Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

51

description

https://www.kudding.nl/site/assets/files/1649/reader_instructeur_pvtmei_2015_versie_4_2-1.pdf

Transcript of Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

Page 1: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1
Page 2: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

2

Page 3: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

3

Inhoudsopgave

Trainer agressiemanagement Fysiek ..................................................................................... 5

Inhoud en werkvormen per dagdeel ....................................................................................... 6

Uitingsvormen van agressie ................................................................................................... 8

Soorten van agressie ............................................................................................................. 8

Menselijk verdedigingssysteem (MVS) .................................................................................. 9

Generaal Aanpassing Systeem ........................................................................................... 10

Invloeden van overlevingsstress reactie (OSR) op het menselijk lichaam ............................ 13

De hersenen ........................................................................................................................ 15

Amygdala ............................................................................................................................ 16

Flinch (terugdeinzen) ........................................................................................................... 17

Gedragingen van agressie (vanuit de biologie) .................................................................... 19

Pre-signalen en lichaamstaal ............................................................................................... 20

De OOBA-cyclus ................................................................................................................. 21

Wat is nog te trainen? .......................................................................................................... 22

Organisatie .......................................................................................................................... 25

Didactiek & Methodiek ......................................................................................................... 29

Oefeningen .......................................................................................................................... 35

Oefening 1: Afstand nabijheid (5 fasen) ............................................................................... 36

Oefening 2: Flinch ............................................................................................................... 39

Oefening 2.1 Open versus gesloten hand en binnen versus buiten 90° gebogen arm ......... 40

Oefening 2.2 Binnen- Buiten 90° gebogen arm .................................................................... 42

Oefening 2.3 Alerte Houdingen ............................................................................................ 44

Oefening 2.4 Interview oefeningen ...................................................................................... 46

Oefening 3: Bevrijding van polspakkingen ........................................................................... 47

Technieken .......................................................................................................................... 49

Ezelsbruggetjes ................................................................................................................... 51

Page 4: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

4

Page 5: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

5

Trainer agressiemanagement Fysiek

Algemeen doel

Het zelfstandig kunnen verzorgen van een training persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT) Humane

Begeleiding Technieken (HBT systeem®) volgens de methodiek van het zogenaamde 4-team.

Specifieke doelen

Een geselecteerd aantal cliëntvriendelijke persoonlijke veiligheidstechnieken kunnen toepassen

in onverwachte situaties en deze didactisch kunnen overdragen.

Het tot in de perfectie beheersen van de holding, mobilisatie, afzonderen en separeren van een

cliënt volgens het Humane Begeleiding Technieken (HBT systeem®) met een zogenaamd 4-team.

Het kennen van alle rollen in dit team en deze kunnen instrueren aan hulpverleners (met

basisvaardigheden).

Inzicht hebben in de spanningsvolle geweldsituaties met cliënten en bewoners.

Het kunnen omgaan met emotionele reacties en weerstanden van cursisten.

Feedback kunnen geven op gedrag van de cursist dat conflictremmend of juist

conflictbevorderend werkt.

Het alert kunnen zijn op gevoelens van de cursist als angst en vijandigheid tegenover de cliënt.

Doelgroepen Medewerkers van de eigen instelling die al de basisinstructie (minimaal twee dagdelen) van Kudding

& Partners ontvangen hebben. De kandidaat-instructeurs dienen over didactische ervaring c.q.

ervaring als trainer of instructeur te beschikken, motorisch goed ontwikkeld te zijn, fysiek geen

belemmeringen hebben om de vaardigheden te kunnen instrueren en kennis te hebben van de

sector aan wie hij/zij training gaat geven.

Tevens dient de werkgever hen in staat te stellen een stage te vervullen door middel van het

verrichten van enkele leertrainingen met medewerkers van de eigen instelling.

De trainingsmethode wordt aan hen en hun werkgever in licentie overgedragen. Dit impliceert dat de

instructeur en de werkgever niet gerechtigd zal zijn dergelijke trainingen buiten de

instellingsorganisatie(s) te verzorgen voor derden; dan wel de beschreven methodieken en

technieken over te dragen aan derden.

Page 6: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

6

Inhoud en werkvormen per dagdeel

Dag 1

Kennismaking met elkaar, de programmaopzet, eigen leer- en aandachtspunten en

werkafspraken formuleren.

Theoretisch achtergrond van het menselijke verdedigingssysteem

Praktijk en didactisch proces bij training persoonlijke veiligheidstechnieken.

Eigen maken en tot in perfectie uitvoeren van de persoonlijke veiligheidstechnieken.

Dag 2

Eigen maken van tot in perfectie uitvoeren van de persoonlijke veiligheidstechnieken.

Analyseren van de persoonlijke veiligheidstechnieken.

Observatie en assistentie van de trainer bij de persoonlijke veiligheidstechnieken.

Maken van een eigen mediakaart

Dag 3

Onder begeleiding instrueren van deelnemers in persoonlijke veiligheidstechnieken.

Feedback van de trainer en medecursisten.

Omgaan met moeilijke groepen

Dag 4

Zelfstandig onderdelen van persoonlijke veiligheidstechnieken instrueren. De medecursisten

stellen zich nu op als een groep collega's die voor een interne follow-up komen. Feedback van de

trainer en medecursisten.

Formuleren van eigen leerpunten.

Cursisten krijgen de video-opname via WeTransfer.com gemaild.

Schriftelijke toets Persoonlijke veiligheidstechnieken

Dag 5

Bespreken van presentatie persoonlijke veiligheidstechnieken, dag 4 en leerpunten.

Trainen en aanscherpen van de persoonlijke veiligheidstechnieken

Theorie en bespreken van de vier fasen opbouw humane begeleidingstechnieken;

Eigen maken van de humane begeleidingstechnieken: holding- en mobilisatietechnieken met het

zogenaamde 4-team.

Analyseren van humane begeleidingstechnieken.

Observatie en assistentie van de trainer bij humane begeleidingstechnieken.

Dag 6

Trainen en aanscherpen van de persoonlijke veiligheidstechnieken

Onder begeleiding instrueren van medecursisten in met de humane begeleidingstechnieken.

Dag 7

Trainen en aanscherpen van de persoonlijke veiligheidstechnieken

Zelfstandig instrueren in onderdelen van humane controletechnieken. De medecursisten stellen

zich nu op als een groep collega's die voor een interne follow-up komen.

Feedback van de trainer en medecursisten.

Inventariseren en formuleren van eigen leerpunten.

Page 7: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

7

Dag 8

Trainen en aanscherpen van de persoonlijke veiligheidstechnieken

Bespreken van leerpunten.

Afstemming van de humane controletechnieken op de specifieke omstandigheden in de eigen

instelling.

Schrijven van een trainingsprogramma en mediakaarten gericht op eigen organisatie.

Zelfstandig onderdelen van de humane begeleidingstechnieken instrueren. De medecursisten

stellen zich nu op als een groep collega's die voor een interne follow-up komen. Feedback van de

trainer en medecursisten.

Schriftelijke toets Humane Begeleidingstechnieken

Evaluatie.

Certificaatuitreiking.

Cursisten krijgen de video-opname via WeTransfer gemaild.

Via Skype, kunnen na afloop van de opleiding coaching/adviezen worden aangevraagd.

Terugkomdag na half jaar

Verslaglegging van de gegeven interne training(en).

Bespreken van leerpunten.

Behandelen van technische vragen.

Opfristraining

Vervolgtraject

Jaarlijks volgt er tweemaal een follow-up-training van één dag voor de instructeurs ter evaluatie van

de geleerde standaardmethode en -technieken en voor specifieke leervragen.

Page 8: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

8

Uitingsvormen van agressie

Verbale agressie:

Met stemverheffing spreken, schreeuwen, schelden, vloeken en lastigvallen.

Ook discriminerende opmerkingen kunnen als agressief worden opgevat.

Deze uitingsvormen zijn zowel in persoonlijk als in telefonisch en mail contact mogelijk.

Fysieke agressie:

Fysieke bedreigingen zoals dreigen met slaan, schoppen, of het gebruik van wapens en het

uitvoeren van agressief gedrag zoals schoppen, duwen, slaan, spugen, vernielen, beroven,

brandstichting en vandalisme.

In extreme gevallen kunnen medewerkers zelfs te maken krijgen met een gijzeling en moord.

Psychische agressie:

Dreigen (verbaal of schriftelijk), chanteren, vernederen, intimidatie, stalking en pesten.

Soorten van agressie

Frustratieagressie: Ontladen van frustratie om eigen wil en behoefte kenbaar te maken

de emmer loopt over, is echte emotie, is niet in verhouding, onvoorspelbaar, zwart/wit verwijten,

controle kwijt.

Instrumentele agressie: Machtspositie bepalen en bewust afdwingen

op een doel uit. Doel kan zijn materie, status, macht. Gecontroleerd, herhaling (voorspelbaar),

dreigen, manipuleren (bruut of subtiel).

Ten gevolge van psychische stoornis/middelengebruik agressie: geen logische oorzaak, drang,

waanbeelden, voorgeschiedenis, bewustzijnsverandering.

Explosieve agressie: ontladen van agressie

ongecontroleerd, waas voor de ogen, communicatie is niet meer mogelijk.

De vormen van agressie kunnen door elkaar heen lopen of elkaar opvolgen.

Page 9: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

9

Menselijk verdedigingssysteem (MVS)

Het uitgangspunt van de trainingen van Kudding & Partners is gebaseerd op de in Amerika en

Nederland wetenschappelijk onderzochte grondbeginselen van het Menselijk verdedigingssysteem

(MVS), dit is momenteel veruit het meest praktische en realistische verdedigingssysteem. Het is

gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar menselijk gedrag, dat gerelateerd is aan

geweldsescalaties, angst en agressie.

Een van de belangrijkste uitgangspunten van MVS is de invloed van plotselinge stress in de vorm

van angst of schrik. Dit verhoogt de afgifte van adrenaline en leidt daardoor tot diverse

veranderingen in het geestelijk en lichamelijk functioneren. Zo neemt het vermogen tot nuchter

redeneren af en zal in het meest ongunstige geval helemaal niet meer kunnen worden beredeneerd.

Op lichamelijk gebied wordt de motoriek verstoord. In het meest ongunstige geval kan er alleen nog

maar reflexmatig gedrag plaatsvinden.

Tijdens de training worden de veranderingen in het menselijk gedrag, onder invloed van

adrenaline, uitvoerig geanalyseerd aan de hand van videobeelden van onder andere echte

geweldsescalaties. De hieruit verkregen inzichten worden passend geïntegreerd in de fysieke

uitvoering.

De videobeelden en foto’s worden eveneens gebruikt om het gedrag van een aanvaller te

analyseren. De cursist leert een potentieel gevaarlijke situatie eerder herkennen en hoe hier

tactisch mee om te gaan.

MVS onderscheidt zich van soortgelijke trainingen

Het MVS is niet gebaseerd op een vechtsport

Is niet gebaseerd op een veelvoud van moeilijk aan te leren technieken;

Het is een wetenschappelijk onderzoek naar het menselijk bewegen in relatie tot agressie, stress

en geweld in dreigende situaties

Traint hoe te handelen ondanks grote angst en onvermogen nuchter na te denken;

biedt een realistisch inzicht in alle aspecten van een geweldsescalatie, zowel psychologisch,

emotioneel als fysiek;

start uit een realistische “uit balans situatie”

niet leeftijdsspecifiek

enige ervaring is niet vereist.

Page 10: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

10

Generaal Aanpassing Systeem

Op het moment dat agressie dreigt te ontstaan of aanwezig is, zal/kan dit leiden tot een gevoel van

stress. Er is dan sprake van een fysieke reactie in je lichaam. Dit kan ook gebeuren wanneer de

agressie tussen anderen plaatsvindt. Zelfs het kijken naar situaties met opkomende spanning kan

dit effect opleveren.

Stress dat voortkomt uit angst of schrik, ook wel overlevingsstress reactie (OSR) verhoogt de afgifte

van adrenaline in het lichaam en heeft diverse veranderingen in je functioneren tot gevolg. De mate

van afgifte van adrenaline verschilt per persoon. Daarnaast zijn de mate van agressie en de afstand

tot de agressor van invloed op de adrenalinespiegel. De invloed van adrenaline wordt weergegeven

in het volgende overzicht.

Relatie van de hartfrequentie met overlevings- en verdedigingsprestaties

Page 11: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

11

Enkele voorbeelden van de effecten:

Verhoogde hartslag:

- Het is bekend dat OSR direct gerelateerd is aan een verhoogde hartfrequentie.

- Bij 115 slagen per minuut verliezen de meeste mensen fijne motorische vaardigheden zoals

coördinatie van de vingers, oog-/handcoördinatie en het uitvoeren van meerdere taken wordt

moeilijk.

- Bij 145 slagen per minuut verliezen de meeste mensen hun complexe motorische

vaardigheden (3 of meer vaardigheden die ontworpen zijn om samen te werken).

Effecten op het visuele systeem:

- Het visuele systeem is het primaire sensorische orgaan van het lichaam voor degenen die

kunnen zien. Dit komt door het feit dat het visuele systeem het brein de informatie zendt die

noodzakelijk is voor gevechtsprestaties of zelfverdediging.

- Bij ongeveer 175 slagen per minuut sperren de ogen zich wijd open, worden de oogleden

opgetrokken, verwijden de pupillen zich en de bolling van de ooglens vlakt af. Als deze

reacties zich voordoen ervaart de persoon meestal een vernauwing van het gezichtsveld

(tunnelvision). Dit is de reden dat het heel normaal is voor een persoon om achteruit te treden

bij een confrontatie teneinde meer informatie door de tunnel te krijgen. Op dit punt wordt het

visuele systeem van een persoon tevens meer “binoculair”dan “monoculair”. Dit is de reden

waarom bij Close Quarter Battle (CQB) schiettraining het schieten met twee ogen open beter

voldoet dat het eenogig gericht schieten.

- Bij 175 slagen per minuut wordt het visueel volgen moeilijk. Dit is heel belangrijk wanneer het

over meerdere dreigingen of meerdere tegenstanders gaat. Tijdens meerdere dreigingen wil

het brein dat het visuele systeem gericht blijft op wat het als de primaire dreiging beschouwt.

Als deze dreiging eenmaal is geneutraliseerd vinden brein en visueel systeem de volgende

dreiging. Dit verschijnsel staat bekend als het “vuurtoren” effect. Onderzoeken hebben

aangetoond dat een persoon tijdens OSR een gemiddelde afname van 70% van het

gezichtsveld ervaart. Dit is een reden te meer waarom tijdens training de studenten geleerd

moet worden om constant hun omgeving af te scannen, zoekend naar hun tweede en derde

opponent.

Effecten op het auditieve systeem

- Bij ongeveer 145 slagen per minuut schakelt het gedeelte van het brein dat verantwoordelijk is

voor het gehoor, zich uit. Dit is een van de redenen waarom mensen die betrokken zijn

geweest bij een gevecht verklaren dat ze “niets gehoord hebben”, dat ze “wel stemmen

hoorden, maar niet konden begrijpen wat ze zeiden”, dat ze “alleen maar stukjes en beetjes

hoorden” of dat ze “hard geluid niet gehoord hebben”.

Effecten op het brein

- Bij ongeveer 175 slagen per minuut is het niet ongebruikelijk voor een persoon om

moeilijkheden te ondervinden bij het herinneren wat plaatsvond of wat ze deden tijdens een

confrontatie.

- Dit herinneringsprobleem staat bekend onder de term “Critical Stress Amnesia”. Na een kritiek

incident is het niet ongebruikelijk voor een persoon om zich slechts ongeveer 30% van het

gebeurde te herinneren binnen de eerste 24 uur, 50% in 48 uur en 75-95% in 72-100 uur.

Page 12: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

12

- Bij 185-220 slagen per minuut verkeren de meeste mensen in een staat van

“hyperwaakzaamheid”, ook wel beschreven als een “hert is het licht van koplampen”. Het is

niet ongewoon dat mensen in deze toestand dingen blijven doen die niet effectief zijn (dit staat

bekend als de feedback loop- feedback cirkel) of irrationeel gedrag vertonen, zoals het

verlaten van dekking. Dit is ook de toestand waarin mensen zich bevinden als zij beschrijven

dat zij niet konden bewegen, schreeuwen of gillen. Als een persoon eenmaal gevangen is in

een toestand van hyperwaakzaamheid, bevindt hij zich in een neerwaartse spiraal, waar

bijzonder moeilijk uit te komen is. In deze toestand is informatie over de dreiging naar het

brein gereduceerd, wat tot een toename in reactietijd leidt. deze toename in reactietijd leidt

weer tot een toename van het stressniveau wat de toestand van hyperwaakzaamheid weer

verergert.

Effecten op motorische vaardigheden

- Bij ongeveer 115 slagen per minuut worden fijne/complexe motorische vaardigheden minder

toepasbaar en minder effectief (het overhalen van de trekker, het manipuleren van

gereedschap) maar worden de grove motorische vaardigheden ingeschakeld en

geoptimaliseerd.

Waarom is deze informatie zo belangrijk? Omdat onderzoeken hebben aangetoond dat hoe hoger

de hartfrequentie is, hoe meer de OSR de perceptie van een dreiging beïnvloedt. Voorst geldt dat

des te hoger de hartfrequentie, des te meer negatieve effecten dit heeft op het vermogen om

motorische vaardigheden uit te voeren.

In een gevecht kan de hartfrequentie van een persoon van 70 slagen per minuut naar 220 slagen

per minuut stijgen in minder dan een halve seconde. Dus wat is nu het “maximale gevechtsprestatie

gebied”, met betrekking tot OSR en hartfrequentie? Siddle heeft in zijn onderzoeken aangetoond dat

dit tussen 115 en 145 slagen per minuut ligt. Ook staat vast dat de “maximale reactietijd

prestatiezone” eveneens tussen de 115 en 145 slagen per minuut ligt. Met andere woorden, in de

zone tussen 115 en 145 slagen per minuut zijn de gevechtsvaardigheden (grote motorische

vaardigheden) en reactietijd optimaal.

Page 13: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

13

Invloeden van overlevingsstress reactie (OSR) op het menselijk lichaam

Hersengolven versnellen

Redeneren en handelen neemt af Verwijde pupillen & tunnelvisie

Gehoor verandert (audioblokkade)

Verhoogde hartslag

fijne motoriek neemt af

Adrenaline zorgt onder andere ook voor;

verhoogde ademfrequentie

verhoogde spierspanning

daling perifere temperatuur (bloed naar spieren)

verhoogde transpiratie

tijdwaarneming verandert

in een extreem geval laat je de ontlasting lopen met als functioneel doel, alle ballast weg te

laten

Bij milde angst reageer je nog via het cognitieve deel van de hersenen. Bij bedreiging en

levensgevaar wordt in eerste instantie het lichaam aangestuurd vanuit het limbisch systeem.

Page 14: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

14

Effecten

Verzwakte geluiden /auditieve uitsluiting:

Sommige geluiden werden in het geheel niet gehoord of de geluiden hadden een ongewone

gedempte, ver verwijderde klank. (Dit heeft betrekking op geluiden die normaal gesproken gehoord

zouden worden, zoals schoten, gillen, sirenes van dichtbij etc.)

Tunnel visie:

De blik werd intens gefocust op de waargenomen dreiging en het perifere blikveld ging verloren.

Automatische piloot:

Men reageerde automatisch op de waargenomen dreiging, met weinig of het in het geheel geen

bewuste aandacht voor de eigen acties.

Verhoogde visuele helderheid:

Men ziet sommige details of acties met ongewoon levendige helderheid en detail.

Slow motion:

De gebeurtenis leek plaats te vinden in slow motion en leek langer te duren dan het in werkelijkheid

deed.

Geheugenverlies van delen van de gebeurtenis:

Na afloop van de gebeurtenis realiseert men zich dat men zich gedeelten van de gebeurtenis niet

kan herinneren.

Geheugenverlies van delen van de eigen acties:

Na afloop van de gebeurtenis realiseert men zich dat men zich enkele van de eigen acties of

handelingen niet kan herinneren.

Dissociatie:

Op sommige momenten had men een vreemd gevoel van ontkoppeling, van afscheiding, alsof de

gebeurtenis een droom is, alsof men naar zichzelf kijkt van buiten het eigen lichaam.

Indringende afleidende gedachten:

Men werd overvallen door afleidende gedachten die niet relevant waren voor de onmiddellijke

tactische situatie, zoals denken aan gezinsleden, familieleden of toekomstplannen etc.

Geheugen vertekening:

Men hoorde, zag of ervoer dingen tijdens de gebeurtenis, waarvan men later uitvond dat ze niet

gebeurd waren.

Geïntensiveerde geluiden:

Sommige geluiden leken veel luider dan normaal.

Fast-motion:

Sommige gebeurtenissen leken zich veel sneller af te spelen dan normaal.

Tijdelijke verlamming:

Er was een korte periode waarin men zich als verlamd voelde, en niet in staat om te handelen.

Page 15: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

15

De hersenen

De hersenen zijn verdeeld in drie gebieden: het reptielenbrein, het limbisch systeem en de neo-

cortex. Elk hersengebied heeft zijn eigen intelligentie, zijn eigen tijd -en ruimtegevoel, en zijn eigen

geheugen.

Het reptielenbrein, ook bekend als de hersenstam, vormt het primitiefste hersengebied. Het is

verantwoordelijk voor de vecht-of-vlucht respons en voor vele fundamentele biologische

functies. Hier ligt het temperament vast

Het Limbische systeem of zoogdierenbrein vormt het sociale brein en werkt als

scheidingsvlak met de wereld. Het helpt ons om problemen op te lossen, relaties te

onderhouden en onze plaats in de maatschappij in te nemen. Dit systeem bestuurt ook alle

klieren in het lichaam en bewaakt daarom balans en gezondheid

De Neocortex vormt het hogere brein en wordt beschouwd als de controleur van ons hogere

vermogens, zoals logica, nadenken en ons gevoel voor het spirituele. Dit deel van het brein

onderscheidt ons van de andere zoogdieren.

Page 16: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

16

Amygdala

De amygdala (Grieks: amygdalē = amandel) is een amandelvormige kern van neuronen. Er zijn

twee amygdalae, die diep in de temporale kwab van de hersenen liggen en deel uitmaken van het

limbisch systeem. Er bestaan veel verbindingen met de nabijgelegen frontale cortex en mediale

prefrontale cortex. Dit circuit speelt een centrale rol bij de verwerking van aversieve (straffen en

belonen) prikkels en regulatie van angst.

De amygdala legt verbanden tussen informatie die van verschillende zintuigen afkomstig is en

koppelt deze aan emoties. Bij iedere nieuwe situatie bepaalt het individu welke emotionele reactie

het meest zinvol is. Daarbij reageert de amygdala bijvoorbeeld ook op de gezichtsuitdrukking van

soortgenoten. De reactie van de amygdala op prikkels die angst veroorzaken kan snel en volledig

automatisch (d.w.z. reflexmatig) plaatsvinden. Voornamelijk de rol bij angstreacties is bekend, maar

de amygdala lijkt ook betrokken te zijn bij andere emoties, zoals agressie en seksueel gedrag.

Door een bepaalde situatie een emotionele waardering te geven (en als zodanig in het geheugen

vast te leggen), kan het individu een toekomstige soortgelijke situatie gemakkelijker herkennen en

daar gepast op reageren (bijvoorbeeld met een vecht- of vluchtreactie). Het is het centrum dat

intuïtief en instinctief reageert op iedere potentiële bedreiging

Page 17: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

17

Flinch1 (terugdeinzen)

Zoals hiervoor beschreven wordt bij een onverwachtse, snel naderende stimulus de Amygdalae

geprikkeld en zal het lichaam zich beschermen door reflexmatig (instinctmatige reactie) een

beschermende en verdedigende houding aan te nemen om het gevaar te pareren. Dit noemen we

een Flinch reactie (terugdeinzen).

De schrikreactie is mede afhankelijk van:

• De auditieve prikkel (belangrijke invloed!)

• De snelheid waarmee het gevaar nadert

• De mate van agressie

• De afstand t.o.v. het gevaar

• De betrokkenheid

Flinch reactie na het detecteren van een plotseling gevaar.

Autonome reactie bij de verrassingsaanval

Zintuigen (horen, zien, voelen en ruiken) ontvangen input

De Thalamus detecteert een mogelijk gevaar

Thalamus stuurt signaal naar Amygdalae en cortex

Amygdalae ontvangt signaal eerst en initieert een autonoom motorische reactie (Flinch)

Cortex ontvangt informatie en erkend de dreiging versterking van de Flinch

Zodra het werkgeheugen (neocortex) wordt betrokken, zullen de hersenen beginnen met

bewuste beslissingen te nemen (vechten of vluchten).

1 Is geen angst

Page 18: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

18

Gedrag van verdediger

Na de flinch reactie kan in tweede instantie ook een verdedigende houding aangenomen worden om

het gevaar te pareren.

De cursist die zich tijdens een oefening verdedigt, neemt consequent in eerste instantie een

reflexmatige beschermende houding aan (Flinch). Vandaar uit wordt het verdedigingsmechanisme

verder uitgebouwd.

Tijdens de training bestaan alle oefeningen uit een zo realistisch mogelijk uitgevoerde aanval en een

zo realistisch mogelijk uitgevoerde verdediging. Door een bepaalde situatie een emotionele

waardering te geven (en als zodanig in het geheugen vast te leggen), kan de cursist een

toekomstige soortgelijke situatie gemakkelijker herkennen en daar gepast op reageren (bijvoorbeeld

met een vecht- of vluchtreactie).

Samengevat

De cursist leert een realistische geweldsituatie zo vroegtijdig mogelijk te herkennen en erkennen,

en van daaruit gebruikmakend van reflexmatig aangeboren gedrag zichzelf te verdedigen en

veilig te stellen. De Flinch is niet te onderdrukken, omdat het een reflex is. De mate waarin

iemand zich laat verrassen is wel te beïnvloeden.

Vecht , verstarren vlucht reactie.

Een vecht- of vluchtreactie is een verdedigingsmechanisme dat bij mensen en dieren optreedt als

er acuut gevaar dreigt. De reactie begint met acute hevige angst en stress. Als gevolg hiervan

produceert het lichaam grote hoeveelheden stresshormonen, de bloeddruk en hartslag gaan

omhoog, de spieren worden gespannen, haren komen rechtop te staan (kippenvel), de zintuigen

worden scherper (pupillen verwijden, oren staan rechtop) en de pijngevoeligheid daalt naar een zeer

laag niveau (endorfinestimulus). Hierdoor is het lichaam voorbereid een gevecht te leveren of op de

vlucht te slaan.

De verstarreactie is zeldzamer. Een soort uiterst redmiddel om bij nood te overleven, dat is

ingegeven door de primitiefste hersendelen. Er kan in sommige gevallen een mentaal verstarren,

dissociatie of vluchten uit de werkelijkheid ontstaan.

Page 19: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

19

Gedragingen van agressie (vanuit de biologie)

Het “alfamannetje”

alfa man gedrag

zelden dodelijk

in aanwezigheid van anderen

intimidatie

zijn soms bekende van elkaar

Het “roofdier”

vermijd oogcontact

Gaat strategisch staan

Heeft een observerende houding

Heimelijk aanwezig

De “angsthaas“

Wil weg van zijn bedreigende situatie

Explosief

Paniek

Op overleven uit

Gevaar voor zichzelf en/of omgeving

Het “roedeldier”

In eerste instantie heimelijk

Vaak grote schade of dodelijk

Emotieloos

Op groepsstatus uit

Page 20: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

20

Pre-signalen en lichaamstaal Gedrag van aanvaller

Er wordt vastgesteld dat een aanvaller, onder invloed van adrenaline, volgens vaste patronen

aanvalt. Evolutionair wil de aanvaller het hoofd raken om zodoende het centrale besturingssysteem

van het slachtoffer uit te schakelen. In 90% van alle geweldsescalaties waarbij er fysiek geweld

wordt gebruikt zonder wapens, zijn de aanvallen is op het hoofd gericht. Vuistslagen door grof

motorische lange armbewegingen worden herhaald (windmill effect). Als dat niet lukt, is de aanvaller

geneigd het slachtoffer om het lichaam vast te pakken (bear huge), om het vervolgens op de grond

te gooien.

Vanuit deze wetenschap zijn aanvalsscenario’s ontwikkeld. Door de verschillende stappen in deze

scenario’s te herhalen, zal de cursist deze steeds eerder herkennen en erkennen. Hierdoor wordt de

reactietijd van de cursist vergroot.

Page 21: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

21

De OOBA-cyclus

Een van de bekendste besluitvormingsmodellen binnen de militaire wereld is de OOBA cyclus. Deze

werd door de Amerikaanse luchtmachter Boyd ontwikkeld aan de hand van studies van dogfights in

de oorlog in Korea en Vietnam. Dit wil niet zeggen dat het beslissingsmodel alleen maar toepasbaar

is binnen de luchtmacht, integendeel, de OOBA cyclus is zeer breed toepasbaar en geldt daarom

ook als een algemeen beslissingsmodel.

Hoe werkt de OOBA cyclus

De OOBA cyclus beschrijft het proces dat een individu of organisatie doorgaat vanaf het zien van

een nieuwe situatie tot en met het Acteren op deze nieuwe situatie. Hierbij is het belangrijk om te

beseffen dat de andere Acteren in de situatie ook gebruik maken van de OOBA cyclus, bewust of

onbewust. Om in de militaire wereld een tegenstander te kunnen verslaan is het dus belangrijk om

in de OOBA cyclus van de tegenstander te komen. Door sneller te denken en de OOBA cyclus

sneller te doorlopen kan men een voorsprong op de tegenstander krijgen, die op het moment van

Actie zijn OOBA cyclus nog niet doorlopen heeft. Zo ontstaat er verwarring bij de tegenstander en is

het mogelijk om deze voortdurend voor te zijn.

Observeren, Oriënteren, Besluiten en Acteren

Het besluitvormingsproces van Boyd kent vier hoofdprocessen:

1. Observeren

2. Oriënteren

3. Besluiten

4. Acteren.

In onderstaande figuur wordt dit duidelijk. Het begint met

Observeren. Onder dit kopje wordt verstaan het

verzamelen van informatie van een situatie door het te

zien, horen, ruiken of te voelen. Oriënteren wordt

omschreven als het belangrijkste proces van de OOBA

cyclus. Hierin wordt de informatie die bij Observeren is

verzameld, geordend. Nadat dit gebeurd is komt het

moment van beslissing: het proces van Besluiten. Hierin

wordt gekozen tussen een aantal mogelijk wijzen van

optreden. Het laatste proces, Acteren, is het toepassen

van de gekozen manier van optreden. De ervaringen of

gevolgen hiervan worden doorgestuurd naar het eerste

proces, Observeren. Hierna begint de OOBA cyclus

weer opnieuw, iedere keer wordt er namelijk een situatie

bereikt, waar vanuit weer gehandeld moet worden.

Dit moet allemaal zo snel mogelijk gebeuren zodat er gehandeld is voordat de tegenstander zijn

OOBA cyclus doorlopen heeft. Op deze manier blijft een tegenstander altijd achter de feiten

aanlopen.

Het is belangrijk om de Besluitfase zo kort mogelijk te houden (of over te slaan). Dit kan door

middel van training positief beïnvloed worden

Page 22: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

22

Wat is nog te trainen?

Ervaren beoefenaars van vechtsporten zullen onder lichte stress (hartslag tot maximaal 115

slagen per minuut zonder fysieke inspanning) in staat zijn complexe technieken zoals bij aikido

en jiu jitsu uit te voeren. Als de hartslag oploopt tot boven de 115 slagen per minuut, zijn deze

complexe technieken onuitvoerbaar en kan alleen maar gehandeld worden vanuit een op

natuurlijke reflexen gebaseerd verdedigingssysteem.

Doordat er in de praktijk te weinig getraind kan/mag worden zijn een grote hoeveelheid complexe

handelingen snel vergeten en niet meer hanteerbaar.

Trainingen voor medewerkers die in aanraking komen met agressie en geweld werken zolang de

getrainde respons is gebaseerd op grove motoriek en rekening houdt met de Wet van Hick (zie

pagina 16)

Een automatische respons op een specifieke dreiging kan zich uitsluitend voordoen als de cursist

een vaardigheid traint samen met een specifiek niveau van de dreiging.

Om een respons te conditioneren of een automatische respons te maken moet er een daarmee

verbonden stimulus zijn die de respons triggert. Als er van een motorisch programma wordt

verwacht dat dit een automatisme wordt tegen een dreiging in het werkveld, moeten deze twee

zo vroeg mogelijk worden gecombineerd.

Zoals eerder benoemd is de OSR een autonome respons die optreedt zonder bewuste gedachte.

Onderzoek heeft aangetoond dat een persoon zijn OSR kan beheersen om in de 115-145 slagen

per minuut zone te blijven. dit kan op de volgende manieren:

1. Vertrouwen in vaardigheden:

- Dit vindt plaats door zowel mentale als fysieke training.

2. Ervaring door dynamische simulatie training:

- Ervaring neemt toen en bouwt vertrouwen –vermindert het “nieuwe” van de stimulus.

- Training moet “realistisch” stimulus/respons gebaseerd zijn.

- Hoe echter de trainingservaring (stimulus) hoe beter.

3. Visualisatie (mentale beeldvorming):

- De geest kan niet gemakkelijk onderscheid maken tussen fantasie en realiteit. Dromen lijken echt en worden niet slechts mentaal, maar ook fysiek beleefd. Hoe meer iemand visualisatie gebruikt, hoe beter hij voorbereid is op de komende taak. Dit is de reden waarom de prestaties van atleten door visualisatie verbeteren.

4. Ademhalingscontrole:

- Deze vaardigheid wordt reeds duizenden jaren gebruikt in de krijgskunst. Dit is ook bekend

onder de naam autogene ademhaling.

Men ademt 3 tellen lang in door de neus, houdt de adem 2 tellen vast en ademt 3 tellen uit

door de mond. Uit onderzoeken is gebleken dat als een persoon dit driemaal doet, hij zijn

hartslag voor een periode tot 40 seconden 30% kan verlagen. Men moet hierbij bedenken dat

de hartfrequentie direct gerelateerd is aan de OSR. Als de hartfrequentie van een persoon

zich in het gebied van 175-220 slagen per minuut bevindt, kan hij deze met autogene

ademhaling terugbrengen in de optimale prestatiezone van 115-145 slagen per minuut.

- Testen met personen die hartslagmeters droegen hebben uitgewezen dat visualisatie

gecombineerd met autogene ademhaling een verlagend effect op de hartfrequentie had.

Page 23: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

23

5. Geloof in de missie/taak:

- Als men niet in de missie of in de taak gelooft, of als de risico’s niet opwegen tegen het eigen

voordeel of het nut voor de gemeenschap, zal men aarzelen bij de confrontatie.

- Als men aarzelt, raakt men gewoonlijk gewond of overleeft men de confrontatie niet.

6. Training:

- Training voor de confrontatie, moet gebaseerd zijn op grote motorische vaardigheden.

Waarom? Omdat het vast staat dat de OSR de fijne en complexe motorische vaardigheden

negatief beïnvloedt, ongeacht hoe goed met getraind is.

- Er moeten geen meerdere verdedigingen (responsen) geleerd worden tegen een specifieke

aanval (stimulus). De reden hiervoor is Hicks Law!

De Wet van Hick komt neer op het volgende: de gemiddelde reactietijd die nodig is voor een

respons op een stimulus is ongeveer 0,5 seconde. Als een cursist een tweede techniek

(respons) op dezelfde aanval (stimulus) wordt geleerd, wordt ook zijn reactietijd 58% langer

gemaakt. Om in een gevaarlijke situatie (met een cliënt) veiliger te kunnen werken moet de

reactietijd juist minder worden, niet meer!

Als er meerdere verdedigingen geleerd worden tegen een specifieke aanval, dan heeft het

brein meer tijd nodig om te beslissen welke optie er gebruikt moet worden. Deze toename in

reactietijd kan het verschil betekenen tussen leven en dood.

- Docenten moeten een nieuwe techniek altijd in slow-motion demonstreren. Hierdoor krijgt het

brein van de cursist de tijd om de techniek te observeren en met het “soft wiring” proces te

beginnen, wat later de “hard wired” vaardigheid wordt door fysieke en mentale training samen

met herhaling, op voorwaarde dat het gebaseerd is op grote motorische vaardigheden.

- Alle fysieke vaardigheden moeten in blokken (bouwstenen) verdeeld worden of worden

opgedeeld in progressieve stappen, in plaats van het in een keer aanleren. Veel docenten die

een fysieke techniek onderwijzen laten de cursisten de gehele techniek van het begin tot het

einde beoefenen als zijn voor de eerste keer deze specifieke vaardigheid moeten leren. Dit is

een grote fout! Het brein leert eerste door beelden en door het modelleren. Door een techniek

in een keer van A tot Z te onderwijzen is de cursist niet in staat om het juiste en volledige

“mentale totaalbeeld” dat nodig is om de techniek op de juiste wijze uit te voeren, volledig te

ontwikkelen. Dit leidt gewoonlijk tot frustratie bij de cursist. Docenten, trainers en coaches

moeten er zeker van zijn dat de cursisten stap A volledig begrijpen, en dan pas verdergaan

met stap B. Als stap B begrepen wordt gaat met verder met stap C, enzovoorts. Door deze

werkwijze vermindert de frustratie terwijl zelfvertrouwen en vaardigheid toenemen.

- Als de vaardigheden eenmaal zijn geleerd, moeten ze worden toegepast in een dynamische

training teneinde de stimulus/respons training zo echt mogelijk te maken. Nogmaals wordt

benadrukt dat hoe realistischer de training, des te beter men voorbereid is op de realiteit op de

werkvloer.

Page 24: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

24

Koppeling tussen de Flinch en adequaat handelen

Door de Flinch te integreren met de techniek en tactiek zal adequaat en efficiënt handelen

gestimuleerd worden.

Integratie van Flinch als techniek en tactiek:

• De armen, handen voor het lichaam houden

• De handen, armen gebruiken bij de communicatie, passend bij de situatie

• Niets in je handen hebben (je Flinch is minder doelmatig als je iets vasthoudt)

• Een duidelijke, open houding van waaruit de Flinch gemakkelijk kan worden gemaakt

• De voeten, benen in een schrede, alerte, stand

Ook in het benaderen van cliënten gebruiken we deze basishouding, waarbij we steeds de meest

gunstige veilige houding hebben.

Hoe kan ik mezelf niet of minder laten verrassen?

Bewustzijn in de situatie (veiligheid); ben je bewust dat je verrast kunt worden

Kennen, herkennen en erkennen van de situatie

Herkennen en erkennen van gedrag (blauwdruk)

Proactief handelen

Voorwaarts denken en handelen

Bedenk dat dit een zeer belangrijke factor is bij de preventie van geweld!

Samenvattend

Bij een passende geestestoestand zullen we gemakkelijker:

Herstellen, controle krijgen over ons handelen

Vooruit kunnen denken en handelen

Duidelijk overkomen

Page 25: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

25

Persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT)

Organisatie

Page 26: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

26

Page 27: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

27

Persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT)

Organisatie

Ruimte - zorg voor een ruimte met een stroeve vloer, schoon en opgeruimd zonder uitstekende delen en

zonder schoenen en tassen e.d. in de weg te hebben staan.

- zorg voor een ruime ruimte (minimaal 50 m2 bij een groep van twaalf).

- werk met maximaal veertien personen; optimaal is tien à twaalf.

Benodigdheden: - Flip-over - PowerPoint of Prezi - Beamer - Laptop - Matjes - EHBO-kit Introductie Beginnen van de training - start zittend in een carrousel opstelling en daarna in tweetallen, die steeds wisselen.

Laat deze goed verspreid in de ruimte staan.

- zorg voor sfeer, maak contact, doe een namenrondje en vraag naar de “emo-meter”

- bespreek het programma en je verwachtingen uit.

- geef aan dat er specifieke vragen tijdens het oefenen gesteld kunnen worden en dat vragen op het

gebied van het separeren dan vooraf kunnen geïnventariseerd worden.

- zeg welk gedrag je verwacht van de deelnemers, zoals:

geef je grenzen aan m.n. bij pijn of blessures naar je oefenpartner en evt. de trainer.

let op je concentratie en de veiligheid voor anderen

doe scherpe en kwetsbare voorwerpen af; niet op hoge hakken, maar op platte schoenen of

sportschoenen.

Géén kauwgom in je mond i.v.m. verstikkingsgevaar.

Page 28: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

28

Page 29: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

29

Persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT)

Didactiek & Methodiek

Page 30: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

30

Warming-ups

Een à twee duw-en-trekspelletjes in tweetallen:

- stevig staan en elkaar naar de overkant trekken;

- tegenover elkaar staan handen vast en ander voorzichtig uit balans brengen.

Balansoefeningen (fysiek contact):

- tegenover elkaar staan, één persoon gaat stevig staan, de ander probeert deze persoon van de

plaats te duwen door: 1. te duwen 2. te doen alsof hij/zij duwt;

- tegenover elkaar staan, voeten tegen elkaar aan waardoor een kleine basis ontstaat. Probeer door

1. te duwen 2. mee te geven, de ander van de plaats te krijgen;

- idem vanuit hurkpositie;

- op een lijn tegenover elkaar staan (koorddansen), polsen met de rugkant tegen elkaar aan houden

en proberen elkaar van de lijn te krijgen door: 1. te duwen 2. mee te geven

Uitgangspunten persoonlijke veiligheidstechnieken onderwijs

We hebben nu de kenmerken van geweldsituaties ingevuld alsmede de inhoud van de persoonlijke

verweer technieken afgestemd op deze kenmerken. Echter, de inhoud van de persoonlijke verweer

technieken moet ook worden overgedragen van docent op student. We hebben het dan over:

1. Onderwijskundige visie 2. Didactische uitgangspunten 3. Methodische uitgangspunten

Onderwijskundige visie

De onderwijskundige uitgangspunten van persoonlijke verweer technieken zijn:

Keep it simple, stupid and short (Kisss)

De deelnemer staat centraal De docent is begeleider of coach Van sturing naar zelfsturing

Dat de deelnemer centraal staat zou onbetwistbaar moeten zijn. Toch zijn er tal van

trainingsprogramma’s aan te wijzen waarin zowel de inhoud als de doelen van de training helemaal

bepaald worden door de docent in kwestie. Men is dan niet bezig met wat de deelnemer in de praktijk

nodig heeft maar vooral bezig met het uitleven van zijn of haar eigen hobby. Dat ik als kickbokser van

stoten en trappen houd wil niet zeggen dat mijn cursisten dat ook nodig hebben. Een mooi principe

in deze is:

Niet het beste van je zelf in de leerling stoppen maar de leerling helpen het beste uit zichzelf

te halen.

De trainer is er dus ten dienste van de ontwikkeling van de cursist en is vooral begeleider. Hij/zij

motiveert, prikkelt en geeft de student handvatten om beter, slimmer, sterker en vaardiger te worden.

Daarbij functioneert de trainer op een continuüm van sturend naar zelfsturend. Anders gezegd: de

mensen die een duwtje nodig hebben iets meer structuur, de meer gemotiveerde en bekwame

mensen meer coachend op eigen initiatief en leervragen.

Page 31: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

31

Activerende Didactiek

Op basis van boven genoemde onderwijskundige uitgangspunten kiezen we voor een activerende

didactiek. Dat betekent dat we de cursisten zoveel mogelijk zelf moeten laten ervaren, uit moeten

dagen, moeten prikkelen. Niks er in proppen, maar uitdagen om er iets uit te halen. In het mooiste

geval hebben ze hun eigen leervragen, een trendy begrip maar desalniettemin goed.

Voor nu zitten we ook met een deel mensen die eerst nog even gemotiveerd moeten worden om

persoonlijke verweer technieken training te ondergaan.

Zelf hanteer ik de volgende leercirkel:

1 = motiveren van de cursist, o.a. door noodzaak oefenstof aan te geven

2 = opdoen van succes ervaringen met leerstof

3 = leidt tot toegenomen zelfvertrouwen

1 = leidt tot motivatie om te leren

Etc.

Methodiek persoonlijke verweer technieken

Gebruikelijk is om van gemakkelijk naar moeilijk, van bekend naar onbekend, van grof naar fijn werken

enz. Maar dat is niet de kern van een methodiek maar slechts operationele ‘kleinigheden’. Waar het

eerst om gaat is het grote methodische plaatje wat je voor ogen hebt. Ga je eindeloos geïsoleerde

vaardigheden oefenen en die ook nog weer in delen hakken….? dan weet je zeker dat er weinig

transfer is naar de praktijk. Over de motivatie van de cursist hoef je het dan al helemaal niet meer te

hebben.

Ik werk zelf volgens de 4-i methodiek:

1. Introduceer de situatie c.q. het conflict/geweldsprobleem 2. Isoleer elementen uit de complete situatie voor nadere bestudering en training 3. Integreer het geleerde weer in complete situaties 4. Informatie doceren Gekoppeld aan een activerende didactiek welke er van uit gaat dat mensen het beste leren en het

meeste onthouden wanneer ze zelf actief naar oplossingen zoeken betekent dat het bijvoorbeeld

het volgende:

1. Introductie van de situatie

Introduceren van een casus, bijvoorbeeld het aankondigen van een cliënt dat hij naar de separeer

moet maar weigert vrijwillig mee te gaan.

De casus wordt voorgelegd of zelfs in scenario vorm gedemonstreerd. De cursist evalueren de

casus en zoeken naar optimale oplossingen.

2. Isoleer

In de meeste gevallen zijn er een aantal deelaspecten van een casus die nadere bestudering en

verdere oefening behoeve. Bijvoorbeeld het verdedigen tegen schop van een cliënt. Deze aspecten

kunnen van statisch naar dynamisch apart getraind worden.

3. Integreer

Nadat de diverse deelaspecten en oplossingen van de casus zijn bestudeerd en geoefend worden

ze weer in het totale plaatje gezet en wordt dit d.m.v. een scenario geoefend.

4. Informatie doceren

Page 32: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

32

DOA

DOMA

DOZA

Uitleg praktijkles

PRAATJE - PLAATJE - DAADJE

De werkwijze van de feitelijke instructie van een les in de opdrachtvorm, vooral gericht op de praktijkles. Het is de meest gebruikte manier voor het overbrengen van skills en drills op praktisch niveau, waarbij het voor- en nadoen centraal staan.

In schematische vorm:

PRAATJE

Duidelijke, korte, bondige en KISS-gerichte uitleg van de praktijkles. Visualiseer de lesstof zo veel mogelijk. Zorg ervoor dat de sfeer zo goed mogelijk is.

PLAATJE

Zelf een goede demonstratie geven. Geef goede aanwijzingen, tips en tools. Het goede voorbeeld is van levensbelang.

DAADJE DOA Voor de eerste maal: Doe op aanwijzing. Geef algemene aanwijzingen. Cursisten luisteren en oefenen.

DOMA Doe op minder aanwijzing. Geef individuele aanwijzingen. Cursisten

nemen waar en oefenen.

DOZA Voor de laatste maal: Doe zonder aanwijzing. Cursisten oefenen.

Het principe DOA / DOMA / DOZA is gebaseerd op de gedachte: "Luisterende cursisten leren, waarnemende cursisten leren meer en oefenende cursisten leren het meest."

plaatje

praatje

daadje

Eigen demonstratie

Page 33: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

33

Lesorganisatie

- behandel gestructureerd vragen tijdens de training d.w.z. 'Welke aanval deed de cliënt en wat

deed jij?'

- beantwoord 'Ja, maar' opmerkingen kort en zakelijk; verwijs naar straks wanneer je eventuele

complicaties bij de standaard uitvoering gaat doornemen. Of wel: Hou de vaart erin en laat je niet

verleiden alle gevoelens van onmacht op te moeten lossen.

- geef continu individuele aanwijzingen op de uitvoering:

benoem eerst wat goed is en toon dan wat fout is en hoe dit er beter uit kan zien (Top en

Tip). Zie toe op de verbeterde uitvoering, geef weer feedback; houd het daarbij;

hou directief orde en sta gestoei niet toe, vanwege de risico's op ongelukken;

laat bij blessures EHBO toepassen; zorg zelf altijd dat een verbanddoos aanwezig is; laat

deelnemers met kleine bloedinkjes meteen een pleister halen. Verwijs bij ernstige blessures

naar de poli. Structureer je training daarna.

Page 34: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

34

Page 35: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

35

Persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT)

Oefeningen

Zie prezi: agressiemanagement-oefeningen

Page 36: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

36

Oefening 1: Afstand nabijheid (5 fasen) Doel:

- Ervaren van lichaam gebonden spanning. - Zelf regie nemen (proactief te handelen) - Het signaleren van geweldsindicatoren - Grens te stellen - Veilige positie aan te nemen.

Verschillende territoria en zone:

Intieme zone (0-45 cm) In de intieme zone, begrensd door een armlengte afstand, ontmoeten verliefden elkaar innig, maar ook kunnen twee personen er op vertrouwelijke manier met elkaar spreken en emoties met elkaar delen zoals

tederheid, troost en bescherming.

Persoonlijke zone (45-120 cm) De meeste gesprekken vinden plaats in de persoonlijke zone. Deze zone sluit aan op de vorige. Wanneer je iemand op straat tegenkomt kun je deze afstand bewaren en hem daarbij nog gemakkelijk de hand schudden. Je kunt met hem in gesprek treden zonder luid te hoeven spreken.

Sociale zone (120-360 cm) Aansluitend aan de persoonlijke zone bevindt zich de sociale zone. Hierbinnen vindt het sociale contact op verjaardagsfeestjes, tijdens maaltijden en vergaderingen plaats. In deze zone kunnen zich objecten bevinden, die de onderlinge afstand benadrukken, zoals een tafel of een loket. Je spreekt er met elkaar, zonder de ander te kunnen aanraken.

Publieke zone (360-750 cm of meer) In de publieke zone kunnen we een grotere groep mensen toespreken. Het is het gebied waarin we mensen groeten als we er geen gesprek mee willen voeren. Mensen met wie we beslist geen contact willen, bijvoorbeeld omdat ze dronken zijn, houden we ook graag op deze afstand.

Page 37: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

37

5 fasen:

1. Een loopt naar de ander tot bijna neus aan neus toe en staat ongeveer 5 seconden stil, stap daarna achteruit en vraagt waar en wat (lichamelijke) de ander ervaren heeft

2. Zelfde oefening maar nu neemt de professional zelf het initiatief om van positie te veranderen. Maakt op tijd ruimte d.m.v. Uitstralen, Sturen en Begeleiden (USB)

3. Een loopt naar de ander, professional houdt armen langs het lichaam, agressor laat duidelijk agressie signalen zien (lichaamstaal), professional benoemd het waargenomen gedrag zonder een interpretatie te geven van de lichaamstaal.

Pre-agressiesignalen

Het observeren van lichaamstaal van de agressor is cruciaal om in-actie te kunnen acteren.

Enkele pre-signalen zijn:

Zenuwachtig om zich heen kijken

Maken van bewegingen die hij/zij straks wilt gaan maken

Kijken naar het doel wat ze willen pakken

kijkt je strak aan

blaast zijn borst op

staat wijdbeens

boxerstand

wend het gezicht af

spant de vuisten aan

wrijft soms over het gezicht

4.Confrontatie techniek (alerte houding)

a) Stap achteruit, stap letterlijk uit de strijd(de-escaleren)

b) Geef non-verbaal de grens aan.

c) Geef verbaal grens aan.

d) Geef gedragsinstructie

4 belangrijke punten: 1. Oogcontact

2. stap achteruit

3. non verbaal grens aangeven 4. verbaal grens aangeven

- lees de emotie van de ogen af; - agressor kijkt waar hij/zij wilt gaan slaan of grijpen.

Afstand houden werkt de-escalerend; - tijd om na te denken; - controle eigen emotie; - overzicht.

Handen omhoog (stopteken met beide handen) Door ho of stop te zeggen, en consequentie te stellen

Let op - Mimiek - Sleepstap - Stevige basishouding - Handen naast elkaar

Oefenen tot dat verbale agressie over kan gaan naar fysieke agressie.

5. Aannemen van een beschermende houding, weg duwen van het gevaar (welke gedeeltelijk gestuurd wordt door het menselijk verdedigingssysteem)

Page 38: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

38

Doel Ervaren welke ruimte jij persoonlijk nodig hebt, wat je eigen veilige territorium is, laat iemand

niet te dichtbij komen, dan kan hij pakken/slaan etc. dus onveilig. Het ervaren hoe vroeg een aanval kan worden waargenomen. In plaats van af te wachten,

grijpen we in tijdens de uithaalfase (proactief handelen) Deze fase helpt de uitvoerder de intentie tot actie nauwkeurig te leren observeren.

Van verbale confrontatie technieken, overgaan naar beschermende houding.

Ervaren dat in fase 4 het moeilijk is om te kunnen nadenken/communiceren als de agressor dichtbij komt.

Vervolg op verbale training ABC-D interventie

Indien cursisten zeggen dat ze niks ervaren, ga dan niet overtuigen dat dit niet kan, maar benader hem/haar dan positief door aan te geven dat zij onbewust (of misschien bewust) gebruik maken van de RET methodiek, zij sturen de gedachten aan dat er geen gevaar is omdat het de mede cursist of trainer is. Maar wat gebeurt en nu als er wel echte dreiging is?

Vroeg signaleren

Om preventief te kunnen werken is het belangrijk om voorsignalen van agressie waar te nemen

en te analyseren. Dit zorgt ervoor dat je in-actie kan zijn wanneer je aangevallen wordt.

De signalen kunnen op verschillende manieren ervaren worden.

3 -i

- Instinctmatig (reptielenbrein)

- Intuïtief (Limbisch systeem)

- Intelligentie (NeoCortex)

ACTIE IS SNELLER DAN

REACTIE

IN - ACTIE IS SNELLER DAN

ACTIE

Page 39: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

39

Oefening 2: Flinch Wat gaat het lichaam doen als het onder “spanning” gezet wordt.

- Uitleg naar aanleiding van foto wat het lichaam doet bij een plotselinge aanval.

- Eventueel geïllustreerd met filmpjes

- Uitleg welk verdedigingsgedrag ontstaat

- Korte uitleg van wat er in de hersenen gebeuren

- Korte uitleg welke gevolgen dit heeft voor het lichaam

- Uitleg welke aanval-gedrag ontstaat (Eventueel geïllustreerd met filmpjes)

Demonstreer de beschermende houden

Eindig met de vraag, wat maakt het dat deze vrouw haar vingers spreid?

Wat zou daar de functie van zijn

Page 40: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

40

Oefening 2.1 Open versus gesloten hand en binnen versus buiten 90° gebogen arm

Doel:

- verschil laten ervaren van Open hand ten opzichte gesloten hand

- verschil laten ervaren van binnen en buiten 90° gebogen arm

Omschrijving

a. De hand zal in tijdens het verweren van een aanval zoveel mogelijk open moeten zijn met de vingers actief gespreid.

b. Deze oefening is een ‘ervaringsoefening’ om te voelen waarom de hand open moet zijn en vingers gespreid. Het is zeker géén wedstrijd.

c. Deze oefening heeft geen ‘gevechtstechnisch karakter’. Het is een ervaringsoefening.

Demo

Vertel en laat zien samen met je assistent.

Instructiepunten en veiligheidsaspecten

a. Laat je partner is een niet atletische stand staan met de voeten op één lijn. Laat hem 1 arm horizontaal voor zich (geheel strekken). De hand is gebald tot een vuist.

b. Ga frontaal staan ten opzichte van je partner. Laat de partner zijn gestrekte arm op jouw schouder rusten. Zorg ervoor dat je je partner aan kunt kijken!

c. Zet de beide handen op de elleboogholte

d. Kijk naar je partner en vraag of deze klaar is.

d. Als dit zo is. Start met het buigen van de arm.

e. Belangrijk veiligheidsaspect:

1. Vraag ALTIJD voorafgaand aan de start van de oefening of de ander klaar is.

2. Verzeker dat de druk LANGZAAM wordt opgevoerd. (“langzaam de kraan open draaien”)

3. Zodra de elleboog gaat buigen, verminder de druk! kracht (voorkomen blessures).

5. Observeer je cursisten op pijn, etc...

f. Vraag na de oefening aan je partner hoe het voelde en onthoud hoeveel kracht het kostte en hoe lang het duurde voordat de arm begon te buigen.

Page 41: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

41

Open hand ten opzichte van gesloten hand (vervolg)

Instructie aandachtspunten en veiligheidsaspecten

a. Neem wederom dezelfde positie aan. Je partner heeft nu de hand actief geopend, vingers gespreid. Laat je partner over/door zijn duim heen kijken.

b. Neem de oefening nogmaals stap voor stap door en benadruk de veiligheidsaspecten.

c. Vraag na afloop van de oefening aan je partner hoe het voelde en hoe lang het duurde voordat de arm begon te buigen.

d. Start de oefening vervolgens wederom. (hand actief open), Bouw de druk op en geef signaal dat je partner een vuist maakt. (dit is een actieve vuist, dus een actieve release van kracht)

e. Zie het effect!

Didactische handelingen/aanwijzingen

a. Benadruk de veiligheidsaspecten.

b. Benadruk dat deze oefening een ERVARINGSOEFENING is en zekere geen tactische

c. De niet-atletische stand van de voeten is bedoelt om de armfunctie te isoleren.

Oefening

a. Laat de cursisten oefenen.

b. Laat de cursisten slechts één keer doen.(Om te laten zien dat er geen training voor nodig is)

Evaluatie

a. Waarom is de open hand sterker.

b. Leg uit dat het een neurologisch kwestie is

c. Leg uit: flex-keten versus extensieketen

d. Leg uit hoe de open hand de fysiologie van de flinch spiegelt (refereer aan foto’s etc.)

e. Iedereen oké?

Page 42: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

42

Oefening 2.2 Binnen- Buiten 90° gebogen arm

Omschrijving

a. Het doel van deze oefening is het ervaren in het verschil van kracht in de arm gebogen op 90 graden met een gebalde vuist en de arm buiten 90 graden hand open en vingers gespreid.

b. Deze oefening is een ervaringsoefening. Er is GEEN scenario voor deze oefening.

Demo

Laat zien en vertel met je assistent.

Verloop van de Oefening

a. Ga tegenover elkaar staan. Houd je onderarm horizontaal en plaats die op de borst van je partner. Maak een vuist en buig je elleboog tot je deze op een hoek van 90 graden is.

b. Je partner plaatst zijn armen om je heen, op je schouderbladen.

C. Veiligheidsaspecten:

1. Kijk weg van elkaar ( voorkomen dat de hoofden tegen elkaar komen)

2. Je partner vraagt of je klaar bent voordat hij druk opbouwt (blessures voorkomen)

3. De druk wordt LANGZAAM opgebouwd het is geen kracht meeting.(blessures voorkomen)

d. Als je klaar bent en je partner druk opbouwt kijk hoe lang het duurt totdat het “Frame” instort.

e. Neem hierna wederom de startpositie in. Open nu je hand en roteer de arm totdat deze schuin over de borst is. (ideale punt van impact.) Breng de elleboog nu buiten 90 graden. (gebeurd nagenoeg vanzelf)

f. Je partner plaatst zijn armen om je heen, op je schouderbladen zoals hiervoor.

g. Alle veiligheidsaspecten zijn hetzelfde als hiervoor.

h. Wanneer je klaar bent, bouwt je partner de druk weer op zoals hiervoor.

i. Ervaar of je arm binnen 90 graden komt. (het ‘frame’ instort)

Page 43: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

43

Didactische handelingen/ aanwijzingen

a. Benadruk de veiligheidsaspecten.

b. Maak het vergelijk met de flinch foto’s uit de theorie.

c. Benadruk dat dit geen tactische oefening is, maar een ervaringsoefening tussen de twee armposities.

d. De niet-atletische stand is bedoelt om de armfunctie te isoleren.

Oefening

a. Laat je studenten slechts één keer oefenen!

Evaluatie

a. Wat was sterker?

b. Wanneer het frame bij beide oefeningen instortte, welke hield je het langste vol?

c. Als het frame geheel niet instortte, welke kostte het minste kracht?

d. Vertel waarom de buiten 90 sterker

e. Iedereen oké?

Page 44: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

44

Oefening 2.3 Alerte Houdingen

Omschrijving

a. De alerte houdingen zijn niet-agressieve aanspreekhoudingen die we aannemen bij het communiceren met personen/cliënt. De alerte houding, en vooral de positie van de armen zorgt ervoor dat het lichaam, maar ook de mindset direct klaar is om over te schakelen naar de verdedigingshouding. Daarbij spiegelt het de fysiologie. Dit wil zeggen dat de armhouding het dichtst bij de flinch houding komt en ons zal beschermen bij een verrassingsaanval. Daarbij zal het de aanvaller ontmoedigen om aan te vallen(onbewust proces) en triggert de houding, als de cliënt toch wil aanvallen, de meest voorkomende aanvallen (swing, tackle, etc.)

a. Houdt de armen buiten 90°

en vingers gespreid

(confrontatiehouding).

b. Spiegel zoveel mogelijk de

houding van de handen de

cliënt. (hoogte breedte).

c. Laat de groep de relatie

zien tussen de alerte

houding en de flinch,

veilige en de tactische MVS

houding. Benadruk daarbij

dat de verschillen minimaal

zijn.

a. Laat eerst één arm het lijf

kruisen en laat deze vrije

hand de borstspier

vastpakken.

b. Laat vervolgens de andere

arm hier overheen kruisen

en laat deze hand de

triceps van arm 1

vastpakken (zie foto).

c. Zorg dat je houding past bij

die van de cliënt

(spiegelen).

d. Geef de relatie aan tussen

deze houding en de flinch,

de conversie naar tactische

MVS en veilige houding.

a. Deze houding is bijna gelijk

aan de ‘armen over elkaar’,

Alleen zit de hand net iets

hoger. (op de kin of bij de

spreeksleutel).

b. De houding moet passen

bij de houding van de

cliënt. (spiegelen)

c. Geef de relatie aan tussen

deze houding en de flinch,

de tactische MVS en veilige

houding.

Page 45: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

45

Talking-hands / confrontatietechniek

Omschrijving

Praten met je handen is een natuurlijk houding en zorgt dat bij een plotselinge aanval naar het hoofd en handen tussen het hoofd en de aanvallende hand zitten.

Armen over elkaar

Omschrijving

Tijdens normale gesprekken komt de ‘armen over elkaar houding’ regelmatig voor. Het is een natuurlijke houding die zeker zijn voordelen heeft, maar moet zich ook bewust zijn van de nadelen. We zullen laten zien hoe we deze houding kunnen transformeren in een alerte houding. Een houding van waaruit we de tactische MVS kunnen hanteren.

Hand bij de kin/spreeksleutel

Omschrijving

Deze positie komt veelal overeen met de ‘armen over elkaar’. Het is een natuurlijke houding waarbij de hand net iets hoger zit dan bij de ‘armen over elkaar’. Het is een meer “open” en luisterende houding.

Page 46: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

46

Oefening 2.4 Interview oefeningen Omschrijving

a. In deze oefening zal de uitvoerder de aanval onderscheppen vlak voor de impact van de

aanval. Hij maakt hierbij ‘gebruik’ van de primaire flinch. Deze fase is cruciaal om de

koppeling tussen het flinch- mechanisme en tactisch handelen te begrijpen.

b. De primaire flinch dient zo laat mogelijk uitgevoerd worden.

c. De meeste mensen focussen zich te veel op de tactische fase.

d. Primaire flinches gebeuren tijdens een plotselinge en snelle explosieve aanval.

Demo

a. Laat een cursist de rol van cliënt spelen b. Interview hem/haar over bijvoorbeeld de vakantie c. Laat kleinen pre-signalen zien en kom langzaam dichter bij d. Kijk naar de ogen om te onderzoeken of iemand in gedachten zit e. Maak flink geluid en een grove zwaai bewegende aanval naar het hoofd f. Laat zien en vertel

Instructie aandachtspunten en veiligheidsaspecten

a. Cursist neemt een (alerte houding) aanspreekhouding aan en start de oefening.

b. Je informeert de cursist dat je hem/haar op het hoofd gaat slaan met een open hand

c. Je begint te vragen over de vakantie, en vraag naar details zoals wat heb je daar precies

gegeten en gedronken?

d. Laat REALISTICH gedrag zien met alle lichaamssignalen die daarbij horen. (blik, audio

que, grom, maken vuist, indraai voet, verlagen zwaartepunt, borst opzetten, spanning in

de armen, bokserstand, uithaal voor de swing inclusief voetenstap, indraai schouder, etc.)

e. Veiligheidsaspecten

Stop de slagbeweging ver voor het hoofd

Didactische handelingen/aanwijzingen

a. Benadruk nogmaals dat een instinctieve flinch geen techniek is

b. Bespreek: voorsignalen en geweldsindicatoren (lichaamstaal)

Evaluatie:

a. Vragen?

Page 47: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

47

Oefening 3: Bevrijding van polspakkingen

Integreer de veilige afstand en houding met bevrijding van polspakkingen

Vraag en onderzoek plenair, hoe zou je vastgepakt kunnen worden?

Welke voorsignalen observeer je?

Als ezelsbruggetje hanteren we de BOB - methode (Been, Ontsnappen en Bewegingsruimte)

dat wil zeggen:

B. Als je rechterpols wordt vastgepakt, ga je met het rechter been voor staan.

O. De ruimte tussen duim en wijsvinger is de zwakste schakel waar je kan ontsnappen. Als je

de duimknokkel van de agressor ziet dan maak je een elleboogbeweging, zie je de knokkel

niet dan maak je een golf- of tennisbeweging.

B. De beweging maak je naar de ruimte waar de meeste bewegingsruimte is, of wel naar je

arm die niet vast gepakt is.

Door je arm snel en schokkend in onwillekeurige richting te bewegen, maakt het voor de agressor

moeilijk om vast te pakken en te anticiperen.

(uitzonderingen)

“Pitbull” greep Pak je vuist vast van de arm die vastgehouden wordt en duw fel naar

voren richting het gezicht en draai tegelijkertijd de onderarm naar boven,

daarna draai je snel je vuist richting je buik (alsof je jezelf tegen de buik

aan slaat) en draai je je onderarm de tegengestelde richting op.

Polspakking van

achteraf

Maak een beweging alsof je twee pistolen uit je broekzakken wilt halen en

maak daarna een “schiet beweging” (waardoor je elleboog de onderarmen

van de aanvaller raken)

Page 48: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

48

Page 49: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

49

Persoonlijke veiligheidstechnieken (PVT)

Technieken

Zie prezi: agressiemanagement-fysiek-tactisch

Page 50: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

50

Persoonlijke Veiligheid Technieken (PVT) Deze technieken hebben het meeste effect als je ze snel en plotseling uitvoert. In dat geval heb je

niet zoveel kracht nodig omdat je de cliënt verrast. Dit verrassingseffect kun je sterk vergroten door

bij alle bevrijdingstechnieken 'LOS! ' te roepen. Uiteraard eerst nadat je de cliënt duidelijk hebt

gevraagd van je af te blijven. Zo'n schreeuw als 'LOS' helpt je ook om je spanning op dat moment te

kanaliseren én je kunt ermee voorkomen, dat je in een impuls terugslaat.

Juridisch kader:

In juridische termen noemt men het verweren, noodweer. Binnen het juridische kader is het

belangrijk om de volgende drie voorwaarden te onthouden. Het is noodweer als:

1. Je niet de mogelijkheid hebt om te kunnen vluchten.

2. Noodweer moet als rechtvaardigingsgrond voldoen aan eisen van proportionaliteit2 en

subsidiariteit3.

3. Je ogenblikkelijk handelt.

Belangrijk is dat je stabiel staat. Kenmerken van stabiel staan zijn:

1. Zorg dat een been voor en het anderen been achter staat. Je achterste voet staat in een 45 °

stand.

2. Zorg dat je knieën lichtelijk gebogen staan maar zorg er wel voor dat je niet te laag staat (een

lage stand is wel stevig maar minder mobiel).

3. Je zwaarte punt ligt in het midden, d.w.z. ter hoogte van je navel.

Om de technieken snel eigen te maken is het belangrijk dat het aan te leren aantal technieken en

keuze mogelijkheid niet te groot moet zijn, vandaar dat wij een selectie hebben gemaakt van de

meest voorkomende aanvallen waarbij je maar 4 technieken hoeft aan te leren.

De persoonlijke veiligheidstechnieken zijn onderverdeeld in 4 technieken

Techniek Aanval Verdediging

1.

Stoten naar het hoofd en grijpen

naar lichaam,

Trap naar de benen

Menselijk verdedigingssysteem (MVS)

Reflexmatig been optillen

2. Vastpakken bij de pols(en) BOB - Methode

3. haar en kleding pakkingen Polsfixatie (eventueel elleboog)

4. verwurgingen Zwembeweging (crawlslag)

2 In verhouding tot, evenredig 3 minst ingrijpende verweer

Page 51: Reader instructeur pvtmei 2015 versie 4 2 1

51

Ezelsbruggetjes

Niet invullen voor een ander

Been- Opening- Bewegingsruimte

Uitstralen - Sturen - Begeleiden