Reportage archief Francis Wolff

3
Francis Wolff fotografeerde om zijn ziel te voeden K  Jazzfotografie DoorAngeliquevanOs Jimmy Katz (l) en Michael Cuscuna. Foto Angelique van Os. Angelique bladert door contactsheets. In de grote hal van het negentiende- eeuwse New Yorkse treinstation op 42nd Street verschijnt Blue Note fotograaf Jimmy Katz (1952) uit het niets in de menigte. De vrolijke Katz heeft er zin in. Ook hij vindt het spannend om een bezoek te brengen aan het archief en aan Michael Cuscuna, de grote man achter het verzamelaarlabel Mosaic Records, Blue Note en de beschermheer van Francis Wolffs legendarische beelden. “Ik vind het zelf altijd te gek, want elke keer zie ik weer andere details. Er is zoveel moois, dat helaas niet is gedigitaliseerd. Neuzen door Jazzfotograaf Francis Wolff is al ruim dertig jaar dood. Er hangt echter een mysterie rondom het werk van de man die geschiedenis schreef met zijn legendarische fotografie voor het befaamde jazzlabel Blue Note. Duizenden negatieven met portretten van belangrijke jazzmusici uit de jaren ’50 en ’60 zijn nooit eerder afgedrukt en liggen in een gesloten archief. Blue Note-archivaris en producer Michael Cuscuna ontfermt zich over deze collectie en stond een bijzonder bezoek toe onder begeleiding van de huidige Blue Note-fotograaf Jimmy Katz. dat beeldmateriaal blijft een ontdekkings- reis”, aldus de gepassioneerde Katz. Tijdens de treinrit van New York naar Stamford, Connecticut, vertelt Katz enthousiast over zijn relatie met Cuscuna. De twee kennen elkaar al sinds het begin van de jaren ’90. De Amerikaan is als opvolger van Francis Wolff nauw betrok- ken bij het label en bij de mensen achter de schermen, zoals de al genoemde Cus- cuna, directeur Bruce Lundvall, A&R direc- teur Eli Wolf en technische meester Rudy van Gelder. Daarnaast maakt Katz furore met eigen werk, waarbij honderden foto’s als covers voor tijdschriften zijn gebruikt. Samen met zijn vrouw Dena, eveneens fotograaf, heeft hij materiaal hangen van surrealistische landschappen uit Salt Lake in het prestigieuze Center for Photography in Houston. Afgelopen zomer verscheen het boek Wolff/Katz, Blue Note Photo- graphy, ter ere van het 70-jarig jubileum van het label. Historische milestone Aangekomen in Stamford haalt de excen- trieke Cuscuna ons op met zijn auto. Al snel blijkt hij een grapjas en gepas- sioneerd jazzkenner. Bij aankomst in een stoffig kantoor doet niets vermoeden dat hier duizenden negatieven van Wolff opgeslagen zijn en evenmin dat hier de prachtige Mosaic collectorsboxen van jazzhelden worden samengesteld en uitgebracht. Wanneer we het kleine rom- melige kantoor van Cuscuna betreden, is de verbazing des te groter dat alle negatieven in zes archieflaatjes te vinden zijn. Geen bibliotheekachtig tafereel. Bij het zien van de tientallen gealfabe- tiseerde naambordjes van artiesten, onderverdeeld naar sessies, optredens en publiciteitsshoots, vervaagt de ruimte en zijn de beelden het enige dat telt. Van de beroemde Blue Train sessie van saxofonist John Coltrane, Maiden Voyage van pianist Herbie Hancock, tot coversshoots met de minder bekende trompettist Donald Byrd en pianist Duke Jordan. Via de contacts- heets, die rechtstreeks zijn geprint van de negatieven, komt de hele Blue Note geschiedenis voorbij. “Wat je hier ziet is echt uniek”, fluistert een gebiologeerde Katz. “Elke sessie waar Wolff bij aanwezig was, is door hem vastgelegd. Hij was een van de weinige niet-muzikanten die altijd de mogelijkheid had om te fotograferen in een ontspannen omgeving. Je proeft uit de beelden dat hij zich onzichtbaar opstelde. De musici kenden hem goed en waren totaal niet afgeleid door zijn aan- wezigheid. Je proeft de emotie, vreugde en magie. Dat kunnen alleen de groten, zoals tijdgenoten Herman Leonard en William Claxton. Zijn nalatenschap is een historische milestone, geen andere foto- graaf leverde op vergelijkbare wijze werk. Hij maakte onderdeel uit van de muzikale en artistieke statements, die opgeno- men werden en ontstonden tijdens die beroemde sessies. Hij was er bij en die sfeer proef je.” Waar mysterie Al bladerend tussen al die sessies knaagt de vraag hoe Frank Wolff zijn werk afge- drukt had willen hebben? Hoe moet zijn werk geïnterpreteerd worden en koos

description

Reportage over een bezoek aan het archief van Blue Note-fotograaf Francis Wolff, samen met huidig fotograaf Jimmy Katz Verschenen in 'De Fotograaf', 2010

Transcript of Reportage archief Francis Wolff

Page 1: Reportage archief Francis Wolff

Francis Wolff fotografeerde om zijn ziel te voeden

K  Jazzfotografie� Door�Angelique�van�Os

Jimmy Katz (l) en Michael Cuscuna. Foto Angelique van Os.

Angelique bladert door

contactsheets.

In de grote hal van het negentiende-eeuwse New Yorkse treinstation op 42nd Street verschijnt Blue Note fotograaf Jimmy Katz (1952) uit het niets in de menigte. De vrolijke Katz heeft er zin in. Ook hij vindt het spannend om een bezoek te brengen aan het archief en aan Michael Cuscuna, de grote man achter het verzamelaarlabel Mosaic Records, Blue Note en de beschermheer van Francis Wolffs legendarische beelden. “Ik vind het zelf altijd te gek, want elke keer zie ik weer andere details. Er is zoveel moois, dat helaas niet is gedigitaliseerd. Neuzen door

Jazzfotograaf Francis Wolff is al ruim dertig jaar

dood. Er hangt echter een mysterie rondom het

werk van de man die geschiedenis schreef met

zijn legendarische fotografie voor het befaamde

jazzlabel Blue Note. Duizenden negatieven met

portretten van belangrijke jazzmusici uit de jaren

’50 en ’60 zijn nooit eerder afgedrukt en liggen

in een gesloten archief. Blue Note-archivaris en

producer Michael Cuscuna ontfermt zich over deze

collectie en stond een bijzonder bezoek toe onder

begeleiding van de huidige Blue Note-fotograaf

Jimmy Katz.

dat beeldmateriaal blijft een ontdekkings-reis”, aldus de gepassioneerde Katz. Tijdens de treinrit van New York naar Stamford, Connecticut, vertelt Katz enthousiast over zijn relatie met Cuscuna. De twee kennen elkaar al sinds het begin van de jaren ’90. De Amerikaan is als opvolger van Francis Wolff nauw betrok-ken bij het label en bij de mensen achter de schermen, zoals de al genoemde Cus-cuna, directeur Bruce Lundvall, A&R direc-teur Eli Wolf en technische meester Rudy van Gelder. Daarnaast maakt Katz furore met eigen werk, waarbij honderden foto’s als covers voor tijdschriften zijn gebruikt. Samen met zijn vrouw Dena, eveneens fotograaf, heeft hij materiaal hangen van surrealistische landschappen uit Salt Lake in het prestigieuze Center for Photography in Houston. Afgelopen zomer verscheen het boek Wolff/Katz, Blue Note Photo-graphy, ter ere van het 70-jarig jubileum van het label.

Historische milestoneAangekomen in Stamford haalt de excen-trieke Cuscuna ons op met zijn auto. Al snel blijkt hij een grapjas en gepas-sioneerd jazzkenner. Bij aankomst in een stoffig kantoor doet niets vermoeden dat hier duizenden negatieven van Wolff opgeslagen zijn en evenmin dat hier de prachtige Mosaic collectorsboxen van jazzhelden worden samengesteld en uitgebracht. Wanneer we het kleine rom-melige kantoor van Cuscuna betreden, is de verbazing des te groter dat alle negatieven in zes archieflaatjes te vinden zijn. Geen bibliotheekachtig tafereel.

Bij het zien van de tientallen gealfabe-tiseerde naambordjes van artiesten, onderverdeeld naar sessies, optredens en publiciteitsshoots, vervaagt de ruimte en zijn de beelden het enige dat telt. Van de beroemde Blue Train sessie van saxofonist John Coltrane, Maiden Voyage van pianist Herbie Hancock, tot coversshoots met de minder bekende trompettist Donald Byrd en pianist Duke Jordan. Via de contacts-heets, die rechtstreeks zijn geprint van de negatieven, komt de hele Blue Note geschiedenis voorbij. “Wat je hier ziet is echt uniek”, fluistert een gebiologeerde Katz. “Elke sessie waar Wolff bij aanwezig was, is door hem vastgelegd. Hij was een van de weinige niet-muzikanten die altijd de mogelijkheid had om te fotograferen in een ontspannen omgeving. Je proeft uit de beelden dat hij zich onzichtbaar opstelde. De musici kenden hem goed en waren totaal niet afgeleid door zijn aan-wezigheid. Je proeft de emotie, vreugde en magie. Dat kunnen alleen de groten, zoals tijdgenoten Herman Leonard en William Claxton. Zijn nalatenschap is een historische milestone, geen andere foto-graaf leverde op vergelijkbare wijze werk. Hij maakte onderdeel uit van de muzikale en artistieke statements, die opgeno-men werden en ontstonden tijdens die beroemde sessies. Hij was er bij en die sfeer proef je.”

Waar mysterieAl bladerend tussen al die sessies knaagt de vraag hoe Frank Wolff zijn werk afge-drukt had willen hebben? Hoe moet zijn werk geïnterpreteerd worden en koos

Page 2: Reportage archief Francis Wolff

� �

hij bijvoorbeeld bewust om bepaalde ‘storende’ elementen, zoals een micro-foonstandaard of de luxaflex op voor- en achtergronden, weer te geven, of zou hij een insnede dan wel close-up maken van de musici bij een print? Deze vragen blijven onbeantwoord omdat er een waar mysterie rondom Wolff hangt: het bizarre is dat hij afgezien van zijn beroemde platenhoezen en covers zelf nooit zijn eigen werk heeft afgedrukt voor niet-com-merciële doeleinden. Hij heeft zelfs nooit geëxposeerd. Afgelopen jaar was voor het eerst materiaal uit het Wolff/Katz boek te zien in Berlijn.Er is weinig bekend hoe de fotograaf tegenover zijn werk stond. Daarom print Cuscuna zijn werk bij publicaties altijd zoveel mogelijk direct vanaf het negatief. Cuscuna kende Wolff oppervlakkig, maar heeft hem intensief bestudeerd: “Vol-gens mij draaide het bij Francis om het moment suprême, om het documenteren van beelden. Ik herken dat wel, want zo werk ik ook. Hij was minder geïnteres-seerd in wat er na de uitvoering met zijn foto’s gebeurde. Door het fotograferen van zijn passie, hield hij zichzelf artistiek gezien scherp. Hij heeft nooit een donkere kamer gebruikt, keek niet naar de con-tactsheets. De negatieven interesseerde hem zelfs niet, dat besteedde hij uit. Hij fotografeerde volgens mij meer om zijn ziel te voeden en liet het daarna los.”

Jazz with a feelingFrancis Wolff (1907) was een Duitse joodse emigrant. Een bescheiden, gere-serveerde man. Eind 1939 vlucht hij voor de Nazi’s naar de VS, waar hij contact opneemt met jeugdvriend Alfred Lion, die Wolff bij het label betrekt dat hij een jaar eerder opricht. Samen beginnen ze aan een compromisloze en non-commerci-ele benadering van het vastleggen van interessante sessies, waar voorafgaand twee dagen gerepeteerd wordt. Datgene wat zij mooi vinden - jazz with a feeling - komt op de plaat en krijgt dankzij de geheime formule van technicus Rudy van Gelder een geheel eigen sound. Na het verdwijnen van de big bands breekt met de vernieuwende bebop eind jaren ’40 een nieuw muzikaal tijdperk aan. Lion en Wolff verzamelen diverse jazz-muzikanten om zich heen, die zich nauw verbonden voelen aan het label, zoals drummer Art Blakey, pianist en componist Horace Silver, saxofonist Dexter Gordon

en pianist Jimmy Smith. De identiteit van het label wordt versterkt door de eigenzinnige en herkenbare coverart. Het fotowerk van Wolff wordt halverwege de jaren ’50 verweven met de vormgeving van ontwerper Reid Miles. Hoewel Miles geen affiniteit heeft met jazz, klikte het met Wolff. Elf jaar lang werken ze samen en leveren vele grafische meesterwerken af. Halverwege de jaren ’60 maakt Blue Note mede door de opmars van popmu-ziek warrige tijden door en verkochten de oprichters hun schepping in 1966 aan Liberty Records. Alfred Lion trekt zich wegens gezondheidsproblemen volledig terug en Wolff blijft tot vlak voor zijn dood in 1972 betrokken bij het inmiddels ver-waarloosde label.

Collect callEind jaren ’60 stuurt Wolff zijn werk naar Lion, als een soort afscheidscadeau. Ver-pakt in dozen slaat laatstgenoemde de negatieven jarenlang op in zijn garage, totdat hij begin jaren ’80 in de New York Times een artikel leest over een heruitgave van Monks belangrijkste werk via Mosaic Records, een initiatief van Cuscuna en collega Charlie Loure. Rond 1983 krijgt Cuscuna een collect call van Alfred Lion. ”Ik was natuurlijk verrast en vereerd. Ons eerste gesprek duurde twee uur, waarna hij me regelmatig belde. Hij deed dat stiekem bij een vriend, want zijn vrouw Ruth had hem uit de stress-volle muziekbusiness gehaald. Een keer moest ik Alfred nodig spreken en ben toen betrapt door Ruth, die me de huid vol schold. Uiteindelijk werden we goede vrienden en konden we normaal bellen, haha.”Lion waardeert de boxen van Mosaic dusdanig, dat hij bereid is te helpen bij de heruitgave rondom saxofonist Tina Brooks en pianist Herbie Nichols, waar geen beeldmateriaal van blijkt te zijn. “Ik belde Alfred voor hulp, die zich realiseerde hoe waardevol het voor de uitgaven zou zijn om de historische beelden van Francis toe te voegen. Al die jaren had hij het niet kunnen opbrengen om de dozen te ope-nen. Hij scande een aantal contactsheets en stuurde me die op.”

ConceptfotografieCuscuna krijgt het archief volledig in beheer na het overlijden van Lion in 1986. Het archiveren blijkt een zeer tijdrovende klus: een jaar lang werken

John Coltrane (l) en Lee Morgan (r).

V.l.n.r. op de voorgrond:

John Gilmore,

Clifford Jordan en

Horace Silver.

Sonny Rollins.

V.l.n.r. Alfred Lion, Dexter Gordon en Francis Wolff.

Foto’s Francis Wolff.

Page 3: Reportage archief Francis Wolff

g e Dexter Gordon.

Covershoot voor

Doin Alright.

Foto’s Francis Wolff.

– The Jazz Photography of Francis Wolff. Katz weet inmiddels uit ervaring ook hoe omvangrijk het is om al het materiaal door te spitten. In hoeverre denkt hij dat Wolff vanuit een bepaald concept werkte? “Fran-cis was een meester in het creëren van een bepaalde sfeer. Ik weet hoe het er uitzag bij Rudy, en het beeld dat we zien via de foto’s wijkt af van de werkelijkheid. Hij creëerde een eigen stijl en signatuur. Hij gaf de muzikanten een bijna heroïsche status. Dat zie je bijvoorbeeld aan de composities en de verhoudingen tussen zwart en blank. Denk aan het racisme in die tijd, zoals te zien is op de cover van bijvoorbeeld Doin Alright (1961) met Dexter Gordon. Hij fotografeerde Gordon in een koets die gereden werd door een blanke. Dat was destijds een statement.

Zijn werk gaat veel verder dan muzikanten die een instrument bespelen. Er zitten veel (sociale) lagen in verscholen.”Terwijl de avond nadert, hebben we slechts een aantal hoogtepunten gezien en lijkt het even of we zelf terug in de tijd zijn gegaan. Als Blue Note 75 jaar bestaat, volgt er ongetwijfeld een nieuw boek met wederom niet eerder vertoond materiaal. Hopelijk benadert er in de tussentijd een conservator Michael Cuscuna, die zich realiseert hoe waardevol Wolffs werk is, want deze historische beelden verdienen het niet om in een stoffige kast te blijven liggen. Dat moet gezien worden!

www.bluenote.comwww.allaboutjazz.com M

Cuscuna, diens vrouw en wijlen Loure elke zondag aan de catalogus. Elke keer zien ze nieuwe details. In 1995 verschijnt het eerste boek: The Blue Note Years