AP17-21 Samengevoegd FINAL - Rode Kruis€¦ · 5 Outcome 2 FA ..... 167
Routine Outcome Monitoring: Achtergrond, ervaringen en nieuwe ontwikkelingen NOSMO Studiemiddag -...
-
Upload
jasper-thys -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
Transcript of Routine Outcome Monitoring: Achtergrond, ervaringen en nieuwe ontwikkelingen NOSMO Studiemiddag -...
Routine Outcome Monitoring: Achtergrond, ervaringen en nieuwe ontwikkelingen
NOSMO Studiemiddag - Utrecht, 1 maart 2013
Dr. Marc J. Noom
Hoofdonderzoeker
Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders (VISPD)
NOSMO 20132
Meten is weten?
NOSMO 20133
Wie ben ik?
• Ontwikkelingspsycholoog
• Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders–Efficacy en effectiveness studies
• Universiteit van Amsterdam, afdeling klinische psychologie–Veranderingsprocessen in een behandelcontext
• Relatie met ROM:–Hoofdonderzoeker geweest van het Leiden Institute for the
Advancement and Integration of Routine Outcome Monitoring (LIAIROM)
–Lid van de werkgroep ROM van GGZ NL
NOSMO 20134
Overzicht van de presentatie
• Achtergrond ROM• Ervaringen met ROM• Nieuwe ontwikkelingen in ROM
NOSMO 20135
Achtergrond van ROM
NOSMO 20136
Wat is ROM?
• Routine outcome monitoring heeft de volgende kenmerken:
–Er worden structureel en regelmatig gegevens verzameld: aan het begin, tijdens en aan het einde van de behandeling, en soms follow-up metingen na afloop (routine)
–De gegevens hebben betrekking op: de stoornis, de cliënt en de behandeling (outcome)
–Op basis van deze gegevens krijgt men een beeld van de resultaten van een behandeling (monitoring)
NOSMO 20137
Welke doelen dient ROM?
• Ondersteunen van praktijk – (microniveau: behandelaar-patiënt)
• Inzicht in individuele problematiek, risico- en beschermingsfactoren• Inzicht in de voortgang van een individuele behandeling
• Ondersteunen van beleid/management – (mesoniveau: afdeling)
• Inzicht in kenmerken van de eigen cliëntenpopulatie• Inzicht in behandelresultaten van de groep
• Ondersteunen van onderzoek – (macroniveau: instelling, regio/(inter)nationaal)
• Inzicht in oorzaken en achtergronden van stoornissen• Inzicht in effectiviteit van behandelingen
NOSMO 20138
ROM als bindmiddel tussen praktijk, management en onderzoek?
• Als de drie partijen zich baseren op dezelfde gegevens (zij het op verschillende niveaus van aggregatie), dan biedt ROM een platform om met elkaar in gesprek te gaan
–Gezamenlijk doel: • Inzicht krijgen in de effecten van een behandeling
NOSMO 20139
Wat zijn de voorwaarden voor een zorgvuldige toepassing van ROM?
• Het is belangrijk om te realiseren dat een zorgvuldige toepassing van ROM (in praktijk, management en onderzoek) afhankelijk is van de kwaliteit van de ROM-gegevens:
–Groot aantal cases • (veel gegevens, weinig nonrespons)
–Zoveel mogelijk complete cases • (weinig missings)
–Zo representatief mogelijk • (geen selectieve uitval)
–Hoge interne validiteit • (betrouwbare instrumenten)
–Hoge externe validiteit • (instrumenten meten wat ze moeten meten)
NOSMO 201310
Wat zijn de voorwaarden voor een zorgvuldige toepassing van ROM?
• DO:• Als de ROM goed geborgd wordt in het primaire proces van de
behandeling, dan profiteren alle partijen:– Patiënt en behandelaar zijn gemotiveerd– Daarmee een grotere kans op respons en betrouwbare data– Daarvan profiteren ook het management en de onderzoeker
• DON’T:• Het is niet verstandig de ROM te presenteren als vooral nodig voor
benchmarking en onderzoek:– Patiënt en behandelaar zijn niet gemotiveerd– Daarmee een grotere kans op nonrespons en slechte data– Daar heeft iedereen last van, ook de patiënt en de behandelaar
NOSMO 201311
Ervaringen met ROM
NOSMO 201312
Hoe ziet de ROM er uit binnen de Viersprong?
• Binnen de Viersprong loopt bij alle programma’s een ROM–Afname:
• Regelmatige afname (elke 2-6 maanden)– Instrumenten:
• Betrouwbare en gevalideerde instrumenten• Zoveel mogelijk toe te passen zowel in de praktijk als voor
onderzoek• Keuze van instrumenten toegespitst op doelgroep en
interventie
NOSMO 201313
Hoe ziet de ROM er uit binnen de Viersprong?
• Inzet van de gegevens:–Terugkoppeling naar de individuele patiënt / behandelaar voor
een beoordeling van de voortgang–Overzicht naar de teamleider / unitmanager van de
behandelresultaten van een team / afdeling–Aggregatie van alle gegevens ten behoeve van onderzoek
naar effect van behandelingen en moderatoren van behandeleffecten
NOSMO 201314
Hoe ziet de ROM er uit binnen de Viersprong?
• Aandachtspunten:–Cliënten en clinici moeten goed getraind / voorbereid worden
voor het “lezen” van de gegevens –Respons bij aanvang is goed (ongeveer 80%), respons bij
vervolg- en eindmetingen is zwak (40-60%)• Probleem: hoe en wanneer wordt een behandeling
afgesloten?–Veel van de instrumenten zijn generieke instrumenten, terwijl
voor het zorgvuldig in kaart brengen van behandelresultaten vooral specifieke instrumenten nodig zijn
–De metingen zijn vooral gericht op probleemkenmerken, en te weinig gericht op het in kaart brengen van wat er precies in de behandeling gebeurt (“black box”)
NOSMO 201315
Nieuwe ontwikkelingen in ROM
NOSMO 201316
Clinical Support Tools
• Systematisch verzamelde gegevens kunnen de clinicus informatie verschaffen en daarmee het beslissingsproces ondersteunen
• In een clinical support tool (CST) kunnen suggesties/voorspellingen gedaan worden op basis van kenmerken van de problematiek, de cliënt en de behandeling
NOSMO 201317
Developmental Trajectories
• Door de beschikbaarheid van meerdere metingen is het mogelijk om veranderingsprocessen in kaart te brengen
• Zowel vanuit klinisch perspectief, als vanuit wetenschappelijk perspectief is het interessant om te kijken naar veranderingsprocessen in een klinische setting
• Daarbij is het vooral interessant om te kijken naar verschillende patronen, die cliënten kunnen laten zien
NOSMO 201318
Developmental Trajectories
T 1 T 2 T 30
5
10
15
20
25
30
Non respondersSlow respondersQuick responders
NOSMO 201319
Stellingen
NOSMO 201320
Stellingen
• Er zijn veel uitdagingen op het gebied van de kwaliteit van ROM-data, om een zorgvuldige toepassing van ROM-data mogelijk te maken. De prioriteit moet liggen bij het waarborgen van valide metingen in het primaire proces. Dan hebben vervolgens ook de manager en de onderzoeker daar profijt van.
• ROM moet in de komende jaren organisch groeien. Er zijn heel veel ROM-data nodig om op empirische basis antwoorden te kunnen geven op bovengenoemde uitdagingen.
• Benchmarking is pas zinvol, als clinici, management en onderzoekers voldoende vertrouwen hebben in de validiteit van ROM-metingen en in de wijze waarop verandering is gemeten.
NOSMO 201321
De toekomst?