Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang...

33
1 Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14, gebruik deel pand voor onderwijsdoeleinden Datum: 8 april 2013

Transcript of Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang...

Page 1: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

1

Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14, gebruik deel pand voor onderwijsdoeleinden

Datum: 8 april 2013

Page 2: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

2

Page 3: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

3

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel 2 1.2 Ligging 3 1.3 Geldend bestemmingsplan 3 1.4 Procedure aanvraag omgevingsvergunning met afwijking 4 1.5 Leeswijzer 4

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse 2.1 Ruimtelijke en functionele structuur 6

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke beleid

3.1 Inleiding 8 3.2 Rijksbeleid 8 3.3 Provinciaal beleid 9 3.4 Gemeentelijk beleid 10

Hoofdstuk 4 Planmotivatie

4.1 Huisvesting NHTV 12 4.2 Planbeschrijving 12 4.3. Auto- en fietsparkeren 14

Hoofdstuk 5 Milieu en landschap

5.1 Bodem 16 5.2 Water 16 5.3 Ecologie 17 5.4 Bedrijven 17 5.5 Externe veiligheid 17 5.6 Geluid 18 5.7 Luchtkwaliteit 18 5.8 Cultureel Erfgoed 19

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Inleiding 20 6.2 Toepassing grondexploitatiewet 20 6.3 Financiële haalbaarheid 20

Hoofdstuk 7 Communicatie 7.1 Inleiding 22 7.2 Procedure 22

Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling

Page 4: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

1

Page 5: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

2

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Op 19 december 2012 heeft NHTV internationaal hoger onderwijs Breda een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aangevraagd voor het tijdelijk gebruiken van een deel van het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 voor onderwijsdoeleinden voor de NHTV internationaal hoger onderwijs Breda. Het gaat om een periode van 6 jaar, ingaand vanaf het moment dat de omgevingvergunning in werking treedt. De aangevraagde omgevingsvergunning past niet binnen het vigerende bestemmingsplan “Binnenstad (1996)” waarin het perceel de bestemming “Grootschalige Voorzieningen 1” heeft. Een onderwijsfunctie is binnen deze bestemming niet toegestaan. Ook past de aangevraagde omgevingsvergunning niet in het op 7 februari 2012 vastgestelde bestemmingsplan Binnenstad (2013)” waarin het perceel de bestemming “Kantoor” heeft. Een onderwijsfunctie is binnen deze bestemming niet toegestaan. Het college van B&W heeft echter de mogelijkheid mee te werken aan een dergelijk verzoek door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning voor het opheffen van het strijdig planologisch gebruik van de gronden en bouwwerken met het vigerende bestemmingsplan, zoals opgenomen in artikel 2.1 lid 1, onder c juncto artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 3° Wabo. De aanvraag dient in een dergelijk geval niet in strijd te zijn met de goede ruimtelijke ordening. Dit dient aangetoond te worden middels een ‘ruimtelijke onderbouwing’, waarin o.a. is verwoord wat het plan inhoudt, hoe het plan zich verhoudt tot rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid en hoe het plan past binnen de omgeving. De onderhavige toelichting en de toelichting in de aanvraag bevatten tezamen de ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van een omgevingsvergunning voor een onderwijsfunctie in een gedeelte van het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 in Breda. 1.2 Ligging Het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 ligt in de binnenstad (het gebied binnen de singels) en is het meest oostelijke gebouw van de gebouwen die gezamenlijk het Stadskantoor vormen. Op onderstaande figuur is een kaartje van de ligging van de locatie in de stad weergegeven.

Figuur 1. Ligging pand Claudius Prinsenlaan 12-14 in de stad Breda

Page 6: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

3

1.3 Geldend bestemmingsplan Het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 ligt in het bestemmingsplan “Binnenstad (1996)”, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 februari 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 16 oktober 2007. Op onderstaande figuur is een uitsnede van de plankaart weergegeven.

Figuur 2. Uitsnede uit verbeelding “Binnenstad (1996)”

Het perceel heeft de bestemming “Grootschalige Voorzieningen 1”. In artikel 7 is aangegeven dat de als zodanig aangewezen gronden bestemd zijn voor grootschalige stedelijke voorzieningen op het gebied van cultuur en recreatie, congresaccommodatie met een daaraan ondergeschikte detailhandels- en horecafunctie, horeca II (hotel/pension), kantoren en gebouwde parkeeraccommodatie. De gevraagde onderwijsfunctie is binnen deze bestemming niet toegestaan. Momenteel wordt een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad gemaakt, het bestemmingsplan “Binnenstad (2013)”. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad op 7 februari 2013 vastgesteld en zal (behoudens locaties waar beroep tegen wordt aangetekend) begin juni 2013 rechtskracht krijgen. Vanaf het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter visie heeft gelegen (vanaf 13 september 2012) dienen binnengekomen verzoeken ook getoetst te worden aan dit nieuwe bestemmingsplan. Op onderstaande figuur is een uitsnede van de plankaart weergegeven.

Figuur 3. Uitsnede uit verbeelding “Binnenstad (2013)”

Het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 heeft hierin de bestemming “Kantoor”, net zoals het pand momenteel gebruikt wordt. Een onderwijsfunctie is binnen deze bestemming niet toegestaan. Ook is de nieuwe entree buiten het bouwvlak gelegen. Daarnaast zijn de paraplu-bestemmingsplannen “Smart-, Grow- en Headshops en Belwinkels” en “Parkeernormen” van kracht op deze locatie. De voorgenomen onderwijsfunctie is niet in strijd met deze paraplu-bestemmingsplannen.

Page 7: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

4

1.4 Procedure aanvraag omgevingsvergunning met afwijking De Wabo maakt het mogelijk om een omgevingsvergunning die niet past binnen het vigerend bestemmingsplan, toch te verlenen. De omgevingsvergunning ex artikel 2.1 lid 1, onder c Wabo stelt het bestemmingsplan niet buiten werking. Het is een eenmalige toestemming om van het bestemmingsplan af te mogen wijken. Ieder nieuw project zal dan ook opnieuw getoetst moeten worden aan het vigerende bestemmingsplan. Met een omgevingsvergunning wordt het mogelijk gemaakt een deel van het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 te gebruiken voor onderwijsdoeleinden. Voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1 lid 1 onder c juncto 2.12 lid 1 sub 1 onder 3° Wabo is een “verklaring van geen bedenkingen” van de gemeenteraad vereist. Op 27 september 2012 heeft de gemeenteraad het “Besluit tot het aanwijzen van categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5, derde lid Besluit omgevingsrecht (Bor) niet is vereist” (besluit avvgb) vastgesteld. Hierin is opgenomen dat voor aanvragen die voldoen aan een aantal randvoorwaarden, de ‘verklaring van geen bedenkingen’ niet vereist is. Het besluit is op 11 oktober 2012 in werking getreden. Een van de randvoorwaarden is het oprichten, wijzigen of uitbreiden alsmede het gebruiken van een gebouw, inclusief gevelwijzigingen, niet zijnde woningen of zorggerelateerde woningen en/of studenteneenheden met een maximum van 2.000 m² bvo (conform NEN 2580). De onderwijsfunctie zal maximaal 5.700 m² bvo beslaan. De gemeenteraad zal in dit geval dus gevraagd worden een “verklaring van geen bedenkingen” af te geven. 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 ‘Gebiedsanalyse’ is allereerst een ruimtelijke en functionele analyse van het plangebied opgenomen. In hoofdstuk 3 ‘Beleid’ wordt het relevante ruimtelijke beleid van het rijk, de provincie en de gemeente beschreven. In hoofdstuk 4 komt de planbeschrijving aan bod. Vervolgens komen in hoofdstuk 5 ‘Milieu en landschap’ de sectorale milieuaspecten zoals, water, bodemkwaliteit, externe veiligheid, geluid, ecologie, cultureel erfgoed etc. aan bod, voor zover van toepassing. In hoofdstuk 6 wordt de financiële uitvoerbaarheid van het afwijkingsbesluit beschreven. Tot slot is hoofdstuk 7 ‘Communicatie’ gereserveerd voor een beschrijving van de procedure.

Page 8: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

5

Page 9: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

6

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse 2.1 Ruimtelijke en functionele structuur In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de huidige situatie is met betrekking tot de ruimtelijke en functionele structuur. Het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 maakt onderdeel uit van het Stadskantoor van de gemeente Breda. Het Stadskantoor bestaat uit drie gebouwen die met loopbruggen verbonden zijn. Het pand Claudius Prinsenlaan 12-14 (gebouw C van het Stadskantoor) is het meest oostelijk gelegen op de hoek Claudius Prinsenlaan en Chassésingel. In een deel van het pand is het Werkplein (UWV) gevestigd. Het overige deel was in gebruik door de Gemeente Breda, maar door reorganisatie behoeft het gemeenteapparaat momenteel minder ruimte. Recent is dit gebouw leeg gemaakt en zijn de ambtenaren in de overige twee gebouwen gehuisvest. De Claudius Prinsenlaan heeft een belangrijke ontsluitingsfunctie voor de binnenstad en verbindt de zuidelijke rondweg / A27 met grote parkeerterreinen in de binnenstad. De Chassésingel maakt onderdeel uit van een fiets- en wandelroute langs de singel. Aan de buitenzijde van de singel ligt de Wilhelminasingel, een drukkere ontsluitingsring rondom de binnenstad. Het gedeelte van de Claudius Prinsenlaan dat binnen de singel is gelegen, is pas relatief laat bebouwd omdat de gronden lange tijd voor militaire doeleinden in gebruik waren. De laan wordt gekenmerkt door grote gebouwen. Zo zijn aan de zuidzijde het Stadskantoor, theater en casino gelegen. Aan de noordzijde liggen kantoorgebouwen, het politiebureau en een cinema. Ten zuiden van de Claudius Prinsenlaan is het terrein van de Chassékazerne de afgelopen vijftien jaar veranderd in een woongebied in een campusachtige opzet. Het Stadskantoor bestaat uit drie gebouwen. Gebouw C is in een T-vorm gebouwd, waarbij het ‘pootje’ van de T het hoogst is met zes bouwlagen. Aan de zijde van de Chassésingel is de laagbouw gelegen in vier bouwlagen. Aan de zijde van de Claudius Prinsenlaan is het parkeerterrein met 57 parkeerplaatsen gelegen. De entree van het gebouw zit ook aan deze zijde. Aan de Claudius Prinsenlaan, direct voor het gebouw, ligt een bushalte.

Figuur 4. Ligging

Page 10: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

7

Page 11: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

8

Hoofdstuk 3 Ruimtelijk beleid

3 1. Inleiding

Het beleidskader voor het plangebied wordt gevormd door landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 4 ‘Milieu en landschap’ is het sectorale milieubeleid en -wetgeving vertaald. 3.2. Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De 'Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte' (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. De structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Zo beschrijft het kabinet in de SVIR in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren en op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Het Rijk geeft daarbij meer ruimte aan provincies en gemeenten om in te spelen op de eigen situatie, zelf beslissingen te nemen en geeft ruimte aan burgers en bedrijven voor initiatief en ontwikkeling. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Er is nu te vaak sprake van bestuurlijke drukte, ingewikkelde regelgeving of een sectorale blik met negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van Nederland. Om dit te keren, brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. Het aantal nationale belangen waarvoor ruimte nodig is, is teruggebracht van 39 naar 13. Voor deze 13 belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Een groot deel van deze belangen is juridisch geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening. Het kabinet formuleert in de SVIR "ambities voor concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid". Door het Rijk wordt met de SVIR vooral nadruk gelegd op infrastructuur (bereikbaarheid en mobiliteit) en op de economische kracht (concurrentie en topsegmenten) van Nederland. Hoewel hiermee de indruk lijkt te ontstaan dat, in vergelijking met het voorgaande Rijksbeleid, het belang van vitale en leefbare steden wordt ontkend, is niets minder waar. In de door het Rijk geformuleerde ambities komt de kwaliteit van de stad als woon- en leefmilieu helder naar voren. De kracht van de steden vormt een basisvereiste voor het beleid; de inzet op de economische aspecten en infrastructurele werken heeft immers geen enkele zin als niemand meer in de steden wil leven. Het Rijk zet in op een veilige en gezonde leefomgeving met een goede milieukwaliteit. Voor Brabant en Limburg is een aantal opgaven van nationaal belang genoemd. Prioriteit krijgen de in het gebied gelegen brainport Eindhoven en greenport Venlo. Specifiek voor Breda kan het volgende worden opgemerkt. Breda hoort samen met Tilburg, Etten-Leur, Roosendaal en Bergen op Zoom tot een samenhangende "stedelijke regio met een concentratie van topsectoren". Hierbij worden met name de sectoren ‘Chemie’ en ‘High Tech Systemen en Materialen’ genoemd. Ook het Nieuw Sleutelproject Breda (nieuwe stationsomgeving) wordt expliciet vermeld. Verder geldt, ook voor Breda, dat de ecologische hoofdstructuur beschermd moet worden. Een onderwijsfunctie zoals in de onderhavige aanvraag om een omgevingsvergunning is in lijn met de Nota Ruimte, en ook in lijn met de nieuwe structuurvisie, aangezien geen nationale belangen in het geding zijn. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening De nationale belangen uit de SVIR die juridische borging vragen, worden in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) geborgd, dat op 1 oktober 2012 in werking is getreden. In het Barro is een aantal projecten die van rijksbelang zijn, genoemd en met behulp van digitale kaartbestanden exact ingekaderd. Per project zijn vervolgens regels gegeven, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen.

Page 12: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

9

Het kabinet heeft de keuze voor deze onderwerpen gemaakt in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Door de nationale belangen vooraf in bestemmingsplannen te borgen, wordt met het Barro bijgedragen aan versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen van nationaal belang en vermindering van de bestuurlijke drukte. De bedoeling is duidelijk: belemmeringen die de realisatie van de genoemde projecten zouden kunnen frustreren of vertragen worden door het Barro op voorhand onmogelijk gemaakt. Dat zal inderdaad kunnen leiden tot een versnelde uitvoering van die projecten. Daar staat tegenover dat gemeenten die een bestemmingsplan opstellen dat raakt aan een belang van één van de projecten in het Barro, nauwkeurig de regelgeving van het Barro moeten checken. Gebeurt dat niet, dan bestaat het risico op een reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten of van de Minister. Het effect daarvan is dat bepaalde onderdelen van het bestemmingsplan niet in werking treden. In het Barro zijn geen regels en onderwerpen van toepassing die betrekking hebben op het plangebied. Er hoeven dus geen regels juridisch verankerd te worden in onderhavig bestemmingsplan. Bovendien zijn in dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in strijd zijn met een van de nationale belangen. Onderhavig bestemmingsplan is dus in overeenstemming met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. 3.3. Provinciaal beleid Structuurvisie ruimtelijke ordening Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Deze structuurvisie vervangt de delen A en B van de Interimstructuurvisie Noord-Brabant (2008) en is daarmee één van de vier provinciale strategische plannen voor de fysieke leefomgeving. Deel C van de Interimstructuurvisie 'Ontwikkelingsprojecten West-Brabant' blijft in stand. De Structuurvisie geeft de samenhang weer tussen het beleid op het gebied van milieu, verkeer en vervoer en water. Het gedachtegoed uit het ontwerp Provinciaal Milieubeleidsplan (juni 2010), het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (2006) en het Provinciaal Waterplan (2009) zijn in de Structuurvisie ruimtelijke ordening opgenomen en verwerkt. In de Structuurvisie zijn alleen de ruimtelijk relevante hoofdlijnen uit deze andere strategische plannen opgenomen. Een verdere detaillering van het beleid staat in de plannen zelf. Daarnaast houdt de Structuurvisie ruimtelijke ordening rekening met het provinciaal beleid op economisch, sociaal-cultureel en ecologisch vlak; zoals het advies voor de opstelling van een Ruimtelijk Economische Visie en het Natuur- en landschapsoffensief. In de Structuurvisie ruimtelijke ordening geeft de provincie aan hoe zij omgaat met de ruimtelijke opgave voor de periode tot 2025, met een doorkijk naar 2040. Er gaat geen directe werking uit richting gemeentelijke besluitvorming. De Verordening ruimte heeft wel een doorwerking naar gemeentelijke besluitvorming. Verordening ruimte 2012 Provinciale Staten hebben op 11 mei 2012 de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 vastgesteld. Op 1 juni 2012 is de verordening in werking getreden. In de Verordening ruimte heeft de provincie de Structuurvisie uitgewerkt tot concrete regels die gemeenten in acht dienen te nemen bij het opstellen van ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen en afwijkingsbesluiten. De verordening bevat regels voor:

Regionaal perspectief voor wonen en werken;

Ruimte-voor-ruimteregeling;

Groene hoofdstructuur-natuur en Ecologische hoofdstructuur;

Bescherming tegen wateroverlast en overstromingen;

Grond- en oppervlaktewatersysteem;

Land- en tuinbouw. De locatie Claudius Prinsenlaan ligt op de Structurenkaart van de Structuurvisie en de kaarten behorende bij de Verordening ruimte binnen een gebied met de aanduiding “Stedelijk concentratiegebied”.

Page 13: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

10

Stedelijke concentratiegebieden zijn primair bedoeld ten behoeve van stedelijk functies. De voorgenomen tijdelijke vestiging van een onderwijsfunctie past hier binnen. 3.4. Gemeentelijk beleid Structuurvisie Breda 2020 De gemeenteraad heeft in december 2007 de Structuurvisie Breda 2020, Stad in Evenwicht, vastgesteld. Deze beleidsnota bevat een ruimtelijke visie voor de gehele stad en vormt het algemene beleids- en toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen op de lange termijn (2020). In de Structuurvisie is een integrale richting aan de verdere ontwikkeling van Breda gegeven. In 2007 werd verwacht dat Breda in 2020 zou groeien tot een stad van circa 185.000 inwoners met 15.000 nieuwe wooneenheden, circa 110.000 arbeidsplaatsen en 250 hectare nieuwe bedrijventerreinen. Ook een goede spreiding van kwalitatieve maatschappelijke voorzieningen voor levensloopbestendige wijken in de stad is een vereiste. Bovendien dient de stad goed bereikbaar te zijn en dient het een zuidelijk vervoersknooppunt voor weg en spoor te zijn. Een karakteristieke groen- en waterstructuur in en om de stad maakt ook onderdeel uit van de programmadoelen. De locatie ligt op de kaart bij de Structuurvisie binnen de zone “herstructureringsgebied Centrum”. Het zwaartepunt van beleid ligt binnen deze zone een goede menging te creëren voor diverse functies zoals wonen, werken en vrije tijd. De tijdelijke vestiging van een onderwijsfunctie past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie.

Figuur 5. Uitsnede uit kaart Structuurvisie Breda 2020

Page 14: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

11

Page 15: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

12

4. Planmotivering 1.1 Huisvesting NHTV NHTV Internationaal hoger onderwijs Breda, is een voltijdsopleiding voor hoger onderwijs in aansluiting op havo, vwo en mbo. Er worden opleidingen aangeboden op het gebied van Hotel & Facility Management, Games & Media, Leisure, Toerisme en Stedenbouw, Logistiek & Mobiliteit. NHTV heeft in totaal circa 700 medewerkers in dienst en er studeren ruim 7.000 studenten, waaronder een groot aantal buitenlandse studenten. De lessen worden dan ook grotendeels in het Engels gegeven. De schoollocaties zijn gevestigd op vier locaties in Breda, waarvan de Mgr. Hopmansstraat in de wijk Brabantpark de hoofdlocatie vormt.

Figuur 6. Locaties NHTV in de stad

Hoofddoel van de huisvesting is een campus te creëren aan de Mgr. Hopmansstraat, waar de meeste opleidingen gevestigd zullen worden. Hierbij zal uitbreiding en renovatie moeten plaatsvinden. Deze campus wordt voorzien over circa 4 jaar. Voor de opleiding Stedenbouw, Logistiek & Mobiliteit (SLM), die momenteel op de locatie Hopmansstraat gevestigd is en in noodlokalen aan de Beverweg (maakt onderdeel uit van de locatie Mgr. Hopmansstraat), wordt gezocht naar een nieuwe tijdelijke locatie. Door het verhuizen van deze academie wordt ruimte gemaakt t.b.v. de Games opleiding, die thans gevestigd is aan de Reduitlaan en kampt met een groot ruimtetekort. De nieuwe locatie voor SLM zal tijdelijk zijn, want het is de bedoeling deze opleiding uiteindelijk weer op de campus aan de Mgr. Hopmansstraat te vestigen. De NHTV heeft haar oog laten vallen op het pand op de hoek Claudius Prinsenlaan 12-14. Dit omdat het pand met relatief weinig verbouwingen geschikt gemaakt kan worden voor de beoogde onderwijsfunctie, er voldoende (betaalde) parkeergelegenheid in de omgeving aanwezig is en een bushalte voor de deur gesitueerd is. 4.2 Planbeschrijving Momenteel is het Werkplein in het beoogde gebouw aan de Claudius Prinsenlaan gevestigd. Tot voor kort maakte de rest van het kantoor deel uit van de Stadskantoor Breda, maar door reorganisatie is deze ruimte niet meer nodig. Onderwijsvorm De opleiding SLM trekt voornamelijk studenten uit de regio. Dit komt omdat de opleiding op diverse plekken in het land gegeven wordt. Relatief veel studenten wonen daarom nog thuis.

Sibeliuslaan

Archimedesstraat

Mgr. Hopmansstraat Reduitlaan

Page 16: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

13

Ze komen met name met het openbaar vervoer, fiets of met de auto naar school, waarbij de ervaring leert dat er veel gecarpoold wordt. Bij de opleiding SLM zijn ongeveer 920 studenten ingeschreven. Deze zullen niet allemaal tegelijk aanwezig zijn, gerekend wordt met een aanwezigheidspercentage van 35 á 40%. Een student is ongeveer 14 tot 22 uur per week aanwezig voor contact met docenten en medewerkers. Ook wordt in het 3

de studiejaar een stage gelopen en in het 4

de afstudeerjaar is de student minder aanwezig.

Daarnaast zullen circa 80 medewerkers hier gaan werken, deels parttime. In totaal is de school 40 weken van het jaar geopend voor studenten. De overige weken betreft vakantie, introductieweken etc. In de vakanties is het gebouw ook voor medewerkers gesloten. De activiteiten die in het gebouw zullen gaan plaatsvinden omvatten klassikaal onderwijs, colleges en werken in projectteams. Er zal ook een praktijklokaal voor maquettebouw worden ingericht. Hier worden maquettes van piepschuim gemaakt. Daarnaast zijn enkele algemene ruimten nodig, zoals restaurant, computerruimte, mediatheek, kantoor, vergaderruimte en receptie. Het gebouw zal van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur open zijn. Er wordt geen avondopenstelling voorgestaan, behoudens voor speciale gelegenheden, zoals bijvoorbeeld diploma-uitreikingen. Inrichting De NHTV wil maximaal 5.700 m

2 bruto vloeroppervlak (bvo)huren, wat overeenkomt met circa 5.100

m2 bruikbare ruimte (zonder de verbindingsruimten zoals gangen, hal etc.). Het gaat in principe om

het gehele hoogbouwgedeelte van zes bouwlagen en de 3de

verdieping van het laagbouwgedeelte. In het overige gedeelte blijft de kantoorbestemming leidend. Aan de zijde van de Claudius Prinsenlaan zal een nieuwe entree gemaakt worden. Ten behoeve hiervan wordt eventueel op het bestaande trottoir een klein portaal van maximaal 30 m² uitgebouwd. In bijlage 1 is een impressie van het portaal bijgevoegd. Om voor de studenten een goede en veilige fietsenberging te maken, wordt op het voorterrein nabij de ingang van de NHTV een overdekte fietsenstalling geplaatst. De positie naast de hoofdentree is belangrijk, studenten kiezen namelijk de kortste weg tussen het stallen van de fiets en de entree. Vanuit de NHTV zal ook handhavend opgetreden worden tegen verkeerd gestalde fietsen. Om de fietsenstalling te kunnen plaatsen, zullen drie parkeerplaatsen niet meer gebruikt kunnen worden. De fietsenstalling wordt dusdanig ontworpen dat deze in principe verwijderd kan worden als de NHTV uit het pand vertrekt. In bijlage 2 is een impressie gegeven van de ligging van de fietsenstalling.

Figuur 7. Gedeelte dat NHTV wil huren: in principe de hoogbouw (rood) en 3

de

verdieping laagbouw (groen, dóórlopend achter hoogbouw)

Page 17: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

14

De achterzijde van het pand, aan de zijde van Coulissen, wordt getracht de student te weren. Zo is de achterdeur niet vrij toegankelijk voor studenten, alleen voor medewerkers van het Werkplein. De NHTV houdt de buitenruimte direct rondom het gebouw schoon. Omgevingsvergunning met instandhouding Het betreft hier een tijdelijke invulling met een onderwijsfunctie. Zodra de campus aan de Mgr. Hopmansstraat vormgegeven is, zal de opleiding hier naar toe verhuizen. Verwacht wordt dat over 3 á 4 jaar dit gereed is. Daarom is een instandhoudingstermijn aan de gevraagde omgevingsvergunning verbonden van 6 jaar, geteld vanaf de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning. Het is namelijk niet de bedoeling om permanent een onderwijsfunctie in het pand Claudius Prinsenlaan mogelijk te maken, alleen voor de NHTV. Een jaar of 6 geeft enige extra ruimte voor indien de vestiging van de campus vertraging oploopt. 4.3. Autoparkeren Het betreft hier voornamelijk een regionale opleiding waarbij relatief veel studenten nog thuis wonen. De meeste studenten komen met het openbaar vervoer of met de auto. Aan de Claudius Prinsenlaan ligt een bushalte waar meerdere bussen per uur halteren. Autoparkeren De NHTV gaat 5.700 m² afhuren. Voor de voormalige functie van kantoor is volgens de gemeentelijke nota Parkeer en Stallingsbeleid Breda voor een omvang van 5.700 m² een parkeerbehoefte van 85 parkeerplaatsen. Zolang de parkeerbehoefte van de NHTV hier niet boven uit komt voldoet de NHTV aan de benodigde parkeerbehoefte. Zij voegen dan geen extra druk toe t.o.v. eerdere functie. Conform de nota Parkeer en Stallingsbeleid Breda zijn de volgende normen van toepassing: - 5 parkeerplaats per leslokaal, gemiddeld 30 personen/lokaal - 20 parkeerplaatsen per collegezaal, gemiddeld 150 personen/collegezaal. Het indelingsprogramma van de NHTV bestaat uit collegezalen, kleinere leslokalen, projectruimten, maquettewerkplaatsen enz. Opgeteld is er een capaciteit in het gebouw voor ongeveer 2250 personen. In werkelijkheid zullen deze nooit gelijktijdig aanwezig zijn. De lokalen zullen nooit tegelijk gebruikt worden. Een aantal van de lokalen kent ook maar één specifieke functie en is niet geschikt voor meerdere functies. Volgens opgave van de NHTV zijn er ongeveer 920 inschrijvingen voor de betreffende opleidingen. Hiervan is een deel op stage, afstuderen enz. Daarnaast zijn er 80 medewerkers werkzaam. Zij rekenen op basis van ervaringen met een gemiddelde aanwezigheid van 35-40%. Dit komt neer op zo’n 350-400 studenten/medewerkers. Aangezien de standaard normen hier moeilijk zijn toe te passen worden vanuit verschillende invalshoeken de benodigde capaciteit benaderd: 1. Op basis van aantal lokalen/collegezalen; Alles wordt geteld als leslokaal (collegezalen zijn klein, leslokalen gemiddeld): 5 parkeerplaats per

lokaal. Er zijn 16 lokalen = 80 parkeerplaatsen nodig. 2. Op basis van aanwezige studenten/medewerkers: 30 personen per lokaal = 1 parkeerplaats per 6 studenten/medewerkers (350-400 personen) = 58

– 67 parkeerplaatsen nodig. 3. Op basis van parkeerdruk vorige functie: Bij de functie kantoor hoorde een parkeerbehoefte van 85 parkeerplaatsen. Omgerekend naar het

maximaal mogelijk aanwezige personen is dit 510 personen (studenten en personeel). Dit komt neer op een aanwezigheid van ongeveer 51%.

De parkeernorm op basis van de gemiddeld aantal aanwezige studenten is waarschijnlijk de meest realistische en logische. Hierbij is de hoogste norm aangehouden (5 parkeerplaatsen per lokaal) wat neerkomt op een norm van 1 parkeerplaats per 6 personen. De parkeerbehoefte blijft hierbij ruim onder de 85 pp. Een omgekeerde toets geeft aan dat ongeveer 510 personen aanwezig mogen zijn om nog steeds aan de 85 pp te kunnen voldoen. Uit opgaven van de NHTV zou dit een aanwezigheid zijn van ongeveer 51%.Gezien de ervaringen zal dit zelden of nooit voorkomen.

Page 18: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

15

De NHTV voldoet op zich aan de parkeerbehoefte. Er wordt namelijk geen extra parkeerdruk op de omgeving gelegd, vergeleken met de vorige kantoorfunctie. Bovenstaand is een theoretische benadering. In praktijk zal de ruimte van 4 bestaande parkeerplaatsen gebruikt gaan worden voor fietsenstalling. Er zijn dan 38 parkeerplaatsen voor de NHTV beschikbaar. De overige 15 parkeerplaatsen dienen beschikbaar te blijven voor het Werkplein. Deze 42 parkeerplaatsen zijn te weinig om alles op te kunnen vangen. In praktijk zullen deze eerst gevuld worden met leerkrachten en overig personeel. Daarnaast kunnen, indien ruimte over is, studenten hier parkeren. Laden en lossen van bestelbusjes en vrachtverkeer (bijvoorbeeld bevoorrading restaurant) zal aan de voorzijde van het pand gebeuren, bij de hoofdingang.

Page 19: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

16

5. Milieu en Landschap Breda wil een stad zijn waarin mensen graag wonen, werken en recreëren. Leefbaarheid en duurzaamheid zijn hierbij sleutelbegrippen. Daarom dient bij de ruimtelijke planvorming rekening gehouden te worden met de milieuhygiënische aspecten van het plangebied en haar directe omgeving. Een omgevingsvergunning maakt het mogelijk om een deel van het pand Claudius Prinsenlaan te gebruiken voor onderwijsdoeleinden. Omdat het een interne verbouwing betreft, zijn er alleen de thema’s geluid en luchtkwaliteit van belang. 5.1 Bodem Algemeen Door het industriële verleden van Breda, is er plaatselijk bodemverontreiniging aanwezig. De gemeente Breda inventariseert zelf (mogelijk) verontreinigde locaties en combineert deze informatie met de vele bodemonderzoeken die worden uitgevoerd bij bouw, aan/verkoop en grondverzet. Al deze informatie is beschikbaar in bodeminformatiesystemen en wordt gebruikt bij beoordeling en advisering. Regelgeving De tijd dat bodemverontreiniging geheel moet worden weggenomen is voorbij. Begin 2009 heeft de gemeente Breda haar eigen bodembeleid vastgesteld middels de nota „De Bredase grondslag‟. Hierin wordt de landelijke beleidslijn van saneren naar functie verder ingevuld. Tegenwoordig hoeven alleen de zogeheten „ernstige‟ verontreinigingen aangepakt te worden. De aanpak wordt afgestemd op de functie. De belangrijkste criteria voor de keuze van maatregelen zijn de risico’s voor gezondheid of milieu die de verontreiniging kan vormen. In de praktijk blijken er gelukkig niet vaak risico’s te zijn voor de gezondheid van mensen. Milieurisico’s komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat de ontwikkeling afgestemd wordt op eventueel aanwezige verontreiniging. Conclusie Er wordt niet in de grond geroerd, behoudens eventueel de bouw van een portaal bij de ingang van de school. De bodemgesteldheid vormt geen belemmering voor de beoogde functie. 5.2 Water Beleid Het overheidsbeleid is er op gericht om het watersysteem op orde te brengen en vervolgens op orde te houden. Dit betekent dat er zo min mogelijk wateroverlast ontstaat en dat de waterkwaliteit voldoende is. Het beleid van het waterschap is gericht op het voorkomen van rechtstreekse lozingen op het oppervlaktewater. De voorkeursvolgorde voor het omgaan met hemelwater is 'vasthouden, bergen, afvoeren'. Ten aanzien van de waterkwaliteit is de voorkeursvolgorde: 'schoonhouden, scheiden en zuiveren'. Conclusie Het betreft hier een interne verbouwing van een bestaand pand, behoudens eventueel de bouw van een klein portaal bij de ingang van de school. Gelet hierop heeft het project geen gevolgen voor de waterhuishouding ter plekke.

Page 20: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

17

5.3 Ecologie Algemeen Natuur en groen wordt over het algemeen positief gewaardeerd. Zowel in als buiten de stad vertoeven veel mensen graag in de bossen en de parken in en rond de stad. De aanwezigheid van voldoende groen op een bereikbare afstand bepaalt voor een belangrijk deel de leefbaarheid van een woonwijk. Ook de aanwezigheid van dieren, bijvoorbeeld vogels, in de stad wordt over het algemeen als positief ervaren. De aanwezigheid van voedsel-, nest- en rustgebied is voor deze dieren essentieel. Zowel groen als de aanwezigheid van stadsvogels leveren een bijdrage aan de leefbaarheid en daarmee aan het vestigingsklimaat. Hiermee vormt de aanwezigheid van dieren in de stad doorgaans een kwaliteit van de openbare ruimte. Conclusie De locatie is momenteel geheel verhard en dit blijft zo. Langs de Chassésingel ligt een groene zone en deze zal behouden blijven. Er zijn geen ecologische waarden in het geding. 5.4 Bedrijven Algemeen De aanwezigheid van bedrijven kan de kwaliteit van de leefomgeving beïnvloeden. Bedrijven kunnen geur-, stof-, geluidhinder veroorzaken en gevaar voor de omgeving ten gevolg hebben. Voorkomen moet worden dat bedrijven hinder veroorzaken naar de omgeving, vooral indien het woongebieden of andere gevoelige bestemmingen betreft. Daarnaast moeten bedrijven zich kunnen ontwikkelen en eventueel uitbreiden. Om dit bereiken is het van belang dat bedrijven en gevoelige bestemmingen ruimtelijk goed gesitueerd worden zodat de bedrijven zo min mogelijk overlast opleveren en woongebieden de bedrijven zo min mogelijk beperken in hun bedrijfsuitvoering. Conclusie Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de uitvoering van het plan niet in de weg. De onderwijsfunctie hindert omliggende kantoren/bedrijven niet in hun bedrijfsvoering en andersom ook niet. 5.5 Externe veiligheid Algemeen Externe veiligheid heeft betrekking op de risico’s die mensen lopen ten gevolge van mogelijke ongelukken met gevaarlijke stoffen bij bedrijven en transportverbindingen (wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen). Externe veiligheid gaat nadrukkelijk niet over de veiligheid van de mensen die werkzaam zijn binnen het bedrijf of de betreffende transportroute. De doelstelling ten aanzien van externe veiligheid in de Bredase milieuvisie is: ‘In 2015 zijn de risico’s inzichtelijk, bekend en aanvaardbaar. Waar noodzakelijk liggen rampenplannen en vluchtroutes klaar. De hulpverleningsdiensten zijn opgeleid en de Bredanaars weten wat ze moeten doen bij gevaarlijke situaties’. Regelgeving Omdat de gevolgen van een ongeluk met gevaarlijke stoffen groot kunnen zijn, zijn de aanvaardbare risico’s vastgelegd in diverse besluiten en regelingen. De belangrijkste regelingen zijn:

Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke stoffen, Staatscourant 4/8/2004 nr. 147 (Basisnet weg en spoor [Besluit transportroutes externe veiligheid]);

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Staatsblad 2004 nr. 250;

Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), Staatsblad 2010 nr. 686. De normen in de besluiten zijn vastgelegd in de vorm van grenswaarden en richtwaarden. De grenswaarden geven de milieukwaliteit aan die op een bepaald tijdstip ten minste moet zijn bereikt, en die, waar zij aanwezig is, ten minste in stand moet worden gehouden.

Page 21: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

18

De richtwaarden geven de kwaliteit aan die op een bepaald tijdstip zoveel mogelijk moet zijn bereikt en die, waar zij aanwezig is, zoveel mogelijk in stand moet worden gehouden. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan deze normen. Ontwikkelingen zijn niet toegestaan indien deze leiden tot een overschrijding van de grenswaarden. Van de richtwaarden kan gemotiveerd worden afgeweken.

Conclusie Er zijn in het kader van externe veiligheid geen relevante wegen, spoorwegen, (gas)leidingen, bedrijven of LPG-tankstations in de omgeving die invloed hebben op het pand Claudius Prinsenlaan 12-14. 5.6 Geluid Algemeen Geluid is één van de factoren die de beleving van de leefomgeving in belangrijke mate bepalen. Door de toename van het verkeer en de bedrijvigheid wordt de omgeving in steeds sterkere mate belast met geluid. Dit leidt tot steeds meer klachten. In een aantal gevallen wordt de gezondheid beïnvloed door geluid. Hoge geluidsniveaus kunnen het gehoor beschadigen en ook de verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. Door de toename van het geluid in de omgeving, wordt de behoefte aan stilte steeds meer als een noodzaak gevoeld. Om deze zaken te ondervangen zijn normen opgenomen in wetten. Met name de Wet geluidhinder, de Luchtvaartwet en de Wet milieubeheer zijn in dit kader van belang. Het huidige kantoorpand is niet-geluidgevoelig terwijl de nieuwe onderwijsfunctie, waar het o.a. leslokalen betreft, wel geluidvoelig zijn volgens de Wet geluidhinder. Omdat het gebouw binnen de geluidzones van de Claudius Prinsenlaan en de Wilhelminasingel ligt, verplicht dit tot onderzoek naar de geluidbelasting op de gevels van het gebouw vanwege deze beide wegen. Conclusie De functie onderwijs is in de Wet geluidhinder een gevoelige bestemming. Er is door de gemeente Breda in december 2012 een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de voorkeursgrenswaarde op de gevel wordt overschreden door wegverkeerslawaai vanaf de Claudius Prinsenlaan. In dit kader wordt een hogere grenswaarde aangevraagd, waarbij de gemeente Breda het bevoegd gezag is. 5.7 Luchtkwaliteit Algemeen Door de uitstoot van uitlaatgassen door onder andere de industrie en het verkeer komen schadelijke stoffen in de lucht. Vooral langs drukke wegen kunnen de concentraties van verschillende stoffen zo hoog zijn dat deze de gezondheid kunnen aantasten. Om te voorkomen dat de gezondheid wordt aangetast door luchtverontreiniging dient bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden te worden met de luchtkwaliteit ter plaatse. In de Bredase milieuvisie is de volgende doelstelling voor 2015 opgenomen: „De luchtkwaliteit is inzichtelijk, bekend en aanvaardbaar’. Vanaf 1 augustus 2009 is het NSL in werking. Het NSL regelt dat het besluit niet in betekenende mate volledig in werking is. Conform artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is voor een ontwikkeling dat „niet in betekenende mate‟ (NIBM) bijdraagt aan de luchtkwaliteit, geen uitgebreid luchtkwaliteitonderzoek nodig en kan de ontwikkeling zonder toetsing aan de luchtkwaliteitseisen doorgang vinden. VROM heeft de definitie van 'in betekenende mate' vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Projecten die de concentratie CO2 of fijn stof met meer dan 3% van de grenswaarde verhogen, dragen in betekenende mate bij aan de luchtvervuiling. Dit criterium is een 'of-benadering'. Als een project voor één stof de 3%-grens overschrijdt, dan verslechtert het project 'in betekenende mate' de luchtkwaliteit.

Page 22: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

19

Deze 3%-grens is voor een aantal categorieën projecten in een ministeriële regeling omgezet in getalsmatige grenzen, bijvoorbeeld:

woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitingsweg, 3.000 woningen bij 2 ontsluitingswegen;

kantoorlocaties: 100.000 m2 bruto vloeroppervlak bij 1 ontsluitingsweg, 200.000 m² bruto vloeroppervlak bij 2 ontsluitingswegen

Op deze locatie wordt een verandering van een kantoorfunctie in een onderwijsfunctie voorgestaan met een omvang van circa 5.700 m

2. Daarmee draagt deze onderwijsfunctie, als gevolg van het

daarmee verband houdende autogebruik, niet in betekenende mate bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Conclusie De toename van het verkeer is dermate gering dat de invloed op de luchtkwaliteit niet in betekenende mate is. 5.8 Cultureel Erfgoed In de nota “Erfgoed in context ErfgoedVisie Breda 2008-2015” is vastgesteld dat het Bredase erfgoed de basis vormt van de Bredase identiteit en tevens de basis vormt van ruimtelijke ontwikkelingen in Breda. Om het erfgoed in brede zin op herkenbare wijze te kunnen inpassen in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingsprocessen is een goede inventarisatie noodzakelijk. Om de archeologische waarden in het gebied te beschermen conform het vastgestelde gemeentelijk beleid, de Monumentenwet 1988, waarin besloten ligt de Wet op de Archeologische Monumentenzorg 2007, dient bij nieuwbouw een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden voor de gebieden die op de “Beleidsadvieskaart Breda’s Erfgoed, deel 1. Archeologie” zijn gekenmerkt als gebieden met een archeologische verwachting anders dan laag. Hetzelfde geldt voor de gebieden van archeologische waarden en gemeentelijke archeologische monumenten. De resultaten van het archeologisch onderzoek wordt door bevoegd gezag, in deze de gemeente Breda, middels een selectiebesluit vervolgens vastgesteld. Het plangebied bevindt zich volgens de Beleidsadvieskaart Breda’s Erfgoed deel 1 Archeologie in een zone met een hoge verwachtingswaarde. Indien er meer dan 100 m

2 bijgebouwd wordt, dient een

archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Eventueel wordt de nieuwe ingang voorzien van een portaal, maar dit zal in alle gevallen kleiner zijn dan 100 m

2. Een archeologisch onderzoek is dan ook

niet nodig.

Page 23: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

20

6. Uitvoerbaarheid 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de onderdelen die zijn doorlopen voor het zekerstellen van de economische uitvoerbaarheid van het project. Indien een omgevingsvergunning voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Er wordt nader ingegaan op de grondexploitatie en de koppeling met het exploitatieplan. 6.2 Toepassing Grondexploitatiewet In de Wro is in afdeling 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie (Grexwet) opgenomen. Centrale doelstelling van de Grexwet is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijk regie bij locatieontwikkeling. In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vast moet stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Bij drie ruimtelijke besluiten kan het nodig zijn om een exploitatieplan vast te stellen, namelijk bij de vaststelling van een bestemmingsplan, wijzigingsplan of een omgevingsvergunning. Om daadwerkelijk na te kunnen gaan of een exploitatieplan noodzakelijk is, dient beoordeeld te worden of er sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1. Besluit ruimtelijke ordening (bro). In dit artikel is omschreven om welke bouwplannen het gaat, namelijk:

de bouw van een of meer woningen;

de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;

de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1.000 m² of met een of meer woningen;

de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;

de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1.500 m² bedraagt;

de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1.000 m².

6.3 Financiële haalbaarheid De aanvraag om de omgevingsvergunning valt niet in één van bovenstaande categorieën omdat het een onderwijsfunctie betreft. De kosten die samenhangen met het omgevingsvergunning worden middels leges verhaald.

Page 24: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

21

Page 25: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

22

Hoofdstuk 7 Communicatie 7.1 Inleiding De aanvraag om een omgevingsvergunning ziet op de activiteit bouwen en het opheffen van het strijdig planologisch gebruik. Op de onderhavige aanvraag is ex artikel 3.10 lid 1, onder a Wabo de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. In dit hoofdstuk wordt de procedure rondom de omgevingsvergunning toegelicht. 7.2 Procedure 7.2.1 Ter visie legging De ontwerp omgevingsvergunning wordt gedurende een periode van zes weken ter visie gelegd. De aanvraag, de bijlagen en de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing zijn onderdeel van de (ontwerp) omgevingsvergunning. Gedurende de termijn van de ter inzage legging kan eenieder een zienswijze indienen. Op basis van de zienswijzen neemt het college van B&W een definitief besluit over het al dan niet afgeven van de omgevingsvergunning . 7.2.2 Beroep / hoger beroep Na verlening van de omgevingsvergunning wordt deze voor de tweede maal voor een periode van zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden beroep instellen tegen de omgevingsvergunning bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant en later in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien binnen de beroepstermijn geen beroep wordt ingesteld, is de omgevingsvergunning na het verstrijken van de beroepstermijn onherroepelijk. Belanghebbenden kunnen eventueel ook een voorlopige voorziening vragen tegen de omgevingsvergunning.

Page 26: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

23

Page 27: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

24

Bijlage 1: impressie portaal entree NHTV

Page 28: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

25

Page 29: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

26

Page 30: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

27

Page 31: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

28

Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling

Page 32: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

29

Page 33: Ruimtelijke onderbouwing Claudius Prinsenlaan 12-14 ...€¦ · Bijlage 1: impressie portaal ingang NHTV . Bijlage 2: impressie ligging fietsenstalling . 1. 2 Hoofdstuk 1 Inleiding.

30