Rj middelgrote rechtspersonen_2010

8
AUDIT De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft recentelijk de editie 2010 van de Richtlijnen voor de Jaarver- slaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen gepubliceerd. Deze editie kent een beperkt aantal aanpassingen ten opzichte van de voorgaande editie. De aangepaste Richtlijnen zijn van toepassing op verslagjaren die beginnen op of na 1 januari 2011, tenzij anders is aange- geven. In deze factsheet treft u een overzicht van de belangrijkste gewijzig- de bepalingen voortvloeiend uit editie 2010 aan. Daarbij wordt niet ingegaan op aanpassingen met betrekking tot bijzondere bedrijfstakken. Volledigheidshalve begint deze factsheet met een samenvatting van de Richtlijnen die voor het eerst van toepassing zijn op verslagjaar 2010. September 2010 Inhoud Inleiding 1 Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2010 1 Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2011 3 Ontwerp-Richtlijnen 6 Ten slotte 8 Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen Editie 2010 Inleiding Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2010 Financiële vaste activa In Richtlijnen 214 en 252 zijn bepalin- gen opgenomen voor de situatie waar- in het eigen vermogen op basis van de vermogensmutatiemethode van een deelneming negatief is (geworden). In geval van een negatieve netto- vermogenswaarde wordt de deelne- ming gewaardeerd op nihil. Vervolgens dient de onderneming na te gaan of zij een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft om in te staan voor de schulden van de deelneming, waar- voor zij een voorziening moet vormen. Als er sprake is van een negatieve nettovermogenswaarde bij eerste waardering van de deelneming, dan is de goodwill gelijk aan de verkrijgings- prijs. Is er echter sprake van een garantstelling waarvoor de deelne- mende rechtspersoon een voorziening moet vormen, dan is het bedrag van de goodwill gelijk aan de som van de verkrijgingsprijs en de voorziening. Goodwill 100 Deelneming 0 Zonder garantstelling Goodwill 150 Deelneming 0 Voorziening 50 Met garantstelling Eerste nettovermogenswaarde deelneming negatief: bedrag goodwill afhankelijk van garantstelling Goodwill in geval van deelneming met eerste negatieve nettovermogenswaarde

description

De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft recentelijk de editie 2010 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen gepubliceerd. Deze editie kent een beperkt aantal aanpassingen ten opzichte van de voorgaande editie. De aangepaste Richtlijnen zijn van toepassing op verslagjaren die beginnen op of na1 januari 2011, tenzij anders is aangegeven.In deze factsheet treft u een overzicht van de belangrijkste gewijzigde bepalingen voortvloeiend uit editie 2010 aan. Daarbij wordt niet ingegaan op aanpassingen met betrekking tot bijzondere bedrijfstakken.Volledigheidshalve begint deze factsheet met een samenvatting van de Richtlijnen die voor het eerst van toepassing zijn op verslagjaar 2010.

Transcript of Rj middelgrote rechtspersonen_2010

Page 1: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

AUDIT

De Raad voor de Jaarverslaggeving(RJ) heeft recentelijk de editie 2010 van de Richtlijnen voor de Jaarver-slaggeving voor grote en middelgroterechtspersonen gepubliceerd. Deze editie kent een beperkt aantalaanpassingen ten opzichte van de voorgaande editie. De aangepasteRichtlijnen zijn van toepassing op verslagjaren die beginnen op of na 1 januari 2011, tenzij anders is aange-geven. In deze factsheet treft u eenoverzicht van de belangrijkste gewijzig-de bepalingen voortvloeiend uit editie2010 aan. Daarbij wordt niet ingegaanop aanpassingen met betrekking tot bijzondere bedrijfstakken.Volledigheidshalve begint deze factsheet met een samenvatting vande Richtlijnen die voor het eerst vantoepassing zijn op verslagjaar 2010.

September 2010

Inhoud

Inleiding 1

Belangrijke wijzigingen van toepassing

vanaf 1 januari 2010 1

Belangrijke wijzigingen van toepassing

vanaf 1 januari 2011 3

Ontwerp-Richtlijnen 6

Ten slotte 8

Richtlijnen voor de Jaarverslaggevingvoor grote en middelgrote rechtspersonenEditie 2010

Inleiding Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2010Financiële vaste activaIn Richtlijnen 214 en 252 zijn bepalin-gen opgenomen voor de situatie waar-in het eigen vermogen op basis van devermogensmutatiemethode van eendeelneming negatief is (geworden). In geval van een negatieve netto-vermogenswaarde wordt de deelne-ming gewaardeerd op nihil. Vervolgensdient de onderneming na te gaan of zijeen in rechte afdwingbare of feitelijkeverplichting heeft om in te staan voor

de schulden van de deelneming, waar-voor zij een voorziening moet vormen.Als er sprake is van een negatieve nettovermogenswaarde bij eerstewaardering van de deelneming, dan isde goodwill gelijk aan de verkrijgings-prijs. Is er echter sprake van eengarantstelling waarvoor de deelne-mende rechtspersoon een voorzieningmoet vormen, dan is het bedrag van de goodwill gelijk aan de som van deverkrijgingsprijs en de voorziening.

Goodwill 100Deelneming 0

Zonder garantstelling

Goodwill 150Deelneming 0

Voorziening 50

Met garantstelling

Eerste nettovermogenswaarde deelneming negatief: bedrag goodwill afhankelijk van garantstelling

Goodwill in geval van deelneming met eerste negatieve nettovermogenswaarde

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 1

Page 2: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

2 Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Een negatieve nettovermogenswaardevan een deelneming is vervolgens eenindicator op grond waarvan de deel-nemende rechtspersoon zal moetenbeoordelen of er sprake is van een bijzondere waardevermindering van de goodwill.

Eigen vermogenIn alinea 214 van RJ 240 wordt niet langer vereist dat de verkrijgingsprijs ofboekwaarde van ingekochte eigen aan-delen in mindering wordt gebracht opde Overige reserves. De Richtlijnen slui-ten hiermee aan bij de wet, die impliciettoestaat om ingekochte eigen aandelenook ten laste van bijvoorbeeld het Agiote brengen. Overigens is afboeking vande Overige reserves volgens de RJ welnog steeds de meest logische keuze.

Inkoop eigen aandelen

Ten laste van overige reserves

Ten laste van andere (vrije) reservesMits statuten dit toestaan

Verwerking inkoop eigen aandelen

Personeelsbeloningen – pensioenenIn het voorjaar van 2009 heeft de RJeen tweetal Uitingen gepubliceerdwaarin een geheel vernieuwd modelvoor pensioenverslaggeving is geïn-troduceerd. Deze bepalingen zijn op-genomen in editie 2009 en van krachtmet ingang van 1 januari 2010. Voor de inhoudelijke behandeling van denieuwe bepalingen wordt verwezennaar de afzonderlijke factsheet NieuwNederlands verslaggevingsmodel voorpensioenen die in februari 2009 is uit-gebracht. Meer informatie vindt u oponze website www.kpmg.nl.

CoöperatiesIn Richtlijn 620 Coöperaties zijn naderebepalingen opgenomen voor het clas-sificeren van participaties als eigen ver-mogen of als vreemd vermogen. Bij declassificatie moeten alle voorwaardendie verbonden zijn aan de terugbetalingvan participaties in aanmerking wordengenomen. Het gedeelte van de partici-paties waarvoor een terugbetalingsver-plichting geldt, is vreemd vermogen.

Daarnaast is in RJ 620 het principe van de ‘benaderde kostprijs’ geïntro-

duceerd voor de (kostprijs)waarde-ring van voorraden van coöperatiesdie verkregen zijn van leden. Debenaderde kostprijs kan wordengebaseerd op de voor de leden vast-gestelde prijzen die worden afgeleiduit de exploitatie van enig jaar. Dezeprijzen komen tot stand in onderlingoverleg tussen de coöperatie enhaar leden.

Organisaties-zonder-winststrevenRichtlijn 640 Organisaties-zonder-winststreven stelt dat een organisa-tie-zonder-winststreven die aan het hoofd staat van haar groep een geconsolideerde jaarrekeningopstelt. Er kan bij deze organisatieseen groepsrelatie bestaan op basisvan statutaire en contractuele bepa-lingen op grond waarvan er sprake is van invloed op het beleid en/ofeconomische voordelen en risico’smet betrekking tot de activiteitenvan een andere entiteit.

In RJ 640 zijn nu aanwijzingen op-genomen om het bestaan van eengroepsrelatie tussen organisaties te beoordelen. Aspecten die de RJ hierbij noemt zijn bijvoorbeeld(meerderheid van) stemrechten enbeschikkingsmacht over het uitkerenvan vermogensbestanddelen van debetreffende entiteit.

© 2010 KPMG Accountants N.V.

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 2

Page 3: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 3

In de jaareditie 2010 is een aantal bepalingen met ontwerpstatus uit de definitieve Richtlijnen en ontwerp-Richtlijnen (oRJ) omgezet in definitieve bepalingen. De RJ heeft daarnaastsinds het verschijnen van de vorige editie van de Richtlijnen voor deJaarverslaggeving een aantal RJ-Uitingen gepubliceerd die in de jaar-editie 2010 zijn verwerkt. Hieronder is een overzicht opgenomen van debelangrijkste wijzigingen.

Verbonden partijenNaar aanleiding van een wetswijzigingheeft de RJ hoofdstuk 330 Verbondenpartijen vernieuwd in overeenstem-ming met het aan artikel 2:381 BW toegevoegde derde lid. Volgens de wetneemt een rechtspersoon de volgendeinformatie in de toelichting bij de jaar-rekening op indien transacties vanbetekenis door de rechtspersoon metverbonden partijen zijn aangegaan endeze transacties niet onder normalemarktvoorwaarden hebben plaatsge-vonden:• informatie over de omvang van de

transacties;• de aard van de betrekking met de

verbonden partij; en• andere informatie over die transac-

ties die nodig is voor het verschaf-fen van inzicht in de financiële posi-tie van de rechtspersoon.

De RJ geeft verder aan dat het toelich-ten van transacties met verbonden par-tijen die wel onder normale marktvoor-

waarden zijn aangegaan wordt aanbe-volen.Van deze toelichtingsvereisten zijn mid-delgrote vennootschappen, voor zoverniet beursgenoteerd of in de vorm vaneen naamloze vennootschap, vrijge-steld. Voor middelgrote naamloze ven-nootschappen (niet beursgenoteerd)mag de openbaarmaking van dezeinformatie beperkt blijven tot transac-ties die direct of indirect zijn aange-gaan tussen de vennootschap en haarvoornaamste aandeelhouders en tus-sen de vennootschap en de leden vande bestuurs-, leidinggevende of toe-zichthoudende organen. Ook zijn transacties tussen twee ofmeer leden van een groep vrijgesteldvan de genoemde toelichtingsvereis-ten, mits dochtermaatschappijen diepartij zijn bij de transactie geheel ineigendom zijn van een of meer ledenvan de groep.

Gesegmenteerde informatieIn jaareditie 2010 is naar aanleiding van internationale ontwikkelingen ophet gebied van jaarverslaggeving eennieuwe Richtlijn 350 Gesegmenteerdeinformatie opgenomen. Naast de wet-telijke bepalingen voor segmentatievan de netto-omzet naar bedrijfstak en (geografisch) gebied wordt in dezeRichtlijn ingegaan op (vrijwillige) aan-vullende gesegmenteerde informatie.

Een onderneming kan aanvullendegesegmenteerde informatie opnemenom inzicht te geven in resultaat, activa,

voorzieningen en schulden van haaroperationele segmenten. Een operatio-neel segment is een activiteit van derechtspersoon:• die opbrengsten kan genereren

en kosten maakt (ook als hetopbrengsten en kosten zijn uit transacties met andere segmentenvan de rechtspersoon);

• waarvan de resultaten regelmatigworden beoordeeld door hetbestuur, om beslissingen te nemenover toe te kennen middelen en om de financiële prestaties te evalueren; en

• waarover afzonderlijke financiëleinformatie beschikbaar is.

Vergelijkbare operationele segmentendie aan bepaalde kwalitatieve criteriavoldoen mogen worden samenge-voegd. Voor het aanmerken van opera-tionele segmenten als te rapporterensegmenten zijn vervolgens kwantita-tieve drempels in de Richtlijn opgeno-men.

Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2011

© 2010 KPMG Accountants N.V.

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 3

Page 4: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

JaarverslagIn jaareditie 2010 is een herzien hoofd-stuk 400 Jaarverslag opgenomen. In dit hoofdstuk zijn in alinea 110a risico-categorieën opgenomen aan de handwaarvan een rechtspersoon invullingkan geven aan de wettelijk vereistebeschrijving van de voornaamste risi-co’s en onzekerheden waarvoor zij zichgeplaatst ziet. De RJ hanteert daarbijde volgende categorieën:• strategie;• operationeel;• financieel;• financiële verslaggeving; en• wet- en regelgeving.

Verder bepaalt RJ 400.112 dat eenrechtspersoon (in het kader van cor-porate governance) in het jaarverslaginformatie geeft over gedragscodes die zij hanteert en of deze verplicht of vrijwillig worden toegepast.

Daarnaast zijn de alinea’s met betrek-king tot informatieverschaffing overmaatschappelijke aspecten van onder-nemen uitgebreid. Volgens de RJ ver-dient het aanbeveling om in het jaar-verslag een toelichting te geven op dehoofdzaken van voor de rechtspersoonrelevante maatschappelijke aspectenvan ondernemen, waaronder het (inter-

Er kunnen verschillen bestaan tussende grondslagen van waardering enresultaatbepaling voor de gesegmen-teerde informatie en die van de jaarre-kening. De grondslagen voor transac-ties tussen te rapporteren segmenten,aard van de eventuele verschillen tus-sen de grondslagen en de aard vaneventuele wijzigingen in de grondsla-gen behoren dan te worden toegelicht.

Overige in de toelichting op te nemeninformatieNaar aanleiding van een wetswijzigingheeft de RJ in hoofdstuk 390 Overigein de toelichting op te nemen informa-tie een nieuwe paragraaf opgenomenin overeenstemming met artikel 2:381lid 2 BW. Volgens deze bepaling dientde rechtspersoon in de toelichting bijde jaarrekening informatie op te nemenover de aard, het zakelijk doel en definanciële gevolgen van niet in debalans opgenomen regelingen, indiende risico’s of voordelen die uit dezeregelingen voortvloeien van betekeniszijn en voor zover de openbaarmakingvan dergelijke risico’s of voordelennoodzakelijk is voor de beoordeling vande financiële positie van de rechtsper-soon. Voorbeelden hiervan zijn ondermeer winstdelingsregelingen, schuld-factoring, in onderpand gegeven activaen operationele leaseregelingen.

Middelgrote rechtspersonen zijn vrijge-steld van de toelichtingseis inzake definanciële gevolgen: deze rechtsperso-nen kunnen volstaan met het toelich-ten van de aard en het zakelijk doel vanniet in de balans opgenomen regelingen.

4 Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Operationele segmenten

Bedrijfssegmenten

Geografische segmenten

XX

Additionele gesegmenteerde informatie

Jaarverslag

Prestatie-indicatoren(incl. MVO)

Aanvullende uitlegposten jaarrekening

Toekomstparagraaf

Financiële analyse

Risico’s en onzekerheden

Gebruik financiële instrumenten

Coporate Governance

Het Jaarverslag

© 2010 KPMG Accountants N.V.

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 4

Page 5: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 5

nationale) ketenbeheer van de rechts-persoon. Een nadere uitwerking vanmaatschappelijk verslaggeving wordtonder meer gegeven in de Handreikingvoor Maatschappelijke verslaggeving(2009), die afzonderlijk in hoofdstuk920 van jaareditie 2010 is opgenomen.Middelgrote rechtspersonen zijn overi-gens wettelijk vrijgesteld van de ver-plichting om in het jaarverslag aandachtte besteden aan (dergelijke) niet-finan-ciële prestatie-indicatoren.

Ten slotte is RJ 400 uitgebreid met een afzonderlijke paragraaf voor beurs-genoteerde rechtspersonen. In dezeparagraaf wordt ingegaan op wette-lijke bepalingen, gedragscodes en debestuursverklaring van beursvennoot-schappen.

Overige wijzigingen• RJ 274.110 bepaalt dat leningen ver-

kregen van de overheid met eenlagere rente dan marktrente, wor-den verwerkt en gewaardeerd con-form hoofdstuk 290 Financiële in-strumenten. Dat betekent dat bijeerste verwerking een dergelijkelening tegen de lagere reële waardein de balans wordt verwerkt. Hetverschil met het hogere ontvangenbedrag betreft de contante waardevan het voordeel als gevolg van delagere rente. Dit voordeel wordt ver-werkt als overheidssubsidie conformde bepalingen van hoofdstuk 274Overheidssubsidies en andere vormen van overheidssteun.

• In RJ 210 Immateriële vaste activais in alinea’s 235 en 236 verduidelijkt

dat reclamematerialen, zoals postor-dercatalogi, folders en reisgidsen,niet aan de definitie van immateriëlevaste activa voldoen. De kosten vanreclamematerialen worden in dewinst- en verliesrekening verant-woord op het moment dat dezematerialen door de rechtspersoonworden ontvangen.

• Alinea 215 van RJ 240 EigenVermogen is in overeenstemminggebracht met de vorig jaar gewijzig-de alinea 214, waarin wordt bepaalddat ingekochte eigen aandelen nietlanger alleen ten laste van deOverige reserves mogen wordengebracht maar ook van andere reser-ves (bijvoorbeeld Agio) mogen wor-den afgeboekt. Bij verkoop van dezeaandelen is nu bepaald dat de ver-koopopbrengst ten gunste komt vandie reserve waarop eerder deinkoop in mindering is gebracht.

• In RJ 271 Personeelsbeloningen isin alinea 207 opgenomen dat demarktrente van hoogwaardigeondernemingsobligaties de meestgeëigende invulling is voor de dis-conteringsvoet die wordt gebruikt bijde bepaling van de contante waardevan verplichtingen uit hoofde vanpersoneelsbeloningen tijdens hetdienstverband.

• In RJ 275.103a is verduidelijkt dathoofdstuk 275 Op aandelen geba-seerde betalingen geen bepalingenbevat voor de verwerking van opaandelen gebaseerde betalingen diegeïnitieerd zijn of afgewikkeld wor-den door een persoon of maat-schappij die niet tot de consolidatie-

kring van de rechtspersoon behoort.Het is echter wel toegestaan omdergelijke transacties te verwerkenvolgens de bepalingen van hoofd-stuk 275. Voor de toelichtingsvereis-ten met betrekking tot dergelijketransacties verwijst RJ 275.511 naarhoofdstuk 330 Verbonden partijen.

• Alinea 202 van RJ 315 Vrijstellingenvoor middelgrote rechtspersonenstelt dat de jaarrekening openbaarwordt gemaakt volgens de bepalin-gen van artikel 2:394 BW. Dit bete-kent onder meer dat openbaarma-king van de jaarrekening binnen achtdagen na de vaststelling dient plaatste vinden. Middelgrote rechtsperso-nen mogen daarbij gebruik makenvan de vereenvoudigingen en vrij-stellingen volgens artikel 2:397 BW.

• In alinea 301 van hoofdstuk 394Tussentijdse berichten is verdui-delijkt dat een rechtspersoon uit-sluitend informatie over de winstper aandeel in een tussentijdsbericht behoeft te vermelden in-dien zij valt onder het toepassings-gebied van hoofdstuk 340 Winst per aandeel.

© 2010 KPMG Accountants N.V.

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 5

Page 6: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

Ontwerp-Richtlijnen

Bijzondere waardeverminderingen vanvaste activa (RJ 121)In oRJ 121.514 wordt voorgesteld omde complexe ‘bottom-up’ en ‘top-down’toets voor de toerekening van goodwillaan kasstroomgenererende eenhedenvoor de bepaling van een eventuele bijzondere waardevermindering te ver-vangen door een eenvoudigere metho-de. Bij deze methode wordt de good-will toegerekend aan alle (groepen van)kasstroomgenererende eenheden diena een overname naar verwachtingsynergievoordelen zullen behalen uit de betreffende acquisitie. Deze toere-kening geschiedt op het laagste niveau

waarop de goodwill wordt beoor-deeld voor interne management-doeleinden, doch niet hoger dan eenoperationeel segment zoals gedefi-nieerd in RJ 350.

Stelselmatige verkoop van materiëlevaste activa (RJ 212, 270 en 360)In ontwerp-alinea’s 506 en 506a vanhoofdstuk 212 Materiële vaste activa(en daarmee samenhangend oRJ270.201 en oRJ 360.217) wordt voorge-steld om de mogelijkheid te bieden omopbrengsten uit stelselmatige verkoopvan materiële vaste activa te verant-woorden als netto-omzet.

Vastgoedbeleggingen in ontwikkeling(RJ 212, 213 en 615)De RJ maakt onderscheid tussen deverwerking van vastgoedbeleggingenin ontwikkeling (verwerking volgens RJ212) en vastgoedbeleggingen die wor-den herontwikkeld of gerenoveerd (ver-werking conform RJ 213). Gezien hetfeit dat er geen fundamenteel verschilbestaat tussen ontwikkeling en heront-wikkeling, stelt de RJ middels verschil-lende ontwerp-alinea’s voor om ook dein ontwikkeling zijnde vastgoedbeleg-gingen te verwerken volgens de bepalingen van hoofdstuk 213Vastgoedbeleggingen.

6 Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

© 2010 KPMG Accountants N.V.

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 6

Page 7: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 7

Loyaliteitsprogramma’s (RJ 270)Naar aanleiding van internationale ont-wikkelingen is in RJ 270 De winst- enverliesrekening ontwerp-alinea 109aopgenomen inzake de behandeling vanloyaliteitsprogramma’s. Hieronder wor-den verstaan tegoeden die een rechts-persoon aan haar klanten toekent in devorm van bijvoorbeeld spaarpuntenen/of bonuskaarten.Tegoeden uit hoofde van loyaliteitspro-gramma’s worden als afzonderlijkecomponent van een transactie geïden-tificeerd als aan de volgende voorwaar-den is voldaan:• de tegoeden kunnen ingewisseld

worden voor goederen of dienstendie de rechtspersoon levert alsonderdeel van haar normale activitei-ten; en

• de waarde van de tegoeden is nietonbelangrijk ten opzichte van dewaarde van de verkopen waarbijdeze tegoeden worden uitgegeven.

De opbrengsten die aan deze afzonder-lijke component zijn toe te rekenenworden verwerkt in de periode waarinde tegoeden worden verzilverd.Als niet aan de genoemde voorwaar-den wordt voldaan, wordt de opbrengstvan de gehele transactie verwerkt ophet moment van de verkoop waarbij detegoeden worden uitgegeven. De kos-ten van het loyaliteitsprogramma wor-den in dat geval in dezelfde periodeverwerkt.

Financiële instrumenten enPrijsgrondslagen voor vreemde valuta(RJ 290 en 122)In RJ 290 Financiële instrumenten, endaarmee samenhangend in RJ 122Prijsgrondslagen voor vreemde valuta,zijn enkele ontwerp-alinea’s opgeno-men om in de praktijk geconstateerdeonduidelijkheden weg te nemen. Debelangrijkste voorstellen zijn:• In oRJ 290.541 wordt verduidelijkt

dat indien de reële waarde vantegen kostprijs gewaardeerde deri-vaten, waarvoor geen kostprijshed-ge-accounting wordt toegepast, opbalansdatum lager is dan de kost-prijs van het derivaat, het verschilaltijd in de winst- en verliesrekeningwordt verwerkt. Deze lagere reëlewaarde dient te worden vastgesteldop een wijze die de lopende rentebuiten beschouwing laat.

• Het standpunt in hoofdstuk 122 enhoofdstuk 290 dat valutatermijncon-tracten monetaire posten zijn, isgewijzigd. Voorgesteld wordt omvaluta-elementen in derivaten vol-gens ‘kostprijs of lagere marktwaar-de’ te verwerken in plaats van tegenperiode-eindekoers zoals met mone-taire posten het geval is. Dit kangevolgen hebben voor de hedgedo-cumentatie.

• Inmiddels is in de internationaleomgeving, onder meer door invloedvan de kredietcrisis, de mogelijkheidgeboden om beursgenoteerde

obligaties op kostprijs te waarderen,mits geen sprake is van handel.Voorgesteld wordt deze mogelijk-heid ook in de Richtlijnen op tenemen.

• Met ontwerp-alinea’s 290.537a en 537b wordt een vereenvoudigdalternatief geboden voor bijzonderewaardevermindering van financiëleactiva die aansluit bij het principe‘kostprijs of lagere marktwaarde’.

© 2010 KPMG Accountants N.V.

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 7

Page 8: Rj middelgrote rechtspersonen_2010

Over KPMG

KPMG biedt dienstverlening op hetgebied van audit, tax en advisory. We werken voor een brede groepopdrachtgevers: grote (inter)nationaleondernemingen, middelgrote bedrijven,non-profitorganisaties en overheden.De ingewikkelde problematiek vanonze klanten vraagt om een multi-disciplinaire aanpak. Onze professionalsblinken uit in hun eigen specialisme,maar werken tegelijkertijd nauw samenom zo de toegevoegde waarde te bieden die het onze klanten mogelijkmaakt te excelleren in hun eigenomgeving. Daarbij putten we uit eenrijke bron van kennis en ervaring,wereldwijd opgedaan in de meest uit-eenlopende organisaties en markten.We geven echte antwoorden, waardooronze klanten betere beslissingen kunnen nemen.

kpmg.nl

De in dit document vervatte informatie is van algemene aard en is niet of onvoldoende toegespitst op de specifieke omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. Wij streven ernaar juiste en tijdige informatiete verstrekken. Wij kunnen echter geen garantie geven dat dergelijke informatie op de datum waarop zij wordtontvangen nog juist is of in de toekomst blijft. Daarom adviseren wij u op grond van deze informatie geenbeslissingen te nemen behoudens op grond van advies van deskundigen na een grondig onderzoek van dedesbetreffende situatie.

© 2010 KPMG Accountants N.V., ingeschreven bijhet handelsregister in Nederland onder nummer33263683, is een dochtermaatschappij van KPMGEurope LLP en lid van het KPMG-netwerk vanzelfstandige ondernemingen die verbonden zijnaan KPMG International Cooperative (“KPMGInternational”), een Zwitserse entiteit.Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland.KPMG and KPMG logo and name are registeredtrademarks of KPMG International Cooperative, a Swiss entity. 133–0810

KPMG

Laan van Langerhuize 11186 DS Amstelveen

Postbus 745001070 DB Amsterdam

Katja van der Kuij-Groenberg

Tel. (020) 656 [email protected]

Ten slotteCommentaarperiodeDe Raad voor de Jaarverslaggeving(RJ) nodigt uit tot het inzenden vanreacties en commentaren op de ontwerp-Richtlijnen. De reacties encommentaren ziet de RJ graag uiterlijk1 januari 2011 tegemoet. Voor overigereacties en commentaren geldt geenuiterste inzendtermijn.

BronvermeldingDe informatie in deze factsheet is in belangrijke mate ontleend aan deTen Geleide bij de edities 2009 en 2010 van de Richtlijnen voor de Jaar-verslaggeving.

Nadere informatieUw KPMG-contactpersoon informeertu graag nader over de informatie zoals opgenomen in deze publicatie en de gevolgen daarvan voor uw onderneming.

Contact

RJ Middelgrote Rechtsp 2010 03-09-2010 12:56 Pagina 8