).

a Bouw de bevestigingsbouten (2) van de remklauws-teun uit.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de bouten (1) van de schokdemperpoot uit.

a Verwijder de schokdemperpoot uit de fusee doortegen de naafhouder te drukken.

a Hang de naafhouder aan de carrosserie.

Onmisbaar materiaal

veerspanner

Aantrekkoppelsm

moer van de schokdem-persteel

62 N.m

moer van de schokdem-per op de carrosserie

44 N.m

bouten van de scho-kdemperpoot

105 N.m

bevestigingsbouten vande remklauwsteun

105 Nm

Opmerking:

Controleer of de kleuren van de veren en van deschokdempers identiek zijn van de nieuweonderdelen.

108350

31A-35

VOORTREINVeer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Bouw uit:

- de moer van de schokdempertoren met behulp vaneen inbussleutel en een ringsleutel,

- de toren (3) ,

- de « veerpoot - schokdemper » .

a Zet de juiste vorken op de veerspanner en zet hetgeheel op de veer.

a Maak veer los van de veerschotels door hem tecomprimeren.

a Bouw de moer van de schokdempersteel uit met be-hulp van een inbussleutel en een ringsleutel,

a Scheid de verschillende delen van het geheel « veer- schokdemper » .

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

a Vervang altijd de moer van de schokdempersteel.

108978 117228

Opmerking:

Bij het uitbouwen - inbouwen van de veren, magu beslist niet tegen de veren slaan, hierdoor bes-chadigt hun oppervlaktebehandeling.

31A-36

VOORTREINVeer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats de veerspanner in een bankschroef.

95435

Opmerking:

Let bij het vervangen van de veer op de juistestand en richting van de veer ten opzichte van devorken van het spangereedschap.

31A-37

VOORTREINVeer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Plaats de veer in de groef van de toren.

108979

31A-38

VOORTREINVeer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Let op de juiste montagevolgorde en stand van deverschillende onderdelen.

a

a Ontspan de veer.

a Plaats:

- de « veerpoot - schokdemper » ,

- de toren (4) ,

- de moer van de schokdempertoren met behulp vaneen inbussleutel en een ringsleutel.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van deschokdempersteel (62 N.m).

a Ontspan de veer.

a Verwijder de veerspanner.

117229

Opmerking:

Vervang beslist de moer van de schokdempers-teel.

108978

31A-39

VOORTREINVeer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Plaats:

- de schokdemperpoot op de naafhouder,

- de bouten (5) van de schokdemperpoot.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de moer van de schokdemper op de carrosserie(44 N.m) ,

- de bouten van de schokdemperpoot (105 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de remklauwsteun op de naafhouder,

- de bevestigingsbouten (6) van de remklauwsteun.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bouten van de remklauwsteun (105 Nm).

a Zet de beugel van de kabel van het opname-ele-ment snelheid vast (indien aanwezig).

a Maak de opname-elementen wielsnelheid los ( in-dien aanwezig).

a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

108350

31A-40

VOORTREINOnderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Ontgrendel het stuurwiel.

a Bouw uit:

- het voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de spatplaat aan de zijkant.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de bout (1) van de onderste fuseekogel,

- de onderste moer (2) van het tussenstangetje vande stabilisatorstang.

a Verwijder de onderste fuseekogel.

Onmisbaar materiaal

orgaansteun

Aantrekkoppelsm

voorste en achterstebouten van de onderstedraagarm op het sub-frame

105 N.m

bouten van de onderstefuseekogel van deonderste draagarm

62 N.m

onderste moer van hettussenstangetje van destabilisatorstang

14 N.m

onderste moer van detrekstang van het sub-frame

62 N.m

bovenste bout van detrekstang van het sub-frame

62 N.m

LET OP

Gebruik nooit de onderste draagarm om de autoomhoog te brengen.

108349

31A-41

VOORTREINOnderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Zet de bovenste bout (3) van de trekstang van hetsubframe los.

a Bouw uit:

- de onderste moer (4) van de trekstang van het sub-frame,

- de achterste en voorste bouten (5) van de onderstedraagarm,

- de onderste draagarm.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch de bouten van de arm en vande onderste fuseekogel nie ieder uitbouwen.

a Richt

- de kop van de bout van de onderste fuseekogelnaar de voorzijde van de auto,

- de koppen van de bouten van de arm fuseekogelnaar de achterzijde van de auto.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de onderste draagarm,

- de bouten van de onderste draagarm,

- de onderste fuseekogel in zijn houder.

a

107934 113735

Opmerking:

Controleer de juiste stand van de ring op deonderste fuseekogel.

31A-42

VOORTREINOnderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a

a Breng de orgaansteun in contact met de onderkantvan het subframe bij het gat in het midden van deonderste draagarm (w1) .

a Laat het orgaansteun zakken over (X1) = 24 mm.

a Monteer de onderkant van het kogeldraaipunt (6)van de onderste draagarm op de orgaansteun zon-der de afstelling te veranderen.

a Zet vast met het aantrekkoppel in deze stand: devoorste en achterste bouten van de onderstedraagarm op het subframe (105 N.m).

a Verwijder de. orgaansteun

a Monteer de bouten van de onderste fuseekogel vande onderste draagarm.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van deonderste fuseekogel van de onderste draagarm

(62 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de onderste moer (2) van het tussenstangetje vande stabilisatorstang.

- de trekstang van het subframe op de bout van dearm,

- de bovenste moer (4) van de trekstang van hetsubframe,

- de bovenste bout van de trekstang van het subfra-me.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de onderste moer van het tussenstangetje vande stabilisatorstang (14 N.m) ,

- de onderste moer van de trekstang van het sub-frame (62 N.m) ,

- de bovenste bout van de trekstang van het sub-frame (62 N.m).

a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

109835

LET OP

Om de rubber lagerbussen zonder spanning vastte zetten, plaatst u de onderste draagarm zodatde hartafstand (X1) = 24 mm tussen de onder-kant van het kogeldraaipunt (6) van de onderstedraagarm en de onderkant van het subframe bijhet midden van de onderste draagarm (w1) .

31A-43

VOORTREINOnderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Controleer de waarden van de voor- en achtertrein(zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden,blz. 30A-13) .

31A-44

VOORTREINSubframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Zet de koelradiateur op de bovenste dwarsbalk voormet riemen vast.

a Bouw uit:

- de onderste (1) bevestigingsbouten van de schil-dbumper voor op het subframe,

- de klemmen van de twee spatplaten aan de zijkant,

- de twee spatplaten aan de zijkant,

- de bescherming onder de motor.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1199-01 Snijgereedschap voor de uit-laat diam 35/50 mm en diam50/95mm. Compleet in koffer.

Mot. 1390 Steun voor uit-inbouwen aan-drijfgroep.

Tav. 1747 Draadstiften voor werk-zaamheden aan het sub-frame.

Onmisbaar materiaal

veiligheidsriem(en)

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vanhet subframe

105 N.m

bevestigingsbout van delagedrukleiding van destuurbekrachtiging ophet subframe

21 N.m

bevestigingsbouten vanhet stuurhuis

105 N.m

bevestigingsbout van desteun van de kop-pelreactiestang op deversnellingsbak

105 N.m

bevestigingsbout van dekoppelreactiestang opde versnellingsbak

105 N.m

bevestigingsbouten vanhet hitteschild van hetstuurhuis

21 N.m

bovenste bout van detrekstang van het sub-frame

21 N.m

bouten van de onderstefuseekogel

62 N.m

LET OP

Gebruik nooit de onderste draagarm om de autoomhoog te brengen.

108629

31A-45

VOORTREINSubframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Wip de stekker los en maak hem los van de voorstelambda sonde. (2)

a Snijd de uitlaatlijn door met behulp van het gereeds-chap (Mot. 1199-01) tussen de twee doorsnijdings-punten (3) .

a Bouw uit:

- de bevestigingen (4) van de katalysator op het uit-laatspruitstuk,

- de katalysator.

a Maak de kabelbundel van de lambda sonde op hethitteschild.

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten (5) van het hitteschild,

- het hitteschild.

K7J of K7M

108351

107926

K4M, en STUURBEKRACHTIGING

116657

31A-46

VOORTREINSubframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Bouw uit:

- de bovenste bouten (6) van de trekstang van hetsubframe ,

- de bouten (7) van de onderste fuseekogels,

a Verwijder de twee onderste fuseekogels.

a Bouw de (8) bevestigingsbout van de lagedruklei-ding van de stuurbekrachtiging op het subframe uit.

a Bouw uit:

- de bevestigingsbout (9) van de koppel-reacties-tang op de versnellingsbak,

- de bevestigingsbout (10) van het beugeltje van dekoppel-reactiestang,

- de klembeugel,

- de bevestigingen van het stuurhuis op het subfra-me.

a Bind het stuurhuis vast aan de carrosserie.

a Plaats het gereedschap (Mot. 1390) onder het sub-frame.

a Zet de hefbrug omlaag en stel de poten af voor eengoede stabiliteit van het subframe op het gereeds-chap.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de bevestigingsbouten (11) en (12) van hetsubframe op de carrosserie uit.

108353

STUURBEKRACHTIGING

24762

107921

107924

31A-47

VOORTREINSubframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Bind het subframe vast aan het gereedschap (Mot.1390).

a Zet de hefbrug omhoog om het subframe van decarrosserie te scheiden.

a Maak het subframe kaal.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch bij elke keer uitbouwen debevestigingsbouten van het subframe.

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer het subframe.

a Breng het subframe op zijn plaats met behulp vanhet gereedschap (Mot. 1390).

a Plaats de twee draadstiften M12 (13) van het ge-reedschap (Tav. 1747) op de plaats van de voorstebevestigingsbouten van het subframe om het sub-frame te leiden bij het inbouwen.

a Plaats:

- het subframe,

- de bevestigingsbouten van het subframe op decarrosserie.

a Zet in volgorde vast tot de bevestigingsbouten vanhet subframe aanliggen.

a Zet vast in volgorde en met het aantrekkoppel: debevestigingsbouten van het subframe (105 N.m).

a Bouw de veiligheidsriem(en) uit.

a Zet de hefbrug omhoog.

114836

LET OP

Ieder beschadigd hitteschild moet beslist wor-den vervangen.

De afdichting tussen het uitlaatspruitstuk en dekatalysator moet perfect zijn.

Iedere uitgebouwde afdichting moet worden ver-vangen.

Beschadig tijdens het uitbouwen - inbouwen dekatalysator niet.

114837

107924

31A-48

VOORTREINSubframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

a Bouw de bevestigingsbout van de lagedrukleidingvan de stuurbekrachtiging op het subframe in.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bout van de lagedrukleiding van de stuur-bekrachtiging op het subframe (21 N.m).

a Plaats:

- de stuurhuisbouten op het subframe,

- de klembeugel van de koppel-reactiestang,

- bevestigingsbout van de klembeugel van de kop-pel-reactiestang op de versnellingsbak,

- de bevestigingsbout van de koppelreactiestang opde versnellingsbak.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bevestigingsbouten van het stuurhuis (105N.m) ,

- de bevestigingsbout van de steun van de kop-pelreactiestang op de versnellingsbak (105N.m) ,

- de bevestigingsbout van de koppelreactiestangop de versnellingsbak (105 N.m) ,

a Bouw de bevestigingsbouten van het hitteschild vanhet huis in.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bouten van het hitteschild van het stuurhuis (21N.m).

a Maak de kabelbundel van de lambda sonde op hethitteschild vast.

a

a Plaats:

- de onderste fuseekogels in de naafhouder,

- de bouten van de onderste fuseekogels,

- de bovenste bouten van de trekstang van het sub-frame.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bovenste bout van de trekstang van het sub-frame (21 N.m) ,

- de bouten van de onderste fuseekogel (62 N.m).

a Monteer de katalysator (zie Katalysator: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 388, 19B, Uitlaat).

a Maak los en klem de stekker van de voorste lambdasonde vast.

a Plaats:

- de bescherming onder de motor,

- de twee spatplaten aan de zijkant,

- de klemmen van de twee spatplaten aan de zijkant,

STUURBEKRACHTIGING

K4M, en STUURBEKRACHTIGING

113735

LET OP

Controleer de juiste stand van de bus op hetkogeldraaipunt van de onderste draagarm.

K7J of K7M

31A-49

VOORTREINSubframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A

- de onderste bevestigingsbouten van de schildbum-per voor op het subframe,

III - LAATSTE STAP

a Verwijder de veiligheidsriem(en) van de koelradia-teur.

a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Controleer de waarden van de voor- en achtertrein(zie Voortrein) .

31A-50

VOORTREINStabilisatorstang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de speciale moeren (1) van het hitteschild uit.

a Verschuif het hitteschild (2) enigszins om de moervan het lagerblok rechts van de stabilisatorstang loste kunnen zetten.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de moeren (3) van de middelste silentblocs van destabilisatorstang,

Onmisbaar speciaal gereedschap

Sus. 1413 Indrukgereedschap vansilentbloc voor montage vanstabilisatorstangen. (wielzi-jde).

Sus. 1734 Adapter voor montage van destabilisatorstang.

Aantrekkoppelsm

moeren van het stan-getje van de stabilisa-torstang

14 N.m

bouten van de middelstesilentblocs van de stabi-lisatorstang

105 N.m

108351

LET OP

Ieder beschadigd hitteschild moet beslist wor-den vervangen.

Opmerking:

Controleer de staat van de middelste silentblocs,de rubber lagerschalen en de stangetjes, ver-vang ze indien nodig.

109145

31A-51

VOORTREINStabilisatorstang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A

- de bouten (4) van de middelste silentblocs van destabilisatorstang (achterste bouten van het subfra-me),

- de onderste moeren (5) van de tussenstangetjesvan de stabilisatorstang,

- de stabilisatorstang.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de stabilisatorstang,

- de rubberen lagerschalen op de stabilisatorstang,

- de middelste silentblocs,

- de moeren (3) van de middelste silentblocs,

- de bouten (4) van de middelste silentblocs van destabilisatorstang (achterste bouten van het subfra-me),

- de tussenstangetjes van de stabilisatorstang,

- de onderste moeren (5) van de tussenstangetjesvan de stabilisatorstang met behulp van het ge-reedschap (Sus. 1413) en het gereedschap (Sus.1734) ,

a Zet vast met het aantrekkoppel in onderstaande vol-gorde:

- de moeren van het stangetje van de stabilisa-torstang (14 N.m) ,

- de bouten van de middelste silentblocs van destabilisatorstang (105 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Plaats het hitteschild (2) .

a Monteer de speciale moeren (1) van het hitteschild.

Opmerking:

Controleer de staat van de lagerbussen en vande tussenstangetjes en vervang deze indiennodig.

Vervang altijd de bouten van het subframe.

Houd u stipt aan de aantrekvolgorde van de sta-bilisatorstang.

33A-1

ACHTERTREINAchtertrein Voorzorgen bij de reparatie 33A

I - VEILIGHEID

Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veili-gheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR388, 02A, Hefmiddelen).

Remvloeistof is bijzonder corrosief. Verwijder zorgvul-dig alle op de auto gemorste remvloeistof.

II - REINHEID

Bescherm de carrosseriedelen met een hoes om tevoorkomen dat deze beschadigen door remvloeistof.

Reinig de omgeving van het remsysteem met REM-MENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingre-diënten voor de reparatie) (MR 388, 04B,Producten).

III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN

1 - Remmen

Remschoenen moeten altijd per as links en rechtstegelijk vervangen worden. Monteer nooit verschillen-de typen of soorten remschoenen/voeringen door elk-aar.

Smeer de schroefdraad van het aandrukstangetjelichtjes in met VET BR 2 (zie Auto: Onderdelen eningrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Pro-ducten).

De onderdelen van het remmenmechanisme rechts enlinks zijn verschillend, monteer ze niet door elkaar. Opde rem aan de linkerkant heeft de bout rechtse schroe-fdraad. Op de rem aan de rechterkant heeft de boutlinkse schroefdraad.

Druk een paar maal op het rempedaal om de rems-choenen af te stellen.

2 - Remtrommels achter, remvoeringen achter

Maak de trommel en platen stofvrij met een remmen-reinigingsmiddel.

Om de goede werking van het opname-element wiel-snelheid te garanderen, mag u de tandschijf van hetopname-element op het magnetische kroonwiel van detrommel niet beschadigen.

3 - Schroefveer

Let bij het vervangen van de veer op de juiste stand enrichting van de veer van de vorken van het spange-reedschap.

Controleer de goede werking van het spangereeds-chap.

Om veiligheidsredenen mag u de veer niet samenge-drukt in het spangereedschap laten zitten.

4 - Achtertrein

Het vastzetten van de bevestigingen van de scho-kdempers moet gebeuren als de auto op de wielenrust.

Vervang systematisch de bovenste bevestigingsmoervan de schokdemper.

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

BELANGRIJK:

Om ieder risico van ongelijk remmen te voorkomen,moeten de remtrommels dezelfde diameter hebben.het uitdraaien van één remtrommel betekent dat deremtrommel aan de andere kant ook uitgedraaidmoet worden.

LET OP

Om vroegtijdig breken van de veer te voorkomen,mag u de anticorrosiebescherming niet beschadi-gen.

LET OP

Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag umet een hefsysteem niet aangrijpen onder de ach-tertrein.

LET OP

Om beschadiging van de onderdelen van de ach-tertrein (rubber lagerbussen, remslangen, enz.) tevoorkomen, mag u de twee schokdempers niettegelijk uitbouwen. Werk kant per kant.

33A-2

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

L90, en ZONDER STUURBEKR., en GEWONE VERWARMING

33AVervang altijd de remvoeringen per trein compleet,monteer nooit remvoeringen van verschillende merkenen kwaliteiten door elkaar.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de parkeerrem vrij.

a Bouw uit:

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13)

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de onderste veer (1) , daarna de bovensteveer (2) uit met behulp van een remschoentang.

a Bouw uit:

- de veer (4) van het stelmechanisme,

- de zijdelingse geleidingen (3) waarbij u de verbin-dingspen tegen de remankerplaat houdt,

- de hefboom (F) van het stelmechanisme,

a Zet een klem over de zuigers van de wielremcilinder.

a Verwijder na elkaar de remschoenen (D) van hetvaste verbindingsstuk (C) .

a Maak de parkeerremkabel los van de remschoen.

a Bouw de remvoeringen (B) (A) uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Maak de trommel en platen stofvrij met een rem-menreinigingsmiddel.

98993

98994

33A-3

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

L90, en ZONDER STUURBEKR., en GEWONE VERWARMING

33Aa Vet de schroefdraad van het drukstangetje lichtjes

in.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer op de primaire remschoen :

- de hefboom van het stelmechanisme ,

- de veer van het stelmechanisme ,

a Maak de handremkabel vast aan de secondaireremschoen.

a Plaats het geheel primaire remschoen - secondaireremschoen op de remankerplaat.

a Plaats:

- de bovenste veer,

- de onderste veer,

- de zijdelingse geleidingen waarbij u de verbin-dingspen tegen de remankerplaat houdt,

a Verwijder de klem van de zuigers van de wielremci-linders.

a Monteer de stand van de parkeerremkabel op dehendel van de parkeerrem.

a Stel met een schroevendraaier de diametrale afstel-ling van de remschoenen af door middel van hetstangetje om een diameter te krijgen van (X1) 179,4 mm ±±±± 0,25.

a Doe dezelfde afstelling aan de andere kant.

Opmerking:

De onderdelen van het remmenmechanismerechts en links zijn verschillend, monteer ze nietdoor elkaar.

Op de rem links : de schroefdraad is rechts.

Op de rem rechts: de schroefdraad is links.

116013

98992

33A-4

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

L90, en ZONDER STUURBEKR., en GEWONE VERWARMING

33A

a Stel de handrem zo af dat de hendel blijft aanliggentussen de eerste klik en de tweede klik van de hen-del van de parkeerrem (zie 37A, Mechanische be-dieningsorganen, Parkeerremkabels).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de remtrommel (zie 33A , Achtertrein,Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-13) .

a Druk een paar maal op het rempedaal om de rems-choenen af te stellen.

a Controleer de werking van het automatische stelme-chanisme (kenmerkende "klik" bij de trommels).

98992-2

33A-5

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

L90, en STUURBEKRACHTIGING, en AIRCONDITIONING

33AVervang altijd de remvoeringen per trein compleet,monteer nooit remvoeringen van verschillende merkenen kwaliteiten door elkaar.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de parkeerrem vrij.

a Bouw uit:

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de onderste veer (1) uit, daarna de bovensteveer (2) met een remschoentang

a Zet een klem over de zuigers van de wielremcilin-ders.

a Bouw uit:

- de veren (R) van de zijdelingse geleiding van deremschoenen waarbij u de verbindingspen (T)tegen de remankerplaat (E) houdt,

- de primaire remschoen (A) ,

- het stangetje (F) ,

- de secondaire remschoen (B) .

a Maak de handremkabel vrij van de hefboom van dehandrem.

86561

86560

33A-6

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

L90, en STUURBEKRACHTIGING, en AIRCONDITIONING

33A

a Bouw de primaire remschoen uit :

- de veer (G) ,

- de stelhefboom (H) .

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Maak de trommel en platen stofvrij met een rem-menreinigingsmiddel.

a Vet de schroefdraad van het drukstangetje lichtjesin.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer op de primaire remschoen :

- de stelhefboom,

- de veer.

a Maak de handremkabel vast aan de secondaireremschoen.

a Plaats:

- de secondaire remschoen en maak hem vast,

- het drukstangetje met de uitsparing van de schroe-fdrukstift aan de kant van de stelhefboom,

- de primaire remschoen en maak hem vast.

a Verwijder de klem van de zuigers van de wielremci-linders.

a Monteer de stand van de parkeerremkabel op dehendel van de parkeerrem.

a Plaats:

- de bovenste veer,

- de onderste veer,

- de zijdelingse geleidingen waarbij u de verbin-dingspen tegen de remankerplaat houdt,

86559

Opmerking:

De onderdelen van het remmenmechanismerechts en links zijn verschillend, monteer ze nietdoor elkaar.

Op de rem links : de schroefdraad is rechts.

Op de rem rechts: de schroefdraad is links.

116013

33A-7

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

L90, en STUURBEKRACHTIGING, en AIRCONDITIONING

33A

a Stel met een schroevendraaier de diametrale afstel-ling van de remschoenen af door middel van hetstangetje om een diameter te krijgen van 202,45mm ±±±± 0,25.

a Doe dezelfde afstelling aan de andere kant.

a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft ma-ken tussen de eerste en de tweede klik van de par-keerremhendel (z ie 3 7 A , Mechanischebedieningsorganen, Parkeerremkabels: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-78) .

III - LAATSTE STAP

a Monteer de remtrommel (zie 33A , Achtertrein,Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-13)

a Druk een paar maal op het rempedaal om de rems-choenen af te stellen.

a Controleer de werking van het automatische stelme-chanisme (kenmerkende "klik" bij de trommels).

86557

33A-8

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

33AVervang altijd de remvoeringen per trein compleet,monteer nooit remvoeringen van verschillende merkenen kwaliteiten door elkaar.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de parkeerrem vrij.

a Bouw uit:

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

- de remtrommel (zie (zie 33A, Achtertrein, Rem-trommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-13) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de onderste veer (1) , daarna de bovensteveer (2) uit met behulp van een remschoentang.

a Zet een klem over de zuigers van de wielremcilin-ders.

a Bouw uit:

- de veer (3) van het automatisch stelmechanisme,

- de bevestigingsveer (4) van het stangetje op de se-condaire remschoen,

- de zijdelingse bevestigingsveren (5) en houd daar-bij het verbindingsstangetje in contact met de re-mankerplaat,

- het stangetje (6) .

a Verwijder na elkaar de remschoenen (D) van hetvaste verbindingsstuk (C) .

a Bouw uit:

- de primaire remschoen (A) ,

- de secondaire remschoen (B) .

a Maak de parkeerremkabel los van de hendel van deparkeerrem.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Maak de remtrommels en remankerplaten stofvrijmet een remmenreinigingsmiddel.

118110

118111

33A-9

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

33Aa Vet de schroefdraad van het drukstangetje lichtjes

in.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- het stangetje op de secondaire remschoen enhoud het vast met zijn veer,

- de veer van het automatische stelmechanisme ophet stangetje,

- de parkeerremkabel op de hendel van de parkeer-rem.

- de primaire remschoen,

- de veer van het automatische stelmechanisme opde primaire remschoen,

a Plaats het geheel primaire remschoen - secondaireremschoen op de remankerplaat.

a Plaats:

- de bovenste veer,

- de onderste veer.

- de zijdelingse geleidingen en houd daarbij de ver-bindingspen in contact met de remankerplaat.

a Verwijder de klem van de zuigers van de wielremci-linders.

a Monteer de stand van de parkeerremkabel op dehendel van de parkeerrem.

a Stel met een schroevendraaier de diametrale afstel-ling van de remschoenen af door middel van hetstangetje om een diameter te krijgen van 227,5 mm±±±± 0,1.

a Doe dezelfde afstelling aan de andere kant.

a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft ma-ken tussen de eerste en de tweede klik van de par-keerremhendel (z ie 3 7 A , Mechanischebedieningsorganen, Parkeerremhendel: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-50) .

Opmerking:

De onderdelen van het remmenmechanismerechts en links zijn verschillend, monteer ze nietdoor elkaar.

Opmerking:

Op de rem links : de schroefdraad is rechts.

Op de rem rechts: de schroefdraad is links.

116013

118112

33A-10

ACHTERTREINRemvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

33AIII - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13).

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Druk een paar maal op het rempedaal om de rems-choenen af te stellen.

a Controleer de goede werking van het automatischstelmechanisme (karakteristieke « klik » bij de rem-trommels bij het achter elkaar indrukken van hetrempedaal).

33A-11

ACHTERTREINRemcilinder achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) .

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Zet de parkeerrem vrij.

a Bouw uit:

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13).

a Bouw de zijdelingse bevestigingsveren uit en houddaarbij het verbindingspen tegen de remankerplaat(zie 33A, Achtertrein, Remvoering achter: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 33A-2) .

a Bouw de bovenste terugtrekveer uit met behulp vaneen remschoentang (zie 3 3 A , Achtertrein,Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-2) .

a Maak de veer van het automatisch stelmechanismelos van de primaire remschoen.

a Druk de remschoenen uit elkaar.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Draai de wartel van de metalen leiding op dewielremcilinder los (let op het wegstromen vanremvloeistof) los.

a Plaats een dop op de wartel van de remleiding.

a Bouw de bevestigingsbouten (1) van de cilinder opde remankerplaat uit.

a Bouw de bevestigingsbout (2) van de cilinder op deremankerplaat uit.

a Bouw de remcilinder uit.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbout(en)van de remcilinder

14 N.m

wartel van de metalenleiding op de wielremci-linder

14 N.m

L90

108341

F90 of K90

118636

33A-12

ACHTERTREINRemcilinder achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Maak de remtrommels en remankerplaten stofvrijmet een remmenreinigingsmiddel.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monter de remcilinder op de remankerplaat.

a Monteer de bevestigingsbout(en) van de remcilinderop de remankerplaat.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bout(en) van de remcilinder (14 N.m).

a Verwijder de dop op de wartel van de remleiding.

a Monteer de wartel van de metalen leiding op dewielremcilinder.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartel van demetalen leiding op de wielremcilinder (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Maak de veer van het automatisch stelmechanismevast aan de primaire remschoen.

a Monteer de bovenste terugtrekveer met behulp vaneen remschoentang (zie 3 3 A , Achtertrein,Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-2)

a Monteer de zijdelingse bevestigingsveren en houddaarbij het verbindingspen tegen de remankerplaat(zie 33A, Achtertrein, Remvoering achter: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 33A-2) .

a Plaats:

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13),

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Bouw de pedaalknecht uit.

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Druk een paar maal op het rempedaal om de rems-choenen af te stellen.

33A-13

ACHTERTREINRemtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

33A

a Bij het vervangen van de remtrommel moet de rem-trommel aan de tegenovergelegen kant ook vervan-gen worden.

a Bij het vervangen van een remtrommel, moet u altijdde remschoenen vervangen.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de parkeerrem vrij.

a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder de doppen van de trommels (1) .

a Bouw uit:

- de moeren (2) van de remtrommels,

- de remtrommels met behulp van de gereedschap-pen (Tav. 1050-04) en (Tav. 1420-01) , indien no-dig.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Tav. 1050-04 Universele aandrijfasdrukker(plateau en bekken, zondervijzel).

Tav. 1420-01 Schroefpers voor gereeds-chap Tav.1420, Tav.1050-02,Tav.1050-04 en Tar.1454.

Aantrekkoppelsm

moer van de trommel 175 N.m

moer van de trommel 280 N.m

BELANGRIJK:

De twee remtrommels moeten dezelfde diame-ter hebben.

het uitdraaien van één remtrommel betekent datde remtrommel aan de andere kant ook uitge-draaid moet worden.

109709

109710

33A-14

ACHTERTREINRemtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

33AINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de binnendiameter van de trommel.

a Vervang defecte delen door nieuwe.

a Reinig:

- de remvoeringen,

- de remtrommels,

- de astap,

- de moeren van de trommels,

- de dop van de trommels.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft ma-ken tussen de eerste en de tweede klik van de par-keerremhendel (z ie 3 7 A , Mechanischebedieningsorganen, Parkeerremhendel: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-50) .

a Plaats:

- de trommels,

- de moeren van de trommel ,

- de doppen van de trommel ,

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van detrommel (175 N.m).

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van detrommel (280 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Druk een paar maal op het rempedaal om de rems-choenen af te stellen.

L90

F90 of K90

33A-15

ACHTERTREINRemtrommel achter: Beschrijving 33A

I - VOORBEREIDING VOOR DE CONTROLE

Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Sle-pen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

Bouw het betreffende achterwiel uit (zie 35A, Wielenen banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

Bouw de betreffende remtrommel achter uit (zie 33A,Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 33A-13) .

II - CONTROLE VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

Plaats de Schuifmaat voor het meten van de binnen-diameters van de remtrommel.

Meet de binnendiameters van de remtrommel op deloodrecht op elkaar staande assen (1) en (2) .

Vergelijk de waarden met die van de constructeur (zie30A, Algemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7) .

III - LAATSTE STAP

Vervang de betreffende remtrommel achter indien no-dig (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 33A-13) .

Monteer het betreffende achterwiel (zie 35A, Wielenen banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

Onmisbaar materiaal

Schuifmaat

Opmerking:

Voor het controleren van de binnendiameter,gebruikt u een gereedschap type : Schuifmaat

116995

33A-16

ACHTERTREINVeer achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A

Noteer bij het demonteren de kleuren van de veren ombij de montage te kunnen controleren of de juiste on-derdelen worden gemonteerd.

Bij het vervangen van een veer moet de veer aan detegenovergelegen kant ook vervangen worden.

Bouw eerst de veer aan de ene kant uit- en in, endaaarna de veer aan de andere kant, om te voorkomendat de veren met kracht ontspannen.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Maak de kabelbundel van het opname-element wiel-snelheid los bij (1) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Breng het gereedschap orgaansteun (3) in contact,met een vulblok, onder de veerschotel, zonder dezeonder spanning te zetten.

a Noteer de montagestand van de veer.

a Bouw de onderste bout (2) van de schokdemper uit.

Onmisbaar materiaal

orgaansteun

Aantrekkoppelsm

onderste bouten van deschokdempers

105 N.m

wielbouten 105 N.m

LET OP

Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag umet een hefsysteem niet aangrijpen onder de ach-tertrein.

118141

108341

33A-17

ACHTERTREINVeer achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A

a Bouw de veer (4) met zijn onderste steun uit door or-gaansteun te verwijderen.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de onderste steun op de achtertrein (de geleidergoed richten),

- de veer met zijn bovenste steun in hun gemerktehouder, te beginnen aan de bovenkant.

a Plaats het gereedschap orgaansteun zodat het,met een vulblok, aanligt onder de veerschotel.

a Druk de achtertrein in om de onderste bevestigings-bout van de schokdemper te kunnen voorspannen.

a Monteer de onderste bouten van de schokdempers.

a Verwijder het gereedschap orgaansteun.

a Monteer de kabelbundel van het opname elementwielsnelheid.

III - LAATSTE STAP

a Monteer het achterwiel (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Herhaal deze werkzaamheden aan de andere kant.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de onderstebouten van de schokdempers (105 N.m) en dewielbouten (105 N.m) met de wielen van de auto opde grond.

108924

Opmerking:

Vervang de bovenste steun als deze losgegaanis.

Opmerking:

Het vastzetten van de bevestigingen van deschokdempers moet gebeuren als de auto op dewielen rust.

33A-18

ACHTERTREINStalen remleiding: Uitbouwen - Inbouwen 33A

De leidingen bestaan uit een metalen deel en een rub-ber slang.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rem-pedaal om het wegstromen van remvloeistof te be-perken.

a Zet de hefbrug omhoog.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - metalen remleiding links achter

a Draai los:

- de wartel van de metalen remleiding bij de achter-trein (1) ,

- de wartel van de metalen remleiding bij de wielrem-cilinder (2) .

a Maak de metalen remleiding los van de achtertrein.

a Bouw de metalen remleiding links achter uit.

2 - metalen remleiding rechts achter

a Draai los:

- de wartel van de metalen remleiding bij de achter-trein (3) ,

- de wartel van de metalen remleiding bij de wielrem-cilinder (4) .

a Maak de metalen remleiding los van de achtertrein.

a Bouw de metalen remleiding rechts achter uit.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartels van de metalenremleiding bij de achter-trein

14 N.m

wartels van de metalenremleiding bi j dewielremcilinder

14 N.m

108927

108928

33A-19

ACHTERTREINStalen remleiding: Uitbouwen - Inbouwen 33A

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch de bevestigingsklemmetjesvan de metalen remleidingen.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de metalen remleidingen achter in hunoorspronkelijke stand.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartels van de metalen remleiding bij deachtertrein (14 N.m).

- de wartels van de metalen remleiding bij dewielremcilinder (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

Opmerking:

De remslang mag niet worden verdraaid.

Let op dat de remslang geen omringende delenraakt.

33A-20

ACHTERTREINSchokdemper: Uitbouwen - Inbouwen

L90

33A

Als een schokdemper wordt vervangen, moet altijd deschokdemper aan de andere kant ook worden vervan-gen.

Noteer bij het demonteren de kleuren van de scho-kdempers om bij de montage te kunnen controleren ofde juiste onderdelen worden gemonteerd.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit in de bagageruimte, wielen op de grond:

- de bekleding van de wielkuip,

- de moer (1) en de rubber lagerbus (2) .

a Zet de hefbrug omhoog.

a Plaats het gereedschap orgaansteun, met een vul-blok, onder de achtertrein bij de schokdemper.

a Bouw uit:

- de onderste bout van de schokdemper (3) ,

- de schokdemper.

a Doe hetzelfde aan de andere kant.

Onmisbaar materiaal

orgaansteun

Aantrekkoppelsm

onderste bouten van deschokdempers

105 N.m

bovenste moer van deschokdempers

21 N.m

LET OP

Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag umet een hefsysteem niet aangrijpen onder de ach-tertrein.

LET OP

Om beschadiging van de onderdelen van de ach-tertrein ter voorkomen (rubber lagerbussen,remslangen, enz.) mag u de twee schokdempersniet tegelijk uitbouwen. Werk kant per kant.

108340

108341

33A-21

ACHTERTREINSchokdemper: Uitbouwen - Inbouwen

L90

33AINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch de bovenste borgmoer vande schokdempersteel.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de schokdemper,

- de onderste bout van de schokdemper.

a Plaats de kop van de schokdemper in zijn houder.

a Laat de hefbrug zakken zodat de wielen de grond ra-ken.

a Breng de kop van de schokdemper in lijn met de bo-ring in de bagageruimte.

a Plaats:

- de rubber lagerbus,

- de nieuwe bovenste moer van de schokdemper.

a Doe hetzelfde aan de andere kant.

III - LAATSTE STAP

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de onderste bouten van de schokdempers (105N.m) , met het gereedschap orgaansteun op zijnplaats,

- de bovenste moer van de schokdempers (21N.m) waarbij u de boutkoppen tegenhoudt, wielenop de grond.

a Monteer de bekleding van de wielkuip in de bagage-ruimte.

Opmerking:

Het vastzetten van de bevestigingen van deschokdempers moet gebeuren als de auto op dewielen rust.

33A-22

ACHTERTREINSchokdemper: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

33A

Als een schokdemper wordt vervangen, moet altijd deschokdemper aan de andere kant ook vervangen wor-den.

a

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A,Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen).

a Bouw uit:

- de armsteun aan de zijkant achter (zie MR 389Carrosserie, 57A, Accessoires interieur, Arms-teun zijkant achter: Uitbouwen - Inbouwen ).

- de opbergbak (zie MR 389 Carosserie, 57A, Ac-cessoires interieur, Opbergbak - Uitbouwen -Inbouwen).

a Duw de bekleding van de wielkuip weg (zie MR 389,Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekledingvan de wielkuip achter: Uitbouwen - Inbouwen).

a Bouw uit:

- de bevestiging (1) van de steun van de armsteun,

- de steun van de armsteun.

a Duw de bekleding van de wielkuip weg (zie MR 389,Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekledingvan de wielkuip achter: Uitbouwen - Inbouwen).

Onmisbaar materiaal

orgaansteun

Aantrekkoppelsm

onderste bevestigings-bouten van de scho-kdempers

105 N.m

bovenste bevestigings-moeren van de scho-kdempers

14 N.m

LET OP

Gebruik nooit de achtertrein om de auto omhoogte brengen.

K90, en 7 ZITPLAATSEN

117835

K90, en 5 ZITPLAATSEN

33A-23

ACHTERTREINSchokdemper: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

33AII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de bovenste bevestigingsmoer (2) van de scho-kdemper los, wiel op de grond.

a Zet de hefbrug omhoog.

a Breng het gereedschap orgaansteun met een vul-blok, onder de veerschotel achter, zonder deze on-der spanning te zetten.

a Bouw de onderste bevestigingsbout (3) van deschokdemper uit.

a Verwijder het gereedschap orgaansteun.

a Bouw uit:

- de bovenste bevestigingsmoer (2) van de scho-kdemper en houd daarbij de boutkop tegen,

- de schokdemper.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch de bovenste bevestigings-moer van de schokdemper;

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de schokdemper.

a Span de onderste bevestiging van de schokdempervoor.

a Plaats de kop van de schokdemper in zijn houder.

a Breng de kop van de schokdemper in lijn met de bo-ring in de bagageruimte.

a Laat de hefbrug zakken zodat de wielen de grond ra-ken.

a Monteer de bovenste bevestigingsmoer van deschokdemper.

a Herhaal de werkzaamheden aan de andere kant.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de onderste bevestigingsbouten van de scho-kdempers (105 N.m) ,

- de bovenste bevestigingsmoeren van de scho-kdempers (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de bekleding van de wielkuip (zie MR 389,Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekledingvan de wielkuip achter: Uitbouwen - Inbouwen.

a Plaats:

- de steun van de armsteun,

- de bevestigingen van de steun van de armsteun.

- de bekleding van de wielkuip (zie MR 389, Carros-serie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding vande wielkuip achter: Uitbouwen- Inbouwen).

- de opbergbak (zie MR 389 Carosserie, 57A, Ac-cessoires interieur, Opbergbak - Uitbouwen -Inbouwen).

117834

108341

K90, en 5 ZITPLAATSEN

K90, en 7 ZITPLAATSEN

33A-24

ACHTERTREINSchokdemper: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

33A- de armsteun aan de zijkant achter (zie MR 389Carrosserie, 57A, Accessoires interieur, Arms-teun zijkant achter: Uitbouwen - Inbouwen).

33A-25

ACHTERTREINLager van trommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A

Controleer met een meetklokje op de trommel of deaxiale speling kleiner is dan 0,03 mm.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. (zie Auto:Slepen en Heffen)

a Bouw uit:

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13),

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder uit de remtrommel:

- de borgveer (1) van het lager,

- het lager (2) met behulp van een buis met een bui-tendiameter 49 mm en een pers.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig:

- de binnen- en de buitenvlakken van het nieuwe la-ger, die in contact komen met de trommel en de as-tap,

- de vlakken van de trommel die in contact komenmet het nieuwe lager,

- de vlakken van de astap die in contact komen methet nieuwe lager.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer het lager tot het steunt tegen de borst meteen buis met buitendiameter 50 mm en een pers.

a Monteer het lager tot het steunt tegen de borst meteen buis met buitendiameter 60 mm en een pers.

a Monteer de borgveer.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13),

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

109373

Opmerking:

Controleer of de buis steunt tegen de buitenstering van het lager.

LET OP

Steun nooit op de binnenste loopring omdatdaardoor de kogels en loopringen bij het inper-sen worden beschadigd.

Opmerking:

Controleer, voor het inbouwen van het lager, bes-list de staat van het oppervlak van de trommel envan de boring van de schijf. Vervang de anker-plaat-astap als deze defect is.

L90

F90 of K90

33A-26

ACHTERTREINRubber lagerbus van de achteras: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

33A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de achterwielen (zie 35A , Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

- de remtrommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13).

- de complete achtertrein (zie 33A, Achtertrein,Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen,blz. 33A-28) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Vóór het uitbouwen van de rubber lagerbus op de achtertrein :

- noteer hun stand in de boringen van de armen vande achtertrein,

- breng de merktekens van de oude rubber lager-bussen over op de nieuwe.

a Voor het uitbouwen van de rubber lagerbussen vande achteras, gebruikt u de busdrukker (A) van hetgereedschap (Tar. 1838).

a Plaats de busdrukker (A) van het gereedschap (Tar.1838).

a Bouw de rubber lagerbussen van de achteras uitmet een hamer tegen de busdrukker te slaan (A) .

Onmisbaar speciaal gereedschap

Tar. 1838 Gereedschap voor ui t -bouwen - inbouwen rubberlagerbussen van de achter-trein

Opmerking:

Deze merktekens zijn nodig voor het correctinbouwen en voorkomen een snelle slijtage vande rubber lagerbussen.

122814

122816

33A-27

ACHTERTREINRubber lagerbus van de achteras: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90 of L90

33AINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch de bouten en de moeren vande rubber lagerbussen na ieder uitbouwen.

a Smeer de bouten van de rubber lagerbussen vóórde montage in met KRACHTIG BORGMIDDEL (zieAuto: Onderdelen en ingrediënten voor de repa-ratie) (MR 388, 04B, Priducten) alvorens ze te mon-teren.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Voor het inbouwen van de rubber lagerbussen van de achteras gebruikt u:

- de draadstift (B) ,

- de klok (C) ,

- de klok (D) ,

- de anti-frictiering (E) ,

- de moer (F) , van het gereedschap (Tar. 1838)

a Plaats het inbouwgereedschap (Tar. 1838).

a Zet de moer (F) van het gereedschap (Tar. 1838)vast tot het vlak (T) van de rubber lagerbus gelijk ligtmet de arm van de achteras.

a Bouw het inbouwgereedschap (Tar. 1838) uit.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de complete achtertrein (zie 33A, Achtertrein,Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen,blz. 33A-28) ,

- de remtrommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrom-mel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13).

a Stel de achtertrein af (zie 33A, Achtertrein, Achter-trein: Afstellen, blz. 33A-31) .

a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

122817

122815

33A-28

ACHTERTREINAchtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de parkeerrem vrij.

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1)

a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rem-pedaal om het wegstromen van remvloeistof te be-perken.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remtrommels (zie 33A, Achtertrein,Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-13) .

a Verwijder de parkeerremkabels (1) door met behulpvan een tang en een schroevendraaier tegen dehendel (2) te duwen.

a Maak de buitenkabels (3) van de parkeerremkabelslos van de remankerplaten.

a Maak de opname-elementen wielsnelheid los ( in-dien aanwezig).

a Maak de opname-elementen wielsnelheid los vande achtertrein (indien aanwezig).

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

orgaansteun

veiligheidsriem(en)

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande lagerblokken

62 N.m

wartels van de remlei-dingen op de wielremci-linders

14 N.m

wartels de remleidingenop de remslangen

14 N.m

moeren van de trommel 175 N.m

moeren van de trommel 280 N.m

onderste bevestigings-bouten van de scho-kdempers

105 N.m

98992

33A-29

ACHTERTREINAchtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A

a Draai de wartels van de remleidingen los van deremslangen (4) .

a Maak de pen van de begrenzer (5) los van de ach-tertrein (indien aanwezig).

a Bouw de achterveren uit (zie 33A, Achtertrein,Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16) .

a Draai de wartels van de remleidingen los op dewielremcilinders.

a Plaats het gereedschap orgaansteun (6) in hetmidden van de achtertrein.

a Bind de achtertrein op de orgaansteun met behulpvan een veiligheidsriem(en) (7) .

a Zet de bouten van de lagerblokken (8) los.

a Laat de achtertrein zakken met de orgaansteun.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Monteer de uitrustingen van de achtertrein.

a Bind de achtertrein vast aan het gereedschap or-gaansteun.

a Plaats de trein onder de auto.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats de centreerstukken van de lagerblokkentegenover van de centreergaten.

108926

108931

108923

108932

33A-30

ACHTERTREINAchtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A

a Monteer de bevestigingsbouten, te beginnen methet lagerblok links.

a Plaats de remleidingen in hun houder.

a Draai de wartels van de remleidingen vast op deremslangen .

a Verwijder de veiligheidsriem(en) en de orgaans-teun

a Monteer de remankerplaten.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bevestigingsbouten van de lagerblokken (62N.m) ,

- de wartels van de remleidingen op de wielrem-cilinders (14 N.m) ,

- de wartels de remleidingen op de remslangen(14 N.m).

a Monteer de achterveren (zie 33A, Achtertrein, Veerachter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16) .

a Monteer de parkeerremkabels.

a Controleer of de kabelstoppen van de parkeerrem-kabels goed in hun houders zijn geplaatst.

a Monteer de remtrommels (zie 33A, Achtertrein,Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz.33A-13)

a Plaats de kabels en de opname elementen wielsnel-heid.

a Sluit de kabels van de bedieningseenheid van deparkeerrem aan op het verdeeljuk.

a Stel de achtertrein af (zie 33A, Achtertrein, Achter-trein: Afstellen, blz. 33A-31)

a Monteer de onderste bevestigingen van de scho-kdempers.

a Laat de hefbrug zakken.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van detrommel (175 N.m).

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van detrommel (280 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Zet vast met het aantrekkoppel: de onderste be-vestigingsbouten van de schokdempers (105N.m).

a Bouw de pedaalknecht uit.

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

LET OP

Het vastzetten van de bevestigingen van deschokdempers moet gebeuren als de auto op dewielen rust.

L90

F90 of K90

33A-31

ACHTERTREINAchtertrein: Afstellen

F90 of K90 of L90

33A

INSTELLENa Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:

Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de parkeerrem vrij.

a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Maak de kabelbundel van het opname-elementsnelheid los bij (1) .

a Deblokkeer de moeren (2) van de rubber lagerbus.

a Bouw de veren uit (zie 33A, Achtertrein, Veer ach-ter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16) .

a Plaats het gereedschap orgaansteun in contactmet een vulblok, onder de achtertrein bij (3)

a Stel het orgaansteun af zodat de afstand X 8,2 mm±±±± 3 is tussen het middelpunt van de achternaaf enhet lagerblok van de achtertrein.

Onmisbaar materiaal

orgaansteun

Aantrekkoppelsm

bout van de rubberlagerbus

105 N.m

LET OP

Gebruik nooit de achtertrein om de auto omhoog tebrengen.

118141

117785

3312

L90

33A-32

ACHTERTREINAchtertrein: Afstellen

F90 of K90 of L90

33A

a Stel het orgaansteun af zodat de afstand X 16 mm±±±± 3 is tussen het middelpunt van de achternaaf enhet lagerblok van de achtertrein.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de ru-bber lagerbus (105 N.m).

a Doe hetzelfde aan de andere kant.

a Monteer de veren (zie 33A, Achtertrein, Veer ach-ter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16) .

a Maak de kabelbundels van de opname-elementensnelheid vast.

a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

F90 of K90

117785

35A-1

WIELEN EN BANDENWiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A

De methode van uitbouwen - inbouwen is voor alle wie-len gelijk.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de parkeerrem vrij.

a Verwijder de wieldop (indien aanwezig).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wielbouten los, wiel op de grond.

a Zet de hefbrug omhoog.

a Plaats het ventiel van het wiel naar boven.

a Bouw uit:

- de wielbouten,

- het wiel.

Als het wiel na het loszetten van de wielbouten niet uitgebouwd kan worden:

a Breng alle wielbouten op hun plaats.

a Zet de wielbouten vast zodat de boutkoppen in con-tact komen met de velg.

a Zet de wielbouten één omwenteling los.

a Sla een aantal keren met een hamer op de flankenvan de band (1) aan de binnenkant en de buitenkantvan het wiel om de velg los te maken.

a Bouw uit:

- de wielbouten,

- het wiel.

Aantrekkoppelsm

wielbouten 105 N.m

Opmerking:

Gebruik met een beschermhuls beklede doppenom de aluminium velgen niet te krassen.

100682

35A-2

WIELEN EN BANDENWiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A

Als deze methode geen effect heeft:

a Sla een aantal keren met een houten blok en eenhamer tegen de binnenkant van de velg (2) om dezelos te maken.

a Bouw uit:

- de wielbouten,

- het wiel.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig de naafhouder met een staalborstel.

a Er zijn twee types wielbouten: voor aluminium vel-gen (A) en voor stalen velgen (B) , verwissel dezeniet.

a Controleer de staat van de band.

a Verplaats of verwijder de balanceergewichten niet.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer het wiel, met het ventiel aan de bovenkantop de auto.

a Plaats de wielbouten.

106089

Opmerking:

Sla niet te hard op het oppervlak van de velg omdeze niet te vervormen.

110809

35A-3

WIELEN EN BANDENWiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A

a Span voor: de wielbouten (30 N.m) hangend wiel,beginnend bij de onderste bouten (3) en eindigendbij de bovenste bouten (4) .

a Draai het wiel 180˚ zodat het ventiel aan de onder-kant komt.

a Laat de auto op de wielen rusten.

a Zet vast in volgorde en met het aantrekkoppel: dewielbouten (105 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de wieldop.

113180

113180

35A-4

WIELEN EN BANDENWiel: Balanceren 35A

Bus van 60 mm

Bestel de bus bij de leverancier van uw apparatuur.

I - VOORWAARDEN VOOR HET BALANCEREN VAN DE WIELEN

a Het balanceren van de wielen is van groot belang.

Om in een keer een goed resultaat te behalen moetaan verschillende voorwaarden zijn voldaan.

Het balanceerapparaat moet overeenkomstig devoorschriften van de fabrikant zijn geïnstalleerd.

Het moet altijd worden geijkt volgens het door de fa-brikant voorgeschreven interval.

Smeer de schroefdraadas nooit met vet.

Controleer de staat van de dragende en centrerendedelen en de bevestiging.

Vervang de defecte delen (zie de voorschriften vande fabrikant van de machine).

Het wiel en het balanceerapparaat moeten schoonzijn.

Klacht van de bestuurder

a Door onbalans ontstaan trillingen in het stuurwiel en/of in de bodemplaat van de auto.

Deze trillingen verschijnen tussen 90 en 150 km/u.

a Breng de banden op de voorgeschreven spanning(zie 35A, Wielen en banden, Bandenspanning:Identificatie, blz. 35A-11) .

a Maak altijd een rit van minimaal 2 km voorafgaandaan het balanceren van de wielen, om de afplattingvan het loopvlak, die door het stilstaan van de autois ontstaan, op te heffen.

a Na het rijden:

- zet de auto direct omhoog,

- laat de vier wielen hangen,

- zet de parkeerrem vrij.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wielbouten 30 N.m

MERK TYPE MACHINE DIAMETER AS NUMMER BUS (LEVE-RANCIER)

BALCO BALCO 995 28,6 mm 77 11 239 076

MULLER BEM 1605-1610-1620-1625-1630-1460-1650

30 mm 77 11 239 077

MULLER BEM 4605-5604-5605 35 mm 77 11 239 078

RAVAGLIOLI G120-G121-G122 36 mm 77 11 239 079

CORGHI Alle types 38 mm 77 11 239 080

MULLER BEM 1611-1626-1627-1636-1638-1639-1690

40 mm 77 11 239 081

FACOM Alle types 40 mm 77 11 239 081

HOFMANN Alle types 40 mm 77 11 239 081

BEISSBARTH Alle types 40 mm 77 11 239 081

35A-5

WIELEN EN BANDENWiel: Balanceren 35A

a Om het wiel op dezelfde wijze te kunnen monterenals op de auto, moet u op het balanceerapparaatbeslist een cilindrische ring plaatsen met diameter(1) 60 mm.

a Er zijn 3 types gewichten:

a (2) voor aluminium velg met rand

(3) voor aluminium velg zonder rand

(4) voor stalen velg met rand

a In sommige landen is het gebruik van loden gewich-ten verboden, gebruik in dat geval bij voorkeurgewichten van ZAMAK.

Gebruik uitsluitend de gewichten die door het maga-zijn worden verstrekt.

II - UITBOUWEN EN BALANCEREN VAN DE WIELEN

a Zet de auto direct na de rit op een tweekolomshef-brug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A,Hefmiddelen).

a Zet de wielbouten los.

a Breng de auto omhoog.

a Zet de parkeerrem vrij.

a Controleer of het wiel geen vervormingen vertoontdoor eventuele deuken (als dit het geval is, vervangdan de elementen die vervormd zijn).

a Plaats het ventiel van het wiel naar boven.

a Plaats het gereedschap pedaalknecht.

a Bouw uit:

- de wielbouten,

- het wiel.

a Reinig beslist de aanligvlakken van het wiel en vande schijf (of de trommel).

105870 113742

35A-6

WIELEN EN BANDENWiel: Balanceren 35A

a Houd het steunvlak van de machine en alle acces-soires voor het centreren (bus, drukplateau, enz.)schoon.

a Let op dat de er geen krassen komen op de (alumi-nium) velg door het spansysteem van het wiel.

a Monteer het wiel als volgt op het balanceerapparaat:

- plateau van het balanceerapparaat (5) ,

- bus met diameter 60 mm (6) ,

- wiel (7) ,

- spansysteem voor het wiel (8) (voor sommige alu-minium velgen is een systeem met een diametervan 200 mm nodig voor het goed vastzetten),

- (9) buitenvlak van het wiel.

a Plaats het wiel op het balanceerapparaat met hetventiel aan de bovenkant.

a Zet het vast.

a Bij het inschakelen van het balanceerapparaat enhet invoeren van de specifieke parameters van hetwiel, kiest u de balanceerinstelling "fijn".

a Verwijder de eventueel in het profiel van de band in-geklemde steentjes.

a Voer de specifieke parameters van het wiel in bij hetinschakelen van het balanceerapparaat.

a Schakel het balanceerapparaat in en controleer debalans van het wiel die in ieder vlak van het wiel ge-lijk moet zijn aan 0 g.

a Als dit niet zo is, verwijder dan de oude balanceer-gewichten en herhaal het balanceren van het wiel,tot de balans in ieder vlak van het wiel gelijk is aan 0g .

III - MONTEREN VAN DE WIELEN OP DE AUTO

a Monteer het wiel weer op dezelfde plaats als waarhet vanaf is gekomen en met het ventiel aan de bo-venkant.

105871

100681

LET OP

Om te voorkomen dat de balanceergewichtenlosraken, gebruikt u uitsluitend de balanceer-gewichten die horen bij de velgen die op de autogemonteerd zijn.

35A-7

WIELEN EN BANDENWiel: Balanceren 35A

a Span voor: de wielbouten (30 N.m) , met hangendwiel, begin met de onderste bouten (10) en eindigmet de bovenste bouten (11) .

a Verwijder het gereedschap pedaalknecht.

a Draai het wiel 180˚ zodat het ventiel (12) aan de on-derkant komt.

a Laat de auto op de wielen rusten.

a Zet de wielbouten vast met het voorgeschreven aan-trekkoppel. (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 35A-1)

a Doe hetzelfde bij de andere wielen van de auto.

a Maak een proefrit om te controleren of de oorspron-kelijke klacht is verdwenen.

113180

116558

35A-8

WIELEN EN BANDENBand: Voorzorgen bij de reparatie 35A

I - REINHEID

Reinig:

- de hiel van de band,

- het contact velg/hiel van de band.

Verwijder steentjes uit het profiel van de band.

Reinig de draagvlakken:

- van de wielen,

- van de schijven,

- van de naven.

II - WERKVOORSCHRIFT

Om het wiel op dezelfde wijze te kunnen monteren alsop de auto, moet u op het balanceerapparaat beslisteen cilindrisch centreerstuk plaatsen met diameter 60mm.

LET OP

Bij het controleren van de spanning bij een warmeband, verhoogt u de bandenspanning met 0,2 tot 0,3 bar ten opzichte van de voorgeschreven waarde.

LET OP

Maak altijd een rit van minimaal 2 km voorafgaandaan het balanceren van de wielen, om de afplattingvan het loopvlak, die door het stilstaan van de autois ontstaan, op te heffen.

LET OPOm te voorkomen dat de balanceergewichten loss-cheuren, mag u uitsluitend de voor het type velgbestemde gewichten gebruiken.

35A-9

WIELEN EN BANDENBanden: Identificatie 35A

Voorbeeld van een identificatiemerkteken van eenband: 185/65 R 15 88 T

Verklaring van de snelheidsindex:

101008

185 Breedte van de band in mm (l)

65 Verhouding (h/b)

R Radiale structuur

15 Binnendiameter in inches (d)

88 Belastingsindex

T Snelheidsindex

Maximale snelheid km/u

R 170

S 180

T 190

U 200

H 210

V 240

W 270

ZR boven 240

35A-10

WIELEN EN BANDENBanden: Uitbouwen - Inbouwen 35A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de betreffende wielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1)

- de balanceergewichten,

- het ventielmechanisme.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak los:

- de hiel aan de buitenkant van de band,

- de hiel aan de binnenkant van de band.

a Plaats de bandenlichter op de buitenkant van develg om de buitenste hiel van de band te lichten.

a Licht de buitenste hiel.

a Plaats de bandenlichter op de binnenkant van develg om de binnenste hiel van de band te lichten.

a Licht de binnenste hiel.

a Bouw het ventiel uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang systematisch het ventiel.

a Zeep het ventiel in.

a Zeep de twee hielen van de band goed in.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats een nieuw ventiel.

a Schuif de onderste hiel op.

a Schuif de band op.

a Schuif de buitenste hiel op met behulp van de ban-denlichter.

a Bouw het ventielmechanisme uit.

a Pomp de band op om de hielen van de band tegende velg aan te drukken.

III - LAATSTE STAP

a Monteer het ventielmechanisme.

a Breng de band op de voorgeschreven spanning (zie35A, Wielen en banden, Bandenspanning: Identi-ficatie, blz. 35A-11) .

a Balanceer het wiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Balanceren, blz. 35A-4) .

a Monteer de betreffende wielen (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

18885

Opmerking:

Het is niet nodig te rijden voor en na het balance-ren van een nieuwe band.

35A-11

WIELEN EN BANDENBandenspanning: Identificatie 35A

I - BANDENSPANNING

Bandenspanning (bar) koud.

* lichtmetalen velg

II - CONTROLE EN CORRECTIE

Maximale slingering van de velg, gecontroleerd op de buitendiameter van de velg :

- stalen velg: 0,8 mm

- lichtmetalen velg: 0,3 mm.

Maximale onrondheid, gecontroleerd op het vlak vande velg: 0,7 mm.

Uitbouw van de velg:

- stalen velg : 44 mm,

- lichtmetalen velg : 47 mm.

Raadpleeg het instructieboekje van de auto voor demontage van sneeuwkettingen.

LET OP

Bij het controleren van de spanning bij een warmeband, verhoog de bandenspanning met 0,2 tot 0,3bar ten opzichte van de voorgeschreven waarde.

L90

Velg Band

Bandenspanning voor normaal gebruik (bar)

Voor Achter

5,5 J 14 165/80R14 85T 2 2

5,5 J 14 165/70R14 88T 2 2

6 J 15 185/65R15 88T 2,0 2,2

6 J 15* 185/65R15 88T 2,0 2,2

K90

Velg Band

Bandenspanning voor normaal gebruik (bar)

Voor Achter

5,5 J 14 185/70R14 88T 2,4 2,6

6 J 15 185/65R15 88T 2,4 2,6

6 J 15* 185/65R15 88T 2,4 2,6

F90

Velg Band

Bandenspanning voor normaal gebruik (bar)

Voor Achter

6 J 15 185/65R15 92T 2,6 3,2

35A-12

WIELEN EN BANDENVelg: Identificatie 35A

De identificatie van de velgen kan op twee manierenworden aangegeven:

- gegraveerd merkteken bij stalen velgen,

- ingegoten merkteken bij lichtmetalen velgen.

Dit merkteken levert de belangrijkste velggegevens.

Dit merkteken kan zijn:

- compleet, bijvoorbeeld 5 1/2 J 144 CH 36 ;

- kort, bijvoorbeeld 5 1/2 J14.

De wielbouten zijn aangebracht op een steek van 100mm (vier wielbouten).

de bouten van aluminium wielen mogen niet gebruiktworden voor het vastzetten van stalen wielen.

De maximale slingering wordt gemeten op de rand vande velg .

Type wiel 5,5 J14

1 Breedte (in inches) 5,5

2 Profiel van de velgrand J

3 Nominale diameter (in inches) 14

4 Aantal gaten 4

5 Steunprofiel van de band CH

6 Uitbouw (in mm) 36

100988

35A-13

WIELEN EN BANDENHouder van reservewiel: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

35A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet, in de bagageruimte, de bevestigingsbout (1)van de reservewielhouder los.

a Maak de hendel (2) van de reservewielhouder losvan de haak (3) , in de richting van de pijl.

a Kantel de reservewielhouder omlaag en houd daar-bij het reservewiel vast.

a Verwijder het reservewiel.

a Bouw uit:

- de twee armen (4) van de reservewielhouder op debevestiging (5) van de carrosserie,

- de reservewielhouder.

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbout van dehaak van de reser-vewielhouder

14 N.m

119172

119083

118637

35A-14

WIELEN EN BANDENHouder van reservewiel: Uitbouwen - Inbouwen

F90 of K90

35AINBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de armen van de reservewielhouder op de bevesti-ging van de carrosserie.

- het reservewiel in de houder,

a Kantel de reservewielhouder omhoog.

a Maak de hendel van de reservewielhouder vast aande haak.

II - LAATSTE STAP

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bout van de haak van de reservewielhouder (14N.m).

36A-1

STUURINRICHTINGStuurinrichting: Voorzorgen bij de reparatie 36A

I - VEILIGHEID

1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden

Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veili-gheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR388, 02A, Hefmiddelen).

2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden

II - REINHEID

1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden

Bescherm de carrosseriedelen met een hoes om tevoorkomen dat deze beschadigen door stuurbekrachti-gingsvloeistof.

2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden

Reinig de omgeving van het stuurbekrachtigingssys-teem met REMMENREINIGER (zie Auto: Onderde-len en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388,04B, Producten).

III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN

Om de goede werking en de prestaties van het sys-teem te garanderen, mag u alleen de onderdelen repa-reren die leverbaar zijn door het magazijn.

Gebruik om de kwaliteit van de reparatie te garanderenuitsluitend het door de constructeur voorgeschrevengereedschap.

1 - Stuurbekrachtigingscircuit

Gebruik uitsluitend de door de constructeur voorges-chreven vloeistof om de prestaties van het systeem tegaranderen (zie Auto: Onderdelen en ingrediëntenvoor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten).

2 - Afdichtingen

Vervang de afdichtingen van de stuurbekrachtigingslei-dingen na ieder uitbouwen van de leidingen om deafdichting van het stuurbekrachtigingscircuit te garan-deren.

3 - Stuurkolom

Houd het geheel « stuurkolom - tussenas » aan elk ui-teinde vast (de kolom met één hand en de tussenasmet de andere hand). Als de stuurkolom niet correctvastgehouden wordt, kan de stuurkolom of de tusse-nas vallen waardoor het systeem ernstig beschadigt.

4 - Stuurhuis

Draag het stuurhuis niet aan de stofhoezen of aan deleidingen, deze kunnen hierdoor beschadigen.

5 - Stuurbekrachtigingspomp

Laat de motor niet draaien zonder stuurbekrachtigings-vloeistof in het circuit.

6 - Elektrische pomp

Laat de motor niet draaien zonder stuurbekrachtigings-vloeistof in het circuit.

7 - Kabelbundels

Houd u aan de hygiëne en de ligging van de kabelbun-del.

BELANGRIJK:

Draag handschoenen tegen snijwonden tijdens dewerkzaamheden.

LET OP

Om beschadiging van de stuurkolom of van hetstuurwiel te voorkomen, moet u de pasnokken vanstuurkolom-stuurwiel in lijn zetten.

BELANGRIJK:

Om ieder risico van een ongeluk te vorkomen doorhet onverwacht inschakelen van de stuurbekrachti-ging bij een defect in de elektrische pomp, moet ude accu losmaken bij alle werkzaamheden aan devoortrein.

36A-2

STUURINRICHTINGStuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Zet de wielen in de rechtuit stand.

a Bouw uit:

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de bescherming onder de motor,

- de schermen van de wielkuip voor (zie Schild inwielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389,55A, Bescherming buitenkant).

a Bouw de bout (1) van het kruisstukje van de stuurko-lom uit.

a Maak het kruisstukje van stuurkolom vrij van hetstuurhuis.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Tav. 476 Kogeltrekker.

Tav. 1747 Draadstiften voor werk-zaamheden aan het sub-frame.

Onmisbaar materiaal

orgaansteun

Aantrekkoppelsm

bouten van het stuu-rhuis

105 N.m

wartel van de hoge-drukleiding op het stuu-rhuis

21 N.m

wartel van de lage-drukleiding op het stuu-rhuis

21 N.m

bout van de beugels vande leidingen op hetstuurhuis

21 N.m

bouten van het hittes-child van het stuurhuis

21 N.m

bouten van het voor-treinsubframe

105 N.m

moeren van de voorsteuitlaatbuis op het uit-laatspruitstuk

21 N.m

moeren van de spoors-tangkogels

37 N.m

bovenste bouten van detrekstangen van hetvoortreinsubframe

21 N.m

bout van het kruisstukjevan de stuurkolom

21 N.m

121974

36A-3

STUURINRICHTINGStuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

a Bouw de moeren (2) van de spoorstangkogels uit.

a Trek de spoorstangkogels los met behulp van hetgereedschap (Tav. 476).

a Bouw de moeren (3) van de voorste uitlaatbuis bijhet uitlaatspruitstuk uit.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de bout (4) van de versterking van de kop-pelreactiestang op de versnellingsbak los.

a Bouw de bout (5) van de koppelreactiestang op deversnellingsbak uit.

a Draai de versterking (6) van de koppelreactiestang.

24800

24807

K7J of K7M

107926

107921

36A-4

STUURINRICHTINGStuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

a Plaats een orgaansteun (7) om de achterkant vanhet subframe voor te ondersteunen.

a Vervang de twee voorste bouten van het voortrein-subframe door twee draadstiften van het gereeds-chap (Tav. 1747) (8 ) om de voorkant van hetvoortreinsubframe enigszins te laten zakken.

a Bouw uit:

- de bovenste bout (9) van de trekstang van hetvoortreinsubframe,

- de achterste bouten van het voortreinsubframe.

a Laat het voortreinsubframe zakken met de orgaans-teun.

a

a Plaats afknijpklemmen op de lagedrukleiding, omhet wegstromen van vloeistof van de stuurbekrachti-ging te beperken.

a Bouw uit:

- de wartel (10) van de hogedrukleiding op het stuu-rhuis,

- de wartel (11) van de lagedrukleiding op het stuu-rhuis.

a Maak de kabelbundel van de lambda sonde bij (12)los van de beugel van de lagedrukleiding.

108934

107934

STUURBEKRACHTIGING

121977

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

K7J of K7M, en RECHTS STUUR, en STUUR-BEKRACHTIGING

36A-5

STUURINRICHTINGStuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

a Bouw de bout (13) van de beugels van de leidingenop het stuurhuis uit.

a Bouw uit:

- de bouten van het hitteschild van het stuurhuis,

- het hitteschild van het stuurhuis.

a Bouw de bouten van het stuurhuis uit.

a Bouw het stuurhuis naar links uit.

a Bouw het stuurhuis naar rechts uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang altijd na ieder uitbouwen:

- de moer en de bout van het kruisstukje van destuurkolom,

- de bouten van het voortreinsubframe.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- het stuurhuis,

- de bouten van het stuurhuis.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van hetstuurhuis (105 N.m).

a Plaats:

- de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis,

- de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis,

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de hogedrukleiding op het stuu-rhuis (21 N.m) ,

- de wartel van de lagedrukleiding op het stuu-rhuis (21 N.m).

a Verwijder de afknijpklem op de lagedrukleiding.

a Monteer de bout van de beugels van de leidingen ophet stuurhuis.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van debeugels van de leidingen op het stuurhuis (21N.m).

a Maak de kabelbundel van de lambda sonde vast opde beugel van de lagedrukleiding.

RECHTS STUUR, en STUURBEKRACHTIGING

122032

K4M of K9K

LINKS STUUR

RECHTS STUUR

STUURBEKRACHTIGING

RECHTS STUUR, en STUURBEKRACHTIGING

K7J of K7M, en RECHTS STUUR, en STUUR-BEKRACHTIGING

36A-6

STUURINRICHTINGStuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

a Plaats:

- het hitteschild van het stuurhuis,

- de bouten van het hitteschild van het stuurhuis.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van hethitteschild van het stuurhuis (21 N.m).

a Plaats het subframe voor.

a Monteer de twee achterste bouten van het voortrein-subframe.

a Vervang de twee draadstiften van het gereedschap(Tav. 1747) door de twee voorste bouten van hetvoortreinsubframe.

a Zet vast in volgorde en met het aantrekkoppel: debouten van het voortreinsubframe (105 N.m).

a Monteer de versterking van de koppelreactiestang(zie Pendelophanging achter: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 19D, Motorophanging).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de moeren van de voorste uitlaatbuis bij hetuitlaatspruitstuk.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van devoorste uitlaatbuis op het uitlaatspruitstuk (21N.m).

a Plaats:

- het kruisstukje van de stuurkolom,

- de bout en de nieuwe moer van het kruisstukje vande stuurkolom,

- de spoorstangkogels,

- de bovenste bouten van de trekstangen van hetvoortreinsubframe,

- de schermen van de wielkuip voor (zie Schild inwielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389,55A, Bescherming buitenkant).

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de moeren van de spoorstangkogels (37 N.m) ,

- de bovenste bouten van de trekstangen van hetvoortreinsubframe (21 N.m) ,

- de bout van het kruisstukje van de stuurkolom(21 N.m).

a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Controleer de voortreinhoeken (indien nodig afstel-len) (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaar-den, blz. 30A-13) .

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL-FRENAULTMATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Controleer of er geen lekken zijn.

K4M of K9K

107924

K7J of K7M

STUURBEKRACHTIGING

36A-7

STUURINRICHTINGSpoorstang: Uitbouwen - Inbouwen 36A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a

Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1)

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de contramoer (1) voor de sporingafstelling los.

a Bouw de moer (2) van de spoorstangkogel uit.

a Bouw het kogeldraaipunt uit met behulp van het ge-reedschap (1) (Tav. 476).

a Zet de spoorstang linksom los en onthoud het aantalslagen voor het inbouwen.

a Bouw de spoorstang uit.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de spoorstang vast met evenveel slagen als bijhet uitbouwen.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Tav. 476 Kogeltrekker.

Aantrekkoppelsm

moer van de spoorstan-gkogel

37 N.m

contramoer van de afs-telling van de sporing

50 N.m

Opmerking:

Controleer beslist de voortreinhoeken (indiennodig afstellen)

117474

24807

117806

36A-8

STUURINRICHTINGSpoorstang: Uitbouwen - Inbouwen 36A

a Plaats:

- de spoorstangkogel,

- de moer van de spoorstangkogel.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de moer van de spoorstangkogel (37 N.m) ,

- de contramoer van de afstelling van de sporing(50 N.m)

II - LAATSTE STAP

a Monteer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1)

a

Opmerking:

Controleer beslist de voortreinhoeken (indiennodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein:Afstelwaarden, blz. 30A-13) .

36A-9

STUURINRICHTINGSpoorstang met kogeldraaipunt stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

UITBOUWEN - INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1) .

a Bouw de spoorstang uit (zie 36A, Stuurinrichting,Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7) .

a Bouw de stofhoes van het stuurhuis uit (zie 36A,Stuurinrichting, Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen -Inbouwen, blz. 36A-13)

a Ontgrendel de stuurkolom.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het gereedschap (Dir. 1306-01) (1) op detandheugel bij het rondsel.

a Deblokkeer het kogeldraaipunt stuurhuis met behulpvan het gereedschap (Dir. 1305-01) (2) .

a Bouw het kogeldraaipunt stuurhuis uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

Onmisbaar speciaal gereedschap

Dir. 1306-01 Steungereedschap tandheu-gel stuurhuis (TRW).

Dir. 1305-01 Gereedschap voor ui t -inbouwen kogeldraaipuntstuurhuis diam 35 mm tot 41mm.

Aantrekkoppelsm

kogeldraaipunt stuu-rhuis

80 N.m

102206

117808

Opmerking:

Let op dat de stofhoezen niet vervormen: gevaarvan onomkeerbare beschadiging.

36A-10

STUURINRICHTINGSpoorstang met kogeldraaipunt stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Smeer LOCTITE FRENBLOC op de schroefdraadvan het kogeldraaipunt stuurhuis.

a Monteer het kogeldraaipunt stuurhuis (1) .

a Zet vast met het aantrekkoppel: het kogeldraaipuntstuurhuis (80 N.m) met behulp van het gereeds-chap (Dir. 1305-01).

a Verwijder het gereedschap (Dir. 1306-01)

a Smeer met lithiumvet :

- de tandheugel,

- de stofhoes.

- het kogeldraaipunt stuurhuis.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de stofhoes van het stuurhuis (zie 36A,Stuurinrichting, Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen -Inbouwen, blz. 36A-13)

a Monteer de spoorstang (zie 36A, Stuurinrichting,Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7)

a Monteer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1)

a

108414

Opmerking:

Controleer beslist de voortreinhoeken (indiennodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein:Afstelwaarden, blz. 30A-13) .

36A-11

STUURINRICHTINGStuurkolom: Uitbouwen - Inbouwen 36A

Hiervoor is geen hefbrug nodig.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de wielen in de rechtuit stand.

a Vergrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Dia-gnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C,Airbag en gordelspanners).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw uit:

- de frontale bestuurdersairbag (zie Frontale airbagbestuurder: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388,88C, Airbags en gordelspanners),

- het stuurwiel (zie 3 6 A , Stuurinrichting,Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-15) ,

- het geheel van de stuurkolomschakelaars (zieSchakelaars onder stuurwiel: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 84A, Schakelaars - Signalen),

- het instrumentenpaneel (zie Instrumentenpaneel:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 83A, Instru-menten - dashboard),

- de autoradio (zie Autoradio: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 86A, Radio),

- het dashboard (zie Dashboard: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 389, 57A, Acessoires interieur).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder de bout van het stuurkolom kruisstukje (1).

a Bouw uit:

- de bouten (2) van de stuurkolom,

- de stuurkolom.

a Bouw de startschakelaar uit (zie Startschakelaar:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 82A, Startver-grendeling).

Aantrekkoppelsm

bout van het kruisstukjevan de stuurkolom

21 N.m

moeren van de stuurko-lom

21 N.m

108913

108914

36A-12

STUURINRICHTINGStuurkolom: Uitbouwen - Inbouwen 36A

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang altijd:

- de bout en de moer van het kruisstukje van destuurkolom,

- op een nieuwe stuurkolom de nokbout en de moervan het kruisstukje van de stuurkolom,

- de stuurwielbout,

- Zet de moer in zijn houder vast (gat in het kruiss-tukje van de stuurkolom).

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de startschakelaar (zie Startschakelaar:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 82A, Startver-grendeling).

a Plaats:

- de stuurkolom,

- de bout van het stuurkolom-kruisstukje,

- de bouten van de stuurkolom.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bout van het kruisstukje van de stuurkolom(21 N.m) ,

- de moeren van de stuurkolom (21 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- het dashboard (zie Dashboard: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 389, 57A, Acessoires interieur).

- de autoradio (zie Autoradio: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 86A, Radio),

- het instrumentenpaneel (zie Instrumentenpaneel:Uitbouwen - Inbouwen) ) (MR 388, 83A, Instru-menten - dashboard),

- het geheel van de stuurkolomschakelaars (zieSchakelaars onder stuurwiel: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 84A, Schakelaars - Signalen),

- het stuurwiel (zie 3 6 A , Stuurinrichting,Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-15) ,

- de frontale bestuurdersairbag (zie Frontale airbagbestuurder: Uitbouwen - Inbouwen) , (MR 388,88C, Airbags en gordelspanners),

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Ontgrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Dia-gnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C,Airbag en gordelspanners).

36A-13

STUURINRICHTINGStuurhuisstofhoes: Uitbouwen - Inbouwen 36A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - In-bouwen, blz. 35A-1) .

a Bouw de spoorstang uit (zie 36A, Stuurinrichting,Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7) .

a Bouw de contramoer van de sporingafstelling uit.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Knip de klemband (1) van de stofhoes door.

a Verwijder de stofhoes (2) .

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Schuif een beschermhuls over het kogeldraaipuntstuurhuis om beschadiging van de stofhoes bij demontage te voorkomen.

a Vet het draagvlak van de stofhoes op het kogel-draaipunt stuurhuis in en plaats de stofhoes zonderverdraaiing.

a Vervang systematisch de stofhoes en de klemband.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de stofhoes vast met de meegeleverde nieuweklemband.

a Plaats de stofhoes in de oorspronkelijke stand.

a Plaats de klemband van de stofhoes.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de contramoer van de sporingafstelling.

a Monteer de spoorstang (zie 36A, Stuurinrichting,Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7) .

a Monteer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Controleer de waarden van de voor- en achtertrein(zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden,blz. 30A-13) .

118883

Opmerking:

Zet de stuurinrichting in de middenstand om delucht in de stofhoezen goed te verdelen.

Opmerking:

Let op dat de stofhoezen niet vervormen: gevaarvan onomkeerbare beschadiging.

36A-14

STUURINRICHTINGAfdichting van het schutbord: Uitbouwen - Inbouwen 36A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de bescherming onder de motor.

a Bouw het stuurhuis uit (zie 36A, Stuurinrichting,Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak bij (1) de afdichting van het schutbord (2) losmet behulp van een platte schroevendraaier.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats de afdichting van het schutbord in de oors-pronkelijke stand.

II - LAATSTE STAP

a Monteer het stuurhuis (zie 36A, Stuurinrichting,Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2) .

a Plaats:

- de bescherming onder de motor,

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

108823

36A-15

STUURINRICHTINGStuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen 36A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Ontgrendel de stuurkolom.

a Vergrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Dia-gnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C,Airbags en gordelspanners).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw de frontale bestuurdersairbag uit (zie Fronta-le airbag bestuurder: Uitbouwen - Inbouwen)(MR 388, 88C, Airbags en gordelspanners).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wielen in de rechtuit stand.

a Bouw uit:

- de stuurwielbout (1) ,

- het stuurwiel.

Aantrekkoppelsm

stuurwielbout 44 N.m

BELANGRIJK:

Om het afgaan van een pyrotechnisch element(airbags of gordelspanners), te voorkomen als uaan of in de buurt ervan werkt, vergrendel derekeneenheid van de airbag met behulp van hetdiagnoseapparaat.

Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendelden het airbaglampje op het instrumentenpaneelbrandt vast (met contact aan).

BELANGRIJK:

Om het afgaan te voorkomen, moet u de pyro-technische elementen (airbags of gordelspan-ners) uit de buurt van een warmtebron of vlamhouden.

LINKS STUUR

107812

36A-16

STUURINRICHTINGStuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen 36A

a Maak de stekker (2) van de claxonschakelaar los(indien aanwezig).

a Bouw uit:

- de stuurwielbout (3) ,

- het stuurwiel.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Het stuurwiel past door een dubbele tand maar opéén manier op de stuurkolom.

a Vervang systematisch de stuurwielbout.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Steek de verschillende stekkers in het gat van hetstuurwiel.

a Plaats:

- het stuurwiel in de oorspronkelijke stand,

- de nieuwe stuurwielbout.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de stuurwielbout(44 N.m).

a Sluit de stekker van de claxonschakelaar aan (in-dien aanwezig).

III - LAATSTE STAP

a Monteer de frontale bestuurdersairbag (zie Frontaleairbag bestuurder: Uitbouwen - Inbouwen) (MR388, 88C, Airbags en gordelspanners).

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Ontgrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Dia-gnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C,Airbags en gordelspanners).

RECHTS STUUR

121583

RECHTS STUUR

36B-1

STUURBEKRACHTIGINGDruk van de stuurbekrachtigingspomp Controle

K4M of K7J of K7M – K9K, en GEWONE VERWARMING

36B

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Verwijder de beschermplaat onder de motor.

a Plaats een afknijpklem op de olieaanvoerslang opde stuurbekrachtigingspomp om het wegstromenvan vloeistof te beperken.

a

a

a Maak de stekker los van het drukcontact.

a Bouw het drukcontact uit.

a Plaats het gereedschap (Dir. 1204) op de plaats vanhet drukcontact (1) .

a Verbind het gereedschap (Fre. 244-03) op het ge-reedschap (Dir. 1204).

Onmisbaar speciaal gereedschap

Dir. 1204 Wartel voor meten van dedruk in de hogedrukleidingvan de stuurbekrachtiging.

Fre. 244-03 Controlemanometer van hetremsysteem : van 0 tot 160bar.

Dir. 803 Wartel voor het meten van deoliedruk van de stuur-bekracht ig ing. Metrischeschroefdraad.

Fre. 284-06 Slang voor manometer Fre.244-03 Fre.1085-01.

Aantrekkoppelsm

drukcontact 12 N.m

wartel van de uitgaandehogedrukleiding van destuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING

Opmerking:

Als de auto geen airconditioning heeft, bevindtde stuurbekrachtigingspomp zich onder dedynamo maar de methode blijft gelijk.

K4M of K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING

LET OP

Bescherm de dynamo tegen de olie van destuurbekrachtiging.

K4M of K7J of K7M

108912

36B-2

STUURBEKRACHTIGINGDruk van de stuurbekrachtigingspomp Controle

K4M of K7J of K7M – K9K, en GEWONE VERWARMING

36B

a Bouw de bevestigingsbout van de wartel van de ui-tgaande hogedrukleiding van de stuurbekrachti-gingspomp uit.

a Plaats het gereedschap (Dir. 803) (2) tussen destuurbekrachtigingspomp en de hogedrukwartel vande uitgang van de stuurbekrachtigingspomp.

a Verbind het gereedschap (Fre. 244-03) (3) en hetgereedschap (Fre. 284-06) op het gereedschap(Dir. 803).

a Verwijder de afknijpklemmen.

a Laat de auto zakken.

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELFRENAULT MATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Zet de wielen rechtuit.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Bouw uit:

- de spatplaat rechts voor (zie Schild in wielkuipvoor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A,Bescherming buitenkant),

- het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Controleer de druk van de stuurbekrachtigingspompmet het stuurwiel in de middenstand en zonder ac-tie, de waarde mag niet meer zijn dan 5 tot 7 bar.

a Controleer de druk van de stuurbekrachtigingspompmet het stuurwiel in de uiterste stand, de maximalewaarde moet 79 tot 86 bar zijn.

a Zet de motor af.

a Breng de auto omhoog.

a Plaats een afknijpklem op de olieaanvoerslang opde stuurbekrachtigingspomp om het wegstromenvan vloeistof te beperken.

a Bouw het gereedschap uit (Fre. 244-03) daarna zijnadapter (Dir. 1204).

a Bouw het gereedschap uit (Fre. 244-03) en zijn war-tel (Dir. 1204).

a Monteer het drukcontact.

a Zet vast met het aantrekkoppel: het drukcontact(12 N.m).

a Sluit de stekker aan.

a Bouw het gereedschap uit (Fre. 244-03) en zijn war-tel (Dir. 803).

a Monteer de wartel van de uitgaande hogedruklei-ding van de stuurbekrachtigingspomp.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartel van deuitgaande hogedrukleiding van de stuur-bekrachtigingspomp (21 N.m).

a Verwijder de afknijpklemmen.

K9K

108935

LET OP

Bij het ontluchten van het circuit van de stuur-bekrachtiging, mag u het stuurwiel niet in deuiterste stand houden, hierdoor kan het hydrau-lische systeem beschadigen.

LET OP

Vervang altijd de O-ringen van de wartels van destuurbekrachtiging die gedemonteerd zijn.

K4M of K7J of K7M

K9K

36B-3

STUURBEKRACHTIGINGDruk van de stuurbekrachtigingspomp Controle

K4M of K7J of K7M – K9K, en GEWONE VERWARMING

36Ba Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF

RENAULT MATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Zet de wielen rechtuit.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Plaats:

- de spatplaat rechts voor (zie Schild in wielkuipvoor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A,Bescherming buitenkant),

- het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Controleer of er geen lek is.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

LET OP

Bij het ontluchten van het circuit van de stuur-bekrachtiging, mag u het stuurwiel niet in deuiterste stand houden, hierdoor kan het hydrau-lische systeem beschadigen.

36B-4

STUURBEKRACHTIGINGDruk van de stuurbekrachtigingspomp Controle

K9K, en AIRCONDITIONING

36B

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de schildbumper voor (zie Schildbumper voor:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescher-ming buitenkant),

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant),

- de bevestigingen van de elektrische stuur-bekrachtigingspomp.

a Plaats een afknijpklem op de slang van de elektris-che stuurbekrachtigingspomp.

a

a Bouw de bevestigingsbouten van de wartel van dehogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachti-gingspomp uit.

a Maak de hogedrukleiding op de elektrische stuur-bekrachtigingspomp los.

a Plaats het gereedschap (Dir. 1798) tussen de stuur-bekrachtigingspomp en de hogedrukwartel van deuitgang van de elektrische stuurbekrachtigings-pomp.

a Bouw de bevestigingsbout van de wartel van de ho-gedrukleiding en van het gereedschap (Dir. 1798)op de elektrische stuurbekrachtigingspomp in.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bout van de wartel van de hogedrukleiding op deelektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m).

a Verbind de manometer met het gereedschap (Mot.836-05) op het gereedschap (Dir. 1798) door dewartel "C" te gebruiken.

a Verwijder de afknijpklemmen.

a Laat de auto zakken.

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELFRENAULT MATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil bij in het reservoir indien nodig.

a Controleer de druk van de elektrische stuur-bekrachtigingspomp met het stuurwiel in de uiterstestand, de maximale waare moet 90 bar zijn.

a Zet de motor af.

a Breng de auto omhoog.

a Plaats een afknijpklem op de slang van de elektris-che stuurbekrachtigingspomp.

a

a Bouw uit:

- de manometer van het gereedschap (Mot. 836-05)en zijn wartel "C",

- (Dir. 1798) de bevestigingsbout van het gereeds-chap van de wartel van de hogedrukleiding en opde elektrische stuurbekrachtigingspomp.

a Maak de hogedrukleiding op de elektrische stuur-bekrachtigingspomp weer vast.

a Bouw de bevestigingsbouten van de wartel van dehogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachti-gingspomp in.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Dir. 1798 Wartel voor het meten van dedruk van de stuurbekrachti-ging.

Mot. 836-05 Set oliedruk meten in koffer.

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbout van dewar tel van de hoge-drukleiding op de elek-trischestuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

bevestigingsbout van dewar tel van de hoge-drukleiding op de elek-trischestuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

Opmerking:

Vang de uitstomende stuurbekrachtigingsolie op.

Opmerking:

Vervang altijd de O-ringen van de wartels van destuurbekrachtiging die gedemonteerd zijn.

36B-5

STUURBEKRACHTIGINGDruk van de stuurbekrachtigingspomp Controle

K9K, en AIRCONDITIONING

36Ba Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-

bout van de wartel van de hogedrukleiding op deelektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m).

a Verwijder de afknijpklemmen.

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELFRENAULT MATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil bij in het reservoir indien nodig.

a Controleer of er geen lekken zijn.

a Plaats:

- de bevestigingen van de elektrische stuur-bekrachtigingspomp,

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant),

- de schildbumper voor (zie Schildbumper voor:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescher-ming buitenkant),

- het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

36B-6

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en AIRCONDITIONING

36B

UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de bescherming onder de motor,

- het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hul-porganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388,11A, Cilinderkop en distributie).

a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaandeslangen van de stuurbekrachtigingspomp.

a Bouw de slangklem (2) van de ingaande slang op depomp uit.

a Maak de ingaande slang (3) los.

a Draai de wartel van de hogedrukleiding van depomp los.

a Bouw de hogedrukleiding bij de pomp uit.

a Plaats doppen op de openingen van de leidingen ende stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dater vuil in terechtkomt.

a Bouw uit:

- de drie bevestigingsbouten (1) op de hulporga-nensteun,

- de stuurbekrachtigingspomp.

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande stuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

hogedrukwartel op destuurbekrachtiging

21 N.m

108929

LET OP

Bescherm de dynamo tegen de olie van destuurbekrachtiging.

108929

108930

36B-7

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en AIRCONDITIONING

36BINBOUWEN

a Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bevestigingsbouten van de stuurbekrachti-gingspomp (21 N.m) ,

- de hogedrukwartel op de stuurbekrachtiging(21 N.m).

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL-FRENAULTMATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Controleer of er geen lek is.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

LET OP

Zet eerst de twee bouten aan de kant van deaandrijfriem hulporganen vast met het aan-trekkoppel, daarna de bout aan de andere kant.

LET OP

Een uitgebouwde riem moet altijd worden ver-vangen.

Bij het vervangen van de riem, vervangt u altijdde span- en geleiderollen.

36B-8

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING

36B

UITBOUWENa Zet de auto op een tweekolomshefbrug.

a Bouw uit:

- de bescherming onder de motor,

- de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hul-porganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388,11A, Cilinderkop en distributie),

- de schildbumper voor (zie Schildbumper voor:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescher-ming buitenkant).

a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaandeslangen van de stuurbekrachtigingspomp.

a Bouw de slangklem van de ingaande slang op depomp uit.

a Maak de ingaande slang los.

a Draai de wartel van de hogedrukleiding van depomp los.

a Maak de hogedrukleiding op de pomp vrij.

a Plaats doppen op de openingen van de leidingen ende stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dater vuil in terechtkomt.

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten (1) op de hulporganens-teun,

- de stuurbekrachtigingspomp.

INBOUWEN

a Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande stuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

hogedrukwartel op destuurbekrachtiging

21 N.m

109225

109235

36B-9

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING

36Ba Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bevestigingsbouten van de stuurbekrachti-gingspomp (21 N.m) ,

- de hogedrukwartel op de stuurbekrachtiging(21 N.m).

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL-FRENAULTMATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Controleer of er geen lek is.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

LET OPZet eerst de twee bouten aan de kant van deaandrijfriem hulporganen vast met het aan-trekkoppel, daarna de bout aan de andere kant.

LET OP

Een uitgebouwde riem moet altijd worden ver-vangen.

Bij het vervangen van de riem, vervangt u altijdde span- en geleiderollen.

36B-10

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en GEWONE VERWARMING

36B

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A,Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen).

a Bouw uit:

- het rechter voorwiel,

- de bescherming onder de motor,

- de spatplaat rechts voor (zie MR 388, 55A, bes-cherming buitenkant, Scherm wielkuip voor:Uitbouwen - Inbouwen),

- de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkopen distributie, Aandrijfriem hulporganen: Uit-bouwen - Inbouwen).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaandeslangen van de stuurbekrachtigingspomp.

a Bouw de klemband van de ingaande hydraulischeslang op de pomp uit met behulp van het gereeds-chap (Mot. 1202-02).

a Maak de ingaande slang (1) los.

a Bouw de bevestigingsbout (2) van de steun van dehogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp uit.

a Draai de wartel (3) van de hogedrukleiding op destuurbekrachtigingspomp los.

a Maak de hogedrukleiding van de stuurbekrachti-gingspomp vrij.

a Plaats doppen op de openingen van de leidingen ende stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dater vuil in terechtkomt.

a Bouw de bevestigingsbouten (4) van de stuur-bekrachtigingspomp op de hulporganensteun uit.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1202-02 Klembandtang voor slan-gklem (klein model).

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande stuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

hogedrukwartel op destuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

bevestigingsbout van desteun van de stuur-bekrachtigingspomp ophet ondercarter

21 N.m

bevestigingsbout van desteun van de hoge-drukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m 24736

36B-11

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en GEWONE VERWARMING

36B

a Bouw uit:

- de bevestigingsbout (5) van de steun van de stuur-bekrachtigingspomp op het ondercarter,

- de bevestigingsbout (6) van de stuurbekrachti-gingspomp op de hulporganensteun,

- de stuurbekrachtigingspomp.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de stuurbekrachtigingspomp,

- de bevestigingsbouten van de steun van de stuur-bekrachtigingspomp op het ondercarter.

a Verwijder de doppen van de openingen van de lei-dingen.

a Draai de wartel van de hogedrukleiding van depomp vast.

a Monteer de bevestigingsbout van de steun van dehogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de bevestigingsbouten van de stuurbekrachti-gingspomp (21 N.m) ,

- de hogedrukwartel op de stuurbekrachtigings-pomp (21 N.m) ,

- de bevestigingsbout van de steun van de stuur-bekrachtigingspomp op het ondercarter (21N.m) ,

- de bevestigingsbout van de steun van de hoge-drukleiding op de stuurbekrachtigingspomp(21 N.m).

a Sluit de ingaande slang aan.

a Monteer de klemband van de ingaande hydraulischeslang op de pomp met behulp van het gereedschap(Mot. 1202-02).

a Verwijder de afknijpklemmen op de ingaande en ui-tgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Ci-linderkop en distributie, Aandrijfriemhulporganen : Uitbouwen - Inbouwen).

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELFRENAULT MATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Controleer of er geen lek is.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

24761

LET OP

Een uitgebouwde riem moet altijd worden ver-vangen.

Bij het vervangen van de riem, vervangt u altijdde span- en geleiderollen.

LET OP

Verwijder pas op het laatste moment de doppenvan ieder onderdeel.

N.B.:

Zet eerst de twee bouten aan de kant van deaandrijfriem hulporganen vast met het aan-trekkoppel, daarna de bout aan de andere kant.

36B-12

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K4M, en AIRCONDITIONING

36B

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A,Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen).

a Bouw uit:

- de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkopen distributie, Aandrijfriem hulporganen: Uit-bouwen - Inbouwen),

- de bescherming van de hoofdinspuitbuis.

a

a Tap het oliereservoir van de stuurbekrachtiging metbehulp van een injectienaald af.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaandeslangen van de stuurbekrachtigingspomp.

a Bouw de klemband (1) van de ingaande hydraulis-che slang op de stuurbekrachtigingspomp uit metbehulp van het gereedschap (Mot. 1202-02).

a Maak de ingaande slang (2) los.

a Maak de slang waterafscheider-ontlastventiel op deventilateurmotor los.

a Bouw uit:

- de bevestigingsbout van de hogedrukleiding op hetmotorblok,

- de wartel (3) van de hogedrukleiding van de stuur-bekrachtigingspomp.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1202-02 Klembandtang voor slan-gklem (klein model).

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande stuurbekrachtigings-pomp op de hulporga-nensteun

21 N.m

wartel van de hoge-drukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

bevestigingsbout van dehogedrukleiding op hetmotorblok

21 N.m

bevestigingsmoeren vande bescherming van dehoofdinspuitbuis

21 N.m

LET OP

Bescherm de dynamo tegen de olie van destuurbekrachtiging.

116658

116646

36B-13

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K4M, en AIRCONDITIONING

36Ba Maak de hogedrukleiding van de stuurbekrachti-

gingspomp vrij.

a Plaats doppen op de openingen van de leidingen ende stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dater vuil in terechtkomt.

a uitbouwen:

- de bevestigingsbouten (4) van de stuurbekrachti-gingspomp op de hulporganensteun,

- de stuurbekrachtigingspomp naar de ventilateur-motor.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de stuurbekrachtigingspomp,

- de bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigings-pomp op de hulporganensteun,

a Verwijder de doppen van de openingen van de lei-dingen.

a Plaats:

- de wartel van de hogedrukleiding van de stuur-bekrachtigingspomp,

- de bevestigingsbout van de hogedrukleiding op hetmotorblok,

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bevestigingsbouten van de stuurbekrachti-gingspomp op de hulporganensteun (21 N.m) ,

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp (21 N.m) ,

- de bevestigingsbout van de hogedrukleidingop het motorblok (21 N.m).

a

a Maak de leiding waterafscheider-ontlastventiel opde ventilateurmotor vast.

a Maak de ingaande slang weer vast.

a Bouw de klemband van de ingaande hydraulischeslang op de stuurbekrachtigingspomp in met behulpvan het gereedschap (Mot. 1202-02).

a Verwijder de afknijpklemmen op de ingaande en ui-tgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp.

LET OP

Verwijder pas op het laatste moment de doppenvan ieder onderdeel.

N.B.:

Zet eerst de twee bouten aan de kant van deaandrijfriem hulporganen vast met het aan-trekkoppel, daarna de bouten aan de anderekant.

36B-14

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K4M, en AIRCONDITIONING

36BIII - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de beschermkap van de hoofdinspuitbuis,

- de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkopen distributie, Aandrijfriem hulporganen: Uit-bouwen - Inbouwen).

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-moeren van de bescherming van de hoofdins-puitbuis (21 N.m).

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELFRENAULT MATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Controleer of er geen lekken zijn.

36B-15

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K4M, en GEWONE VERWARMING

36B

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw uit:

- het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- het onderdeel van de spatplaat rechts,

- duw het scherm van de wielkuip opzij.

a Duw het scherm van de wielkuip opzij.

a Bouw uit:

- de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hul-porganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388,11A, Cilinderkop en distributie),

- de bescherming onder de motor.

a Plaats een afknijpklem op de ingaande lagedruklei-ding van de stuurbekrachtigingspomp.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de klemband (1) van de lagedrukleiding op destuurbekrachtigingspomp uit met behulp van het ge-reedschap (Mot. 1202-02).

a Maak de hydraulische lagedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp los.

a Bouw uit:

- de bout (2) van de beugel van de hogedrukleidingop het motorblok,

- de wartel (3) van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp.

a Maak de hogedrukleiding van de stuurbekrachti-gingspomp vrij.

a Plaats doppen op de openingen van de leidingen ende stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dater vuil in terechtkomt.

a Bouw uit:

- de bouten (4) van de stuurbekrachtigingspomp opde hulporganensteun,

- de stuurbekrachtigingspomp.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1202-02 Klembandtang voor slan-gklem (klein model).

Aantrekkoppelsm

bouten van de stuur-bekrachtigingspomp opde hulporganensteun

21 N.m

wartel van de hoge-drukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

bout van de beugel vande hogedrukleiding ophet motorblok

21 N.m

122175

36B-16

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K4M, en GEWONE VERWARMING

36BINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de stuurbekrachtigingspomp,

- de bouten van de stuurbekrachtigingspomp op dehulporganensteun.

a Verwijder de doppen op de openingen van de leidin-gen.

a Plaats:

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp,

- de bout van de beugel van de hogedrukleiding ophet motorblok.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bouten van de stuurbekrachtigingspomp opde hulporganensteun (21 N.m) ,

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp (21 N.m) ,

- de bout van de beugel van de hogedrukleidingop het motorblok (21 N.m).

a Sluit de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp aan.

a Monteer de klemband van de lagedrukleiding op destuurbekrachtigingspomp met behulp van het ge-reedschap (Mot. 1202-02).

a Verwijder de afknijpklem op de hydraulische lage-drukleiding van de stuurbekrachtigingspomp.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de bescherming onder de motor,

- de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hul-porganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388,11A, Cilinderkop en distributie),

- het scherm van de wielkuip,

- het onderdeel van de spatplaat rechts,

- het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Vul het circuit van de stuurbekrachtiging met olieELF RENAULT MATIC D2 (zie Auto: Onderdelenen ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B,Producten),

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil in het reservoir bij.

a Controleer of er geen lekken zijn.

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu.

LET OP

Verwijder pas op het laatste moment de bescher-mdoppen van ieder onderdeel.

Haal de organen pas op het moment van demontage op de auto uit hun verpakking.

Opmerking:

Zet eerst de twee bouten aan de kant van deaandrijfriem hulporganen vast met het aan-trekkoppel, daarna de bout aan de andere kant.

36B-17

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

D4D, en AIRCONDITIONING

36B

UITBOUWEN

VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de aandrijfriem hulporganen uit (zie Aandrij-friem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen) .

a Plaats een afknijpklem op de ingaande leiding vande stuurbekrachtigingspomp.

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de bouten (1) van de poelie van de stuurbekrachti-gingspomp,

- de poelie van de stuurbekrachtigingspomp.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1448 Lange klembandtang.

Aantrekkoppelsm

bouten van de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

wartel van de hoge-drukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

bouten van de poelievan de stuurbekrachti-gingspomp

21 N.m

124741

36B-18

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

D4D, en AIRCONDITIONING

36B

a Maak de kabelbundel van het opname-element vande oliedruk los bij (2) .

a Open de klemband (3) op de lagedrukleiding metbehulp van het gereedschap (Mot. 1448).

a

Draai de wartel (5) van de hogedrukleiding op destuurbekrachtigingspomp los.

a Maak los:

- de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp,

- de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp.

a Sluit de aansluitingen van de pomp af met doppenzodat er geen vuil in kan terechtkomen.

a Bouw uit:

- de bouten (4) van de stuurbekrachtigingspomp,

- de stuurbekrachtigingspomp.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a

Plaats:

- de stuurbekrachtigingspomp,

- de bouten van de stuurbekrachtigingspomp.

a Verwijder de doppen van de openingen van de lei-dingen.

a Sluit aan:

- de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp,

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp.

a Monteer de klemband op de lagedrukleiding met be-hulp van het gereedschap (Mot. 1448).

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de bouten van de stuurbekrachtigingspomp (21N.m) ,

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp (21 N.m).

a Plaats:

- de poelie van de stuurbekrachtigingspomp,

- de bouten van de poelie van de stuurbekrachti-gingspomp

124743

124742

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

LET OP

Verwijder pas op het laatste moment de bescher-mdoppen van ieder onderdeel.

Haal de organen pas op het moment van demontage op de auto uit hun verpakking.

36B-19

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

D4D, en AIRCONDITIONING

36Ba Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de

poelie van de stuurbekrachtigingspomp (21N.m).

II - LAATSTE STAP

a Maak de kabelbundel van het opname-element vande oliedruk vast.

a Verwijder de afknijpklem op de ingaande leiding vande stuurbekrachtigingspomp.

a Monteer de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrij-friem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen) .

a Vul het circuit van de stuurbekrachtiging met olieELF RENAULT MATIC D2 (zie Auto: Onderdelenen ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B,Producten).

a Stilstaande motor, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil bij in het reservoir (indien nodig).

a Controleer of er geen lek is.

36B-20

STUURBEKRACHTIGINGPoelie van de stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M of K9K

36B

UITBOUWEN

a Bouw de stuurbekrachtigingspomp uit (zie 36B,Stuurbekrachtiging, Stuurbekrachtigingspomp:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36B-6) .

a Gebruik een pers met een mestrekker.

INBOUWEN

a Pers de poelie op zijn plaats met behulp van het ge-reedschap (Dir. 1083-01) (1) tot de voorgeschrevenstand voor het oppersen van de poelie (smeer deschroefdraad en het steunvlak op de poelie over-vloedig met vet).

a De stand voor het oppersen van de poelie is X=25,4mm ±±±± 0,4.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Dir. 1083-01 Montagegereedschap van depoelie van de stuurbekrachti-gingspomp.

90317

18159

36B-21

STUURBEKRACHTIGINGElektrische stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en AIRCONDITIONING

36B

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw uit:

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de schildbumper voor (zie Schildbumper voor:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescher-ming buitenkant),

- het element aan de zijkant van de spatplaat links-voor,

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de stekkers (1) van de elektrische pomp los.

a Zet de klemband (2) van de lagedrukleiding op hetreservoir van de elektrische pomp los met behulpvan het gereedschap (Mot. 1202-02) of (Mot. 1448).

a Maak de lagedrukleiding los en tap het reservoir vande elektrische pomp af.

a Bouw de bout (3) van de flens van de hogedruklei-ding op de elektrische pomp uit.

a Maak de hogedrukleiding van de elektrische pomplos.

a Plaats doppen op de openingen van de leidingen envan de elektrische pomp om te voorkomen dat ervuil in het circuit komt.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1202-02 Klembandtang voor slan-gklem (klein model).

Mot. 1448 Lange klembandtang.

Aantrekkoppelsm

bouten van de elektris-che pomp

21 N.m

moer van de elektrischestuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

bout van de flens van dehogedrukleiding op deelektrische pomp.

21 N.m

BELANGRIJK:

Raadpleeg vóór de reparatie de veiligheids-, rein-heids- en werkvoorschriften (zie 36A , Stuurin-richting, Stuurinrichting: Voorzorgen bij dereparatie, blz. 36A-1) .

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

BELANGRIJK:

Om ieder risico van een ongeluk te vorkomen doorhet onverwacht inschakelen van de stuurbekrachti-ging bij een defect in de elektrische pomp, moet ude accu losmaken bij alle werkzaamheden aan devoortrein.

24776

36B-22

STUURBEKRACHTIGINGElektrische stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en AIRCONDITIONING

36B

a Maak de kabelbundel (4) van de elektrische stuur-bekrachtigingspomp los.

a Bouw uit:

- de bouten (5) van de elektrische stuurbekrachti-gingspomp,

- de moer (6) ,

- de elektrische pomp met zijn steun.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang altijd:

- de afdichtring van de hogedrukleiding,

- de stuurbekrachtigingsvloeistof (zie Auto: Onder-delen en ingrediënten voor de reparatie) (MR388, 04B, Producten).

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats de elektrische pomp met zijn steun.

a Monteer de bouten en de moer van de steun van deelektrische stuurbekrachtigingspomp.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de bouten van de elektrische pomp (21 N.m) ,

- de moer van de elektrische stuurbekrachti-gingspomp (21 N.m).

a Verwijder de doppen op de leidingen en op de elek-trische pomp.

a Sluit de hogedrukleiding met nieuwe afdichtingen opde elektrische pomp aan.

a Monteer de bout van de flens van de hogedruklei-ding op de elektrische pomp.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van deflens van de hogedrukleiding op de elektrischepomp. (21 N.m).

a Sluit de lagedrukleiding op het reservoir van de elek-trische pomp aan met behulp van het gereedschap(Mot. 1202-02) of (Mot. 1448).

a Maak de kabelbundel van de elektrische pomp vast.

a Sluit de stekkers van de elektrische pomp aan.

III - LAATSTE STAP

a Vul het circuit van de stuurbekrachtiging met olieELF RENAULT MATIC D2 (zie Auto: Onderdelenen ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B,Producten).

a Stop de motor, ontlucht het circuit door het stuurwielgeheel linksom en rechtsom te draaien.

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul het oliepeil bij in het reservoir (indien nodig).

a Controleer of er geen lek is.

a Plaats:

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant),

- het element aan de zijkant van de spatplaat links-voor,

- de schildbumper voor (zie Schildbumper voor:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescher-ming buitenkant),

- het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Na het vervangen van de elektrische pomp, moet ude rekeneenheid van de elektrische stuurbekrachti-gingspomp inleren (zie Diagnose - Vervangen vanorganen (MR 390, 36B, Stuurbekrachtiging).

24777

Opmerking:

De elektrische stuurbekrachtigingspomp wordtgeleverd met zijn steun.

36B-23

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

36BUITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de beschermkap op de motor,

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de bescherming onder de motor,

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant).

a Tap de stuurbekrachtigingsolie af.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1448 Lange klembandtang.

Aantrekkoppelsm

wartel van de hoge-drukleiding op het stuu-rhuis

21 N.m

bout van de beugel vande hogedruk- en lage-drukleidingen op hetstuurhuis

21 N.m

bout van de hoge-drukleiding op de ver-snellingsbak

21 N.m

wartel van de hoge-drukleiding op de elek-trischestuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

bout van de steun vande hogedrukleiding opde elektrische stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

wartel van de hoge-drukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

bout van de steun vande hogedrukleiding opde stuurbekrachtigings-pomp

21 N.m

wartel van de lage-drukleiding op het stuu-rhuis

21 N.m

bout van de beugels vande leidingen op hetstuurhuis

21 N.m

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

36B-24

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

36BII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir

a Maak de klemband (1) van de lagedrukleiding los.

a Bouw uit:

- de klembanden (2) met behulp van het gereeds-chap (Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het reservoir.

2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis

a Bouw uit:

- de bout (3) van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp,

- de wartel (4) van de hogedrukleiding.

GEWONE VERWARMING

24759

24736

GEWONE VERWARMING

24736

36B-25

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

36B

a Bouw uit:

- de schildbumper voor (zie Schildbumper voor:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescher-ming buitenkant),

- de bout (5) van de hogedrukleiding op de elektris-che stuurbekrachtigingspomp,

- de hogedrukleiding op de elektrische stuur-bekrachtigingspomp.

a Bouw de bouten (6) van de hogedrukleiding op deversnellingsbak uit.

a Bouw uit:

- de bout (7) van de beugels van de leidingen op hetstuurhuis.

- de wartel (8) van de hogedrukleiding op het stuu-rhuis,

- de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het stuurhuis.

AIRCONDITIONING

24776

24766

122032

36B-26

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

36B3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis

a Maak de klemband (9) van de lagedrukleiding los.

a Bouw uit:

- de klemband (10) met behulp van het gereedschap(Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding op het reservoir.

a Bouw uit:

- de klemband (11) met behulp van het gereedschap(Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding op het reservoir.

a Bouw de bout (12) van de lagedrukleiding van destuurbekrachtiging op het subframe uit.

GEWONE VERWARMING

24759

AIRCONDITIONING

24776

24762

36B-27

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

36B

a Bouw uit:

- de bout (14) van de beugels van de leidingen ophet stuurhuis.

- de bout van het hitteschild op de beugel van de la-gedrukleidingen,

- de wartel (13) van de lagedrukleiding op het stuu-rhuis,

- de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuu-rhuis.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang de O-ringen van de stuurbekrachtigingslei-dingen.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir

a Plaats:

- de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het reservoir,

- de klembanden met behulp van het gereedschap(Mot. 1448).

a Maak de klemband van de lagedrukleiding vast.

2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis

a Plaats:

- de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het stuurhuis,

- de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis,

- de bout van de beugel van de hogedruk- en lage-drukleidingen op het stuurhuis.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de hogedrukleiding op het stuu-rhuis (21 N.m) ,

- de bout van de beugel van de hogedruk- en la-gedrukleidingen op het stuurhuis (21 N.m).

a Monteer de bouten van de hogedrukleiding op deversnellingsbak.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de ho-gedrukleiding op de versnellingsbak (21 N.m).

a Plaats:

- de hogedrukleiding op de elektrische stuur-bekrachtigingspomp,

- de bout van de hogedrukleiding op de elektrischestuurbekrachtigingspomp.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de hogedrukleiding op de elek-trische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m) ,

- de bout van de steun van de hogedrukleidingop de elektrische stuurbekrachtigingspomp (21N.m).

a Monteer de schildbumper voor (zie Schildbumpervoor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bes-cherming buitenkant).

a Plaats:

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp,

- de bout van de steun van de hogedrukleiding op destuurbekrachtigingspomp.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp (21 N.m) ,

122032

AIRCONDITIONING

GEWONE VERWARMING

36B-28

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

36B- de bout van de steun van de hogedrukleidingop de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m).

3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis

a Plaats:

- de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuu-rhuis,

- de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis,

- de bout van de beugels van de leidingen op hetstuurhuis.

a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel:

- de wartel van de lagedrukleiding op het stuu-rhuis (21 N.m) ,

- de bout van de beugels van de leidingen op hetstuurhuis (21 N.m).

a Plaats:

- de lagedrukleiding op het reservoir,

- de klikklemband met behulp van het gereedschap(Mot. 1448).

a Maak de klemband van de lagedrukleiding vast.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant),

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de bescherming onder de motor,

- de beschermkap op de motor.

a Verwijder de afknijpklemmen.

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL-FRENAULTMATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul indien nodig stuurbekrachtigingsvloeistof bij inhet reservoir.

a Controleer of er geen lek is.

GEWONE VERWARMING

36B-29

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

36B

a

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de bescherming onder de motor,

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant),

a Tap de stuurbekrachtigingsolie af.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir

a Bouw uit:

- de klemband (1) met behulp van het gereedschap(Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding (2) op het reservoir.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1448 Lange klembandtang.

Aantrekkoppelsm

wartel van de hoge-drukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp

21 N.m

bout van de steunenvan de hogedrukleidingop het motorblok

21 N.m

wartel van de lage-drukleiding op het stuu-rhuis

21 N.m

bout van de beugel vande lagedrukleiding ophet stuurhuis

21 N.m

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

121971

36B-30

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

36B

a Bouw uit:

- de klemband (3) met behulp van het gereedschap(Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp.

a Bouw uit:

- de klemband (4) met behulp van het gereedschap(Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp.

a Bouw de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachti-gingspomp en het reservoir uit.

GEWONE VERWARMING

122033

AIRCONDITIONING

121970

36B-31

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

36B2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis

a Maak de stekker (5) van het drukcontact los.

a Bouw uit:

- de wartel (6) van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp,

- de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp.

a Maak de stekker los van het drukcontact.

a Bouw uit:

- de wartel (7) van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp,

- de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigings-pomp.

AIRCONDITIONING

121970

GEWONE VERWARMING

122033

36B-32

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

36B

a Bouw de bout (8) van de hogedrukleiding op het mo-torblok uit.

a Bouw de bout (9) van de hogedrukleiding op het mo-torblok uit.

a Bouw uit:

- de wartel (10) van de hogedrukleiding op het stuu-rhuis,

- de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het stuurhuis.

121969

121972

121977

36B-33

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

36B3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis

a Maak de klemband (11) van de lagedrukleiding los.

a Bouw uit:

- de klemband (12) met behulp van het gereedschap(Mot. 1448) ,

- de lagedrukleiding op het reservoir.

a Bouw de bout (13) van de lagedrukleiding van destuurbekrachtiging op het subframe uit.

a Bouw de bout (14) van de beugel van de hoge-drukleiding en de lagedrukleiding op het stuurhuisuit.

a Bouw uit:

- de wartel (15) van de lagedrukleiding op het stuu-rhuis,

- de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuu-rhuis.

121971

24762

121964

121977

36B-34

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

36BINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang de O-ringen van de stuurbekrachtigingslei-dingen.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir

a Plaats:

- de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het reservoir,

- de klembanden met behulp van het gereedschap(Mot. 1448).

2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis

a Plaats:

- de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigings-pomp en het stuurhuis,

- de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp,

- de bouten van de beugels van de hogedrukleidingop het motorblok.

a Sluit de stekker van het drukcontact aan.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartel van de hogedrukleiding op de stuur-bekrachtigingspomp (21 N.m) ,

- de bout van de steunen van de hogedrukleidingop het motorblok (21 N.m).

3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis

a Plaats:

- de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuu-rhuis,

- de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis,

- de bout van de beugel van de lagedrukleidingen ophet stuurhuis,

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartel van de lagedrukleiding op het stuu-rhuis (21 N.m) ,

- de bout van de beugel van de lagedrukleidingop het stuurhuis (21 N.m) ,

a Plaats:

- de lagedrukleiding op het reservoir,

- de klembanden met behulp van het gereedschap(Mot. 1448).

a Maak de klemband van de lagedrukleiding vast.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- het scherm van de wielkuip links voor (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant),

- het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

- de bescherming onder de motor,

a Verwijder de afknijpklemmen.

a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type EL-FRENAULTMATIC D2).

a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor doorhet stuurwiel geheel linksom en rechtsom tedraaien.

a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door hetstuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien.

a Vul indien nodig stuurbekrachtigingsvloeistof bij inhet reservoir.

a Controleer of er geen lek is.

GEWONE VERWARMING

36B-35

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

INDIA

36B

Leidingen op bekrachtigd stuurhuis.

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- het stuurhuis (zie 36A , Stuurinrichting, Stuu-rhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2) .

a Bouw het hitteschild op het stuurhuis uit.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - Korte leiding

a Bouw uit:

- de wartel (1) van de korte leiding op het stuurhuis,

- de wartel (2) van de korte leiding op het stuurven-tiel,

- de korte leiding.

2 - Lange leiding

a Bouw uit:

- de wartel (3) van de lange leiding op het stuurhuis,

- de wartel (4) van de lange leiding op het stuurven-tiel,

- de lange leiding.

a Plaats schone doppen op de openingen van hetstuurhuis.

Aantrekkoppelsm

wartels van de lange lei-ding

17 N.m

wartels van de korte lei-ding

17 N.m

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

K9K

124726

124726

36B-36

STUURBEKRACHTIGINGStuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen

INDIA

36BINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Verwijder de doppen op de openingen van het stuu-rhuis.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

1 - Lange leiding

a Plaats:

- de lange leiding in de oorspronkelijke stand,

- de wartel van de lange leiding op het stuurventiel,

- de wartel van de lange leiding op het stuurhuis.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van delange leiding (17 N.m).

2 - Korte leiding

a Plaats:

- de korte leiding in de oorspronkelijke stand,

- de wartel van de korte leiding op het stuurventiel,

- de wartel van de korte leiding op het stuurhuis.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van dekorte leiding (17 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Monteer het hitteschild op het stuurhuis.

a Plaats:

- het stuurhuis (zie 36A , Stuurinrichting, Stuu-rhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2) ,

- de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

K9K

Opmerking:

Controleer verplicht de voortreinhoeken (indiennodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein:Afstelwaarden, blz. 30A-13) .

37A-1

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemmechanisme: Voorzorgen bij de reparatie 37A

I - VEILIGHEID

Het mengen van niet onderling mengbare soortenremvloeistof is zeer gevaarlijk. De wielremcups kunnenhierdoor worden aangetast wat tot lekkage leidt.

Let op :

- De wartels van de remleidingen tussen de hoofdrem-cilinder, de remklauwen en de hydraulische groephebben alle metrische schroefdraad.

- Daarom mogen alleen onderdelen worden gebruiktdie in de onderdelendocumentatie van de auto staanaangegeven.

II - REINHEID

III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN

1 - Hoofdremcilinder/rembekrachtiger

Vervang altijd de afdichtingen van de hoofdremcilinder.

Let op de aanwezigheid van de afdichting van de rem-bekrachtiger. Vervang de afdichting als deze defect is.

Vervang altijd het geheel hoofdremcilinder-rem-bekrachtiger als de hoofdremcilinder in de rem-bekrachtiger lekt. Als er remvloeistof op het rubbermembraan in de rembekrachtiger terechtkomt, kandeze niet meer gebruikt worden.

2 - Remlichtschakelaar

Het rempedaalcontact heeft een automatische afstel-ling afhankelijk van stand van het pedaal.

De automatische afstelling is hoorbaar aan een tikkendgeluid.

LET OP

Zet het contact van de auto uit om de elektroklep-pen van de hydraulische eenheid niet te activerentijdens het ontluchten van het remcircuit.

BELANGRIJK:

Om de goede werking van de ABS systemen tegaranderen, moet u controleren of de remleidingenonder de carrosserie goed zijn vastgeklemd en nietgekruist zijn.

LET OP

Om de remslang niet te beschadigen:

- zet de slang niet onder spanning,

- verdraai de slang niet,

- controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen.

BELANGRIJK:

Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keerop het rempedaal zodat de remzuigers, de remblok-ken en de remschijven aanliggen.

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

BELANGRIJK:

Om te voorkomen dat de verbinding tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempedaalwordt verbroken, controleert u de vergrendeling vande as van de dubbele veiligheid op de drukstift vande rembekrachtiger door van boven naar benedente kantelen.

LET OP

Als de stift drie keer afgesteld moet worden, moethet contact worden vervangen.

LET OP

Als de stift van het rempedaalcontact helemaalnaar buiten is getrokken, moet het contact beslistworden vervangen.

37A-2

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENHoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de kap van de motor uit (indien aanwezig).

a Maak de massakabel van de accu los (zie Accu:Uitbouwen - Inbouwen) .

a Bouw de moeren (1) van het expansievat uit.

a Duw het expansievat opzij zonder het te legen.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de stekker (2) van de remvloeistofpeilzenderlos.

a Verwijder de dop (3) van het remvloeistofreservoir.

a Zuig het reservoir van de hoofdremcilinder leeg meteen spuitje.

a Bouw uit:

- het remvloeistofreservoir (4) ,

- de wartels van de remleidingen (5) van dehoofdremcilinder en noteer hun stand,

- de moeren op de rembekrachtiger (6) ,

- de hoofdremcilinder.

Aantrekkoppelsm

moeren op de rem-bekrachtiger

21 N.m

wartels van de remlei-dingen op de hoofdrem-cilinder

14 N.m

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

116643

108344

37A-3

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENHoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37AINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang altijd de afdichting (9) van de hoofdremci-linder.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de hoofdremcilinder in lijn op de rem-bekrachtiger en controleer of de drukstift goed in deuitsparing in de hoofdremcilinder valt.

a Monteer de moeren van de hoofdremcilinder op derembekrachtiger.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren op derembekrachtiger (21 N.m).

a Monter de wartels van de remleidingen.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van deremleidingen op de hoofdremcilinder (14 N.m).

a Klik het remvloeistofreservoir correct vast op dehoofdremcilinder (8) .

a Sluit de stekker van de remvloeistofpeilzender aan.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- het expansievat,

- de moeren van het expansievat,

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) .

a Monteer de kap van de motor (indien aanwezig).

a Doe het volgende:

- ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) ,

108920

Opmerking:

Vervang altijd het geheel hoofdremcilinder-rem-bekrachtiger als de hoofdremcilinder in de rem-bekrachtiger lekt.

Als er remvloeistof op het rubber membraan inde rembekrachtiger terechtkomt, kan deze nietmeer gebruikt worden.

101711

37A-4

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENHoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A- ontlucht het koppelingscircuit (zie 37A, Mechanis-che bedieningsorganen, Koppelingscircuit:Ontluchten, blz. 37A-64) (indien aanwezig).

37A-5

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENHoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Verwijder de kap van de motor.

a Bouw het luchtfilterhuis uit (zie Luchtfilter: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsa-menstelling).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de stekker (1) op het remvloeistofreservoir los.

a Maak los bij (2) :

- de gaskabel,

- de bedieningskabel van de koplampverstelling.

a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir.

a Zuig het remvloeistofreservoir leeg met een spuitje.

a Bouw uit:

- de bout (3) van het remvloeistofreservoir op dehoofdremcilinder,

- het remvloeistofreservoir,

- de wartels (4 ) van de remleidingen van dehoofdremcilinder,

- de moeren (5) van de hoofdremcilinder op de rem-bekrachtiger,

- de hoofdremcilinder.

Aantrekkoppelsm

moeren va n d ehoofdremcilinder op derembekrachtiger

21 N.m

wartels van de remlei-dingen op de hoofdrem-cilinder

14 N.m

bout van het remvloeis-tofreservoir

8 N.m

K9K 121962

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

37A-6

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENHoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37AINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Vervang altijd de afdichting (6) van de hoofdremci-linder.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de hoofdremcilinder in lijn op de rem-bekrachtiger en controleer of de drukstift goed in deuitsparing in de hoofdremcilinder valt.

a Monteer de moeren van de hoofdremcilinder op derembekrachtiger.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van dehoofdremcilinder op de rembekrachtiger (21N.m).

a Monteer de wartels van de remleidingen op dehoofdremcilinder.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van deremleidingen op de hoofdremcilinder (14 N.m).

a Klik het remvloeistofreservoir correct vast op dehoofdremcilinder.

a Monteer de bout van het remvloeistofreservoir op dehoofdremcilinder.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van hetremvloeistofreservoir (8 N.m).

a Monteer de dop van het remvloeistofreservoir.

a Sluit de stekker van de remvloeistofpeilzender aan.

a Maak vast:

- de bedieningskabel van de koplampverstelling,

- de gaskabel.

108920

Opmerking:

Vervang altijd het geheel hoofdremcilinder-rem-bekrachtiger als de hoofdremcilinder in de rem-bekrachtiger lekt.

Als er remvloeistof op het rubber membraan inde rembekrachtiger terechtkomt, kan deze nietmeer gebruikt worden.

101711

37A-7

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENHoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37AIII - LAATSTE STAP

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Monteer de kap van de motor.

a Monteer het luchtfilterhuis (zie Luchtfilter: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsa-menstelling).

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

K9K

37A-8

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR, en ZONDER ABS

37A

UITBOUWEN

VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Bouw uit:

- het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

- de kap van de motor (indien aanwezig).

a Zet de wartel (1) van de remleidingen los van deremslang.

a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit.

a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2) .

a Zet de wartel (3) van de remleiding van dehoofdremcilinder los.

a Bouw de klemmetjes van de geluidsisolatie uit (in-dien aanwezig).

a Duw de geluidsisolatie weg (indien aanwezig).

a Maak de remleiding los van zijn klemmetje.

a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinderen de remslang rechts voor.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinderen de remslang rechts voor.

a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel.

a Maak de remleidingen vast in hun klemmetjes.

a Schoef de wartel van de remleiding op de remslangrechts voor.

a Schroef de wartel van de remleiding op dehoofdremcilinder.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartel van de remleiding op de hoofdremci-linder (14 N.m) ,

- de wartel van de remleiding op de hoofdremci-linder (14 N.m).

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartel van de remleidingop de hoofdremcilinder

14 N.m

wartel van de remleidingop de hoofdremcilinder

14 N.m

117821

118631

37A-9

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR, en ZONDER ABS

37AII - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de geluidsisolatie (indien aanwezig).

- de klemmetjes van de geluidsisolatie,

- de sierkap van de motor (indien aanwezig),

- het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

37A-10

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR, en ZONDER ABS

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Bouw het wiel rechts voor uit (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

a Verwijder de kap van de motor.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a

a Zet de wartel (1) van de remleidingen los van deremslang.

a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit.

a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2) .

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartel van de remleidingop de hoofdremcilinder

14 N.m

wartel van de remleidingop de remslang rechtsvoor

14 N.m

K9K

117821

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

37A-11

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR, en ZONDER ABS

37A

a Zet de wartel (3) van de remleiding van dehoofdremcilinder los.

a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (4) .

a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinderen de remslang rechts voor.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinderen de remslang rechts voor.

a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes.

a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel.

a Zet vast:

- de wartel van de remleiding op de hoofdremcilin-der,

- de wartel van de remleiding op de remslang rechtsvoor.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartel van de remleiding op de hoofdremci-linder (14 N.m) ,

- de wartel van de remleiding op de remslangrechts voor (14 N.m).

II - LAATSTE STAP

a Monteer het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Monteer de kap van de motor.

121975

K9K

37A-12

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR, en ZONDER ABS

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Bouw uit:

- het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de kap van de motor (indien aanwezig).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Zet de wartel (1) van de remleiding los van de rems-lang.

a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit.

a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2) .

a Zet de wartel (3) van de remleiding van dehoofdremcilinder los.

a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinderen de remslang links voor.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartel van de remleidingop de hoofdremcilinder

14 N.m

wartel van de remleidingop de remslang

14 N.m

117816

118630

37A-13

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR, en ZONDER ABS

37AINBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinderen de remslang links voor.

a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel.

a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes.

a Schoef de wartel van de remleiding op de remslanglinks voor.

a Zet de wartel van de remleiding op de hoofdremcilin-der vast.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartel van de remleiding op de hoofdremci-linder (14 N.m) ,

- de wartel van de remleiding op de remslang (14N.m).

II - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de kap van de motor (indien aanwezig),

- het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

37A-14

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR, en ZONDER ABS

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetuitstromen te beperken.

a Bouw uit:

- de beschermkap op de motor,

- de klemmetjes van de geluidsisolatie aan de bo-venkant.

a Duw de geluidsisolatie aan de bovenkant weg.

a Bouw het wiel links voor uit (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a

a Zet de wartel (1) van de remleiding los van de rems-lang.

a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit.

a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2) .

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

wartel van de remleidingop de hoofdremcilinder

14 N.m

wartel van de remleidingop de remslang

14 N.m

K9K

117816

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

37A-15

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR, en ZONDER ABS

37A

a Maak de remleidingen los van hun klemmetjes (3) .

a Zet de wartel (4) van de remleiding van dehoofdremcilinder los.

a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinderen de remslang links voor.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinderen de remslang links voor.

a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes.

a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel.

a Zet vast:

- de wartel van de remleiding op de remslang linksvoor,

- de wartel van de remleiding op de hoofdremcilin-der.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de wartel van de remleiding op de hoofdremci-linder (14 N.m) ,

- de wartel van de remleiding op de remslang (14N.m).

II - LAATSTE STAP

a Monteer het wiel links voor (zie 35A, Wielen enbanden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1).

a Verwijder het pedaalknecht.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Plaats:

- de geluidsisolatie,

- de klemmetjes van de geluidsisolatie,

- de beschermkap op de motor.

121976

121966

K9K

37A-16

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENAntiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37AUITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Verwijder de beschermkap van de motor.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de terugslagklep (1) los bij de rembekrachti-ger.Trek en draai aan de terugslagklep om hem vrijte maken van de rubberen afdichtring.

a Maak de terugslagklep (2) los bij de inlaatluchtver-deler.

a Maak de terugslagklep (3) los bij de vacuümpomp.

K9K

108933

K7J of K7M

K9K

24753

37A-17

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENAntiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

a Maak de terugslagklep (4) los bij de inlaatluchtver-deler.

a Bouw de terugslagklep uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de afdichtring en van de te-rugslagklep.

a Vervang defecte delen door nieuwe.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats de terugslagklep.

a Sluit de terugslagklep aan bij de inlaatluchtverdeler.

a Sluit de terugslagklep aan bij de vacuümpomp.

a Sluit de terugslagklep aan bij de rembekrachtiger.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de kap van de motor.

K4M

116552

K4M of K7J of K7M

K9K

K9K

37A-18

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENAntiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37AUITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw uit:

- de beschermkap op de motor.

- de klemmetjes van de geluidsisolatie,

a Duw de geluidsisolatie aan de bovenkant weg.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de terugslagklep (1) los bij de rembekrachti-ger.

a Trek de terugslagklep met een draaiende beweginguit de rubber afdichting.

a Maak de terugslagklep (2) los bij de vacuümpomp.

K9K

121963

K9K

24753

37A-19

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENAntiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

a Maak de terugslagklep (3) los bij de inlaatluchtver-deler.

a Maak de terugslagklep los bij (4) .

a Bouw de terugslagklep uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de afdichtring en van de te-rugslagklep.

a Vervang defecte delen door nieuwe.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Sluit de terugslagklep aan bij de vacuümpomp.

a Sluit de terugslagklep aan bij het luchtspruitstuk.

a Sluit de terugslagklep aan bij de rembekrachtiger.

III - LAATSTE STAP

a Plaats de geluidsisolatie terug aan de bovenkant.

a Monteer de bevestigingsklemmetjes van de geluid-sisolatie.

a Monteer de kap van de motor.

K7J of K7M

121965

K9K

K7J of K7M

K9K

37A-20

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische be-dieningsorganen, Hoofdremcil inder: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-2) ,

- de terugslagklep (1) bij de rembekrachtiger.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw, in het interieur, de as van de dubbele veili-gheid (2) tussen de drukstift van de rembekrachtigeren het rempedaal uit, na de verbindingsas naar bo-ven te hebben gekanteld.

a Maak de massakabel van de accu los (zie Accu:Uitbouwen - Inbouwen) .

Aantrekkoppelsm

moeren van de rem-bekrachtiger

21 N.m

108933

108348

109879

37A-21

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

a Bouw de speciale moeren (4) van het isolatieschuimuit.

a Verschuif het isolatieschuim enigszins.

a Bouw uit:

- de moeren (3) van de rembekrachtiger, in het inte-rieur (moeren waarmee de steun van de pedalenmet de bekrachtiger vastzit),

- de rembekrachtiger.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Zorg dat de afdichting (5) van de rembekrachtiger opzijn plaats zit, vervang de afdichting als hij defect is.

a Vervang systematisch de verbindingsas tussen vande drukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal bij ieder uitbouwen.

109449

109206

37A-22

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

a Vóór de montage, controleer de afstand (X1) = 145,8 mm ±±±± 0,5.

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de rembekrachtiger,

- de moeren van de rembekrachtiger.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van derembekrachtiger (21 N.m).

a Monteer altijd de verbindingsas tussen de drukstiftvan de rembekrachtiger en het rempedaal vanrechts naar links, en van boven naar beneden.

a Plaats:

- het isolatieschuim,

- de speciale moeren van het isolatieschuim.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de terugslagklep bij de rembekrachtiger,

- de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische be-dieningsorganen, Hoofdremcil inder: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-2) .

a Stel het rempedaalcontact af (zie 37A, Mechanis-che bedieningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen- Inbouwen, blz. 37A-40) .

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) .

91101

BELANGRIJK:

Om te voorkomen dat de verbinding tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal wordt verbroken, controleert u de vergren-deling van de as van de dubbele veiligheid op dedrukstift van de rembekrachtiger door van bovennaar beneden te kantelen.

37A-23

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw het luchtfilterhuis uit (zie Luchtfilterhuis: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsa-menstelling).

a Tap het aircocircuit af met behulp van het gereeds-chap vulstation van de airconditioning (zie Air-cocircuit: Aftappen - Bijvullen) (MR 388, 62A,Airconditioning).

a Bouw uit:

- de beschermkap op de motor,

- de klemmetjes van de geluidsisolatie aan de bo-venkant.

a Duw de geluidsisolatie aan de bovenkant weg.

a Bouw uit:

- de terugslagklep (1) bij de rembekrachtiger,

- de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische be-dieningsorganen, Hoofdremcil inder: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-2) .

a Bouw de bouten (2) van de wartels van de leidingenop het ontlastventiel uit.

a Maak de leidingen (3) van het ontlastventiel los.

a Plaats doppen op de openingen van het ontlastven-tiel en op de leidingen.

Onmisbaar materiaal

vulstation van de airconditioning

Aantrekkoppelsm

moeren van de rem-bekrachtiger

21 N.m

bouten van de wartelsvan de leidingen op hetontlastventiel

8 N.m

AIRCONDITIONING

K9K

121963

AIRCONDITIONING

108112

37A-24

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

a Bouw de moeren (4) van de klembanden van de lei-dingen op de carrosserie uit.

a Duw de airconditioningsleidingen weg.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder het klemmetje (5) van de gaskabel.

24784

K7J of K7M

121587

37A-25

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

a Maak de stekker (7) los van het gaspedaal.

a Maak de stekker (8) of (6) van de remlichtschakelaarlos.

a Bouw de as van de dubbele veiligheid (9) tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempedaaluit, na de verbindingsas naar boven gekanteld tehebben, beweegt u de ring (10) met behulp van eenplatte schroevendraaier.

a Bouw uit:

- de moeren (11) van de rembekrachtiger, in het in-terieur (moeren waarmee de steun van de pedalenmet de bekrachtiger vastzit),

- de rembekrachtiger.

K9K

121527

109879

121587

37A-26

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37AINBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Let op dat de afdichting (12) van de rembekrachtigerop zijn plaats zit, vervang de afdichting als hij defectis.

a Vervang systematisch de verbindingsas tussen vande drukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal bij ieder uitbouwen.

a Vóór de montage, controleer de afstand (X1) = 131mm ±±±± 0,5.

a Vervang de afdichtingen.

a Smeer de afdichtingen met airconditioningsolie omhet inpersen te vergemakkelijken.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de rembekrachtiger,

- de steun van het gaspedaal en rempedaal,

- de moeren van de rembekrachtiger.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van derembekrachtiger (21 N.m).

a Monteer altijd de as van de dubbele veiligheid tus-sen de drukstift van de rembekrachtiger en het rem-pedaal van rechts naar links, en van boven naarbeneden.

a Monteer het klemmetje van de gaskabel.

a Sluit de stekker van het gaspedaal aan.

III - LAATSTE STAP

a Sluit de stekker van de remlichtschakelaar aan.

a Verwijder de doppen op de openingen van het ont-lastventiel en op de leidingen.

109206

91101

AIRCONDITIONING

LET OP

Om lekkage te voorkomen, controleert u, voorhet plaatsen van de nieuwe afdichting, de staatvan het oppervlak van de leiding. Het oppervlakmoet schoon en zonder krassen zijn.

K7J of K7M

K9K

AIRCONDITIONING

37A-27

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37Aa Plaats:

- de wartels van de leidingen op het ontlastventiel,

- de bouten van de wartels van de leidingen op hetontlastventiel,

- de klembanden van de leidingen op de carrosserie,

- de moeren van de klembanden van de leidingen opde carrosserie.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van dewartels van de leidingen op het ontlastventiel (8N.m).

a Plaats:

- de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische be-dieningsorganen, Hoofdremcil inder: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 37A-2) ,

- de terugslagklep bij de rembekrachtiger.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Stel het rempedaalcontact af (zie 37A, Mechanis-che bedieningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen- Inbouwen, blz. 37A-40) .

a Monteer het luchtfilterhuis (zie Luchtfilterhuis: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsa-menstelling).

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) .

a Plaats:

- de geluidsisolatie op het schutbord,

- de beschermkap op de motor.

a Raadpleeg de hoeveelheden koudemiddel en olievóór het vullen van het circuit (zie Airconditioning:Onderdelen en producten voor de reparatie) (MR388, 62A, Airconditioning).

a Vul het aircocircuit met behulp van het gereedschapvulstation van de airconditioning (zie Aircocir-cuit: Aftappen - Bijvullen) (MR 388, 62A, Aircondi-tioning).

a Controleer de goede werking van de airconditioningmet de ventilateurmotor op stand maximum.

a Voer een controle op lekkage uit (zie Aircocircuit:Controle) (MR 388, 62A, Airconditioning).

BELANGRIJK:

Om te voorkomen dat de verbinding tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal wordt verbroken, controleert u de vergren-deling van de as van de dubbele veiligheid op dedrukstift van de rembekrachtiger door van bovennaar beneden te kantelen.

K9K

AIRCONDITIONING

37A-28

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRembekrachtiger: Controle 37A

CONTROLE VAN DE AFDICHTING

a Bij een controle van de afdichting van de rem-bekrachtiger, moet u er op letten dat er absoluutgeen lekkage is tussen de bekrachtiger en dehoofdremcilinder. In geval van lekkage, vervang deafdichting (A) .

U controleert de afdichting van de rembekrachtigerop de auto, het hydraulische circuit moet namelijknormaal kunnen functioneren.

a Sluit het gereedschap (Mot. 1311-01) aan tussen derembekrachtiger en de vacuümbron (inlaatspruits-tuk) met een « T » -stuk en een zo kort mogelijkeslang.

a Laat de motor stationair draaien gedurende eentiental minuten.

a Knijp de slang dicht tussen het « T » -stuk en de va-cuümbron met behulp van het gereedschap (Ms.

583) (1) .

Als de onderdruk meer daalt dan 33 mbar in 15 s, is er sprake van lekkage die zich op de volgende plaat-sen kan bevinden:

- bij de terugslagklep (vervang deze),

- of bij het membraan van de drukstift (in dit gevalmoet u de rembekrachtiger vervangen).

Als de rembekrachtiger defect is kan het remsys-teem toch gebruikt worden; er moet alleen veel har-der op het rempedaal worden gedrukt om dezelfdevertraging te krijgen.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Mot. 1311-01 Manometers en wartels voorhet meten van de benzi-nedruk.

Ms. 583 Afknijpklem voor slangen.

3701

37A-29

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENVacuümpomp: Uitbouwen - Inbouwen

K9K

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw uit:

- de beschermkap van de motor

- het ingaande luchtkanaal.

a Duw het luchtfilterhuis lichtjes opzij om bij de va-cuümpomp te kunnen komen.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de slang (1) van de elektroklep van de bestu-ring van de turbocompressor op de vacuümpomplos.

a Bouw de terugslagklep (2) op de vacuümpomp uit.

a Bouw uit:

- de bouten (3) van de vacuümpomp op de cilinde-rkop,

- de vacuümpomp.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig het contactvlak van de vacuümpomp op decilinderkop.

a Vervang systematisch de afdichting van de vacuüm-pomp.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de vacuümpomp,

- de bouten van de vacuümpomp.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van devacuümpomp (21 N.m) op de cilinderkop.

a Sluit de terugslagklep op de vacuümpomp aan.

Aantrekkoppelsm

bouten van de vacuüm-pomp

21 N.m

K9K, en 796

122813

24753

37A-30

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENVacuümpomp: Uitbouwen - Inbouwen

K9K

37A

a Sluit de slang van de elektroklep van de besturingvan de turbocompressor op de vacuümpomp aan.

III - LAATSTE STAP

a Plaats:

- het luchtfilterhuis,

- het ingaande luchtkanaal,

- de beschermkap op de motor.

K9K, en 796

37A-31

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Draai de speciale moer (2) van het isolatieschuimlos bij de moer links van het gaspedaal.

a Bouw uit:

- de moeren (1) van het gaspedaal,

- het pedaal,

- de gaskabel bij het pedaal door hem omhoog terichten en de kabelnippel naar de middenconsolete schuiven.

a Bouw uit:

- de borgveer (3) met behulp van een schroeven-draaier,

- de as van het pedaal,

- het pedaal.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de steun van het gaspedaal :

- het pedaal,

- de as van het pedaal,

- de borgveer.

Aantrekkoppelsm

moeren van de steunvan het pedaal

21 N.m

109450

108918

Opmerking:

Noteer de richting van de steun ten opzichte vanhet pedaal en de plaats van de ringen.

Opmerking:

Monteer het pedaal en de ringen ten opzichtevan de steun op de bij het uitbouwen genoteerdeplaats.

37A-32

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR

37Aa Monteer de kabelnippel van de gaskabel in het gat

van het gaspedaal door hem van rechts naar links teschuiven en de kabel in de groef van het pedaal teleggen.

a Plaats het geheel steun - gaspedaal op de midden-console.

a Monteer de moeren van het gaspedaal.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van desteun van het pedaal (21 N.m).

a Plaats:

- het isolatieschuim,

- de speciale moer van het isolatieschuim bij demoer links van het gaspedaal.

37A-33

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Maak de accu los, te beginnen met de negatievepool (zie 80A, Accu, Accu: Uitbouwen-In-bouwen).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de stekker (1) van het opname-element gas-pedaal los.

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten (2) van het gaspedaal op desteun van het pedaal,

- het gaspedaal.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- het gaspedaal,

- de bevestigingsbouten van het gaspedaal op desteun van het pedaal.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bouten van het gaspedaal (8 N.m).

a Sluit de stekker van het opname element gaspedaalaan.

II - LAATSTE STAP

a Sluit de accu aan (zie 80A, Accu, Accu, Uit-bouwen-Inbouwen).

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vanhet gaspedaal

8 N.m

24750

37A-34

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

37AUITBOUWEN

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder het klemmetje (1) van de gaskabel op hetpedaal.

a Bouw uit:

- de borgveer (2) met behulp van een schroeven-draaier,

- de as (3) van het gaspedaal,

- het gaspedaal.

INBOUWEN

VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Smeer de as met vet MOLYCOTE 33M (zie Auto:Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie)(MR 388, 04B, Ingrediënten - Producten).

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer het gaspedaal op zijn steun.

a Plaats:

- de as van het gaspedaal,

- de borgveer op de as van het gaspedaal,

- het klemmetje van de gaskabel op het pedaal.

II - LAATSTE STAP

a Controleer de goede werking van het geheel van hetgaspedaal.

121585

Opmerking:

Noteer de montagerichting van de as tenopzichte van de steun van de pedalen.

Opmerking:

Monteer de as ten opzichte van de steun van depedalen in de bij het uitbouwen genoteerdestand.

Opmerking:

Sla de as van het pedaal niet met een hamer opzijn plaats.

37A-35

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

K9K, en RECHTS STUUR

37A

UITBOUWEN

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de stekker (1) van het opname-element gas-pedaal los.

a Bouw uit:

- de bouten (2) van het gaspedaal,

- het gaspedaal.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- het gaspedaal,

- de bouten van het gaspedaal.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van hetgaspedaal (8 N.m).

a Sluit de stekker van het opname-element gaspedaalaan.

II - LAATSTE STAP

a Controleer de goede werking van het geheel van hetgaspedaal.

Aantrekkoppelsm

bouten van het gaspe-daal

8 N.m

121528

37A-36

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaskabel: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR

37AUITBOUWEN

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de gaskabel los op het smoorklephuis bij (1) .

a Bouw het klemmetje (2) van de afstelling van degaskabel uit.

a Trek de gaskabel (3) uit de inlaatluchtverdeler.

a Maak het kogeldraaipunt (1) van de gaskabel losvan het smoorklephuis.

a Bouw het klemmetje (2) van de afstelling van degaskabel uit.

a Trek de gaskabel (3) uit het hijsoog.

a Maak de kabel los van het gaspedaal bij (4) .

a Duw de kabelstop in de motorruimte.

a Trek de kabel van het gaspedaal via de motorruimtenaar buiten.

K4M

116652

K7J of K7M

122819

122818

37A-37

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaskabel: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR

37AINBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Schuif de kabel van het gaspedaal in het interieurvia de motorruimte.

a Plaats de kabel van het gaspedaal in de uitsparingvan het gaspedaal.

a Klem de kabelstop van de kabel van het gaspedaalop het schutbord vast.

a Monteer de kabel van het gaspedaal op de inlaat-luchtverdeler.

a Monteer de kabel van het gaspedaal op het hijsoog.

a Plaats:

- de kabel van het gaspedaal op het smoorklephuis,

- het klemmetje van de afstelling van de gaskabel.

II - LAATSTE STAP

a Stel de kabel van het gaspedaal door het gaspedaalgeheel in te drukken.

K4M

K7J of K7M

37A-38

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaskabel: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

37AUITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw het remvloeistofreservoir uit (zie 37A, Mecha-nische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder het klemmetje (1) van de gaskabel op hetpedaal.

a Duw de kabelstop in de motorruimte.

a Maak het kogeldraaipunt (2) van de gaskabel losvan het smoorklephuis.

a Bouw het klemmetje (3) van de afstelling van degaskabel uit.

a Trek de gaskabel uit het hijsoog (4) .

a Maak de gaskabel los bij (5) .

a Trek de kabel van het gaspedaal via de motorruimtenaar buiten.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Schuif de kabel van het gaspedaal in het interieurvia de motorruimte.

a Monteer het klemmetje van de kabel van het gaspe-daal op het pedaal.

a Klem de kabelstop vast op het schutbord.

a Plaats:

- de kabel van het gaspedaal op het hijsoog,

- het klemmetje van de afstelling van de gaskabel,

- de kabel van het gaspedaal op het smoorklephuis.

a Maak de kabel van het gaspedaal op het gaspedaalvast.

121585

123105

37A-39

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGaskabel: Uitbouwen - Inbouwen

K7J of K7M, en RECHTS STUUR

37AII - LAATSTE STAP

a Stel de kabel van het gaspedaal door het gaspedaalgeheel in te drukken.

a Bouw het remvloeistofreservoir in (zie 37A, Mecha-nische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder:Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2) .

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

37A-40

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRempedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Maak de remlichtschakelaar (1) los van het rempe-daal door hem een kwart slag linksom te draaien.

Aantrekkoppelsm

as van het rempedaal 16 N.m

108790

108348

37A-41

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRempedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37AII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de as van de dubbele veiligheid (2) uit tussende drukstift (3) van de rembekrachtiger en het rem-pedaal uit, na de verbindingsas naar boven te heb-ben gekanteld.

a Bouw de moer (4) van de pedaalas uit.

a Schuif de as (5) van de pedalen naar links tot hetrempedaal vrijkomt.

a Bouw het rempedaal uit .

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- het rempedaal,

- de as van het rempedaal,

- de moer.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de as van het rem-pedaal (16 N.m).

a Monteer altijd de verbindingsas tussen de drukstiftvan de rembekrachtiger en het rempedaal vanrechts naar links, en van boven naar beneden.

a Monteer de remlichtschakelaar (zie Remlichtscha-kelaar: Uitbouwen - Inbouwen) .

III - LAATSTE STAP

a

109879

108103

BELANGRIJK:

Om te voorkomen dat de verbinding tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal wordt verbroken, controleert u de vergren-deling van de as van de dubbele veiligheid op dedrukstift van de rembekrachtiger door van bovennaar beneden te kantelen.

Opmerking:

Sla de pedaalas niet met een hamer op zijnplaats.

Opmerking:

Controleer de aanwezigheid en de vergrendelingvan de verbindingsas tussen van de drukstift vande rembekrachtiger en het rempedaal.

37A-42

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRempedaal: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw de remlichtschakelaar van het rempedaal uit(zie Remlichtschakelaar: Uitbouwen - Inbouwen).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de as van de dubbele veiligheid (1) tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempedaaluit, na de verbindingsas naar boven gekanteld tehebben, beweegt u de ring (2) met behulp van eenplatte schroevendraaier.

a Bouw de moer (3) van de as van het rempedaal uit.

a Trek de as (4) naar buiten om het rempedaal vrij temaken.

a Bouw het rempedaal uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de componenten.

a Vervang defecte delen door nieuwe.

a Smeer de as met vet MOLYKOTE 33M (zie Auto:Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie)(MR 388, 04B, Ingrediënten - Producten).

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het rempedaal.

a Plaats:

- de as van het rempedaal,

- de moer van de as van het rempedaal.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de asvan het rempedaal (16 N.m).

Aantrekkoppelsm

moer van de as van hetrempedaal

16 N.m

109879

121586

Opmerking:

Sla de pedaalas niet met een hamer op zijnplaats.

37A-43

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRempedaal: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37Aa Monteer altijd de as van de dubbele veiligheid tus-

sen de drukstift van de rembekrachtiger en het rem-pedaal van rechts naar links, en van boven naarbeneden.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de remlichtschakelaar (zie Remlichtscha-kelaar: Uitbouwen - Inbouwen) .

BELANGRIJK:

Om te voorkomen dat de verbinding tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal wordt verbroken, controleert u de vergren-deling van de as van de dubbele veiligheid op dedrukstift van de rembekrachtiger door van bovennaar beneden te kantelen.

37A-44

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemdrukbegrenzer: Uitbouwen - Inbouwen

ZONDER ABS

37A

UITBOUWEN

VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Plaats een pedaalknecht om het wegstromen te be-perken.

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Maak de vier remleidingen (1) los.

a Sluit de oepningen van de leidingen af met doppenzodat geen vuil kan binnendringen.

a Verwijder de stift (2) van de remdrukbegrenzer vande achtertrein.

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten (3) van de remdrukbegren-zer,

- de remdrukbegrenzer.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Reinig het raakvlak van de remdrukbegrenzer op decarrosserie.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de remdrukbegrenzer,

- de bevestigingsbouten (3) van de remdrukbegren-zer op de carrosserie.

a Verwijder de doppen van de openingen van de lei-dingen.

a Sluit de vier remleidingen aan.

a Plaats de stift van de rembekrachtiger op de achter-trein.

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande remdrukbegrenzer

12 N.m

wartels de remleidingenop de remdrukbegren-zer

14 N.m

Opmerking:

Auto's met ABS hebben geen begrenzer.

108925

37A-45

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemdrukbegrenzer: Uitbouwen - Inbouwen

ZONDER ABS

37Aa Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bevestigingsbouten van de remdrukbegren-zer (12 N.m) ,

- de wartels de remleidingen op de remdrukbe-grenzer (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Deblokkeer de bout (4) en verdraai de stelhuls (5)zodat deze in contact komt met de hefboom van deremdrukbegrenzer (6) .

Zet de schroef (4) vast.

a Verwijder de pedaalknecht.

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

108342

Opmerking:

Verdraai niet de moer (7) .

37A-46

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemdrukbegrenzer: Controle

ZONDER ABS

37A

CONTROLE

I - CONTROLEPRINCIPE

a De werking wordt gecontroleerd door de druk te ver-gelijken tussen een voorwiel en het diagonaal X er-tegenover gelegen achterwiel.

a Bij een incorrecte druk bij één van de twee achte-rwielen, moet u de begrenzer vervangen.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Fre. 1085-01 Controlemanometer voor hetremcircuit van 0 tot 250 bar.

N.B.:

Controleer altijd de twee circuits.

Rechts voor/links achter en links voor/rechts ach-ter.

37A-47

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemdrukbegrenzer: Controle

ZONDER ABS

37A

a De controle van de remdrukbegrenzer moet gebeu-ren met de auto op de grond, één persoon aanboord en de brandstoftank vol.

II - CONTROLE

a Sluit twee manometers aan van het gereedschap (Fre. 1085-01) (schema I):

- één rechts voor,

- één links achter.

a Ontlucht het remcircuit via de ontluchtingsnippel vande manometer.

a Start de motor.

a Druk het rempedaal geleidelijk in tot u in devoorwielremcilinders de afsteldruk bereikt van 100bar.

a Lees dan de overeenkomende druk op de achte-rwielen af (zie controlewaarde).

a Ga op dezelfde manier te werk bij het andere circuit(schema II).

a Indien u een groot verschil vaststelt (buiten detoegestane toleranties), vervang dan de remdrukbe-grenzer.

a Ontlucht het remsysteem (zie 30A , Algemeen,Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

III - CONTROLEWAARDEN VAN DE DRUK

1 - Zonder weegschaal:

a - Version E0

a Motors K7J, K7M :

- min 28 bar,

- max 40 bar.

a Motor K9K:

- min 30 bar,

- max 42 bar.

85925

N.B.:

Het drukverschil tussen de twee achterwielenmoet kleiner zijn dan 4 bar, ongeacht de belas-ting op de achtertrein.

L90

37A-48

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemdrukbegrenzer: Controle

ZONDER ABS

37Aa Motor K4M:

- min 31 bar,

- max 43 bar.

b - Uitvoering E1

a Motors K7J, K7M :

- min 30 bar,

- max 42 bar.

a Motor K9K:

- min 31 bar,

- max 43 bar.

a Motor K4M:

- min 32 bar,

- max 44 bar.

c - Uitvoering E2

a Motors K7J, K7M :

- min 32 bar,

- max 44 bar.

a Motor K9K:

- min 32 bar,

- max 44 bar.

a Motor K4M:

- min 32 bar,

- max 44 bar.

d - Uitvoering E3

a Motor K4M:

- min 33 bar,

- max 45 bar.

e - Uitvoering E0/E1 - 5pl/7pl

a K7J/K7M/K9K:

- min 37,5 bar,

- max 48,4 bar.

a K4M

- min 29,5 bar,

- max 40,4 bar.

f - Uitvoering E2 -5pl/7pl

a K7J/K7M/K9K:

- min 37,0 bar,

- max 47,9 bar.

a K4M:

- min 28,8 bar,

- max 39,9 bar.

2 - Met weegschaal:

a - Massa achter - 460 kg (alle motortypes)

a Uitvoering E0:

- min 31 bar,

- max 43 bar.

a Uitvoering E1:

- min 33 bar,

- max 45 bar.

a Uitvoering E2:

- min 33 bar,

- max 45 bar.

a Uitvoering E3:

- min 33 bar,

N.B.:

Controleer de druk met volle brandstoftank.

K90

N.B.:

Controleer de druk met volle brandstoftank.

L90

37A-49

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENRemdrukbegrenzer: Controle

ZONDER ABS

37A- max 45 bar.

b - Massa achter - -550 kg (alle motortypes)

a Uitvoering E0:

- min 44 bar,

- max 55 bar.

a Uitvoering E1:

- min 46 bar,

- max 58 bar.

a Uitvoering E2:

- min 46 bar,

- max 58 bar.

a Uitvoering E3:

- min 46 bar,

- max 58 bar.

c - Massa achter - 700 kg

a 5 Pl - K7J/K7M/K9K:

- min 50,68 bar,

- max 61,88 bar.

a 5Pl - K4M:

- 42,24 bar,

- 53,44 bar.

a 7 Pl - K7J/K7M/K9K:

- min 48,92 bar,

- max 60,12 bar.

a 7Pl - K4M:

- 40,9 bar,

- 52,1 bar.

d - Massa achter - 825 kg

a 5 Pl - K7J/K7M/K9K

- min 64,2 bar,

- max 75,4 bar.

a 5Pl - K4M:

- min 57,2 bar

- max 68,3 bar.

a 7 Pl - K7J/K7M/K9K:

- min 59,9 bar,

- max 71,1 bar.

a 7Pl - K4M:

- min 52,4 bar,

- max 63,6 bar.

F90 of K90

37A-50

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENParkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen 37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw de middenconsole uit (zie Middenconsole:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoi-res interieur) (afhankelijk van de uitrusting).

a Zet de stelmoer (1) van de handrem los, na het no-teren van de afstand (X) = 16 mm ±±±± 0,30, om de ka-bels bij het verdeeljuk vrij te maken.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de twee kabels (2) los.

a Bouw de moeren (3) uit.

a Trek de hendel enigszins omhoog om de stekkervan de schakelaar van de parkeerrem (4) los te kun-nen maken.

a Bouw de hendel van de parkeerrem uit.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de parkeerremhendel,

- de stekker van het parkeerremcontact.

- de twee kabels bij het verdeeljuk,

- de bevestigingsmoeren van de parkeerremhendel.

a Zet de stelmoer van de parkeerrem weer vast op deafstand X = 16 ±±±± 0,30 mm.

Aantrekkoppelsm

moeren van van de par-keerremhendel

8 N.m

24767

108347

109447

37A-51

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENParkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen 37A

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van vande parkeerremhendel (8 N.m).

II - LAATSTE STAP

a Sluit de stekker van het parkeerremcontact aan.

a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft ma-ken tussen de eerste en de tweede klik van de par-keerremhendel (zie Parkeerremhendel: Afstellen).

a Monteer de middenconsole (zie Middenconsole:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoi-res interieur) (afhankelijk van de uitrusting).

37A-52

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingsbediening: Lijst en plaats van de onderdelen 37A

1. Kabelbediende koppeling

Deze bediening heeft geen automatisch stelmechanis-me.

2. Hydraulisch bediende koppeling

Merkteken Omschrijving

(1) Koppelingskabel

(2) Koppelingspedaal

(3) Koppelingsvork

(4) Koppelingsdruklager

109143

Merkteken Omschrijving

(5) Aanvoerleiding van de werkcilinder (motorruimte)

(6) Hoofdcilinder (verbinding motorruimte - interieur)

(7) Koppelingspedaal

(8) Werkcilinder (op versnellingsbak)

37A-53

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingsbediening: Lijst en plaats van de onderdelen 37A

(9) Aanvoerleiding naar de hoofdcilinder (motorruimte)

(10) Remvloeistofreservoir

119306

Merkteken Omschrijving

37A-54

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingsbediening: Afstellen 37A

a Stel de vrije slag van de koppelingskabel af bij heteinde aan versnellingsbakzijde, met behulp van demoer (1) .

a Maak de contramoer los (2) .

a Zet de moer losser of vaster (1) om de slag van dekoppelingskabel af te stellen.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de contramoer (8N.m) (2) .

a Controlemethode

a Meet met behulp van een schuifmaat de afstand tus-sen de kabelstop (3) en het uiteinde van de koppe-lingsvork (4) :

- koppelingspedaal in rust,

- koppelingspedaal helemaal ingedrukt.

a Deze slag van de vork moet zijn : (x) = 29,5 ±±±± 0,5mm.

Aantrekkoppelsm

contramoer 8 N.m

24747

91830

37A-55

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A

UITBOUWEN

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de koppelingskabel van de kabelstop (1) ,

- de koppelingskabel van de koppelingsvork (2) .

a Maak de kabel los van zijn klemmetjes bij (3) .

a Maak de kabel los bij (4) .

a Druk op het pedaal om de kabel in het interieur tetrekken.

24747

RECHTS STUUR

121978

121973

37A-56

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A

a Maak de kabel los van de bevestiging (5) aan hetpedaal, door het pedaal omhoog te trekken en dekabel haaks op het pedaal zetten.

a Duw de kabelstop in de motorruimte.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Vanuit de motorruimte, schuift u de kabel in het inte-rieur.

a Plaats de kabel in de uitsparing van het pedaal.

a Maak de kabel vast aan de koppelingsvork.

a Druk het koppelingspedaal in om de kabelstop in hetschutbord vast te klikken.

a Maak de koppelingskabel vast in zijn klemmetje(s).

II - LAATSTE STAP

a Controleer en stel de slag van de koppelingsvork af(zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Kop-pelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54) .

108551

Opmerking:

Controleer of de kabel perfect in de daarvoorbestemde groef van het pedaal ligt.

37A-57

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGeheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Maak de stekker (1) van de remlichtschakelaar los.

a Bouw de as van de dubbele veiligheid (2) uit tussende drukstift (3) van de rembekrachtiger en het rem-pedaal uit, na de verbindingsas naar boven te heb-ben gekanteld.

a Bouw de koppelingskabel uit van de bevestiging aanhet pedaal, door het pedaal omhoog te trekken ende kabel haaks op het pedaal omhoog te trekken.

a Maak het kogeldraaipunt (4) van de hoofdcilinder losvan het koppelingspedaal.

a Bouw de twee bevestigingsklemmetjes van de isola-tie van de pedalen en van het isolatieschuim uit.

a Bouw de isolatie van de pedalen uit (indien aanwe-zig).

a Duw het isolatieschuim lichtjes opzij.

Aantrekkoppelsm

bevestigingsmoeren vande pedalensteun

21 N.m

bout van het kruisstukjevan de stuurkolom

21 N.m

108348

109879

JH1 – JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of057 of 058 of 059 of 060 of 062

JH3, en 160 – JR5

119307

37A-58

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGeheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37AII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw uit:

- de bout (5) van het kruisstukje van de stuurkolom,

- de bevestigingsmoeren (6) van de pedalensteunuit.

a Maak de remlichtschakelaar (7) los van het rempe-daal , indien nodig (zie 37A, Mechanische bedie-ningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen -Inbouwen, blz. 37A-40) .

a Knip het isolatieschuim weg om het geheel rempe-daal -koppelingspedaal te verwijderen, indien nodig.

a Bouw het geheel van het rempedaal - koppelingspe-daal uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het geheel rempedaal - koppelingspedaal.

109449

108917

BELANGRIJK:

Om te voorkomen dat de verbinding tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempe-daal wordt verbroken, controleert u de vergren-deling van de as van de dubbele veiligheid op dedrukstift van de rembekrachtiger door van bovennaar beneden te kantelen.

Opmerking:

Smeer de as van de dubbele veiligheid voor uhem monteer t.

37A-59

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENGeheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37Aa Maak de remlichtschakelaar vast op het rempedaal

(zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Rem-pedaal: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-40) .

a Plaats:

- het isolatieschuim door de spleet,

- de bevestigingsmoeren van de steun van de peda-len,

- de bout van het kruisstukje van de stuurkolom,

a Maak het kogeldraaipunt van de hoofdcilinder vastaan het koppelingspedaal.

a Leg de koppelingskabel in de uitsparing op het pe-daal (zie de demontagemethode).

a Monteer de as van de dubbele veiligheid tussen dedrukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal,na de verbindingsas naar beneden te hebben ge-kanteld.

a Zet vast met het aantrekkoppel:

- de bevestigingsmoeren van de pedalensteun(21 N.m) ,

- de bout van het kruisstukje van de stuurkolom(21 N.m).

a Plaats:

- de isolatie van de pedalen (indien aanwezig),

- de twee bevestigingsklemmetjes van de isolatievan de pedalen en van het isolatieschuim.

a Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bes-temde groef van het pedaal ligt.

a Stel de vrije slag van de koppelingskabel af, indiennodig (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen,Koppelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54) .

a Controleer de werking van het gehele koppelings-systeem.

JH3, en 160 – JR5

JH1 – JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of057 of 058 of 059 of 060 of 062

JH1 – JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of057 of 058 of 059 of 060 of 062

37A-60

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw de kabel uit zijn bevestiging uit, door het pe-daal omhoog te trekken en de kabel haaks op hetpedaal omhoog te trekken.

a Maak het kogeldraaipunt (1) van de hoofdcilinder losvan het pedaal.

Aantrekkoppelsm

moer van de pedaalas 21 N.m

JH1 – JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of057 of 058 of 060 of 062

JH3, en 160 – JR5

119307

37A-61

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37AII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Boue de moer (4) van de as (2) van de pedalen los.

a Trek de as (2) naar buiten om het koppelingspedaalvrij te maken.

a Bouw het koppelingspedaal (3) uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Smeer de as met vet.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het koppelingspedaal met zijn veer.

a Plaats het koppelingspedaal.

a Installeer de pedaalas.

a Monteer de moer van de pedaalas.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de pe-daalas (21 N.m).

108790

Opmerking:

Sla de as niet met een hamer op zijn plaats.

JH1 – JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of057 of 058 of 060 of 062

JH3, en 160 – JR5

37A-62

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

LINKS STUUR

37A

a Maak het kogeldraaipunt van de hoofdcilinder vastaan het pedaal.

a Leg de kabel in de uitsparing op het pedaal (zie dedemontagemethode).

a Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bes-temde groef van het pedaal ligt.

a Controleer de vrije slag van de koppelingskabel aande kant van de versnellingsbak.

a Stel de vrije slag van de koppelingskabel af, indiennodig (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen,Koppelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54) .

a Controleer de werking van het gehele koppelings-systeem.

JH3, en 160 – JR5

JH1 – JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of057 of 058 of 060 of 062

37A-63

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen

RECHTS STUUR

37A

UITBOUWEN

UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de kabel uit zijn bevestiging uit, door het pe-daal omhoog te trekken en de kabel haaks op hetpedaal te zetten.

a Bouw de moer (1) van de pedaalas uit.

a Trek de as naar buiten om het koppelingspedaal vrijte maken.

a Trek de veer (3) uit zijn houder (2) van de steun vanhet koppelingspedaal.

a Bouw het koppelingspedaal uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de componenten.

a Vervang defecte delen door nieuwe.

a Smeer de as met vet MOLYCOTE 33M (zie Auto:Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie)(MR 388, 04B, Ingrediënten - Producten).

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het koppelingspedaal met zijn veer.

a Plaats:

- de as van het koppelingspedaal,

- de moer van de as van het koppelingspedaal.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de asvan de koppeling (16 N.m).

a Plaats de kabel in zijn uitsparing op het koppelings-pedaal.

III - LAATSTE STAP

a Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bes-temde groef van het pedaal ligt.

a Controleer en stel de vrije slag van de koppelingska-bel af, indien nodig (zie 37A, Mechanische bedie-ningsorganen, Koppelingsbediening: Afstellen,blz. 37A-54) .

a Controleer de werking van het gehele koppelings-systeem.

Aantrekkoppelsm

moer van de as van dekoppeling

16 N.m

121584

Opmerking:

Sla de as niet met een hamer op zijn plaats.

37A-64

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingscircuit: Ontluchten

JH3, en 160 – JR5

37A

a

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Verwijder de beschermplaat onder de motor.

a Maak de stekker van de peilzender van hetremvloeistofreservoir los.

a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir.

I - ONTLUCHTEN TUSSEN HET RESERVOIR EN DE ONTLUCHTINGSNIPPEL

a Houd het koppelingspedaal omhoog.

a Vul het reservoir van het hydraulisch circuit metgoedgekeurde vloeistof.

a Sluit het gereedschap (Ms. 554-07) aan op het re-servoir van het hydraulisch circuit.

a Verwijder de ontluchtingsplug.

a Sluit een transparante slang aan op de ontluchting-sopening (1) van de hydraulische ontvanger, ver-bonden met een lege opvangbak onder deontluchtingsopening.

a Druk op het klemmetje (2) .

a Trek de bedieningsleiding van de koppeling een klikomhoog zodat de ontluchtingsopening vrijkomt.

a Bedien de pomp van het gereedschap (Ms. 554-07).

a Laat de remvloeistof in de opvangbak stromen tot ergeen luchtbel meer is.

a Druk de koppelingsleiding terug om de ontluchtings-nippel af te sluiten zodra er vloeistof zonder luchtbel-len uitstroomt.

a Druk het koppelingspedaal een tiental keer in.

Onmisbaar speciaal gereedschap

Ms. 554-07 Controleapparaat van hetkoelcircuit en van de expan-sievatdop.

Opmerking:

De kleinste luchtbel in het circuit kan de werkingverstoren (niet goed opkomen van het pedaal,kraken bij het overschakelen).

Een slechte ontluchting kan leiden tot een ver-keerde diagnose en het onnodig vervangen vanonderdelen.

Na alle werkzaamheden aan het systeem van dehydraulische koppeling moet het altijd wordenontlucht:

- tussen het reservoir en de ontluchtingsnippel,

- tussen de ontluchtingsnippel en het hydraulis-che druklager,

- voor een langere pedaalslag.

24810

LET OP

Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerdebehandeling moet de leiding worden vervangen.

LET OP

Het vloeistofpeil moet altijd boven de verbindingnaar de hydraulische bediening zijn.

LET OP

Bij het vergrendelen van de koppelingsleidinghoort u een klik.

37A-65

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingscircuit: Ontluchten

JH3, en 160 – JR5

37AII - ONTLUCHTEN TUSSEN DE ONTLUCHTINGSNIPPEL EN HET HYDRAULISCHE DRUKLAGER

a Sluit een lege injectiespuit met een volume van 60

cm3 aan op het einde van de transparante slang.

a Druk op het klemmetje (2) .

a Trek de koppelingsleiding een klik los.

a Bedien de pomp van het gereedschap (Ms. 554-07)en vul het spuitje met de vloeistof.

a Spuit langzaam alle vloeistof uit het spuitje terug inhet koppelingscircuit.

a Herhaal dit 3 keer.

a Druk de koppelingsleiding terug om de ontluchtings-nippel af te sluiten zodra er vloeistof zonder luchtbel-len uitstroomt.

a Maak de transparante slang met de injectiespuit losvan de ontluchtingsnippel.

a Duw de dop weer op de ontluchtingsopening.

a Druk het koppelingspedaal een tiental keer in.

a Vul het vloeistofpeil bij tot het maximum merktekenvan het reservoir.

a Controleer de goede werking van de koppeling.

a Herhaal de handeling indien nodig.

III - IN HET GEVAL VAN EEN LANGE SLAG VAN HET PEDAAL VOLGT U DE VOLGENDE METHODE.

a Maak de voedingsslang tussen het reservoir en dekoppelingshoofdcilinder los.

a Sluit de uitgang van het reservoir af.

a Vul de injectiespuit met een beetje goedgekeurdevloeistof.

a Sluit de injectiespuit aan op de aanvoerslang tussenhet reservoir en de koppelingshoofdcilinder.

a Zuig met de injectiespuit aan tot de lucht uit de kop-pelingshoofdcilinder verwijderd is.

a Maak de injectiespuit los.

a Sluit de aanvoerslang van de koppelingshoofdcilin-der op het reservoir aan.

a Druk 5 keer op het koppelingspedaal.

a Vul het vloeistofpeil bij tot het maximum merktekenvan het reservoir.

a Controleer de goede werking van de koppeling.

a Herhaal de handeling indien nodig.

a Monteer de dop van het remvloeistofreservoir.

a Maak de stekker van de peilzender van hetremvloeistofreservoir vast.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

LET OP

Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerdebehandeling moet de leiding worden vervangen.

LET OP

Bij het vergrendelen van de koppelingsleidinghoort u een klik.

37A-66

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

JH3, en 160 – JR5

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Verwijder de beschermplaat onder de motor.

a Bouw de twee bevestigingsmoeren van het expan-sievat uit.

a Duw het expansievat opzij.

a Maak de stekker van de peilzender van hetremvloeistofreservoir los.

a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir.

a Zuig met een spuitje zoveel remvloeistof uit het re-servoir tot het vloeistofpeil onder de aanvoeropeningnaar de koppelingshoofdcilinder staat.

a Leg een doek onder deze opening.

a Maak de aanvoerleiding van de hoofdcilinder op hetremvloeistofreservoir los.

a Sluit alle openingen af met doppen.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Verwijder de dop van de ontluchtingsnippel van dewerkcilinder.

a Druk op het klemmetje (1) van de werkcilinder.

a Trek de bedieningsleiding (2) van de koppeling eenklik los zodat de ontluchtingsopening vrijkomt.

a Sluit een transparante slang aan op de ontluchtings-nippel (3) en sluit het andere eind van de slang aanop een leeg reservoir onder de ontluchtingsnippel.

a Druk met de hand op het koppelingspedaal (om dehoofdcilinder en de leiding van de koppeling leeg temaken).

Onmisbaar speciaal gereedschap

Emb. 1596 Dop van 24 mm voor uit-bouwen - inbouwen koppe-lingshoofdcilinder.

Emb. 1797 Dop van 24 mm voor uit-bouwen - inbouwen koppe-lingshoofdcilinder

Aantrekkoppelsm

bevestigingsmoeren vanhet expansievat

8 N.m

24810

LET OP

Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerdebehandeling moet de leiding worden vervangen.

Opmerking:

Vang de uitstomende remvloeistof op.

37A-67

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

JH3, en 160 – JR5

37A

a Bouw het klemmetje (4) , waarmee de verbindings-leiding hoofdcilinder-werkcilinder vastzit op dehoofdcilinder, uit.

a Maak de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilin-der (5) op de hoofdcilinder los.

a Sluit alle openingen af met doppen.

a Maak het kogeldraaipunt (6) van de hoofdcilinder losvan het koppelingspedaal in het interieur.

a Bouw de hoofdcilinder op het schutbord uit doorhem een kwart slag rechtsom te draaien in de motor-ruimte (bajonetmontage) met behulp van het ge-reedschap (7) (Emb. 1596) of (Emb. 1797).

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de afdichtingen.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de hoofdcilinder door hem een kwart slaglinkssom te draaien (bajonetmontage) met behulpvan het gereedschap (Emb. 1596).

a Sluit het kogeldraaipunt van de hoofdcilinder aan ophet koppelingspedaal in het interieur.

a Verwijder de doppen van de openingen.

a Plaats de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkci-linder op de hoofdcilinder.

119304

119307

19399

Opmerking:

De hoofdcilinder heeft een pasnok, waardoor ermaar een stand mogelijk is.

LET OP

Zet geen kracht op de aansluiting bij het monte-ren.

37A-68

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENKoppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen

JH3, en 160 – JR5

37Aa Druk op het klemmetje van de hoofdcilinder.

a Monteer de leiding tussen de hoofdcilinder en hetremvloeistofreservoir.

a Plaats de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkci-linder op de werkcilinder.

a Verwijder de transparante slang van de ont-luchtingsnippel.

III - LAATSTE STAP

a Verwijder de doppen van de openingen.

a Monteer de aanvoerleiding van de hoofdcilinder ophet remvloeistofreservoir.

a Plaats het expansievat.

a Monteer de twee bevestigingsmoeren van het ex-pansievat.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-moeren van het expansievat (8 N.m).

a Vul het remvloeistofreservoir tot het voorgeschrevenpeil.

a Ontlucht de koppelingsbediening (zie 37A, Mecha-nische bedieningsorganen, Koppelingscircuit:Ontluchten, blz. 37A-64) .

Opmerking:

Smeer de twee uiteinden van de aanvoerleidingvan de koppelingshoofdcilinder in met remvloeis-tof om de montage op de aansluiting van hetremvloeistofreservoir te vergemakkelijken.

Opmerking:

Bij het vergrendelen van de koppelingsleidinghoort u een klik.

37A-69

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENLeiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen

JR5 – JH3, en 160

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Verwijder de beschermplaat onder de motor.

a Bouw de twee moeren van het expansievat uit.

a Duw het expansievat opzij.

a Maak de stekker van de peilzender van hetremvloeistofreservoir los.

a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir.

a Verwijder zoveel remvloeistof uit het reservoir tot hetpeil onder de aanvoeropening naar de koppelings-hoofdcilinder staat.

a Verwijder de dop van de ontluchtingsnippel.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats een doek onder de werkcilinder.

a Druk op het klemmetje (1) van de werkcilinder.

a Trek de bedieningsleiding van de koppeling (2) eenklik los zodat de ontluchtingsopening vrijkomt.

a Sluit een transparante slang aan op de ontluchtings-nippel (3) en sluit het andere eind van de slang aanop een leeg reservoir onder de ontluchtingsnippel.

a Druk met de hand op het koppelingspedaal (om dehoofdcilinder en de leiding van de koppeling leeg temaken).

a Druk op het klemmetje (1) van de werkcilinder.

a Maak de leiding (2) op de werkcilinder los en aluitalle openingen af met doppen.

Aantrekkoppelsm

moeren van het expan-sievat

8 N.m

Opmerking:

Na alle werkzaamheden aan het systeem van dehydraulische koppeling moet het altijd worden ont-lucht:

- tussen het reservoir en de ontluchtingsnippel,

- tussen de ontluchtingsnippel en het koppelings-druklager,

- bij een lange slag van het pedaal.

24810

LET OP

Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerdebehandeling moet de leiding worden vervangen.

Opmerking:

Vang de uitstomende remvloeistof op.

37A-70

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENLeiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen

JR5 – JH3, en 160

37A

a Bouw het klemmetje (4) , waarmee de verbindings-leiding hoofdcilinder-werkcilinder vastzit op dehoofdcilinder, uit.

a Leg een doek onder de hoofdcilinder.

a Maak de leiding (5) op de hoofdcilinder los vanuit demotorruimte en sluit alle openingen af met doppen.

a Maak los:

- de twee bevestigingen (6) van de verbinding hoofd-cilinder - werkcilinder op de carrosserie,

- de bevestiging (7) van de verbindingsleiding hoofd-cilinder - werkcilinder op de versnellingsbak.

a Bouw de verbindingsleiding (8) hoofdcilinder - werk-cilinder uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Controleer de staat van de afdichtingen.

a Verwijder de doppen van de openingen.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkci-linder .

a Maak vast:

- de bevestiging van de verbindingsleiding hoofdci-linder - werkcilinder op de versnellingsbak..

- de twee bevestigingen van de verbindingsleidinghoofdcilinder - werkcilinder op de carrosserie.

a Koppel de leiding aan de hoofdcilinder via de motor-ruimte.

a Monteer het bevestigingsklemmetje waarmee deverbindingsleiding hoofdcilinder-werkcilinder vastzitop de hoofdcilinder.

119304 119305

37A-71

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENLeiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen

JR5 – JH3, en 160

37Aa Koppel de leiding aan de werkcilinder.

III - LAATSTE STAP

a Plaats het expansievat.

a Monteer de twee moeren van het expansievat.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van hetexpansievat (8 N.m).

a Vul het remvloeistofreservoir tot het voorgeschrevenpeil.

a Ontlucht de koppelingsbediening (zie 37A, Mecha-nische bedieningsorganen, Koppelingscircuit:Ontluchten, blz. 37A-64) .

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

Opmerking:

Bij het vergrendelen van de koppelingsleidinghoort u een klik.

37A-72

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENBedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7M, en JH3 – K9K, en JH3 – K7J, en JH1

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw de moer (1) van de bedieningsstang van deversnellingsbak uit.

a Verwijder de beschermplaat onder de motor.

a Maak de stekker los van de lambda sonde achter dekatalysator.

a

Bouw uit:

- de bouten (2) van de katalysator op het uitlaats-pruitstuk,

- de katalysator op het silentbloc.

Aantrekkoppelsm

bouten van de uitlaat opde katalysator

21 N.m

bout van de katalysatorop het uitlaatspruitstuk

21 N.m

moer van de bedie-ningsstang van de ver-snellingsbak

27,5 N.m

108352

K7J – K7M

107926

37A-73

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENBedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7M, en JH3 – K9K, en JH3 – K7J, en JH1

37A

a Bouw de bouten (3) van de uitlaatlijn op de voorka-talysator uit.

a Duw de uitlaat opzij

a Maak de stofhoes op de middenconsole los.

a Bouw de middenconsole uit (zie Middenconsole:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoi-res interieur).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de bout (4) van het bedieningshuis van de ver-snellingen uir.

a Maak het bedieningshuis van de versnellingen bij (5)los van de bodemplaat.

a Laat het bedieningshuis van de versnellingen zak-ken tot het rust op de uitlaatlijn.

a Bouw het bedieningshuis van de versnellingen tus-sen de uitlaatlijn en de tunnel door uit.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het bedieningshuis van de versnellingen tus-sen de uitlaatlijn en de tunnel door terug op zijnplaats.

a Maak het bedieningshuis van de versnellingen vastaan de bodemplaat.

a Monteer de bouten van het bedieningshuis van deversnellingen.

II - LAATSTE STAP

a Monteer de middenconsole (zie Middenconsole:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoi-res interieur).

a Maak de stofhoes op de middenconsole vast.

K9K

114121108354

37A-74

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENBedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen

K4M of K7M, en JH3 – K9K, en JH3 – K7J, en JH1

37A

a Plaats de uitlaatlijn.

a Monteer de bouten van de uitlaat op de katalysator.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van deuitlaat op de katalysator (21 N.m).

a Monteer de bouten van de katalysator op het uit-laatspruitstuk.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de ka-talysator op het uitlaatspruitstuk (21 N.m).

a Sluit de stekker van de lambda sonde achter de ka-talysator aan.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

a Smeer met vet MOLYCOTE 33M de bevestigingsasvan de bedieningsstang op de versnellingshendel.

a Plaats:

- de bedieningsstang van de versnellingsbak,

- de moer van de bedieningsstang van de versnel-lingsbak.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de be-dieningsstang van de versnellingsbak (27,5N.m).

K9K, en 790

K7J – K7M

37A-75

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENBedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen

JH3, en 160 – JR5

37A

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Bouw de moeren van het expansievat uit.

a Duw het expansievat weg van zijn steun.

a Maak de luchtslang tussen de turbocompressor ende tussenkoeler los bij (1) .

a Bouw de moer (2) van de luchtslang op de versnel-lingsbak uit.

a Duw de luchtslang weg.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak de bedieningskabels van de versnellingsbaklos bij (3) .

a Maak de kabelstoppen van de bedieningskabels vande versnellingsbak los door te drukken bij (4) .

a Verwijder de beschermplaat onder de motor.

a Maak de stekker los van de lambda sonde achter dekatalysator.

Aantrekkoppelsm

bouten van het bedie-ningshuis van de ver-snellingen

21 N.m

bevestigingen van deuitlaat op de katalysator

21 N.m

moeren van het expan-sievat

8 N.m

K9K, en 792 of 794 of 796

24828

118882

109149

K7J of K7M

37A-76

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENBedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen

JH3, en 160 – JR5

37A

a Bouw uit:

- de bevestigingen (5) van de katalysator op het uit-laatspruitstuk,

- de katalysator op het silentbloc.

a Bouw de bevestigingen (6) van de uitlaatlijn op dekatalysator uit.

a Duw de uitlaat opzij.

a Maak de stofhoes op de middenconsole los.

a Bouw de middenconsole uit (zie Middenconsole:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoi-res interieur).

107926

K9K

114121

37A-77

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENBedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen

JH3, en 160 – JR5

37A

a Bouw de bouten (7) van het bedieningshuis van deversnellingen uit.

a Maak het bedieningshuis van de versnellingen bij (8)los van de bodemplaat.

a Laat het bedieningshuis van de versnellingen zak-ken zodat het steunt op de uitlaat.

a Bouw het bedieningshuis van de versnellingen tus-sen de uitlaat en de tunnel door uit.

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a De uitwendige bedieningseenheid en de bedie-ningshendels op de bak moeten beslist in de stand"neutraal" staan bij het vastmaken van de kabelsaan de versnellingsbak.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het bedieningshuis van de versnellingen.

a Maak het bedieningshuis van de versnellingen vastaan de bodemplaat.

a Monteer de bout van het bedieningshuis van de ver-snellingen.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van hetbedieningshuis van de versnellingen (21 N.m).

a Monteer de middenconsole (zie Middenconsole:Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoi-res interieur).

a Maak de stofhoes op de middenconsole vast.

a Monteer de bevestigingen van de uitlaat op de kata-lysator.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingenvan de uitlaat op de katalysator (21 N.m).

a Sluit de stekker van de lambda sonde achter de ka-talysator aan.

a Monteer de beschermplaat onder de motor.

a Klem vast:

- de kabelstoppen van de bedieningskabels van deversnellingsbak,

- de bedieningskabels van de versnellingsbak.

III - LAATSTE STAP

a Monteer de bevestigingsmoer van de luchtslang opde versnellingsbak.

a Sluit de luchtslang tussen de turbocompressor en detussenkoeler aan.

a Plaats:

- het expansievat op zijn steun,

- de moeren van het expansievat.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van hetexpansievat (8 N.m).

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

119308

K7J of K7M

K9K, en 792 of 794 of 796

37A-78

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENParkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen 37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw uit:

- de middenconsole (zie Middenconsole: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoiresinterieur),

- de wielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de trommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommelachter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de parkeerremkabel (1) uit van de hendel metbehulp van een tang en een schroevendraaier.

a Maak de buitenkabel (2) van de parkeerrem los vande remankerplaat.

a Maak los:

- de kabels (3) van zijn houder,

- de buitenkabels van hun borgplaten op de carros-serie (4) met behulp van een tang,

a Maak de parkeerremkabels los van hun geleider.

a Bouw de parkeerremkabels uit.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de parkeerremkabels.

a Maak de parkeerremkabels vast aan hun geleiders.

98992

108347

37A-79

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENParkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen 37A

a Maak de buitenkabel van de parkeerrem vast aan deremankerplaat.

a Monteer de parkeerremkabel in zijn houder van dehendel met behulp van een tang en een schroeven-draaier.

a Controleer het correct aanliggen van de kabels (5)op de hendels.

a Maak de buitenkabel vast in zijn borgplaat op de car-rosserie.

a Klem vast:

- de kabels (3) bij de hendel,

- de buitenkabels van hun borgplaten op de carros-serie (4) .

a Stel de parkeerremkabels af (zie Parkeerremhen-del: Afstellen) .

II - LAATSTE STAP

a Plaats:

- de trommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommelachter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13) ,

- de wielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uit-bouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) ,

- de middenconsole (zie Middenconsole: Uit-bouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoiresinterieur).

116013

37A-80

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENUitwendig schakelmechanisme: Uitbouwen - Inbouwen

K7J, en JH1 of JH3 – K4M of K7M, en JH3 – K9K, en 790, en JH3

37A

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A,Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen).

a Bouw de bevestigingsmoeren van het expansievatuit.

a Duw opzij:

- het expansievat van zijn steun,

- de stofhoes van de bediening van de versnellings-bak.

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Bouw de bout (1) van de bedieningsstang van deversnellingsbak uit.

a Bouw uit:

- de moer (2) van de bedieningsstang van de ver-snellingsbak,

Aantrekkoppelsm

moer van de bedie-ningsstang van de ver-snellingsbak

27,5 N.m

bevestigingsbout van debedieningsstang van deversnellingsbak

27,5 N.m

107931

N.B.:

De stang is gemonteerd met een vulstuk, verliesdit niet bij het uitbouwen van de bout (1).

LET OP

Zet niet de moer van de afstelbeugel van debedieningsstang los.

108352

37A-81

MECHANISCHE BEDIENINGSORGANENUitwendig schakelmechanisme: Uitbouwen - Inbouwen

K7J, en JH1 of JH3 – K4M of K7M, en JH3 – K9K, en 790, en JH3

37A- de bedieningsstang van de versnellingsbak.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a Smeer met vet MOLYCOTE 33M de bevestiging-sassen van de bedieningsstang.

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats:

- de bedieningsstang van de versnellingsbak,

- de bevestigingsmoer van de bedieningsstang vande versnellingsbak,

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de be-dieningsstang van de versnellingsbak (27,5N.m).

a Monteer de bevestigingsbout van de bedieningss-tang van de versnellingsbak.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bout van de bedieningsstang van de versnel-lingsbak (27,5 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Plaats de stofhoes van de bediening van de versnel-lingsbak.

a Plaats:

- het expansievat op zijn steun,

- de bevestigingsmoeren van het expansievat.

38C-1

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENABS : Voorzorgen bij de reparatie 38C

I - VEILIGHEID

- Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veili-gheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR388, 02A, Hefmiddelen).

- Bescherm de onderdelen van de carrosserie met eenhoes tegen remvloeistof.

- Leg nooit metalen voorwerpen op de accu, om iederekans op vonken te voorkomen.

- Remvloeistof is zeer corrosief. Verwijder zorgvuldigalle op de auto gemorste remvloeistof.

II - REINHEID

- Reinig de omgeving van het remsysteem met REM-MENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingre-diënten voor de reparatie) (MR 388, 04B,Producten).

- Indien een nieuw onderdeel wordt gemonteerd, haaldit dan pas op het allerlaatste moment uit de verpak-king.

III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN

- Als het openen van het remcircuit noodzakelijk is,moet u het gereedschap pedaalknecht op het rempe-daal zetten om het wegstromen van remvloeistof te be-perken.

- Na alle werkzaamheden aan het antiblokkeersysteemvan de wielen, moet u verplicht de reparatie controle-ren door een proefrit en een controle met behulp vanhet diagnoseapparaat (zie Diagnose - Vervangenvan organen) (MR 390, 38C, Antiblokkeersysteemvan de wielen).

1 - Hydraulische regeleenheid

2 - Opname-element wielsnelheid

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

diagnoseapparaat

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

LET OPPlaats de draad van de massakabelschoen van destekker van de rekeneenheid van de hydraulischeeenheid naar onderen voor een optimale afdichting.

LET OP

Zet het contact van de auto uit om de elektroklep-pen van de hydraulische eenheid niet te activerentijdens het ontluchten van het remcircuit.

LET OP

Om de goede werking van het opname-elementwielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijfvan het opname-element op het lager niet bescha-digen.

LET OP

Om het lager van de voorwielnaaf niet onherstel-baar te beschadigen:

- Zet de aandrijfasmoer niet los of vast met de wie-len op de grond.

- Laat de auto niet op de grond rusten met losge-zette of uitgebouwde aandrijfas.

38C-2

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENOpname element wielsnelheid voor: Uitbouwen - Inbouwen 38C

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto:Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen).

a Bouw het voorwiel uit (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

a Maak het achterste deel van het scherm van devoorwielkuip gedeelltelijk vrij (zie Schild in wielkuipvoor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bes-cherming buitenkant).

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak het opname-element wielsnelheid voor los bij(1) .

a Verwijder het isolatieschuim (2) op de naafhouder.

a Beweeg het lipje van de houder van het opname-element voorzichtig met een platte schroeven-draaier om het opname-element wielsnelheid vrij temaken.

a Maak de stekker het opname-element wielsnelheidlos van de beugel van de naafhouder.

a Maak het opname-element wielsnelheid voor los bij(3) .

a Maak de stekker (4) van het opname-element wiel-snelheid los op de kabelbundel voor van het ABS.

a Bouw het opname-element wielsnelheid uit.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Plaats het isolatieschuim terug in de naafhouder.

a Sluit de stekkers van het opname-element wielsnel-heid voor aan:

- op de kabelbundel voor van het ABS,

- op het beugeltje van de naafhouder.

a Maak het opname-element wielsnelheid voor vast.

LET OP

Om de kabel van het opname-element wielsnel-heid niet te beschadigen:

- Zet de kabel niet onder spanning,

- Verdraai de kabel niet,

- Controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen,

- Gebruik geen gereedschap dat de kabel zoukunnen beschadigen.

123098

123097

Opmerking:

Vervang systematisch het isolatieschuim van hetopname-element wielsnelheid.

38C-3

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENOpname element wielsnelheid voor: Uitbouwen - Inbouwen 38C

III - LAATSTE STAP

a Monteer het scherm van de voorwielkuip (zie Schildin wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR389, 55A, Bescherming buitenkant).

a Monteer het voorwiel (zie 35A, Wielen en banden,Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

38C-4

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENOpname element wielsnelheid achter: Uitbouwen - Inbouwen 38C

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Bouw het achterwiel uit (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Maak het opname-element wielsnelheid los bij (1) .

a Bouw de bout (2) van het opname-element wielsnel-heid achter op de remankerplaat los.

a Maak het opname-element wielsnelheid achter losvan de beugel van de remankerplaat.

a Bouw uit:

- de moeren (3) van de bescherming van het opna-me-element wielsnelheid achter,

- de klemmetjes (4) van de bescherming van het op-name-element wielsnelheid achter.

Aantrekkoppelsm

moeren van de bescher-ming van het opname-element wielsnelheidachter

14 N.m

bout van het opname-element wielsnelheid

14 N.m

LET OP

Om de kabel van het opname-element wielsnel-heid niet te beschadigen:

- Zet de kabel niet onder spanning,

- Verdraai de kabel niet,

- Controleer of er geen contact is met de omlig-gende onderdelen,

- Gebruik geen gereedschap dat de kabel zoukunnen beschadigen.

123101

123106

38C-5

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENOpname element wielsnelheid achter: Uitbouwen - Inbouwen 38C

a Druk en verbuig de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter lichtjes weg.

a Maak het opname-element wielsnelheid achter losbij (5) .

a Maak de stekker (6) van het opname-element wiel-snelheid los op de kabelbundel achter van het ABS.

a Bouw het opname-element wielsnelheid achter uit.

INBOUWEN

I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Sluit de stekker van het opname-element wielsnel-heid aan op de kabelbundel achter van het ABS.

a Maak het opname-element wielsnelheid vast op debescherming van het opname-element wielsnelheidachter.

a Plaats:

- de bescherming van het opname-element wielsnel-heid achter op de carrosserie,

- de moeren van de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter,

- de klemmetjes van de bescherming van het opna-me-element wielsnelheid achter.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van debescherming van het opname-element wielsnel-heid achter (14 N.m).

a Monteer het opname-element wielsnelheid achterop van de beugel van de remankerplaat.

a Monteer de bout van het opname-element wielsnel-heid achter.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van hetopname-element wielsnelheid (14 N.m).

a Maak het opname-element wielsnelheid achter vast.

II - LAATSTE STAP

a Monteer het achterwiel (zie 35A, Wielen en ban-den, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) .

123100

38C-6

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENPresentatie 38C

De auto heeft het antiblokkeersysteem BOSCH 8.0

Het systeem BOSCH 8.0 bestaat uit het antiblokkeer-systeem en een elektronische remkrachtverdeler.

BESCHRIJVING VAN HET ANTIBLOKKEERSYSTEEM

Het antiblokkeersysteem van de wielen bestaat uit:

- vier opname elementen voor de wielsnelheden,

- een rembekrachtiger,

- een elektrische pomp bestaande uit:

• een hydraulische pomp,

• een drukregeleenheid (acht elektrokleppen),

• een rekeneenheid,

• een druksensor.

BELANGRIJK:

Na iedere reparatie aan het systeem, moet de repa-ratie altijd worden bevestigd door een proefrit.

38C-7

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENABS zonder ESP: Schema van de werking

ABS

38CHydraulische eenheid met acht elektrokleppen

110487

Merkteken Omschrijving

(1) Hydraulische regeleenheid

(2) Waarschuwingslampje ABS op instrumentenpaneel

(3) Diagnoseaansluiting

(4) Rijsnelheid

(5) Remschijf met lager met instrument

(6) Opname-element wielsnelheid

(7) Accu

(8) Remlichtschakelaar

(9) Hoofdremcilinder

Merkteken Type verbinding

(A) Netwerk CAN

38C-8

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENABS zonder ESP: Schema van de werking

ABS

38C

Merkteken Type verbinding

(B) Draadverbinding

(C) Hydraulische verbinding

N.B.:

De hydraulische eenheid van het ABS heeft 8 elek-trokleppen en de rekeneenheid heeft 26 aansluitin-gen.

38C-9

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENABS zonder ESP : Beschrijving 38C

De auto heeft het BOSCH 8.0 systeem dat uitsluitendbestaat uit een antiblokkeersysteem.

Het antiblokkeersysteem van de wielen bestaat uit:

- een rembekrachtiger (30) ,

- een elektrische pompgroep bestaande uit:

• een hydraulische pomp (27) ,

• een drukmodulatie eenheid (acht elektrokleppen),

• een rekeneenheid (28) ,

- vier opname elementen bij de wielen (29) .

BELANGRIJK:

Na iedere reparatie aan het systeem, moet de repa-ratie altijd worden bevestigd door een proefrit.

109927

109928

38C-10

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENABS zonder ESP : Beschrijving 38C

(A) Remdruk afkomstig van dehoofdremcilinder

(B) Informatie van de opname ele-menten bij de wielen

(C) Diagnoseaansluiting

(D) Voeding (+ voor contact)

(E) Voeding (+ na contact)

(F) Informatie van het opname ele-ment remlicht

(G) Draadverbinding

(H) Hydraulische verbinding

(I) Elektrische pomp (hydraulischeeenheid, rekeneenheid)

(J) Diagnoseaansluiting

(K) Waarschuwingslampje rem

(L) Waarschuwingslampje ABS

(M) Geregelde remdruk op het of debetreffende wiel(en)

Opmerking:

De rekeneenheid vormt één geheel met de elektris-che pompgroep.

109805

Aansl. Omschrijving

(1) Massa pompmotor

(2) Voeding pompmotor (Voor contact)

(3) Voeding elektrokleppen (Voor contact)

(4) Massa's elektrokleppen en rekeneen-heid

(5) Voeding opname-element snelheidlinks voor

(6) Voeding opname-element snelheidlinks achter

(7) Niet in gebruik

(8) Voeding opname-element snelheidrechts achter

(9) Voeding opname-element snelheidrechts voor

(10) Signaal opname-element snelheidrechts voor

(11) lijn K (diagnose)

(12) Waarschuwingslampje remsysteem

(13) Niet in gebruik

(14) Niet in gebruik

(15) Niet in gebruik

(16) Voeding opname-element snelheidlinks voor

(17) Signaal opname-element snelheid linksachter

(18) 12V na contact (via zekering)

(19) Signaal opname-element snelheidrechts achter

(20) Schakelaar remlichten

(21) Niet in gebruik

(22) Waarschuwingslampje ABS

(23) Niet in gebruik

(24) Niet in gebruik

(25) Niet in gebruik

(26) Niet in gebruik

Aansl. Omschrijving

38C-11

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENHydraulische remeenheid: Uitbouwen - Inbouwen

ABS

38C

UITBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN

a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om hetwegstromen van remvloeistof te beperken.

a Bouw de drie bevestigingen van de geluidsisolatierechts uit (indien aanwezig).

a Duw de geluidsisolatie weg om bij de hydraulischeeenheid te kunnne komen (indien aanwezig).

a Maak de stekker los van de hydraulische eenheiddoor de beugel (1) omhoog te trekken.

a Maak los:

- de kabel van de stekker van de hydraulische een-heid (2) ,

- de metalen remleiding (3) .

Onmisbaar materiaal

pedaalknecht

Aantrekkoppelsm

bevestigingsbouten vande hydraulische eenheidop zijn steun

8 N.m

bouten van de steunvan de hydraulischeregeleenheid

22 N.m

wartels van de remlei-dingen op de hydraulis-che eenheid

14 N.m

LET OP

Vang de wegstromende vloeistof op zodat deonderdelen in de omgeving niet beschadigen.

109803

38C-12

ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELENHydraulische remeenheid: Uitbouwen - Inbouwen

ABS

38CII - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Draai los:

- de wartels van de metalen remleidingen op de hy-draulische eenheid (4) ,

- bevestigingsbouten van de hydraulische eenheid(5) .

a Bouw uit:

- de bevestigingsbouten van de steun van de hy-draulische regeleenheid,

- de hydraulische eenheid met zijn steun,

- de hydraulische eenheid van zijn steun.

INBOUWEN

I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN

a

II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE ONDERDEEL

a Monteer de hydraulische eenheid op zijn steun.

a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigings-bouten van de hydraulische eenheid op zijnsteun (8 N.m).

a Plaats:

- de hydraulische eenheid met zijn steun,

- de bevestigingsbouten van de steun van de hy-draulische regeleenheid,

- de wartels van de metalen remleidingen op de hy-draulische eenheid.

a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:

- de bouten van de steun van de hydraulische re-geleenheid (22 N.m) ,

- de wartels van de remleidingen op de hydrau-lische eenheid (14 N.m).

III - LAATSTE STAP

a Klem vast:

- de metalen remleiding,

- de kabel van de stekker van de hydraulische een-heid.

a Sluit de stekker op de hydraulische eenheid aan.

a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Rem-circuit: Ontluchten, blz. 30A-3) .

a Monteer de geluidsisolatie (indien aanwezig).

a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - In-bouwen) (MR 388, 80A, Accu).

109802

LET OP

Plaats de draad van de massakabelschoen vande stekker van de rekeneenheid van de hydrau-lische eenheid naar onderen voor een optimaleafdichting.