Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal...

29
Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum 1 Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum ZELDENRUST VROM-Advies & Projectmanagement 29-07-2014 versie 2

Transcript of Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal...

Page 1: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

1

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

ZELDENRUST VROM-Advies & Projectmanagement 29-07-2014 versie 2

Page 2: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

2

INHOUD

I Algemeen 1.1 Inleiding………………………………………………………………. Blz. 3 1.2 Ligging plangebied…………………………………………………. Blz. 3 1.3 Beschrijving initiatief………………………………………………… Blz. 4 II Provinciaal en gemeentelijk beleid 2.1 Rijksbeleid…………………………………………………………… Blz. 4 2.2 Provinciaal beleid…………………………………………………… Blz. 5 2.3 Gemeentelijk beleid………………………………………………… Blz. 6 III Omgevingsaspecten 3.1 Bedrijven en milieuzonering……………………………………….. Blz. 7 3.2 Bodem………………………………………………………………… Blz. 8

3.3 Water……………….…………………………………………….…… Blz. 9

3.4 Ecologie……………………………………………….……………… Blz. 9

3.5 Archeologie en cultuurhistorie…………………………………….. Blz. 11

3.6 Luchtkwaliteit…………………………………………………………. Blz. 13

3.7 Externe veiligheid…………………………………….……………… Blz. 14

3.8 Landschappelijke inpassing………………………………………… Blz. 14

IV Afweging en conclusies………………………………………….. Blz. 16 V Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid……… Blz. 17 BIJLAGEN: I Bronvermelding…………………………………………… Blz. 18 II Wetterskip Fryslân……………………………………… Blz. 19 III Situatieschets nieuwe situatie…………………………… Blz. 20 IV De Nije Pleats aanbeveling……………………………… Blz. 21 V Overzicht watercompensatie ……..…………………….. Blz. 22 VI Wetterskip advies ……………………………………….. Blz. 24 VII Aagro-stacks berekening……………………………………. Blz. 28

Page 3: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

3

I ALGEMEEN

1.1 Inleiding

De Maatschap T.J. Hettinga en T. Grijpma in Arum, Monnikeweg 2(verder: maatschap),

heeft plannen laten ontwikkelen voor het perceel Monnikeweg 2 te Arum. Plannen die

voorzien in de nieuwbouw van een ligboxenstal.

In de brief van 9 december 2013 laat de gemeente Súdwest-Fryslân weten in principe

haar medewerking te willen verlenen aan dit bouwplan, dit ofschoon het bestaande

bestemmingsvlak wordt overschreden. De gemeente is positief aangezien de nieuw te

bouwen ligboxenstal gesitueerd is in lijn met de huidige bebouwing en binnen een

denkbeeldige rechthoek van gebouwen.

Medewerking kan worden verleend door middel van het voeren van een uitgebreide

omgevingsvergunning procedure. Voorwaarde daarbij is dat uit een ruimtelijke

onderbouwing blijkt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

1.2 Ligging plangebied

De locatie Monnikeweg 2 te Arum bevindt zich in het buitengebied en maakt deel uit van

het open weidegebied gelegen tussen Arum en Achlum. De ligging van de locatie staat

weergegeven in figuur 1.

Figuur 1. Locatie Monnikeweg 2 Arum. Bron: Google Maps.

Dorpskom Arum

Page 4: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

4

1.3 Beschrijving initiatief

Ook de komende jaren moet sprake kunnen zijn van een bedrijfseconomisch

verantwoorde bedrijfsvoering. Vandaar dat de maatschap met het oog op de continuïteit

gekozen heeft voor de nieuwbouw van een ligboxenstal. Naast genoemde reden liggen

er meer motieven aan de nieuwbouw ten grondslag. De praktijk heeft namelijk

aangetoond dat de oude ligboxenstallen verschillende nadelen opleveren wegens

ruimtegebrek en onvoldoende ventilatiemogelijkheden. Zo lopen de klauwgezondheid

en de vruchtbaarheid achteruit en gaat het melken door de wat onpraktische indeling

per melkbeurt teveel tijd kosten. En vermindert de melkproductie per koe.

En niet onbelangrijk is ook de afschaffing van het melkquota, hetgeen er toe leidt dat

veel Nederlandse melkveehouders evenals de maatschap investeren in nieuwbouw.

Door deze ontwikkeling is de melkproductie in Nederland over 2013 al met bijna

4 procent gegroeid.

De algemene verwachting is dat de productie van melk in Europa verschuift van

zuidoost naar noordwest Europa. De melkveehouderij gaat in landen als Roemenië en

Bulgarije in hoog tempo achteruit: minder dan de helft van het melkquotum wordt daar

nog gebruikt. Het aantal koeien bedraagt thans circa 75. In de nieuwe situatie zal dat

aantal groeien naar circa 160 koeien(melk- en droge).

Samengevat liggen de volgende motieven aan de nieuwbouw ten grondslag:

a. Door hoger en opener te bouwen maken koeien weersveranderingen bewuster mee. Dit

heeft directe gevolgen voor de hormoonhuishouding, waardoor bevruchtingsresultaten en

(melk)productie stijgen;

b. De voeropname stijgt wanneer er meer licht aanwezig is boven de voergang;

c. De hoeveelheid licht die de transparante dakbedekking doorlaat, draagt bij aan het welzijn

van het vee;

d. Aangezien een gedeelte van de dagelijkse werkzaamheden in de stal verricht worden,

heeft de helderheid van de stal een positieve invloed op de arbeidsomstandigheden;

e. Ook voor de langere termijn zal sprake kunnen zijn van een verantwoorde

bedrijfseconomische bedrijfsvoering, wat onder andere zal leiden tot continuïteit en

waarborging van werkgelegenheid.

II RIJKS, PROVINCIAAL EN GEMEENTELIJK BELEID

2.1 Rijksbeleid

De rijksoverheid speelt naast decentrale overheden (provincies, gemeenten en

waterschappen) een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. Het Rijk is

verantwoordelijk voor de nationale ruimtelijke hoofdstructuur en voor de ruimtelijke

basiskwaliteit van Nederland.

De rijksoverheid speelt samen met de decentrale overheden (provincies, gemeenten en

waterschappen) een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. Wel is

deze rol van karakter aan het veranderen. Met de Structuurvisie Infrastructuur en

Ruimte (SVIR) van 2012 is het rijksbeleid in de ruimtelijke ordening stevig afgeslankt.

Het rijksbeleid richt zich voornamelijk nog op de economisch sterke regio’s. De decentrale

overheden hebben een grotere verantwoordelijkheid gekregen voor beleid, uitvoering en

bekostiging van de ruimtelijke inrichting van de rest van Nederland.

Page 5: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

5

Tot 2028 heeft het rijk drie doelen voor ogen, namelijk:

1. de concurrentiekracht van Nederland vergroten;

2. de bereikbaarheid verbeteren en ruimte vrij maken voor uitbreiding van wegen,

spoorwegen en vaarwegen;

3. zorgen voor een leefbare omgeving waarin ruimte is voor natuur en cultuur en veilig

kunnen wonen (bijvoorbeeld omdat er maatregelen worden genomen tegen

wateroverlast).

De Staatssecretaris van Economische Zaken heeft de Kamer1 in december 2013

schriftelijk laten weten het van groot belang te vinden de vergroening met ambitie in te

vullen. Een goede (agro)biodiversiteit, milieukwaliteit en bescherming van het klimaat

zijn van groot belang voor de kwaliteit van onze leefomgeving en daarmee ook voor

een duurzame agrarische productie.

Tevens gaf de Staatssecretaris aan het belangrijk te vinden om jonge agrarische

ondernemers te stimuleren. Namelijk 5% van de agrarische ondernemers in Nederland is

jonger dan 35 jaar. Agrarische ondernemers, en daarmee ook continuïteit van agrarisch

ondernemen, zijn volgens de Staatssecretaris essentieel voor het creëren van

voedselzekerheid. En ook voor het behoud van het mooie Nederlandse landschap. Het

wordt daarom van groot belang geacht om jonge agrariërs te stimuleren vanwege het

belang voor de toekomst, de ontwikkeling en de maatschappelijke positie van de

agrarische sector.

2.2 Provinciaal beleid

Streekplan Fryslân 2007

Op 13 december 2007 is het Streekplan Fryslân ‘Om de kwaliteit fan de romte’

vastgesteld door Provinciale Staten. Dit streekplan vorm de basis van het provinciale

beleid voor de periode 2006 – 2016.

Centraal in dit streekplan staat de doelstelling ‘ruimtelijke kwaliteit’. De provincie wil

hiermee benadrukken dat in ruimtelijke plannen en in ontwerpen en de uitvoering daarvan

expliciet gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde aan de omgeving

toegevoegd worden.

Het landelijk gebied (buitengebied) is primair bestemd voor functies die een ruimtelijk-

functionele relatie met het landelijk gebied hebben. Het betreft de functies landbouw,

recreatie, natuur en waterberging en de bestaande woon- en werkfuncties. Voor andere

(nieuwe) functies zoals woningen en niet-agrarische functies dient aansluiting gezocht te

worden met bestaande kernen en dat een goede landschappelijke inpassing gewaarborgd

is.

In opdracht van de provinsje Fryslân is door LEI Wageningen in 2009 een

Landbouwverkenning tot 2020 uitgevoerd. Ten aanzien van de ontwikkeling van de

melkveehouderijen zijn de volgende aanbevelingen gedaan, waarbij is geconstateerd dat

de rol van de provincie ten aanzien van de ontwikkeling van de (melk)veehouderij en de

verbreding van de landbouw vrij divers kan zijn. Aanbevelingen zijn:

a. Ruimte blijven bieden voor bedrijfsontwikkeling in de vorm van schaalvergroting en

verbreding. Flexibel beleid rond benodigde bedrijfsgebouwen is nodig (bouwblokgrootte,

inpassing in landschap - zoals initiatief De Nije Pleats);

1 Bron: Brief aan Kamer 6 december 2013 Implementatie Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Page 6: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

6

b. Het bieden van stimulansen voor verbetering op het platteland en verbrede landbouw door

(onder meer) ILG/POP-gelden. De opbrengsten van verbredingsactiviteiten moeten op

termijn zodanig zijn dat er een voldoende inkomensbijdrage ontstaat. Meer verbreding

leidt tevens tot meer contacten tussen boeren en burgers en daarmee meer begrip en

draagvlak voor de primaire agrarische sector;

c. Stimulerend zijn voor het vergroten van de omvang van het agrarisch natuurbeheer

(inclusief waterpeil), eventueel vooruitlopend op de inzet landelijk met bedrijfstoeslagen;

d. Het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven, vooral wanneer deze innoverende

initiatieven nemen, bijvoorbeeld op het vlak van de energievoorziening.

De provincie heeft in haar reactie van 22 april 2014 twee opmerkingen gemaakt.

Opmerkingen die betrekking hebben op de landschappelijke inpassing en de

Natuurbeschermingswetgeving. In paragraaf 3.4 en 3.8 wordt de reactie van de

provincie van commentaar voorzien.

2.3 Gemeentelijk beleid

Beheersverordening buitengebied Noord voormalig Wûnseradiel

De gronden van het agrarisch bedrijf van de maatschap hebben de bestemming

“Agrarische bedrijven” en maken deel uit van de beheersverordening buitengebied Noord

voormalig Wûnseradiel. De gemeente heeft geconstateerd dat het nieuwbouwplan niet

geheel past binnen de regels van de beheersverordening. De bouwregels die deel

uitmaken van de bestemming geven namelijk aan dat gebouwen alleen mogen worden

gebouwd binnen het bestemmingsvlak. In dit geval wordt circa 17 meter buiten het

bestemmingsvlak getreden.

De gemeente heeft aangegeven medewerking aan het bouwplan te willen verlenen. Dit

vanwege het feit dat de voorgestelde situering van de ligboxenstal (Bijlage III) in de optiek

van de gemeente de meest voor de hand liggende locatie is. En daarom

stedenbouwkundig ook aanvaardbaar is. Om de medewerking te kunnen verlenen dient

uit een ruimtelijke onderbouwing te blijken dat ook in de nieuwe situatie sprake is van een

goede ruimtelijke ordening.

Uitgangspuntennotitie Buitengebied Súdwest Fryslân (mei 2012)

Om medewerking te kunnen verlenen aan ruimtelijke (uitbreidings)plannen moet er wel

sprake zijn van een (volwaardig) agrarisch bedrijf om aan de bestemming te kunnen

voldoen. Wat onder een volwaardig agrarisch bedrijf verstaan moet worden, heeft de

gemeente als volgt gedefinieerd:

a. naar aard en in omvang, en

b. op grond van de arbeidsbehoefte een dagtaak voor tenminste één persoon moet

opleveren en;

c. ook voor de langere termijn de mogelijkheid biedt tot een ‘redelijk’ inkomen.

De gemeente is voornemens in het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied bij

een erf bij recht een oppervlakte toe te staan van 1,5 ha. Om de flexibiliteit in de omvang

van een erf te kunnen waarborgen, zal tevens worden bepaald dat een erf dezelfde

bestemming krijgt als het productiegebied, zodat het erf indien gewenst met een afwijking

kan worden vergroot tot maximaal 2 ha. Voor bedrijven die nog meer oppervlakte nodig

hebben voor de schaalvergroting (tot 3 ha.), kan de raad dat faciliteren middels een

partiële herziening van het bestemmingsplan. Een goede landschappelijke invulling vindt

de gemeente belangrijk.

Page 7: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

7

Samenvatting / conclusie beleid

In onderhavig geval is in de nieuwe situatie sprake van een bouwkavel van circa 1,44 ha.

Gelet op de motieven die aan dit nieuwbouwplan ten grondslag liggen, is de conclusie te

rechtvaardigen dat daarmee wordt ingespeeld op en tegemoet gekomen wordt aan de

doelstelling en ambities zoals die op rijks-, provinciaal- en gemeentelijk niveau ten aanzien

van de landbouw van toepassing zijn.

III OMGEVINGSASPECTEN

3.1 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen

gevoelige functies en bedrijven gewenst en meestal ook noodzakelijk. De VNG-brochure

‘Bedrijven en milieuzonering’ hanteert in het kader van een goede ruimtelijke ordening

richtafstanden. Richtafstanden per bedrijf wat de acceptabele afstand is ten opzichte

van een gevoelige bestemming op het vlak van geur, stof, geluid en gevaar. De

afstanden betreffen richtafstanden tussen een verstorende activiteit (een bedrijf) en een

‘rustige woonwijk’.

De VNG brochure deelt een bedrijf in een bepaalde milieucategorie en geeft vervolgens

een richtafstand per omgevingstype. De richtafstand is gebaseerd op de maximale

afstand van overlast of gevaar die zich voor kan doen voor: geur, stof, geluid of gevaar.

Dat wil zeggen dat binnen de aangegeven categorie een van de vier aspecten een

aangegeven maximale contour kan opleveren. Uit een recente uitspraak2 blijkt wel dat

het niet verstandig is om de afstanden uit de brochure klakkeloos over te nemen. Er

kunnen zich namelijk situaties voordoen waarbij het verstandig is om bijvoorbeeld

vooraf de bestaande rechten van bedrijven in de omgeving te inventariseren.

Figuur 2: illustratie plangebied ten opzichte van omgeving. Bron: kaart Risicokaart.

2 ABRvSt d.d. 12 september 2012 nr. 201109891/1/R3

Page 8: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

8

Figuur 2 toont de afstand tussen het plangebied en de dichtst nabij gelegen locatie van

de buren op circa 300 meter afstand. Ook hier betreft het een agrarisch bedrijf. Op

grond van de richtafstanden zoals die zijn opgenomen in de VNG-brochure Bedrijven en

milieuzonering, dient tussen een melkveehouderij en een ‘rustige woonwijk’ een afstand

aangehouden te worden van 100 meter vanwege het milieuaspect geur. Aan deze

afstandsnorm wordt in dit geval ruimschoots voldaan.

Activiteitenbesluit milieubeheer

Op het agrarisch melkveebedrijf van de maatschap is het Activiteitenbesluit van

toepassing. Zoals eerder al aangegeven, zal het aantal koeien(melk- en droge) in de

nieuwe situatie 150 bedragen. Op 1 januari 2013 is het “Activiteitenbesluit milieubeheer”

uitgebreid met agrarische activiteiten. In het Activiteitenbesluit is bepaald dat de

afstanden tussen dierenverblijven en woningen moeten voldoen aan de Wet geurhinder

en veehouderij of aan de vastgestelde geurverordening. Aangezien de locatie niet in de

gemeentelijke verordening aangewezen is, dient ten opzichte van een geurgevoelig

object minimaal een afstand van 50 meter aangehouden te worden. Aan deze norm

wordt voldaan.

Geluid

De aanbevolen VNG-richtafstand tot een ‘rustige woonwijk’ bedraagt voor het

milieuaspect geluid 30 meter. Binnen deze richtafstand voor het milieuaspect geluid liggen

geen woningen van derden. Volgens de systematiek van de publicatie is voor het

milieuaspect geluid geen sprake van ontoelaatbare geluidhinder, ontstaan door de

voorgenomen activiteiten op het bedrijf.

Gelet op de richtafstand van 30 meter en het feit dat de eerste bedrijfswoning van derden

is gelegen op meer dan 300 meter afstand van het plangebied, rechtvaardigt de conclusie

dat de uitbreiding niet zal leiden tot ontoelaatbare geluidhinder naar de woon-werk

omgeving en dat het uitvoeren van een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk is.

3.2 Omgevingsaspect bodem

Uitgangspunt bij nieuwe initiatieven is dat voor wat betreft de bodem de kwaliteit

daarvan zodanig dient te zijn, dat er geen risico’s voor de volksgezondheid ontstaan.

Bouwen op verontreinigde grond moet voorkomen worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat

met een bodemonderzoek moet worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het

beoogde gebruik. De onderzoekplicht is van toepassing bij bouwwerken waarin

voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven, bijvoorbeeld om te

werken, onderwijs te geven of te genieten. Uit de toelichting op de Woningwet blijkt dat

met bovenstaande omschrijving wordt bedoeld met ‘enige tijd’ een verblijfsduur van twee

of meer uren per (werk) dag. Het gaat daarbij niet om een enkele keer twee of meer

uren per dag, maar om een meer structureel verblijven van dezelfde mensen in een

gebouw.

Gelet op de aard en het gebruik van de stal, is een verkennend bodemonderzoek3

uitgevoerd. Vanwege licht verhoogde gehaltes aan barium, xylenen en naftaleen in het

grondwater, kan formeel niet gesteld worden dat de locatie onverdacht is. Aangezien het

slechts licht verhoogde gehaltes betreffen, wordt een aanvullend onderzoek niet nodig

geacht. Conclusie is dat er vanuit milieu-hygiënisch oogpunt geen belemmeringen zijn om

het bouwplan te realiseren.

Het rapport zal worden toegevoegd aan de bijlagen die deel uitmaken van de aanvraag

omgevingsvergunning zoals die is ingediend via het omgevingsloket.

3 CSO-Milfac Projectcode 13F323 nr 13F323.R01 d.d. 18 februari 2014

Page 9: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

9

3.3 Omgevingsaspect water

Water speelt een belangrijke rol binnen de ruimtelijke ordening. Aspecten die van belang

zijn op de waterhuishouding zijn ingrepen in de watergangen, de toename van verhard

oppervlak en de afvoer van hemel- en afvalwater. In onderhavig geval zal ten behoeve

van de bouwplannen circa 3000 m² toegevoegd worden. Wetterskip Fryslân is d.d. 22

februari 2014 (Bijlage II) op de hoogte gesteld van deze ontwikkeling via de digitale

watertoets.

Uit nader contact met It Wetterskip is aangegeven dat 10% van het toegevoegd verhard

oppervlak gecompenseerd moet worden in wateroppervlak. De compensatie zou plaats

kunnen vinden op meerdere manieren. It Wetterskip heeft ingestemd met twee opties, die

in bijlage V zijn opgenomen.

Het melkspoelwater en het percolaatwater van de kuilafvoer zal worden geloosd naar de

gierkelder. De maatschap maakt geen gebruik van een grondwaterbron, zodat van

afvalwater van een ontijzeringsinstallatie geen sprake is.

It Wetterskip heeft d.d. 31 maart 2014 een positief advies verstrekt. Dit advies is als

bijlage VI toegevoegd.

3.4 Omgevingsaspect ecologie

Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met eventuele

ecologische waarden in of nabij het plangebied. Wat betreft de ecologische waarden

zijn twee wetten relevant, namelijk de Natuurbeschermingswet(Nbwet)Nbw en de Flora-

en Faunawet. De eerste wet betreft de gebiedsbescherming, de Flora- en Faunawet

betreft de soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

In de provincie Fryslân liggen 20 Natura 2000 gebieden. In de provincie is natuur een

belangrijk element in de woon, werk- en leefomgeving. Economie en ecologie worden

verenigd op het platteland. De natuur versterken, gebruiken en beleven staat daarbij

centraal voor de provincie.

De Nbwet kent twee soorten gebiedsaanwijzingen, namelijk de aanwijzing van een

gebied als Natura-2000 gebied ter uitvoering van de Habitatrichtlijn of de Vogelrichtlijn

en de aanwijzing als beschermd natuurmonument. Op grond van artikel 19d lid 1 Nbwet

1998 zijn handelingen die weliswaar verricht worden buiten het aangewezen gebied

vergunningplichtig, indien deze negatieve gevolgen (significante effecten) hebben voor

het aangewezen gebied.

Voor onderhavig initiatief is relevant de ligging van de locatie Monnikeweg 2 ten

opzichte van het Natura 2000-gebied Alde Feanen. Dit gebied is namelijk

stikstofgevoelig. En wijziging van een bedrijf en uitbreiding van de veestapel ten

opzichte van wat vergund was op de referentiedatum (Alde Feanen 10 juni 1994), kan

leiden tot meer stikstofdepositie op zo’n natuurgebied. Om aan te tonen dat in

onderhavig geval geen sprake is van een toename van depositie, is een Aagrostacks

berekening uitgevoerd. De uitkomsten daarvan zijn als bijlage VII toegevoegd. Een

vergelijk tussen de bestaande (vergunde) situatie en de gevraagde situatie leert dat per

saldo de depositie af gaat nemen met 0,01. Met deze onderbouwing is aangetoond dat

het initiatief geen nadelige gevolgen heeft voor het natuurgebied Alde Feanen. Met de

uitgevoerde berekening is bovendien voldaan aan het verzoek van de provincie van 23

april 2014.

Page 10: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

10

Soortenbescherming

De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. Op grond van

deze wet mogen er geen beschermde planten en dieren inclusief hun verblijfplaatsen,

voor zover die in de wet aangewezen zijn, verstoord worden. Onder voorwaarden is

ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk.

In de huidige situatie is er sprake van een agrarisch bedrijf met een (verouderde)

ligboxenstal, overige bedrijfspanden, een windturbine en rondom erfverharding. Het

plangebied heeft dan ook geen, of een lage ecologische waarde.

Bij de voorbereiding en uitvoering van de nieuw te bouwen ligboxenstal zal rekening

worden gehouden met de in artikel 2 van de Flora- en faunawet opgenomen

zorgplichtbepaling. Op grond van artikel 2, lid 1 neemt een ieder voldoende zorg in acht

voor de in het wild levende dieren en planten, evenals voor hun directe leefomgeving. In

artikel 2, lid 2 is bepaald dat de zorg, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval inhoudt dat

een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten

nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk

handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan

wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd

teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden

voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

Gelet op de locatie waar de nieuwbouw gepleegd gaat worden, zie figuur 3 inrichting erf

en figuur 4 foto erf, kan worden geconcludeerd dat nader onderzoek of het aanvragen

van een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet of een ontheffing op de

verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk is.

Figuur 3: inrichting erf. Bron: Bouwkundig Bureau Terpstra.

Page 11: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

11

Figuur 4: foto achtererf en nieuwbouwlocatie ligboxenstal. Bron: Zeldenrust VROM-advies &

Projectmanagement.

3.5 Omgevingsaspect archeologie en cultuurhistorie

De zorg voor het archeologisch- en cultureel erfgoed heeft een prominente plaats

gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming van de gemeente Sûdwest-

Fryslân. Dit conform de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), die in

2007 in werking is getreden, als onderdeel van de gewijzigde Monumentenwet 1988.

Op grond van deze wet is aandacht voor en bescherming van het cultuurhistorisch

erfgoed verplicht.

Archeologie

Indien er ingrepen plaatsvinden van 500m² of meer, dan is een karterend onderzoek

nodig. In opdracht van de maatschap is een verkennend booronderzoek uitgevoerd.

Doel van het booronderzoek: vaststellen van de bodemopbouw om uitspraken te

kunnen doen over de aan- of afwezigheid van archeologische niveaus en mogelijke

bodemverstoringen binnen het plangebied.

Het uitgevoerde booronderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de

aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Wel zijn twee fases van

afzetting onderscheiden, waarbij het materiaal van de jongste (bovenste) meter uit

aanzienlijk lichter(zandiger) materiaal bestond dan de diepere afzetting. Advies is om

geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren.

Page 12: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

12

Voor de inhoud van het gehele rapport wordt verwezen naar het rapport4 dat als bijlage

toegevoegd zal worden bij de stukken van de aanvraag omgevingsvergunning via het

omgevingsloket.

Figuur 5: illustratie ijzertijd-middeleeuwen plangebied. Bron: Famke-provinsje Fryslân.

Er worden derhalve geen voorwaarden verbonden aan de omgevingsvergunning voor

wat betreft de archeologische monumentenzorg. Wel blijft de archeologische

meldingsplicht van toevalsvondsten van kracht. Dit betekent dat wanneer bij

graafwerkzaamheden vondsten worden aangetroffen waarvan de vinder redelijkerwijs

moet kunnen weten dat het archeologische betekenis heeft, dit bemeld moet worden bij

het bevoegde gezag zijnde de gemeente.

Cultuurhistorie

Ingevolge het per 1 januari 2012 gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening dient ook

aandacht te worden besteed aan de cultuurhistorische waarden van een plangebied.

Voor zover van toepassing dienst tevens aandacht te worden besteed aan de

historische (stede)bouwkunde en historische geografie. Op de cultuurhistorische

waardenkaart van de provincie Fryslân staan de cultuurhistorische waarden

aangegeven.

Spoorwegen en tramwegen

De spoor- en tramwegen zijn zowel cultuurhistorisch als landschappelijk zeer relevant:

zij hebben een grote bijdrage geleverd aan de sociaal economische ontwikkeling van

Fryslân. De Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) was tussen 1880 en 1956

verantwoordelijk voor het aanleggen, exploiteren en onderhouden van de tramlijnen die

in Friesland hebben gelegen. Ondanks de naam is dit trambedrijf uitsluitend in Friesland

en aangrenzende delen van Groningen, Drenthe en Overijssel actief geweest.

4 Argeoboor rapport 1269 d.d. 18 februari 2014 Verkennend booronderzoek Monnikeweg 2 Arum

Page 13: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

13

Figuur 6: illustratie waardenkaart met nabij plangebied een tramweg uit 1950. Bron: Provinsje

Fryslân waardenkaart.

De aanleg van spoor- en tramwegen is van grote betekenis geweest voor de

sociaaleconomische geschiedenis van de provincie. Ondanks de aanleg van een aantal

wegen aan het eind van de 18de

eeuw, bleef in de 19de

eeuw de trekschuit een

belangrijk vervoermiddel voor mensen en waren. Met de aanleg van de spoorwegen

veranderde dit. Op het platteland werd vanaf eind 19de

eeuw een vrij dichte net van

tramwegen aangelegd, die voor een goede ontsluiting van de minder centrale gebieden

zorgde.

De eerste stoomtram reed op 11 januari 1882 tussen Sneek en Bolsward. In datzelfde

jaar volgden nog de lijnen Bolsward – Harlingen, Heerenveen - Joure en Heerenveen –

Gorredijk. In 1884 kwam de verbinding van Gorredijk naar Drachten tot stand. In 1886

volgde de ontbrekende schakel Joure – Sneek. Toen was de doorgaande tramlijn

Harlingen – Bolsward – Sneek – Joure – Heerenveen – Gorredijk – Drachten compleet.

Op 11 maart 1947 werd het tracé Harlingen – Bolsward opgeheven. Van de verdwenen

lijnen zijn de tracés plaatselijk nog terug te vinden in het landschap aan

spoordijklichamen, spoorbruggen en bruggenhoofden en voormalige spoorsloten of

opnieuw in gebruik als fietspad. Langs de opgeheven lijnen zijn verschillende

oorspronkelijke stationsgebouwen en plaatselijk goederenloodsen - zij het hergebruikt -

in stand gebleven. Onderhavig tracé is nog zichtbaar in het landschap. Bij het aspect

watercompensatie is met het tracé rekening gehouden.

Vanuit cultuurhistorisch oogpunt mag het plan derhalve uitvoerbaar worden geacht.

3.6 Omgevingsaspect luchtkwaliteit

De Wet Luchtkwaliteit is bedoeld om negatieve effecten op de volksgezondheid aan te

pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Op grond van de

algemene maatregel van bestuur Niet In Betekenende Mate bijdragen luchtkwaliteit

(NIBM) vormen luchtkwaliteitseisen geen belemmering voor een project, als deze niet in

betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Als een project

“niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging, dan kan dit project

zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden uitgevoerd. In het Besluit

niet in betekenende mate bijdragen is bepaald in welke gevallen een initiatief

vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden

getoetst.

Page 14: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

14

Hierbij worden de volgende situaties onderscheiden:

jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt

overeen met 1,2 μg/m3 voor zowel PM10 als NO2;

ijgesteld aan toetsing aan de

grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan

1.500 woningen of kantoorlocaties met een kantooroppervlak van niet meer dan 100.000

m².

In onderhavig geval is sprake van een bestaand agrarisch bedrijf dat wordt uitgebreid met

een nieuwe ligboxenstal. En daarmee zal de huisvestingscapaciteit worden vergroot naar

circa 150 koeien. Met deze uitbreiding zal het aantal verkeersbewegingen niet

noemenswaardig toenemen. Wel is sprake van een toename van de veestapel. En dit kan

van invloed zijn op de aanwezigheid van fijn stof. De praktijk leert dat uitbreiding van de

veestapel zoals in onderhavig geval in de provincie niet tot problemen leidt.

Het voorliggende plan van de maatschap draagt daarom niet in betekenende mate bij aan

de verslechtering van de luchtkwaliteit, zodat nader onderzoek niet nodig geacht wordt.

3.7 Omgevingsaspect externe veiligheid

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

ongeval voor de omgeving door:

a. het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);

b. het transport van gevaarlijke stoffen (wegen, buisleidingen, waterwegen en

spoorwegen);

c. het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico’s voor de burger

door bovengenoemde activiteiten. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse

wet- en regelgeving. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende besluiten relevant

waaraan getoetst dient te worden:

1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);

2. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS);

3. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Risicobronnen kunnen worden opgesplitst in:

- inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden;

- transportroutes van gevaarlijke stoffen;

- buisleidingen.

Binnen of buiten het bestemmingsplan zijn conform de professionele risicokaart geen

risicobronnen aanwezig waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het

plangebied lopen. De wet- en regelgeving betreffende externe veiligheid heeft dan ook

geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.

3.8 Omgevingsaspect landschappelijke inpassing

Het plangebied maakt deel uit van het kleilandschap. In 2010 heeft De Nije Pleats een

adviesboek uitgebracht. Met betrekking tot bedrijven die deel uit maken van een open

landschap zoals in onderhavig geval, is de visie dat de groei van een bedrijf in de

dwarsrichting van het bedrijfserf minder gewenst is dan een groei naar achteren. Met

het nieuwbouwplan van de ligboxenstal is met deze adviesrichting rekening gehouden.

Voor de illustratie van het advies wordt verwezen naar bijlage IV.

Page 15: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

15

Bij de locatie van de nieuwe ligboxenstal is enerzijds dus al rekening gehouden met de

landschappelijke aanbevelingen van De Nije Pleats, anderzijds is de locatie van de

nieuwe ligboxenstal en herinrichting van het bedrijfsperceel ingegeven door het feit dat

daarmee zo efficiënt mogelijk gewerkt kan worden.

Voor wat betreft de aspecten ontsluiting en lichthinder wordt navolgende opgemerkt.

Ontsluiting

Onderstaande figuur 7 toont de ontsluiting vanaf het bedrijfsperceel. De ontsluiting is

ruim en overzichtelijk en gezien de logistiek van het bedrijf is er geen aanleiding voor de

realisering van een 2e ontsluiting naar de weg. Daarmee wordt aangesloten bij het

gemeentelijk beleid dat gericht is op het toestaan van zo weinig mogelijk ontsluitingen

aan een gebiedsontsluitingsweg.

Figuur 7: Illustratie ontsluiting bedrijfsperceel. Bron: Zeldenrust VROM-advies &

Projectmanagement.

Lichthinder

Bij het ontwerp en de situering is rekening gehouden met mogelijke effecten van de

verlichting op de omgeving. De oriëntatie (lengterichting) van de stal ten opzichte

van de omgeving (dorp Arum/buren) plus de bestaande bedrijfsgebouwen bepalen in dit

geval de zichtbaarheid van de stal en daarmee ook mogelijke lichthinder voor de

omgeving.

Tussen het dorp Arum en de locatie van Hettinga (figuur 8) ligt voor het merendeel een

grote bossingel die het zicht vanuit het dorp ontneemt naar de locatie van Hettinga. De

bestaande bebouwing plus de aanwezige bomen en beplanting op het erf van Hettinga

zorgen er bovendien voor dat ook de directe buren geen of zeer weinig lichtoverlast

zullen ervaren van de voorgenomen ontwikkeling. Hierbij wordt ook in overweging

genomen dat de lampen zo geplaatst zullen worden, dat de zijwanden niet onnodig

worden verlicht en de lichtbron niet direct zichtbaar is vanuit de omgeving. Hieraan zal

ook bijdragen het type armatuur, waardoor verlichting beter gericht kan worden en er

minder zicht op de lamp zelf is.

Page 16: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

16

Figuur 8: illustratie zicht vanuit dorp Arum naar bedrijfslocatie.

Blauw: locatie Hettinga. Rood: directe buren. Bron: Google Maps.

Conform figuur 3 is bewust gekozen voor de huidige opzet inclusief het groenplan. Dat

niet rondom de gehele locatie gekozen is voor een groensingel, heeft te maken met het

feit dat:

1. In verband met de bekabeling mogen nabij windturbines geen diepgewortelde

bomen etc. worden aangebracht;

2. Een groensingel werkt een optimale ventilatie in een stal tegen;

3. In de praktijk leveren bomen en struiken in de nabijheid van ruwvoeropslag

overlast op in de vorm van met name ongedierte.

IV Afweging en conclusies

A. Het betreft een particulier initiatief. De kosten aan de planologische wijziging

verbonden komen voor rekening van initiatiefnemer. Voor wat betreft het

planschadeverhaal zal de gemeente met initiatiefnemer een overeenkomst sluiten.

Eventuele planschade komt hiermee voor rekening van de initiatiefnemer. Voor de

gemeente zijn aan de ontwikkeling geen kosten verbonden.

Page 17: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

17

B. Gelet op de aard en omvang van het bouwplan in relatie tot de agrarische

omgeving, ligt het in de lijn dat mag worden verwacht dat tegen deze ontwikkeling

geen overwegende bezwaren bestaan. In het kader van de voorbereiding wordt

het plan gepubliceerd in het gemeentelijk huis-aan-huis-blad. Op deze wijze

kunnen belanghebbende kennis nemen van de plannen en voor zover nodig

daarop een reactie geven.

V Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

De aanvraag omgevingsvergunning doorloopt een uitgebreide procedure. De volgende

stappen maken van de procedure deel uit:

a) Voorbereiding: vooroverleg met andere instanties zoals rijk en provincie en

andere belanghebbenden;

b) Ontwerp: publicatie en terinzagelegging ontwerpbesluit;

c) Vaststelling: vaststelling door het bevoegd gezag. Publicatie en terinzagelegging

van de vastgestelde omgevingsvergunning gedurende de beroepstermijn;

d) Inwerkingtreding: na afloop van de beroepstermijn (tenzij beroep is aangetekend);

e) Beroep: beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Page 18: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

18

BRONVERMELDING BIJLAGE I

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Rijksoverheid

Brief aan Kamer december 2013 Staatssecretaris EZ

Hoofdlijnen ruimtelijk bestuursrecht 8e druk Van Buuren, de Gier,

Nijmeijer, Robbe

‘Om de kwaliteit fan de romte’ Streekplan 2007 Provinsje Fryslân

Landbouwverkenning 2020 LEI Wageningen

Beheersverordening Buitengebied Noord Gem. Súdwest-Fryslân

voormalig Wûnseradiel

Uitgangspuntennotitie Buitengebied 2012 Gem. Súdwest-Fryslân

Brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009 VNG

Bouwtekeningen Bouwkundig bureau Terpstra

Situatieschets Google Maps

Archeologische- en cultuurhistorische kaart Provinsje Fryslân

Risicokaart Nederland -Friesland Nederland.risicokaart.nl

De Nije Pleats adviesboek De Nije Pleats

Wateradvies nr. 20140222-2-8516 Wetterskip Fryslân

Verkennend Booronderzoek 18 februari 2014 Argeoboor L.C. Nijdam

Verkennend Bodemonderzoek 18 februari 2014 CSO-Milfac

Aagro-stacks berekeningen Rensen Milieuadvies

www.maatlatduurzameveehouderij.nl

www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase

Page 19: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

19

REACTIE WETTERSKIP FRYSLAN BIJLAGE II

Page 20: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

20

Schets nieuwe situatie BIJLAGE III

Page 21: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

21

Nije Pleats aanbeveling BIJLAGE IV

Page 22: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

22

Overzicht watercompensatie BIJLAGE V Optie I:

Toelichting:

= te dempen watergang

= te verbreden watergang

Page 23: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

23

Optie II:

Vervallen hoofdwatergang De hoofdwatergang kan gewijzigd worden naar een schouwsloot, kadastrale eigendom kan worden overgedragen naar naastgelegen perceelseigenaren.

Figuur 1, onderaan de mail, vervallen traject (gele lijn) Natuurvriendelijke oever Aanleg van een talud van minimaal 1:2, voorkeur 1:3, en een verbreding onder de waterlijn met een waterdiepte van 50 cm. 1.25 m breed, ruimte voor onderwatervegetatie en andere watervegetatie 0.50 cm waterdiepte Talud 1:2 (1:3) Figuur 2, voorbeeld talud Het uitvoeren van toekomstig onderhoud, jaarlijks om-en-om onderhoud, waarbij minimaal 1 m, liever 2 m aan de overzijde vanwaar gehekkeld wordt de vegetatie staan blijft, ook de bodemvegetatie (onderwatervegetatie). Op de oever mag de initiatiefnemer tot aan het waterpeil maaien. Compensatie Er dient 750m2 te worden gecompenseerd in het kader v.h. wateradvies, de slootlengte van de te vervallen hoofdwatergang is ca. 600m, de verbreding is 1,25m, zie figuur 2 Reijer Tamminga Planvormer Wetterskip Fryslân

Page 24: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

24

Advies Wetterskip BIJLAGE VI

Page 25: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

25

Page 26: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

26

Page 27: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

27

Page 28: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

28

Aagro-stacks berekening BIJLAGE VII

Page 29: Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal …diensten.iszf.nl/swf/ro-online/upload/29E02F47-93AA-4591...Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw ligboxenstal perceel Monnikeweg 2 Arum

29