Elektrische installatie -...

537
Elektrische installatie VERLICHTING VOORZIJDE INSTRUMENTEN - DASHBOARD TELEFOON MULTIMEDIA ZEKERINGPLAAT INTERIEUR PARKEERHULP MULTIPLEXSYSTEEM AIRBAG EN GORDELSPANNERS De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. FEBRUARI 2005 Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan RENAULT s.a.s. EDITION NÉERLANDAISE Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van RENAULT s.a.s. © Renault s.a.s. 2005

Transcript of Elektrische installatie -...

Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDE

INSTRUMENTEN - DASHBOARD

TELEFOON

MULTIMEDIA

ZEKERINGPLAAT INTERIEUR

PARKEERHULP

MULTIPLEXSYSTEEM

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld.

Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.

FEBRUARI 2005

Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan RENAULT s.a.s.

EDITION NÉERLANDAISE

Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van RENAULT s.a.s.

© Renault s.a.s. 2005

Elektrischeinstallatie

Inhoud

Blz.

80B

83A

VERLICHTING VOORZIJDE

Xenonlampen - Vdiagnr.: 44Inleiding 80B-1Werking van het systeem 80B-6Aansluitingen van de rekeneenheid 80B-8Vervangen van organen 80B-9Configuratie en inlezen 80B-10Overzicht van de storingen 80B-12Betekenis van de storingen 80B-13Conformiteitscontrole 80B-29Overzicht van de staten 80B-35Betekenis van de staten 80B-36Overzicht van de parameters 80B-49Overzicht van de commando's 80B-50Betekenis van de commando's 80B-51Klachten 80B-52Zoekschema's 80B-53

INSTRUMENTEN - DASHBOARD

Vdiagnr.: 11Inleiding 83A-1Diagnosekaart 83A-6Werking van het systeem 83A-8Aansluitingen van de rekeneenheid 83A-11Vervangen van organen 83A-13Configuratie en inlezen 83A-14Overzicht van de storingen 83A-20Betekenis van de storingen 83A-21Conformiteitscontrole 83A-27Overzicht van de staten 83A-34Betekenis van de staten 83A-35Overzicht van de parameters 83A-49Betekenis van de parameters 83A-50Overzicht van de commando's 83A-52Betekenis van de commando's 83A-53Klachten 83A-55Zoekschema's 83A-57

Blz.

86B

86C

TELEFOON

Vdiag: 04Inleiding 86B-1Diagnosekaart 86B-6Werking van het systeem 86B-8Aansluitingen van de rekeneenheid 86B-11Vervangen van organen 86B-14Configuratie en inlezen 86B-15Overzicht van de storingen 86B-16Betekenis van de storingen 86B-17Conformiteitscontrole 86B-32Overzicht van de staten 86B-35Betekenis van de staten 86B-36Overzicht van de parameters 86B-50Betekenis van de parameters 86B-51Overzicht van de commando's 86B-54Betekenis van de commando's 86B-55Klachten 86B-64Zoekschema's 86B-65

MULTIMEDIA

Programmanr.: 020 Vdiagnr.: 04Inleiding 86C-1Werking van het systeem 86C-6Aansluitingen van de rekeneenheid 86C-8Vervangen van organen 86C-22Configuratie en inlezen 86C-23Overzicht van de storingen 86C-24Betekenis van de storingen 86C-25Conformiteitscontrole 86C-36Overzicht van de staten 86C-42Betekenis van de staten 86C-43Overzicht van de parameters 86C-50Betekenis van de parameters 86C-51Overzicht van de commando's 86C-54Betekenis van de commando's 86C-55Klachten 86C-64Zoekschema's 86C-66

Elektrischeinstallatie

Inhoud

Blz.

87B

87F

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR

Programmanr.: 0031 Vdiagnr.: 14Inleiding 87B-1Werking van het systeem 87B-6Aansluitingen rekeneenheid 87B-9Configuraties en inlezen 87B-11Overzicht van de storingen 87B-18Betekenis van de storingen 87B-20Overzicht van de staten 87B-74Overzicht van de parameters 87B-77Overzicht van de commando's 87B-78Behandeling van de commando's 87B-79

PARKEERHULP

Vdiagnr.: 04Inleiding 87F-1Diagnosekaart 87F-6Werking van het systeem 87F-8Aansluitingen rekeneenheid 87F-9Vervangen organen 87F-10Configuraties en inlezen 87F-11Overzicht van de storingen 87F-13Betekenis van de storingen 87F-14Conformiteitscontrole 87F-26Overzicht van de staten 87F-29Betekenis van de staten 87F-30Overzicht van de parameters 87F-33Betekenis van de parameters 87F-34Klachten 87F-38Zoekschema's 87F-39

Blz.

87F

88B

88C

PARKEERHULP

Vdiagnr.: 08Inleiding 87F-1Diagnosekaart 87F-6Werking van het systeem 87F-8Aansluitingen rekeneenheid 87F-9Vervangen organen 87F-10Configuraties en inlezen 87F-11Overzicht van de storingen 87F-13Betekenis van de storingen 87F-14Conformiteitscontrole 87F-26Overzicht van de staten 87F-29Betekenis van de staten 87F-30Overzicht van de parameters 87F-33Betekenis van de parameters 87F-34Klachten 87F-38Zoekschema's 87F- 39

MULTIPLEXSYSTEEM

Inleiding 88B-1Aansluitingen rekeneenheid 88B-4Configuratie 88B-5Betekenis van de storingen 88B-7Zoekschema's 88B-11

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Airbag ACU3 - Vdiagnr.: 2CInleiding 88C-1Diagnosekaart 88C-7Werking van het systeem 88C-12Aansluitingen van de rekeneenheid 88C-13Vervangen van organen 88C-15Configuratie en inlezen 88C-16Overzicht van de storingen 88C-18Betekenis van de storingen 88C-19Conformiteitscontrole 88C-69Overzicht van de staten en parameters 88C-70Zoekschema's 88C-72

AFKORTINGENAFKORTINGEN

AFKORTINGEN VERKLARING VAN DE AFKORTING

ABS Antiblokkeersysteem van de wielen

ZOEKSCHEMA Zoekschema

APC Na contact

AVC Voor contact

BVA Automatische transmissie

BVM Handgeschakelde versnellingsbak

BVR Robotversnellingsbak

CAN Controller area network

CA Airconditioning

CD Compact disc

DA Stuurbekrachtiging (hydraulisch)

DAE Elektrische stuurbekrachtiging

DVD Digital video disc

DTC Diagnostic trouble code

EGR Uitlaatgasrecirculatie (exhaust gaz recycling)

ESP Elektronisch stabiliteits programma (Electronic stability program)

GMV Ventilateurmotor

CNG Aardgas

LPG Vloeibaar petroleum gas

HLE Hoge elasticiteitslimiet

MAG Metal activ gaz (voor lassen van staal)

MIG Metal inert gaz (voor lassen van aluminium)

MR Werkplaatshandboek

NT Service Mededeling

OBD On Board Diagnostic

SER Elektrisch weerstandslassen

SSPP Controlesysteem van de bandenspanning

THLE Zeer hoge elasticiteitslimiet

TM Arbeidstijd

UCH Huis met hulporganen

UPC Veiligheids- en schakeleenheid

UCT Dakcontrole eenheid

UHLE Ultra hoge elasticiteitslimiet

VIN Voertuig identificatie nummer

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80BLAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

180BVERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat

CLIP + CAN-sonde

Type onmisbaar gereedschap

Model(len) : VelSatis Phase 2Betreffende functie: Xenonlampen

Naam van de rekeneenheid: LADVDIAGNR.: 44

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1674 Clip + CAN-sonde

LAD_V44_PRELI

80B-1

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B-2

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

3. TER HERINNERING

Storingen:

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het starten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (+APC) (zonder de elementen van het systeem te bedienen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxydatie, verbogen pennetjes enz.),– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole:

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij geen samenhang hebben. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

ja

80B-3

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B-4

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels:

Moeilijkheden bij de diagnose:Het aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Visuele controle:Zoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Controle door aanraking:Gebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk element:Maak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B-5

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading, – niet roken,– gebruik geschikt gereedschap, – Raak de xenonlampen niet met de hand aan, werk niet aan het systeem van de xenonlampen als dit in werking is,

de spanning is 20000 V of hoger.

LET OP !

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Werking van het systeem 80B

80B-6

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Werking van het systeem

1. Beschrijving van het systeem:

De te controleren auto heeft het systeem van de xenonlampen.Dit systeem maakt het mogelijk:

– De stand van de koplampen dynamische te corrigeren (Functie LAD)

2. Opbouw van de systemen:

Functie xenonlampen:

Het systeem bestaat uit:– een rekeneenheid die de informatie beheert en de stelmotors aanstuurt,– een opname element wagenhoogte voor op de vooras dat de hoogtevariaties van de carrosserie meet,– een opname element wagenhoogte achter op de achteras dat de hoogtevariaties van de carrosserie meet,– 2 motors voor de correctie in de koplampen,– 2 spanningstransformators (voorschakeleenheid) die niet controleerbaar zijn,– 2 xenonlampen in de koplampen die niet controleerbaar zijn.

3. Strategie van de werking

Functie xenonlampen:

De gebruiker wil de dimlichten inschakelen met de lichtschakelaar.De wens van de bestuurder wordt ontvangen door het huis met hulporganen interieur die deze doorgeeft aan de rekeneenheid via het multiplexnetwerk van de auto.

De rekeneenheid van de xenonlampen geeft het commando voor de motors voor de correctie van de stand van de koplampen.

De handtekening:

Bij het inschakelen van de xenonlampen, zetten de koplampen hun "handtekening".Hierbij worden de koplampstelmotors in drie verschillende standen gezet.De bestuurder wordt geïnformeerd over de goede werking van het systeem.

Als de rekeneenheid defect is, is er geen handtekening bij het inschakelen van de lampen.

De handtekening wordt gezet als aan de volgende voorwaarden is voldaan:– schakelaar in stand dimlichten,– systeem is geïnitialiseerd,– stilstaande auto of snelheid < 10 km/u.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Werking van het systeem 80B

80B-7

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

De dynamische correctie:

Deze functie corrigeert de stand van de xenonlampen naargelang de hoogtevariaties van de carrosserie en de rijsnelheid.

Deze informatie wordt gegeven door:– de opname elementen van de wagenhoogte voor en achter,– de ABS-rekeneenheid (informatie snelheid via het CAN netwerk),– het opname element versnelling lengterichting.

De rekeneenheid van de xenonlampen stuurt de correctiemotors aan naargelang de ontvangen informatie, waardoor de stand van de lichtbundel optimaal is onder alle rijomstandigheden.

De snelheidsafhankelijke kanteling:

Deze functie zet de correctiemotors (en de lichtbundel) hoger vanaf 30 km/u, voor een beter rijcomfort. De lichtbundel wordt aangepast aan de rijsnelheid.

Als de rijsnelheid < 30 km/u, worden de correctiemotors lager gezet.

Het dimlicht omhoog:

Deze functie zet de lichtbundel van de dimlichten hoger als de "grootlichten" zijn ingeschakeld.Als een stelmotor defect is, is de functie "dimlicht omhoog" uitgeschakeld. De informatie van de storing circuleert over het CAN netwerk en dooft de defecte lamp. De UCH stuurt een waarschuwingsboodschap naar het instrumentenpaneel, en de mistlichten voor worden ingeschakeld.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 80B

80B-8

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

a) Zwarte stekker, 12-polig

b) Zwarte stekker, 10-polig

Aansl. Omschrijving

123456789

101112

Niet in gebruikSignaal CAN HNiet in gebruikSignaal CAN LAnaloog signaal opname element achterVoeding + opname elementen+ na contactMassaNiet in gebruikNiet in gebruikAnaloog signaal opname element voorMassa opname elementen

Aansl. Omschrijving

123456789

10

Aansl. 2 correctiemotor linksAansl. 4 correctiemotor linksAansl. 1 correctiemotor linksAansl. 3 correctiemotor linksNiet in gebruikAansl. 3 correctiemotor rechtsAansl. 1 correctiemotor rechtsAansl. 4 correctiemotor rechtsAansl. 2 correctiemotor rechtsNiet in gebruik

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Vervangen van organen 80B

80B-9

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Vervangen van organen

a) Voorschriften bij het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen:

Na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlamp moet het volgende worden gedaan:– De rekeneenheid toewijzen aan de auto met de configuratie CF001 "Type van de auto".– het systeem initialiseren met de parameter VP002 "Initialisatie van het systeem".

b) Voorschriften bij het vervangen van een of twee correctiemotors:

Na het vervangen van een correctiemotor moet de koplamp met de hand worden afgesteld (zie MR 405 Mechanisch, 80C, Xenonkoplampen: Afstellen).

c) Voorschriften bij het vervangen van een opname element wagenhoogte:

Na het vervangen van een opname element wagenhoogte moeten de nieuwe parameters van het systeem worden geïnitialiseerd.

Gebruik altijd de parameter VP002 "Initialisatie van het systeem" na het vervangen van een opname element wagenhoogte.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Configuratie en inlezen 80B

80B-10

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Configuratie en inlezen

Overzicht van de configuratie en het lezen van de configuratie van het systeem:

Deze configuratie moet worden uitgevoerd na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen.Selecteer de gecontroleerde auto en bevestig.Zet het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC001 "Type van de auto".Als het type van de auto niet het gewenste is, voer de configuratie dan opnieuw uit.

CF001 en LC001 "Type van de auto": VelSatis ph2ModusLaguna II ph2X85

BELANGRIJKNa iedere configuratie van het type van de auto, moet een initialisatie van het systeem worden uitgevoerd.Gebruik de parameter VP002 "Initialisatie van het systeem".

CF002 "Dynamische correctie": MET

Deze configuratie dient voor het activeren van de aanpassing van de lichtbundel aan de beweging van de carrosserie die is geregistreerd door de opname elementen van de hoogte aan de voor- en achterzijde van de auto.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na de configuratie het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC002 "Dynamische correctie".

LC002 "Dynamische correctie": METZONDER

De configuratie moet standaard MET" zijnAls LC002 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF002 "Dynamische correctie" .

CF003 "Automatisch kantelen van de koplampen": MET

Deze configuratie dient voor het aanpassen van de lichtbundel afhankelijk van de rijsnelheid voor een beter rijcomfort.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na de configuratie het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC003 "Automatisch kantelen van de koplampen".

LC003 "Automatisch kantelen van de koplampen": METZONDER

De configuratie moet standaard MET" zijn.Als LC003 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF003 "Automatisch kantelen van de koplampen" .

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Configuratie en inlezen 80B

80B-11

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

VP002: Initialisatie van het systeem

Gebruik deze parameter na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, of van een opname element wagenhoogte.Deze dient voor de toewijzen van de waarden van de werking van de opname elementen wagenhoogte in de beginstand.

Geef dit commando in de volgende omstandigheden:– stilstaande auto,– met + na contact,– geen storing aanwezig in de rekeneenheid,– onbelaste auto,– handrem vrijgezet,– auto op een vlakke en horizontale ondergrond,– versnellingsbak in neutraal.

Zet na het commando het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.

Zet het contact weer aan en raadpleeg de betekenis van de staat ET002 "Initialisatie rekeneenheid".

Als de staat ET002 niet "UITGEVOERD" wordt, begin dan de configuratie opnieuw.

CF004 "Dimlicht omhoog": MET

Deze functie dient om de lichtbundel van de dimlichten hoger te zetten als de bestuurder de grootlichten inschakelt.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na de configuratie het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC004 "Dimlicht omhoog".

LC004 "Dimlicht omhoog": METZONDER

De configuratie moet standaard MET" zijnAls LC004 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF004 "Dynamische correctie" .

CF005 "Handtekening": MET

Deze configuratie dient voor het aansturen van de correctiemotors bij het inschakelen van de xenonlampen.Dit informeert de bestuurder over de goede werking van het systeem en het ontbreken van storingen.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na de configuratie het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC005 "Handtekening".

LC005 "Handtekening": METZONDER

De configuratie moet standaard MET" zijnAls LC005 = "ZONDER"na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF005 "Dynamische correctie" .

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de storingen 80B

80B-12

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code Bijbehorende DTC

Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 9C05 Rekeneenheid

DF002 9C01 Circuit opname element hoogte voor

DF003 9C00 Circuit opname element hoogte achter

DF004 D200 Informatie snelheid

DF005 9C0A Initialisatie rekeneenheid

DF009 9C04 Circuit correctiemotor links

DF010 9C03 Circuit correctiemotor rechts

DF11 DC15 Informatie positie stuurwiel

DF013 9C08 Voedingsspanning van de rekeneenheid

DF014 9C0B Configuratie rekeneenheid

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-13

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Maak de 12-polige zwarte stekker van de rekeneenheid van de xenonlampen los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen: oxydatie, beschadiging...Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF001

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-14

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF002 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

CIRCUIT OPNAME ELEMENT HOOGTE VOORCC.1 : kortsluiting aan + 12 VC0.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : waarden buiten de tolerantie

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na een proefrit of de initialisatie van het systeem.

CC.1 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Beweeg de kabelbundel tussen de rekeneenheid van de xenonlamp en het opname element wagenhoogte voor zodat de staat verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het opname element wagenhoogte voor en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie ten opzichte + 12 V van de volgende verbindingen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 11 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 12 aansl. 1 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R265 op aansl. A2, A3, A4.Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF002

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-15

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF002

VERVOLG 1

C0.0 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en het opname element oliepeil zodat de staat van de storing verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het opname element oliepeil en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 11 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 12 aansl. 1 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de volgende verbindingen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 11 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R265 op aansl. A2, A3, A4.Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-16

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF002

VERVOLG 2

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat van het stangetje van de overbrenging van het opname element.Vervang deze indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Beweeg de kabelbundel tussen de rekeneenheid en het opname element wagenhoogte zodat de staat van de storing verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het opname element oliepeil en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 11 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 12 aansl. 1 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R2625 op aansl. A2, A3, A4.Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen. Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-17

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF003AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPNAME ELEMENT HOOGTE ACHTERCC.1 : kortsluiting aan + 12 VCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : waarden buiten de tolerantie

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na een proefrit of de initialisatie van het systeem.

CC.1 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Beweeg de kabelbundel tussen de rekeneenheid van de xenonlamp en het opname element wagenhoogte achter zodat de staat verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het opname element wagenhoogte achter en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie ten opzichte + 12 V van de volgende verbindingen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 5 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 12 aansl. 1 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R2625 op aansl. A2, A3, A5.Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF003

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-18

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF003

VERVOLG 1

CO.0 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en het opname element oliepeil zodat de staat van de storing verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de oliepeilzender en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 5 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 12 aansl. 1 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de volgende verbindingen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 5 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R2625op aansl. A2, A3, A5.Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-19

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF003

VERVOLG 2

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat van het stangetje van de overbrenging van het opname element.Vervang deze indien nodig.

Beweeg de kabelbundel tussen de rekeneenheid en het opname element wagenhoogte zodat de staat van de storing verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het opname element oliepeil en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 5 aansl. 4 van het opname

element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 6 aansl. 5 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 12 aansl. 1 van het opname element wagenhoogte voor zwarte stekker

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R2625 op aansl. A2, A3, A5.Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-20

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF004 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

INFORMATIE RIJSNELHEID1.DEF : foute informatie snelheid

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na een proefrit.

Doe een test van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem) en raadpleeg de betekenis van de eventuele storingen.Doe een test van de ABS-rekeneenheid (zie 38C, ABS).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF004

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-21

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF005AANWEZIG

INITIALISATIE REKENEENHEID1.DEF : initialisatie rekeneenheid niet uitgevoerd

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

De storing DF005 is direct verbonden met de staat ET002 "Initialisatie rekeneenheid".Als de initialisatie van de rekeneenheid niet is uitgevoerd, gebruik dan het commando VP002 "Initialisatie van het systeem".Ga te werk volgens de procedure in het del "Configuratie en inlezen".Wis na het commando de storingen en controleer of DF005 afwezig is.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF005P

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-22

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF009AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CORRECTIEMOTOR LINKS1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– het inschakelen van de dimlichten,– het commando AC001 "Correctiemotors".

Bijzonderheden:Als de storing is verschenen in de stand dimlichten:

– beweegt de correctiemotor links niet meer,– wordt de correctiemotor links niet langer aangestuurd.

Als de storing is verschenen in de stand grootlichten:– wordt de correctiemotor links naar beneden gezet,– wordt de lamp van het dimlicht links uitgeschakeld,– worden de mistlichten voor ingeschakeld,– wordt een waarschuwingsboodschap naar het instrumentenpaneel gestuurd.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF009

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-23

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF009

VERVOLG

De storing DF009 verschijnt na:– een onderbreking op de commandolijnen van de correctiemotor links,– een kortsluiting aan + 12 V op een van de commandolijnen van de correctiemotor links,– een kortsluiting tussen 2 commandolijnen van de correctiemotor links,– een kortsluiting aan de massa op een van de commandolijnen van de correctiemotor links.

Maak de 4-polige zwarte stekker van de correctiemotor links los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging...).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, het ontbreken van overgangsweerstanden, de isolatie ten opzichte van + 12 V, en de isolatie ten opzichte van de massa van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 2 aansl. 4 van de correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 4 aansl. 3 van de correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 1 aansl. 2 van de correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 3 aansl. 1 van de correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie tussen iedere commandodraad, stekkers losgenomen.Als twee draden kortsluiting maken, herstel de verstoorde verbindingen.

Als de storing aanhoudt: vervang de correctiemotor links.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-24

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF010

AANWEZIG

CIRCUIT CORRECTIEMOTOR RECHTS1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– het inschakelen van de dimlichten,– het commando AC001 "Correctiemotors".

Bijzonderheden:Als de storing is verschenen in de stand dimlichten:

– beweegt de correctiemotor rechts niet meer,– wordt de correctiemotor rechts niet langer aangestuurd.

Als de storing is verschenen in de stand grootlichten:– wordt de correctiemotor rechts naar beneden gezet,– wordt de lamp van het dimlicht rechts uitgeschakeld,– worden de mistlichten voor ingeschakeld,– wordt een waarschuwingsboodschap naar het instrumentenpaneel gestuurd.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF010P

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-25

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF010

VERVOLG

De storing DF010 verschijnt na:– een onderbreking op de commandolijnen van de correctiemotor rechts,– een kortsluiting aan + 12 V op een van de commandolijnen van de correctiemotor rechts,– een kortsluiting tussen 2 commandolijnen van de correctiemotor rechts,– een kortsluiting aan de massa op een van de commandolijnen van de correctiemotor rechts.

Maak de 4-polige zwarte stekker van de correctiemotor rechts los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging...).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, het ontbreken van overgangsweerstanden, de isolatie ten opzichte van + 12 V, en de isolatie ten opzichte van de massa van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 8 aansl. 4 van de correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 6 aansl. 3 van de correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 9 aansl. 2 van de correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 7 aansl. 1 van de correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie tussen iedere commandodraad, stekkers losgenomen.Als twee draden kortsluiting maken, herstel de verstoorde verbindingen.

Als de storing aanhoudt: vervang de correctiemotor rechts.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-26

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF011AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

INFORMATIE POSITIE STUURWIEL1.DEF : multiplexinformatie van producerende rekeneenheid ongeldig

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– verdraaien van het stuurwiel,– een proefrit.

1.DEF ADVIEZENDeze storing ligt buiten het systeem van de xenonlamp.Storing aanwezig op het CAN netwerk van de auto.

Doe een test van de rekeneenheid van de elektrische stuurbekrachtiging (zie MR 405 Mechanisch, 36B, "Betekenis van de storingen").

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF011

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-27

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF013 AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VOEDINGSSPANNING REKENEENHEID1.DEF : voedingsspanning te laag2.DEF : voedingsspanning te hoog

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Indien de storing wordt aanwezig verklaard na:– het starten van de motor– het vervangen van de accu.

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Controleer de staat van de accu en van het laadstroomcircuit.

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Controleer de + 12 V op aansl. 7 van de 12-polige stekker van de rekeneenheid van de xenonlampen.Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, controleer de staat van de zekering F27 (10A).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Zekering- en relaisplaat interieur, groene stekker, aansl. 1 Aansl. 1 van de 5-polige zwarte

stekker van de rekeneenheid van de xenonlampen

Massa van de auto Aansl. 8 zwarte 12-polige stekker van de rekeneenheid van de xenonlamp.

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF013

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B-28

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

DF014

AANWEZIG

CONFIGURATIE REKENEENHEID1.DEF : configuratie van de auto niet uitgevoerd

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als de storing DF014 aanwezig is, is de configuratie van de auto niet gedaan.Gebruik de configuratie CF001 "Type van de auto" (zie Configuratie en inlezen).

Controleer na de procedure of het systeem storingen heeft.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen.Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF014P

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B-29

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Conformiteitscontrole

HOOFDSCHERM

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze controle.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volgor-de Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

1 Rekeneenheid

ET001 :Configuratie

rekeneenheid

UITGEVOERD

NIET UITGEVOERD

Als de staat ET001 "Niet uitgevoerd" blijft, raadpleeg de betekenis van de configuratie CF001 "Type van de auto"

(zie Configuratie en inlezen).

ET002 :Initialisatie

rekeneenheid

Als de staat ET002 "Niet uitgevoerd" blijft, raadpleeg de betekenis van de configuratie VP002 "Type van de auto"

(zie Configuratie en inlezen).

2Voedingsspan

ningen

PR016:

Voedings-spanning van

de rekeneenheid

10 V < PR016 < 15,5 V

Als een van de spanningen niet overeenkomt met de waarden van de werking, raadpleeg de betekenis van de storingen : DF013 "voedingsspanning

rekeneenheid", DF002 "Circuit opname

element wagenhoogte voor" en DF003 "Circuit opname

element wagenhoogte achter".

PR013:

Voedings-spanning opname

elementen wagenhoogte

4,8 V < PR013 < 5,2 V

3 Motor ET018 : MotorDRAAIEND

STILSTAAND

Bij een probleem, voer een test uit van het

multiplexnetwerk en behandel de eventuele storingen.

4 Achteruit ET021 :Informatie

achteruitvers-nelling

AANWEZIGAFWEZIG

Bij een probleem, voer een test uit van het

multiplexnetwerk en behandel de eventuele storingen.

LAD_V44_CCONF

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B-30

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

HOOFDSCHERM (Vervolg)

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze controle.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volgor-de Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

5 Rijsnelheid PR006: Rijsnelheid 0 km/u

Als de parameter PR006 onsamenhangend is, voer een

test uit van het multiplexnetwerk, en controleer

het ABS circuit om de conformiteit van het signaal rijsnelheid te controleren.

6 Dimlichten ET016 : DimlichtenINGESCHAKELD

UIT

Bij een probleem, doe een test van het multiplexnetwerk, en voer de diagnose uit van het

huis met hulporganen interieur (zie 87C, Betekenis van de

storingen).

7 Grootlichten ET017 : GrootlichtenINGESCHAKELD

UIT

Bij een probleem, doe een test van het multiplexnetwerk, en voer de diagnose uit van het

huis met hulporganen interieur (zie 87C, Betekenis van de

storingen).

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B-31

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

Subfunctie: STAND VERLICHTING

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze controle.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volgor-de Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

1

Voedings-spanning opname

elementen wagenhoogte

PR013:

Voedings-spanning opname

elementen wagenhoogte

4,8 V < PR013 < 5,2 V

Als de voedingsspanning niet binnen het werkgebied ligt,

controleer het laadstroomcircuit en de staat van de accu.

Als de storing aanhoudt, raadpleeg de betekenis van de

storingen : DF002 "Circuit opname element

wagenhoogte voor" en DF003 "Circuit opname element

wagenhoogte achter".

2Informatie

stand opname elementen

PR011:

Informatie opname

element hoogte voor

12,5 % < X < 87,5 %

Als de waarden van de werking van de opname elementen van

de wagenhoogte buiten de limieten zijn, raadpleeg de

betekenis van de storingen : DF002 "Circuit opname

element wagenhoogte voor" en DF003 "Circuit opname

element wagenhoogte achter"

PR012:

Informatie opname

element hoogte achter

3Stand

correctie-motors

PR008:Stand

correctiemotor rechts

PR008 = PR022 ±±±± 3 stappen

PR009 = PR021 ±±±± 3 stappen

0 stappen < X < 260 stappen

Als de waarden van de werking van de correctiemotors buiten de limieten zijn, raadpleeg de betekenis van de storingen

DF009 "Circuit correctiemotor links" en

DF010 "Circuit correctiemotor rechts"

PR009:Stand

correctiemotor links

PR021:

Berekende stand

correctiemotor links

PR022:

Berekende stand

correctiemotor rechts

4Commando's

stelmotorsAC001:

Correctie-motors

Met dit commando kan de werking van de

correctiemotors getest worden.

Als tijdens het commando AC001, de correctiemotors zich niet verplaatsen, raadpleeg de betekenis van het commando

AC001.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B-32

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: REGELING VERLICHTING

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze controle.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volgor-de Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

1Parameters

rekeneenheid

ET002 :Initialisatie

rekeneenheidDe staat ET002 moet zijn

"UITGEVOERD"

Als de staat ET002 "NIET UITGEVOERD" is, gebruik het

commando VP002 "Initialisatie van het

systeem" (zie Configuratie en inlezen).

ET001 :Configuratie

rekeneenheidDe staat ET001 moet zijn

"UITGEVOERD"

Als de staat ET001 "NIET UITGEVOERD" is, gebruik het commando VP001 "Type van de auto" (zie Configuratie en

inlezen).

2Voedings-

spanningen

PR016 :

Voedings-spanning van de

rekeneenheid

10 V < PR016 < 15,5 V Als een van de spanningen niet conform de vereiste waarden is, raadpleeg de betekenis van de

storing DF013 "Voedingsspanning

rekeneenheid".PR013:

Voedings-spanning opname

elementen wagenhoogte

4,8 V < PR013 < 5,2 V

3Dimlicht omhoog

ET010 :Dimlicht

omhoog rechtsDe staten ET010 en ET009 moeten "STAAT3" zijn als

de auto stilstaat.

Als de staat ET010 of ET009 niet "STAAT3" is, raadpleeg de betekenis van de staten ET010 en ET009 om de strategie van

de werking van het dimlicht omhoog te weten.

ET009 :Dimlicht

omhoog links

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B-33

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

Subfunctie: REGELING VERLICHTING (vervolg)

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze controle.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volgor-de Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

4Dynamische

correctie

ET005 :Correctie

rechtsDe staten ET005 en ET004 moeten "ACTIEF" zijn als de

auto stilstaat.

Als de staat ET005 of ET004 niet "ACTIEF" is, raadpleeg de betekenis van de staten ET004 en ET005 om de strategie van de werking van de dynamische

correctie te weten.ET004 : Correctie links

5 Rijsnelheid PR006: Rijsnelheid 0 km/u

Als de parameter PR006 niet overeenkomt, doe een test van het multiplexnetwerk (zie 88B,

Multiplexsysteem), en voer de diagnose uit van het circuit van het ABS voor het controleren van de conformiteit van het signaal van de rijsnelheid

(zie 38C, ABS).

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B-34

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

Subfunctie: COMMANDO VERLICHTING

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze controle.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden

Volgor-de Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

1 Dimlichten

ET016 : Dimlichten INGESCHAKELD

Bij een probleem, doe een test van het multiplexnetwerk

(zie 88B, Multiplexsysteem), en voer de diagnose uit van het huis met hulporganen interieur

(zie 87C, Betekenis van de storingen).

ET008 :Verzoek

uitschakelen dimlichten

NEESTAAT1STAAT2STAAT3

Als een correctiemotor defect is, onderbreekt de

rekeneenheid in de stand grootlicht de voeding van de lamp die bij de defecte motor

hoort.Bij een probleem, raadpleeg

de betekenis van de staat ET008.

2 Grootlichten ET017 : GrootlichtenINGESCHAKELD

UIT

Bij een probleem, doe een test van het multiplexnetwerk

(zie 88B, Multiplexsysteem), en voer de diagnose uit van het huis met hulporganen interieur

(zie 87C, Betekenis van de storingen).

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de staten 80B

80B-35

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving gereedschap

ET001 Configuratie rekeneenheid

ET002 Initialisatie rekeneenheid

ET004 Correctie links

ET005 Correctie rechts

ET008 Verzoek uitschakelen dimlichten

ET009 Dimlicht omhoog links

ET010 Dimlicht omhoog rechts

ET016 Dimlichten

ET017 Grootlichten

ET021 Informatie achteruitversnelling

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-36

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Betekenis van de staten

ET001

CONFIGURATIE REKENEENHEID

ADVIEZENET001 "CONFIGURATIE VAN DE REKENEENHEID" geeft de werking van het systeem en staat de initialisatie van de rekeneenheid toe.

VERBODEN

Als de staat ET001 "VERBODEN" is, kan de rekeneenheid niet worden geïnitialiseerd.

Mogelijke oorzaken :– configuratie niet uitgevoerd tijdens poging tot configureren,– snelheid niet nul tijdens poging tot initialisatie,– storing opname element of waarde opname element buiten bereik tijdens poging tot initialisatie.

Controleer de opname elementen van de hoogte.Controleer de configuratie.

Na de reparatie, voer de initialisatie van het systeem uit door middel van het commando VP002.

Na afloop van het procedure moet de staat ET001 "TOEGESTAAN" zijn.

TOEGESTAAN

Als de staat ET001 "TOEGESTAAN" is, dan is de initialisatie van het systeem mogelijk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET001

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-37

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET002

INITIALISATIE REKENEENHEID

ADVIEZENAls ET002 "INITIALISATIE REKENEENHEID" "VERBODEN" is, dan is de initialisatie van het systeem niet mogelijk.

NIET UITGEVOERD

Als de staat ET002 "NIET UITGEVOERD" is, dan is de initialisatie van de rekeneenheid niet uitgevoerd.De storing DF014 "Configuratie rekeneenheid" is aanwezig, en de werking van het systeem is uitgeschakeld.Gebruik de configuratie CF001 "Type van de auto" volgens de methode in het deel "Configuratie en inlezen".Na afloop van het procedure moet de staat ET002 "UITGEVOERD" zijn.

UITGEVOERD

Als de staat ET002 "UITGEVOERD" is, dan is de initialisatie van de rekeneenheid uitgevoerd en het systeem werkt normaal.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET002

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-38

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET004

CORRECTIE LINKS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

ACTIEF

De staat ET004 is "ACTIEF" als de correctiemotor links wordt aangestuurd door de rekeneenheid:– bij het inschakelen van de dimlichten,– tijdens de correctie van de lichtbundel.

STAAT1: INITIALISATIE

De staat ET004 is "STAAT1" als het systeem in de initialisatiefase is.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

STAAT2: WACHTEN VAN DE DIMLICHTEN

De staat ET004 is "STAAT2" als de dimlichten uit zijn.Het correctiesysteem is standby.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET004

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-39

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET004

VERVOLG 1

STAAT3: REFERENTIEFASE

De staat ET004 is "STAAT3" als de rekeneenheid de handtekening van het systeem toestaat.Deze staat is maar kort zichtbaar.

STAAT4: HANDTEKENINGFASE

De staat ET004 is "STAAT4" tijdens de handtekening. De handtekening bestaat uit het aansturen van de correctiemotor op 3 verschillende hoogtes bij het inschakelen van de dimlichten.Hiermee kan de werking van het systeem worden gecontroleerd gezien worden of er een storing is (zie "Werking systeem").

STAAT5: BEVRIEZEN VOEDING WACHT OP TIJDSCHAKELING

Als er een storing is in de correctiemotors, wordt de voeding van de motors onderbroken en blijven zij in vaste stand staan.De staat ET004 wordt "STAAT5". Er gaat geen enkel commando naar de correctiemotor links.

STAAT6: BEVRIEZEN VOEDING TIJDSCHAKELING VERSTREKEN

Het bevriezen van de commando's is beëindigd, het systeem gaat over naar het noodprogramma.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-40

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET004

VERVOLG 2

STAAT7: NOODPROGRAMMA

De staat ET004 is "STAAT7" als:– de correctiemotor links een storing heeft,– het opname element wagenhoogte achter een storing heeft,– de voeding van de rekeneenheid is < 10 V meer dan 10 s.

Raadpleeg de eventuele storingen, en raadpleeg hun betekenis indien nodig.Als het systeem geen storing heeft, raadpleeg de betekenis van het commando AC001 "Correctiemotors".

STAAT8: BEVRIEZEN DIMLICHT OMHOOG

De staat ET004 is "STAAT8" als:– het systeem in de fase dimlicht omhoog is,– de correctiemotor links een storing heeft in de stand grootlichten.

De functie dimlicht omhoog is uitgeschakeld tot de reparatie.De correctiemotor aan de andere kant wordt omlaag gezet.Het systeem gaat over op het noodprogramma.

STAAT9: NOODPROGRAMMA DIMLICHT OMHOOG

De functie dimlicht omhoog is niet meer effectief op de correctiemotor links.De correctiemotor wordt niet meer aangestuurd, ongeacht de omstandigheden.De motor blijft in een stand staan.De voeding van de gloeilamp van het dimlicht links is uitgeschakeld.De mistlichten voor worden ingeschakeld.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-41

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET005

CORRECTIE RECHTS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

ACTIEF

De staat ET005 is "ACTIEF" als de correctiemotor links wordt aangestuurd door de rekeneenheid:– bij het inschakelen van de dimlichten,– tijdens de correctie van de lichtbundel.

STAAT1: INITIALISATIE

De staat ET005 is "STAAT1" als het systeem in de initialisatiefase is.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

STAAT2: WACHTEN VAN DE DIMLICHTEN

De staat ET005 is "STAAT2" als de dimlichten uit zijn.Het correctiesysteem is standby.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET005

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-42

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET005

VERVOLG 1

STAAT3: REFERENTIEFASE

De staat ET005 is "STAAT3" als de rekeneenheid de handtekening van het systeem toestaat.Deze staat is maar kort zichtbaar.

STAAT4: HANDTEKENINGFASE

De staat ET005 is "STAAT4" tijdens de handtekening. De handtekening bestaat uit het aansturen van de correctiemotor op 3 verschillende hoogtes bij het inschakelen van de dimlichten.Hiermee kan de werking van het systeem worden gecontroleerd gezien worden of er een storing is (zie "Werking systeem").

STAAT5: BEVRIEZEN VOEDING WACHT OP TIJDSCHAKELING

Als er een storing is in de correctiemotors, wordt de voeding van de motors onderbroken en blijven zij in vaste stand staan.De staat ET005 wordt "STAAT5". Er gaat geen enkel commando naar de correctiemotor links.

STAAT6: BEVRIEZEN VOEDING TIJDSCHAKELING VERSTREKEN

Het bevriezen van de commando's is beëindigd, het systeem gaat over naar het noodprogramma.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-43

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET005

VERVOLG 2

STAAT7: NOODPROGRAMMA

De staat ET005 is "STAAT7" als:– de correctiemotor links een storing heeft,– het opname element wagenhoogte achter een storing heeft,– de voeding van de rekeneenheid is < 10 V meer dan 10 s.

Raadpleeg de eventuele storingen, en raadpleeg hun betekenis indien nodig.Als het systeem geen storing heeft, raadpleeg de betekenis van het commando AC001 "Correctiemotors".

STAAT8: BEVRIEZEN DIMLICHT OMHOOG

De staat ET005 is "STAAT8" als:– het systeem in de fase dimlicht omhoog is,– de correctiemotor links een storing heeft in de stand grootlichten.

De functie dimlicht omhoog is uitgeschakeld tot de reparatie.De correctiemotor aan de andere kant wordt omlaag gezet.Het systeem gaat over op het noodprogramma.

STAAT9: NOODPROGRAMMA DIMLICHT OMHOOG

De functie dimlicht omhoog is niet meer effectief op de correctiemotor links.De correctiemotor wordt niet meer aangestuurd, ongeacht de omstandigheden.De motor blijft in een stand staan.De voeding van de gloeilamp van het dimlicht links is uitgeschakeld.De mistlichten voor worden ingeschakeld.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-44

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET008

VERZOEK UITSCHAKELEN DIMLICHTEN

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

NEE

De staat ET008 is "NEE" tijdens de normale werking van het systeem.Het systeem heeft geen storing.

STAAT1: LINKS

De staat ET008 is "STAAT1" als een storing is gedetecteerd in de stand grootlichten op het circuit van de correctiemotor links.De rekeneenheid onderbreekt de voeding van de gloeilamp van het dimlicht links.Het systeem is dan in een noodprogramma, de rekeneenheid vraagt om het inschakelen van de mistlichten voor.

STAAT2: RECHTS

De staat ET008 is "STAAT2" als een storing is gedetecteerd in de stand grootlichten op het circuit van de correctiemotor rechts.De rekeneenheid onderbreekt de voeding van de gloeilamp van het dimlicht rechts.Het systeem is dan in een noodprogramma, de rekeneenheid vraagt om het inschakelen van de mistlichten voor.

STAAT3: TWEE KANTEN

De staat ET008 is "STAAT3" als een storing is gedetecteerd in de stand grootlichten op de 2 circuits van de correctiemotors.De rekeneenheid onderbreekt de voeding van de gloeilampen van de dimlichten.Het systeem is dan in een noodprogramma, de rekeneenheid vraagt om het inschakelen van de mistlichten voor.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET008

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-45

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET009

DIMLICHT OMHOOG LINKS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

UITGESCHAKELD

De staat ET009 is "UITGESCHAKELD" als de gebruiker de grootlichten uitschakelt.

ACTIEF

De staat ET009 is "ACTIEF" als het systeem bezig is met de initialisatie.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de werkgebieden van de correctiemotors en van de opname elementen van het systeem.

STAAT1: RIJPROGRAMMA

De staat ET009 is "STAAT1" als de functie "dimlicht omhoog" actief is en als de rijsnelheid > 10 km/u.De lichtbundel van de dimlichten gaat omhoog als de bestuurder de grootlichten inschakelt en de dynamische correctie actief is.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET009

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-46

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET009

VERVOLG

STAAT2: STILSTAND

De staat ET009 is "STAAT2" als de functie "dimlicht omhoog" inactief is:– Rijsnelheid < 10 km/u,– grootlichten uit.

De dynamische correctie is actief en lichtbundel is iets hoger.

STAAT3: SCHRIJVEN EEPROM

De staat ET009 is "STAAT3" als de rekeneenheid van de xenonlampen bezig is met de configuratie.Deze staat is niet zichtbar in het diagnoseprogramma.

STAAT4: NOODPROGRAMMA

De staat ET009 is "STAAT4" als een storing is gedetecteerd op de correctiemotor links in de stand grootlichten.De lamp van het dimlicht rechts wordt uitgeschakeld, en de mistlichten voor krijgen voeding.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-47

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET010

DIMLICHT OMHOOG RECHTS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

UITGESCHAKELD

De staat ET010 is "UITGESCHAKELD" als de gebruiker de grootlichten uitschakelt.

ACTIEF

De staat ET010 is "ACTIEF" als het systeem bezig is met de initialisatie.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de werkgebieden van de correctiemotors en van de opname elementen van het systeem.

STAAT1: RIJPROGRAMMA

De staat ET010 is "STAAT1" als de functie "dimlicht omhoog" actief is en als de rijsnelheid > 10 km/u.De lichtbundel van de dimlichten gaat omhoog als de bestuurder de grootlichten inschakelt en de dynamische correctie actief is.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET010

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B-48

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ET010

VERVOLG

STAAT2: STILSTAND

De staat ET010 is "STAAT2" als de functie "dimlicht omhoog" inactief is:– Rijsnelheid < 10 km/u,– Grootlichten uit, de dynamische correctie is actief, en de lichtbundel is iets omhoog.

STAAT3: SCHRIJVEN EEPROM

De staat ET010 is "STAAT3" als de rekeneenheid van de xenonlampen bezig is met de configuratie.Deze staat is niet zichtbar in het diagnoseprogramma.

STAAT4: NOODPROGRAMMA

De staat ET010 is "STAAT4" als een storing is gedetecteerd op de correctiemotor links in de stand grootlichten.De lamp van het dimlicht rechts wordt uitgeschakeld, en de mistlichten voor krijgen voeding.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de parameters 80B

80B-49

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving gereedschap

PR004 Referentiehoogte achter

PR005 Referentiehoogte voor

PR006 Rijsnelheid

PR008 Stand correctiemotor rechts

PR009 Stand correctiemotor links

PR011 Informatie opname element hoogte voor

PR012 Informatie opname element hoogte achter

PR013 Voedingsspanning opname elementen wagenhoogte

PR014 Offset snelheidsafhankelijke kanteling

PR016 Voedingsspanning van de rekeneenheid

PR021 Berekende stand correctiemotor links

PR022 Berekende stand correctiemotor rechts

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de commando's 80B

80B-50

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

RZ001 Storingsgeheugen

AC001 Correctiemotors

VP001 Schrijven van het VIN

VP002 Initialiseren van het systeem

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de commando's 80B

80B-51

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Betekenis van de commando's

AC001

CORRECTIEMOTORS

Met dit commando kan het commandocircuit van de correctiemotors gecontroleerd worden.Selecteer het tabblad actuator van het diagnoseapparaat.Selecteer het commando AC001.Tijdens het commando, moeten de correctiemotors zich verplaatsen.

Schakel de lichten indien nodig in voor het controleren van de hoogteverandering van de lichtbundel.

Als één van de 2 motors, of als de 2 motors zich niet verplaatsen, raadpleeg de volgende storingen:DF009 "Circuit correctiemotor links",DF010 "Commandocircuit correctiemotor rechts".

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen. Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Klachten 80B

80B-52

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Klachten

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID VAN DE XENONLAMPEN ZOEKSCHEMA 1

GEEN HOOGTECORRECTIE VAN EEN OF VAN DE TWEE KOPLAMPEN ONGEACHT DE BELASTING VAN DE AUTO

ZOEKSCHEMA 2

VERBLINDING OF TE LAGE STAND VAN EEN OF VAN DE KOPLAMP(EN) ZOEKSCHEMA 3

VERLICHTING VOORZIJDEStoring zoeken - Zoekschema's 80B

80B-53

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44 Storing zoeken - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA1

Geen communicatie met de rekeneenheid van de xenonlampen

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Maak de 12-polige zwarte stekker van de rekeneenheid van de xenonlampen los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen: geen oxydatie, beschadigde contacten...Herstellen indien nodig.

Controleer de accuspanning en voer de nodige reparaties uit om de spanning goed te krijgen (9,5 V < U accu < 16 V).

Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F27 10A.Vervang deze indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 7 aansl. 1 zekeringhouder zwarte

stekker 6-poligRekeneenheid xenonlamp zwarte stekker aansl. 8 Massa auto

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R265 op aansl. A6.Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding van de verbindingen CAN H en CAN L:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 2 aansl. 11 Huis met hulporganen

interieur bruine stekker 20-poligRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 12-polig aansl. 4 aansl. 1 Huis met hulporganen

interieur bruine stekker 20-poligHerstellen indien nodig.

Controleer de voedingen en de massa's van de diagnoseaansluiting:– de + 12 V + voor contact op aansl. 16– de + 12 V + na contact op aansl. 1– de massa op aansl. 4 en 5.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen. Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_ALP1

VERLICHTING VOORZIJDEStoring zoeken - Zoekschema's 80B

80B-54

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ZOEKSCHEMA2

Geen hoogtecorrectie van een of van de twee koplampen ongeacht de belasting van de auto

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer de handtekening bij het inschakelen van de dimlichten stilstaand.Als de handtekening niet wordt uitgevoerd, kunnen de correctiemotors of een van de onderdelen van het systeem defect zijn.

Controleer de conformiteit en de staat van de zekering F106 15A. Vervang deze indien nodig.

Gebruik het commando AC001 "Correctiemotors" voor het controleren van de werking van de correctiemotors.Als er niets gebeurd tijdens het commando, raadpleeg de betekenis van het commando AC001 "Correctiemotors".

Controleer de conformiteit van de parameters PR011 en PR012 "Informatie opname element hoogte voor en achter".

Controleer de staat van de verbindingsstangetjes van de opname elementen van de hoogte: vastklemmen, losgeschoten kogeldraaipunt, beschadiging van het opname element en elektrische aansluiting.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen. Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_ALP2

VERLICHTING VOORZIJDEStoring zoeken - Zoekschema's 80B

80B-55

LAD X73 ph 2

Vdiagnr.: 44

ZOEKSCHEMA 3

Verblinding of te lage stand van een of van de koplamp(en)

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer of de koplampen correct zijn gemonteerd.

Controleer of de koplampen rechts en links even hoog schijnen.Als de hoogtes van de koplampen verschillend zijn, stel de koplampen dan met de hand af.

Controleer de mechanische elementen van het systeem (steun opname elementen, verbindingsstangetjes).Herstellen indien nodig.

Initialiseer het systeem met het commando VP002 (zie de procedure in het deel Configuratie en inlezen).

Schakel de dimlichten in en gebruik het commando AC001 "Correctiemotors" .Als de correctiemotors aangestuurd worden maar de lichtbundel niet beweegt, controleer dan de staat van de verbindingsstangetjes correctiemotor/koplamp.Vervang de defecte correctiemotor(s).

Als de motors niet worden aangestuurd, vervang de defecte correctiemotor(s).Als de correctiemotors worden aangestuurd en de stand van de lichtbundel verandert, stel de koplampen dan met de hand af.

NA REPARATIE

Behandel de door het diagnoseapparaat aangegeven storingen. Wis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

LAD_V44_ALP3

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-1

183AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11INSTRUMENTEN - DASHBOARD

Diagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatieMethodes van de diagnose (dit document):– Diagnose assistentie (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), papier (Werkplaatshandboek of

Service Mededeling), Dialogys.Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaatCLIP + CAN-sonde

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– Druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– als het contact is ingeschakeld, druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.

Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model(len): VEL SATISBetreffende functie: Instrumentenpaneel

Naam van de rekeneenheid: InstrumentenpaneelVdiagnr.: 11

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1674 Clip + CAN-sonde

Elé. 1681 Universeel verlengblok

TDB_V11_PRELI

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-2

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het starten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (+APC) (zonder de elementen van het systeem te bedienen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing in geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van het advies, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxydatie, verbogen pennetjes enz.),– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de staten en parameters gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij geen samenhang hebben. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema

Als de controle met het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klachten.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagramVolgende bladzijde

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-3

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Controleer de laadtoestand van de accu en de staat van de zekeringen

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-4

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnose

Het aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De elektrische metingen van de spanning, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oog

Zoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controle

Gebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk element

Maak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand

Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan +12V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-5

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd:– Bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk.– Bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is.– Om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:

– Controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te geringe lading,

– Niet roken,– Gebruik geschikt gereedschap.

LET OP !

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD.

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Instrumentenpaneel

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1188 Weergave brandstofpeil niet goed

1156 Weergave koelvloeistoftemperatuur niet goed

1187 Digitaal display: tekst / figuur niet goed

1185 Weergave van de snelheid niet goed

1157 De waarschuwingslampjes branden niet

1186 Weergave toerental niet goed

1190 Verkeerde indicaties van de boordcomputer

Ander Uw toelichting

Omstandigheden van de klacht

011 Bij contact aanzetten 005 rijdend 004 af en toe

009 plotselinge storing 010 Geleidelijke verslechtering

Ander Uw toelichting

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service Ondersteunende Mededeling diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 10Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Instrumentenpaneel

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer:

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer

Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 10Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Werking van het systeem 83AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11Diagnose - Werking van het systeem

1. Functies van het instrumentenpaneel:

– Bijzonderheid benzine: waarschuwingslampje gas (LPG), toerenteller tot 7125 tr/min.

– Bijzonderheid diesel: waarschuwingslampje FAP (roetfilter), toerenteller tot 5000 tr/min.

– Zichtbaar door analoge wijzers: rijsnelheid, toerenteller, brandstofpeil (benzine, diesel of gas), koelvloeistoftemperatuur.

– Zichtbaar op LCD display: afstandsmeter algemeen en gedeeltelijk: informatie ABS/ESP door CAN, oliepeil, boordcomputer, verbruikte brandstof (benzine of diesel), gemiddeld verbruik (benzine of diesel), actueel verbruik (benzine of diesel), actieradius brandstof (benzine of diesel), verbruikte brandstof gas, gemiddeld verbruik gas, actieradius gas, afgelegde afstand, gemiddelde snelheid, afstand tot olie verversen.

– Zichtbaar op een monochroom infoscherm met informatie over de staat van de werking van de auto door een kleurensysteem:

– wit: boodschap over de staat (snelheidsregelaar, auto zonder sleutel, enz.),– oranje: waarschuwingsboodschappen met risico (sensor controlesysteem bandenspanning defect, enz.),– rood: waarschuwingsboodschappen met gevaar (temperatuur van de koelvloeistof in de motor, enz.).

– Het infoscherm wordt gebruikt voor de volgende functies: auto zonder sleutel, controlesysteem bandenspanning, staat van de portieren, indicator automatische transmissie (optie), enz. (ongeveer 70 boodschappen per taal - 4 regels van 13 tekens).

OpmerkingenHet is mogelijk om in het zelfdiagnoseprogramma van het instrumentenpaneel te komen. Hiervoor zet u het contact aan terwijl u de functiekeuzetoets van de boordcomputer ingedrukt houdt op het einde van de ruitenwisserschakelaar.

83A-8

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Werking van het systeem 83AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11

– Beheer van een multifunctionele zoemer:De zoemer wordt gebruikt voor de volgende functies: signaleren van de werking van de knipperlichten, signaleren van het vergeten van de markeringslichten, het aan de bestuurder aangeven van het activeren of deactiveren van de portiervergrendeling tijdens het

rijden, aangeven van de storing van het kinderveiligheidssysteem, aangeven van het memory systeem van de bestuurdersstoel, signaal vergeten van de parkeerrem, signaleren van het vergeten van het vastmaken van de gordel van bestuurder of passagier tijdens het rijden, signaleren van het begin van het aangeven van alle waarschuwingen van de eerste prioriteit (gekoppeld aan

een waarschuwingslampje STOP):– ernstige storing inspuitsysteem,– storing van het remcircuit of van de elektronische remkrachtverdeler,– storing van het laadstroomcircuit van de accu,– storing oliedruk,– waarschuwing koelvloeistoftemperatuur,– storing startvergrendeling,– storing grendel,– storing parkeerrem,

signaleren van een storing van de eerste prioriteit door het controlesysteem bandenspanning: leeglopen of groot lek in de band,

signaleren bereiken brandstofreserve "waarschuwing brandstof", signaleren portier/achterklep niet goed gesloten, signaleren handrem vastgezet tijdens het rijden, signaleren van verzoek tot weer in de hand nemen van de ACC, signaleren van inschakelen of uitschakelen van de ACC, aangeven van overschrijden snelheid van uitvoeringen Arabië waar een snelheidsverklikker is

voorgeschreven.

De zoemer is operationeel zodra het instrumentenpaneel actief is.De volgende geluidssignalen zijn mogelijk: vergeten markeringslicht, knipperlichten, kaart vergeten, Automatische parkeerrem.

– Regelweerstand van het instrumentenpaneel: als de markeringslichten branden, kan de lichtintensiteit van het instrumentenpaneel geregeld worden met behulp van een knop op het instrumentenpaneel.

– Bepaalde functies of configuraties zijn bekend door het programmeren via de diagnose.

– Het oliepeil wordt aangegeven na een vaste tijd, er ontstaat een spanningsverschil bij de klemmen van de oliepeilzender. Dit spanningsverschil wordt door een elektronische schakeling behandeld die deze informatie naar de peilmeter stuurt.

– Voor de boodschappen "Olie verversen" en "Binnenkort olie verversen":De waarden van overgebleven afstanden in tijdsduur, evenals de overgebleven afstanden op het display worden weer geïnitialiseerd na het olie verversen door middel van 2 parameters "overgebleven afstand tot olie verversen" en "overgebleven tijd tot olie verversen".

Bereiken van 1e alarmdrempel: Olie verversenAls de overgebleven afstand de waarde van 1500 km of 1000 mijlen bereikt OF de overgebleven tijd bereikt 2 maanden, wordt de eerste alarmdrempel gepasseerd en verschijnt op het display "Olie verversen".

Bereiken van 2e alarmdrempel: Binnenkort olie verversenAls de overgebleven afstand OF de overgebleven tijd de waarde 0 bereikt, wordt de tweede alarmdrempel gepasseerd met weergave van "Binnenkort olie verversen" (en branden van het controlelampje SERVICE).

83A-9

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Werking van het systeem 83AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11

2. Weergave in noodprogramma

Parameters boordcomputer

Storingverbruikte brandstof aanwezig

ABSstoring in geheugen aanwezig

Rekeneen-heid

storing in geheugen aanwezig

LPG/CNG storing

afwezigheid in

geheugen

Tankele-ment

benzine/diesel metstoring in geheugen

Storing tankele-

ment gas

storing(en) Worden ge-detecteerd

Verbruikte brandstof (benzine/diesel)

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder effect

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Gemiddeld verbruik benzine/diesel

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder effect

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Actueel verbruik benzine/diesel

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder effect

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Actieradius brandstof benzine/diesel

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

knipperende streepjes

2 Hz

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Verbruikte brandstof gas

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Gemiddeld verbruik gas

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder

effect

Waarde blijft onver-anderd

Actieradiusmet gas

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

knipperende

streepjes 2 Hz

Waarde blijft onver-anderd

afgelegde afstand zonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder effect zonder effect

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Gemiddelde snelheid zonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder effect zonder effect zonder

effect

Waarde blijft onver-anderd

Afstand tot olie verversen zonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect zonder effect zonder effect

zonder effect

Waarde blijft onver-anderd

Divers Weergave van de letter "d" op de 3

e

digitaleregel in test-programma

zonder effect zonder effect zonder effect

Weergave van de letter "j" op de 2

e

digitale regel in test-

programma

zonder effect

zonder effect

83A-10

INSTRUMENTEN - DASHBOARD 83A

83A-11

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Bestemming van de aansluitingen van het instrumentenpaneel

Rekeneenheid van het instrumentenpaneel, 30-polige stekker:

Aansluiting Omschrijving

1 Bestuurdersportier

2 Knipperlicht rechts

3 Knipperlicht links

4 +accu

5 Commando Led Verlog

6 Gordel bestuurder

7 Uitgang Safety Line

8 Dimlichten

9 Grootlichten

10 Voeding waarschuwingslampje autogordel

11 Mistachterlichten

12 Mistlichten voor

13 Minimum ruitensproeierpeil

14 Accu laadstroom

15 Stoelverwarming

16 + na contact

17 RESERVE PHASE 1

18 Oliedruk

19 Ingang kap

20 Niet in gebruik

21 + Oliepeilzender

22 + Tankelement

23 Niet in gebruik

24 Massa

25 - Tankelement

26 - Oliepeilzender

27 + Verlichting

28 Toets herhaling

29 Ingang parkeerrem

30 Ingang remvloeistofpeil

INSTRUMENTEN - DASHBOARD 83A

83A-12

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Bestemming van de aansluitingen van het instrumentenpaneel

Rekeneenheid van het instrumentenpaneel, 30-polige stekker:

Aansluiting Omschrijving

1 Uitgang waarschuwingslampje portier

2 Toets discretie

3 Uitgang waarschuwingslampje autogordel min

4 Niet in gebruik

5 Regelweerstand

6 Functiekeuze afstandsmeter/boordcomputer

7 Niet in gebruik

8 Uitgang kopie CAN_H auto

9 Niet in gebruik

10 CAN_H auto

11 CAN_L auto

12 RESERVE PHASE 1

13 Uitgang kopie CAN_L auto

14 Uitgang waarschuwingslampje airbag OFF min

15 Voeding waarschuwingslampje airbag OFF plus

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Vervangen van organen 83A

83A-13

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Vervangen van organen

1. VERVANGEN, PROGRAMMEREN OF HERPROGRAMMEREN VAN HET INSTRUMENTENPANEEL:

Na het vervangen van het instrumentenpaneel voert u de configuratie uit die in de volgende paragraaf staat (zie "Configuratie en inlezen").

OPMERKINGNa het programmeren, herprogrammeren of vervangen van de rekeneenheid instrumentenpaneel, geeft u altijd het commando VP011 "Kalibratie van het tankelement".

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-14

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Configuratie en inlezen

1. CONFIGURATIES:

Als het instrumentenpaneel nooit geconfigureerd is, verschijnt de boodschap "NO PROG" op het display zodra het contact aangezet wordt.

BELANGRIJKHet is nodig om de configuraties uit te voeren zodat de nieuwe configuratiewaardes door het systeem gebruikt worden.

N°°°° CF of LC

Configuratie Opmerking

CF018 of

LC001Inhoud reserve

→ LAGUNA II phase 2 = 7 liter

→ VELSATIS phase 2 = 9 liter

CF019 of

LC003Type display boordcomputer

→ Europa (l/100 km)Controleer de aan- of afwezigheid van de bladzijde Boordcomputer "actueel verbruik".

→ GB (mijlen/gallon)

→ Brazilië (km/l)

CF035 of

LC006Inhoud tank

→ LAGUNA II phase 2 = 70 liter

→ VELSATIS phase 2 = 80 liter

CF039 of

LC065Huis met hulporganen interieur

→ LAGUNA II phase 2

→ VELSATIS phase 2

CF040 of

LC066Rietfilter

→ Geen

→ MET

CF049 of

LC070Waarschuwingsdrempel oliedruk

→ P9X/V4Y

→ Anders:

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-15

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

CF050 of

LC071Temperatuurdrempel olie

→ V4Y

→ Anders:

CF053 of

LC072Vertraging meting olie

→ V4Y

→ Anders:

CF054 of

LC071Functie parkeerhulp

→ Geen

→ MET

CF060 of

LC074Type motor

→ M9R Met deze configuratie kan een vervroegingskromme worden gecombineerd voor de functie snelheidsregelaar/begrenzer door het selecteren van een motortype.

→ Anders:

CF125 of

LC002Taalversie

→ Frans

→ Engels

→ Italiaans

→ Duits

→ Spaans

→ Nederlands

→ Portugees

→ Turks

→ Japans

→ Russisch

CF136 of

LC047Eenheid van de bandenspanning

→ Bar Selectie van de eenheid waarin de bandenspanning wordt weergegeven.→ Psi

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-16

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

CF137 of

LC030Type auto

→ LAGUNA II phase 2Selectie van de auto waarin het instrumentenpaneel is gemonteerd.

→ VELSATIS phase 2

→ LAGUNA II phase 1

CF138 of

LC049Soort brandstof

→ Benzine Benzine: controleer of de schaalverdeling van de toerenteller maximaal 7000 tr/min aangeeft.Diesel: controleer of de schaalverdeling van de toerenteller maximaal 6000 tr/min aangeeft en het controlelampje voorverwarming diesel oplicht bij het aanzetten van het contact.LET OP Deze controle is belangrijk, want het zorgt bovendien voor de goede peilwerking.

→ Diesel

→ Twee brandstoffen benzine/gas

CF139 of

LC050Spraakmaker

→ Geen(alleen VELSATIS)

→ MET

CF140 of

LC051Eenheid van afstand

→ km Selectie van de aanwezigheid of niet van de optie snelheidsregelaar met afstandsregelaar (radar aan voorzijde)→ Mijlen

CF141 of

LC052Snelheidsverklikker Arabië

→ Geen Rijd sneller dan 130 km/uur, u moet een zoemer horen.→ MET

CF142 of

LC053Stabiliteitsprogramma (ESP)

→ MET Als de auto uitgerust is met ESP: controleer door de knop ESP OFF in te drukken of de boodschap "ESP uitgeschakeld" verschijnt.Als de auto niet uitgerust is met ESP: controleer of het controlelampje ESP niet 3 secondes oplicht bij het aanzetten van het contact.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-17

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

CF145 of

LC056Controlesysteem bandenspanning

→ Geen Als de auto een bandenspanning-controlesysteem heeft: controleer dan of het profiel van de auto niet zonder wielen blijft en niet de boodschap "spanning niet gecontroleerd" verschijnt (boodschap die aangeeft dat er gen frames zijn van het bandenspanning-controlesysteem).

→ MET

CF146 of

LC057Automatische parkeerrem

→ MET LET OPAls het instrumentenpaneel geconfigureerd is "zonder automatische parkeerrem" terwijl de auto deze wel heeft, toont het instrumentenpaneel "NO PROG" op het infoscherm.

CF148 of

LC059Automatische verlichting

→ MET Schakel de automatische verlichting uit, controleer of de boodschap "Lichtautomaat Off" verschijnt.→ Geen

CF149 of

LC029Type versnellingsbak

→ Automatische transmissie Als de auto een automatische transmissie (BVA) of robotversnellingsbak (BVR) heeft, controleer dan of het instrumentenpaneel de versnelling aangeeft.Als de auto geen automatische transmissie (BVA) of robotversnellingsbak (BVR) heeft, controleer dan of er geen boodschap "versnellingsbak controleren" is (deze boodschap geeft de afwezigheid aan van de frames van de automatische transmissie als het instrumentenpaneel voor een automatische transmissie of robotversnellingsbak geconfigureerd is).

→ BVR

→ Handgeschakelde versnellingsbak

CF150 of

LC061Snelheidsregelaar / -begrenzer

→ MET Als de auto uitgerust is met een snelheidsregelaar/-begrenzer: controleer dan of het controlelampje snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer oplicht door het knopje snelheidsregelaar/-begrenzer te gebruiken.

→ Geen

→ Afstandsregelaar/snelheidsbegrenzer

CF158 of

LC064Zoemer gordel vergeten

→ MET

→ Geen

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-18

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Afstand tot olie verversen:

– De waarden van de afstanden en tijden tot het olie verversen moeten opnieuw geïnitialiseerd worden, evenals de getoonde waarde tot het olie verversen door de 2 parameters te configureren met de CLIP, VP008 "Afstand tot olie verversen: actuele waarde in KM" en VP009 "Afstand tot olie verversen: actuele waarde in maanden".

Bereiken van 1e alarmdrempel: Olie verversen

– Als de overgebleven afstand de waarde van 1500 km of 1000 mijlen bereikt OF de overgebleven tijd bereikt 2 maanden, wordt de eerste alarmdrempel gepasseerd en verschijnt op het display "Olie verversen A".

Bereiken van 2e alarmdrempel: Binnenkort olie verversen

– Als de overgebleven afstand OF de overgebleven tijd de waarde bereikt, wordt de tweede alarmdrempel gepasseerd met weergave van "Binnenkort olie verversen" (en branden van het controlelampje SERVICE).

Interval olieverversen:

Deze parameter mag alleen gebruikt worden als het instrumentenpaneel nieuw is.Deze parameter dient voor het overbrengen op het nieuwe instrumentenpaneel, van de 2 te configureren parameters door de CLIP, VP006 "Interval olieverversen in KM" en VP007 "Interval olieverversen in maanden" die in het oude instrumentenpaneel aanwezig is.Raadpleeg het instructieboekje van de auto voor het kilometer- en het tijdsinterval van de auto afhankelijk van het land.Contact aan, stilstaande motor. Geef het commando VP006 "Interval olieverversen in km".Voer de verversingsinterval in km in.

Voorbeeld van invoeren:Voer met behulp van het toetsenbord van de clip, 20 in om 20000 km aan te geven

ofvoer 30 in om 30000 km aan te geven

Bijzonderheid bij Engelse uitvoeringen:Het nieuw geleverde instrumentenpaneel is in kilometers geconfigureerd.Maak, behalve het configureren van de taal CF125 "Uitvoering taal" (KM →→→→ Mijlen), onderstaande berekening zodat het instrumentenpaneel de juiste waarde aangeeft voor de afstand tot olie verversen en het gewenste interval voor het olieverversen.Om het interval voor het olieverversen in mijlen aan te geven vermenigvuldigt u de in mijlen aangegeven waarde in het onderhoudsboekje met 10 daarna deelt u door 6, om de waarde in kilometers te krijgen.Na de waarde te hebben ingevoerd, rekent de rekeneenheid deze automatisch om in mijlen voor het interval van het olieverversen."Houd u altijd aan volgende procedure voor het goed functioneren van de afstand en interval olieverversen".

Voorbeeld:18000 mijlen x 10 = 180000 mijlen, daarna delen door 6 = 30000 km (Voer 30 in)

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-19

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Afstandsmeter

Deze parameter mag alleen gebruikt worden als het instrumentenpaneel nieuw is.Deze parameter dient voor het actualiseren van de afstandsmeter op het nieuwe instrumentenpaneel, door middel een parameter die te configureren is met de CLIP, VP010 "Update afstandsmeter".De update teller wordt groter bij elke update van de afstandsmeter van het instrumentenpaneel (maximale waarde 15). Deze update teller is in de EEPROM en kan alleen geïnitialiseerd worden in de fabriek of in de werkplaats. De waarde van de update teller is een waarde van een EEPROM die is teruggezet op 0.

Kalibratie van het tankelement

Deze parameter mag alleen gebruikt worden als het instrumentenpaneel nieuw is.Deze parameter dient voor het actualiseren van de peilmeting op het nieuwe instrumentenpaneel, door middel een parameter die te configureren is met de CLIP, VP011 "Kalibratie van het tankelement".Contact aan, stilstaande motor. Geef het commando VP011 "Kalibratie van het tankelement".De waarde meting gaat van 15 ΩΩΩΩ tot 320 ΩΩΩΩ waarbij het instrumentenpaneel de weerstandswaarde omrekent in liters.

2. INLEZEN:

Niet van toepassing.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de storingen 83A

83A-20

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing CodeBijbehorende

DTCOmschrijving in diagnoseapparaat

DF007 9402 Circuit tankelement

DF009 9407 Circuit opname element oliedruk

DF016 9401 Circuit oliepeilzender

DF018 9405 Instrumentenpaneel

DF019 9404 Accuspanning

DF020 9406 Circuit stuurkolomgrendel

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-21

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Betekenis van de storingen

DF007AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

CIRCUIT TANKELEMENTCO : OnderbrekingCC : Kortsluiting1.DEF : Interne elektronische storing2.DEF : Spanningen buiten de tolerantie

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het aanzetten van het contact, wacht 2 minuten om de storing te bevestigen.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en het tankelement heen en weer om een verandering van de storing (aanwezig ↔ in geheugen) te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het relais van het tankelement en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbindingen:Tankelement aansl. A1 aansl. 22, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneelTankelement aansl. B1 aansl. 25, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneel

Herstellen indien nodig.

Meet de weerstand tussen aansl. A1 en B1 van het tankelement.Vervang het tankelement als de waarde van de weerstand niet is: 350 ΩΩΩΩ tank op reserve

10 ΩΩΩΩ tank vol

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit, gevolgd door een nieuwe controle met het diagnoseapparaat.

TDB_V11_DF007

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-22

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DF009AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPNAME ELEMENT OLIEDRUK1.DEF : Onsamenhangend signaal

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Zet het contact aan, start de motor (toerental boven 500 tr/min); de staat moet inactief zijn als het lampje uit is.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en het opname element oliepeil zodat de staat van de storing verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de oliepeilzender en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding:Drukcontact, heldere stekker, aansl. 1 aansl. 18, 30-polige stekker, van het

instrumentenpaneel Drukcontact, grijze stekker, aansl. 2 aansl. 18, 30-polige stekker, van het

instrumentenpaneelAls de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R262 op aansl. C5.Herstellen indien nodig.

Controleer of het drukcontact goed gemonteerd is en spoor een eventuele olielekkage op (zie M.R. 395 Mechanisch, 10A, Motorblok en onderzijde).

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit, gevolgd door een nieuwe controle met het diagnoseapparaat.

TDB_V11_DF009

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-23

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DF016AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OLIEPEILZENDERCO : OnderbrekingCC : Kortsluiting1.DEF : Onsamenhangende waarde van de stroom2.DEF : Interne elektronische storing.3.DEF : Accuspanning buiten bereik

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het aanzetten van het contact, wacht 2 minuten om de storing te bevestigen.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en het opname element oliepeil zodat de staat van de storing verandert (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de oliepeilzender en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen:Oliepeilzender aansl. 2 aansl. 26 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneelOliepeilzender aansl. 1 aansl. 21 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R262 op aansl. C6 en C7. Herstellen indien nodig.

Meet de weerstand tussen aansl. 3 en 4 van de oliepeilzender.Vervang de oliepeilzender als de weerstand niet ligt tussen 7 en 20 ΩΩΩΩ.

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit, gevolgd door een nieuwe controle met het diagnoseapparaat.

TDB_V11_DF016

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-24

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

* EEPROM = Geheugen van de rekeneenheid.

DF018 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

INSTRUMENTENPANEEL1.DEF : Afwijking in EEPROM2.DEF : Accuspanning te laag

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Een EEPROM storing wordt aangegeven als het instrumentenpaneel een afwijking van het beheer van de kilometerstanden in de EEPROM* heeft gedetecteerd. De kilometerstand is niet meer correct.

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard, contact aan, als de spanning van het signaal lager is dan 5 V of hoger dan 12 V.

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de accu heen en weer om een verandering van de storing (aanwezig ↔ in geheugen) te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de accu en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de accu en het laadcircuit.Controleer de staat van de massa's van de auto.

Controleer de + 12 V op aansl. 4 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer, contact aan, de + 12 V op aansl. 16 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 24 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit, gevolgd door een nieuwe controle met het diagnoseapparaat.

TDB_V11_DF018

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-25

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DF019AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

ACCUSPANNING1.DEF : Spanning te laag2.DEF : Voedingsspanning te hoog (tussen 16 en 18 V)3.DEF : Voedingsspanning te hoog (hoger dan 18 V)4.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZENBijzonderheden:Als de accuspanning hoger is dan 18 V door een verwisseling van de polariteit, controleer of het instrumentenpaneel niet beschadigd is.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de accu heen en weer om een verandering van de storing (aanwezig ↔ in geheugen) te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de accu en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de accu en het laadcircuit.Controleer de staat van de massa's van de auto.

Controleer de + 12 V op aansl. 4 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer, contact aan, de + 12 V op aansl. 16 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 24 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit, gevolgd door een nieuwe controle met het diagnoseapparaat.

TDB_V11_DF019

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-26

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DF020AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT STUURKOLOMGRENDELCC.0: Kortsluiting aan massa

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het aanzetten van het contact.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de stuurkolomgrendel heen en weer om een verandering van staat van de storing te krijgen (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de elektrische stuurkolomgrendel en zijn aansluitingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 7 aansl. 5 elektrische stuurkolomgrendel

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit, gevolgd door een nieuwe controle met het diagnoseapparaat.

TDB_V11_DF020

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-27

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Conformiteitscontrole

BELANGRIJKSTE STATEN EN PARAMETERS VAN DE REKENEENHEID

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel en

opmerkingenDiagnose

1 Voeding ET002: + 12 V na contact

Contact aan, de staat moet AANWEZIG

zijn

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de staat ET002

"+ 12 V na contact".

2

Accuspan-ning

PR110: Accuspanning8 V < PR110

< 16 V

Bij een storing, raadpleeg de betekenis van de storing

DF019 "Accuspanning".

3 ET058: Accu laadstroom GOEDBij een probleem, raadpleeg de betekenis van de staat ET058 "Laadtoestand van de accu".

4 Rijsnelheid ET008:Informatie

rijsnelheid < 15 km/uJA

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de staat

ET008 "informatie snelheid < 15 km/u".

5Tempera-

tuurET056:

Koelvloeistoftempe-ratuur: informatie

afwezigNEE

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de staat ET056 "Koelvloeistoftemperatuur:

informatie afwezig".

TDB_V11_CCONF

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-28

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

BOORDCOMPUTER

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1

Radio

ET030:Toets functiekeuze

boordcomputerINGEDRUKT

LOS

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET030 "Functiekeuzetoets

boordcomputer".

2 ET034:Toets nulinstelling

boordcomputerINGEDRUKT

LOS

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de

technische helpdesk.

3 ET031: Toets discretieINGEDRUKT

LOS

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET031 "Toets discretie".

4 ET033: Toets herhalingINGEDRUKT

LOS

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET033 "Toets heraling".

5

brandstof

PR003: BrandstofverbruikGeeft het

brandstofverbruik aan. Bij een probleem,

raadpleeg de betekenis van de storing DF007

"Circuit tankelement".6 PR004:

Brandstofverbruik LPG

Geeft het LPG-verbruik aan.

7 PR112: BrandstofopbrengstGeeft de

brandstofopbrengst.

8

Instrumentenpaneel

AC011: Vignet

Met dit commando wordt de weergave van het infoscherm in rood zichtbaar. Als de storing aanhoudt:

neem contact op met de technische helpdesk.

9 AC015: Spraakmaker

Contact aan en stilstaande motor,

de spraakmaker moet een boodschap

geven.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-29

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DISPLAY

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel enopmerkingen

Diagnose

1 Rijsnelheid ET008:Informatierijsnelheid< 15 km/u

JA

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET008"informatie rijsnelheid

< 15 km/u".

2Ruiten-sproeier

ET014:minimum peilruitensproeier-

vloeistof

Informeert over het peil ruitensproeier-

vloeistof.JA: Peil te laag

NEE: Peil voldoende

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET014 "Minimum peil

ruitensproeiervloei-stof".

3

Portierver-grendeling

ET016:Bestuurderspor-

tier openJA: Portier open

NEE: Portier dicht

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET016 "Bestuurdersportier

open".

4 ET018: Motorkap openJA: Motorkap open

NEE: Motorkap dicht

Bij een probleem,raadpleeg de betekenis

van de staat ET018"Motorkap open".

5Remvloei-

stofpeilET019:

Minimumremvloeistofpeil

Informeert over het remvloeistofpeil.JA: Peil te laag

NEE: Peil voldoende

Bij een probleem,raadpleeg de betekenis

van de staat ET019"Minimum

remvloeistofpeil".

6Stoelverwar-

mingET055: Stoelverwarming

Bedien de schakelaar van de stoelverwar-

ming, de staatmoet ACTIEF zijn.

Bij een probleem,raadpleeg de betekenis

van de staat ET055 "Stoelverwarming".

7 Oliedruk ET096: OliedrukcontactDICHTOPEN

Bij een probleem,raadpleeg de betekenis van de storing DF009

"Circuit opnameelement oliedruk".

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-30

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DISPLAY (vervolg 1)

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel enopmerkingen

Diagnose

8 Parkeerrem ET097: Parkeerrem

Geeft de stand van de parkeerrem (VAST-GEZET/VRIJGEZET) aan, behalve bij een

automatische parkeer-rem ; in dat geval is de

staat INACTIEF

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET097 "Parkeerrem".

9

Autogordel

ET098: Contact autogor-del bestuurder

Contact aan, maakde autogordel van de bestuurder vast, de

staat moet OPEN zijn.

Bij een probleem,raadpleeg de betekenis

van de staat ET098 "Contact autogordel

bestuurder".

10 ET156:Contact

autogordelpassagier

Contact aan, maakde autogordel van de

passagier vast, de staat moet OPEN zijn.

Bij een probleem,voer een diagnose uit van de rekeneenheid

van de airbag engordelspanners

(zie 38C,Antiblokkeersysteem).

11

Verlichtingbuitenkant

ET157:Informatiedimlichten

AANWEZIG

Bij een probleem, voer een diagnose uit van

de rekeneenheid van het huis met hulporganen

interieur (zie 87B, Huis met hulporganen

interieur).

12 ET158:Informatie

markeringslichten

13 ET159:Informatie

mistlichten voor

14 ET160:Informatie

mistachterlichten

15Verlichting

instrumenten-paneel

ET107:Kartelknop

regelweerstand verlichting

Contact aan, dimlichten branden, de lichtsterkte gaat variëren, de staat

staat moet AANGESLOTEN zijn.

Bij een probleem:neem contact op met de

technische helpdesk.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-31

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

DISPLAY (vervolg 2)

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

16 AC009:

Waarschu-wingslampjes instrumenten-

paneel

Het aansturen van decontrolelampjes van het

instrumentenpaneel wordtuitgevoerd in verschillende

stappen.De waarschuwings- en

controlelampjes lichten op, daarna laat het commando al

deze lampjes branden.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische

helpdesk.

17 AC008:WIJZERS

INSTRUMEN-TENPANEEL

Contact aan en stilstaandemotor, de wijzers moeten

bewegen.

18 AC005:Test van de weergave

Contact aan en stilstaandemotor, alle weergaven op het

instrumentenpaneel lichten op.

19 AC010: Verlichting

Door de activering vanalle lampjes van het instrumen-

tenpaneel, kan de intensiteit van de verlichting variëren van 25 %, 50 %, 75 % daarna 100 %

van de maximumintensiteitgedurende elke keer

4 secondes.

20 AC004:Controlelamp-

je gordelOplichten van waarschuwings-

lampje autogordel.

21 AC003:Waarschu-

wingslampje portier

Oplichten van het waarschu-wingslampje portieren open.

22 Zoemer AC006: ZoemerContact aan en stilstaande

motor, de zoemer moet klinken.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-32

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

PEILEN

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel enopmerkingen

Diagnose

1

brandstof

ET110:Noodprogram-

matankelement

NEEWaarschuwt voor

een storing van het brandstofpeil.

Bij een probleem, voer de diagnose uit van DF007 "Circuit tankelement".

2 PR002:Weerstand

tankelementPR002 leeg = 5 ΩΩΩΩPR002 vol = 350 ΩΩΩΩ

3 PR010: Inhoud tank

Geeft de hoeveelheid brandstof in de

tank aan.0 < PR010 < 80 l

Bij een probleem, controleer of de configuratie LC006

"inhoud van de tank" goed is uitgevoerd. Als de storing aanhoudt: neem contact op

met de technische helpdesk.

4 Oliepeil PR011:

Spanningopnameelementoliepeil

Oliepeil vol:≤ 190 mV

Oliepeil minimum:≥ 440 mV

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de storing

DF016 "Circuit opname element oliepeil".

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-33

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

AFSTANDSMETER

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgorde FunctieParameter, Staatcontrole of actie

Afleespaneel enopmerkingen

Diagnose

1

Intervalolieverversen

PR005:Verversingsinter-

val in kmGeeft de afstand tot het

olie verversen in km aan.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische

helpdesk.

2 PR006:Verversingsinter-val in maanden

Geeft de tijdsduur tussen het olie verversen in

maanden aan.

3

Afstand totolieverversen

PR007:

Afstand totde volgendeverversing:

huidige waarde in km

Geeft de afstand tot de volgende verversing in km aan. (deze waarde

moet kleiner dan of gelijk aan het interval zijn).

PR005 - PR009 = PR007

4 PR008:

Afstand totde volgendeverversing:

huidige waarde in maanden

Geeft de afstand tot de volgende verversing in

maanden aan. (deze waarde moet kleiner dan of gelijk aan het interval

zijn).

5 Afstandsmeter PR009: AfstandsmeterGeeft de waarde van de

teller in km aan.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de staten 83A

83A-34

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET002 + 12 V na contact

ET008 Informatie rijsnelheid < 15 km/u

ET014 Minimum peil ruitensproeiervloeistof

ET016 Bestuurdersportier open

ET018 Motorkap open

ET019 Minimum remvloeistofpeil

ET030 Toets functiekeuze boordcomputer

ET031 Toets discretie

ET033 Toets herhaling

ET034 Toets nulinstelling boordcomputer

ET055 Stoelverwarming

ET056 Koelvloeistoftemperatuur: informatie afwezig

ET058 Accu laadstroom

ET096 Oliedrukcontact

ET097 Parkeerrem

ET098 Contact autogordel bestuurder

ET107 Kartelknop regelweerstand verlichting

ET110 Noodprogramma tankelement

ET156 Contact autogordel passagier

ET157 Informatie dimlichten

ET158 Informatie markeringslichten

ET159 Informatie mistlichten voor

ET160 Informatie mistachterlichten

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-35

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Betekenis van de staten

ET002

+ 12 V NA CONTACT

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, de staat ET002 moet "AANWEZIG" zijn.

Controleer de zekering F11 (20A) van het instrumentenpaneel op de zekering- en relaisplaat interieur.Controleer de stekkers van de zekering- en relaisplaat interieur.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Zekering- en relaisplaat, groene stekker, aansl. 1 aansl. B9, zwarte stekker, van

de zekering- en relaisplaatinterieur

Zekering- en relaisplaat interieur, zwarte stekker, aansl. J5 aansl. 4, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneel

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET002

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-36

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET008

INFORMATIE RIJSNELHEID < 15 KM/U

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, maak een proefrit.

In geval van een storing, voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk en het ABS (zie 88B, Multiplexsysteem en 38C, ABS).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET008

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-37

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET014

MINIMUM PEIL RUITENSPROEIERVLOEISTOF

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, vul het ruitensproeierreservoir: de staat ET014 moet "JA" zijn.

Controleer de stekker van het instrumentenpaneel en van het ruitensproeierreservoir.

Controleer de massa op aansl. 2 van het reservoir.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 13 aansl. 1 van het ruitensproeierreservoir

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R265 op aansl. C7.Herstellen indien nodig.

Controleer of de twee aansluitingen van het reservoir geen kortsluiting maken.Vervang eventueel het reservoir.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET014

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-38

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET016

BESTUURDERSPORTIER OPEN

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, open het portier, de staat ET016 moet "JA" zijn.

Controleer de verbindingsstekker van de bedrading van het bestuurdersportier.Controleer de massa op aansl. D van het slot.LET OPEr bestaan verschillende sloten (zie SM XXX Elektrisch schema, 140).

Controleer de geleiding en de isolatie tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 1 aansl. C van de vergrendeling van het

bestuurdersportierAls het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R153 op aansl. B10. Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van het slot en met name of het slot goed de slotpen pakt.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET016

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-39

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET018

MOTORKAP OPEN

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, open de motorkap, de staat ET018 moet "JA" zijn.

Controleer de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van het motorkapcontact.Controleer of het motorkapcontact goed vastzit op de carrosserie en of het goed werkt.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel 30-polige stekker, aansl. 19 aansl. 2 van het motorkapcontact

Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen: Motorkapcontact aansl. 1 Massa auto

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R265 op aansl. B1. Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET018

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-40

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET019

MINIMUM REMVLOEISTOFPEIL

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, controleer de vulling van het remvloeistofreservoir.

Controleer de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van het reservoir.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 30 aansl. 2 van het remvloeistofreservoir

Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 1 van de remvloeistofpeilzender.Vervang eventueel het reservoir.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET019

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-41

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET030

TOETS FUNCTIEKEUZE BOORDCOMPUTER

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, druk op knop: de staat ET030 moet "INGEDRUKT" zijn.

Controleer de stekkers van het instrumentenpaneel en van de ruitenwisserschakelaar.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 6 aansl. B7 van de ruitenwisserschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B5 van de schakelaar.Vervang indien nodig de schakelaar.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET030

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-42

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET031

TOETS DISCRETIE

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnDe auto moet een spraakmaker hebben.Zet het contact aan, druk op de toets : de staat ET031 moet "INGEDRUKT" zijn.

Beweeg de kabelbundel tussen stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de schakelaar van de spraakmaker heen en weer om een verandering van de staat van de storing te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de rekeneenheid van de spraakmaker en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 2 aansl. A3 van de schakelaar van de

spraakmakerHerstellen indien nodig.

Controleer of de massa aankomt op de schakelaar aansl. A2.Vervang indien nodig de toetsen.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET031

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-43

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET033

TOETS HERHALING

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnDe auto moet een spraakmaker hebben.Zet het contact aan, druk op de toets : de staat ET033 moet "INGEDRUKT" zijn.

Beweeg de kabelbundel tussen stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de schakelaar van de spraakmaker heen en weer om een verandering van de staat van de storing te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de rekeneenheid van de spraakmaker en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 28 aansl. A1 van de schakelaar van de

spraakmakerHerstellen indien nodig.

Controleer of de massa aankomt op de schakelaar aansl. A2.Vervang indien nodig de toetsen.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET033

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-44

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET055

STOELVERWARMING

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, druk op de knop van de stoelverwarming : de staat ET031 moet "ACTIEF" zijn.

Controleer de aansluiting van het instrumentenpaneel en van de stekkers.

Controleer de geleiding en de isolatie tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 15 aansl. A1 van de schakelaars van de

stoelverwarming (bestuurder en passagier)Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekkers R334 en R335 op aansl. 16Herstellen indien nodig.

Controleer de correcte montage van de stoelen en of de automatische verbinding (R334 en R335) tussen de bedrading van de stoel en de interieurbedrading goed vergrendeld is.

Controleer ook de massa op aansl. B1 van deze schakelaars.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET055

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-45

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET056

INFORMATIE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR AFWEZIG

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, start de motor.

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk en van het inspuitsysteem (zie 88B, Multiplexsysteem en 17B, Benzine-inspuitsysteem of 13B, Dieselinspuitsysteem).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET056

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-46

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET058

ACCU LAADSTROOM

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, start de motor (toerental boven 1000 tr/min) ; de staat ET058 moet "GOED" zijn als het lampje uit is.

Beweeg de kabelbundel tussen de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de dynamo heen en weer om een verandering van staat te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de dynamo en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de montage en de bevestiging van de dynamo.Controleer of de dynamo de accu goed oplaad.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 14 aansl. 1 van de zwarte stekker van de

dynamoAls het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R262 op aansl. C4.Herstellen indien nodig.

Als de staat ET058 niet "INACTIEF" wordt, controleer dan de informatie van de werking van de dynamo (zie M.R. 405 Mechanisch, 16A, Starten - Laden).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET058

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-47

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ET097

PARKEERREM

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, zet de rem vast, de staat : ET097 moet "VASTGEZET" zijn.

BijzonderhedenControleer of de auto een automatische parkeerrem heeft door het lezen van de configuratie LC057 "automatische parkeerrem".Want als hij deze heeft, dan is de staat ET097 "VRIJGEZET".

Beweeg de kabelbundel tussen de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de handrem heen en weer om een verandering van de staat te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de handrem en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer of het handremcontact goed vastzit op de carrosserie en of het goed werkt.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 29 aansl. 1 van de handrem

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET097

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11

ET098

CONTACT AUTOGORDEL BESTUURDER

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, maak de autogordel vast: de staat ET098 moet "OPEN" zijn.

Controleer de stekkers van het instrumentenpaneel en van de klauw van de autogordelbevestiging.Beweeg de kabelbundel tussen de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de klauw/gordelbevestiging, om zo een verandering van de staat van de storing te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de klauw/gordelbevestiging en van zijn stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 6 aansl. A2 van de klauw van de autogordel

bestuurderAls het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R335 op aansl. 2.Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa goed aankomt op de klauw van de autogordelbevestiging (aansl. A1).Vervang eventueel de klauw van de autogordelbevestiging.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V11_ET098

83A-48

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de parameters 83AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR002 Weerstand tankelement

PR003 Brandstofverbruik

PR004 Hoeveelheid verbruikte LPG

PR005 Verversingsinterval in km

PR006 Verversingsinterval in maanden

PR007 Afstand tot de volgende verversing: huidige waarde in km

PR008 Afstand tot de volgende verversing: huidige waarde in maanden

PR009 Afstandsmeter

PR010 Inhoud tank

PR011 Spanning opname element oliepeil

PR110 Accuspanning

PR112 Brandstofopbrengst

83A-49

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de parameters 83AX73 ph 2

Vdiagnr.: 11Diagnose - Betekenis van de parameters

PR110

ACCUSPANNING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer of er geen storingen zijn.

Als de spanning minimaal is:Controleer de accu en het laadstroomcircuit.

Als de spanning maximaal is:Controleer of de laadspanning met en zonder stroomverbruikers correct is.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 16 + Voor contact

Herstellen indien nodig.

TDB_V11_PR110

83A-50

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de parameters 83A

83A-51

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

PR112

BRANDSTOFOPBRENGST

ADVIEZEN

Stationair draaiende motor, de opbrengst moet dicht bij of 0 zijn.Varieer het toerental van de motor om het toenemen van de brandstofopbrengst te zien.

N.B.:Door een verkeerde informatie van de "brandstofopbrengst" geeft de boordcomputer verkeerde waardes aan.

Voer een test uit van het multiplexnetwerk en van het inspuitsysteem (zie 88B, Multiplexsysteem en 13B, Benzine-inspuitsysteem of 17B, Dieselinspuitsysteem).

TDB_V11_PR112

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de commando's 83A

83A-52

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Overzicht van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

SC001 Afstand tot olie verversen

RZ001 Storingsgeheugen

AC003 Waarschuwingslampje portier

AC004 Controlelampje gordel

AC005 Test van de weergave

AC006 Zoemer

AC008 Wijzers instrumentenpaneel

AC009 Waarschuwingslampjes instrumentenpaneel

AC010 Verlichting

AC011 Centrale display

AC015 Spraakmaker

VP002 Schrijven van het V.I.N.

VP006 Verversingsinterval in km

VP007 Verversingsinterval in maanden

VP008 Afstand tot de volgende verversing: huidige waarde in km

VP009 Afstand tot de volgende verversing: huidige waarde in maanden

VP010 Update afstandsmeter

VP011 Kalibratie tankelement

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de commando's 83A

83A-53

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Betekenis van de commando's

WISSEN:

INSCHAKELEN

RZ001: StoringsgeheugenMet dit commando kunnen de storingen uit het geheugen van de rekeneenheid worden gewist.

AC003: Waarschuwingslampje portierMet dit commando kan de werking van het controlelampje van het openen van de portieren worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC003.De zoemer moet klinken.

AC004: Waarschuwingslampje autogordelMet dit commando kan de werking van het waarschuwingslampje van de autogordel worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC004.De zoemer moet klinken.

AC005: Test van de weergaveMet dit commando kan de werking van het geheel van de weergaves worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC005.U moet alle weergaves op het instrumentenpaneel zien oplichten.

AC006: ZoemerMet dit commando kan de werking van de zoemer worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC006.De zoemer moet klinken.

AC008: Wijzers instrumentenpaneelMet dit commando kan de werking van de wijzers (toerenteller, rijsnelheid, olie- en koelvloeistoftemperatuur) worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC008.De zoemer moet klinken.

AC009: Waarschuwingslampjes instrumentenpaneelMet dit commando kan de werking van het geheel van de waarschuwings- en controlelampjes van het instrumentenpaneel worden getest.

De controlelampjes gaan branden en daarna weer uit:– controleer of het branden van een lampje niet het branden van een ander lampje, zelfs

gedeeltelijk, tot gevolg heeft.Daarna branden alle waarschuwingslampjes:– controleer of het branden correct is.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de commando's 83A

83A-54

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

INSCHAKELEN (vervolg)

AC010: VerlichtingMet dit commando kan de verlichting van het instrumentenpaneel worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC010.het instrumentenpaneel licht op en verandert van lichtsterkte.

AC011: Centrale displayMet dit commando kan de weergave van het infoscherm worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC011.Alle pixels van het infoscherm moeten rood zijn.

AC015: SpraakmakerMet dit commando kan de werking van de spraakmaker worden getest

Zet het contact aan en geef het commando AC015.U moet een boodschap van de spraakmaker horen.

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Klachten 83A

83A-55

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Diagnose - Klachten

ADVIEZEN

Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaatVoer een diagnose uit van het multiplexnetwerk.Controleer het instrumentenpaneel.Indien het een instrumentenpaneel van het hoge gamma (met display in het midden) betreft, voert u een diagnose uit van de functie.

EEN OF MEER WIJZERS BEWEGEN NIET ZOEKSCHEMA 1

EEN OF MEER WIJZERS GEVEN NIET DE JUISTE WAARDEN AAN ZOEKSCHEMA 1

DE WEERGAVE OP DE BOORDCOMPUTER OF HET CENTRALE DISPLAY IS INCOMPLEET OF GESTOORD

ZOEKSCHEMA 1

EEN AANTAL GEGEVENS VAN DE BOORDCOMPUTER IS ONJUIST ZOEKSCHEMA 1

EEN AANTAL GEGEVENS VAN DE BOORDCOMPUTER IS VERVANGEN DOOR STREEPJES

ZOEKSCHEMA 1

DE BRANDSTOFMETER (BEHALVE LPG) GEEFT EEN ONWAARSCHIJNLIJKE WAARDE AAN

ZOEKSCHEMA 1

DE OLIEPEILMETER GEEFT EEN VERKEERDE WAARDE AAN ZOEKSCHEMA 1

DE BOORDCOMPUTER REAGEERT NIET ALS OP DE TOETS WORDT GEDRUKT

ZOEKSCHEMA 2

WAARSCHUWINGSLAMPJES BRANDEN NIET OF BERICHTEN WORDEN NIET DOORGEGEVEN ALS ER EEN STORING IS ZOEKSCHEMA 3

WAARSCHUWINGSLAMPJES BRANDEN TERWIJL ER GEEN STORING IS ZOEKSCHEMA 3

DE SPRAAKMAKER WERKT NIET ZOEKSCHEMA 4

DE RADIO WORDT NIET ONDERBROKEN TIJDENS EEN BERICHT VAN DE SPRAAKMAKER ZOEKSCHEMA 5

DE SPRAAKMAKER SPREEKT WARTAAL (ANDERE TAAL...) ZOEKSCHEMA 6

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Klachten 83A

83A-56

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

BERICHTEN KLINKEN TERWIJL DAT NIET NODIG IS ZOEKSCHEMA 7

DE REGELWEERSTAND VAN DE INSTRUMENTENVERLICHTING WERKT NIET

ZOEKSCHEMA 8

HET INSTRUMENTENPANEEL LICHT NIET OP ALS DE MARKERINGSLICHTEN BRANDEN

ZOEKSCHEMA 8

ZELFTEST VAN HET INSTRUMENTENPANEEL PRO 1

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-57

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

Storing zoeken - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1

Een of meer wijzers bewegen nietEen of meer wijzers geven niet de juiste waarden aan

De weergave op de boordcomputer of het centrale display is incompleet of gestoord

Een aantal gegevens van de boordcomputer is onjuistEen aantal gegevens van de boordcomputer is vervangen door

streepjesDe brandstofmeter (behalve LPG) geeft een onwaarschijnlijke

waarde aanDe oliepeilmeter geeft een verkeerde waarde aan

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Start de zelftest van het instrumentenpaneel (PRO 1)

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen.Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP1

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-58

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 2 De boordcomputer reageert niet als op de toets wordt gedrukt

ADVIEZENVoer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).Zet het contact aan.

Start de zelftest van het instrumentenpaneel (PRO 1)

Controleer/herstel de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 6 aansl. B7 van de ruitenwisserschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B5 van de stekker van de ruitenwisserschakelaar.

Controleer of de spanning wel nul is op aansl. 6 als de knop is ingedrukt.Herstel de bedrading of vervang de ruitenwisserschakelaar indien nodig.

Vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen.Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP2

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-59

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 3Waarschuwinglampjes branden niet of er klinken geen

boodschappen terwijl er een storing is Waarschuwingslampjes branden terwijl er geen storing is

ADVIEZENVoer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).Voer een diagnose uit van het systeem dat het lampje - bericht aanstuurt.Zet het contact aan.

Lijst van lampjes die via een draad oplichten en niet via het multiplexnetwerk:– storing oliedruk (let op: het toerental van de motor moet hoger dan 1600 tr/min het wordt ontvangen door het

CAN),– storing ruitensproeierpeil,– storing laadstroom,– storing remvloeistof,– branden van de dimlichten,– branden van de grootlichten,– branden van de mistlichten voor,– branden van de mistachterlichten,– knipperlichten,– controlelampje stoelverwarming,– waarschuwingslampje startvergrendeling,– minimum brandstofpeil.

Als deze lampjes niet branden of branden als ze niet moeten branden:– controleer de geleiding van de bedrading tussen het commando van het lampje (sonde, lichtschakelaar,

dynamo...) en het instrumentenpaneel,– Controleer de werking van de informatiebron, de voeding ervan en of er geen kortsluiting is in de verbinding.

De storingsdetectie van de gloeilampen wordt verzorgd door het huis met hulporganen interieur, dat de staat van de lampen stuurt naar het multiplexnetwerk.

Vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP3

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-60

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 4 De spraakmaker werkt niet

ADVIEZEN

Zet het contact aan. Druk op de herhalingstoets, controleer of een bericht klinkt.Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk, controleer met name of het netwerk dat het instrumentenpaneel verbindt met de spraakmaker goed is).Controleer het instrumentenpaneel.Controleer de configuraties (taal).Controleer of het indrukken van de knoppen "herhaling" en "discretie" wordt gedetecteerd.

Controleer de voeding (+ voor contact, massa en + na contact) van het instrumentenpaneel en van de spraakmaker.

Als de radio niet wordt onderbroken: controleer het multiplexnetwerk.Zet het contact af, maak de massakabel van de accu los en weer vast. Zet het contact weer aan zodat het instrumentenpaneel zich correct configureert.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbindingen:Spraakmaker aansl. 14 aansl. A1 van de luidsprekerSpraakmaker aansl. 15 aansl. A2 van de luidspreker

Controleer de luidspreker.Herstellen indien nodig.

Vervang de rekeneenheid van de spraakmaker.Als de storing aanhoudt: vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP4

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-61

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 5De radio wordt niet onderbroken tijdens een bericht van de

spraakmaker

ADVIEZENControleer of de radio correct werkt.Zet het contact aan.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbinding:Spraakmaker aansl. 10 aansl. 3, zwarte stekker van de radio

Herstellen indien nodig.

Maak de spraakmaker los.Verbindt aansl. 10 van de stekker met de massa.Als de radio wordt onderbroken: vervang de spraakmaker; vervang anders de radio.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP5

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-62

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 6 De spraakmaker spreekt wartaal (andere taal...)

ADVIEZEN

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).Controleer het instrumentenpaneel.Voer een diagnose uit van de systemen waar de berichten over gaan.Zet het contact aan.

Vervang de rekeneenheid van de spraakmaker.Als de storing aanhoudt, vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP6

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-63

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 7 Berichten klinken terwijl dat niet nodig is

ADVIEZENVoer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).Voer een diagnose uit van het systeem waar het bericht over gaat.

Vervang het instrumentenpaneel.Als het probleem aanhoudt, vervang de spraakmaker.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP7

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-64

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 8De regelweerstand van de verlichting van het

instrumentenpaneel werkt niet Het paneel is niet verlicht als de markeringslichten branden

ADVIEZEN

Zet het contact aan.Zet de markeringslichten aan.Voer een diagnose uit van het instrumentenpaneel (controleer of de markeringslichten branden).

Controleer of de spanning op aansl. 27 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel 12 V is als de markeringslichten ingeschakeld zijn.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen tussen:Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 5 aansl. 2 van de regelweerstand

Regelweerstand aansl. 3 MassaHerstellen indien nodig.

Controleer of de weerstand van de regelweerstand varieert tussen 0 en 1000 ΩΩΩΩ als de kartelknop wordt bewogen.Als dit niet zo is, controleer of de verlichting van de airconditioning varieert en raadpleeg de diagnose van de airconditioning (zie 62B, Geregelde airconditioning).

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TDB_V11_ALP8

INSTRUMENTEN - DASHBOARDStoring zoeken - Zoekschema's 83A

83A-65

X73 ph 2Vdiagnr.: 11

PRO 1 Zelftest van het instrumentenpaneel

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnDruk op de toets van de boordcomputer (functiekeuzetoets op de ruitenwisserschakelaar).Zet het contact aan (kaart zo diep mogelijk in de lezer) en houdt hem ingedrukt.Zodra de wijzers bewegen, is het testprogramma 5 minuten actief.Laat de toets los.Om van het ene scherm van de boordcomputer naar een ander te gaan, drukt u kort op de functiekeuzetoets van de boordcomputerDruk op de nulinsteltoets 0 van de km-tellers om het testprogramma te verlaten en wis de storingen.

Controleer of de wijzers van de toerenteller, de snelheidsmeter, de koelvloeistoftemperatuur en het brandstofpeil draaien en alle waarden goed aangeven.Vervang anders het instrumentenpaneel.

Controleer of alle segmenten van de boordcomputer oplichten.Vervang anders het instrumentenpaneel.

Bij iedere druk op de functiekeuzetoets van de boordcomputer, verandert het beeld op het centrale display.Als sommige beelden gestoord zijn: vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:Denk aan het laten uitvoeren van de zelftest en aan het wissen van de storingen,Denk aan het instellen van de parameters van het instrumentenpaneel.

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-1

186BVdiagnr.: 04

TELEFOONDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatieMethodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Velsatis Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– Druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model(len): Velsatis Phase 2Betreffende functie: Telefoon

Naam van de rekeneenheid: Geïntegreerde handsfree

telefoonbedieningVdiagnr.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Verlengblok verbinding rekeneenheid

Elé. 1737 Testadapter

KML_V04_PRELI

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-2

Vdiagnr.: 04

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.),– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-3

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie

met rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-4

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de geleiding en de isolatieControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-5

Vdiagnr.: 04

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading,– gebruik geschikt gereedschap.

LET OP !

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Alle types

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

Uw toelichting:

Omstandigheden van de klacht

Uw toelichting:

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service OndersteunendeMededeling diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 97Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Alle types

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer:

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storings-nummer

Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer

Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen ?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 97Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86BVdiagnr.: 04 Diagnose - Werking van het systeem

FUNCTIES MOGELIJK MET DE HANDSFREE SET:

Met het handsfree systeem kan de klant de telefoon gebruiken zonder het stuurwiel los te laten ("Handsfree").De klant kan de telefoon op twee manieren bedienen: met de toetsen van de radiosatelliet of via spraakherkenning (indien geconfigureerd: zie "Configuratie en inlezen").Voor meer informatie, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Handsfree set.

Met het Handsfree systeem zijn de volgende functies mogelijk:– oproepen beantwoorden of beginnen,– het geluidsvolume van de gesprekken aanpassen (annuleren van de echo en minder storende geluiden),– navigeren in de functies van de telefoon (namenlijst, ontvangen oproepen...) met behulp van de satelliet of via

spraakherkenning,– de informatie van het telefoonscherm op het display van de auto zien,– de accu van de telefoon opladen (via de telefoonhouder),– de antenne van de auto gebruiken voor een betere ontvangstkwaliteit,– de luidsprekers van de auto gebruiken in plaats van de luidspreker van de telefoon,– de radio onderbreken tijdens de gesprekken.

BELANGRIJKGebruik dit diagnosehandboek alleen als de auto geen Carminat navigatie en communicatie systeem heeft.De diagnose van het systeem van de geïntegreerde handsfree telefoonbediening is mogelijk met de icoon met het symbool van een telefoon op bureaublad van het diagnoseapparaat.Deze applicatie mag nooit tegelijk geopend zijn met de applicatie CLIP (RENAULT icoon) en omgekeerd, open nooit de applicatie CLIP (RENAULT icoon) tegelijk met de diagnose van de handsfree set.

N.B.:Het systeem van de geïntegreerde handsfree telefoonbediening wordt ook wel aangeduid met KMLE (handsfree set).

86B-8

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86B

86B-9

Vdiagnr.: 04

SAMENSTELLING VAN HET HANDSFREE SYSTEEM

Het systeem bestaat uit de volgende delen:– een rekeneenheid (Handsfree set),– een telefoonhouder (adapter voor de telefoon) op de steun in de auto,– een steun in de auto voor de telefoonhouder (aan de onderkant van de middenconsole),– een microfoon (tussen de zonnekleppen),– een toets voor de communicatie (op het einde van de richtingaanwijzerschakelaar),– de telefoon van de klant (geschikte modellen: zie de gebruiksaanwijzing).

Het systeem gebruikt onderdelen van de radio:– radio,– bedieningssatelliet bij het stuurwiel,– display,– luidsprekers van de auto,– radioantenne.

N.B.:Met een "testadapter" (Elé. 1737) kan de conformiteit van de "seriële" en audio verbindingen tussen de telefoonhouder en de rekeneenheid worden gecontroleerd. Deze adapter wordt gebruik met de commando's VP005 "Tests seriële verbindingen" en VP006 "Tests audio verbindingen" (zie de betekenis van deze commando's).

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86B

86B-10

Vdiagnr.: 04

BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM

Met de handsfree set kunnen de mogelijkheden van de mobiele telefoon van de klant worden gebruikt via de multimediasystemen van de auto (autoradio, display, bedieningssatelliet, microfoon). Het handsfreesysteem van de Velsatis Phase II wordt nooit gemonteerd met een navigatiesysteem en kan zijn gemonteerd met twee verschillendede types radio's:

Zonder navigatie:– Radio hoge gamma Auditorium zonder navigatie (PN6) met of zonder cd-wisselaar.– Radio midden gamma zonder navigatie (NR5) zonder cd-wisselaar.

OVERZICHT VAN HET SYSTEEM ZONDER NAVIGATIE

Draadverbindingen

Multiplexverbindingen

N.B.:De auto kan zijn uitgerust met het Carminat Navigatie en Communicatie systeem waarvan de rekeneenheid verschilt van die in dit document en die ook gecontroleerd kan worden, bij een probleem met de handsfree set van een auto met dit navigatiesysteem, raadpleg dan de diagnose van het systeem "Carminat Navigatie en Communicatie".

Instrumentenpaneel

KML "On"

Voedingen+ ACC+ na contact

Diagnoseaansluiting

Display A3

Microfoon

CAN multimedia

LuidsprekersRadio hoge

gamma (PN6) of Radio midden gamma (NR5)

Voeding

Audio

Radio On

Rekeneenheid handsfree set

Seriële verbinding

Audio

Audio

Houder +

Steun

Seriële verbinding

FM-antenneCd-wisselaar (optie PN6)

Satelliet+

Toets Communicatie

GSM-antenne

KML On: Signaal voor het wekken van het display.

Radio On: Signaal voor het wekken van de handsfree set (zonder + Accessoires) en voor het starten van het audiosysteem.

TELEFOONDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86B

86B-11

Vdiagnr.: 04Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Rekeneenheid HANDSFREE SET 40-polige stekker:

Aansl. rekeneen-

heidOmschrijving BESTEMMING

1 Niet in gebruik2 KML "On" (weksignaal voor het display) Display

3 Niet in gebruik4 + 12 V voor contact Aparte zekering

5 Niet in gebruik6 + 12 V accessoire Zekeringplaat interieur

7 + 12 V na contact Zekeringplaat interieur8 Niet in gebruik

9 MASSA MASSA10 Niet in gebruik

11 CAN L multimedia 1 Radio12 Shunt CAN L Telefoon

13 Niet in gebruik14 CAN H multimedia 1 Radio

15 Shunt CAN H Telefoon16 Niet in gebruik

17 Toets Communicatie Lichtschakelaar18 RADIO "ON" (weksignaal voor de handsfree

set)Radio

19 Niet in gebruik20 Verbinding bediening autoradio (signaal L0) Aansl. B1

Radiobediening bij het stuurwiel (satelliet)

21 Verbinding bediening autoradio (signaal IN2) Aansl. A322 Verbinding bediening autoradio (signaal L1) Aansl. B2

23 Verbinding bediening autoradio (signaal IN0) Aansl. B324 Verbinding bediening autoradio (signaal L2) Aansl. A2

25 Verbinding bediening autoradio (signaal IN1) Aansl. A1("shunts" via kabelbundel)

26 Niet in gebruik27 Niet in gebruik

28 Signaal + van de microfoon Aansl. 2 microfoon

29 Signaal + van de microfoon Aansl. 1 microfoon30 Niet in gebruik31 Eindweerstand CAN H

32 Niet in gebruik33 Niet in gebruik

34 Eindweerstand CAN L35 Audioverbinding 5 Radio

36 Niet in gebruik37 Audioverbinding 6 Radio

38 Afscherming van de audioverbinding Radio39 Niet in gebruik

40 Niet in gebruik

TELEFOONDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86B

86B-12

Vdiagnr.: 04

Rekeneenheid HANDSFREE SET 24-polige stekker:

Aansl. rekeneenheid

OmschrijvingAansl.

telefoonsteun

1 Niet in gebruik

2 Niet in gebruik

3 Audioverbinding 1 2

4 Audioverbinding 2 11

5 Afscherming van de audioverbinding

6 Audioverbinding 3 3

7 Audioverbinding 4 12

8 Niet in gebruik

9 Niet in gebruik

10 Niet in gebruik

11 Niet in gebruik

12 Niet in gebruik

13 + 12 V telefoonsteun 4

14 massa telefoonsteun 6

15 Niet in gebruik

16 Niet in gebruik

17 Seriële verbinding 1 8

18 Seriële verbinding 2 9

19 Niet in gebruik

20 Niet in gebruik

21 Seriële verbinding 3 13

22 Seriële verbinding 4 14

23 Niet in gebruik

24 Niet in gebruik

TELEFOONDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86B

86B-13

Vdiagnr.: 04

Telefoonsteun 14-polige stekker:

Illustratie van de 6-polige zwarte stekker van de bedieningssatelliet bij het stuurwiel:

Aansl. telefoonsteun Omschrijving

Aansluitingen rekeneenheid handsfree set

1 Niet in gebruik

2 Audioverbinding 1 3

3 Audioverbinding 3 6

4 + 12 V telefoonsteun 13

5 Niet in gebruik

6 massa telefoonsteun 14

7 Niet in gebruik

8 Seriële verbinding 1 17

9 Seriële verbinding 2 18

10 Niet in gebruik

11 Audioverbinding 2 4

12 Audioverbinding 4 7

13 Seriële verbinding 3 21

14 Seriële verbinding 4 22

Afbeelding van de 14-polige stekker van de telefoonsteun (vooraanzicht).

Aanzicht van de afstandsbediening: ACTIE AANSL.

A1 A2 A3 Knop onder (modus/ok) A3/B1

Volume min B3/B1

Volume plus A1/B1

B1 B2 B3 Knop "telefoon" A3/B2

Knop "source audio" B3/B2

Draaiknop (1e klik) A3/A2

Draaiknop (2e klik) B3/A2

Draaiknop (3e klik) A1/A2

TELEFOONDiagnose - Vervangen van organen 86B

86B-14

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Vervangen van organen

Vervangen van de rekeneenheid van de handsfree set:– Configureer de rekeneenheid voor de in de auto aanwezige uitrusting.– Controleer of het contact uit staat.– Na akkoord van de technische helpdesk, vervang de rekeneenheid.– Zet het contact en schakel het diagnoseapparaat in.– Voer altijd* de 3 configuraties van de rekeneenheid uit naargelang de opties in de auto (zie, "Configuratie en

inlezen").– Zet het contact uit en weer aan om de configuratie te verwerken.– Controleer in het menu "lezen van de configuratie" of de configuraties goed zijn verwerkt.– Controleer de storingen en voer de diagnose uit van de door het diagnoseapparaat gesignaleerde storingen.– Wis de eventuele storingen in het geheugen.– Controleer de werking van de Handsfree set.

BELANGRIJKVoor het vervangen van de rekeneenheid van de handsfree set, moet u goed controleren of deze wel de oorzaak is (lezen van de storingen, conformiteit van de variabelen, lezen van de klachten). Het vervangen van de rekeneenheid is mogelijk na toestemming van de technische helpdesk en het invullen van een diagnosekaart.

* BELANGRIJKGebruik niet de commando's CF009 "Taal" en VP012 "Akoestische kenmerken Velsatis phase 2" als het onderdeelnummer van de rekeneenheid 82 00 214 822 of 82 00 433 328 is: GEVAAR VAN BESCHADIGING VAN HET SYSTEEM (zie het identificatiescherm).Voor alle andere onderdeelnummers, zijn de 2 eerder genoemde commando's en het commando CF023 "Uitrusting model Velsatis phase 2" onmisbaar voor de goede werking van het systeem.

TELEFOONDiagnose - Configuratie en inlezen 86B

86B-15

Vdiagnr.: 04Diagnose - Configuratie en inlezen

OVERZICHTSTABEL

N.B.:– Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.– Deze diagnose is gemeenschappelijk met de Laguna II Phase II en de Espace IV, houd geen rekening met

configuratie die hierboven niet zijn genoemd.

– Met de configuratie CF023 "Uitrusting model Velsatis phase 2" kunnen het type van de radio, het type van het display en het type van de auto worden ingesteld.

– Met de configuratie CF009 "Taal" kan de spraakherkenning worden geactiveerd in de geselecteerde taal.

– Met het commando VP012 "Akoestische kenmerken Velsatis phase 2", kan de rekeneenheid worden ingesteld in overeenstemming met de auto: aanpassing van de functies voor het annuleren van de echo, de ruisonderdrukking en de spraakherkenning naargelang het geluidsvolume in de auto.

CONFIGURATIE KEUZE LEZEN VAN DE CONFIGURATIE

CF023UITRUSTING VELSATIS PHASE 2

RADIO PN6/NR5

LC001 GENERATIE RADIO

LC002 TYPE RADIO

LC003 GENERATIE DISPLAY

LC004 TYPE DISPLAY

LC005 GENERATIE HANDSFREE SET

LC006 TYPE HANDSFREE SET

LC007 TYPE AUTO

CF009 TAAL *

FRANSENGELSDUITS

ITALIAANSPORTUGEES

NEDERLANDSSPAANS

LC009 TAAL

VP012AKOESTISCHE KENMERKEN VELSATIS PHASE 2 *

... ... ...

* BELANGRIJKGebruik niet de commando's CF009 "Taal" en VP012 "Akoestische kenmerken Velsatis phase 2" als het onderdeelnummer van de rekeneenheid 82 00 214 822 of 82 00 433 328 is: GEVAAR VAN BESCHADIGING VAN HET SYSTEEM (zie het identificatiescherm).Voor alle andere onderdeelnummers, zijn deze 2 commando's en het commando CF023 "Uitrusting model Velsatis phase 2" onmisbaar voor de goede werking van het systeem.

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de storingen 86B

86B-16

Vdiagnr.: 04Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing CodeBijbehorende

DTCOmschrijving in diagnoseapparaat

DF001 93 00 Rekeneenheid

DF002 93 01 Verbinding rekeneenheid / display

DF003 93 02 Voeding rekeneenheid

DF004 93 03 Verbinding rekeneenheid / microfoon

DF005 93 04 Voeding telefoonhouder

DF006 93 11 Verbinding rekeneenheid / telefoonhouder

DF007 93 12 Telefoonsignaal

DF008 93 2A Onsamenhangende akoestische configuratie

DF011 93 A2 Geen uitzending multiplexsignaal radio

DF012 93 A3 Geen uitzending multiplexsignaal display

DF013 93 23 Verkeerde configuratie audio-uitrusting

DF014 93 24 Verkeerde configuratie display

DF015 93 21 Configuratie rekeneenheid

DF016 93 16 Rekeneenheid

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-17

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst storing DF003 "Voeding rekeneenheid" als deze aanwezig of in het geheugen is.

Als de storing in het geheugen is:Wis de storing, zet het contact uit en maak de voedingszekering van de rekeneenheid los (zie elektrisch schema).Plaats de zekering terug en zet het contact aan (+ na contact geforceerd).

Als de storing terugkomt in het geheugen bij het aanzetten van het contact:Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Aansl. 9Aansl. 4Aansl. 6Aansl. 7

Massa+ 12 V + voor contact+ 12 V accessoire+ 12 V na contact

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanwezig is of als de storing aanhoudt, vul de diagnosekaart in en neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de rekeneenheid is vervangen (op verzoek van de technische helpdesk): voer de configuraties van de rekeneenheid opnieuw uit (zie "Configuraties en Inlezen").Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

KML_V04_DF001

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-18

Vdiagnr.: 04

DF002 AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / DISPLAYCO.1 : onderbreking of kortsluiting aan + 12 VCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF014 "Verkeerde configuratie display".

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 24-polige stekker van het instrumentenpaneel en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 24-polige stekker van het display A3 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Rekeneenheid handsfree setZwarte 40-polige stekker

Display A3Zwarte 24-polige stekker

Aansl. 2 Aansl. 16

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF002

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-19

Vdiagnr.: 04

DF003AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VOEDING REKENEENHEID1.DEF : te lage spanning2.DEF : te hoge spanning

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De storing van de te lage spanning verschijnt als de voeding van de rekeneenheid 8,5 V of minder is.De storing van de te hoge spanning verschijnt als de voeding van de rekeneenheid 16 V of meer is.

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen: F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Aansl. 9Aansl. 4Aansl. 6Aansl. 7

Massa+ 12 V voor contact (zie schema van de auto)+ 12 V accessoire (zie schema van de auto)+ 12 V na contact (zie schema van de auto)

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF003

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-20

Vdiagnr.: 04

DF004AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / MICROFOONCO : onderbrekingCC.0 : kortsluiting aan massaCC.1 : kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZENBijzonderheden:De microfoon bevindt zich in het midden van de zonnekleppen.

Geef het commando VP004 "Test microfoon" (reparatieprogramma van het diagnoseapparaat, tabblad instellingen): zie de betekenis van dit commando.

Als het resultaat van de test 0 % is, controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes, en de aansluiting, de staat en de conformiteit van de grijze 6-polige stekker van de microfoon en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Zet het contact uit, maak de twee eerder genoemde stekkers los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Microfoon6-polige stekker

Aansl. 28 (microfoon +)Aansl. 29 (microfoon -)

Aansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF004

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-21

Vdiagnr.: 04

DF005AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VOEDING TELEFOONHOUDERCO.1 : onderbreking of kortsluiting aan + 12 VCC.0 : kortsluiting aan massa.

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst storing DF003 "Voeding rekeneenheid" als deze aanwezig of in het geheugen is.

Bijzonderheden:De telefoonhouder bevindt zich in de middenconsole.

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen: F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer de aansluiting en de staat en de conformiteit van de stekker van de telefoonhouder (achter de versnellingshendel) en de staat van de elektrische contacten tussen de steun van de telefoonhouder en de telefoonhouder.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree setZwarte 24-polige stekker

Telefoonhouder14-polige stekker

Aansl. 13Aansl. 14

Aansl. 4 (+ 12 V)Aansl. 6 (massa)

Herstellen indien nodig.

Als de gecontroleerde verbindingen en de elektrische voedingen conform zijn, maar de storing aanhoudt: vervang de steun van de telefoon.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF005

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-22

Vdiagnr.: 04

DF006 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / TELEFOONHOUDER1.DEF : geen of slecht antwoord van de telefoonhouder naar de rekeneenheid

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF005 "Voeding telefoonhouder" als die aanwezig of in het geheugen is.

Bijzonderheden:De verbindingen tussen de rekeneenheid en de telefoonsteun worden verzorgd door draadverbindingen.De telefoonsteun bevindt zich in de middenconsole.

Activeer het commando VP005 "Test seriële verbindingen" (reparatieprogramma van het diagnoseapparaat, tabblad instellingen).

Als het resultaat van het commando is "Slecht":Controleer de aansluiting en de staat en de conformiteit van de stekker van de telefoonhouder (achter de versnellingshendel) en de staat van de elektrische contacten tussen de steun van de telefoonhouder en de telefoonhouder.Herstellen indien nodig.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 24-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 24-polige stekker los van de rekeneenheid en die van de steun van de telefoonhouder en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende seriële verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set24-polige stekker

Telefoonsteun14-polige stekker

Aansl. 17Aansl. 18Aansl. 21Aansl. 22

Aansl. 8Aansl. 9Aansl. 13Aansl. 14

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF006

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-23

Vdiagnr.: 04

DF007AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

TELEFOONSIGNAAL1.DEF : onsamenhangend signaal

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF006 "Verbinding rekeneenheid/telefoonhouder" als die aanwezig of in het geheugen is.

Bijzonderheden:De telefoonsteun bevindt zich in de middenconsole.Deze storing geeft aan dat er geen of een slechte communicatie is tussen de telefoon (of de telefoonhouder en niet van de steun) naar de rekeneenheid.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de steun van de telefoonhouder.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder (gouden contacten).Vervang de steun in de auto of de telefoonhouder indien nodig.

Plaats de telefoon in zijn houder en controleer op het scherm van het navigatiesysteem of de telefoon is gedetecteerd (afkorting "Tel" niet doorgekruist).Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon van de klant.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF007

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-24

Vdiagnr.: 04

DF008 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

ONSAMENHANGENDE AKOESTISCHE CONFIGURATIE1.DEF : akoestische parameters incorrect

ADVIEZENBijzonderheden:Deze storing geeft aan dat de akoestische parameters in het geheugen van de rekeneenheid niet conform de auto zijn waarin het systeem is gemonteerd.

Stel de akoestische parameters van de rekeneenheid in door middel van het commando VP012 "Akoestische kenmerken Velsatis phase 2" (zie "Configuratie en inlezen").

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF008

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-25

Vdiagnr.: 04

DF011 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL RADIO

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF013 "verkeerde configuratie audio uitrusting" als die aanwezig of in het geheugen is.

Radio hoge gamma PN6

Radio midden gamma NR5

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 15-polige stekker van de radio (PN6) en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio PN6Zwarte 15-polige stekker

Aansl. 14Aansl. 11

Aansl. 3Aansl. 4

Radio PN6Zwarte 15-polige stekker Diagnoseaansluiting

Aansl. 1Aansl. 2

Aansl. 13Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 6-polige gele stekker van de radio (NR5) en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Gele 6-polige stekker

Aansl. 14Aansl. 11

Aansl. 2Aansl. 1

Radio NR5Zwarte 15-polige stekker Diagnoseaansluiting

Aansl. 1Aansl. 2

Aansl. 12Aansl. 13

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF011

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-26

Vdiagnr.: 04

DF012 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL DISPLAY

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF014 "verkeerde configuratie display" als die aanwezig of in het geheugen is.

Controleer of de rekeneenheid correct is geconfigureerd, herconfigureer deze indien nodig (zie "Configuratie en inlezen").Bij een storing voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de 24-polige stekker van het display.

Radio hoge gamma PN6

Maak de zwarte 15-polige stekker van de radio (PN6), de zwarte 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree functie set en de zwarte 24-polige stekker 24 van het display A3 los, en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Display A324-polige stekker

Radio PN615-polige stekker

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Aansl. 11Aansl. 12

Aansl. 2Aansl. 1

Aansl. 4Aansl. 3

Aansl. 11Aansl. 14

Radio PN6Zwarte 15-polige stekker Diagnoseaansluiting

Aansl. 1Aansl. 2

Aansl. 13Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF012

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-27

Vdiagnr.: 04

DF012

VERVOLG

Radio midden gamma NR5

Maak de gele 6-polige stekker van de radio (NR5) en de zwarte 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Display A324-polige stekker

Radio NR56-polige stekker

Aansl. 11Aansl. 12

Aansl. 1Aansl. 2

Radio NR5Zwarte 15-polige stekker Diagnoseaansluiting

Aansl. 1Aansl. 2

Aansl. 12Aansl. 13

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-28

Vdiagnr.: 04

DF013 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

VERKEERDE CONFIGURATIE AUDIO-UITRUSTING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Configureer de rekeneenheid van de handsfree set door middel van het commando CF023 "Uitrusting model Velsatis phase 2" (zie "Configuratie en inlezen").Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF013

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-29

Vdiagnr.: 04

DF014 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

VERKEERDE CONFIGURATIE DISPLAY

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Configureer de rekeneenheid van de handsfree set door middel van het commando CF023 "Uitrusting model Velsatis phase 2" (zie "Configuratie en inlezen").Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF014

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-30

Vdiagnr.: 04

DF015AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CONFIGURATIE REKENEENHEID1.DEF : configuratie leeg of onvolledig

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Configureer de rekeneenheid van de handsfree set door middel van het commando CF023 "Uitrusting model Velsatis phase 2" (zie "Configuratie en inlezen").Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF015

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-31

Vdiagnr.: 04

DF016AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : onsamenhangende software rekeneenheid

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst storing DF003 "Voeding rekeneenheid" als deze aanwezig of in het geheugen is.

Als de storing in het geheugen is: wis de storing, zet het contact uit en maak de voedingszekering los van de rekeneenheid (zie elektrisch schema).Plaats de zekering terug en zet het contact aan (+ na contact geforceerd).

Als de storing terugkomt in geheugen bij het aanzetten van het contact, controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van hun klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Aansl. 9Aansl. 4Aansl. 6Aansl. 7

Massa+ 12 V + voor contact+ 12 V accessoire+ 12 V na contact

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanwezig is of als de storing aanhoudt, vul de diagnosekaart in en neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de rekeneenheid is vervangen (op verzoek van de technische helpdesk): voer de configuraties van de rekeneenheid opnieuw uit (zie "Configuraties en Inlezen").Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

KML_V04_DF016

TELEFOONDiagnose - Conformiteitscontrole 86B

86B-32

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Conformiteitscontrole

SUBFUNCTIE SELECTIE BESTUURDER

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: contact aan.

Volg-orde Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

1Toetsen

radiosatelliet

ET006: Toets +

INGEDRUKT als de toets "+" van de satelliet is ingedrukt.

LOS in het tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET007: Toets -

INGEDRUKT als de toets "-" van de satelliet is ingedrukt.

LOS in het tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET008: Bovenste toets

INGEDRUKT als de "bovenste" toets van de

satelliet is ingedrukt.LOS in het tegenovergestelde

geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET009: Hoge toets

INGEDRUKT als de "hoge" toets van de satelliet is

ingedrukt.LOS in het tegenovergestelde

geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET010: Lage toets

INGEDRUKT als de "lage" toets van de satelliet is

ingedrukt.LOS in het tegenovergestelde

geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET011: Actie draaiknop

INACTIEF als de draaiknop inactief is, NAAR BOVEN of

NAAR BENEDEN afhankelijk van de actie op de draaiknop.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET013:Toets

Communicatie

INGEDRUKT als de toets "communicatie" is ingedrukt.

LOS in het tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

KML_V04_CCONF

TELEFOONDiagnose - Conformiteitscontrole 86B

86B-33

Vdiagnr.: 04

SUBFUNCTIE TELEFOON

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: contact aan en telefoon in zijn houder.

Volg-orde Functie

Parameter of Staat Controle of actie Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

2 Telefoon

ET002:Signaal

"radio on"

AANWEZIG als de radio is ingeschakeld.

AFWEZIG in het tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET014: Telefoon

AANWEZIG als de telefoon aanwezig is.

AFWEZIG in het tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET021: Werking telefoon

UIT als de telefoon is uitgeschakeld.

AAN in het tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET015: PIN codeGELDIG als de code correct is.FOUT in het tegenovergestelde

geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

ET016: Telefoonnetwerk

AANWEZIG als het telefoonnetwerk aanwezig is

(telefoon in zijn houder).AFWEZIG in het

tegenovergestelde geval.

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze staat.

PR001: Telefoonsignaal

0 % < X < 100 %(om de sterkte van het signaal

te kunnen zien, moet de telefoon in zijn houder zitten).

Bij een storing: raadpleeg de

betekenis van deze parameter.

TELEFOONDiagnose - Conformiteitscontrole 86B

86B-34

Vdiagnr.: 04

SUBFUNCTIE TESTS GELUIDSSIGNALEN

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: contact aan.

Volg-orde Functie

Parameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

3 Geluidssignalen

AC001: BelsignaalU moet de beltoon

van de telefoon horen.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van dit

commando.

AC003: Lage toonU moet een lage toon

hogen.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van dit

commando.

AC002: Hoge toonU moet een hoge

toon hogen.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van dit

commando.

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de staten 86B

86B-35

Vdiagnr.: 04Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET002 Signaal "radio on"

ET003 + 12 V na contact

ET004 + 12 V accessoires

ET006 Toets +

ET007 Toets -

ET008 Bovenste toets

ET009 Hoge toets

ET010 Lage toets

ET011 Actie draaiknop

ET013 Toets Communicatie

ET014 Telefoon

ET015 Pin code

ET016 Telefoonnetwerk

ET021 Werking telefoon

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-36

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de staten

ET002

SIGNAAL "RADIO ON"

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET002 "SIGNAAL RADIO ON" heeft twee kenmerken:– aanwezig,– afwezig.

Radio auditorium PN6

Radio midden gamma NR5

Dit is het weksignaal voor de handsfree set (zonder + Accessoires) en voor het starten van het audiosysteem. Dit loopt tussen de rekeneenheid van de handsfree set en de radio.

Als het signaal "Afwezig" is, terwijl de radio is ingeschakeld, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de zwarte 15-polige stekker van de radio hoge gamma PN6 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gammaZwarte 15-polige stekker

Aansl. 18 Aansl. 8

Herstellen indien nodig.

Met dit signaal wordt de handsfree set gewekt (zonder + Accessoires) en daarmee het audiosysteem gestart, het loopt tussen de rekeneenheid van de handsfree set en de radio.

Als het signaal "Afwezig" is, terwijl de radio is ingeschakeld, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de gele 6-polige stekker van de radio midden gamma NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio midden gammaGele 6-polige stekker

Aansl. 18 Aansl. 5

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET002

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-37

Vdiagnr.: 04

ET003

+ 12 V NA CONTACT

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET003 "+ 12 V na contact" heeft twee kenmerken:– aanwezig,– afwezig.Als de staat "Afwezig" is terwijl het contact aan is, behandel dan de betekenis van deze staat.

De voeding van de rekeneenheid van de handsfree set met + 12 V na contact verloopt via aansl. 7 van de 40-polige stekker.Contact aan, controleer de aanwezigheid en de conformiteit van de voeding + 12 V na contact op aansl. 7 van de rekeneenheid van de handsfree set.Als de voeding niet conform is :– controleer de zekering F28 van 20A op de zekering- en relaisplaat interieur (vervang hem indien nodig).– sluit het universele verlengblok aan in plaats van de rekeneenheid en controleer de isolatie, de geleiding en

het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Zekering- en relaisplaat interieurWitte 18-polige stekker groene klem aansl. 3

Aansl. 7, 40-polige stekker rekeneenheid handsfree set

Herstellen indien nodig.

Sluit de stekkers van de zekering- en relaisplaat interieur en van de rekeneenheid van de handsfree set weer aan.

Als de storing aanhoudt: voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET003

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-38

Vdiagnr.: 04

ET004

+ 12 V ACCESSOIRES

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET004 "+ 12 V accessoires" heeft twee kenmerken:– aanwezig,– afwezig.Als de staat "Afwezig" is terwijl het contact aan is, behandel dan de betekenis van deze staat.

De voeding van de rekeneenheid van de handsfree set met + 12 V accessoires verloopt via aansl. 6 van de 40-polige stekker.Contact aan, controleer de aanwezigheid en de conformiteit van de voeding + 12 V accessoires op aansl. 6 van de rekeneenheid van de handsfree set.Als de voeding niet conform is :– controleer de zekering F23 van 10 A op de zekering- en relaisplaat interieur (vervang hem indien nodig),– sluit het universele verlengblok aan in plaats van de rekeneenheid en controleer de isolatie, de geleiding en

het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Zekering- en relaisplaat interieur27-polige zwarte stekker aansl. 7

Rekeneenheid handsfree setaansl. 6, 40-polige stekker

Herstellen indien nodig.

Sluit de stekkers van de zekering- en relaisplaat interieur en van de rekeneenheid van de handsfree set weer aan.

Als de storing aanhoudt: voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET004

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-39

Vdiagnr.: 04

ET006

TOETS +

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET006 "Toets +" heeft twee kenmerken:– ingedrukt,– los.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan deze diagnose.Zie "Bestemming van de aansluitingenvan de rekeneenheid" om de bestemming van de aansluitingen van de satelliet te kennen.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "+" ingedrukt: geleiding (R < 150 ΩΩΩΩ) tussen aansl. A1 en aansl. B1, Toets "+" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. A1 en aansl. B1,Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker Radiosatelliet

Aansl. 20Aansl. 25

Aansl. B1Aansl. A1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET006

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-40

Vdiagnr.: 04

ET007

TOETS -

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET007 "Toets -" heeft twee kenmerken:– ingedrukt,– los.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan deze diagnose.Zie "Bestemming van de aansluitingenvan de rekeneenheid" om de bestemming van de aansluitingen van de satelliet te kennen.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter:– Toets "-" ingedrukt: geleiding (R < 150 ΩΩΩΩ) tussen aansl. B3 en aansl. B1,– Toets "-" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. B3 en aansl. B1,Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker Radiosatelliet

Aansl. 20Aansl. 23

Aansl. B1Aansl. B3

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET007

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-41

Vdiagnr.: 04

ET008

BOVENSTE TOETS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET008 "Bovenste toets" heeft twee kenmerken:– ingedrukt,– los.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan deze diagnose.

N.B.: De bovenste toets is de toets "source audio" (toets bij het stuurwiel).Zie "Bestemming van de aansluitingenvan de rekeneenheid" om de bestemming van de aansluitingen van de satelliet te kennen.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: "Bovenste" toets ingedrukt: geleiding (R < 150 ΩΩΩΩ) tussen aansl. B3 en aansl. B2, "Bovenste" toets niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. B3 en aansl. B2.Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker Radiosatelliet

Aansl. 23Aansl. 22

Aansl. B3Aansl. B2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET008

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-42

Vdiagnr.: 04

ET009

HOGE TOETS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET009 "Toets hoog" heeft twee kenmerken:– ingedrukt,– los.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan deze diagnose.Zie "Bestemming van de aansluitingenvan de rekeneenheid" om de bestemming van de aansluitingen van de satelliet te kennen.

N.B.: De toets "hoog" is de toets met het telefoonsymbool.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "hoog" ingedrukt: geleiding (R < 150 ΩΩΩΩ) tussen aansl. A3 en aansl. B2, Toets "hoog" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. A3 en aansl. B2.Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker Radiosatelliet

Aansl. 21Aansl. 22

Aansl. A3Aansl. B2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET009

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-43

Vdiagnr.: 04

ET010

LAGE TOETS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET010 "Toets laag" heeft twee kenmerken:– ingedrukt,– los.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan deze diagnose.Zie "Bestemming van de aansluitingenvan de rekeneenheid" om de bestemming van de aansluitingen van de satelliet te kennen.

N.B.: De toets "laag" is de toets aan de onderkant van de satelliet.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "laag" ingedrukt: geleiding (R < 150 ΩΩΩΩ) tussen aansl. A3 en aansl. B1, Toets "laag" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. A3 en aansl. B1,Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de geleiding bij de satelliet goed is bij een druk op de toets, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker Radiosatelliet

Aansl. 21Aansl. 20

Aansl. A3Aansl. B1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET010

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-44

Vdiagnr.: 04

ET011

ACTIE DRAAIKNOP

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET011 "Actie draaiknop" heeft drie kenmerken:– inactief,– omhoog,– omlaag.Als de staat het kenmerk "inactief" heeft als de knop wordt gedraaid, raadpleeg dan de betekenis van deze staat.Zie "Bestemming van de aansluitingenvan de rekeneenheid" om de bestemming van de aansluitingen van de satelliet te kennen.

Controleer de werking van de bedieningssatelliet, raadpleeg hoofdstuk 86 A van MR Elektrische installatie "Bediening bij het stuurwiel".

Draaiknop 1e klik: geleiding (R = 1,5 ΩΩΩΩ ±±±± 0,5) tussen aansl. A3 en aansl. A2,

Draaiknop 2e klik: geleiding tussen aansl. B3 en aansl. A2,

Draaiknop 3e klik: geleiding tussen aansl. A1 en aansl. A2,Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker Radiosatelliet

Aansl. 24Aansl. 21Aansl. 23Aansl. 25

Aansl. A2Aansl. A3Aansl. B3Aansl. A1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET011

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-45

Vdiagnr.: 04

ET013

TOETS COMMUNICATIE

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET013 "Toets communicatie" heeft twee kenmerken:– ingedrukt,– los.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan deze diagnose.

N.B.:De toets "communicatie" is de toets op het einde van de lichtschakelaar.

Maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Zwarte 3-polige stekker van de lichtschakelaar

Aansl. 17 Aansl. 2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET013

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-46

Vdiagnr.: 04

ET014

TELEFOON

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET014 "Telefoon" heeft twee kenmerken:– aanwezig,– afwezig.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan deze diagnose.

N.B.:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.

Controleer de aansluiting en de staat van de 14-polige stekker van de steun.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.Vervang de steun of de houder indien nodig.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET014

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-47

Vdiagnr.: 04

ET015

PIN CODE

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET015 "Pin code" heeft twee kenmerken:– geldig,– fout.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan deze diagnose.

N.B.: De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.

Controleer of de in de telefoon ingevoerde PIN code correct is.Als dit niet zo is, voer de juiste PIN code in.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET015

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-48

Vdiagnr.: 04

ET016

TELEFOONNETWERK

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET016 "Telefoonnetwerk" heeft twee kenmerken:– aanwezig,– afwezig.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan deze diagnose.

N.B.:– De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.– Controleer op de telefoon of het telefoonnetwerk aanwezig is (signaalvlakjes van de

telefoon). Als de telefoon het netwerk niet detecteert, verander dan de positie voordat u deze staat onderzoekt.

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder om de verbinding naar de antenne te controleren:Controlelampje van de adapter brandt groen: de verbinding is goed.Controlelampje van de adapter brandt rood: de verbinding is slecht.

Als het controlelampje van de adapter rood brandt, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen de antenne en de steun in de auto.N.B.: Deze verbinding is een coaxkabel die de antenne rechtstreeks met de steun verbindt.

Als de staat niet werkt zoals is aangegeven, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET016

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-49

Vdiagnr.: 04

ET021

WERKING TELEFOON

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET021 "werking telefoon" heeft twee kenmerken:– aan,– uit.Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan deze diagnose.

N.B.:– De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.– Controleer de werking van de telefoon voordat u deze staat onderzoekt.

Als de staat niet werkt zoals is aangegeven, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET021

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de parameters 86B

86B-50

Vdiagnr.: 04Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Telefoonsignaal

PR003 Accuspanning

PR004 Rijsnelheid

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de parameters 86B

86B-51

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de parameters

PR001

TELEFOONSIGNAAL

ADVIEZEN

Bijzonderheden:– Deze parameter werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.– Controleer op de telefoon of het telefoonnetwerk aanwezig is (signaalvlakjes van de

telefoon). Als de telefoon het netwerk niet detecteert, verander dan de positie voordat u deze parameter onderzoekt.

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder om de verbinding naar de antenne te controleren:Controlelampje van de adapter brandt groen: de verbinding is goed.Controlelampje van de adapter brandt rood: de verbinding is slecht.

Als het controlelampje van de adapter rood brandt, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen de antenne en de steun in de auto.N.B.:Deze verbinding is een coaxkabel die de antenne rechtstreeks met de steun verbindt.

Als de parameter niet werkt zoals aangegeven in de conformiteitscontrole, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_PR001

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de parameters 86B

86B-52

Vdiagnr.: 04

PR003

ACCUSPANNING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen: F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid stekker Aansl. 9 MassaRekeneenheid stekker Aansl. 4 + 12 V voor contact (zie schema van de auto)Rekeneenheid stekker Aansl. 6 + 12 V accessoire (zie schema van de auto)Rekeneenheid stekker Aansl. 7 + 12 V na contact (zie schema van de auto)

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_PR003

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de parameters 86B

86B-53

Vdiagnr.: 04

PR004

RIJSNELHEID

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als deze parameter onsamenhangend is, voer een diagnose uit van het ABS.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_PR004

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de commando's 86B

86B-54

Vdiagnr.: 04Diagnose - Overzicht van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

RZ001 Storingsgeheugen

AC001 Belsignaal

AC002 Hoge toon

AC003 Lage toon

VP001 Schrijven datum laatste werkzaamheden.

VP002 Schrijven van het V.I.N.

VP004 Test microfoon

VP005 Test seriële verbinding

VP006 Test verbindingen audio

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-55

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de commando's

AC001

BELSIGNAAL

ADVIEZENBijzonderheden:Contact mis, dit commando is toegankelijk in het diagnoseprogramma van het gereedschap (tabblad actuatorcommando).

Tijdens dit commando, moet u de telefoon horen overgaan.Door het activeren van dit commando kunt u de verbindingen tussen de rekeneenheid van de handsfree set, de radio en de luidsprekers controleren.

Radio auditorium PN6

Radio midden gamma NR5

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de heldere 15-polige stekker van de radio hoge gamma en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gamma15-polige stekker

Aansl. 35Aansl. 36Aansl. 37

Aansl. 28Aansl. 30Aansl. 29

Herstellen indien nodig.

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de groene 6-polige stekker van de radio NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Groene 6-polige stekker

Aansl. 35Aansl. 36Aansl. 38

Aansl. 7Aansl. 5Aansl. 9

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-56

Vdiagnr.: 04

AC001

VERVOLG

Als na deze stap het commando stil blijft, controleer dan de geleiding van de verbindingen tussen de radio hoge gamma en de luidsprekers door de radio in te schakelen. Als deze stil blijft, maak dan de 8-polige ISO stekker B los van de radio en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Radio hoge gamma8-polige stekker Luidsprekers

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3Aansl. 4Aansl. 5Aansl. 6Aansl. 7Aansl. 8

+ rechts achter- rechts achter+ rechts voor- rechts voor+ links voor- links voor+ links achter- links achter

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-57

Vdiagnr.: 04

AC002

HOGE TOON

ADVIEZENBijzonderheden:Contact mis, dit commando is toegankelijk in het diagnoseprogramma van het gereedschap (tabblad actuatorcommando).

Tijdens dit commando, moet u een hoge toon horen.Door het activeren van dit commando kunt u de verbindingen tussen de rekeneenheid van de handsfree set, de radio en de luidsprekers controleren.

Radio auditorium PN6

Radio midden gamma NR5

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de heldere 15-polige stekker van de radio hoge gamma en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gamma15-polige stekker

Aansl. 35Aansl. 36Aansl. 37

Aansl. 28Aansl. 30Aansl. 29

Herstellen indien nodig.

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de groene 6-polige stekker van de radio NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Groene 6-polige stekker

Aansl. 35Aansl. 36Aansl. 38

Aansl. 7Aansl. 5Aansl. 9

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-58

Vdiagnr.: 04

AC002

VERVOLG

Als na deze stap het commando stil blijft, controleer dan de geleiding van de verbindingen tussen de radio hoge gamma en de luidsprekers door de radio in te schakelen. Als deze stil blijft, maak dan de 8-polige ISO stekker B los van de radio en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Radio hoge gamma8-polige stekker Luidsprekers

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3Aansl. 4Aansl. 5Aansl. 6Aansl. 7Aansl. 8

+ rechts achter- rechts achter+ rechts voor- rechts voor+ links voor- links voor+ links achter- links achter

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-59

Vdiagnr.: 04

AC003

LAGE TOON

ADVIEZENBijzonderheden:Contact mis, dit commando is toegankelijk in het diagnoseprogramma van het gereedschap (tabblad actuatorcommando).

Tijdens dit commando, moet u een lage toon horen.Door het activeren van dit commando kunt u de verbindingen tussen de rekeneenheid van de handsfree set, de radio en de luidsprekers controleren.

Radio auditorium PN6

Radio midden gamma NR5

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de heldere 15-polige stekker van de radio hoge gamma en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gamma15-polige stekker

Aansl. 35Aansl. 36Aansl. 37

Aansl. 28Aansl. 30Aansl. 29

Herstellen indien nodig.

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de groene 6-polige stekker van de radio NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Groene 6-polige stekker

Aansl. 35Aansl. 36Aansl. 38

Aansl. 7Aansl. 5Aansl. 9

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-60

Vdiagnr.: 04

AC003

VERVOLG

Als na deze stap het commando stil blijft, controleer dan de geleiding van de verbindingen tussen de radio hoge gamma en de luidsprekers door de radio in te schakelen. Als deze stil blijft, maak dan de 8-polige ISO stekker B los van de radio en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Radio hoge gamma8-polige stekker Luidsprekers

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3Aansl. 4Aansl. 5Aansl. 6Aansl. 7Aansl. 8

+ rechts achter- rechts achter+ rechts voor- rechts voor+ links voor- links voor+ links achter- links achter

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-61

Vdiagnr.: 04

VP004

TEST MICROFOON

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat (tabblad instellingen).Bij deze test, moet u op de bestuurdersstoel zitten en "normaal" spreken.

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende verbindingen controleren:

Rekeneenheid handsfree set Microfoon Rekeneenheid handsfree set

De elektrische verbindingen zijn in orde als het resultaat van de test een percentage van 4 of hoger aangeeft. Als het resultaat van de test een percentage lager dan 4 is:Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en van de 6-polige stekker van de microfoon en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Microfoon6-polige stekker

Aansl. 28Aansl. 29

Aansl. 2Aansl. 1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-62

Vdiagnr.: 04

VP005

TEST SERIËLE VERBINDING

ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat (tabblad instellingen).

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende seriële verbindingen controleren:

Reken-een-heid

handsfree set

Telefoon-steun

TestadapterTelefoon-

steun

Reken-eenheid

handsfree set

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder voor dit commando.Tijdens het activeren van dit commando verzendt de handsfree set gegevens via de seriële verbindingen. Deze gegevens worden doorgelust door de testadapter in de steun, en teruggestuurd naar de handsfree set die ze analyseert.Deze gegevens zijn niet zichtbaar. De elektrische verbindingen zijn in orde als het resultaat van de test "GOED" is.Als het resultaat van de test "SLECHT" is, maak de 24-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en de 14-polige stekker van de steun van de telefoonhouder en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen

Rekeneenheid handsfree set24-polige stekker

Telefoonsteun14-polige stekker

Aansl. 17Aansl. 18Aansl. 21Aansl. 22

Aansl. 8Aansl. 9Aansl. 13Aansl. 14

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-63

Vdiagnr.: 04

VP006

TEST VERBINDINGEN AUDIO

ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat (tabblad instellingen).

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende audioverbindingen controleren:

Hands-free set

Telefoon-steun

Test-adapter

Telefoon-steun

Hand-sfree set

RadioLuids-preker

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder voor dit commando.Dit commando wordt bevestigd door een "geluid" uit de luidsprekers: als dit niet zo is controleer dan de geleiding van de verbindingen van de onderdelen van het systeem:Maak de 24-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en van de 14-polige stekker van de steun van de telefoonhouder en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set24-polige stekker

Telefoonsteun14-polige stekker

Aansl. 3Aansl. 4Aansl. 6Aansl. 7

Aansl. 2Aansl. 11Aansl. 3Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

TELEFOONDiagnose - Klachten 86B

86B-64

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Klachten

COMMUNICATIEPROBLEEM

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEIDZoek-

schema 1

TELEFOONStoring zoeken - Zoekschema's 86B

86B-65

Vdiagnr.: 04Storing zoeken - Zoekschema's

Zoekschema 1 Geen communicatie met de rekeneenheid

ADVIEZEN Voordat u iets doet, controleer de werking van de autoradio.

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen: F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer:– de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnosesonde (staat van de kabel).– De verbinding tussen de diagnosesonde en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel).Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V voor contact op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 4 en 5 van de diagnoseaansluiting van de auto.Herstellen indien nodig.

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto (om te weten of het apparaat niet de oorzaak is).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen om zeker te weten dat de voedingen en de massa's van rekeneenheid van de handsfree set in orde zijn:

Rekeneenheid handsfree set 40-poligestekker

Aansl. 6Aansl. 4Aansl. 7Aansl. 9

Aansl. 11

Aansl. 14

Radio (zie het schema van de radio diegemonteerd is in de auto)

+ 12 V accessoires+ 12 V voor contact+ 12 V na contactMassaRadio (zie het schema van de radio die gemonteerd is in de auto)Radio (zie het schema van de radio die gemonteerd is in de auto)Aansl. 12 (diagnoseaansluiting)Aansl. 13 (diagnoseaansluiting)

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

KML_V04_ALP01

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-1

ITS Programmanr.: 020

Vdiagnr.: 04

186CMULTIMEDIADiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– ndersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Vel Satis Ph 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– Druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.

– Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model: Vel Satis ph2

Betreffende functie: Navigatie, handsfree functie telefoonbediening, tuner-versterker, cd-speler

Naam van de rekeneenheid: ITS

Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

Multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

Elé. 1737 Testadapter voor de telefoonhouder

ITS_V04_PRELI ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-2

ITS Programmanr.: 020

Vdiagnr.: 04

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema’s

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-3

ITS Programmanr.: 020

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-4

ITS Programmanr.: 020

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de geleiding, de isolatie en de weerstandControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-5

ITS Programmanr.: 020

Vdiagnr.: 04

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:

– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te geringe lading,

– gebruik geschikt gereedschap.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Werking van het systeem 86C

86C-6

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Werking van het systeem

Het systeem "CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE" komt overeen met het navigatiesysteem "hoge gamma" van de Vel Satis ph2. Dit systeem wordt ook ITS genoemd (ITS: Intelligent Transport Systeem).De rekeneenheid van de navigatie van dit systeem omvat de functies van de centrale communicatie eenheid en van de rekeneenheid van de handsfree functie telefoonbediening (KMLE).

Algemene werking

Het systeem "CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE" draag bij aan de functies:– Tuner-versterker.– Cd-wisselaar.– Navigatie door satellietgeleiding.– Handsfree telefoonbediening.– Display.– Buitenthermometer.– Klok.

1 - Tuner-versterker

Hiermee kan naar de radio worden geluisterd op de AM- en FM-band. De tuner-versterker selecteert automatisch de beste frequentie voor een station dankzij de functie AF, hij ontvangt de verkeersinformatie via de functie TMC voor een optimale geleiding door het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE.

2 - Cd-wisselaar

De cd-wisselaar in het dashboard kan 6 cd's bevatten. Hij kan is geschikt voor audio cd's, door de klant gebrande cd-r's en MP3 cd's. Het aantal cd's in de wisselaar is te zien met de parameter PR005 "Aantal cd's in wisselaar"

3 - Navigatie

Deze functie geleidt de bestuurder door middel van kaarten en met een stem. De adressen voor de geleiding kunnen met de centrale bediening of met de stem worden ingevoerd.

4 - Handsfree telefoonbediening

Met deze functie kan een mobiele telefoon handsfree worden gebruikt dankzij een microfoon bij de zonneklep van de bestuurder en de luidsprekers van de auto. Het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE kan de namenlijst van de telefoon gebruiken, gesprekken ontvangen en uitzenden en SMS tekstberichten ontvangen. De telefoon kan worden aangesloten op de auto door een steun en een telefoonhouder of via een Bluetooth verbinding.

5 - Display

Het display toont de informatie, zoals kaarten voor de navigatie, radio, titel van de cd, tijd, temperatuur en informatie van de mobiele telefoon.

6 - Thermometer

De centrale communicatie eenheid meet de buitentemperatuur via een opname element in de buitenspiegel rechts. De temperatuur wordt ook doorgegeven aan de rekeneenheid van de airconditioning. De parameter is te zien met PR006 "Buitentemperatuur".

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Werking van het systeem 86C

86C-7

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

De belangrijkste elementen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE

Multiplex-netwerk van

de auto

MicrofoonAntenne GPS

+ telefoon

DisplayRekeneenheid

navigatiesysteemTelefoonsteun

Tuner-versterkerCentrale bediening van

de navigatieDiagnoseaansluiting

Cd-wisselaar RadiobedieningssatellietRekeneenheid

videoregie achter

DVD-speler Scherm achter

Rekeneenheid uitklapbaar

videoscherm

– Multiplexnetwerk van de auto

– Multiplexnetwerk multimedia

– Bus UART

– Draadverbindingen

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-8

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Rekeneenheid navigatiesysteem

Aansl. rekeneenheid

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker A (32-polig)

1 CAN L auto aansl. 14 van de diagnoseaansluiting

2 CAN L multimedia 1aansl. 12 van de centrale bediening van de navigatie

3 Niet gebruikt

4 Signaal rijsnelheid aansl. 39 rekeneenheid ABS/ESP

5 Niet gebruikt

6 commando - regelweerstand verlichtingaansl. 13 tuner-versterker, aansl. 12 cd-wisselaar, aansl. 9 centrale bediening van de navigatie, aansl. 2 van de regelweerstand.

7 Niet gebruikt

8 Niet gebruikt

9 Niet gebruikt

10 signaal 1 videodisplay aansl. 16 display

11 videosignaal aansl. 10 display

12 videosignaal aansl. 12 display

13 Niet gebruikt

14 videosignaal RGB blauw aansl. 22 display

15 videosignaal RGB rood aansl. 24 display

16 Niet gebruikt

17 CAN H auto aansl. 6 van de diagnoseaansluiting

18 CAN H multimedia 1 aansl. 6 centrale bediening van de navigatie

19 Niet gebruikt

20 commando + achteruitrijlichtenaansl. 8 van de zwarte stekker van het huis met hulporganen interieur

21 Niet gebruikt

22 + Markeringslichten linksaansl. 4 van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

23 afscherming videosignaal aansl. 8 display

24 Niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-9

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. rekeneenheid

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

25 afscherming videocommando aansl. 4 display

26 signaal 2 videodisplay aansl. 15 display

27 videosignaal aansl. 11 display

28 afscherming aansl. 5 display

29 massa signalen RGB aansl. 9 display

30 videosignaal RGB groen aansl. 23 display

31 Niet gebruikt

32 Niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-10

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. rekeneenheid

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker B (40-polig)

1 Niet gebruikt

2 Niet gebruikt

3 Niet gebruikt

4 Niet gebruikt

5 + 12 V telefoonsteun aansl. 4 telefoonsteun

6 signaal verzenden verzoek aansl. 13 telefoonsteun

7 signaal gegevensontvangst aansl. 8 telefoonsteun

8 Niet gebruikt

9 Niet gebruikt

10 Niet gebruikt

11 - audio handsfree set 1 aansl. 12 telefoonsteun

12 + audio handsfree set 1 aansl. 3 telefoonsteun

13 + audio handsfree set 2 aansl. 2 telefoonsteun

14 - stem navigatieaansl. 14 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

15 + stem navigatieaansl. 30 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

16 + stem telefoonaansl. 32 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

17 signaal microfoon aansl. 2 microfoon handsfree telefoon

18 + microfoon aansl. 3 microfoon handsfree telefoon

19 Niet gebruikt

20 +accu aansl. 2 aparte zekering F50

21 Niet gebruikt

22 Niet gebruikt

23 Niet gebruikt

24 massa telefoonsteun aansl. 6 telefoonsteun

25 signaal annuleren verzoek aansl. 14 telefoonsteun

26 afscherming

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-11

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. rekeneenheid

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

27 signaal gegevensverzending aansl. 9 telefoonsteun

28 Niet gebruikt

29 Niet gebruikt

30 Niet gebruikt

31 Niet gebruikt

32 - audio handsfree set 2 aansl. 11 telefoonsteun

33 Niet gebruikt

34 afschermingaansl. 31 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

35 - stem telefoonaansl. 16 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

36 afschermingaansl. 15 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

37 afscherming microfoon telefoon aansl. 1 microfoon handsfree telefoon

38 signaal wekken multimediaaansl. 3 videodisplay, aansl. 1 centrale bediening van de navigatie, aansl. 14 stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 21 cd-wisselaar

39 Niet gebruikt

40 massa

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-12

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Tuner-versterker

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving

Aansl. opname element - actuator

Stekker A (8-polig)

1 ingang signaal rijsnelheid aansl. 39 stekker rekeneenheid ABS/ESP

2 Niet gebruikt

3signaal telefoon onderbreken geluid tuner-versterker

aansl. 10 rekeneenheid spraakmaker

4 + accu aansl. 2 houder aparte zekering

5 + antenneversterker AM/FM aansl. 1 antenneversterker

6 signaal markeringslichtenaansl. 4 stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

7 + accessoiresaansl. 7 stekker CGB1-B van de zekeringen/relaisplaat interieur

8 massa

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker B (8-polig)

1 + luidspreker rechts achter aansl. A1 luidspreker en tweeter rechts achter

2 - luidspreker rechts achter aansl. A2 luidspreker en tweeter rechts achter

3 + luidspreker rechts voor aansl. A1 luidspreker en tweeter rechts voor

4 - luidspreker rechts voor aansl. A2 luidspreker en tweeter rechts voor

5 + luidspreker links voor aansl. A1 luidspreker en tweeter links voor

6 - luidspreker links voor aansl. A2 luidspreker en tweeter links voor

7 + luidspreker links achter aansl. A1 luidspreker en tweeter links achter

8 - luidspreker links achter aansl. A2 luidspreker en tweeter links achter

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-13

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker C (20-polig)

C1

1 - audiosignaal rechts videosysteem achter aansl. 4 rekeneenheid videoregie achter

2

+ audiosignaal rechts videosysteem achter aansl. 30 rekeneenheid videoregie achter

3 - audiosignaal links videosysteem achter aansl. 4 rekeneenheid videoregie achter

4 + audiosignaal links videosysteem achter aansl. 15 rekeneenheid videoregie achter

5 afscherming aansl. 24 rekeneenheid videoregie achter

6 signaal aanwezigheid video achter aansl. 9 rekeneenheid videoregie achter

C2

7 - signaal audio links cd-wisselaar aansl. 5 van de cd-wisselaar

8 + signaal audio links cd-wisselaar aansl. 17 van de cd-wisselaar

9 afscherming aansl. 18 van de cd-wisselaar

10 - signaal audio rechts cd-wisselaar aansl. 7 van de cd-wisselaar

11 + signaal audio rechts cd-wisselaar aansl. 19 van de cd-wisselaar

12 Niet gebruikt

C3

13 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 12 van de cd-wisselaar, aansl. 9 centrale bediening van de navigatie, aansl. 6 van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem, aansl. 2 van de regelweerstand.

14 signaal wekken multimedia

aansl. 21 van de cd-wisselaar, aansl. 1 centrale bediening van de navigatie, aansl. 3 van het display, aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem.

15 Niet gebruikt

16 Niet gebruikt

17 afscherming aansl. 13 van de cd-wisselaar

18 signaal commando cd aansl. 2 van de cd-wisselaar

19 signaal commando uitzending cd aansl. 14 van de cd-wisselaar

20 signaal commando ontvangst cd aansl. 1 van de cd-wisselaar

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-14

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker D (32-polig)

1 CAN H multimedia aansl. 19 stekker D van de tuner-versterker

2 CAN L multimedia aansl. 3 stekker D van de tuner-versterker

3 eindweerstand aansl. 2 stekker D van de tuner-versterker

4 Niet gebruikt

5 Niet gebruikt

6 signaal infrarood afstandsbediening aansl. 27 rekeneenheid videoregie achter

7 Niet gebruikt

8 regel 1 matrix radiobedieningssatelliet aansl. B2 radiobedieningssatelliet

9 rij 2 matrix radiobedieningssatelliet aansl. A3 radiobedieningssatelliet

10 rij 0 matrix radiobedieningssatelliet aansl. B1 radiobedieningssatelliet

11 contact toets activeren stemherkenningaansl. 2 van 3-polige stekker richtingaanwijzerschakelaar

12 massa temperatuurzender aansl. 1D buitenspiegel rechts

13 Niet gebruikt

14 ingang signaal - stemgeleidingaansl. 14 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

15 afscherming signaal audio - telefoonaansl. 36 van 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

16 ingang signaal audio - telefoonaansl. 35 van 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

17 CAN H multimedia aansl. 5 centrale bediening van de navigatie

18 CAN L multimediaaansl. 11 centrale bediening van de navigatie

19 eindweerstand aansl. 1 stekker D van de tuner-versterker

20 Niet gebruikt

21 massa signaal afstandsbediening aansl. 11 cd-wisselaar

22 ingang signaal afstandsbediening aansl. 23 cd-wisselaar

23 Niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-15

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

24 regel 2 matrix radiobedieningssatelliet aansl. A2 radiobedieningssatelliet

25 regel 0 matrix radiobedieningssatelliet aansl. B1 radiobedieningssatelliet

26 rij 1 matrix radiobedieningssatelliet aansl. A1 radiobedieningssatelliet

27 uitgang signaal temperatuuraansl. 14 van de zwarte stekker van het huis met hulporganen interieur

28 ingang signaal + van temperatuurzender aansl. 1E buitenspiegel rechts

29 Niet gebruikt

30 ingang + signaal audio van de geleiding aansl. B15 rekeneenheid van de navigatie

31 afscherming signaal audio van de geleiding aansl. B34 rekeneenheid van de navigatie

32 ingang + signaal audio van de telefoon aansl. B16 rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-16

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Telefoonsteun

Aansl. telefoonsteun

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

14-polige stekker

1 Niet gebruikt

2 + audio handsfree set 2aansl. 13 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

3 + audio handsfree set 1aansl. 12 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

4 + 12 V telefoonsteunaansl. 5 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

5 Niet gebruikt

6 massa telefoonsteunaansl. 24 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

7 Niet gebruikt

8 signaal gegevensontvangstaansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

9 signaal gegevensverzendingaansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

10 Niet gebruikt

11 - audio handsfree set 2aansl. 32 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

12 - audio handsfree set 1aansl. 11 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

13 signaal verzenden verzoekaansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

14 signaal annuleren verzoekaansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-17

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Display

Aansl. display

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

24-polige stekker

1 Niet gebruikt

2 Niet gebruikt

3 signaal wekken multimedia

aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie, stem 1 centrale bediening van de navigatie, aansl. 14 stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 21 cd-wisselaar

4 afschermingaansl. 25 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

5 afschermingaansl. 28 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

6 Niet gebruikt

7 Niet gebruikt

8 afschermingaansl. 23 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

9 massa videosignalen RGBaansl. 29 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

10 videosignaalaansl. 11 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

11 videosignaalaansl. 27 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

12 videosignaal helderheidaansl. 12 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

13 massa

14 +accu aansl. 2 aparte zekering F50

15 signaal commando 2 videodisplayaansl. 26 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

16 signaal commando 1 videodisplayaansl. 10 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

17 Niet gebruikt

18 Niet gebruikt

19 Niet gebruikt

20 Niet gebruikt

21 Niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-18

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. display

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

22 videosignaal RGB blauwaansl. 14 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

23 videosignaal RGB groenaansl. 30 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

24 videosignaal RGB roodaansl. 15 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-19

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Centrale bediening van de navigatie

Aansl. centrale

bediening van de

navigatie

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

12-polige stekker

1 signaal wekken multimedia

aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie, stem 3 display, aansl. 14 stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 21 cd-wisselaar

2 Niet gebruikt

3 Niet gebruikt

4 Niet gebruikt

5 CAN H multimedia aansl. 13 van de diagnoseaansluiting

6 CAN H multimedia diagnoseaansluitingaansl. 18 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

7 + accu aansl. 2 aparte zekering F50

8 massa

9 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 12 van de cd-wisselaar, aansl. 13 van stekker C3 van de tuner-versterker, aansl. 6 van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem, aansl. 2 van de regelweerstand.

10 + Markeringslichten linksaansl. 4 van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

11 CAN L multimedia aansl. 12 van de diagnoseaansluiting

12 CAN L multimedia diagnoseaansluitingaansl. 2 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-20

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Cd-wisselaar

Aansl. cd-wisselaar

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

12-polige stekker

1 signaal commando ontvangst cd aansl. 20 van stekker C3 van de tuner-versterker

2 signaal controle commando cd aansl. 18 van stekker C3 van de tuner-versterker

3 + accessoires

aansl. 7 van stekker CGB1-B van de zekeringen/relaisplaat interieur

4 Niet gebruikt

5 - audio links cd aansl. 7 van stekker C2 van de tuner-versterker

6 Niet gebruikt

7 - audio rechts cd aansl. 10 van stekker C2 van de tuner-versterker

8 Niet gebruikt

9 Niet gebruikt

10 massa

11 + commando afstandsbedieningaansl. 21 van de 32-polige stekker van de tuner-versterker

12 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 13 van stekker C3 van de tuner-versterker, aansl. 9 van de centrale bediening van de navigatie, aansl. 6 van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem, aansl. 2 van de regelweerstand.

13 afscherming aansl. 17 van stekker C3 van de tuner-versterker

14 signaal commando uitzending cd aansl. 19 van stekker C3 van de tuner-versterker

15 + Na contactaansl. 3 van de stekker CGB1-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

16 Niet gebruikt

17 + audio links cd aansl. 8 van stekker C2 van de tuner-versterker

18 afscherming aansl. 9 van stekker C2 van de tuner-versterker

19 + audio rechts cd aansl. 11 van stekker C2 van de tuner-versterker

20 Niet gebruikt

21 signaal wekken multimedia

aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie, aansl. 3 display, aansl. 14 van stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 1 centrale bediening van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-21

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. cd-wisselaar

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

22 +accu aansl. 2 aparte zekering F50

23 - infrarood afstandsbedieningaansl. 22 van de 32-polige stekker van de tuner-versterker

24 + Markeringslichten links aansl. 4 van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

ITSX74ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Vervangen van organen 86C

86C-22

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Vervangen van organen

Voor het uitbouwen-inbouwen van deze rekeneenheid zie MR 402, 86C, Systeem multimedia, Vervangen van de organen.

Werkzaamheden voorafgaand aan het vervangen van de rekeneenheid van de navigatie:

1. Voor het vervangen van de rekeneenheid (met akkoord van de technische helpdesk), leest u de storingen uit en voert u een conformiteitscontrole uit om te controleren of deze wel de oorzaak is.

2. Voor het uitbouwen van de rekeneenheid, wist u de gegevens van de klant (telefoonnummers, adresboek van de klant, enz.) met behulp van het diagnoseapparaat, door middel van het commando RZ003 "Parameters en gegevens van de klant".

3. Na akkoord van de technische helpdesk, bouwt u de rekeneenheid uit, met contact uit.

De rekeneenheden van de navigatie uit het magazijn worden geleverd zonder configuratie en in de fabrieksstand (tuner-versterker afgestemd op 162 kHz AM, en piepjes gedurende 2 minuten).

Werkzaamheden na het vervangen van de rekeneenheid van de navigatie:

1. Voer de code in voor het ontgrendelen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE

– Methode voor het kennen van de code voor het ontgrendelen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE

– schakel de + na contact in,– schakel het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE in,– sluit het diagnoseapparaat Clip aan,– noteer het nummer van de voorcode die staat in het menu "identificatie",– neem contact op met de technische helpdesk met deze voorcode om de code voor het ontgrendelen van

het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE te krijgen,– 2 minuten na het inschakelen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE, wordt de

code voor het ontgrendelen gevraagd,– voer deze code in met behulp van de centrale bediening van de navigatie.

2. Configureer de rekeneenheid (zie "86C, Configuratie en inlezen").

– De 2 op te geven configuraties zijn CF001 "Type auto" en CF002 "Type land"

3. Voer de VIN code in (zie 86C, Behandeling van de commando's).

– Het commando voor het invoeren van de VIN code is VP002 "Schrijven VIN"

N.B.:Als de code fout is, loopt de wachttijd voor het invoeren van een nieuwe code op van 2 naar 32 minuten. Wis de verkeerde code voordat u de nieuwe invoert.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Configuratie en inlezen 86C

86C-23

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Configuratie en inlezen

Beschikbare configuraties en werking

– Type auto (CF001):

Met deze configuratie kan het systeem de auto herkennen waarin het is gemonteerd.

– Type land (CF002):

Voor alle andere landen kiest u "BEHALVE NEDERLAND"

Lijst van de beschikbare configuraties op het diagnoseapparaat met lezen van de configuratie

Procedure voor het wijzigen van deze configuraties Open de communicatie met de rekeneenheid. Selecteer het menu "reparatie". Selecteer het menu "schrijven van de configuratie". Selecteer de regel van de te wijzigen configuratie. Kies in het afrolmenu de regel die overeenkomt met de auto en met het land. Klik op "bevestigen". Verlaat het diagnoseprogramma (verbreek de communicatie met de rekeneenheid zonder het diagnoseapparaat

uit te schakelen), zet het contact 5 s uit een daarna weer aan. Open de communicatie met de rekeneenheid. Controleer in het menu "lezen configuratie" of de configuratie goed is uitgevoerd.

Inlezen

Er is geen inlezen nodig van het systeem van de navigatie en communicatie.

LET OPDe keuze "NEDERLAND" initialiseert de rekeneenheid de wetgeving van dit land.Deze configuratie is ONOMKEERBAAR, deze keuze kan niet meer worden veranderd.

ConfiguratieLezen van de configuratie

Naam van de configuratie Keuze van de configuratie

CF001 LC001 Type autoVel Satis ph2Laguna II ph2

CF002 LC002 Type landBehalve NederlandNederland

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Overzicht van de storingen 86C

86C-24

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de storingen

Overzicht van de door de rekeneenheid van de navigatie controleerbare storingen, met de bijbehorende codes van het ontwerpbureau.

Storing Code

Bijbehorende DTC

Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 D010 Rekeneenheid

DF002 D011 Rekeneenheid

DF003 9A01 Rekeneenheid

DF004 9A02 Rekeneenheid

DF005 9A03 Rekeneenheid

DF006 9A04 Rekeneenheid

DF007 9A07 Rekeneenheid

DF008 9A08 Rekeneenheid

DF009 9A10 Rekeneenheid

DF010 9A0D Rekeneenheid

DF021 C300 Configuratie rekeneenheid

DF022 C186 Geen uitzending multiplexsignaal radio

DF023 9A06 Geen uitzending multiplexsignaal display

DF024 C155 Geen multiplexuitzending instrumentenpaneel

DF025 C163 Geen uitzending multiplexsignaal centrale bediening

DF027 C189 Geen informatie cd-wisselaar audio

DF028 9A0F Verbinding rekeneenheid / telefoonhouder

DF029 9A0C Lezen dvd navigatie

DF030 9A00 circuit antenne GPS

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-25

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001DF002DF003DF004DF005DF006DF007DF008DF009DF010

AANWEZIGOF

IN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer de diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact.

Als de storing in het geheugen is: wis de storing, zet het contact uit en maak de voedingszekering F50 (20A) los van de rekeneenheid.– Plaats de zekering terug en zet het contact weer aan.– Schakel het navigatiesysteem in.Als de storing terugkomt in het geheugen: neem contact op met de technische helpdesk.Als de storing niet terugkomt: bedien het navigatiesysteem, de cd-wisselaar, de tuner-versterker en de handsfree telefoonbediening (indien aanwezig) om de werking van het systeem te controleren.

Controleer de + 12 V op aansl. 20 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie.Controleer de massa op aansl. 40 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanwezig is, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de rekeneenheid is vervangen (op verzoek van de technische helpdesk): voer de configuraties van de rekeneenheid opnieuw uit (zie Configuraties en Inlezen).Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF001/ITS_V04_DF002/ITS_V04_DF003/ITS_V04_DF004/ITS_V04_DF005/ITS_V04_DF006/ITS_V04_DF007/ITS_V04_DF008/ITS_V04_DF009/ITS_V04_DF010 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-26

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF021AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CONFIGURATIE REKENEENHEID1.DEF : configuratie leeg of onvolledig

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als de storing aanwezig is, moet u de configuratie van het systeem uitvoeren (zie 86C, Configuratie en inlezen).

Na de configuratie, zet u het contact 5 s uit een daarna weer aan.

Controleer de goede verwerking van de configuraties door het lezen van de configuratie LC001 "Type auto" en LC002 "Type land".

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Als de storing in het geheugen is, wist u de storingen met het commando RZ001 ''Storingsgeheugen''.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF021 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-27

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF022AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL RADIO

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van de tuner-versterker (een paar keer achter elkaar).

Bij gelijktijdige optreden van de storingen DF022 "Geen multiplexsignaal radio" en DF027 "Geen informatie cd-wisselaar audio": controleer het multiplexnetwerk multimedia (zie 88B, Multiplexsysteem).

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner versterker (in de opbergruimte) (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker centrale bediening aansl. 5 aansl. 17 van de 32-polige stekker van de tuner-

versterkerstekker centrale bediening aansl. 11 aansl. 18 van de 32-polige stekker van de tuner-

versterkerstekker centrale bediening aansl. 6 aansl. 18 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatiestekker centrale bediening aansl. 12 aansl. 2 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatieHerstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF022 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-28

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF023AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL DISPLAY1.DEF : geen communicatie met het display2.DEF : storing van het display

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer de diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van het navigatiesysteem.

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd). Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker display aansl. 4 aansl. 25 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 5 aansl. 28 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 8 aansl. 23 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 9 aansl. 29 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 10 aansl. 11 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 11 aansl. 27 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 12 aansl. 12 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 15 aansl. 26 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 16 aansl. 10 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 22 aansl. 14 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 23 aansl. 30 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 24 aansl. 15 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF023 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-29

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF023VERVOLG

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 14 van het display. Controleer de massa op aansl. 13 van het display.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang het display.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-30

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF024AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN MULTIPLEXUITZENDING INSTRUMENTENPANEEL1.DEF : geen communicatie met het instrumentenpaneel

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer de diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact.

Voer een diagnose uit van het instrumentenpaneel (zie 83A, Instrumentenpaneel).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de rode stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 17 Aansl. 10 rode stekker van het

instrumentenpaneel32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 1 aansl. 11 rode stekker van het

instrumentenpaneelHerstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF024 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-31

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF025AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL CENTRALE BEDIENING1.DEF : geen communicatie met de centrale bediening

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van het navigatiesysteem (een paar keer achter elkaar met de centrale bediening).

Bij gelijktijdige optreden van de storingen DF022 "Geen multiplexsignaal radio", DF025 "Geen multiplexsignaal centrale bediening" en DF027 "Geen informatie cd-wisselaar audio": controleer het multiplexnetwerk multimedia (zie 88B, Multiplexsysteem).

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker centrale bediening aansl. 6 aansl. 18 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatiestekker centrale bediening aansl. 12 aansl. 2 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatie Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF025 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-32

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF027AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN INFORMATIE CD-WISSELAAR AUDIO1.DEF : geen communicatie met het toetsenbord van de cd-wisselaar

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van de cd-wisselaar (een paar keer achter elkaar met de cd-wisselaar).

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF022 "Geen multiplexsignaal radio".

Controleer de staat en de aansluiting van de cd-wisselaar (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de groene stekker C2 van de tuner-versterker (in de opbergruimte) (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker cd-wisselaar aansl. 1 aansl. 20 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterkerstekker cd-wisselaar aansl. 2 aansl. 18 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterkerstekker cd-wisselaar aansl. 13 aansl. 17 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterkerstekker cd-wisselaar aansl. 14 aansl. 19 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterker

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF027 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-33

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF028AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / TELEFOONHOUDER1.DEF : geen of slecht antwoord van de houder naar de rekeneenheid

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van het audiosysteem met een paar acties van de telefoon op zijn houder.

Geef het commando AC005 "Test aanwezigheid telefoonsteun", zie Behandeling van de commando's voor de betekenis van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de 14-polige stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Contact aan, controleer de + 12 V op aansl. 4 van de stekker van de telefoonsteun. Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 6 van de stekker van de telefoonsteun perfect is.Herstellen indien nodig.

Als de verbindingen correct zijn, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF028 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-34

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF029AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

DVD-SPELER NAVIGATIE1.DEF : schijf onleesbaar

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen: Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van het navigatiesysteem met een goede DVD van de navigatie.

Controleer of de DVD van de navigatie op de juiste manier in de speler zit.

Controleer of de DVD in de rekeneenheid van de navigatie niet een audio of andere cd is, maar inderdaad een navigatie-DVD bestemd voor dit navigatiesysteem is.

Veeg de DVD vanuit het midden naar de buitenkant af met droge en schone doek.

Vervang de DVD van de navigatie als deze krassen vertoont.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF029 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-35

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF030AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT ANTENNE GPSC.O : onderbreking

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat en de aansluiting van de 2-polige stekker van de GPS-antenne (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 2-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:2-polige stekker rekeneenheid aansl. 1 aansl. 1 stekker van de GPS-antenne2-polige stekker rekeneenheid aansl. 2 aansl. 2 stekker van de GPS-antenne

Herstellen indien nodig.

Als de verbindingen correct zijn, vervang de GPS-antenne.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF030 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Conformiteitscontrole

HOOFDSCHERM

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Nachtverlich-

ting

ET003:+ 12 V

markeringslichten nacht

AAN UIT

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET003.

PR007: Niveau

nachtverlichting0 % < X < 102 %(maxi) (mini)

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de parameter PR007.

2 Rijsnelheid PR002: Rijsnelheid 0 km/uBij een probleem, voer

een diagnose uit van het ABS.

3 Achteruit ET024:Achteruit

ingeschakeldJA

NEE

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET024 .

4Buitentempera-

tuurPR006: Buitentemperatuur X °°°°C

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de parameter PR006. N.B.: Als PR006 = - 42 °°°°C

dan is er een onderbreking op een van

de lijnen van de temperatuurzender.

5 Cd-wisselaar PR005:Aantal cd's in de

wisselaar0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 Geen bijzonderheden

ITS_V04_CCONF ITSX73ph2 V1.0

86C-36

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-37

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: SELECTIE BESTUURDER

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Radiobedie-

ningssatelliet

ET006: Toets +INGEDRUKT

LOS

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de staten ET006,

ET007, ET008, ET009 en ET010.

ET007: Toets -INGEDRUKT

LOS

ET009: Hoge toets ( )INGEDRUKT

LOS

ET010:Lage toets

(Mode - OK)INGEDRUKT

LOS

ET008:Bovenste toets (Source Audio)

INGEDRUKT LOS

ET018: Actie draaiknopINACTIEF OMHOOG OMLAAG

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET018.

2Toets

communicatieET017:

Toets voor de communicatie (op het einde

van de richtin-gaanwijzerscha-

kelaar)

INGEDRUKT LOS

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de staat ET017.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-38

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

N.B.: Als u met de telefoon moet werken, moet u de PIN code van de telefoon kennen.

Subfunctie: TELEFOON

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Telefoon

ET020: TelefoonAANWEZIG AFWEZIG

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET020.

ET021:Werking telefoon

AAN UIT

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET021.

2 PIN code ET022: PIN codeGELDIG

NIET INGEVOERD

Als de staat "NIET INGEVOERD" is, voer dan de PIN code in de

telefoon in.

3Telefoonnet-

werkET023: Telefoonnetwerk

AANWEZIG AFWEZIG

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET023.

4 SIM kaart ET025: SIM kaartAANWEZIG AFWEZIG

Als de staat "AFWEZIG" is, haal dan de SIM kaart uit zijn houder, reinig de contacten tussen de SIM kaart en de telefoon en

plaats de SIM kaart terug in zijn houder.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-39

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: TESTS GELUIDSSIGNALEN

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Tests

luidsprekers links voor

AC010:Tweeter links

voorMet deze commando's kunnen de luidsprekers

links voor worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de commando's AC010 en AC012.AC012:

Luidspreker links voor

2Tests

luidsprekers rechts voor

AC011:Tweeter rechts

voorMet deze commando's kunnen de luidsprekers

rechts voor worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de commando's AC011 en AC013.AC013:

Luidspreker rechts voor

3Test luidspreker

links achterAC014:

Luidspreker links achter

Met dit commando kan de luidspreker links

achter worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC014.

4Test luidspreker

rechts achterAC015:

Luidspreker rechts achter

Met dit commando kan de luidspreker rechts

achter worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC015.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-40

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: TESTS

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Verbindingen

AC001:Test verbinding

audio

Met dit commando kunnen de

audioverbindingen tussen de telefoonsteun en de rekeneenheid van de

navigatie worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van de commando's AC001 en

AC002.Voor de commando's

AC001 en AC002, moet u de testadapter

Elé. 1737 aansluiten op de plaats van de telefoonhouder.

AC002:Test seriële verbinding

Met dit commando kunnen de

dataverbindingen tussen de telefoonsteun en de rekeneenheid van de

navigatie worden getest.

2 Telefoonsteun AC005:Test

aanwezigheid telefoonsteun

Met dit commando kunnen de verbindingen tussen de telefoonsteun en de rekeneenheid van

de navigatie worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC005 .

3 Scherm

AC006:Test scherm: kleurenbalken

Met dit commando kunnen de

kleurverbindingen tussen de rekeneenheid van de navigatie en het display

worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC006 .

AC007:Test scherm:

grijstinten

Met dit commando kunnen de

videoverbindingen tussen de rekeneenheid van de navigatie en het display

worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC007 .

AC008: Test scherm: wit scherm

Met dit commando kan het scherm worden getest

om te zien of er geen defecte pixels zijn.

Als er defecte pixels zijn, vervang het display.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-41

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: TESTS (VERVOLG)

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

4 Microfoon AC009: Test microfoon

Met dit commando kan de werking van de microfoon worden

getest.N.B.: Spreek in een stille

omgeving dicht bij de microfoon om de

werking te controleren.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC009.

5Opname element

temperatuurAC016:

Test opname element

buitentemperatuur

Met dit commando kan de verbinding van het

opname element buitentemperatuur

worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van het commando AC016.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Overzicht van de staten 86C

86C-42

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET003 + 12 V markeringslichten

ET006 Toets +

ET007 Toets -

ET008 Bovenste toets

ET009 Lage toets

ET010 Lage toets

ET017 Toets Communicatie

ET018 Actie draaiknop

ET020 Telefoon

ET021 Werking telefoon

ET023 Telefoonnetwerk

ET024 Achteruit ingeschakeld

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-43

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de staten

ET003

+ 12 V MARKERINGSLICHTEN

ADVIEZENControleer de werking van de markeringslichten, begin anders met een diagnose van de stuurkolomschakelaars en van de markeringslichten (zie 80D, Verlichting).

Als geen enkel markeringslicht links werkt, controleer de staat en de aansluiting van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.Controleer de staat van de zekering F4 (7,5A) van de zekeringen/relaisplaat interieur.Vervang de zekering indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de cd-wisselaar (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

stekker CGB2-A van de zekeringen en relaisplaat interieur aansl. 4 aansl. 22 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatieaansl. 10 van de stekker van de centrale bediening van de navigatieaansl. 24 van de stekker van de cd-wisselaar

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET003 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-44

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET006ET007ET008ET009ET010

TOETS +TOETS –BOVENSTE TOETSHOGE TOETSLAGE TOETS

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 6-polige stekker van de radiobedieningssatelliet (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker van de radiobedieningssatelliet en de 32-polige stekker van de tuner-versterker:32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 8 aansl. B2 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 9 aansl. A3 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 10 aansl. B3 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 24 aansl. A2 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 25 aansl. B1 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 26 aansl. A1 van de stekker van de

radiobedieningssatellietHerstellen indien nodig.

Controleer op de radiobedieningssatelliet met een ohmmeter het volgende: Toets "+" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl A1 en B1 Toets "+" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. A1 en B1

Toets "-" ingedrukt: de weerstand moet 0,5 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. B1 en B3 Toets "-" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. B1 en B3

Toets "bovenste" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. B2 en B3 Toets "bovenste" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. B2 en B3

Toets "hoog" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. A3 en B2 Toets "hoog" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. A3 en B2

Toets "laag" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. A3 en B1 Toets "laag" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. A3 en B1

Als de gemeten waarden niet overeenkomen met de waarden hierboven, vervang de radiobedieningssatelliet.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET006/ITS_V04_ET007/ITS_V04_ET008/ITS_V04_ET009/ITS_V04_ET010 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-45

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET017

TOETS COMMUNICATIE

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 3-polige stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers en de 32-polige stekker van de tuner-versterker:

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 11 aansl. 2 van de stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers

Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding van de toets communicatie:– tussen aansl. 1 en 2 van de 3-polige stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers, toets

communicatie ingedrukt.Als er geen geleiding is, vervang de schakelaar van de richtingaanwijzers.

Controleer of de massa op aansl. 1 van de stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers perfect is.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET017 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-46

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET018

ACTIE DRAAIKNOP

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 6-polige stekker van de radiobedieningssatelliet (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker van de radiobedieningssatelliet en de 32-polige stekker van de tuner-versterker:

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 9 aansl. A3 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 10 aansl. B3 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 26 aansl. A1 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 24 aansl. A2 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding van de radiobedieningssatelliet:– tussen aansl. A2 en A1.– tussen aansl. A2 en A3.– tussen aansl. A2 en B3.Methode voor de controle van de draaiknop (zie MR 402, 86A, Radiobedieningssatelliet: Controle).Als er geen geleiding is, vervang de radiobedieningssatelliet.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET018 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-47

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET020ET021

TELEFOONWERKING TELEFOON

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit. Controleer de werking van de telefoon voordat u deze staat onderzoekt.

Controleer de staat en de aansluiting van de 14-polige stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Contact aan, controleer de + 12 V op aansl. 4 van de telefoonsteun.Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 6 van de telefoonsteun perfect is.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker en de telefoonsteun en en de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie:

stekker telefoonsteun aansl. 8 aansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker telefoonsteun aansl. 9 aansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker telefoonsteun aansl. 13 aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker telefoonsteun aansl. 14 aansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.Vervang de steun of de houder indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, controleer de werking van de telefoon en de staat van de contacten met de telefoonhouder.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET020/ITS_V04_ET021 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-48

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET023

TELEFOONNETWERK

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.Controleer of de zone is gedekt (signaalvlakje op de telefoon) door de provider van het mobiele telefoonnetwerk van de SIM kaart.Als de telefoon het netwerk niet detecteert, verander dan de positie voordat u deze staat onderzoekt.

Controleer de positie van de telefoon in zijn houder.

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder om de verbinding naar de antenne te controleren:Controlelampje van de adapter brandt groen: de verbinding is goed.Controlelampje van de adapter brandt rood: de verbinding is slecht.

Als het controlelampje rood is, controleer de staat en de aansluiting van de twee 2-polige stekkers van de antenne van de telefoon en GPS (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 14-polige en 2-polige (antenne) stekkers van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Als de staat niet werkt zoals is aangegeven, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker en de telefoonsteun en en de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie:

stekker telefoonsteun aansl. 8 aansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 9 aansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 13 aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 14 aansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET023 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-49

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET024

ACHTERUIT INGESCHAKELD

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Doe een test van het multiplexnetwerk van de auto (zie 88B, Multiplexsysteem).

Voer een diagnose uit van het huis met hulporganen interieur (zie 87B, Huis met hulporganen interieur).

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker P100 van het huis met hulporganen interieur (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen de stekker P100 van de UCH en de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie:

stekker P100 van de UCH aansl. 8 aansl. 20 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET024 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Overzicht van de parameters 86C

86C-50

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR006 Buitentemperatuur

PR007 Niveau nachtverlichting

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIA Diagnose - Betekenis van de parameters 86C

86C-51

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de parameters

PR006

BUITENTEMPERATUUR

ADVIEZENVoer de controles uitsluitend uit als de parameter onsamenhangend is.

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Als de buitentemperatuur niet op het display van de auto staat, controleer dan of het opname element van de temperatuur geen onderbreking of kortsluiting heeft door middel van het commando AC016 "Test opname element temperatuur".

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het opname element van de buitentemperatuur achter de plastic kap van de spiegel op het portier rechts (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.)Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de radio (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker spiegel rechts aansl. 1E aansl. 28 van de 32-polige stekker van de radiostekker spiegel rechts aansl. 1D aansl. 12 van de 32-polige stekker van de radio

Herstellen indien nodig.

Als de temperatuur die het opname element meet niet overeenkomt met de buitentemperatuur:Meet de weerstand van het opname element tussen de aansl. 1E en 1D.De weerstand moet zijn: ongeveer 3000 ΩΩΩΩ ±±±± 10 % bij 20 °°°°CVervang het opname element als dit niet goed is.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_PR006 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIA Diagnose - Betekenis van de parameters 86C

86C-52

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Geen enkele nachtverlichting werkt

PR007

NIVEAU NACHTVERLICHTING

ADVIEZENVoer de controles uitsluitend uit als de parameter onsamenhangend is.

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 3-polige stekker van de regelweerstand (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 1 van de stekker van de regelweerstand verlichting.Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F4 (7,5A) op de zekering- en relaisplaat interieur.Vervang de zekering en herstel indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 3 van de regelweerstand verlichting. Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, vervang de regelweerstand verlichting.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_PR007 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIA Diagnose - Betekenis van de parameters 86C

86C-53

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Een of meer elementen hebben geen nachtverlichting

PR007VERVOLG

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de cd-wisselaar (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker C3 van de radio (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker regelweerstand verlichting aansl. 2 aansl. 13 van de stekker C3 van de radioaansl. 12 stekker cd-wisselaaraansl. 9 de stekker centrale bediening van de navigatieaansl. 6 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIA Diagnose - Overzicht van de commando's 86C

86C-54

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de commando's

WISSEN:

RZ001 Storingsgeheugen

RZ002 Geheugen rekeneenheid

RZ003 Parameters en gegevens klant

SCHRIJVEN VAN HET VIN

VP002 Schrijven van het VIN

INSCHAKELEN

AC001 Test verbinding audio

AC002 Test seriële verbinding

AC005 Test aanwezigheid telefoonsteun

AC006 Test scherm: kleurenbalken

AC007 Test scherm: grijstinten

AC009 Test microfoon

AC010 Tweeter links voor

AC011 Tweeter rechts voor

AC012 Luidspreker links voor

AC013 Luidspreker rechts voor

AC014 Luidspreker links achter

AC015 Luidspreker rechts achter

AC016 Test opname element temperatuur

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-55

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Behandeling van de commando's

RZ001 "Storingsgeheugen":

Met dit commando kunnen de storingen in het geheugen van de rekeneenheid van de navigatie worden gewist.

RZ002 "Geheugen rekeneenheid":

Met dit commando kunnen de configuraties CF001 "Type auto" en CF002 "Type land" van de rekeneenheid van de navigatie worden gewist.

RZ003 "Parameters en gegevens klant"

Met dit commando kunnen de configuraties van het commando RZ002 "Geheugen rekeneenheid" + de adresboeken, interessepunten, en afstellingen van de navigatie die de klant heeft opgeslagen in de rekeneenheid van de navigatie worden gewist. Met dit commando kunnen ook de telefoonnummers die zijn opgeslagen in de rekeneenheid van de navigatie, de lijst van de ontvangen en verzonden oproepen terwijl de telefoon op de auto is aangesloten, worden gewist.

Procedure voor het wissen Open de communicatie met de rekeneenheid van de navigatie. Selecteer het menu "reparatie". Selecteer het menu "wissen". Selecteer de gewenste regel. Bevestig.

VP002 "Schrijven van het V.I.N.":Dit commando maakt het mogelijk om handmatig het VIN van de auto in de rekeneenheid in te voeren. Gebruik dit commando bij het vervangen van de rekeneenheid. Het nummer van het VIN staat op het constructeursplaatje.

Schrijven van het VIN Open de communicatie met de rekeneenheid van de navigatie. Selecteer het menu "reparatie". Selecteer het menu "andere parameters". Selecteer de regel VP002 "Schrijven van het VIN". Voer het VIN in. Verlaat het diagnoseprogramma. Zet het contact uit. Wacht tot het einde van de "power latch". Controleer het VIN in het menu "identificatie" ter bevestiging.

LET OPDe configuratie "NEDERLAND" is ONOMKEERBAAR, deze keuze kan niet meer worden gewist.

LET OPGeef dit commando altijd voordat de rekeneenheid wordt uitgebouwd.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-56

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC001

TEST VERBINDINGEN AUDIO

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:Voor dit commando moet u de testadapter Elé. 1737 aansluiten op de plaats van de telefoonhouder.Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat.

LET OPVoer nooit een diagnose uit van de verbindingen tussen de houder en de rekeneenheid met een telefoon aangesloten op de telefoonhouder, hierdoor kan de telefoon beschadigen.

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende audioverbindingen controleren:

rekeneenheid navigatiesysteem

telefoonsteun testadapter telefoonsteunrekeneenheid

navigatiesysteemtuner-

versterkerluidsprekers

Deze verbinding wordt bevestigd door een geluidssignaal van de luidsprekers. In het tegenovergestelde geval controleert u de geleiding van de verbindingen van de elementen van het systeem.

Pas deze behandeling toe als het geluid zwak is of helemaal niet klinkt bij het activeren van het commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van elke luidspreker voorin (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker telefoonsteun aansl. 2 aansl. 13 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 3 aansl. 12 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 11 aansl. 32 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 12 aansl. 11 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-57

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC002

TEST SERIËLE VERBINDING

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:Voor dit commando moet u de testadapter Elé. 1737 aansluiten op de plaats van de telefoonhouder.Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat.

LET OPVoer nooit een diagnose uit van de verbindingen tussen de houder en de rekeneenheid met een telefoon aangesloten op de telefoonhouder, hierdoor kan de telefoon beschadigen.

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende audioverbindingen controleren:

rekeneenheid navigatiesysteem

telefoonsteun testadapter telefoonsteunRekeneenheid

navigatiesysteem

Tijdens het activeren van dit commando verzendt de rekeneenheid van de navigatie gegevens via de seriële verbindingen. Deze gegevens worden doorgelust door de testadapter in de steun, en teruggestuurd naar de rekeneenheid van de navigatie die ze analyseert. Deze gegevens zijn niet zichtbaar. De elektrische verbindingen zijn in orde als het resultaat van de test "Verbinding conform" is.

Pas deze behandeling toe als het bericht "verbinding defect" verschijnt tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd). Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker telefoonsteun aansl. 8 aansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 9 aansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 13 aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 14 aansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-58

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC005

TEST AANWEZIGHEID TELEFOONSTEUN

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als het bericht "verbinding defect" verschijnt tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd). Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Contact aan, controleer de + 12 V op aansl. 4 van de stekker van de telefoonsteun.Controleer of de massa op aansl. 6 van de stekker van de telefoonsteun perfect is.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:stekker telefoonsteun aansl. 4 aansl. 5 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 6 aansl. 24 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatieHerstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIE

Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-59

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC006

TEST SCHERM: KLEURENBALKEN

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als één of meer kleurblokken ontbreken op het display tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 9 van de stekker van het display perfect is.Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 14 van de stekker van het display.Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F50 (20A).Vervang de zekering en herstel indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker display aansl. 8 aansl. 23 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 9 aansl. 29 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (massa)

stekker display aansl. 22 aansl. 14 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (kleur blauw)

stekker display aansl. 23 aansl. 30 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (kleur groen)

stekker display aansl. 24 aansl. 15 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (kleur rood)

Herstellen indien nodig.

Als de controles goed zijn, maar de kleuren op het display niet correct zijn, vervang het display.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-60

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC007

TEST SCHERM: GRIJSTINTEN

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als de grijstinten niet goed zijn op het display tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 9 van de stekker van het display perfect is.Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 14 van de stekker van het display.Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F50 (20A).Vervang de zekering en herstel indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker display aansl. 4 aansl. 25 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 5 aansl. 28 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 10 aansl. 11 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 11 aansl. 27 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 12 aansl. 12 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 15 aansl. 26 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker display aansl. 16 aansl. 10 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de controles goed zijn, maar de grijstinten op het display niet correct zijn, vervang het display.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-61

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC009

TEST MICROFOON

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als het bericht "verbinding defect" verschijnt tijdens het activeren van deze commando's.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker microfoon aansl. 1 aansl. 37 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker microfoon aansl. 2 aansl. 17 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker microfoon aansl. 3 aansl. 18 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, maar de microfoon werkt niet, vervang de microfoon.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-62

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC010AC011AC012AC013AC014AC015

TWEETER LINKS VOORTWEETER RECHTS VOORLUIDSPREKER LINKS VOORLUIDSPREKER RECHTS VOORLUIDSPREKER LINKS ACHTERLUIDSPREKER RECHTS ACHTER

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker b van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de defecte luidspreker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

radio stekker B aansl. 9 aansl. A1 stekker luidspreker rechts achterradio stekker B aansl. 10 aansl. A2 stekker luidspreker rechts achterradio stekker B aansl. 11 aansl. A1 stekkers luidspreker portier en tweeter rechts voorradio stekker B aansl. 12 aansl. A2 stekkers luidspreker portier en tweeter rechts voorradio stekker B aansl. 13 aansl. A1 stekkers luidspreker portier en tweeter links voorradio stekker B aansl. 14 aansl. A2 stekkers luidspreker portier en tweeter links voorradio stekker B aansl. 15 aansl. A1 stekker luidspreker links achterradio stekker B aansl. 16 aansl. A2 stekker luidspreker links achter

Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, maar één of meer luidspreker werkt niet, vervang de defecte luidspreker(s).

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-63

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC016

OPNAME ELEMENT TEMPERATUUR

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Met dit commando kunnen de verbindingen van het opname element buitentemperatuur worden getest. Hiermee kunnen de verbindingen van het opname element temperatuur met een kortsluiting of een onderbreking worden opgespoord.

Als de boodschap "kortsluiting" of "onderbreking" verschijnt tijdens het activeren va dit commando, pas de behandeling toe van de parameter PR006 "Buitentemperatuur".

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIAStoring zoeken - Klachten 86C

86C-64

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Storing zoeken - Klachten

ITSX73ph2 V1.0

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEIDZOEK-SCHEMA 1

HET SCHERM BLIJFT ZWARTZOEK-SCHEMA 2

DE WEERGAVE OP HET SCHERM IS VASTGELOPEN ZOEK-SCHEMA 3

HET SCHERM TOONT "SLUIT EEN DIAGNOSEAPPARAAT AAN"ZOEK-SCHEMA 4

GEEN GESPROKEN BERICHTENZOEK-SCHEMA 5

GEEN VERKEERSINFORMATIE OP HET SCHERMZOEK-SCHEMA 6

SLECHTE SATELLIETONTVANGSTZOEK-SCHEMA 7

DE RADIO SCHAKELT NIET AUTOMATISCH IN BIJ "+ ACCESSOIRES" OF SCHAKELT UIT NA 20 MINUTEN

ZOEK-SCHEMA 8

GEEN WEERGAVE OF VERKEERDE WEERGAVE VAN DE TIJDZOEK-SCHEMA 9

HET VOLUME NEEMT NIET TOE MET DE SNELHEID VAN DE AUTO ZOEK-SCHEMA 10

SLECHTE RADIO-ONTVANGSTZOEK-SCHEMA 11

DE CD-WISSELAAR WERKT NIETZOEK-SCHEMA 12

EEN GPS GELEIDING KAN NIET WORDEN VERANDERD TIJDENS HET RIJDENZOEK-SCHEMA 13

MULTIMEDIAStoring zoeken - Klachten 86C

86C-65

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

NA EEN UPDATE VAN DE NAVIGATIE DVD WERKT HET SYSTEEM NIET MEERZOEK-SCHEMA 14

GEEN ENKELE BELTOON VAN DE TELEFOON EN GEEN STEM HOORBAARZOEK-SCHEMA 15

ONMOGELIJK IEMAND TE BELLEN ZOEK-SCHEMA 16

ONMOGELIJK DE TELEFOON MET BLUETOOTH TE GEBRUIKENZOEK-SCHEMA 17

IK KAN DE NUMMERS UIT DE LIJST VAN DE ONTVANGEN GESPREKKEN NIET BELLEN

ZOEK-SCHEMA 18

ALS IK MIJN VOICEMAIL BEL HOOR IK EN VERVELENDE PIEPZOEK-SCHEMA 19

ALS IK EEN NUMMER BEL VANAF MIJN TELEFOON WORDT HET GESPREK NIET DOORGEGEVEN VIA HET SYSTEEM VAN DE NAVIGATIE EN COMMUNICATIE

ZOEK-SCHEMA 20

DE VERBINDINGEN ZIJN GESTOORD MET BLUETOOTHZOEK-SCHEMA 21

DE VERBINDINGEN ZIJN GESTOORD MET DE TELEFOON OP ZIJN HOUDERZOEK-SCHEMA 22

DEGENE DIE IK BEL MET HET COMMUNICATIESYSTEEM HOORT MIJ NIET OF SLECHT (MET BLUETOOTH)

ZOEK-SCHEMA 23

DEGENE DIE IK BEL MET HET COMMUNICATIESYSTEEM HOORT MIJ NIET OF SLECHT (TELEFOON OP ZIJN HOUDER)

ZOEK-SCHEMA 24

DE SPRAAKHERKENNING WERKT NIETZOEK-SCHEMA 25

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-66

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 Geen communicatie met de rekeneenheid

ADVIEZEN Schakel + na contact in om de diagnose met de rekeneenheid te starten.

Controleer de aansluiting en de staat van de aansluitingen van de accu.Controleer de zekeringen.Controleer de accuspanning.Herstellen indien nodig.

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.

Controleer:– de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnosesonde (staat van de kabel).– de verbinding tussen de diagnosesonde en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel).

Controleer de + 12 V voor contact op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 5 en op aansl. 4 van de diagnoseaansluiting.Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V accu op aansl. 7 en de massa op aansl. 8 van de centrale bediening van de navigatie.Herstellen indien nodig.

Maak de 32-polige stekker los van de rekeneenheid van de navigatie en de stekker van de centrale bediening van de navigatie en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 2 aansl. 12 centrale bediening van de navigatie

32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 18 aansl. 6 centrale bediening van de navigatie

centrale bediening van de navigatie aansl. 5 aansl. 13 van de diagnoseaansluiting (CAN H)

centrale bediening van de navigatie aansl. 11 aansl. 12 van de diagnoseaansluiting (CAN L)

40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 20 aansl. 2 van de aparte zekering F50 (+ accu)

40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 40 massa

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP01 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-67

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 2 Het scherm blijft zwart

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of het display niet is gedeactiveerd. Druk op de toets LIGHT van de centrale bediening gedurende 2 s om het display weer te activeren.

Controleer de voeding van het display: Zet het contact aan, schakel het navigatiesysteem in en laat de DVD van de navigatie naar buiten komen.

Is de DVD naar buiten gekomen?

Ja

Controleer de + 12 V op aansl. 14 en de massa op aansl. 13 van het display.

Zijn deze controles goed?

Ja

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen aansl. 3 van de stekker van het display en aansl. 21 van de stekker van de cd-wisselaar.

– Als de verbinding OK is: vervang het display.– Als de verbinding defect is: voer de

noodzakelijke reparaties uit.

NEE

Controleer de + 12 V op aansl. 20 en de massa op aansl. 40 van de rekeneenheid van de navigatie.

Zijn deze controles goed?

JA NEE

Neem contact op met de technische helpdesk.

Controleer de aanwezig-heid en de staat van de voedingszekering F50 (20A).Vervang de zekering indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbre-ken van overgangsweer-standen van de verbindingen tussen de rekeneenheid van de na-vigatie en het display (zie elektrisch schema).

Zijn deze controles goed?

Ja

Neem contact op met de technische helpdesk.

NEE

NEE

Voer de nodige reparaties uit.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP02 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-68

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 3 De weergave op het scherm is vastgelopen

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

De weergave op het scherm blijft vastgelopen. Zet het contact uit en wacht tot het systeem geheel is uitgeschakeld (minstens 1 minuut).Zet het contact weer aan.

Is het probleem opgelost?

Ja

Einde storing zoeken.Als de storing terugkomt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEEVoer de test uit van het multiplexnetwerk

Zijn de controles goed?

Ja NEE

Neem contact op met de technische helpdesk.

Herstel de defecte verbindingen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP03 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-69

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 4 Het scherm toont "sluit een diagnoseapparaat aan"

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

De configuratie van de rekeneenheid van de navigatie is niet uitgevoerd. Voer de configuratie van de rekeneenheid uit (zie 86C, Configuratie en inlezen).

Is het probleem opgelost?

Ja

Einde storing zoeken.

NEEVoer de test uit van het multiplexnetwerk

Zijn de controles goed?

Ja NEE

Neem contact op met de technische helpdesk.

Herstel de defecte verbindingen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP04 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-70

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 5 Geen gesproken berichten

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of het geluid van de radio uit de luidsprekers voor en achter komt.Als dit niet zo is, stel het geluid in naar alle luidsprekers van de auto.

Controleer of de stemgeleiding is geactiveerd. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "navigatie"; "voorkeur geleiding"; "stemgeleiding".

Is de stemgeleiding geactiveerd?

Ja

Controleer of het volume van de stemgeleiding goed is afgesteld.Druk op de toets SET, selecteer de menu's "volumes en piepjes"; "stemgeleiding".

Is het volume van de stemgeleiding goed ingesteld?

Ja

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEE Activeer de stemgeleiding.

NEE Stel het volume du van de stemgeleiding af.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP05 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-71

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 6 Geen verkeersinformatie op het scherm

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

De TMC verkeersinformatie wordt uitgezonden via de FM-band van de radio. Het pictogram TMC moet groen zijn om verkeersinformatie te kunnen ontvangen.

Welke kleur heeft het TMC pictogram?

Groen

Het systeem werkt correct, maar er is geen verkeersinformatie om uit te zenden.

Controleer of het display van de verkeersinformatie is geactiveerd.Druk op de toets INFO, selecteer de menu's "Verkeersinformatie TMC"; "instelling verkeersinformatie"; "weergave op kaart".

Is het display geactiveerd?

Ja

Controleer of de instellingen van de verkeersinformatie correct zijn.Druk op de toets INFO, selecteer de menu's "Verkeersinformatie TMC"; "instelling verkeersinformatie"; "type te tonen informatie"; "service verkeersinformatie".

Voer de nodige afstellingen uit.

GrijsGeen enkele verkeersinformatie wordt ontvangen.

NEEActiveer de weergave van de TMC verkeersinformatie.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP06 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-72

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 7 Slechte satellietontvangst

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat. Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.Controleer of er geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is.

Welke kleur heeft het GPS pictogram?

Groen

Het systeem werkt normaal

De positie is onnauwkeurig (geel) of onmogelijk (grijs) in de volgende zones: bos, tunnel, dal, overal tijdens een onweersbui.Test het systeem in een vrije zone.

Controleer de staat en de reinheid van de GPS-antenne.Vervang de antenne als deze niet goed is.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker tussen de rekeneenheid van de navigatie en de GPS-antenne.

Zijn de aansluitingen goed?

Ja

Vervang de GPS-antenne. Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Herstellen.

Geel of

Grijs

NEE

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP07 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-73

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 8De radio schakelt niet automatisch in of schakelt uit

na 20 minuten

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Het navigatiesysteem ontvangt geen weksignaal multimedia bij het inschakelen van de + na contact.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker cd-wisselaar aansl. 21 aansl. 14 van de stekker C3 van de radio

aansl. 1 centrale bediening van de navigatieaansl. 3 van het displayaansl. 38 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP08 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-74

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 9 Geen weergave of verkeerde weergave van de tijd

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of de weergave van de tijd is geactiveerd en of de tijdzone correct is. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "klok"; "weergave klok"; "instellen omschakeling"; "zomertijd"; "tijdzone".

Zijn deze instellingen goed?

Ja

Zet de auto buiten, in een geografisch vrije zone en controleer of de satellietontvangst correct is.

Is het GPS pictogram groen?

Ja

Wacht een paar minuten op een plaats met een goede satellietontvangst.Als de tijd nog steeds niet goed is: neem contact op met de technische helpdesk.

NEEStel de weergave en de tijd in. Leg aan de klant uit hoe hij deze instelling moet doen.

NEEZie zoekschema: "Slechte satellietontvangst".

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP09 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-75

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 10 Het volume neemt niet toe met de snelheid

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of het snelheidsafhankelijke volume is geactiveerd.Druk op de toets SET, selecteer het menu "volumecorrectie".

Is het snelheidsafhankelijke volume geactiveerd?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie en de stekker van de rekeneenheid van het ABS.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:rekeneenheid van de navigatie 32-polige stekker aansl. 4 aansl. 39 stekker van de

rekeneenheid van het ABSHerstellen indien nodig.

NEE Activeer deze functie.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP10 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-76

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 11 Slechte radio-ontvangst

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker A en van de stekker van de antenne op de radio.Herstellen indien nodig.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de antenneversterker.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:radio stekker A aansl. 5 enkele aansluiting van de antenneversterker

radio stekker van de antenne aansl. 1 aansl. 1 van de antenneversterkerradio stekker van de antenne aansl. 2 aansl. 2 van de antenneversterker

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP11 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-77

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 12 De cd-wisselaar werkt niet

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de cd-wisselaar.Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 10 van de stekker van de wisselaar perfect is.

Controleer de + voor contact op aansl. 22, de + accessoires op aansl. 3 en de + na contact op aansl. 15 van de stekker van de cd-wisselaar.

Controleer de staat van de zekeringen F23 (10 A) (+ accessoires) en F28 (20A) (+ na contact) op de zekeringen- en relaisplaat interieur.

Zijn de zekeringen in orde?

Ja

Controleer de staat van de aparte zekering F50 (20 A) (+ voor contact).Vervang de zekering indien nodig.

Is de zekering in orde?

Ja

Neem contact op met de technische helpdesk.

NEE Vervang de zekeringen.

NEE Vervang de zekering.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP12 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-78

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 13EEN GPS GELEIDING KAN NIET WORDEN VERANDERD

TIJDENS HET RIJDEN

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Als de configuratie CF002 "Type land" NEDERLAND is, is het normaal dat de geleiding niet kan worden veranderd tijdens het rijden.Deze configuratie is ONOMKEERBAAR en deze keuze kan niet meer worden veranderd.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP13 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-79

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 14 Na een update van de navigatie DVD werkt het systeem niet meer

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer of de softwareversie van de rekeneenheid van de navigatie compatibel is met de update van de DVD van de navigatie.

Als de DVD van de navigatie niet compatibel is met de software van de rekeneenheid van de navigatie, adviseer de klant een versie van de DVD van de navigatie te kopen die compatibel is met het navigatiesysteem in de auto.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP14 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-80

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 15 Geen enkele beltoon van de telefoon en geen stem hoorbaar

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem en zijn telefoon wel goed gebruikt.

Controleer of het volume correct is ingesteld op de telefoon en op het systeem van de navigatie en communicatie. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "volumes en piepjes"; "beltoon telefoon"; "ontvangst telefoon".

Zijn de instellingen goed?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de stekkers tussen de rekeneenheid van de navigatie en de radio en op de plaat van de telefoonhouder (indien aanwezig in de auto).Voer de nodige reparaties uit.

Bevindt de telefoon zich op een telefoonhouder?

Ja

Is de telefoon goedgekeurd door Renault en is hij compatibel met de telefoonhouder in de auto?

Ja

Pas de betekenis toe van het commando AC001 "Test verbinding audio".

Als de behandeling van dit commando goed is, maar het probleem is niet opgelost, vervang de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEEVoer de afstellingen uit om de beltoon en de stem goed te horen.

NEE

Probeer met een andere telefoon of het probleem is verdwenen.Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEEProbeer, indien mogelijk, de telefoon en het navigatiesysteem met elkaar te laten communiceren via Bluetooth.

Als de communicatie via Bluetooth niet mogelijk is, adviseer de klant dan een houder die compatibel is met zijn telefoon of een nieuwe telefoon te kopen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP15 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-81

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 16 Onmogelijk iemand te bellen

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Controleer of de telefoon correct werkt zonder de houder.

Werkt hij correct zonder de houder?

Ja

Is de telefoon goedgekeurd door Renault en is hij compatibel met de telefoonhouder in de auto?

Ja

Pas de betekenis toe van het commando AC002 "Test seriële verbinding".

Als de behandeling van dit commando goed is, maar het probleem is niet opgelost, vervang de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEE

Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.Als het netwerk correct is, adviseer de klant zijn telefoon te vervangen.

NEEProbeer, indien mogelijk, de telefoon en het navigatiesysteem met elkaar te laten communiceren via Bluetooth.

Als de communicatie via Bluetooth niet mogelijk is, adviseer de klant dan een houder die compatibel is met zijn telefoon of een nieuwe telefoon te kopen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP16 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-82

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 17 Onmogelijk de telefoon met Bluetooth te gebruiken

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of de storing DF009 "Rekeneenheid" niet aanwezig of in geheugen is.

N.B.:Lijst van de door Renault goedgekeurde telefoons in maart 2005: Nokia 6820, Nokia 6230, Siemens S65, Motorola V500, Motorola V600.Om de actuele lijst van de door Renault goedgekeurde telefoons en de diverse handelingen die met deze telefoons moeten worden uitgevoerd, zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie".

Controleer of de Bluetooth werking van het systeem van de navigatie en communicatie is geactiveerd. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "telefoon"; "optie Bluetooth"; "verbinding Bluetooth".

Is de telefoon goedgekeurd door Renault?

Ja

Controleer of de software van de telefoon compatibel is met het systeem van de navigatie en communicatie van de auto.De software van de telefoon die compatibel is met het systeem van de navigatie en communicatie is gelijk aan of hoger dan:Nokia 6230 en 6820: v 03,15 Motorola V500 en V600: Triplets_G_0B.09.44R Siemens S65: v 12

Is de software van de telefoon compatibel met het systeem van de navigatie en communicatie van de auto?

Ja

Activeer de Bluetooth werking van de telefoon (zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie").

Commando om de software van de telefoon te weten (zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie"):– Nokia: *#0000#– Motorola: selecteer "configuratie", "status van de telefoon"

daarna "info versie"– Siemens: *#06#

NEEAdviseer de klant een telefoon te kopen die is goedgekeurd door Renault.

Methode voor het activeren van de Bluetooth werking van de telefoon:– Nokia: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen",

"Verbinding", "Bluetooth", "Activeren".– Motorola: In het hoofdmenu, selecteer "Configuratie",

"Verbinding", "Bluetooth link", "Configuratie", "Voeding", "Geactiveerd".

– Siemens: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen", "Mod/Data", "Bluetooth", activeer daarna de Bluetooth werking.

NEE

Adviseer de klant contact op te nemen met de leverancier van de telefoon om een softwareversie in de telefoon te zetten zie compatibel is met het systeem van de navigatie en communicatie.

ITS_V04_ALP17 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-83

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 17 (VERVOLG)

Breng de verbinding tot stand tussen het systeem van de navigatie en communicatie en de telefoon.

Is de verbinding geslaagd?

Ja NEE

Test de Bluetooth uitgang van de rekeneenheid van de navigatie.

Controleer of de telefoon geen bevestiging nodig heeft voor de verbinding met het Bluetooth systeem.

Indien ja, antwoord dan dat men verbinding wil maken en schakel daarna deze functie uit in de telefoon (niet mogelijk op Siemens telefoon).

Controleer of de telefoon als voorrang is ingesteld in de lijst van de combineerbare telefoons (icoon bij de naam ervan).

Heeft hij voorrang?

Probeer een andere telefoon te verbinden op het systeem van de navigatie en communicatie van de auto.

Is de verbinding geslaagd?

Ja

De telefoon van de klant is de oorzaak van het niet werken met het systeem van de navigatie en communicatie.

Methode voor het verbinden van het communicatiesysteem en de telefoon:Op het systeem van de navigatie en communicatie:– Druk op de toets SET– Ga naar het menu "telefoon".– Selecteer de regel "optie Bluetooth".– Selecteer de regel "registreer een Bluetooth telefoon".

Op de telefoon:– Ga naar het menu voor het zoeken van een Bluetooth

accessoire.– In de lijst van de gevonden accessoires, selecteer

"My CAR".– Voer de PIN code in die op het display van de navigatie

van de auto staat.

NEEGeef de telefoon voorrang in de lijst van de telefoons die verbonden zijn met het systeem van de navigatie en communicatie.

NEEAls de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-84

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 18Ik kan de nummers uit de lijst van de ontvangen gesprekken niet

bellen

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Dit probleem is bekend voor de Nokia telefoons en is niet te repareren.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-85

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 19 Als ik mijn voicemail bel hoor ik en vervelende piep

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Dit probleem is beken voor de Motorola telefoons.Om dit probleem te verhelpen, moet de klant een nieuwe versie van de software van de telefoon vragen aan de leverancier van zijn telefoon.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-86

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 20Als ik een nummer bel vanaf mijn telefoon wordt het gesprek niet doorgegeven via het systeem van de navigatie en communicatie

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Dit probleem is bekend voor de Siemens telefoons en is niet te repareren. In dit geval, kiest u de telefoonnummers met de centrale bediening van de navigatie.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP18/ITS_V04_ALP19/ITS_V04_ALP20 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-87

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 21 De verbindingen zijn gestoord met Bluetooth

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel naar een vast toestel.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Deactiveer de Bluetooth werking van de telefoon.

Als de telefoon niet hiernaast wordt genoemd, zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie"

Deactiveer de Bluetooth werking van het systeem van de navigatie en communicatie.

Druk op de toets SET, selecteer de menu's "telefoon"; "optie Bluetooth"; "verbinding Bluetooth".Bel naar een vast toestel.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Zet de radio uit als deze was ingeschakeld.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Methode voor het activeren van de Bluetooth werking van de telefoon:– Nokia: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen",

"Verbinding", "Bluetooth", "'Deactiveren".– Motorola: In het hoofdmenu, selecteer "Configuratie",

"Verbinding", "Bluetooth link", "Configuratie", "Voeding", "Gedeactiveerd".

– Siemens: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen", "Mod/Data", "Bluetooth", deactiveer daarna de Bluetooth werking.

NEEHet probleem wordt veroorzaakt door het toestel dat de klant belt of door een tijdelijk zwak netwerk.

NEE

Het probleem wordt veroorzaakt door de telefoon van de klant.Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken door zijn leverancier.

NEE Voer een diagnose uit van de radio.

Vervang de radio indien nodig.

ITS_V04_ALP21 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-88

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 21 (VERVOLG)

Houd de telefoon bij de rekeneenheid van de navigatie.

Als het probleem aanhoudt, controleer de staat en de aansluiting van de stekkers op de rekeneenheid van de navigatie en op de radio.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Maak verbinding met een andere telefoon en bel een nummer.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja NEE

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Probleem opgelost, einde diagnose.

Methode voor het verbinden van het communicatiesysteem en de telefoon:Op het systeem van de navigatie en communicatie:– Druk op de toets SET.– Ga naar het menu "telefoon".– Selecteer de regel "optie Bluetooth".– Selecteer de regel "registreer een Bluetooth telefoon".

Op de telefoon:– Ga naar het menu voor het zoeken van een Bluetooth

accessoire.– In de lijst van de gevonden accessoires, selecteer

"My CAR".– Voer de PIN code in die op het display van de navigatie

van de auto staat.

NEE Einde storing zoeken.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-89

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 22 De verbindingen zijn gestoord met de telefoon op zijn houder

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat. Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel naar een vast toestel.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Bel een nummer met de telefoon alleen.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Zet de radio uit als deze was ingeschakeld.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Als de telefoon geen stekker heeft voor een GSM-antenne (bijv.:Nokia telefoons...), is het probleem dan aanwezig als de ontvangst sterker is dan 2 streepjes op het display?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de telefoonhouder.Vervang de telefoonhouder indien nodig.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

NEEHet probleem wordt veroorzaakt door het toestel dat de klant belt of door een tijdelijk zwak netwerk.

NEE

Het probleem wordt veroorzaakt door de telefoon van de klant.Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken door zijn leverancier.

NEE Voer een diagnose uit van de radio.

Vervang de radio indien nodig.

NEEHet probleem wordt veroorzaakt door een zwakke ontvangst van het telefoonnetwerk.

NEE Probleem opgelost, einde diagnose.

ITS_V04_ALP22 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-90

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 22 (VERVOLG)

Vervang de microfoon.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Vervang de steun van de telefoonhouder indien nodig.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Vervang de GSM-antenne.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEE Probleem opgelost, einde diagnose.

NEE Probleem opgelost, einde diagnose.

NEE Probleem opgelost, einde diagnose.

NA REPARATIEVoer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-91

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 23Degene die ik bel met het communicatiesysteem hoort mij niet of

slecht (met Bluetooth)

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel naar een vast toestel.

Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja

Stilstaande motor, werkt de spraakherkenning van de woorden "namenlijst" en "nummer samenstellen"?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de stekkers van de steun van de telefoonhouder, van de rekeneenheid van de navigatie en van de radio.Voer de nodige reparaties uit.

Maak verbinding met een andere telefoon en bel een nummer.

Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja NEE

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Het probleem wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de telefoon. Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken.

NEEHet probleem wordt veroorzaakt door het toestel dat de klant belt of door een tijdelijk zwak netwerk.

Methode voor het verbinden van het communicatiesysteem en de telefoon:Op het systeem van de navigatie en communicatie:– Druk op de toets SET– Ga naar het menu "telefoon"– Selecteer de regel "optie Bluetooth"– Selecteer de regel "registreer een Bluetooth telefoon"

Op de telefoon:– Ga naar het menu voor het zoeken van een Bluetooth

accessoire– In de lijst van de gevonden accessoires, selecteer

"My CAR"– Voer de PIN code in die op het display van de navigatie

van de auto staat

NEEControleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon.Herstellen indien nodig.

Controleer of de referentie van de microfoon correct is. Als dit niet zo is, vervang de microfoon.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP23 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-92

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 24Degene die ik bel met het communicatiesysteem hoort mij niet of

slecht (telefoon op zijn houder)

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat. Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel met de telefoon van de klant naar een vast toestel.

Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja

Het probleem wordt veroorzaakt door de telefoon van de klant of door een tijdelijk zwak netwerk.Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken.

NEEBehoud de communicatie en sluit de telefoon aan op de telefoonhouder.

Komen de problemen met het geluid terug?

NEE Ja

Informeer bij de klant naar de omstandigheden waarbij het probleem optreedt.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon.Herstellen indien nodig.

Controleer of de referentie van de microfoon correct is. Als dit niet zo is, vervang de microfoon.

NEE Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de stekkers van de steun van de telefoonhouder, van de rekeneenheid van de navigatie en van de radio.Voer de nodige reparaties uit.

Ja

Probleem opgelost, einde diagnose.

ITS_V04_ALP24 ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-93

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 24 (VERVOLG)

Vervang de telefoonhouder indien nodig.

NEE Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Vervang de steun van de telefoonhouder indien nodig.

NEE Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Probleem opgelost, einde diagnose.

Probleem opgelost, einde diagnose.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX73ph2 V1.0

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-94

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 25 De spraakherkenning werkt niet

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Stilstaande motor, daarna bij 50 km/u, werkt de spraakherkenning van de woorden "namenlijst" en "nummer samenstellen"?

Ja

De klant moet de spraakherkenning 2 weken intensief gebruiken zodat het systeem zijn stem leert herkennen.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEEControleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon.Herstellen indien nodig.

Controleer of de referentie van de microfoon correct is. Als dit niet zo is, vervang de microfoon.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP25 ITSX73ph2 V1.0

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-1

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

187BHUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document): – Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:

– druk op de ontgrendeltoets van de kaart, – steek de kaart in de kaartlezer, – druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"), – druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model(len): Laguna II Phase 2Betreffende functie: Huis met hulporganen interieur

Naam van de rekeneenheid: UCHProgrammanr.: 0031Vdiagnr.: 14

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

Ventielactiveringsgereedschap gereedschapnummer: MS-1607 (indien dit gereedschap aanwezig is in de werkplaats).

UCH_V04_PRELI UCH 74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-2

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen, – de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.). – de weerstand van het als defect aangegeven orgaan, – de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven, – de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema's

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

UCH 74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-3

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

UCH 74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-4

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur. Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels. Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld. Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel. Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn. Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt. Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie. Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

UCH 74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-5

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading, – gebruik geschikt gereedschap.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

UCH 74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Werking van het systeem 87B

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Werking van het systeem

FUNCTIE STARTVERGRENDELING EN AUTO ZONDER SLEUTEL (VSC):

De auto heeft startvergrendeling met een herkenningssysteem voor de RENAULT-kaart met een continu variabele code (gecrypteerd V3). Er is geen noodcode meer maar een reparatiecode die levenslang aan de auto is toegewezen tijdens de fabricage.

– Er staat geen nummer op de RENAULT-kaart. – de auto heeft bij aflevering geen etiket waarop de code staat. Voor alle werkzaamheden aan het systeem, kan dit nummer worden opgevraagd via de technische helpdesk van de importeur.

Bij iedere codeaanvraag, moet het VIN-identificatienummer van de auto worden opgegeven, alsmede het fabricagenummer. Hiermee kan de auto exact geïdentificeerd worden om de juiste code te kunnen geven.De Renault-kaart is uitgerust met een noodsleutel (1) waarmee het portier geopend kan worden in geval van een storing. De RENAULT-kaart uit het magazijn is niet gecodeerd, heeft geen nummer en geen noodsleutel.Op de plaats van de noodsleutel is een bescherming (groen) geplaatst. Bij het vervangen van een RENAULT-kaart is het noodzakelijk om de noodsleutel op de plaats van de groene bescherming te zetten en de groene bescherming op de defecte RENAULT-kaart te plaatsen als deze voor analyse retour wordt gestuurd.

N.B.:Het is mogelijk om een noodsleutel bij het magazijn te bestellen onder vermelding van de reparatiecode van de auto.Het systeem kan maximaal vier RENAULT-kaarten bevatten. De afstandsbediening en de batterij hebben geen functie voor de startvergrendeling. De "eenvoudige" en "handsfree" RENAULT-kaarten zijn verschillend en niet onderling verwisselbaar. Zij kunnen niet worden gebruikt op een daarvoor niet geschikte auto.Bij verlies, diefstal of op verzoek van de klant, kan een RENAULT-kaart onbruikbaar voor de auto worden gemaakt. Hij kan, indien nodig, opnieuw aan dezelfde auto worden toegewezen.

LET OP Met dit systeem, is het niet mogelijk verschillende elementen (huis met hulporganen interieur en RENAULT-kaarten of huis met hulporganen interieur en rekeneenheid van het inspuitsysteem) tegelijk te vervangen.Deze onderdelen worden ongecodeerd geleverd.Het is namelijk niet mogelijk deze elementen te coderen als geen enkel element de oorspronkelijke code van de auto in zijn geheugen heeft (zie de toepassingstabel).Er is geen manier om een eenmaal in een element van het systeem ingelezen code te wissen. De ingelezen code kan niet gewist worden.

UCH X74Ph2

87B-6

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Werking van het systeem 87B

87B-7

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Werking van het eenvoudige systeem

Als de startvergrendeling operationeel is knippert het rode controlelampje van de startvergrendeling (langzaam; een flits/seconde).De elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd. De startvergrendeling wordt enkele secondes na het afzetten van het contact geactiveerd. Nadat de RENAULT-kaart in de lezer is geplaatst, wordt code van de RENAULT-kaart naar het huis met hulporganen interieur gestuurd.Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen heeft, ontgrendelt hij de stuurkolom en stuurt hij een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt, schakelt het de + na contact in en dooft het rode controlelampje van de startvergrendeling. Als het contact is ingeschakeld, sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde signalen via het multiplexnetwerk.Als de signalen van het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem overeenkomen, geeft het huis met hulporganen interieur toestemming voor het starten van de motor en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.

Bijzondere situatiesAls de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de elektrische stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen heeft:de code die hij heeft ontvangen, wordt opgeslagen in het geheugen.Als er een probleem is met de overeenkomst tussen de codes, blijft het systeem vergrendeld. Het rode startvergrendelingslampje knippert (snel) of brandt vast. Raadpleeg de tabel over het branden van het lampje.

Tabel branden van het lampje

LET OPAls gestart wordt met een accu met een lage accuspanning is het mogelijk dat de startvergrendeling door de spanningsdaling opnieuw wordt ingeschakeld.Als de spanning lager is kan er niet worden gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.

Oplichten lampje Contact aan Mogelijke oorzaak

Langzaam NeeStartvergrendeling in actie (geen kaart herkend in de lezer)

Snel (tegelijk met de RENAULT-kaartlezer)

Nee

RENAULT-kaart niet herkend door de kaartlezer. De RENAULT-kaart is niet van de auto of niet langer toegewezen aan de auto.

Vast NeeProbleem met de elektrische stuurkolomgrendel of de multiplexverbinding.

Vast JaDe elektrische stuurkolomgrendel is gedeblokkeerd. De auto heeft een probleem van het inspuitsysteem.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Werking van het systeem 87B

87B-8

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Werking van het handsfree systeem

Als de startvergrendeling operationeel is, knippert het controlelampje van de startvergrendeling langzaam (een knippering/seconde), de elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd.Bij het indrukken van de startknop, ondervraagt de auto de RENAULT-kaart via de antenne 125 kHz. De RENAULT-kaart antwoordt met een frequentie van 433 MHz of 315 MHz (afhankelijk van het land).De code van de RENAULT-kaart wordt ontvangen door de lezer en doorgestuurd naar het huis met hulporganen interieur.

FUNCTIE BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM (SSPP)

Met dit systeem wordt permanent de spanning van de vier banden van de auto (het reservewiel wordt niet gecontroleerd).Het systeem waarschuwt de bestuurder als:

– de spanning 0,3 bar lager is dan de voorgeschreven spanning (oranje boodschap) of 0,6 bar lager is (rode boodschap),

– de druk te hoog is, – een band snel leeg loopt, – de banden links en rechts niet dezelfde spanning hebben.

Het systeem functioneert met behulp van: – vier druksensors (met ingebouwd ventiel van de band) in elk van de wielen, – een ontvanger van radiosignalen, die onder de auto is aangebracht,– het huis met hulporganen interieur– een display dat aangeeft welke band het betreft. Deze geeft ook elke keer bij het starten de spanning aan en in

geval van nood.

FUNCTIE VARIABELE STUURBEKRACHTIGING (DAV)

De rekeneenheid van de functie van de variabele stuurbekrachtiging is het huis met hulporganen interieur.

BELANGRIJKHet "handsfree" starten van de auto kan worden gedeactiveerd door de configuratie van het huis met hulporganen interieur. In dit geval werkt het starten als bij het eenvoudige systeem.Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen heeft, ontgrendelt hij de stuurkolom en stuurt hij een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt, schakelt het de + na contact in en dooft het rode controlelampje van de startvergrendeling.Als het contact is ingeschakeld, sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde signalen via het multiplexnetwerk.Als de signalen van het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem overeenkomen, geeft het huis met hulporganen interieur toestemming voor het starten van de motor en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.

N.B.:De handsfree RENAULT-kaart werkt met een batterij. Als de batterij niet werkt, kan de RENAULT-kaart in de lezer worden gestoken. De auto werkt dan als een auto zonder handsfree functie.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Bestemming van de aansluitingen 87B

87B-9

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Bestemming van de aansluitingen

Huis met hulporganen interieur alle opties (N3)

Zwarte stekker P100 (40-polig)

Aansl. Omschrijving

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940

Kaartlezer auto zonder sleutel, signaal kaart op aanslagSchakelaar alarmknipperlichtenKnop commando aan/uit auto zonder sleutel, groene LEDCommando vergrendelen ruitbediening achterCommando snel wissen voorKaartlezer auto zonder sleutelOpname element vliegwielAchteruitrijlichtenCommando vergrendelen portierenCommando lage snelheid interval ruitenwisser voorKnop commando aan/uit auto zonder sleutel, retroverlichtingNiet in gebruikDiagnoseaansluiting, lijn KMultifunctionele displayCommando langzaam wissen voorCommando bagageverlichtingCommando vergrendelen portierenSignaal radiofrequentie te lage bandenspanningKaartlezer auto zonder sleutelCommando knop aan/uit motorAlarmsirene met eigen voeding/Commando portiervergrendelingSignaal elektrische ruitbediening open dak en afknijpbeveiligingRegen- en lichtsensorCommando interval achterruitwisserCommando ruitensproeierpomp achterKoppelingspedaalcontactNiet in gebruikOptische sensor handgreep bestuurdersportierOptische sensor handgreep portier rechts achterCAN HCommando verlichting interieurLichtschakeaar grootlichtOptische sensor handgreep passagiersportierCommando rustcontact ruitenwisser voorCommando ruitensproeierpomp voorLichtschakeaar knipperlicht rechtsLichtschakeaar knipperlicht linksSignaal - schakelaar rustcontact wisser achterCommando grootlichtsignaalCAN L

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Bestemming van de aansluitingen 87B

87B-10

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Huis met hulporganen interieur alle opties (N3)

Witte stekker P101 (40-polig)

Aansl. Omschrijving

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940

CAN LMotor variabele stuurbekrachtigingMotor variabele stuurbekrachtigingSignaal extra portiervergrendeling achter+ optische sensor handgreep portierenLichtschakeaar dimlichtVerlichting portier rechts achterMotor bekrachtiging sluiten achterklepElektrische stuurkolomgrendelElektrische stuurkolomgrendelCAN HKaartlezer auto zonder sleutel, aanwezigheid kaartMotor variabele stuurbekrachtigingControlelampje instrumentenpaneel startvergrendelingVerlichting portier links achterVerlichting bestuurdersportierNiet in gebruikMotor variabele stuurbekrachtigingNiet in gebruikVerlichting passagiersportierVergrendeling portier links achterMultifunctionele zoemerOptische sensor hendel bestuurdersportier links achterCommando vergrendelen ruitbediening achterNiet in gebruikRemlichtschakelaarNiet in gebruikLichtschakeaar mistlichten voorLichtschakeaar markeringslichtenAchterklepslotLichtschakeaar mistachterlichtenRekeneenheid stoelgeheugenNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikRekeneenheid stoelgeheugenNiet in gebruikSchakelaar alarmknipperlichtenNiet in gebruikRelais koplampsproeierpomp

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Configuratie en inlezen

CONFIGURATIES

ADVIEZENDeze configuraties moeten altijd worden uitgevoerd bij iedere vervanging van het huis met hulporganen interieur en gecontroleerd bij ieder storing zoeken.

Index OmschrijvingBijzonderheden

opmerkingen

CF009LC003

Extra portiervergrendeling Met of Zonder

CF010LC001

Handsfree functie Met of Zonder

CF011LC005

Type versnellingsbakBVM of BVA

Met handgeschakelde versnellingsbak (BVM) of automatische transmissie (BVA)

CF014LC008

Rijverlichting

Met of ZonderLet op, niet configureren zonder de definitie van de auto en de gemonteerde kabelbundel te hebben gecontroleerd, anders zal

deze functie niet werken.

CF020LC014

Plaats van het stuurwielRechts of links

Met rechts stuur of links stuur

CF023LC017

FUNCTIE SSPPMet of Zonder

functie bandenspanning-controlesysteem

CF024LC018

Inschakelen alarmknipperlichten door ABS

Met of Zonder(In sommige landen, zoals Groot-Brittannië,is het branden van

de alarmknipperlichten bij een noodstop verboden)

CF030LC033

XenonlampenMet of Zonder

functie xenonlamp

CF032LC025

Uitschakelvertraging Met of Zonder

CF033LC026

Elektrische kinderveiligheid Met of Zonder

CF035LC044

Regen-/lichtsensor Met of Zonder

CF036LC029

Selectief openen van de portieren

MetMet deze configuratie wordt bij auto's met rechts stuur alleen het

bestuurdersportier en de achterklep ontgrendeld bij het ontgrendelen van de auto (gewoon of handsfree)

CF088LC049

Toon zoemer automatische vergrendeling

Zonder, 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7Met deze configuratie kan het volume van de zoemer geregeld

worden.De zoemer wordt geactiveerd bij het vergrendelen van de auto

met de handsfree functie.

CF089LC050

Memory systeem van de bestuurdersstoel Met of Zonder

UCH X74Ph2

87B-11

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-12

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

ADVIEZENDeze configuraties moeten altijd worden uitgevoerd bij iedere vervanging van het huis met hulporganen interieur en gecontroleerd bij ieder storing zoeken.

Index OmschrijvingBijzonderheden

opmerkingen

CF091LC052

Open dak Met of Zonder

CF097LC011

Type autoVel-Satis Ph 2 of Espace IV

Geef dit commando na iedere verandering of na het vervangen van de rekeneenheid

CF100LC032

Handsfree starten Met of Zonder

CF101LC066

Gevoeligheid lichtsensor 0, 1, 2, 3

CF112LC042

Koplampsproeiers Met of Zonder

CF116LC048

Handsfree vergrendelen Met of Zonder

CF120LC057

Autom. sluiten van de ruiten (door kaart)

Met of Zonderfunctie automatisch sluiten van de ruiten (door kaart)

CF132LC051

Familie van de auto Break of hatchback

CF134LC063

Type stuurbekrachtiging Eenvoudig of variabel

CF169LC068

Automatische verlichting

Met of Zonder(Als de auto een regensensor heeft, kan deze functie worden

geconfigureerd. Na de configuratie, kan deze functie worden in- of uitgeschakeld door het twee keer inschakelen van de

dimlichten)

CF174LC071

Uitschakelen selectief openen van de portieren

JA of NEEDeze configuratie geldt voor de uitvoeringen met links stuur. Hiermee worden het bestuurdersportier en de achterklep niet

vergrendeld bij het ontgrendelen van de auto (gewoon of handsfree).

LC027 Set wielen Zomer of winter

LC040Automatische vergrendeling

tijdens het rijdenMet of Zonder

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-13

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

INLEZINGEN

SC002INLEZEN VAN DE CODES VAN DE 4 VENTIELEN

ADVIEZEN

Geef dit commando na het vervangen van de vier ventielen.Bijzonderheden:Bij alle werkzaamheden waarbij een ventiel verwisseld moet worden, moet zich houden aan de voorschriften in hoofdstuk 35 van het werkplaatshandboek.

BELANGRIJK– Controleer of elk sensor aanwezig is op het daarvoor bestemde wiel:

Groen = links voorGeel = rechts voorRood = links achterZwart = rechts achter

– Let bijzonder goed op bij het toewijzen van de ventielcode / wiel.– Controleer de afwezigheid van storing DF052 "Ontvanger ventielsignaal".

Er zijn twee mogelijkheden om de ventielcodes in te lezen:– Met ventielactiveringsgereedschap.– Zonder ventielactiveringsgereedschap.

Automatisch inlezen met activeringsgereedschap:Voor dit inlezen moet u beschikken over het gereedschap MS. 1607.Procedure:Open communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer "Inlezen banden".Bevestig het scenario SC002: "Inlezen van de 4 ventielcodes".Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de ventielcodes ingelezen.

Handmatig inlezen zonder activeringsgereedschap:Voor dit inlezen moet men de code van het ventiel kennen die op het etiket van de betreffende sensor staat.Procedure:Open communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer "Inlezen banden".Bevestig het scenario SC002: "Inlezen van de 4 ventielcodes".Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de ventielcodes ingelezen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-14

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Open de communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer de regel SC004 "Inlezen huis met hulporganen interieur"Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de startvergrendelingscode van de sleutels ingelezen.

SC004

INLEZEN HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR

ADVIEZEN

Geef dit commando bij het inlezen van een nieuw huis met hulporganen interieur.LET OPU moet beschikken over de reparatiecode en een reeds ingelezen kaart van de auto.

Na inlezen van het huis met hulporganen interieur, start u het inlezen van de kaarten, anders zal de auto alleen de aanwezige kaart herkennen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-15

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

SC009

INLEZEN VAN EEN VENTIELCODE

ADVIEZEN

Geef dit commando na het vervangen van ventielen.Bijzonderheden:Bij alle werkzaamheden waarbij een ventiel verwisseld moet worden, moet zich houden aan de voorschriften in hoofdstuk 35 van het werkplaatshandboek.

BELANGRIJK– Controleer of elk sensor aanwezig is op het daarvoor bestemde wiel:

Groen = links voorGeel = rechts voorRood = links achterZwart = rechts achter

– Let bijzonder goed op bij het toewijzen van de ventielcode / wiel. – Controleer de afwezigheid van storing DF052 "Ontvanger ventielsignaal".

Er zijn twee mogelijkheden om de ventielcodes in te lezen:– Met ventielactiveringsgereedschap.– Zonder ventielactiveringsgereedschap.

Automatisch inlezen met activeringsgereedschap:Voor dit inlezen moet u beschikken over het gereedschap MS. 1607.Procedure:Open communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer "Inlezen banden".Bevestig het scenario SC001: "Inlezen van een ventielcode".Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de ventielcodes ingelezen.

Handmatig inlezen zonder activeringsgereedschap: .Procedure:Open communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer "Inlezen banden".Bevestig het scenario SC001: "Inlezen van een ventielcode".Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de ventielcodes ingelezen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-16

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

SC009VERVOLG

Automatisch inlezen zonder activeringsgereedschap:Procedure:Open communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer "Inlezen banden".Bevestig het scenario SC001: "Inlezen van een ventielcode".Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de ventielcodes ingelezen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-17

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Procedure:Open de communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Bevestig het scenario SC010 "inlezen kaarten".Bevestig de etappes in het scenario.Klaar. Het huis met hulporganen interieur heeft de codes van de kaarten ingelezen.

SC010

INLEZEN KAARTEN

ADVIEZEN

Voor het correct inlezen van de kaarten moet de kaart ondersteboven worden gehouden, (knoppen aan de onderkant).

Vraag de reparatiecode op en voer hem in (alleen hoofdletters).Trek de kaart uit de lezer.Geef dit commando na het inlezen van een nieuw huis met hulporganen interieur of bij het inlezen van nieuwe kaarten.

LET OPBij ieder inlezen, moeten alle kaarten worden aangeboden die voor de auto bestemd zijn.Niet aangeboden kaarten worden onbruikbaar. U zal de inleesprocedure opnieuw moeten uitvoeren.

LET OPTussen iedere handeling mag maximaal vijf minuten verlopen, anders wordt de procedure geannuleerd, het gereedschap toont dan het bericht "procedure onderbroken: let op, alleen de kaarten die voor het starten van de procedure al aan de auto waren toegewezen kunnen worden gebruikt. De kaarten die aangeboden werden voor het afbreken van de procedure zijn niet langer leeg en kunnen alleen nog maar aan deze auto worden toegewezen".

N.B.:De auto kan maar één Renault-kaart accepteren met handsfree functie. Als een tweede kaart aan de auto wordt toegewezen, zal deze werken als een eenvoudige Renault-kaart

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de storingen 87B

87B-18

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 Huis met hulporganen

DF002 Stuurkolomgrendel

DF003 Circuit contact koppelingspedaal

DF005 Kaart

DF006 Ventielsensor wiel links voor

DF007 Ventielsensor wiel rechts voor

DF008 Ventielsensor wiel rechts achter

DF009 Ventielsensor wiel links achter

DF011 Circuit regen- en lichtsensor

DF028 Verbinding memory systeem van de bestuurdersstoel

DF029 Circuit stuurkolomgrendel

DF040 Rustcontact ruitenwisser achter

DF050 Spanningsverschil voorbanden

DF051 Spanningsverschil achterbanden

DF052 Ontvanger ventielsignalen

DF053 Informatie snelheid

DF055 Circuit contact kaart aanwezig

DF056 Circuit contact kaart op aanslag

DF058 Circuit contact neutraalstand

DF060 Commandocircuit relais + 12 V APC

DF061 Commandocircuit relais + 12 V accessoires

DF062 Commandocircuit relais startmotor

DF064 Circuit waarschuwingslampje startvergrendeling

DF067 Codes van de ventielen van de zomerset

DF068 Codes van de ventielen van de winterset

DF072 Circuit kinderveiligheid

DF075 Circuit tijdgeschakelde voeding

DF081 Circuit toets portierontgrendeling

DF082 Circuit controlelampje toets portiervergrendeling

DF084 Circuit controlelampje toets kinderveiligheid

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de storingen 87B

87B-19

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Storing Code Omschrijving in diagnoseapparaat

DF086 Relais wissen achter

DF087 Commandocircuit relais markeringslichten

DF088 Commandocircuit relais dimlichten

DF089 Circuit stuursignaal relais koplampsproeiers

DF090 Circuit remlicht links

DF091 Circuit remlicht rechts

DF092 Circuit markeringslichten

DF093 Circuit kentekenverlichting'

DF094 Zekeringen markeringslichten rechts

DF095 Zekeringen markeringslichten links

DF096 Zekeringen remlichten

DF097 Circuit rustcontact ruitenwisser voor

DF098 CIRCUIT COMMANDO RELAIS DIMLICHTEN

DF099 Circuit ruitenwissermotor voor

DF101 Zekeringen-/relaisplaat

DF102 Commandocircuit motor stuurbekrachtiging

DF103 Spanning motor variabele stuurbekrachtiging

DF105 Circuit voeding portiervergrendeling

DF106 Circuit toets portiervergrendeling

DF108 Commandocircuit mistlichten voor

DF109 Commandocircuit mistachterlicht(en)

DF103 Spanning motor variabele stuurbekrachtiging

DF105 Circuit voeding portiervergrendeling

DF106 Circuit toets portiervergrendeling

DF108 Commandocircuit mistlichten voor

DF109 Commandocircuit mistachterlicht(en)

DF110 Commandocircuit knipperlichten

DF111 Circuit optische sensor portier links voor

DF112 Circuit optische sensor portier rechts voor

DF113 Circuit optische sensor portier links achter

DF114 Circuit optische sensor portier rechts achter

DF115 Circuit ruit-snelbediening afknijpbeveiliging

DF116 Verzoek uitschakelen dimlichten

DF118 Knop voor het starten

DF119 Bandenspanning-controlesysteem

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-20

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Als de storing aanwezig is:Maak de accu los om het huis met hulporganen interieur te initialiseren.

Als de storing aanhoudt:

Neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Configureer het huis met hulporganen interieur.

UCH_V04_DF001 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-21

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF002IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

STUURKOLOMGRENDEL1.DEF: Elektronische storing in stuurkolomgrendel

ADVIEZEN

Zet het contact aan en uit en controleer het ontgrendelen en vergrendelen van de stuurkolomgrendel.

Bijzonderheden:Als de storing aanwezig is brandt het waarschuwingslampje startvergrendeling continu.

Als de storing in het geheugen is:Maak de accu los om het huis met hulporganen interieur te initialiseren.

Als de storing nog steeds in het geheugen is, neem contact op met de technische helpdesk.

Als de storing aanwezig is:Vervang de stuurkolomgrendel. Zie MR 397 mechanisch hoofdstuk 82A

BELANGRIJKDe stuurkolomgrendel is vastgezet met een bout met linkse schroefdraad. Voor het uitbouwen moet hij vooraf ontgrendeld zijn.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF002 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-22

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF003IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT KOPPELINGSCONTACTCC : KortsluitingCO : Onderbreking

ADVIEZEN

Alleen bij handgeschakelde versnellingsbak.Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan.Druk op het koppelingspedaal.

De storing verschijnt na:Rijdende auto met snelheid hoger dan 5 km/u met koppeling "ingerukt" langer dan 2 minuten of de auto gaat 128 keer van 0 tot 60 km/u zonder informatie van de koppeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de witte stekker P101 (40-polig) van het huis met hulporganen interieur en van de stekker van het koppelingspedaalcontact.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Koppelingspedaalcontact aansl. 1 Aansl. 26 40-polige stekker P101 huis met hulporganen interieur.

Controleer de massa op aansl. 2 van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Demonteer het contact door op de schakelaar te drukken.LET OPEr kunnen twee contacten zijn bij het koppelingspedaal (een voor het inspuitsysteem en een voor het huis met hulporganen interieur).)De staat ET048 van het koppelingspedaalcontact wordt "ingedrukt".Bij een storing: vervang het contact.

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF003 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-23

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF005IN GEHEUGEN

KAART1.DEF : Batterijtje van kaart n° 12.DEF : Batterijtje van kaart n° 23.DEF : Batterijtje van kaart n° 34.DEF : Batterijtje van kaart n° 4

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Vervang het batterijtje van de betreffende kaart.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF005P UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-24

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF006DF007DF008DF009

IN GEHEUGENOF

IN GEHEUGEN

VENTIELSENSOR WIEL LINKS VOORVENTIELSENSOR WIEL RECHTS VOORVENTIELSENSOR WIEL RECHTS ACHTERVENTIELSENSOR WIEL LINKS ACHTER1.DEF : Geen signaal van de sensor

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:DF052

Voorwaarden voor de behandeling van een storing die in het geheugen is.De storing wordt aanwezig na een proefrit.

Bijzonderheden:Voor alle werkzaamheden, moet u controleren of alle gemonteerde banden een speciaal ventiel hebben voor het controlesysteem van de bandenspanning (en dat het reservewiel niet op een van de assen gemonteerd is).

Het ontbreken van het signaal van een ventiel kan veroorzaakt worden doordat de code van een ventiel niet goed is ingelezen of door een storing in het ventiel.Lees het betreffende ventiel in (zie SC009), wis de storing en maak een proefrit.Als de storing is verholpen, bent u klaar met storing zoeken.

Als de storing nog steeds aanwezig is:

Met ventielactiveringsgereedschap:Zoek de staat van het betreffende ventiel in het menu "staat":ET032 (INFORMATIE VENTIEL WIEL LINKS VOOR)ET033 (INFORMATIE VENTIEL WIEL RECHTS VOOR)ET034 (INFORMATIE VENTIEL WIEL RECHTS ACHTER)ET035 (INFORMATIE VENTIEL WIEL LINKS ACHTER)

Laat het betreffende ventiel geforceerd uitzenden, als de STAAT1 "GEFORCEERD UITZENDEN" niet verschijnt, vervang het ventiel en lees het in: SC009 "Inlezen ven een ventielcode".

Zonder ventielactiveringsgereedschap:Zoek de staat van het betreffende ventiel in het menu "staat".Laat de band > 0,86 bar leeglopen en maak en proefrit (of wacht een kwartier), constateer of de staat wordt: STAAT3 "Uitzending door drukverandering".

Als de STAAT3 niet verandert, vervang het ventiel en lees het in: SC009 "Inlezen van een ventielcode".

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF006/UCH_V04_DF007/UCH_V04_DF008/UCH_V04_DF009 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-25

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF011IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT REGEN- EN LICHTSENSOR1.DEF : Onderbreking of kortsluiting2.DEF : Elektronische afwijking in opname element

ADVIEZENZet het contact aan, schakel de ruitenwisser in op de intervalstand om de storing te bevestigen.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de regen- en lichtsensor.

Controleer de zekering F24 20A op de zekeringplaat in het interieur.Controleer de + APC op aansl. 1 en de massa op aansl. 2 van de regen- en lichtsensor.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Regensensor aansl. 3 Aansl. 23 40-polige witte stekker P101 huis met hulporganen interieur.

Herstellen indien nodig.

2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Vervang de regen- en lichtsensor.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF011 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-26

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF028IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING MEMORY SYSTEEM VAN DE BESTUURDERSSTOEL1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met stoel met memory systeem terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de rekeneenheid van de stoel met memory systeem.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 32 Aansl. 8 blauwe 9-polige stekker van de rekeneenheid memory systeem van de bestuurdersstoel.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 36 Aansl. 5 blauwe 9-polige stekker van de rekeneenheid memory systeem van de bestuurdersstoel.

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF028 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-27

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF029IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT STUURKOLOMGRENDELCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Massa grendel afwezig of multiplexnetwerk defect (bijv.: verbinding

stuurkolomgrendel => Huis met hulporganen interieur)

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de stuurkolomgrendel.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 9 Aansl. 2 stekker van de stuurkolomgrendel

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 10 Aansl. 4 stekker van de stuurkolomgrendel

stekker stuurkolomgrendel aansl. 1 Massa auto

Diagnoseaansluiting aansl. 6 Aansl. 3 stekker van de stuurkolomgrendel

Diagnoseaansluiting aansl. 14 Aansl. 6 stekker van de stuurkolomgrendel

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, vervang de stuurkolomgrendel, als de storing aanhoudt neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF029 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-28

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF040IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

RUSTCONTACT RUITENWISSER ACHTER1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser achter in.

Controleer of de arm en de ruitenwissermotor achter niet geblokkeerd zijn.

Controleer de zekering F14 30A op de zekeringplaat in het interieur.Controleer de + APC op aansl. 1 en de massa op aansl. 3 van de ruitenwissermotor achter.

Controleer de aansluiting en de staat 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ruitenwissermotor achter.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 38 Aansl. 2 stekker van de ruitenwissermotor achter

+ na contact Aansl. 1 stekker van de ruitenwissermotor achter

Massa Aansl. 3 stekker van de ruitenwissermotor achter

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, vervang de ruitenwissermotor achter, als de storing aanhoudt neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF040 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-29

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF050DF051

IN GEHEUGEN

SPANNINGSVERSCHIL VOORBANDENSPANNINGSVERSCHIL ACHTERBANDEN

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer of de invoer van de voorgeschreven spanningen overeenkomt met de gegevens van de constructeurPR003 "Spanning wiel links voor"PR004 "Spanning wiel rechts voor"PR005 "Spanning wiel rechts achter"PR006 "Spanning wiel links achter"Is dit niet zo, raadpleeg dan de "procedure voor het invoeren van de voorgeschreven spanningen".Als de invoer correct is, controleer de spanningen met een manometer, controleer of de bandenspanning overeenkomt met de gegevens van de constructeur.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF050P/UCH_V04_DF051P UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-30

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF052IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

ONTVANGER VENTIELSIGNALENCO.1 : Onderbreking of kortsluiting aan + 12 volt1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Bij het opslaan van de auto, ontstaat door het verwijderen van de zekering stroomonderbreker een storing in geheugen, in dit geval wist u de storingen maar vervang niet de ontvanger. Als de klacht is dat de vier wielen af en toe van het display verdwijnen, behandel dan deze storing.

CO.1 ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met SSPP terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige stekker P100 van de UCH en de stekker van de ontvanger van het SSPP.

Controleer de geleiding, de isolatie ten opzichte van + 12 V en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Stekker van de ontvanger onder de carrosserie aansl. 1 Aansl. 18 huis met hulporganen interieur 40-polige stekker P101

Vervang, als het probleem aanhoudt de ontvanger onder de carrosserie, contact uit.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF052 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-31

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF052VERVOLG

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met SSPP LC017 terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ontvanger van het SSPP.

Controleer de voedingen:

Massa Aansl. 3 van de stekker van de ontvanger onder de carrosserie+ 12 V voor contact Aansl. 4 van de stekker van de ontvanger onder de carrosserieControleer de zekering F5O 20 A

Controleer de geleiding en de isolatie ten opzichte van massa van de verbinding tussen:

Stekker van de ontvanger aansl. 1 Aansl. 18 huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P100

Meet de weerstand van dezelfde verbinding.Voer de nodige herstelwerkzaamheden uit als de weerstand abnormaal hoog is.Vervang, als het probleem aanhoudt de ontvanger onder de carrosserie, contact uit.Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-32

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF053IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

INFORMATIE RIJSNELHEID1.DEF : Informatie snelheid afwezig2.DEF : Onsamenhangende rijsnelheid

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk.

Voer een complete diagnose uit van het ABS.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF053 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-33

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF055AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTACT KAART AANWEZIGCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnSteek de kaart halverwege in de kaartlezer.Zonder functie als de auto "handsfree" heeft.

Controleer de zekering F11 10A op de zekeringplaat in het interieur.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de kaartlezer.

Controleer de masse op aansl. 8 en de + 12 V op aansl. 2 van de kaartlezer.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 12 Aansl. 5 kaartlezer.

Herstellen indien nodig.

Controleer de spanning op aansl. 12 van het huis met hulporganen interieur, als de spanning niet 12 V is, probeer het dan met een andere kaart, als het probleem aanhoudt vervang de kaartlezer.Als de spanning 12 V is, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF055 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-34

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF056IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTACT KAART OP AANSLAGCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnSteek de kaart halverwege in de kaartlezer.Zonder functie als de auto "handsfree" heeft.

Controleer de zekering F11 10A op de zekeringplaat in het interieur.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van de kaartlezer.

Controleer de masse op aansl. 8 en de + 12 V op aansl. 2 van de kaartlezer.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 1 Aansl. 7 kaartlezer

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, controleer de spanning op aansl. 1 van het huis met hulporganen interieur, als de spanning niet 12 V is, vervang de kaartlezer, als de spanning 12 V is, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF056 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-35

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF058IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTACT NEUTRAALSTANDCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO : Onderbreking

ADVIEZEN

Alleen bij handgeschakelde versnellingsbak.Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan.Schakel in neutraal: de staat van het contact moet actief zijn.

Controleer de zekering F24 20A op de zekeringplaat in het interieur.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van het contact neutraal stand.

Controleer de geleiding, het ontbreken van overgangsweerstanden en de isolatie tussen:

Contact aansl. 3 Aansl. 7 huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Controleer de + APC en aansl. 2 van het contact neutraal stand.

Controleer de montage van het contact op de versnellingsbak, demonteer het contact en druk op de schakelaar.De staat van het contact neutraalstand wordt actief en daarna gaan de achteruitrijlichten branden.Bij een storing: vervang het contact.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF058 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-36

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF060IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS + 12 V APCCC : Kortsluiting1.DEF : Geen samenhang met na contact

ADVIEZEN Zet het contact aan.

CC ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer de werking en de stand van het relais + APC (RL 22) op de zekering- en relaisplaat interieur.Vervang deze indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer of er in de kabelbundel geen kortsluiting is tussen een + voor contact en de + na contact of tussen de + accessoires en de + na contact (voorbeeld schakelaar ruitbediening, remlichtschakelaar,...).

Controleer de werking en de stand van het relais + APC op de zekering- en relaisplaat interieur.Vervang deze indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF060 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-37

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF061IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS + 12 V ACCESSOIRESCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Controleer de voeding van de relais + accessoires (RL 18 en 19) op de zekeringen-/relaisplaat.

Controleer de werking van de relais, vervang indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF061 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-38

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF062IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS STARTMOTORCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan, start de motor.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF062 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-39

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF064IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTROLELAMPJE STARTVERGRENDELING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van het instrumentenpaneel.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 14 Aansl. 5 van het instrumentenpaneel

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF064 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-40

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF067DF068

IN GEHEUGEN

CODES VAN DE VENTIELEN VAN DE ZOMERSETCODES VAN DE VENTIELEN VAN DE WINTERSET1.DEF : Er ontbreekt minstens een ventielcode2.DEF : Er zijn minstens twee dezelfde ventielcodes

ADVIEZENBij alle werkzaamheden waarbij een ventiel verwisseld of een band uitgebouwd moet worden, moet zich houden aan de voorschriften in het werkplaatshandboek.

1.DEF ADVIEZEN

Voor alle werkzaamheden, moet u controleren of alle gemonteerde banden een speciaal ventiel hebben voor het controlesysteem van de bandenspanning (en dat het reservewiel niet gemonteerd is).

Als het huis met hulporganen interieur de ventielcodes niet kent voor een van beide bandensets (zomer- of winterbanden), is deze storing normaal en zal altijd aanwezig zijn. In dat geval is de enige oplossing om deze storing te voorkomen het inlezen van dezelfde ventielcodes voor de twee bandensets.

Als het huis met hulporganen interieur de codes voor beide bandensets heeft ingelezen (menu parameter), dan is er een code niet goed ingelezen of staat er een verkeerde bandenset in het geheugen.

Kijk in het menu "staat", welke bandenset in het geheugen staat (zomer of winter).

Kijk in het menu parameter naar de toegewezen ventielcodes die in het geheugen staan voor de bandenset.

Lees de vier ventielcodes in.

Als er geen verband bestaat, lees dan de ontbrekende of verkeerd ingevoerde codes in.

Maak een proefrit om de reparatie te bevestigen.

2.DEF ADVIEZEN Geen.

Lees opnieuw de ventielcodes in.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF067P/UCH_V04_DF068P UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-41

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF072IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT KINDERVEILIGHEIDCC.0 : Kortsluiting aan massaCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets kinderveiligheid.

Controleer de staat en de stand van de zekering van de portiervergrendeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de grendelmotors van de achterportieren.

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V en ten opzichte van de massa van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 4 Aansl. A van de grendelmotor van het portier rechts achter

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 21 Aansl. A van de grendelmotor van het portier links achter

Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van de motors van de portiervergrendeling achter.Vervang ze indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF072 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-42

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF075IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT TIJDGESCHAKELDE VOEDINGCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF075 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-43

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF081IN GEHEUGEN

CIRCUIT TOETS PORTIERONTGRENDELINGCC.0 : Kortsluiting aan massa

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets van de portierontgrendeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P100 van de UCH en de stekker van de toets voor de portierontgrendeling.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P100 aansl. 17 Aansl. B1 van de toets van de portierontgrendeling.

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de portierontgrendeling, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF081P UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-44

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF082IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTROLELAMPJE TOETS PORTIERVERGRENDELING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets van de portiervergrendeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de toets voor de portierontgrendeling.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 21 Aansl. B3 van de toets van de portierontgrendeling.

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de portiervergrendeling, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF082 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-45

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF084IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTROLELAMPJE TOETS KINDERVEILIGHEID1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets kinderveiligheid.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de toets van de kinderveiligheid.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 24 Aansl. B3 van de toets kinderveiligheid

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de kinderveiligheid, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF084 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-46

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF086IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

RELAIS WISSEN ACHTERCC.1: Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser achter in.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF086 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-47

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF087IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS MARKERINGSLICHTENCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF087 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-48

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF088IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS DIMLICHTEN1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF089 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-49

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF089IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS KOPLAMPSPROEIERSCC.1: Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de dimlichten in en bedien de voorruitsproeier.

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 40 Aansl. D2 van het relais koplampsproeiers op de zekeringen-/relaisplaat

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF089 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-50

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF090 DF091 DF096

AANWEZIG OF

IN GEHEUGEN

CIRCUIT REMLICHT LINKSCIRCUIT REMLICHT RECHTSZEKERINGEN REMLICHTNiet-geïdentificeerde elektrische storing.

ADVIEZEN Zet het contact aan, zet een pedaalknecht op het rempedaal.

Controleer de staat van de zekeringen F21 (remlichtschakelaar (10 A)) en F28 (Relais inschakelen remlicht (20 A)), vervang ze indien nodig. Controleer de gloeilamp en vervang deze indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 4 van de stekker van het achterlicht.

Controleer de massa tussen aansl. 1 van de stekker van het achterlicht en de elektrische massa achter.

Beweeg de kabelbundel tussen de Zekeringen-/relaisplaat en het achterlicht, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen). Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de grijze stekker van de Zekeringen-/relaisplaat en de staat van de stekker van het remlicht. Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbindingen:

Zekeringen-/relaisplaat grijze stekker (40-polig), zwarte strip aansl. 8 Aansl. 5 stekker achterlicht links.

Zekeringen-/relaisplaat grijze stekker (40-polig), zwarte strip aansl. 6 Aansl. 5 stekker achterlicht rechts.

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R297. Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF090/UCH_V04_DF091/UCH_V04_DF096 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-51

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF092DF094DF095

AANWEZIGOF

IN GEHEUGEN

CIRCUIT MARKERINGSLICHTENZEKERINGEN MARKERINGSLICHTEN RECHTSZEKERINGEN MARKERINGSLICHTEN LINKSNiet-geïdentificeerde elektrische storing.

ADVIEZEN Zet het contact aan, en schakel de markeringslichten in:

controleer de staat van de zekeringen F3 (10 A), F4 (7,5 A), F5 (7,5 A) van de Zekeringen-/relaisplaat, vervang ze indien nodig.Controleer de gloeilamp en vervang deze indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 5 van de stekker van de koplamp rechts.

Controleer de massa op aansl. 1 van de stekker van de koplamp rechts en de elektrische massa voor.

Beweeg de kabelbundel tussen het huis met hulporganen interieur en de lichtschakelaar, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de witte stekker van het huis met hulporganen interieur en de staat van de stekker van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbindingen:

huis met hulporganen interieur witte stekker P101 (40-polig), groene strip aansl. 29 Aansl. B1 zwarte stekker

van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Beweeg de kabelbundel tussen de Zekeringen-/relaisplaat en de schakelaar, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de grijze stekker van de Zekeringen-/relaisplaat en de staat van de stekker van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Zekeringen-/relaisplaat zwarte stekker, witte strip aansl. 5 Aansl. B2 zwarte stekker

van de schakelaarHerstellen indien nodig.

UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-52

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF092 DF094 DF095

VERVOLG

Beweeg de kabelbundel tussen de Zekeringen-/relaisplaat en het koplamp, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de grijze stekker van de Zekeringen-/relaisplaat en de staat van de stekker van de koplamp. Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Zekeringen-/relaisplaat groene stekker, zwarte strip aansl. 8 Aansl. 5 zwarte stekker van de koplamp rechts

Zekeringen-/relaisplaat grijze stekker, zwarte strip aansl. 9 Aansl. 5 zwarte stekker van de koplamp links

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R265. Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF092/UCH_V04_DF094/UCH_V04_DF095 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-53

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF093AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT KENTEKENVERLICHTINGNiet-geïdentificeerde elektrische storing.

ADVIEZEN Zet het contact aan, en schakel de markeringslichten in:

Controleer de staat van de zekering F5 (7,5 A) van de Zekeringen-/relaisplaat, vervang deze indien nodig.Controleer de gloeilamp en vervang deze indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 1 van de stekker van de kentekenverlichting.

Controleer de massa tussen aansl. 2 van de stekker van de kentekenverlichting en de elektrische massa achter.

Beweeg de kabelbundel tussen de Zekeringen-/relaisplaat en de kentekenverlichting, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de witte stekker van de Zekeringen-/relaisplaat en de staat van de stekker van de koplamp.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Zekeringen-/relaisplaat witte stekker, witte strip aansl. 4 Aansl. 1 stekker kentekenverlichting rechts

Zekeringen-/relaisplaat witte stekker, witte strip aansl. 4 Aansl. 1 stekker kentekenverlichting links

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekkers R297 en R236.Herstellen indien nodig.

UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-54

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF093VERVOLG

Controleer de staat van de zekering F3 (10 A) van de Zekeringen-/relaisplaat, vervang deze indien nodig.Controleer de gloeilamp en vervang deze indien nodig.

Beweeg de kabelbundel tussen het huis met hulporganen interieur en de lichtschakelaar, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de witte stekker van het huis met hulporganen interieur en de staat van de stekker van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbindingen:

huis met hulporganen interieur witte stekker P101 (40-polig), groene strip aansl. 29 Aansl. B1 zwarte stekker van

de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Beweeg de kabelbundel tussen de Zekeringen-/relaisplaat en de schakelaar, om een verandering van de staat van de storing te krijgen (Aanwezig ↔ In geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de staat van de grijze stekker van de Zekeringen-/relaisplaat en de staat van de stekker van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Zekeringen-/relaisplaat zwarte stekker, witte strip aansl. 5 Aansl. B2 zwarte stekker van

de schakelaarHerstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF093 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-55

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF097IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT RUSTCONTACT RUITENWISSER VOOR1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser voor in.

Controleer of de armen en de ruitenwissermotor voor niet geblokkeerd zijn.

Controleer de zekering F14 30A op de zekeringplaat in het interieur.Controleer de + APC op aansl. 1 en de massa op aansl. 3 van de ruitenwissermotor voor.

Controleer de aansluiting en de staat 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ruitenwissermotor voor.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker P100 40-polig aansl. 23 Aansl. 5 stekker van de ruitenwissermotor voor

+ na contact Aansl. 1 en 4 stekker ruitenwissermotor voor

Massa Aansl. 2 stekker ruitenwissermotor voor

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, vervang de ruitenwissermotor voor, als de storing aanhoudt neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF097 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-56

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF098IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS DIMLICHTENCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan, en schakel de grootlichten in.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF098 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-57

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF099IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT RUITENWISSERMOTOR VOORCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser voor in.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF099 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-58

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF101IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

ZEKERINGEN- EN RELAISPLAAT1.DEF : Detectie van een kortsluiting van het commando van een of meer interne

relais van de zekeringplaatRelais na vergrendelen of ontgrendelen van de portieren.

ADVIEZEN Vergrendel of ontgrendel de portieren.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF101 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-59

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF102IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT MOTOR STUURBEKRACHTIGING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZENDraaiende motor, verdraai het stuurwiel om de motor van de variabele stuurbekrachtiging in te schakelen.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met variabele stuurbekrachtiging terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Controleer de massa op aansl. E van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 2 Aansl. D stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 3 Aansl. B stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 13 Aansl. C stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 18 Aansl. A stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF102 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-60

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF103IN GEHEUGEN

SPANNING MOTOR VARIABELE STUURBEKRACHTIGING1.DEF : Spanning buiten de tolerantie

ADVIEZEN

Zet het contact aan.Bijzonderheden:De storing kan verschijnen als de spanning hoger is dan 17 V of lager dan 9 V.(Hij kan verschijnen na het gebruik van een booster)

Controleer de conformiteit van de accuspanning en voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF103P UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-61

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF105IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT VOEDING PORTIERVERGRENDELINGCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en vergrendel de portieren.

Controleer de conformiteit van de accuspanning en voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

Controleer of de kabelbundel van de grendelmotors van de portieren (uitgezonderd het achterklepslot), gen kortsluiting maken (zie elektrisch schema, naargelang het type van de auto).

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF105 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-62

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF106IN GEHEUGEN

CIRCUIT TOETS PORTIERVERGRENDELINGCC.0 : Kortsluiting aan massa

ADVIEZEN Zet het contact aan en vergrendel de portieren.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de toets voor de portiervergrendeling.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 9 Aansl. A3 van de toets van de portierontgrendeling.

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de portiervergrendeling, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF106P UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-63

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF108IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT MISTLICHTEN VOORCC.1 : Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, lichtschakelaar op stand mistlichten voor aan.

Als de staat ET124 "Mistlichten voor" is "uit" en de staat ET111 "Verzoek mistlichten voor" is "Actief":

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

Als de staat ET111 "Verzoek mistlichten voor" is "Inactief" ga dan als volgt te werk:

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 28 Aansl. A1 van de lichtschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van de lichtschakelaar, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF108 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-64

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF109IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT MISTACHTERLICHTCC.1: Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, lichtschakelaar op stand mistachterlicht aan.

Als de staat ET125 "Mistachterlichten" is "uit" en de staat ET082 "Verzoek mistachterlichten" is "Actief":

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

Als de staat ET082 "Verzoek mistachterlichten" is "Inactief" ga dan als volgt te werk:

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de lichtschakelaar.

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 31 Aansl. A3 van de lichtschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van de lichtschakelaar, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF109 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-65

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF110IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT KNIPPERLICHTENCO : OnderbrekingCC.0 : Kortsluiting aan massa1.DEF : Voedingscircuit

ADVIEZEN Zet het contact aan.

1.DEF; CO ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, lichtschakelaar op stand knipperlicht rechts of links (niet alarmknipperlichten).

Controleer de gloeilampen van de knipperlichten.

Controleer de staat en de stand van de zekering van het knipperlicht.

Controleer de conformiteit van de accuspanning en voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

Controleer of de kabelbundel van de knipperlichten geen onderbreking heeft. (Zie elektrisch schema).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

CC.0 ADVIEZENBijzonderheden: Contact aan, lichtschakelaar op stand knipperlicht rechts of links (of alarmknipperlichten aan).

Controleer of er geen te groot verbruik is door een te groot aantal gloeilampen (caravan niet conform).

Controleer of de kabelbundel van de knipperlichten geen kortsluiting aan massa maakt (zie elektrisch schema).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF110 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-66

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF111IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER LINKS VOORCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier links voor.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 28 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier links voor.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF111 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-67

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF112IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER RECHTS VOORCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier rechts voor.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 33 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier rechts voor.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF112 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-68

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF113IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER LINKS ACHTERCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier links achter.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur witte stekker P101 40-polig aansl. 23 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier links achter.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF113 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-69

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF114IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER RECHTS ACHTERCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier rechts achter.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

huis met hulporganen interieur zwarte stekker P100 40-polig aansl. 29 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier rechts achter.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF114 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-70

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF115IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT RUIT-SNELBEDIENING AFKNIJPBEVEILIGING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met ruit-snelbediening afknijpbeveiliging terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ruit-snelbediening afknijpbeveiliging.

Controleer voor elke ruitbediening met afknijpbeveiliging, de geleiding en isolatie tussen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 22 aansl. 6 ruitbediening bestuurder

OF voor ruitbediening met afknijpbeveiliging en spiegelgeheugen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 22 aansl. 27 ruitbediening bestuurder

OF voor het open dak met afknijpbeveiliging:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 22 aansl. 9 open dak

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF115 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-71

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF116IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

VERZOEK UITSCHAKELEN DIMLICHTEN1.DEF : Verzoek uitschakelen van het dimlicht rechts. Voer een diagnose uit van

de rekeneenheid van de xenonlampen2.DEF : Verzoek uitschakelen van het dimlicht links. Voer een diagnose uit van

de rekeneenheid van de xenonlampen

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Voer een diagnose uit van de rekeneenheid van de xenonlampen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF116 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-72

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF118IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

STARTKNOP1.DEF : Storing controlelampje draaiende motor op de startknop2.DEF : Storing controlelampje startinvitatie op de startknop

ADVIEZEN Zet het contact aan.

1.DEF ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt bij draaiende motor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van de startknop.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 3 Aansl. 1 van de startknop

Herstellen indien nodig.

Vervang de startknop.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

2.DEF ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt met contact aan, voorwaarde voor het starten.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van de startknop.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 11 Aansl. 3 van de startknop

Herstellen indien nodig.

Vervang de startknop.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF118 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-73

UCH X73 PH2Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

DF119IN GEHEUGEN

OFIN GEHEUGEN

CONTROLE BANDENSPANNING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met SSPP terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ontvanger van het SSPP.

Controleer de geleiding, de isolatie ten opzichte van + 12 V en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Stekker van de ontvanger onder de carrosserie aansl. 1 Aansl. 18 Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF119 UCH X73Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de staten 87B

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET001 Set ventielen herkend

ET004 + 12 V na contact

ET006 Dimlichten

ET008 Huis met hulporganen interieur ongecodeerd

ET012 Kaart toegewezen aan de auto

ET027 Rustcontact ruitenwisser voor

ET032 Informatie ventiel wiel links voor

ET033 Informatie ventiel wiel rechts voor

ET034 Informatie ventiel wiel rechts achter

ET035 Informatie ventiel wiel links achter

ET042 Passagiersportier

ET043 Toestemming functie C.A.R door C.P.E

ET044 Toets CPE

ET045 Frame R.F. ontvangen

ET046 Startvergrendeling

ET047 Stand rempedaal

ET048 Stand koppelingspedaal

ET051 Portier links achter

ET052 Portier rechts achter

ET053 Bestuurdersportier

ET063 Grootlichten

ET070 Knop voor het starten

ET071 Stuurkolomgrendel ongecodeerd

ET073 Informatie opname element stuurkolomgrendel

ET074 Markeringslichten

ET077 Stand ruitenwisserschakelaar

ET078 Verzoek ruitensproeier voor

ET079 Verzoek achterruitsproeier

ET080 Verzoek achterruitwisser

UCH X74Ph2

87B-74

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de staten 87B

87B-75

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET081 Stand lichtschakelaar

ET082 Verzoek mistachterlichten

ET083 VERZOEK KNIPPERLICHT LINKS

ET084 VERZOEK KNIPPERLICHT RECHTS

ET089 Toets kinderveiligheid

ET097 Rustcontact ruitenwisser achter

ET109 Achteruit ingeschakeld

ET111 Verzoek mistlichten voor

ET115 Verzoek verlichting door lichtsensor

ET124 Mistlichten voor

ET125 Mistachterlichten

ET127 Lampje startvergrendeling

ET134 Ruitenwissermotor achter

ET135 Kaartcode in orde

ET137 Controlelampje kinderveiligheid

ET141 Bandenspanning iets te hoog

ET142 Werkomstandigheden motor

ET148 Controlelampje toets CPE

ET150 Knipperlicht rechts

ET151 Knipperlicht links

ET159 Kinderveiligheid portier links achter

ET160 Kinderveiligheid portier rechts achter

ET165 + 12 V accessoires

ET170 Info. stand selecteurhendel BVA

ET171 Stand versnellingshendel handgeschakelde versnellingsbak

ET172 Kaart op aanslag

ET174 Commando relais + 12 V na contact

ET186 Korte druk toets portieren sluiten

ET187 Lange druk toets portieren sluiten

ET188 Uitschakelen van de inspuiting

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de staten 87B

87B-76

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET189 Druk toets portieren openen

ET196 Bandenspanning iets te laag

ET199 Waarschuwing "lekke band" ingeschakeld door het systeem

ET204 Controlelampje SSPP

ET214 Verkeerde grendelcode

ET226 Antenne middenconsole

ET238 + 12 V rustcontact van relais na contact

ET241 Optische sensor links achter

ET242 Lichtsensor rechts achter

ET243 Toets memory systeem van de bestuurdersstoel

ET250 Inspuitsysteem

ET275 Schakelaar alarmknipperlichten

ET278 Automatische verlichting

ET279 Indrukken knop verlichting op afstand

ET325 Achterklep/achterruit

ET327 Ruitenwissermotor voor

ET328 Voeding optische sensors van de portieren

ET329 Optische sensor bestuurder

ET330 Optische sensor passagier

ET331 Commando relais koplampsproeiers

ET332 Commando achterklepslot

ET334 Handsfree starten

ET335 Handsfree vergrendelen/ontgrendelen

ET336 Frame R.F. geldig

ET337 Voeding stuurkolomgrendel

ET338 Controlelampje starttoets

ET403 Dakantenne 1

ET404 Dakantenne 2

ET405 Antenne bagageruimte

ET406 Antenne instrumentenpaneel

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de parameters 87B

87B-77

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Accuspanning

PR002 Buitentemperatuur

PR003 Spanning wiel links voor

PR004 Spanning wiel rechts voor

PR005 Spanning wiel rechts achter

PR006 Spanning wiel links achter

PR008 Rijsnelheid

PR009 Voorgeschreven spanning lage snelheid voorwielen

PR010 Voorgeschreven spanning lage snelheid achterwielen

PR011 Voorgeschreven spanning hoge snelheid achterwielen

PR012 Voorgeschreven spanning hoge snelheid voorwielen

PR013 Aantal ingelezen kaarten

PR029 Code rechter voorwiel winterset

PR030 Code rechter achterwiel winterset

PR031 Code linker voorwiel winterset

PR032 Code linker achterwiel winterset

PR033 Code linker voorwiel zomerset

PR034 Code rechter voorwiel zomerset

PR035 Code rechter achterwiel zomerset

PR036 Code linker achterwiel zomerset

PR060 Stand van de motor van de stuurbekrachtiging

PR064 Stand intervalring ruitenwisser

PR066 Voeding stuurkolomgrendel

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de commando's 87B

87B-78

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Overzicht van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

RZ001 Storingsgeheugen

RZ002 Na vervangen van band

VP004 Schrijven van het V.I.N.

VP005 Invoeren van de voorgeschreven spanningen

VP007 Selectie van de bandenset

AC002 Ontgrendeling/vergrendeling portieren

AC007 Ruitenwisser achter

AC008 Mistlichten voor

AC009 Mistachterlichten

AC013 Geluidssignaal

AC020 Controlelampje toets CPE

AC021 Inschakelen binnenlicht.

AC022 Knipperlicht links

AC023 Knipperlicht rechts

AC030 Relais koplampsproeier 1

AC035 Extra portiervergrendeling

AC043 Relais + 12 V na contact

AC044 Relais + 12 V accessoires

AC045 Relais startmotor

AC047 Controlelampje startinvitatie

AC048 Controlelampje draaiende motor

AC052 Controlelampje alarmknipperlichten

AC053 Extra portierontgrendeling

AC054 Dimlichten

AC055 Markeringslichten

AC056 Langzaam wissen

AC057 Snel wissen

AC062 Grootlichten

AC076 Controlelampje kinderveiligheid

AC077 Test motor stuurbekrachtiging

SC011 Controle van de kaarten

SC023 Test verbindingen UCH → kaartlezer

SC026 TEST VAN DE ANTENNES

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-79

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14 Diagnose - Behandeling van de commando's

VP004

INVOEREN VAN DE VOORGESCHREVEN SPANNINGEN

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Zorg ervoor dat u bij het invoeren beschikt over de door de constructeur voorgeschreven bandenspanningen (zie het werkplaatshandboek of instructieboekje van de betreffende auto).

Kies in het algemene menu "commando's", klik dan op de knop parametrage en maak de keuze: VP004.Zet de waarden uit het werkplaatshandboek in het geheugen en bevestig.Controleer daarna of de voorgeschreven spanningen goed in het geheugen zijn opgeslagen, in het parametermenu: In het menu van het diagnoseprogramma, Selecteer de icoon "lezen staten en parameters" Selecteer daarna "beheer van de banden" in subfunctie.In geval van problemen, begint u deze handeling opnieuw vanaf het begin.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-80

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

VP007

SELECTIE SET WIELEN

ADVIEZEN

Bijzonderheden:In het algemene menu, klikt u op het submenu "lijst van de staten", controleer de bandenset die in het geheugen is geregistreerd, via de staat: ET001 "Set ventielen herkend".Als de geselecteerde set niet de juiste is, ga dan als volgt te werk:

Kies in het algemene menu "commando's", klik dan op de knop parametrage en maak de keuze VP004.Zet de waarden uit het werkplaatshandboek in het geheugen en bevestig.Controleer daarna of de "ventielenset herkend" goed in het geheugen is opgeslagen:In het menu van het diagnoseprogramma, Selecteer de icoon "lezen staten en parameters" Selecteer daarna "beheer van de banden" in subfunctie.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-81

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

AC013

CLAXON

ADVIEZEN

Zet het contact aan.Let op, dit commando is alleen van toepassing bij auto's die uitgerust zijn met de handsfree functie.Dit commando maakt het mogelijk de verbinding tussen het huis met hulporganen interieur en de elektronische claxon te testen.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding:

Claxon aansl. 3 Aansl. 22 40-polige witte stekker P101 huis met hulporganen interieur

Controleer de voeding (aansl. 1) en de massa (aansl. 2) van de claxon.

Herstellen indien nodig.

Vervang de claxon.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-82

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

AC043AC044AC045

RELAIS + 12 V NA CONTACTRELAIS + 12 V ACCESSOIRESRELAIS STARTMOTOR

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnGeef het commando.

De relais + 12 V accessoires en + 12 V na contact worden 1 seconde aangestuurd.Controleer de staat en de stand van het relais, vervang het indien nodig.

Het relais startmotor wordt aangestuurd gedurende 0,2 seconde.Bij een probleem, vervang de zekeringen-/relaisplaat.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-83

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

AC047

CONTROLELAMPJE STARTINVITATIE

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnControleer of de markeringslichten uit zijn.Zet het contact aan.

Controlelampje startinvitatie brandt in de knop motor aan/uit als het contact is ingeschakeld.Als het lampje niet oplicht, geef het commando.

Als het lampje niet oplicht: controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding tussen:

Knop aan - uit aansl. 3 aansl. 11 huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Controleer de voeding van de knop + 12 V AVC op aansl. 2.

Vervang de schakelaar motor aan / uit.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-84

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

AC048

CONTROLELAMPJE DRAAIENDE MOTOR

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnControleer of de markeringslichten uit zijn.Zet het contact aan.

Controlelampje startinvitatie brandt in de knop motor aan/uit als de motor draait.Als het lampje niet oplicht, geef het commando.

Als het lampje niet oplicht: controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding tussen:

Knop aan - uit aansl. 4 aansl. 3 huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Controleer de voeding van de knop + 12 V AVC op aansl. 2.

Vervang de schakelaar motor aan / uit.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-85

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

SC011

CONTROLE VAN DE KAARTEN

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnVoer deze behandeling uit als er moeilijkheden zijn bij het lezen van de kaart en het openen van de portieren.

Procedure:Doe de kaart in de lezer.Open de communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer de regel SC001 "Controle van de kaarten"Bevestig de etappes in het scenario.Klaar.Het resultaat van het commando is:– "Kaart leeg" of "ingelezen". Als de kaart leeg is, lees hem dan in: SC010 "Inlezen kaarten"– "Normale kaart" of "handsfree"– De gebruikte frequentie (315 MHz, 315 MHz beperkt bereik, 433 MHz).

Controleer de afwezigheid van de storing DF005 "kaart", als de storing aanwezig is, vervang het batterijtje van de kaart.

De staat ET135 "CODE KAART GELDIG" moet "JA" zijn.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-86

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

SC023

TESTEN VERBINDING UCH - KAARTLEZER

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnVoer deze behandeling uit als er moeilijkheden zijn bij het lezen van de kaart.

Procedure:Open de communicatie met het huis met hulporganen interieur.Selecteer het menu "reparatie".Selecteer het menu "inlezen".Selecteer de regel SC023 "Test verbinding UCH - kaartlezer"Bevestig de etappes in het scenario.Klaar.Het resultaat van het commando is: "verbindingen correct" of "verbindingen defect".

Verbindingen defect:

Controleer de aansluiting en de staat van de zwarte stekker P100 (40-polig) van het huis met hulporganen interieur en van de stekker van de kaartlezer.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:Huis met hulporganen interieur zwarte stekker,

bruine strip P100 (40-polig) aansl. 6 aansl. 1 kaartlezerHuis met hulporganen interieur zwarte stekker,

bruine strip P100 (40-polig) aansl. 19 aansl. 4 kaartlezerControleer de massa op aansl. 8 van de schakelaar van de kaartlezer.Controleer de + Batt op aansl. 2 van de schakelaar van de kaartlezer.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: vervang de kaartlezer.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-87

UCH X73Programmanr.: 0031

Vdiagnr.: 14

SC026

TEST VAN DE ANTENNES

ADVIEZEN Voer deze behandeling uit als er moeilijkheden zijn bij het openen van de portieren.

Procedure:Breng met behulp van het diagnoseapparaat de communicatie tot stand met ET225 "Huis met hulporganen interieur".In het algemene menu, selecteert u het submenu "commando" dan "specifiek commando".Geef het commando SC023 "Test van de antennes".Het resultaat van het commando is:"Goed" of "Slecht"

Als het resultaat van het commando in ET225 "Antenne dakpaneel", ET404 "Antenne schildbumper", ET405 "Antenne bagageruimte", ET406 "Antenne instrumentenpaneel", ET226 "Antenne middenconsole":"Goed" voor elke antenne:Druk gedurende 10 secondes op de drie knoppen van de kaart.Het lampje van de kaart gaat snel knipperen zodra de kaart in de teststand staat.Het lampje op de kaart licht op bij iedere ontvangen uitzending van de auto.Loop rond de auto, er vandaan en er naar toe, om de dekkingszone te bepalen.Druk op de drie knoppen om de teststand te verlaten.

N.B.: Als de teststand ingeschakeld blijft, loopt het batterijtje van de kaart snel leeg.

Als één van deze staten ET225 "Antenne dakpaneel", ET404 "Antenne schildbumper", ET405 "Antenne bagageruimte", ET406 "Antenne instrumentenpaneel", ET226 "Antenne middenconsole" "slecht" aangeeft:Er is een onderbreking op de antenne die bij de staat hoort.Maak de betreffende antenne los en controleer de geleiding van de antenne.

N.B.: De antenne van de bagageruimte en de antenne van het instrumentenpaneel zijn parallel geschakeld.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-1

187FVdiagnr.: 04 PARKEERHULP

Diagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat

– CLIP + CAN-sonde

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Velsatis Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Auto: Velsatis Phase 2Betreffende functie: Parkeerhulp

Naam van de rekeneenheid: ParkeerhulpVdiagnr.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

Multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_PRELI

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-2

Vdiagnr.: 04

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema'

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

AAP x73 ph2 V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87FPARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-3

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

AAP x73 ph2 V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-4

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxidatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstandControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

AAP x73 ph2 V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-5

Vdiagnr.: 04

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading,– gebruik geschikt gereedschap,– raak de xenonlampen niet met de hand aan, werk niet aan het COSLAD-systeem als dit in werking is, de spanning

is 20000 V of hoger.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

U MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART INVULLEN BIJ IEDERE DIAGNOSE DIE U UITVOERT

AAP x73 ph2 V1.0

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Parkeerhulp

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1198 Geen geluidssignaal 1198 Permanent geluidssignaal 1198 Het systeem detecteert geen obstakel

Ander Uw toelichting:

Omstandigheden van de klacht

011 Bij contact aanzetten

005 rijdend 004 af en toe

009 Plotselinge storing 999 Bij het inschakelen van de achteruit

Ander Uw toelichting:

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 24Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Parkeerhulp

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer:

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer

Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 24Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

PARKEERHULPDiagnose - Werking van het systeem 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Werking van het systeem

Beschrijving van de werking

Het systeem bestaat uit vier sensors in de schildbumper achter, een rekeneenheid en een zoemer:Het systeem helpt de bestuurder bij het parkeren door te waarschuwen bij eventuele obstakels achter de auto.

– De sensors en de rekeneenheid berekenen de afstand tussen de auto en het obstakel. Het afstandsbereik van het systeem is tussen minimaal 20 à 30 cm tot maximaal 150 cm .

– De afstandsinformatie wordt aan de bestuurder doorgegeven door middel van een zoemer.– Het systeem is alleen actief als de achteruitversnelling is ingeschakeld. Deze activering wordt aangegeven door

een kort geluidssignaal van 0,5 secondes bij het inschakelen.

het akoestische signaal wordt actief als de auto zich op 150 cm van het obstakel bevindt. Naarmate de afstand kleiner wordt, volgen de geluidssignalen elkaar sneller op. Vanaf een afstand van 20 à 30 cm, moet het een continu geluidssignaal worden.– Het systeem kan alleen geactiveerd worden met + na contact.

UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM:

– Het parkeerhulpsysteem kan op twee manieren worden uitgeschakeld:– Tijdelijke uitschakeling: een korte druk (1 seconde) op de schakelaar van de parkeerhulp op het dashboard

schakelt het systeem uit (het rode lampje in de schakelaar licht op). De functie wordt opnieuw ingeschakeld door een tweede korte druk (het rode lampje in de schakelaar dooft) of door het uit- en weer aanzetten van het contact.

– Permanente uitschakeling: het parkeerhulpsysteem kan langduriger worden uitgeschakeld door een lange druk (ongeveer 3 secondes) op de schakelaar van de parkeerhulp op het dashboard (het rode lampje in de schakelaar licht op). De functie wordt opnieuw ingeschakeld uitsluitend door een tweede lange druk (het rode lampje in de schakelaar dooft).

Diagnose:Bij een storing in het systeem, hoort de bestuurder bij het aanzetten van het contact gedurende ongeveer 5 secondes een lage zoemtoon.

N.B.:Met behulp van de staten van het diagnoseapparaat, is de staat van de functie te zien (klaar, detecterend, tijdelijk of langdurig uitgeschakeld) door middel van de staat ET003 "Functie parkeerhulp" (zie de conformiteitscontrole of de betekenis van deze staat).

AAP x73 ph2 V1.0

87F-8

PARKEERHULPDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Aansl. Omschrijving

1 + 12 V na contact

2 + 12 V zoemer

3 Massa rekeneenheid

4 Informatie achteruit (+ 12 V)

5 Commando waarschuwingslampje

6 Massa van de zoemer

7 Informatie snelheid

8 Diagnoselijn "K"

9 + 12 V sensors achter

10 Massa van de sensors achter

11 Niet in gebruik

12 Informatie van de achteruitversnelling of van de uitschakeling van de functie door de schakelaar van de parkeerhulp

13 Signaal binnenste sensor rechts

14 Signaal binnenste sensor links

15 Signaal buitenste sensor links

16 Signaal buitenste sensor rechts

AAP x73 ph2 V1.0

87F-9

PARKEERHULPDiagnose - Vervangen van organen 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Vervangen van organen

VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID VAN DE PARKEERHULP

VOORDAT U EEN REKENEENHEID GAAT VERVANGEN MOET U BESLIST CONTACT OPNEMEN MET DE TECHNISCHE HELPDESK.

Ga bij het vervangen van de rekeneenheid als volgt te werk:– zet het contact uit,– vervang de rekeneenheid,– configureer de identificatie van de auto door middel van het commando CF005 "Identificatie van de auto" (zie

Configuratie en inlezen),– configureer het volume van de zoemer evenals de afstelling van de toon door middel van de commando's CF001

"Volume zoemer" en CF006 "Afstelling toon" (zie Configuratie en inlezen),– schrijf de reparatiedatum met behulp van het diagnoseapparaat door middel van het commando VP001 "Schrijven

datum laatste reparatie" ,– controleer de werking van het systeem en of er geen storingen zijn.

AAP x73 ph2 V1.0

87F-10

PARKEERHULPDiagnose - Configuratie en inlezen 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Configuratie en inlezen

CONFIGURATIE NA VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID

Na het vervangen van de rekeneenheid, moet de rekeneenheid van de parkeerhulp worden geconfigureerd zodat deze het type van de auto weet, door middel van de configuratie CF005 "Identificatie van de auto" (menu reparatie, configuratie van het diagnoseapparaat). Door deze configuratie past het detectieveld van de sensors zich aan het type van de carrosserie aan.Het type versnellingsbak van de auto (automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak) dient om het inschakelen van de parkeerhulp te vertragen. Het activeren van de parkeerhulp wordt immers aangegeven door een kort geluidssignaal van 0,5 secondes bij het inschakelen (achteruit versnelling ingeschakeld). De vertraging van 3 secondes voorkomt bij auto's met en automatische transmissie dat het inschakelgeluid telkens klinkt als de selecteurhendel van stand P in stand D wordt gezet.

Er kunnen acht types auto's worden aangegeven:– LAGUNA K74 automatische transmissie: Voor de Laguna K74 met een automatische transmissie.– LAGUNA K74 handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Laguna K74 met een handgeschakelde

versnellingsbak.– LAGUNA B74 automatische transmissie: Voor de Laguna B74 met een automatische transmissie– LAGUNA B74 handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Laguna B74 met een handgeschakelde

versnellingsbak.– VELSATIS automatische transmissie: Voor de Velsatis met een automatische transmissie.– VELSATIS handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Velsatis met een handgeschakelde

versnellingsbak.– ESPACE automatische transmissie: Voor de Espace met een automatische transmissie.– ESPACE handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Espace met een handgeschakelde

versnellingsbak.

Na het configureren van de rekeneenheid, controleert u of de configuratie verwerkt is door het lezen van de configuratie LC005 "Identificatie van de auto".

AFSTELMOGELIJKHEDEN

Op verzoek van de klant kan de toon van de zoemer gewijzigd worden.Met de configuratie CF001 "Volume zoemer" kan het volume van de zoemer worden geregeld.

Er zijn vijf keuzes mogelijk:– UITGESCHAKELD,– MINIMUM,– ZACHT,– MIDDEL,– LUID.

Met de configuratie CF006 "Regeling toon" kan de toon van de zoemer worden geregeld.Er zijn drie keuzes mogelijk:– 800 Hz,– 1000 Hz,– 2000 Hz (hoog).

Na het configureren van de rekeneenheid, controleert of deze configuraties goed verwerkt zijn door het lezen van de configuraties LC001 "Volume zoemer" en LC006 "Afstelling toon".

AAP x73 ph2 V1.0

87F-11

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Overzicht van de storingen

Overzicht van de sensors en actuators die controleerbaar zijn via de rekeneenheid van de parkeerhulp (met de overeenkomstige codes van de ontwerpafdeling).

Storing CodeBijbehorende

DTCOmschrijving in diagnoseapparaat

DF002 9001 Buitenste sensor links

DF003 9002 Binnenste sensor links

DF004 9004 Buitenste sensor rechts

DF005 9003 Binnenste sensor rechts

DF006 9006 Zoemer

DF007 9007 Voedingsspanning sensors

DF008 9005 Storing rekeneenheid

DF012 9010 Lampje schakelaar parkeerhulp

AAP x73 ph2 V1.0

87F-12

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de storingen

DF002 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR LINKSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 15 en aansl. 9 een weerstand van 215 kΩΩΩΩ ±±±± 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 15 en aansl. 10 een weerstand van 100 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor links los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Buitenste sensor links

Aansl. 9Aansl. 15Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF002

87F-13

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF003 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR LINKSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 14 en aansl. 9 een weerstand van 215 kΩΩΩΩ ±±±± 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 14 en aansl. 10 een weerstand van 100 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor links los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Binnenste sensor links

Aansl. 9Aansl. 14Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de binnenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF003

87F-14

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF004 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR RECHTSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 16 en aansl. 9 een weerstand van 215 kΩΩΩΩ ±±±± 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 16 en aansl. 10 een weerstand van 100 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor rechts los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Buitenste sensor rechts

Aansl. 9Aansl. 16Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor rechts.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF004

87F-15

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF005 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR RECHTSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 13 en aansl. 9 een weerstand van 215 kΩΩΩΩ ±±±± 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 13 en aansl. 10 een weerstand van 100 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor rechts los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Binnenste sensor rechts

Aansl. 9Aansl. 13Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de binnenste sensor rechts.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF005

87F-16

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF006 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

ZOEMERCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR)) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door het ontbreken van het geluidssignaal van 1 seconde dat normaal klinkt uit de zoemer bij het inschakelen van de achteruitversnelling.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstand van de rekeneenheid tussen aansl. 2 en 6.Als de gemeten waarde niet 314 Ω is of als er kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Meet de weerstand van de zoemer tussen aansl. 1 en 2.Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Als de storing aanhoudt, vervang de zoemer.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF006

87F-17

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF007 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

VOEDINGSSPANNING SENSORSCO.0 : onderbreking

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing verschijnt weer als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van de achteruitversnelling.

Bijzonderheden:De sensors krijgen rechtstreeks + 12 V voeding via de rekeneenheid.

16-polige stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp aangesloten en contact aan, meet de voeding van de sensors op de uitgang van de rekeneenheid. De spanning moet gelijk zijn aan de accuspanning (± 0,5 V), meet tussen aansl. 9 (+ 12 V) en aansl. 10 (massa).Als er geen + 12 V voeding is tussen de bovengenoemde aansluitingen, bouw de schildbumper achter uit om bij de sensors te kunnen komen.

Zet het contact uit en maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp Sensors

Aansl. 9Aansl. 10

Aansl. 1 van de vier sensorsAansl. 3 van de vier sensors

Herstellen indien nodig.

Als de voedingslijnen van de sensors goed zijn (geen kortsluiting), sluit de stekker van de rekeneenheid en de vier stekkers van de sensors weer aan.Zet het contact aan en maak de sensors één voor één los om te controleren of een van de sensors geen daling van de voedingsspanning veroorzaakt. Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF007

87F-18

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF008 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

STORING REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing2.DEF : Interne elektronische storing.3.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing verschijnt weer als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van de achteruitversnelling.

Bijzonderheden:Als de storing aanwezig is met het kenmerk 1.DEF of 2.DEF, werkt het systeem in het noodprogramma (met gebruik van vervangende waarden).Als de storing aanwezig is met het kenmerk 3.DEF, en als de zoemer geen geluid geeft bij het inschakelen van de achteruitversnelling: neem contact op met de technische helpdesk.

1.DEF2.DEF

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Als na de uitvoering van het advies, de storing opnieuw aanwezig is, zet het contact uit en maak de voedingszekering van de rekeneenheid van de parkeerhulp los (zie het schema van de auto).Sluit de zekering weer aan, zet het contact aan en lees de storingen uit.

Als de storing terugkomt, controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp (geen beschadiging van de aansluitingen).Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker los van de rekeneenheid van de parkeerhulp en controleer de voedingen en de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. 1 + na contactAansl. 3 massa

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF008

87F-19

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF008VERVOLG

3.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0

87F-20

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87FVdiagnr.: 04

DF012 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

LAMPJE SCHAKELAAR PARKEERHULPCC.0 : kortsluiting aan massa of onderbrekingCO.1 : onderbreking of kortsluiting aan + 12 volt

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruit en een druk op de schakelaar van het uitschakelen van de parkeerhulp.

Bouw de schakelaar van de parkeerhulp uit een controleer de aansluiting en de staat van de stekker ervan.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B3 van de stekker van de toets van de parkeerhulp.Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Stekker van de toets van de parkeerhulp Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. B2 Aansl. 5

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de schakelaar van de parkeerhulp.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_DF012

87F-21

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Conformiteitscontrole

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Volgor-de

FunctieParameter of Staat

controle of actieAfleespaneel en

opmerkingenDiagnose

1Staat van het par-keerhulpsysteem

ET003:Functie

parkeerhulp

KLAAR (systeem werkt en klaar om te detecteren).

Voor meer informatie of bij een probleem: raadpleeg de

betekenis van de staat: ET003.

DETECTEREND (als het systeem detecteert).

OPGESCHORT (als het systeem tijdelijk is

uitgeschakeld).

UITGESCHAKELD (als het systeem compleet is

uitgeschakeld).

2Schakelaar

uitschakelen van de parkeerhulp

ET004:Schakelaar parkeerhulp

DRUK GEDETECTEERD als de schakelaar is ingedrukt,

LOS in het tegenovergestelde geval.

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de staat ET004.

3 Voedingen

PR006:Voedingsspanning

sensors10,5 V < X < 14,4 V

Voer indien nodig de diagnose uit van storing DF007 "Voedingsspanning

sensors".

PR020:Voedingsspanning

van de rekeneenheid

10,5 V < X < 14,4 V

Bij problemen met deze parameter: controleer de

isolatie, de geleiding en het ontbrekenvan

overgangsweerstanden van de voedingen en de massa van

de rekeneenheid (zie elektrische schema). Als de storing aanhoudt: voer een

diagnose uit van het laadstroomcircuit.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_CCONF

87F-22

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87FVdiagnr.: 04

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Volgor-de

FunctieParameter of Staat

controle of actieAfleespaneel en

opmerkingenDiagnose

4 Selectie achteruit ET001:Achteruit

ingeschakeldJA of NEE

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de staat ET001.

5Commando van

de zoemerET002:

Commando zoemer

ACTIEF als de zoemer een signaal geeft.INACTIEF in het

tegenovergestelde geval

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de staat ET002.

6 Detectiesensors

PR001:Afstand buitenste

sensor links

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR001.

PR002:Afstand binnenste

sensor links

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR002.

PR003:Afstand buitenste

sensor rechts

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een storing: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR003.

PR004:Afstand binnenste

sensor rechts

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR004.

PR005:Kortste berekende

afstand

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR005.

AAP x73 ph2 V1.0

87F-23

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de staten 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET001 Achteruit ingeschakeld

ET002 Commando zoemer

ET003 Functie parkeerhulp

ET004 Schakelaar parkeerhulp

AAP x73 ph2 V1.0

87F-24

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de staten

ET001

ACHTERUIT INGESCHAKELD

ADVIEZENBijzonderheden:Voer de controles alleen uit als de staten "JA" en "NEE" niet overeenkomen met de stand van de versnellingshendel.

Controleer de werking van de achteruitrijlichten: deze branden als de achteruitversnelling is ingeschakeld en niet in het tegenovergestelde geval.

Als de achteruitrijlichten niet werken zoals aangegeven:Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie (ten opzichte van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Stekker van de achterlichten

Aansl. 4 Aansl. 3

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ET001

87F-25

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

ET002

COMMANDO ZOEMER

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

ET002blijft INACTIEF

ET002ACTIEF maar

geen geluid van de zoemer

Controleer of het systeem van de parkeerhulp ingeschakeld is door de staat ET003 "Functie parkeerhulp" (waarschuwingslampje van de schakelaar parkeerhulp gedoofd).Als de staat het kenmerk opgeschort of gedeactiveerd aangeeft, schakel het systeem dan weer in met een druk van 1 of 3 secondes, raadpleeg de betekenis van de staat ET003.

Controleer of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de auto waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto" Velsatis, Espace Automatische transmissie of Handgeschakelde versnellingsbak).Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer, met de auto bij een obstakel (tussen 20 en 150 cm), of de gemeten afstand overeenkomt met die op het diagnoseapparaat (PR001 t/m PR004).Als de afstand niet overeenkomt of als de parameters van de afstand 255 cm blijven, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Controleer of het volume van de zoemer niet op nul is ingesteld LC001: NUL).Als het geconfigureerde volume "NUL" is, herconfigureer dan de rekeneenheid via het commando CF001 "Volume zoemer". Kies het door de klant gewenste volumeniveau (minimum, zacht, gemiddeld, luid).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 1Aansl. 2

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Controleer de weerstand van de zoemer, meet tussen de twee aansluitingen ervan.Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Als de storing aanhoudt, vervang de zoemer.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

87F-26

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ET002

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

ET003

FUNCTIE PARKEERHULP

ADVIEZENBijzonderheden:Als het systeem van de parkeerhulp is kort of langdurig is uitgeschakeld, brandt het controlelampje van de toets van de parkeerhulp.

Deze staat geeft aan of het systeem van de parkeerhulp actief is of niet:

ET003: KLAAR Deze informatie geeft aan dat bij het inschakelen van de achteruitversnelling het systeem van de parkeerhulp de obstakels detecteert en de zoemer klinkt (het controlelampje van de toets van de parkeerhulp is uit).

ET003: DETECTEREND Deze informatie verschijnt als de achteruitversnelling is ingeschakeld en geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp een obstakel detecteert.

ET003: OPGESCHORT Deze informatie geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp inactief is (geen detectie mogelijk). Deze opschorting van het systeem is tijdelijk want het systeem van de parkeerhulp wordt weer actief na het onderbreken en weer inschakelen van de + na contact. Om het systeem handmatig op te schorten of weer in te schakelen, geeft u een korte druk (1 s) op de toets van de parkeerhulp.

ET003: UITGESCHAKELD Deze informatie geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp inactief is (geen detectie mogelijk). Deze opschorting van het systeem is permanent (het systeem van de parkeerhulp wordt niet actief na het onderbreken en weer inschakelen van de + na contact). Om het systeem handmatig te uit- of weer in te schakelen, geeft u een lange druk (3 s) op de toets van de parkeerhulp.

Als de staat niet werkt zoals aangegeven, controleer de massa op aansl. A2 van de toets van de parkeerhulp. Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ET003

87F-27

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

ET003VERVOLG

Contact uit, maak de stekker los van de toets van de parkeerhulp en controleer de isolatie (ten opzichte van massa en van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de toets van de parkeerhulp Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. B1 Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

Als de hiervoor gecontroleerde verbinding goed is (geen onderbreking en geen kortsluiting), als de massa aanwezig is op aansl. A2 van de toets maar de storing aanhoudt, controleer dan de werking van de toets met behulp van een ohmmeter.Toets niet ingedrukt: isolatie tussen aansl. A2 en B1.Toets ingedrukt: geleiding tussen aansl. A2 en B1.Vervang de toets van de parkeerhulp als deze niet werkt zoals is aangegeven.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP x73 ph2 V1.0

87F-28

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

ET004

FUNCTIE PARKEERHULP

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Pas de betekenis van deze staat uitsluitend toe als de stand van de knop van de parkeerhulp niet overeenkomt met de informatie van de staat (''Druk gedetecteerd'' of ''Los'').Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Contact uit, maak de stekker los van de toets van de parkeerhulp en controleer de isolatie (ten opzichte van massa en van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de toets van de parkeerhulp Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. B1 Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

Als de hiervoor gecontroleerde verbinding goed is (geen onderbreking en geen kortsluiting), als de massa aanwezig is op aansl. A2 van de toets maar de storing aanhoudt, controleer dan de werking van de toets met behulp van een ohmmeter.Toets niet ingedrukt: isolatie tussen aansl. A2 en B1.Toets ingedrukt: geleiding tussen aansl. A2 en B1.Vervang de toets van de parkeerhulp als deze niet werkt zoals is aangegeven.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ET004

87F-29

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de parameters 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameters gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Afstand buitenste sensor links

PR002 Afstand binnenste sensor links

PR003 Afstand buitenste sensor rechts

PR004 Afstand binnenste sensor rechts

PR005 Kortste berekende afstand

PR006 Voedingsspanning sensors

PR020 Voedingsspanning van de rekeneenheid

AAP x73 ph2 V1.0

87F-30

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de parameters

PR001PR002PR003PR004

AFSTAND BUITENSTE SENSOR LINKSAFSTAND BINNENSTE SENSOR LINKSAFSTAND BUITENSTE SENSOR RECHTSAFSTAND BINNENSTE SENSOR RECHTS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem met deze parameters zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper achter dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto", Velsatis, Espace automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak).Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer, met de auto bij een obstakel (tussen 20 en 150 cm), of de gemeten afstand overeenkomt met die op het diagnoseapparaat (PR001 t/m PR004).Als de afstand niet goed is of als de parameters van de afstand 255 cm blijven, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de afstand die de sensors aangeven niet goed is of als de afstand permanent 255 cm is, controleer de staat van de sensor(s). De sensors mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_PR001/AAP_V04_PR002/AAP_V04_PR003/AAP_V04_PR004

87F-31

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87FVdiagnr.: 04

PR005

KORTSTE BEREKENDE AFSTAND

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem van deze parameter zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper achter dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.Deze parameter is de gemiddelde door de rekeneenheid berekende waarde als een obstakel zich tussen twee sensors bevindt.Onder 30 cm is de berekende waarde 0 cm (kritieke detectiezone met continu geluidssignaal).

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd ten opzichte van het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto": Velsatis, Espace automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak). Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer met een obstakel (tussen 0 en 150 cm) achter de auto, of de berekende afstand goed lijkt.Als de afstand niet goed is of als de parameter 255 cm blijft, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de berekende afstand nog steeds niet goed is of als permanent 255 cm wordt aangegeven, controleer de staat van de sensors, deze mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_PR005

87F-32

PARKEERHULPDiagnose - Klachten 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Klachten

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID ZOEKSCHEMA 1

GEEN GELUIDSSIGNAAL ZOEKSCHEMA 2

PERMANENT GELUIDSSIGNAAL (ZONDER DETECTIE VAN EEN OBSTAKEL)

ZOEKSCHEMA 3

AAP x73 ph2 V1.0

87F-33

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87FVdiagnr.: 04

Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 Geen communicatie met de rekeneenheid

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.

Controleer:– De verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel).– de zekeringen van het inspuitsysteem, in interieur en motorruimte.

Controleer de + 12 V accu op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 5 en op aansl. 4 van de diagnoseaansluiting.Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. 1 + voor contact (zie schema van de auto)Aansl. 3 MassaAansl. 8 aansl. 7 van de diagnoseaansluiting (lijn K)

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ALP1

87F-34

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87FVdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 2 Geen geluidssignaal

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of het systeem van de parkeerhulp wel actief is.De staat ET003 "Functie parkeerhulp" moet "KLAAR" zijn (en het rode controlelampje van de schakelaar van de parkeerhulp moet uit zijn).

Is de staat ET003 "KLAAR"?

JA

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of de achteruitversnelling wel is ingeschakeld. De staat ET001 "achteruitversnelling ingeschakeld" moet "JA" zijn. Controleer ook of de achteruitrijlichten branden als de achteruitversnelling is ingeschakeld.

Is de staat ET001 "JA"?

JA

Controleer, met behulp van het scherm voor het aflezen van de configuratie van het diagnoseapparaat, of het volume van de zoemer niet is uitgeschakeld (LC001 "Volume zoemer" mag niet "NUL" zijn).

Is LC001 "NUL"?

NEE

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

NEE

Activeer het systeem van de parkeerhulp door 1 of 3 secondes te drukken op de schakelaar (het rode controlelampje moet doven).N.B.: Voor meer informatie over het activeren van het systeem, raadpleegt u de betekenis van de staat ET003.

NEERaadpleeg de betekenis van de staat ET001.

JA

Herconfigureer het volume van de zoemer met behulp van het diagnoseapparaat (commando CF001 "Volume zoemer").

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ALP2

87F-35

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

ZOEKSCHEMA 2 VERVOLG

Controleer met behulp van het scherm van de parameters van het diagnoseapparaat (PR001, PR002, PR003, PR004), of de detectiesensors wel de obstakels detecteren (tussen 20 en 150 cm).

Geven de genoemde parameters afstanden aan (met een obstakel achter de schildbumper achter)?

JA

Zet een obstakel achter de schildbumper achter om de afstand te zien op het diagnoseapparaat. Controleer of de zoemer correct voeding heeft tijdens de detectie, meet tussen aansl. 1 en aansl. 2 van de zoemer.

Heeft de zoemer voeding tijdens deze test?

JA

Controleer de weerstand van de zoemer, meet tussen de twee aansluitingen ervan. Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Is de storing nog aanwezig?

JA

Vervang de zoemer.

Vdiagnr.: 04

NEERaadpleeg de betekenis van de parameters (PR001, PR002, PR003, PR004).

NEE

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp

Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

NEE JA

neem contact op met de technische helpdesk

NEE

Einde van de diagnose

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP x73 ph2 V1.0

87F-36

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87FVdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 3 Permanent geluidssignaal (zonder detectie van een obstakel)

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp

Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 1Aansl. 2

N.B.: De lijn die afkomstig is van aansl. 2 van de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van + 12 V en de lijn die afkomstig is van aansl. 6 van de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van massa. Herstellen indien nodig (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

JA

Controleer, zonder obstakel achter de schildbumper achter (op minder dan 150 cm), of de parameters van de afstand van het diagnoseapparaat de waarde "buiten detectie" van 255 cm (PR001, PR002, PR003, PR004) hebben. Als genoemde parameters een afstand aangeven terwijl er geen het obstakel achter de schildbumper achter is, controleer dan of niets de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).Herstellen indien nodig.

Einde van de diagnose

NEE EINDE VAN DE DIAGNOSE

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP x73 ph2 V1.0AAP_V04_ALP3

87F-37

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87FVdiagnr.: 08 187FPARKEERHULPDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP + CAN-sonde

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Vel Satis Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model: Vel Satis Phase 2Betreffende functie: Parkeerhulp

Naam van de rekeneenheid: ParkeerhulpVdiagnr.: 08

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

AAP_V08_PRELI AAPX73 ph2V1.0

87F-1

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-2

Vdiagnr.: 08

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema'

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-3

Vdiagnr.: 08

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-4

Vdiagnr.: 08

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-5

Vdiagnr.: 08

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading, – gebruik geschikt gereedschap, – raak de xenonlampen niet met de hand aan, werk niet aan het COSLAD-systeem als dit in werking is, de spanning

is 20000 V of hoger.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

AAPX73 ph2V1.0

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Parkeerhulp

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1198 Geen geluidssignaal 1173 Permanent geluidssignaal 1172 Het systeem detecteert geen obstakel

Ander Uw toelichting:

Omstandigheden van de klacht

011 Bij contact aanzetten

005 rijdend 004 af en toe

009 plotselinge storing 999 Bij het inschakelen van de achteruit

Ander Uw toelichting:

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en/of nummer:

FD 24Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Parkeerhulp

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 24Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

PARKEERHULPDiagnose - Werking van het systeem 87FVdiagnr.: 08

Diagnose - Werking van het systeem

BESCHRIJVING VAN DE WERKING

Het systeem bestaat uit vier in de schildbumper achter geïntegreerde sensors, plus vier in de schildbumper voor geïntegreerde sensors, uit een rekeneenheid, een zoemer achter en een zoemer voor.Het systeem helpt de bestuurder bij het parkeren door te waarschuwen bij eventuele obstakels voor en achter de auto.

– De sensors en de rekeneenheid berekenen de afstand tussen de auto en het obstakel. Het afstandsbereik van het systeem is tussen minimaal 20 à 30 cm tot maximaal 150 cm.

– De afstandsinformatie wordt aan de bestuurder doorgegeven door middel van de zoemers.

– Het systeem achter is alleen actief als de achteruitversnelling is ingeschakeld. Deze activering wordt aangegeven door een kort geluidssignaal van 0,5 secondes bij het inschakelen.

– Het akoestische signaal achter wordt actief als de auto zich op 150 cm van het obstakel bevindt. Naarmate de afstand kleiner wordt, volgen de geluidssignalen elkaar sneller op. Vanaf een afstand van 20 à 30 cm, moet het een continu geluidssignaal worden.

– Het systeem voor wordt alleen geactiveerd als de auto minstens 20 km/u rijdt.

– Het geluidssignaal voor wordt ingeschakeld als de auto zich op 60 cm van het obstakel bevindt (90 cm als de achteruit van tevoren ingeschakeld was). Naarmate de afstand kleiner wordt, volgen de geluidssignalen elkaar sneller op. Vanaf een afstand van 20 à 30 cm, moet het een continu geluidssignaal worden.

– Het systeem kan alleen geactiveerd worden met + na contact.

UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM:

– Het parkeerhulpsysteem kan op twee manieren worden uitgeschakeld:– Tijdelijke uitschakeling: een korte druk (1 seconde) op de schakelaar van de parkeerhulp op het dashboard

schakelt het systeem uit (het rode lampje in de schakelaar licht op). De functie wordt opnieuw ingeschakeld door een tweede korte druk (het rode lampje in de schakelaar dooft) of door het uit- en weer aanzetten van het contact.

– Permanente uitschakeling: het parkeerhulpsysteem kan langduriger worden uitgeschakeld door een lange druk (ongeveer 3 secondes) op de schakelaar van de parkeerhulp op het dashboard (het rode lampje in de schakelaar licht op). De functie wordt opnieuw ingeschakeld uitsluitend door een tweede lange druk (het rode lampje in de schakelaar dooft).

Diagnose:Bij een storing in het systeem, hoort de bestuurder bij het aanzetten van het contact gedurende ongeveer 5 secondes een lage zoemtoon.

N.B.:Met behulp van de staten van het diagnoseapparaat, is de staat van de functie te zien (klaar, detecterend, tijdelijk of langdurig uitgeschakeld) door middel van de staat ET003 "Functie parkeerhulp" (zie de conformiteitscontrole of de betekenis van deze staat).

AAPX73 ph2V1.0

87F-8

PARKEERHULPDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 87F

87F-9

Vdiagnr.: 08 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Aansl. Omschrijving

Gele 16-polige stekker

1 + 12 V na contact

2 + 12 V zoemers voor en achter

3 Massa rekeneenheid

4 Informatie achteruit (+ 12 V)

5 Commando waarschuwingslampje

6 Massa van de zoemer achter

7 Signaal snelheid

8 Diagnoselijn "K"

9 + 12 V sensors achter

10 Massa van de sensors achter

11 Niet in gebruik

12 Informatie achteruit of onderbreken van de functie

13 Signaal binnenste sensor rechts achter

14 Signaal binnenste sensor links achter

15 Signaal buitenste sensor links achter

16 Signaal buitenste sensor rechts achter

12-polige beige stekker

1 CAN L

2 Signaal binnenste sensor rechts voor

3 Signaal binnenste sensor links voor

4 Signaal buitenste sensor rechts voor

5 Signaal buitenste sensor links voor

6 Niet in gebruik

7 Massa van de sensors voor

8 CAN H

9 Niet in gebruik

10 Niet in gebruik

11 Massa van de zoemer voor

12 + 12 V sensors voor

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Vervangen van organen 87F

87F-10

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Vervangen van organen

Vervangen van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Ga bij het vervangen van de rekeneenheid als volgt te werk:

– zet het contact uit,– vervang de rekeneenheid,– configureer de identificatie van de auto door middel van het commando CF005 "Identificatie van de auto" (zie

Configuratie en inlezen),– configureer het volume van de zoemer evenals de regeling van de toon door commando's CF001 ''Volume

zoemer", CF006 ''Toonregeling ", CF007 ''Volume zoemer voor" en CF009 ''Toonregeling voor'' (zie Configuratie en inlezen),

– schrijf de reparatiedatum met behulp van het diagnoseapparaat door middel van het commando VP004 "Schrijven datum laatste reparatie",

– schrijf het VIN met behulp van het diagnoseapparaat door middel van het commando VP001 "Schrijven van het VIN".

– controleer de werking van het systeem en of er geen storingen zijn.

VOORDAT U EEN REKENEENHEID GAAT VERVANGEN MOET U BESLIST CONTACT OPNEMEN MET DE TECHNISCHE HELPDESK.

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Configuratie en inlezen 87F

87F-11

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Configuratie en inlezen

CONFIGURATIES NA VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID

Na het vervangen van de rekeneenheid, moet de rekeneenheid van de parkeerhulp worden geconfigureerd zodat deze het type van de auto weet, door middel van de configuratie CF005 "Identificatie van de auto" (menu reparatie, configuratie van het diagnoseapparaat). door deze configuratie past het detectieveld van de sensors zich aan het type van de carrosserie aan.Het type versnellingsbak van de auto (automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak) dient om het inschakelen van de parkeerhulp te vertragen. Het activeren van de parkeerhulp wordt immers aangegeven door een kort geluidssignaal van 0,5 secondes bij het inschakelen (achteruit versnelling ingeschakeld). De vertraging van 3 secondes voorkomt bij auto's met en automatische transmissie dat het inschakelgeluid telkens klinkt als de selecteurhendel van stand P in stand D wordt gezet.

Na het configureren van de rekeneenheid, controleert u of de configuratie verwerkt is door het lezen van de configuratie LC005 "Identificatie van de auto".

AFSTELMOGELIJKHEDEN

Op verzoek van de klant kan de toon van de zoemer gewijzigd worden.– Met de configuratie CF001 "Volume zoemer" kan het volume van de zoemer achter worden geregeld.– Met de configuratie CF007 "Volume zoemer voor" kan het volume van de zoemer voor worden geregeld.– Met de configuratie CF006 "Toonregeling" kan de toon van de zoemer achter worden geregeld.– Met de configuratie CF009 "Toonregeling voor" kan de toon van de zoemer voor worden geregeld.

Na het configureren van de rekeneenheid, moet de juiste configuratie worden gecontroleerd, door middel van het lezen van de configuraties LC001 "Volume zoemer", LC006 "Toonregeling ", LC007"Volume zoemer voor" en LC009 "Toonregeling voor".

ConfiguratieLezen van de configuratie Naam van de configuratie Keuze van de configuratie

CF001 LC001 Volume zoemer

NulMiniWeinigMiddelLuidMaximum

CF005 LC005 Identificatie van de auto

Vel Satis automatische transmissie Vel Satis handgeschakelde versnellingsbakESPACE automatische transmissieESPACE handgeschakelde versnellingsbak

CF006 LC006 Toonregeling800 Hz1000 Hz2000 Hz

CF007 LC007 Volume zoemer voor

NulMiniWeinigMiddelLuidMaximum

CF009 LC009 Toonregeling voor800 Hz1000 Hz2000 Hz

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Configuratie en inlezen 87FVdiagnr.: 08

Procedure voor het wijzigen van deze configuraties: Open de communicatie met de rekeneenheid. Selecteer het menu "reparatie". Selecteer het menu "schrijven van de configuratie". Selecteer de regel van de te wijzigen configuratie. Kies in het afrolmenu de regel die overeenkomt met de auto of met de keuzes van de klant. Klik op "bevestigen". Verlaat het diagnoseprogramma (onderbreken van de communicatie met de rekeneenheid zonder het

diagnoseapparaat uit te zetten), zet het contact 5 secondes uit en daarna weer aan. Open de communicatie met de rekeneenheid. Controleer in het menu "lezen configuratie" of de configuratie goed is uitgevoerd.

AAPX73 ph2V1.0

87F-12

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen

Diagnose - Configuratie en inlezen87F

87F-13

Vdiagnr.: 08 Diagnose - Overzicht van de storingen

Overzicht van de sensors en actuators die controleerbaar zijn via de rekeneenheid van de parkeerhulp (met de overeenkomstige codes van de ontwerpafdeling).

Storing Code Bijbehorende DTC Omschrijving in diagnoseapparaat

DF002 9001 Buitenste sensor links

DF003 9002 Binnenste sensor links

DF004 9004 Buitenste sensor rechts

DF005 9003 Binnenste sensor rechts

DF006 9006 Zoemer

DF008 9005 Storing rekeneenheid

DF012 9010 Lampje schakelaar parkeerhulp

DF013 900A Buitenste sensor links voor

DF014 900B Binnenste sensor links voor

DF015 900C Binnenste sensor rechts voor

DF016 900D Buitenste sensor rechts voor

DF017 900E Zoemer voor

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-14

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Betekenis van de storingen

DF002 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR LINKSCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 15 en aansl. 9 een weerstand van 215 ± Ω 10 kΩ.– Tussen aansl. 15 en aansl. 10 een weerstand van 100 ± Ω 5 kΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor links los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩ ± 5 kΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 9Aansl. 15Aansl. 10

Buitenste sensor linksAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF002 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-15

Vdiagnr.: 08

DF003 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR LINKSCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 14 en aansl. 9 een weerstand van 215 ± Ω 10 kΩ.– Tussen aansl. 14 en aansl. 10 een weerstand van 100 ± Ω 5 kΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor links los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩ ± 5 kΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 9Aansl. 14Aansl. 10

Binnenste sensor linksAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de binnenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF003 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-16

Vdiagnr.: 08

DF004 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR RECHTSCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 16 en aansl. 9 een weerstand van 215 ± Ω 10 kΩ.– Tussen aansl. 16 en aansl. 10 een weerstand van 100 ± Ω 5 kΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor rechts los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩ ± 5 kΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 9Aansl. 16Aansl. 10

Buitenste sensor rechtsAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor rechts.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF004 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-17

Vdiagnr.: 08

DF005 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR RECHTSCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 13 en aansl. 9 een weerstand van 215 ± Ω 10 kΩ.– Tussen aansl. 13 en aansl. 10 een weerstand van 100 ± Ω 5 kΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor rechts los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩ ± 5 kΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 9Aansl. 13Aansl. 10

Binnenste sensor rechtsAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de binnenste sensor rechts.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF005 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-18

Vdiagnr.: 08

DF006 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

zoemerCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door het ontbreken van het geluidssignaal van 1 seconde dat normaal klinkt uit de zoemer bij het inschakelen van de achteruitversnelling.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstand van de rekeneenheid tussen aansl. 2 en 6.Als de gemeten waarde niet 314 Ω ±±±± 10 % is of als er kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 2Aansl. 6

ZoemerAansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Meet de weerstand van de zoemer tussen aansl. 1 en 2.Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Als de storing aanhoudt, vervang de zoemer.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF006 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-19

Vdiagnr.: 08

DF008 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

STORING REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing2.DEF : Onsamenhangende snelheidssignalen3.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing verschijnt weer als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van de achteruitversnelling.

Bijzonderheden:Als de storing aanwezig is met het kenmerk 1.DEF of 2.DEF, werkt het systeem in het noodprogramma (met gebruik van vervangende waarden).Als de storing aanwezig is met het kenmerk 3.DEF, en als de zoemer geen geluid geeft bij het inschakelen van de achteruitversnelling: neem contact op met de technische helpdesk.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Als na de uitvoering van het advies, de storing opnieuw aanwezig is, zet het contact uit en maak de voedingszekering van de rekeneenheid van de parkeerhulp los (zie het schema van de auto).Sluit de zekering weer aan, zet het contact aan en lees de storingen uit.

Als de storing terugkomt, controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp (geen beschadiging van de aansluitingen).Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker los van de rekeneenheid van de parkeerhulp en controleer de voedingen en de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 1Aansl. 3

+ Na contactmassa

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Voer een complete diagnose uit van het ABS met behulp van het diagnoseapparaat.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF008 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-20

Vdiagnr.: 08

DF012 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

LAMPJE SCHAKELAAR PARKEERHULPCC.0 : kortsluiting aan massaCC.1 : kortsluiting aan + 12 volt

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruit en een druk op de schakelaar van het uitschakelen van de parkeerhulp.

Bouw de schakelaar van de parkeerhulp uit een controleer de aansluiting en de staat van de stekker ervan.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B3 van de stekker van de toets van de parkeerhulp.Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de toets van de parkeerhulpAansl. B2

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp aansl. 5

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de schakelaar van de parkeerhulp.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF0012 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-21

Vdiagnr.: 08

DF013AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR LINKS VOORCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard als het parkeerhulpsysteem ACTIEF is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 12 en aansl. 5 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 5 en aansl. 7 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper voor uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor links voor los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 12Aansl. 5Aansl. 7

Buitenste sensor linksAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF013 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-22

Vdiagnr.: 08

DF014AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR LINKS VOORCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 12 en aansl. 4 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 4 en aansl. 7 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper voor uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor links voor los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 12Aansl. 4Aansl. 7

Buitenste sensor linksAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF014 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-23

Vdiagnr.: 08

DF015AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

SENSOR VOOR BINNEN RECHTSCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 12 en aansl. 2 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 2 en aansl. 7 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper voor uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor links voor los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 12Aansl. 2Aansl. 7

Buitenste sensor linksAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF015 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-24

Vdiagnr.: 08

DF016AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR LINKS VOORCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:

– Tussen aansl. 12 en aansl. 3 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 3 en aansl. 7 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.

Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper voor uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor links voor los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 12Aansl. 3Aansl. 7

Buitenste sensor linksAansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF016 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de storingen 87F

87F-25

Vdiagnr.: 08

DF017AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

Zoemer voorCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard als het parkeerhulpsysteem ACTIEF) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Zet het contact uit en maak de 12-polige en de 16-polige stekkers van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstand van de rekeneenheid tussen aansl. 2 van de 16-polige stekker en aansl. 11 van de 12-polige stekker.Als de gemeten waarde niet 314 ΩΩΩΩ ±±±± 10 % is of als er kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer voor.Vervang de stekker indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 2 van de 16-polige stekkerAansl. 11 van de 12-polige stekker

Zoemer voorAansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Meet de weerstand van de zoemer voor tussen aansl. 1 en 2.Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Als de storing aanhoudt, vervang de zoemer.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer de conformiteitscontrole uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP_V08_DF017 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87F

87F-26

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Conformiteitscontrole

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Staat van het parkeerhulpsy

steemET003:

Functie parkeerhulp

KLAAR (systeem in werking en klaar voor detectie).

Voor meer informatie of bij een probleem:

raadpleeg de betekenis van de staat: ET003.

OPGESCHORT (als het systeem tijdelijk is

uitgeschakeld).

UITGESCHAKELD (als het systeem compleet is

uitgeschakeld).

2 Voedingen

PR006:Voedings-spanning sensors

10,5 V < X < 14,4 V

Bij problemen met deze parameter: controleer de isolatie, de geleiding en

het ontbrekenvan overgangsweerstanden van de voedingen en de

massa van de sensor (zie elektrische schema).

PR020:

Voedings-spanning

van de reke-neenheid

10,5 V < X < 14,4 V

Bij problemen met deze parameter: controleer de isolatie, de geleiding en

het ontbrekenvan overgangsweerstanden van de voedingen en de

massa van de rekeneenheid (zie

elektrische schema). Als de storing aanhoudt:

voer een diagnose uit van het

laadstroomcircuit.

3Selectie achteruit

ET001:Achteruit in-geschakeld

JANEE

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de staat ET001.

4Commando

van de zoemerET002:

Commando zoemer

ACTIEF als de zoemer een signaal geeft.

INACTIEF in het tegenovergestelde geval

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de staat ET002.

AAP_V08_CCONF AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87F

87F-27

Vdiagnr.: 08

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diagnose

5Detectieafstand

trekhaakPR026:

Afstand trekhaak

Min: 5 cmMax: 15 cm

(zone waarin de binnenste sensors achter niet de

aanwezigheid van een trekhaak detecteren)

6

Vertraging van de

uitschakeling indien

V = 0 km/u

PR027:Vertraging

voor uitschakeling

Schakelt de detectie uit na 5 secondes als het systeem

hetzelfde obstakel op dezelfde afstand detecteert

7Maximale

snelheid voor de detectie

PR028:Maximum

limiet0 km/u < Snelheid < 50 km/u

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87F

87F-28

Vdiagnr.: 08

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

8Detectie-sensors

PR001:Afstand

buitenste sensor links

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR001.

PR002:Afstand

binnenste sensor links

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR002.

PR003:Afstand

buitenste sensor rechts

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een storing: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR003.

PR004:Afstand

binnenste sensor rechts

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR004.

PR005:Kortste

berekende afstand

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR005.

PR021:

Afstand buitenste

sensor links voor

20 cm < X < 90 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR021.

PR022:

Afstand binnenste

sensor links voor

20 cm < X < 90 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR022.

PR023:

Afstand binnenste

sensor rechts voor

20 cm < X < 90 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR023.

PR024:

Afstand buitenste

sensor rechts voor

20 cm < X < 90 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR024.

PR025:Kortste

berekende afstand voor

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de afstand

van het obstakel (detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR025.

APX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de staten 87F

87F-29

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET001 Achteruit ingeschakeld

ET003 Functie parkeerhulp

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87F

87F-30

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Betekenis van de staten

ET001

ACHTERUIT INGESCHAKELD

ADVIEZENBijzonderheden:Voer de controles alleen uit als de staten ''JA'' en ''NEE'' niet overeenkomen met de stand van de versnellingshendel.

Controleer de werking van de achteruitrijlichten: deze branden als de achteruitversnelling is ingeschakeld en niet in het tegenovergestelde geval.

Als de achteruitrijlichten niet werken zoals aangegeven:Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie (ten opzichte van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 4

Stekker van de achterlichtenAansl. 3

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP_V08_ET001 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87F

87F-31

Vdiagnr.: 08

ET003

Functie parkeerhulp

ADVIEZENBijzonderheden:Als het systeem van de parkeerhulp is kort of langdurig is uitgeschakeld, brandt het controlelampje van de toets van de parkeerhulp.

Deze staat geeft aan of het systeem van de parkeerhulp actief is of niet:

ET003KLAAR

Deze informatie geeft aan dat bij het inschakelen van de achteruitversnelling het systeem van de parkeerhulp de obstakels detecteert en de zoemer klinkt (het controlelampje van de toets van de parkeerhulp is uit).

ET003OPGESCHORT

Deze informatie geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp inactief is (geen detectie mogelijk). Deze opschorting van het systeem is tijdelijk want het systeem van de parkeerhulp wordt weer actief na het onderbreken en weer inschakelen van de + na contact. Om het systeem handmatig op te schorten of weer in te schakelen, geeft u een korte druk (1 s) op de toets parkeerhulp.

ET003GEDEACTI-

VEERD

Deze informatie geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp inactief is (geen detectie mogelijk). Deze opschorting van het systeem is permanent (het systeem van de parkeerhulp wordt niet actief na het onderbreken en weer inschakelen van de + na contact). O het systeem handmatig te deactiveren of weer in te schakelen, geeft u een lange druk (3 s) op de toets parkeerhulp.

Als de staat niet werkt zoals aangegeven, controleer de massa op aansl. A2 van de toets van de parkeerhulp. Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker los van de toets van de parkeerhulp en controleer de isolatie (ten opzichte van massa en van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de toets van de parkeerhulpAansl. B1

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulpAansl. 12

Herstellen indien nodig

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP_V08_ET003 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87F

87F-32

Vdiagnr.: 08

ET003

VERVOLG

Als de hiervoor gecontroleerde verbinding goed is (geen onderbreking en geen kortsluiting), als de massa aanwezig is op aansl. A2 van de toets maar de storing aanhoudt, controleer dan de werking van de toets met behulp van een ohmmeter.Toets niet ingedrukt: isolatie tussen aansl. A2 en B1.Toets ingedrukt: geleiding tussen aansl. A2 en B1.Vervang de toets van de parkeerhulp als deze niet werkt zoals is aangegeven.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de parameters 87F

87F-33

Vdiagnr.: 08 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Afstand buitenste sensor links

PR002 Afstand binnenste sensor links

PR003 Afstand buitenste sensor rechts

PR004 Afstand binnenste sensor rechts

PR005 Kortste berekende afstand

PR006 Voedingsspanning sensors

PR020 Voedingsspanning van de rekeneenheid

PR021 Afstand buitenste sensor links voor

PR022 Afstand binnenste sensor links voor

PR023 Afstand binnenste sensor rechts voor

PR024 Afstand buitenste sensor rechts voor

PR025 Kortste berekende afstand voor

PR027 Vertraging voor uitschakeling

PR028 Maximum limiet

PR026 Afstand trekhaak

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87F

87F-34

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Betekenis van de parameters

PR001PR002PR003PR004

AFSTAND BUITENSTE SENSOR LINKSAFSTAND BINNENSTE SENSOR LINKSAFSTAND BUITENSTE SENSOR RECHTSAFSTAND BINNENSTE SENSOR RECHTS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem met deze parameters zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper achter dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto" Vel Satis, Espace automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak).Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer, met de auto bij een obstakel (tussen 20 en 150 cm), of de gemeten afstand overeenkomt met die op het diagnoseapparaat (PR001 t/m PR004).Als de afstand niet goed is of als de parameters van de afstand 255 cm blijven, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de afstand die de sensors aangeven niet goed is of als de afstand permanent 255 cm is, controleer de staat van de sensor(s). De sensors mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP_V08_PR001/AAP_V08_PR002/AAP_V08_PR003/AAP_V08_PR004 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87F

87F-35

Vdiagnr.: 08

PR005

KORTSTE BEREKENDE AFSTAND

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem van deze parameter zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper achter dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.Deze parameter is de gemiddelde door de rekeneenheid berekende waarde als een obstakel zich tussen twee sensors bevindt.Onder 30 cm is de berekende waarde 0 cm (kritieke detectiezone met continu geluidssignaal).

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd ten opzichte van het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto": Vel Satis, Espace automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak). Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer met een obstakel (tussen 0 en 150 cm) achter de auto, of de berekende afstand goed lijkt.Als de afstand niet goed is of als de parameter 255 cm blijft, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de afstand nog steeds niet goed is of als hij steeds 255 cm aangeeft, controleer dan de staat van de sensors. De sensors mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP_V08_PR005 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87F

87F-36

Vdiagnr.: 08

PR025

KORTSTE BEREKENDE AFSTAND VOOR

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem van deze parameter zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper voor dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.Deze parameter is de gemiddelde door de rekeneenheid berekende waarde als een obstakel zich tussen twee sensors bevindt.Onder 30 cm is de berekende waarde 0 cm (kritieke detectiezone met continu geluidssignaal).

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd ten opzichte van het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto": Vel Satis, Espace automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak). Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer met een obstakel (tussen 0 en 150 cm) achter de auto, of de berekende afstand goed lijkt.Als de afstand niet goed is of als de parameter 255 cm blijft, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de afstand nog steeds niet goed is of als hij steeds 255 cm aangeeft, controleer dan de staat van de sensors. De sensors mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP_V08_PR025 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87F

87F-37

Vdiagnr.: 08

PR021PR022PR023PR024

AFSTAND BUITENSTE SENSOR LINKS VOORAFSTAND BINNENSTE SENSOR LINKS VOORAFSTAND BINNENSTE SENSOR RECHTS VOORAFSTAND BUITENSTE SENSOR RECHTS VOOR

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem met deze parameters zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper voor dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto" Vel Satis, Espace automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak).Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer, met de auto bij een obstakel (tussen 20 en 90 cm), of de gemeten afstand overeenkomt met die op het diagnoseapparaat (PR021 t/m PR024).Als de afstand niet goed is of als de parameters van de afstand 255 cm blijven, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper voor).

Als de afstand die de sensors aangeven niet goed is of als de afstand permanent 255 cm is, controleer de staat van de sensor(s). De sensors mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP_V08_PR021/AAP_V08_PR022/AAP_V08_PR023/AAP_V08_PR024 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Klachten 87F

87F-38

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Klachten

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID ZOEKSCHEMA 1

GEEN GELUIDSSIGNAAL ZOEKSCHEMA 2

PERMANENT GELUIDSSIGNAAL (ZONDER DETECTIE VAN EEN OBSTAKEL)

ZOEKSCHEMA 3

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

87F-39

Vdiagnr.: 08

Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.

Controleer:– De verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel).– de zekeringen van het inspuitsysteem, in interieur en motorruimte.

Controleer de + 12 V voor contact op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 5 en op aansl. 4 van de diagnoseaansluiting.Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Gele stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. 1Aansl. 3Aansl. 8

+ voor contact (zie schema van de auto)Massaaansl. 7 van de diagnoseaansluiting (lijn K)

Beige stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. 8Aansl. 1

aansl. 6 van de diagnoseaansluiting (CAN H)aansl. 14 van de diagnoseaansluiting (CAN L)

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

AAP_V08_ALP1 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

NEE Raadpleeg de betekenis van de staat ET001

87F-40

Vdiagnr.: 08

ZOEKSCHEMA 2 Geen geluidssignaal achter

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of het systeem van de parkeerhulp wel actief is.De staat ET003 "Functie parkeerhulp" moet " KLAAR" zijn (en het rode controlelampje van de schakelaar van de parkeerhulp moet uit zijn).

Is de staat ET003 "KLAAR"?

JA

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of de achteruitversnelling wel is ingeschakeld. De staat ET001 "Achteruitversnelling ingeschakeld" moet "JA" zijn. Controleer ook of de achteruitrijlichten branden als de achteruitversnelling is ingeschakeld.

Is de staat ET001 "JA"?

JA

Controleer, met behulp van het scherm voor het aflezen van de configuratie van het diagnoseapparaat, of het volume van de zoemer niet is uitgeschakeld (LC001 "Volume zoemer" mag niet "NUL" zijn)

Is LC001 "NUL"?

NEE

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

NEE

Activeer het systeem van de parkeerhulp door 1 of 3 secondes te drukken op de schakelaar (het rode controlelampje moet doven).N.B.: Voor meer informatie over het activeren van het systeem, raadpleegt u de betekenis van de staat ET003.

JAHerconfigureer het volume van de zoemer met behulp van het diagnoseapparaat (commando CF001 "Volume zoemer").

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP_V08_ALP2 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

87F-41

Vdiagnr.: 08

ZOEKSCHEMA 2

VERVOLG

Controleer met behulp van het scherm van de parameters van het diagnoseapparaat (PR001, PR002, PR003, PR004), of de detectiesensors wel de obstakels detecteren (tussen 20 en 150 cm).

Geven de genoemde parameters afstanden aan (met een obstakel achter de schildbumper achter)?

JA

Zet een obstakel achter de schildbumper achter om de afstand te zien op het diagnoseapparaat. Controleer of de zoemer correct voeding heeft tijdens de detectie, meet tussen aansl. 1 en aansl. 2 van de zoemer.

Heeft de zoemer voeding tijdens deze test?

JA NEE

Controleer de weerstand van de zoemer, meet tussen de twee aansluitingen ervan. Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Is de storing nog aanwezig?

JA

Vervang de zoemer.

NEERaadpleeg de betekenis van de parameters (PR001, PR002, PR003, PR004).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulpbeige stekker Zoemer

Aansl. 2 Aansl. 2Aansl. 11 Aansl. 1

Is de storing nog aanwezig?

NEE JA

neem contact op met de technische helpdesk

Einde storing zoeken.

NEE

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

87F-42

Vdiagnr.: 08

ZOEKSCHEMA 3 Geen geluidssignaal voor

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of het systeem van de parkeerhulp wel actief is.De staat ET003 "Functie parkeerhulp" moet " KLAAR" zijn (en het rode controlelampje van de schakelaar van de parkeerhulp moet uit zijn).

Is de staat ET003 "KLAAR"?

JA

Controleer, met behulp van het scherm voor het aflezen van de configuratie van het diagnoseapparaat, of het volume van de zoemer niet is uitgeschakeld (LC007 "Volume zoemer" mag niet "NUL" zijn)

Is LC007 "NUL"?

NEE

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

NEE

Activeer het systeem van de parkeerhulp door 1 of 3 secondes te drukken op de schakelaar (het rode controlelampje moet doven).N.B.: Voor meer informatie over het activeren van het systeem, raadpleegt u de betekenis van de staat ET003.

JAHerconfigureer het volume van de zoemer met behulp van het diagnoseapparaat (commando CF007 "Volume zoemer").

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP_V08_ALP3 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

87F-43

Vdiagnr.: 08

ZOEKSCHEMA 3

VERVOLG

Controleer met behulp van het scherm van de parameters van het diagnoseapparaat (PR021, PR022, PR023, PR024), of de detectiesensors wel de obstakels detecteren (tussen 20 en 60 cm).

Geven de genoemde parameters afstanden aan (met een obstakel achter de schildbumper achter)?

JA

Zet een obstakel voor de schildbumper voor om de afstand te zien op het diagnoseapparaat. Controleer of de zoemer correct voeding heeft tijdens de detectie, meet tussen aansl. 1 en aansl. 2 van de zoemer.

Heeft de zoemer voeding tijdens deze test?

JA NEE

Controleer de weerstand van de zoemer, meet tussen de twee aansluitingen ervan. Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Is de storing nog aanwezig?

JA

Vervang de zoemer.

NEERaadpleeg de betekenis van de parameters (PR021, PR022, PR023, PR024).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp ZoemerAansl. 2 van de 16-polige stekker Aansl. 2Aansl. 11 van de 12-polige stekker Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

NEE JA

neem contact op met de technische helpdesk

Einde van de diagnose

NEE

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

87F-44

Vdiagnr.: 08

ZOEKSCHEMA 4Permanent geluidssignaal achter

(zonder detectie van een obstakel)

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Controleer, zonder obstakel achter de schildbumper achter (op minder dan 150 cm), of de parameters van de afstand van het diagnoseapparaat de waarde "buiten detectie" van 255 cm (PR001, PR002, PR003, PR004) hebben.Als genoemde parameters een afstand aangeven terwijl er geen obstakel achter de schildbumper achter is, controleer dan of niets de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).Herstellen indien nodig.

Is de storing nog aanwezig?

JA

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:Rekeneenheid van de parkeerhulp Zoemer

Aansl. 2 Aansl. 1Aansl. 6 Aansl. 2

N.B.: de lijn die afkomstig is van aansl. 2 van de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van + 12 V en de lijn die afkomstig is van aansl. 6 van de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van massa. Herstellen indien nodig (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

neem contact op met de technische helpdesk

NEE Einde van de diagnose

Einde van de diagnose

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP_V08_ALP4 AAPX73 ph2V1.0

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

87F-45

Vdiagnr.: 08

ZOEKSCHEMA 5Permanent geluidssignaal voor

(zonder detectie van een obstakel)

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Controleer, zonder obstakel achter de schildbumper achter (op minder dan 150 cm), of de parameters van de afstand van het diagnoseapparaat de waarde "buiten detectie" van 255 cm (PR021, PR022, PR023, PR024) hebben.Als genoemde parameters een afstand aangeven terwijl er geen obstakel achter de schildbumper achter is, controleer dan of niets de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).Herstellen indien nodig.

Is de storing nog aanwezig?

JA

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:Rekeneenheid van de parkeerhulp Zoemer

Aansl. 2 van de 16-polige stekker Aansl. 1Aansl. 11 van de 12-polige stekker Aansl. 2

N.B.: de lijn die afkomstig is van aansl. 2 van de 16-polige stekkervan de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van + 12 V en de lijn die afkomstig is van aansl. 11 van de 12-polige stekkervan de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van massa.Herstellen indien nodig (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

neem contact op met de technische helpdesk

NEE Einde van de diagnose

Einde van de diagnose

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP_V08_ALP5 AAPX73 ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

88B-1

188BMULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding

INLEIDING

Definitie van het multiplexnetwerk:

Het multiplexnetwerk bestaat uit twee verstrengelde draden die verbonden zijn met verschillende rekeneenheden van de auto.Deze twee draden heten CAN H en CAN L.

Afhankelijk van de opties van de auto kunnen er twee multiplexnetwerken zijn.– het CAN Voertuig (inspuitsysteem, ABS, instrumentenpaneel...) is altijd aanwezig,– het CAN Multimedia (navigati, radio, handsfree telefoon) naargelang de opties.

De informatie die de rekeneenheden uitwisselen op de netwerken circuleert met een communicatiesnelheid van:– 250 kbit/s voor het netwerk CAN V– 500 kbit/s voor het netwerk CAN M

Het netwerk CAN Voertuig heeft twee rekeneenheden met een interne weerstand van 120 ΩΩΩΩ elk (eindweerstanden van het netwerk):

– het inspuitsysteem,– het huis met hulporganen interieur.

Het netwerk CAN Multimedia heeft als eindweerstanden de rekeneenheid van de navigatie en de autoradio voor de auto's met een navigatiesysteem.

DOEL

– De test van het multiplexnetwerk heeft als doel de verschillende op het netwerk van de auto aanwezige rekeneenheden te definiëren, en de oorzaak te bepalen van de eventuele communicatiestoringen tussen de rekeneenheden.

– Hij maakt het ook mogelijk de op de auto aanwezige functies te definiëren die soms verspreid zijn over verschillende rekeneenheden (gedeelde functies).

– Met de test kan de staat worden gecontroleerd van de segmenten van het multiplexnetwerk.

– Met de test van het multiplexnetwerk kunnen ook de rekeneenheden buiten het multiplexnetwerk worden gecontroleerd, waardoor een globaal zicht mogelijk is van de elektronische opbouw van de auto.

N.B.:Aleen het multiplexnetwerk Voertuig kan worden gecontroleerd met behulp van het RENAULT-diagnoseapparaat.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

88B-2

CONTROLE VAN DE WERKING VAN HET MULTIPLEXNETWERK

Voeding van de rekeneenheden van de auto voor de diagnose:

Procedure + na contact geforceerd

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Vel Satis Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is een uur lang actief.

Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.Sluit het diagnoseapparaat aan en voer de gewenste handelingen uit.

Deze stap is het noodzakelijke vertrekpunt voordat een diagnose bij een rekeneenheid uitgevoerd kan worden.

Deze stap zorgt ervoor dat het netwerk continu goed is aangesloten op de aansluitingen van elke rekeneenheid en dat de informatie correct wordt uitgezonden en ontvangen. Deze functie zoorgt ook voor het lezen van het aantal storingen in de rekeneenheden.

De functie "Test multiplexnetwerk" wordt uitgevoerd na de selectie van de auto door de gebruiker en het bevestigen van de icoon ''Test van de rekeneenheden''.

Na de controle van de netwerken, worden de andere functies toegankelijk.

VERLOOP VAN DE TEST VAN HET MULTIPLEXNETWERK

– Begin van de communicatie met de rekeneenheden met de configuratie van de auto (lezen van de identificatie).– Lezen van de configuratie van de auto in de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk

(ABS en airbag).– Lezen van de lijst van de controleerbare rekeneenheden in de twee rekeneenheden met deze informatie.– Ondervragen van de rekeneenheden.– Fysieke (elektrische) metingen op het CAN netwerk.

LET OPAfhankelijk van de rekeneenheden zijn er drie diagnoselijnen:

Rekeneenheid gecontroleerd via het CAN V:– Instrumentenpaneel– Dynamische correctie xenonlampen– Inspuitsysteem S3000

Rekeneenheid gecontroleerd via het CAN M:Intelligent Transport System(Communicatie eenheid)Parkeerhulp (opname elementen achter + voor)Handsfree telefoon

Rekeneenheid gecontroleerd via de lijn K:– Huis met hulporganen interieur Airconditioning– Airbag Inspuitsysteem ME7.4.6– ABS/ESP Inspuitsysteem EDC15, EDC16 C3– Automatische parkeerrem parkeerhulp (opname elementen achter)– Automatische transmissie Brander (niet aanwezig op het CAN)

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

88B-3

ONTVANGEN EN WEERGEVEN VAN DE RESULTATEN

Het ontvangstscherm is samengesteld uit een voortgangsbalk die verandert tijdens het overgaan naar de verschillende stappen van de initialisatie, ontvangst en analyse van de gegevens.Aan het eind van de test, geeft het diagnoseapparaat een scherm aan met het resultaat van de test.

Hoe moet het topologieschema gelezen worden:

Het scherm met de weergave van de resultaten bestaat uit drie zones:– de bovenste zone: boodschap met resultaat van de diagnose,– de middelste zone links: topologieschema (niet altijd beschikbaar),– de middelste zone rechts: interpretatie van de resultaten van de verschillende rekeneenheden van de auto en

hun nam.

REKENEENHEDEN

– Geldig: groene omtrek, groene letters.– Niet gedetecteerd: rode omtrek, rode letters.– Niet controleerbaar: zwarte omtrek, zwarte letters.– Niet herkend: rode omtrek, rode letters + uitroepteken.

SEGMENTEN

– Geldig: groene streep.– Defect: rode streep.– Niet gecontroleerd: zwarte streep.

Betekenis van het overzicht van de resultaten van de test

In het tabblad "Storingen" zijn de rekeneenheden gerangschikt in de volgende categorieën:– "Niet gedetecteerd", als de rekeneenheid niet heeft gereageerd op het verzoek om identificatie van het

diagnoseapparaat.In de categorie van de "niet gedetecteerde" rekeneenheden, zijn de rekeneenheden gerangschikt volgens de categorieën "Bevat de configuratie van het multiplexnetwerk" of "Bevat niet de configuratie van het multiplexnetwerk".

– "Niet herkend", als de rekeneenheid is gedetecteerd maar als hij met dit antwoord niet kan worden geïdentificeerd.

In het tabblad "Informatie" zijn de rekeneenheden gerangschikt en gedefinieerd als:– "Niet controleerbaar", als de rekeneenheid niet controleerbaar en dus niet ondervraagd is door het

diagnoseapparaat.– "Geldig", als de rekeneenheid correct heeft gereageerd op het verzoek van het diagnoseapparaat.

Als de icoon "doorgaan" wordt geselecteerd in de hoek rechts onder, krijgt u een nieuw scherm te zien met het volgende tabblad:

Tabblad "Resultaten", de rekeneenheden zijn gerangschikt in de volgende categorieën:– "Met storing", als de rekeneenheid is herkend en met een aantal storingen niet nul.– "Zonder storing", als de rekeneenheid is gedetecteerd en zonder storingen.– "Niet herkend", als de rekeneenheid is gedetecteerd maar als hij met dit antwoord niet kan worden

geïdentificeerd.– "Niet gedetecteerd", als de rekeneenheid niet reageert terwijl hij controleerbaar is.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 88B

88B-4

Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Overzicht van de verbindingen Can H en Can L

Ingang Uitgang

Stekker Can H Can L Stekker Can H Can L

Inspuitsysteem S3000 SAGEM Zwart A4 A3 Bruin K4 K3

Inspuitsysteem V4Y Hitachi Zwart A12 A13 Zwart A31 A32

Inspuitsysteem EDC15C Grijs B4 A4 Bruin A1 B1

Inspuitsysteem EDC16C3 Grijs A4 A3

Inspuitsysteem P9X Zwart 67 48 Zwart 67 48

Automatische transmissie SU1 Zwart 28 42

ABS + ESP Blauw 23 21 Blauw 17 15

ABS + ESP + ACC Zwart 11 15 Zwart 29 25

Automatische parkeerrem Grijs A3 A2

Airbag/Gordelspanners ACU3 Geel 58 59

Geregelde/handbediende airconditioning

Zwart A10 A9

Huis met hulporganen interieur (UCH)

Bruin/Witte klem

11 1Groen/Zwarte klem

30 40

Instrumentenpaneel Zwart B10 B11 Zwart B8 B13

Stuurkolomgrendel Zwart 3 6

Dynamische correctie xenonlamp

Zwart A2 A4

Communicatie eenheid (Intelligent Transport Système)

Wit 17 1 WitCAN multimedia

18 2

Spraakmaker Zwart A6 A7

Parkeerhulp (voor + achter) Beige 8 1

OBD Grijs 6 14 13 12

R262 Interieur/motor Grijs B5 B6

R265 Interieur/front Zwart B4 B3

R297 Interieur Zwart 24 23

R316 Interieur/onderzijde carrosserie

Blauw C7 C6

R369 Dashboard/multimedia Wit 19 18

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Configuratie 88B

88B-5

Diagnose - Configuratie

CONFIGURATIES VAN HET MULTIPLEXNETWERK

Bij deze auto staat de configuratie van het multiplexnetwerk in de rekeneenheden van de airbag en in de rekeneenheid van het ABS.

Het scherm "Configuratie" bestaat uit twee tabbladen voor het tonen en wijzigen van:– Het eerste tabblad: "Configuratie multiplexnetwerk" informeert over de uitvoering van het multiplexnetwerk en

de lijst van de rekeneenheden die zijn gedefinieerd als aanwezig op het multiplexnetwerk.– Het tweede tabblad: "Configuratie van de controleerbare rekeneenheden" informeert over het toe te passen

schemanummer en de lijst van de rekeneenheden die zijn gedefinieerd als controleerbaar door het RENAULT diagnoseapparaat

Optie: afhankelijk van het uitrustingsniveau

LET OPRepareer eerst de rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk (airbag en ABS), om een scherm te kunnen zien met het schema van de configuratie van het multiplexnetwerk van de te gecontroleerde auto.

Rekeneenheid Configuratie multiplexnetwerkConfiguratie van de controleerbare

rekeneenheden

Inspuitsysteem AANWEZIG JA

ABS/ESP of ABS/ESP/ACC AANWEZIG JA

Huis met hulporganen interieur (UCH)

AANWEZIG JA

Automatische transmissie AANWEZIG (optie) Ja (optie)

Dynamische correctie xenonlamp AANWEZIG (optie) Ja (optie)

Automatische parkeerrem AANWEZIG JA

Instrumentenpaneel AANWEZIG JA

Airbag/Gordelspanners AANWEZIG JA

Stuurkolomgrendel AANWEZIG NEE

Communicatie eenheid (Intelligent Transport System)

AANWEZIG (optie) JA

Airconditioning AANWEZIG JA

Parkeerhulp AANWEZIG (optie) Ja (optie)

Handsfree telefoon AFWEZIG Ja (optie)

Brander AFWEZIG Ja (optie)

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Configuratie 88B

88B-6

CONFIGURATIE VAN HET NETWERK

Het diagnoseapparaat toont de configuratie van het ABS of/en van de airbag.

De stappen voor de configuratie zijn de volgende:– Selecteer de rekeneenheid die veranderd moet worden.

– kies de uitvoering van het schema van het multiplexnetwerk.

Het gaat hier om de uitvoering van het schema van het multiplexnetwerk. Deze uitvoering verandert bij elke ontwikkeling van de bedrading van het multiplexnetwerk van deze auto.

Keuze van de rekeneenheden die aangesloten zijn op het netwerkaltijd aanwezig zijn:

– het inspuitsysteem,– het ABS/ESP,– het instrumentenpaneel,– het huis met hulporganen interieur (UCH),– Airbag/gordelspanners,– stuurkolomgrendel,– geregelde airconditioning,

+ de opties van de auto:– de automatische transmissie,– xenonlampen (COSLAD),– parkeerhulp,– automatische parkeerrem, (FPA),– Intelligent transport system (ITS) = Communicatie eenheid.

ADVIEZEN

Het invoeren van de configuratie gebeurt met contact aan, pas de procedure + na contact geforcd toe, (zie "Inleiding").Dit kan worden gestart vanuit de schermen met de resultaten van de test van het multiplexnetwerk.

LET OPEen rekeneenheid die wel op het multiplexnetwerk is aangesloten maar die niet is geconfigureerd in de rekeneenheden die de configuratie bevatten, wordt niet gecontroleerd bij de test van het multiplexnetwerk.Corrigeer de configuratie door de ontbrekende rekeneenheid aanwezig te verklaren in het ABS, de airbag of de twee.Start de test van het multiplexnetwerk opnieuw na het wijzigen van de configuraties.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Betekenis van de storingen 88B

88B-7

Diagnose - Betekenis van de storingen

MULTIPLEXNETWERK BUITEN WERKING

ADVIEZEN

Controleer eerst of de rekeneenheid aan het uiteinde van het defecte segment goed gevoed wordt (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).Controleer altijd de conformiteit van de rekeneenheden.

LET OPZet het contact uit, verwijder de RENAULT kaart uit de lezer, controleer of de markeringslichten uit zijn, wacht 1 minuut.

Zoeken van het type storing

ADVIEZENRaadpleeg het schema van het multiplexnetwerk van de auto (Schema van de diagnoseaansluiting).

Meet de weerstand tussen aansl. 6 en 14 van de diagnoseaansluiting.Wat is de aangegeven waarde?

0 ΩΩΩΩ

60 ΩΩΩΩ

Tussen 70 ΩΩΩΩ en 110 ΩΩΩΩ

120 ΩΩΩΩ

De twee lijnen maken kortsluiting (raadpleeg het deel "hulp bij de reparatie").

Controleer de aanwezigheid (Massa, + voor contact, + accessoires of + na contact) op de aansluitingen van de rekeneenheid van het inspuitsysteem en van het huis met hulporganen interieur (UCH).

Controleer voor elk van de aansl. 6 en 14, het ontbreken van overgangsweerstanden en het ontbreken van kortsluiting aan massa of aan + voor contact.

Onderbreking op een lijn of op de twee lijnen.Maak de stekker van de rekeneenheid van het inspuitsysteem los en controleer of de multiplexverbinding tussen de diagnoseaansluiting en het inspuitsysteem.Is de multiplexverbinding correcte ?

JA

NEE

Controleer of de weerstand ongeveer 120 ΩΩΩΩ is tussen de twee aansluitingen van het netwerk op de rekeneenheid van het inspuitsysteem:– Als de weerstand niet ongeveer 120 ΩΩΩΩ is, neem contact op met de

technische helpdesk.– Als de weerstand 120 ΩΩΩΩ is, controleer de geleiding en het ontbreken van

overgangsweerstanden van de multiplexverbinding tussen de diagnoseaansluiting en het huis met hulporganen interieur.

Herstellen indien nodig.

Controleer of de weerstand ongeveer 120 ΩΩΩΩ is tussen de twee aansluitingen van het netwerk op de rekeneenheid van het huis met hulporganen interieur:– Als de weerstand niet ongeveer 120 ΩΩΩΩ is, neem contact op met de

technische helpdesk.

Herstel de multiplexverbinding tussen de diagnoseaansluiting en het inspuitsysteem.Als het probleem aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Betekenis van de storingen 88B

88B-8

SEGMENT DEFECT

ADVIEZEN

Controleer eerst of de rekeneenheid aan het uiteinde van het defecte segment goed gevoed wordt (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).Controleer altijd de conformiteit van de rekeneenheden.

LET OPHet is mogelijk dat het diagnoseapparaat (een) defect(e) segment(en) niet exact kan bepalen. Het toont dan een aantal mogelijk defecte segmenten. Repareer in dit geval het segment dat het dichtste bij de diagnoseaansluiting is.

Isoleer het defecte segment door de twee einden van het segment los te maken. Controleer de staat van de stekkers.Controleer de geleiding en de isolatie van de lijnen CAN H en CAN L tussen de twee stekkers van het geïsoleerde segment.Voor de bestemming van de aansluitingen bij de rekeneenheden en de verbindingsstekkers (zie "Overzicht van de verbindingen CAN H en CAN L").Voer de nodige werkzaamheden uit om ervoor te zorgen da de geleiding van de twee lijnen goed is (vervangen van de kabelbundel, bijvoorbeeld).Controleer of de rekeneenheid in de auto wel bestemd is voor de auto en of de informaties van de rekeneenheid correct zijn.

Sluit het segment weer aan.Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wordt het segment nog steeds defect verklaard?

NEE

JA

Einde storing zoeken.

Is er een storing in andere segmenten?

NEE

JA

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw om de geleiding en de isolatie te herstellen van de lijnen CAN H en CAN L tussen het einde van het defecte segment en de diagnoseaansluiting.

Herhaal dit bij ieder segment.

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Betekenis van de storingen 88B

88B-9

REKENEENHEID DEFECT

ADVIEZENControleer of de rekeneenheden in de auto wel de juiste en bestemd zijn voor de auto.Controleer of de rekeneenheden wel voeding krijgen (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).

Controleer of "wachtstand" van de rekeneenheden wel werkt in de auto, en wel is opgenomen door de rekeneenheden.

de wachtstand is:– tijdgeschakelde voeding: huis met hulporganen interieur, instrumentenpaneel.– + accessoires: Airconditioning, Communicatie eenheid, ABS/ASR.– + na contact: Inspuitsysteem, Airbag/Gordelspanners, Automatische transmissie, Xenonlampen.

Bij + accessoires verschijnen deze rekeneenheden niet.

– Ga naar het diagnoseprogramma van de rekeneenheden.

Test van de communicatie met de rekeneenheden. Geen communicatie van de rekeneenheden naar het diagnoseapparaat : zie Zoekschema 1 "Geen

communicatie met de rekeneenheid" van de rekeneenhe(i)d(en) zonder verbinding met het diagnoseapparaat.Controleer de aansluitingen van de stekkers op de rekeneenheden en het ontbreken van onderbrekingen.Herstellen indien nodig.

De rekeneenheden geven slechts gedeeltelijke informatie over hun identificaties:Controleer in het werkplaatshandboek of in de BVM (databank met gegevens van alle auto's) of de rekeneenheid wel bestemd is voor de auto.Controleer of de update van het diagnoseapparaat CLIP nieuw genoeg is om de storingen van de auto te kunnen verwerken.

Als na deze controles geen enkele storing en geen enkele onderbreking of kortsluiting is gedetecteerd, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Betekenis van de storingen 88B

88B-10

REKENEENHEDEN NIET HERKEND OP HET NETWERK

ADVIEZEN – Controleer de conformiteit van de rekeneenheden voor de auto.

Controleer of de update van het diagnoseapparaat CLIP nieuw genoeg is om de storingen van de auto te kunnen verwerken.

– Ga naar het diagnoseprogramma van de rekeneenheden.

Test van de communicatie met de rekeneenheden. Als er geen communicatie van de rekeneenheden naar het diagnoseapparaat is: zie zoekschema 1

"Geen communicatie met de rekeneenheden" van de rekeneenhe(i)d(en) die niet communiceert met het diagnoseapparaat.Controleer de aansluitingen van de stekkers op de rekeneenheden en het ontbreken van onderbrekingen.Herstellen indien nodig.

Als er geen communicatie met de rekeneenheden is:Controleer of de informaties over de identiteit van de rekeneenheden correct zijn en in overeenstemming met de gecontroleerde auto.

– Geef de informatie op in de rekeneenheden:– Referentie magazijn:– Vdiag:– Programmanr.:– Versienr.:– Kalibratienr.:

Als na deze controles geen enkele storing en geen enkele onderbreking of kortsluiting is gedetecteerd, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Zoekschema's 88B

88B-11

Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1

Geen communicatie met de rekeneenheden

ADVIEZENVoeding van de rekeneenheden van de auto voor de diagnose:stilstaande motor, contact aan.Sluit het diagnoseapparaat aan en voer de gewenste handelingen uit.

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.Controleer of de update van het diagnoseapparaat gelijk aan of hoger is dan CD n° 52.

Controleer:– de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnoseaansluiting (aansluiting en staat van de

verbindingskabel),– de voedingen van de rekeneenheden,– de zekeringen interieur en motorruimte.

Controleer of de sonde van de CLIP correct voeding krijgt via aansl. 16 (+ 12 V), en 4 en 5 (massa) van de diagnoseaansluiting,te zien aan het oplichten van de twee rode diodes op de sonde.Controleer of de sonde van de CLIP voeding krijgt via de USB-poort van de computer (rode diode).Controleer of de sonde van de CLIP communiceert met de rekeneenheden van de auto, te zien aan het oplichten van de twee groene diodes op de sonde.

groene diodes rode diodes

CANISO

Voeding auto via diagnoseaansluitingVoeding sonde via USB poort

Controleer op de diagnoseaansluiting de volgende aansluitingen:Aansl. 1 + na contactAansl. 16 + Voor contactAansl. 4 en 5 Massa

Herstellen indien nodig.

Rekeneenheid aangesloten op CAN VoertuigAls het probleem aanhoudt, controleer de geleiding et de isolatie van de lijnen:

CAN H (aansl. 6 van de diagnoseaansluiting)CAN L (aansl. 14 van de diagnoseaansluiting)

Controleer met een multimeter of de spanningen op de aansluitingen van de diagnoseaansluiting ongeveer zijn:– 2,5 V tussen CAN H (aansl. 6) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)– 2,5 V tussen CAN L (aansl. 14) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)

Rekeneenheid aangesloten op CAN MultimediaAls het probleem aanhoudt, controleer de geleiding et de isolatie van de lijnen:

CAN H (aansl. 13 van de diagnoseaansluiting)CAN L (aansl. 12 van de diagnoseaansluiting)

Controleer met een multimeter of de spanningen op de aansluitingen van de diagnoseaansluiting ongeveer zijn:– 2,5 V tussen CAN H (aansl. 13) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)– 2,5 V tussen CAN L (aansl. 12) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)

Voor het detecteren van een kortsluiting op het multiplexnetwerk voertuig raadpleegt u de rubriek "Hulp bij de reparatie".

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Zoekschema's 88B

88B-12

ZOEKSCHEMA 2

Geen weergave van het topologieschema en weergave van de configuratietabel aan het eind van de test van het multiplexnetwerk

De topologie is niet zichtbaar in de volgende gevallen:1 De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet geantwoord.2 Het multiplexnetwerk is buiten werking, dus communicatie is onmogelijk.3 De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet dezelfde

configuraties.4 In het tabblad "multiplexnetwerk" van het configuratiescherm, staat een verkeerd nummer van de

"versie van het netwerk" op een van de twee rekeneenheden met de configuratie van het netwerk.5 Geen enkele "versie van het netwerk" is zichtbaar bij de twee rekeneenheden met de configuratie.

1 - De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet geantwoord.Controleer eerst of de rekeneenheden met de configuratie (airbag en ABS) goed gevoed worden (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).Controleer de staat van het multiplexnetwerk en de geleiding en de isolatie van de lijnen Can H en Can L tussen de rekeneenheden met de configuratie.

2 - Het multiplexnetwerk is defect, dus communicatie is onmogelijk.Zie storing "Multiplexnetwerk defect"

3 - De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet dezelfde configuraties.Zie configuratie "configuraties van het multiplexnetwerk"

4 - In het tabblad "multiplexnetwerk" van het configuratiescherm, staat een verkeerd nummer van de "versie van het netwerk" op een van de twee rekeneenheden met de configuratie van het netwerk.Zie configuratie "configuratie van het netwerk"

5 - Geen enkele "versie van het netwerk" is zichtbaar bij de twee rekeneenheden met de configuratie .Zie configuratie "configuratie van het netwerk"

MUXX73ph2V1.0

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Zoekschema's 88B

88B-13

ZOEKSCHEMA 3

Weergave van de configuratietabel aan het einde van de test van het multiplexnetwerk

ADVIEZENBehandel dit zoekschema als het diagnoseapparaat het configuratiescherm laadt aan het einde van de test van het multiplexnetwerk.Het configuratieoverzicht blijft altijd toegankelijk via de icoon "configuratie".

Het RENAULT diagnoseapparaat laadt direct het configuratiescherm in de volgende gevallen: Tabblad "MULTIPLEXNETWERK"

– Geen samenhang tussen de nummers van de "versie van het netwerk" in de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk.

– Geen samenhang in de lijst van de rekeneenheden in de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk.

– Het nummer van de "versie van het netwerk" in minstens een van de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk is verkeerd.

– Een van de twee rekeneenheden met de versie van het netwerk is nieuw (na vervangen van rekeneenheid van het ABS of van de airbag).

Tabblad "CONTROLEERBARE REKENEENHEDEN"– Geen samenhang tussen de nummers van de "versie van het netwerk" in de twee rekeneenheden

met de configuratie.– Geen samenhang in de lijst van de controleerbare rekeneenheden in de twee rekeneenheden met

de lijst van de controleerbare rekeneenheden.– Geen samenhang tussen de lijst van de opgegeven rekeneenheden en de werkelijk gedetecteerde

rekeneenheden in de auto.

MUXX73ph2V1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-1

188CAIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie:Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom).

Type diagnoseapparaat:– CLIP

Type onmisbaar gereedschap:

Model(len) : VELSATIS Ph2Betreffende functie: AIRBAG

Naam van de rekeneenheid: AUTOLIV - ACU 3VDIAGNR. : 2C

Onmisbaar speciaal gereedschap

– Multimeter.– Set adapters en verlengblokken voor de functie "Controle

van de bedrading van airbags en gordelspanners" van de diagnoseapparaten CLIP of XRBAG met onderstaande verlengblokken.

– Vanwege de wijziging van de stekkers van de ontstekers van de airbag is de loze ontsteker gewijzigd.

ZELF AANPASSEN VAN DE LOZE ONTSTEKER– Maak de ontsteker los van zijn rode houder en

verwijder één van de twee bruine grendelnokjes.

Elé. 1615 Verlengblok rekeneenheid 75-polig B53

Elé. 1617 Adapter voor draaibare doorvoer 10-polig zwart

Elé. 1617 Adapter voor controles kabelbundels stoel 6-polig blauw.

Elé. 1616 Adapter voor controles kabelbundels stoel 28-polig.

ABGACU3_V2C_PRELI ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-2

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

3. TER HERINNERING

Werkwijze:Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:

– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-3

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat "aanwezig" of "in geheugen" van de storingen moet bekeken worden bij het starten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (+APC) (zonder de elementen van het systeem te bedienen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren),– of laat u inspireren door de diagnose voor het controleren van het circuit van het verdachte onderdeel.

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn.

Hiermee kunt u:– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema's

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-4

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Controleer de laadtoestand van de accu en de staat van de zekeringen

Print de diagnosekaart van het systeem (in de CLIP)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie

met rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n˚ 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Neem contact op met de technische helpdesk met de

ingevulde diagnosekaart

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-5

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De elektrische metingen van de spanning, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt. Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88CAIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd:– bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk,– bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is.– Om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is daarmee

een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:

Controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te geringe lading.

Voor iedere reparatie/werkzaamheden aan de airbag en gordelspanners, moet u altijd eerst de rekeneenheid vergrendelen met het diagnoseapparaat om te voorkomen dat het systeem wordt geactiveerd (alle uitgangen naar de ontstekers zijn dan uitgeschakeld). Het lampje op het instrumentenpaneel brandt om aan te geven dat de rekeneenheid is "vergrendeld".

Als er geen verbinding met het diagnoseapparaat mogelijk is, zet u het contact uit, verwijdert u de voedingszekering van het systeem en wacht u minstens 2 secondes op het ontladen van de reserve-energie.

Controleer de verbinding naar de ontsteker van een airbag of gordelspanner uitsluitend met de XRBAG of met de functie "Controle van kabelbundels van airbags en gordelspanners" van de CLIP.

Controleer voordat u een loze ontsteker gebruikt, of de weerstand ervan tussen 1,8 en 2,5 ΩΩΩΩ ligt.

Let op dat tijdens de werkzaamheden de voedingsspanning van de rekeneenheid niet onder 10 V zakt.

Maak de accu los voordat u een pyrotechnisch element (airbagmodule, gordelspanner of oprolmechanisme van de gordel) in- of uitbouwt.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

LET OPHet onschadelijk maken en het als afval afvoeren van de airbags en gordelspanners is aan wettelijke voorschriften gebonden.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

88C-6

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid airbag

DIAGNOSEKAARTSysteem: Airbags en gordelspanners

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

N˚/Naam dealer/Land

Naam van de auto

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1192 Airbaglampje brandt

Ander Uw toelichting:

Omstandigheden van de storing

011 Bij contact aanzetten 004 af en toe 999 Bij het starten van de motor

005 rijdend

Ander Uw toelichting:

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 16Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Lezen met het diagnoseapparaat (identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Airbag en gordelspanners

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratie nummer

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Specifieke informatie van het systeem

Kilometerstand auto bij de eerste optreden van de klacht:

Frequentie van het optreden van de klacht:

Na hoeveel tijd na het starten van de motor?:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen?

Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies? CANBedradingStoelen

InstrumentenpaneelACCUAnders:

Draaibare doorvoerZekering

Uw toelichting:

FD 16Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88CAIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIE (voorste deel)

Frontale airbags en zijairbags (zijruit + borstkas) en gordelspanners (voor + achter)

Correcte waarde van de isolatie: indicatie ≥ 100 h of 9999 knippert.

1: Naar bedrading achter

A Centrale rekeneenheidB BestuurdersstoelC PassagiersstoelD Gordelspanner schoudergordelE Ontsteker frontale airbag bestuurderG Ontsteker frontale airbag passagierH Ontsteker zijairbag borstkas voorI Gordelspanner heupgordel

J/K Ontstekers zijruitairbagsL/M Ontstekers zijairbags borstkas achterN/O Pyrotechnische oprolmechanismes achter

CT Draaibare doorvoer

P + 12 V / Massa / Controlelampje / Diagnoselijnen / Opname elementen / Uitschakelsleutel / Multiplexnetwerk

FRONTALE AIRBAGS

Meetpunt Correcte waarde

Bestuurder C0, C2 en C4 1,5 tot 7,1 Ω

Passagier C0, C2 en C4 1,5 tot 4,4 Ω

ZIJAIRBAGS EN GORDELSPANNERS

Meetpunt Correcte waarde

C0, C1 en C3 1,5 tot 4,4 Ω

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

88C-9

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-10

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIE (achterste deel)

Correcte waarde van de isolatie: indicatie ≥ 100 h of 9999 knippert.

A Centrale rekeneenheidB BestuurdersstoelC PassagiersstoelD Gordelspanner schoudergordelE Ontsteker frontale airbag bestuurderG Ontsteker frontale airbag passagierH Ontsteker zijairbag borstkas voorI Gordelspanner heupgordel

J/K Ontstekers zijruitairbagsL/M Ontstekers zijairbags borstkas achterN/O Pyrotechnische oprolmechanismes achter

CT Draaibare doorvoer

P + 12 volt / Massa / Controlelampje / Diagnoselijnen / Opname elementen / Uitschakelsleutel / Multiplexnetwerk

FRONTALE AIRBAGS

Meetpunt Correcte waarde

Bestuurder C0, C2 en C4 1,5 tot 7,1 Ω

Passagier C0, C2 en C4 1,5 tot 4,4 Ω

ZIJAIRBAGS EN GORDELSPANNERS

Meetpunt Correcte waarde

C0, C 1 en C3 1,5 tot 4,4 Ω

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-11

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DEFINITIE VAN DE ONTSTEKINGSLIJNEN:

L1 : Circuit gordelspanner heupgordel bestuurder. (kabel K van B53)

L2 : Circuit gordelspanner heupgordel passagier. (kabel L van B53)

L3 : Circuit gordelspanner schoudergordel aan bestuurderskant. (kabel B of C van B53)

L4 : Circuit gordelspanner schoudergordel aan passagierskant. (kabel E of F van B53)

L5 : Circuit frontale airbag passagier circuit 1 (kabel O van B53)

L6 : Circuit frontale airbag passagier circuit 2 (kabel P van B53)

L7 : Circuit frontale airbag bestuurder circuit 1 (kabel M van B53)

L8 : Circuit frontale airbag bestuurder circuit 2 (kabel N van B53)

L9 : Circuit zijruitairbag bestuurderskant. (kabel S van B53)

L10 : Circuit zijruitairbag passagierskant. (kabel T van B53)

L11 : Circuit zijairbag borstkas bestuurder. (kabel Q van B53)

L12 : Circuit zijairbag borstkas passagier. (kabel R van B53)

L13 : Circuit zijairbag borstkas achter aan bestuurderskant. (kabel W van B53)

L14 : Circuit zijairbag borstkas achter aan passagierskant. (kabel X van B53)

N.B.:De circuits van de ontstekers die niet aanwezig zijn op de auto worden aangegeven met CO na het vervangen van de rekeneenheid (standaard configuratie "met alle ontstekingslijnen aanwezig").Configureer de werkelijk op de auto aanwezige ontstekingslijnen met het diagnoseapparaat (let op: de configuraties van de ontstekers op de CLIP gebeuren op 2 schermen).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Werking van het systeem 88C

88C-12

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Werking van het systeem

De belangrijkste functie van de rekeneenheid ACU 3 is het activeren, bij een hevige botsing, van de bevestigingssystemen, zoals de gordelspanners de pyrotechnische oprolmechanismes, de frontale airbags en zijairbags, afhankelijk van de configuratie van het systeem.

De frontale airbags van bestuurder en passagier voor zijn adaptief (2 ontstekers).

Schakelaar aanwezig voor het vergrendelen van de airbags van de passagier.

Twee verschillende niveaus van botsingen worden op het CAN uitgezonden– bij niveau 1 worden de portieren ontgrendeld en de alarmknipperlichten ingeschakeld,– bij niveau 2 wordt bovendien de brandstofpomp uitgeschakeld naast de acties van niveau 1.

Bijzonderheid van de werking van de schakelaar van de airbags

De passagiersairbag kan worden uitgeschakeld bij draaiende motor met een rijsnelheid lager dan 7 km/u.

Als de schakelaar wordt omgezet boven 7 km/u, verandert de staat van het systeem niet ten opzichte van de staat die het had voor het overschrijden van de snelheidsdrempel, maar het waarschuwingslampje gaat branden en DF193 wordt in het geheugen geregistreerd. Als de informatie van de snelheid niet beschikbaar is, is de verandering de staat van de schakelaar verboden.

De twee lampjes zijn voortaan niet verbonden en de informatie van de staat van de passagiersairbag blijft vastgehouden tijdens het branden van het waarschuwingslampje van de airbag.

N.B.:De gordelspanner schoudergordel voor bestuurder en het oprolmechanisme achter aan bestuurderskant zijn in serie geschakeld.De gordelspanner schoudergordel voor passagier en het oprolmechanisme achter aan passagierskant zijn in serie geschakeld.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Aansluitingen rekeneenheid 88C

88C-13

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Aansluitingen rekeneenheid

75-polige stekker

Omschrijving Aansl. Aansl. Omschrijving

Niet in gebruik 1 29 + Gordelspanner heupgordel passagier

+ Gordelspanner schoudergordel bestuurder.

2 30 + na contact

- Pyrotechnisch oprolmechanisme achter bestuurderskant

3 31 Massa

- Gordelspanner schoudergordel passagier.

4 32 Niet in gebruik

- Pyrotechnisch oprolmechanisme achter passagierskant

5 33 Niet in gebruik

Niet in gebruik 6 34 Diagnoselijn K

Niet in gebruik 7 35 - Stuurwielairbag circuit 1

Niet in gebruik 8 36 + Stuurwielairbag circuit 2

Niet in gebruik 9 37 - Frontale passagiersairbag circuit 1

Niet in gebruik 10 38 + Frontale passagiersairbag circuit 2

Niet in gebruik 11 39 - Schakelaar uitschakelen airbag

Niet in gebruik 12 40 Niet in gebruik

Niet in gebruik 13 41 - Zijairbag borstkas voor, bestuurder

Niet in gebruik 14 42 + Zijairbag borstkas voor, passagier

Niet in gebruik 15 43 - Zijruitairbag bestuurderskant

Niet in gebruik 16 44 + Zijruitairbag passagierskant

Niet in gebruik 17 45 + Crash sensor zijkant bestuurderskant

Niet in gebruik 18 46 + Crash sensor zijkant passagierskant

Niet in gebruik 19 47 Niet in gebruik

Niet in gebruik 20 48 Niet in gebruik

Niet in gebruik 21 49 - Zijairbag borstkas achter bestuurderskant

Niet in gebruik 22 50 + Zijairbag borstkas achter passagierskant

Niet in gebruik 23 51 + Pyrotechnisch oprolmechanisme achter bestuurderskant

Niet in gebruik 24 52 - Pyrotechnisch oprolmechanisme achter passagierskant

Niet in gebruik 25 53 + Gordelspanner heupgordel bestuurder

- Gordelspanner schoudergordel bestuurder.

26 54 - Gordelspanner heupgordel passagier

+ Gordelspanner schoudergordel passagier.

27 55 Verbinding rekeneenheid blokkeren oprolmechanismes stoelen

- Gordelspanner heupgordel bestuurder 28 56 + Opname element stand bestuurdersstoel

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Aansluitingen rekeneenheid 88C

88C-14

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

75-polige stekker (vervolg)

Omschrijving Aansl. Aansl. Omschrijving

+ Opname element aanwezigheid passagier

57 58 CAN H

CAN L 59 60 + Stuurwielairbag circuit 1

- Stuurwielairbag circuit 2 61 62 + Frontale passagiersairbag circuit 1

- Frontale passagiersairbag circuit 2 63 64 + Schakelaar uitschakelen airbag

Niet in gebruik 65 66 + Zijairbag borstkas voor, bestuurder

- Zijairbag borstkas voor, passagier 67 68 + Zijruitairbag bestuurderskant

- Zijruitairbag passagierskant 69 70 - Crash sensor zijkant bestuurderskant

- Crash sensor zijkant passagierskant 71 72 Niet in gebruik

Niet in gebruik 73 74 + Zijairbag borstkas achter bestuurderskant

- Zijairbag borstkas achter passagierskant 75

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Vervangen van organen 88C

88C-15

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Vervangen van organen

Vervangen van een element van het systeem:

Maak altijd de accu los voordat u een pyrotechnisch element van het systeem (airbagmodule, gordelspanner of oprolmechanisme van de gordel) in- of uitbouwt.

Vervangen van de rekeneenheid van de airbag

VOORDAT U DE REKENEENHEID GAAT VERVANGEN MOET U BESLIST CONTACT OPNEMEN MET DE TECHNISCHE HELPDESK.

Om een analyse van het defect van de geretourneerde rekeneenheid mogelijk te maken, mag beslist niet het commando RZ001 "Wissen van het storingsgeheugen" worden gebruikt als DF001 "Rekeneenheid" aanwezig of in het geheugen is.

Het magazijn levert de airbagrekeneenheid in vergrendelde staat (alle uitgangen naar de ontstekers zijn afgesloten), zodat er geen ongelukken bij het aansluiten kunnen gebeuren.

De "vergrendeling" wordt aangegeven door het oplichten van het waarschuwingslampje airbag op het instrumentenpaneel (DF034 aanwezig).

Bij het vervangen van een airbagrekeneenheid, gaat u als volgt te werk:– controleer of het contact uit staat,– vervang de rekeneenheid,– wijzig indien nodig, de configuratie van de rekeneenheid (zie N.B.),– stel de plaats van net stuurwiel in via het commando CF291,– schrijf het VIN in de rekeneenheid met behulp van het diagnoseapparaat met het commando VP010 "Schrijven

van het VIN".– zet het contact uit,– voer een controle uit met het diagnoseapparaat,– schrijf de datum van de werkzaamheden met behulp van het diagnoseapparaat met commando VP008 "Schrijven

datum laatste werkzaamheden" ,– alleen als er geen storing wordt aangegeven door het diagnoseapparaat, ontgrendelt u de rekeneenheid met het

diagnoseapparaat (anders dan DF034),– constateer of het lampje uit is.

N.B.:De circuits van de ontstekers die niet aanwezig zijn op de auto worden aangegeven met CO na het vervangen van de rekeneenheid (standaard configuratie "met alle ontstekingslijnen aanwezig").Daarom moeten de werkelijk op de auto aanwezige ontstekingslijnen worden geconfigureerd met het diagnoseapparaat (let op : de configuraties van de ontstekers op de CLIP gebeuren op 2 schermen).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Configuratie/Inlezen 88C

88C-16

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Configuratie/Inlezen

COMMANDO'S

LEZEN VAN DE CONFIGURATIE

– LC034: Type autoMet dit commando kan worden gecontroleerd of de rekeneenheid die in de auto is gemonteerd wel overeenkomt met het type van de auto.

– LC088: Plaats van het stuurwiel.Met dit commando kan worden gecontroleerd of de plaats van het stuurwiel correct is geconfigureerd.Als de configuratie ontbreekt, gebruikt u het commando CF291 "Plaats stuurwiel" voor het configureren.

CONFIGURATIE

– CF291: Plaats van het stuurwiel.Met dit commando kan de plaats van het stuurwiel worden geconfigureerd (rechts stuur of links stuur).Voer beslist deze configuratie uit.

PARAMETRAGE

– VP006: Vergrendelen rekeneenheid.Gebruik dit commando elke keer dat er aan het systeem gewerkt wordt. Hiermee worden alle verbindingen naar de ontstekers uitgeschakeld.

– VP007: Ontgrendelen rekeneenheid.Met dit commando kan de rekeneenheid worden ontgrendeld (nieuwe rekeneenheid of na een vergrendeling).

– VP008: Schrijven datum laatste werkzaamheden.Met dit commando kan de datum van werkzaamheden in het systeem geschreven worden.

– VP010: Schrijven van het VIN.Met dit commando kan het VIN in de rekeneenheid geschreven worden.

SPECIFIEK COMMANDO

– SC004: Lezen van omstandigheden botsing.Gebruik dit commando bij het herstellen van de auto na een botsing. Met dit commando geeft de te vervangen rekeneenheid de lijst met ontstekingslijnen die vervangen moeten worden en de staat van het systeem op het moment van de botsing.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Configuratie/Inlezen 88C

88C-17

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

COMMANDO'S (vervolg)

SPECIFIEK COMMANDO(vervolg)

– SC005: Configuratie van de onderdelen van het systeem.Met dit commando kan de configuratie van de rekeneenheid worden aangepast aan de werkelijke uitrusting van de auto.

– SC008: Configuratie van de ontstekers.Met het commando van de configuratie van de ontstekers kan de configuratie van de rekeneenheid worden aangepast aan de werkelijke uitrusting van de auto.

ANDER COMMANDO

– RZ001: Storingsgeheugen.Met dit commando kunnen de storingen uit het geheugen van de rekeneenheid worden gewist.

LET OPDE CONFIGURATIE VAN DE ONTSTEKERS GEBEURT OP TWEE SCHERMEN (Gebruik de toets "volgende pagina" om naar het tweede scherm te gaan).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Overzicht van de storingen 88C

88C-18

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code Bijbehorende DTC Omschrijving in diagnoseapparaat

DF002 9042 Voedingsspanning rekeneenheid.

DF010 9040 Circuit waarschuwingslampje.

DF028 9041 Circuit controlelampje passagiersairbag.

DF034 907E Rekeneenheid vergrendeld.

DF039 9035 Circuit crash sensor zijkant bestuurder.

DF040 9036 Circuit crash sensor zijkant passagier.

DF060 9050 Multiplexnetwerk.

DF065 9031 Circuit opname element stand bestuurdersstoel.

DF066 900E Circuit zijairbag borstkas achter passagier.

DF067 900D Circuit zijairbag borstkas achter bestuurder.

DF068 900C Circuit zijairbag borstkas voor passagier.

DF069 900A Circuit zijruitairbag passagier.

DF070 9009 Circuit zijruitairbag bestuurderskant.

DF071 9008 Stuurwielairbag circuit 2.

DF072 9007 Stuurwielairbag circuit 1.

DF073 9004 Circuit gordelspanners sluiting passagierskant.

DF074 9006 Frontale passagiersairbag circuit 2.

DF075 9005 Frontale passagiersairbag circuit 1.

DF076 9003 Circuit gordelspanners sluiting bestuurderskant.

DF077 900B Circuit zijairbag borstkas voor bestuurder.

DF080 9001 Circuit gordelspanner heupgordel bestuurder.

DF091 9034 Circuit airbagschakelaar.

DF092 9037 Functie blokkeren oprolmechanismes voorstoelen.

DF094 t/m DF153 9081 t/m 90D2 Storing rekeneenheid.

DF187 9044 Configuratie ontstekingslijnen.

DF193 907C Verandering staat vergrendeling passagiersairbag.

DF194 907F Rekeneenheid moet vervangen worden wegens botsing.

DF242 907B Configuratie plaats van het stuurwiel.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-19

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Betekenis van de storingen

DF002 AANWEZIG

VOEDINGSSPANNING REKENEENHEID1.DEF : spanning buiten de tolerantie2.DEF : te veel micro-onderbrekingen

ADVIEZENBijzonderheden:Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel 1).

1.DEF2.DEF

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer de benodigde werkzaamheden uit om de juiste spanning van de voeding van de rekeneenheid te krijgen: 10,5 V ±±±± 0,1 < correcte spanning < 16 V ±±±± 0,1.

– Controleer de lading van de accu.– Controleer het laadstroomcircuit.– Controleer de bevestiging en de staat van de accupolen.– Controleer de massa van de rekeneenheid.– Staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid en vergrendeling.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF002P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-20

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF010AANWEZIG

CIRCUIT WAARSCHUWINGSLAMPJE STORING1.DEF : diagnose uitgevoerd door het instrumentenpaneel

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer de diagnose uit die bij de storing hoort in het diagnoseprogramma van het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF010P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-21

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF028AANWEZIG

CIRCUIT CONTROLELAMPJE PASSAGIERSAIRBAG1.DEF : diagnose uitgevoerd door het instrumentenpaneel

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer de diagnose uit die bij de storing hoort in het diagnoseprogramma van het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF028P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-22

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF034AANWEZIG

REKENEENHEID VERGRENDELD

ADVIEZENBijzonderheden:Ontgrendel een rekeneeheid beslist niet als andere storingen aanwezig zijn.

Geef met het diagnoseapparaat het commando VP007 "Ontgrendelen rekeneenheid" om de airbagrekeneenheid te ontgrendelen.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF034P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-23

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF039AANWEZIG

CIRCUIT OPNAME ELEMENT ZIJKANT BESTUURDERCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : geen communicatie2.DEF : verstoorde communicatie3.DEF : sensor defect

ADVIEZENBijzonderheden:Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

CC.01.DEF2.DEF

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Controleer of het opname element zijkant aan bestuurderskant correct is aangesloten en controleer de stekkerverbindingen.Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid (aansl. 45 en 70).Controleer de staat van de 75-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,...).Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Verlengblok B53 aansl. 70 – Verlengblok B53 aansl. 45

aansl. 1 stekker van het opname elementaansl. 2 stekker van het opname element

3.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vervang het opname element zijkant bestuurder.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het opname element zijkant bestuurder weer aan en zet het contact aan.Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF039P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-24

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF040AANWEZIG

CIRCUIT OPNAME ELEMENT ZIJKANT PASSAGIERCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : geen communicatie2.DEF : verstoorde communicatie3.DEF : sensor defect

ADVIEZENBijzonderheden:Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

CC.01.DEF2.DEF

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Controleer of het opname element zijkant aan bestuurderskant correct is aangesloten en controleer de stekkerverbindingen.Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid (aansl. 46 en 71).Controleer de staat van de 75-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,...).Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Verlengblok B53 aansl. 71 – Verlengblok B53 aansl. 46

aansl. 1 stekker van het opname elementaansl. 2 stekker van het opname element

3.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vervang het opname element zijairbag passagier.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het opname element zijkant bestuurder weer aan en zet het contact aan.Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF040P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-25

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF060AANWEZIG

MULTIPLEXNETWERK1.DEF : multiplexnetwerk2.DEF : rijsnelheid ongeldig3.DEF : rijsnelheid te hoog4.DEF : geen multiplexuitzending instrumentenpaneel5.DEF : geen multiplexuitzending ABS

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer de diagnose uit van het multiplexnetwerk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer opnieuw een controle uit met het diagnoseapparaat.

ABGACU3_V2C_DF060P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-26

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF065AANWEZIG

CIRCUIT OPNAME ELEMENT STAND BESTUURDERSSTOELCO : onderbrekingCC.0 : kortsluiting aan massaCC.1 : kortsluiting aan + 12 volt1.DEF : onder minimum waarde2.DEF : configuratie3.DEF : sensor defect

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF065 aanwezig is met minstens één van de storingen DF076, DF077, DF080, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden:Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel.

COCC.0CC.1

1.DEF

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Plaats de 75-polige adapter B53 en meet de weerstand tussen de aansluitingen 31 en 56, stoel naar voren en stoel naar achteren.

Stoel in voorste stand: weerstand ongeveer: 400 ohmsStoel in achterste stand: weerstand ongeveer: 100 ohms

Als de weerstanden correct zijn: controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel.Herstel indien nodig de aanwezige storingen.

Sluit de 28-polige controleadapter aan op de stoel, meet de weerstand tussen aansl. 9 en 13.

Is de gemeten waarde ongeveer 100 of 400 ΩΩΩΩ?

NA REPARATIE

Stuit de rekeneenheid en het opname element stand van de stoel weer aan, bouw de stoel in en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF065P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-27

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF065VERVOLG 1

NEE

JA

Controleer de aansluiting en de staat van de stekkerverbindingen van het opname element.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen tussen:

Verlengblok Aansl. 9Verlengblok Aansl. 13

Stekker van het opname elementStekker van het opname element

Als de controles correct zijn: vervang het opname element van de stand van de stoel.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 13 en 9) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 31 en 56).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Stuit de rekeneenheid en het opname element stand van de stoel weer aan, bouw de stoel in en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-28

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF065VERVOLG 2

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen.De rekeneenheid detecteert het opname element van de stand van de bestuurdersstoel, maar de rekeneenheid is geconfigureerd "ZONDER".

Verander de configuratie van de rekeneenheid met het commando SC005 "Configuratie van de elementen van het systeem".

3.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vervang het opname element van de positie van de bestuurdersstoel.

NA REPARATIE

Stuit de rekeneenheid en het opname element stand van de stoel weer aan, bouw de stoel in en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-29

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF066AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS ACHTER PASSAGIERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel X).

COCC

ADVIEZENBijzonderheden:Corrigeer de configuratie van de ontstekingslijnen als de auto niet uitgerust is met zijairbags achter.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijairbag borstkas achter passagier correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.

Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.

Vervang de zijairbag borstkas achter passagier als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.

Plaats de 75-polige adapter B53. Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel X van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 50 en 75).

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF066P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-30

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF066VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijairbag borstkas achter passagier als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.

Plaats de 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel X van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 50 en 75).

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-31

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF067AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS ACHTER BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel W).

COCC

ADVIEZENBijzonderheden:Corrigeer de configuratie van de ontstekingslijnen als de auto niet uitgerust is met zijairbags achter.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijairbag borstkas achter bestuurder correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.

Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.

Vervang de zijairbag borstkas achter bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.

Plaats de 75-polige adapter B53. Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel W van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 49 en 74).

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter bestuurderskant onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF067P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-32

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF067VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijairbag borstkas achter bestuurder als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.

Plaats de 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel W van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 49 en 74).

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter bestuurder onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-33

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF068AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS VOOR PASSAGIERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF068 en DF073 aanwezig zijn, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel R) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel C).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel R van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel C van de adapter.

Is de gemeten waarde correct?

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor passagierskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF068P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-34

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF068VERVOLG 1

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 28 en 14).

Maak de passagiersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Meet vervolgens de weerstand op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

passagierskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de punten

C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor passagierskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-35

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Betekenis van de storingen

DF068VERVOLG 2

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel R van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Sluit de 28-polige adapter aan op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28).

Maak de passagiersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule, sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker en meet opnieuw de weerstand van de bij de storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

passagierskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de

punten C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor passagierskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbag van de passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-36

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF069AANWEZIG

CIRCUIT ZIJRUITAIRBAG PASSAGIERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel T) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel B).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag passagier correct is aangesloten (achter de bevestigingsplaat van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.

Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.

Vervang de zijruitairbag passagier als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 5 en 6). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.

Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 5 en 6) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 44 en 69).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbag aan passagierskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF069P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-37

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF069VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag passagier correct is aangesloten (achter de bevestigingsplaat van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.

Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.

Vervang de zijruitairbag aan passagierskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 5 en 6). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.

Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 5 en 6) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 44 en 69).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1).

Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbag aan passagierskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-38

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF070AANWEZIG

CIRCUIT ZIJRUITAIRBAG BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel S) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel A).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag aan bestuurderskant correct is aangesloten. (achter de bevestiging van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijruitairbag aan bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 1 en 2). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.

Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 1 en 2) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 43 en 68).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbag aan bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule bestuurderskant onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF070P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-39

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF070VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag aan bestuurderskant correct is aangesloten. (achter de bevestiging van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag aan bestuurderskant en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijruitairbag aan bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 1 en 2). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.

Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1). Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 1 en 2) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 43 en 68).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1).

Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbag aan bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule bestuurderskant onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-40

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF071AANWEZIG

CIRCUIT 2 FRONTALE AIRBAG BESTUURDERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel N) en de 10-polige adapter Elé. 1617 voor werkzaamheden aan de draaibare doorvoer (kabel A).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit.Controleer of het correct is aangesloten.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de frontale bestuurdersairbag als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Contact uit, maak de stekker los van de draaibare doorvoer onder het stuurwiel en sluit hem weer aan.Repareer de stekkerverbindingen als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet langer aanwezig verklaard).

Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 9 en 10).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 36 en 61).

Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel N van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale bestuurdersairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale airbag bestuurder onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF071P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-41

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF071 VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit.Controleer de staat van de ontstekingskabels.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers. Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 (aansl. 9 en 10). Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 36 en 61).

Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel N van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale airbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale airbag bestuurder onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-42

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF072AANWEZIG

CIRCUIT 1 FRONTALE AIRBAG BESTUURDERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel M) en de 10-polige adapter Elé. 1617 voor werkzaamheden aan de draaibare doorvoer (kabel B).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit.Controleer of het correct is aangesloten.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de frontale bestuurdersairbag als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Contact uit, maak de stekker los van de draaibare doorvoer onder het stuurwiel en sluit hem weer aan.Repareer de stekkerverbindingen als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet langer aanwezig verklaard).

Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 6 en 7).Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 35 en 60).

Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel M van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale airbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale bestuurdersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF072P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-43

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF072VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit.Controleer de staat van de ontstekingskabels.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers.Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 6 en 7).eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 35 en 60).

Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel M van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale airbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale bestuurdersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-44

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF073AANWEZIG

CIRCUIT GORDELSPANNER SCHOUDERGORDEL PASSAGIERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Als DF073 en DF068 aanwezig zijn, begin dan de diagnose vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden:De gordelspanner van de sluiting van de voorpassagiersstoel heeft standaard bedrading met het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant.Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel E of F) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel A).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact af en controleer of de ontsteker van de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van de gordelspanner en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Zet het contact af en controleer of de ontsteker van het pyrotechnisch oprolmechanisme achter aan passagierskant correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van het oprolmechanisme en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansluitingen 4, 5, 27 en 52).

Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel F van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Raadpleeg de volgende bladzijde

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner en het oprolmechanisme onschadelijk als die zijn vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF073P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-45

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF073VERVOLG 1

Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel E van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel (C0/C3).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1). Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 4 en 27).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner en het oprolmechanisme onschadelijk als die zijn vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-46

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF073VERVOLG 2

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansluitingen 4, 5, 27 en 52).Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel F van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel E van de adapter.Als de gemeten weerstand niet correct is: bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.

Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 4 en 27).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner en het oprolmechanisme onschadelijk als die zijn vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-47

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF074AANWEZIG

CIRCUIT 2 FRONTALE AIRBAG PASSAGIERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel P) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel B).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 5 en 6) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter.Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 38 en 63).

Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel P van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de passagiersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF074P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-48

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF074VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 5 en 6) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter.eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 38 en 63).

Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel P van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de passagiersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-49

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF075AANWEZIG

CIRCUIT 1 FRONTALE PASSAGIERSAIRBAGCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel O) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel A).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 1 en 2) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 37 en 62).

Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel O van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de passagiersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF075P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-50

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF075VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 1 en 2) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter (punt C2 aansl. 1 en 2).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2, C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 32 en 67).

Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel O van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2) .Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de passagiersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

DF076 AANWEZIG

CIRCUIT GORDELSPANNER SCHOUDERGORDEL BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Als DF076 aanwezig is met ten minste één van de storingen DF065, DF077, DF080, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden:De gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurder is in serie geschakeld met het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant.Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel B of C) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel A).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact af en controleer of de ontsteker van de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van de gordelspanner en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Zet het contact af en controleer of de ontsteker van het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van het oprolmechanisme en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Raadpleeg de volgende bladzijde

88C-51

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF076P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-52

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF076VERVOLG 1

Sluit de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan.Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 2, 3, 26 en 51).

Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel C van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel (C0/C3).

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1). Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter.

Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 2 en 26).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-53

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF076VERVOLG 2

CC.1

CC.0ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 2, 3, 26 en 51). Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter.Als de gemeten weerstand niet correct is: bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.

Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 2 en 26).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-54

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF077AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS VOOR BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Als DF077 aanwezig is met ten minste één van de storingen DF065, DF076, DF080, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel Q) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel C).

COCC

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel Q van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel.Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel C van de adapter.

Is de gemeten waarde correct?

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF077P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

DF077VERVOLG 1

NEE

88C-55

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28). Maak de bestuurdersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Meet vervolgens de weerstand op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

bestuurderskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de

punten C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-56

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF077VERVOLG 2

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel Q van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.

Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28).

Maak de bestuurdersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule, sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker en meet opnieuw de weerstand van de bij de storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

bestuurderskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de

punten C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-57

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF080 AANWEZIG

CIRCUIT GORDELSPANNER HEUPGORDEL BESTUURDERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Als DF080 aanwezig is met ten minste één van de storingen DF065, DF076, DF077, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel K) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel B).

CO

CCADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de gordelspanner van de heupgordel van de bestuurdersstoel correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de heupgordelspanner van de bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de gordelspanner van de heupgordel van de bestuurdersstoel als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel K van de adapter.

Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 28 en 53).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 7 en 21). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker en de heupgordelspanner van de bestuurder (C1 en C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 75-polige stekker van de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0 /C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de gordelspanner weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF080P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-58

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF080VERVOLG

CC.1CC.0

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel K van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 28 en 53).

Als de gemeten weerstand niet correct is: bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 7 en 21).Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker en de heupgordelspanner van de bestuurder (C1 en C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 75-polige stekker van de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de gordelspanner weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-59

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF091AANWEZIG

CIRCUIT AIRBAGSCHAKELAARCO : onderbrekingCC.0 : kortsluiting aan massaCC.1 : kortsluiting aan + 12 volt1.DEF : onder minimum waarde2.DEF : configuratie3.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.

COCC.0CC.1

1.DEF

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid.Controleer de staat van de 75-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,...).

Controleer of het airbagcontactslot correct is aangesloten en controleer de stekkerverbindingen.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Verlengblok B53 aansl. 39 Aansl. 3 stekker airbagcontactslot– Verlengblok B53 aansl. 64 Aansl. 6 stekker airbagcontactslot

Vervang de stekker van het airbagschakelaar als de storing aanhoudt.

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen.De rekeneenheid detecteert de airbagschakelaar maar de rekeneenheid is geconfigureerd "Zonder".

Verander de configuratie van de rekeneenheid met het commando SC005 "Configuratie van de elementen van het systeem".

Correcte configuratie : Met "Vergrendeling passagiersairbag door sleutel".

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het airbagschakelaar weer aan en zet het contact van de auto aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF091P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-60

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF091VERVOLG

3.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vervang het airbagcontactslot.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het airbagschakelaar weer aan en zet het contact van de auto aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-61

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF092AANWEZIG

FUNCTIE BLOKKEREN OPROLMECHANISMES VOORSTOELENCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massaCC.1 : kortsluiting aan + 12 volt1.DEF : configuratie

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid en de 12-polige adapter Elé. 1645 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid BIS.

CO.0 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid, maak de stekker los van de rekeneenheid BIS, controleer de stekkerverbindingen en plaats het 12-polige verlengblok Elé. 1645.

Controleer de + na contact op aansl. 3 en massa op aansl. 1.

Controleer de isolatie tussen deze twee verbindingen.

Controleer de staat van aansl. 8 op de stekker van de rekeneenheid BIS.

Sluit de stekker van de rekeneenheid BIS weer aan.

Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de staat van deze stekkerverbindingen. Plaats de 75-polige adapter B53.

Controleer/herstel de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Rekeneenheid airbag aansl. 55 Aansl. 8 van rekeneenheid BIS

Indien de verbinding defect is, vervang de kabelbundel tussen de rekeneenheid van de airbag en de rekeneenheid BIS.

Controleer met behulp van het 12-polige verlengblok Elé. 1645 of de weerstand van de oprolmechanismes tussen aansl. 5 en 6 voor de passagierskant en 11 en 12 voor de bestuurderskant ongeveer 47,5 ΩΩΩΩ ±±±± 5 is.

Is de weerstand correct?

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid van de airbag en de rekeneenheid BIS weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF092P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-62

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF092VERVOLG 1

JA

NEE

Controleer opnieuw de staat van de stekker van de rekeneenheid BIS.

Als de storing aanhoudt, vervang de rekeneenheid BIS.

Bouw de stoel, die de verkeerde weerstand heeft, uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 6 en 27).

Plaats de 28-polige adapter op de stoel op punt C1)

Meet de weerstand van het oprolmechanisme van de stoel tussen aansl. 6 en 27 van het verlengblok.

* De weerstand is ongeveer 47,5 ΩΩΩΩ ±±±± 5: vervang de kabelbundel tussen de rekeneenheid BIS en de 28-polige stekker onder de stoel.

* De weerstand is niet ongeveer 47,5 ΩΩΩΩ ±±±± 5: maak de stoel kaal en controleer of de kabelbundel van het oprolmechanisme correct is aangesloten.

Als de kabelbundel correct is aangesloten, meet dan de weerstand rechtstreeks op de motor van het oprolmechanisme.

– De weerstand is niet ongeveer 47,5 ΩΩΩΩ ±±±± 5: vervang het oprolmechanisme van de stoel.

– * De weerstand is ongeveer 47,5 ΩΩΩΩ ±±±± 5: vervang de kabelbundel tussen de 28-polige stekker en het oprolmechanisme van de stoel.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid van de airbag en de rekeneenheid BIS weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-63

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF092VERVOLG 2

CC.1 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid, maak de stekker los van de rekeneenheid BIS, controleer de stekkerverbindingen en plaats de 12-polige adapter.

Controleer de + na contact op aansl. 3 en massa op aansl. 1.

Controleer de isolatie tussen deze twee verbindingen.

Controleer de staat van aansl. 8 op de stekker van de rekeneenheid BIS.

Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de staat van deze stekkerverbindingen. Plaats de 75-polige adapter B53.

Controleer/herstel de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:– Rekeneenheid airbag aansl. 55 Aansl. 8 van rekeneenheid BIS

Indien de verbinding defect is, vervang de kabelbundel tussen de rekeneenheid van de airbag en de rekeneenheid BIS.

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen. De rekeneenheid detecteert een verbinding met de rekeneenheid BIS, maar de rekeneenheid is geconfigureerd zonder.

Verander de configuratie van de rekeneenheid met het commando SC005 "Configuratie van de elementen van het systeem".

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid van de airbag en de rekeneenheid BIS weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-64

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF094 t/m DF153 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

STORING REKENEENHEID

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Geen

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-65

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF187AANWEZIG

CONFIGURATIE ONTSTEKINGSLIJNEN

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen. De rekeneenheid heeft een element waargenomen waarvoor hij niet is geconfigureerd

Verander de configuratie van de rekeneenheid met het commando SC008 "Configuratie van de ontstekers". (Let op de configuratie van de ontstekers gebeurt op 2 schermen).

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF187P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-66

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF193IN GEHEUGEN

VERANDERING STAAT VERGRENDELING PASSAGIERSAIRBAG

ADVIEZEN

Bijzonderheden:de rekeneenheid slaat deze storing op in het geheugen, en laat het lampje op het instrumentenpaneel branden als de stand van de sleutel verandert (actie van de gebruiker of storing in de schakelaar) terwijl de auto sneller dan 7 km/u rijdt.

Wis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid.

Zet het contact weer aan en controleer of de storing niet meer aanwezig is.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF193M ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-67

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF194AANWEZIG

REKENEENHEID MOET VERVANGEN WORDEN WEGENS BOTSING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voor het uitvoeren van de nodige reparaties :– Gebruik het commando SC004 "Lezen omstandigheden botsing" voor het vervangen van alle op het

moment van de botsing aangestuurde onderdelen (zie Vervangen van organen).

NA REPARATIE Geen

ABGACU3_V2C_DF194P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-68

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C

DF242AANWEZIG

CONFIGURATIE PLAATS VAN HET STUURWIEL

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Deze storing betekent dat de plaats van het stuurwiel niet is geconfigureerd.

Configureer de rekeneenheid via het commando CF291 "Plaats stuurwiel".

Lees de configuratie van de plaats van net stuurwiel via het commando LC088 "Plaats stuurwiel" in de rubriek "lezen configuratie".

NA REPARATIE Geen

ABGACU3_V2C_DF242P ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Conformiteitscontrole 88C

88C-69

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Conformiteitscontrole

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.

Volgor-de Functie

Parameter, Staat controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen Diag

1Communicatie

diagnoseapparaat- ZOEKSCHEMA 1Airbag ACU 3

2Conformiteit

rekeneenheidLezen van de configuratie

LC034 "Autotype"ZONDERVELSATIS ph II

3Configuratie

rekeneenheid

Gebruik van de commando's:

SC008 "Configuratie van de ontstekers".

SC005 "Configuraties van de onderdelen van

het systeem".

Controleer of de configuratie van de rekeneenheid, die in de kolom "Actueel" wordt aangegeven, overeenkomt

met de auto.

ZONDER

CF291 "Plaats van het stuurwiel".

Controleer of de configuratie van de rekeneenheid die

wordt aangegeven door het lezen van de configuratie

LC088 overeenkomt met de auto.

4

Werking van het lampje

Controle van de initialisatie van de

rekeneenheid

Contact aan.

Gedurende 3 secondes oplichten van het

waarschuwingslampje bij het aanzetten van het contact

Bij een pro-bleem, raad-

pleeg de betekenis van

de storing DF010 "Circuit

waarschu-wingslampje".

ABGACU3_V2C_CCONF ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERS

88C

88C-70

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2CDiagnose - Overzicht van de staten en parameters

van het systeem

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET072 Controlelampje staat passagiersairbag aangestuurd.

ET073 Rekeneenheid vergrendeld door het gereedschap

ET074 Waarschuwingslampje storing aangestuurd.

ET075 Waarschuwingslampje aangestuurd na botsing.

ET079 Blokkeren van de oprolmechanismes voor is defect

ET083 Stand bestuurdersstoel.

ET084 Ontsteking van alle ontstekers.

ET085 Schakelaar uitschakelen airbag.

ET102 Passagiersairbag vergrendeld.

ET166 Contact autogordel passagier.

ET167 Aanwezigheid passagier gedetecteerd.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERS

88C

88C-71

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2CDiagnose - Overzicht van de staten en parameters

van het systeem

De impedantie van de verbinding naar de ontsteker of het opname element is 99,9 ΩΩΩΩ als het onderdeel is losgemaakt of niet door de rekeneenheid wordt beheerd.

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR003 Aantal botsingen.

PR086 Aantal van wissen.

PR100 Spanning lijn blokkeren oprolmechanismes voor

PR104 Impedantie opname element bestuurdersstoel.

PR105 Impedantie lijn 1 (Circuit gordelspanner heupgordel bestuurder).

PR106 Impedantie lijn 2 (Circuit gordelspanner heupgordel passagier).

PR107 Impedantie lijn 3 (Circuit gordelspanner schoudergordel bestuurderskant).

PR108 Impedantie lijn 4 (Circuit gordelspanner schoudergordel passagierskant).

PR109 Impedantie lijn 5 (Circuit frontale airbag passagier circuit 1).

PR110 Impedantie lijn 6 (Circuit frontale airbag passagier circuit 2).

PR111 Impedantie lijn 7 (Circuit frontale airbag bestuurder circuit 1).

PR112 Impedantie lijn 8 (Circuit frontale airbag bestuurder circuit 2).

PR113 Impedantie lijn 9 (Circuit zijruitairbag bestuurderskant).

PR114 Impedantie lijn 10 (Circuit zijruitairbag passagierskant).

PR115 Impedantie lijn 11 (Circuit zijairbag borstkas voor, bestuurder).

PR116 Impedantie lijn 12 (Circuit zijairbag borstkas voor, passagier).

PR117 Impedantie lijn 13 (Circuit zijairbag borstkas achter bestuurderskant).

PR118 Impedantie lijn 14 (Circuit zijairbag borstkas achter passagierskant).

PR122 Impedantie circuit opname element vergrendeling.

ACU3 X73II vdiag2C 1.0

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Zoekschema's 88C

88C-72

AIRBAG ACU3

Vdiag : 2C Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 GEEN COMMUNICATIE MET DE AIRBAGREKENEENHEID

ADVIEZENBijzonderheid: Zie "Inleiding, verloop" voor het inschakelen van + na contact geforceerd voor de diagnose van een rekeneenheid.

Controleer het diagnoseapparaat door dit aan te sluiten op de rekeneenheid van een andere auto. Als het diagnoseapparaat in orde is en er met geen enkele andere rekeneenheid van de auto gecommuniceerd kan worden, is het mogelijk dat een defecte rekeneenheid de diagnoselijn K verstoort. Maak de verschillende rekeneenheden één voor één los om de defecte rekeneenheid te lokaliseren.Controleer de accuspanning en voer de nodige werkzaamheden uit om de spanning op de juiste waarde te krijgen (10,5 V < U accu < 16 V).

Controleer de voedingszekering van de airbagrekeneenheid.

Controleer de aansluiting van de stekker van de rekeneenheid en de staat van deze stekkerverbindingen.

Controleer de voeding van de rekeneenheid:– Maak de stekker los van de rekeneenheid en plaats de 50-polige adapter B53 (kabel 1).– Controleer en herstel de + na contact tussen de aansluitingen gemerkt massa en + na contact.

Controleer de voeding van de diagnoseaansluiting:– + voor contact op aansl. 16 .– + na contact op aansl. 1.– Massa op aansl. 4 en 5.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbindingen tussen de airbagrekeneenheid en de diagnoseaansluiting:

– Tussen aansluiting K en aansl. 7 van de diagnoseaansluiting.

Als er na deze controles nog steeds geen communicatie is, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de communicatie tot stand is gekomen, behandelt u de eventueel aangegeven storingen.

ABGACU3_V2C_ALP1 ACU3 X73II vdiag2C 1.0