N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011...

21
Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee 2 Nvt ALGEMEEN N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen gedefinieerd. Deze definities zijn in deze checklist niet afzonderlijk vermeld. 2:361.3 1. Zijn de in deze checklist opgenomen eisen toegepast zowel op de door het bestuur opgemaakte jaarrekening (‘inrichtingsjaarrekening’) als de na vaststelling door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (of ander bevoegd orgaan) openbaargemaakte jaarrekening. RJ 100/110 Inleiding, doelstellingen en uitgangspunten Wettelijke bepalingen 2:361.1 (RJ 110.101) 2. Is de jaarrekening duidelijk onderscheiden in de enkelvoudige jaarrekening en (indien van toepassing) de geconsolideerde jaarrekening. 2:362.10 3. Heeft de rechtspersoon in de toelichting vermeld volgens welke standaarden de jaarrekening is opgesteld. RJ 110.101 4. Is de jaarrekening duidelijk als zodanig aangeduid en onderscheiden van de andere gezamenlijk met de jaarrekening gepubliceerde informatie. RJ 110.101 5. Zijn alle onderdelen van de jaarrekening duidelijk als zodanig aangeduid (balans, winst-en-verliesrekening, kasstroomoverzicht, toelichting). RJ 110.103 6. Is de volgende informatie duidelijk gepresenteerd: a Naam van de rapporterende rechtspersoon of een identificatie daarvan op andere wijze; b Of de jaarrekening financiële informatie bevat van een individuele rechtspersoon dan wel een groep van maatschappijen; c Balansdatum en de periode waarop de jaarrekening betrekking heeft bij de diverse onderdelen van de jaarrekening; d Rapporteringsvaluta; e Geldeenheid waarin de cijfers in de jaarrekening zijn uitgedrukt (bijvoorbeeld uitgedrukt in duizendtallen). Inzicht 2:362.1 (RJ 100.203/ 110.102) 7. Geeft de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. (deze normen zijn veelal gebaseerd op het in de jaarrekening verantwoorden en weergeven van transacties en gebeurtenissen in overeenstemming met hun wezen en de economische realiteit, en niet slechts met hun juridische gedaante.) 2:362.2 RJ 110.102/123 8. Geeft de balans met de toelichting getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weer. 2 Beantwoording ‘nee’ voorzien van een nadere toelichting (evt. in een afzonderlijke notitie).

Transcript of N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011...

Page 1: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

ALGEMEEN

N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen gedefinieerd. Deze definities zijn in deze checklist niet afzonderlijk vermeld.

2:361.3

1. Zijn de in deze checklist opgenomen eisen toegepast zowel op de door het bestuur opgemaakte jaarrekening (‘inrichtingsjaarrekening’) als de na vaststelling door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (of ander bevoegd orgaan) openbaargemaakte jaarrekening.

RJ 100/110 Inleiding, doelstellingen en uitgangspunten

Wettelijke bepalingen

2:361.1 (RJ 110.101)

2. Is de jaarrekening duidelijk onderscheiden in de enkelvoudige jaarrekening en (indien van toepassing) de geconsolideerde jaarrekening.

2:362.10

3. Heeft de rechtspersoon in de toelichting vermeld volgens welke standaarden de jaarrekening is opgesteld.

RJ 110.101 4. Is de jaarrekening duidelijk als zodanig aangeduid en onderscheiden van de andere gezamenlijk met de jaarrekening gepubliceerde informatie.

RJ 110.101 5. Zijn alle onderdelen van de jaarrekening duidelijk als zodanig aangeduid (balans, winst-en-verliesrekening, kasstroomoverzicht, toelichting).

RJ 110.103 6. Is de volgende informatie duidelijk gepresenteerd: a Naam van de rapporterende rechtspersoon of een identificatie

daarvan op andere wijze;

b Of de jaarrekening financiële informatie bevat van een individuele rechtspersoon dan wel een groep van maatschappijen;

c Balansdatum en de periode waarop de jaarrekening betrekking heeft bij de diverse onderdelen van de jaarrekening;

d Rapporteringsvaluta;

e Geldeenheid waarin de cijfers in de jaarrekening zijn uitgedrukt (bijvoorbeeld uitgedrukt in duizendtallen).

Inzicht

2:362.1 (RJ 100.203/ 110.102)

7. Geeft de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. (deze normen zijn veelal gebaseerd op het in de jaarrekening verantwoorden en weergeven van transacties en gebeurtenissen in overeenstemming met hun wezen en de economische realiteit, en niet slechts met hun juridische gedaante.)

2:362.2 RJ 110.102/123

8. Geeft de balans met de toelichting getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weer.

2 Beantwoording ‘nee’ voorzien van een nadere toelichting (evt. in een afzonderlijke notitie).

Page 2: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 9

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

2:362.3 RJ 110.102/123

9. Geeft de winst-en-verliesrekening met de toelichting getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten weer.

2:362.4 (RJ 110.106)

10. Indien het verschaffen van het in artikel 362.1 BW2 bedoelde inzicht dit vereist, heeft de rechtspersoon additionele informatie verstrekt in de jaarrekening ter aanvulling van hetgeen in de bijzondere voorschriften van en krachtens deze titel wordt verlangd.

2:362.4 (RJ 110.106)

11. Indien het voor het verschaffen van het in artikel 362.1 BW2 bedoelde inzicht noodzakelijk is gebleken dat de rechtspersoon van de voorschriften is afgeweken, is dan in de toelichting uiteengezet:

- de reden van deze afwijking - de opgave van de invloed op vermogen en resultaat

RJ 110.110 12. Indien de Richtlijnen ene specifieke situatie niet behandelen, heeft het bestuur van de rechtspersoon een verwerkingswijze gekozen die relevante en betrouwbare informatie oplevert voor de besluitvorming van de gebruikers van de jaarrekening, waarbij de overige kwalitatieve kenmerken zoals beschreven in het Stramien mede in acht zijn genomen.

RJ 110.118 13. Zijn bij de waardering van activa en passiva en bij de bepaling van het resultaat over een periode, de baten (opbrengsten) en lasten (kosten) aan perioden toegerekend (toerekeningsbeginsel).

RJ 110.124 14. Heeft, in het geval dat de rechtspersoon voor bepaalde activa of posten van het vreemd vermogen een keuze heeft tussen verschillende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en/of presentatiemethoden conform wet en Richtlijnen, de rechtspersoon voor de activa en posten van het vreemd vermogen die naar aard en gebruik gelijksoortig zijn een keuze gemaakt voor één en dezelfde grondslag of presentatiemethode.

RJ 110.124 15. En is deze keuze consistent toegepast (omdat een gemaakte keuze alleen kan worden gewijzigd in overeenstemming met RJ 140 Stelselwijzigingen).

RJ 110.125 16. Is een onjuiste of niet passende behandeling van posten in de balans of de winst-en-verliesrekening niet rechtgezet door een vermelding van gegevens in de toelichting.

Verslaggevingsperiode en vergelijkende cijfers

RJ 110.104

17. Indien de jaarrekening voor een periode langer of korter dan een jaar wordt gepresenteerd, is dan de volgende informatie opgenomen:

- De periode waarover wordt gerapporteerd;

- Reden voor de keuze van de langere of kortere verslaggevingsperiode;

- Het feit dat de vergelijkende cijfers over de voorgaande periode niet vergelijkbaar zijn.

2:363.5 (RJ 110.126)

18. Is zoveel mogelijk bij iedere post van de jaarrekening het bedrag van het voorafgaande boekjaar vermeld (voor zover nodig, wordt dit bedrag ter wille van de vergelijkbaarheid herzien en wordt de afwijking ten gevolge van de herziening toegelicht).

Datum van de jaarrekening

RJ 160.401 19. Is de datum van het opmaken van de jaarrekening vermeld in de toelichting. Is de datering geschied door vermelding van dag, maand en jaartal.

Page 3: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 10

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

Geldeenheid

2:362.7 (RJ 190.102)

20. Heeft indien de jaarrekening of alleen de geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in een vreemde geldeenheid, dit plaatsgevonden vanwege hetzij de werkzaamheid van de rechtspersoon dan wel omdat de internationale vertakking van zijn groep dat rechtvaardigt.

RJ 190.108 21. Is de cijfermatige informatie in het jaarverslag die op de groep betrekking heeft, verstrekt in dezelfde geldeenheid als die waarin de geconsolideerde jaarrekening is opgesteld.

RJ 190.108 22. Is de cijfermatige informatie in het jaarverslag die betrekking heeft op de rechtspersoon zelve verschaft in de valuta van de geconsolideerde jaarrekening alsmede in die van de enkelvoudige jaarrekening, indien de gehanteerde geldeenheden van elkaar verschillen.

RJ 190.108 23. Is de cijfermatige informatie in de Overige gegevens opgenomen in dezelfde geldeenheid als die welke wordt gehanteerd in de enkelvoudige jaarrekening.

RJ 190.108 24. Is indien de informatie in de Overige gegevens betrekking heeft op de groep de munteenheid van de geconsolideerde jaarrekening gehanteerd.

Taal

2:362.7 (RJ 190.109)

25. Zijn de posten van de jaarrekening in de Nederlandse taal omschreven, tenzij de algemene vergadering tot het gebruik van een andere taal heeft besloten.

2:394.1 (RJ 190.109/110)

26. Is de openbaar te maken jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens in de Nederlandse taal gesteld, of, als deze niet is vervaardigd, in het Frans, Duits of Engels.

RJ 190.111 27. Zijn het jaarverslag en de Overige gegevens hetzij in dezelfde taal als de jaarrekening, hetzij in de Nederlandse taal opgesteld.

Onderscheid vaste en vlottende activa

2:364.1 (RJ 190.201)

28. Is in de balans onderscheid gemaakt in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de rechtspersoon al of niet duurzaam te dienen.

2:364.2 29. Zijn onder de vaste activa afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.

RJ 190.206 30. Is een actief als vlottend geclassificeerd indien: a de verwachting is dat het actief zal worden gerealiseerd, of wordt

gehouden voor de verkoop of het gebruik binnen de normale productiecyclus van de activiteiten van de rechtspersoon; of

b het actief primair wordt gehouden voor de verkoop of voor de korte termijn en de verwachting is dat realisatie van het actief zal plaats vinden binnen 12 maanden na de balansdatum; of

c sprake is van liquide middelen of van een equivalent van liquide middelen dat niet beperkt is in zijn aanwendbaarheid.

(Onder equivalent van liquide middelen wordt verstaan een zeer courant actief dat zonder beperkingen en eenvoudig is om te zetten in liquide middelen en waarvoor geen belangrijke risico’s voor het optreden van waardeveranderingen bestaan.)

RJ 190.207 31. Indien een deel van de vorderingen die onder de financiële vaste activa zijn opgenomen binnen 12 maanden na balansdatum opeisbaar wordt, is dit bedrag dan afzonderlijk toegelicht dan wel gepresenteerd onder de vlottende activa en is de wijze van presentatie uiteengezet.

Page 4: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 11

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

Onderscheid passiva

2:364.4 (RJ 258.101)

32. Zijn onder de passiva afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen, de schulden en voor zover zij niet onder de schulden zijn vermeld de overlopende passiva.

Samengestelde transacties (‘package deals’)

RJ 190.404 33. Zijn de afzonderlijke activa en/of passiva die bij samengestelde transacties zijn betrokken op hun reële waarde gewaardeerd.

Continuïteit, discontinuïteit en gerede twijfel over continuïteit

Continuïteit 2:384.3 (RJ120.301)

34. Is bij de waardering van activa en passiva uitgegaan van de veronderstelling dat het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon waaraan die activa en passiva dienstbaar zijn, wordt voortgezet, tenzij die veronderstelling onjuist is of haar juistheid aan gerede twijfel onderhevig is.

RJ 120.304 Discontinuïteit van het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon is onontkoombaar (NB: de onontkoombaarheid van de discontinuïteit van het geheel der werkzaamheden kan blijken uit: - de doelstelling van de rechtspersoon; - een daartoe strekkend besluit van de leiding van de rechtspersoon - dusdanige andere omstandigheden, dat de duurzame voortzetting

van het geheel der werkzaamheden onmogelijk is)

RJ 120.305 (2:384.3)

35. Indien de discontinuïteit van het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon onontkoombaar is, is dan de balans met toelichting opgesteld uitgaande van liquidatie van het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon.

RJ 120.306 2:384.3

36. Heeft de rechtspersoon in de toelichting medegedeeld wat de gevolgen van de discontinuïteit zijn voor het vermogen en het resultaat (hiermee wordt het verschil met de waardering op continuïteitsbasis tot uitdrukking gebracht).

Omtrent de continuïteit van het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon bestaat gerede twijfel

RJ 120.309/303

37. Indien gerede twijfel (= ernstige onzekerheid) bestaat omtrent continuïteit van de werkzaamheden van de rechtspersoon, is dan de volgende informatie opgenomen:

a de omstandigheden waarin de onderneming verkeert;

2:384.3 b en in geval de jaarrekening niet op basis van de continuïteits-veronderstelling is opgemaakt: het feit dat de continuïteit niet meer is gewaarborgd, alsmede

2:384.3 c de gevolgen van de discontinuïteit voor het vermogen en het resultaat.

Page 5: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 12

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

Jaarrekening volgens normen andere EU lidstaat

2:362.1 (RJ 110.102)

38. Indien de rechtspersoon, vanwege de internationale vertakking van zijn groep, gebruik maakt van de mogelijkheid om de jaarrekening op te stellen naar andere normen dan die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd zijn dit dan de normen die in het maatschappelijk verkeer in een van de andere lidstaten van de Europese Gemeenschappen als aanvaardbaar worden beschouwd.

RJ 115

Criteria voor opname en vermelding van gegevens

RJ 115.1 Criteria voor opname van activa en posten van het vreemd vermogen

Verwerken van activa en posten van het vreemd vermogen RJ 115.104 39. Zijn de activa in de balans verwerkt, wanneer het waarschijnlijk is dat

de toekomstige economische voordelen aan de rechtspersoon zullen toevloeien en de activa een kostprijs of waarde hebben waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld, en zijn activa die hieraan niet voldoen niet in de balans verwerkt.

RJ 115.105 40. Is een post van het vreemd vermogen in de balans verwerkt, op het moment dat het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van een bestaande verplichting gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld (hieronder worden mede voorzieningen begrepen), en is vreemd vermogen dat niet aan deze omschrijving voldoet niet in de balans opgenomen.

Weergave van de economische realiteit van transacties RJ 115.107 41. Is in de jaarrekening de economische realiteit van transacties

weergegeven.

RJ 115.108 42. Is bij het weergeven van de economische realiteit van transacties het geheel van samenhangende transacties in de beschouwing betrokken.

RJ 115.109 43. Is een op de balans opgenomen actief of post van het vreemd vermogen op de balans gebleven indien een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot dit actief of deze post van het vreemd vermogen.

RJ 115.109 44. Geven dergelijke transacties, zoals in de vorige vraag genoemd, evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten.

RJ 115.109 45. Is bij de beoordeling of sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit uitgegaan van die economische voordelen en risico’s die zich naar waarschijnlijkheid in de praktijk zullen voordoen, en niet op voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich voordoen.

RJ 115.110 46. Is een actief of post van het vreemd vermogen niet langer in de balans opgenomen indien de transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of post van het vreemd vermogen aan een derde zijn overgedragen.

RJ 115.110 47. Zo ja, zijn de resultaten van de transactie dan direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie.

Page 6: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 13

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

(2:366.2) RJ 115.112

48. Indien de weergave van de economische realiteit van transacties leidt tot het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet de juridische eigendom bezit, is dit dan toegelicht.

Overige aspecten m.b.t. de verwerkingen van activa en posten van het

vreemd vermogen RJ 115.113 49. In de regel worden rechten en verplichtingen voortvloeiende uit

eenzelfde overeenkomst niet in de balans opgenomen indien en voor zover noch de rechtspersoon noch de tegenpartij op balansdatum heeft gepresteerd. Indien de nog te ontvangen respectievelijk te leveren prestaties en tegenprestaties niet (meer) met elkaar in evenwicht zijn en dit voor de rechtspersoon nadelige gevolgen heeft, heeft in dat geval opname in de balans plaatsgevonden.

RJ 115.2 Criteria voor vermelding

(2:363.3) RJ 115.212

50. Zijn alle posten die van belang zijn voor het wettelijk vereiste inzicht afzonderlijk vermeld, en zijn de posten die niet afzonderlijk worden vermeld samengevoegd met gelijksoortige posten.

(2:362.1) RJ 115.220

51. Is bij toepassing van de historische prijsgrondslag, indien het verschaffen van het in artikel 2:362 lid 1 BW bedoelde inzicht dit vereist, aanvullende informatie over actuele waarde in de toelichting gegeven.

(2:362.1) RJ 115.220

52. Is bovenstaande overeenkomstig toegepast op de eventueel vereiste vermelding in de toelichting van aanvullende informatie over historische kosten, indien in de jaarrekening actuele waarde als grondslag is toegepast.

RJ 115.3 Verrekenen en salderen

(2:363.2) RJ 115.301/305

53. Heeft de rechtspersoon een actief en een post van het vreemd vermogen gesaldeerd in de jaarrekening opgenomen uitsluitend indien en voor zover: - de rechtspersoon beschikt over een deugdelijk juridisch instrument

om het actief en de post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; en

- de rechtspersoon het stellige voornemen heeft het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te wikkelen.

RJ 120 Prijsgrondslagen

BAW: 1-5

RJ 120.202-205

Begripsbepalingen In de artikelen 1 tot en met 5 van het BAW zijn definities opgenomen van: - Actuele waarde - Vervangingswaarde - Bedrijfswaarde - Opbrengstwaarde - Marktwaarde (RJ: Reële waarde)

2:384.5 (RJ 120.401)

54. Zijn de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling voor elke post van de balans en winst-en-verliesrekening uiteengezet.

Page 7: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 14

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 120.4 Toelichting

Toepassing van actuele waarde RJ 120.403 (BAW: 9)

55. Is bij de uiteenzetting van de methode van bepaling van de actuele waarde, voor zover van schattingen gebruik is gemaakt, aangegeven of de waardebepaling berust op de opgave van een taxateur en zo ja of deze intern of extern is.

RJ 120.403

56. Indien van indices gebruik is gemaakt, is dan de aard van de indices vermeld, en wordt daarbij aangegeven of de indices aan de technologische ontwikkelingen zijn aangepast.

RJ 120.403

57. Is voor de vervangingswaarde en de bedrijfswaarde aangegeven hoe oud de raming is.

BAW: 9 58. Is in de toelichting uiteengezet hoe de vervangingswaarde, bedrijfswaarde of opbrengstwaarde is bepaald.

RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta Functionele valuta van een entiteit = de valuta van de economische omgeving waarin die entiteit actief is. Presentatievaluta van een entiteit = de valuta waarin de jaarrekening wordt gepresenteerd.

RJ 122.1 Inleiding

2:384.5 (RJ 122.103)

59. Omvatten de grondslagen een uiteenzetting van de omrekening van in vreemde valuta luidende bedragen alsmede de wijze waarop de koersverschillen zijn verwerkt.

Functionele valuta RJ 122.105 60. Heeft de rechtspersoon bij het opmaken van de jaarrekening haar

functionele valuta bepaald in overeenstemming met de navolgende factoren (de bepaling van de functionele valuta wordt vastgesteld ongeacht of sprake is van een zelfstandige rechtspersoon, al dan niet met bedrijfsuitoefening in het buitenland):

RJ 122.106 Primaire factoren a de valuta van de economische omgeving waarin de rechtspersoon

geldmiddelen ontvangt en uitgeeft: - valuta waarin verkoopprijs hoofdzakelijk wordt vastgesteld - valuta waarin concurrentie en de wet- en regelgeving

hoofdzakelijk de verkoopprijs bepalen

b de valuta hoofdzakelijk bepalend voor afwikkeling van arbeids- en materiaalkosten alsmede aflevering van goederen en verlening van diensten.

RJ 122.107 Secundaire factoren a de valuta waarin financiering wordt aangetrokken

b de valuta waarin ontvangen middelen worden aangehouden

RJ 122.108 Aanvullende factoren a activiteiten in het buitenland zijn een verlengstuk van de

rechtspersoon (bijv. verkoopkantoor)

b verwevenheid van transacties in buitenland met activiteiten van de rechtspersoon

c kasstromen in buitenland rechtstreeks van invloed op kasstormen rechtspersoon

d kasstromen uit buitenland voldoende voor betaling lokale verplichtingen

Page 8: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 15

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 122.109 61. Indien de aanwijzingen genoemd bij de voorgaande vraag niet eenduidig zijn, is de functionele valuta dan zodanig gekozen dat de informatie die met betrekking tot de entiteit wordt verstrekt de economische realiteit van de onderliggende transacties, gebeurtenissen en omstandigheden op meest getrouwe wijze weergeeft.

RJ 122.110 62. Is de eenmaal vastgestelde functionele valuta ongewijzigd gebleven, tenzij de onderliggende transacties, gebeurtenissen en omstandigheden wijzigingen hebben ondergaan.

RJ 122.2 Transacties in vreemde valuta

Eerste verwerking van een transactie in vreemde valuta RJ 122.201 63. Is bij de eerste verwerking van een transactie in vreemde valuta deze

gewaardeerd in de functionele valuta tegen de contante wisselkoers die geldt op de transactiedatum.

Verslaggeving met betrekking tot transacties in vreemde valuta op

daaropvolgende balansdata RJ 122.203 64. Zijn op iedere balansdatum: a monetaire balansposten in vreemde valuta omgerekend tegen de

slotkoers;

b niet-monetaire balansposten in vreemde valuta, die zijn gewaardeerd op historische kosten, omgerekend tegen de koers geldend op de transactiedatum, dan wel een koers die deze koers benadert.

c niet-monetaire balansposten in vreemde valuta, die zijn gewaar-deerd op actuele waarde, omgerekend tegen de koers geldend op het moment van bepaling van de actuele waarde.

Verwerking van koersverschillen op transacties RJ 122.207 65. Zijn koersverschillen die voortkomen uit de afwikkeling van monetaire

posten, dan wel uit de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta, verwerkt in de winst-en-verliesrekening in de periode dat zij zich voordoen, met uitzondering van de koersverschillen zoals behandeld in RJ 122.211 (netto-investering in buitenland, zie hierna).

RJ 122.209 66. Zijn koersverschillen die optreden bij de omrekening van niet-monetaire balansposten die zijn gewaardeerd op actuele waarde en waarbij waardemutatie in het eigen vermogen is verwerkt, ook rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.

67. Is indien de waardeverandering in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt, een eventueel koersresultaat ook in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Verwerking van koersverschillen op monetaire posten die deel uitmaken

van de netto-investering in een bedrijfsactiviteit in het buitenland

RJ 122.211 68. Zijn valutakoersverschillen die voortkomen uit de omrekening van een monetaire post die deel uitmaakt van de netto-investering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland, verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen in het eigen vermogen.

RJ 122.212 69. Zijn valutakoersverschillen, indien deze voortkomen uit de omrekening van monetaire posten die geen deel uitmaken van de netto-investering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland, verwerkt in de winst-en-verliesrekening.

Page 9: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 16

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 122.213 70. Zijn bij een groepsmaatschappij die een lening van de moeder-maatschappij heeft ontvangen, de eventuele omrekeningsverschillen in de winst-en-verliesrekening verwerkt, ook indien de lening bij de moedermaatschappij als onderdeel van de netto-investering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland geldt.

Verandering van functionele valuta RJ 122.214 71. Indien de functionele valuta wordt gewijzigd, zijn dan de omreke-

ningsprocedures voor de nieuwe functionele valuta op prospectieve wijze toegepast vanaf de datum waarop de wijziging heeft plaatsgevonden.

Indekkingstransacties RJ 122.217 (2:384.8)

72. Indien een lening in een vreemde valuta is aangegaan om de netto-investering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland te financieren of af te dekken, zijn de uit de lening voortvloeiende koersverschillen - in afwijking van het hiervoor opgenomen bij RJ 122.207 – verwerkt in overeenstemming met de verwerking als hiervoor opgenomen bij RJ 122.211 (verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen), voor zover zij effectief zijn als dekking van de koersverschillen voortvloeiende uit de netto-investering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland.

RJ 122.3 Gebruik van een presentatievaluta die verschilt van de functionele valuta, waaronder omrekening van een bedrijfsuitoefening in het buitenland

Omrekening naar de presentatievaluta 2:362.7 73. Indien de jaarrekening of alleen de geconsolideerde jaarrekening is

opgesteld in een vreemde geldeenheid, wordt dit gerechtvaardigd door de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakking van zijn groep.

RJ 122.302 74. Indien de presentatievaluta afwijkt van de functionele valuta (niet zijnde een valuta van een economie met hyperinflatie) is dan de omrekening van de functionele valuta naar de presentatievaluta als volgt uitgevoerd:

a activa en passiva in de balans ultimo boekjaar en van alle balansen van de gepresenteerde voorgaande boekjaren zijn omgerekend tegen de slotkoers van dat boekjaar, respectievelijk van de desbetreffende voorgaande boekjaren;

b baten en lasten voor iedere winst-en-verliesrekening zijn omgerekend tegen de wisselkoersen ten tijde van de transacties;

c de resulterende omrekeningsverschillen uit a en b zijn rechtstreeks in het eigen vermogen in de reserve omrekeningsverschillen verwerkt.

RJ 122.304 75. Voor middelgrote rechtspersonen is het ook toegelaten de activa, passiva, baten en lasten van buitenlandse eenheden als volgt te behandelen: - de activa, passiva, baten en lasten zijn omgerekend tegen de koers

per balansdatum; - het resulterende omrekeningsverschil is rechtstreeks in het eigen

vermogen verwerkt.

Omrekening van een bedrijfsuitoefening in het buitenland RJ 122.307 76. Is een bedrijfsuitoefening in het buitenland omgerekend

overeenkomstig de bepalingen van RJ 122.302 zoals hiervóór opgenomen, zijnde:

Page 10: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 17

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

a activa en passiva in de balans ultimo boekjaar en van alle balansen van de gepresenteerde voorgaande boekjaren zijn omgerekend tegen de slotkoers van dat boekjaar, respectievelijk van de desbetreffende voorgaande boekjaren;

b baten en lasten voor iedere winst-en-verliesrekening zijn omgerekend tegen de wisselkoersen ten tijde van de transacties;

c de resulterende omrekeningsverschillen uit a en b zijn rechtstreeks in het eigen vermogen in de reserve omrekeningsverschillen verwerkt.

RJ 122.309 77. Indien de balansdatum van de jaarrekening van een bedrijfsuitoefening in het buitenland afwijkt van die van de rechtspersoon en er geen financiële gegevens beschikbaar zijn die aansluiten bij de verslagdatum van de jaarrekening van de rechtspersoon, is er rekening gehouden met belangrijke valutakoersveranderingen tot en met de balansdatum van de rechtspersoon.

Omrekening in de presentatievaluta bij hyperinflatie RJ 122.312 78. Zijn de resultaten en de financiële positie van een bedrijfsuitoefening in

het buitenland waarvan de functionele valuta de valuta is van een land met hyperinflatie als volgt omgerekend naar de presentatievaluta:

a de balansposten en de posten van de winst-en-verliesrekening zijn uitgedrukt in koopkrachteenheden van de functionele valuta van de rechtspersoon per de rapporteringsdatum teneinde de invloed van de prijsstijgingen weer te geven. Het daaruit resulterende positieve of negatieve resultaat over de netto-monetaire positie is in de winst-en-verliesrekening verwerkt en afzonderlijk gekwantificeerd toegelicht;

(2:389.8) b de aangepaste resultaten en financiële positie zijn vervolgens omgerekend in de presentatievaluta van de rechtspersoon tegen de koers per balansdatum. Hieruit voortvloeiende omrekeningsverschillen zijn rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt

c de vergelijkende cijfers zijn de cijfers die in de desbetreffende jaarrekening van het voorgaande jaar als cijfers over het verslagjaar zijn gepresenteerd (dat wil zeggen dat de vergelijkende cijfers, indien deze zijn opgesteld in de presentatievaluta van een land zonder hyperinflatie, niet worden aangepast voor prijswijzigingen of daaropvolgende wisselkoerswijzigingen gedurende het boekjaar).

RJ 122.313 79. Indien niet langer sprake is van hyperinflatie en de in lokale valuta opgemaakte jaarcijfers van de buitenlandse eenheid niet langer behoeven te worden aangepast aan de invloed van de prijswijzigingen voordat omrekening plaatsvindt, zijn de aan de inflatie aangepaste waarden, op het moment dat niet langer sprake is van een hyperinflatie, verder als historische verkrijgingsprijs aangemerkt voor de daaropvolgende omrekening van de jaarrekening van de buitenlandse eenheid.

RJ 122.4 Presentatie van de rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkte omrekeningsverschillen in de enkelvoudige jaarrekening.

RJ 122.401 80. Zijn in de enkelvoudige jaarrekening de omrekeningsverschillen voortkomend uit de omrekening van de bedrijfsuitoefening in het buitenland op eenzelfde wijze (al dan niet via de winst-en-verliesrekening) verwerkt als in de geconsolideerde jaarrekening.

RJ 122.404 81. Zijn de omrekeningsverschillen die op grond van RJ 122.211, 302 onderdeel c en 312 onderdeel b rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt als volgt gepresenteerd:

Page 11: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 18

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

(2:389.6) (2:389.8)

a indien deze omrekeningsverschillen betrekking hebben op het positieve resultaat van deelnemingen en rechtstreekse waardeverminderingen (in overeenstemming met artikel 2:389 lid 6 BW), als een reserve omrekeningsverschillen (in overeenstemming met artikel 2:389 lid 8 BW) dan wel als onderdeel van de wettelijke reserve deelnemingen (in overeenstemming met artikel 2:389 lid 6 BW);

(2:389.8) b de overige omrekeningsverschillen als een reserve omreke-ningsverschillen (in overeenstemming met artikel 2:389 lid 8 BW).

RJ 122.404 (2:384.5)

82. Is de wijze van verwerking van de omrekeningsverschillen in de betreffende wettelijke reserves toegelicht.

RJ122.311 (2:389.7)

83. Is bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van het belang in de desbetreffende deelneming het gedeelte van de reserve dat op het vervreemde deel van die deelneming betrekking heeft aan deze reserve onttrokken. (aanbevolen wordt deze cumulatieve omrekeningsverschillen in de winst-en-verliesrekening te verwerken en afzonderlijk toe te lichten. Alternatief is om de cumulatieve omrekeningsverschillen rechtstreeks in de Overige reserves te verwerken.)

RJ 122.5 Toelichting

RJ 122.501 84. Indien sprake is van een geconsolideerde jaarrekening voor een groep, heeft de toegepaste functionele valuta betrekking op die van het hoofd van de groep voor de toepassing van de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening.

RJ 122.502 2:384.5

85. Zijn de grondslagen voor de wijze van omrekening en de verwerking van valutakoersverschillen afzonderlijk voor de balans en de winst-en-verliesrekening uiteengezet met betrekking tot:

a transacties in vreemde valuta;

b bedrijfsuitoefeningen in het buitenland: en

c de goodwill en de aanpassing naar reële waarde voor de verwerving van een bedrijfsuitoefening in het buitenland.

RJ 122.503 86. Heeft de rechtspersoon in de toelichting vermeld: a het bedrag van de valutakoersverschillen die in de winst-en-

verliesrekening zijn verwerkt; en

b een aansluiting tussen het bedrag van de reserve omreke-ningsverschillen aan het begin van de periode en het bedrag aan het einde van de periode, inclusief de netto valutakoersverschillen die gedurende de verslagperiode in de reserve omrekeningsverschillen zijn verwerkt.

RJ 122.504 87. Is indien de presentatievaluta: a afwijkt van de functionele valuta, dit feit toegelicht alsmede de

reden voor het gebruik van een presentatievaluta anders dan de functionele valuta;

b afwijkt van de lokale valuta (artikel 2:362 lid 7 BW), de reden daarvan toegelicht;

c is gewijzigd ten opzichte van een voorgaande verslagperiode, de reden daarvan toegelicht en gemotiveerd.

RJ 122.505 88. Indien de functionele valuta van de rechtspersoon of van een belangrijke bedrijfsuitoefening in het buitenland is gewijzigd ten opzichte van de voorgaande verslagperiode, is dit feit toegelicht alsmede de reden waarom de functionele valuta is gewijzigd.

Page 12: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 19

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 122.506 89. Indien de presentatievaluta afwijkt van de functionele valuta, waarop RJ 122.312 (hyperinflatie) van toepassing is, heeft de rechtspersoon de slotkoersen van de presentatievaluta ten opzichte van de functionele valuta per balansdatum van het boekjaar en van alle gepresenteerde voorgaande boekjaren vermeld.

RJ 122.506a (RJ 122.312a)

90. Heeft de rechtspersoon de keuze van eerste omrekening inzake hyperinflatie bij de bedrijfsuitoefening in het buitenland vermeld: - niet-monetaire posten worden aan het begin van het boekjaar

omgerekend voor het effect van de (hyper)inflatie vanaf de data waarop de activa zijn verkregen en de verplichtingen zijn aangegaan. Het verschil met de overige waardering wordt in het eigen vermogen verwerkt; of

- niet-monetaire posten worden aan het begin van het boekjaar omgerekend voor het effect van de (hyper)inflatie vanaf het begin van het boekjaar waarin voor het eerste wordt voldaan aan de criteria van hyperinflatie.

RJ 122.507 91. Indien de jaarrekening informatie bevat die niet verplicht is op basis van de wettelijke bepalingen of van de bepalingen in de Richtlijnen en deze informatie wordt gepresenteerd in een andere dan de functionele of presentatievaluta, zijn de volgende bepalingen in acht genomen:

a de desbetreffende informatie is duidelijk te onderscheiden van de voorgeschreven informatie omgerekend volgens de bepalingen in de RJ 122.301 tot en met 315;

b de functionele valuta die gebruikt is bij het opmaken van de jaarrekening en de methode van omrekening van de additionele informatie, is toegelicht;

c het feit dat de functionele valuta de economische realiteit weergeeft en dat de additionele informatie enkel ten behoeve van bepaalde gebruikers in een andere valuta wordt gepresenteerd, is vermeld; en

d de valuta waarin de additionele informatie wordt gepresenteerd, is toegelicht.

RJ 135 Algemene grondslagen voor bepaling van het resultaat

RJ 135.1 Wettelijke bepalingen en definities

2:384.2 (RJ 135.101)

92. Zijn de winsten slechts opgenomen, voor zover zij op de balansdatum zijn verwezenlijkt (realisatiebeginsel). (Een uitzondering hierop zijn de bepalingen van artikel 2:384.7 en 8: het rechtstreeks nemen van waardeveranderingen van financiële instrumenten (met uitzondering van afgeleide instrumenten die effectief zijn als afdekkingsinstrument) , andere beleggingen en agrarische voorraden waarvoor frequente marktnoteringen bestaan in de winst-en-verliesrekening).

2:384.2 (RJ 135.101)

93. Zijn verplichtingen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar, in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. (Voorzienbare verplichtingen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar kunnen in acht worden genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden: zie RJ 252).

2:384.2 (RJ 135.101)

94. Zijn mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. (Is echter in geval van de verwachting van mogelijke verliezen uit waardevermindering van bepaalde activa getoetst of voor deze activa een bijzondere waardevermindering van toepassing is conform RJ 121).

Page 13: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 20

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 135.2 Grondslagen

Het toerekeningsbeginsel 2:362.5 (RJ 125.202)

95. Zijn de gevolgen van transacties en andere gebeurtenissen verwerkt wanneer zij zich voordeden - en niet wanneer geldmiddelen werden ontvangen of betaald - en zijn zij verwerkt in de periode waarop zij betrekking hebben.

RJ 135.205

96. Zijn de lasten die samenhangen met de verrichte prestaties door het bedrijf van de rechtspersoon in beginsel toegerekend aan de periode waarin de baten die voortvloeien uit die prestaties zijn verantwoord.

97. Heeft deze toerekening van lasten aan de baten echter niet als gevolg dat activa worden verwerkt in strijd met de criteria voor de verwerking voor activa (alinea 89 en 90 van het Stramien; activa worden in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen aan de onderneming zullen toevloeien en het actief een kostprijs of waarde heeft waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld).

Baten en lasten uit voorgaande jaren RJ 135.207 98. Zijn baten en lasten uit voorgaande jaren verantwoord in

overeenstemming met RJ 150 Foutenherstel (dat wil zeggen, in geval van fundamentele fouten in het eigen vermogen en in het geval van overige fouten in het resultaat).

Winstdelingsregelingen RJ 135.208 99. Heeft de verwerking van winstdelingen op grond van winstde-

lingsregelingen plaats gevonden overeenkomstig de economische realiteit van de winstdeling.

100. Uitkeringen uit hoofde van winstdelingsregelingen in geld, zowel als in aandelen, kunnen naar hun aard een vergoeding voor aan de rechtspersoon geleverde goederen en/of diensten zijn (bijvoorbeeld winstdeling aan werknemers voor hun arbeidsprestaties). Is in dat geval de winstdeling verwerkt in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarop de winstdeling betrekking heeft.

101. Indien de winstdeling een vergoeding is voor de verschaffing van eigen vermogen als zodanig, niet zijnde een vergoeding voor aan de rechtspersoon geleverde goederen en/of diensten, heeft dan verwerking plaats gevonden als onderdeel van de winstbestemming.

JAARREKENINGPOSTEN

RJ 210 Immateriële vaste activa

Verantwoording als kosten RJ 210.234 102. Zijn de uitgaven inzake een immaterieel vast actief als kosten

verantwoord, tenzij de uitgaven onderdeel vormen van een immaterieel vast actief dat voldoet aan de criteria voor opname (RJ 210.201 tot en met 233); en zijn de uitgaven wel in de balans opgenomen indien wel aan de criteria is voldaan.

Page 14: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 21

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling RJ 210.506 103. Blijkt uit de jaarrekening het totaal van de ten laste van het resultaat

van het boekjaar gebrachte kosten van onderzoek en ontwikkeling (met inbegrip van de afschrijving op eerder geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling).

Toepasselijkheid: Komt de post Immateriële vaste activa op de balans voor?

(zo ja, dan dient het vervolg van de checklist te worden gecompleteerd).

Van toepassing Ja Nee

RJ 210.1 Algemeen

2:365.1 (RJ 210.102)

104. Zijn onder de immateriële vaste activa de volgende posten afzonderlijk opgenomen:

a Kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen (de RJ beveelt aan deze kosten niet te activeren, RJ 210.103)

b Kosten van onderzoek en ontwikkeling (de RJ schrijft voor de kosten van onderzoek niet te activeren, RJ 210.221);

c Kosten van verwerving ter zake van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom;

d Kosten van goodwill die van derden is verkregen;

e Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa;

2:365.2 (RJ 210.103)

105. (NB: niet van toepassing voor de geconsolideerde jaarrekening, 2:410.1)) Voor zover de rechtspersoon de kosten, vermeld in de voorgaande vraag bij onderdelen a en b, activeert: - zijn deze dan toegelicht;

2:373.4 - wordt ter hoogte daarvan een (wettelijke) reserve aangehouden.

RJ 210.2 Waardering bij eerste verwerking van een immaterieel vast actief

RJ 210.201 106. Worden alle immateriële vaste activa in de balans opgenomen, indien: a het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die

een actief in zich bergt, zullen toekomen aan de rechtspersoon; en

b de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

RJ 210.202 107. Heeft de rechtspersoon bij de inschatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen gebruik gemaakt van redelijke en onderbouwde veronderstellingen, die een weergave zijn van de beste inschatting door het management van de economische condities die gedurende de gebruiksduur van het actief zullen bestaan.

RJ 210.203 108. Is een immaterieel actief dat in aanmerking komt voor verwerking als actief bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen kostprijs zijnde de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

Intern gegenereerde goodwill RJ 210.216 109. Wordt intern gegenereerde goodwill niet geactiveerd.

Intern vervaardigde immateriële vaste activa RJ 210.221 110. Onderzoeksfase:

Worden de uitgaven van onderzoek (of van de onderzoeksfase van een intern project) in de winst-en-verliesrekening verantwoord.

Page 15: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 22

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 210.224 111. Ontwikkelingsfase: Worden immateriële vaste activa die voortkomen uit ontwikkeling (of uit de ontwikkelingsfase van een intern project) geactiveerd, indien de rechtspersoon alle navolgende punten kan aantonen: a de technische uitvoerbaarheid om het immaterieel vast actief te

voltooien, zodat het beschikbaar zal zijn voor gebruik of verkoop; b haar intentie om het immaterieel vast actief te voltooien en het te

gebruiken of te verkopen; c haar vermogen om het immaterieel vast actief te gebruiken of te

verkopen; d hoe het immaterieel vast actief waarschijnlijk toekomstige

economische voordelen zal genereren. Onder andere dient de rechtspersoon aan te tonen dat er een markt bestaat voor de goederen of diensten die met het immaterieel vast actief worden voortgebracht dan wel voor het immaterieel vast actief zelf of, als het immaterieel vast actief binnen de rechtspersoon wordt gebruikt, de bruikbaarheid van het immaterieel vast actief;

e de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en het immaterieel vast actief te gebruiken of te verkopen; en

f het vermogen om de uitgaven gedurende de ontwikkeling van het immaterieel vast actief betrouwbaar vast te stellen.

RJ 210.229 112. Worden intern ontwikkelde merken, logo’s, uitgaverechten, klantenbestanden en gelijksoortige items niet geactiveerd.

Uitgaven in het verleden die niet als kosten zijn verantwoord RJ 210.237 113. Zijn uitgaven ten behoeve van een immaterieel vast actief, die door de

rechtspersoon in voorgaande jaarrekeningen of tussentijdse berichten zijn verantwoord als kosten, niet op een later moment als onderdeel van de kostprijs van een immaterieel vast actief verantwoord.

RJ 210.3 Waardering na eerste verwerking

(RJ 210.301) 2:385.4

114. Zijn de goodwill en vooruitbetalingen op immateriële vaste activa opgenomen tot ten hoogste de daarvoor gedane uitgaven, verminderd met de afschrijvingen (waarmee waardering tegen actuele waarde niet is toegestaan).

(RJ 210.301) BAW: 6

115. Is een immaterieel vast actief alleen dan tegen de actuele waarde gewaardeerd indien: a het actief vanaf het moment van verkrijgen op de balans was

opgenomen tegen kostprijs; en b voor het actief een liquide markt bestaat (er is sprake van een

liquide markt indien de desbetreffende activa homogeen zijn, er op ieder willekeurig moment tot een transactie bereid zijnde kopers en verkopers te vinden zijn en de transactieprijzen publiekelijk bekend zijn).

Kostprijsmodel RJ 210.302 116. Indien na de eerste verwerking een immaterieel actief wordt

gewaardeerd volgens het kostprijsmodel (verkrijgings- of vervaardigingsprijs), is het actief dan gewaardeerd tegen de kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.

Page 16: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 23

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 210.303 117. Zijn de uitgaven na eerste verwerking van een gekocht of zelf vervaardigd immaterieel vast actief als kosten verantwoord, tenzij: a het waarschijnlijk is dat de uitgaven zullen leiden tot een toename

van de verwachte toekomstige economische voordelen; en b de vaststelling van de uitgaven en de toerekening aan het actief op

betrouwbare wijze kunnen geschieden. Als aan deze criteria is voldaan, dienen de uitgaven aan de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs van het immaterieel vast actief te worden toegevoegd.

Actuele waarde model RJ 210.306 (BAW: 7)

118. Indien na eerste verwerking een immaterieel actief, niet zijnde een belegging, wordt gewaardeerd volgens het actuele waarde model, is dan het actief gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde gewoonlijk de vervangingswaarde op het moment van de herwaardering, verminderd met cumulatieve afschrijvingen.

RJ 210.306 (BAW: 7)

119. Echter, is de actuele waarde van een immaterieel actief, niet zijnde een belegging, gelijk aan: - de bedrijfswaarde, indien deze lager is dan de vervangingswaarde

(ook als de opbrengstwaarde hoger is dan de bedrijfswaarde); - de opbrengstwaarde, indien besloten is het actief te verkopen (ook

als de opbrengstwaarde hoger is dan de boekwaarde).

RJ 210.306

120. Is de bepaling van de actuele waarde voldoende regelmatig uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de boekwaarde niet aanzienlijk afwijkt van de actuele waarde op de balansdatum.

(RJ 210.307) 2:390.1

121. Zijn in geval immateriële vaste activa (niet zijnde beleggingen) tegen de actuele waarde gewaardeerd worden, de waardevermeerderingen opgenomen in een herwaarderingsreserve (vorming en aanhouding reserve per individueel actief).

RJ 210.4 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

Afschrijvingstermijn RJ 210.401 122. Geschieden de afschrijvingen van immateriële vaste activa stelselmatig

op basis van de geschatte economische levensduur.

123. Is hierbij uitgegaan van (het op grond van een weerlegbaar vermoeden gehanteerde) maximale levensduur van 20 jaar.

124. Is de afschrijving ingegaan op het moment dat het actief gereed is voor ingebruikname.

2:386.3 (RJ 210.402)

125. Worden kosten van onderzoek en ontwikkeling afgeschreven naar gelang de verwachte gebruiksduur.

2:386.1 (RJ 210.403)

126. Geschieden de afschrijvingen onafhankelijk van het resultaat.

2:386.4 (RJ 210.403)

127. Ingeval van beperkte gebruiksduur, zijn de afschrijvingen afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur.

RJ 210.408 128. Wanneer de beschikkingsmacht over de toekomstige economische voordelen van een immaterieel vast actief verkregen is door middel van een juridisch afdwingbaar recht dat voor een bepaalde periode is toegekend, is de economische levensduur niet langer dan deze periode, tenzij: a dit recht kan worden verlengd; en b de verlenging nagenoeg zeker is.

Page 17: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 24

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

Afschrijvingsmethode

RJ 210.411 129. Laat de gehanteerde afschrijvingsmethode de afschrijvingen overeenkomen met het patroon waarin de door het actief gegenereerde economische voordelen toevloeien aan de rechtspersoon.

RJ 210.411 130. Indien dit patroon niet op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld, wordt dan de lineaire methode gehanteerd.

RJ 210.411 131. Zijn de afschrijvingen rechtstreeks ten laste van het resultaat verwerkt, tenzij een andere richtlijn toestaat of vereist dat deze afschrijvingen worden opgenomen in de boekwaarde van een ander actief.

Restwaarde

RJ 210.413 132. Wordt de restwaarde van een immaterieel vast actief op nihil gesteld, tenzij: a er een toezegging is door een derde om het actief te kopen aan het

einde van de economische levensduur; of b er een actieve markt is voor het actief en:

1 de restwaarde kan worden bepaald aan de hand van marktgegevens; en

2 het waarschijnlijk is dat er nog een actieve markt voor het actief zal zijn aan het einde van de economische levensduur.

Herziening van de economische levensduur en de afschrijvingsmethode RJ 210.416 133. Worden de economische levensduur en de afschrijvingsmethode

tenminste aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld.

134. En indien er significante wijzigingen zijn in de economische levensduur en/of het patroon waarin de economische voordelen naar de rechtspersoon toevloeien, worden dan de afschrijvingstermijn respectievelijk de afschrijvingsmethode herzien.

Bijzondere waardeverminderingen RJ 210.419 135. Bepaalt de rechtspersoon aan het einde van ieder boekjaar de

realiseerbare waarde (voor bepaling van de realiseerbare waarde zie hoofdstuk 121 ‘Bijzondere Waardeverminderingen’) van de volgende immateriële vaste activa, ook indien er geen aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering: a een immaterieel vast actief dat nog niet in gebruik is genomen; b een immaterieel vast actief dat wordt afgeschreven over een

levensduur van meer dan twintig jaar, gerekend vanaf het moment van ingebruikname van het actief.

Buitengebruikstelling en afstoting RJ 210.423 136. Wordt een immaterieel vast actief niet langer op de balans opgenomen

wanneer er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht.

RJ 210.424

137. Worden de winsten of verliezen die ontstaan als gevolg van de buitengebruikstelling of afstoting van een immaterieel vast actief vastgesteld als het verschil tussen de netto opbrengst en de boekwaarde van het actief, en worden deze verantwoord in de winst-en-verliesrekening

Page 18: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 25

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 210.5 Presentatie

RJ 210.501 138. Heeft de rechtspersoon per categorie van immateriële vaste activa de volgende gegevens in de toelichting opgenomen, waarbij een onderscheid is aangebracht naar intern gegenereerde immateriële vaste activa en overige immateriële vaste activa: (Middelgrote rechtspersonen zijn vrijgesteld om onderscheid te maken tussen intern gegenereerde immateriële vaste activa en gekochte immateriële vaste activa)

a De economische levensduur of de gehanteerde afschrijvingspercentages;

2:386.2 b De gehanteerde afschrijvingsmethoden;

c De historische kostprijs, de cumulatieve afschrijvingen (inclusief bijzondere waardeverminderingen) en de som van de herwaarderingen aan het begin en het einde van het boekjaar;

d De post in de winst-en-verliesrekening waarin de afschrijving van de immateriële vaste activa is opgenomen;

2:368.1

e Een aansluiting tussen de boekwaarde aan het begin en einde van het boekjaar, waarin de volgende mutaties afzonderlijk worden getoond:

1 Investeringen, waarbij afzonderlijk dienen te worden gepresenteerd intern vervaardigde en de bij overname verkregen activa;

2 Buitengebruikstellingen en afstotingen;

3 Herwaarderingen indien het actuele-waardemodel wordt toegepast;

4 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa;

5 Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen;

6 Afschrijvingen;

7 Omrekeningsverschillen;

8 Overige mutaties in de boekwaarde.

2:368.2 (RJ 210.501)

139. Wordt voor elk der posten behorende tot de immateriële vaste activa opgegeven:

a de som der herwaarderingen die betrekking hebben op de activa welke op de balansdatum aanwezig zijn;

b de som der afschrijvingen en waardeverminderingen op de balansdatum.

RJ 210.505 140. Heeft de rechtspersoon de volgende gegevens in de toelichting opgenomen:

a wanneer de afschrijvingstermijn van een immaterieel vast actief langer is dan twintig jaar, de reden waarom de veronderstelling dat de economische levensduur van een immaterieel vast actief niet langer kan zijn dan twintig jaar, wordt weerlegd. Bij het vermelden van de reden heeft de rechtspersoon dan de factoren vermeld die een significante rol hebben gespeeld bij de bepaling van de levensduur van het actief;

b Een omschrijving, de boekwaarde en de resterende levensduur van ieder individueel immaterieel vast actief dat een post van groot belang is voor de rechtspersoon;

c De boekwaarde van immateriële vaste activa met beperkte eigendomsrechten en de boekwaarden van immateriële vaste activa die als zekerheid zijn gesteld voor schulden; en

d De verplichtingen uit hoofde van de verwerving van immateriële vaste activa.

2:386.3 141. Is in geval de afschrijvingsduur van goodwill de vijf jaar te boven gaat, de afschrijvingsduur met de redenen hiervoor opgegeven.

Page 19: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 26

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 212 Materiële vaste activa Van toepassing

Ja Nee

De hieronder opgenomen vragen hebben géén betrekking op materiële vaste activa die als vastgoedbelegging worden aangehouden.

RJ 212.1 Inleiding

2:366.1 142. Zijn onder de materiële vaste activa de volgende posten afzonderlijk opgenomen:

a bedrijfsgebouwen en -terreinen;

b machines en installaties;

c andere vaste bedrijfsmiddelen, zoals technische en administratieve uitrusting;

d materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa;

e niet aan het productieproces dienstbare materiële vaste activa.

2:366.2 143. Vermeldt de toelichting dat de rechtspersoon slechts een beperkt zakelijk of persoonlijk duurzaam genotsrechten met betrekking tot materiële vaste activa heeft.

RJ 212.2 Verwerking in de balans

RJ 212.201 144. Is de kostprijs van een materieel vast actief als actief verwerkt indien: a het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met

betrekking tot het actief zullen toekomen aan de rechtspersoon; en b de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

RJ 212.206 145. Indien uitgaven die gemaakt worden na eerste verwerking voldoen aan de criteria van RJ 212.201, zijn deze als (onderdeel van) de kostprijs van het materieel vast actief verwerkt.

RJ 212.207 146. Indien uitgaven ter zake van materiële vaste activa worden gedaan die niet in juridisch eigendom worden verkregen, maar voldoen aan de voorwaarden van RJ 212.201, zijn deze uitgaven in de balans opgenomen onder de materiële vaste activa.

RJ 212.3 Waardering bij eerste verwerking

RJ 212.301 147. Is een materieel vast actief dat in aanmerking komt voor verwerking als actief, bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen de kostprijs.

Samenstelling van de kostprijs RJ 212.302 148. Bestaat de kostprijs van een materieel vast actief uit de verkrijgings- of

vervaardigingsprijs en overige kosten om het actief op zijn plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.

RJ 212.305 149. Is de verwerking van kosten in de boekwaarde van een materieel vast actief beëindigd zodra het actief op de plaats is en zich in de staat bevindt noodzakelijk voor het beoogde gebruik. (Kosten die samenhangen met het gebruik van het actief of kosten die worden gemaakt voor een alternatieve aanwending van een materieel vast actief dienen niet in de boekwaarde van dat actief te worden verwerkt.)

Page 20: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 27

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

RJ 212.308 150. Indien betaling van de kostprijs van een materieel vast actief plaatsvindt op grond van een langere dan normale betalingstermijn, is de kostprijs van het actief gebaseerd op de contante waarde van de verplichting.

Kostprijs bij ruiltransacties RJ 212.309 151. Indien een materieel vast actief is verworven in ruil voor een niet-

monetair actief, is de kostprijs van een dergelijk materieel vast actief bepaald op basis van de reële waarde, maar uitsluitend voor zover: a de ruiltransactie leidt tot een wijziging in de economische

omstandigheden; en b de reële waarde van het verworven actief of van het opgegeven

actief op betrouwbare wijze kan worden bepaald.

RJ 212.801 152. Indien het bepaalde in de voorgaande vraag betrekking heeft op de eerste waardering van een materieel vast actief dat via een ruiltransactie is verkregen van toepassing is, dan dient deze bepaling prospectief en uitsluitend op toekomstige transacties te worden toegepast (Overgangsbepaling).

RJ 212.4 Waardering na eerste verwerking

RJ 212.401 153. Zijn materiële vaste activa na eerste verwerking gewaardeerd volgens: a het kostprijsmodel; of b het actuele waarde model

RJ 212.401 154. Is per categorie van materiële vaste activa (bijvoorbeeld grond, gebouwen, machines en installaties, transportmiddelen, meubilair en kantoorinrichting) één van beide methodes uit de voorgaande vraag toegepast.

Kostprijsmodel RJ 212.402 155. Indien na de eerste verwerking een materieel vast actief wordt

gewaardeerd volgens het kostprijsmodel, is het actief gewaardeerd tegen de kostprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Actuele waarde model RJ 212.403 (BAW: 7)

156. Indien een materieel actief (na eerste verwerking) wordt gewaardeerd volgens het actuele waarde model, is het actief dan gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde:

a de vervangingswaarde op het moment van de herwaardering, verminderd met cumulatieve afschrijvingen;

b de bedrijfswaarde, indien deze lager is dan de vervangingswaarde (ook als de opbrengstwaarde hoger is dan de bedrijfswaarde);

c de opbrengstwaarde, indien besloten is het actief te verkopen (ook als de opbrengstwaarde hoger is dan de boekwaarde).

RJ 212.403

157. Is de bepaling van de actuele waarde voldoende regelmatig uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de boekwaarde niet aanzienlijk afwijkt van de actuele waarde op de balansdatum.

RJ 212.409 158. Indien een materieel vast actief wordt geherwaardeerd, is dan de volledige categorie van materiële vaste activa waartoe dat actief behoort, geherwaardeerd.

Page 21: N.B. In de Richtlijnen worden diverse begrippen …...Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 8 Verwijzing (RJ Jaareditie 2010) Nr. Vraag Ja Nee2 Nvt

Checklist Nederlandse Jaarrekening 2011 (Wetgeving en RJ-Richtlijnen) 28

Verwijzing (RJ Jaareditie 2010)

Nr.

Vraag

Ja

Nee2

Nvt

Verwerking van de herwaardering RJ 212.412 (2:390.1)

159. Is de waardevermeerdering van een materieel vast actief als gevolg van een herwaardering rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve. (Is de waardevermeerdering echter in de winst-en-verliesrekening verwerkt voor zover deze een terugneming is van een waardevermindering van hetzelfde actief die voorheen als last was verwerkt in de winst-en-verliesrekening.)

RJ 212.413 160. Is de waardevermindering van een materieel vast actief als gevolg van een herwaardering in de winst-en-verliesrekening verwerkt. (Is de waardevermindering echter ten laste van de herwaarde-ringsreserve verwerkt tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende actief in de herwaarderingsreserve is opgenomen.)

Afschrijving 2:386.1 161. Zijn de afschrijvingen onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar

vastgesteld.

RJ 212.417 (2:386.4)

162. Zijn materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur afzonderlijk afgeschreven.

RJ 212.418 163. Indien belangrijke bestanddelen van een materieel vast actief van elkaar te onderscheiden zijn en in gebruiksduur of verwachte gebruikspatroon verschillen, zijn deze bestanddelen afzonderlijk afgeschreven.

RJ 212.421 164. Zijn de periodieke afschrijvingskosten verwerkt in de winst-en-verliesrekening, tenzij deze worden verwerkt in de boekwaarde van een ander actief.

Afschrijvingsmethode RJ 212.423 165. Is de afschrijvingsmethode gebaseerd op het verwachte

gebruikspatroon van het actief, overeenkomstig de aanwending van de toekomstige prestatie-eenheden van het actief.

RJ 212.424 166. Indien het verwachte gebruikspatroon van de aanwending van de toekomstige prestatie-eenheden van het actief belangrijk is gewijzigd, is de methode dan aangepast aan het gewijzigde gebruikspatroon. (Een wijziging in de afschrijvingsmethode dient als een schattingswijziging te worden verwerkt in overeenstemming met hoofdstuk 145 Schattingswijzigingen.)

Het af te schrijven bedrag en de afschrijvingsperiode RJ 212.426 167. Is het af te schrijven bedrag van een actief stelselmatig aan de

gebruiksduur toegerekend.

RJ 212.427 168. Is de afschrijving aangevangen wanneer het actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik.

RJ 212.427 169. Is de afschrijving beëindigd bij buitengebruikstelling of wanneer het actief is gedesinvesteerd.

RJ 212.428 170. Zijn de gebruiksduur en/of de restwaarde van een actief uitsluitend opnieuw beoordeeld indien zich wijzigingen in de omstandigheden voordoen of nieuwe informatie beschikbaar komt ten aanzien van de resterende gebruiksduur en/of de restwaarde. (Zijn de wijzigingen verwerkt als een schattingswijziging in overeenstemming met hoofdstuk 145 Schattingswijzigingen.)

RJ 212.432 171. Is bij het bepalen van de gebruiksduur rekening gehouden met factoren anders dan alleen het gebruik.